ce
Provincie Zeeland
Beschikking van gedeputeerde staten van Zeeland
Aan:
Cargili B.V. Nijverheidsstraat 1 4551 LA SAS VAN GENT
Kenmerk:
12003198/Wa.11.112
Afdeling:
Milieuhygiene
Datum:
3februari2012
Onderwerp:
Omgevingsvergunning op • aan Cargili B.V.
Samenvatting besluit Wij hebben besloten om op 3 februari 2012 aan Cargili B.V. te Sas van Gent de gevraagde vergunning voor het uitbreiden van de productiecapaciteit van ethanol te verlenen.
Inhoudsopgave
1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING Onderwerp Besluit Ondertekening In werkingtreding Rechtsmiddelen Afschriften
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6
OVERWEGINGENALGEMEEN..... Gegevens aanvrager Projectbeschrijving Huidige vergunningsituatie Bevoegd gezag Volledigheid van de aanvraag en opschorting procedure Procedure (regulier) en zienswijze
3 3.1 3.2 3.3
TOETSINGSKADER MILIEU........ Inleiding Toetsing miiieuneutraie of -vriendeiijke verandering Conclusie
3 3 3 3 3 4 4 .....5 5 5 6
BESLUIT OMGEVINGSVERGUNNING 1.1
Onderwerp
Wij hebben op 20 december 2011 een aanvraag voor een omgevingsvergunning ontvangen van Cargill B.V. Het betreft een aanvraag voor het uitbreiden van de productiecapaciteit van ethanol naar 600.000 hl/jaar. De aanvraag heeft betrekking op de locatie Nijverheidssiraat 1 te Sas van Gent. De aanvraag is geregistreerd onder het nummer 11451147. Concreet wordt verzocht om een vergunning ex artikel 2.1, lid 1, onder e (milieu). 1.2
Besluit
Wij besluiten, gelet op de overwegingen die zijn opgenomen in deze vergunning en gelet op artikel 2.1 en 2.2 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht: i
de omgevingsvergunning te verlenen voor het uitbreiden van de productiecapaciteit van ethanol naar 600.000 hl/jaar; dat de aanvraag inclusief bijlagen, zoals geregistreerd onder nummer 11451147, onderdeel uit maakt van deze vergunning.
II 1.3
Ondertekening
gedeputeerde staten, namens dezen,
mevr. rarnngn. Jansen, hoofd afdeling Milieuhygi&ne.
1.4
In werkingtreding
De beschikking treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking. Tegen het besluit kan binnen zes weken na bekendmaking bezwaar worden aangetekend. Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van het besluit niet. Hebben u of derde beSanghebbenden er veei belang bij dat dit besluit niet in werking treedt, dan kan een voorlopige voorziening worden gevraagd. Wanneer een voorlopige voorziening wordt aangevraagd treedt de beschikking pas in werking nadat hierover een beslissing is genomen. 1.5
Rechtsmiddelen
BeSanghebbenden kunnen schriftelijk bezwaar maken tegen dit besluit bij: Gedeputeerde Staten van Zeeland, ta.v. de secretaris van de commissie voor bezwaarschriften, Postbus 6001, 4330 LA Middelburg. In het bezwaarschrift neemt u ten minste op uw naam en adres, de dagtekening van het bezwaarschrift, tegen welk besiuit u bezwaar maakt en waarom. Het bezwaarschrift dient te worden ondertekend. U moet het bezwaarschrift indienen binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt. Doorgaans is dat de dag na de datum van verzending. Overschrijding van de inzendtermijn kan ertoe leiden dat met uw bezwaren geen rekening wordt gehouden.
Als u overweegt bezwaar te maken, kunt u een informatiefoider aanvragen op teiefoonnummer 0118631400. U kunt de informatie ook downloaden via http://loket.zeeiand.nl/bezwaar/bezwaar. Wij wijzen u erop dat het bezwaar niet de werking van het besluit schorst. U kunt een verzoek doen tot het treffen van een voorlopige voorziening (artikei 8:81, lid 1 van de Algemene wet bestuursrecht). U richt het verzoek aan de voorzieningenrechter van de rechtbank, Postbus 5015, 4330 KA Mid del burg. Voor de behandeling van het verzoek is griffierecht verschuldigd. 1.6
Afschriften
Een afschrift van deze beschikking wordt gezonden aan: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Terneuzen de Veiiigheidsregio Zeeland Rijkswaterstaat, directie Zeeland de Inspectie van Infrastructuur en Milieu de Inspectie van Sociale zaken en werkgeiegenheid.
2
OVERWEGINGEN ALGEMEEN 2.1
Gegevens aanvrager
Op 20 december 2011 hebben wij een aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) ontvangen. Het betreft een verzoek van Cargil! B.V. 2.2
Projectbeschrijving
Het project waarvoor vergunning word! gevraagd is ais volgt te omschrijven: het uitbreiden van de productiecapaciteit van ethanoi naar 600.000 hl/jaar. Door efficientieverbeteringen in het fermentatieproces (de vergisting) kan met dezelfde installaties meer ethanoi worden geproduceerd. 2.3
Huidige vergunningsituatie
Op 20 april 2004, kenmerk 0403626/17 hebben wij aan Koninklijke Nedalco B.V. een vergunning ingevolge de Wet milieubeheer (thans omgevingsvergunning in het kader van de Wabo) verleend voor het oprichten en in werking hebben van een indenting, gelegen de Nijverheidsstraat 1 te Sas van Gent. Verder zijn de volgende omgevingsvergunningen (milieu) verleend: - Meiding art. 8,19 Wm tb.v. het veranderen van de terreinindeling, geaccepteerd op 28 September 2004 met het kenmerk 0409911; - Wijzigingsvergunning t.b.v. het bouwen van een scheepsverlading van 14 november 2006 met het kenmerk 0613232; - Melding art. 8.19 Wm t.b.v. het bijplaatsen van een opslagtank voor consumptiealcohol, geaccepteerd op 20 Jul* 2007 met het kenmerk 0707586; - Melding art. 8.19 Wm tb.v. het plaatsen van een weegbrug, geaccepteerd op 7 mei 2008 met het kenmerk 08014013; - Melding art. 8.19 Wm t.b.v. het uitbreiden van het laboratorium en het afvoeren van tarwegistconcentraat per as, geaccepteerd op 2 augustus 2008 met het kenmerk 10025296; - Melding art. 8.19 Wm t.b.v. het produceren van absolute alcohol, geaccepteerd op 3 februari 2010 met het kenmerk 10007449. Per 1 april 2011 is Koninklijke Nedalco B.V. overgenomen door Cargil! B.V., waardoor in de huidige situatie sprake is van een inrichting, Cargiii B.V. De voorschriften van de onderliggende (milieu)vergunningen zijn van overeenkomstige toepassing op de aangevraagde verandering, tenzij de aard van de vergunning en/of de aard van de veranderingen zich daartegen verzetten. 2.4
Bevoegd gezag
Gelet op bovenstaande projectbeschrijving, alsmede op het bepaaide in hoofdstuk 3 van het Besluit omgevingsrecht (Bor) en de daarbij horende bijlage zijn wij het bevoegd gezag om de integrate omgevingsvergunning te verienen of (gedeeltelijk) te weigeren. Daarbij zijn wij er procedureel en inhoudelijk voor verantwoordelijk dat in ons besluit alle aspecten aan de orde komen met betrekking tot de fysieke leefomgeving, zoals ruimte, milieu, natuur en aspecten met betrekking tot bouwen, monumenten en brandveiligheid. Verder dienen wij ervoor zorg te dragen dat de aan de omgevingsvergunning verbonden voorschriften op elkaar zijn afgestemd.
2.5
Volledigheid van de aanvraag en opschorting procedure
Na ontvangst van de aanvraag hebben wij deze getoetst op volledigheid. Wij zijn van oordeel dat de aanvraag voldoende informatie bevat voor een goede beoordeling van de gevolgen van de activiteit op de fysieke leefomgeving. De aanvraag is dan ook in behandeling genomen. 2.6
Procedure (regulier) en zienswijze
Deze beschikking is voorbereid met de reguliere voorbereidingsprocedure als beschreven in paragraaf 3.2 van de Wabo, Gelet hierop hebben wij op 28 december 2011 conform artikel 3.8 Wabo van de aanvraag kennis gegeven in het ZeeuwsA/laams Advertentiebiad.
3
TOETSINGSKADER MILIEU 3.1
Infolding
De aanvraag heeft betrekking op het veranderen van de werking van een inrichting of mijnbouwwerk als bedoeld in artikel 2.1, lid 1 aanhef en onder e Wabo. De Wabo omschrijft in artikel 2.14 het milieuhygienische toetsingskader van de aanvraag. Een toetsing aan deze aspecten heeft plaatsgevonden. 3.2
Toetsing milieuneutrale of-vriendelijke verandering
De Wabo bepaait in artikel 2.14, iid 5 dat een omgevingsvergunning voor een milieuvriendelijke of milieuneutrale verandering kan worden verleend als voldaan wordt aan de voorwaarden uit artikel 3.10, lid 3 van de Wabo. Hieruit volgt dat de gevraagde vergunning kan worden verleend indien de realisering van de met deze aanvraag beoogde verandering van de inrichting of verandering van de werkwijze binnen de inrichting; ~ niet zal leiden tot andere of grotere nadelige gevolgen voor het milieu dan volgens de geldende vergunning zijn toegestaan; - niet zai leiden tot het ontstaan van een andere inrichting dan waarvoor vergunning is verleend; en - niet m.e.r.-plichtig is. Naar aanleiding van de ingediende aanvraag en de daarbij overgelegde gegevens concluderen wij dat de aangevraagde verandering hieraan voldoet. Wij hebben hierbij het volgende overwogen: Geur Door de uitbreiding van de ethanolproductie neemt de hoeveelheid afgassen toe. Deze afgassen vormen de belangrijkste geurbron van de ethanolproductie. De afgassen worden door een gaswasser en een biofilter geleid, De capaciteit van deze voorzieningen is voldoende. De toename van de afgassen zal daardoor niet leiden tot een overschrijding van de reeds vergunde geuremissie. Externe veiliqheid Voor externe veiligheid zijn door het ultbreiden van de productiecapaciteit van ethanol geen veranderingen te verwachten. In de bestaande kwantitatieve risicoanalyse (QRA) is voor de overslag van ethanol reeds gerekend met een ethanolproductie van 600.000 hl/jaar. Verkeer In de huidige situatie wordt 400.000 hl/jaar aan ethanoi geproduceerd via fermentatie. Daarnaast wordt per jaar 100.000 hi aan ruwe alcohol aangevoerd per as om zuivere ethanol van te maken. Totaal wordt in de huidige situatie 500.000 hi aan ethanol per as afgevoerd per jaar. Na de uitbreiding van de productiecapaciteit van ethanol naar 600.000 hl/jaar vindt geen aanvoer van ruwe alcohol meer plaats. Dit betekent dat het aantal verkeersbewegingen met de aangevraagde situatie per saldo niet zai veranderen. De aanvoer van ruwe alcohoi per as zal alleen nog piaatsvinden wanneer de eigen ethanolproductie niet toereikend is. in deze situatie zal het aantal verkeersbewegingen (aan- en afvoer) totaal niet meer bedragen dan de huidige situatie. Op de andere milieuaspecten treden geen wijzigingen ten opzichte van de vergunde situatie op. Derhalve zijn wij van mening dat deze wijziging geen extra milieuhygienische gevolgen heeft. Mer-plicht / mer-beoordelingspiicht Ten aanzien van de onderhavige wijziging is geen sprake van een mer-plicht. Onderzocht is of een mer-beoordelingspiicht van toepassing is. Zowel categorie 21.6, 34.5 als 40 zijn niet van toepassing op de uitbreiding van de productiecapaciteit van ethanol.
3.3 Conclusie Vanuit het toetsingskader, dat betrekking heeft op het veranderen van een inrichting, zijn geen redenen aanwezig om de omgevingsvergunning te weigeren.