Quickscan Archeologie Forellenvisvijvers De Huif Aan de Uilenweg 2 Lelystad, gemeente Lelystad
Steller
Drs. A.A. Kerkhoven
Versie
Definitief-2
Projectcode
12110029
Datum
04-02-2013
Opdrachtgever
De Huif Dhr. T. (Tom) Bremer Uilenweg 2 8245 AB Lelystad Transect
Uitvoerder
Australiëlaan 5-a 3526 AB Utrecht Bevoegde overheid
Contactpersoon namens bevoegd gezag
Autorisatie Naam Drs. T. Nales (Senior KNA Prospector)
Datum
Gemeente Lelystad Postbus 91 8200 AB Lelystad Mw. E.J. Rozema
Paraaf
04-02-2013
1
Australiëlaan 5-a 3526 AB Utrecht
T: 030-7620705 F: 030-7620706 E:
[email protected]
1. Aanleiding Forellenvisvijvers de Huif in Lelystad is van plan een uitbreiding te realiseren door het aanleggen van een aantal extra visvijvers. Daarbij is het plan om meerdere vijvers 2 meter diep t.o.v. maaiveld te graven (en met folie te voorzien). De andere vijvers zonder folie moeten ook 2 meter diep worden, maar dan 2 meter onder het grondwaterniveau. Het grondwaterniveau bevindt zich in het plangebied op 0,6 à 0,7 m –Mv, zodat niet dieper wordt gegraven dan tot maximaal 2,7 m –Mv.
2. Doel Het doel van deze quickscan is een beperkte inventarisatie van informatie over de archeologische verwachting van het plangebied. Op basis hiervan wordt inzicht gegeven in het risico van verstoring van archeologische waarden, noodzakelijke onderzoeksmaatregelen c.q. behoudsmaatregelen. De quickscan is een adviesdocument en valt buiten de kaders van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.2. Het is bedoeld om voordat het archeologisch proces wordt ingegaan een afweging te maken van nut & noodzaak. Wij adviseren om de conclusies en het advies uit deze quickscan af te stemmen met het bevoegd gezag. Over de volgende onderwerpen is informatie verzameld:
Vigerend beleid. Bodem en geomorfologie. Archeologische waarden en onderzoeksmeldingen. Uitgevoerd onderzoek.
3. Vigerend beleid Het plangebied ligt op de archeologische beleidskaart van de gemeente Lelystad (zie bijlage 1, rode pijl) in een zone met een hoge archeologische verwachtingswaarde, waarvoor een archeologische onderzoeksplicht geldt voor bodemingrepen.
4. Archeologische verwachting Het archeologisch relevante niveau in het plangebied bestaat uit dekzand. Dit dekzand ligt volgens de digitale boorbeschrijvingen van de voormalige Rijksdienst IJsselmeerPolders (RIJP) op een diepte rond 8,0 m –NAP. Het maaiveld in het plangebied ligt volgens het Actueel Hoogtebestand Nederland 2
2
(AHN2) op een diepte rond 4,5 m –NAP. Het archeologisch niveau ligt dus volgens de beschikbare gegevens op een verwachte diepte van circa 3,5 m –Mv. Gezien het relevante archeologisch niveau (dekzand) en gezien de diepteligging ten opzichte van NAP van de top van het dekzand, dateren eventueel in het plangebied aanwezige steentijdnederzettingen uit de periode van het Mesolithicum (8.800 – 4.900 voor Chr.) tot en met het Midden-Neolithicum A (4.200 – 3.400 voor Chr.). Jongere archeologische resten zijn, met uitzondering van scheepsresten, gezien de vernatting van het gebied niet mogelijk. In en rond het Hollandse hout zijn een aantal archeologische waarnemingen gedaan, waarvan allen de belangrijkste hier worden vermeld. Aan de Knardijk – Buizerdweg is op een diepte van tenminste 185 cm –Mv houtskool aangetroffen, dat op de aanwezigheid van een prehistorisch jachtkampement of nederzetting kan wijzen (Archis-vondstmeldingsnr. 419.506). Ter hoogte van de Uilenweg 3a is in het verleden een archeologisch onderzoek uitgevoerd in de vorm van een bureauonderzoek met een verkennende boring (Onderzoeksmelding 21.182). De verkennende boring heeft uitgewezen dat in de ondergrond zich een intacte dekzandbodem bevindt, waarin zich een veldpodzol heeft ontwikkeld. Naar aanleiding hiervan is karterend booronderzoek aanbevolen.
5. Cultuurtechnisch onderzoek In het plangebied is een cultuurtechnische boring gezet (zie bijlage 3). Deze is zeer gedetailleerd beschreven. Hieruit blijkt dat de top van het dekzand in het plangebied op circa 3,35 m –Mv ligt. Uit de beschrijving blijkt verder dat deze is afgedekt door een dun kleilaagje (grijs, 5 cm dikte) met rietresten. Hierop ligt veen met laagjes detritus en silt. Het kleilaagje is indicatief voor een erosief milieu. Het betreft, mede gezien de RIJP-boringen die in de directe omgeving zijn gezet, Oude Zeeklei. Het is dus de randzone van het getijdebekken tussen Lelystad en Swifterbant, waar in de vorm van een vlakte Oude Zeeklei is afgezet. In de top van het dekzand is nog hooguit een Bs-horizont aanwezig, dat wil zeggen de uiterste onderkant van een podzol. In combinatie met het kleilaagje, kan worden geconcludeerd dat de top van het dekzand ter hoogte van de cultuurtechnische boring is geërodeerd en dat hiermee ook eventueel aanwezige archeologische waarden zijn verstoord i.c. verspoeld. Dit is in tegenspraak met de RIJP-boringen die in de directe omgeving van het plangebied zijn gezet. Hieruit blijkt dat in alle gevallen de top van het dekzand intact is. RIJP-boring 499-157-20 staat zelfs binnen het terrein van De Huif, tegen de Uilenweg aan. Hier ligt het dekzand volgens de RIJP-boring op 8,19 m –NAP, dus op circa 3,7 m –Mv. In de top van het dekzand is een podzol aanwezig (inclusief Ahorizont), zodat het archeologisch niveau hier intact is.
6. Conclusie Uit de beschikbare informatie kan niet zondermeer worden geconcludeerd dat het archeologisch niveau in het plangebied is verstoord c.q. verspoeld. De cultuurtechnische boring is in tegenspraak met de RIJP-boringen, in die zin dat volgens eerstgenoemde de top van het dekzand verspoeld is en volgens laatst genoemde deze juist intact is. Dit kan alleen worden verklaard door lokale verschillen in bijvoorbeeld reliëf.
3
Op basis van de beschikbare gegevens mag ervan uit worden gegaan dat de top van het dekzand en hiermee het archeologisch relevante niveau op 3,35 m –Mv en dieper ligt.
7. Advies Gezien de verwachte diepte van het archeologisch relevante bodemniveau in het plangebied (top dekzand), wordt geadviseerd om bodemingrepen te beperken tot maximaal 2,8 m –Mv. Indien diepere bodemingrepen voorzien zijn, wordt geadviseerd om een karterend booronderzoek uit te voeren om de aan-/afwezigheid van archeologische waarden vast te stellen. Kanttekening De quickscan is zo zorgvuldig mogelijk opgesteld. Desondanks kan niet zondermeer worden uitgesloten dat bij bodemwerkzaamheden archeologische resten worden aangetroffen. De kans hierop is echter klein. Mochten er bij bodemwerkzaamheden toch archeologische resten worden aangetroffen, dienen deze conform de hiervoor geldende wettelijke eisen te worden gemeld.
4
Bijlage 1: Archeologische beleidskaart gemeente Lelystad
5
Bijlage 2: Dieptes dekzand in meters -NAP
6
Bijlage 3: Cultuurtechnische boring
7