1665-2010
Qua Patet Orbis
‘Kracht door verbondenheid’
345 jaar
345jaar | Korps Mariniers
65jaar | Marinierskapel der Koninklijke Marine 60jaar | Contact Oud Mariniers (COM)
45jaar | Vereniging van Officieren der Mariniers
‘Willem Joseph Baron van Ghent’ (WJB)
QU A P ATET ORBIS - 1 6 6 5 -2 0 1 0
1
Korps Mariniers 345 jaar
Marinierskapel der Koninklijke Marine 65 jaar
Contact Oud Mariniers (COM) 60 jaar
Vereniging van Officieren
der Mariniers ‘Willem Joseph Baron van Ghent’ (WJB) 45 jaar
Deze uitgave is een initiatief van de ‘Stichting Viering Korpsverjaardag’. Redactie:
Redactieadres:
LTKOLMARNS A.O. Loos
Redactie QPO
KOLMARNS R.A. Hardenbol LTZ2OC P.J. Goedhart Cees Baardman Fotografie:
AVDD, Cornelie de Jong, Helène Wiesenhaan,
Goffe Struiksma, Cees Baardman QU A P ATET ORBIS - 1 6 6 5 -2 0 1 0
2
Van Ghentkazerne Toepad 120
3063 NJ Rotterdam
[email protected] Lay-out: Wim Balyon (OBT BV) Druk: OBT BV, Den Haag
Verbondenheid
Herdenken en vieren geeft ons kracht voor de toekomst
Mariniers, oud-mariniers en vrienden van het Korps Mariniers, 10 december is voor het Korps Mariniers een bijzondere datum. Op deze dag van het jaar 1665 werd namelijk door de Staten van Holland een resolutie aangenomen waarbij de oprichting van een regiment ‘scheepssoldaten’, het ‘Regiment de Marine’, werd vastgesteld. Daarmee was het Korps Mariniers een feit, hoewel deze naam officieel pas op 2 december 1817 werd ingesteld. Elk jaar wordt dit heugelijke feit herdacht en dit jaar in het bijzonder. 2010 is een lustrumjaar, want het is op 10 december precies 345 jaar geleden dat het Korps Mariniers werd opgericht. Maar naast de 345ste verjaardag van het Korps Mariniers is het ook de 65ste verjaardag van de Marinierskapel der Koninklijke Marine, de 60ste verjaardag van de Vereniging Contact Oud Mariniers (COM) en de 45ste verjaardag van de Vereniging van Officieren der Mariniers ‘Willem Joseph Baron van Ghent’ (WJB). Het thema van dit lustrum is ‘verbondenheid’; verbondenheid van het Korps Mariniers met oudmariniers, de Koninklijke Marine, andere krijgsmachtdelen, bevriende buitenlandse mariniers, de Nederlandse bevolking en in het bijzonder de stad Rotterdam. De ‘Stichting Viering Korpsverjaardag’
heeft het initiatief genomen dit speciale themamagazine te publiceren om de verbondenheid van het Korps Mariniers met zijn omgeving tot uitdrukking te laten komen. Daartoe zijn diverse prominente vertegenwoordigers van de genoemde groepen uit onze omgeving bereid gevonden hun adhesie te betuigen en te beschrijven wat de verbondenheid met het Korps voor hen betekent. Gezien dit bijzondere lustrumjaar en de eervolle bijdrage van prominenten, is het mij een groot voorrecht gevolg te geven aan de uitnodiging van de Stichting om dit voorwoord te schrijven en mijn visie en gevoel van verbondenheid met u te mogen delen. Eeuwenlang hebben mariniers over zeeën en landen rondgezworven om er de eer van de Nederlandse vlag te handhaven en de belangen van het Koninkrijk te bevechten en te waarborgen. Maar in tijden van het ontbreken van oorlog en gewapend conflict hebben de politiek en Defensie meermalen getwijfeld aan de toegevoegde waarde van de mariniers. “De groote lijn, de juiste maritieme visie, noodig voor een doeltreffende beveiliging van een koloniaal imperium, werd maar al te vaak in ’t regeeringsbeleid gemist. De partij, die op het kussen kwam, vond altijd wel staatslieden, die meer als koopman dan als politicus mee laveerden, met al de kwade gevolgen van dien.” Maar iedere keer weer, door de geschiedenis ingegeven, bewees het Korps ten tijde van crises ‘Neer-
QUA PATET ORBIS - 1665-2010
3
en de bevolking. Van Chatham tot Uruzgan en het Somalisch bassin voor het behartigen van de belangen van het Koninkrijk, zowel binnen de landsgrenzen als ver daarbuiten. Voor vrede en veiligheid op en vanuit zee! Of het nu om hulpverlening gaat, terreurbestrijding of het gewapenderhand ingrijpen bij een conflict, altijd kan men aanspraak maken op onze loyaliteit, ons aanpassings- en improvisatievermogen, onze veelzijdige inzetbaarheid en onze wil om te winnen! Dat lukt echter alleen in nauwe samenwerking met de vloot, andere krijgsmachtdelen en departementen en, niet te vergeten, onze bondgenoten. Naar mijn stellige overtuiging is – naast vakmanschap en leiderschap – de sterke onderlinge verbondenheid één van de belangrijkste redenen waarom het Korps door de eeuwen is gebleven en succesvol is. Samen uit, samen thuis en door dik en dun. Kameraadschap staat bij het Korps hoog in het vaandel. Het helpt mariniers als ze stuk zitten en motiveert ze om door te gaan, zowel op het gevechtsveld als daarbuiten. Daaraan dankt het Korps haar hoge moreel. Persoonlijk ontleen ik vrijwel iedere dag inspiratie aan de wetenschap dat ik mij gesteund voel door fantastisch personeel met een grote betrokkenheid bij alles wat het Korps raakt. Die sterke onderlinge verbondenheid en loyaliteit naar het Korps mag niet tot kuddegedrag leiden. Daarom wordt initiatief gestimuleerd, evenals zelfstandig nadenken, niet bang zijn om fouten te maken en denken in oplossingen in plaats van problemen. Het Korps is door de eeuwen heen adaptief gebleken. Daardoor kunnen mariniers telkens op de actuele operationele vraag inspelen en voorzien in de behoefte die de politiek aan ons stelt. Dat bestendigt onze verbondenheid met onze omgeving. Als voorman van het Korps ben ik trots op mijn mariniers en alle oud-mariniers. Samen vormen wij het Korps en houden we de Korpsgeest levend. De Korpsgeest die alle mariniers verbindt. Eens marinier, altijd marinier, in dienst van het vaderland. Qua Patet Orbis,
landsch Hoop’ in bange dagen te zijn. Twee citaten uit de geschiedenis wil ik u niet onthouden. “De marinier nam geen deel aan de navigatie, hoogstens aan het scheepswerk. Hij was echter de specialist in het hanteeren van de schiet- en blanke wapenen en dit eischte van hem in een zeegevecht een koelbloedigheid en een voorbeeldige tucht” “Als de zeesoldaten weer ontscheepten, om als ervaren keurtroepen bij de Staatsche Militie te worden ingedeeld, viel zulks samen met een moment, dat het gevaar voor een landing op onze kust was afgewend en de landmacht meer behoefte had aan hun steun dan aan de zeemacht. Dan trokken zij met de Staatsche en daarmede verbonden legers vaak tot ver buiten de landspalen te velde.” Uit het verleden èn ons hedendaags optreden blijkt dat het Korps, als onafscheidelijk deel van de maritieme expeditionaire capaciteit en als flexibel inzetbaar instrument van de zwaardmacht, van bijzondere toegevoegde waarde is; voor Defensie, de politiek
De Commandant van het Korps Mariniers, R. Verkerk Brigade-generaal der mariniers
QU A P ATET ORBIS - 1 6 6 5 -2 0 1 0
4
‘Kracht door verbondenheid’
345 jaar
Mariniers, Met enige regelmaat krijg ik de vraag wat ik nog liever zou doen dan Commandant der Strijdkrachten zijn. Ik geef dan steevast het antwoord dat ik met weemoed terugdenk aan mijn tijd als jonge luitenant bij de infanterie. Leiding geven aan een eenheid die blind op elkaar vertrouwt. Een eenheid die continue op professionele wijze de grenzen van haar eigen kunnen opzoekt en door creatief en inventief optreden constant boven zichzelf probeert uit te stijgen. Dat is wat ik graag nog eens zou willen doen. Mede daarom ben ik altijd een groot voorstander geweest van uw optreden in de missie in Uruzgan. Lichte infanterie werkte daar hand in hand met eenheden van land- en luchtmacht. Ik heb daar gezien dat uw optreden naadloos past in een grotere strategie. Ook in Tsjaad heeft u zich op pelotonsniveau eenvoudig en professioneel geïntegreerd in een internationale troepenmacht. Het optreden van uw Maritieme Special Forces voor de kust van Somalië, en uw werk in het Caribische gebied, maken voor mij het beeld compleet.
Creatief en inventief optreden, dat hoort ook bij het Korps Mariniers. Op de grens van land en water levert het Korps al 345 jaar een uitstekende bijdrage aan ons expeditionaire product. Telkens weer in staat om op een inventieve wijze de brug te slaan tussen land en water. Volledig geïntegreerd in de vloot, maar ook in staat om langer en zelfstandig op het land te opereren. Waar nodig onder tropische of Arctische omstandigheden of in bergachtig terrein. Daar ligt ook de toegevoegde waarde van het Korps Mariniers, volledig geïntegreerd in de krijgsmacht, zelfstandig optredend, maar altijd in het grotere verband met de andere krijgsmachtdelen, of met internationale partners. Die geïntegreerde benadering is van groot belang voor de toekomst van onze moderne hoogwaardige infanterie.
Het Korps Mariniers heeft de afgelopen 345 jaar haar bestaansrecht meer dan bewezen en is dankzij haar aanpassingsvermogen in staat om op te treden zo wijd de wereld strekt. Ik wil u daarmee van harte feliciteren en complimenteren. Generaal P.J.M. van Uhm Commandant der Strijdkrachten
QU A P ATET ORBIS - 1 6 6 5 -2 0 1 0
5
Onlosmakelijk onderdeel van de marine
345 jaar
‘Mariniers - meer dan militairen die van de klep af rennen’
“Terwijl de hoofdmacht onder leiding van De Ruyter buitengaats blijft, zodat een Engelse tegenaanval vanuit zee afgeslagen kan worden, vertrekt op 19 juni 1667 een kleinere expeditionaire scheepsmacht richting de monding van de Theems. Dit eskader, onder leiding van luitenant-admiraal Willem J. van Ghent, vaart de Medway op en doorbreekt de over de rivier gespannen ketting. De verraste Engelsen worden middels amfibische operaties daarbij ook met succes over land aangevallen. De op 22 juni bij Chatham aangetroffen opgelegde Engelse oorlogsschepen krijgen het zwaar te verduren. In totaal gaan 7 kapitale Engelse oorlogsbodems door verovering of verbranding verloren.”
dichtbevolkte strook langs de kust, waar mensen kwetsbaar zijn voor schaarste aan eten en schoon drinkwater, maar ook voor overstromingen en noodweer. Mijn taak als Commandant Zeestrijdkrachten is dus om het Nederlandse vermogen om bij te dragen aan veiligheid op en vanuit zee te waarborgen. En dat kan niet zonder mariniers! Want mariniers zijn meer dan militairen die van de klep af rennen om vanuit zee de klus te klaren. Van de klep af rennen is een ‘drill’. Amfibisch optreden vraagt om een bijzondere mentaliteit en een specifieke expertise. Als cruciaal element van maritiem optreden opereer je ver van huis, expeditionair, op jezelf en je maten aangewezen. Je doet het met de middelen die je hebt. Als de opdracht eenmaal gegeven is, ga je voorwaarts, improviseer je, maak je het werkend, op basis van kennis en kunde, want de weg terug is er niet. Zo zijn mariniers opgevoed en zo wil ik dat onze mariniers optreden. Centraal staat dus ook de expertise als infanterist in het maritieme domein. Want zowel op zee, vanuit zee èn op land moet je excelleren om het verschil te maken en het doel te bereiken. Mariniers zijn specialisten in snelle interventies met compacte, uiterst goed getrainde amfibische, lichte infanterie en (maritieme) Special Forces. Qua Patet Orbis houdt dan in dat die expertise zich uitstrekt over diverse klimatologische en terreinomstandigheden, jungle, Arctic, mountain en ook desert. Amfibisch houdt in vanaf de schepen, of beter, met de schepen, als een onlosmakelijk verbonden team. Alleen hiermee kan de marine, het team van vloot en mariniers werkelijk het door de regering gewenste effect sorteren. En kijkende naar de veiligheidsuitdagingen in het maritieme domein op dit moment, met zijn onzekerheid, diversiteit en complexiteit, is de relevantie van dat team duidelijker dan ooit. Het Korps Mariniers is van oudsher een personeelsintensieve organisatie, waarin de bewapende man in het middelpunt staat, niet het bemande wapen. Bij het Korps maakt de kwaliteit van de individuele marinier het verschil. Daarin blijven we investeren door het personeel op tijd de juiste opleidingen te geven, van middelen te voorzien, uitdagend te oefenen en, als dat zich voordoet, optimaal te ondersteunen bij inzet. De marinier staat daarin centraal. Immers, het zijn de mentaliteit en de expertise van de marinier die altijd het verschil hebben gemaakt en in de toekomst het verschil zullen blijven maken, als een ware force multiplier. Van harte gefeliciteerd!
Op de Admiraliteit in Den Helder prijkt in de ‘De Ruyter Zaal’, waar de Admiraliteitsraad wekelijks bijeenkomt, een imposant schilderij van de Slag om de Medway bij Chatham. Dat is een bewuste keuze. Het schilderij hangt daar om de Admiraliteitsraad bij al zijn beslissingen te herinneren aan de relevantie van de Koninklijke Marine: de maritiem-expeditionaire capaciteit van de krijgsmacht, onlosmakelijk bestaande uit vloot en mariniers. Om tegemoet te komen aan toekomstige veiligheidsuitdagingen blijft de krijgsmacht behoefte houden aan die integrale maritieme capaciteit. We kennen de bedreigingen van de run op grondstoffen, opkomende marines, terrorisme, georganiseerde criminaliteit en klimaatveranderingen die het vrije gebruik van de zee verhinderen of drastisch veranderen. Daarnaast woont meer dan de helft van de wereldbevolking in een 200 kilometer brede en
De Commandant Zeestrijdkrachten, Matthieu Borsboom QU A P ATET ORBIS - 1 6 6 5 -2 0 1 0
6
Message to RNLMC
345 jaar
Among the brotherhood of Marines, no relationship is so longestablished or as close as the bond between the Royal Marines and the Korps Mariniers. Since the formation of the Korps Mariniers, the fifth regiment of maritime infantry to be formed in Europe, the Dutch and British Marines have shared the dangers of the battlefield and the ocean, although not always on the same side. But the capture of Gibraltar in 1704 by a combined Anglo-Dutch force under the command of Prince George of Hesse-Darmstadt set the template for future collaboration which reached its pinnacle in 1973 with the creation of the UK/NL Landing Force. Today this organisation still represents a model of best-practice for international co-operation on defence matters.
rines have come to view their ‘Cloggie’ counterparts as loyal allies and steadfast friends. Not bad for two organisations that won their first battle honours on opposite sides of the same conflict. It is a great pleasure for me to convey the congratulations and best wishes of every Royal Marine on your 345th anniversary and I look forward to many more years of friendship and co-operation. United We Conquer.
Through operating and exercising together at sea and on land, in the baking desert sun or the cold of an Arctic winter; and through joint training and officer exchange appointments, the Royal Ma-
Maj Gen Buster Howes Commandant General Royal Marines
QU A P ATET ORBIS - 1 6 6 5 -2 0 1 0
7
Enjoyable celebration!
345 jaar
QU A P ATET ORBIS - 1 6 6 5 -2 0 1 0
8
‘Kracht door verbondenheid’
345 jaar
gebied van bewaking en beveiliging ter voorkoming van terroristische aanslagen. Met de bundeling van deze taken is de slagvaardigheid van de overheid de afgelopen jaren vergroot. Het herziene stelsel van speciale eenheden en de oprichting van de Dienst Speciale Interventies (DSI) is een goed en praktisch voorbeeld van de manier waarop wij gezamenlijk optrekken bij de bescherming van onze samenleving. De NCTb is net als het Korps Mariniers nauw hierbij betrokken. Zo vervult de NCTb de rol als voorzitter van het beleidsteam die de minister van Justitie adviseert over de inzet van de DSI als het een nationale aangelegenheid betreft.
Van harte! Met gepast ontzag richt ik mij tot u allen in deze speciale lustrum uitgave van Qua Patet Orbis ter gelegenheid van het 345-jarige bestaan van het Korps Mariniers. Afgelopen zomer mocht mijn organisatie een bescheiden feestje vieren. In aanwezigheid van vele personen die betrokken zijn bij de veiligheid van Nederland, waaronder vertegenwoordigers van het Korps Mariniers, stonden we stil bij het allereerste lustrum van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding. Dat was met recht een mooi moment om te markeren. Maar … je moet dingen altijd in het juiste perspectief blijven zien.
Het Korps Mariniers vervult in dit stelsel een belangrijke rol als het gaat om de inzet in het hoogste geweldspectrum door de bijdrage van de Unit Interventie Mariniers (UIM) en de gedeeltelijke personele vulling van de Unit Interventie (UI). De UIM is immers primair gespecialiseerd in grootschalige en complexe operaties, zoals kapingen en omvangrijke gijzelingssituaties. De goede samenwerking tussen mijn organisatie en het Korps Mariniers werd in 2009 geïllustreerd door de openhartige wijze waarop de hele NCTb in dat jaar is ontvangen voor een bezoek in Den Helder.
Het Korps Mariniers heeft een roemruchte staat van dienst opgebouwd. De centrale taak van het Korps is daarbij eigenlijk nooit wezenlijk veranderd. En juist op dat punt zie ik een belangrijke overeenkomst met de relatief jonge NCTb. De NCTb is immers, net als het Korps Mariniers, opgericht om de veiligheid van Nederland en Nederlandse belangen te waarborgen. Die taak is heden ten dage nog net zo actueel als al die eeuwen geleden. De oprichting van de NCTb vindt zijn oorsprong in dramatische gebeurtenissen die de loop van de geschiedenis in deze eeuw sterk beïnvloed hebben. Terrorisme is als fenomeen ouder dan de 21ste eeuw, ook in Nederland. Maar de wereldwijde manifestatie van een relatief nieuwe vorm van terrorisme, heeft aanleiding gegeven tot het instellen van de NCTb als coördinerend orgaan binnen de Nederlandse terrorismebestrijding.
Als NCTb is het mij dan ook een groot genoegen om het Korps Mariniers van harte te feliciteren met haar 69ste lustrum. Ik heb het volste vertrouwen in de voortzetting van de goede samenwerking tussen het Korps Mariniers en de NCTb bij de belangrijke taak ons land veiliger te maken.
Mijn organisatie is namens de overheid ten eerste verantwoordelijk voor de voorbereiding en uitvoering van het beleid inzake terrorismebestrijding. We zijn daarnaast belast met taken op het
Erik Akerboom Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding
QU A P ATET ORBIS - 1 6 6 5 -2 0 1 0
9
Onze Mariniers
345 jaar Het Korps Mariniers en Rotterdam: een relatie van 345 jaar
Al eeuwenlang bestaat er een hechte relatie tussen Rotterdam en het Korps Mariniers. “Onze Mariniers” is het voor veel Rotterdammers, dat merk ik, als burgemeester van Rotterdam, telkens weer bij herdenkingen en vieringen. Rotterdammers zijn trots op het Korps. Dat is steeds sterker geworden in de eeuwen dat het Korps verbonden is aan Rotterdam. In 1665 voeren de eerste Mariniers als zeesoldaten mee op de schepen van de Rotterdamse admiraliteit. Het Korps was een idee van Michiel Adriaanszoon de Ruyter en Johan de Witt. Zij hadden op hun schepen behoefte aan getrainde manschappen, die de strijd op zee, soms in een gevecht van man tot man, konden voeren. In 1667 werden de eerste Nederlandse Mariniers ingezet tijdens de befaamde tocht naar Chatham aan de Engelse kust. In 1817 werd het Korps gelegerd in een kazerne in Rotterdam. Daarvoor werd het arsenaal van de admiraliteit aan het Oostplein geheel verbouwd. Nu, twee eeuwen later, staat op de plaats van die kazerne het Mariniersmonument. Het is een bronzen beeld van een soldaat in volle bepakking op een voetstuk van basaltsteen. Vlak daarnaast vind je, boven de ingang naar de metro, nog een deel van het zijpoortje van de op 12 mei 1940 verwoeste Marinierskazerne. Dat herinnert ons aan het heldhaftige optreden van de Mariniers aan het begin van de Tweede Wereldoorlog; aan die dagen van de dappere verdediging van de stad op en rond de oude Willemsbruggen. Veel oudere Rotterdammers krijgen nog steeds tranen in hun ogen als ze dat verhaal vertellen. Het waren ook heroïsche gebeurtenissen. Binnenkort beginnen de opnamen van de speelfilm “De helden van de Willemsbrug”, gebaseerd op het gelijknamige boek van schrijver Wim Hornman. Hij beziet de gebeurtenissen in de meidagen 1940 door de ogen van een aantal Nederlandse Mariniers. En de band tussen stad en Korps is alleen maar hechter geworden. Dat komt ook omdat Rotterdam nog altijd de thuisbasis is van de mariniers. Hier is het Mariniers Opleidingscentrum gevestigd in de Van Ghentkazerne, genoemd naar de eerste commandant van het Korps, nu 345 jaar geleden. Daar worden de mariniers opgeleid voor hun moeilijke taken in oorlogssituaties en bij vredesmissies. De laatste 20 jaar is het Korps betrokken geweest bij missies in Albanië, Bosnië, Cambodja, Haïti, Ethiopië/ Eritrea, Irak, Tsjaad en Afghanistan. Rotterdam en het Korps Mariniers zijn niet denkbaar los van elkaar. Dat blijkt elk jaar weer tijdens de Rotterdamse Havendagen, als vele duizenden Rotterdammers, groot en klein, langs de kade lopen en genieten van het spektakel dat de havenorganisaties bieden. Tijdens die dagen laten de Mariniers zien waartoe ze in staat zijn, met adembenemende demonstraties van anti-piratenacties. Daar zie je hoe goed de mariniers zijn getraind en uitgerust om in crisissituaties als eerste aan land te stappen om hulp en bescherming aan de bevolking te bieden, strijdende partijen te scheiden of gewapenderhand in te grijpen. Ook voor de schepen die van Rotterdam vertrekken of naar Rotterdam komen is veiligheid een belangrijk goed. Een haven kan niet functioneren als dat niet is gegarandeerd. Ook dat is een aspect van de band tussen het Korps en Rotterdam.
Maar er is nog iets. Marinier zijn vereist veel moed en opofferingsgezindheid. Dat moet in je zitten, maar je kunt het ook trainen en versterken. Daarom kan het Korps Mariniers een voorbeeldfunctie vervullen voor de jeugd van nu. Jongeren kiezen niet alleen sporters of muzikanten als hun helden; ook mariniers kunnen een rolmodel zijn. Mariniers kunnen laten zien hoeveel je kunt bereiken met training en doorzettingsvermogen. Misschien kunnen we in de toekomst die functie nog verder ontwikkelen. Ik weet zeker dat we ook op dat punt iets moois kunnen maken. Korps Mariniers en gemeente. Dat doen we immers al 345 jaar!
Ahmed Aboutaleb Burgemeester van Rotterdam
QU A P ATET ORBIS - 1 6 6 5 -2 0 1 0
10
Verbondenheid
345 jaar
Stichting Rotterdam en de Mariniers bij gelegenheid
van het 69ste Lustrum van het Korps Mariniers Verbonden zijn of voelen met mensen die ons dierbaar zijn, is datgene wat thans van belang is voor diegenen die functioneren binnen de sferen van het Korps Mariniers. Verbondenheid en het hebben van een band is cruciaal voor elke succesvolle organisatie, maar zeker voor een militaire organisatie. Het nadenken over het waarom en hoe met elkaar verbonden zijn, is daarom zinvol.
In 1946 meenden enkele Rotterdamse notabelen dat de ‘Rotterdamse jongens’, met wie zij zich verbonden voelden en die deel uitmaakten van de Mariniersbrigade in voormalig Nederlands Oost Indië, extra zorg behoefden teneinde het lichamelijk en geestelijk welzijn op peil te houden. Zij besloten het Comité Rotterdam en de Mariniers op te richten teneinde geld in te zamelen voor de aankoop van (stichtelijke) lectuur, sportartikelen, spellen en muziekinstrumenten. Dit comité is de voorloper van de huidige stichting. Die verbondenheid en band tussen het Korps Mariniers, inclusief de kazerne die vanaf 1817 tot aan het bombardement van 1940 op het Oostplein heeft gestaan, en de Rotterdamse burgerij is heel nadrukkelijk gevoeld sinds de verdediging van Rotterdam door de Mariniers in de
Meidagen van 1940. Die verbondenheid is gebleven en er is geen stad in Nederland waar de band tussen de bevolking en een krijgsmachtonderdeel zo hecht is als in Rotterdam. De Stichting Rotterdam en de Mariniers speelt een bescheiden rol in het in stand houden van de band tussen het Korps en de stad. Na het vertrek van het hoofdkwartier naar Den Helder is de Van Ghentkazerne, naast het Mariniersmuseum en de Marinierskapel, de enige fysieke aanwezigheid van het Korps in Rotterdam, maar wel een van grote importantie omdat vele jonge mariniers hier hun opleiding krijgen alvorens ingezet te worden op belangrijke militaire missies. Het is essentieel de veranderende populatie van de stad met moderne middelen bekend te maken met de bijzondere verbondenheid zoals die bestaat en gevoeld wordt tussen het Korps Mariniers en de stad. Bijzonder is de jaarlijkse sportdag die in samenwerking met de Gemeente Rotterdam en het Korps Mariniers binnen de muren van de Van Ghentkazerne wordt georganiseerd.
QU A P ATET ORBIS - 1 6 6 5 -2 0 1 0
11
Een aantal Rotterdamse organisaties en bedrijven participeren en deze dag is typisch zo’n evenement om de band tussen de bevolking en het Korps te bestendigen. Andere activiteiten, zowel klein als groot, zijn door de jaren heen ontwikkeld, waarbij altijd het motto is geweest: “het onderhouden en bevorderen van duurzame goede betrekkingen tussen de Rotterdammers en de Mariniers”. Dit is niets anders dan het zeker stellen en bestendigen van onderlinge VERBONDENHEID. En dat wenst de Stichting Rotterdam en de Mariniers het Korps toe bij haar 69ste Lustrum. Mr. Abel Dutilh Voorzitter
QU A P ATET ORBIS - 1 6 6 5 -2 0 1 0
12
QU A P ATET ORBIS - 1 6 6 5 -2 0 1 0
13
‘Toen samen, nu samen’
60 jaar
eeuw in alle windstreken gediend en vaak onder moeilijke omstandigheden. Die hechte band tussen mariniers en oud-mariniers is ontstaan tijdens uitzendingen naar voormalig Nederlands Oost-Indië, Nederlands Nieuw-Guinea, “De West” - en tijdens de recente vredesmissies - van Cambodja tot Uruzgan. Maar wat hun achtergrond ook is en waar zij ook dienden, zij allen zijn marinier en zijn daardoor met elkaar verbonden voor het leven. De basis is saamhorigheid, kameraadschap en onderlinge hulpvaardigheid die bij het Korps Mariniers wordt aangekweekt en die bij het COM blijft voortbestaan. Vandaar onze lijfspreuk: ‘eens marinier……altijd marinier’.
“Als je samen langere tijd onder moeilijke omstandigheden hebt doorgebracht, als je samen deel hebt uitgemaakt van een unieke gemeenschap, waar de kenmerken kameraadschap, onderlinge afhankelijkheid, trots en enthousiasme een bepalende rol spelen, dan ontstaat de behoefte om die band te bestendigen.” Na een bewogen diensttijd in de Oost bij de Mariniersbrigade, was bovenstaand citaat eind 1949 voor een aantal demobiliserende mariniers (Marbriggers) aanleiding om de vereniging Contact Oud Mariniers (COM) op te richten. Onder het motto ”toen samen, nu samen” wilden zij hun relatie met het Korps Mariniers voortzetten. Vanuit verbondenheid de toekomst tegemoet. Zestig jaar later, kunnen we stellen dat het in stand houden van de verbondenheid meer dan geslaagd is. Het COM is uitgegroeid tot de grootste vereniging van oud-militairen in Nederland. Elf goed functionerende en enthousiaste afdelingen. Tien afdelingen in Nederland en een afdeling Buitenland, waarvan de leden onder meer wonen op Curaçao en Aruba, in Canada, de Verenigde Staten, Australië en Nieuw-Zeeland. Het COM is een bruisende vereniging bestaande uit oud-mariniers, jong en oud, die voor kortere of langere tijd bij het Korps hebben gediend, ongeacht rang of stand. Om de onderlinge verbondenheid te versterken worden reünies, feestavonden en sport- en speldagen georganiseerd. Maar ook het verzorgen van bedlegerige oud-collega’s behoort bij de activiteiten van de afdelingen.
Herdenken en vieren
Onze onderlinge verbondenheid komt ieder jaar tot uiting op de Korpsverjaardag op 10 december. Honderden mariniers en oud-mariniers komen dan samen bij het standbeeld “De Marinier” op het Oostplein te Rotterdam ter nagedachtenis van de omgekomen collega’s. Maar in dit lustrumjaar wordt naast de jaarlijkse herdenking op het Oostplein op 10 december, het lus-
‘Eens marinier……altijd marinier’
In overeenstemming met hun wapenspreuk ‘Qua Patet Orbis’ (zo wijd de wereld strekt) hebben mariniers al bijna drie-en-een-halve
QU A P ATET ORBIS - 1 6 6 5 -2 0 1 0
14
trum bovenal gevierd op 11 december. Een defilé van mariniers en oud-mariniers op de Coolsingel zal de verbondenheid met de stad Rotterdam benadrukken. De viering van de Korpsverjaardag en het 12de Lustrum van het COM wordt voortgezet met een feestelijke reünie voor zowel jong en oud, actief dienenden en oud-mariniers.
Toekomst
De oud-marinier van vandaag beleeft zijn verenging anders dan de oud-marinier van toen. Dat kan ook niet anders, want met het veranderen van de tijd verandert ook het verwachtingspatroon. Het COM speelt daarop in, want de vereniging wil de goede en hechte band tussen oud- en actief dienende mariniers vergroten, verstevigen en waarborgen. Momenteel bereidt de vereniging een statuutwijziging voor die het mogelijk maakt dat actief dienende mariniers en defensiemedewerkers, die bij het Korps Mariniers dienen of gediend hebben, buitengewoon lid kunnen worden van onze vereniging. Bij het uit dienst treden wordt dit buitengewoon lidmaatschap automatisch omgezet in een lidmaatschap. Op deze wijze willen wij bewerkstelligen dat onze vereniging dynamischer wordt en tegelijkertijd levendig en op sterkte blijft. Hierdoor zijn we in staat de Korpsgeest levend te houden en onze onderlinge verbondenheid in stand te houden. Qua Patet Orbis. Sjaak Severs Voorzitter van het Contact Oud Mariniers
QUA PATET ORBIS - 1665-2010
15
Mariniersmuseum
345 jaar Het Mariniersmuseum Rotterdam is er voor en door u
actualiteit van nu vormt immers de geschiedenis in de toekomst. In aansprekende presentaties, met indringende films en door bijzondere interviews komt u meer te weten over de marinier van toen en nu. Duik onder in de geschiedenis en laat u verbazen door het verhaal over de Sterrenbergexpeditie in Nieuw Guinea in 1962. Of kijkt u liever naar zelfgemaakte filmpjes uit 2010 over een dag uit het leven van een marinier in Uruzgan en ervaart u van nabij hoe hij samen met zijn maten de missie heeft doorstaan?
Het Mariniersmuseum Rotterdam is dé plek voor de historische verhalen en de actuele belevenissen van een wereldwijd opererend Korps Mariniers. Rotterdam is al eeuwenlang de thuishaven van de mariniers. Rotterdam en de mariniers, het museum en de Rotterdammers, zijn op allerlei fronten, zowel in historisch als in actueel perspectief, onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Het Mariniersmuseum is er voor u
Van Chatham anno 1665 tot Uruzgan anno 2010, van historische documenten tot tweets van nu, van oude foto’s tot YouTube filmpjes: in het museum maakt u kennis met de historie èn de actualiteit van de mariniers. Het Korps Mariniers gaat sinds zijn oprichting in 1665 de hele wereld over en levert ook nu nog steeds stof voor nieuwe verhalen. Het museum volgt de actualiteit van het Korps op de voet en heeft als doel dat te tonen en de bezoeker deelgenoot te maken van die verhalen. De
Het Mariniersmuseum is er door u
Regelmatig ontvangt het museum schenkingen, die een welkome aanvulling zijn op de collectie, bijvoorbeeld over SFIR in Irak. Het wordt dan ook bijzonder op prijs gesteld als (oud-) mariniers of familieleden hun soms lang gekoesterde voorwerpen willen afstaan. Zoals laatst de schenking met voorwerpen èn verhaal van een marinier die in Cambodja diende. Die persoonlijke verhalen vormen immers een extra dimensie. De ruime historische collectie, maar ook hedendaagse voorwerpen die met mariniers en hun werk te maken hebben, worden zorgvuldig bewaard. Niet alleen kleding, officiële paperassen en uitrustingsstukken, maar ook persoonlijke zaken als fotoalbums, documenten, voorwerpen en andere getuigenissen, zijn een bron van verhalen. Het Mariniersmuseum kan niet zonder u en kan uw (financiële) steun hard gebruiken. Word vriend van het museum, steun het museum en ontmoet als vriend ook andere vrienden. Meldt u zich aan bij de Stichting Vrienden op de website: www.mariniersmuseumrotterdam.nl. Het museum is er niet alleen voor u maar ook door u.
Het Mariniersmuseum is er in 2011
Volgend jaar zijn er twee bijzondere tentoonstellingen te zien. Tot en met 26 juni 2011 staat de fototentoonstelling Lichting 0902 - Van scholier tot marinier. Fotograaf Cornelie de Jong volgde in 2009 mariniers gedurende hun basisopleiding. Tijdens dit project fotografeerde zij jongens vanaf de eerste dag van hun opleiding tot het laatste officiële moment van beëdiging. Zonder schroom legde zij het veranderingsproces vast: ‘bleu’ beginnend aan de opleiding met een soms nog kinderlijke uitdrukking op het gezicht, tot uiteindelijk zelfverzekerde mannen in het mariniersuniform.
QU A P ATET ORBIS - 1 6 6 5 -2 0 1 0
16
Vanaf eind juli 2011 staat de tentoonstelling Mariniers in de West. Vanaf 1929, toen de Venezolaan Urbina de macht op Curaçao greep, tot 2009 is er permanent een detachement mariniers gestationeerd geweest in de West. Zon, zee en zaligheid werd een gevleugelde kreet die echter lang niet altijd de lading dekte. Belangrijkste taken waren handhaving van de onafhankelijkheid en assisteren bij binnenlandse problemen, zoals het oproer in Willemstad in 1969. Een tentoonstelling voor al die (oud-) Westgangers die met weemoed terugdenken aan de West.
Het Mariniersmuseum is er Qua Patet Orbis
Wat het museum extra bijzonder maakt, is de aandacht voor het heden en de toekomst. Het Korps staat immers volop in de maatschappij, neemt deel aan grote missies en wordt hierbij internationaal ingezet. Het museum vormt een belangrijke schakel in het vertellen van wat de mariniers wereldwijd beleven. Staat het Korps klaar om wereldwijd te worden ingezet, zo staat de collectie van het museum binnenkort wereldwijd klaar om te worden ingezien en gebruikt. Via het wereldwijdweb is op korte termijn een groot deel van de collectie toegankelijk. Of het nu vanuit Amerika is of vanuit Appelscha, u kunt de collectie van het museum digitaal bij u in huis halen via www.mariniersmuseumrotterdam.nl. Bent u als (oud-) marinier op zoek naar foto’s van missies waar u aan heeft deelgenomen? De kans is groot dat u iets vindt in de digitale fotocollectie. Hebt u verhalen en wilt u ervaringen of foto’s delen met andere (oud-) mariniers? Downloaden, uploaden, contacten onderhouden met andere mariniersvrienden, iets kopen in de museumwinkel, het museum biedt het straks digitaal Qua Patet Orbis. M.F. Groen Directeur Mariniersmuseum www.mariniersmuseumrotterdam.nl QUA PATET ORBIS - 1665-2010
17
Verbondenheid
65 jaar
Marinierskapel der Koninklijke Marine
de Stafmuziek opgericht. Internationaal gangbaar was het idee dat militaire muziek vooral in de buitenlucht goed hoorbaar moest zijn, onder meer om de marcherende militairen goed gelijk te laten lopen. Een formatie van blaasinstrumenten en slagwerk (harmonie of fanfare) was hier het meest geschikt voor. Het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog betekende het einde van de Stafmuziek. Omdat het Korps Mariniers van oudsher met de uitvoering van het ceremonieel van de Koninklijke Marine was belast, gaf de Minister van Marine na de bevrijding de opdracht om een nieuw muziekgezelschap op te richten. Op 1 augustus 1945 ontstond zo de ‘Marinierskapel der Koninklijke Marine’. Een kern van 18 overgebleven stafmuziekleden werd spoedig aangevuld tot een volwaardig en multifunctioneel harmonieorkest van 50 personen. Aanvankelijk in Den Haag, maar na het gereedkomen van de Van Ghentkazerne in Rotterdam gehuisvest. Helaas was de muziekbibliotheek verloren gegaan, daarom werd er bladmuziek geleend van de Koninklijke Militaire Kapel. In 1946 werd bij toeval een achtergelaten kist van een Amerikaans muziekkorps gevonden. Hierin bevond zich een ruime keuze aan modern repertoire van onder andere de componisten Gershwin,
Muziek en krijgsmacht gaan al vele eeuwen samen. Al in de 17e eeuw werd geschreven: “De tamboer is een persoon die door ’t gerucht van sijne trommel den soldaat tot zijn plicht vermaant of hem enige nieuwe order bekent maakt”. Ook werden toen voor de communicatie pijpers (fluitspelers) gebruikt, omdat de hoge schrille tonen van hun instrumenten goed hoorbaar bleven tijdens de hectiek van het gevecht. De Tamboers en Pijpers van het Korps Mariniers vormen hierdoor het oudste muzikale ensemble binnen de Nederlandse krijgsmacht. Ter vermaak van de bemanning en opluistering van het ceremonieel van de Koninklijke Marine werd daarnaast in 1864
QU A P ATET ORBIS - 1 6 6 5 -2 0 1 0
18
Prins Claus, Koningin Juliana en Prins Bernhard in Delft. De muzikale veelzijdigheid komt naar voren in de zogenaamde Korpsconcerten in De Doelen te Rotterdam. Hier kan het orkest aan de Korpscommandant, vele genodigden, belangstellenden, kenners en muziekliefhebbers laten horen dat ze werkelijk een ‘specialist in veelzijdigheid’ is. Vele muziekstijlen passeren op deze avonden de revue; van militair ceremonieel samen met de Tamboers en Pijpers, licht klassiek repertoire tot een spetterende en verrassende muzikale show. Op de bijdrage aan de Nationale Taptoe 2010 kwam de integratie met het Korps Mariniers bijzonder tot zijn recht. Met klank, licht en filmbeelden werd een hulde gebracht aan de mariniers die in de meidagen van 1940 de Maasbruggen verdedigden. Op de marsmuziek uit ‘A bridge too far’ verlichtten fakkeldragers van het Korps Mariniers daarnaast de show op een speciale wijze. Uniek op deze locatie en aangrijpend was het moment dat op de tonen van het Wilhelmus het vaandel met een gewapende wacht naar voren kwam. De integratie van militaire traditie, muzikaal spektakel en verbondenheid van de Marinierskapel met het Korps Mariniers kan eigenlijk niet beter ‘verklankt’ worden!
Glenn Miller en Cole Porter. Dit soort Amerikaanse muziek en de bekende marsen van John Philip Sousa waren bijzonder populair in de naoorlogse jaren. De Marinierskapel werd door de vele radio uitzendingen, plaatopnamen en optredens een internationaal zeer gewaardeerd orkest. Maar men is zich zeker bewust van de belangrijkste taak: het muzikaal opluisteren van het militaire ceremonieel. Voorbeelden hiervan zijn erewachten bij ontvangst van staatshoofden of ambassadeurs, herdenkingen, beëdigingen, commando-overdrachten en doop van marineschepen. Regelmatig begeleidt het orkest, of één van haar ensembles het Koningshuis op een staatsbezoek. Met de uitvoering van haar werkzaamheden staat men dus vaak volop in de belangstelling en heeft men ook een belangrijke PR functie voor de Koninklijke Marine. Ze is een muzikaal visitekaartje. De verwantschap met het Korps Mariniers houdt niet op met alleen de naam en het uniform. Zo worden alle nieuwe leden van het orkest ook beëdigd aan het Korpsvaandel. Het jaarlijks terugkerende ceremonieel van Prinsjesdag wordt uitgevoerd samen met een erewacht van het Korps Mariniers, met vaandel en vaandelwacht. Uiteraard staat de jaarlijkse kranslegging op 10 december op het Oostplein vast op de kalender. Zeer bijzonder en eervol om samen uit te voeren waren de plechtigheden ter gelegenheid van de staatsbegrafenissen van
Majoor der mariniers T. Ippel Directeur Marinierskapel
QUA PATET ORBIS - 1665-2010
19
Qua Patet Orbis
345 jaar
In het voorjaar van 2007 sprak ik met CDA-senator Hans Hillen die voor zijn partij een rapport had opgesteld over het defensiebeleid in de nieuwe eeuw. Hillen was in het gezelschap van Henk van den Breemen, voormalig chef defensiestaf en generaal der mariniers b.d. Beiden spraken over de veiligheidsrisico’s in het tijdperk van de globalisering en hoe Nederland daarmee moest omgaan. Hillen stelde dat er niet verder op Defensie bezuinigd mocht worden. Hij onderstreepte het belang van de krijgsmacht door de lijfspreuk van het Korps Mariniers als titel te kiezen van zijn CDA-rapport: ‘Zo wijd de wereld strekt.’ Met meer overtuiging kon hij het niet zeggen. Niet alleen de slogan Qua Patet Orbis, maar ook de term ‘marinier’ heeft een krachtige uitstraling. Het woord opent een heel arsenaal aan associaties. Onverzettelijkheid, volharding en ruwe bolster blanke pit. Een marinier is standvastig. Punt. Geen stoere verhalen, het is gewoon ‘Houwen zo’. Mag ik een in dit verband onverdachte bron citeren? De Rotterdamse dichter Jules Deelder roemt in zijn monoloog ‘Pleuris Amsterdam’ het Korps Mariniers. Let maar op: ‘Nou as ter één stad is waar de trams op 4 mei het recht hebben om door te rijden, dan is het Rotterdam wel. Toen bij ons op de Maasbruggen die mariniers de moffen der strot afbeten, stonden ze in Amsterdam langs de weg te kijken wat voor mooie auto’s die Duitsers toch hadden.’ Dit zegt eigenlijk alles. Niet over de twee steden, maar over het Korps. Ik had een oom die bij de Mariniers had gediend als hospik. Thuis had hij een grote EHBO-tas staan. Als we, tijdens de vakanties of zo, weer eens uit een boom waren gevallen, een ongenadige brandblaar hadden opgelopen of op straat een schuiver hadden gemaakt, konden we bij hem terecht. Zwijgend maakte hij je wonden schoon. Vervolgens reikte hij naar de jodiumfles en zei: ‘Nou effe de tanden op elkaar, jongen.’ Op zo’n moment kreeg je het gevoel tot ridder te worden geslagen. Geen kik zou je geven, want ergens in je borstkas voelde je een marinier ontkiemen. Een paar weken geleden kwam het bericht door dat Hans Hillen de nieuwe minister van Defensie werd. Ik herinnerde me HET gesprek van drie jaar eerder met hem en generaal Van den Breemen en wilde hem daarom graag gelukwensen. Maar hoe moet je dat als onafhankelijk journalist formuleren? Ik stuurde een kort berichtje: ‘Qua Patet Orbis.’ Krachtiger kon ik het niet verwoorden. Eric Vrijsen, Redacteur politiek en defensie Weekblad Elsevier en www.elsevier.nl
QU A P ATET ORBIS - 1 6 6 5 -2 0 1 0
20
Panorama 345 jaar Qua Patet Panorama afkortingen. Daar kun je op promoveren. MSO, UIM, DSI, maar ook LCVP, RHIB, altijd India Papa: ze hebben er nogal wat bij het KMarns. Stap in de wereld die marine, oh nee mariniers heet, want elk onderdeel is tamelijk zelfbewust en trots op zijn eigen identiteit. Ik doe het graag, want ik vind het geweldig. Zo’n gijzelingsactie in Wildflecken meemaken blijft een jongensdroom, achteraf (met de nadruk op achteraf natuurlijk, niet tijdens) het moeizaam meeklimmen met de berggeiten in het groen, de ML’s in Schotland, ben je weer helemaal blij. Het zijn avonturen, waarbij je zonder uitzondering erg onder de indruk raakt van de motivatie en psychische en fysieke fitheid van de heren mariniers. Zelf was ik buitengewoon dienstplichtig, maar heb een tijd in Japan gewoond en getraind die in mijn beleving wel ongeveer gelijk stond aan een rondje speciale eenheden. Mag ik even reclame maken? In mijn recent verschenen boek Down For the Count (ISBN 97890 8975 132 4 haha, bestellen in de boekhandel of via bol.com) staat een aantal verhalen over mijn Japanse periode. Extreem hard, in sportopzicht. Op karategebied kon je toen met mij de oorlog winnen. Met de mariniers en mannen van de UIM/Marsof/DSI – laat ik alles maar noemen, want echt duidelijk wordt het mij nooit denk ik – kun je nu de echte oorlog winnen. Met name die tegen het terrorisme, als het nodig mocht zijn. Ik sta dan ook met angst en beven te kijken naar de bezuinigingen. Het is namelijk een aanhoudend gerucht dat Al Qaida weinig bezuinigt. Hoe dan ook, met dank aan de immer positieve voorlichters: Panorama kijkt uit naar de volgende keer snavelen in het veld, zittend op de Ruza.
Het zijn natuurlijk de verhalen later, met je kleinkind op de knie. ‘Ach jongen, opa is vroeger twee keer gegijzeld geweest door terroristen. Een keer in Wildflecken, een dorpje in Duitsland. Maar ook, je gelooft het niet, in ons eigen Fort IJmuiden. Allebei de keren bevrijd door de speciale eenheden, dat wel. Maar de kogels vlogen ‘m om de oren.’ Bewonderende blikken. ‘Maar opa, deed je dan niks terug?’ ‘Ha jongen, natuurlijk wel. Opa heeft zelf in de touwladders gehangen toen een schip in Rotterdam was overvallen door – weer – terroristen. Meegedaan met de bevrijdingsactie. Hahaha. En in Schotland een berg beklommen met de Mountain Leaders, weliswaar alleen om te oefenen, maar toch. Geen kattepis. In Zweden met zware wapens door de metershoge sneeuw getrokken, slapen in een tentje bij min 35. Het was zo koud dat je poepte in een zakje en je drol gelijk bevroor.’ ‘Echt opa?’ ‘Kijk maar jongen, hier zijn de foto’s.’ Een paar oude, vergeelde Panorama’s, beduimeld en uit elkaar gevallen, worden ademloos doorgenomen. Kleinkind springt van de schoot om zijn buurjongetjes eens onder de neus te wrijven wat die dekselse opa, zijn grootvader, wel allemaal kon en wat hij heeft gedaan. En ik leun gelukzalig achterover en neem nog een slok van mijn glaasje jenever. Ja, het was me wat. Dat was het ook – en is het, reportages maken met de UIM, DSI en Marsof en ‘gewone’ mariniers. Snurken in een tentje, knagen wat de pot schaft, weer in je blik stappen en hobbelen: het jargon doorgronden kost al even tijd. Dan hebben we het nog niet over de
Koen Scharrenberg, verslaggever Weekblad Panorama en www.panorama.nl
QU A P ATET ORBIS - 1 6 6 5 -2 0 1 0
21
Verbondenheid
45 jaar
De Vereniging van Officieren Willem Joseph Baron De van Ghent bestaat 45 jaar! zat te wachten op al te veel sterke verhalen. Het politieke klimaat en de tijdgeest van wederopbouw waren daar niet rijp voor. De beroepsofficieren konden wat dat betreft nog bij elkaar terecht, maar voor de afgezwaaide reservisten en oorlogsvrijwilligers was dat waarschijnlijk het meest schrijnende van hun terugkeer in Nederland. Een aantal officieren vond het plezierig om herinneringen, gedachten en gevoelens met elkaar te delen in kleinere kring, omdat veel onderwerpen uitsluitend onder elkaar konden worden besproken. Het was geen toeval dat de oprichters op 10 december 1965 onze Vereniging WJB het licht lieten zien en dat zij allen reservisten waren. Wij zijn Kapitein der mariniers KMR J.K. Verloop, Kapitein der mariniers KMR W.N. Coenen en Luitenant ter Zee der 1e klasse Tandarts Pronk heel veel dank verschuldigd. Decennia later werd duidelijk dat de indrukken die opgedaan worden onder gevechtsomstandigheden al dan niet gecombineerd met een flinke dosis onbegrip in het thuisland kunnen leiden tot stress en ziekten. Echte aandacht daarvoor was door slachtoffers aanvankelijk alleen te vinden bij voormalige collega’s; dus door degenen die voorop gingen in het Korps Mariniers bij onze Vereniging WJB. Officieren in werkelijk dienst, reservisten en voormalige collega’s kunnen in onze Vereniging nog steeds terecht met hun al dan niet sterke verhalen, maar ook met verzoeken om steun als het even minder gaat. Ik wens u een fijne Korpsverjaardag en Lustrumviering op de Coolsingel en in Ahoy toe!
Allereerst wens ik de Commandant van het Korps Mariniers, de voorzitter van het Contact Oud Mariniers en de directeur van de Marinierskapel van harte geluk met de 345ste, respectievelijk 60ste en 65ste verjaardag van ons Korps, het COM en de Markap. Samen met ons Korps, het COM en de Markap vieren wij onze verjaardag op de dag dat ook zij jarig zijn. Dat is natuurlijk geen toeval. Onze oprichters hebben de dag van oprichting met zorg gekozen. Op 10 december 1965 bestond het Korps Mariniers 300 jaar. De ervaringen uit de tijd van de Mariniersbrigade waren zo ingrijpend en bewogen geweest dat zij onuitwisbaar bleken. Vanuit de gehele wereld had men zich aangemeld. Van het kleine geteisterde Nederland was men aanvankelijk via Schotland, waar men enige militaire training kreeg, naar de Verenigde Staten gevaren. In de VS ging de reis onder de hoede van het United States Marine Corps via New York per trein naar het zuiden. De relatieve luxe maakte diepe indruk op degenen die uit het verpauperde Europa kwamen. Vervolgens kreeg men een volkomen op USMC-leest geschoeide officiersopleiding: Grootschalig en in hoog tempo gedrilled. De officieren die van het KIM kwamen, namen hun naoorlogse Hollandse ervaringen mee, opgeleid in een sobere omgeving waarin men zo snel mogelijk met de wederopbouw wilde beginnen. Niet alleen de routes naar Amerika maar ook die naar het voormalige Nederlands Oost-Indië zorgde voor verschillende impressies. Er moest met de Mariniersbrigade noodgedwongen in Malakka getraind worden omdat de Engelsen de landing van één bataljon bij Batavia op Java wel genoeg vonden. Na afloop van die periode, toen al die indrukken verwerkt moesten worden, bleek dat men in het vaderland niet
Bob van Lierop, Kolmarns b.d. Voorzitter WJB
QU A P ATET ORBIS - 1 6 6 5 -2 0 1 0
22
De lustrumviering werd mede mogelijk gemaakt door
de ‘Stichting Vrienden Lustrumviering Korpsverjaardag’
‘Kracht door verbondenheid’