f) _(\--
GEDEPUTEERDESTATEN
761/&u\/ l~ .. · 1lt~ :'1 ' ::;.
prov1nc1e HOLLAND
ZUID
Dijkgraaf en Hoogheemraden van het hoogheemraadschap van de Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden Postbus 102 4200 AC G9~CHEM
DIRBCTIE WATER BN MILIEU
afdeling Waterst.aatszaken CONTACTPBRSOON
J.J.N.M. Vessies DOORKIESNUM'.M'.ER
070 - 441 73 31. B-MAIL
[email protected]
ONS KENMERIC
UW lCBNMERIC
DWM/2000/13249
0011571/PVB
BIJLAGEN
DATUM:
PROVINCIBHmS
Zuid-Hollandplein 1 Postbus 90602
BESLUITvan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland van
~-
3· APR •. 2001
2509 LP Den Haag
Gelet op artikel 7 en artikel 22 van de Wet op de waterkering, TBLl!POON
Besluiten:
070 - 441 62 04 FAX
070 - 441 78 31. WEBSITE
www.pzh.nl
..
I. Goedkeuring te verlenen aan het vastgesteld~ dijkversterkingplan met
tekeningen en toelichting van de Lekdijk. gedeelte Zederik en gedeelte Hagestein-Everclingen µiet inbegrip van de inrichting van de zuidelijke Lekuiterwaarden in de gemeenten Zederik en Vianen.. II. De daadwerkelijk optredende effecten van de dijkversterking te onderzoeken op basis van een MER-evaluatie. Veiligheid Uit onderzoek is gebleken dat het betreffende dijkvak onvoldoende veiligheid biedt tegen overstromingen. De primaire waterkering dient verhoogd te worden en de stabiliteit c.a. client verbeterd te warden. Het dijkversterkingplan is opgesteld conform de uitgangspunten van artikel 7 van de Wet op de waterkeriilg~ Tijdens de bestekfase en de uitvoering lean nog een verdere optim.alisatie plaatsvinden. Na uitvoering van het plan voldoet dit dijkvak aan het wettelijk vereiste veiligheids· niveau.
Tran11 en 9 en bus 65 en 88 stoppen bij het provinciehuis. Vanaf station Den Haag CS
is het ticn roinuten lopen. De parkeerrubnte voor auto's is beperkt.
Procedure De Coorclinatiecomm.issie Dijkverzwaring heeft bij brieven van 30 januari 1998 en van 24 maart 2000 adviezen uitgebracht met betrekking tot verschillende ondel'delen van het dijkversterkingsplan. Het ontwerp-plan bestaande uit twee deelontwerp-plannen is overeenkomstig artikel 19 van de Wet op de waterkering, met toepassing van Afdeling 34 van de Algemene wet bestuursrecht. voor een ieder ter inzage gelegd van 11september2000 tot en met 9 oktober 2000. Binnen deze termijn konden belanghebbenden zienswijzen indienen bij Gedeputeerde Staten over dit ontwerp-plan met de bijbehorende stukken en over de aanvragen voor de overige besluiten. Bovendien is er op 27 september 2000 een open.bare zitting gehouden in het gemeentehuis van Vi.an.en.
.·
provincie HOLLAND
ZUID ONS KBNMERK
DWM/2000/13249 PAGINA 2/5
Zienswijzen .-; · Naar aanleiding van de tervisielegging zijn 24 sc:hriftelijke zienswijzen ingediend·;'-""'.' Tijdens de hoorzitting zijn nog vier mondclinge zienswijzen ingediend. Blijkens het bes!uit van het hoogheemraadschap van de Alblasserwaard en de Vtjfheerenlanden van 15 november 2000 en de daarbijbehorende Nota van beantwoording is aan vier van de ingediende zienswijzen tegemoetgekomen en is het plan ter plaatse van Lekdijk 7 te Everdingen enigszins aangepast. Wij lcunnen instemm.en met de vorengenoemde Nota van beantwoording. Bovendien vinden wij dat in de koepelnotitie in voldoende mate de meerwaarde is aangetoond van het combineren van de dijkversterkingsprojecten Zederik en Hagestein-Everdingen met de uiterwaardimichtin.gsprojecten conform de beleidslijn 'Ruimte voor de Rivier'. Toetsingsadvies van de commissie voor de milieueffectrapportage 28 november 2000 over de milieueffectrapporten van de dijkversterkingen Hagestein~Everdingen en Zederik en de ontwikkeling van de zuidelijke Lekuiterwaarden doet de commissie voor de milieueffectrapportage een aantal aanbeveiingen voor de besluitvorming: a. bij waardevolle 'natuur direct grenzend aan de nieuwe dijk voor het bepal~ van de teenlijnen uit te gaan van de wettelijk voorgeschreven dijktafelhoogtes: b. bij de besluitvorming meer informatie te geven over de wijze van aanleg en de uitvoering van de compensatie met de suggestie om hergebruik van te verwijderen vegetaties toe te passen; c. de commissie adviseert om tijdig, voorde start van de uitvoering aan te geven op welke wijze met de 'restspecie' wordt omgegaan; d. de commissie adviseert om bij de besluitvorming vast te leggen op welke wijze het (agrari.sch) natuurbeheer van de uiterwaarden moet plaatsvinden.
In haar toetsingsadvies van
Ad.a Het hoogheemraadschap vindt het geen goede zaak om deze aanbeveling over te nemen. Allereerst betekent het voorstel van de commissie dat het buitentalud steiler wordt opgezet hetgeen meer golfoploop betekent en vervolgens dat de dijk hoger aangelegd moet worden. Dit geeft extra ruimtebeslag. Daarnaast is te verwachten dat op termijn de taludhelling door zettingen nooit op de vereiste helling van 1 :2,5 komt omdat. naast de zetting van de kruin, ,ook de teenlijn za1 zetten. Dit betekentwaarschijnlijk dat herpro:fileringswerkzaamheden nodig zijn, hetgeen voor de natuurontwikkeling van de dijktaluds een slechte zaak is. Bovendien is landschappelijk gezien een plaatselijke verstoring van het dwarsprofiel van de waterkering niet gewenst. Overigens is het extra ruimtebeslag wat gemoeid gaat met de overhoogte minimaal. Wij kunnen ons vinden in deze overweging van het hoogheemraadschap.
Mb De suggestie om hergebruik van te verwij deren vegetaties toe te passen, wordt overgenomen. Getracht wordt om athankelijk van de grondaankoop zoveel mogelijk als eerste de compensatie te verwezenlijken (bijvoorbeeld graven van poelen).
In het bestek zal warden aangegeven hoe met de 'restspecie' wordt omgegaan.
.·.· ·
.provincie HOLLAN.D
ZUID ONS KJ!NMBRK
DWM/2000/13~9
AdJ1 . '
PAGINAl/5
.
.
·'"
Ii:J. sameD.werking inet de Stichting Beheer Uiterwaarden Vijfheerenlanden i.o . - •..-'\· '
'
'
'
'
wordt door het hoogheemraa~schap een beheersplan voor de uiterwaarden opgesteld.
~
Grondaankoop Blijkens een op 8februari 2001 ontvangen fax van he.t hoogheemraadschap, is abusievelijk in de aankooplijst behorende bij. de onteigeningStekeningen van het deeldijkVersterkingspian Zederik (zie tekeitjng no.00.58-076): het grondplan-nummer 529 niet vermeld. ~t dient alsnog te gesdtleden. Het onderhavige per-- · ceel, kadastraal bekeiid Lexmon~ sectie B, nummer 3805 ter grootte van 043.00.ha · in eigendolD: L. Z~ndag, wonend~ Achthoven 41 te Lexm.ond client in zijn geheel verworven te worden. Overigeris wordt in de J?riefvan het hoogheemraadschap van de Alblasserwaard en de Vijtheei:enlanderi. 19 feb~ 2001, no.0102058fFvdB/PVB, het verschil uitgeleg4 tussen de 'lijst te VCIWeJ.'.Veil m:onden(onteigening)' en de 'Lijst te verwer\ren grondm (gew~t)'. · · · ·
van
van
I'
BrtdStichting Debeer Uiterwaarden Vijfheerenlanden io. d.d. s. januarl 2ooi r . •· • De stichting brengt een tweetal zaken onder_de ~dacht. Ten eerste verzoekt de stichting om alsnog een gedeelte van de locatie. 1exmon,dWest te sanereD., alhoeweldit voor de realisering van de plannen-niet noodz~k is. Ten twe'ede meldt de stichting dat het niet is gel1*t om voor het 'meidoornhagengebied' in de uit~ te Bverdingen een iiuichtingsplan te ontwikkeien_ dat meer techt doet aan de bestaande landschappelijke en cultuurhistorlsche waarden.. Me_t betrekking tot het eerste punt lean vermeld warden dat in het onderhavige · gedeelte van de uiterwaard geen sanerii:t.g vereist is, omdat het inrichtingsplan niet voorziet in een o'D.tgraving ter plaatse en bovendien is uit onderzoek niet gebleken · dater een saneringsl?licht is. Uit nadere informatfo van het waterschap blijkt \roorts, dat de extra sanering ongeveer f 500.000,00 kost. Gelet op hetvorenstaande· zijn wij van mening'dat de kcisten. van een _eventueel vrljwillige·sanering niet ten laSte tcllnnen komen van het project. " · · Met betrekking tot het·tweede punt lean vermeld worden, dat de stichting met het hoogheemraadschap heeft afgesprciken dat bij de inrichting van het zogenaamde · 'meidoornhagengebied'.bij Everdingen wordt bezi~, in welke mate het peil~e~ lokaal zodanig kan warden aangepast dat het beeld van het a~sch cultuurlandschap beter behoudeii. blijft. Hiermee kunnen wij instemmen.
MER-evaluatie Ingevolge artikel 7 .39 van de Wet milieubeheer dient een MER-evaluatie te warden uitgevoerd voor het onderhavige dijkversterld.ngsplan met inbegrip van de inrichting van de zuidelijke Lekuiterwaarden. Omdat bij deze activiteit een MERevaluatie een duidelijke meerwaarde heeft met betrekking tot zowel het controlr kennis- als communicatiedoel, za1 ze uitgevoerd warden.
.·
provincie HOLLAND\{
ZUID
·
ONS KBNMBRK
DWM/:J.000/13249 PAGINA4/5
Daartoe zullen de te evalueren effecten op het gebied van natuur. landschap en. :-:~. geomorfologie vastgelegd warden in een Evaluatieprogramma. Dit. programma-zai~~ in overleg met de initiatiefnemers door on.5 college warden opgesteld. Hierin zullen de meet-, registratie- en rapportageverplichtingen ten aanzien van de onderwerpen van de MER-evaluatie voor de initiatiefnemers. conform artikel 7 40 van de Wet milieubeheer, door ons vastgesteld worden. Gelet op het tijdsbestek waarin de milieu-effecten gaan optreden. wordt de MER.evaluatie opgedeeld in een aantal fasen. Om de noodzakelijke.nulmetingen te kunnen uitvoeren zal het Evaluatieprogramma binnen drie maanden na het nemen van dit goedkeuringsbesluit worden opgestekt Q:verige besluiten In bet leader van de gecoordineerde voorbereiding van het dijkversterkingsplan zijn door het hoogheemraadschap venclrlnende aanvragen en meldingen ingediend, benodigd voor de uitvoerlng, bij d~ volgende bevoegde bestuursorganen: • Minister vim Verkeer Waterstaat c.q. Rijkswaterstaat; • gemeente Zederik; • gemeente Vianeri; • • zuiveringsschap Hollandse Eilanden en Waarden; • laser Dordrecht; • provincie Zuid-Holland. .. Nadat het goedkeurlngsbesluit is bekendgemaakt. dienen ~gevolge artikel 23 van de Wet op de waterkering de bevoegde bestuursorganen de overige besluiten binnen drie weken te ii.em.en en deze besluiten onmiddellijk aan ons toe te zenden.
en
Tervisielegging Bij de komende tervisielegging zullen aanvullend de volgende stukkei:i mede ter inzage worden gelegd: - het advies van de Coordinati.ecommissie Dijkverzwaring van 30 januari 1998 met betrekking tot het deelontwerp-plan dijkversterking Zederik; - de Nota van beantwoording van het hoogheemraadschap van de Alblass~ en de Vijtbeerenlanden: het Toetsingsadvies van de commissie voor de milieueffectrapportage van 28 november 2000; de ingediende ~chriftelijke zienswijzen; - de fax van het hoogheemraadschap van de Alblasserwaard en de Vijtbeerenland~ van 8 februari 2001 met betrekking tot grondplannummer 529 te Zederik; de brief van het hoogheemraadschap van de Alblasseiwaard en de Vijtbeerenlanden van 19 februari 2001 met betrekldng tot de grondaankoop; - de brief van de Stichting Beheer Uiterwaarden Vijfheerenlanden i.o. van 8 januari 2001.
,, provincie HOLLAND
ZUID 0NS KENMERK
DWM/2000/13249
PAGINAS/S
Beroep Belanghebbenden kunnen op grand van artikel 24 van de Wet op de waterk.ermg tegen ons beslliit beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Artikel 7.1 van de Algemene wet bestuursrecht is niet van toepassing. zodat geen voorafgaand bezwaar bij ons college tegen dit goedkeuringsbesluit vereist is. De termijn voor het indienen van een beroepschrift tegen het goedkeuringsbesluit en de overige besluiten bedraagt zes weken. . Deze termijn vangt aan met ingang van de dag waarop de bekendmaking plaatsvindt van de overige besluiten als bedoeld in artikel 1.8 van de Wet op de wate~ kering. De Afdeling bestuursrechtspraak beslist binnen twaalf wek:en na afloop van de beroepstermijn. In bijzondere gevallen kan deze termijn met ten hoogste zes wek:en warden verlengd.
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland. VO?rzitter, griffier,
MJIJ. van Wieringen-Wagenaar
Verzonden:
r 3 APR.
J.Franssen
2001
HOOGHEEMRAADSCHAP ~---:~~~-__,SSERWAARD
EN DE VIJFHEERENLANDEN
Secre1arie: Molenstraat 32 4201 CX Gorinchem telefax (0183) 63 69 71
Technische dienst: Molensiraat 109 4201 CW Gorinchem telefax (0183) 63 38 82
lngek. DWM nr. College van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland Postbus 90602 2509 LP 's-GRAVENHAGE
zaaknr.
aid.·
bur:~ ./oJ~
a.v.o. Gorinchem
-:IA)
NEE
: 20 november 2000
Uw brief Uwkenmer1< Ons kenmerk
:
Contactpersoon :
0011571/PvB de heer ing. M. Trompetter
Bijlage(n)
: 2
Onderwerp
:
Dijkversterking Zederik, Hagestein/Everdingen met de inrichting van de zuidelijke Lekuiterwaarden, traject Nieuwpoort-Everdingen; vaststelling plan.
Geacht college, ./.
Hierbij delen wij u mede dat d~jkgraaf- en hoogheemraden van het hoogheemraadschap van de Alblasserwaard en Vijfheerenlanden, hiertoe bevoegd op grand van het delega~iebesluit van de Verenigde Vergadering d.d. 5 juni 1996, bovengenoemde plannen in de vergadering van 15 november 2000 definitief heeft vastgesteld (bijlage 1). Ingevolge artikel 21, lid 2 van de Wet op de waterkering doen wij u hierbij de vaststelling van het plan met toelichting toekomen. ·
./.
Het plan bestaat uit: de ontwerp-plannen (reeds in uw bezit) ; de bij u ingebrachte zienswijzen {reeds in uw bezit); 11 nota de van beantwoording" met betrekking tot zienswijzen (zie bijlage 2).
de
ingebrachte
Op grand van de ingebrachte zienswijzen hebben wij besloten het plan op een aantal punten aan te passen. Kortheidshalve verwijzen wij u naar het als bijlage toegevoegde vaststellingsbesluit. Voorts is op ons initiatief het oorspronkelijke plan ter hoogte van Lekdijk 7 te Everdingen enigszins is aangepast. Een aanpassing van de te maken binnenberm leidt hier tot een geringere grondaankoop en een beperking van de aantasting van andere aanwezige waarden. Een en antler is met de betrokken bewoner overlegd. Wij verzoeken u het vastgestelde plan goed te keuren. Volleaigheidshalve merken wij nag op, dat de bovenbedoelde wij zigingen ook op tekening zijn aangepast. Gaarne vernemen wij van u het aantal sets gewijzigde tekeningen met bijbehorende bescheiden dat u wenst te ontvangen.
ib/ bank: Ned. Waterschapsbank te 's-Gravenhage, nr. 63675305Q;·voor waterschapslasten nr. 636753077
2
0011571.
HOOGHEEMRAADSCHAP VAN DE ALBLASSERWAARD EN DE VIJFHEERENLANDEN
Voor nadere informatie kunt u zich in verbinding stellen met de in het briefhoofd genoemde contactper~oon. Hooga dijkgraaf
•
•r
Bi ilagen: vaststellingsbesluit dijkveraterkingsplan Zederik/Hagestein/Everdingen d.d. 15 november
l..
2000.
2.
"Neta van beantwoording" van ingekomen zienswij2:en naar aanleiding van de tervisielegging dee1ontwerp-pla.n Zederik, deelontwerp- plan Hagestein- Everdingen, inclusief de uiterwaardinrichting Lexmond- West en Everdingen- Vianen.
~~-·
~
HOOGHEEMRAADSCHAP VAN DE ALBLASSERWAARD EN DE VIJFHEERENLANDEN
0011623
DIJKGRAAF EN HOOGHEEMRADEN VAN HET HOOGHEEMRAADSCHAP VAN DE ALBLASSERWAARD EN DE VIJFHEERENLANDEN
overwegende dat: op grand van de Wet op de waterkering de primaire waterkering in het traject Zederik/Hagestein/Everdingen dient te warden versterkt; ten behoeve van deze versterking een projectnota/MER is opgesteld; de Coordinatiecommissie Dijkverzwaring (CCD) ter zake van de dijkversterking een advies heeft uitgebracht; het ontwerp-dijkversterkingsplan overeenkomstig het CCD-advies is vastgesteld; naar aanleiding van de terinzagelegging van het ontwerp-plan met toelichting en de projectnota/MER 24 zienswijzen zijn ingediend en vier mondelinge opmerkingen zijn gemaakt;dat aan vier van deze zienswijzen c.q. opmerkingen kan warden tegemoetgekomen door: • ter hoogte van dijkpaal 288+047m aan de binnenzijde van de waterkering de voorgenomen werkzaamheden niet conform het dijkversterkingsplan uit te voeren, maar andere technische voorzieningen toe te passen; de zomerkade ter hoogte van het perceel Everdingen 1518 ruimer om de kilsloot heen en verder van de woningen te leggen; de sloot ter hoogte van de Lekdijk 84/86 te Tienhoven niet te dempen, maar een andere techni~che voorziening toe te passen; de overhoogte ter hoogte van de Voorstraat te bepalen. het de voorkeur verdient om de binnenberm ter hoogte van de Lekdijk 7 anders aan te brengen; de overige 24 zienswijzen c.q. opmerkingen geen aanleiding geven tot aanpassing van het plan; gelezen het delegatiebesluit van de Verenigde Vergadering d.d. 5 juni 1996; besluiten: 1. De zienswijzenvan T. Lakerveld en J. Vlot te Tienhoven (#4), A. van Dijk en R.B. Lens te Everdingen (#6a H+I), J.M.C. de Ridder-Van der Leete Tienhoven (#14a+b), W. de Jong te Tienhoven (#26A) en Opifex te Bergen op Zoom, namens J. Rozendaal te Arneide (#24) gegrond te verklaren en de overige zienswijzen c.q. opmerkingen ongegrond te verklaren; 2. Het ontwerp-dijkversterkingsplan overeenkomstig de onder 1 genoemde zienswijzen op de betreffende onderdelen te wijzigen; 3. Het dijkversterkingplan Zederik/Hagestein/Everdingen voor het overige overeenkomstig het ontwerp-dijkversterkingsplan vast te stellen.
Aldus besloten in de vergadering van 15 noyember 2000 .
Dijkgraaf e
•
o glieemraden voornoemd,
I\
~dijkgraaf.
I
HOOGHEEMRAADSCHAP V ANDE ALBLASSERWAARD EN DE VLJFHEERENLANDEN
Nota van bea.ntwoording van ingekomen zienswijzen naar aanleiding van de tervisielegging van deelontwerpplan Zederik, deelontwerpplan Hagestein-Everdingen, inclusief de uiterwaardinrichting Lexmond-West en ~ve_rdingen-Vianen. Inleiding Ingevolge artikel 18 van de Wet op de waterkering hebben van 11 september 2000 t/m 9 oktober 2000 de Milieueffectrapporten/proj ectnota' s, vergunningaanvragen, het ontwerpplan met tekeningen en bijlagen, alsmede de meldingen en overige relevante stukken ter inz.age gelegen van dijkversterkingsplan Zederik, dijkversterkingsplan Hagestein~Everdingen en de uiterwaardinrichting Lexmond-West en Everdingen-Vianen. Belanghebbenden hebben in deze periode hun zienswijze kunnen inclienen. Deze nota beoogt de ingebrachte zienswijzen te beantwoorden en aan te geven welke gevolgtrekkingen uit de ingebrachte zienswijzen zijn gemaakt. Ze moet worden gezien als onderdeel van het door het college van dijkgraaf en hoogheemraden op 15 november 2000, ingevolge artikel 21 van de Wet op de waterkering, vastgestelde plan. Ingebrachte zienswijzen en de reactie daarop Bij het hoogheemraadschap en bij Gedeputeerde staten van Zuid-Holland zijn 24 schriftelijke zienswijzen ingekomen, welke als bijlage bij deze nota zijn gevoegd. V oorts zijn tijdens een op 27 september 2000 in het gemeentehuis van Vianen gehouden hoorzitting een viertal mondelinge opmerkingen ten aanzien van de rapporten en plannen gemaakt. Hiema zijn de ingebrachte zienswijzen kort samengevat en wordt op de zienswijze een reactie gegeven. De wijzigingen die op de tekeningen worden aangebracht zijn als bijlage bij deze nota gevoegd. L""
k'
b
Naam&Adres
Nr.
Samenvatting inhoud zienswijze
Reactie hoogheemraadschap
Mw. C. VersluisDalmeijer, Boezemweg 1, 4128 LT Lexmond
1
Er wordt geen of onvo~doende rekening gehouden met :(ietsers en wandelaars. Verzocht wordt om aanvullende vooIZieningen in het plan, b.v. een apart wandel/:fietspad.
De verkeersintensiteiten en de ongevallenstatistieken rechtvaardigen volgens de wegbeheerders (hoogheemraadschap en gemeente) geen vrijliggend fietspad. Wel zal de dijkweg tussen K.inderdijk en Everdingen, ingevolge het nieuw ingezette verkeersbeleid, buiten de bebouwde kom als 60-km zone worden ingericht. Dit zal de veiligheid van wandelaars en fietsers ten goede komen. Meclio maart 2001 zal het bestuur van het hoogheemraadschap een definitieve beslissing nemen, nadat aanwonenden en andere belanghebbenden hun mening over de plannen hebben kunnen geven.
-1-
E.F. Versluis, Nieuwstraat 13, 4233 EE Ameide (met handtekeningenlijst 725 personen)
2
Ter hoogte van de JW van Puttenstraat in Ameide verdwijnt een belangrijk deel van het strand Voorstel: oompensatie van het verloren gaande strand ter hoogte van dp. 292
In het kribvak, westelijk vain het strandje dat verloren gaat, zal een nie'uw strandje worden aangelegd (zie tekening).
G .J. Oort, Ameide L. Rijneveld, Ameide M. van Middelkoop, Ameide A. van Beuzekom, Ameide A. Wilschut, Ameide W. Blom, Ameide A. Zweeren, Ameide J.C. de Korte, Ameide Mevr. Rozendoorn, Ameide W. Elam, Ameide F .L. van de Vizer, Ameide J. de Kruijk, Ameide W. Oevermans, Lexmond B. ter Keurs, Ameide fam. Verheij, Ameide
3
Huidige verkeerssitnatie (m.n. Sluis-Ameide) is vooral voor fietsers onveilig, omdat te ha.rd wordt gereden door andere verkeersdeelnemers. V erwacht wordt dat op de nieuwe dijkweg nog harder kan word.en gereden. Voorstel: snelheid gemotoriseerd verkeer verlagen
Zie 1.
T. Lakerveld en J.Vlot, Kerkpad2 4235 VN Tienhoven
4
Ondanks eerdere uitspraken van het hhs vinden ter hoogte van dijkpaal 288+047 m in Tienhoven aan de binnenzijde van de waterkering toch werkzaamheden plaats. In geen enkel rapport wordt de noodz.aak daarvan aangetoond Voorstel: Dijk is breder dan elders. Ook wordt een erosiescherm geplaatst. Geen nooclz.aak binnendijks een verzwaring uit te voeren.
Het plan wordt aangepast (zie tekening), zodat het ruimtebeslag binnendijks tot een minimum wordt beperkt. Wel za1 de bestaande waterkering gedc:eltelijk worden vervangen (onder andere het binnentalud). V oor de uitvoering van deze werkzaamheden is wel ruimte nodig (tijdelijk gebruik).
Gemeente Vianen.
s
Aanduiding van het gemeentelijk plan voor een jachthaven ontbreekt. Motivering volgt nog.
De uiterwaard bij Vianen maakt geen onderdeel uit van het ontwerpplan. In het MER is de door de gemeente beoogde· jachthaven niet ingepast omdat de aanleg ervan geen vastgesteld beleid betreft. Wanneer realisatie binnen redelijke termijn te vetwachten is, is mogelijk (athankelijk van het aantal ligplaatsen) een aanvulling op het MER mogelijk.
'
.
.
-''-
A. van Dijk en RB. Lens, Lekdijk2 4121 KJ Everdingen
6a
Inrichting uiterwaard: A. Er is onvoldoende aangetoond dat geen muggenplagen op zullen treden; er zijn rapporten die aantonen dat muggenplagen wel op zullen treden. Leemten in kemiis kunnen grote . gevolgen hebben m.b.t. muggenplagen, hetgeen tot andere keuzes kan leiden.
Gedurende de CCD-procedure is beaamd dat er een kans bestaat op muggenplagen. Toegezegd is dat middels beheersmaatregelen muggenplagen zo nodig zullen worden bestreden.
B.
Wat is overlast? Wie stelt dat vast ?
De toekomstige beheerder bepaalt welke maatregelen noodzakelijk zijn en wanneer deze warden genomen.
c.
Omdat geen bemaling meer plaatsvindt, is bestrijding van muggenplagen d.m.v. inundatie niet mogelijk.
Bestrijding van muggenplagen door peilbeheer is in het nietbekade deel van de uiterwaard niet mogelijk. In het wel-bekade deel wel.
D.
Uitgangspunt voor het ontwerp van de uiterwaarden is, dat e.e.a. middels extensieve onderhoud-maatregelen in stand kan blijven. Muggenbestrijding vereist intensiefbeheer. Eerstgenoemd uitgangspunt is dus niet meer van toepassing?
Extensieve maatregelen die te maken hebben met de instandhouding van de uiterwaard hebben een ander karakter dan m.aatregelen die te maken hebben met de bestrijding van muggenplagen. Overigens staat niet vast, dat de bestrijding van muggenplagen een intensief beheer vereist.
E.
Hoe ontwikkelt zich de muggenpopulatie bij de verschillende scenario's ? Hier is geen studie naar venicht.
Vorm. en afmeting van de nevengeulen verschillen in de verschillende scenario's weliswaar enigermate, maar het aantal muggen is met name afhankelijk van het optreden van hoogwater in het vroege voorjaar, de waterstand en ontwatering van de percelen, en het biologisch evenwicht.
F.
De nevengeul is.meestal niet meestromend (blz. 125). Dit betekent stilstaand water met een kans op muggenplagen.
Muggenplagen ontstaan in ondiep, stilstaand water. Vooral langs de oever van geulen zullen muggenlarven zich kunnen handhaven, zoals oak nu in bestaande sloten.
...
-3-
G.
In het kader van de PEHS is exacte locatie van natuurreservaat-en beheersgebieden nog niet bekend. Bij Everdingen kan derhalve droog grasland worden aangelegd.
V erdere ophoging (ook dicht bij de panden) zal leiden tot extra opstuwing bij hoogwater en past niet binnen de natuurdoelstellingen voor de uiterwaarden (zie 1v1ER)
H.
De zomerkade kan ter hoogte van . perceel 1518 runner om de sloot heen en verder van de woningen worden gelegd.
De kade volgt de bestaande: kilsloot. De eigendomsgrens ligt nu in het hart van de bestaande kilsloot. Deze sloot wordt volgens het plan niet verplaatst. De aankoop van de sloot is niet · noodzakelijk. Het plan zal hierop warden aangepast. De eigendomsgrens blijft zoals deze nu is (zie tekening).
I.
Verzocht wordt om een detailtekening van de om te leiden kilsloot.
ZieH.
J.
De bescherming tegen hoogwater wordt minder doordat de nieuwe zomerkade te dicht achter de panden komt te liggen en niet hoger wordt aangelegd dan de huidige zomerkade. De nieuwe overlaat ligt lager dan de huidige kade.
In de huidige situatie wordt het sluisje tussen uiterwaard en rivier open gezet, wanneer een waterstand bij Lobith wordt bereikt van NAP +15,50 m. Dit komt overeen met een waterstand van NAP +4,70 m. bij dp. VOSS, welke 48 uur later wordt bereikt (bet laagste punt van de kade is nuNAP +4,97 m). lmm.datie vindt dus eerder plaats. De uiterwaard loopt zo langzaam vol om schade aan de kade te voorkomen. In de nieuwe situatie is de aanleg van een overlaat met een drempel van NAP +5,00 m. voorzien. De nieuwe kade wordt aangelegd op NAP +5,20 m. Het vollopen zal smeller gebeuren -omdat de polder kleiner is- dan in de huidige situatie. De waterstand van NAP +5,20 m. za1 vrij abrupt worden bereikt (de laatste 20 cm loopt sneller vol). Daartegenover staat dat de wateroverlast op een later moment ontstaat, dan nu het geval is. Om bewoners tijd te geven voor maatregelen zal bij aankomend hoogwater het hoogheemraadschap de bewoners waarschuwen. · Inundatie za1 echter niet vaker dan nu plaatsvinden.
...
_LL
-.-
K.
In de zomerkade moet aan beide zijden een duiker worden aangelegd om geen stagnant water te creeren. De capaciteit van het gemaal moet worden vergroot ? Wordt het gebied binnen de nieuw aan . te leggen zomerkade bij Everdingen nog bemalen?
Door de gemeente za1 riolering worden aangelegd. De vervuilingsproblematiek wordt zo opgelost. De te maken duiker wordt alleen opengezet bij vallend water. Een tweede duiker is niet noodzakelijk en geeft onder norm.ale omstandigheden geen extra doorstroming. De capaciteit van het gemaal en van de duiker zal zodanig zijn, dat het poldertje eerder leeg is dan in de huidige situatie het geval is. De situatie verbetert derhalve. Er za1 een streefpeil worden gehanteerd van NAP+ 1,80 m.
M.
Niet alle buitendijks gelegen bebouwing staat op tekening. Juist op die plaats wordt soms water e.d. gecreeerd.
In de ontwerpschetsen is geen gedetailleerde topografie van de bestaande situatie weergegeven. In de gedetailleerde tekeningen van het ontwerpplan zijn wel alle bestaande panden weergegeven.
N.
In de toekomst verdwijnt mogelijk de stuw bij Hagestein. Omdat dit van invloed is op het aan te leggen moerasgebied, is de aanleg daarvan nu overbodig.
Navraag bij Rijkswaterstaat heeft geleerd, dat dit op dit moment niet aan de orde is.
0.
Waarom wordt nog steeds rekening gehouden met archeologische waarden, terwijl onderzoek niets heeft opgeleverd.
Bij nader archeologisch onderzoek (na het schrijven van het MER) zijn geen waardevolle objecten aangetroffen. Dit sluit de aanwezigheid hiervan niet uit (zie ook 15)
P.
Er moet een datum worden genoemd, waarop speciewinning moet zijn beeindigd en de uiterwaard moet zijn ingericht.
Het hoogheemraadschap verwacht de dijkverster.king in 2004 te voltooien. Uiterwaardinrichting kan, athankelijk van de afzetmogelijkheden van de te winnen specie, later nog plaatsvinden. Gelijktijdige oplevering wordt echter nagestreefd.
Q.
De communicatie naar bewoners moet worden verbeterd en hun voorstellen tot verbetering dienen te worden ov.ergenomen..Zo worden klachten over wateroverlast voorkomen.
De belangen van bewoners zijn gewogen met andere belangen. Binnen deze afweging worden wensen van bewoners al dan niet gehonoreerd. Met bewoners is veelvuldig van gedachten gewisseld.
R
Zijn er, zoals ook met betrekking tot muggenplagen, nog meer leemten in kennis.
Kortheidshalve kan hier worden volstaan met een verwijzing naar de desbetreffende hoofdstukken in de verschillende milieue:ffectrapporten.
L.
l
-5-
6b
''Ruimte voor de rivi~': 1 . Zowel bij '~'dijkversterking" als ''ruimte voor de rivier" gaat het s. Bezwaar wordt gemaakt tegen de samenvoeging van "dijkversterking'' en , om beveiliging tegen inundatie. Voor Hagestein/Everdingen is besloten om de dijkversterking te baseren op een maatgevende ''Ruimte voor de rivier''. . afvoervan 15.000 m3/s bij Lobith. Volgens de laatste inzichten ' moet bij de vastgestelde veiligheidsnorm gerekend worden met een afvoer van 16.000 m3/s. Het streven is erop gericht om deze extra afvoer met "ruimte voor de rivier'' maatregelen op te lossen. Er is dus een nauwe samenhang tussen beide veiligheidsmaatregelen.
-
'
.
T.
De retentiebekkens in Duitsland zullen voor hoge waterstanden van langere dUW' zorgen. Dit betekent meer wateroverlast en daarmee meer risico' s voor het huis. Optrekkend vocht zal meer gezondheidsrisico's met zich mee ·, brengen.
De aanleg van retentiebekkens zal leiden tot een lagere top van het hoogwater. Echter, de a.flaat van water uit de retentiegebieden leidt slechts tot een zeer beperkte verlenging van de afvoergolf. Naar verwachting is het voordeel (voor woningen en gezondheid) van een lagere top grater dan het nadeel van een iets langere duur van een hoogwatergolf.
u.
W aarom mag Rijkswaterstaat in de uiterwaarden een . nieuwe brug bouwen? Ook is er bij Vian.en in de uiterwaard een waterzuiveringsinstallatie geplaatst.
Volgens de huidige beleidslijn wordt bouwen in de uiterwaard niet toegestaan. In het verleden -voordat het beleid "ruimte voor de rivier'' van kracht werd- zijn wel vergunningen afgegeven voor het aalllbrengen van obstakels in het winterbed van de nvier.
v.
Rivierwaartse verlegging valll dij ken is strijdig met beleid ''Ruimte voor de Rivier".
w.
Hoe kunnen 4 verschillende scenario's rivierkundig gelijkwaardig worden genoemd, terwijl er maar 1 om.derzocht is.
'
f
· Ben rivierwaarste versterking van de dijk wordt toegestaan als blijkt dat dit bij een afweging van belangen de meest gunstige . oplossing is mits de opstuwing d:i.e dit veroorzaakt wordt gecompenseerd. Compensatie vindt plaats door verlaging van de uiterwaard in Everdingen•
.,
_ ,i:; _
Vier ontwerpscenario's zijn beschouwd. Voor drie zijn de ; MHW-verlagingen berekend (zie fig. 7.2, biz. 100, UHl). De . verlaging ligt in alle gevallen rond de 4 cm bij ford Everdingen. · De iets grotere MHW-daling bij scenario 3+4 wordt veroorzaakt door de verlaging van het maaiveld in het oostelijk deel van de uiterwaard. Deze verlaging ontbreekt in scenario 1. ' Meer maaiveldverlaging levert meer klei op.
-
6c
Dijkversterking: x. In het rapport worden verschillende getallen genoemd m.b.t. MHWverlagingen voor de diverse scenario's
ZieW
Y.
Het aankopen van 6m2 grond is onnodig (perceel 844) en zo nodig geeft eigenaar toestemming de werbaarnheden uit te voeren.
De aankoop is nodig voor de aanleg van het werk, vanwege de toekomstige bestemming en voor het vereiste toekomstige beheer.
z.
Door de rivierwaartse verlegging stijgen binnendijkse panden in waarde. Buitendijkse panden dalen in waarde
Naar verwachting is nauwelijks sprak:e van stijging van de woningprijzen van binnendijkse panden. V erder bestaat er geen mogelijkheid om een eventuele waardestijging afzonderlijk in rekening te brengen. Een mogelijk daling van de waarde van de buitendijkse panden kan bij het hhs warden geclaimd op basis van de nadeelcompensatieregeling. Deze biedt de mogelijkheid dat onevenredige schade die niet anders is vergoed, te vergoedeti.
AA. In Everdingen staan binnen- en buitendijks woningen. Dit staat niet goed in het rapport vermeld.
In de dorpskern van Everdingen staan zowel binnen- als buitendijks woningen in de dijk. Opmerking is terecht.
·.
BB. Het feit dat de LFk en Lingeroute over de dijk loopt geeft een andere recreatieve betekenis aan de waterkering dan in het rapport vermeld.
De dijkweg heeft naast ontsluitingsweg ook een functie voor recreatieverkeer. Dit is meegenomen bij de afweging van de altematieven. De wellicht grotere recreatieve betekenis van de dijk door de Lek en Lingeroute leidt echter niet tot een andere uitkomst van de afweging.
cc.
Dit scenario is bij de planuitwerking in een vroeger stadium gebruikt voor kwelberekeningen. De berekening is representatief voor andere scenario's.
Scenario 2 vervalt, terwijl het later weer als uitgangspunt wordt genomen.
-7-
·.
· Op basis van grondonderzoek, het gegeven dat de buitendijkse woningen niet zijn onderheid en gegeven de staat van de woningen is door deskundigen geoordeeld, dat het volstorten van de kelders een onverantwoorde oplossing is. De ; gewichtstoename ter plaatse van panden zelf zal leiden tot ingrijpende schade aan woningen.
DD. Het volstorten van kelders is onvoldoende onderz.ocht
6d
Voorstellen: N abij panden moeten geen moerasgebieden worden aangelegd
EE.
FF.
Nabij de panden is voorzien in het natuurdoel: nat grasland. Moerassen komen op veel grotere afstand van de dorpskern. Een verhoging van het gebied tot droog grasland leidt tot een lagere mhw-winst en is uit oogpunt van natuur ongewenst.
'
Er moet een stevigere en hogeri;, zomerkade worden aangelegd 01m een : aan de huidige situatie gelijh..-w~l3.l"dig overstromingsrisico te krijgen. Tuinen moeten worden opgehoogd. Bij dreigend i hoogwater niet te snel water in1aten achter de zomerkade
GG. Er moet een gemaal komen van voldoende capaciteit en een grotere duiker in de zomerkade worden aangelegd
Er wordt een gemaal gebouwd van zodanige capaciteit dat de . deinundatie sneller verloopt dan nu. Het aanleggen van een grotere duiker is niet nodig; zie ook beantwoording onder J, K enL.
HH. Er moet iets worden gedaan aan het onder water lopen van buitendijks gelegen panden bij hoog water
Hinnen de gekozen variant blijft de situatie tenminste gelijkwaarclig aan de huidige.
IL
In de afweging is de keuze gevallen op het onderhavige ontwerpplan met handhaving van de huidige bebouwing. De uitbreiding van panden is een eigen verantwoordelijkheid van de bewoner. Bovendien zijn de mogelijkheden ulterst beperkt.
Herbouw van de panden 2, 4 en 6 heeft de voorkeur. Lukt dit niet 'dan nu reeds compenserende voorzieningen treffen voor uitbouw woning (rivierwaarts en opzij)
..
Historische vereniging Ameide en Tienhoven
7a
Volgens het plan blijft het overstromingsrisico minimaal gelijk aan de huidige situatie. Het ophogen van tuinen is in dit verband niet relevant. Ophogingen kunnen bovendien schade aan panden veroorzaken. Het aanleggen van een hogere z.omerkade leidt tot ongewenste opstuwing van rivierwater. Overigens wordt verwezen naar antwoord 6a (J)
Het dorpsaanzicht van Ameide wordt door het verdwijnen van het strandje aangetast. Het zicht op de Voorstraat wordt aangetast
0
Het aanzicht van Ameide za1 inderdaad wijzigen als gevolg van de dijkversterking. Getracht wordt echter de gevolgen zoveel mogelijk te beperken (zie ook 24). Voor strandje zie 2.
A. Bloem.ink, Lekdijk 6, 4121 KJ Everdingen
7b
Onduidelijk is wat met"de historische, oude loswal zal gaan gebeuren. De vereniging wil de loswal handhaven. ,
De loswal zal blijven bestaan. De oppervlakte van het buitendijkse terrein wordt iets kleiner.
8a
De herbouwvariant (Everdingen) is in het planproces onvoldoende uitgewerkt en (mede daarom) door het hhs opzij geschoven. Ook m.b.t. de aanleg van de zomerkade en het ophogen van tuinen zijn de door de bewoners aangedragen voorstellen te makkelijk terzijde geschoven. Voor het overige: zie zien~wijzen I voorstellen 6a t/m 6d ( deels)._
Juist in de dorpskem heeft een uitvoerige afweging van belangen plaatsgevonden. Belangen van betrokkenen lopen uiteen. Meermalen is met bewoners overlegd en is de afweging in de CCD besproken. Ontwerpplan is conform advies van de CCD.
I
Sb
Buitendijkse bewoners betalen wel waterschapslasten, maar krijgen niet dezelfde bescherming als binnendijkse bewoners
De hoogte van de waterschapslasten die buitendijkse bewoners betalen is afgestemd op het belang dat ze erbij hebben. Men betaalt een lagere omslag.
Sc
Waarom komt de zomerkade nu wel achter de pan.den langs, terwijl in het oorspronkelijke plan daar een veto van RWS op lag.
Rijkswaterstaat heeft geen bezwaren tegen de aanleg van een (lage) zomerkade; wel tegen de aanleg van een hoge primaire waterkering. Argumentatie hiervoor is de opstuwing die een dijk:verlegging tot gevolg heeft in relatie tot de andere mogelijkheden en belangen.
Sd
Graag een ,grondig onderzoek naar de mogelijkheid om tuinen op te hogen. Eventueel de tuin wat minder ophogen en de kade wat hoger maken;
Het ophogen van de tuinen bij het onderhavige pand leidt tot onverantwoorde toename van de schade aan het pand. Zie ook antwoord bij 6c, DD en 6d, FF
8e
Materiele en financiele schade dient te worden gecompenseerd.
Voor de vergoeding van schade bestaan de verschillende regelingen: grondaankoop volgens vergoedingsregeling onteigeningswet; schade aan pand c.a. volledige vergoeding (onrechtmatige daad); overige schaden nadeelcompensatie (vergoeding onevenredige schade; is veelal 85%) Zieook20F
-9-
Administratiekantoor DekaBos, Aaksterveld 146, 4233 GD Ameide
Drs. Chr. Will, Lekdijk 24-26, 4121 KJ Everdingen
9a
Door bet onvoldoende rivierwaarts verschuiven van de te verhogen dijk wordt onvoldoende recht gedaan aan de cultuurhistorische waarde van het gezichtsbepalende monument pand Lekdijk 13/14. Er wordt hier onvoldoende invulling gegeven aan het uitgangspunt " behoud cultuurhistorische en landschappelijke waarden".
: Het binnentalud za1 ca. 0,50 m worden aangevuld. De kruin van · de waterkering wordt even hoog als de bestaande kruin. De ingreep is derhalve beperkt en niet of nauwelijks van invloed op ' het pand of de daaraan toe te kennen waarden.
9b
De oprit wordt te steil en de verkeerssituatie onoverzichtelijk.
: De hellingshoek van de oprit wijzigt niet. De aansluiting blijft nagenoeg gelijk.
lOa
Verzocht wordt de overlast als gevolg van de uitvoering van de werkzaamheden zoveel mogelijk te beperken. Ook de busdienst ~oet via het dorp blijven rijden. Bewoners willen hun eigen stoep beh~uden.
i
lOb
De nieuwe inrichting van de uiterwaard en Keuze voor het ontwerpplan is genomen na meermalige . inspraak van alle betrokkenen en deskund.igen. Op grond m.n. de nieuwe zomerkade 'verbeterd onherstelbaar' het aanzien van Everdingen, het : hie:rvan is bet plan meermalen bijgesteld. Afweging van uitzicht over de rivier en de uiterwaard wordt belangen heeft geleid tot het onderhavige plan: Het laten sterk belemmerd. vervallen van de zomerkade is onderzocht. Voor een aantal woningen geeft d.it echter een grote toename van de Voorstellen: , wateroverlast. - Laat de zomerkade vervallen. - Laat omwonenden meepraten over nieuwe Over nieuwe natuur heeft foder kunnen meepraten tijdens de natuur. Voor het overige: zie zienswijzen I verschillende inspraak en inloopseccies; reacties hieruit hebben voorstellen 6a t/m 6d (deels). ook geleid tot aanpassing van de ontwerpen.
De uitvoering zal leiden tot overlast voor aauwonenden en · wegverkeer. Zo nodig worden noodmaatregelen getroffen. Het doorlopend gebruik van de eigen stoep tijdens de uitvoering kan : niet worden toegezegd, doch de woningen langs de clijk zullen toegankelijk zijn. Overigens zie 20E. Het hoogheem.raadscbap zal er bij de busmaatscbappij op aandringen, dat de busdienst tijdens de uitvoering de dorpskemen blijft aandoen.
.
.
lOc
Begin z.s.m. verplaatsen van poelen etc. om natuur zoveel mogelijk een kans te geven (neem hiervoor de tijd)
lOd
Plaats redelijk volwassen exemplaren voor te compenseren bomen .terug
Gestreefd wordt om de verbreding van de poelen uit te voeren vooruitlopend op de d.ijkversterking. Hiervoor is het wel noodzakelijk over de medewerking van eigenaren te bescbikk:en. '
_rn_
.
Uitgangspunt is, dat er grotere k:wekerij-maten worden geplant.
Opifex, Espenhof6, 4623 BA Bergen op Zoom (voor J. Rozendaal, Voorstraat 9 te Ameide)
Waterschap van de Linge, Geldermalsen.
lOe
Mogelijke overl_!lst door muggen baart zorgen. Graag garantie voor bestrijding van dit ongedierte.
zie 6a
lOf
Bij tekentafelbos is niet naar zichtlijnen gekeken
Bij het ontwerp is een landschapskundige betrokken geweest, die de bestaande boomgroep wil versterken. Dit gaat inderdaad enigermate ten koste van het zicht op Everdingen vanuit westelijke richting.
lla
Als gevolg van de slechte bereikbaarheid tijdens de uitvoering za1 inkomstende~ing optreden voor Garage Hamoen (Lekdijk 25), welke op basis van de Regeling nadeelcompensatie Verkeer en Waterstaat 1999 dient te worden gecompenseerd
Indien onevenredig nadeel wordt berokkend aan garage Hamoen, dan kan een nadeelcompensatieclaim warden ingediend.
llb
De huidige onderdijkse opslag voor Garage Hamoen (Lekdijk 25) verdwijnt. Onduidelijk is of dit weer mogelijk zal zijn.
De garage Hamoen gebruikt een openbaar toegankelijk, gemeentelijk perceel. Dit perceel wordt kleiner.
llc
Omdat de dijkweg hoger komt te liggen, krijgt de oprit nabij Garage Hamoen (Lekdijk 25) · een helling van 1:20. Dat is voor grote landbouwmachines erg steil.
De oprit krijgt een helling van maximaal 1:29. Dat is voldoende voor landbouwmachines.
12
Als gevolg van de inrichting van uiterwaarden (in stroomgebied van Rijn, Lek enMerwede) zal de kwelbelasting toenemen. Verzocht wordt deze toename middels onderzoek te kwantificeren en: extra kwel binnendijks te bergen of: maatregelen te nemen die extra belasting boezem voorkomt.
Met name bij maatgevende omstandigheden neemt de kwelbelasting toe. In dagelijkse omstandigheden (norm.ale waterstanden) is de toename beperkt of vindt mogelijk zelfs extra inzijging plaats. Het verdient aanbeveling om de toename van de kwel (met als gevolg de eXtra afvoer van de Linge) door de vele komende uiterwaardwerken voor de gehele Betuwe te beschouwen. Het hoogheemraadschap is van mening, dat een dergelijk initiatief niet binnen de reikwijdte van het onderhavige plan valt. .
. Opifex, Bergen op Zoom (voor Garage Ha.n;ioen, Lekdijk 25 te Ameide)
13
V erzoekt de provincie Zuid-Holland een standpunt in te nemen over de verplaatsing van het bedrijf naar locatie:Lagewaard/Tienhoven.
-11-
De provincie Zuid-Holland heeft de gemeente Zederik meegedeeld in beginsel geen medewerking te verlenen aan de verplaatsing van de garage naar genoemde locatie.
J.M.C. de Ridder- Van der Lee, Lekdijk 84, 4235 VN Tienhoven (Huys Herlaer)
14a
· Het plan wordt aangepast. Er za1 een technische voorziening De sloot met daarover een dam met worden aangebracht, die het dempen van de sloot onnodig monumentale toegangshek za1 deels worden maakt (zie tekening). gedempt. Ben duiker za1 worden aangebracht. Dit is uit cultuurhistorisch en landschappelijk oogpunt bezwaarlijk. I
'
Voorstel: Tref een technische voorziening om e.e.a. te sparen. 14b
De vorm van de nieuw te graven sloot dient te worden aangepast
Nieuw te graven sloot komt te vervallen.
14c
Afritten naar boomgaarden komen te vervallen, waardoor land niet meer te bewerken is.
Afritten worden gehandhaafd of worden weer teruggebracht.
14d
Er is geen rekening gehouden met de huidige drainage van het weiland
14e
Omzoming van het landgoed is niet in de plannen opgenomen.
Er is een landschapsplan opgesteld, dat rekening houdt met bestaande waarden.
Rijksdienst voor Oudheidkundig Bodemonderzoek, Amersfoort
15
Men stemt in met het plan. Gewezen wordt op de meldingsplicht conform art. 4 7 van de Monumentenwet bij vondst archeologisch waardevollle obje.cten.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
G .A.J. Baars, Buitenstad 69 4132 ABVianen
16
Bezwaar in het kader van de ontgrondingenwet tegen afgraven uiterwaarden tussen Nieuwpoort en Everdingen. Venvezen wordt naar rapporten UHl en UH2 (document 8), doelstellingen blz. 8/9 (UHl ). Beleidskader niet juist toegepast, doelstellingen onjuist toegepast. Jachthaven Vianen wordt ten onrechte buiten de MER-procedure gehouden. Er wordt geen getrouw beeld gegeven van de·plannen die gerealiseerd gaan worden
zie antwoord zienswijze 5
-
-1?.-
' Zo nodig za1 in het bestek een voorziening worden opgenomen.
.~
. I
'
I
Ministerie van LNV, directie Zuidwest, Dordrecht
17
Men stemt in met het plan. Geen verdere. inhoudelijke opmerkin~en.
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
P.J.M. ten Have en A.H. Hilbrink, Lekdijk 1 4121 KG Everdingen.
18a
- Perceelnummer 349 zou in zijn geheel verworven worden. Klopt dit wel ?
- Nee, dit is een fout in de aankooplijst. Aangekocht wordt 00.10.88 ha. Dit wordt aangepast.
- Grasbeschermingsmat voor het pand Lekdijkl zou komen te vervallen, maar staat nog op tekening
- Er ml geen grasbeschermingsmat worden toegepast.
-Pand Lekdijkl staat op tek. 00.55-03"8 onjuist ingetekend. Schapensc~uurtje ontbreekt.
- Het pand staat correct op dwarsprofi.el 00.55-039, dat overigens naast het pand is genomen. Het schapenschuurtje ontbreekt inderdaad, maar dit heeft geen gevolgen voor het plan.
18b
Naast het huis is een afrit gepland t.b.v. onderhoud- en werkverkeer. Om schade aan de woning te voorkomen -yerzoekt men deze te verplaatsen.
A:fritje betreft kleine ontsluiting voor beheer en onderhoud met landbouwwerktuigen. Dit leidt niet tot schade aan de woning. Voor werkverkeer zal erop worden toegezien dat voldoende afstand tot woning in acht wordt genomen.
18c
Waarom worden de taluds van de Diefdijk met een taludhelling van 1:3 afgewerkt en de taluds van de andere dijken met een helling van 1:2,5. Dit leidt tot de verkoop van extra veel land t.b.v. de dijkverzWaring.
In het algemeen leidt een taludhelling van 1:3 niet tot extra ruimtebeslag (dit is immers nagenoeg gelijk bij gecombineerde helling 1:2,5/1:4). In dit geval is, om zoveel mogelijk aan te sluiten op de bestaande situatie, een boventalud van 1:3 aangehouden. Het ondertalud wordt 1:2,5.
18d
W aar komen de nutsvoorzieningen te liggen (liever niet achter de woning i.v.m. grondbeperkingen)
In overleg met de nutsbedrijven en gemeente za1 een trace voor nutsleidingen en riolering worden vastgesteld. Hierbij zullen ook particuliere gronden zijn betrokken. Voor de aanleg van een riolering is een trace het dichtst bij de huidige vuilwaterafvoeren het meest logisch.
.
' I
-13-
Diverse bewoners, Ameide
Ter plaatse van Lekdijk 1 wordt de dijk 66k buitenwaarts versterkt. De asverschuiving is, om buitendijks gelegen natuurwaarden te sparen. minder dan in aansluitende trajecten. Het schootsveld is in de reportages niet meer genoemd.
18e
De dijk wordt overal buitenwaarts versterkt, behalve 3 00 m ter hoogte van onze woning. Daardoor komt het pand Lekdijk 1 in de dij k te liggen. De leefbaarheid vermindert, h.et uitzicht verminderd en de waarde van het pand '· daalt. Als reden voor de binnenwaartse versterking zijn het schootsveld van Ford Everdingen genoemd (maar dat ligt aan de andere kant van het fort) en het feit dat RWS geen ruimte voor , de rivier wil prijsgeven ter wille van 1 woning. ~ De ruimte die dit de rivler kost valt e<~hter in het niet bij alle andere buitendijkse versterkingen. Bovendien wordt in rapport HE4, blz.20 duidelijk gekozen voor de buitendijkse versterking. Maar op tek1ening is deze niet terug te vinden.
19a
Men verzoekt maatregelen te treffen. teneinde ·,! Dit is een zaak van de eigenaar van het terrein en de het parkeren op de loswal te stimuleren en het ·: wegbeheerder (gemeente Zederik). Het voorstel is aan de parkeren op de dijk te beperken. Graag een gemeente meegedeeld. Op korte termijn kan de gemeente geen extra oprit aan de oostzijde van de loswal. uitspraak: doen. Mocht de gemeente instemmen met het voorstel kan e.e.a. bij de uitvoering van de dijkversterking warden meegenomen.
19b
Men verzoekt de maatregelen te treffen om de snelheid van het verkeer omlaag te brengen (geen verkeersdrempels)
.,.
_.,A..
Zie 1.
AN. Klein, Lekdijk2S, 4121 KJEverdingen
20
A. Doordat de zomerkade dichter bij de woningen komt te liggen, vermindert het uitzicht op de rivier 1
Het uitzicht op de rivier wordt bepaald door de ooghoogte en de hoogte en plaats van de zomerkade. Hoe dichter de kade bij het oog komt te liggen hoe groter het zichtveld op ·de rivier. Door de kade dichter bij de woningen neemt het zicht op de rivier toe. Daarentegen neemt het zicht op de uiterwaard uiteraard af, omdat de kade tussen woningen en uiterwaard komt te liggen.
B. Ben meerderheid van de bewoners is voor verhoging van de tuinen ter hoogte van het middengedeelte van de ,keermuur en toepassen van maatwerk aan oo~ijde en aan westzijde. Hier wordt geen gehoor aan gegeven.
Zie antwoord Sa en 6c, DD
C. Tijdelijke weg moetalleen worden gebruikt door bestemmingsverkeer en openbaar vervoer
De tijdelijke weg in de uiterwaard dient voor alle verkeer wat van de dijk:weg gebruik maakt. Daarnaast ook voor het bouwverkeer tijdens de uitvoering. Met omleidingsroutes wordt het doorgaande verkeer omgeleid. Met de busondememing wordt overlegd over de wijze waarop dit kan worden afgewikkeld.
'
D. Kan vanaf de tijdelijke weg voor de huisnr's 20 t/m 2S een gezamenlijk pad over de bestaande dam in de k:ilsloot worden aangelegd.
In overleg met betrokkenen zal worden bezien op welke plaatsen en wijze een ontsluiting van de tijdelijke rijweg naar de achtertuinen zal worden aangelegd. Dit voorstel zal hierbij worden betrokken.
E. Kan iedere bewoner om privacy-redenen zijn eigen trap aan de v~orzijde k:rijgen.
Aan de voorzijde kan iedere bewoner een 'eigen' trap naar de dijkskruin k:rijgen.
F. Schade dient in alle redelijkheid te worden gecompenseerd.
Indien men onevenredig nadeel meent te ondervinden van de uit te voeren werken, bestaat de mogelijkheid een claim in te dienen volgens de bij het plan behorende nadeelcompensatieregeling. Voor overige schades wordt hier volstaan met een verwijzing naar wettelijke bepalingen, Zie ook Se.
G. Voor het overige: zie zienswijzen I voorstellen 6a t/m 6d (deels).
-15-
·. . Stichting Beheer Uiterwaarden Vijfheerenlanden.
2la
In inrichtingsplan Lexmond-West verzoekt men te kiezen voor een rietgorsontwikkeling en daarmee voor een (beperkte) sanering van de vervuilde bodem
1
Het ontwerpplan voorziet in saneririg van de bodem voor zover dit op grond van de wetgeving vereist is. In het meest westelijke deel is geen sanering vereist omdat het inrichtingsplan niet voorziet in ontgraving. Sanering blijft bier achterwege. Wei wordt in het kader van ouverture bezien of en in hoeverre de oever een meer natunrvriendelijke inrichting kan krijgen. Mogelijk is hiervoor sanering nodig.
'
Polderdistric1t Tieler- en
21b
Voor inrichtingsplan Hagestein-Everdingen zou worden nagegaan of het ''meidoornhagengebied" voor vergraving kan worden behoed.
Er is een aanvullende berekening gemaakt, waarbij de · noordelijke geul 0,50 m extra is ontgraven tot NAP -1,00 m. Dit · blijkt nagenoeg geen effect op de MHW te hebben. Zo ontstaat dus geen ruimte om het maaiveld, al dan niet gedeeltelijk, niet te verlagen.
21c
De inrichting van het gebied kan worden gecombineerd met het plan "Ouverture" van RWS
· In het kader van Ouverture wordt op dit moment een plan opgesteld voor de rivieroevers. Er wordt naar gestreefd om de uitvoering te combineren met de .uiterwaardinrichting.
22
Wil graag worden betrokken bij de besteksuitwerking nabij ''fort Everdingen". Overigens geen opmerkingen.
Met dit voorstel wordt ingestemd.
23a
Een meerderheid van de bewoners heeft niet voor een keermuur gekozen. Dit in tegenstelling tot het.vermelde op biz. 2 van bijlage 6 (projectnota/mer)
In genoemde bijlage wordt gesproken over draagvlak. Voor geen enkele oplossing bestond bij bewoners volledig draagvlak.
23b
Toen tot herinrichting van de uiterwaarden Er heeft een integrale afweging plaatsgevonden waarbij zowel werd beslote~ had het dijkversterkingsplan · de uiterwaardinrichting als de dijkversterking zijn betrokken. integraal, opnieuw afgewogen moeten worden. Verder is uitvoerig met de bewoners gecommuniceerd. Zie ook De voorbereiding is nu onzorgvuldig. de koepelnotitie.
23c
., Opmerkingen op bijlage 6: De beoordeling van de effecten van de altematieven hee:ft - De bijlage bevat storende foute~ onjuiste . plaatsgevonden door deskundigen. Natuurlijk kan men bij de afwegingen en daardoor onjuiste conclusies minder ''harde" criteria over de beoordeling van mening die bovendien niet door alle bewoners worden verschillen. Dit neemt niet weg dat de beoordeling van deze gedeeld. aspecten ons inziens juist is. Ook in de Coordinatiecommissie I - Maatwerk wordt niet geleverd. Gekozen ; Dijkverzwaring is deze ondersteund (zie CCD 1957). In het wordt voor de makkelijke weg middendeel is oplossing B iets goedkoper dan optie A; de - De zomerkade ontsluit tevens de panden 14 kosten zijn echter vergelijkbaar, zodat er in de beoordeling een t/m 34 (middendeel keermuur) die echter geen "0" moet staan. Gekozen is voor een eenduidige, heldere belang hebben bij de kade. oplossing. Dit gaat inderdaad ten koste van ''maatwerk".
Culemborgerwaarde~
Geldermalsen. M.G. Jansen, Lekdijk20, Everdingen
-16-·-
Opifex, Espenhof6, 4623 BA Bergen op Zoom (voor J. Rozendaal, Voorstraat 9 te Ameide)
24
Asverschuiving en verhoging van de waterkering leidt voor de woningen aan de Voorstraat tot verlies van uitzicht op de rivier en daarmee tot verlies -yan woongenot en waardevermindering v&,n panden. Verkeersoverlast neemt toe ·
Het dijkversterkingsplan zal ter plaatse worden aangepast zodat de overhoogte kan worden beperkt. Aansluiting van Voorstraat op Lekdijk blijft gehandhaafd (zie tekening).
Voorstel: Laat de aansluiting van de Voorstraat op de Lekdijk vervallen. Dan' zijn asverschuiving en daarmee overhoogte overbodig. Aantasting stadsgezicht is ook minder.
Verslag Hoorzitting: A.P. Provoost, Lekdijk 10, 4233 EAAmeide
Verslag Hoorzitting: W. deJong, Lekdijk 86 Tienhoven
Verslag Hoorzitting: De heer Jansen, Mevr. Zijderveld
25a
Er is geen basis voor 10 cm extra MHWverhoging (toekomstige stijging)
Zie verslagvan de hoorzitting (bijlage), bladzijde 9, antwoord J. Westerhoven.
25b
Een extra MHW-verhoging van 10 cm resulteert in een extra verhoging van 30 cm ter hoogte van de Voorstraat in Ameide. Dit belemmert het uitzicht vanuit de woningen op de rivier en de geluidsoverlast van verkeer op de dijk neemt toe.
Zie24
26a
Verlegging van watergangen belemmert zijn bedrijfsvoering (milieubeleid fruitteelt)
Zie 14. Plan wordt aangepast mdat bestaande sloot gehandhaafd blijft.
26b
Verhard pad verdwijnt door verleggen van watergang.
Zie 14 Pad blijft gehandhaafd
26c
Wie beheert in de toekomst de hoogstamfruitbomen op de berm.en (voorkom ziektes!!)
Hoogheemraadschap is verantwoordelijk voor het beheer. Voor het beheer van de hoogstamfruitbomen wordt een deskundige ingeschakeld.
27
Zie 23 a t/m 23 c
Zie 23 a t/m 23 c
-17-
Bijlagen: • • • • • • •
Tek. Strand Ameide (behoort bij nr. 2) Tek. binnenberm Tienhoven (behoort bij 4) Tek. eigendomsgrens kilsloot Everdingen (behoort bij nr. 6a-H) Fig. 7 .2 MHW-verlaging (behoort bij 6b-W) Tek. Huijs Herlaer (behoort bij 14a) CCD 1957 (behoort bij nr. 23c) (behoort bij 24) Tek. Voorstraat Ameide Verslag hoorzitting (behoort bij nr. 2Sa) Tek. binnenberm Lekdijk 7, Everdingen (behoort bij nr. 28)
Gorinchem, 20 november 2000
-1R-
\\
-L
Dp.292+000rn.,
I
-
oon te brengen strandj_E'.
-------------
Tekening strand Ameide (behoort bij nr.2)
(.///
\,
PIPINGVOORZIENING
.
Tekening pinnenberm Tienhoven (behoort bij nr.4)
EROSIESCHERM
··t,
'PIPINGVOORZIENIN
.a~ .9r.q Qp
'°tq Q 2'..s-
ONTEIGENINGSUJN
~ '
f'-...._
- - :._ ....., -
DNTEJGfNINGSLUN Tekening eigendomsgrens kilsloot Everctingen (behoort bij nr.6a-H)
-
-\\}~
0
SS?.
-·\0'1'1
:·t-
- -
·~
-
*
-
-
-
-
Figuur 7.2
MH~-verlaging
MHW verlaglng - scenario's E~erdingen MER Lek-uiterwaarden 0,02 0.01
Everdingen
s
- o.oo ·i l -
-0,01
~ -0,02
.§
-scenario 1
~ -0,03 -0,04
-
-scenario 3
-
• Scenario 4
-0.os 946
945
----- . ----
--- -., .,.._
944
943
942
941
--.,,,... ..-940
939
Rivierkilometrering (kmr)
Figuur 7.2: iv1HW verandering ten gevolge van scenario's bij Everdingen: waterstand huidige situatie minus nieuwe situatie bij een afvoer van 16.000 m3/s te Lobith. ·
(behoort bij nr.6b-W)
I /
. \ekening Huys Her\aer tbehoort bij technische voorziening
, ..,_,
--- - -=-
-----r- -- - -
1
Bestaaf\de eil<.ef\
""'-
c:::; ~l(Ml.. ~..~
Dg~ Bestaande platanen
(/ /}
nr.~4a)
I
·-
.
~r// . "'
--
1:21)
I.
~
I
I
1-"n
~~,/--/
I
ls9'
~ ///'r
-
'•'A
\>40
\:20
/
Tekening Huys Herlaer {behoort bij nr.14a) technische voorz1enmg
I I
....
,_ --- --·- -
H --
1--
I-----
~--
i--
i-- -
I
-
- - - 1------
,__
-
............
,_____ , _ I - -
~-
--
I I
I I I
I
.. ::
~
~ lll ...; N
::.
I
~
0
Q
~
"' g
"'"'
~
+
~
~
..:
r;;
5:
~
::::
~
+
~
~
~
~
~
~
~
~
1
~
::;
'
0
~ ~
c:
:
ai
~ ~
~
• 1• :
~ ~
"i
~ ;~ ~ .; <' !""
:
.. ~
~
~
~
.
"
; 1~1 :
~·
g! ~
. ' ~
.
; c
1~1·
. :.
;
:" ·"' ~
• ~
~ ~
'"
~
~
~
~
~ ~
;
~
s "'
;
~·
•!::: :!
ll
; :::
~
:;' ".j
~
:
~
!
!
::
~
~
~
~
~
~ !1
~
:
~
~
~
•
~
:;
~·
:
VERKLARING MA1EN IN METERS HOOGTEMA'TEN IN - - - BESTAANDE TOESl - - - NIEUYt£ TOESTAND
I
11
/
Lek
-----
~
/
\
-t--
199m. / /-; ---- _ ----Dii.293+ I
\\
/
~ /
I
I 1...-e\.<.
l>p~295+o 19.r
WATERINLAAT TE MAKEN DJJKKRUISING
,,.......,
ob os
..
\ \\.\
Tekening - -·-· · -- Voorstraat Arneide (behoort bij nr.24)
/
3.... /'\
~
I
I
I
-
~
ex:>
N
i..:
c:
::"
i
-~77f=~,=i===·~ J,... ' f----L'm--1~
~
.0
t:: 0 0
L_j I
..c:
iofl
tal"ll
1
1!F======bbnil ~·-~
Cl)
.0 .._
•I '~ ~:n-,--~i-!--1..~.,l . rmr_J
c: Cl)
C>
c:
i
·"C L..;
-
~
'
I
1 ' I ' t'-,1......,1 l, -- _l_ Ifw:g'.
w
I
TI!T
........ ~
==-·
~
~ E ,,_ Cl)
.0
c: Cl) c:
c:
·..a
' I '
I~ !i
I
' I
~I
l~P-F--__::-_-- -=1E"_J'·ffi'n°1"l!J ----=+"'~ml'•J_J
F
t-Tli
"'.,"-~nr
- - - - 1 --1 IH tTl'l I
I.::==-t-,---1Tl'""illl'r. ,..
.g> "'f3 0.
~
i
I-
:
~rm
"'
mi
c
(\1 (\1
C>
.5
I
c:
~ Cl)
! +---
I-
i !I\..
~.~' ===-::::: : : : ~~=-+·' ___ - - 'Il -
-Im' l'tn
'---1-·-~ -:;·r-m
\-
-
I
I I I
co
N
...: c ::" .c
0
~
0 0
0
.c
Q)
.c c Q)
0)
·-c "'O L.
~ w I'~
==-"'O
z...,
~
Q)
::J
....J
z
E Q) .c
(/) C!)
~ (!)
~
0
I I I
L.
c c c .c 0) c en en cu a. c: Q)
cu cu
0)
c: c:
Q) ~
~
E
0
c0
+
....:t-
C1' 0
>:
Verslag hoorzitting (behoort bij nr.25a)
VERSLAG OPENBARE ZllTING Dijkversterkingsprojecten Zederik en Hagestein-Everdingen en het project 'lnrichting Zuidelijke Lekuiterwaarden' Donderdag, 27 september 2000 Gemeentehuis van -Vianen 19.30 uur
Open bare Zlttlng te houden door GedeputE1erde Staten op grond van art. 7 .24, lid 1 van de Wet mllleubeheer en art. 19 van de Wet op de waterkerlng ten behoeve van de dljkversterklngsprojecten Zederik en Hagesteln-Everdlngen en het project 'lnrlchting ZuldellJke Lekulterwaarden'.
Opening •
·welkomstwoord en opening door gedeputeerde van de provincie L. van der Sar, voorzitter.
•
Voorstellen aanwezigen achter de tafel:
Z~id-Holland
de heer
+ Van het Hoogheemraadschap van de Alblasserwaard en de Vijtheerenlanden: Hr. A. Wind, dijkgraaf Hr. M. Vonk, col>rdinator project Zederik Hr. F. van den Berg, hoofd sectie dijken
+ Provinciale vertegenwoordigers
_ Hr. L. van der Sar, lid Gedeputeerde Staten o.a. belast met waterstaatszaken en groen Hr. J. Westerhoven, hoofd bureau Waterkeringen en Pijpleidingen Hr. V. van den Broek, coordinator milieueft'ectrapportage
Het verslag wordt verzorgd door de heer F. van der Brugge van Van der Brugge Communicatie Advies. In de zaal zijn aanwezig: • Hr. H. van der Bruggen, wethouder van Vianen • Mevr. L. Tutein Nolthenius van Rijkswaterstaat, mede-initiatiefnemer voor de inrichting van de Lekuiterwaarden • Overige aanwezigen (zie presentielijst in by1agen)
1
lnleldlng In zijn inleiding begint voorzitter Van der Sar met de uitleg van het doel en de opzet van de avond en de rol daarin van de provincie Zuid-Holland. Als eerste wil ik u vertellen wat de reden is van de aanwezigheid van 'de provincie' op
deze avond. De zorg voor 'droge voeten' is neergelegd bij het hoogheemraadschap. In dat kader is een van de taken te zorgen voor dijken van voldoende hoogte en sterkte. Om de sterkte van de dijken tangs de zuidelijke Lekoevcr te verbeteren, heeft het hoogheemraadschap een ontwerpdijkversterkingsplan opgesteld. Ten einde alle milieuaspecten goed in beeld te brengen, zijn 2 Milieueffectrapporten opgesteld: een voor het dijktraject Zederik en een voor bet dijktrajcct Hageste~Everdingen. . Voor de winning van de klei is een vergunning nodig op grond van de Ontgrov.dingenwet. Ook aan dcze vergunningaanvraag ligt een MER ten grondslag. In dit MER ZUP.. teve~~;ge. milieuctrcctcn op de inrichting van de uiterwaarden beschrevcn. ; ·· ' ':\;: -· -'-· · ·"'.t,
.·~ ·.
De provincie is belast met de coordinatie van alle vergunningenprocedures .di~'~-foor werkzaamheden vercist zijn. . - ~. · ~ ..:1 Vele documenten zijn op 11 september jl. ter inzage gelcgd. In de te ·· · ~ r.. · otganiseren wij voor de mondelinge inspraak een openbare zitting. D · ·... _ bb~. . als taak om de 3 MERren te beoordelen, het definitieve dijkversterkingaplan:· '.' d keuren en de vergunningen op grond van de Ontgrondingenwet en de Wet milleubeli~W;';" te verlenen. ..; ·~·~
te:·;.
·.
De opzet van de avond Ik za1 met u kart terugblikken op het verloop van de procedures tot nu toe. 0Qma . · u het vervolg van de procedures schetsen. Zonodig kunnen we daama even pa'tizere laatste onderdeel van deze bijeenkomst za1 ik u officieel vragen of er aanwezigeri zijri" opmerkingen willen maken of een zienswijze naar voren willen brengen. Hoe is de procedure begonnen? Alhoewel reeds heel veel over het onderwerp van vanavond bij u bekend is, wil ik u toch gaarne kort neg even de procedure schetsen die is doorlopen om te komen tot het ontwerpdijkversterkingsplan en de onderliggende·rapporten, waarop dus vanavond kan warden ingesproken.
(
. . . .'.
..
Voor de versterking van het dijktraject Zederik is injanuari 1996 door het .. hoogheemraadschap een startnotitie ingediend. In juni 1996 stelden GS de richtlijnen ·· ~'. voor het MER vast. · · ·~~ De startnotitie ten behoeve van de merprocedure voor het dijktraject Hagestein. ~,..ff Everdingen werd in oktober 1996 ingediend. Voor dit MER stelden GS in februari 1997 ~ · richtlijnen vast. Het hoogheemraadschap ging aan de slag met het opstellen van de MERren, doch diende deze niet in op het moment dat zij afgerond waren. Er deed zich een nieuwe ontwikkeling voor: De Minister van Verkeer en Waterstaat ~erzocht injuli 1997 alle waterschappen, die betrokken zijn bij de uitvoering van het Deltaplan Grote Rivieren, te onderzoeken of bij de uitvoering van de dijkversterkingsprojecten extra maatregelen getroffen kunnen wo:rden die: + 'Ruimte voor de Rivier' zouden scheppen en die + een bijdrage zouden leveren aan de realisering van de Ecologische Hoofdstruc~uur in Nederland.
·· .-
.: ~1~ ~··
2
I
Na onderzoek heeft het hoogheemraadschap de minister laten weten, dat het door een combinatie yan werkzaamheden mogelijk zal zijn extra ruimte voor de rivier te scheppen: de voar de dijkversterkingen benodigde klei kan voor een deel warden gewonnen in de uiterwaarden waardoor extra ruimte voor de rivier ontstaat. Ook het winnen van klei is een merplichtige actjviteit. Gezien de relatie tussen de kleiwinning en de dijkversterking moesten de 2 klaarliggende MERren voor de dijktrajecten wachten op het MER voor de inrichting van de uiterwaarden. Voor de kleiwinning en de inrichting van de uiterwaarden dienden de initiatiefnemers in december 1998 de startnotitie in, waama GS in april 1999 de richtlijnen voor }1.etMER vaststelden. Het opgestelde MER geeft aan dat, na de winning van de klei en de versterking van de dijken, ruimte voor de rivier geschapen kan warden. Oak kan niet alleen de verplichte natuurcompensatie warden uitgevaerd, doch er kan oak extra natuur ontwikkeld warden. We zien hier een voorbeeld hoe meerdere problemen integraal aangepakt kunnen warden. Veel is in uw gebied al gesproken over het vanavond aan de orde zijnde ontwerpdijkversterkingsplan, de onderliggende Milieueffectrapporten en alle uit het plan voartvloeiende consequenties en veranderingen. Om nag even de gezette stappen te noemen: + de inspraakmogelijkheden ten behoeve van de richtlijnen voar 3 Milieueffectrapparten; + de openbare besprekingen binnen de Coordinatiecommissie Dijkverzwaring en de adviezen die de CCD heeft uitgebracht aan GS en bet hoagheemraadschap; + De voorlichting die het hoogheemraadschap heeft verzorgd. De meest recent gehouden informatieavonden Waren Op 6 September te Ameide en op 14 September te Everdingen. De procedure van de laatate 3 maanden Ik vertel u nu gaarne iets over de procedure van de laatste 2 maanden. Op 7 juli jl. heeft het hoogheemraadschap bij de provincie diverse documenten ingediend. Iknoem u: bet ontwerpdijkversterkingsplan; drie Milieueffectrapporten; 1 aanvraag in het kader van de Ontgrondingenwet voor de kleiwinning en bet uitdiepen van de rivier en "6 aanvragen op grond van de Wet milieubebeer voor de tijdelijke opslag van afgegraven klei en grond; 3 meldingen op grand van de Wet bodembesciherming. Daarnaast zijn bij andere instanties oak diverse vergunningen aangevraagd en meldingen gedaan die benodigd zijn om de dijkversterkingswerken te kunnen uitvoeren en de uiterwaarden te kunnen inrichten. Deze staan allemaal opgesomd in de kennisgeving die de provincie onlangs heeft gepubliceerd.
Op 9 augustus jl. hebben GS de 3 Milieueffectrapporten aanvaardbaar verklaard en de vergunningaanvragen in behandeling genomen. . De provincie verzorgt de coorclinatie van alle te nemen besluiten. Alie relevante stukken zijn op 11 september ter inzage gelegd. Voordat GS van Z-H en de andere instanties een besluit nemen, is het nodig om alle belangen die bij de dijkversterking en de inricbting van de uiterwaarden spelen en de problemen die zich daarbij voordoen, zo goed mogelijk to kennen. De openbare zitting van vanavond speelt een rol in de voorbereiding van de definitieve vaststelllng van het dijkversterkingsplan en stelt onder andere de provincie, het zuiveringsschap, de gemeenten en de Minister van Verkeer en Waterstaat in staat kennis te nemen van de zienswijzen van belanghebbenden met betrekking tot het plan, de MER en vergunningen ontheffingsaanvragen die nodig zijn voor de planuitvoering.
3
Vanavond kunt u uw mening geven over de inhoud en de kwaliteit van de stukken die ter inzage liggen. De inhoud behoef ik niet uiteen te zetten: daar is reeds veel over gesproken en voorlichting gegeven. Van deze openbare zitting wordt een verslag gemaakt dat wordt toegezonden aan diegenen die de presentielijst hebben ingevuld. Ret verdere verloop van de procedure Wat gebeurt er na deze openbare zitting? Tot en met 9 oktober bestaat de mogelijkheid om schriftelijk opmerki.ngen en zienswijzen op de ter inzage gelegde stukken bij GS in te dienen. Na 9 oktober warden de schriftelljk en mondeling ingebrachte zienswijzen gebundeld en van commentaar voorzien. Hierbij wordt aangegeven of opmerki.ngen wel of niet warden overgenomen in bet dijkversterkingspla.TJ.. Verder beoordeelt de onafhankelijke Comm.issie voor de milieueffectrapportage de 3 MERren. De commissie gaat na of voldaan is aan de door bet bevoegd gezag gegeven ricbtlijnen en beoordeelt de inhoudelijke kwaliteit. Medio. november volgt hierover bet toetsingsadvies van de Commissie mer. Vervolgens stelt het hooghecmraadschap hct dijkversterkingsplan vast, mede gebaseerd op de zien~jzen, bet advies van de Commissie mer en de ontwerpbesluiten voor vergunningen en ontheffingen. ; Daarna wordt bet definitieve plan ter goedkeuring aan GS voorgelegd en nemen GS binnen 6 weken na ontvangst ervan een besluit. Dit besluit wordt gepubliceerd. Vervolgens nemen de andere bestuursorganen die vergunningen en ontheffingen moeten verlenen hun definitieve besluiten, binnen 3 weken na bekendmaking van de goedkeuring door PS. Aile genomen besluiten worden gelijktijdig door GS bekend gemaakt en samen met het goedgekeurde plan ter inzage gelegd. Voor alle besluiten geldt, dat er pas na deze laatstgenoemde bekendmaking de mogelijkheid bestaat om in beroep te gaan bij de afdcling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Dit college doet binnen 12 doch uiterlijk binnen 18 weken na afloop van de beroepstermijn uitspraak~ De uitvoering van de projecten start in 2001 en moet in 2004 zijn afgerond. . De voor de dijkversterking benodigde gronden staan in het plan. Het hoogheemraadschap zal proberen met de eigenaren tot overeenstcmm.ing te komen over de aankoop van deze gronden. Indien dit langs minnelijke weg niet lukt, kan een onteigeningsprocedure volgen. Indien onteigening noodzakelijk mocht zijn, dan za.1 de procedure daartoe starten na de uitspraak van de Raad van State op de eventuele.beroepen.
Na de inleldlng van de gedeputeerde Van der Sar krijgen de aanwezigen bij de hoorzittlng de gelegenheld hierover vragen te stellen. Er zijn geen vragen ult de zaal, waaruit de gedeputeerde afleldt dat zljn lnleldlng en de opzet van de avond duidelijk is.
:·
Mondellnge lnspraak Voorzltter Van der Sar vraagt de aanwezigen om hun zienswijzen en/of opmerkingen naar voren te brengen over de procedures, het ontwerp dijkversterkingplan en de stukken die daaraan ten grand slag liggen. Hij vraagt iedere inspreker haar of zljn naam en adres te noemen en aan te geven op welk rapport of document haar of zljn zienswijze betrekking heeft. Eerste lnspreker Is de hear Provoost ult de Voorstraat 1 O te Ameide.
4
.
De zienswijze van de hear Provoost heeft betrekklng op het ontwerp dijkversterkingplan voor de gemeente Zederik. Hlj geeft zijn mondelinge reactie ook namens de bewoners van Voorstraat 9, 8 en 6. De heer Provoost heeft zijn reactie ook uitgewerkt op papier en overhandigt deze aan de verslaglegger. Zljn ultvoerige reactie luidt als volgt: Vianen, 27 september 2000. Inspraak dijkversterking, namens de bewoners van Voorstraat 10, 9, 8, en 6. Mondelinge reactie naar aanleiding van bet ontwerp-dijkversterkingsplan Zederik. Inleiding Allereerst zou ik het Hoogheemraadschap (HHS) Alblasserwaard en Vijfheerenlanden willen gelukwensen met bet indienen van hun ontwerpplannen. Het heeft even geduurd maar dan ligt er ook wat. Toen ik begin 1972 in Ameide kwamen wonen. was er al sprake van ''plannen in voorbereiding''. Vanaf die tijd beb ik de procedures met de nodige belangstelling en betrokkenheid gevolgd. Bind 1998 leek bet alsof er een plan zou worden ingediend. Het ontwerp werd zelfs in de Coordinatie Conunissie Dijkversterking (CCD) besproken en beboefde, voor zover ik me kan herinneren. slechts beperkte aanvullingen. Het HHS ging echter een andere weg. Nu liggen de plannen vier weken ter inzage en kunnen belanghebbenden reageren. Vier weken. voor bet bestuderen van een pale papier dat op zich al ·voor een behoorlijke dijkversterking zouden kunnen zorgen. Vier weken inspraak als sluitstuk in een procedure die al bijna 30 jaar loopt Ik ben benieuwd boeveel belanghebbenden er in geslaagd zijn de papiennassa door te spitten en een reactie voor te bereiden. Mijn reactie concentreert zicb op een vergelijking van de plannen van 1998 en bet ingediende plan 2000. De reactie bestaat uit twee delen. In het eerste deel ik wil met argumenten aantonen dat er voor een extra dijkverhoging in het plan 2000 voor Zederik geen basis is, terwijl deze extra verhoging ook Diet nodig is om de veiligheid van het gebied te garanderen confonn de Wet op de waterkering. Het tweede deel gaat gede~lleerd in op een stuk dijk van ongeveer 200 meter, ter hoogte van de Voorstraat in Ameide. Vergelijken we het plan van 1998 en het plan 2000, dan zien we dat de voorgestelde wijzigingen hier uer ingrijpende gevolgen'hebben, met een enorme verslechtering ten opzichte van de huidige situatie. Ik bepleit dan ook om voor dit stukje dijk, dijkversterking volgens het plan 1998 uit te voeren en de extra verhoging uit het plan 2000 achterwege te laten. I
Waarom is een extra dijkverhoging in Zederik niet nodig? In 1998 waren de plannen voor de dijkversterking in Zederik gereed. In bet plan 2000 wordt
·· ·- ··ooveno1YdeYerslefkiiig van 1998 riog eens een extra verhoging met 10 cm voorgestela. waarom?Het HHS- - .. geeft als reden dat in de naaste toekomst het Maatgevend Hoog Water (MHW afgekort) zal toenemen. In bet plan 1998 is uitgegaan van bet MHW zoals in 1996 vastgesteld door de minister van V & W. Dit MHW was gebaseerd op een maatgevende Bovenrijn-waterafvoer van 15.000 m3/sec. In deze afvoer was nog geen rekening gehouden met de hoge afvoeren in 1993 en 1995. De verwachting is dan oak dat de minister van V& W de maatgevende afvoer in 2001 ml verhogen tot 16.050 m3/_sec. Het argument dat de maatgevende afvoer zal toenemen is juist. Maar de vraag blijft of een dergelijke verhoging van de afvoer zal leiden tot een hoger MHW en dus tot een hogere dijk? Het antwoord op deze vraag is namelijk dat dit niet het geval is. Hoe kan dat? Na bet hoogwater van 1993 en 1995 is door de rijksoverheid een nieuw beleid ontwikkeld onder de naam 'Ruimte voor de rivier''. Dit nieuwe beleid is er op gericht de verhoging van de afvoer op andere wijze dan dijkverhoging op te vangen. Dit beleid is bekrachtigd in de vierde Nata waterhuishouding van 1999 (NW4) en goedgekeurd in de Tweede Kamer. Inmiddels wordt dit beleid op allerlei niveaus verder uitgewerkt. Ik verwijs hiervoor riaar de verkenningen Ruiinte voor Rijntakken en Integrale Verkenning Benedenrivierengebied, bet project Bruisend Water van de Provincie Zuid Holland, de discussienota Ruimte voor de Rivier van de staatssecretaris van V& W, en zeer recent het Rapport Waterbebeer in de 21 c Eeuw. Ook intemationaal is er het nodige aan de hand. De noem bet gezamenlijke IRMA-programma (lnterreg(ionaal) Rijo Maas Activiteiten) en bet Actieplan Hoogwater van de Internationale Rijncommissie. Beide zijn er op gericht om door gerichte maatregelen meer ruimte voor de Rijn te scheppen. ·Uitgangspunt van het beleid Ruimte voor de Rivier is om het mogelijk te maken om nieuwe afvoer van 16000 m3/sec veilig te geleiden, dankzij een duurzaam pakket van rivierverruimende maatregelen. zodat een nieuwe dijkversterkingsronde niet nodig is. Ik geefnu en citaat uit de discussienotitie 'Ruimte voor de rivier' van februari 2000: "Door rivierverrulmlng wordt zodoende bereikt dat de nieuwe maatgevende afooeren niet (ik herhaal niet) Leiden tot een verhoging van de MHW-en. Het streven is via rivlerverruiming
weer uit te komen op de MHW-en zoals ze in 1996 (ik herhaal 1996) zijn vastgesteld.. waardoor een nieuwe
5
ronde dijkversterking achterwege kan blijven. Formeel worden de nieuwe maatgevende qfooeren niet (ik herhaal niet) vertaald in nieuwe MHW-en in het randvoorwaardenboek 2001." Einde citaat. Uit de nu gepresenteerde plannen voor de dijkversterking Zederik blijkt dat het HHS er anders over denkt. Het HHS gaat er nog steeds vanuit dat de verboging van de maatgevende afvoer in 2001 toch een blljvende verhoging van het MHW .zal geven. Deze opstelling is gebaseerd op een notitie van bet bureau wk/pl van de provincie Zuid Holland. Deze notitie heeft alS titel: "Inschatting resulterend MHW-eft'ect laiigs de Lek tussen Schoonhoven en Hagestein na uitvoering maatregelen in het kader van Ruimte voor de Rivier in de perioden tot 2015 respectievelijk 2050." Terzijde: In het rapport ZHl wordt naar deze notitie verwezen als hijlage 5. In de kilo's documenten wa~ deze echter niet op te sporen. Ook de adviezen van de CCD over de plannen van 1998 en 2000 waren onvindhaar. De bijlage·ZH1B2 ·waarin ze zouden staan hleek te zijn vervallen. Uiteindelijk heh ik de notitie we/ gevonden. als bf/loge 11 in het rapport Hagestein/Everdingen. Het is mlj niet duidelijk wat het bureau w/r/pl is, ik heh het in het organogram van de provincie Zuid Holland niet kunnen vinden. Daarnaast is het ook niet duidelijkwat de status van deze notitie is?. Het provinciale bureau wk/pl berekent de MHW-eft'ecten 'op basis van een naar eigen inzicht gekozen maatregelenpakket dat kansrijk zou kunnen zijn'. Voor bet gebied Zederik (rivier-raai 960) zou er in 201 S een resterende MHW verhoging van 11 cm zijn. In 2050 zou dit nog slechts 2 cm zijn. Op basis hiervan besluit bet HHS het plan 1998 aan te passen door rekening te houden met een to~komstige verhoging van bet MHW met 10 cm voor het traject Zederik. Is een dergelijke verhoging terecht in bet llcbt van het nieuwe beleid? De notitie beeft gezien de datering (jull 1999) slechts rekening kunnen houden met maatregelen die toen bekend en kansrijk waren. In de notitie wordt dat ook toegegeven. Ile denk dat het provinciale bureau, en in bet verlengde ook het HHS, te weinig rekening heeft gehouden met de nieuwste beleidsontwikkelingen. "Het denken over veiligheid in het ri'{ierengebied is in de laatste jaren in een stroom-versnelling geraakt" schrijft de staatssecretaris van V&W in febniari 2000, iri haar vooIWoOrd op de discussienotitie lluimte voor de Rivier. In die notitie staan nog enkele .zaken die van belang voor de dijkversterking Zederik, en die bet waard zijn om te citeren. Bijvoorbeeld op biz 7, waar staat dat "In goed o\terleg is besloten om bij de rivierdijkversterking uit te gaan van de in 1996 vastgestelde maatgevende afvoeren." Een van de redenen is tijdsdruk, maar een andere is dat: "Anticiperen op een hogere maatgevende afvoer door te kiezen voor een extra dijkverhoging zou haaks staan op de omslag in bet denken die mwel nationaal als intemationaal gemaakt is door verbetering van de veiligheid tegen overstroming in de eerste plaats te zoeken in maatregelen als water meer en langer vasthouden, verlaging van de hoogwaterstanden door ruimte voor de rivier te cre!ren etc. en dijkversterking als sluitstuk van de hoogwaterbeschenning te zien." Vervolgens: ,,.Bij dit besluit in 1996 bebben IPO (lnterProvinciaal Overleg) en de Unie van Waterschappen aangegeven, dat bij bet besluit om bij -de rivierdijken niet uit te gaan van.de maatgevende ilfvoeren en bijbehorende . boogwaterstanden uit hetjaar 2001, er dan wet voldoende perspectiefmoet zijn op een rnaatregelenpakket dat er voor zorgt dat toch voldaan wordt aan de in de Wet op de waterkering aangegeven veiligheidseisen. Dat perspectiefwordt nu (in de notitie Ruimte voor de Rivier) geschetst .....". Kortom bet beleid moet er op gericht zijn om een nieuwe afvoer van 16000 m3/sec veilig te geleiden dankzij een duurzaam pakket van rivierverruimende maatregelen en zonder een nieuwe dijkversterkingsronde. Bind Augustus 2000 heeft de Commissie Waterbebeer 21 11 eeuw een advies uitgebracht, waaritl dit nieuwe beleid, eerst ruimte voor de rivier en dan pas extra dijkverhogJng opnieuw wordt aanbevolen. Inmiddels leidt dit •Ruimte-voor-de-rivierbeleid' al tot concrete aanpassingen van plannen bij Nijmegen en Vento. Uit bet dijkversterkingsplan 2000 blijkt dat bet HHS voor Zederik de afspraalc om uit te gaan van de nonnen van 1996, niet volgt Hoewel bet beleid er op gericht is om de toename in maatgevende afvoer volledig te compenseren via andere maatregelen en er geen sprake zat zijn van een toename van het MHW; gaat men voor Zederik toch uit voor een toename met 10 cm. Geeft zo'n extra verhoging voor Zederik extra veiligheid of is dit slechts schijnveiligheid. Provoost denkt dit laatste. Wat heeft het voor zin om de 11 km rivierdijkversterking in Zederik ·volgens de nonnen 2001 extra hoog te maken terwijl de Lekdijk ervoor, Vianen tot kem Lexmond, enema, Langerak en verder volgens de normen 1996 versterkt is. Irnmers bet gezegde "een ketting is zo sterk: als de zwakste schakel" geldt ook voor dijken. Waarom de laatste schakel nu extra sterk maken? De andere schakels zijn ook gemaakt om voor de komende 50 jaar veiligheid te garanderen. Mijn conclusie is dan ook dat bet uitvoeren van bet plan 1998 voor de dijkversterking Zederik voldoende veiligheid schept en een extra verhoging daar alleen wat schijnveiligheid aan toe voegt. Ile kom nu op de specifieke situatie ter hoogte van de Voorstraat, Ameide U vraagt zich misscbien af, waarom zo'n gedoe om een extra dijkverhoging van 10 cm? Laat het HHS toch zijn gang gaan en een nog betere dijk maken. Ile kan me goed voorstellen, dat op plaatsen waar deze extra verhoging weinig of geen gevolgen heeft voor n:atuur, landschap, woongenot, enz, men er voor
6
kiest om die extra verhoging toch uit te voeren. Maar als het plan 2000 in vergelijking met het plan 1998 wel grote nadelen veroorzaakt, dan zou men ook met een dijkversterking volgens de huidige normen kunnen volstaan, omdat de extra verhoging niet noodz.akelijk is om de veiligheid van het totale gebied te garanderen. Een gedeelte waar een erg nadelig effect ontstaat door de extra verboging is in deelsectie IV, ruwweg tussen dijkpaal 293 +100 en dp 294 +100. Dit betreft ongeveer 200 meter Lekdijk ter hoogte van de Voorstraat, Ameide. Precies het stukje dijk waar achter wij wonen. Hoewel ik niet alle plannen in detail heb kunnen besturen, heb ik bet gevoel dat bier de verscbillen tussen het plan 1998 en 2000 het grootst zijn. In het plan 1998 (kaart 97.58-30) is er sprake van een ophoging van 6.30m nu naar 6.60m, nagenoeg op het trace van de bestaande dijk, alleen de bennen worden wat breder en bet talud iets minder steil. Wat zijn de gevolgen van de MHW verhoging met 10 cm voor dit stukje dijk? ht bet plan 2000 (kaart 00.58-111) blijkt er sprake van een verdere ophoging tot 6.90m. Dus 30 cm extra dijkverboging voor een MHW verhoging met 10 cm. De totale verhoging wordt daannee 60 cm. Kennelijk kan dit niet meer op het bestaande trace, maar wordt de versterldng aangebracht door middel van een buitenwaartse asverschuiving van ruim 4 m• aan de kruin en ruim S meter aan de buitenteen van de dijk. Door deze verhoging met 60 cm en de buitenwaartse asverschuiving 7.81 bet uitzicht van de woonverdieping van de panden Voorstraat 10, 9, 8 en 6 op de rivier ernstig beperkt worden. Aangezien dit uitzicht een belangrijk element is in bet woongenot, 7.81 een beperking van het uitzicht het woongenot en daannee de waarde van deze panden doen venninderen. Voor bet pand Voorstraat t 0 is berekend (door bet HHS, waarvoor dank) hoe de zichtlijnen op de rivier gaan verandel'en door de dijkversterking..De zicbtlijn geeft aan op welke afstand van de woonverdieping de rivier bij normale waterstand zichtbaar wordt. Vanaf de ramen van de woonverdieping zal deze atstand staand toenemen van 40 nu tot 110 meter na uitvoering van het plan 2000. Zittend bij bet raam nee~t deze afstand toe van 60 meter nu tot 200 meter na dijkversterking. Het moge duidelijk zijn dat hierdoor een flinke verslecbtering van bet woongenot op za1 treden. Ook bet plan van 1998 zal .een vennindering van het uitzicbt op de Lek geven. Naar mijn eigen inschatting (op basis van de HHS tekening), gaat de afstand tot het zicht op de rivier staand van 40 naar 60 meter en zittend van 60 naar 80 meter. Deze uitkomst is veel minder nadelig dan die door het plan 2000. Ben tweede nadelig effect is een toename van verkeersoverlast. Door de verhoging van de dijk met 60 cm zal ter hoogte van de panden Voorstraat 10 en 9 het verkeer op de nieuwe dijk op raamhoogte van de woonverdieping gaar1 rijden. Dit zal bijdragen aan een verdere vennindering van bet woongenot. De verkeersoverlast zal ook toenemen in bet plan van 1998, maar een verhoging met 30 cm geeft minder effect dan een verhoging met 60 cm. Tenslotte zal niet alleen bet zicht van de. panden aan de Voorstraat op de rivier verminderen, maar ook het zicht van de rivier op bet bescbennde stadsgezicbt Ameide. Lang geleden was de Voorstraat de kade van de haven van Ameide en was er direct contact tussen stad en rivier. Door de nieuwe ronde --· ·- dijkversterking wordt dit contact verder verminderd en zullen vanaf-de rivier·nog·slecbts de·"- ·• ~-. ··-· bovenverdiepingen van de bebouwing zichtbaar blijven. Vanuit cultuurhistorisch perspectief is dit een emstige vers1echtering ten opzichte van de huidige situatie. Ook bier geldt weer dat ook bet plan van 1998 een vermindering van bet uitzicht vanaf de Lek op Ameide zal geven, maar bij een geringere verboging en zonder asverscbuiving zullen de effecten minder zijn. Deze inspraakronde vraagt om opmerkiogen, zienswijzen en reacties op de ingediende plannen en niet direct om voorstellen. Tocb wil ik een voorstel doen om bet plan 2000 voor Zederik te wijzigen. Wlj hebben begrip voor de zorg van het HHS om de veiligbeid van de Alblasserwaard en Vijfbeerenlanden tegen overstromingen te garanderen. Met argumenten heb ik aangetoond dat voor een voldoende veiligheidsgarantie een extra dijkverhoging voor het traject Zederik, zoalS voorgesteld in bet ontwerp dijkversterkingsplan 2000 niet nodig is. Wij stellen daarom voor om voor om dit ontwerpplan voor bet traject Zederik te wijzigen op basis van bet olitwerpplan 1998. Mocbt dit, bijvoorbeeld vanwege tijdsdruk niet voor bet hele traject mogelijk zijn, dan stel ik voor om in ieder geval bet ontwerpplan 2000 te wljzigen voor het dijkgedeelte ter hoogte van de Voorstraat te Ameide. Een stukje dijl.c van 200 meter versterkt volgens de normen waannee ook de rest van de dijken van de Alblasserwaard versterkt zljo, zal de veiligheid van het gebied zeker niet verminderen. Uitvoering van het plan 1998 zou voor de bewoners van de panden Voorstraat 10, 9, 8 en 6 acceptabel zijn. Dit ondanks de veronderstelling dat ook dit plan een negatief effect zal hebben op de waarde van deze panden en het woongenot. Wij hopen er op dat deze inspraakronde een voor ons positief vervolg zal hebben, dat wit zeggen terug naar bet plan 1998.
A.P. Provoost V oorstraat 10 4233 EA Ameide tel: 0183 -60 15 68
Voorzltter Van der Sar complimenteert de heer Provoost.voor zijn duidelijke en uitvoerige reactie . Hij geeft aan dat het tijdens deze bijeenkomst niet de bedoeling Is
7
dat de aanwezigen met elkaar in discussie gaan. Wei is het belangrijk dat de zienswljzen die daze avond warden aangedragen voor iedereen helder zljn en dat hierover achteraf geen dlscussie meer kan ontstaan. Daarom geeft de voorzitter nu het woord aan de vertegenwoordlgers van het Hoogheemraadschap hier achter de tafel om te reageren op een aantal aspecten van hetgeen de heer Provoost zonet naar voren bracht. De heer Wind, dljkgraaf van het Hoogheemraadschap AlblasserwaardMJfheerenlanden: De heer Wind constateert dat de heer Provoost drie punten aan de orde stelt Als eerste geeft hij aan dat de minister c.q. staatssecretarfs in 2001 een and~re maatgevende afvoer zal vaststellen. Oat is correct volgens Wind. Maar mag je op dit ogenblik gebruikmaken van dat gegeven om die in de dljk door te berekenen. Dlt Is volgens het Hoogheemraadschap (HHS) afhankelijk van c::te effecten die het heeft. Hoe die berekeningen er precies uitzien en om welke getallen het gaat daar zal de heer Westerhoven van de provincie Zuid-Holland verder' op ingaan. Ten tweede reageert de heer Wind op het betoog van de heer Provoost dat de zwakste schakel de kracht van de kettlng bepaalt, waarmee hij wil aangeven dat de dljkverhoging bij Zederik vanwege de veiligheid eigenlljk niet nodig is. Oat blljkt in de praktijk tech anders te liggen. Ook dlt zal de heer Westerhoven toelichten. Verder benadrukt de heer Wind dat het er vanavond niet om gaat wat het HHS ervan vindt, maar wat zlj aangerelkt krfjgt. Zo is het juridlsch geregeld dat de dljktafelhoogtes worden aangereikt door de provincie en het HHS haar ontwerp daarop baseert. . . . . . De heer Vonk van het Hoogheemraadschap Alblas9erwaardNljfheerenlanden en co6rdlnator project Zederlk: Vonk legt ult wat er nu precies tussen 1997 en 2000 Is gebeurd met bovengenoemde ontwerpen en de effecten daarvan. Tljdens de voorlichtingsavond In Ameide heeft de heer Provoost Het HHS er al opgewezen dat er een aanmerkelijk 'verschll zit tussen het plan 1997 en het plan 2000. Vonk herhaalt het antwoord dat hlj oak die avond gaf, te weten: "Dlt is met name een gevolg van een verhoglng van het MH\AJ met 1O centimeter en dat als gevolg hiervan ook de noodzakelijke overhoogte voor zetting en kllnk toeneemt vah 20 30 cm naar 50 cm. De:ze 1O centimeter toename zal In het geval van de hear Provoost resulteren in een verhoglng van 30 40 centimeter in · ·plaatsvan·de 10cm die'"je-verwacht als de MHW 10 cm omhoog gaat.'' ·· . -·- · · De heer Vonk verontschuldigt zich voor het feit dat hlj tijdens de voorllchtlngsavond In Ameide door een verkeerde interpretatle de heer Provoost de verkeerde informatie heeft verstrekt. "Het is namelijk zo dat de hoogte van de bestaande dijk voor de woning van de heer Provoost is gelegen op NAP+ 6.30 meter. Het eerste conceptplan In 1997, ik benadruk het eerste conceptplan, dat wij aan de Coordlnatle Commissle Dijkverzwaring (CCC), waar de heer Provoost ook deel van uitmaakt, hebben voorgelegd, liet een aanleghoogte zien van 6.60 meter. Kortom, een verhoging van de bestaande dljk met 20 cm. als gevolg van een bepfitrkte overhoogte, lk had het toen die avond over de overhoogte als gevolg van MHW, maar dat moat dus zljn extra overhoogte als gevolg van verplaatslng van de as van de dljk. BIJ een as verschuiving van o tot 2 meter, waarbij de dijk naar binnen dan wel naar bulten wordt verplaatst, hanteren wij een overhoogte van 30 cm om de zetting en inklinking te kunnen opvangen. Wordt die as verschuiving echter groter dan 2 meter dan hebben we te maken met een overhoogte van zo'n 50 cm. Teen is niet gelijk een sprang gemaakt naar die 6.90 meter uit het plan 2000, maar in 1998 teen het plan nog een keer aan de orde is geweest in de CCD, stond er een hoogte van 6.80 meter genoemd als aanleghoogte voor uw woning. Dit was nog voordat er sprake was van een MHW-verhoging van 1O cm. Oat deze maat toch werd gehanteerd Is gelegen In het feit dat wij bij de eerste opzet van het plan wat betreft de detaillering in mindere mate rekening hebben gehouden met de bereikbaarheid van de Voorstraat. Wil verkeer vanuit de Westkant afslaan naar de Voorstraat, dan bevindt zich daar een tamelijk steile helling voor de woning van de heer Provoost. Breng je die helling terug zeals die er nu ligt aan, dan betekent dat, ondanks die gerfnge verhoging van 6.30 meter naar 6.60 meter zeals In het plan genoemd, een asverschulving van meer dan ~
a
a
8
2 meter naar buiten toe. Hierdoor wordt de overhoogte wat groter en hebben we het in wezen over een bestaande dijk van 6.30 meter en een aanleghoogte van 6.80 meter. In later stadium, en daar heeft de hear Provoost gelijk in, is daar aan toegevoegd die 10 cm MHW-verhoging. Deze extra 1 O cm heeft als zodanig geen grater effect op de aanleghoogte als sec de feitelijke 1 O cm die deze MHW-verhoging betreft", legt Vonk uit. Samenvattend zijn dit drie stappen geweest. Allereerst de verhoging van de 6.30 m. bestaande dijkhoogte naar 6.60 meter in het eerste conceptplan. Daama bij de detalllering om de berelkbaarheld van de Voorstraat te waarborgen bleek er een grotere asyerschuivlng dan 2 meter te zljn en dlt heeft geleid tot een grotere overhoogte en daardoor tot een dijkhoogte van 6 .80 m . Tot slot in hat laatste plan een aanleghoogte van 6.90 meter als gevolg van een MHW-verhoging van 1 O cm. Tot dus ver de heer Vonk De heer Westerhoven, hoofd bureau Waterkeringen en Pljpleldlngen, provlncle ZuldHolland: Westerhoven benadrukt nog eens hetgeen de heer Vonk net heeft uitgelegd, namelljk dat de 1O centimeter MHW-verhoging die meegenomen wordt in het plan nlet heeft geleld tot een extra dijkverhoging van 30 cm, maar tot slechts 10 cm. Daze 1O cm komt voort uit de noodzaak om te gaan voldoen aan de wettelijke velllgheidsnorm die voqr hat gebied AlblasserwaardNijtheerenlanden is gesteld van 1/2000 per jaar. Dit getal wil zeggen dat een bewoner van dit gabled, die 100 jaar wordt, ongeveer 5% kans In zijn leven heeft om een overstroming of dijkdoorbraak mee te maken. Het is de bedoeling dat straks in 2015 na de dijkversterkingsronde en na het uitvoeren van de werken "Ruimte voor de n'viet' aan daze wettelijke norm is voldaan. De dijken worden enerzijds berekend op de afvoer van de Aijn blj Lobith gemeten. Daarbij wordt rekening gehouden met hat felt dat een deal van die Rijnafvoer via de Waal, de boven-Merwede en de beneden-Merwede naar de zee wordt afgevoerd, een ander deel via de Nederrijn-Lek richting zee gaat en het klelnste deal via de IJssel naar het IJsselmeer wordt afgevoerd. Dlt is beiangrijk in onze berekenlngen. De Lek voert van deze watermassa's ohgeveer 2/9 deal van het totaal af. Vanwege zijn profiel (veel minder breed dan de Was~ kan de Lek veal minder water hebben. ·- - "------~~-~ · ...Allereers was'de maatgevende ·afvoer bij-1:.oblth;·die-voor-de-·befekenlngen van-de .. _..____ -- · · dijksterkte werd gebrulkt, 18.000 m 3 • Hier hoorden dan bepaalde zeestanden blj. Vervoigens heeft de Commlssie Becht berekent dat deze maatgevende afvoer wel terug kon naar 16.500 m 3 • Hier heeft de provincie toen ook de dlJken In de · AlblasserwaardNijfheerenlanden een tljdJe op berekend. De hoogtes van de dljken zijn voor sommige stukken dan ook gebaseerd op z.eestanden plus 18.000 m 3 en andereop zeestanden plus 16.500 m 3 • Daama heeft de commlssle Boertlen berekend dat de maatgevende afvoer 15.000 m 3 zou moeten zijn. De laatste werken zijn dan ook ultgevoerd op deze laatste norm. En zeer terecht geeft de heer Provoost aan dat de zwakste schakel de sterkte van de ketting bepaalt. In dit geval bepalen de laagste dljkstukken de velllgheid. Dlt zljn dan ook relatief gezien de meest zwakke plekken. Een van die stukken, de 200 meter ter hoogte van de Voorstraat in Amelde, behoort daartoe. Nu is men na 1993 en 1995 op basis van nleuwe berekeningen tot inzicht gekomen dat die maatgevende afvoer weer omhoog moet naar 16.000 m 3 • Oat is een gegeven dat lnmiddels bekend is. Het punt dat die afvoerwaarde nog niet in het randvoorwaardeboek van het Aijk is opgenomen wit nlet zeggen dat je door het niet opnemen meer velligheid hebt. Daarnaast Is in een aantal rapporten , onder andere in De Vierde Nota Waterhuishoudlng en de nota Brulsend Water van de Provincie Zuld-Holland, aangegeven dater rekening dient te worden gehouden met een wijzlglng van de zeespiegel in opwaartse richtlng en met het veranderen van het kllmaat, door meer neerslag, frequentere stormen en meer wind. Daamaa.s t speelt ook de bodemligging van de rivier een rot. Oat heeft allemaal effecten op de waterstand en de opstuwlng daarvan, wat noodzakelijk leidt tot een verhoging van de dijk. In onze nota Bruisend Water heeft de provincie dit ender meer ultgerekend voor de Lek en dat zijn andere getallen dan 10 centimeter, maar meer in de orde van 80 tot 100 cm in een halve eeuw tijd.
9
Voor zeespiegelstijging wordt er in het rijksbeleld voor een ongunstlg scenario maxlmaal 85 cm aangegeven. De commissie Waterbeheer 21 a Eeuw geeft op dlt moment aan dat dlt voor de berekeningen eigenlljk 110 cm moet zljn. Er is nu een beleld Rulmte voor de rivier lngezet dat tot doel heeft om opwaartse effecten op de waterstanden te nivelleren. De effecten worden in het geval van de Lek veroorzaakt door: zeesplegelstijging, voor een deel door extra storm, op termljn van de grotere afvoer van de rlvler gebaseerd op de toename van de neerslag die de komende 50 jaar wordt verwacht. Op basis van dlt laatste effect wordt de maatgevende afvoer over 50 jaar berekend op ca. 17.000 m 3 en over 100 jaar op ca. 18.000 m 3 en dan zijn we dus weer terug waar we begonnen. Er Is gekozen om deze effecten te nlvelleren door maatregelen, daarvoor zijn studies gemaakt, een daarvan Is de /n'fegrsle Verkenning Benedenrivierengebied, de andere Is Ruimte voor de R/jntakken. In deze laatste rapporten wordt beleld beschreven dat eerst rulmte probeert te scheppen In het rlvierbed, maar wanneer de velllgheidsnormen nlet worden gehaald dat dan als slultstuk een stukje dljkVersterking moet plaatsvinden. Wat Is er nu hler bij de Lek aan de hand: De Lek is een smalle rlvler met welnig uiterwaarden en daardoor Is er dus weinlg mogelljkheld om ruimte te scheppen. In de rapporten wordt daarom steeds rekening gehouden met een eventuele dljkversterking voor de Lek. In het kader van de lntegrsle Verkenning Benedenrivierengebied Is gedacht aan maatregetenpakketten om de verhoging van de waterstand weer te nivelleren tot op het niveau waar we nu op zltten. Nu blljken deze maatregelen voor de Lek nlet voldoende te zljn, zonder iets aan de dijken te doen. Nu heeft bureau Waterkeringen , & Pljpleldingen van de provlncie Zuid-Holland een analyse gemaakt van de verhogehde en ver1agende effeeten en daarbij hebben we de karisrljke maatregelen ult de eerdergenoemde studies (RvR en IV8) gehaald. We hebben zelfs rekening el gehouden met een andere waterverdeling bij Lobith, waartegen blj Rljkswaterstaat nog heel veel weerstand bestaat. Ult de berekeningen blijkt dan het nivellerende effect, wanneer daze maatregelen tot 2015 en 2050 worden ultgevoerd en wordt duldelljk welke dijkVersterking nodig is om aan de veiligheldsnormen te kunnen voldoen. Dan resulteert dat, zoals de heer Provoost al aangaf, In een getal in 2015 van 1O cm voor dit traject. Voor het deel van Everdlngen Is dit getal nut. Oat komt onder meer door een rlvierverruimlngswerk dat bij Vlanen wordt l'.Jitgevoerd en een belangrljk effect op Everdingen heeft. Het probleem is dat dergelljk werken altiJd · stroomopwaarts l:JitwerkeR·en·-niet-stroomafWaarts.- ' .. ····-- · . - .. -- . - .. - ~--·. -· Wat is er nu gebeurd. Het bureau WKPL is als advlserend lid in de CCD aanwezlg en heeft een notitle lngebracht waarin is geadviseerd die 1O cm gelijk mee ta nemen om te voorkomen dat de werken die nu worden gemaakt straks over moeten worden gedaan, omdat den blijkt dat de veiligheldsnormen niet zljn berelkt. Dit vond de commtssle (CCD) en een heleboel bewoners een lqgisch verhaal en hebben gezegd dat moeten we doen. Het effect is dus niet 30 cm maar 10 cm, zeals de heer Vonk al heeft aangegeven. De rest komt uit zetting van de dijk, waar de overhoogte voor nodlg Is om zettingen te compenseren. In de verdere uitwerking van de plannen zel op basis van grondmechanlsch onderzoek en zettingsprognoses elk stukje van het traject bekeken worden of de aanleghoogte moet warden aangepast. Zo ook voor hat stukje bij Ameide.
De hear Provoost reageert op de vorige sprekers en -Is van mening dat de laatste 10 centimeter dijkverhoglng er in ieder geval niet blj tioeft, omdat deze al zit in de extra 20 cm verhoging waar de heer Vonk het over heeft en dat die 20 cm alleen is bedoeld om de aansluiting van de Voorstraat op de dijk te maken en niet om de velllgheld van de dijk te verbeteren. Verder rekent hij voor dat de 6.60m. volgens het oorspronkelijke plan, met 1 O cm. erbij uitkomt op 6. 70 m. en nlet op 6.90m. De heer Provoost vlndt dat het nlet 20 kan zijn dat aan de ene kant van de bocht een hoogte van de dijk van 6.50 m. genoeg Is, terwijl direct om de bocht een hoogte van 6.90 m. nodig is. De voorzltter geeft aan dat hij zowel de hear Westerhoven als de .heer Vonk nog een keer wil laten reageren _en dan de zaak Provoost zal afsluiten.
10
De hear Westerhoven legt uit dat de extra 20 cm. voor de wag vooral heeft te maken met zetting. "Wanneer je verder buiten de bestaande dijk komt, zijn er grotere ophogingen nodig, waardoor meer zetting ontstaat. Oat is de reden van het aanbrengen van die 20 cm, die op den duur overigens weer verdwljnt. Dit heeft uiteindelijk met de velllgheid niets te maken." De heer Vonk merkt op dat die 20 cm. te maken heeft met de aansluiting van de afrit voor Provoosts woning op de Lekdijk, waardoor de dijk ietS moat opschuiven om eenzelfde helling van de afrit te krijgen. Dit veroorzaakt meer aanvulling en meer zetting. Bij deze nodigt de heer Vonk de heer Provoost uit om samen aan de hand van de situatletekening-proflelen nog eens een keer naar de detaillering te kljken, omdat het voor de hear Provoost wel relevant ls maar niet zozeer voor de dlscussie van vanavond. De voorzltter geeft belde heren mee dat het goed is om af te spreken voordat de termijn voor schriftelijke reactie sluit. De hear Versluis heeft gemeld dat hlj de voorzitter deze avond lets wilde aanbieden. Hij zal gehoord warden nadat de overige aanwezigen hun mondelinge zienswijzen hebben ingebracht. De voorzitter geeft het woord aan de volgende inspreker. · Wlm de Jong, Lekdijk 86 te Tlenhoven. Zijn zienswijze heeft betrekking op deeisectie nr. 3, Tlenhoven-Ameide m .n. omgeving Huys Herlaer. Hij is fruitteler en heeft een boomgaard om het huis heen. Hij Is op deze avond attent gemaakt door de hear Vonk. De plannen spreken over een nieuw te graven watergang, die gedeeltelijk door de boomgaard van Herlaer zal lopen. De tekening laat zien dat de sloot gedeeltelijk door de boomgaard zal lopen waar de heer De Jong zijn plantopstand heeft staan en maar een heel klein stukje waarschljnlijk in de tuin van Her1aer. De heer De Jong brengt naar voren dat de fruittelers warden geconfronteerd met spuittechnieken die waterverontreiniging en bodemverontreiniging tot gevolg hebben. Daarom warden zij gedwongen watergangen te dampen, hagen te plaatsen voor watergangen. Nu wll het Hoogheemraadschap (HHS) hler een nieuwe watergang graven, terwijl de -··- _.., ·--· -- --· traitteters- d·Em:t~j aist 'rfloeten · dlChtmaken~- ZJj--ztjrrverplicht ·e en spuitvrije·zone-van S·m: ·· aan te houden, dat ten koste gaat van de boomgaard. Hlj vraagt zich af of het HHS heeft nagedacht over het werk van de frultteler en waar zij mee geconfronteerd warden. Verder geeft hij aan dat de nieuwe watergang precies op het verharde pad zal komen waar de heer De Jong altijd zljn tractoren laat rijden om het fruit naar voren te brengen. De hear De Jong tekent protest aan tegen de nieuw te graven watergang, die in de plannen van het HHS 30 meter verder zijn boomgaard zal in komen. Hij vraagt hat HHS of er gekeken kan worden naar andere technische oplossingen, bijvoorbeeld door de bestaande watergang te handhaver. De tweede opmerking van de heer De Jong heeft betrekking op de hoogstammen op de dijkbermen, die hij onderhoudt en spuit. Twee jaar geleden zijn er twee heren van het HHS of de provlncie langs geweest om te kijken wat voor bomen er stonden. Er is een gesprek geweest, over de hoogstammen en hat eventueel terugplanten. De hear De Jong had toen opgemerkt dat hoogstammen niet meer voor de fruitteler van deze tijd zijn. Zij konden begrljpen dat het voor zijn bedrijfsstructuur niet meer van toepassing was. Wie gaat in de toekomst de hoogstammen onderhouden en spuiten? Als dat niet-gebeurt komen er insecten van de bomen af die het fruit in de boomgaard zullen aanvreten. Als er toch gespoten moat warden, dan is alleen het dwarsboomspuiten toegestaan. Met deze spuittechniek zijn de hoge bomen niet meer te behandelen. Met de conventionele spuit kan hat nog wel. De heer De Jong vraagt zich af hoe het in de toekomst gaat en of er over nagedacht is. De hear Wind reageert eerst op de laatste vraag van de hear De Jong en geeft aan dat het algemeen beleid van de provincie juist Is om de fruitteelt te helpen bij hun problemen met betrekklng tot het spuiten. Onder meer door samen met de fruittelers te bekijken of met de extra grondstromen die vrijkom.en en niet zijn te gebrulken in de 11
dljk inderdaad de sloten kunnen warden gedempt. Of door nieuwe sloten te graven, zodat er grotere percelen komen waardoor· er minder rand en zijn die de fruittelers niet mogen bespulten. Verder laat de heer Wind weten dat wanneer de Dijkversterking Is afgerond de dijken met bomen worden heringericht. Hiervoor wordt met diverse instanties een beheersplan opgesteld, waarin ook de beheerssituatie van de hoogstammen wordt meegenomen. De onderhoudspllcht hlervoor berust blj het HHS. Het provinciale beleid is er echter ook op gericht, als dat enigszins kan, de oomen en het groan te laten onderhouden door de mensen die daar vlakbij in de buurt wonen, want dat is de grootste garantie dat het goad gaat. De heer Wind merkt nog op dat te zljner tijd ook de bomen van deelsectie nr. 3 van de dijk TlenhovenAmeide in het beheersplan warden opgenomen. Het hoogheemraadschap belooft hier zeker op terug te komen en sluit niet uit dat de heer De Jong dan wellicht weer een van de gegadlgden is die mee gaat doen om een goed onderhoud te plegen op dlt stuk. In nauw overfeg zal dit dan in het plan warden vastgelegd. De heer Vonk vult de heer Wind nog aan door het bijzondere karakter van de hoogstammen en de waarde ervan voor natuur, landschap en cultuurhistorle te benadrukken. Vam.ilt cultuurhistorisch aspect Is het de bedoeling dat er hoogstam frultbomen op de binnenbermen terugkomen. De hear Wind geeft nog eens aan dat daar straks de mogelljkheid komt om samen· met de fruittelers afspraken te maken over het beheer en onderhoud van die bomen. De heer Vonk gaat vervolgens nog even in op de nleuw te graven sloot waar de heer
De Jong het zojuist over had en de plek waar die sloot zou moete.n komen te liggen.
··--- · -· · ---·
Tljdens de eerder genoemde voorlichtingsavond in Ameide sprak Vonk hler al over met de hear De Jong. Vanuit cultuurhlstorie is het gewenst om de watergang in de toekomstlge situatle terug te brengen, echter dat kan nlet op de bestaande plaats, omdat aan de blnnenkant aanzienlijke pipingbermen nodig zljn om te voorkomen dat daar ender maatgevende omstandigheden zand uittreedt veroorzaakt door de . grondwaterstroming die ender de dljk ontstaat. Dus die sloot is teruggeprojecteerd aan de binnenzijde van de nieuwe plpingberm. Kennelijk I~ dat op een verhard pad dat de heer De Jong dagelijks gebruikt voor onderhoud. Dit pad moet uiteraard door het HHS warden teruggebracht, zodat de heer De Jong, als pachtervan het geheel, zijn onderhoud kan blijven doen. Het Is wel ·:.zo ·cra:t nel-HHS·-rn -ae t>9Stel<sfase:Trr-overreg ti1et·ae··~t;e·er oe Jon-g·-··maar oOk mat de· - ---·- --··---·-=--~elgenaarvan Huys Herlaer, zal kljken waar het pad terug kan komen. Alleen heeft de heer de heer De Jong aangegeven dear nlet bij gebaat te zijn, omdat hij ·met hat spulten buiten een bepaalde maat vanaf die watergang moet blijven. De heer Yank Is •' nu nlet in staat om daar een oplossing voor te beder:iken, maar zegt wel toe dlt in het kader van de procedure en de verdere ultwerking van de nieuwe watergang mee te nemen. De hear De _Jong verzoekt het HHS hierover ook met hem in contact te treden en niet alleen met de elgenaar. De heer Vonk zal dit zeker doen, maar voegt er aan toe dat het HHS ook verpllcht is om ook met de elgenaar In contact te treden over wat zljn wensen zijn. Ongeveer anderhalf jaar geleden Is er een nieuwe eigenaar in Huys Herlaer gekomen met bepaalde idee~n over wat daar moet of zou moeten gebeuren en die heeft ook bepaalde ldeeen over de inrichting in relatie tot de dijkversterklng. De heer Vonk stelt voor dat dit wordt meegenomen en dat in gezamenlijk overleg tot een acceptabele oplossing ~n werkwijze wordt gekomen. De voorzitter licht nog eens toe dat er over deze materie zeker geed naar de standpunten van de hear De Jong wordt geluisterd en dat deze ook onderdeel van de bespreking moeten zljn met de eigenaar/verpachter, maar komen er echter problemen dan zijn de bevoegdhebbende instanties formeel genoodzaakt om eerst met de eigenaar/ verpachter In overleg te treden. Over de afspr~ken die daarult
12
:
-
voortkomen moat de eigenaar op zljn beurt weer formeel met de gebrulker tot overeenstemming zien te komen. De heer Jansen, Lekdljk 20 In Everdlngen, gaat in op het plan dijkversterklng Everdingen In het bijzonder op deelsectie V, Everdingen. In december negentien zevenennegentig is er heel moeizaam een dijkversterkingplan voor deelsectie V totstandgekomen. Op de voorlichtingsbijeenkomst die daarover ging kwam de dubbelzijdige bebouwing aan de orde, waarbij de emoties met name ender de bultendijkse bewoners hoog opliepen. Er waren drie varianten waar bewoners elgenlijk in gelijke mate verdeeld voorstander van waren. Hoewel naar consensus werd gestreefd lukte dat niet. Op het moment dat er duidelljkheid was wat er glng gebeuren (woningen blijven staan, er komt een keermuur) verschijnt er een jaar later een startnotitie voor de ontwikkeling van de uiterwaarden. Daar In staat dat het plan voor de dijkversterking als uitgangspunt (randvoorwaarde) wordt beschouwd. Dit betekent dus dat de zomerkade kan warden weggehaald, met de nodlge ponsequentles voor de dijkversterking. Dit bleak wel toen er een ringdijk, een kleine zomerkade rondpm de hulzen werd geprojecteerd. Pas begin 2000 is het HHS ·apnleuw naar het plan gaan kijken In de visie van Jansen wllde het HHS het plan eigenlijk niet opnieuw tar discussie stellen, maar werd er meer gekeken hoe het plan eventueel nag kon warden aangepast. Gezegd werd dat de zomerkade die dan rond de huizen komt te liggen In drie delen is te onderscheiden: een oostelljk deel, een westelijk deel en een midden deal. Voor elk van die delen zou je voor een andere oplossing kunnen kiezen. Er is gekeken naar welke mogelijkheden te combineren waren. Wat de heer Jansen eigenlijk nog mist In de inspraakstukken is een hale duldelijke motivering waarom Is gekozen voor de gemakkelijkste wag, namelijk een zomerkade overal achterlarigs en is van menlng dat er geen sprake is geweest van een in redelijkheid gemaakte belangenafweglng. Met name voor hat midden deel, waar hlj zelf bewoner van is, is er eigenlljk geen enkele rechtvaardiging voor die zomerkade. De huizen zijn namelijk dermate hoog gelegen dat die zomerkade geen enkele bescherming geeft. Het feit dat er dus voor een zomerkade overal achterlangs wordt gekozen kan Jansen alleen uitleggen als de makkelijkste oplossing voor het hoogheemraadschap. "Oat is begrijpelijk vanuit hun invalshoek dat een wat grotere polder makkelijker te bemalen is, maar hoe zit hat dan met het belang van de ,_. --bewoners die graag-vrij uitzicht.op de uiterwaarden-zouseR-wlllen blijven behouden~. aldus de heer Jansen. De heer Wind laat de heer Jansen weten dat het HHS het zichzelf bepaald nlet makkelijk heeft gemaakt. Dit blijkt wel uit het feit hoe vaak hij, de heer de Graaf en oak de heer Van den Berg hierover met andere gesproisen hebben om een oplossing te vinden. Uiteindelijk is men er niet ultgekomen. Toan is die zaak In evenredlgheld voorgelegd aan de Coordinatie Commlssie Dijkverzwaring (COD). Daarmee verklaart de heer Wind dat niet het hoogheemraadschap de besllssende en bepalende partij Is geweest, maar de COD. Het HHS heeft de drie eerdergenoemde voorstellen ook aan de COD voorgehouden en daar is de keuze voor een zomerkade overal achterlangs uitgekomen. De heer Wind benadrukt dat hier heel breed wegend met de coordlnatle commissle over gesproken is en dear een besllssing uit is gekor.nen, waarmee aan de slag moat warden gegaan. Oat is de procedurele kant van de zaak. Mevrouw Zljdeveld laat de voorzitter weten zich aan te sluiten blj de zienswljze van de heer Jansen. De heer Van den Berg hoofd sectle dljken van het Hoogheemraadschap Alblasserwaard/ Vijfheerenlanden: Zijn reactie luidt als volgt: "Over deze problematiek is wel 4 of 5 keer uitvoerig gedlscussieerd. Het buitendljkse gebied is in drie stukken te verdelen. Voor de wonlngen aan het midden gedeelte, daar hoeft geen bescherming te komen want die huizen staan hoog, dat klopt. Dan kan lk me best voorstellen dat u zegt, waar is dat dan voor nodig. Voor de woningen aan het westelijk en oostelijk deel is het echter wel
13
nodig om als bescherming een zomerkade aan te leggen. Om te voorkomen dat belde gedeelten niet geed op elkaar aansluiten wordt ook het midden gedeelte van een zomerkade voorzien. Vandaar is deze keuze gemaakt en wlj hebben daar uitvoerig en serieus over nagedacht. De heer Van den Berg verwerpt dan ook de suggestle dat dlt van tevoren vast stond, want in het kader van Ruimte voor de rivier Is het juist aantrekkelijker om de zomerkade zo dicht mogelijk achter de huizen te brengen of misschien de huizen weg te halen, of geen kade aan te leggen. De voorzltter geeft aan dat de heer Jansen het onderwerp op een goede manier onder de aandacht heeft gebracht en de heren Wind .en Vanden Berg hebben daarop een heldere reactie gegeven. Verder wijst hij de heer Jansen op het advies van de heer Wind om alsnog een schriftelijke reactle in te dienen binnen de daarvoor gegeven tijd. Deze reactle zal afgewacht worden. De voorzltter laat tot slot de heer Versluis aan het woord die zijn zienswijze per brief en daarbij 725 handtekeningen aan de provincle en het hoogheemraadschap · overhandigt. De hear Versluis, bewoner aan de Nleuwstraat 13. Amelde reageert met brief op deelsectie drle van Zederlk. BRIEF(de orginele brief en handtekeningen zijn inmiddels toeges'tuurd ssn de provincie Zuid-Hollsnd) Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland Postbus 90602
2S09 LP Den Haag Correspondentie adres: E.F. Versluis ' Nieuwstraat 13 4233 EE Ameide Ameide, 27 september 2000 Betreft: DWM 200018900, Strand Ameide Bijl~: · lijst met 7ZS·handtekeningen ·
- ··-
.... . .
--· .
Geacbtc damcs/heren, Graag willen ondergetekende hun zienswijze onder uw aandacbt brengen voor de positie van bet buidige strand blj Ameide, blj u betcr bekend als DP 293 gelegen in dcelsectle III (ter boogtc van afrit J.W. van Puttcnstraat). Dit is het enlge strand waar de bcvolking van Ameide dagrecreatie lean bedrijven en daar wordt bij warm en ook bij minder wenn weer dan ook druk gebruik van gemaakt. Op de door bet boogheemraadschap georganisecrde voorllchtingsavond, in Ameide op 6 september J.I., beeft bet boogheemraadscbap bcvestigd dat met de plannen gcen rekening is gebouden met compensatie van bet door dijkverzwaring ontstane verlles van een groot dee! van bet strand. Volgens onze berekeningen verdwljnt oostelljk van de daar gelegen krib 70 tot 80% van het dear gelegen strand en westelijk van de krlp wordt bet strand met ruim 500/o verklelnd. Op dcze avond decide bet booghcemraadscbap onze bevindingen. · Zoals op deze avond reeds ter sprake is geweest, wordt met mooi weer door mecr dan ISO mensen gebruik gemaakt van bet strand. Hele gezinnen ziet men daar aan bet strand. Dit heeft ertoe geleid dat de gemeentc Zederik een aantal prullenbakken beeft geplaatst en met grote regelmaat bet aanwezige gras maail Dit in de volksmond genoemd als bet 'Veldje' is een begrip in de dorpen van Ameide en Tienhoven. Het sb'alld voorziet in een zeer grote beboefte waarvan door de bevolking dankbaar gebruik gemaakt wordt. De door bet boogheemraadschap gepresenteerde plan bebben voor de nodige onrust gezorgd binnen de leefgemeenscbap van Ameide en Tienhoven. De bevolking van Ameide en Tienhoven maakt al decennia lang gebruik van dit, voor de dorpen, unieke stukje grond. Zo bebben mensen tot ver in de 70, 80 aangegeven dat zij als kind ook al naar bet strandje toegingen. De gescbiedenis gaat dus al zo'n 60 a70 jaar terug. Door bet veelvuldig gebruik _heeft bet sb'alld naast een recreatieve functie dan ook een sociale en bistorische functie.
14
.,. ._ .
-
.....~
.· We begrijp-en en onderschrijven dat verbetering van de dijk op deze plaats consequenties beeft voor bet aanzlen en de indeling van bet landscbap. De mogelijkheld om de dijk naar binnen te verbreden c.q. te verzwaren ontbreken kennelijJc op dlt stuk. WY kunnen ons vinden in bet feit dat bet boogheemraadschap bierdoor genoodzaakt Is naar buiten te verbreden c.q. te verzwaren. Wij kunnen ons echter niet vinden in het feit dat hlerdoor bet strand grotendeels (voor meer dan 50%) verdwijnt. Wij zijn clan ook van rnening dat bet boogheernraadscbap bet ontstane verlies van bet strand dient te compenseren. Wij vinden bet onacceptabel dat eigenlijk een heel dagrecreatie gebied wat eigenlijk een officii!le status heeft en dat ook door gemeente Zederlk wordt onderboudcn. dan zornaar verdwijnl Daarvoor hebben we clan ooJc een alternatie£ Cornpensatie is volgens ons prima mogelijk op het westelijke van de krib gelegen stuk grond ofpolder. Deze locatie, DP 292, Jean_ wat ons betreft ingericht worden als recreatievc zone voor datgene wat verloren is gegaan. Op deze locatie is nu al een klein stranflje aanwezig. Het verwijderen van de daar aanwezige stenen en bet vervolgcns aanbrengen van :zand tot aan de westwaarts gelegen krib biedt de bevolking van Ameide en Tienhoven een prima altematief. Samenwerking met de gemeente Zederik voor het plaatsen van publieke voorzieningen en onderboud van bet gras is in dezc een 'must'. Wlj zijn te alien tijde bereid dit voorstel toe te lichten. Wellicbt is bet mogelijk dat wij bij de aanleg en inrichting van de 'nieuwe' recreatiezone worden betrokken. Een exemplaar van deze zienswij7.C zenden wij aan de gemeente Zederik met bet verzoek dit te ondersteunen. · Om u te laten zien dat wij niet slecbts de spreekbuis zijn van een klein clubje mensen, zijn wij binnen Ameide en Tienhoven een handtekeningenactie gestart. Daaruit blijkt dat ons doe! breed wordt ondersteund. Deu actie heeft maar liefst 72S bandtekenlngen opgeleverd, deze zijn als bljlage aan deze brieftoegevoegd. Wij hopen u voldoende geYnfonneerd te bebben en zien uw reactie graag tegemoet. Hoogachtend, Comite ter behoud strand Ameide
.
Kopie brief: Hoogheemraadschap van de Alblasserwaard en de VUfheerenlanden, Raad der gemeente Zederik
·
De heer Versluis licht het aantal handtekeningen nog even toe: De bedoeling was dat we twee a driehonderd handtekenlngen op zouden halen. Oat zijn er echter in drie dagen 'tijd maar liefst 725 geworden. Het geeft denk lk wel aan dat ik hier 725 betrokkenen vertegenwoordig. Dit tegen de achtergrond dat Arnelde en Tienhoven In total:ll ongeveer 3.500 inwoners telt, waarvan wij iedereen boven de ~- ... 15]aar aa··m ogelijkheid hebben· geg·everi om te tekenen. KindererHussen ·1 en 15 jaar en hoogbejaarden hebben we niet Iatan tekenen. Dit is ongeveer 20% van alle lnwoners. Blijkt dat maar liefst ruim 30% van de bevolking die zou kunnen tekenen, heeft getekend. Dus meer dan eenderde van de mensen staat achter deze actie. Wij gaan er dus in redelijkheid vanuit dat de Gedeputeerde Staten en het hoogheemraadschap er voor zorgen dat er na het verdwijnen van het strandje door het dijkversterklngsproject dagrecreatie voor terugkomt. De heer Wind vindt het verzoek van de hear Versluis en zijn achterban duidelijk. Hlj zal nog een aantal zaken met betrekking tot het beheer laten uitzoeken en rechtzetten. Oe .bewoners kunnen er zeker oprekenen dat er iets voor het strandje terugkomt. Het strandje dater nu ligt, is natuurlijk ontstaan door de rivier. Nu zullen er vale grote ingrepen plaatsvinden en daarin moet het HHS nog even puzzelen hoe en waar het nieuwe strandje precies komt te liggen. Het moolste zal zljn als die rivier ook straks op een andere plek weer iets teruggeeft, want dan is het ook dat het daar blljft. Macht nou blljken, door welke omstandlgheid dan ook, dat het niet lukt door de natuur, dan moeten we de natuur een handje helpen, en zal het strandje kunstmatig moeten warden aangelegd. Hiervoor Is er regelmatig veel zandsuppletle nodig. Oat is natuur1ijk een hele dure zaak. Een ding staat voor het HHS vast er zal een strandje terugkomen. "lk heb tijdens de voorlichtlngsavond deze toezegging ter plekke gedaan. Oat wil ik In deze hoorzitting nag een keer officieel bevestigen. Als de provincie dat straks ook nag een keer kan bekrachtigen in haar besluit dan is dit punt in ieder geval hard gemaakt, aldus de heer Wind.
15
Slultlng De voorzltter constateert dat er verder geen andere lnsprekers zljn die hun zienswijze naar voren Willen brengen. Hlj bedankt ledereen die vanavond een lnbreng heeft geleverd en degenen die betrokken waren blj de voorbereldlng van deze openbare hoorzitting. Hlj geeft de aanwezigen nog mee dat vyeer een stap voorult Is gezet in een belangrijk proces, waarin uiteindelljk de veillgheid van de bewoners centraal staat. Verder benadrukt hij dat het proces zlch kenmerkt door grote zorgvuldigheid en openheld waarmee de plannen tot stand komen. Alie belangen die in het gedlng zijn zullen dan ook een behoorlijke manier warden afgewogen. Tot slot wenst de voorzitter iedereen wel thuls en sluit de hoorzltting .
........,,
~ I - • • I•
,
••
-
•
o '
11;'"--
, ..
'
-
.., o
10
16
CCD 1957 (behoort bij nr.23C)
Verslag van de vergadering van de Coordinatiecommissie Dijkverzwaring (CCD). gehouden op 17 december 1999, vanaf 10.00 uur in het gemeentehuis van Vian.en.
Aanwezig mevrouw I. Giinther de heer A.J. Verplak de heer J.G. Doekes de heer E.L. van Dijk de heer F. Focke mevrouw H.C. Ingen Housz-Menalda mevrpuw CJ.Jansen de heer J. Karssemeijer de heer Q. Monster de heer D.C. van Oaijen de heer J. ~jsdijk de heer R.F. Schftrmann mevrouw LA Tutein Nolthenius de heerJ.G. Westerhoven mevrouwN. Will
1.
vaarzitter · secretaris Stichting Red ons Rivierenlandschap (RoR)/ Zuid-Hollandse Milieufederatie gem.eente Vlallen Bond Heemschut Stichting Red ans Riviereruandschap (RoR)/ Zuid-Hollandse Milieufederatie gem.eente Vlallen ministerie LNV Zuid-Hollandse Waterschaps Bond Rijkswaterstaat. Zuid-Holland Dijklaing Lek en Merwe Rijksdienst Monumentenzorg Rijkswaterstaat{Directie Oost Nederland provincie Zuid-Holland bewonersvertegenwoordiging Vianen
Opening
De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen welkom. Dat welkom geldt in het bijzonder de beer '· Doekes. die voor de eerste keer een·CCD-vergadering bijwoont en de heer Siebers vervangt.
2.
Mededelingen
De secretaris deelt mee dat geen berich.ten van verhindering zijn binnengekomen. Het concept-advies Lek uiterwaarden is in voorbereiding en komt op de vergadering van 28 januari aan de arde.
3.
Ingekamenfverzonden stukken: - brief van de heer Bloemink (CCD 1947). te betrekken bij agenda:punt 6; - briefZMF (CCD 1952) en briefRoR (CCD 1953) ter bevestiging CCD-lidmaatschap J.GDoekes. Het betreft de vervanging van de heer Siebers en een CCD-zetel die RoR mede namens ZMF bekleedt; - uitnodiging afilcheid Karel de Graaf op 22 december 1.999. Deze uitnodiging is ender de leden verspreid; : verzonden brief aan de 'Belangenvereniging dijkbewoners Everdingen' met betre.kking tot het CCD-lidmaatschap.
Deze stukken geven geen aanleiding tot vragen of.opmerkingen.
4.
Vergaderschema 2000 (CCD 1954)
De heer Rijsdijk is in de oude stukken gedoken en heeft achterhaald dat de CCD op 12 maart 1975 offic:ieel in het !even is geroepen. Het zou goed zijn om rand 12 maart 2000 aandacht te besteden aan het 25-jarig bestaan. De voorzitter zegt dat deze suggestie zeker wordt meegenomen. Het secretariaat zal bekijken op welke wijze
.2 daarwat extra aandacht aan te geven is. Het schema wordt als volgt definitief vastgesteld: 28 januari 2000 (de heer Monsterverhinderd: stuurt plaatsvervanger), 25 februari 2000, 24 maart 2000; 12 april 2000, 19 mei 2000, 23 juni 2000, 29 september 2000, 27 oktober 2000, 1 december 2000 (n.b.: in vergelijking met de vorige vefsie is alleen de april-datum gewijzigd).
5.
Verslag"CC:J)..veraadering 12november1999 (CCD 1955)
Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld. Er zijn geen vragen of opmerkingen naar aanleiding van het verslag.
6.
Dijkversterking Hagestein-Everdingen. concept-nota dm:pskern Eyerdingen (CCD 1956)
Hieraan is t~ kennisneming toegevoegd het C~advies Hagestein-Everdingen (CCD 1898). De voorzitter nodigt de heer De Graaf uit om dit punt desgewenst namens het hoogheemraadschap in te leiden. De heer De Graaf schetst de voorgeschiedenis en brengt met behulp van op sch.erm getoond kaartmateriaal in beeld wat de planontwikkeling tot nu toe inhoudt. De voorzitter nodigt aanwezigen die willen inspreken uit het woord te nemen. Mevrouw Exler, woonachtig Lekdijk 36, zegt dat variant 3, ofwel ketting D-B.C, haar maakt tot de meest gedupeerde van de gehele groep van buitendijkse bewoners en pleit ervoor dat daar aandacht naar uitgaat. Spreker zal in die situatie een groat deel van de tuin verliezen en er bestaat zelfs een optie waarbij een groat deel van het huis verdwijnt (pagina 4. westelijk deel, B). Spreker dteert uit de plannota en vTaagt zich af hoe genoem.de aanpassing nog plaats zou kunnen vinden, gezien het feit dat spreker praktisch geen tuin meer overhoudt. Ten tweede is het zo dat het achterste deel zo gebouwd is dat, wanneer men in het water komt te zitten {watregelmatig .gebeurt), m.en boven kan wonen: daar zijii alle benodigde voorzieningen gesitueerd. Dat kan niet worden gemist. Komt de kade door de kilsloot en de kilsloot door de tuin te !open dan verliest spreker grond. uitzicht en blijft de overlast door hoog water bestaan. Spreker vindt dat de zomerkade ten noorden van de ldlsloot neergelegd dient te warden en ondersteunt wat dat betreft het voorstel van de projectgroep. De heer Jansen, woonachtig Lekdijk io, vindt het jam.mer dat halv~ege het jaar ineens uitgegaan moest warden van een integrale benadering dijkversterkingfRuimte voor de Rivier, omdat het proces daardoor onder tijdsdruk kwam te staan en dat ten koste ging van de zorgvuldigheid jegens de bewoners. Vorige week werd men voor het eerst met deze integratie tussen deze twee plannen geconfronteerd, met een notitie waar nogal wat op af te dingen viel. In deze bijeenkomst is gevraagd te kijken naar de optie A-B-A. waarbij voor het middendeel wordt afgezien van een zomerkade. In de notitie staat op pagina 3 dat de zomerkade aan de noordzijde van de kilsloot de huidige situatie het beste benadert. Spreker den.kt dat deze opvatting niet wordt gedeeld door bewoners van het middendeel, want deze verliezen in die situatie voor het groot:stc dee! hwi uitzicht. Spreker vraagt zich af of de optie A-B-A werkelijk serieus is beoordeeld, want kennelijk stond de keuze van de projectgroep voor de ketting A-A-A al vast. Ten aanzien van de landschappelijke implicaties is het de vraag waarom alternatief B voor het middendeel het slecht:st scoort. Spreker kan het daarbij opgenomen 'minnetje' niet verklaren en vraagt zich tevens afwelke atbreuk precies wordt gedaan aan cultuur-historische waarden bij optie B voor het middendeel. spreker. noemt enkele andere voorbeelden waaruit niet blijkt waarom optie B voor het middendeel negatief scoort ei-i heei.4: het gevoel dat deze opti.e is weggescl1reven. Zo is optie B goedkoper dan optie A. maar toch wordt eerstgenoemde optie van ee__n 'minteken' voorzien. Als de plusen mintekens tot een totaalbeeld warden gemaakt door deze te salderen dan scoort optie B voor het middendeel beduidend beter dan optie. A: hoe is dan de keuze voor A te verklaren? J3ij de stelling van de conclusies dat bij de keten A-A-A iedereen ongeveer hetzelfde nadeel en ongemak heeft plaatst spreker vraagtekens: immers, het maakt wat uit of men laag of hoog woont. Spreker dringt aan op heroveiweging en alle of bijna alle bewoners van het middendeel kiezen voor optie B, want door de zomerkade gaat het contact
..
3
van de bewoners van het middendeel met de uiterwaarden verloren. Met maatwerk is de aansluiting van A op B volgens de projectgroep niet onmcigelijk en spreker vraagt de CCD niet voor de weg van de minste weerstand te kiezen. · De heer De Graaf zegt dat de keten A-B-A in het in.aken van de aansluiting van B op A negatief werd beoordeeld omdat de tuinen waar die aansluiting gevonden meet worden naar het huis toe oplopen. Daamaast heeft A-B-A als planelogisch nadeel dat bij A naar de overkant van de kilsloot · overgestoken meet warden en dat bij de (oplopende) tuinen aan de binnenzijde van de kilsloet iets meet gebeuren. Het is dan nodig de kilsloet een aantal keren te k:ruisen en viakbij deze kilsloot is de gemeente van plan een riool te leggen. Het wordt problematisch om met een zware ka.de een aantal keren het riool te passeren. Verder ontbreekt bij A·B-A een eenduidige structuur over de gehele lengte en dat werd ook als negatief punt gezi.en. Ook wordt veel waarde gehecht aan de waterhuishouding van deze nogal kleine polder en de wetering speelt daarin een fundamentele rol, met ~ame waar het de bergingscapaciteit betreft. Spreker refereert aan de oplossing met de verlegging, die nogal hard door Rijkswaterstaat werd afgewezen en die vanuit diverse oogpunten nag niet zo slecht zou zi.jn geweest. Het probleem van minder uitzi.cht valt juist in het middendeel negal mee en dat argument geldt bijvoorbeeld sterker in het westelijke gedeelte. De plussen en minnen zijn niet zomaar bij elkaar op te tellen, want het gaat om verschillende gewichten en om vaak fractionele verschillen. Mevrouw Lens, bewoner van Lekdijk 2, neemt a1s derde inspreker het woord en hetgeep. zijn naar voren brengt is als bijlage bij dit verslag gevoegd Desgevraagd zegt inspreker dat zij lean word.en geacht te hebben gesproken. namens de bewoners van de huisnummers 2, 4. 6 en 8 (evenru.eel 10). De heer De Graaf is het oneens met de bewering dat de bewoners niet hierin gekend zijn. Aile woningen zijn bezocht en met alle bewoners is uitvoerig en meerdere malen gesproken. Ook ten aanzien van de herbouwoptie vend uitgebreide communicatie plaats. Er is op voet van gelijkwaardigheid met de bewoners gesproken, wat niet inhoudt dat in alle gevallen ruim baan is gemaakt voor de mening van die kant. De belangen. zijn dennate tegen.gesteld en uiteenlopend in dit gebied dat het onmogelijk is om het iedereen naar de zin te maken. Het hoogheemraadschap heeft de grootst mogelijke zorgvuldigheid betracht De voorz;.tter stelt de commissiebehandeling aan de orde. ··De heerVan Dijk 'Schetst de achterliggende discussie over de dijkverzwaring, waar uit kwam dat het belangrijk · zou zijn de karakteristieken van Everdingen waar het LNC-waarden betreft te behouden. Men kwam tot de keuze voor de keerm.uur en na verloop van tijd werd Ruimte voor de Rivier.aan dit plan als factor toegevoegd. Afgesproken werd dat in de nieuwe situatie de uitgangspunten die in overleg waren vastgesteld voor de dijkversterking gehandhaafd zouden blijven. Dat houdt in he~ behouden van de karakteristieken van Everdingen. Het heeft hem dan ook verbaasd dat bij een informatieavond die het hoogheemra.adschap op 28 september jl. verzorgde er plotseling meerdere varianten op tafel konden komen. Er konden zelfs op die avond aanpassingen warden aangedragen die vervolgens weer verwerkt zouden warden. Dat heeft de bewoners tevens verrast. Op 7 december vond weer een info-avond plaats waarin de varianten als uitgewerkt werden gepresenteerd. Tijdens die avond is verzocht variant A-B-A tevens uit te werken. Op 13 december werden de stukken ontvangen waarin ook de variant A-B-A figureerde. Op 14 december is daarover in de gemeentelijke dijkcommissie de discussie gevoerd en vandaag, op 17 december, moet de CCD een standpunt bepalen. Sprek:er zegt dat door de aangebrachte verandering zich in het plantraject een forse stroomversnelling voorde~d die het probleem met zich meebracht dat ter bestudering van de onderhavige stukken weinig tot geen tijd resteerde. Ook de insprekers duidden daarop. Het is te betreuren dat door het maken van deze combinatie dijkverzwaring-Ruimte voor de Rivier velen de mogelijkheid is ontnomen om de (aangepaste) plannen grondig te bezien. De heer Schiirmann zegt traditioneel gezien weer terug te moeten komen op het pontje en den.kt dat uitbreiding van die vaarroute mensen wat gemakkelijker in de gelegenheid kan stellen aan te sluiten op de snelle bootverbinding naar Rotterdam. Lezing van het stuk leverde spreker de conclusie op dat het goed mogelijk meet zijn om de zaak op te lessen in lijn met de gedachten van de projectgroep. Er is nog wat twijfel over de keuze A-A-A of A-B-A en te kiezen is voor de meest duurzam:e oplossing. Er ligt in deze omgeving een duidelijk stuk cultuur-historie, maar hoe breed is dat begrip op te vatten? Misschien is het geven van meer ruimte aan de rivier ook wel een daad van cultuur-historische betekenis. Voor de aangedragen oplossing is wel
..
4 te kiezen, maar spreker heeft daarbij de notie dat wellicht te snel vanuit een te eng en te detaillistisch perspectief op deze oplossing is ingezoomd. Bij wijze van leerzame exercitie zou het goed zijn eens te bekijken wat er gewonnen kan warden a1s een volstrekt andere variant wordt gekozen. Daar is door een groepje te vormen uit nu reeds betrokkenen naar te kijken. Een variant die als basis Ruimte voor de Rivier en de cultuurhistorie heeft, met mogelijkheden voor het scheppen van een win-win situatie. Mevrouw Will den.kt dat het merendeel der bewonei:s van het middendeel, dat de woonkamer beneden heeft. geconfronteerd wordt met verlies van uitzicht. Spreker zegt dat het feit dat de bewoners destijds ·voor een winterdijk achterlangs zou hebben gekozen en dat zij nu tegen de zomerkade zijn. te maken h.eeft met het gegeven dat men nu voor de damwand krijgt en aan de achterkant de zom.erkade: aan twee kanten gaat de zaak op de schop.
De heer Monster vraagt zich af aan welke variant de heer Scbtlnnann denkt:. waar hij meer winst voor ogen heeft, onder andere vanuit cultuur-historisch oogpunt. Er is tech al behoorlijk wat inventiviteit aan de dag gelegd om zover te komen ten opzichte van alle denkbare waarden. inclusief het wonen, als men nu is. Spreker moet de heer De Graaf beam.en en stellen dat geen oplossingen denkbaar zijn die iedereen tevreden stellen. Venier denkt spreker oak dat bij de voorgestelde oplossing het in ieder geval zoveel mogelijk het geval is dat de bewoners iil gelijke mate nadeel ondervinden. De A-A-A oplossing geeft een betere waterbeheersing .e n dat vindt spreker een belangrijk voordeel. De veiligheid geeft in dat een keer goed voortgang met dit project wordt geboekt. viant waar nu de belangen buitendijks nogal centraal warden gesteld liggen er uiteraard oak grote belangen binnendijks die een zekere veiligheid gegarandeerd dienen te krijgen. Het is. met het lange traject dat alle betrokkenen hebben doorlopen en een situatie waarin per woning precies bekend is wat er speelt. tijd om als CCD de knoop door te h.akicen en te b"eslissen over een definitief ad.vies. Zelfheeft sprek~ onvoldoende argumenten gehoord om de keuze voor de ketting A-A·A niet te ondersteunen.
.
De heer Westerhoven zegt dat toevoeging van het element Ruimte voor de Rivier maakt dat. als mevrouw Will stelt. er nu zowel aan de voorzijde a1s aan de achterzijd~ van de we>ningen iet:s moet gebeuren. Daardoor zou op een andere manier.tegen de plannen aangekeken kurinen warden. Als puur vanuit de optiek van veiligheid . naar de ontwikkelingen langs de rivierwordt gekeken en het zou mogelijk zijn daarin iedereen mee te krij$en dan heeft: de herbouwvariant verreweg de voorkeur. Daarin is helaas niet iedereen mee te krijgen en daarm.ee is die weg cifgesl9ten, want er zijn onv
wamin
De beer Rijsdijk kan zich geen plan in het binnenkort 25-jarige- bestaan van de CCD herinneren waarbij iedereen met volle tevredenheid kon instemmen met de gekozen oplossing. Spreker heeft het schema met plussen en minnen erbij genomen, het plan doorlopen en moest tot de conclusie komen dat de beste oplossing per deel (west. midden, oost) leidt tot de ketting D-B-C. Dat is dan ook de duurste oplossing, maar dat is te verdisconteren met de kosten van de keermuur. De heer De Graaf verwijst naar zijn eerdere opmerking dat alle plussen en minnen niet hetzelfde gewicht, dezelfde waarde, hebben. Desgevraagd zegt spreker dat die kanttekening oak opgeld doet bij de a:tWeging die tot A-A-A leidt. Naast die plussen en minnen is vervolgens natunrlijk ook een eigen visie op het plan geprojecteerd en de heer Westerhoven zei zojuist iets over eenduidigheid wat daarbij te betrekken is. De opties D en C liggen problematisch bij bewoners en de bekostiging van de duurste variant is niet uit de keermuur te halen, want deze blijft deels intact. In reactie op de woorden van de heer Schfumann zegt spreker dat eerder getracht is een zeer gedw:fd plan neer te ieggen en verder te brengen. Spreker duidt op het soort stedebouwkundig en cultuur-historisch verantwoorde herbouwplan, v.raarvoor geen volledige steun te vinden was. Er waren van alle kanten intenties om volledig achter die duurste variant te gaan staan. indien de bewoners er ook over de voile breedte voor zouden kiezen. Om binnen de keuze herbouw, ringdijk (omlegging), keermuur nu weer dezelfde discussie aan te gaan, want dat gebeurt ongetwijfeld, acht spreker niet zinvol.
•'
5 De voorzitter geeft het aanwezige publiek nogmaals gelegenheid wat naar voren te brengen. Mevrouw Exler. Lekdijk 36, zegt met de bewoner van Lekdijk 34 contact te hebben gehad en moet melden dan men van die kant oak niet te vinden is voor het ophogen van de tuinen, teiwijl zij daar eerder anders over dachten. Dat komt omdat in de ketting A-B-A oak de aansluiting op de zomerkade vanuit hun tuin plaats zou vinden. De heer Iansen, Lekdijk 20, vindt dat het hoogheemra.adschap wel een goede paging heeft gedaan om met bewoners te communiceren, wat onverlet laat dat tijd tekortschiet om goed hiernaar, naar deze aangepaste plannen, te kijken. Spreker benadrukt niet voor de ketting A-B-A te zijn, maar voor de ketting x-B-x. want hij wenst geen uitspraken te doen die bewoners van het westelijk en oostelijk deel beter zelf kunnen doen. Spreker duidt er in verband met de waterbeheersing en het watersysteem op dat er varianten x-B-x te bedenken zijn waarbij niet twee kleine poldertjes onCitaan en vraagt zich af of het punt riolering werkelijk wel zo'n 'hot item' .is. Waar eenduicligheid tegenover· maatwerk wordt gezet wil spreker tech voor het laatste kiezen. De plussen en minnen heeft spreker niet opgeteld, maar daar wel goed naar gekeken. Indachtig wat d.e·heer De Graaf over gewicht van plussen en minnen zegt is er toch Diet aan te ontkomen dat de 'B' in A-B-A minimaal zo goed scoort als de 'A' in A·A-A. langs welke as van het schema dat nu oak wordt afgelezen. De heer De Graafzegt in reactie op vorige spreker dat toch aan de hoofdlijn vast te houden is die hij eerder trachtte te schetsen. Het samenstel van alles wat spreker in eerste termijn noemde leidt tot de keuze A-A-A en sommige elementen daar\lan zullen wat subjectief: op het geheel valt toch weinig af te dingen. De heer Van Dijk denkt dat de keten A-A-A geed hanteerbaar is voor het vervolgtraject. De heer Schfumann vermoedt dat de ketting A-A-A de meest reele optie vormt. Spreker zou zich voor kunnen stellen dat men, in de sfeer van de veiligheid, oak met A-B-A uit de voeten kan. Spreker zou geen tegenstander van laatstgenoemde optie zij als deze toch nog wordt opgepakt en verder wordt gedragen. De heer Monster zegt bij zijn eerdere keuze te blijven. De heer Westerhoven zou de led.en willen adviseren de optie A-AA te kiezen. . . .. ·- .... - .,. - -- -o. · ····· -
... _......,._ ....... .
De heer Riisdijk heeft dit nag eens bekeken en zegt bij zijn eerdere conclusie, dat een variant D-B-C de beste oplossing is, te moeten blijven. De heer Van Ooijen karakteriseert de A-A-A variant a1s een van de meest praktische keuzes. Het is zeer jam.mer dat de variant van volledige herbouw geen doorgang kan vinden._ · De heer I<arssemeijer sluit zich aan bij de woorden van vorige spreker. De heer Doekes denkt dat de variant A-A-A leidt tot een goed aaneensluitend geheel. De heer Focke vraagt zic:h af ofiedereen hetzelfde beoogt. waar is gesteld dat de 'karakteristiek.' van Everdingen bewaard moet blijven. Met het voorstel dat met de variant A-A-A wordt voorgelegd denkt spreker dat de vraag aan de orde is ofhet buitendijks wonen in vergelijking met het binnendijks wonen nag dezelfde lading krijgt. Spreker ziet wel wat in de aanzet die de beer Schiirmann in eerste termijn trachtte te geven en zet vraagtekens bij bijlage 4, waar de buitend.ijkse bewoners toch weer in een apart 'poldertje' komen te wonen: is dat nou het behouden van de karakteristiek? Spre.ker is voor volledige herbouw, omdat genoemde karakteristiek daannee beter te behouden is. Mevrouw Ingen Housz zegt dat RoR grate vraagtekens zet bij het cultuur-historische gehalte van de herbouw van woningen a.an de dijk. zoals deze wordt gepresenteerd in het boekje 'Aan de dijk gezet'. Wat dat betreft is RoR het oneens met de Bond Heemschut en Natuurmonumenten en wordt niet voor herbouw gekozen, in de wetenschap dat daar dan op zo'n manier vorm aan gegeven wordt De heer De Graaf herinnert eraan dat de
dis~ssie
over herbouw destijds zeer uitgebreid is gevoerd aan de
-~
6 hand van de totale herbouwvariant die werd gepresenteerd. Spreker denkt niet
7.
Rondvraag
Mevrouw Will zegt dat er van de kant van bewoners een verzoek is richting hoogheemraadschap. voor de situatie waarin de zomerkade er is. Die luidt om alles te doen om het water zo laat mogclijk in te laten en zo snel mogelijk uit te laten. Dijkgraaf Wind zegt dat dit samenhangt met de te nemen peilbesluiten en daar moet nag overleg over plaatsvinden. De bewoners zijn daarbij te betrekken.
.
~
Mevrouw Will zegt dat de bewoners erop aandringen om bij de uitvoering van het werk met zo klein mogelijk machines en apparaten te werken. Juist de grote machines zorgen voor veel trillingen. met alle eventuele nare gevolgen Van. dien. De heer De GJ:aaf antwoordt dat bij uitvoering van werk uiteraard. en dat is standaard procedure, rekening wordt gehouden met omliggende bebouwing. Het is echter nooit helema.al e.TJ. altijd te voorkomen dat trillingen aan de omgeving word.en doorgegeven. Er wordt in het bestek naar gekeken en voor het overige is er niet de ruimte om zaken al te grootschalig, met grote machines en apparaten, aan te pakken. De heer Van Dijk denkt dat het hoogheemraadschap de vrees bij bewoners moet wegnemen en gewoon moet garanderen dat er niet m~t zwaar materieel wordt gewerkt. Mevrouw Will zegt dat het rapport over eventuele overlast door muggen neg steeds niet voorligt. De conclusies daaruit zouden gevolgen voor de inrichting van de uiterwaarden kunnen hebben, als bijvoorbeeld blijkt dat een bepaald type water veel muggen voortbrengt. Spreker gaat er vanuit dat dit rapport er de volgende CCDvergadering wel is en dat het tegen het licht van de inrlchting van deze uiterwaarden is gehouden. De heer De -·- ., , ~ ·. ·- -· .. . Graaf denkt dat dit te regelen is. ·· .. ·· - - -· - -- · 8.
Sluiting
De voorzitter spreekt de heer De Graaf toe, daar dit de laatste CCD-vergadering is die hij namens het hoogheemraadschap zal bijwonen. Laatstgenoemde ging altijd rustig en geduldig op alle naar voren gebrachte argumenten in en nam daarbij altijd iedereen even serieus. De CCD za1 zijn aanwezigheid node missen en spreker overhandigt de beer De Graaf een kleine attentic namens de CCD en wenst hem veel geluk in de periode die volgt. De heer De Graafbedankt voor de vriendelijke woorden en zegt de CCD altijd een prettig gezelschap te hebben gevonden om voor en in te werken. De steekwoorden opbouwend en zakelijk met aandacht voor elkaars argumenten passen in dat kader. Spreker wenst de commissie sterkte en wijsheid toe. De voorzitter sluit de vergadering met dank aan de aanwezigen.
-