Begrutting 2012
Begroting 2012
Gedeputeerde Staten van Fryslân 13 september 2011
Colofon Provincie Fryslân Bezoekadres: Snekertrekweg 1 (per 7 november 2011: Tweebaksmarkt 52), Leeuwarden Postadres: Postbus 20120 8900 HM Leeuwarden internet: e-mail: tel: fax:
www.fryslan.nl
[email protected] 058-292 59 25 058-292 51 25
Afdeling Financiën, Planning en Control e-mail: tel.:
[email protected] 058-292 56 28
Inhoudsopgave Hoofdstuk
Pagina
Foaropwurd Inleiding Begroting in één oogopslag
5 7 13
Beleidsbegroting
17
1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 1.10
Programmaplan Programma 1 - Bestuur en veiligheid Programma 2 - Verkeer en vervoer Programma 3 - Wetter Programma 4 - Milieu Programma 5 - Lanlik gebiet Programma 6 - Economie, toerisme en recreatie Programma 7 - Sociaal beleid en zorg Programma 8 - Kultuer, taal en ûnderwiis Programma 9 - Ruimte en wonen Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
19 21 31 43 53 69 85 103 113 127 137
2
2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8 2.9
Paragrafen Introductie op de paragrafen Paragraaf 1 - Provinciale heffingen Paragraaf 2 - Weerstandsvermogen Paragraaf 3 - Onderhoud kapitaalgoederen Paragraaf 4 - Financiering Paragraaf 5 - Verbonden partijen Paragraaf 6 - Grondbeleid Paragraaf 7 - Bedrijfsvoering Paragraaf 8 - Handhaving Paragraaf 9 - Nuon-middelen
143 143 145 149 157 161 167 179 185 199 203
3 3.1 3.2 3.3 3.4
Financiële begroting Introductie op de financiële begroting Ontwikkeling financieel kader Overzicht van baten en lasten en investeringen Uiteenzetting financiële positie
209 211 213 217 225
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
Bijlagen Opgeleverde en onderhanden investeringen Begrotingshistorie per programma Overzicht van structurele en incidentele budgetten Verloop van de vaste activa Verloop van de reserves, voorzieningen en overlopende passiva Overzicht eindige tijdelijke budgetten 2011 Raming van het EMU-saldo Aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen Overzicht voorstellen uit Uitvoeringsprogramma 2011-2015 Gronden waarop de ramingen in de Begroting zijn gebaseerd Subsidiestaat
229 231 237 249 253 255 259 263 265 267 271 273
Foaropwurd Dit is de earste begrutting dy’t wy presintearje nei de Steateferkiezings fan maart 2011. Der steane lykwols gjin ferrassings yn, want dizze begrutting is basearre op it koalysje-akkoart en it troch ús kolleezje fêststelde útfieringsprogramma dat dêrby heart. Wy hawwe besocht om it finansjele ramt foar de folsleine bestjoersperioade fan fjouwer jier, dus yn prinsipe oant de nije ferkiezings, op in lykwichtige wize stal te jaan. Wy wolle in betroubere oerheid wêze. Mei in solide finansjeel belied, dat noch romte jout om te reagearjen op tebeksetters en kânsen yn de takomst. It resultaat is dat de provinsje de earstkommende fjouwer jier ynvestearje kin yn de Fryske mienskip en der ek yn de takomst noch finansjele romte is. It is in bewuste kar om yn dizze ekonomysk mindere tiid in ympuls jaan te kinnen oan de Fryske ekonomy. Provinsjes krije de kommende jierren minder jild fan it Ryk, dat it Provinsjefûns ferlege hat. Tagelyk giet de desintralisaasje fan taken troch, faaks mei in koarting op it budzjet. Dat betsjut dat wy mear mei minder jild dwaan moatte, mar ek dat wy folle faker dúdliker wêze moatte yn ús kar as yn it ferline. Wy moatte skerper oan ‘e wyn sile. Dizze begrutting lit dat sjen. Wy besunigje of skrasse, wylst wy oan de oare kant ynvestearje of der in noch in skeppe boppe-op dogge. Sjoch bygelyks nei de leefberens op it plattelân, nei ûnderwiis/kennis en nei griene, duorsume enerzjy. Guon strukturele taken dy’t oant no ta ynsidinteel finansiere waarden, sille wy no struktureel finansierje, wylst it strukturele útjeftepatroan yn dizze begrutting net heger mar leger wurden is. Oerheden en organisaasjes yn Fryslân rinne tsjin deselde tûkelteammen oan as wy. Wy binne inoar mear as yn it ferline fanneden om Fryslân de moaiste provinsje fan Nederlân bliuwe litte te kinnen. Mei de mienskipssin dy’t der yn dizze provinsje is, moat dat slagje. Mei-inoar en foar inoar, dat is ommers Fryslân? Deputearre Steaten fan Fryslân
5
6
Inleiding Dit is de eerste Begroting van het college dat na de verkiezingen van maart 2011 is aangetreden. Deze eerste Begroting bevat de nieuwe ambities en accenten voor de huidige collegeperiode. In deze Begroting is het beleid uit het Coalitieakkoord en het Uitvoeringsprogramma integraal en taakstellend verwerk. Dit binnen de kaders van een gezond financieel beleid. Hieronder geven we de belangrijkste doelstellingen uit het Coalitieakkoord en het Uitvoeringsprogramma weer en gaan we in op belangrijke bestuurlijke en financiële ontwikkelingen voor de periode 2012-2015.
Van Coalitieakkoord naar Begroting 2012 PvdA, CDA en FNP vormden na de verkiezingen van maart 2011 een nieuw college. Onze voornemens voor de komende vier jaar hebben we opgeschreven in het Coalitieakkoord 20112015 ‘Nije enerzjy foar Fryslân’. Dit Coalitieakkoord is op 20 april jl. door uw Staten vastgesteld. Het Coalitieakkoord staat in het teken van ‘nieuwe energie’ voor de provincie en geldt in het bijzonder voor de thema’s leefomgeving, inwoners, economie en openbaar bestuur. In het Coalitieakkoord zijn voor elk thema de te behalen resultaten vastgelegd. Op hoofdlijnen wordt in het Coalitieakkoord ingezet op: een provinciaal netwerk van voorzieningen (onderwijs, cultuur, zorg, sport en welzijn) die de leefbaarheid en de ‘mienskipssin’ bevorderen. het in vertrouwen aan burgers en organisaties de ruimte geven eigen initiatieven te ontplooien. Duurzaamheid is het leidende principe in al ons handelen. Geïnvesteerd wordt in duurzame innovaties, bijvoorbeeld op het terrein van energie. integraliteit van beleid en van de manier waarop we beleid maken en uitvoeren. een stevige Friese economie met het accent op economische structuurversterking; van betere bereikbaarheid tot het inzetten van digitale hulpmiddelen. een goede aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt; met je diploma meetellen en meedoen. Nieuw is dat we ons Coalitieakkoord hebben uitgewerkt in het Uitvoeringsprogramma 20112015, ‘Koersfest mei nij realisme’. In dit Uitvoeringsprogramma maken we onze voornemens en resultaten uit het Coalitieakkoord concreet. In het Uitvoeringsprogramma geven we per resultaat aan wat we gaan doen en welke middelen we hiervoor willen inzetten. Het Uitvoeringsprogramma geeft ons mogelijkheden beter te sturen op de realisatie van onze voornemens uit het Coalitieakkoord. Halverwege deze collegeperiode rapporteren we in de Staat van Fryslân over de voortgang van het Coalitieakkoord. Samen met het eerder vastgestelde beleid vormt het Uitvoeringsprogramma de basis voor de Begroting 2012. De gewenste resultaten, de voorstellen en de bezuinigingen uit het Uitvoeringsprogramma zijn apart herkenbaar in de beleidsprogramma’s van de Begroting opgenomen. Anders beleid maken en uitvoeren Veel ambities uit het verleden zijn in gang gezet en waargemaakt. Dat kon ook omdat bij het hoge ambitieniveau van toen ook voldoende middelen beschikbaar waren. Dat is nu wel anders. We zullen meer dan in de afgelopen perioden zorgvuldig moeten kijken hoeveel en waar we ons
7
geld aan uitgeven. Uitgangspunt zijn de te behalen resultaten uit het Coalitieakkoord. Bezuinigen moeten we ook. Niet alleen om de teruglopende inkomsten op te vangen, maar ook om nieuwe structurele uitgaven te dekken met structurele bezuinigingen. Ook met minder geld willen we nog veel bereiken, onder andere door onze werkwijze te vernieuwen. Door gericht en samen met partners en doelgroepen integraal beleid te formuleren en uit te voeren, geven we inhoud aan een vernieuwende provinciale werkwijze. Door te werken met dynamische beleidsagenda’s gaan we voor een permanente afstemming tussen beleid en middelen zorgen. Voor deze nieuwe werkwijze wordt onze organisatie klaargestoomd. Daarbij werken we toe naar een dynamischer en slankere organisatie.
Bestuurlijke ontwikkelingen Bestuursakkoord Op 21 april jl. is het Bestuursakkoord 2011-2015 ondertekend door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal Overleg, de Unie van Waterschappen en het Rijk. Ons college heeft, samen met de colleges van Noord-Holland en Flevoland niet ingestemd met dit Bestuursakkoord. Voornaamste reden hiervoor is dat het Bestuursakkoord een aantal onduidelijkheden bevat over de financiële gevolgen van de decentralisatie van taken. Op die manier kunnen wij er geen verantwoord besluit over nemen. Daarom hebben wij u op 24 mei jl. geadviseerd niet in te stemmen met het Bestuursakkoord. Tenzij nog vóór de behandeling in PS op 13 juli de gewenste duidelijkheid zou ontstaan over een aantal essentiële onderdelen van het Bestuursakkoord. Dit betrof o.a. het dossier Natuur en Landelijk Gebied en de BDU Verkeer en vervoer. De gewenste duidelijkheid is niet voor 13 juli gekomen. Wij hebben toen besloten het besluit over het Bestuursakkoord niet aan u voor te leggen. Vervolgens koersten we af op de Statenvergadering in september, er van uitgaande dat er dan meer duidelijkheid zou bestaan over bovengenoemde aspecten. Op dit moment is deze duidelijkheid er nog niet. Zodra dit wel het geval is komen we hier bij u op terug. Kerntaken In het Bestuursakkoord wordt het profiel van de bestuurslagen beschreven. Als provinciale kerntaken worden genoemd: ruimte, economie en cultuur, waar dit de lokale taken overstijgt. De provincies zijn verantwoordelijk voor de inrichting van het landelijk gebied en voor het regionale beleid voor natuur, recreatie en toerisme, structuurversterking van de landbouw en de leefbaarheid. Ook het toezicht op gemeenten is een provinciale taak. In ons Coalitieakkoord onderschrijven wij deze kerntaken. In het Bestuursakkoord is als uitgangspunt opgenomen dat maximaal twee bestuurslagen verantwoordelijk zijn voor een beleidsterrein. Decentralisatie van rijkstaken Belangrijk onderwerp in het Bestuursakkoord is de decentralisatie van taken van het Rijk naar provincies en gemeenten. Doel is vooral het ruimtelijke profiel van de provincies te versterken. Hierover zijn principe- en procesafspraken gemaakt die nog uitgewerkt moeten worden in deelakkoorden. Voor de provincies gaat het om taken op het terrein van het regionaal economisch beleid, natuur, ruimtelijke ordening en verkeer en vervoer. Jeugdzorg wordt geleidelijk van de provincies naar de gemeenten overgeheveld. Herindelingen Wij vinden het onze taak om als regisseur het evenwicht en de samenhang van de bestuurlijke ontwikkelingen in Fryslân te bewaken. Daarvoor hebben wij een toetsingskader opgesteld.
8
De door ons ingestelde commissie van wijzen heeft het rapport ‘Meer burger, minder bestuur’ gemaakt. Dit rapport is ons referentiekader in de gesprekken met de gemeenten over de lokaalbestuurlijke inrichting. Daarbij maken we duidelijk dat de provincie herindeling van gemeenten niet oplegt. Als gemeenten kiezen voor herindeling vinden wij het belangrijk dat helder is wat hiervan de winst voor inwoners is. Bovendien moet het voornemen rekenen op een brede steun van de bevolking. Samenwerking en koöperaasje Om onze ambities te realiseren ligt in het Coalitieakkoord de nadruk op samenwerking met de Frieske Mienskip. Met elkaar zijn wij in staat om Fryslân de mooiste provincie van Nederland te laten blijven.. Samen stellen we realistische doelen en voeren we een eigen Friese koers Samenwerken in Noordelijk verband doen we onder andere via het SNN, maar dan wel met een efficiëntere en slankere SNN-organisatie. Samenwerken met de vier grote kernen doen we onder andere door middel van samenwerkingsagenda’s. De samenwerking in het kader van Kooperaasje Fryslân met gemeenten, wetterskip en maatschappelijke organisaties in de Friese plattelandsregio’s doen we met behulp van de streekagenda’s.
Onzekere economische ontwikkelingen Sinds de economische krimp in 2009 en het gematigde herstel in 2010 is er nog steeds sprake van weinig optimistische vooruitzichten. Naar verwachting zal de Miljoenennota gebaseerd worden op naar beneden bijgestelde groeicijfers. Een lagere groei heeft consequenties voor de financiële positie van het Rijk. Dat kan dan ook de provincies raken, bijvoorbeeld via het provinciefonds of via bezuinigingen op specifieke uitkeringen van het Rijk. Een lagere economische groei kan ook gevolgen hebben voor de opbrengst uit de opcenten motorrijtuigenbelasting. In deze Begroting is zo goed mogelijk rekening gehouden met deze ontwikkelingen.
Provinciefonds Uit de meicirculaire van het Rijk blijkt dat het Rijk vanaf 2012 rekening houdt met een hogere groei van de rijksuitgaven. Dit houdt verband met vertraging in de uitvoering van de rijksbezuinigingen. De hogere groei van de rijksuitgaven leidt tot een hogere uitkering uit het provinciefonds voor 2012 en verdere jaren dan waarmee in de decembercirculaire 2010 rekening was gehouden. De voorziene korting van het provinciefonds voor onze provincie valt lager uit dan vorig jaar werd verwacht: circa € 18 miljoen in plaats van € 25,5 miljoen. Deze korting vloeit voort uit het besluit van het vorige kabinet het Provinciefonds met ingang van 2011 structureel met € 300 miljoen te korten. De meicirculaire geeft weinig inzicht in de ontwikkeling van het Provinciefonds na 2012 omdat de consequenties van de decentralisatie van taken nog niet bekend zijn. Vooral de decentralisatie op het gebied van natuur zal grote financiële consequenties voor ons hebben. Deze zijn nog niet in de Begroting verwerkt. Het Rijk heeft een nieuwe verdeling van het provinciefonds gemaakt. In de nieuwe verdeling wordt een onderscheid gemaakt tussen beheer- en ontwikkeltaken. Het beheerdeel betreft jaarlijks terugkerende kosten, zoals salariskosten en huisvestingskosten. Het ontwikkeldeel heeft betrekking op taken zoals aanleg van nieuwe wegen, integrale gebiedsontwikkeling, natuur en
9
bodemsanering. Daarnaast houdt de nieuwe verdeling rekening met verschil in vermogen van provincies. Provincies die veel inkomsten uit vermogen hebben moeten een groter deel van de taken zelf betalen. Vooral de consequenties op langere termijn van het ontwikkeldeel zijn nog onduidelijk. Trap op, trap af-systematiek Vanaf 2012 wordt deze systematiek, d.w.z. de koppeling van het Provinciefonds aan de rijksuitgaven, weer toegepast. Vanwege de economische crisis was deze systematiek in de periode 2009 t/m 2011 buiten werking gesteld. Nu deze systematiek weer wordt ingevoerd werken rijksbezuinigingen en – intensiveringen weer evenredig door naar het provinciefonds. Zo leiden de door het kabinet ingeboekte bezuinigingen van € 18 miljard tot en met 2015 tot lagere inkomsten uit het Provinciefonds. Met bovengenoemde ontwikkelingen is zo goed mogelijk rekening gehouden in deze Begroting. Omdat de rijksuitgaven minder krimpen dan vorig jaar werd voorzien houden we nu rekening met een jaarlijks trap op, trap af-effect van -2% (oplopend tot 6%) in plaats van 3%.
Financiële positie Uit deze Begroting blijken voor de jaren 2011-2015 de volgende begrotingssaldi. 2011 :- 7 mln. 2012: - 4 mln. 2013: -3 mln. 2014: 12 mln. 2015: 13 mln. Rekening houdend met de baten en lasten van zowel bestaand als nieuw beleid resulteren in 2011, 2012 en 2013 weliswaar in eerste instantie negatieve begrotingssaldi, maar de omvang van de vrij aanwendbare reserve is van ruim voldoende niveau om deze op te vangen. De positieve saldi vanaf 2014 houden vooral verband met het aflopen van tijdelijke budgetten. De structurele baten zijn hoger dan de structurele lasten. Daarmee is de Begroting structureel in evenwicht en is de financiële positie van de Provincie, rekening houdend met risico’s of onvoorziene tegenvallers, gezond. Uitgangspunt van ons financieel beleid is een realistische planning van beleid en uitvoering en een strakke begrotingsdiscipline. Tijdelijke middelen worden gericht en projectmatig ingezet en een stijging van de structurele lasten wordt niet toege staan. Structurele lasten die voortvloeien uit het Uitvoeringsprogramma worden opgevangen door aanvullende bezuinigingen. Om ook op langere termijn met sluitende begrotingen te kunnen werken is in de Begroting rekening gehouden met bezuinigingen. Een deel van de bezuinigingen is al verwerkt, zoals de bezuinigingen op het programma Verkeer en Vervoer en op de bedrijfsvoering. Uit het Uitvoeringsprogramma volgen aanvullende bezuinigingen, oplopend tot circa €18 miljoen om de structurele lasten die voortvloeien uit dit programma op te kunnen vangen. Hiertoe worden alle beleidsprogramma’s doorgelicht op mogelijkheden voor efficiency, versobering of het schrappen van (deel)taken. De concrete uitwerking van de aanvullende bezuinigingen wordt via de Kadernota 2013 ter besluitvorming aan uw Staten voorgelegd. In de Begroting kon geen rekening worden gehouden met de consequenties van het Bestuursakkoord voor het landelijk gebied. Dit betreft mogelijke kortingen op de rijksmiddelen voor de investeringen in het landelijk gebied (ILG) en de mogelijke decentralisatie van het beheer van
10
natuurterreinen. In de tweede helft van 2011 wordt hierover meer duidelijkheid verwacht. Gelet op deze onzekerheid adviseren wij u het positieve begrotingssaldo in 2014 en 2015, en de inzetbare ruimte van de VAR, niet in te zetten voordat deze duidelijkheid ook daadwerkelijk is verkregen.
Leeswijzer De opzet van de Begroting is niet veranderd. Wel is de presentatie verbeterd. In de beleidsprogramma’s is de verhouding tussen beleidsinhoudelijke teksten en aantallen tabellen verschoven ten gunste van de beleidsinhoudelijke teksten. De resultaten, voorstellen voor nieuw beleid en de bezuinigingen uit het Uitvoeringsprogramma zijn opgenomen in de beleidsprogramma’s. De bedragen die hiermee zijn gemoeid zijn afzonderlijk zichtbaar gemaakt in de financiële tabellen. De beleidsprogramma’s 3. Wetter en 8. Kultuer, taal en ûnderwiis worden al sinds enkele jaren in het Fries gesteld. Nu is ook beleidsprogramma 5. Lanlik gebiet in het Fries gesteld. Hiermee ontstaat een beweging naar een Friestalige Begroting. Voor de Begroting 2013 gaan we na of het mogelijk is twee versies van de Begroting te maken: een Friestalige en een Nederlandstalige versie. De paragraaf Bedrijfsvoering is op een hoger niveau gebracht door te focussen op de belangrijkste onderwerpen en door meer informatie op te nemen over de bedrijfsvoeringskosten. De zogenoemde subsidiestaat (bijlage 11) is aangepast teneinde meer recht te doen aan de wettelijke voorschriften voor subsidieverstrekking. In overleg met het BAO is besloten de Begroting niet professioneel op te maken. Voorheen werd de Begroting, na openbaarmaking, professioneel opgemaakt. Dit duurde ruim twee weken. Nu uw Staten het (onopgemaakte) document direct bij de openbaarmaking - op papier en digitaal beschikbaar hebben is het praktisch niet handig twee weken later nog een opgemaakt document aan te bieden. Graag willen we met uw Staten van gedachten wisselen over de verdere ontwikkeling en presentatie van de Begroting en daarmee ook van de Bestuursrapportages en de Jaarstukken. De Begroting vormt immers de basis voor de rapportage- en verantwoordingsdocumenten. Samen met de deelnemers van het Breed Audit Overleg willen we inhoud geven aan de verdere ontwikkeling van deze bestuurlijke P&C-documenten. Hoofdstuk 1 bevat het programmaplan. Deze bestaat uit de negen beleidsprogramma’s en het overzicht Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien. Aan het programmaplan gaat een Begroting in één oogopslag vooraf. Hierin worden op hoofdlijnen, de baten en lasten uit deze Begroting gepresenteerd. Hoofdstuk 2 bevat de paragrafen. Deze geven als het ware een dwarsdoorsnede van de beleidsprogramma’s. Hoofdstuk 3 bevat de financiële begroting. Hierin is o.a. een overzicht van baten en lasten, een uiteenzetting van de financiële positie en een overzicht van in 2011 aflopende tijdelijke budgetten opgenomen. In de financiële begroting wordt ook een toelichting gegeven op de grotere verschillen tussen de bedragen in de jaarschijven. Tot slot is een aantal bijlagen opgenomen, die voornamelijk financieel aard zijn, bijvoorbeeld het overzicht van investeringen en het overzicht van reserves en voorzieningen. Als bijlage is eveneens een totaaloverzicht van voorstellen uit het Uitvoeringsprogramma opgenomen.
11
12
Begroting in één oogopslag
Baten en lasten per beleidsprogramma (Exploitatie, bedragen x € 1.000) Beleidsprogramma 1. Bestuur en veiligheid 2. Verkeer en vervoer 3. Wetter 4. Milieu 5. Lanlik gebiet 6. Economie, toerisme en recreatie 7. Sociaal beleid en zorg 8. Kultuer, taal en ûnderwiis 9. Ruimte en wonen 10. Algemene dekkingsmiddelen
Baten 428 56.461 732 545 37.885 3.755 42.487 177 581 213.339
Mutaties reserves o.b.v. bestaand beleid: - Stortingen in reserves - Onttrekkingen aan reserves
Lasten 12.867 102.259 3.730 17.691 70.867 39.244 56.286 46.155 8.101 24.692
36.927 58.243 414.633
Totaal Saldo
13
418.819 4.186
In onderstaande staafdiagram worden de baten en lasten per programma weergegeven. Baten en lasten beleidsprogramma’s
Baten en lasten per beleidsprogramma x € 1.000.000 250
213
200 150 102 100
56
50 0
13
14
1
18
71 38
39 4
0
14
56 42
46 0
18
25
Baten Lasten
In onderstaande tabellen en diagrammen worden de baten en lasten naar baten- en lastensoorten weergegeven. (Exploitatie, bedragen x € 1.000) Baten Algemene uitkering uit Provinciefonds Opcenten motorrijtuigenbelasting Baten uit dividenden Rentebaten Goederen en diensten Beschikking over reserves Overdrachten Overige baten Onttrekkingen aan voorzieningen/overlopende passiva
* ** ***
x € 1.000 94.823 61.044 40.781 14.229 2.798 58.243 1.496 3.282 137.937
Lasten
Afschrijvingslasten Rentelasten Goederen en diensten Vorming van reserves Overdrachten Overige lasten Stortingen in voorzieningen/overlopende passiva Aan exploitatie toegerekende Bedrijfsvoeringkosten
Totaal
414.633
* **
x € 1.000
* ** ***
5.828 4.792 43.054 36.927 240.681 11.821 8.327
****
67.390
Totaal
Overdrachten betreffen bijv. subsidies of overdrachten aan/van andere overheden. Tot de overige baten en lasten behoren o.a. administratieve boekingen, belastingen en leges. *** Overlopende passiva betreffen bijdragen van andere overheden voor specifieke doelen. Ten laste hiervan worden de lasten geraamd die betrekking hebben op deze doelen. Dit conform het Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en gemeenten (BBV). **** Het totaal van de aan de exploitatie en investeringen toegerekende bedrijfsvoeringkosten bedraagt in 2012 € 78,1 mln.. Hiervan wordt € 5 mln. toegerekend aan de investeringen en € 5,8 mln. aan de voorzieningen. Het resterende bedrag van € 67,4 mln. wordt toegerekend aan de exploitatie (beleidsprogramma’s). Zie paragraaf Bedrijfsvoering voor de samenstelling en toerekening van de bedrijfsvoeringkosten.
15
418.819
Baten- en lastensoorten
Baten per soort x € 1.000.000 160 140 120 95 100 80 60 40 20 0
138
61
58 41 14
3
1
3
Lasten per soort x € 1.000.000 300 241
250 200 150 100 50
43 6
67 37
12
5
0
16
8
BELEIDSBEGROTING
17
18
1.
Programmaplan
De beleidsbegroting bestaat uit het programmaplan en de paragrafen. Het programmaplan van onze provincie bestaat uit negen beleidsprogramma’s en het Overzicht Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien. Een beleidsprogramma kan beschouwd worden als een samenhangend geheel van beleidsvelden, waarbij beleid en middelen – via de 3-W-vragen – eenduidig aan elkaar zijn gekoppeld. De indeling naar beleidsprogramma’s is gelijk aan de indeling van de Begroting 2011. Ook de beleidsvelden zijn dezelfde als in de Begroting 2011. Elk beleidsprogramma start met een inleidend en overkoepelend deel waarin antwoord wordt gegeven op de vraag: Wat willen we bereiken en wat mag het kosten? De antwoorden op deze vraag hebben een beleidsveld-overstijgend en meerjarig karakter. In het inleidende en overkoepelende deel wordt ook aangegeven welke externe en interne weten regelgeving, statenbesluiten, beleidsnota’s en dergelijke ten grondslag liggen aan het in de Begroting geformuleerde beleid. Hiermee wordt inzicht geboden in de kaders waarbinnen de Begroting is opgezet. Doel is de samenhang tussen de Begroting en de onderliggende documenten inzichtelijk te maken. Na het inleidende en overkoepelende deel volgen de beleidsvelden. Deze beleidsvelden zijn opgebouwd volgens de 3 W-vragen-systematiek. Het overzicht Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien bestaat uit baten en lasten die niet direct betrekking hebben op een specifiek beleidsprogramma. Omdat dit overzicht niet het karakter heeft van een beleidsprogramma wordt de 3 W-vragen-systematiek hier niet toegepast.
19
20
1.1 Programma 1 – Bestuur en veiligheid Portefeuillehouders: J.A. Jorritsma en C. Schokker-Strampel
Wat willen we bereiken en wat mag het kosten? Het scheppen van voorwaarden voor het effectief en efficiënt besturen van de provincie Fryslân en voor een zo groot mogelijk draagvlak voor het provinciaal bestuur onder de inwoners van Fryslân. De doelstellingen van dit programma zijn velerlei. Dit programma bevat onder andere het beleid en de middelen voor het functioneren van de bestuursorganen: Provinciale Staten, Gedeputeerde Staten en de Commissaris van de Koningin. Het jaar 2012 staat onverminderd in het teken van een herijking van de bestuurlijke positie van de provincies. Dit krijgt naar verwachting ook zijn beslag in het Bestuursakkoord tussen Rijk, Interprovinciaal Overleg (IPO), Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en Unie van Waterschappen (UvW) waarover momenteel nog onderhandeld wordt. Vanuit provinciaal oogpunt ligt de nadruk op de intermediaire rol van de provincie als regionale speler in het middenbestuur met een herkenbaar profiel en samenhangend takenpakket. De provincie Fryslân werkt samen met de gemeenten, elk vanuit hun eigen rol, op basis van een politiekbestuurlijke visie met gedrevenheid en ambitie aan haar kerntaak: het oplossen van maatschappelijke vraagstukken ter versterking van de kwaliteit van de Friese samenleving. Hierbij bestaat behoefte aan een heldere afbakening van taken en bevoegdheden met de bijbehorende middelen. Fryslân zal binnen de gegeven mogelijkheden zijn eigen positie kiezen om samen met de Friese gemeenten een bestuurskrachtige en ambitieuze regio te vormen. Wij zullen de wijze waarop wij samenwerken met anderen in het Koöperaasjemodel verder vormgeven door invulling te geven aan de in 2010/2011afgesloten samenwerkingsagenda‟s met de grote kernen en door te werken aan de totstandkoming van streekagenda‟s met de Friese regio‟s. Bovenstaand profiel van de provincie Fryslân kan alleen worden gerealiseerd als ook de Friese gemeenten voldoende bestuurskrachtig zijn. Op basis van de in 2010 opnieuw gedefinieerde regierol van de provincie is het streven in de komende jaren de bestuurskrachtdiscussie af te ronden. Vanaf najaar 2011 worden daartoe de implicaties van het advies van de commissie-Koopmans met de gemeenten besproken. Dit moet resulteren in een uitgekristalliseerd en breed gedragen beeld van de toekomstbestendige lokaalbestuurlijke inrichting van Fryslân aan het eind van de huidige coalitieperiode. De financiële positie van de Friese gemeenten staat nog steeds behoorlijk onder druk. Hoewel de ontwikkeling van het gemeentefonds gunstiger is dan voorspeld zal vooral de decentralisatie van taken een grote druk leggen op de financiële positie van de gemeenten. Vanuit onze toezichtrol volgen wij deze ontwikkelingen nauwlettend en entameren daar waar nodig bestuurlijk overleg om te voorkomen dat gemeenten in een artikel 12-situatie terechtkomen. Het beleid zoals neergelegd in de notitie Internationale Contacten wordt aangepast voortgezet. De contacten met Noord-West Duitsland worden geïntensiveerd met het oog op het toekomstige cohesiebeleid van de Europese Unie. Gezamenlijk optrekken vergroot de
21
kans op het verkrijgen van Europese Fondsen. De Neue Hanse Interregio is per 1 januari 2011 opgeheven. De inzet op NOA/Nordconnect is na evaluatie herijkt. Handelsmissies en –beurzen en dergelijke worden voortaan overgelaten aan de Kamer van Koophandel en de focus komt te liggen op Noord-West Duitsland. In het Coalitieakkoord 2011-2015 wordt het belang van Noordelijke samenwerking via het Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN) benadrukt, waarbij wordt ingezet op een efficiënter en slanker SNN. Het uitgangspunt van de samenwerking in SNN-verband is dat deze plaatsvindt waar die meerwaarde oplevert ten opzichte van afzonderlijk opererende provincies. Effectindicator uit Uitvoeringsprogramma 2011-2015 Indicator Te meten eenheid + nulmeting Tevredenheid van inwoners over Tevredenheid inwoners de dienstverlening door overheden in Fryslân
Peiljaar/bron
Totaal baten en lasten programma 1: Bestuur en veiligheid Bedragen x € 1.000 Baten 1.1 Provinciale Staten en Statengriffie 1.2 Gedeputeerde Staten 1.3 Ondersteuning van de Commissaris van de Koningin in zijn rol als rijksorgaan 1.4 Bestuurskwaliteit gemeenten en interbestuurlijk toezicht 1.5 Herkenbaar en samenwerkend bestuur 1.6 Juridische Zaken/rechtsbescherming Totaal Baten Lasten 1.1 Provinciale Staten en Statengriffie 1.2 Gedeputeerde Staten 1.3 Ondersteuning van de Commissaris van de Koningin in zijn rol als rijksorgaan 1.4 Bestuurskwaliteit gemeenten en interbestuurlijk toezicht 1.5 Herkenbaar en samenwerkend bestuur 1.6 Juridische Zaken/rechtsbescherming Totaal Lasten Baten – Lasten
Realisatie 2010
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 2015
220 238 0
17 22 0
17 22 0
17 22 0
17 22 0
17 22 0
0
0
0
0
0
0
425 171 1.054
385 17 440
390 0 428
390 0 428
390 0 428
390 0 428
2.802 8.973 1.010
3.638 4.034 673
3.319 4.040 639
3.311 3.996 632
3.293 3.893 618
3.449 3.925 622
584
641
525
517
495
452
2.896 661 16.927 -15.872
3.523 687 13.196 -12.755
3.673 671 12.867 -12.439
3.492 662 12.611 -12.183
3.418 641 12.358 -11.930
3.441 647 12.536 -12.108
Beleids- en normenkader Kaderstellende beleidsnota’s/relevante wetten en regelingen Relevante Europese en nationale wetten en regelingen Provinciewet Wet algemene regels herindeling (ARHI) Rijksbeleidskader gemeentelijke herindeling Wet Veiligheidsregio‟s Provinciale verordeningen en nota’s IPO-document Profiel Provincies Regierol provincie inzake versterking kwaliteit lokaal bestuur Verordening ondersteuning Statenfracties Door GS vastgestelde uitvoeringsregelingen/nota’s Notitie Internationale contacten Overig Meer burger, minder bestuur. Adviesrapportage Commissie-Koopmans Nieuw Bestuursakkoord
22
Vastgesteld door PS op 21 april 2010 22 september 2010 Vastgesteld door GS op 23 september 2008
Beleidsveld 1.1 Provinciale Staten en Statengriffie
Wat willen we bereiken? Het in het kader van duaal bestuur effectief en efficiënt laten functioneren van Provinciale Staten, zowel van het individuele statenlid als van het bestuursorgaan als zodanig. 2012 is het eerste volle jaar van de nieuwe statenperiode. Er is een werkgroep gestart om de werkwijze van de Staten te bezien op efficiëntie en effectiviteit.
Wat gaan we daarvoor doen in 2012? Inhoudelijke en procesmatige advisering conform het Reglement van Orde Provinciale Staten, het Reglement van orde voor de Statencommissies en de vastgestelde criteria voor adviezen aan presidium en Statencommissie. Logistieke organisatie van alle vergaderingen van Provinciale Staten, Presidium, Statencommissies, Statenwerkgroepen, Auditcommittee, etc. Rechtstreekse uitzending van Staten- en Commissievergaderingen via internet, waarbij na maximaal drie werkdagen de vergadering, uitgesplitst naar agendapunten en sprekers, is te raadplegen op www.fryslan.nl/ps. Daarbij wordt continu gezocht naar nieuwe mogelijkheden om de vergaderingen op eenvoudige wijze ook buiten het Provinsjehús te kunnen volgen. Met de recente digitaliseringslag binnen Staten en Griffie is het aantal mogelijkheden verder uitgebreid. Het afhandelen van besluiten van Provinciale Staten, inclusief de ingekomen stukken, uiterlijk tien dagen na besluitvorming. Het onderhouden van functionele contacten met bestuur, directie en afdelingen binnen de provinciale organisatie ten behoeve van een goede afstemming en tijdige aanlevering van stukken. Dit met als oogmerk te komen tot efficiënte besluitvormingsprocedures en het positioneren van Provinciale Staten op strategische dossiers. Het onderhouden van functionele externe contacten ten behoeve van een goed en actueel informatieniveau. Ondersteunen van vertegenwoordigers in o.a. de Algemene Vergadering van het Interprovinciaal Overleg (IPO), Programmaraad Noordelijke Rekenkamer en het Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN). Coördinatie aangaande de verantwoording van de fractiebudgetten conform de Verordening Ondersteuning Statenfracties provincie Fryslân. Communicatie voor en over Provinciale Staten, o.a. om bij burgers in Fryslân de beïnvloedingsmogelijkheden onder de aandacht te brengen. Alle openbare vergaderingen van Provinciale Staten worden aangekondigd in de regionale dagbladen en op internet. Verder wordt door middel van spotjes op Omrop Fryslân incidenteel meer bekendheid gegeven aan Provinciale Staten. Ook nieuwe media zoals Twitter worden daarbij actief ingezet. Het volledige overzicht van activiteiten wordt opgenomen in het werkplan van de Statengriffie dat afzonderlijk ter vaststelling wordt voorgelegd aan Provinciale Staten. (Prestatie)indicatoren Onderwerp Besluiten/ingekomen stukken PS
Indicator Tijdige afhandeling (binnen 10 dagen na besluitvorming)
23
Wat mag het kosten? S/T Bedragen x € 1.000
Realisatie Begroting Begroting Begroting 2010 2011 2012 2013
Baten Bestaand beleid - structureel Totaal Baten Lasten Bestaand beleid - structureel - tijdelijk Totaal Lasten Baten – Lasten
Begroting Begroting 2014 2015
220 220
17 17
17 17
17 17
17 17
17 17
2.789 13 2.802 -2.582
3.463 175 3.638 -3.621
3.319 0 3.319 -3.302
3.311 0 3.311 -3.294
3.293 0 3.293 -3.276
3.299 150 3.449 -3.432
Beleidsveld 1.2 Gedeputeerde Staten
Wat willen we bereiken? Het effectief en efficiënt laten functioneren van het college van Gedeputeerde Staten, zowel van het individuele lid van Gedeputeerde Staten als van het bestuursorgaan als zodanig.
Wat gaan we daarvoor doen in 2012? Goede en efficiënte secretariële ondersteuning van het college van Gedeputeerde Staten. Elke gedeputeerde wordt ondersteund door een bestuursadviseur en de Commissaris van de Koningin door een communicatieadviseur. Het gaat hierbij om perswoordvoering, het voorbereiden van publieke optredens en algemene advisering. Samen met daarvoor relevante partijen wordt gezorgd voor een gepaste vertegenwoordiging van de provincie bij voorkomende gelegenheden (representatie). De wekelijkse vergadering van het college van Gedeputeerde Staten wordt voorbereid en de kwaliteit van de besluitvorming wordt geborgd door een integrale toets. De „workflow‟ tussen Gedeputeerde en Provinciale Staten wordt bewaakt en daar waar nodig verder verbeterd. Voorstel uit Uitvoeringsprogramma 2011-2015: ondersteuning Stichting Veteranendag Friesland Wij vinden het van belang dat het houden van de jaarlijkse veteranendag in Fryslân structureel wordt veiliggesteld. De kosten hiervan bedragen € 30.000 per jaar. (Prestatie)indicatoren Onderwerp Kwaliteit stukken Afspraken GS/PS
Indicator Beslisrijpe stukken in vooroverleg Beantwoording statenvragen op tijd Nakomen toezeggingen Tijdige aanbieding PS-besluitvorming
Nulmeting 2010 (65%)
2012 80%
2010 (75%)
80%
24
Streefwaarden 2013 2014 90% 100% 85%
90%
2015 100% 95%
Wat mag het kosten? S/T Bedragen x € 1.000
Baten Bestaand beleid - structureel Totaal Baten Lasten Bestaand beleid - structureel - tijdelijk Nieuw beleid - Veteranendag Totaal Lasten Baten – Lasten
S
Realisatie 2010
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 2015
238 238
22 22
22 22
22 22
22 22
22 22
8.963 10
4.003 31
4.010 0
3.966 0
3.863 0
3.895 0
0 8.973 -8.735
0 4.034 -4.012
30 4.040 -4.018
30 3.996 -3.975
30 3.893 -3.871
30 3.925 -3.903
Beleidsveld 1.3 Ondersteuning van de Commissaris van de Koningin in zijn rol als rijksorgaan
Wat willen we bereiken? Een zodanige ondersteuning van de Commissaris van de Koningin zodat deze optimaal inhoud kan geven aan zijn rijkstaken. In zijn rol als rijksorgaan heeft de Commissaris van de Koningin taken namens het Rijk in de provincie. Deze taken zijn grotendeels gebaseerd op artikel 182 van de Provinciewet en worden nader uitgewerkt in de Ambtsinstructie voor de Commissaris van de Koningin.
Wat gaan we daarvoor doen in 2012? Het toezicht houden op een ordelijk verloop van procedures voor (her)benoeming en ontslag van burgemeesters (o.a. adviseren van en overleg met de raad, voeren van gesprekken met kandidaten, advies en rapportage aan de minister van BZK). Het voeren van klankbordgesprekken met burgemeesters. Het afleggen van werkbezoeken aan gemeenten (circa tien per jaar). Het bevorderen van de samenwerking tussen provincie-, gemeente- en waterschapsbesturen en rijksambtenaren en personen van de krijgsmacht in de provincie. Het bemiddelen bij problemen op het gebied van (inter)bestuurlijke verhoudingen. Het houden van toezicht op veiligheidskwesties en crisisbeheersing (in casu de Hulpverleningsdienst Fryslân en politie Fryslân), waarbij vooral invulling wordt gegeven aan de nieuwe verantwoordelijkheid op basis van de Wet Veiligheidsregio‟s. Het in voorkomende gevallen adviseren bij de benoeming van korpschefs van politieregio‟s en andere leidinggevende politiefunctionarissen. Het adviseren van het Kapittel voor de civiele orden over de verlening van een Koninklijke onderscheiding. Het adviseren van het Hof over aanvragen voor predicaten Koninklijk en Hofleverancier, dan wel de bestendiging daarvan. Het onderhouden van de contacten met het Koninklijk Huis. Het gevraagd of ongevraagd adviseren van de regering of de minister(s). Het jaarlijks rapporteren aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) over de uitvoering van de Rijkstaken.
25
Wat mag het kosten? S/T Bedragen x € 1.000
Baten Totaal Baten Lasten Bestaand beleid - structureel - tijdelijk Totaal Lasten Baten – Lasten
Beleidsveld 1.4
Realisatie 2010
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 2015
0
0
0
0
0
0
1.010 0 1.010 -1.010
638 35 673 -673
639 0 639 -639
632 0 632 -632
618 0 618 -618
622 0 622 -622
Bestuurskwaliteit gemeenten en interbestuurlijk toezicht
Wat willen we bereiken? Doel is het bevorderen van de kwaliteit van het lokaal bestuur in termen van financieel sterke en bestuurskrachtige Friese gemeenten. In lijn van de opvattingen van de commissieOosting wordt gestreefd naar een vereenvoudiging van het interbestuurlijke toezicht en het terugdringen van specifiek toezicht. Interbestuurlijk toezicht is een wettelijke taak. Het uitgangspunt is om de bestuurlijke drukte te reduceren en het vertrouwen tussen de bestuurslagen en heldere bestuurlijke omgangsvormen te bevorderen. Met het interbestuurlijke toezicht wordt aangesloten bij de democratische controlemogelijkheden van provincies en gemeenten in het kader van het duale stelsel. Resultaat uit Uitvoeringsprogramma 2011-2015: er is een duidelijk beeld van de bestuurlijke inrichting van Fryslan Voor het eind van de huidige coalitie periode moet er een breed gedragen beeld zijn van de toekomstige bestuurlijke inrichting van Fryslân. Zie ook hieronder.
Wat gaan we daarvoor doen in 2012? Het uitoefenen van financieel toezicht op de Friese gemeenten Op basis van wetgeving en het landelijke beleidskader oefenen wij actief toezicht uit op de financiële ontwikkelingen in de Friese gemeenten. Waar nodig voeren wij overleg. Het zogenoemde repressieve toezicht (d.w.z. achteraf) is het meest gangbare toezichtinstrument. Onderstaand twee items die in 2012 van belang zijn in het kader van financieel toezicht. - Preventief toezicht De Friese Meren (Arhi toezicht) De gemeenten Lemsterland, Gaasterlân-Sleat en Skarsterlân hebben op 6 oktober 2010 een positief besluit genomen over een ontwerp herindelingsadvies. Deze gemeenten staan met ingang van deze datum van rechtswege onder een bijzondere vorm van preventief toezicht, het zogenaamde Arhi-toezicht. Artikel 21 van de wet Arhi geeft Gedeputeerde Staten de bevoegdheid om besluiten aan te wijzen die hun goedkeuring behoeven, dit om te voorkomen dat de nieuwe gemeente nadeel ondervindt van besluiten van de op te heffen gemeenten. Van deze bevoegdheid hebben wij gebruik gemaakt. Het Ahri-toezicht blijft van kracht tot de datum van herindeling. - Artikel 12 behandeling van de gemeente Boarnsterhim Sinds begrotingsjaar 2008 staat de gemeente Boarnsterhim onder preventief toezicht om financiële redenen. De gemeente heeft voor 1 december 2010 een artikel 12 aanvraag
26
ingediend. Aan de beheerders van het gemeentefonds is door het Rijk (BZK, programmadirectie Krachtig Bestuur) en de provincie geadviseerd een aanvullende uitkering uit het gemeentefonds aan de gemeente te verstrekken. Het streven is dat de gemeente uiterlijk in 2014 heringedeeld zal worden en dan “schoon” wordt opgeleverd. Het actief volgen en ondersteunen van gemeenten bij de gerichte versterking van de gemeentelijke bestuurskracht Dit is een proces met een meerjarige doorlooptijd. De discussie binnen en tussen gemeenten over een gerichte aanpak van de duurzame borging van de lokaal-bestuurlijke slagkracht is provinciebreed voortdurend in ontwikkeling. Dit is mede gerelateerd aan het proces van decentralisatie van Rijkstaken dat leidt tot verzwaring van het lokaalbestuurlijke takenpakket. Het laat zich aanzien dat deze ontwikkelingen de komende jaren zullen uitmonden in gemeentelijke initiatieven tot samenwerking, c.q. herindelingsvoorstellen van onderop. Dit sluit aan op het provinciale beleid om dergelijke initiatieven van onderop te faciliteren. Uitvoering geven aan de Wet revitalisering generiek toezicht (interbestuurlijk toezicht) Naar verwachting wordt deze wet op 1 januari 2012 van kracht. Een gestructureerde werkwijze moet leiden tot een vermindering van bestuurlijke drukte tussen de overheden. Bestuurlijke inrichting Als onderdeel van het visievormingstraject over de toekomstbestendige lokaal-bestuurlijke inrichting van Fryslân is de commissie-Koopmans ingesteld. Deze commissie heeft in haar adviesrapport een perspectievenschets gepresenteerd voor een duurzame lokaalbestuurlijke inrichting. Vanaf najaar 2011 vindt op grond van de provinciale regierol gebiedsgericht overleg plaats met de gemeenten over de implicaties van het advies van de Commissie. Doel is te komen tot een gewogen oordeel over de wenselijkheid en fasering ten aanzien van een samenhangende en toekomstbestendige gemeentelijke indeling van onze provincie. Met betrekking tot de actuele herindelingsvoornemens van enerzijds De Friese Meren en anderzijds de opsplitsing van Boarnsterhim participeert de provincie in 2012 op grond van haar wettelijke bevoegdheden in het Arhi-traject. Voorstel uit Uitvoeringsprogramma 2011-2015: versterking bestuurskwaliteit gemeenten Het vorenstaande vergt een aanhoudende inspanning op het reeds in gang gezette proces van aanscherping van de provinciale regierol ten behoeve van een evenwichtige versterking van de kwaliteit van het Friese lokaal bestuur. De hiermee samenhangende kosten bedragen voor de periode 2012-2014 jaarlijks € 50.000.
Wat mag het kosten? S/T Bedragen x € 1.000
Baten Totaal Baten Lasten Bestaand beleid - structureel - tijdelijk Nieuw beleid - bestuurskwaliteit Totaal Lasten Baten – Lasten
T
Realisatie 2010
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 2015
0
0
0
0
0
0
419 165
474 167
475 0
467 0
445 0
452 0
0 584 -584
0 641 -641
50 525 -525
50 517 -517
50 495 -495
0 452 -452
27
Beleidsveld 1.5
Herkenbaar en samenwerkend bestuur
Wat willen we bereiken? Versterking van de betekenis en het profiel van de provincie, evenals het versterken van de bestuurlijke partnerschappen voor de aanpak van maatschappelijke vraagstukken. Resultaten uit het Uitvoeringsprogramma 2011-2015 SNN is efficiënter en slanker geworden De samenwerkingsagenda‟s met de vier grote kernen in Fryslân zijn volop in uitvoering Er zijn Streekagenda‟s tot stand gekomen voor alle regio‟s in Fryslân
Wat gaan we daarvoor doen in 2012? Het uitvoeren van het uitvoeringsprogramma Bestuursakkoord Rijk-Provincies (o.a. decentralisatie van rijkstaken, bestuurlijke en financiële verhoudingen) Binnen de kaders van het Bestuursakkoord tussen Rijk, Interprovinciaal Overleg (IPO), Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en Unie van Waterschappen (UvW) - mede ingegeven door de beleidsuitgangspunten van het kabinet-Rutte – zal de provincie haar betekenis en profiel versterken door haar regierol in Fryslân waar te maken. Uitgangspunt is het versterken van de rol van de provincie als gebiedsregisseur op het ruimtelijkeconomische en culturele domein. Afhankelijk van de besluitvorming gaan wij in 2012 aan de slag met de implementatie van het Bestuursakkoord. Het ontwikkelen en uitvoeren van strategische agenda’s met stedelijke netwerken en regio’s De gemeente Leeuwarden en de provincie Fryslân werken al jaren samen op diverse terreinen, sinds 1 januari 2011 in de vorm van de Samenwerkingsagenda gemeente Leeuwarden–provincie Fryslân 2011-2021. De projecten die worden genoemd in de Samenwerkingsagenda worden uitgevoerd binnen andere beleidsprogramma‟s. Met de gemeenten Smallingerland, Heerenveen en de nieuwe gemeente Súdwest Fryslân zijn in 2010-2011 eveneens samenwerkingsagenda‟s afgesloten, die in 2012 en daarna tot uitvoering worden gebracht. Voor de in de agenda‟s benoemde samenwerkingsprojecten projectorganisaties worden ingesteld, budgetten worden vastgelegd en worden activiteiten ontplooid. Ook in IPO-verband blijven wij onze bijdrage leveren. Het ontwikkelen en uitvoeren van streekagenda’s met alle regio’s in Fryslân In 2011 zijn per streek de sterke en zwakke punten en de kansen en bedreigingen in beeld gebracht. Begin 2012 besluiten wij definitief over een eventuele voortzetting van de streekagenda‟s en bepalen daarbij de contouren van de inbreng daarin vanuit de provinciale doelen en ambities. In 2012-2013 gaan wij, na een eventueel positief besluit, samen met de plattelandsregio‟s de streekagenda‟s opstellen en vaststellen om, uiterlijk 2014, wanneer de nieuwe Europese-, Rijks- en provinciale programma‟s voor het landelijk gebied en het platteland ingaan, operationeel te zijn. Mogelijk kan dit in enkele streken eerder. Parallel hieraan brengen we in beeld welke Europese-, Rijks- en provinciale middelen, naast de middelen van de andere streekpartners, voor de verschillende streekopgaven kunnen worden ingezet. Zie ook beleidsprogramma 5. Lanlik gebiet. Het voortzetten van de intensivering van grensoverschrijdende internationale samenwerking De internationale samenwerking van de provincie is vooral vormgegeven via tijdelijke projecten, zoals in Interreg IV-A (Duits grensgebied), Interreg IV-B Noordzee en Interreg IV-C. Deze projecten worden uitgevoerd binnen programma 6. Economie, toerisme en recreatie. Onderwerpen als minderheidstalen en Waddenzee vragen om een internationale aanpak.
28
Met het oog op het toekomstige cohesiebeleid (geld uit Brussel) en de voor ons recentelijk toegankelijk geworden (belangrijke) geldstroom Interreg IV-A komt de focus voor samenwerking vooral te liggen op Noord-West Duitsland/Niedersachsen. Na 2013 is geld uit Brussel voor de regio geen vanzelfsprekendheid meer. Een meer thematische en liefst grensoverschrijdende aanpak wordt vereist. Fryslân pleegt de inzet in SNNverband en daar waar relevant met Niedersachsen. Zie ook programma 6. Economie, toerisme en recreatie. Samenwerkingsverband Noord Nederland (SNN) Het SNN zal de komende jaren een verandering in zwaartepunten ondergaan. De uitvoering van programma‟s en regelingen wordt minder belangrijk omdat er vanaf 2014 aanzienlijk minder geld uit Brussel beschikbaar komt voor de lidstaten en hun regio‟s, waaronder NoordNederland. Een inkrimping van de Uitvoeringsorganisatie van het SNN zal hiervan het gevolg is. De bestuurlijke rol van het SNN zal steeds meer gericht worden op gemeenschappelijke belangenbehartiging. De terreinen waarop de samenwerking zich zou moeten richten zijn: Europa 2010: het nieuwe Europese Cohesiebeleid en het nieuwe Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, beide voor de periode 2014-2020. Dit wordt op landsdeelniveau verder uitgewerkt het Topsectorenbeleid van het Rijk (ministerie van EL&I) de Structuurschets Infrastructuur en Ruimte behoud van Rijksdiensten voor het Noorden Binnen het SNN zijn de formele gremia inmiddels beperkt tot het dagelijks bestuur en twee bestuurscommissies; Economische Zaken en Stedelijke Ontwikkelingen. Binnen die gremia, waarin de provincies en de vier steden participeren, vinden de discussie en de formele besluitvorming plaats. Voorstel uit Uitvoeringsprogramma 2011-2015: intensivering Noordelijke lobby in Den Haag en Brussel Een kerntaak binnen het aandachtsgebied bestuurlijke organisatie is de lobby in Den Haag en Brussel. Ook voor de komende jaren is een krachtige profilering en effectieve inzet van de provincie Fryslân in Den Haag en Brussel van belang. Dit betreft zowel beleidsbeïnvloeding als het creëren en benutten van financiële mogelijkheden om de eigen ambities verzilverd te krijgen. Hiertoe willen we onze lobbyactiviteiten intensiveren, onder meer door activiteiten als de Fryske Jûn te organiseren en de sterke punten van Fryslân/Noord-Nederland via gerichte presentaties in Den Haag en Brussel onder de aandacht te brengen. De kosten hiervoor bedragen € 50.000 per jaar.
Wat mag het kosten? S/T Bedragen x € 1.000
Baten Bestaand beleid - structureel Totaal Baten Lasten Bestaand beleid - structureel - tijdelijk Nieuw beleid - Intensivering lobby-activiteiten Totaal Lasten Baten – Lasten
T
Realisatie 2010
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 2015
425 425
385 385
390 390
390 390
390 390
390 390
2.896 0
3.544 -21
3.473 150
3.442 0
3.368 0
3.391 0
0 2.896 -2.471
0 3.523 -3.139
50 3.673 -3.283
50 3.492 -3.102
50 3.418 -3.029
50 3.441 -3.051
29
Beleidsveld 1.6
Juridische Zaken/rechtsbescherming
Wat willen we bereiken? Doel is een toereikende rechtsbescherming van de Friese burgers tegen besluiten van het provinciaal bestuur. In het verlengde hiervan wordt gestreefd naar een goede borging van de juridische kwaliteit van de provinciale producten.
Wat gaan we daarvoor doen in 2012? Juridische coördinatie en advisering Dit betreft de juridische coördinatie en advisering voor in beginsel alle voorkomende juridische dienstverlening. Het gaat hierbij om het publiekrechtelijke, privaatrechtelijke en Europees-rechtelijke domein. Het bewaken van de juridische kwaliteit Vanuit een centrale benadering wordt de juridische kwaliteit van de provinciale producten geborgd. Het afhandelen van bezwaar- en beroepschriften en klachten Ten behoeve van een meer deskundige en meer onafhankelijke beoordeling van bezwaaren beroepschriften en klachten heeft het provinciaal bestuur een externe adviescommissie ingesteld. Deze commissie adviseert over de te nemen beslissingen op bezwaarschriften, administratieve beroepschriften en klachten. Het beleid is erop gericht zoveel mogelijk bezwaarschriften door middel van overleg en „mediation‟ af te doen in plaats van de formele bezwaarschriftenprocedure. Dit succesvolle beleid wordt voortgezet. (Prestatie)indicatoren Onderwerp Afhandeling bezwaarschriften
Indicator
Nulmeting
tijdige afhandeling.
2012 95%
95%
Streefwaarden 2013 2014 96% 97%
2015 98%
Wat mag het kosten? S/T Bedragen x € 1.000
Baten Bestaand beleid - structureel Totaal Baten Lasten Bestaand beleid - structureel Totaal Lasten Baten – Lasten
Realisatie 2010
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 2015
171 171
17 17
0 0
0 0
0 0
0 0
661 661 -490
687 687 -670
671 671 -671
662 662 -662
641 641 -641
647 647 -647
30
1.2
Programma 2 – Verkeer en vervoer
Portefeuillehouders: S.H. Galema, J.G. Kramer
Wat willen we bereiken en wat mag het kosten? Met infrastructuur en met openbaar vervoer leveren wij een bijdrage aan een gezonde toekomst voor Fryslân. Daarom willen wij een duurzaam verkeer en vervoersysteem ontwikkelen en onderhouden dat: - voldoet aan de verplaatsingsbehoefte van inwoners en bezoekers van Fryslân - voldoet aan de behoefte om goederen te transporteren - bijdraagt aan de versterking van de economie - veilig is - en de schade aan natuur, landschap en milieu beperk Hierbij hoort het, daar waar mogelijk, terugdringen van het aantal autokilometers en het bevorderen van het gebruik van alternatieven zoals fiets en openbaar vervoer. Het Provinciaal Verkeer en Vervoer Plan (PVVP) is het kader. Dit plan uit 2006 is in 2010 geëvalueerd. De besluitvorming door Provinciale Staten over de hieruit voortvloeiende wijzigingen vindt in het najaar van 2011 plaats. Het PVVP wordt jaarlijks geconcretiseerd in een uitvoeringsprogramma. Een belangrijke prioriteit is het in stand houden van het voorzieningenniveau van het openbaar vervoer, d.w.z. het voorzien in bus, trein of alternatief vervoer. Het treinvervoer willen wij verder verbeteren. Daarnaast willen wij voldoen aan onze afspraken met de gemeente Leeuwarden over het verbeteren van de bereikbaarheid. Er staan belangrijke infrastructuurprojecten op stapel, mede dankzij de afspraken over het Regiospecifiek Pakket (RSP). De komende periode gaan wij projecten tot uitvoering brengen. Afhankelijk van de realisatie van de bezuiniging, zoals aangegeven in het Uitvoeringsprogramma 2011-2015 (zie hieronder) kunnen wij nog ruimte vinden voor investeringen in met name fietsverkeer, verkeersveiligheid, ketenmobiliteit en de traverse Lemmer. Resultaat uit Uitvoeringsprogramma 2011-2015: met nieuwe concepten voor openbaar vervoer en het gebruik van de fiets is de bereikbaarheid van Fryslân verbeterd. Uitvoeringsprogramma 2011-2015: bezuinigingen programma 2 Voor programma 2 geldt vanaf 2013 oplopend naar 2016 een bezuinigingsopgave van in totaal € 13 miljoen structureel. Deze opgave wordt de komende periode uitgewerkt, zodat deze kan doorwerken in de begrotingen voor 2013 en verdere jaren. Deze bezuinigingsopgave is aanvullend op de generieke korting op programma 2 zoals opgenomen in de begroting 2011 en bijbehorende meerjarenramingen. De bezuinigingen zijn verwerkt in onderstaande (totaal)tabel en zichtbaar gemaakt in de financiële tabellen bij de betreffende beleidsvelden (Wat mag het kosten?).
31
Totaal baten en lasten programma 2: Verkeer en vervoer Bedragen x € 1.000
Baten 2.1 Planvorming en programmering, bestuurlijke samenwerking 2.2 Verbetering infrastructuur 2.3 Instandhouding provinciale infrastructuur 2.4 Openbaar vervoer 2.5 Verkeerseducatie en mobiliteitsbeïnvloeding Totaal Baten Lasten 2.1 Planvorming en programmering, bestuurlijke samenwerking 2.2 Verbetering infrastructuur 2.3 Instandhouding provinciale infrastructuur 2.4 Openbaar vervoer 2.5 Verkeerseducatie en mobiliteitsbeïnvloeding Totaal Lasten Baten – Lasten
Realisatie 2010
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 2015
6.789
14.714
7.618
7.058
7.058
7.058
9.705 8.866
0 8.080
0 7.801
0 7.870
0 7.939
0 8.008
39.723 265
48.981 0
39.345 1.697
39.345 1.697
39.345 1.697
39.345 1.697
65.348
71.775
56.461
55.970
56.039
56.108
9.441
18.315
10.868
9.781
9.296
9.322
25.719 43.349
32.944 36.644
12.074 35.724
20.063 33.988
32.363 35.287
28.927 33.392
40.622 417
50.062 166
41.729 1.864
43.015 1.861
42.981 1.854
42.991 1.856
119.549 -54.201
138.131 -66.356
102.259 -45.798
108.708 -52.738
121.779 -65.740
116.488 -60.379
Beleids- en normenkader Kaderstellende beleidsnota’s/ relevante wetten en regelingen Relevante Europese en nationale wet- en regelgeving Wegenwet Waterstaatswet Planwet Verkeer en Vervoer Wet Brede doeluitkering (BDU) Waterwet Wet Personenvervoer Provinciale verordeningen en beleidsnota’s Provinciaal Verkeer en Vervoerplan (PVVP 2006) inclusief de daarin geïncorporeerde beleidsnota’s zoals ‘Fryske diken yn it Grien’ Evaluatie PVVP Nota van Wijzigingen PVVP Vaarwegenverordening provincie Friesland Wegenverordening provincie Friesland Nota Strategisch onderhoud provinciale infrastructuur Aanpassing onderhoudsbeleid bij begroting 2008 Meerjarenprogramma vervanging en renovatie kunstwerken Door GS vastgestelde uitvoeringsregelingen/-nota’s Uitvoeringsprogramma verkeer en vervoer 2012
Vastgesteld door PS op 15 maart 2006 15 december 2010 Najaar 2011 (verwachting) 27 juni 1991 5 juli 2000 Februari 2006 7 november 2007 Vastgesteld door GS op Najaar 2011
In 2012 aan PS voor te leggen nota’s Gebiedsagenda Noord Nederland tweede generatie Invulling structurele bezuiniging programma 2
Beleidsveld 2.1
Planvorming en programmering, bestuurlijke Samenwerking
Wat willen we bereiken? Actuele beleidskaders en een inzichtelijke planning van de provinciale inspanningen. Deze zijn tot stand gekomen vanuit een externe oriëntatie, in samenspraak met Rijk, gemeenten
32
en andere provincies, waaronder met name Groningen en Drenthe. Circa de helft van de inzet is nodig om te voldoen aan de minimale eisen die voortvloeien uit de relevante wetgeving: Planwet Verkeer en Vervoer, Wet BDU.
Wat gaan we daarvoor doen in 2012? Uitgangspunt is de besluitvorming door Provinciale Staten inzake de wijzigingen van het PVVP. Wij vertalen dit jaarlijks in een Uitvoeringsprogramma. Samenwerking met andere partijen is cruciaal voor de effectiviteit van ons beleid. Daarom werken wij structureel samen met andere overheden op basis van bestaande samenwerkingsverbanden zoals IPO en SNN. Daarnaast vervullen wij de trekkersrol voor het Overleg Verkeer en Vervoer Fryslân (OVVF). Het ROF (Regionaal Orgaan verkeersveiligheid Fryslân) maakt hier deel van uit. Met het Rijk voeren wij in SNN-verband tweemaal per jaar overleg aan de hand van de Gebiedsagenda Noord Nederland, die betrekking heeft op ruimtelijk relevante inspanningen, waaronder infrastructuur. Deze agenda wordt in 2012 herzien. Wij ondersteunen gemeenten met bijdragen uit de BDU-middelen voor gemeentelijke infrastructuur, voor zover dit past binnen het PVVP. Speciaal voor de gemeente Leeuwarden maken wij met een regionaal mobiliteitsfonds waarin bijdragen van het Rijk voor Leeuwarden en gereserveerde provinciale bijdragen worden opgenomen. Voor de bereikbaarheid van Leeuwarden geven wij invulling aan de afspraken zoals vastgelegd in de overeenkomst Bereikbaarheid Leeuwarden (2010).
Wat mag het kosten? S/T Bedragen x € 1.000
Baten Bestaand beleid - structureel - tijdelijk Totaal Baten Lasten Bestaand beleid - structureel - tijdelijk Totaal Lasten Baten – Lasten
Beleidsveld 2.2
Realisatie 2010
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 2015
6.789 0 6.789
14.294 420 14.714
7.058 560 7.618
7.058 0 7.058
7.058 0 7.058
7.058 0 7.058
9.037 404 9.441 -2.652
16.649 1.667 18.315 -3.601
9.418 1.450 10.868 -3.250
9.381 400 9.781 -2.724
9.296 0 9.296 -2.238
9.322 0 9.322 -2.265
Verbetering infrastructuur
Wat willen we bereiken? Doel is het provinciale wegennet duurzaam veilig in te richten door het realiseren van de in het PVVP opgenomen projecten. Het gaat de komende jaren om een aantal grote en complexe infrastructuurprojecten en een aantal kleinschalige verkeersveiligheidsmaatregelen. Wij zorgen ervoor dat deze infrastructuurprojecten, conform het Uitvoeringsprogramma worden uitgevoerd. Binnen het PVVP gaat het om: - het structureel verbeteren van de hoofdwegenstructuur door middel van projecten als De Centrale As, de N381, de Noordwesttangent en de rondweg om Franeker.
33
-
een aantal kleinschalige verbeteringen waaronder de aanleg van parallelwegen, kruispuntingrepen en een aantal carpoolmaatregelen.
De zorg voor infrastructuur is een wettelijke taak. De keuze voor verbeteringen is in sterke mate autonoom beleid. Omdat een groot deel van de verbeteringen is vastgelegd in overeenkomsten, is de provincie hier ook aan gebonden. Resultaten uit Uitvoeringsprogramma 2011-2015: de geplande infrastructuurwerken zijn volop in uitvoering de Centrale As, waar nodig met inachtneming van de uitspraken van de Raad van State, is volop in uitvoering
Wat gaan we daarvoor doen in 2012? Zoals aangegeven gebeurt het voorbereiden en uitvoeren van alle infrastructuurprojecten op basis van het Uitvoeringsprogramma Verkeer en Vervoer. Via de provinciale projectenkaart wordt meer en actuele informatie geboden over alle projecten. Inbreng op zowel rijks-, provinciaal- als lokaalniveau De grootste projecten - op nationaal- en rijksniveau - zijn de Haak om Leeuwarden, de Traverse Harlingen in de N31 en het knooppunt Joure in de A6/A7. De middelen in het kader van het RSP hebben een impuls gegeven aan de uitvoering van deze projecten. De financiële dekking voor deze projecten is in voorgaande jaren geregeld. In principe vervult de provincie in deze ‘rijksprojecten’ een regierol bij de besluitvorming en bij de voorbereiding. Vaak is er sprake van een financiële bijdrage van de provincie. In een aantal gevallen nemen we de voorbereiding of de uitvoering zelf ter hand. De projecten op provinciale wegen uit het PVVP voeren we uit via het MPI. Via de zogenoemde gebiedsgewijze samenwerking wordt geadviseerd over een betere (weg)inrichting van het gemeentelijke wegennet en erftoegangswegen. In de BDU zijn hiervoor middelen gereserveerd. Kleinschalige maatregelen De relatief kleinschalige maatregelen als uitvoering van fase A van het PVVP worden in 2012, 2013 en 2014 afgerond. Afhankelijk van de realisatie van de structurele bezuiniging binnen programma 2, maken wij middelen vrij voor de uitwerking van de Programmalijnen Verkeer & Vervoer zoals in het Uitvoeringsprogramma 2011-2015 opgenomen. Hierbij moet naast de Traverse Lemmer gedacht worden aan verbeteringen in fietsroutes, fietsoversteken en voorzieningen voor het openbaar vervoer. RSP-Spoor De resultaten met betrekking tot het voorkeurstracé, het programma van Eisen en de aanbestedingsprocedure en marktconsultatie voor het project spoorlijn Heerenveen– Groningen worden nog in 2011 verwacht en aan u voorgelegd. Op basis van deze uitkomsten wordt u toestemming gevraagd al dan niet door te gaan met dit project. RSP-wegenprojecten De uitvoering van het RSP-convenant tussen het Rijk en de regio (juni 2008) is in volle gang. Diverse RSP-projecten bevinden zich in de planuitwerkings- en/of realisatiefase. Enkele projecten bevinden zich in een verkennende fase.
34
Naar verwachting wordt het Tracébesluit voor Joure en Harlingen in het eerste kwartaal van 2012 genomen. Het Rijk wil overigens de ‘aanpak van Joure’ combineren met de vervanging van de brug Skaster Rien door een aquaduct, mits wij hierin voorfinancieren. Eind mei 2010 is tussen het Rijk, de gemeente Leeuwarden en de provincie de realisatieovereenkomst Haak om Leeuwarden getekend. De uitvoering van de Haak om Leeuwarden en de Westelijke Invalsweg start in 2012. De weg wordt in 2014 in gebruik genomen. Beide projecten worden naar verwachting rond 2016 opgeleverd. Dit geldt eveneens voor de Drachtsterweg. De werkzaamheden aan het Drachtsterplein (onderdeel van het project Drachtsterweg en omgeving) duren naar verwachting tot eind 2012. Majeure provinciale wegenprojecten Lemmer De uitvoering van traverse Lemmer is een onderdeel van het provinciale wegennet die wij nog als noodzakelijk beschouwen. We willen een oplossing bieden voor de verminderde doorstroming en de overlast voor de omgeving op deze belangrijke route richting Zuidwest Fryslân. De financiële dekking voor dit project is afhankelijk van de mate waarin wij er in slagen de structurele bezuiniging binnen programma 2 te realiseren. Wel wordt de planuitwerking verder opgepakt. N381 Drachten-Drentse grens Met de in februari 2011 gesloten bestuursovereenkomst tussen de gemeenten Smallingerland, Opsterland en Ooststellingwerf over een financiële bijdrage aan de verdubbeling van de N381 tussen Drachten en Donkerbroek is de financiering van de weg afgerond. Nadat uw Staten het Provinciaal Inpassingsplan (PIP) hebben vastgesteld kan in 2012 begonnen worden met de aanbesteding. De planning is erop gericht eind 2012 te starten met de uitvoering. In het najaar van 2011 wordt door de Gebiedscommissie N381 ook het Inrichtingsplan N381 afgerond. Tijdens de planvorming werd er vanuit gegaan dat er ILG-middelen en een eventuele opvolger hiervoor ingezet konden worden voor de gebiedsontwikkeling. Hierover is nu onzekerheid ontstaan. Afhankelijk van de uitkomst van de discussie met het Rijk zullen wij u een voorstel doen om deze gebiedsontwikkelingen met Nuon-middelen te financieren. In de uitvoering wordt waar mogelijk de samenhang met het wegenproject gezocht (werk-met-werk maken). De Centrale As Afhankelijk van de uitspraken van de Raad van State gaan we de uitvoeringsfase in voor de Centrale As. De werkzaamheden voor de planologische afronding(vergunningen), de ontwikkeling van de uitvoeringscontracten en de verwerving van de benodigde gronden en vastgoed worden dan afgerond; de rondweg Garyp is in uitvoering, loopt de aanbesteding van het contract Noord en wordt het contract voor Midden verder voorbereid. Afhankelijk van de uitspraak van de Raad van State en de uitkomst van de discussie met het Rijk (ILG/lBleker) zullen wij u een voorstel doen om de gebiedsontwikkeling De Centrale As met Nuon-middelen te financieren. Rondweg Franeker Het laatste gedeelte van de rondweg wordt naar verwachting medio 2012 opgeleverd. N928 Rondweg Woudsend De openstelling van de rondweg voor het wegverkeer, die aanvankelijk was gepland op 1 juli 2011, zal uiterlijk 1 maart 2012 plaatsvinden. De overige werkzaamheden (ondermeer sloop oude brug over de Welle) worden daarna afgerond.
35
N355 Rondweg Buitenpost De gemeente Achtkarspelen voert dit project uit op basis van bestuurlijke afspraken uit 2001. Het provinciale deel van het project, de rondweg, is al in gebruik genomen. De beweegbare afsluiting voor autoverkeer op de Stroobossertrekweg, de zogenoemde knip, maakt onlosmakelijk deel uit van het project Rondweg Buitenpost. Als uitvloeisel van nadere afspraken met de regio bent u reeds geïnformeerd over het uitstel van de ‘knip’; mogelijk tot na realisatie van de Centrale As Noord. Dit uitstel is onder voorwaarde dat er geen negatieve effecten ontstaan voor andere provinciale wegen in de regio na realisering van de rondweg zonder de ‘knip’. Het onderdeel ‘knip Trekweg’ wordt financieel uit het project Rondweg Buitenpost ‘losgemaakt’ en als zelfstandig werk uitgevoerd omdat de opleveringsmomenten te ver uit elkaar liggen. N398 Noordwesttangent De Noordwesttangent is aanbesteed en gegund. Het project is volop in uitvoering. De taakstelling die bij dit project gehaald moest worden (€ 4 miljoen) is gehaald. Majeure Vaarwegprojecten (Grootscheepvaarwater) In 2012 lopen de grote verruimingswerken aan de (provinciale) vaarweg Lemmer – Delfzijl door. Dit betreft aanpassingen in breedte en diepte en van de oevers naar een zogenoemd klasse Va-kanaal. Het project heeft vertraging opgelopen doordat bestuurlijke afspraken rond fase 2 niet nagekomen worden. In 2012 wordt de brug Burgum aanbesteed en wordt gestart met de realisatie. Dat geldt ook voor de bruggen Skûlenboarch en Kootstertille. Het laatste verruimingswerk ter plaatse van de aansluiting met de Jeltesloot vindt plaats in het kader van het daarmee afgeronde programma verruiming Prinses Margrietkanaal naar klasse Va; een meerjarenproject op deze provinciale vaarweg waarvoor het Rijk de verruimingskosten voor zijn rekening nam. Grip op grond Bij diverse projecten wordt de methode van ‘cradle-to-cradle’ toegepast. Dit wordt onder andere gedaan onder de noemer ‘Grip op grond’. Zo wordt er bijvoorbeeld onderzocht of de afvalstoffen die vrijkomen door het verruimen van de Langweerderwielen (project Friese Meren) gebruikt kunnen worden voor het ophogen van de A6/A7 (Knooppunt Joure). Daarnaast wordt onderzocht of bij o.a. baggerwerkzaamheden de vrijkomende slib ingezet kan worden voor de fundering van wegen. (Prestatie)indicatoren Onderwerp De majeure infrastructuurprojecten.
De kleine en reguliere projecten uit het PVVP.
Indicator Het gereedkomen en de benoemde tussenstappen vinden plaats in het jaar zoals gemeld in het meest recente Uitvoeringsprogramma verkeer en vervoer. Projecten komen gereed in het jaar dat is gemeld in het meest recente Uitvoeringsprogramma verkeer en vervoer.
Doelwaarde 2011 Tenminste 90%
Tenminste 90%
Voorstellen uit Uitvoeringsprogramma 2011-2015: Programma Bereikbaarheid Leeuwarden Op 1 maart 2010 is een overeenkomst gesloten tussen de provincie en de gemeente Leeuwarden over een samenhangend pakket van maatregelen ter verbetering van de bereikbaarheid. Dit betreft o.a. voorzieningen voor het openbaar vervoer, hoofdfietsroutes, de stadsrondweg en mobiliteits- en verkeersmanagement. In de Begroting 2010 is hiervoor € 1 miljoen beschikbaar gesteld voor de jaren 2012-2013. Voor de periode 2014-2015 was nog geen dekking geregeld. Voorgesteld wordt voor deze periode een bedrag van € 8,7 miljoen in de Begroting op te nemen. Voor 2014 gaat het om een bedrag van € 7,9 miljoen en voor 2015 om een bedrag van € 0,8 miljoen.
36
Bezuiniging infrastructuurprojecten Ter dekking van de structurele lasten voortvloeiende uit het Uitvoeringsprogramma is een bezuiniging infrastructuurprojecten opgenomen vanaf 2014. Bij de Kadernota 2013 zal de concrete invulling van deze bezuiniging worden meegenomen.
Wat mag het kosten? S/T Bedragen x € 1.000
Baten Bestaand beleid - structureel Totaal Baten Lasten Bestaand beleid - structureel - tijdelijk Nieuw beleid - bereikbaarheid Leeuwarden - bezuiniging infrastructuurprojecten Totaal Lasten Baten – Lasten
Beleidsveld 2.3
T S
Realisatie Begroting Begroting Begroting 2010 2011 2012 2013
Begroting Begroting 2014 2015
9.705 9.705
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
16.229 9.491
6.205 26.739
6.864 5.210
8.361 11.702
11.483 22.192
16.996 21.130
0 0 25.719 -16.014
0 0 32.944 -32.944
0 0 12.074 -12.074
0 0 20.063 -20.063
7.900 -9.212 32.363 -32.363
800 -10.000 28.927 -28.927
Instandhouding provinciale infrastructuur
Wat willen we bereiken? Doel is onze provinciale infrastructuur in een zo goed mogelijke staat te brengen en te houden. Dit zoveel mogelijk vanuit een opdrachtgevende rol. De provinciale infrastructuur bestaat uit wegen (846 km.), vaarwegen (646 km. waarvan 256 km aan oeverbeheer) en circa 250 ‘kunstwerken’, waaronder circa 150 bruggen, tunnels en sluizen. De infrastructuur moet op een niveau zijn dat in overeenstemming is met de geldende regelgeving en de vastgestelde onderhoudsbeleidskaders. Het niveau moet in technische zin voldoende zijn, dat wil zeggen constructief veilig en functioneel. Dit tegen zo laag mogelijke kosten. De voorzieningen moeten redelijk comfortabel zijn voor de gebruiker. Instandhouding van de provinciale infrastructuur is een vrijwel volledige wettelijke taak, waarvan de kern is terug te vinden in de Wegenwet en de Waterstaatswet. Met het vaststellen van de onderhoudsbeleidskaders op het vereenvoudigde niveau, wordt deze taak minimaal uitgevoerd. Als de provincie het onderhoud van het (vaar-)wegennet niet naar behoren uitvoert is zij hiervoor in beginsel aansprakelijk.
Wat gaan we daarvoor doen in 2012? Het uitvoeren van het jaarlijks terugkerende onderhoud en het niet jaarlijks terugkerende onderhoud van de provinciale infrastructuur zoals vastgelegd in de onderhoudsbeleidskaders. Het bedienen van bruggen en sluizen conform provinciale besluitvorming en overeenkomsten met derden. Het beoordelen van verzoeken om ontheffingen en vergunningen op grond van de Wegenverordening en de Vaarwegenverordening.
37
Onderzoeken van de mogelijkheden om bij het onderhoud te komen tot een professioneler opdrachtgeverschap, waarbij de provincie de uitvoering minder zelf zal doen. Het herijken van de huidige onderhoudsbeleidskaders. (Prestatie)indicatoren Onderwerp
Indicator
Nulmeting 2012
Onderhoudsbaggeren de Lits Herijken onderhoudsbeleidskaders
gebaggerd
Streefwaarden 2013 2014 gestart
2015 gereed
Gereed
Voorstellen uit Uitvoeringsprogramma 2011-2015: Onderhoudsbaggeren De programmering van het baggeren is voor de jaren tot en met 2015 vastgelegd. Het beschikbare budget wordt voor de jaren 2012 tot en met 2013 aangevuld uit budgetten voor de Friese Meren. Voor 2014 en 2015 staat de Lits op de planning. De Lits is onderdeel van de Lits-Lauwersmeer route. Door het baggeren blijven onder andere de staande mastroute (DNZ) en de gedane investeringen door derden aan de route (Smallingerland Opeinde) in stand. Daarnaast levert het een bijdrage aan het Friese merenproject. In het project Friese Meren is hiervoor geen bijdrage opgenomen. De kosten hiervan bedragen € 1,4 miljoen, waarvan € 0,4 miljoen uit het reguliere budget betaald kan worden. Bezuiniging programma verkeer en vervoer Ter dekking van de structurele lasten voortvloeiende uit het uitvoeringsprogramma is een algemene bezuiniging op programma verkeer en vervoer opgenomen vanaf 2013. Bij de Kadernota 2013 zal de concrete invulling van deze bezuiniging worden meegenomen.
Wat mag het kosten? S/T Bedragen x € 1.000
Baten Bestaand beleid - structureel - tijdelijk Totaal Baten Lasten Bestaand beleid - structureel - tijdelijk Nieuw beleid - Onderhoudsbaggeren - Bezuiniging programma Verkeer en Vervoer Totaal Lasten Baten – Lasten
Beleidsveld 2.4
Realisatie 2010
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 2015
8.852 14 8.866
8.040 40 8.080
7.801 0 7.801
7.870 0 7.870
7.939 0 7.939
8.008 0 8.008
41.210 2.139
35.775 869
35.123 601
34.987 1.001
34.487 2.300
34.892 0
0 0
0 0
0 0
0 -2.000
500 -2.000
500 -2.000
43.349 -34.483
36.644 -28.564
35.724 -27.923
33.988 -26.118
35.287 -27.348
33.392 -25.384
T S
Openbaar Vervoer
Wat willen we bereiken? De bereikbaarheid per openbaar vervoer willen wij op peil houden en verbeteren. Daartoe maken wij afspraken met het Rijk en met spoorvervoerders over een uitbreiding van het
38
aantal treinen op het traject Leeuwarden - Zwolle van twee tot vier treinen per uur. In deze collegeperiode willen wij tenminste groeien naar drie treinen per uur. Voor het traject Leeuwarden - Groningen zorgen wij voor de voorbereiding van de infrastructurele aanpassingen om een uitbreiding van drie naar vier treinen per uur mogelijk te maken. In december 2012 gaat een nieuwe openbaar (bus)vervoerconcessie in voor het grootste deel van Fryslân. Wij zetten in op een zo goed mogelijk voorzieningenniveau, waarbij de succesvolle verbeteringen in de lopende concessie gehandhaafd blijven. Om de bereikbaarheid van het platteland op peil te houden ontwikkelen wij nieuwe concepten van openbaar vervoer. In de nieuwe concessie geven we invulling aan het gebruik van duurzame brandstoffen (bij voorkeur niet-fossiel) in het openbaar vervoer. De uitstraling van het openbaar vervoer willen we verbeteren door de OV-infrastructuur op te waarderen. Het verlenen van concessies voor het openbaar vervoer en het daaruit voortvloeiende concessiebeheer is een volledig wettelijke taak (Wet personenvervoer). De bijdrage aan het gebruik van duurzame brandstoffen of het verbeteren van de spoorwegen zijn autonome taken. Resultaten uit Uitvoeringsprogramma 2011-2015: met nieuwe concepten voor openbaar vervoer en het gebruik van de fiets is de bereikbaarheid van Fryslân verbeterd een besluit over aanleg van de spoorlijn is gevallen
Wat gaan we daarvoor doen in 2012? Door beheer en monitoring van de OV-concessie controleren we de kwaliteit en kwantiteit van het aangeboden vervoer. Dit doen we o.a. door gegevensvergaring in het provinciale datawarehouse. Hierin worden ook gegevens van de vervoerder van de concessie (december 2012) opgenomen. De beheernota wordt geëvalueerd en waar nodig aangepast. Vanuit het programmaplan duurzaam openbaar vervoer doen we onderzoek naar nieuwe vormen van openbaar vervoer op het platteland. Hiervoor worden pilots opgezet. We gaan vormgeven aan verbeteringen en goed beheer en onderhoud van de OV-infrastructuur, mogelijk vanuit een op te richten beheermaatschappij. Voor het gebruik van duurzame brandstoffen zorgen we voor vulpunten, locaties en dergelijke voor de start van de nieuwe concessie per december 2012 (afhankelijk van de definitieve gunning in maart 2012). De mogelijkheden van ICT-toepassingen onderzocht om OV-klanten beter te kunnen bedienen en ondersteuning te bieden aan openbaar vervoer op het platteland. Voorstellen uit Uitvoeringsprogramma 2011-2015: Bijdrage exploitatie OV in verband met duurdere concessies De financiële positie van de provincie in het openbaar vervoer zal door afnemende BDUinkomsten en duurdere concessies verslechteren. Tot 2014 zijn er, als gevolg van aangegane verplichtingen en reeds gereserveerde bedragen in het kader van de BDU, geen extra middelen beschikbaar voor het openbaar vervoer. Omdat de afnemende financiële middelen vooral worden benut voor een sterk hoofdlijnennet, gaat dit ten koste van het openbaar vervoer op het platteland. Om het platteland toch op een goede manier te bedienen met OV, zijn extra financiële middelen nodig. Om beide doelen te realiseren is vanaf 2013 een structureel bedrag van € 3,6 miljoen uitgetrokken.
39
Optimalisatie spoorwegnet Voor de voorbereiding van de realisatie van de hierboven beschreven doelen met betrekking tot het aantal treinen op o.a. de baanvakken Leeuwarden-Zwolle en Leeuwarden-Groningen zijn extra middelen nodig. Bezuinigingen Openbaar Vervoer (BDU) Ter dekking van de structurele lasten voortvloeiende uit het uitvoeringsprogramma is een bezuiniging openbaar vervoer (BDU) opgenomen vanaf 2013. Bij de Kadernota 2013 zal de concrete invulling van deze bezuiniging worden meegenomen.
Wat mag het kosten? S/T
Exploitatie Bedragen x € 1.000
Baten Bestaand beleid - structureel Totaal Baten Lasten Bestaand beleid - structureel - tijdelijk Nieuw beleid - bijdrage exploitatie OV i.v.m. duurdere concessies - optimalisatie spoorwegnet - bezuinigingen OV BDU Totaal Lasten Baten – Lasten
Beleidsveld 2.5
T S
Realisatie 2010
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 2015
39.723 39.723
48.981 48.981
39.345 39.345
39.345 39.345
39.345 39.345
39.345 39.345
40.635 -12
50.062 0
40.429 0
40.415 0
40.381 0
40.391 0
0
0
300
3.600
3.600
3.600
0 0 40.622 -900
0 0 50.062 -1.082
1.000 0 41.729 -2.384
0 -1.000 43.015 -3.670
0 -1.000 42.981 -3.635
0 -1.000 42.991 -3.646
Verkeerseducatie en mobiliteitsbeïnvloeding
Wat willen we bereiken? Doel is de verkeersveiligheid verder te verbeteren waarbij extra wordt ingezet op de veiligheid van fietsers. In dit verband geven we uitvoering aan de Strategie verkeersveiligheid 2010-2025 overeenkomstig het PVVP. Wij willen dat weggebruikers zich bewust zijn van de risico’s in het verkeer en weten hoe zij hun gedrag daarop aan kunnen passen. Het gebruik van milieuvriendelijk vervoer wordt gestimuleerd. Wij willen dat de inwoners van Fryslân de beschikbare mogelijkheden kennen en zo bewust een keuze kunnen maken. Resultaat uit Uitvoeringsprogramma 2011-2015: de verkeersveiligheid is verder verbeterd.
Wat gaan we daarvoor doen in 2012? VerkeersEducatie Wij zetten in op Permanente VerkeersEducatie en realistische Verkeershandhaving. In 2012 worden de activiteiten in het kader van het PVE-pakket (Permanente VerkeersEducatie) voortgezet. Dit pakket heeft zich inmiddels bewezen. Extra aandacht is er voor de in de Strategie Verkeersveiligheid 2010-2025 opgenomen aandachtsgebieden: alcohol, medicijnen en drugs, snelheid, ouderen, beginnende (brom)fietsers en jonge automobilisten (18 t/m 24 jaar). De betreffende activiteiten worden geconcretiseerd in het eerste vijfjarenplan en het jaarplan 2012. Bij de uitvoering wordt brede samenwerking gezocht met
40
partners en gemeenten. Dit gebeurt aan de hand van: education, enforcement, engineering en innovation. Permanente VerkeersEducatie heeft betrekking op alle leeftijdsgroepen: ‘van driewieler tot rollator’. De nadruk ligt op praktische verkeerseducatie. De voorlichting borduurt voort op de meerjarige campagnes verkeersveiligheid en gedragsbeïnvloeding. Hierbij wordt gebruik gemaakt van buitenreclame via de beschikbare mottoborden. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van sociale media. Handhaving Uitgangspunt van handhaving (‘enforcement’) dat iedereen behoefte heeft aan veiligheid. Toch is het nodig verkeersonveilig gedrag te corrigeren. Er vindt dan ook regelmatig overleg plaats tussen de handhavingspartners en de partners vanuit het Regionaal Orgaan verkeersveiligheid Fryslân (ROF). Wegbeheer en innovatie De uitvoering van ‘engineering’ ligt vooral bij de wegbeheerders. Samen met de wegbeheerders en de ROF-partners worden (subjectief) onveilige locaties in beeld gebracht en praktische oplossingen aangedragen. Innovatieve projecten worden samen met - of op initiatief van - de ROF-partners uitgevoerd. De gemeenten hebben hierbij een belangrijke rol. (Prestatie)indicatoren Onderwerp
Indicator
Aandacht voor jongeren Aandacht voor jonge automobilisten Aandacht jonge automobilisten en alcohol Aandacht jonge automobilisten, alcohol en drugs Ouderen Voorlichting/campagnevoering
Streefwaarden 2012 130 400 80
Aantal scholen met het verkeersveiligheidslabel Aantal deelnemers Trials Aantal deelnemers Alcholvrij op weg Aantal evenementen Responsible Young Drivers
18
Aantal deelnemers Rijvaardigheidsdag Senioren Aantal wisselingen van de uitingen op mottoborden
475 6
Wat mag het kosten? S/T Bedragen x € 1.000
Baten Bestaand beleid - structureel Totaal Baten Lasten Bestaand beleid - structureel Totaal Lasten Baten – Lasten
Realisatie 2010
Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013
Begroting Begroting 2014 2015
265 265
0
1.697 1.697
1.697 1.697
1.697 1.697
1.697 1.697
417 417 -152
166 166 -166
1.864 1.864 -166
1.861 1.861 -163
1.854 1.854 -156
1.856 1.856 -158
41
42
1.3 Programma 3 – Wetter Portefúljehâlders: C. Schokker-Strampel en J.H.J. Konst
Wat wolle wy berikke en wat mei it kostje? It hawwen en hâlden fan in feilige en bewenbere provinsje en it yn stân hâlden en fersterkjen fan sûne en fearkrêftige wettersystemen dy’t in duorsum gebrûk bliuwend garandearje. It giet dêrby om wettersystemen, wêrby´t ekonomyske en ekologyske ûntwikkelings mei-inoar yn lykwicht binne. De provinsje hat op it mêd fan de wetterhúshâlding wetlik in regissearjende rol. It giet dêrby om it fêststellen fan it beliedsramt foar it wetterbehear, it tafersjoch op de wetterbehearders en de organisaasje fan it wetterbehear yn de provinsje. Oan dy rol is foarm en ynhâld jûn troch op ‘e takomst rjochte belied út te setten om sa op ’e tiid klear te wêzen foar de heger wurdende seespegel, de klimaatferoaring en it grûnsakjen. Mei de ynset fan provinsjale middels kin ús regissearjende rol stal jûn wurde.
Resultaat út Utfieringsprogramma 2011-2015: Fryslân hat ek yn 2015 genôch, skjin en feilich wetter. De koers dy’t yn de ôfrûne jierren ynset is yn it wetterbelied en dy’t trochlutsen is nei it tredde Wetterhúshâldingplan, past yn it ramt fan it Koalysjeakkoart ‘Nije Enerzjy foar Fryslân’ sa’t dat nei de Steateferkiezings yn 2011 fêststeld is. Dêryn stiet as winske resultaat: ‘Fryslân hat ek yn 2015 genôch, skjin en feilich wetter’, en wat wy dogge: Wy sille mei faasje in takomstfisy ta stân bringe oer it ynrjochtsjen fan it Feangreidegebiet. Yn ‘e hjerst fan 2011 krije jim in startnotysje foarlein. Wy stribje dernei om ein 2011 útein te setten mei in yntegraal proses dêr’t alle belanghawwers yn it gebiet oan meidwaan kinne. Der is ôfpraat dat der yn Lauwerseach in nij gemaal komt. Wy geane derfan út dat it Ryk en de wetterskippen Fryslân en Noorderzijlvest de kosten dêrfan op ‘e noed nimme sille en dat it gemaal yn 2015 klear is. Dat slút oan by it wetterbelied foar de kommende jierren dat yn it Wetterhúshâldingsplan beskreaun is foar de trije beliedsmêden: wetterfeiligens, genôch wetter en skjin wetter. Dy yndieling is ek de basis foar de opset fan it beliedsprogramma ‘Wetter’ yn dizze begrutting. Yn it belied wurdt omtinken jûn oan duorsumens en kwaliteit fan ‘e romte en is der by de trije beliedsmêden fan wetter omtinken foar ynnovative techniken en oplossings. Yn de haaddoelstelling fan it belied komt de duorsumens ta utering, wylst dat begryp foar de trije beliedsmêden útwurke is en wurde sil by de útfiering fan maatregels. Foarbylden binne it ûntwikkeljen fan belied foar de takomstige ôfwettering fan Fryslân, dêr’t sjoen is nei in tiidslimyt fan 50 oant 100 jier, it ûndersyk nei boarnen foar it duorsum winnen fan drinkwetter en it útgongspunt dat it wurkjen oan wâlen en kaaidiken foldwaan moat oan de easken fan bygelyks it ynpassen yn it lânskip. It Utfieringsprogramma 2011-2015 ‘Koersfêst mei nij realisme’ neamt as winske resultaat:
Resultaat út Utfieringsprogramma 2011-2015: natuer en lânskip binne mei provinsjale middels fersterke. Wy stelle Wetterskip Fryslân by steat om by it oanpakken fan wâlen en kaaien omreden fan wetterfeiligens ek omtinken te jaan oan natuer en rekreaasjemooglikheden. Wy kombinearje dêrmei yntegraal ferskate beliedsdoelen. Sjoch ek programma 5, Lanlik Gebiet.
43
Belied yn plannen is lykwols net genôch; der moat ek wat barre! By it útfieren fan it belied hawwe de neikommende begripen in foaroanplak: gebietsrjochte wurkje, wurk mei wurk meitsje, de skeppe yn ‘e grûn en duorsum, ynnovatyf en moai. Dat moat derta liede dat wy yn ús provinsje ‘Wiis mei Wetter’ binne: wiis om’t wy ferstân fan wetter hawwe en wiis om’t wy genietsje fan de kwaliteiten fan wetter yn de wrâld om ús hinne dêr‘t wy mei safolle nocht yn libje. It útfieren fan it wetterbelied is oan de wetterbehearders. Mei Wetterskip Fryslân wurde alle jierren ôfspraken makke en fêstlein yn it Útfieringsprogramma Wetterbehear yn Fryslân. Wy freegje de behearders om ús de ynformaasje te jaan dy’t fanneden is, sadat wy it Ryk en Provinsjale Steaten ferslach útbringe kinne oer hoe‘t it troch de provinsje fêststelde belied yn de praktyk stal kriget. Totaal baten en lesten programma 3. Wetter Bedraggen x € 1.000
Baten 3.1 Wetterfeiligens 3.2 Genoch wetter 3.3 Skjin wetter Baten mei-inoar Lesten 3.1 Wetterfeiligens 3.2 Genoch wetter 3.3 Skjin wetter Lesten mei-inoar Baten – Lesten
Realisaasje Begrutting Begrutting Begrutting Begrutting 2010 2011 2012 2013 2014
Begrutting 2015
80 1.898 20 1.998
0 621 285 906
0 621 111 732
0 621 110 731
0 615 111 726
0 615 37 652
2.911 2.762 882 6.555 -4.557
576 1.627 1.291 3.494 -2.588
692 1.627 1.412 3.730 -2.999
680 1.661 1.346 3.687 -2.956
3.737 1.517 862 6.116 -5.390
2.546 1.528 799 4.873 -4.221
Belieds- en noarmeramt Ramtstellende beliedsnota’s/ relevante wetten en regelings Relevante Europeeske en nasjonale wetten en regelingen: Wetterwet, Wetterbeslút en Wetterregeling Wetterskipswet Wet Miljeubehear en ‘Beslút kwaliteitseasken en monitoring wetter’ Wet hygiëne en feiligens badynrjochtings en swimgelegenheden EU-ramtrjochtline Wetter (KRW)/Dochterrjochtline foar grûnwetter EU-rjochtline Oerstreamingsrisiko’s Natuerbeskermingswet / Floara- en faunawet /Natura 2000 Nasjonaal Wetterplan – Streamgebietbehearplan Ryn-Noard Bestjoersakkoart Wetter Provinsjale oarderings en beliedsnota’s: Provinsjaal Wetterhúshâldingsplan 2010-2015 Provinsjale Wetteroardering Wetterskipsregleminten (Fryslân, Noorderzijlvest en Zuiderzeeland) Oanpak GGOR yn Fryslân Troch DS fêststelde útfieringsregelings / beliedsnota’s: Regionaal Bestjoersakkoart Wetterkeatling Notysje ‘Oanpassing belied Kjeld- en Waarmte-opslachsystemen’ Utfieringsprogramma Wetterbehear yn Fryslân 2010-2015
Fêststeld troch PS op 7 novimber 2009 7 novimber 2009 4 desimber 2007 22 juny 2005 Fêststeld troch GS op 19 febrewaris 2010 22 maart 2005 26 april 2011
Yn 2012 oan PS foar te lizzen nota’s Fisy foar it Fryske Feangreidegebiet (sjoch 3.2, genôch wetter). Oanpassing fan it Tredde Wetterhúshâldingsplan (sjoch 3.2, genôch wetter).
44
Beleidsveld 3.1
Wetterfeiligens
Wat wolle wy berikke? Wetterfeiligens is in wetlike taak. It Ryk stelt foar in grut part it belied foar de primêre wetterkearing fêst. Wy folgje de beliedsûntwikkeling en dogge der alles oan om it Fryske belang genôch werom te sjen yn it lanlike belied. Fan 2010 ôf wurket it Ryk yn de mande mei de regio’s oan it Deltaprogramma. Yn dat programma wurdt ûndersocht hoe‘t Nederlân yn de takomst feilich hâlden wurde kin. Yn 2011 nimt it Ryk in wichtich prinsipebeslút oer de nije noarmen foar de wetterkearings. De regionale wetterkearings, lykas boezemkaaien, de Lauwersmardyk en de eardere seediken, moatte foldwaan oan de provinsjale feilichheidsnoarmen. De behearders soargje derfoar dat de kearings op oarder binne en hifkje de kearings geregeldwei oan de jildende noarmen. Foar de Lauwersmardyk en de eardere seediken betsjut soks, dat de hjoeddeiske situaasje oanhâlden wurdt. Foar de boezemkaaien fiert it Wetterskip Fryslân it ‘Herstelprogramma Oevers en Kaden’ út. Alle jierren wurdt trochinoar 66 km kaaien opholpen. Fersterkings fan de wetterkearings wurde sa útfierd dat der oan de romtlike kwaliteit bydroegen wurdt. Yn de romtlike oardering wurdt rekken hâlden mei it (takomstige) romtebeslach fan de wetterkearings. De wetterskippen soargje der ek foar dat der gjin skea troch wetterkninen en beverrotten oan de kearings ûntstiet. Yn trije jier tiid wolle wy nei 0,25 fongen wetterkninen yn ‘e oere.
Wat dogge wy yn 2012? Wetterkearings Fan de primêre wetterkearings foldie op basis fan de 2e hifking (2006), 80% oan de wetlike feilichheidsnoarmen. Oant 2015 wurde 12 dykfersterkingsplannen (8 dêrfan oant en mei 2013) útfierd om de kearings op oarder te bringen. Wy sjogge derop ta dat it Wetterskip Fryslân it rinnende dykfersterkingsprogramma foar de primêre wetterkearings neffens de plenning útfiert. By alle wurken oan de wetterkerings wurdt beoardiele oft en hoe‘t de LNCwearden meinommen binne en oft ynnovative en yntegrale oplossings besjoen binne. De resultaten fan de yn 2011 opstelde (3e) hifking sille de basis wêze foar it tredde Heechwetterbeskermingsprogramma fan it Ryk. Wy dogge der alles oan om de Fryske wetterkerings sa gau mooglik better te krijen; dêrby sil sjoen wurde hoe‘t neist de feiligens oare provinsjale doelen ek realisearre wurde kinne. De Ôfslútdyk foldocht net oan de norm; dat is in projekt dêr’t de feilichheidsopjefte yn ‘e breedte yn útwurke wurdt en dêr ‘t it Ryk in struktuerfisy foar opstelt. Yn 2012 wurkje wy yn de mande mei Ryk en belutsten regionale partijen de brede oanpak (blue energy ensfh.) út. Wetterskip Fryslân hat oanjûn it opknapprogramma foar de kaaien by de Fryske boezem del om finansjele redenen oant 2028 fertraagje te wollen. Wy binne dwaande om tegearre mei it Wetterskip Fryslân te besjen oft en hoe‘t dat op ferantwurde wize kin. Wy ferwachtsje dat dêr yn 2012 in formeel beslút oer naam wurde kin. Yn de perioade 2010-2015 wurket de provinsje mei oan it Deltaprogramma. By de regionale dielprogramma’s foar it Waad en de Iselmar drage wy by oan de útwurking dêrfan en bringe wy it Fryske belang yn. Dat dogge wy fansels ek foar de lanlike programma’s. Yn deselde perioade stelle wy in kustfisy op dêr‘t in ramt yn fêstlein wurde sil foar de romtlike ûntjouwing yn de kustsône. Tegearre mei it útwurkjen fan it Deltaprogramma leit dêr in kâns om ynnova-
45
tive oplossings, kwelderfoarming, it brûken fan de bûtendykse gebieten en de ferantwurdlikheden yn dy gebieten yn Fryslân fierder te ferkennen. Yn de romtlike oardening moat rekken hâlden wurden mei wetterfeiligens. Dêrom wolle wy, en sjogge wy derop ta, dat: De eksakte reservearringssônes fan de primêre wetterkearings yn de lêger fan de wetterkearingbehearders en yn de bestimmingsplannen fan de gemeenten opnaam binne; De regionale kearings troch de gemeenten yn harren bestimmingsplannen fêstlein binne; Foarm en ynhâld jûn wurdt oan it boubelied foar de reservearringssônes foar primêre wetterkearings en dat foar de boezem en yn polders sa heech mooglik boud wurdt; By romtlike ûntjouwings foarútrûn is op de takomstige maatjouwende boezemwetterstannen; De lêgers fan de boezemkaaien yn 2012 by de tiid brocht binne. Wy advisearje oer it sânsuppleesjeprogramma op de Waadeilannen, yn relaasje mei de ôfspraken oer it dynamysk kustbehear. Feiligens is dêrby it útgongspunt. By de bestriding fan de wetterkninen sil yn 2012 it fangstnivo op syn minst op 0,40 fangsten yn ‘e oere hâlden wurden. Fan 2011 ôf makket de bestriding wetlik diel út fan it wettersysteembehear en fiere de wetterskippen dy taak folslein op eigen manneboet en kosten út. (Prestaasje)yndikators
Ûnderwerp
Yndikator
Nulmjitting 2012
Primêre wetterkearings Boezemkaaien Bestriding wetterkninen
Tal fersterkingsplannen Tal kilometers Tal fangsten yn ‘e oere
1
8 út te fieren 264 km yn 4 jier 0,45 wetterkninen yn ‘e oere
4 66 0,40
Doelwearden 2013 2014 2 66 0,30
66 0,25
2015 66 0,25
Taljochting 1. De nulmjitting is basearre op 2010. Fan de 8 út te fieren fersterkingsplannen binne yn 2010 en 2011 twa oplevere. De oare seis steane op it programma foar 2012 en 2013.
Utstellen út Utfieringsprogramma 2011-2015: Yntegrale oanpak wâl- en kaaiprojekten Dizze oanpak is foar bydragen oan projekten fan Wetterskip Fryslân as tydlik budzjet yn de perioade 2014-2019 foar it útfieren fan it Opknapprogramma foar wâlen en kaaien. Mei-inoar giet it yn de perioade 2014-2019 om in bedrach fan € 6 miljoen. Foar 2014 giet it om € 2 miljoen en fan 2015 ôf om acht ton yn it jier. Sjoch de tabel hjirunder. Mei dizze middels wurde oare provinsjale belangen as wetterbelangen behertige, bygelyks rekreaasje (fyts- en kuier-paden, stegers) en natuer. It giet hjir om besteand belied dat oant en mei 2013 stal kriget fia it pMJP (FYLG-middels). It wie oant 2005 in besteand budzjet yn it programma Wetter en is dêrnei ûnderbrocht yn it pMJP (FYLG-jild). Om‘t noch net dúdlik is hoe‘t it nei 2013 fierder giet mei ILG en wy beliedsmjittich trochgean wolle mei de yntegrale oanpak fan wâlen en kaaien, wurdt it budzjet fan 2014 ôf wer yn programma 3 opnaam. Wetterhúshâldingsplan (WHP) It rinnende Wetterhúshâldingsplan jildt oant en mei 2015. Yn de perioade dêrnei wolle wy op deselde wize trochgean mei it stypjen fan ynnovaasje en nije techniken en it útfieren fan it belied, sadat ‘Fryslân yn 2015 ek noch genôch, skjin en feilich wetter hat’. Foar de perioade nei 2015 is dêr alle jierren in struktureel budzjet nedich fan € 500.000 foar it útfieren fan ús wetterbelied. Foar het jaar 2012 hawwe dizze ûnderdielen fan it Útfieringsprogramma gjin finansjele gefolgen. It jild is nedich nei 2013 (yntegrale oanpak wâlen en kaaien) en 2015 (Wetterhúshâldingsplan).
46
Wat mei it kostje? S/T Bedraggen x € 1.000
Baten Besteand belied - struktureel Baten mei-inoar Lesten Besteand belied - struktureel - tydlik (WHP) Ny belied - yntegrale oanpak Wâl- en kaaiprojekten Lesten mei-inoar Baten – Lesten
Beleidsveld 3.2
T
Realisaasje Begrutting Begrutting Begrutting Begrutting Begrutting 2010 2011 2012 2013 2014 2015
80 80
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
2.911 0
633 -57
692 0
680 0
652 1.085
661 1.085
0
0
0
0
2.000
800
2.911 -2.831
576 -576
692 -692
680 -680
3.737 -3.737
2.546 -2.546
Genôch wetter
Wat wolle wy berikke? Genôch wetter betsjut net tefolle en net te min. Dat stribjen jildt foar grûn- en oerflaktewetter. ‘Genôch wetter’ is in wetlike taak. Mei technyske en romtlike maatregels wurdt wurke oan in mânsk en fearkrêftich wettersysteem, dat klear is om de gefolgen fan de klimaatferoaring op te fangen. Yn 2015 moat foldien wurde oan de noarmen foar regionale wetteroerlêst. Mei duorsum peilbehear wolle wy, rekken hâldend mei de klimaatferoaring, de ferskate funksjes en foarmen fan grûngebrûk sa goed mooglik betsjinje. Negative effekten foar natuergebieten, gebouwen en lânbou moatte foarkommen wurde. By it foarkommen fan skea is it op ‘e nij besjen fan fêststelde funksjes in mooglikheid. In lykwichtige oanpak fan wettertekoarten en in goede ferdieling fan ynrinwetter yn perioaden fan droechte út de Iselmar wei, drage dêr ek oan by. De lânbou krijt by dat alles yn it bysûnder omtinken: it sâlter wurden fan de grûn, it sakjen fan it meanfjild troch feanoksidaasje en oantaasting fan bebouwing en natuer. De ferdroeging fan de natuer wurdt oer twa spoaren bestriden: it útfieren fan de mei it Ryk oerienkommen TOP-list en troch al wurkjend yn te spyljen op de mooglikheden dy‘t harren foardogge. By it grûnwetter stribje wy nei: It duorsum brûken fan grûnwetter, sûnder ûnevenredige skea oan oare belangen; In betroubere en duorsume wetterwinning, mei grûnwetter yn 2020 foar op syn meast 50% as boarne; It leverjen fan in bydrage oan de CO2-reduksje en in fermindering fan it brûken fan fossile brânstoffen, troch it stimulearjen fan boaiemenerzjysystemen (WKO-systemen).
Wat dogge wy yn 2012? Op basis fan ûnder oaren de jierlikse rapportaazjes fan de wetterbehearders sjocht de provinsje ta op it peilbehear en it ta stân bringen fan de regionale wetteroerlêstnoarmen. Der wurdt beoardield oft: De neistribbe peilen fêstlein binne yn peilbesluten, dy‘t elkenien rieplachtsje kin; By it peilbeslút foar de Lauwersmar rekken hâlden is mei de betsjutting fan de Lauwersmar foar de ôfwettering fan Fryslân;
47
It beslút fan de Steaten fan 9 febrewaris 2011 om hegere simmerpeilen yn it feangreidegebiet as mooglikheid mei te nimmen by it Winske peilbehear goed yn it belied opnommen is (oanpassing fan it tredde Wetterhúshâldingsplan); Genôch foarútgong boekt is mei it opstellen fan de wettergebietsplannen om uterlik yn 2014 foar alle gebieten yn Fryslân it winske peilbehear op te stellen en uterlik yn 2015 fêst te stellen (de nije plenning wurdt yn 2012 meinaam by de oanpassing fan it tredde Wetterhúshâldingsplan); Fanút in brede oanpak in langetermynfisy opsteld wurdt foar it Fryske Feangreidegebiet. Wetter sil in wichtich ûnderdiel wêze by it opstellen fan dy fisy. De ekstra kosten fan € 100.000 wurde dutsen út besteande budzjetten foar it útfieren fan it tredde Wetterhúshâldingsplan; It ûndersyk nei it sâlter wurden fan de grûn yn maart 2012 klear is en hoe ’t de ynformaasje út dat ûndersyk tapast wurde kin by it opstellen fan de wettergebietsplannen foar it noardlike klaaigebiet fan Fryslân en de Waadeilannen; Foarderings boekt binne mei it opstellen fan in gebietsdekkende kaart dêr‘t noarmen op steane foar de regionale wetteroerlêst en oft ynsjoch jûn is yn de maatregels dy‘t nedich binne om dy noarmen te heljen; Der foarderings binne by it tarieden en realisearjen fan de maatregels dy‘t nedich binne om it fêsthâlden, it bergjen en it ôffieren fan wetter te regeljen (gemaal Lauwerseach, 300 ha boezemútwreiding, 100 ha retinsjegebieten, 450 ha ekstra iepen wetter yn dielsystemen en maatregels yn stedsgebieten). Wettertekoarten Yn de twadde faze fan it projekt Droechtestúdzje Noard-Nederlân wurdt undersocht wat de besteande en wat de takomstige wettertekoarten binne en hokker maatregels naam wurde kinne om de tekoarten sa lyts mooglik te hâlden. Dy stúdzje rint lykop mei it Nasjonaal Deltaprogramma Swietwetter. By situaasjes fan ekstreme droechte sille wy, troch it tapassen fan de ferkringingsrige en troch it ynbringen fan aktuele kennis, de regionale belangen behertigje yn it droechte-oerlis. De ferdroeging (no likernôch 11.000 ha) wurdt oer twa spoaren tsjingien: mei de Top-list en al wurkjend hoopje wy alle jierren 500 ha oan te pakken. Troch de Ryksbesunigings op natuer is it net wis oft dat oarspronklike doel noch helle wurde sil. Grûnwetterbehear Oanfragen foar grûnwetterfergunnings wurde op basis fan it Wetterhúshâldingsplan ôfhannele. It grûnwetterbehear en de fergunningferliening by de provinsje en it wetterskip wurde opinoar ôfstimd. Dêroer binne ôfspraken makke mei Wetterskip Fryslân. Waarmte- en Kjeldsopslach Yn 2012 sil útfiering jûn wurde oan de beliedsnotysje Waarmte- en Kjeldopslach (WKO). Wichtich ûnderdiel dêrby is de gearwurking tusken gemeenten en de provinsje om mei-inoar de ferskate WKO-systemen yn byld te bringen. Wy stribje der yn it bysûnder nei dat yn in pear grutte nijbouwiken en op nije bedriuweterreinen kombinearre WKO-systemen oanlein wurde. Omtinken kriget it tsjingean fan ynterferinsje tusken systemen. Drinkwetterfoarsjenning Foar de drinkwetterfoarsjenning stribje wy nei lykwicht tusken fraach en oanbod. Der wurdt ûndersocht hoe‘t kaam wurde kin ta de duorsume tapassing fan oerflaktewetter, it ferminderjen fan it oandiel swiet grûnwetter en it op ‘e nij brûken fan reinwetter. In foarljochtingskampanje wurdt taret om it besparjen fan drinkwetter te befoarderjen.
48
(Prestaasje)yndikators
Ûnderwerp
Yndikator
Regionaal wettersysteem Regionale wetteroerlêst
Nulmjitting
It útfieren fan maatregels yn ha’s Ha’s dy ‘t net foldogge oan de noarm Ha‘s foar it trajekt winske peilbehear Tal ha’s dêr’t maatregels naam wurde
Winske peilbehear Ferdroege natuer
Goed op skema 4.200 ha
348.500 ha
2
11.000 ha
Doelwearden 2014 2015
2012
2013
1
-
-
-
2.100 ha
-
-
-
48.000 ha 500 ha
48.000 ha 500 ha
48.000 ha 500 ha
48.000 ha 500 ha
500 ha
Taljochting 1. Winske resultaat yn 2015: gemaal Lauwerseach, it realisearjen fan 300 ha boezem-útwreiding, 100 ha retinsjegebieten, 450 ha ekstra iepen wetter yn dielsystemen (freget meiwurking fan de grûneigners) en maatregels yn stedsgebieten; 2. De nulmtitting is basearre op 2010, útsein it Winske peilbehear want dêr jildt 2007 as basis. Foar it Winske peilbehear is al 64.500 ha en wurdt meikoarten 92.000 ha realisearre. Oant en mei 2014 folgje noch 192.000 ha.
Wat mei it kostje? S/T
Eksploitaasje Bedraggen x € 1.000
Baten Besteand belied - struktureel Baten mei-inoar Lesten Besteand belied - struktureel - tydlik Lesten mei-inoar Baten – Lesten
Beleidsveld 3.3
Realisaasje Begrutting Begrutting Begrutting Begrutting Begrutting 2010 2011 2012 2013 2014 2015
1.898 1.898
621 621
621 621
621 621
615 615
615 615
2.710 52 2.762 -864
1.527 100 1.627 -1.006
1.577 50 1.627 -1.006
1.561 100 1.661 -1.040
1.517 0 1.517 -902
1.528 0 1.528 -913
Skjin wetter
Wat wolle wy berikke? It realisearjen fan de wetterkwaliteitsdoelen (gemy, ekology en it ynrjochtsjen) is langetermynwurk, dat foar in belangryk part troch de Europeeske regeljouwing stjoerd wurdt; de doelen binne keppele oan de jierren 2015, 2021 en 2027. Dat jildt likegoed foar oerflaktewetter as foar grûnwetter. De te nimmen maatregels binne ûnder oaren rjochte op it berikken fan in goede wetterkwaliteit yn natuergebieten en fan de swimwetterlokaasjes. Wy stribje ek nei ekstra beskerming fan de kwaliteit fan it grûnwetter yn grûnwetterbeskermingsgebieten. Emisjes út de wetterkeatling wei meie gjin beheining wêze foar it realisearjen fan de gemyske en ekologyske kwaliteit fan it oerflaktewetter. Partijen yn de wetterkeatling yn Fryslân, fiere harren taken út tsjin sa leech mooglike kosten. Troch it goed mei-inoar oparbeidzjen, fiere hja harren taken sa doelmjittich, transparant, duorsum en ynnovatyf mooglik út. Fierders wolle wy deroan bydrage dat yn 2015 it tal minsken sûnder duorsume tagong ta skjin drinkwetter en sanitêre foarsjennings, yn ‘e hiele wrâld de helte minder is. Dat is
49
millenniumdoelstelling 7 fan de Feriene Naasjes. Dy doelstelling is yn it Skoklânakkoart opnaam. De provinsje docht mei oan it Zambezi-project troch fjouwer jier lang alle jierren € 150.000 te jaan en troch syn rol as oanfreger fan subsydzje. Besocht wurdt om 1,9 miljoen minsken yn treddewrâldlannen tagong ta skjin wetter en sanitêre foarsjennings te jaan.
Wat dogge wy yn 2012? Wetterkwaliteit Om beoardiele te kinnen oft it realisearjen fan de wetterkwaliteitsdoelen op koers lizze: sjogge wy derop ta dat de maatregels yn ferskate wetterlichems neffens de ‘KRWBeslisnota 2008’ útfierd wurde en dat it behear fan wetterskippen, gemeenten, provinsje en oare oanbelangjende partijen, geskikt genôch is om de KRW-doelen wier te meitsjen; geane wy nei hokker maatregels yn Natura 2000-gebieten en de oare EHS-gebieten opnaam binne en oft de wurkwize, wêrby‘t de mooglikheden foar ferbettering fan de wetterkwaliteit yn de EHS nei projekt besjoen wurdt, fuortset is. De foarnommen ryksbesunigings op EHS hawwe dêr ynfloed op. Yn septimber 2011 komt der mear sicht op de gefolgen foar de KRW-maatregels yn Fryslân, sa‘t dy fêstlein wiene foar de perioade 2010-2015. Dan witte wy ek oft it Wetterhúshâldingsplan yn 2012 oanpast wurde moat; wurde de wettermaatregels út de Natura-2000-behearplannen, dêr‘t bestjoerlike oerienstemming oer is (ein 2012 moatte dy bekend wêze), yn it KRW-proses meinaam; geane wy nei oft de mooglikheden fan eksterne finansiering optimaal benuttige wurde. Ryksmiddels foar wetterkwaliteitsferbettering dy‘t oan it YLG tafoege binne, binne programmearre fia it pMJP; dêrop binne de ryksbesunigings ek fan ynfloed; geane wy nei oft by nije romtlike ûntjouwings mei de wetterhifking ûndersocht is oft de wetterkwaliteit net efterútgiet en, as soks nedich is, dan passende maatregels naam binne; bringe alle oanbelangjende partijen alle jierren ferslach út oer it behear, de nommen maatregels en de berikte wetterkwaliteit. Wy presintearje in gearfetting fan it behear en de resultaten dêrfan oan Provinsjale Steaten en bringe ferslach út oer de fuortgong fan de útfiering fan de KRW-maatregels oan it Ryk. Grûnwetterbeskerming Der is dúdlikens oer de kwaliteit fan it grûnwetter en de risiko’s op grûnwetterfersmoarging: troch it ien kear yn it jier mjitten en analysearjen fan de grûnwetterkwaliteit op strategyske punten yn de provinsje (provinsjaal mjitnet); yn 2012 wurdt de KRW-monitoring (dy ’t ienris yn de 6 seis jier dien wurdt) foar grûnwetter útfierd; troch dúdlikens oer de grûnwetterkwaliteit op grûn fan aktuele ynsichten en metodiken; troch ynsjoch yn risiko’s fan histoaryske fersmoargingsboarnen yn grûnwetterbeskermingsgebieten (klear yn 2012); It belied wurdt sa nedich oanpast op grûn fan de mjittings. Binnen de eventuele nije begrinzing fan grûnwetterbeskermingsgebieten sille der gjin nije bedriuwen komme mei aktiviteiten dy‘t yn striid binne mei de regels út de provinsjale Miljeuoardering. Foar besteande riskante aktiviteiten jildt in skerpere hanthavening. Swimwetter By de besteande 48 swimwetterlokaasjes yn Fryslân sjogge wy derop ta dat: de oanwiisde swimwetterlokaasjes foldogge oan de stelde easken; wetterskippen, gemeenten en oare behearders de needsaaklike maatregels útfiere (û.o. op basis fan de yn 2011 opstelde swimwetterprofilen); foarskriften opsteld wurde foar it nimmen fan maatregels, sa as it oanwizen of it ynlûken fan de oanwizing fan swimwetterlokaasjes, as de grinzen fan de swimwetternoarmen net yn acht nommen wurde;
50
goede en aktuele ynformaasje oer de tastân fan it swimwetter beskikber is op it ynternet, de swimwettertillefoan en mei buorden by de swimwetterlokaasjes. yn 2012 wurde de nije buorden, op basis fan Europeeske regels, oanbrocht by alle oanwiisde swimplakken. De tarieding begjint yn 2011. As de lokaasjes net oan de easken foldogge, komme wy yn aksje om foar te kommen dat der swommen wurdt. Riolearring Gemeentlike riolearringsplannen beoardiele wy oan de hân fan it Wetterhúshâldingsplan. Ûntheffings fan de soarchplicht foar riolearring yn it bûtengebiet beoardiele wy op grûn fan it ûntheffingsbelied yn it Wetterhúshâldingsplan. Yn de rin fan 2012 sille de gefolgen dúdlik wurde fan it lanlike Bestjoersakkoart Wetter foar de útfiering fan dy taken. Wetterkeatling De emisjes út de wetterkeatling wurde troch de wetterbehearder beoardield neffens it wetterkwaliteitsspoar. Der moat foldien wurde oan de easken dy‘t de gemyske en ekologyske doelen fan it ûntfangende wetter freegje. De YBA’s dy’t by it Wetterskip Fryslân yn behear binne, foldogge ek oan dy easken. De nije KRW-noarmen foar oerflaktewetter wurde yn dizze planperioade troch de wetterbehearder ferwurke yn lossingsfergunnings foar rioelwettersuveringsynstallaasjes. Yn it Bestjoersakkoart wetterkeatling yn Fryslân binne ôfspraken makke oer it útfieren fan taken en projekten yn it ramt fan de wetterkeatling. Ynnovaasjes en ûndersyksopjeften wurde ûnderbrocht yn it ‘duorsumheids- anneks ynnovaasjeprogramma wetterkeatling Fryslân’; der is ekstra jild foar reservearre. Ien en oar is bedoeld om de doelmjittigens yn de perioade 2007-2017 mei 15 oant 20% te ferbetterjen. It programma is fan 2011 ôf operasjoneel. (Prestaasje)yndikators
Ûnderwerp
Yndikator
Nulmjitting 2012
Kwaliteit oerflaktewetter
Swimwetterlokaasjes
Wetterkeatling
Begrinzing grûnwetterbeskermingsgebieten
Tal fiskpassaazjes en ha natuerfreonlike wâlen Persintaazje opstelde profilen en pleatste buorden Tal út te fieren projekten fan it Bestjoersakkoart Tal gebieten dêr ‘t de begrinzing besjoen is
Mei de tarieding is úteinset
15 en 1 50 ha
Goed op skema
100%2
Mei de tarieding is úteinset
-
0
94
Doelwearden 2013 2015
2015
-
-
-
-
-
3
-
-
-
-
-
9
Taljochting 1. Winske resultaat yn 2015: 30 fiskpassaazjes en 100 ha natuerfreonlike wâlen. 2. Winske resultaat yn 2012: foar alle swimplakken binne profilen opsteld (2011) en binne ynformaasjebuorden oanbrocht (dat rint troch oant en mei it badseizoen fan 2012). 3. Yn 2011 is begûn mei it útfieren fan de projekten. De útfiering rint troch oant en mei 2013. It oantal projekten ûnder it bestjoersakkoart is werombrocht van 14 nei 9 troch it kombinearjen fan projekten. 4. Yn 2011 binne fan 3 grûnwetterbeskermingsgebieten de begrinzing hifke, yn 2012 fan 9 gebieten (mei-inoar 12). It mooglik oanpassen rint troch oant en mei 2015.
51
Wat mei it kostje? S/T Bedraggen x € 1.000
Baten Besteand belied - struktureel Baten mei-inoar Lesten Besteand belied - struktureel - tydlik Lesten mei-inoar Baten – Lesten
Realisaasje Begrutting Begrutting Begrutting Begrutting Begrutting 2010 2011 2012 2013 2014 2015
20 20
285 285
724 158 882 -862
1.084 207 1.291 -1.005
52
111 111
912 500 1.412 -1.301
110 110
111 111
37 37
896 450 1.346 -1.236
862 0 862 -752
799 0 799 -762
1.4 Programma 4 – Milieu Portefeuillehouder: S.H. Galema
Wat willen we bereiken en wat mag het kosten? In het Uitvoeringsprogramma 2011-2015 is aangegeven dat duurzaamheid geen streven is, maar een verplichting. Naar ons zelf, naar onze kinderen en naar de wereld om ons heen: ‘We moeten zorgen dat Fryslân de mooiste provincie blijft om in te leven, wonen, werken, recreëren en studeren’. Het provinciaal milieubeleid borgt en versterkt waar nodig de kwaliteit van het Friese leefmilieu. Hiermee vormt het nu en in de toekomst een belangrijk fundament voor de duurzame ontwikkeling van onze provincie. Bij een duurzame samenleving hoort een verantwoord gebruik van het fysieke leefmilieu, zodat dit gebruik oneindig kan voortduren. Dit betekent dat er geen sprake kan zijn van schadelijke onttrekkingen of schadelijke toevoegingen aan het fysieke leefmilieu. We willen schadelijke onttrekkingen of toevoegingen aan het Friese leefmilieu in 2030 hebben uitgebannen. Voor de planperiode van het Frysk Miljeuplan 2011-2014 hanteren we daartoe de volgende doelstellingen: In 2015 voldoet het Friese fysieke leefmilieu aan alle geldende wettelijke normen. In verschillende gevallen streven we een hogere kwaliteit na dan vastgelegd in wettelijke normen. Deze hogere ambitie is vastgelegd in bestuurlijke afspraken. In de planperiode komen we deze afspraken na. Een duurzaam fysiek leefmilieu vereist op verschillende punten mogelijk een hogere kwaliteit dan nu is vastgelegd in wettelijke normen of bestuurlijke afspraken. In 2012 inventariseren we of, en zo ja, welke bijzondere milieukwaliteiten we in Fryslân nodig hebben voor een duurzame ontwikkeling. We realiseren de drie doelstellingen van het Friese milieubeleid via drie uitwerkingssporen: 1. Slim milieubeheer 2. Ruimte voor duurzame innovaties 3. Bouwen aan een duurzame samenleving Spoor 1. Slim beheer Bij slim beheer gaat het er vooral om, op basis van wettelijke taken, de gewenste milieukwaliteit te bereiken en te behouden. De laatste milieuknelpunten moeten worden opgelost. Datgene wat schoon is moet schoon blijven en eventuele nieuwe knelpunten moeten in een vroeg stadium worden gesignaleerd en aangepakt. Met dit spoor wordt de basiskwaliteit van het milieu gewaarborgd. Spoor 2. Duurzame innovaties Duurzame innovaties bieden voordelen voor individuele bedrijven en consumenten, maar ook voor de sociale, ecologische en economische ontwikkeling van de maatschappij. Bij ecologische ontwikkeling zijn duurzame innovaties gericht op het vermijden van schadelijke toevoegingen en onttrekkingen aan de leefomgeving. Procesontwerpen zijn hierbij belangrijk. Ook bestuurlijke innovaties zijn hierbij essentieel.
53
Spoor 3. Duurzame samenleving Duurzame ontwikkeling vraagt om meer dan alleen slim beheer en duurzame innovaties. Er zijn vernieuwende samenlevingspatronen nodig, zoals de manier van productie- en consumptie, de inrichting en samenwerking van maatschappelijke organisaties, bedrijfsleven, bestuur en politiek. Dit gaat veel verder dan het milieubeleid, maar milieubeleid kan hierin wel een belangrijke rol spelen. Milieubeleid gaat over het in goede banen leiden van de gevolgen van menselijk handelen op de leefomgeving. De uitvoering van het nieuwe Provinciaal Milieubeleidsplan heeft een programmatisch karakter. Via zeven beleidsvelden is het milieubeleid bij de provincie in organisatorische zin ingekaderd: 1. Basiskwaliteit & bewustwording 2. Eco-effectiviteit 3. Duurzaam bodembeheer 4. Leefomgevingsbeleid 5. Regie en strategie toezicht en handhaving 6. Uitvoering, toezicht en handhaving Per beleidsveld is bekeken welke uitwerkingssporen van het Frysk Miljeuplan de komende planperiode moeten worden ingezet. Dat leidt tot het volgende overzicht: Beleidsveld
Spoor 1: Slim beheer
Spoor 2: Ruimte voor duurzame innovaties
Spoor 3: Bouwen aan een duurzame samenleving
x
x x
x x
x
x
Basiskwaliteit & bewustwording Eco-effectiviteit Duurzaam bodembeheer Leefomgevingsbeleid Regie & strategie toezicht en handhaving Uitvoering vergunningverlening, toezicht en handhaving incl. extra taken a.g.v. Wabo
x x x x
Effectindicator in Uitvoeringsprogramma 2011-2015 Indicator Ecologische footprint van de gemiddelde Fries in hectares
Te meten eenheid + nulmeting 4,19 hectare
Peiljaar/bron 2010/De Friese Voetafdruk gemeten
Totaal baten en lasten programma 4. Milieu Bedragen x € 1.000
Baten 4.1 Basiskwaliteit & bewustwording 4.2 Eco-effectiviteit 4.3 Duurzaam bodembeheer 4.4 Leefomgevingsbeleid 4.5 Regie & strategie toezicht en handh. 4.6 Uitvoering vergunningverlening, toezicht en handhaving Totaal Baten Lasten 4.1 Basiskwaliteit & bewustwording 4.2 Eco-effectiviteit 4.3 Duurzaam bodembeheer 4.4 Leefomgevingsbeleid 4.5 Regie & Strategie toezicht en handh. 4.6 Uitvoering vergunningverlening, toezicht en handhaving Totaal Lasten Baten – Lasten
Realisatie Begroting Begroting Begroting Begroting 2010 2011 2012 2013 2014
Begroting 2015
0 539 1.580 879 13 160
0 112 25 0 6 521
0 0 25 0 0 521
0 0 25 0 0 521
0 0 25 0 0 521
0 0 25 0 0 521
3.170
664
545
545
545
545
285 1.283 5.724 2.185 311 9.948
515 613 3.148 921 576 11.903
705 631 3.688 1.056 377 11.234
615 701 4.435 1.049 374 11.020
474 636 5.500 949 138 10.465
429 297 717 613 140 10.608
19.736 -16.566
17.676 -17.013
17.691 -17.146
18.195 -17.649
18.161 -17.615
12.804 -12.258
54
Beleids- en normenkader Kaderstellende beleidsnota’s/ relevante wetten en regelingen Relevante Europese en nationale wetten en regelingen: Wet milieubeheer Besluit kwaliteitseisen wet milieubeheer Wet bodembescherming Wet algemene bepalingen omgevingsrecht/Activiteitenbesluit Ontgrondingswet Vuurwerkbesluit Luchtvaartwet Wet milieugevaarlijke stoffen Wet luchtverontreiniging Wet geluidshinder Flora- en faunawet Vogel- en Habitatrichtlijn Natuurbeschermingswet Nationaal Milieubeleidsplan Provinciale verordeningen en beleidsnota’s Frysk Miljeuplan 2011-2014 Provinciale milieuverordening Fryslân, zevende tranche Provinciale milieu- en ontgrondingsverordening Ontgrondingenverordening Friesland Nota Fryslân Duurzaam Convenant bodemontwikkelingsbeleid en spoedlocaties Bodemvisie (integraal bodemkwaliteitsplan Door GS vastgestelde uitvoeringsregelingen/-nota’s Nota duurzame bedrijfsvoering
Beleidsveld 4.1
Vastgesteld door PS op 9 februari 2011 in voorbereiding 29 december 2005 22 april 2009 10 juli 2009 nog niet vastgesteld Vastgesteld door GS op 15 december 2009
Basiskwaliteit & bewustwording
Wat willen we bereiken? Doel van dit beleidsveld is het bewaken van de basiskwaliteit in Fryslân en een gezonde, veilige en hoogwaardige leefomgeving. Wat betreft gezondheid en veiligheid wordt gesproken van basis- of minimumkwaliteit. In het Nationaal Milieubeleidsplan 4 (NMP4) is de ‘basiskwaliteit’ of ‘minimumkwaliteit’ van de leefomgeving de verantwoordelijkheid van de rijksoverheid. De verantwoordelijkheid voor de invulling van een ‘hoogwaardige leefomgeving’ is bij de provincies, gemeenten en waterschappen neergelegd.
Wat gaan we daarvoor doen in 2012? Spoor 1 Op basis van het te ontwikkelen normenkader wordt de Algemene Milieukwaliteit in Fryslân in beeld gebracht: waar ontstaan beleidstekorten en waar is inspanning nodig om de basiskwaliteit te behouden en te versterken? In dit verband worden periodiek rapportages opgesteld zodat we weten waar extra aandacht aan besteed moet worden en welke mogelijkheden er zijn om deze onderwerpen aan te pakken. Daarbij maken we gebruik van alle beschikbare kennis en de hulp van deskundigen in het veld (terreinbeheerders). Op die manier richten we ons op de knelpunten die vanuit de samenleving aandacht vragen of een risico vormen. Met name het consumentengedrag staat de komende periode centraal. Bewustwording en gedragsbeïnvloeding van de Friese burger is hierbij een sleutelbegrip. In 2012 gaan wij stimuleringsprojecten inzetten om het consumentengedrag van de Friese burger te verduurzamen.
55
(Prestatie)indicatoren Onderwerp
Indicator
Nulmeting
Bewaken van de basiskwaliteit in Fryslân
Monitoringskader PMP
Toestand Leefmilieu 2008 (*1)
Consumentengedrag Friese burger beïnvloeden
Aantal projecten
2
2010 (*2)
2
Streefwaarden 2011 2012 (*2) (2*)
3
3
2013 (*2)
3
Toelichting Ad1: Nulmeting Toestand Leefmilieu; zie hieronder bij ‘Meting 2008’: Ad2: Streefwaarden 2010-2013; zie hieronder bij ‘Realisatie Lange termijn’
Uit de beschrijving van de toestand van het leefmilieu blijkt dat voor de onderstaande beleidsdossiers inspanning nodig is om de basiskwaliteit te behouden. Tabel: basiskwaliteit behouden TABEL 1: BELEIDSDOSSIERS WAAR INSPANNING NODIG IS OM DE BASISKWALITEIT TE BEHOUDEN Oordeel status Thema Onderwerp Meting Meting Realisatie 2004 2008 Lange termijn Was goed blijft Bodem Bodemverontreiniging zware Goed Goed Goed goed metalen (100%) (100%) (100%) Grondwater Grondwaterkwantiteit Goed Goed Goed (100%) (100%) (100%) Schone stortplaatsen Goed Goed Goed (100%) (100%) (100%) Grondwater Goed Goed Goed bestrijdingsmiddelen (100%) (100%) (100%) Schoon grondwater nutriënten Goed Goed Goed (100%) (100%) (100%) Schoon grondwater zware Goed Goed Goed metalen (100%) (100%) (100%) Lucht Geluid Goed Goed Goed (100%) (100%) (100%) Luchtkwaliteit Goed Goed Goed (100%) (100%) (100%) Geur Goed Goed Goed (100%) (100%) (100%) Externe veiligheid Goed Goed Goed (100%) (100%) (100%) Natuur Soortenbeleid Matig Redelijk Redelijk (50%) (75%) (75%) Waterkwaliteit Zwemwater Goed Goed Goed (100%) (100%) (100%) Waterkwantiteit Wateroverlast Goed Redelijk Goed (100%) (75%) (100%)
Uit de beschrijving van de toestand van het leefmilieu blijkt dat voor de onderstaande beleidsdossiers inspanning nodig is om de basiskwaliteit te bereiken.
56
Tabel: basiskwaliteit te bereiken TABEL 2: BELEIDSDOSSIERS WAAR INSPANNING NODIG IS OM DE BASISKWALITEIT TE BEREIKEN Oordeel status Thema Onderwerp Meting Meting Realisatie 2004 2008 Lange termijn Was matig wordt Bodem Bodemsanering Slecht Redelijk Goed goed (25%) (75%) (100%) Energie Energiebesparing bedrijven Matig Redelijk Redelijk (50%) (75%) (75%) Duurzame windenergie Slecht Redelijk Goed (25%) (75%) (100%) Duurzame biomassa energie Slecht Redelijk Goed (25%) (75%) (100%) Koude warmteopslag Slecht Redelijk Goed (25%) (75%) (100%) Overige duurzame energie Slecht Redelijk Goed (25%) (75%) (100%) Landschap Nationale landschappen Niet Redelijk Goed (0%) (75%) (100%) Waterkwaliteit Schoon nutrienten Matig Redelijk Goed (50%) (75%) (100%) Schoon bestrijdingsmiddelen Goed Redelijk Goed (100%) (75%) (100%) Schoon zware metalen Matig Redelijk Goed (50%) (75%) (100%) Waterkwantiteit Verdroging Redelijk Goed Goed (75%) (100%) (100%) Waterveiligheid primaire Goed Redelijk Goed waterkeringen (100%) (75%) (100%) Waterveiligheid kaden en Goed Redelijk Goed oevers (100%) (75%) (100%) Bagger / bevaarbaarheid Matig Goed Goed waterwegen (50%) (100%) (100%) Was matig blijft Bodem Aardkundige waarde Niet Matig Matig matig (0%) (50%) (50%) Landschap Behoud en herstel landschap Matig Redelijk Redelijk (50%) (75%) (75%) Natuur Begrenzing beheersgebieden / Matig Redelijk Redelijk agrarisch natuurbeheer (50%) (75%) (75%) Realisatie EHS Matig Redelijk Redelijk (50%) (75%) (75%) Ecologische verbindingszones Slecht Matig Redelijk (25%) (50%) (75%) Waterkwaliteit Ecologische kwaliteit Niet (0%) Matig Redelijk (50%) (75%) Was matig Bodem Bodemverzuring Slecht Matig Redelijk onvoldoende (25%) (50%) (75%) invloed Waterkwaliteit Waterbodemsanering Niet Redelijk Redelijk (0%) (75%) (75%)
Spoor 2 In 2012 wordt een pilot bio-based economy uitgevoerd. Hierbij zoeken wij uitdrukkelijk naar mogelijkheden van aanvullende externe financiering. Wellicht laten we in Europa veel geld liggen, zijn er bij het Rijk nog aanvullende financieringsmogelijkheden en kunnen in samenwerking met het maatschappelijk middenveld, doelen gerealiseerd worden. (Prestatie)indicatoren Onderwerp Pilot bio-based economy
Indicator pilot uitgevoerd ?
Nulmeting Nee
57
2011 nnb
Streefwaarden 2012 2013 nnb nnb
2014 nnb
Spoor 3 In 2012 inventariseren we welke bijzondere milieukwaliteiten we in Fryslân nodig hebben voor een duurzame ontwikkeling. Dit werken we uit in een aanvullend Fries normenkader Dit normenkader geeft nadere invulling aan de ambitie om schadelijke onttrekkingen en toevoegingen aan het milieu uit te bannen. Met het aanvullend normenkader brengen we ook de bijzondere milieukwaliteiten van onze provincie in beeld. (Prestatie)indicatoren Onderwerp Aanvullend Fries normenkader
Indicator
Nulmeting
Normenkader gereed?
2011 n.n.t.b.
Nee
Streefwaarden 2012 2013 n.n.t.b. n.n.t.b.
2014 n.n.t.b.
Wat mag het kosten? S/T Bedragen x € 1.000
Baten Totaal Baten Lasten Bestaand beleid - structureel - tijdelijk Totaal Lasten Baten – Lasten
Beleidsveld 4.2
Realisatie 2010
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 2015
0
0
0
0
0
0
232 53 285 -285
449 66 515 -515
450 255 705 -705
442 173 615 -615
424 50 474 -474
429 0 429 -429
Eco-effectiviteit
Wat willen we bereiken? Uitgangspunt is een duurzame ontwikkeling. Doel is duurzaamheid een algemeen geaccepteerd en gehanteerd uitgangspunt te laten worden bij het ontwerpen van alle facetten van de maatschappij: producten, productieprocessen, gebieden, organisaties, etc. Hierbij streven we naar een slim gebruik van natuurlijke stoffenkringlopen die lokaal op elkaar zijn afgestemd of elkaar aanvullen en daardoor geen negatieve milieueffecten veroorzaken. Alhoewel de richting duidelijk is, staat niet bij voorbaat vast hoe een duurzaam Fryslân er uitziet. Duurzame oplossingen kunnen allerlei vormen aannemen. Deze kunnen én willen we niet op voorhand beschrijven. Het uitgangspunt van duurzame ontwikkeling stelt eisen aan het proces. Individuen, organisaties, bedrijven en overheden moeten weten hoe ze duurzaamheid centraal kunnen stellen in alle afwegingen die ze maken. De 2e kennis moeten ze vervolgens in praktijk kunnen, willen en durven brengen. Dit proces willen we als provincie actief stimuleren en faciliteren. Ecoeffectiviteit is een wettelijke taak. Resultaten uit Uitvoeringsprogramma 2011-2015: De schadelijke onttrekkingen en toevoegingen aan het Friese leefmilieu zijn verder teruggebracht. Wij zijn al in 2012 een millenniumprovincie en in 2015 een Fair Trade provincie.
Wat gaan we daarvoor doen in 2012? Spoor 2 We richten ons de komende planperiode op het vergroten van het maatschappelijk draagvlak voor duurzame ontwikkeling. We zien het ‘cradle-to-cradle’-concept (C2C - afvalstof =
58
grondstof) als inspirerend, veelbelovend en kansrijk concept om duurzame ontwikkeling te realiseren. Daarom zetten we in op het opbouwen, ontsluiten en verspreiden van kennis over duurzame ontwikkeling / C2C. Het stimuleren en faciliteren van de toepassing van duurzame ontwikkeling / C2C in pilotprojecten, zowel in eigen projecten als in projecten van derden, staat hierbij centraal. Het inventariseren van de institutionele hindernissen voor duurzame ontwikkeling (wet- en regelgeving, financiële belemmeringen, etc.) nemen we mee in de projectopzet. (Prestatie)indicatoren Onderwerp Indicator Stimuleren ‘cradle to cradle’ projecten
Aantal projecten
Nulmeting 1 project (Cradle to Cradle Islands)
2012 2 projecten
Streefwaarden 2013 2014 4 4 projecten projecten
2015 4 projecten
Spoor 3 De Friese Milieu Federatie voert in het kader van haar werkplan 2012 projecten uit die duurzaam handelen bevorderen. Hiervoor ontvangt zij provinciale budgetsubsidie. Lerende netwerken In 2012 gaan we door met het opzetten van lerende netwerken. Met lerende netwerken worden voorlopers in de samenleving gestimuleerd elkaar te helpen of anderen over de streep te trekken. De provincie treedt hier op als regionale aanjager en verbinder. Deze taak valt bij Rijk en gemeenten tussen wal en schip, maar kan wel zeer succesvol zijn. Toepassingsvoorbeelden zijn de zorgsector, drukkerijen en de scheepsbouw. Daarnaast wordt met Urgenda gewerkt aan het opzetten van een regionaal netwerk dat duurzame ontwikkeling in de samenleving aanjaagt. (Prestatie)indicatoren Onderwerp Indicator Lerende netwerken ten aanzien van duurzaam ondernemen
Aantal actieve lerende netwerken
Nulmeting 2010 3 opgestart
1
Streefwaarden 2011 2012 3 1 opgestart, opgestart, 3 actief 6 actief
2013 7 actief
Leren voor Duurzame Ontwikkeling Het jaar 2012 is voor het programma Leren voor Duurzame Ontwikkeling (LvDO) een overgangsjaar, waarin enerzijds het huidige programma (2008-2011) wordt afgerond en geborgd en waarin anderzijds de grondslag wordt gelegd voor het programma 2013-2015. In dit programma worden de programma’s LvDO en NME (Natuur en Milieueducatie) geïntegreerd. We gaan in 2012 een maatschappelijke duurzaamheidsdenktank verder vormgeven. Beoogd resultaat is een bundeling van denkkracht in Fryslân op het gebied van duurzaamheid. Wij nemen het initiatief en zijn één van de participanten in het netwerk. Via ‘Learning Journeys’ (scouting, sponsoring, adoptie) gaan wij goede initiatieven op het gebied van duurzaamheid in de schijnwerpers zetten. Verder helpen we bij de (door-) ontwikkeling van initiatieven. Verdere invulling laten we vervolgens over aan de samenleving. We gaan in 2012 verder met het stimuleren van het bewustzijn van de Friese consumenten op het gebied van duurzaamheid. Beoogd resultaat is Friese consumenten zich meer bewust te laten worden van de impact van het eigen (handelings)gedrag op duurzaamheid. Wij nemen het initiatief en werken dit uit met het maatschappelijk middenveld.
59
Voorstel uit Uitvoeringsprogramma 2011-2015: millenniumprovincie en fairtrade provincie In het Coalitieakkoord 2011-2014 is de ambitie opgenomen om in 2012 Millenniumprovincie te zijn en in 2015 Fairtrade Provincie. Voor een deel kunnen de hiermee gemoeide kosten gedekt worden uit het budget voor het Frysk Miljeuplan 2011-2014 (uitvoeringsspoor 3). Voorgesteld wordt het nog benodigde bedrag van € 124.000 op te nemen in deze Begroting. Voor de periode 2012-2018 gaat het om een jaarlijks bedrag van € 18.000.
Wat mag het kosten? S/T Bedragen x € 1.000
Baten Bestaand beleid - tijdelijk Totaal Baten Lasten Bestaand beleid - structureel - tijdelijk Nieuw beleid - millennium- en fair trade provincie Totaal Lasten Baten – Lasten
Beleidsveld 4.3
T
Realisatie 2010
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 2015
539 539
112 112
0 0
0 0
0 0
0 0
667 616
366 248
366 247
362 322
276 343
279 0
0 1.283 -744
0 613 -501
18 631 -631
18 701 -701
18 636 -635
18 297 -297
Duurzaam bodembeheer
Wat willen we bereiken? Het provinciale bodembeleid draagt bij aan een duurzaam bodembeheer. Daarbij spelen natuur en milieu, economie en sociale omgeving hun eigen rol, die onderling in balans blijven. Uitgangspunt is zoveel mogelijk aan te sluiten bij maatschappelijke en ruimtelijke processen. Het beleidsveld bodem is erg in beweging, waarbij een verschuiving plaatsvindt van bodemsanering naar duurzaam bodembeheer. Kansen die de ondergrond biedt moeten optimaal en duurzaam worden benut. Bodemsanering Bodemsanering richt zich op ernstig verontreinigde bodems. Doel is deze weer geschikt te maken voor het gewenste maatschappelijke gebruik. Er zijn bodemsaneringen die spoed hebben in het kader van het convenant bodemontwikkelingsbeleid en spoedlocaties. Wanneer de sanering geen spoed heeft is de aanpak van de verontreiniging de verantwoordelijkheid van degenen die baat hebben bij een schone(re) bodem. Duurzaam bodembeheer is een wettelijke taak. De provincie wil vanuit deze wettelijke taak bereiken dat men saneringen goed uitvoert. Het kader hiervoor is de Wet bodembescherming (Wbb).
60
Wat gaan we daarvoor doen in 2012? Spoor 1 Op basis van het convenant bodemontwikkelingsbeleid en spoedlocaties wordt een visie op duurzaam gebruik van de ondergrond opgesteld. Deze visie wordt afgestemd op de Rijksvisie op duurzaam gebruik van de ondergrond. Het integraal bodemkwaliteitsplan (de bodemvisie) wordt uitgebreid met nieuwe relevante thema’s, aanpak via gebiedenbeleid en de studie voor de diepe ondergrond. Er is een consortium ‘Boustienen’ gevormd, bestaande uit drie adviesbureaus, die aan de hand van pilotprojecten bouwstenen verzamelen voor een breed gedragen bodemvisie. Het werk van het consortium is een ‘bodeminformatieproject’ en wordt betaald uit de daarvoor beschikbare ILG-gelden. De pilotprojecten betreffen uiteenlopende actuele bodemthema’s en worden elders gefinancierd. ‘Boustienen’ dient eind 2012 gereed te zijn. Een van de eindproducten is het ontwerp van een ‘bodemknooppunt’ waarmee relevante data en kaartmateriaal over bodem en ondergrond structureel ontsloten en beheerd worden. Dit is bedoeld voor algemeen gebruik door alle burgers en instanties in Fryslân. Dit is duidelijk gebleken uit enquêtes die intern en extern gehouden zijn door het consortium Boustienen. Overeenkomstig de afspraken die in het convenant bodemontwikkelingsbeleid en spoedlocaties zijn gemaakt is in augustus 2011 de Midterm review opgeleverd. Hierin wordt per locatie aangegeven welke (tijdelijke) maatregelen zijn genomen of zijn voorzien. De aanpak van de humane spoedlocaties wordt vervolgd en waar mogelijk ook de sanering van locaties met risico’s voor milieu of verspreiding van de verontreiniging. Deze locaties met risico’s voor milieu en verspreiding worden in 2012 ook nader in beeld gebracht. In afwijking van de afspraken uit het convenant heeft het Stubo besloten dat deze lijst met ‘spoed milieu’ en ‘spoed verspreiding’ op 1 juli 2013 bekend moet zijn (in plaats van 31 december 2015). Dit betekent dat het onderzoek versneld moet worden. Ingeschat wordt dat de nieuwe opleveringsdatum voor Fryslân realistisch is. Voor wat betreft het stimuleren van bodemenergiesystemen (duurzame energie in de vorm van KWO-systemen) wordt verwezen naar beleidsprogramma 3. Wetter, beleidsveld 3.2 Genôch wetter. De provincie laat conform Convenant op verschillende plaatsen de bodem onderzoeken om de spoedlocaties te inventariseren. De provincie beoordeelt vervolgens vanuit haar wettelijke rol de resultaten van deze onderzoeken en bepaalt of verdere aanpak wel of geen spoed heeft. De provincie bewaakt daarnaast de kwaliteit van saneringen die in opdracht van derden worden uitgevoerd op basis van het wettelijk kader. Dat gebeurt door: het beoordelen van meldingen en saneringsplannen voorafgaand aan de uitvoering van de sanering; het houden van toezicht tijdens de sanering en zo nodig handhaven om er voor te zorgen dat de sanering volgens plan/melding wordt uitgevoerd; het beoordelen achteraf of de sanering goed is uitgevoerd; het beoordelen of een verontreiniging die na de sanering achterblijft goed wordt beheerd.
61
(Prestatie)indicatoren Onderwerp Kansen die de ondergrond bezit optimaal benutten De werkvoorraad aan mogelijk verontreinigde locaties neemt jaarlijks af
Beoordelen van meldingen van bodemsaneringen en bodemrapporten met een fatale termijn. Uitvoeren Toezicht en Handhaving bodem
Indicator
Nulmeting
Aantal projecten (diepe) ondergrond Aantal spoedlocaties
2012 1
0 De werkvoorraad is in de periode 2008 t/m 2010 teruggebracht ca. 400 naar ca. 65 (ongeveer 20 humane spoedlocaties en ca. 45 spoed milieu en spoedverspreiding) Spoed humaan: Spoed milieu en verspreiding: 2011 (eerste kwartaal: 100%)
Tijdigheid
Uitvoeren HUP 2012, onderdeel bodem
Streefwaarden 2013 2014 2 2
HUP 2011
2015 2
4
0
20
15
10
0
40 100%
25 100%
20 100%
15 100%
100%
100%
100%
100%
Toelichting Bij de beoordelingen van meldingen en bodemrapporten geven we prioriteit aan die besluiten waarbij plannen van rechtswege worden goedgekeurd wanneer de provincie niet op tijd een beschikking neemt (= fatale termijn). Bij het halen van de overige (wettelijke) termijnen ligt het tijdigheidspercentage tussen de 80% en 90%. Toezicht en handhaving worden uitgevoerd conform het nog vast te stellen provinciale Handhavingsuitvoeringsprogramma (HUP) voor 2012. In het HUP 2012 worden voor bodem de doelen, de uitgangspunten, de resultaten, de inzet en de prioritering opgenomen voor 2012. Wij gaan hierbij uit van het werken conform de landelijk vastgestelde Handhavingsuitvoeringsmethode Wbb (HUM).
Wat mag het kosten? S/T Bedragen x € 1.000
Baten Bestaand beleid - structureel - tijdelijk Totaal Baten Lasten Bestaand beleid - structureel - tijdelijk Totaal Lasten Baten – Lasten
Realisatie 2010
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 2015
1.530 50 1.580
25 0 25
25 0 25
25 0 25
25 0 25
25 0 25
3.742 1.981 5.724 -4.144
976 2.171 3.148 -3.123
978 2.710 3.688 -3.664
966 3.470 4.435 -4.411
936 4.564 5.500 -5.475
717 0 717 -693
62
Beleidsveld 4.4
Leefomgevingsbeleid
Wat willen we bereiken? Het doel van dit beleidsveld vormt het borgen van de basismilieukwaliteit van onze lokale leefomgeving. Dat doen we door onze wettelijke taken op het gebied van o.a. geluid, externe veiligheid, lucht, geur, MER (Milieu Effect Rapportage), Plan MER en Provinciale Milieuverordening (PMV) op een adequate wijze uit te voeren.
Wat gaan we daarvoor doen in 2012? Spoor 1 De PlanMER wordt ingezet als een van de ontwikkelingsinstrumenten om duurzaamheid in plannen en projecten een plek te geven. Via deelname aan de IPO-KEM (Kerngroep Europees Milieubeleid) wordt Europese weten regelgeving vertaald naar de doelgroepen. Via jaarlijkse subsidie aan de Friese Milieu Federatie wordt de belangenbehartiging voor natuur en milieu geborgd. Voor nieuwe werken/projecten worden geluidsbelastingkaarten en actieplannen opgesteld. Wij verzorgen de programmaleiding van het Fries Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid. Om de basiskwaliteit van de lokale leefomgeving veilig te stellen worden bij diverse projecten de instrumenten project-MER en plan-MER ingezet. Bij diverse projecten worden de mogelijkheden die het MER-instrumentarium biedt om vorm te geven aan duurzame ontwikkeling benut. De provincie verzorgt de programmaleiding van het Fries Uitvoeringsprogramma Externe Veiligheid. Daarbij is sprake van een structurele samenwerking met betrokken partijen (o.a. gemeenten). Productie, gebruik, opslag en distributie van gevaarlijke stoffen en het gebruik van luchthavens in Fryslân, waarvoor wij het bevoegd gezag zijn, moeten de komende planperiode voldoen aan de wettelijke regelgeving. (Prestatie)indicatoren Onderwerp Borgen basiskwaliteit locale leefomgeving Voldoende en tijdig inzetten MER
Indicator Aantal projecten dat voldoet aan wettelijke normen Tijdigheid
Nulmeting 100%
2012 100%
Streefwaarden 2013 2014 100% 100%
2015 100%
100%
100%
100%
100%
100%
Spoor 2 Bij initiatieven om over te stappen op duurzaamheid treden belemmeringen op in de sfeer van regelgeving. Hierdoor lopen innovatieve trajecten vast. Via pilots bestuurlijke innovatie proberen wij deze belemmeringen op regionaal niveau weg te nemen. In het verlengde hiervan denken we ook aan zogenoemde regellichte zones; zones waarin minder regels gelden voor duurzame toepassingen. Wij gaan in 2012 projecten ontwikkelen die gericht zijn op het realiseren van een bijdrage aan de reductie van 25% van de hoeveelheid huishoudelijk afval. Wij onderscheiden twee sporen; enerzijds het optimaliseren van het traditionele afvalmanagement (lokaal ketenoverleg, gericht op gemeenten) en anderzijds het initiëren van industrieel ketenoverleg. Door middel van het uitvoeren van pilots wordt getracht een ‘sneeuwbaleffect’ te bereiken.
63
(Prestatie)indicatoren Onderwerp Afvalreductie huishoudelijk afval met 25% (in 2013)
Indicator
Nulmeting
Aantal pilots en projecten huishoudelijk afval
2011 2
1
Streefwaarden 2012 2013 2 2
2014 2
Spoor 3 In 2012 en volgende jaren daarna gaan we op basis van een verkenning, die in 2011 is uitgevoerd, aan de slag met het realiseren van mogelijkheden voor decentrale energieopwekking in Fryslân. Wij zijn initiatiefnemer. De uitwerking is aan de samenleving. In dit kader wordt nauw samengewerkt met het Programma duurzame energie. In 2012 komt het Fries jeugdpanel duurzaamheid, opgericht als ideeëngenerator en klankbord, drie keer bijeen. Het panel geeft gevraagd en ongevraagd advies. (Prestatie)indicatoren Onderwerp Fries jeugdpanel
Indicator
Nulmeting
Fries jeugdpanel operationeel?
2011 opgericht
Nee
Streefwaarden 2012 2013 3x 3x bijeen bijeen
2014 3x bijeen
In 2012 worden duurzaamheidsnetwerken met scholen (basis, voorgezet, MBO, HBO) verder opgezet en uitgebreid. Via scholen worden de doelstellingen van duurzaamheid onder de aandacht gebracht en verder uitgewerkt. Wij nemen het initiatief en werken dit samen met de scholen verder uit. De scholen brengen het in de praktijk.
Wat mag het kosten? S/T Bedragen x € 1.000
Baten Bestaand beleid - structureel - tijdelijk Totaal Baten Lasten Bestaand beleid - structureel - tijdelijk Nieuw beleid - bezuiniging budgetinstellingen Totaal Lasten Baten – Lasten
S
Realisatie 2010
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 2015
854 25 879
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
1.960 225
722 199
723 352
717 350
628 340
632 0
0 2.185 -1.306
0 921 -921
-19 1.056 -1.056
-19 1.049 -1.049
-19 949 -949
-19 613 -613
64
Beleidsveld 4.5
Regie en strategie toezicht en handhaving
Wat willen we bereiken? Het (interbestuurlijk) toezicht en de handhaving met betrekking tot de fysieke leefomgeving zijn er op gericht dat de normen worden nageleefd. Omdat het bevoegde gezag ten aanzien van de uitvoering van het toezicht en de handhaving bij meerdere overheden berust wordt gestreefd naar een goede onderlinge afstemming. Dit beleidsveld betreft een wettelijke taak.
Wat gaan we daarvoor doen in 2012? Spoor 1 Via het reguliere handhavingspoor worden bedrijven periodiek gecontroleerd en waar noodzakelijk gecorrigeerd. Met de handhavingspartners worden via regulier overleg afspraken gemaakt en wordt een jaarprogramma opgesteld. Naast het toetsen van de individuele programma’s en verslagen worden ‘scans’ uitgevoerd om de kwaliteit van de handhavingorganisaties in beeld te brengen. VROM-brede handhaving Samen met andere overheden in onze provincie en de strafrechtelijke partijen zoals de politie en het Openbaar Ministerie geven we invulling aan een doelmatige handhaving. Inzet is om gezamenlijk afspraken te maken over het aanpakken en oplossen van gezamenlijke prioriteiten in de fysieke leefomgeving. Dit vindt plaats op beleids-, programma- en uitvoeringsniveau. Het werkveld omvat de VROM-brede handhaving. Afspraken hierover worden gemaakt in het Fries Handhavingsoverleg, dat minstens twee keer per jaar wordt gehouden. De provincie voert de regie. Via een gezamenlijk programma en verslaglegging wordt de handhavingssamenwerking zichtbaar en minder vrijblijvend. Wabo-brede handhaving De provincie ziet erop toe – via interbestuurlijk toezicht (IBT) – dat de andere overheden in Fryslân voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen voor de Wabo-brede handhaving. Hiervoor wordt, samen met de provincies Drenthe en Groningen, een jaarlijks programma opgesteld waarin wordt aangegeven hoe dit door de betrokken colleges inhoud wordt gegeven. Hiertoe worden de jaarlijks door de handhavingsorganisaties op te stellen handhavingsuitvoeringsprogramma’s en handhavingsuitvoeringsverslagen beoordeeld. Daarnaast worden audits bij de betrokken organisaties uitgevoerd om na te gaan in hoeverre de kwaliteitscriteria zijn geborgd in de organisatie. Elke organisatie ontvangt een bestuurlijke reactie, waarin de individuele resultaten en onze bevindingen zijn aangegeven. Indien nodig volgen aanvullende stappen. De eindresultaten worden vermeld in een provinciale rapportage welke verspreid wordt onder alle handhavingsorganisaties in Fryslân. (Prestatie)indicatoren Onderwerp Normstelling interbestuurlijk toezicht en handhaving wordt nageleefd
Indicator Landelijk vastgestelde kwaliteitscriteria
Nulmeting Van de 30 Friese handhavingspartners voldoet de eigen organisatie voor 30%100% aan de landelijke criteria (= de bandbreedte)
65
2012 50%100%
Streefwaarden 2013 2014 60%75%100% 100%
2015 90%100%
Wat mag het kosten? S/T Bedragen x € 1.000
Baten Bestaand beleid - tijdelijk Totaal Baten Lasten Bestaand beleid - structureel - tijdelijk Totaal Lasten Baten – Lasten
Beleidsveld 4.6
Realisatie 2010
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 2015
13 13
6 6
0 0
0 0
0 0
0 0
144 167 311 -299
146 430 576 -570
147 230 377 -377
144 230 374 -374
138 0 138 -138
140 0 140 -140
Uitvoering vergunningverlening, toezicht en handhaving
Wat willen we bereiken? De schadelijke onttrekkingen en toevoegingen aan het Friese leefmilieu zijn verder teruggebracht. Dit betreft een wettelijke taak. Omgevingsvergunningen en -toezicht Vergunningverlening, toezicht en handhaving zijn erop gericht dat bedrijven (inrichtingen) en initiatiefnemers (activiteiten) die vallen onder het bevoegd gezag van de provincie hun werkzaamheden zodanig uitvoeren, dat de milieudruk, hinder en veiligheid voldoen aan de daarvoor gestelde wettelijke normen: Bedrijven en initiatiefnemers beschikken in de reguliere situatie en bij oprichting, verandering of uitbreiding tijdig over een goed te handhaven en actuele vergunning op maat. Bedrijven en initiatiefnemers voeren hun activiteiten in overeenstemming met de regelgeving uit. Voor de provinciale IPPC/BRZO-bedrijven (Integrated Pollution Prevention Control/Besluit Risico Zware Ongevallen) is een vorm van accountmanagement ingevoerd. De uitvoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) gebeurt adequaat en met maximaal gebruik van ICT- en internetvoorzieningen. Er wordt effectief en efficiënt samengewerkt met interne en externe partners. Het uiteindelijke doel van ons toezicht- en handhavingsbeleid is het maximaliseren van de naleving van wet- en regelgeving. Wij gaan ervan uit dat een beter naleefgedrag leidt tot een verbetering van de kwaliteit van onze leefomgeving en bijdraagt aan onze ambities voor een schoon en veilig Fryslân. Wij willen met ons beleid bereiken dat burger en bedrijf zelf actief het gewenste naleefgedrag realiseren. Daarnaast zetten wij in op het beperken van de administratieve lasten van toezicht. Wabo/omgevingsvergunning De Wabo regelt de vergunningverlening op het gebied van slopen, bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu voor een samenhangend project. Door de inwerkingtreding van de Wabo op 1 oktober 2010 hebben we extra taken gekregen en ontvangen we legesinkomsten. Deze extra taken bestaan uit het toetsen van en toezicht houden op onder meer het bouw-, gebruik-, sloop- en kapdeel van een omgevingsvergunning, extra coördinatietaken en extra administratieve taken.
66
Het toetsen en het houden van toezicht op het bouw-, gebruik-, sloop- en kapdeel van de omgevingsvergunning wordt uitbesteed aan het bestuursorgaan die de taak voorheen uitvoerde. Dit is meestal de gemeente. In samenwerking met de Friese gemeenten en Wetterskip Fryslân geven we uitvoering aan de Friese samenwerkingsovereenkomst Wabo. Met de inwerkingtreding van de Wabo is de bevoegdheid voor de zogenoemde niet-BRZO/ IPPC-bedrijven overgegaan naar gemeenten. Met de inwerkingtreding van het gewijzigde Activiteitenbesluit op 1 januari 2011 is een deel van deze inrichtingen weer onder het bevoegd gezag van de provincie gekomen. Het gaat hier om inrichtingen waarvoor een omgevingsvergunning met beperkte milieutoets (OBM) geldt. Tot het moment waarop robuuste landsdekkende uitvoeringsdiensten zijn gerealiseerd en de kwaliteit van de uitvoering is geborgd houdt de provincie nog een deelbevoegdheid voor het milieudeel van de omgevingsvergunning voor inrichtingen die nu onder het bevoegd gezag van de gemeenten vallen. Voor de BRZO/IPPC-bedrijven blijft de provincie ook daarna het bevoegde gezag voor de gehele omgevingsvergunning.
Wat gaan we daarvoor doen in 2012? Spoor 1 Omgevingsvergunningen en -toezicht Wij baseren ons bij het uitvoering van onze taken op de relevante beleidskaders, zoals het Frysk Miljeuplan 2011-2014 en het Implementatieplan Integraal toezicht- en handhavingsbeleid Provincie Fryslân 2011–2014. Daarnaast geven wij uitvoering aan een actueel vergunningenbeleid. Hiertoe verlenen wij vergunningen, lichten vergunningen door en actualiseren vergunningen. Bedrijven en burgers kunnen zich via internet op de hoogte stellen van de voortgang van het vergunningverleningsproces. Ook voeren wij een actueel handhavingsuitvoeringsprogramma uit waarin de knelpunten en problemen staan die wij met voorrang oppakken. Bij het bevorderen van het naleefgedrag gaan wij uit van slagvaardig toezicht. In het kader van de toezichtrol worden preventieve instrumenten ingezet, zoals voorlichting, nalevingbijstand en zelfregulering. Zo nodig worden repressieve instrumenten (bestuursrechtelijke en strafrechtelijke handhavinginstrumenten) ingezet. Welke instrumenten worden ingezet wordt bepaald door het gedrag van de overtreder en de aard en ernst van de overtreding. Om de administratieve lasten van toezicht te beperken, maken wij – intern en extern – afspraken over integraal toezicht en de uitwisselbaarheid van personeel en materieel. Via intensivering van de samenwerking benutten wij de kansen om aanwezige kennis en kunde optimaal te gebruiken. Prioriteiten voor 2012 die projectmatig worden opgepakt zijn: De implementatie en uitvoering van de Wet Luchtvaart. De provincie gaat in overeenstemming met de Wet Luchtvaart toezicht houden en zo nodig handhavend optreden. De implementatie van de derde tranche van het Activiteitenbesluit. Accountmanagement/ afgestemd toezicht, waarbij de rol van de provincie wordt afgestemd op het cultuurniveau en de 'nalevingsmotieven' van het bedrijf. Dit betekent dat de provincie vanuit de toezichthoudende rol zich ook richt op advisering en voorlichting. Controle op bedrijven en activiteiten worden op basis van de jaarlijkse handhavingprogrammering uitgevoerd. Als de provincie overtredingen constateert wordt het handhavinginstrumentarium ingezet. Overtredingen bij inrichtingen en activiteiten worden niet gedoogd tenzij wij hiertoe schriftelijk hebben besloten. Het afhandelen van meldingen en klachten door de piketdiensten voor het milieualarmnummer en de Wet Hygiëne en Veiligheid Badinrichtingen (Whvbz). Actieve informatie aan burgers over de zwemwaterkwaliteit. Toezicht en handhaving voor Koude/warmte-opslagsystemen (KWO) is op adequaat
67
niveau. Uitvoering van het IPO-besluit Risicobedrijven. Daarbij wordt intensief met ketenpartners samengewerkt; waardoor het toezicht efficiënter en met minder toezichtlast voor bedrijven plaatsvindt. Tijdige en adequate uitvoering van de Wabo in de provinciale organisatie en verdere afstemming op de werkwijze van andere betrokken overheden. Uitbouw van de functionaliteit van het digitaal loket (Omgevingsloket Online, OLO) in het kader van de Wabo. Hiermee kan de aanvrager van een omgevingsvergunning de door hem opgestarte procedure volgen. (Prestatie)indicatoren Onderwerp
Indicator
Omgevingsvergunningen en -toezicht
doorlooptijd vergunningproducten naleefgedrag en projectresultaten
Monitoring en sturing vinden plaats aan de hand van een milieuregistratiesysteem. Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO) De provincie heeft de regierol bij de totstandkoming van de Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing FUMO. In 2011 is samen met de partners een keuze gemaakt uit een aantal modellen. De partners hebben de intentie uitgesproken dit model uit te werken in een bedrijfsplan. De FUMO moet in 2013 operationeel zijn. We bereiden onze eigen organisatie voor op de overgang naar de FUMO. Daarnaast vullen wij onze rol in als toekomstig partner van de FUMO en beslissen wij mee over de voortgang en de keuzes in dit traject. Voor 2011 en daarna zijn middelen geraamd, c.q. gereserveerd in programma 10. Algemene dekkingsmiddelen van de begroting voor de ontwikkeling van de FUMO. Deze middelen komen pas beschikbaar nadat een onderbouwd voorstel door uw Staten is vastgesteld.
Wat mag het kosten? S/T Bedragen x € 1.000
Baten Bestaand beleid - structureel - tijdelijk Totaal Baten Lasten Bestaand beleid - structureel - tijdelijk Totaal Lasten Baten – Lasten
Realisatie 2010
Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 2015
160 0 160
521 0 521
521 0 521
521 0 521
521 0 521
521 0 521
9.065 883 9.948 -9.788
11.126 777 11.903 -11.382
11.156 78 11.234 -10.713
10.962 59 11.020 -10.500
10.465 0 10.465 -9.944
10.608 0 10.608 -10.087
68
1.5 Programma 5 – Lanlik Gebiet Portefúljehâlders: J.G. Kramer en S.H. Galema foar de Mynbouwet
Wat wolle wy berikke en wat mei it kostje? Ús doel is in lanlik gebiet yn Fryslân mei heechweardige ekologyske en romtlike kwaliteit (planet), mei in rendearjende lânbou- en plattelânsekonomy (profit), dêr‟t minsken harren goed fiele (leefberens), each hawwe foar en genietsje fan de wearde fan ekology en romtlike kwaliteit (people). It belied is yn grutte halen yn it Streekplan en it Wetterhúshâldingsplan formulearre. Yn tematyske nota‟s, wurkplannen, behear- en ynrjochtingsplannen wurde de konkrete aksjes oanjûn. Yn it Provinsjaal Mearjierreplan Lanlik Gebiet (pMJP) wurde de prestaasjes dy‟t wy yn „e mande mei partners yn it lanlik gebiet leverje wolle konkreet oanjûn, bygelyks yn bunders of tallen projekten. Wichtich ûnderdiel fan it pMJP is oant no ta de útfiering fan ryksdoelen mei jild út it Ynvestearringsbudzjet Lanlik gebiet (ILG) op grûn fan de Bestjoersoerienkomst ILG. Yn dit programma 5 Lanlik Gebiet giet it kwa belied om natuer, lânskip, lânbou en plattelânsûntjouwing. Wy wurkje oan struktuerferbettering fan de lânbou, oankeap en ynrjochting fan natuer, soarch foar it lânskip, leefberens fan it plattelân en in sosjaal-ekonmysk sterke lânbou. De útfiering fia it pMJP is breder en hat in yntegrale oanpak. Wy wurkje oan in boaiemfisy (heart by programma 4 Miljeu), de útfiering fan de de Ramtrjochtline Wetter (Programma 3 Wetter), rekreaasje en toerisme (Programma 6 ERT), erfgoed en monumintesoarch (Programma 8 Kultuer). Yn it ramt fan it ryksbelied foar it lanlik gebiet sil de ILG-bestjoersoerienkomst mei it Ryk ferfongen wurde troch desintralisaasje fan foech, lykwols mei in fikse koarting. Dat liedt derta, dat wy it rinnende pMJP ôfmeitsje, mei it jild dat dêr no foar yn de begrutting stiet. Nij jild en de nije prestaasjes sille dan wer by de ûnderskieden programma‟s ûnderbrocht wurde. De prestaasjes foar it programma Wetter geane dan bygelyks wer nei programma 3 Wetter. Yn de útfiering sil yntegraliteit oan de oarder bliuwe, mar no mear op grûn fan streekaginda‟s as jimme Steaten dêrfoar kieze.
Resultaat út Útfieringsprogramma 2011-2015: natuer en lânskip binne mei provinsjaal jild fuortsterke. Wy geane troch mei ynvestearrings yn oankeap en behear fan natuer, al sille wy spitigernôch net by steat wêze en kompensearje de troch it Ryk oankundige ûnbidich grutte budzjetkoartings by de oerdracht fan natuertaken folslein. Om‟t der noch ûnderhannelings mei it Ryk rinne oer dat ûnderwerp, sille wy jimme Steaten letter ynformearje oer de details fan ús plannen mei oanjaan fan de ynvestearrings yn natuer en it lanlik gebiet. Wat de eigen provinsjale ynvestearrings oant no ta oanbelanget: in wichtige stap op dat stik fan saken is dat in grut part fan de útjeften dy‟t oant no ta tydlik begrutte waarden no ek struktureel fêstlein wurde. Dêrmei jouwe wy ús belied lanlik gebiet in sterker fûnemint. Wy hawwe spesjaal omtinken foar greidefûgels en dat sil sa bliuwe. Foar de finansiering fan ús ynvestearrings yn natuer(behear) sille wy jimme Steaten in apart finansieringsútstel foarlizze sadree‟t mear dúdlik is oer de konsekwinsjes fan de rinnende ûnderhannelings mei it Ryk. Sjoch ek programma 3 Wetter.
69
Totaal baten en lesten programma 5. Lanlik Gebiet Bedraggen x € 1.000
Baten 5.1 Belied natuer 5.2 Belied lânskip 5.3 Belied l lânbou 5.4 Yntegrale plattelânsûntwikkeling Baten mei-inoar Lesten 5.1 Belied natuer 5.2 Belied lânskip 5.3 Belied lânbou 5.4 Yntegrale plattelânsûntwikkeling Lesten mei-inoar Baten – Lesten
Realisaasje 2010
Begrutting 2011
Begrutting 2012
Begrutting 2013
Begrutting 2014
Begrutting 2015
340 0 143 38.081 38.565
617 0 534 37.021 38.172
592 0 360 36.932 37.885
280 0 345 36.784 37.409
172 0 0 0 172
172 0 0 0 172
5.499 686 819 56.245 63.248 -24.683
5.175 1.403 1.162 65.378 73.117 -34.946
4.897 767 1.410 63.794 70.867 -32.983
4.540 757 1.370 58.734 65.401 -27.992
6.421 2.733 500 18.371 28.025 -27.853
6.430 2.740 500 18.443 28.113 -27.941
Belieds- en noarmeramt Ramtstellende beliedsnota’s/relevante wetten en regelings Relevante Europeeske en nasjonale wetten en regelings Wet Ynrjochting Lanlik gebiet (WILG) (sil bot feroarje by desintralisaasje fan ryksbelied.) Mearjierreprogramma Untsnipeling Provinsjale oarderings en nota’s Fêststeld troch PS op Bestjoersoerienkomst mei it Ryk 2006/ferfalt yn 2012 Streekplan 2007 Provinsjaal Wetterhúshâldingsplan 2010-2015 2009 Provinsjaal Miljeubeliedsplan (PMP) 2009 Provinsjaal Mearjierreprogramma Lanlik gebiet (pMJP) 2006, werhifking 2012 Nota Ekologyske Ferbiningssônes 2005 Nota Robúste Wiete As 2010 Útwurkingsaginda romtlike kwaliteit 2008 Útwurkingsaginda Streekplan 2008 Lânbouaginda 2011 Aginda leefber plattelân Ferwachte yn 2011 Ramtsubsydzjeoardering en Subsydzjeoardering pMJP Fryslân 2009 (foar 2009 projekten) Wichtichste punten fan it nije stelsel foar Subsydzje Natuer en Lânskip (SNL) 16 septimber 2009 Subsydzje-oardering Natuer en Lânskip 2010 (foar behear fan natuer) en april 2010 Kwaliteitsympuls Natuer en Lânskip 2010 (foar ynrjochting natuer) Ynvestearringskredyt Grûnoankeapen (IKG) (foar grûnoankeapen yn it ramt fan april 2009 it pMJP Troch DS fêststelde útfieringsregelings/nota’s Fêststeld troch DS op Natuerbehearplan Wurdt alle jierren by de tiid brocht Behearplannen foar 20 Natura2000-gebieten in ûntjouwing sûnt 2009, klear yn 2012 Wurkplan Greidefûgels 2007 Wurkplan Soartebelied 2007 Beliedsregels Floara- en Faunawet 2010 Behear- en ynrjochtingsplannen fan 4 Nasjonale Parken 2005-2011 Opkrikplannen 20 greidefûgelgebieten 2009 Beliedsramt foar Nasjonale Lânskippen, kânsekaarten dêryn begrepen 2007-2009 Nij hifkingsramt Subsydzjreregeling Agraryske Bedriuwsferpleatsing 2010 Wurkboek Grutsk op „e Romte (útwurking kearnkwaliteiten lânskippen) ferwachte yn 2011/2012 Aginda lânskip 2011
Yn 2012 oan PS oan te bieden nota’s Beliedsnota natuer, greidefûgelbelied dêryn begrepen Beliedsnota kearnkwaliteiten lânskip, kultuerhistoarje „Grutsk op „e romte‟ Wurkje mei streekaginda‟s
70
Beliedsnotysjes oer skaalfergrutting melkfeehâlderijen, nij te fêstigjen en út te wreidzjen yntinsive feehâlderijen, ljochtemisje út lisboksstâllen, de teelt fan genetysk modifisearre gewaaks (sjoch ek by Romte) Waadrinoardering Wiziging Streekplan yn ferbân mei sâltwinning (at it nedich is) Utstel út Utfieringsprogramma 2011-2015: struktureel meitsjen fan tydlike budzjetten Foar natuer, lânskip, lânbou en plattelân wurde fanôf 2000 tydlike budzjetten ynset foar ynvestearrings. Wy stelle jimme út om mei yngong fan 2014 dizze tydlike budzjetten oant in bedrach fan yn totaal € 8 miljoen struktureel te meitsjen. Hjir fan hat € 2,5 miljoen te krijen mei de Natueraginda (beleidsmêd 5.1), € 2 miljoen mei de Lânskipsaginda (beliedsmêd 5.2), 5 ton mei de Lânbouaginda (beleidsmêd 5.3) en € 3 miljoen mei de Agenda Leefber Plattelân (beleidsmêd 5.4). Oant 2014 wurdt yn it ramt fan it pMJP 2007-2013it besteande provinsjale jild yn alle gefallen foar de ynvestearrings ynsetten. Yn it jierplan 2012 sille wy neier oanjaan kinne hoe oft it mei de ryksynvestearrings gean sil.
Beleidsveld 5.1
Belied natuer
Wat wolle wy berikke? De wichtichste opjefte is it werombringen fan it bioferskaat en it keppeljen fan de kânsen fan natuer en ekonomy. Trends dêr‟t wy mei te krijen hawwe binne klimaatferoaring en romtedruk. Wy stribje yn Fryslân nei in goed wurkjend net fan natuergebieten om sa ynstean te kinnen foar it bioferskaat. Yn it ramt fan de ryksbesunigings wurdt wurke oan de werhifking fan de EHS. Yn 2012 sil de op „en nij hifke Fryske EHS fêststeld wêze moatte. Yn it Útfieringsprogramma 2011-2015 hawwe wy opnommen dat wy natuer en lânskip mei provinsjiaal jild fuortsterkje sille. Salang‟t der gjin dúdlikens is oer de finansjele situaasje geane wy hjirûnder noch fan de besteande situaasje ut. Ekologyske haadstruktuer jout oan wer natuer ûntwikkele wurde sil Yn it Streekplan is de kaart fan de Ekologyske Haadstruktuer (EHS), de Ekologyske Ferbiningssônes (EVZ) dêryn begrepen, opnommen. It Streekplan jout ek oan hoe‟t yn planprosessen mei de EHS omgien wurde kin. Op grûn fan it eardere Koälysje-akkoart is foar de Robúste Wiete As (RNA) in eigen Frysk plan makke. Oan de ynfolling fan de EHS, dat wol sizze it begrinzjen, de oankeap (of it fergoedzjen fan partikulier behear), it ynrjochtsjen en it behear wurdt hurd wurke. Mei it projekt Natuer op „e Kaart (NOK) kinne wy no – op de Fryske kaart – oanjaan hoefier‟t wy binne en wat noch barre moat. Behear - en ynrochtingsplannen jouwe útfieringsplannen oan Yn it ramt fan it nije Subsydzjestelsel Natuer en Lânskip (SNL) is yn it Natuerbehearplan foar alle natuergebieten oanjûn wat de natuerdoelen binne (dêr‟t nei stribbe wurdt) en hokker subsydzje mooglik is. Dêrnjonken is yn it lanlike saneamde Mearjierreprogramma Ûntsnipeling oanjûn hokker barrières yn ryksdiken en provinsjale diken weinommen wurde moatte om de natuergebieten goed mei-inoar te ferbinen. Mei dat pakket fan plannen is foar de útfierders dúdlik wat de bedoeling is. Yn de útfiering wurdt natuer keppele oan oare doelen, lykas wetter of lânbou yn gebietsrjochte projekten. Ynstellings nimme foar in part de útfiering fan it natuerbelied op „e noed: It Fryske Gea (IFG) foar natuerbehear, it IVN foar edukaasje.
71
Spesjale natuergebieten: Natura2000 en Nasjonale Parken In part fan de EHS is troch de ryksoerheid oanwiisd as Natura2000-gebiet. Foar dy gebieten wurde behearplannen makke. Oanjûn wurdt hoe‟t de stelde natuerdoelen helle wurde kinne en hokker aktiviteiten sûnder fergunningferliening kinne. Ûnderdiel fan de behearplannen is in sosjaal-ekonomyske paragraaf. Salang‟t de behearplannen der noch net binne wurdt eltse - mooglik tige yngripende - aktiviteit hifke oan de ynstânhâldingsdoelen fia fergunningferliening. Fan de 20 behearplannen dy‟t der komme moatte foar ús tweintich Natura2000-gebieten meitsje wy der as provinsje seis. Wy meitsje as provinsje, yn „e mande mei de Tsjinst Lanlik Gebiet (DLG) of mei Rykswettersteat, de rest. Yn 2012 moatte de plannen klear wêze. In part fan de EHS en Natura2000 is dêrnjonken oanwiisd as Nasjonaal Park. Tegearre jouwe de 20 Parken in byld fan de Nederlânske natuer. Yn de Parken wurdt rekreaasje en natuer stipe. Fryslân hat fjouwer parken: Skiermuontseach, Alde Feanen, Lauwersmar en Drintsk-Frysk Wâld. De provinsje hat in sit yn de Oerlisorganen fan de Parken. Natuerbelied bûten de EHS: greidefûgels, guozzen en griene wetten Wy wolle yn it lanlik gebiet as gehiel de greidefûgelstân wer op it âlde nivo werombringe, in goede opfang fan guozzen en in goede ûntjouwing fan oare soarten. Yn it wurkplan greidefûgels en it plan leefgebieten soarten wurdt oanjûn hoe‟t wy dat berikke wolle. Foar de guozzen jildt it belied fan foerazjeergebieten. Yn dy gefallen dat de ekonomy (benammen de lânbou) skea hat fan fauna sette wy ûntheffingsferliening yn it ramt fan de Floara- en Faunawet (FFW) yn. Mei dat doel hawwe wy it Faunabehearplan fan de Faunabehearienheid (FBE) goedkard, op grûn fan troch ús fêststelde beliedsregels. Inkeld foar de FFW wurde spesjale plannen makke, lykas it maatwurkplan simmerguozzen 2010. In spesjale ûntheffing giet oer it ljipaaisykjen. De FBE krijt subsydzje foar de koördinaasje fan de útjefte fan ûntheffings FFW en de oanpak fan de simmerguozzen. By it natuerbelied bûten it EHS-belied is de werhifking en it tebekrinnen fan ryksjild ek oan „e oarder. Wy sille jim útstellen dwaan foar nij belied. Ekology en ekonomy Foar hiel Fryslân stribje wy by eintsjebeslút nei in goede ôfstimming fan ekology en ekonomy. Bygelyks by it projekt Fryske Marren wurdt dy saneamde Eco2oanpak ynsetten. By romtlike ûntjouwings, oanlis fan diken, peilbesluten, it sykjen nei gas en sâlt wurdt al betiid yn it proses advisearre oer goede ôfstimming, soks op grûn fan it Streekplan. Wêr‟t floara en fauna skeind driigje te wurden by romtlike ûntjouwings, set it ministearje fan EL&I de ûntheffingsferliening FFW yn. Yn it ramt fan de Boskwet stribje wy nei it behâld fan it areaal bosk yn Fryslân. By driigjende skea troch stikels of jabikskrúswoartel sette wy oarderings yn. By it waadrinnen soargje wy foar goed oplate gidsen, sadat ferantwurde waadrintochten mei groepen mooglik binne.
Wat dogge wy yn 2012? Belied natuer Yn ferbân mei de werhifking fan de EHS en de foarse besunigings sil der nij natuerbelied komme moatte. Wy sille mei in nota natuer komme. It belied oangeande greidefûgels wurdt nei de hifking fan 2011 wizige en foar fêststelling oan jimme Steaten oanbean wurde, as ûnderdiel fan de nota natuer. De ekologyske advisearring by (de útwurking fan) provinsjale planprosessen (diken, bedriuweterreinen), gebietsprosessen (stedsk en lanlik gebiet) sil fuortset wurde. Dielplannen by de ynfolling fan de Robúste Wiete As sille net útfierd wurde. It realisearjen fan ekologyske doelen by ynfrastrukturele wurken, it projekt Fryske Marren en wetterskipswurken op grûn fan it prinsipe Eco2 (ekology en ekonomy tegearre op) giet troch.
72
Natura2000 behearplannen/Nasjonale Parken Yn 2012 wurde foar de measte fan de tweintich Fryske Natura2000-gebieten de behearplannen dien makke, útsein de Âlde Feanen, de Rottige Meenthe en de Lauwersmar. It Natura2000-behearplan foar Skiermûntseach is yn 2011 fêststeld, keppele oan it nije Behear- en Ynrjochtingsplan (BIP). Foar de Deelen, de Fryske Marren en de Grutte Wielen binne de plannen ek fêststeld. Begûn is mei de útfiering fan maatregels, nedich foar it heljen fan de ynstânhâldingsdoelen. Nasjonale Parken: meiwurke wurdt oan in nij BIP foar it Drintsk-Fryske Wâld (inisjatyf by de provinsje Drinte). De ymplemintaasje fan de Ûntwikkelaginda Appelskea giet troch. Foar de Âlde Feanen en de Lauwersmar wurdt meiwurke oan de útfiering fan de BIP‟s. Griene wetten Fergunnings, ûntheffings en de advizen foar de Nb-wet, de FFW, de Boskwet wurde binnen de wetlike terminen, sûnder foarmflaters en mei in goed genôch ynformearre doelgroep behannele. Troch goed foaroerlis oer inisjativen wurdt it goede inisjatyf op it goede plak nommen en wurdt kwaliteit tafoege. Yn 2010 binne alle ûntheffings foar de FFW wer foar 5 jier takend. Yn 2012 wurde de juridyske prosedueres ôfhannele. Yn 2012 wurde dêrnjonken allinne spesjale ûntheffings takend. Op grûn fan de lanlike Programmatyske Oanpak Stikstof (PAS), is yn 2011 foar alle Natura2000-gebieten yn byld brocht hoe‟t it sit mei stikstofbelêsting en ynstânhâldingsdoelen. Yn 2012 ferwachtsje wy op grûn fan de PAS besluten nimme te kinnen oer utwreidings fan boerebedriuwen dy‟t no op in fergunning wachtsje. Yn 2012 wurdt foar de measte behearplannen Natura2000 fêststeld. Dêrmei sil op termyn minder fergunningferliening nedich wêze. Yn de begrutting 2012 is foarsjoen yn in tebekgong fan jild foar de fergunningferliening. Op grûn fan de hifking (2010) wurdt gjin enerzjy mear stutsen yn de JKK-oardering. Foar it waadrinnen sil in nije oardering opsteld wurde en oan jimme Steaten foarlein. De útfiering fan de Mynbouwet wurdt fuortset troch it ministearje fan EL&I fan advizen te foarsjen. Wy sille meiwurkje oan it formalisearjen fan sâltwinning ûnder de Waadsee. Oan it ta stân kommen fan in nije Natuerwet (it gearfoegjen fan de Nb-wet, de FFW en de Boskwet) en de desintralisaasje fan taken, ûnder oare it Faunafûns, wurdt meiwurke. (Budzjet)subsydzje-ynstellings Natuer en Lânskipsbehear Wy soargje foar adekwate ôfspraken foar de útfiering fan it belied foar natuer en lânskip mei ús budzjetsubsydzje-ynstellings: It Fryske Gea, IVN, LBF. Allyksa foar de ynstellings BoerenNatuur, BFVW, SANL en NFW. Yn dat ramt fiere IFG,LBF en IVN ûnder oare de neikommende taken út: it behear fan natuergebieten, it fersoargjen fan ynformaasje, foarljochting en edukaasje, it útfieren fan projekten en/of it begelieden fan oaren by de tarieding en útfiering fan projekten op it mêd fan lânskip. Foar BoerenNatuur, BFFW giet it om it greidefûgelbelied en agraryske natuerbeheartaken en by SANL en NFW om agrarysk natuer- en lânskipsbehear. (Prestaasje)yndikators Ûnderwerp Yndikator Natuer Natuer Natuer
EHS realisaasje werhifking oankeap en ynrjochting Behearplannen Natura2000 opsteld Griene wetten op „e tiid, sûnder foarmflaters
Nulhifking Natuur op „e Kaart jout alle jierren de stân fan saken Stân 2011 = 1 klear 95% stribjen sûnder ûnderbrekkings
2012 X
Doelwearden 2013 2014 X+ 5 X+10
2015 X+30
4
6
6
6
95
95
95
95
Taljochting Foar de útfiering fan it belied natuer binne yn it pMJP útfieringsyndikators, bygelyks yn bunders opnommen (sjoch by pMJP).
73
Foar de realisaasje fan de EHS is it needsaaklik om earst ta werhifking oer te gean. Yn de nije nota natuer sille wy de streefwearden foar realisaasje oanjaan. It stribjen is om de behearplannen Natura2000 yn 2012 of 2013 klear te hawwen. Fergunnings en ûntheffings wurde op „e tiid en sûnder foarmflaters takend (of wegere).
Resultaat út it Útfieringsprogramma 2011-2015: sâltwinning ûnder it lân wurdt ferfongen troch sâltwinning ûnder de see. Wy sille de lanlike polityk en de minister fan EL&I (as foechhawwend gesach foar de fergunningferliening) derfan oertsjûgje dat sâltwinning ûnder de Waadsee de goede kar is. Dêrnjonken sille wy de romtlike mooglikheden foar sâltwinning ûnder de Waadsee kreëarje. Dat komt derop del dat wy de minister fan EL&I ynhâldlik advisearje sille yn it ramt fan de mynbouwet oer sâltwinning ûnder de Waadsee. Fierder sille wy polityk-bestjoerlik alle needsaaklike aksje ûndernimme, lykas lobbywurk yn de Twadde Keamer. Wy sille neigean oft in parsjele wiziging fan it Streekplan nedich is. Mocht dat sa wêze, dan stelle wy in wiziging op yn 2011 en 2012, eventueel keppele oan de planMER. Utstellen út Utfieringsprogramma 2011-2015: Struktureel meitsjen fan tydlike budzjetten natueraginda Foar natuer wurde fanôf 2000 tydlike budzjetten ynset foar ynvestearrings. Wy stelle jimme út om mei yngong fan 2014 dizze tydlike budzjetten struktureel te meitsjen. Hjir fan hat € 2,5 miljoen te krijen mei de Natueraginda.
Wat mei it kostje? S/T Bedraggen x € 1.000
Baten Besteand belied - struktureel - tydlik Baten mei-inoar Lesten Besteand belied - struktureel - tydlik Ny belied - Natueraginda - Besuniging budzjetinstellingen Lesten mei-inoar Baten – Lesten
S S
Realisaasje Begrutting Begrutting Begrutting Begrutting Begrutting 2010 2011 2012 2013 2014 2015
284 56 340
509 108 617
435 158 592
172 108 280
172 0 172
172 0 172
4.425 1.074
4.368 807
4.359 588
4.052 538
3.945 25
3.979 0
0 0 5.499 -5.159
0 0 5.175 -4.558
0 -49 4.897 -4.305
0 -49 4.540 -4.260
2.500 -49 6.421 -6.248
2.500 -49 6.430 -6.257
74
Beleidsveld 5.2
Belied lânskip
Wat wolle wy berikke? De wichtichste opjefte is it yn stân hâlden en de fierdere ûntjouwing fan de Fryske lânskippen. De trends, it belied dêr‟t wy mei te krijen hawwe, binne mear ynset op romtlike kwaliteit, op oare enerzjyboarnen, op it tsjingean fan it fergriemen fan it lânskip en op de needsaak om mear partikulier jild te krijen om it lânskip yn âlde steat werom te bringen. Fryslân is unyk om‟t it safolle ferskate lânskippen hat. Yn it Streekplan wurde de kearnkwaliteiten fan de Fryske lânskippen oanjûn. Wy stribje dernei om de lânskipseleminten yn ús beide Nasjonale Lânskippen en dêrbûten aktyf yn âlde steat werom te bringen. Dêrnjonken wurkje wy oan draachflak foar lânskip en oan finansieringsfoarmen foar it opknappen fan it lânskip. Wy ynvestearje yn lânskip, by foarkar yn yntegrale gebietsprojekten of yn oare foarmen fan yntegrale planfoarming. Wol sille dêr ek de útkomsten fan de diskusje mei it Ryk ús earmslach bepale. It strategysk belied foar lânskip stiet yn it Streekplan beskreaun. Wat foar it lânskip yn Fryslân dien wurde moat, is in syklysk proses. Wy ûnderskiede yn it foarste plak: de beliedsline: kearnkwaliteiten fan it lânskip útwurkje. de advysline: op „e tiid advisearje oer lanskiplike aspekten by planfoarming. de effektmjittingsline: it byhâlden fan de stân fan it lânskip. Betingst by it útfiere kinnen fan lânskipsbelied is draachflak en finansiering. Draachflak komt ta stân troch it brûken fan it lânskip troch minsken. Lânskip liket neat te kostjen, mar it op peil hâlden fan in fraai lânskip kostet wol jild. Dêrom wurde oan it wurkjen oan it lânskip noch taheakke: de partisipaasje-/draachflakline: it soargjen foar in goede wikselwurking tusken lânskip en minsken, draachflak ûnder de befolking foar it lânskip. It giet om it lânskip foar minsken, de tagonklikens fan it lânskip, de partisipaasje fan minsken yn it lânskip (frijwilligerwurk), de ekstra wearde dy‟t it lânskip hat foar it minsklik libben, ek as basis foar ekonomyske aktiviteiten. de finansieringsline: it sykjen nei (alternative) finansieringsboarnen foar it behâld en de ûntjouwing fan lânskip yn „e mande mei partners (fûnsfoarming). By eintsjebeslút giet it by it lânskip primêr om de echte soarch foar it lânskip. De lêste line is dêrom: de subsydzjeline/projekteline: it behâld en de ûntjouwing troch projektútfiering konkreet meitsje (de skeppe de grûn yn). Landschapsbeheer Friesland fiert in part fan it belied út.
Wat dogge wy yn 2012? Yn de beliedsline wurkje wy oan de fêststelling fan de kearnkwaliteiten fan ús lânskippen. Foar de Noardlike Fryske Wâlden sil in lânskipsbrede fisy útwurke wurde. Yn 2012 wurdt it Wurkboek Lânskip, Kultuerhistoarje en Stêdebou (Grutsk op „e Romte) fêststeld. Dat is ek bedoeld as boarne fan ynspiraasje foar de makkers fan romtlike plannen en ek foar nasjonale gebietsûntjouwingsprojekten. “Grutsk” sil dêrnei regionaal mei de gemeenten fierder útwurke wurde. De aktiviteiten yn de advysline binne benammen rjochte op it advisearjen fan projektlieders fan de provinsje, de gemeente, DLG ensfh. It giet dan bygelyks om it projekt Fryske Marren, de ynpassing fan pleatsen, kaaiferhegings troch it Wetterskip. Yn de effektmjittingsline is in nulmjitting fan lânskiplike eleminten plend, earst yn de Noardlike Fryske Wâlden.
75
Yn de draachflakline sil benammen Landschapsbeheer Friesland wurkje oan it stypjen fan aktive dielname fan minsken oan lânskipsaktiviteiten. Foar de finansieringline wurdt fierder wurke oan gebietsfûnsen nei de start fan it earste gebietsfûns Moai Fryslân: Oranjewâld-Ketlik. (Prestaasje)yndikators Ûnderwerp Yndikator Lânskip Lânskip
Nulhifking
Lânskipseleminten en steat ûnderhâld yn byld Draachflak lânskip by Fryske befolking
Doelwearden 2013 2014 p.m. p.m.
2012 p.m.
Yn 2012 earste ûndersyk Noardlike Fryske Wâlden Yn 2012 docht Landschapsbeheer Friesland ûndersyk
p.m.
p.m.
p.m.
2015 p.m. p.m.
Taljochting Foar de útfiering fan it belied lânskip binne yn it pMJP útfieringsyndikators, bygelyks yn kilometers opnommen (sjoch by pMJP). Yn it ramt fan de effektmjitting sil yn 2012 ûndersyk dien wurde nei de oanwêzigens en de steat fan ûnderhâld fan lânskipselementen yn de NFW. De rest komt letter. Dat ûndersyk moat ta bystelde útfieringsprogramma‟s liede. Nei de belibbing fan en it draachflak foar lânskip sil yn 2012 ûndersyk dien wurde.
Resultaat ut Útfieringsprogramma 2011-2015: Fryslân is noch altiten de moaiste provinsje fan Nederlân. Tegearre mei it programma Romte bliuwe wy fan it programma Lanlik Gebiet út de romtlike kwaliteit fan Fryslân stypjen mei ús eigen tiim romtlike kwaliteit. Wy stypje de gemeenten by it goed ynpassen fan pleatsen yn it projekt de Nije Pleats. Wy komme mei it wurkboek Grutsk dêr‟t de kearnkwaliteiten fan Fryslân foar lânskip, kultuerhistoarje en stêdebou yn útwurke binne. Ustellen út Utfieringsprogramma 2011-2015: - Struktureel meitsjen fan tydlike budzjetten Lanlik gebiet Lânskipsaginda Foar it lanlik gebiet wurde fanôf 2000 tydlike budzjetten ynset foar ynvestearrings. Wy stelle jimme út om mei yngong fan 2014 dizze tydlike budzjetten struktureel te meitsjen. Hjir fan hat € 2 miljoen te krijen mei de Lânskipaginda.
Wat mei it kostje? S/T Bedraggen x € 1.000
Baten Baten mei-inoar Lesten Besteand belied - struktureel - tydlik Ny belied - Lânskipsaginda - besuniging budzjetinstellingen Lesten mei-inoar Baten – Lesten
S S
Realisaasje Begrutting Begrutting Begrutting Begrutting Begrutting 2010 2011 2012 2013 2014 2015
0
0
0
0
0
0
249 438
778 625
779 0
769 0
745 0
753 0
0 0 686 -686
0 0 1.403 -1.403
0 -12 767 -767
0 -12 757 -757
2.000 -12 2.733 -2.733
2.000 -12 2.740 -2.740
76
Beleidsveld 5.3
Belied lânbou
Wat wolle wy berikke? De wichtichste opjefte is it kreëarjen fan optimale romtlike betingsten foar de agraryske sektor. De trends der‟t wy mei te krijen hawwe, binne: in maatskippij basearre op kennis, klimaatferoaring, oare enerzjyboarnen, mear omtinken foar it wolwêzen fan bisten en produksjewizen dêrmei anneks. Foar de lânbou jildt dat der hieltiten minder boeren komme, wylst it areaal net weromrint. Koartsein skaalfergrutting. Hieltiten mear sil de boer maatskiplik ferantwurde buorkje, wêrby‟t de konsumint liedend wurdt. De lânbou yn Fryslân bliuwt fan grut ekonomysk en sosjaal belang en kin ynset wurde as hannelsprodukt. De ûntjouwing fan kennis foar de feehâlderij yn Ljouwert skept in unike mooglikheid om in lân fan kij te bliuwen troch in útblinker yn kennis te wurden. Doel fan ús lânboubelied is om de Fryske boer goede romtlike betingsten te bieden, wêrby‟t de pleatsen romtlik goed ynpast binne. Dat stiet yn it Streekplan beskreaun. Wy binne dêrby ramtstellend. Dêrnjonken stribje wy nei in Fryske lânbou dy‟t skjin en sunich produsearret en dy‟t him net allinne yn skaalfergrutting, mar him ek yn „e breedte en yn „e djipte fierder ûntjout mei maatskiplike tsjinsten, produksje fan duorsume enerzjy, duorsume kwaliteitsprodukten lykas biologyske lânbou, streekprodukten en yn soarch en rekreaasje. Yn it ramt fan it Mienskiplik Lânboubelied fan de EU sette wy op sa‟n brede oanpak yn. Foar dy doelen jildt dat wy mear de aginda folgje en stimulearjend wurkje, ûnder oare troch stipe foar ûntjouwing en fersprieding fan kennis en ynnovaasje. Yn it ramt fan it programma duorsumerns wurkje wy oan doelen wêrby‟t de Fryske lânbou enerzjy leverje sil en de útstjittj fan CO2 bot ferlege wurdt. De provinsje stiet noed fan de fasiliteiten foar griene enerzjy. Mei sa‟n unike posysje yn de Fryske lânbou hawwe wy as provinsje dêr ek in oanfiterjende funksje.
Wat dogge wy yn 2012? Lânbouaginda Wy wurkje op grûn fan de Lânbouaginda, dy‟t yn jannewaris 2011 troch jimme Steaten fêststeld is. By de behanneling fan de aginda binne amindeminten en moasjes fêststeld. Jimme hawwe fan ús de definitive tekst krigen, in oersjoch fan de plende ôfhanneling fan it ûnderwerp dêryn begrepen. Wat de biologyske lânbou oanbelanget binne wy úteinset mei it oanfiterjen fan projektopsetten. By de lânbouaginda hawwe wy tasein dat wy mei in effektmjittingsramt en in nulmjitting komme sille. Romtlike kondysjes Om ta in goede romtlike struktuer te kommen passe wy it RO-ynstrumintarium ta. Der wurdt nij belied formulearre foar ljochtemisje út lisboksstâlen, de teelt fan genetysk modifisearre gewaaks, it sâlt wurden fan de grûn en sâlte teelten. Op grûn fan it nije lânboustruktuerûndersyk (2011) wurdt neier ûndersyk dien nei in tal aspekten, lykas de mooglikheid fan it klusterjen fan biologyske bedriuwen. Sosjaal-ekonomysk Yn it ramt fan it mienskiplik lânboubelied (GLB) en ek mei private ûndernimmings binne der mooglikheden kreëarre foar it fergoedzjen fan maatskiplike tsjinsten troch agraryske bedriuwen. Yn it glêstúnbouprojekt Waddenglas yn Seisbierrum wurdt substansjeel grûn út faze 1 útjûn en is úteinset mei de realisaasje fan it duorsum enerzjykonsept. Der is úteinset mei kennisprojekten foar de biologyske lânbou en foar gewoane boeren dy‟t op biologysk oerskeakelje wolle.
77
De stúdzje nei de kânsen foar ferbreding fan de lânbou mei soarch, rekreaasje en streekprodukten wurdt ôfsletten en de oanbefellings wurde troch de plattelânsburo‟s útwurke nei projekten. Der binne 5 inisjativen op it mêd fan lânbou en enerzjy stipe. Der binne 5 inisjativen op it mêd fan duorsum omgean mei natuerlike helpboarnen stipe. De nije bedriuwsgebouwen foar de Dairy Campus binne ree. Foarútrinnend dêrop is yn dat kennissintrum foar de melkfeehâlderij mei tal fan kennisprojekten úteinset. Resultaat út it Útfieringsptogramma 2011-2015: de lânbousektor is noch duorsumer wurden en aktyf as lânskipsbehearder. It bliuwende fitale belang fan de lânbou stypje wy. Wy sykje ek oansluting by it nije mienskiplike lânboubelied dat 2014 yngiet troch agrariërs – njonken de earste tûke – te stypjen yn bedriuwsferbreding mei maatskiplike tsjinsten en twadde tûken. Yn de hjerst fan 2011 komme wy, nei‟t de nasjonale diskusje dêroer ôfsletten is, mei in stânpunt oer skaalfergrutting yn de lânbou en yntinsive feehâlderij. Yn 2012 stelle wy dan eventueel provinsjale plannen by. Dairy Campus Wy geane, om de ynnovaasje yn de melkfeehâlderij fuort te sterkjen, troch mei it stypjen fan de Dairy Campus Fryslân. De Dairy Campus is in kenniskampus rjochte op it gearbringen, it ferrykjen en dielen fan kennis op it mêd fan de melkfeehâlderij. It wurdt in nasjonaal kennissintrum mei in ynternasjonale útstrieling en omfiemet njonken fysike fasiliteiten in innovaasjeprogramma en in edukaasjeprogramma. De Dairy Campus sil yn 2013 operasjoneel wêze. Foar Dairy Campus is yn de hjoeddeistige begrutting oant en mei 2020 in provinsjale bydrage fan € 2,5 miljoen opnommen (dekking REP). Foar eventueel needsaaklik oanfoljend jild sille wy mei in apart útstel komme, werby‟t ek in berop op it REP-jild dien wurde sil. (Prestaasje)yndikators Ûnderwerp Yndikator Lânbou
Lânbou
Tal boeren, oanpart biologyske lânbou, oanpart ferbrede boeren Tal kennisprojekten Dairy Campus Fryslân
Nulhifking Yn 2012 nulmjitting
2012 p.m.
Yn 2012 nulmjitting
p.m.
Doelwearden 2013 2014 p.m. p.m.
p.m.
p.m.
2015 p.m.
p.m.
Taljochting Yn 2012 sille wy – lykas besletten by de Lânbouagenda – de beliedsmonitor opsette mei doelwearden. Underdiel dêrfan sil de boppeneamde aspekten wêze.
Utstellen út Utfieringsprogramma 2011-2015: Struktureel meitsjen fan tydlike budzjetten Lanlik Gebiet Lânbouaginda Foar de lânbouaginda wurde fanôf 2000 tydlike budzjetten ynset. Wy stelle jimme út om mei yngong fan 2014 dizze tydlike budzjetten struktureel te meitsjen. Hjir fan hat 5 ton te krijen mei de lânbouaginda. Kavelruil Foar it ferbetterjen fan de struktuer fan de lânbou wurdt wurke oan kavelruil, wêrtroch‟t boeren in sa grut mooglike húskavel hawwe. Sadwaande kin effisjinter buorke wurde en wurdt lânbouferkear op de diken te foaren kommen. Foar in part wurde kavels ruile yn yntegrale lânynrjochting, hieltiten mear giet it ek om help fan it kavelruilburo by lytsere projekten fan boeren ûnder mekoar. Foar kavelruil ynvestearje wy foar de jierren 2012 en 2013 op itselde nivo as de jierren 2009 en 2010 foar ien kear € 1,75 miljoen.
78
Wat mei it kostje? S/T Bedraggen x € 1.000
Baten Besteand belied - tydlik Baten mei-inoar Lesten Besteand belied - struktureel - tydlik Ny belied - Lânbouaginda - kavelruil Lesten mei-inoar Baten – Lesten
Beleidsveld 5.4
S T
Realisaasje Begrutting Begrutting Begrutting Begrutting Begrutting 2010 2011 2012 2013 2014 2015
143 143
534 534
360 360
345 345
0 0
0 0
394 425
0 1.162
0 535
0 495
0 0
0 0
0 0 819 -675
0 0 1.162 -628
0 875 1.410 -1.050
0 875 1.370 -1.025
500 0 500 -500
500 0 500 -500
Yntegrale plattelânsûntjouwing
Wat wolle wy berikke? De wichtichste opjefte is in leefber en fitaal plattelân. De trends dêr‟t wy mei te krijen hawwe, binne: in weromrinnende befolkingsgroei, fergrizing, ûntgriening, yndividualisearring, klimaatferoaring, oare boarnen fan enerzjy en it stribjen nei duorsumens. Ús doel is om it plattelân(sbelied) in goed plak te jaan yn alle domeinen fan it provinsjale belied, wêrby‟t de leefberens en de sosjaal-ekonomyske ûntjouwing fan it plattelân optimaal befoardere wurdt. Wy stribje dêrom nei in bliuwend en goed takomstperspektyf foar bewenners fan it plattelân mei it each op berikber wurk (wurkje), berikbere foarsjennings (libje), in bloeiend mienskipslibben mei goede romtlike kondysjes en kwaliteit (belibje en wenje). De doarpsmienskippen ferskille, ek kwa befolkingsopbou, frijwat faninoar, wurkje aktyf oan harren takomst as doarpsmienskip (organisaasjekrêft yntern), bystien troch oerheden en (maatskiplike) organisaasjes (organisaasjekrêft ekstern). In fitaal plattelân is de earste soarch fan de ynwenners, de gemeenten, de maatskiplike ynstellings en de wenningboukorporaasjes. Wy as provinsje wurkje, ek op grûn fan de spesifyk Fryske situaasje, mei in protte lytse doarpen, dy‟t wy as Frysk eigen yn stân hâlde wolle. Ús rol is dy fan boppelokale kennismakelder of fasilitator. De taakferdieling yn it plattelânsbelied sil dêrmei de kommende jierren oars weze as oant no ta: de gemeenten nimme it inisjatyf, de provinsje follet oan. Wêr‟t wy ús fisyk romtlike opjeften yn gebietsûntjouwing of mooglik mei streekaginda‟s oanpakke, wurdt it aspekt fan leefberens – en mei yngong fan dizze bestjoersperioade ek wolwêzen – hieltiten ek as útgongspunt nommen, yn „e mande mei de Tsjinst Lanlik Gebiet en de gemeenten. Doarpswurk wurket as budzjetsubsydzje-ynstelling oan plattelânsbelied. Dêrnjonken lûkt Plattelânsprojekten fan ûnderop projekten oan. It omtinken foar plattelânsûntjouwing is grut. De metoade yn Fryslân, wêrby‟t minsken sels oan de slach geane foar it eigen doarp en werby‟t oerheden de ûntjouwing fan de doarpen stimulearje is in eksportprodukt. Resultaat út it Útfieringsprogramma 2011-2015: op fernijende en kreative wize is ús foarsjenningsnivo op it plattelân garandearre, dêrby gebrûk meitsjend fan digitale ûntjouwings. 79
De nije Aginda Leefber Plattelân is op dit stuit yn de ynspraak en moat fanôf 2012 útfierd wurde. In wichtige stap op dit stik fan saken is dat in grut part fan de útjeften dy‟t oant no ta tydlik begrutte waarden no ek struktureel fêstlein wurdt. Dêrmei jouwe wy ús plattelânsbelied in sterkere basis. Yn ferbân mei de finansjele situaasje meitsje wy dy basis wol smeller neffens de foargeande jierren, nammentlik foar dy saken dy‟t wy echt it wichtichst fine, en dat binne benammen de boppelokale saken. De nije aginda sil ein 2011 oan jimme Steaten oanbean wurde. Foarsteld wurdt hjirfoar in bedrach fan € 3 mln beskikber te stellen. Resultaat út it Útfieringsprogramma 2011-2015: de gebietsûntjouwing om de Sintrale As en de N381 hinne hat laat ta in goede ynpassing fan dy diken yn it lânskip. Der binne trije wichtige gebietsûntjouwingsplannen makke, nammentlik de Sintrale As, de N381 en Frjentsjerteradiel-Harns. Dêrby is mei de streek sjoen hoe‟t der op it gebiet in plus set wurde kin. Wylst de plannen makke waarden, waard derfan útgien dat der jild út it ILG en in eventuele opfolger fan it ILG brûkt wurde kinne soe. Dat is mei de oansteande desintralisaasjeplannen en de besunigings fan it Ryk no tige ûnwis. Ôfhinklik fan de útkomst fan de ûnderhannelings mei it Ryk sille wy in útstel dwaan om dy gebietsûntjouwings mei Nuon-jild te finansierjen.
Wat dogge wy yn 2012? Aginda Leefber Plattelân Yn 2012 sette wy útein mei de útfiering fan de nije Aginda Leefber Plattelân. It jild dêrfoar is mei yngong fan 2014 net mear opnommen yn it pMJP, mar is in nij budzjet. Der wurde yn 2012 projekten ûntwikkele dy‟t liede ta fernijing fan de plattelânsûntjouwing. Spearpunten binne it omgean mei krimp, duorsumens, lytse wurkgelegenheid, streekprodukten, stipe oan fiskerijmienskippen. Yn 2012 wurdt ek yn it ramt fan de yntegrale Beliedsaginda Befolkingsûntjouwing Fryslân ekstra ynset op de leefberens fan de doarpen. Yn 2012 wurkje wy it Waarglês, de beliedsmonitor leefber plattelân fierder út, in nulmjitting fan it doarp, it gebiet en hiel Fryslân dêryn begrepen. De yndikator út it Útfieringsprogramma: „belibbing fan it foarsjenningsnivo‟ sille wy dêryn behelje. Foar it plattelânsgebiet meitsje wy op basis fan it Waarglês in gebiedsanalyze, ek nei oanlieding fan de oanbefellings fan de Noardlike Rekkenkeamer oer ús plattelânsbelied. Budzjetsubsydzje-ynstelling Wy soargje foar adekwate ôfspraken oer de stipe fan de doarpsbelangen en oare groepen op it Fryske plattelân by it befoarderjen fan leefberens. Doarpswurk wurdt subsidiearre foar it jaan fan sokke stipe. Ien fan de provinsjale spearpunten der‟t Doarpswurk oan wurket yn 2012 is duorsumens en doarpen. Plattelânsprojekten Plattelânsprojekten hâldt him dwaande mei de akwisysje fan projekten dy‟t ûnder oare bydrage oan it ferwêzentlikjen fan de doelen fan it pMJP. Boppedat drage de projekten by oan it ferwêzentlikjen fan oar provinsjaal belied, lykas formulearre yn haadstik 6 Ekonomy, Rekreaasje en Toerisme, haadstik 7 Sosjaal belied en Soarch, haadstik 8 Kultuer, Taal en Ûnderwiis, haadstik 9 Romte en Wenjen (krimp) en oan it programma Duorsume Enerzjy.
80
Mei de struktuer fan fiif Plattelânsburo‟s wurde de partijen yn it lanlik gebiet stipe by it yntsjinjen fan goede projekten dy‟t foar kofinansiering troch Europa, Ryk en/of provinsje yn „e beneaming komme. It hat bliken dien dat dy oanpak deeglik west hat en sukses hân hat, en ek yn 2012 fuortset wurdt. De rûsde omset foar 2012 is € 30-40 miljoen. Op it mêd fan rekreaasje en toerisme, lânskip, plattelânsbelied, it befoarderjen en it ferbreedzjen fan de plattelânsekonomy, kultuer en erfgoed en monumintesoarch wurdt benammen ynset op it benuttigjen fan POP-middels mei kofinansiering út de eigen provinsjale middels. Dêrby giet it om it ferbetterjen fan de leefberens fan plattelânsgebieten, kultuer(histoarje) en ynnovative ideeën om de wurkgelegenheid te befoarderjen of foarsjennings dy‟t de wen- en leefomjouwing ferbetterje. Yn it ramt fan de Koöperaasje Fryslân wolle wy komme ta in effektive mienskiplike ynset fan provinsje, gemeenten, wetterskip en de maatskiplike organisaasjes yn de Fryske plattelânsregio‟s op de wichtige mienskiplike opjeften. Dat wolle wy bondelje yn in mienskiplike streekaginda. Sa wolle wy tagelyk de bestjoerlike en amtlike drokte dy‟t yn de gebieten ûntstien is, tebekkringe. Om dat te berikken sille wy: - foar de hiele provinsje yn de regio‟s oanwurkje op in mienskiplike ferkenning en beslútfoarming om ta dy brede streekkoälysjes te kommen en foar elke streek in SWOTanalyze opstelle dêr‟t, as basis foar de streekaginda‟s, de sterke en swakke punten, kânsen en bedrigings yn byld brocht binne. - begjin 2012 definityf beslute en dêrby de kontoeren fan de ynbring op grûn fan de provinsjale doelen en ambysjes bepale; - yn 2012-2013 yn „e mande mei de partners yn de plattelânsregio‟s de streekaginda‟s opstelle en fêststelle om yn 2014 operasjoneel te wêzen foar‟t mei de nije Europeeske, Ryks- en provinsjale programma‟s úteinset wurdt. Yn in tal regio‟s, lykas NoardeastFryslân, geane de ûntwikkelings yn in heger tempo. - tagelyk dêrmei yn byld bringe hokker Europeeske, Ryks- en provinsjale middels fan de oare streekpartners (ûnder oare gemeenten en Wetterskip Fryslân) foar de ferskate streekopjeften konkreet ynset wurde kinne. In streekaginda wurdt in mienskiplike aginda fan ferskate streekaktoaren (oerheden en maatskiplike organisaasjes) dy‟t fanneden binne om dy aginda mei-inoar út te fieren. De oanbelangjende oerheden binne altyd: provinsje, gemeenten en Wetterskip Fryslân. It hinget fan de ynhâld fan de aginda‟s ôf hokker maatskiplike organisaasjes dêrby behelle wurde sille. De middels foar de streekaginda‟s wurde yn de ferskate beliedsprogramma‟s fûn en opnommen. (Prestaasje)yndikators: útfiering Provinsjaal Mearjierreplan Lanlik Gebiet Nr. Doel/ûnderwerp Prestaasjes 1. Grûnôfhinklike lânbou De te leverjen prestaasjes binne ôfhinklik fan de fuortgong fan de ûnderhannelings mei Bleker. Oft en hoefolle prestaasjes wy yn 2012 leverje sille, wurdt opnommen yn it jierplan 2012. 2. Net-grûnôfhinklike lânbou Foar de glêstúnbou yn Noardwest- Fryslân beheine wy ús ta it besteande plan. 3. Duorsum ûndernimme Wy sille yn 2012 om-ende-by 4 projekten útfiere dy‟t rjochte binne op it duorsum omgean mei natuerlike helpboarnen, finansiere út FYLG en POP. Dêr falle ek projekten foar de biologyske lânbou ûnder., Boppedat wurde 5 oant 10 inisjativen fan de lânbou foar enerzjybesparring, gebrûk en produksje fan duorsume enerzjy stipe mei FYLG, POP.NU en enerzjymiddels fan de provinsje. 4. Kennis en ynnovaasje en it Is gearfoege mei boppesteand doel. fuortsterkjen fan de lânbou 5. Fiskerij It anty-fiskstrûperijtiim is ferline jier troch de plysje stop set. 6. Realisaasje EHS Yn 2012 sille wy allinne grûn keapje dy‟t falt binnen de op „en nij hifke EHSopjefte,. It hinget ek ôf fan wat de ûnderhannelings mei Bleker opsmite sille. Boppedat wurdt it behear troch natuerbehearorganisaasjes, partikuliere natuerbehearders en troch agrarysk natuerbehear út it ILG betelle en is ûnderwerp fan de ûnderhannelings. It behear troch Staatsbosbeheer foel foarhinne bûten it ramt fan pMJP. Dat komt yn it ramt fan de ûnderhannelings mei Bleker oan „e oarder.
81
(Prestaasje)yndikators: útfiering Provinsjaal Mearjierreplan Lanlik Gebiet Nr. Doel/ûnderwerp Prestaasjes 7. Natuer bûten EHS Bûten de EHS wurdt natuer ek beheard troch natuerbehearorganisaasjes of troch partikulier (agrarysk) natuerbehear. Dêrby giet it om likernôch 41.000 ha. Rekkene nei oerflak binne de guozzefoerazjeergebieten dêrby it wichtichst. Oft der yn 2012 yn dat ferbân noch prestaasjes levere wurde sille, hinget ôf fan de ûnderhannelings mei Bleker. 8. Natuer, oars Yn 2012 wurdt it wurkplan greidefûgels fierder útfierd. 9. Miljeukwaliteit EHS / Fûgel- Dit doel giet oer de kwaliteitsferbettering fan de besteande natuer (wêrûnder ek en Habitatrjochtline / Nbde Europeeske “Natura 2000 gebieten”). Ôfhinklik fan de ûnderhannelings mei wet Bleker sille de prestaasjes yn it jierplan 2012 formulearre wurde. 10. Nasjonale Parken Yn de beide Nasjonale Parken yn Fryslân wurdt it belied fan ûntwikkeling en Skiermûntseach en Âlde behear fan de natuer fuortset. Basis foar de útfiering binne de fêststelde BehearFeanen en Ynrjochtingsplannen (BIP), mei romte foar projekten foar foarljochting en edukaasje, op de natuer rjochte rekreaasje en ûndersyk en effektmjitting oangeande de natuer yn dy parken. Fanwegen de ûndúdlikens yn de ûnderhannelings oer it ILG-jild is allinne it FYLG foarearst beskikber foar projekten. 11. Beskerming fan soarten Yn de pMJP-perioade wurde foar spesifike, beskerme soarten bisten en planten foarsjennings troffen. Ôfhinklik fan de ûnderhannelings mei Bleker sille de prestaasjes yn it jierplan 2012 formulearre wurde. 12. Regionale wettersystemen Yn kombinaasje mei de oanpak fan Wâlen en Kaaien troch Wetterskip Fryslân wurde 3 yntegrale projekten útfierd op it mêd fan natuer, rekreaasje en mooglik doarpsfernijing. 13. Wetterkwaliteit Yn de pMJP-perioade wurde projekten stimulearre om de ekologyske en gemyske kwaliteit fan it oerflaktewetter te ferbetterjen, soks troch it selssuverjend fermogen fan it wetter op in heger nivo te krijen. Alhoewol‟t de ûnderhannelings mei Bleker noch geande binne, is ûnderwilen dúdlik dat de synergydoelen foar de KRW noch wol neistribbe wurde moatte. Ryksjild is beskikber yn de foarm fan it saneamde synergyjild as ûnderdiel fan it ILG, soks om de Ramtrjochtline Wetter útfiere te kinnen. Der sille op syn minst 2 synergyprojekten taret wurde. 14. Duorsum boaiemgebrûk De Boaiemfisy is yn 2010 opsteld en wurdt de kommende jierren útfierd. Wy ferwachtsje, ek mei it each op de ûnderhannelings mei Bleker, gjin nije ferplichtings mear oan te gean. 15. Boaiemkwaliteit As gefolch fan it konvenant boaiemûntwikkelingsbelied en urginte lokaasjes hat (sanearring) LNV de ôfspraken en de kêsten dêrmei anneks oangeande boaiemsanearring út de ILG-Bestjoersoerienkomst helle. Yn it konvenant binne nammentlik ôfspraken makke oer fierdergeande desintralisaasje fan it ynsetten fan it grûnsanearringsjild. Dêrmei binne de foarnommen prestaasjes ferfallen. 16. Rekreaasjegrien Yn 2012 sille wy 4 ha grûn foar deirekreaasjefoarsjennings yn eigendom krigen hawwe en ynrjochtsje yn de neiste omkriten fan stêden en doarpen. 17. Tagonklikens ûntwikkelje Ôfhinklik fan de ûnderhannelings mei Bleker sille wy yn it jierplan 2012 de nei te en fuortsterkje stribjen prestaasjes foar de lanlike rûtenetwurken oanpasse. (rûtenetwurken) Wy stribje dernei om 35 km provinsjale rûtenetwurken te ûntwikkeljen en te ferbetterjen. 18. Behear rekreaasjefoarsjen- Dat doel is in ûnderdiel fan de doelstelling „behear‟ fan de EHS (doelstelling 6). nings yn it ramt fan EHS 19. Kwaliteit fan it nivo fan Yn 2012 wurdt it nivo fan toeristyske foarsjennings fan it lanlik gebiet fierder toeristyske foarsjennings fuortsterke mei projekten dy‟t út de mienskip komme. Neffens de fuortsterkje en ferbetterje basisprogrammearring ferwachtsje wy 19 projekten te ferwêzentlikjen. 20 Lânskip (generyk) Mei doelmjittige projekten wurde de natuerlike, kultuerhistoaryske en karakteristike kwaliteiten fan it Fryske lânskip beholden en/of fuortsterke. Yn it Jierplan pMJP 2012 wurde de prestaasjes op „en nij formulearre. . 21. Argeology Yn 2011 wurdt 1 argeologysk objekt feilich steld en 1 argeologysk stipepunt ynrjochte. 22. Nasjonale Lânskippen De ryksmiddels foar dat doel binne folslein útbrûkt. It hinget fan de Noardlike Fryske Wâlden ûnderhannelings mei Bleker ôf oft yn it jierplan 2012 besjoen wurde sil oft der en Súdwest- Fryslân dochs noch middels beskikber komme kinne fia reallokaasje. 23 Stichting Wy stelle alle jierren in subsydzjebudzjet beskikber oan de Stichting Landschapsbeheer Landschapsbeheer Friesland. Dêr wurdt in koarting fan 5% op tapast yn ferbân Friesland mei provinsjale besunigings (sjoch by belied lânskip). Dernjonken krijt LBF alle jierren in doelútkearing van € 385.000,- ut it ILG wei. It is noch net dúdlik hoe‟t de besuniging fan Bleker stal krije sil en hokker finansjeel effekt dat jout op de jierbydrage ut it ILG wei. 24. Behear lânskip Foar lânskipsbehear binne der, yn it ramt fan it pMJP, gjin middels foar it útwreidzjen fan it behear. It hinget fan de ûnderhannelings mei Bleker ôf oft besjoen wurde sil oft behear ferlinge wurde kin. 25. Leefberens Yn „e rin fan 2011 wurdt it nije plattelânsbelied oan Provinsjale Steaten foarlein.
82
(Prestaasje)yndikators: útfiering Provinsjaal Mearjierreplan Lanlik Gebiet Nr. Doel/ûnderwerp Prestaasjes plattelânsgebieten Nei oanlieding dêrfan wurde de te ferwêzentlikjen prestaasjes ek op „en nij ferbetterje formulearre. Dat sil sa syn gefolgen hawwe foar it Jierplan pMJP 2012. 26. Fysike wenkrite ferbetterje De middels foar dat doel binne útbrûkt. 27. Berikberens ferbetterje Alhoewol‟t dat ûnderwerp wol as doel yn it pMJP opnommen is , binne dêr gjin middels foar programmearre yn it ramt fan it pMJP. 28. De plattelânsekonomy Yn de pMJP-perioade wurdt de plattelânsekonomy mei ferskate projekten stimulearje en ferbreedzje stimulearre en ferbrede. Foar 2012 hoopje wy op 20 projekten mei in bydrage fan de provinsje fan € 0,5 miljoen en in POP-bydrage fan € 0,5 miljoen. De hichte fan de bydrage út it pMJP is op syn meast € 50.000 foar ien projekt. 29. Erfgoed en Mei it each op de besuniging op dat pMJP-ûnderdiel is yn 2012 allinne monumintesoarch subsidiearring fan POP-projekten mooglik. It liket derop dat it POP-jild ek op is. Faaks is der noch frijfal te ferwachtsjen. It is ús ambysje om noch 2 projekten te ferwêzentlikjen. 30. Kultuer It is ús ambysje om yn 2012 by te dragen oan 5 projekten foar de promoasje en it fuortsterkjen fan de streekeigen en Fryske kultuer. 31. Plattelânsprojekten, It EU-Plattelânsûntwikkelingsprogramma (POP) is yn ús pMJP opnommen. Wy LEADER passe de Leadersystematyk yn de 5 Fryske plattelânsgebieten ta. 32. Proseskosten Om it pMJP út te fieren, wurde (eksterne) proseskosten makke dy‟t net streekrjocht oan in spesifyk doel keppele wurde kinne. Efterôf wurde dy proseskosten oan de ôfsûnderlike doelen tarekkene. 33. Grûnmobiliteit Mei it ynvestearringskredyt Grûnoankeapen wurdt de grûnmobiliteit befoardere. Dat draacht wakker by oan it ferwêzentlikjen fan de pMJP-doelen, benammen oan de lânbou- en natuerdoelen, mar yn breder ferbân ek oan de ferlange romtlike ynrjochting en kwaliteit fan it lanlik gebiet. Doel is om yn 2012 de besteande ynvestearring fan € 54 miljoen (ruil)grûn te ferminderjen troch safolle mooglik troch te leverjen, oan natuerbehearders en agrariërs. Yn de paragraaf grûnbelied wurdt de stân fan it ynvestearringskredyt ferantwurde.
Utstellen út Utfieringsprogramma 2011-2015: Struktureel meitsjen fan tydlike budzjetten Aginda Leefberens Plattelân Foar de Aginda Leefber Plattelân wurde fanôf 2000 tydlike budzjetten ynset foar ynvestearrings. Wy stelle jimme út om mei yngong fan 2014 dy tydlike budzjetten struktureel te meitsjen. Hjir fan hat € 3 miljoen te krijen mei de Aginda Leerber Plattelân.
Wat mei it kostje? S/T Bedraggen x € 1.000
Baten Besteand belied - struktureel - tydlik Baten mei-inoar Lesten Besteand belied - struktureel - tydlik Ny belied - aginda Leefberens Plattelân - besuniging budzjetinstellingen Lesten mei-inoar Baten – Lesten
S S
Realisaasje Begrutting Begrutting Begrutting Begrutting Begrutting 2010 2011 2012 2013 2014 2015
37.837 244 38.081
36.557 464 37.021
36.557 375 36.932
36.410 375 36.784
0 0 0
0 0 0
42.563 13.682
41.884 23.494
41.927 21.897
41.640 17.125
5.019 10.383
5.090 10.383
0 0 56.245 -18.163
0 0 65.378 -28.357
0 -30 63.794 -26.862
0 -30 58.734 -21.950
3.000 -30 18.371 -18.371
3.000 -30 18.443 -18.443
83
84
1.6 Programma 6 – Economie, Toerisme en Recreatie Portefeuillehouders: J.H.J. Konst, J.A. de Vries, S.H. Galema, C. Schokker-Strampel en J.A. Jorritsma
Wat willen we bereiken en wat mag het kosten? Economische ontwikkeling De Nederlandse economie trekt weer aan. Het Centraal Planbureau (CPB) verwacht een groei in 2012 van 1,75%. Een herstel dat al vanaf 2011 is ingezet. Voor 2011 wordt een groei verwacht van 2%. Toch zijn de onzekerheden rond de ramingen groot. Beperking van overheidstekorten in diverse hoogontwikkelde economieën en de schuldencrisis in de Europese Unie kunnen de economische groei remmen. De regionale economie van Noord-Nederland staat volgens de Conjunctuurenquête Nederland (COEN) in het teken van groei. 32% van de bedrijven in Noord-Nederland verwacht in het tweede kwartaal van 2011 een toename van de omzet. Ook bij de werkgelegenheid en de investeringen lijkt volgens de enquête de neerwaartse trend te worden omgebogen. Volgens het ING Economisch Bureau herstelt Noord-Nederland zich goed. Dankzij een evenwichtige sectorstructuur staat de regio er goed voor. Fryslân laat vanwege een fors krimpende bouwsector in 2010 een wat gematigde groei (1% in 2011 tegenover 1,8% voor Groningen) zien. De krimpende bevolking in delen van Noord-Nederland maakt deze regio ook kwetsbaar. Regionaal-economisch beleid Het voeren van regionaal-economisch beleid is een overheidstaak. Ons beleid heeft als doelstelling het bereiken van ‟een duurzame economische ontwikkeling van de provincie Fryslân, waarbij nadrukkelijk wordt ingezet op een transitie naar een op kennis en innovatie gebaseerde economie‟ (citaat uit Uitvoeringsagenda Economie). Om dit doel te bereiken moeten alle talenten in Fryslân worden benut opdat iedereen zich in zijn/haar eigen omgeving en op zijn/haar eigen niveau kan ontplooien. Internationale betrokkenheid en oog voor de wereld om ons heen is van eminent belang. Door kennisverwerving en middelenverwerving willen we het transitieproces op een hoger plan brengen en versnellen. Ons economisch beleid kent een generiek deel en een specifiek deel. Het specifieke economische beleid is gefocust op zes speerpunten, c.q. belangrijke sectoren van de Friese economie: watertechnologie, groene life sciences, metaal, zorgeconomie, toerisme (waaronder het Friese Merenproject) en duurzame energie. Voor het tot stand brengen van innovaties is een goed opgeleide beroepsbevolking van essentieel belang. Daarom staat sociale innovatie hoog in het vaandel. De provincie treedt hier op als „makelaar en schakelaar‟ en verricht de volgende activiteiten: stimuleren, enthousiasmeren, de weg wijzen en bij elkaar brengen. Tot het economische beleid (stimulering bedrijvigheid) behoren initiatieven als het Ondernemersplein, de samenwerking met de NOM en het Friese Ontwikkelbedrijf. Tot slot is in dit programma een aantal grote projecten ondergebracht dat raakvlakken heeft met verschillende speerpunten (Heerenveen stad van sport, Afsluitdijk, Wetsus, Digitale Agenda, Breedbandinfrastructuur, Agenda Netwerk Noordoost).
85
Middelen Voor de uitvoering van ons regionaal economische beleid staat ons een aantal middelen ter beschikking. Ten eerste zetten wij eigen provinciale middelen in (budgetten ten aanzien van Agenda Economie, convenanten, Friese Merenproject, Topattracties, Duurzame energie en Fan Fryslân). Ook zullen wij met voorstellen komen voor besteding uit de NUON-middelen, deze worden in dit programma genoemd. Daarnaast zijn er externe middelen (nationaal / Europees). De middelen voor het Operationeel Programma Europees Fonds Regionale Ontwikkeling (OP EFRO) 2007 – 2013 zijn al volledig besteed. Het Koers Noord / Piekenprogramma is eind 2010 beëindigd. Het SNN is erin geslaagd om vrijvallende middelen uit oude programma‟s sedert 1995 voor economische projecten in Noord-Nederland te behouden. De middelen (in totaal € 31 mln.) worden beschikbaar gesteld via twee tenders per jaar (in 2011 en 2012). Voor 2012 kunnen projecten binnen de vier pieken (watertechnologie, energie, sensortechnologie en agribusiness) worden ingediend. Daarnaast is er nog het Waddenfonds, waarvoor naast economische projecten ook ecologische projecten in aanmerking komen en het Ruimtelijk Economisch Programma (REP). Deze laatste zijn middelen ter compensatie van het niet doorgaan van de Zuiderzeelijn. Het REP kent een deel waarover wij als provincie zelf mogen beslissen (€ 48 miljoen) en een deel waar het Rijk (i.c. de minister van EL&I) de zeggenschap over heeft. Het REP heeft een looptijd tot en met 2020. In het najaar van 2011 wordt een Beleidskader REP aan uw Staten voorgelegd. Het Waddenfonds heeft een looptijd tot 2026. Met ingang van 2012 wordt het Waddenfonds gedecentraliseerd naar de drie Waddenprovincies. In het najaar van 2011 zullen wij u informeren hoe deze decentralisatie wordt vorm gegeven. Totaal baten en lasten programma 6. Economie, toerisme en recreatie Bedragen x € 1.000
Baten 6.1 Bedrijvigheid 6.2 Bevorderen toerisme en recreatie 6.3 Duurzame energie Totaal Baten Lasten 6.1 Bedrijvigheid 6.2 Bevorderen toerisme en recreatie 6.3 Duurzame energie Totaal Lasten Baten – Lasten
Realisatie 2010
Begroting 2011
Begrotin g 2012
Begrotin Begroting Begroting g 2013 2014 2015
3.168 1.587 0 4.756
4.767 1.881 235 6.883
2.059 1.461 235 3.755
1.966 543 0 2.509
668 183 0 851
82 327 0 409
22.818 10.965 3.355 37.138 -32.383
29.980 14.883 6.918 51.781 -44.899
16.129 19.550 3.566 39.244 -35.489
14.180 17.705 2.769 34.654 -32.144
13.323 9.550 2.148 25.022 -24.171
10.356 9.761 2.281 22.399 -21.990
Beleids- en normenkader Kaderstellende beleidsnota’s/relevante wetten en regelingen Relevante Europese en nationale wetten en regelingen Diverse SNN subsidieregelingen (o.a. energiebesparingregelingen) Convenant Zuiderzeelijn (onderdeel Ruimtelijk economisch programma (REP) , 23 juni 2008 Provinciale verordeningen en nota’s Strategische agenda voor Noord-Nederland 2007-2013 Plan van aanpak Friese Meren Koers op Fryslân, Friese Merenproject 2e fase 2006-2013 Samenwerkingsagenda gemeente Leeuwarden – provincie Fryslân 2011 – 2021 Uitvoeringsagenda 2011-2013 Fryslân Toeristische Topattractie Evaluatie van het Friese Merenproject 2000-2010 Herijking, prioritering en programmamanagement 2e fase Friese Merenproject Plan van aanpak merk Fryslân Fryslân duurzaam
86
Vastgesteld door PS op: 26 januari 2005 20 december 2000 21 februari 2007 17 februari 2010 9 februari 2011 9 februari 2011 5 november 2008 21 april 2010 22 april 2009
Beleids- en normenkader Kaderstellende beleidsnota’s/relevante wetten en regelingen Fryslân geeft energie, programmaplan duurzame energie Convenant Westergozone 2007-2013 Convenant A7-zone 2007-2013 Door GS vastgestelde uitvoeringsregelingen/nota’s Operationeel programma Noord-Nederland 2007-2013 (OP EFRONoord) Uitvoeringsagenda economie provincie Fryslân Subsidieregeling Toerisme Natuurlijk Fryslân (STINAF) Uitvoeringsplan Fan Fryslân Evaluatie van het Friese Merenproject 2000-2010
22 april 2009 14 maart 2007 1 februari 2006 Vastgesteld door GS op: mei 2007 8 juni 2010 23 juni 2009 22 september 2010 14 december 2010
In 2012 aan PS voor te leggen nota’s /beleidskaders Startnotitie Zonne-energie Agenda voor de verdere versterking van de Friese economie / Nota over ons economisch beleid (Waarover uw Staten op 16 februari 2011 een motie hebben ingediend en welke door ons is overgenomen en zoals aangekondigd in het Coalitieakkoord 2011–2015 op pagina 21) Beleidskader REP (n.a.v. de behandeling in uw Staten van 22 september 2010) Businessplan Fries Ontwikkelbedrijf op basis van de kaders die PS hebben vastgesteld (startnota FOB, 16 februari 2011) Voorstel Fries Doefonds (waarover op 16 februari 2011 een motie door ons aangenomen, en zoals aangekondigd in het Uitvoeringsprogramma 2011–2015 op pagina 24) Voorstel Enerzjy Kooperaasje Fryslân (zoals aangekondigd in het Uitvoeringsprogramma 2011–2015 op pagina 15) (financieel) Voorstel Heerenveen, stad van sport, inclusief varianten Uitvoeringsprogramma Friese merenproject 2011-2015 Business plan Fries Top level domein .frl Plan van aanpak breedbandinfrastructuur Decentralisatie van het Waddenfonds.
Beleidsveld 6.1
Bedrijvigheid
Wat willen we bereiken? Zoals in onze Uitvoeringsagenda economie staat beschreven streven wij naar ‟een duurzame economische ontwikkeling van de provincie Fryslân, waarbij nadrukkelijk wordt ingezet op een transitie naar een op kennis en innovatie gebaseerde economie. Voorwaarden hierbij zijn een optimaal vestigingsklimaat voor bedrijven met een goede kennisinfrastructuur, innovatiemogelijkheden, een goed functionerende arbeidsmarkt, sterke clusters van samenwerkende bedrijven en kennisinstellingen en een goed gedifferentieerd aanbod van bedrijventerreinen en kantoorlocaties die goed bereikbaar zijn. De hierboven geformuleerde doelstelling is een doelstelling voor de lange(re) termijn. Aan het einde van deze zittingstermijn is deze transitie goed onderweg en is de Friese economie over de volle breedte versterkt, verbreed en vernieuwd. Op hoofdlijnen willen we het volgende bereiken: Projecten verwerven binnen de verschillende speerpunten (watertechnologie, (duurzame) energie, toerisme, metaal, zorgeconomie, life sciences) om een bijdrage te leveren aan de transitie naar een op kennis gebaseerde economie;
87
Nieuw extern geld voor Friese speerpunten en projecten genereren zowel nationale als EU-middelen; Goede samenwerking met bedrijven, kennisinstellingen en gemeenten om gezamenlijk projecten te ontwikkelen; Een goede aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt; Een goede samenwerking met andere Europese regio‟s om m.b.v. Europese programma‟s, zoals Europa 2020 en Interreg, ons eigen beleid te realiseren; Een breedbandinfrastructuur in onze provincie met hoge snelheid realiseren; Dat onze provincie op internet bereikbaar is onder een eigen domeinnaam.
Wat gaan we daarvoor doen in 2012? Onze activiteiten in 2012 hebben we geschaard onder een aantal kopjes: 1. Projecten verwerven en financieren 2. Lobby voor nieuw geld 3. Samenwerking 4. Economische structuurversterking 5. Grote projecten 1. Projecten verwerven en financieren In 2012 gaan we verder met het ontwikkelen van innovatieclusters binnen de speerpunten watertechnologie, groene life sciences, metaal en zorgeconomie. (De andere twee economische speerpunten, i.c. toerisme en (duurzame) energie, komen bij de beleidsvelden 6.2. en 6.3. aan de orde). Wij proberen met onze speerpunten aansluiting te vinden bij het Topsectorenbeleid van het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I). Wij zullen de beschikbaarheid van de (internationale) subsidies die zijn gericht op het tot stand brengen van innovaties in de verschillende speerpunten uitventen. Dit betekent dat we samen met de markt en kennispartijen projecten verwerven, de ingediende aanvragen voor (externe) subsidies beoordelen en zo nodig vervolmaken en proberen hier externe financiering voor te vinden. Indien nodig en wenselijk zorgen we voor de vereiste medefinanciering. Voorstel uit Uitvoeringsprogramma 2011-2015: cofinanciering Europa en Waddenfonds Zoals in de inleiding al vermeld is het SNN er in geslaagd vrijvallende middelen uit oude programma‟s voor economische projecten in Noord-Nederland te behouden. Zowel deze middelen als eventueel nieuwe EU-middelen en middelen uit het Waddenfonds moeten worden gecofinancierd. Daartoe hebben wij in het Uitvoeringsprogramma 2011-2015 middelen geraamd. Eén van de budgetten is het Innovatieve acties plan Fryslân Fernijt. Op 1 januari 2011 is Fryslân Fernijt III van kracht geworden. Projectvoorstellen kunnen doorlopend ingediend worden tot 1 april 2012 of tot het subsidieplafond van € 4,2 miljoen is bereikt. In dit kader worden voor elk van de vier geformuleerde thema‟s binnen dit innovatieve acties plan (watertechnologie, duurzame energie, gezond ouder worden en recreatie & toerisme) projecten uitgevoerd om de gewenste innovaties tot stand te brengen. 2. Lobby voor nieuw geld De externe budgetten zijn eindig. Het OP EFRO-budget (dat loopt tot en met 2013) is al geheel uitgeput. Het is nu zaak dat alle voorgedragen projecten op een juiste manier worden beoordeeld en „beschikt‟. We zijn in overleg (in SNN- en IPO-verband) om zogenoemde Europese cohesiemiddelen (na 2013) te verwerven. We hopen dat er in 2012 meer duidelijkheid komt of er voor rijke regio‟s, waaronder die in Nederland, in de toekomst nog structuur-
88
fondsen beschikbaar komen in het kader van de bevordering van concurrentiekracht en werkgelegenheid. In SNN-verband hebben we een positionpaper Noord-Nederland 2020 opgesteld. Tevens zullen wij meer inzet plegen op de aanwending van andere EU-middelen op de gebieden van innovatie, kennisverwerving, financiering en werkgelegenheidsbevordering. Het Topsectorenbeleid van het ministerie van EL&I kan worden gezien als vervolg op het Piekenbeleid dat tot eind 2010 liep. Het Topsectorenbeleid kent een geheel andere insteek. De enige overeenkomst met het Piekenbeleid is dat het focust op tien sterke sectoren. Er is geen direct budget aan gekoppeld waarop de regio kan inspelen. In 2012 verwachten we meer duidelijkheid over wat het Topsectorenbeleid voor onze regio kan betekenen. 3. Samenwerking Wij kunnen onze doelstellingen op economisch terrein niet alleen bereiken. Daar hebben we andere partijen bij nodig. Hieronder worden enkele activiteiten genoemd waarin deze samenwerking tot uitdrukking komt. Samenwerkingsagenda’s F4 Met de gemeenten Leeuwarden, Súdwest-Fryslân, Smallingerland en Heerenveen zijn en worden samenwerkingsagenda‟s opgesteld (zie beleidsprogramma 1). In 2011 zijn gesprekken gaande over de gezamenlijke visie op de economische ontwikkeling van Fryslân. Afgesproken is dat deze visie mee zal worden genomen in de op te stellen nota economisch beleid. We hopen deze in 2012 aan u voor te leggen. Projectbureau Economie (A7 en Westergozone) In 2011 zijn de twee projectbureaus van de A7 en Westegozone opgegaan in één projectbureau Economie. Vanuit dit bureau worden beide zones bediend en wordt de dienstverlening aan de Friese bedrijven gestroomlijnd en gebundeld. Voor elk van de zones geldt een convenant dat tot en met 2013 loopt. In 2012 wordt de samenwerking binnen de convenanten en het projectbureau Economie geëvalueerd. Ondernemersplein Fan Fryslân Op 8 april 2011 is het Ondernemersplein Fan Fryslân een feit geworden. In dit Ondernemersplein werken we samen met de Kamer van Koophandel, NOM en Syntens om ondernemend Fryslân samen (nog) beter te bedienen. Thema‟s van het Ondernemersplein zijn: het stimuleren van investeringsbevordering in het bedrijfsleven (mkb) acquisitie van nieuwe bedrijven ondersteunen bestaand bedrijfsleven bij investeringen stimuleren en doorvoeren van innovaties stimuleren van export aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt In 2012 zetten de partijen vanuit een gezamenlijk werkplan dat nu in voorbereiding is, zich in op sectoren en thema's met groeipotentie. 4. Economische structuurversterking In 2012 pakken we ten aanzien van het Fries Ontwikkelbedrijf en het Revolverend Doe Fonds de volgende zaken op: Fries Ontwikkelbedrijf In het Uitvoeringsprogramma staat dat we de ontwikkelkracht van de Friese economie willen versterken door het opstellen van een Fries ontwikkelbedrijf. Fryslân kenmerkt zich al jaren door een ijle economische structuur. Het ontbreekt in Fryslân aan groots organiserend vermogen, met als gevolg dat grote en omvangrijke publiek-privaat gefinancierde projecten ontbreken. Het Fries Ontwikkelbedrijf gaat in die leemte voorzien door omvangrijke en complexe projecten die zonder overheidsoptreden niet van de grond komen (versneld) te organiseren. Het doel is dat het Ontwikkelbedrijf in 2012 operationeel is. Wij zullen, in lijn met de door ons overgenomen motie (16 februari 2011), een concreet businessplan voor het Friese Ontwikkelbedrijf aan u voorleggen.
89
Revolverend Fries Doefonds In 2012 zullen we een revolverend Doefonds oprichten om het vermogen tot innovatie in met name het mkb te vergroten. Dit is een nieuw op te zetten fonds dat risicodragend deelneemt in kansrijke en sterk groeiende, innovatieve initiatieven die ten goede komen aan onze provincie. Een goed draaiend Doefonds leidt tot meer innovatieve initiatieven in de Friese economie en daardoor tot meer werkgelegenheid en investeringen. Zoals wij al in het Uitvoeringsprogramma 2011-2015 hebben aangegeven leggen wij u voor de financiering van het Fries Ontwikkelbedrijf en het Fries Doefonds afzonderlijke voorstellen voor, indien nodig zullen wij u voorstellen hiervoor vrij besteedbare NUON-middelen in te zetten. Relatie onderwijs en arbeidsmarkt Om de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt te verbeteren, zoals aangegeven in het Uitvoeringsprogramma 2011-2015, zullen wij de relevante partijen bij elkaar brengen. Het is niet de bedoeling dat er een extra orgaan wordt ingesteld. Er zijn momenteel al veel initiatieven om de aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt te verbeteren. Het is onze bedoeling om aansluiting te zoeken bij deze initiatieven. 5. Grote projecten Heerenveen stad van sport In september 2010 is de Startnotitie Nieuw Thialf door uw Staten besproken en heeft u de kaderstelling voor dit project vastgesteld. Binnen deze kaderstelling werken de gemeente Heerenveen, Thialf B.V., Sportstad Heerenveen en de provincie samen aan de voorbereiding van een ijsstadion dat de komende twintig jaar internationaal op het hoogste niveau meedraait. Een stadion dat geoutilleerd is voor topsport en breedtesport en dat economisch verantwoord geëxploiteerd kan worden. Het Nieuwe Thialf past goed in het bredere programma „Heerenveen Stad van Sport‟. Het project en de keuze voor nieuwbouw of renovatie is erg afhankelijk van de betrokkenheid en bereidheid van andere partijen (o.a. bedrijfsleven, rijk en KNSB) om mee te betalen. De lobby bij andere partijen is in volle gang. Conform het gestelde in het Uitvoeringsprogramma leggen wij de verschillende varianten (plus de financiële uitwerking per variant) aan u voor voordat een keuze wordt gemaakt voor een eventuele bijdrage aan één van de varianten. In de loop van 2012 is een definitieve „gono go-beslissing‟ gepland. Indien uw Staten positief besluiten is een bouwperiode van circa drie jaar voorzien. Wij onderzoeken of voor de financiering van dit project REP-middelen kunnen worden aangewend. Wetsus / Watertechnologie Doel is het uitbouwen van de nationale watertechnologiepiek in Leeuwarden tot de Europese hub op het gebied van watertechnologie: het Europese kenniscentrum voor watertechnologie met een belangrijk Europees cluster van bedrijven, instellingen en onderzoekscentra van multinationals. Belangrijk aandachtspunt is de financiering van het Technologisch Topinstituut Wetsus. Eind 2012 loopt de FES-subsidie ten einde. Getracht wordt om voor de periode 2013 – 2020 (opnieuw) rijksmiddelen en Europese fondsen te verwerven. Voorts wordt in samenwerking met diverse andere „stakeholders‟ gewerkt aan de versterking van ondernemerschap, samenwerking, de kennisbasis, talentbeschikbaarheid, internationale zichtbaarheid, fysieke faciliteiten (bijv. watercampus, demosites) en bovenal het innovatie- en valorisatievermogen van het watertechnologiecluster. Hierbij wordt gebruikt gemaakt van diverse financiële middelen (o.a. Topsectorenbeleid, Fryslân Fernyt, Interreg, REP). Wij onderzoeken of voor de financiering van dit project REP-middelen kunnen worden aangewend. Afsluitdijk Wij werken aan een integrale ontwikkeling van de Afsluitdijk waarin provinciale ambities op het gebied van duurzame energie (o.a. blue energy), mobiliteit/verkeersafwikkeling, natuurontwikkeling, recreatie en (kennis)innovatie gerealiseerd worden. In 2012 start een gezamenlijke planuitwerking om samen met het rijk en de regio maximaal uitwerking en
90
uitvoering te geven aan de rijks structuurvisie Afsluitdijk. In een motie van de Tweede Kamer is voorgesteld dat dit gebeurt binnen het financiële kader van € 600 miljoen van het rijk, waarbij de hoogwaterbescherming en veiligheidsmaatregelen de eerste prioriteit zijn. De rijks structuurvisie wordt naar verwachting eind 2011 door het kabinet vastgesteld. De afspraken over de uitvoering worden vastgelegd in een bestuursovereenkomst tussen rijk en regio. Deze wordt eind dit jaar vastgesteld. De behandeling door uw Staten is gepland voor november 2011. Voorstellen uit Uitvoeringsprogramma 2011-2015: Digitale Agenda Fryslân De Digitale Agenda Fryslân (DAF) staat voor de integrale visie op digitalisering van de Friese samenleving, gericht op een betere kwaliteit van leven en werken in de stad en op het platteland. De Digitale Agenda Fryslân richt zich op projecten als telezorg, buurthuizen nieuwe stijl, digitalisering in het onderwijs en bereikbaarheid. De doelstellingen van de DAF liggen in lijn met de Digitale Agenda Europa van Eurocommissaris mevrouw Neelie Kroes en zijn de vertaling daarvan naar de Friese ontwikkelingen op provinciale en lokale schaal. De integrale visie met het programmaplan/uitvoeringsplan is in december 2011 gereed. De visie wordt samen met het maatschappelijk middenveld en samenwerkende gemeenten opgesteld. Zoals in het Uitvoeringsprogramma is opgenomen hebben wij een bedrag van € 200.000 in de begroting opgenomen om deze visie op te stellen. Breedbandinfrastructuur naar particulieren De statencommissie Boarger en Mienskip van 29 juni 2011 heeft een startnotitie besproken waarin randvoorwaarden en scenario‟s staan beschreven voor de realisatie van een toekomstvaste, hoogwaardige en open breedbandinfrastructuur voor particulieren in Fryslân. Naar aanleiding van deze behandeling is een expertmeeting voor uw Staten op 7 september 2011 georganiseerd. Bij positieve besluitvorming door uw Staten wordt op basis van het gekozen voorkeursscenario een operationeel plan van aanpak opgesteld. Dit plan van aanpak kan dan eind 2012 klaar zijn. In het uitvoeringsprogramma is vermeld dat wij hierover een afzonderlijk voorstel aan u voor zullen leggen dat voor de financiering van de infrastructuur een beroep doet op de vrij besteedbare NUON-middelen. Fries Top Level Domein .frl In het najaar van 2011 zal naar verwachting in uw Staten besluitvorming plaatsvinden over een businessplan voor een Fries Top Level Domein .frl. Dit is de uitwerking van een door ons college overgenomen amendement op de begroting 2009. Indien uw Staten hier positief over besluiten wordt de aanvraag voor dit Friese Top Level Domein voorbereid en ingediend bij de ICANN, de wereldwijde organisatie die gaat over de toekenning van dergelijke domeinen (begin 2012). Het is de verwachting dat de ICANN negen maanden tot één jaar nodig heeft om ingediende aanvragen te beoordelen en domeinen toe te kennen. In het voorjaar van 2013 kan waarschijnlijk worden begonnen met de operationalisering van de beheer- en uitgifteorganisatie van de extensie .frl en de uitvoering van de verschillende activiteiten die nodig zijn om .frl te doen slagen. Voor de financiering van de het Fries Toplevel Domein leggen we een voorstel voor om vrij besteedbare NUON-middelen in te zetten. Het gaat hier om voorfinanciering, met de exploitatie komen de investeringslasten terug. Agenda Netwerk Noordoost fase 1 In de Agenda Netwerk Noordoost werken de vijf Friese Noordoostelijke gemeenten en het bedrijfsleven samen aan de kwaliteit van leven in Noordoost-Fryslân (als uitwerking van het Sociaal-Economisch Masterplan). De Agenda geeft aan hoe de regio naar de toekomst kijkt en bevat een samenhangend pakket aan bovenlokale projecten voor een sociaal-economische impuls. Eind oktober 2011 is het Meerjarenprogramma 2011-2015 gereed, inclusief een jaarplan 2012. Procesafspraken worden eind 2011 vastgelegd in een regionaal afsprakenkader. In 2012 start de eerste fase van een streekhuis Noordoost Fryslân. In 2012 werken wij samen met de regio aan belangrijke regionale thema's als watersport, duurzaam-
91
heid en digitalisering: Noordoost-Fryslân als proeftuin voor de Digitale Agenda Fryslân Daarnaast zijn er meer projecten zoals regionale afstemming van voorzieningen, experimenten die anticiperen op krimp, versterking van het ondernemersklimaat en de voorbereiding van ruimtelijke projecten voor sterke kernen. In het Uitvoeringsprogramma 2011-2015 hebben wij opgenomen hiervoor een bedrag van € 10,7 miljoen beschikbaar te stellen voor de periode 2012-2016. Voor de jaren 2012 en 2013 gaat het om een jaarlijks bedrag van € 1,5 miljoen en voor 2014 om een bedrag van € 2 miljoen en voor 2015 om een bedrag van € 2,7 miljoen. (Prestatie)indicatoren voor de Friese economie Onderwerp Indicator Nulmeting Effectindicatoren (waarbij onze bijdrage niet te meten is, en waarbij externe invloeden een grote rol spelen.) De Friese economie is over de volle Werkgelegenheid Aantal banen 1 april 1 breedte versterkt 2010 :
Versterking van de concurrentiepositie van het Friese bedrijfsleven Bedrijvigheid
Regionaal economische groei
Innovatie Prestatie indicatoren
Aantal innovatieclusters in Fryslân
Interreg
Aantal projecten gesubsidieerd vanuit dit programma Aantal nieuwe projecten Provinciale bijdrage nieuwe projecten Bijdragen derden nieuwe projecten Aantal projecten gesubsidieerd vanuit dit programma
REP
Fryslân Fernijt III
Speerpunt watertechnologie
Speerpunt groene life sciences
Speerpunt Zorgeconomie
Speerpunt Metaal
Aantal bedrijven/instellingen
Aantal nieuwe projecten Provinciale bijdrage nieuwe projecten Bijdragen derden nieuwe projecten Aantal lopende projecten Aantal nieuwe projecten Provinciale bijdrage nieuwe projecten Bijdragen derden nieuwe projecten Aantal lopende projecten Aantal nieuwe projecten Provinciale bijdrage nieuwe projecten Bijdragen derden nieuwe projecten Aantal lopende projecten Aantal nieuwe projecten Provinciale bijdrage nieuwe projecten Bijdragen derden nieuwe projecten Aantal lopende projecten Aantal nieuwe projecten Provinciale bijdrage nieuwe projecten Bijdragen derden nieuwe projecten
1
Bron: Werkgelegenheidsregister provincie Fryslân Bron: ING Economisch Bureau 3 Bron Werkgelegenheidsregister provincie Fryslân 2
92
229.630 (banen > 15 uur per week). 2 1,5% in 2010 3
Per 1 april 2010 : 49.812 23 Stand per 30/03/11 22 lopende projecten
Er zijn onder voorwaarden bijdragen verstrekt (Friese Merenproject en Dairy Campus). 2 projecten (per 19 juli 2011). 12
3
3
1
Toelichting Er is een aantal indicatoren dat een beeld geeft van de Friese economie. Te noemen zijn de stand van de werkgelegenheid, de economische groei en het aantal bedrijven. „Probleem‟ bij deze indicatoren is dat de directe bijdrage van de provincie moeilijk kan worden gemeten en externe invloeden de waarden van deze indicatoren bepalen. Toch hebben wij een aantal indicatoren geformuleerd die een indicatie geven van de bijdrage van de provincie. Vooraf zullen wij toetsen of de projecten bijdragen aan de doelen: werkgelegenheid en investeringen / bestedingen. Dit sluit aan bij de motie naar aanleiding van de bespreking van het REP-beleidskader (september 2010): „bij de uitwerking van projecten specifiek aandacht schenken aan de kwalitatieve en kwantitatieve werkgelegenheidseffecten‟. Het economisch beleid van de provincie is gericht op het bevorderen van innovaties. Over de meting van de effecten van innovaties heeft het CPB in 2011 een achtergronddocument gepubliceerd onder de titel „Innovatiebeleid in Nederland: de (on)mogelijkheden van effectmeting.‟ In zijn algemeenheid is het lastig om de toegevoegde waarde van provincies ten aanzien van het economisch beleid aan te tonen (bron rapport Randstedelijke Rekenkamer “provinciaal economisch beleid, onderbouwing en evaluatie”, 2011). Er zijn namelijk veel externe factoren die van invloed zijn op de economie.
Wat mag het kosten? S/T Bedragen x € 1.000
Baten Bestaand beleid - structureel - tijdelijk Totaal Baten Lasten Bestaand beleid - structureel - tijdelijk Nieuw beleid - Cofinanciering Europa en Waddenfonds - Agenda Netwerk Noordoost Fryslân - Digitale agenda Totaal Lasten Baten – Lasten
Beleidsveld 6.2
Realisatie Begroting Begroting Begroting 2010 2011 2012 2013
Begroting Begroting 2014 2015
495 2.673 3.168
1.393 3.373 4.767
1.393 666 2.059
1.100 866 1.966
668 0 668
82 0 82
3.714 19.104
5.316 24.664
5.363 10.000
5.017 6.597
4.601 5.351
4.054 2.269
T
0
0
566
1.066
1.871
2.033
T
0
0
1.500
1.500
2.000
14.180 -12.213
13.323 -12.655
10.356 -10.275
22.818 -19.650
29.980 -25.214
200 16.129 -14.069
Toerisme en recreatie
Wat willen we bereiken? Toerisme en recreatie Onze provincie bezit een groot aantal kernkwaliteiten die de potentie hebben Fryslân uit te laten groeien tot één van de toeristische topgebieden in Nederland. De sterke punten (Unique Selling Points, USP‟s) zijn het Friese Waddengebied, de watersportmogelijkheden (de Friese meren, IJsselmeer en Waddenzee) en de Elfsteden. Het beleid is geconcentreerd op versterking en internationalisering van deze speerpunten met als doel recreatie en toerisme in en naar Fryslân te laten toenemen. De uitvoering van het geformuleerde beleid vindt plaats via een tweetal uitvoeringsprogramma‟s, te weten „Toeristische Topattractie‟ (Wadden, Elfsteden) en „Het Friese Merenproject‟ (grenzeloos varen). In februari 2011 is de Uitvoeringsagenda 2011-2013 Fryslân Toeristische topattractie vastgesteld, naast de USP Wadden, Elfsteden en Grenzeloos varen zijn de Friese Wouden toegevoegd als subprogramma. Deze lijnen gelden als kapstok voor projecten die wij steunen.
93
Fryslân Marketing zet Fryslân op de kaart via de merken Fryslân en de Wadden. Onder deze merken kan de toerist zich verder oriënteren op bijvoorbeeld watersport, Friese Wouden, etc. De toerismebranche is van groot belang voor de werkgelegenheid van Fryslân. De totale bestedingen in de toeristische sector bedragen in Fryslân jaarlijks circa € 1 miljard. Versterken imago van Fryslân Onder de noemer van Fan Fryslân* is een Fries merkconcept ontwikkeld met als doel versterking van het beeld van Fryslân, zowel binnen als buiten Fryslân. We willen graag een eigentijds beeld van Fryslân waar bij ook oog is voor de economisch vernieuwende activiteiten van Fryslân en de Friese cultuur. * Fan Fryslân is vooralsnog binnen dit beleidsveld ondergebracht. Gelet op het brede karakter zal bij de samenstelling van de Begroting 2013 worden nagegaan op welke plek en wijze Fan Fryslân in de Begroting te presenteren.
Het beleidsveld R&T is vorm gegeven via een tweetal uitvoeringslijnen: 1. Programma Toeristische Topattractie en 2. Programma Friese Meren. Daarnaast is sprake van het programma Fan Fryslân dat door Fryslân Marketing uitgevoerd wordt (zie 3). 1. Programma Toeristische Topattractie Wij zetten de ingeslagen beleidslijn voort om Fryslân te profileren als topattractie in Nederland. Voor de periode 2011-2013 gelden de volgende doelen: - Handhaving van het bestedingsniveau boven het nationale gemiddelde - Groei van het werkgelegenheidsaandeel in de Friese toerisme sector - Kwaliteitsverhoging van recreatieve voorzieningen op basis van diversiteit van het aanbod, hogere bezettingsgraden en waardering van zowel toeristen als eigen bevolking. Op middellange termijn streven wij de volgende ambities na: In 2013 is toegankelijkheidsinformatie over toeristisch-recreatieve voorzieningen in heel Fryslân optimaal beschikbaar. In samenwerking met de toerisme sector is een optimale en efficiënte digitale toeristische informatiestructuur gerealiseerd. 2. Het Friese Merenproject Door uitvoering van het Friese Merenproject willen we de volgende beleidsdoelen bereiken: Versterking van de marktpositie van de sector toerisme en recreatie in het Friese merengebied. Verbeteren van de kwaliteit van natuur, landschap en water. Vergroten en verbeteren van het vaargebied. De prestaties van dit beleid zijn als volgt geformuleerd: Een werkgelegenheidsgroei van 30% in de Friese watersport gedurende de looptijd van het Friese merenproject. Een bestedingsgroei (per persoon per dag) van 150% in de Friese watersport aan het einde van de looptijd. Een groei van het watertoerisme die ten minste even groot is als in de Duitse watersportgebieden. Om de beschreven doelen te realiseren binnen de programmaperiode (2015), de door PS vastgestelde financiële kaders en de beschikbare financiële middelen zal in de laatste 5 jaar van Het Friese Merenproject worden ingezet op: Het versoberen binnen met name het infrastructurele deel van het programma Het investeren in de restopgave van het programma in zowel economie als ecologie Het verzilveren van de kwaliteitsverbetering door in te zetten op rendement Het borgen van het beheer van basisvoorzieningen voor de lange termijn. De nadere uitwerking van deze aanpak is neergelegd in het uitvoeringsprogramma Friese Merenproject 2011-2015 en wordt eind 2011 aan uw Staten ter besluitvorming voorgelegd.
94
Een concept versie hiervan is besproken in de Statenvergadering van 9 februari 2011, samen met de evaluatie van het programma Friese Meren over de periode 2000-2010. 3. Fan Fryslân De doelen van Fan Fryslân zijn: meer effect sorteren met de regiomarketing van Fryslân en een breder en sterker imago van Fryslân, zowel binnen als buiten Fryslân. De aanleiding om te werken aan het Merk Fryslân komt voort uit Fryske Fiersichten. Bij die gelegenheid zijn ideeën aangeleverd om het Merk Fryslân beter te benutten. We hebben op grond van onderzoek geconstateerd dat het imago van Fryslân goed is maar smal en sterk op traditionele beelden geënt. We willen graag een eigentijds beeld van Fryslân, waarbij ook oog is voor de economisch vernieuwende activiteiten van Fryslân en de Friese cultuur. Bovendien heeft Fryslân te kampen met concurrerende regio‟s, waardoor meer aandacht besteed moet worden aan marketing. Een goed doordacht systeem van integrale regiomarketing levert ook een stimulans op voor de Friese economie. Ten slotte: er gebeurt al heel veel aan Fryslânpromotie maar de activiteiten op dit terrein zijn versnipperd. Er ontbreekt een verbindende schakel. Met een Fries merkconcept, zoals ontwikkeld met Fan Fryslân hebben we een uitgelezen kans om de krachten te bundelen. Het programma Fan Fryslân wordt uitgevoerd door Fryslan Marketing.
Wat gaan we daarvoor doen in 2012? 1. Programma Toeristische Topattractie Toeristische organisatiestructuur Wij continueren onze regisserende en stimulerende rol om een sterke toeristische organisatiestructuur in Fryslân op te zetten en te helpen verstevigen in nauwe samenwerking met de vier O‟s: onderzoek, onderwijs, onderneming en overheid. Een goede toeristische infrastructuur in Fryslân is de basis voor het vervullen van de ambitie van Fryslân als toeristische topattractie van Nederland. Deze toeristische organisatiestructuur bestaat uit Fryslân Marketing, VVV Fryslân, Marrekrite (nu inclusief beheer fietsknooppunten, met de wens naar doorgroei beheer van andere soorten routes) en het European Tourism Futures Institute. De versteviging van de toeristische organisatiestructuur, inclusief regionale samenwerkingsverbanden en de VVV, leidt tot aantrekkelijke arrangementen en producten. Daarnaast blijven wij, via Fryslân Marketing, investeren in de (internationale) toeristische promotie van Fryslân en het Waddengebied. Projecten verwerven en financieren / topattractie Door middel van o.a. provinciale subsidiemiddelen sturen wij op seizoensverbreding, kwaliteitsverbeteringen en slimme arrangementen waarbij de regio‟s of speerpunten (Wadden, Elfsteden, Grenzeloos varen en Friese Wouden) kapstok zijn voor projectontwikkeling. Met behulp van Europese subsidie wordt met Duitse regio‟s samengewerkt aan innovatiebevordering in het toeristisch aanbod. Er wordt ingezet op continuering van deze samenwerking om het grensoverschrijdend toerisme, van wezenlijk belang voor Fryslân, verder te stimuleren. Wij zullen daarbij prioriteit geven aan projecten gericht op: ruimtelijke kwaliteit, duurzaamheid (people, planet, profit) en innovatie. Via de database/website van Fryslân Marketing wordt „Toerisme met zorg‟ verder uitgevoerd, waardoor toegankelijkheidsinformatie voor veel meer voorzieningen en regio‟s gegeven wordt. Dit in navolging van de pilots Waddengebied en Zuidwest Fryslân. In de gedachte van “fan mear nei better” en de lage bezettingsgraad willen wij in samenspraak met de Friese gemeenten onderzoeken of de focus niet moet worden verlegd van nieuwe recreatieparken en accommodaties naar herstructurering van bestaand gebied ten behoeve van Recreatie&Toerisme. Mede op basis van de demografische ontwikkelingen willen wij het huidige accommodatiebeleid tegen het licht houden. De uitkomsten kunnen als bouwsteen worden gebruikt voor de actualisatie van het ruimtelijk beleid.
95
Voorstel uit Uitvoeringsprogramma 2011-2015: toerisme beleid / topattractie In het Uitvoeringsprogramma hebben wij voor bovenstaande middelen opgenomen. 2. Het Friese Merenproject Dit programma kent drie specifieke onderdelen te weten: grenzeloos varen, het stimuleren van bestedingen aan de wal en ecologie en duurzaamheid. De voorstellen voor de Begroting 2012 zijn geënt op het concept uitvoeringsprogramma Friese Meren 2011-2015 zoals in februari 2011 in PS besproken (versoberen, investeren, verzilveren en borgen). Grenzeloos Varen in 2012 - Uitbreiden vaarnetwerk: In 2012 worden, na instemming door uw Staten, de werkzaamheden voor de heropening van het Polderhoofdkanaal en de aanvullende natuurmaatregelen hervat. De laatste fase van het opwaarderen van de Noordelijke ElfstedenvaarRoute (NER) wordt in uitvoering genomen. De werkzaamheden voor het opwaarderen van het Lutscomplex worden voortgezet. De Wellebrug bij Woudsend (programma 2) wordt opgeleverd, evenals het fietspad langs de Swette (afronding tweede fase Middelseerûte). - Verbeteren toegangspoorten De drempelverlaging van de sluis in Workum en de capaciteitsuitbreiding van de Johan Friso sluis in Stavoren worden in uitvoering genomen. - Verruimen bestaand vaarnetwerk en voorzieningen De gemeente Opsterland start met de aanleg van toeristische route overstappunten in de Turfroute. Indien de gemeentelijke bijdrage rond komt, volgt de realisatie in Ooststellingwerf. We beginnen met de voorbereiding van de verhoging van de brug in Jirnsum. De aanleg van zogenoemde „wachtverzachters‟ (maatregelen die het wachten aangenamer maken) en het instellen van een betere regeling voor de brugbediening in de stad Leeuwarden vinden in 2012 plaats. We ondersteunen de gemeente Leeuwarden met de opwaardering van de Wurdumerfeart tussen Leeuwarden en Wirdum (sloepenroute). - Uitbreiding brug- en sluisbedieningstijden Aansluitend op een onderzoek naar de bedrijfsvoering van de provinciale brug- en sluisbediening wordt in 2011 onderzocht in hoeverre het mogelijk is de bedieningstijden te verruimen door gemeentelijke bruggen aan te laten haken bij de provinciale bedieningsorganisatie. Samen met gemeenten zal gekeken worden naar de mogelijkheid van verruiming van de brugbediening door het inzetten van extra tijdelijk personeel. In 2012 wordt gestart met de eerste uitvoeringsmaatregelen. - Baggeren bestaand netwerk Naast de uitvoering van een aantal gemeentelijke baggerprojecten op basis van de provinciale subsidieregeling ‟versnelling onderhoudsbaggeren‟, voeren wij de eerder aangekondigde „nieuwe werkwijze‟ uit door vanuit de provincie meer regie te nemen om de baggerachterstand weg te werken. Wij nemen het initiatief om samen met gemeenten de komen tot een integrale aanpak, samenwerking en gezamenlijke financiering. De eerste resultaten hiervan worden in 2012 zichtbaar. Stimuleren bestedingen aan de wal in 2012 - Masterplannen en versterkingsplannen In het kader van de masterplannen Earnewâld, Heeg, Woudsend, IJlst, Langweer (tweede fase Stevenshoek) en Grou (tweede fase waterfront) worden werken uitgevoerd voor de versterking van de watersportkernen. In 2012 start de uitvoering van ten minste vier
96
masterplannen (Franeker, Balk, Joure, Dokkum). Samen met de gemeente Leeuwarden wordt het tiende masterplan Ruimtelijke Kwaliteit watersportkern opgesteld. In 2012 wordt begonnen met de uitvoering van drie versterkingsplannen (Harlingen, Lemmer, Zuidoever Tjeukemeer). Voor drie toegangspoorten (Stavoren, Workum, Lauwersoog) worden de versterkingsplannen in 2012 afgerond. Over de uitvoering van de masterplannen voor de Toegangspoorten Stavoren, Workum, Makkum en de Watersportkern Bolsward wordt begin 2012 door de gemeente Súdwest Fryslân via een integrale afweging een priortering vastgesteld. Dit gebeurt in overleg met de provincie en kan er toe leiden dat enkele van deze vier plannen niet, of op een later tijdstip, worden uitgevoerd. Ecologie en Duurzaamheid in 2012 - Mitigatie-ecologie Na een inventarisatie is gestart met het voorbereiden van de mitigatiemaatregelen die in het kader van het FMP plaatsvinden. In samenwerking met de terreinbeherende instanties als SBB en JFG wordt er in 2012 een start gemaakt met projecten ter versterking van de kwaliteit van de bestaande natuurgebieden rondom Snitsermar en Fluezen. We geven hiermee niet alleen uitvoering aan randvoorwaardelijke mitigatiemaatregelen maar investeren ook in de kwaliteit van natuur en landschap als (belevings)decor voor watersporters, fietsers en wandelaars. Door slimme combinaties te maken met andere initiatieven, zoals de Natura2000 beheerplannen, de oever- en kadeprojecten en de kaderrichtlijn waterprojecten van het Wetterskip en provinciale en gemeentelijke baggerwerken, denken wij deze natuurversterkingsprojecten ondanks het wegvallen van het ILG als financieringsbron te kunnen financieren met een provinciale (FMP) bijdrage van 50%. Wetterskip en Provincie werken intensief samen bij planvorming en uitvoering door middel van een projectorganisatie voor het merengebied. - Elektrisch varen Het elektrisch varen wordt in samenwerking met de SEFF gestimuleerd. Door middel van een geïntegreerde aanpak gericht op het consumentengedrag, de uitbreiding van laadinfrastuctuur, certificering, innovatie en vaarinfrastructuur wordt samen met de partners gewerkt aan (verdere) uitvoering van het beleid. In 2012 vinden o.a. (beurs)presentaties en promotieacties plaats, worden ca. 125 oplaadpunten gerealiseerd binnen het basis-netwerk en wordt verder gewerkt aan kennisontwikkeling, innovatie en certificering. Ook wordt begonnen met een nadere uitwerking van kansrijke „electric only‟ routes en vaargebieden. - Duurzaamheid Bij het opstellen van de masterplannen voor de verbetering van watersportkernen en versterking van toegangspoorten is duurzaamheid één van de speerpunten, people, planet, profit is het uitgangspunt. (Her)gebruik van duurzame materialen, beperking van energiegebruik en oog voor het landschap en ruimtelijke kwaliteit zijn voorbeelden van duurzaamheid die bij de uitvoering van masterplannen in de praktijk gebracht worden. Als hulpmiddel daarbij zijn de zogenoemde duurzaamheidsbouwstenen ontwikkeld. Van de 23 bouwstenen worden praktijkvoorbeelden verzameld die online beschikbaar komen voor andere overheden, bedrijven en geïnteresseerden. We streven naar het predicaat „Duurzame watersportkern‟. Voorstel uit Uitvoeringsprogramma 2011-2015: Afronding Friese Merenproject In de evaluatie zoals vastgesteld door PS op 9 februari 2011 is aangegeven dat er in de versoberde uitvoering van het FMP nog circa € 66 mln. aan projecten gefinancierd moesten worden waarvan circa € 22 voor rekening van de provincie. Overeenkomstig het Uitvoeringsprogramma wordt voorgesteld om in deze collegeperiode € 9,4 beschikbaar te stellen grotendeels ter dekking van de jaarschijven 2014 en 2015. Deze middelen zullen met name
97
ingezet worden als provinciale bijdrage in integrale projecten met samenwerkingspartners, in het kader van de programmalijn “Mitigatie, Ecologie en Duurzaamheid”. Het mitigatiepakket is inmiddels uitgelijnd en de uitvoering zal plaats vinden in de periode 20122015. In het uitvoeringsprogramma FMP 2011-2015 is aangegeven aan welke specifieke projecten deze middelen zullen worden besteed. Daarnaast hebben wij het voornemen projecten in het kader van de masterplannen voor watersportkernen en toegangspoorten te financieren vanuit het REP, nadat de besluitvorming m.b.t. afwegingscriteria REP in Provinciale Staten heeft plaats gevonden. Afhankelijk van de mate waarin het REP als dekkingsmiddel kan worden ingezet voor de watersportkernen en toegangspoorten zal blijken of de dekking tot € 22 mln. haalbaar is of dat een verdere versobering noodzakelijk is. In het uitvoeringsprogramma FMP 2011-2015 zal hiertoe een prioriteringsvoorstel worden uitgewerkt. Fan Fryslân Sinds 1 januari 2011 is een kleine projectorganisatie van start gegaan die het door uw Staten op 22 september 2010 vastgestelde uitvoeringsplan in de praktijk brengt. In het najaar van 2011 aan u voor te leggen Meerjarenplan Fan Fryslân 2012-2014 wordt de strategie voor de komende jaren aangegeven. Het gaat om „internal branding‟, het samen met vergelijkbare organisaties aan vraagsturing werken, het verleggen van de scope naar buiten Fryslân en het gelijkschakelen van de externe promotie met andere projecten binnen de provincie. In 2012 wordt er buiten de provincie draagvlak gezocht. Er is gewerkt aan de vergroting van de naamsbekendheid met behulp van media-initiatieven. Ook is er een potentieel aan ambassadeurs/partner, die ook een bijdrage leveren aan de activiteiten (ook financieel). Bestaande initiatieven en organisaties (o.a. Fan Fryslân, Fryslân Ferbynt en Kulturele Haadstêd) die zich bezighouden met de ontwikkeling van de promotie van Fryslân worden samengevoegd in één integrale stuurgroep. Om de projectorganisatie en de uitvoering van het uitvoeringsplan te doen slagen is conform het Uitvoeringsprogramma voor de periode 2012-2014 een bedrag van € 809.000 nodig. Voor de Begroting 2012 gaat het om een bedrag van € 270.000. (Prestatie)indicatoren Onderwerp Toeristische organisatiestructuur Fryslân Topattractie
Indicator Duidelijk afsprakenkader binnen de toeristische organisatiestructuur
Nulmeting n.v.t.
Handhaving bestedingsniveau boven het nationaal gemiddelde;
Zie toelichting 6,8% (in 2009) n.v.t.
Groei van het werkgelegenheidsaandeel in de Friese toerisme sector; Waddengebied Toerisme met zorg Kwaliteit recreatieve voorzieningen Friese Meren project:
Fan Fryslân
Totstandkoming van een Duurzame Toerisme strategie Wadden Werelderfgoed als kaderstellende richtlijn Opname toegankelijkheidsinformatie in website Fryslân Marketing Toename waardering door toeristen en eigen bevolking (rapportcijfer) 4 in uitvoering genomen masterplannen voor watersportkernen in 2012. 3 in uitvoering genomen versterkingsplannen voor toegangspoorten in 2012 125 oplaadpunten voor elektrische varen gerealiseerd in 2012 (zie ook 6.3) Er zijn 50 partners/donateurs verbonden aan Fan Fryslân en staan er meer dan 50 organisaties/ bedrijven/instellingen geregistreerd als afnemer c.q. gebruiker van producten en diensten van Fan Fryslân. Er wordt minimaal vijftien keer gebruik gemaakt van het merkconcept Er worden ten minste drie marketingcampagnes uitgevoerd, gericht op de ontwikkeling van en koppeling aan concrete producten in Fryslân. (denk bv. Aan zaken als aansluiting bedrijfsleven op studies hier) Aan het eind van het jaar is er sprake van een regiomarketingorganisatie voor Fryslân
98
n.v.t. 7,7 4 0 70 (2011)
Toelichting De economische meerjarige effecten zoals handhaving bestedingsniveau en groei van de werkgelegenheid worden meerjarig gemeten door middel van een midterm review (tussenbalans). Probleem bij deze indicatoren is dat de directe bijdrage van de Provincie moeilijk kan worden gemeten en externe invloeden de waarden van deze indicatoren in hoge mate bepalen.
Wat mag het kosten? S/T Bedragen x € 1.000
Baten Bestaand beleid - structureel - tijdelijk Totaal Baten Lasten Bestaand beleid - structureel - tijdelijk Nieuw beleid - Fan Fryslân - Friese Meren Project - Topattractie project Fryslân Topattractie - Bezuiniging budgetinstellingen Totaal Lasten Baten – Lasten
Beleidsveld 6.3
Realisatie Begroting Begroting Begroting 2010 2011 2012 2013
Begroting Begroting 2014 2015
1.532 55 1.587
1.456 425 1.881
1.095 366 1.461
178 366 543
183 0 183
327 0 327
4.348 6.617
5.001 9.882
4.657 14.550
3.622 13.741
3.534 1.899
3.707 0
T T T
0 0 0
0 0 0
270 0 105
270 0 105
269 3.630 251
0 4.785 1.302
S
0 10.965 -9.378
0 14.883 -13.001
-33 19.550 -18.089
-33 17.705 -17.162
-33 9.550 -9.367
-33 9.761 -9.434
Duurzame energie
Wat willen we bereiken? Fryslân geeft energie. Fryslân produceert op diverse manieren een substantiële hoeveelheid schone energie. Daarnaast zetten we forse stappen in de verbetering en verduurzaming van de bestaande woningvoorraad. Door de energievraag zo veel mogelijk te beperken en door het (decentraal) opwekken en produceren van duurzame energie kunnen wij op termijn onafhankelijk worden van fossiele brandstoffen. „Fryslân geeft energie‟ betekent een vrije keuze kunnen maken in Fryslân voor duurzame energie. Volop groene warmte, groene stroom en groen gas. Thuis, in de auto en op het werk, op school en in de vrije tijd. Fryslân stapt oer! Het kan, er zijn vrijwel geen technische belemmeringen. Wij gaan uit van eigen kracht. Een provincie onafhankelijk van fossiele brandstoffen is een kwestie van wil, doorzettingsvermogen en organisatie. In een breder kader wil Fryslân samen met de NoordNederlandse partnerprovincies in het Energy Valleygebied koploper en natuurlijk laboratorium zijn en blijven in de energietransitie. Wij zetten in op meer en betere projecten in Fryslân en op meer externe middelen. Dit beleidsveld kent drie thema's: 1. energiebesparing gebouwde omgeving, 2. opwekking duurzame energie en 3. duurzame mobiliteit.
99
1. Energiebesparing gebouwde omgeving De uitwerking van het thema energiebesparing in de gebouwde omgeving loopt via twee sporen. Het eerste spoor is nieuwbouw (14.000 stuks tot 2015). De provincie speelt een belangrijke rol in het bevorderen van innovaties in de bouw. Het tweede spoor betreft de bestaande bouw (26.000 stuks tot 2015). Bij herstructurering of renovatie wordt de energieprestatie van bestaande woningen (zowel corporatiebezit als particulier eigendom) met minimaal twee labels verbeterd, met als ondergrens energielabel C. Dit thema heeft raakvlakken met programma 9, waarin acties zijn genoemd voor de verbetering van de verduurzaming van de bestaande woningvoorraad. 2. Opwekking duurzame energie De transitie van een maatschappij die „draait‟ op fossiele brandstof naar een daadwerkelijk duurzame samenleving die enkel duurzame, hernieuwbare energie gebruikt kan nu worden ingezet. Ons doel is dat de Friese burger op termijn voor alle varianten van zijn energiebehoefte (warmte, elektriciteit en voortbewegen) een betaalbaar duurzaam alternatief voor handen heeft. Het gebruik van restwarmte wordt in hoog tempo een steeds belangrijker onderwerp. 3. Duurzame mobiliteit Wij zetten in Fryslân in op twee sporen: op transitie en besparing. De ambitie in Fryslân is met het transitiespoor circa 1,5 PJ (petajoule, 1 PJ = 1015 J) aan fossiel brandstofgebruik te vervangen door duurzaam opgewekte brandstoffen. Dit komt overeen met het brandstofgebruik van circa 40.000 voertuigen. Eind 2012 rijden er 500 elektrische auto‟s en varen er 700 elektrische boten in Fryslân. Er zijn dan 85 arbeidsplaatsen in deze sector en er zijn 800 oplaadpunten geplaatst. De ambitie via het besparingsspoor is om het energiegebruik als gevolg van mobiliteit niet verder te laten groeien. De in het Uitvoeringsprogramma 2011 – 2015 aangekondigde Enerzjy Kooperaasje Fryslân heeft als doel het stimuleren en produceren van duurzame en betaalbare energie. De opwekking van energie gebeurt zoveel mogelijk met innovatieve technieken. Burgers kunnen hierin participeren. Daarbij maken we zoveel mogelijk gebruik van kleine, lokale ketens die samen één groter geheel vormen. Binnen de beschikbare middelen vindt een nadere temporisering in de uitvoering van onze nog immer hoge ambities voor duurzame energie plaats.
Wat gaan we daarvoor doen in 2012? 1. Energiebesparing gebouwde omgeving We gaan samen met woningcorporaties en gemeenten investeren in het energiezuinig maken van bestaande woningen. We stimuleren dat in projecten ook particuliere woningen worden „aangepakt‟. We stimuleren dat de energie-index van bestaande woningen met minimaal twee stappen verbetert: jaarlijks 1.500 corporatiewoningen en 1.500 particuliere woningen. Jaarlijks voldoen 2.000 nieuwe woningen minimaal aan de landelijke energieprestatienorm. Wij „ontzorgen‟ particulieren met een goede informatievoorziening door een éénloket benadering met lokale partijen op lokaal niveau op te zetten. Wij zorgen voor de verdere „uitrol‟ van het Noordelijk Fonds Energiebesparing. 2. Duurzame mobiliteit Samen met marktpartijen geven we een verdere impuls aan de opschaling van mobiliteit op groen gas, een uitbreiding van het aantal aardgasvulpunten en voertuigen op groen gas. Belangrijke randvoorwaarde hiervoor is een goed fiscaal instrumentarium. Hiertoe wordt een intensieve lobby in Den Haag gevoerd. Ingezet wordt op een verdere verduurzaming in de aanstaande OV-concessies. Wij blijven participeren in het projectbureau Drive4Electric met projectontwikkeling die is gericht op de aanschaf van elektrische auto‟s en vaartuigen, aanleg van infrastructuur en acties met proefritten.
100
3. Opwekking duurzame energie We stimuleren minimaal tien lokale/regionale energieketens voor duurzame energieopwekking in de landbouw en energieopwekking door burgers in lokale ketens. De provincie participeert in de in 2011 opgerichte Stichting Groen Gas Nl. Er starten minimaal vier projecten voor vergisting van mest of andere materialen. We werken verder aan de totstandkoming van een distributiestructuur (groen gas hubs) voor distributie en verwerking van lokaal geproduceerd biogas. Ook wordt ingezet op de realisatie van zonnestroom in de gebouwde omgeving en in de agrarische sector. De komst van een pilot blue energy langs de Afsluitdijk wordt gefaciliteerd. In samenwerking met gemeenten en energiebedrijven wordt gewerkt aan de ontwikkeling van warmtenetten. Wij blijven onze inzet in de Stichting Energy Valley continueren, waarbij afspraken worden gemaakt over de resultaten voor Fryslân. Samen met onze partners in Noord-Nederland versterken wij onze netwerken in Den Haag en Brussel. Wij spannen ons in om te komen tot een Strategische Green Deal tussen het ministerie van EL&I en Noord-Nederland. Dit op basis van wederkerigheid. In samenwerking met onze internationale partners in het OESOproject „The production of renewable energy as a regional development policy in rural areas‟ zetten wij meer in op combinaties tussen plattelandsontwikkeling en duurzame energie. Wij blijven ook inzetten op verdere internationale samenwerking en de verwerving van EUmiddelen om onze duurzaamheidsambities te verwezenlijken, zoals wij nu doen binnen het project Cradle to Cradle Island. We richten in 2012 de Enerzjy Kooperaasje Fryslân op ter stimulering van het produceren van duurzame en betaalbare energie. Het organisatorische kader realiseren we samen met betrokkenen. In het Uitvoeringsprogramma hebben we reeds opgenomen voor de realisering van de Enerzjy Kooperaasje Fryslân u een afzonderlijk voorstel voor te leggen voor financiering uit de NUON-middelen. Dat geldt ook voor een aantal grote duurzaamheidsprojecten. Voorstellen uit Uitvoeringsprogramma 2011-2015: Programma duurzame energie Om bovenstaande voornemens te kunnen realiseren hebben wij besloten u voor te stellen voor de periode van 2012-2016, een bedrag van € 4,5 miljoen uit te trekken, zoals aangekondigd in het Uitvoeringsprogramma. Voor 2012 gaat het om een bedrag van € 284.000. Afsluitdijk, blue energy en duurzaamheidscentrum We blijven de in 2010 afgesloten meerjarige samenwerkingsagenda tussen provincie en gemeente Leeuwarden continueren. In hoofdstuk 6.1 noemden wij al de integrale ontwikkeling van de Afsluitdijk. De Afsluitdijk wordt gepositioneerd als proeftuingebied voor verdere ontwikkeling van duurzame innovaties, met in eerste instantie de komst van een pilot voor blue energy en de eerste fase van het duurzaamheidscentrum. Wij onderzoeken of voor de financiering van het duurzaamheidcentrum REP-middelen kunnen worden aangewend. Onze inzet voor de Afsluitdijk is de komende vier jaar gericht op de start van de pilot blue energy en de eerste fase van het duurzaamheidcentrum. Zoals in het Uitvoeringsprogramma 2011-2015 is opgenomen hebben wij € 500.000,- voor proceskosten opgenomen. Bij voldoende bijdragen vanuit de markt participeert de provincie in de organisatie van evenementen die duurzaamheid en duurzame energie dichter bij de burgers brengen. Wij stimuleren de oprichting van het Netwerk Duurzame Dorpen dat tot doel heeft lokale gemeenschappen te ondersteunen bij het opstarten van energieprojecten. In 2012 starten vijf dorpen hiermee.
101
(Prestatie)indicatoren Onderwerp Emissiereductie CO2
Indicator Besparing CO2 in ton per jaar
Werkgelegenheid in duurzame energiesector: aantal arbeidsplaatsen
Aantal werkzame personen in de duurzame energie sector
Energiezuinige woningen
Label A,B,C zijn energiezuinige woningen. Aantallen A, B, C labels in Fryslân Duurzame energieproductie in PJ per jaar Aantal voertuigen elektrisch Aantal voertuigen groengas Aantal vaartuigen op elektrisch en/of groen gas Aantallen voor voertuigen en vaartuigen
Productie duurzame energie (PJ) naar energiebron Elektrisch rijden Elektrisch varen Aantal aardgasvulpunten en/of elektrische oplaadpunten
Nulmeting 2011 4 542.262 ton per jaar Laatste gegevens uit 5 2007 : 4.951 werkzame personen 6 A : 2.625 B: 6.636 C: 18.513 7 2,2 PJ per jaar 8
Elek: 14 Groengas: 401 Elek/groengas: 225 Aardgas voertuig: 7 Elek voertuig: 25 Elek. vaartuig: 70
Wat mag het kosten? S/T Bedragen x € 1.000
Baten Bestaand beleid - structureel Totaal Baten Lasten Bestaand beleid - structureel - tijdelijk Nieuw beleid - Afsluitdijk - Programma Duurzame Energie Totaal Lasten Baten – Lasten
T T
Realisatie Begroting Begroting Begroting 2010 2011 2012 2013
Begroting Begroting 2014 2015
0 0
235 235
235 235
0 0
0 0
0 0
548 2.807
1.239 5.680
1.210 2.071
957 1.199
913 0
927 0
0 0 3.355 -3.355
0 0 6.918 -6.683
0 284 3.566 -3.331
250 362 2.769 -2.769
250 985 2.148 -2.148
0 1.354 2.281 -2.281
4
Bron: CO2 Monitor Bron: Werkgelegenheidsregister, beperkt onderzoek naar duurzame energie) 6 Bron: Klimaatmonitor, 2010 7 Bron: Duorsume Enerzjy, KNN rapport 8 Bron: RDW januari 2011 5
102
1.7 Programma 7 – Sociaal beleid en zorg Portefeuillehouder: C. Schokker-Strampel
Wat willen we bereiken en wat mag het kosten? Het beleidsprogramma Sociaal Beleid, Jeugdzorg en Sport is gericht op het welzijn en welbevinden van alle inwoners van Fryslân. Wij gaan daarbij uit van de menselijke maat, met aandacht voor de individuele behoeften en vanuit een sociale en culturele samenhang. Om deze doelstelling uit het Coalitieakkoord te bereiken, voeren we een aantal wettelijke taken uit en is autonoom beleid vastgesteld. Wettelijke taken hebben betrekking op Jeugdzorg, Steunfunctiebeleid (Partoer CMO Fryslân en SPORT Fryslân) en de Wet op de lijkbezorging. Autonoom beleid behelst Sociaal Beleid en Sport. Totaal baten en lasten programma 7. Sociaal beleid en zorg Bedragen x € 1.000
Baten 7.1 Sociaal Beleid 7.2 Jeugdzorg 7.3 Sport Totaal Baten Lasten 7.1 Sociaal Beleid 7.2 Jeugdzorg 7.3 Sport Totaal Lasten Baten – Lasten
Realisatie Begroting Begroting Begroting 2010 2011 2012 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
1 47.852 0 47.853
1 49.278 0 49.279
0 42.487 0 42.487
0 42.487 0 42.487
0 42.487 0 42.487
0 42.487 0 42.487
9.518 56.820 1.260 67.599 -19.746
9.600 55.162 1.001 65.764 -16.484
7.905 47.127 1.254 56.286 -13.800
6.603 46.753 1.252 54.608 -12.121
6.218 47.094 1.190 54.503 -12.016
5.930 47.147 1.192 54.269 -11.782
Beleids- en normenkader Kaderstellende beleidsnota’s/relevante wetten en regelingen Relevante Europese en nationale wetten en regelingen Wet maatschappelijke ondersteuning Provinciale verordeningen en beleidsnota’s Sociale Agenda 2008-2011 Beleidskader Jeugdzorg 2009 – 2012 Addendum Beleidskader Jeugdzorg 2009 – 2012 Invulling koersaccent Centrum Jeugd en Gezin 2009 – 2011 Sportnota ‘Sport beweegt Fryslân’ 2010-2013 Door GS vastgestelde uitvoeringsregelingen/beleidsnota’s Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2011 Uitvoeringsprogramma Sport 2011 Uitvoeringsprogramma Sociaal Beleid 2011
In 2012 aan PS voor te leggen nota’s/beleidskaders Beleidskader 2013-2016 jeugdzorg UP jeugdzorg 2013
103
Vastgesteld door PS op 12 december 2007 17 december 2008 16 december 2009 23 april 2008 13 mei 2009 Vastgesteld door GS op 30 november 2010 4 januari 2011 20 juni 2011
Beleidsveld 7.1
Sociaal Beleid
Wat willen we bereiken? Het provinciale sociaal beleid en het zorgbeleid integreren we de komende jaren (20122015) (transitieproces) in andere beleidsterreinen, zoals verkeer en vervoer, plattelandsbeleid, ruimte en wonen (krimp), kennis,economie en innovatie (DAF). Qua uitvoering willen we het sociaal beleid en het zorgbeleid een volwaardige plek geven in de streekagenda’s. Jeugd en gezin Het kabinet heeft bepaald dat alle jeugdzorg moet worden gedecentraliseerd naar de gemeenten. In dit decentralisatieproces (2012-2016) focust de provincie op het versterken en borgen van de behaalde resultaten. Het jaar 2012 staat in het teken van kennisdeling met gemeenten op het terrein van de jeugdzorg, gebruik van (beleids- en sturings)informatie en databanken, starten van de transitie van de geïndiceerde jeugdzorg naar gemeenten en verdere implementatie van ‘evidence based methodieken’ (GROEI en Eigen Kracht). Maatschappelijke participatie Meedoen en uitgaan van eigen kracht van de burger staan centraal in de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de WMO. Bij gemeenteoverstijgende problematiek en/of een problematiek die moeilijk te doorbreken is, levert de provincie een bijdrage om meer mensen uit de meest kwetsbare groepen deel te laten nemen aan het maatschappelijk en economisch verkeer. Doel is het zelfoplossend vermogen van en de kansen voor kwetsbare groepen te vergroten. Zorg en welzijn in een leefbare omgeving Doelen zijn een goede spreiding, bereikbaarheid en toegankelijkheid van welzijns- en zorgvoorzieningen en, binnen een passende woon- en leefomgeving. Alle inwoners moeten in de gelegenheid zijn in sociale verbanden te leven en deel te nemen aan de samenleving. Zorg Doel is de integrale samenwerking tussen ‘cure’, ‘care’ en aanpalende terreinen te verbeteren. Voor alle inwoners van Fryslân moet er voldoende en bereikbare basiszorg zijn. Hierbij is vraagsturing vanzelfsprekend. Randvoorwaarden zijn voldoende en kwalitatief goed personeel en creatieve oplossingen om zorg en welzijn te blijven bieden. Resultaat uit Uitvoeringsprogramma 2011-2015: het sociaal domein is bij de provincie niet meer geformuleerd in zelfstandig beleid, maar integraal onderdeel van andere beleidsvelden.
Wat gaan we daarvoor doen in 2012? Plan van Aanpak Transitie Sociaal beleid en zorg 2012-2015 De uitvoering van de Sociale Agenda 2008-2011 is in 2011 afgerond. Inzet op een aantal speerpunten op de verschillende thema’s wordt gecontinueerd ter versterking van de behaalde resultaten en om zorg te dragen voor een goede borging. Eveneens wordt het initiatiefvoorstel van Provinciale Staten met betrekking tot de Aanpak Aandachtsgebieden (24 juni 2009) verwerkt onder het thema Maatschappelijke participatie. De ‘invlechting’ van ‘sociaal en zorg’ wordt via integrale projecten met verschillende beleidsterreinen zichtbaar gemaakt.
104
Jeugd en Gezin Begin 2011 is een start gemaakt met de pilot CJG Veiligheidshuis De pilot wordt voortgezet en nadien geëvalueerd. Daarnaast wordt het project Eigen Kracht-c –methodiek gecontinueerd. Verder wordt in het kader van jeugdinterventies van signaleringsmethode achterstanden (GROEI) de implementatie in de voor- en vroegtijdse periode uitgewerkt. Maatschappelijke participatie Onder invloed van allerlei maatschappelijke en economische ontwikkelingen veranderen sociale verbanden en leefpatronen van mensen. O.a. maatschappelijke organisaties worden ingezet om de betrokkenheid van burgers bij hun medemens en omgeving te bevorderen. De inzet van maatschappelijke organisaties is gericht op diverse groepen in Fryslân die om verschillende redenen onvoldoende deelnemen aan de Friese samenleving. In samenwerking met onderwijs, landbouw en sociale diensten (gemeenten in NWF) worden kwetsbare mensen en zogenoemde inactieven geactiveerd, begeleid en opgeleid om in de kassen te werken en om meer te participeren in de samenleving. Andere activiteiten zijn het opstellen, het (laten) uitwerken, beoordelen en monitoren van de jaarlijkse Uitvoeringsprogramma’s. Dit in samenwerking met de Aandachtsgebieden ‘de Stellingwerven’. De projecten en inzet zijn gericht op methodiekontwikkeling, het overdragen van ‘best- and bad practices’ en het verbeteren van de sociaal-economische en fysieke omgeving van mensen in een achterstandssituatie. Zorg en welzijn in een leefbare omgeving Hiertoe behoren de volgende activiteiten: Agenderen van ‘creatieve projecten’, die rekening houden met de demografische ontwikkelingen en bijdragen aan een toekomstgerichte leef- en woonomgeving. Het stimuleren van een woonomgeving die in combinatie met zorg en welzijnsvoorzieningen levensloopbestendig is, en desgewenst optimaal ondersteund wordt door digitale mogelijkheden. Hiertoe wordt o.a. het gedachtegoed van Geryflik wenjen, gericht op bewustwording en eigen initiatief om te komen tot comfortabel wonen (levensloopbestendig) in de provincie gestimuleerd en gefaciliteerd. Het via een pilot bevorderen van dekkend vervoer in rurale gebieden door financiële en organisatorische bundeling van OV, gehandicapten- en leerlingenvervoer. Zie ook programma 2. Het gebruik van sociale media en andere digitale mogelijkheden in de zorg en het welzijnswerk, uitgaande van de wens en behoefte van de (potentiële) gebruiker, wordt gestimuleerd via cofinanciering van opschaalbare pilots, bijbehorende scholing en overdracht. Zorg Hiertoe behoren de volgende activiteiten: Vergroten van de mondigheid en zelfstandigheid om in de complexe samenleving de juiste zorg te regelen door o.a. het inzetten van Zorgbelang voor de belangenbehartiging van vooral kwetsbare burgers. Het leveren van een actieve bijdrage aan vraagsturing door provinciaal budgetgefinancierde belangenbehartigende organisaties via productplannen. Het stimuleren van projecten die bijdragen aan integrale samenwerking ‘cure’, ‘care’ en aanpalende terreinen met het oog op gestroomlijnde uitvoering van zorg, welzijn en andere sociale wetgeving. Het stimuleren van initiatieven en/of projecten die een actieve bijdrage leveren aan voldoende en kwalitatief goed personeel en creatieve oplossingen vormen om zorg en welzijn te kunnen blijven bieden. In het kader van zorg en recreatie worden integrale projecten gestimuleerd. Resultaat uit Uitvoeringsprogramma 2011-2015: integratie van het sociaal domein in andere beleidsprogramma’s.
105
Doel is het provinciale sociale- en zorgbeleid de komende jaren (2012-2015) te integreren (transitieproces) in andere beleidsterreinen, zoals verkeer & vervoer, plattelandsbeleid, ruimte en wonen (krimp), kennis- economie en innovatie (DAF) en qua uitvoering een volwaardige plek geven in de streekagenda’s. (Prestatie)indicatoren Onderwerp Indicator Jeugd en Gezin
Maatschappelijke participatie
Zorg, welzijn en een leefbare omgeving
Zorg
Aantal info- en kennisbijeenkomsten. Aantal gemeenten waar evidence based methodieken (resp. Groei en Eigen Kracht) in gebruik zijn. Aantal pilots t.b.v. kwetsbare mensen. Aantal projecten ter verbetering van de sociaaleconomische en fysieke omgeving van mensen in een achterstandssituatie in de Stellingwerven Aantal voorzieningenspreidings Plannen. Aantal innovatie en creatieve projecten i.k.v. demografische ontwikkelingen Aantal gemeenten die geryflik wenjen invoeren Aantal vervoerpilots Aantal projecten i.k.v. digitalisering Aantal projecten
Streefwaarden 2012 4 Eigen Kracht: 6 Groei: 3 1 4
1
2 2 1 1 3
Voorstel uit Uitvoeringsprogramma 2011-2015: sociaal beleid Tot bovengenoemd resultaat behoort de transitie van de inzet van de steunorganisatie Partoer (slank, slim en toch effectief) en provinciale betrokkenheid bij de inzet van maatschappelijke organisaties binnen integraal sociaal, fysiek en economisch beleid. Activiteiten die hiertoe behoren: Plan van Aanpak transitie Sociaal Beleid en Zorg 2012-2015 Het inrichten van een flexibel, integraal inzetbaar expertiseteam (tûk en linich) dat ontwikkelingen en knelpunten signaleert, agendeert, initiatieven aanjaagt en de juiste verbindingen legt. Het op gang brengen en uitvoeren van een transitieproces om de steunorganisatie Partoer slim, slanker en toch effectief in te zetten ten behoeve van maatschappelijke ontwikkelingen en het verstrekken van relevante beleidsinformatie. Ten behoeve van budgetgefinancierde maatschappelijke organisaties wordt eveneens een transitieproces doorlopen met een uitkomst die past bij de taak en rol van de provincie en aansluit bij de wenselijkheid van de Friese samenleving. Transitie van het sociale en zorgbeleid en middelen naar een integraal fysiek-ruimtelijk, sociaal en economisch beleid met integrale (geoormerkte) budgetten. Voorgesteld wordt voor bovengenoemde activiteiten, voor de periode van 2012-2015, een bedrag van € 5,5 miljoen uit te trekken. Voor de Begroting 2012 gaat het om een bedrag van € 547.000.
106
S/T Bedragen x € 1.000
Baten Bestaand beleid - structureel Totaal Baten Lasten Bestaand beleid - structureel - tijdelijk Nieuw beleid - sociaal beleid - bezuiniging budgetinstellingen Totaal Lasten Baten – Lasten
Beleidsveld 7.2
T S
Realisatie Begroting Begroting Begroting 2010 2011 2012 2013
Begroting Begroting 2014 2015
1 1
1 1
0 0
0 0
0 0
0 0
5.123 4.395
5.063 4.537
5.110 2.738
5.095 50
5.060 0
5.071 0
0 0 9.518 -9.517
0 0 9.600 -9.599
547 -489 7.905 -7.905
1.947 -489 6.603 -6.603
1.647 -489 6.218 -6.218
1.348 -489 5.930 -5.930
Jeugdzorg
Wat willen we bereiken? Jeugdigen in Fryslân groeien in een goede en veilige leef- en leeromgeving op tot sociale en zelfredzame burgers. Missie Jeugdzorg: belemmeringen (risico’s en problemen) in de ontwikkeling van jeugdigen en hun opvoeding oplossen, verminderen of compenseren, zodat een gezonde, evenwichtige ontwikkeling van jeugdigen tot volwassenen plaatsvindt die zij zelfstandig of met steun van basisvoorzieningen kunnen volbrengen. De kerndoelen hierin zijn: De hulpvragen van cliënten zijn beantwoord; De autonomie van cliënten is versterkt; De veiligheid van de jeugdige is hersteld; De jeugdige vormt geen bedreiging voor de veiligheid van de samenleving. Wij willen deze kerndoelen realiseren door ons te richten op de volgende thema’s: Snellere Ketens Cliënten krijgen snel de hulp die nodig is. De provincie is daarin wettelijk verantwoordelijk voor de indicatiestelling door Bureau Jeugdzorg en de beschikbaarheid van voldoende provinciaal gefinancierde jeugdzorg. Als regisseur in de keten van jeugdzorg is het van belang dat er zicht bestaat op de cliëntstromen in de hele keten van jeugdzorg. Zorg die werkt Friese jongeren krijgen zorg die effectief is. Voor cliënten, maar ook de organisaties en de provincie als subsidieverlener, is het belangrijk dat de geleverde jeugdzorg effectief is. Om dit te bereiken zijn prestatieindicatoren nodig en de beschikbaarheid van effectieve methodieken. Minder bureaucratie Onnodige bureaucratie moet verdwijnen in Fryslân. Bureaucratie is nodig om de jeugdzorg goed te organiseren.
107
Nieuwe financieringssystematiek Doel is een nieuwe financieringssystematiek voor een toereikende Doeluitkering jeugdzorg, gebaseerd op de reële vraag naar jeugdzorg in Fryslân. De huidige Doeluitkering jeugdzorg is historisch gegroeid. Voor Fryslân is deze niet meer toereikend (zie hieronder). Resultaat uit Uitvoeringsprogramma 2011-2015: de jeugdzorg is verder verbeterd en klaar voor een verantwoorde overdracht aan gemeenten.
Wat gaan we daarvoor doen in 2012? In het Beleidskader Jeugdzorg 2009–2012 en het bijbehorende Addendum Beleidskader Jeugdzorg 2009–2012 zijn onderstaande onderwerpen voor 2012 opgenomen. Snellere Ketens De vraag naar geïndiceerde jeugdzorg (op basis van onderzoek in 2009 en 2010 door BJZ) wordt vertaald naar productafspraken met het jeugdzorgaanbod in Fryslân. De verschillende databanken jeugdzorg (vrijwillige jeugdzorg, jeugdbescherming en jeugdstrafrecht) worden geactualiseerd en doorontwikkeld op www.ikpjeugdengezin.nl. Zorg die werkt De landelijke set prestatie-indicatoren in de jeugdzorg wordt ingevoerd en er wordt een Friese intersectorale pilot gestart, gericht op snellere en betere diagnostiek, integrale zorgprogrammering, ‘stut’ en ‘steun’ voor cliënten met een langdurige zorgvraag en het beter organiseren van informatie-uitwisseling en verzameling met de cliënt en tussen organisaties. Minder bureaucratie In het kader van de landelijke afspraken in het traject ‘Beter, Anders, Minder’ willen we bij de uitvoering van het Friese plan van aanpak de regeldruk met 25% te verminderen. Nieuwe financieringssystematiek In 2012 werken BJZ en het aanbod van provinciaal gefinancierde geïndiceerde jeugdzorg met het systeem van acht indicatiecategorieën (BJZ) en 20 bekostigingseenheden (zorgaanbod). Voor de financiering en sturing van BJZ en het jeugdzorgaanbod ontvangen wij een doeluitkering. Vanaf 2008 zetten wij daarnaast autonome middelen in om de stijgende vraag naar jeugdzorg op te vangen en te voldoen aan de doelstelling dat jongeren niet langer dan maximaal negen weken na indicatiestelling door BJZ hoeven te wachten op provinciaal gefinancierde geïndiceerde jeugdzorg. In de begroting is in totaal € 4,3 miljoen opgenomen als autonome bijdrage. Dit bedrag is gelijk aan het bedrag voor 2011. Uitgangspunt is dat de kwaliteit van het jeugdzorgaanbod in Fryslân blijvend is gegarandeerd en dat er voldoende tijd en ruimte is voor het nemen van maatregelen ter voorkoming van wachtlijsten. (Prestatie)indicatoren Onderwerp Voldoende aanbod aan provinciaal gefinancierde geïndiceerde jeugdzorg Geen wachtlijsten bij het Advies en Meldpunt Kindermishandeling
Indicator
Nulmeting
Geen jongeren wachten langer dan 9 weken op provinciaal gefinancierde jeugdzorg Het aantal jongeren waarbij niet binnen vijf dagen na de melding is vastgesteld of de melding in onderzoek moet worden genomen en waarbij het onderzoek niet na die vijf dagen is gestart
* een streefwaarde van ‘0 ’ staat in de praktijk gelijk aan ‘0-10’.
108
1 januari 2009: 54 e
4 kwartaal 2008: 0
2012 0*
0*
Streefwaarden 2013 2014 0* 0*
0*
0*
2015 0*
0*
Toelichting Op basis van de uitkomsten worden in de toekomst normen gekoppeld aan de prestatie-indicatoren, die uitgangspunt zijn voor subsidieverlening en sturing op resultaten. Landelijk is een aantal prestatie-indicatoren vastgelegd dat inzicht geeft in het bereiken van de missie en kerndoelen voor de jeugdzorg. Deze indicatoren hebben onder andere betrekking op: mate van doelrealisatie; na het verlenen van de jeugdzorg wordt bezien of de doelstelling is gehaald en of daarmee de hulpvraag is beantwoord; cliënttevredenheid; hierbij gaat het om de vraag in hoeverre de cliënten tevreden zijn over de resultaten van de hulp; reden van beëindiging jeugdzorg; hulp die door de cliënt voortijdig wordt afgebroken is een signaal dat het aanbod wellicht niet afdoende op de hulpvraag is afgestemd. Omdat bij deze cliënten vaak niet de mate van doelrealisatie en cliënttevredenheid is vast te stellen moet de mate van uitval als gegeven worden meegewogen; afname problematiek; meting van de mate waarin de ernst van de problematiek tijdens de hulp is verminderd zegt iets over de objectieve vermindering van de draaglast van de problemen, maar ook iets over de mate waarin de draagkracht van de cliënt en zijn omgeving is toegenomen; recidive; de mate waarin cliënten weer opnieuw in de jeugdzorg komen, en binnen welke periode, geeft informatie over de vraag of de cliënten na jeugdzorg al dan niet autonoom hun problemen kunnen oplossen of hanteren; veiligheid; hierbij gaat het om de verzamelde resultaten van de OTS (onder toezichtstelling), Voogdij en Jeugdreclassering: zijn de maatregelen succesvol beëindigd, wel/geen sprake van recidive, etc.? Aan deze prestatie-indicatoren worden normen gekoppeld voor de subsidieverlening en sturing op resultaten.
Voorstel uit Uitvoeringsprogramma 2011-2015: jeugdzorg Het kabinet heeft besloten de jeugdzorg over te hevelen naar de gemeenten. in verband met deze decentralisatie wordt in 2016 een bedrag van € 90 miljoen van het provinciefonds overgeheveld naar het gemeentefonds. Dit betekent voor Fryslân een bedrag van 4 miljoen euro. Tot 2016 blijft de provincie op grond van de Wet op jeugdzorg verantwoordelijk voor de uitvoering van de provinciale jeugdzorg. In het proces om te komen tot decentralisatie heeft de provincie een belangrijke rol in het borgen van de kwaliteit en de kwantiteit van de provinciale jeugdzorg in Fryslân voor de periode na 2016. Eerste prioriteit is het op peil houden van de benodigde omvang en kwaliteit van het jeugdzorgaanbod in Fryslân. Daarnaast levert de provincie een belangrijke bijdrage aan de decentralisatie van de (provinciale) jeugdzorg. Om tot 2016 ervoor te zorgen dat kinderen en hun ouders goed en snel hulp krijgen willen wij onze autonome bijdrage tot het moment van overdracht handhaven op € 4 miljoen Deze bijdrage is deels al begrepen in bestaande budgetten. Voorgesteld wordt de resterend benodigde middelen in de Begroting 2012 en bijbehorende meerjarenramingen op te nemen. Voor 2012 gaat het om een bedrag van € 841.000. Zie onderstaande tabel.
Wat mag het kosten? S/T Bedragen x € 1.000
Baten Bestaand beleid - structureel - tijdelijk Totaal Baten Lasten Bestaand beleid - structureel - tijdelijk Nieuw beleid - jeugdzorg Totaal Lasten Baten – Lasten
S
Realisatie Begroting Begroting Begroting 2010 2011 2012 2013
Begroting Begroting 2014 2015
47.852 0 47.852
49.278 0 49.278
42.487 0 42.487
42.487 0 42.487
42.487 0 42.487
42.487 0 42.487
48.400 8.421
49.790 5.373
43.000 3.286
42.990 2.286
42.999 1.254
43.006 0
0 56.820 -8.968
0 55.162 -5.884
841 47.127 -4.640
1.477 46.753 -4.266
2.841 47.094 -4.607
4.141 47.147 -4.660
109
Beleidsveld 7.3
Sport
Wat willen we bereiken? Een goed sportklimaat in Fryslân, waarbij alle inwoners in de gelegenheid zijn om op een passende manier te sporten en te bewegen (breedtesport). In dit sportklimaat zullen de Fryske sporten – als cultureel erfgoed - een belangrijke plaats in nemen. Het sportbeleid voor de komende jaren wordt vormgegeven binnen het ‘Olympisch plan Fryslan’. Dit is een uitwerking van het landelijk Olympisch Plan, waarbij het doel is om Fryslân (en Nederland) op Olympisch niveau te brengen. Het Olympisch plan is niet zozeer iets nieuws alswel het anders ‘labelen’ van doelstellingen en het bundelen van partijen.
Wat gaan we daarvoor doen in 2012? Breedtesport Het stimuleren van de breedtesport door het bieden van professionele ondersteuning aan partijen op het gebied van sport: gemeenten, sportaanbieders, bonden, onderwijs, welzijnswerk en bedrijfsleven. Sportstimulering en sportvoorzieningen zijn in eerste instantie een verantwoordelijkheid van de gemeenten. De provincie biedt een ondersteunende en aanjagende rol, vanuit het expertisecentrum Sport Fryslân. Fryske sporten Het stimuleren van de Fryske sporten (kaatsen, fierljeppen, skûtsjesilen, het Frysk damjen, (school)schaatsen en de Fryske hynstesport) voor het leveren van een aanzienlijke bijdrage aan de culturele, promotionele en economische waarde (en het imago) van Fryslân. Dit gebeurt door ondersteuning van de Friese sportbonden, subsidiering van Friese sportprojecten zoals het Cios kaatsproject, ondersteuning van de Friese paardenconcoursen en het stimuleren van Fryske sportevenementen. Olympisch plan Fryslân Het ontwikkelen van een Olympisch plan Fryslân. Voor het versterken van het sportklimaat in Fryslân op het gebied van breedtesport, talentontwikkeling en topsport. Dit plan wordt gemaakt en uitgevoerd met diverse belanghebbende partijen zoals gemeenten, sportbonden, sportaanbeiders, onderwijs, welzijnsinstellingen en bedrijfsleven. In Noordelijk verband wordt een verdeling van kernsporten gemaakt en worden gezamenlijke ambities verwoord, zoals het stimuleren van bijzondere en grootschalige sportevenementen. (Prestatie)indicatoren Onderwerp Stabilisatie van sportdeelname door inwoners van Fryslân
Stabilisatie of toename van sportdeelname aan Fryske sporten
Indicator
Nulmeting
Sportdeelname: 6-12 jaar 13-18 jaar 18-24 jaar Aantal leden Fryske Sporten: Skutsjesilen Damjen Fierljeppen Keatsen
2008: 06-12: 97% 13-18: 92% 18-24: 74% 2009: 615 262 296 14219
110
Streefwaarden 2012 97% 92% 74% 700 300 300 15000
Voorstellen uit Uitvoeringsprogramma 2011-2015: Sport (Fries sportgala en sportprijzen, etc.) Dit voorstel behelst: Het stimuleren van de breedtesport door het bieden van professionele ondersteuning aan partijen op het gebied van sport: gemeenten, sportaanbieders, bonden, onderwijs, welzijnswerk en bedrijfsleven. Het stimuleren van de bovengenoemde Fryske sporten voor het leveren van een aanzienlijke bijdrage aan de culturele, promotionele en economische waarde (en het imago) van Fryslân. Het ontwikkelen van een Olympisch plan Fryslân ter versterking van het sportklimaat in Fryslân, zowel binnen de breedtesport als de topsport. Om dit mogelijk te maken wordt voorgesteld de in onderstaande tabel opgenomen bedragen, conform het Uitvoeringsprogramma 2001-2015 in de Begroting op te nemen.
Wat mag het kosten? S/T Bedragen x € 1.000
Baten Totaal Baten Lasten Bestaand beleid - structureel - tijdelijk Nieuw beleid - Sport - Sport - Bezuiniging budgetinstellingen Totaal Lasten Baten – Lasten
S T S
Realisatie Begroting Begroting Begroting 2010 2011 2012 2013
Begroting Begroting 2014 2015
0
0
0
0
0
0
957 303
895 106
896 56
893 56
888 0
889 0
0 0 0 1.260 -1.260
0 0 0 1.001 -1.001
170 168 -66 1.254 -1.254
170 168 -66 1.252 -1.252
170 168 -66 1.190 -1.190
170 168 -66 1.192 -1.192
111
112
1.8 Programma 8 – Kultuer, taal en ûnderwiis Portefúljehâlder: J.A. de Vries
Wat wolle wy berikke en wat mei it kostje? De ôfrûne jierren hat de provinsjale oerheid him hieltyd ynsetten as katalysator fan de Fryske ekonomy en foar it befoarderjen fan kohesy en fersterking fan it kulturele bewustwêzen yn de Fryske maatskippij. Wy hawwe ferskillende lytsskalige, mar ek grutte inisjativen realisearre en mear fokus oanbrocht yn it kultuer-, taal-, erfgoed- en ûnderwiisbelied. Dat mei as doel it yn stân hâlden fan lytsskalige en libbene mienskippen yn plattelânsgebieten, it spegeljen fan ûntwikkelings yn de maatskippij en ynnovaasje te befoarderjen yn alle sektoaren fan de Fryske maatskippij. Wy hawwe de ôfrûne jierren al in soad dien om boppesteande doelstellings te heljen. Fryslân, „ít bêste lân fan d‟ierde‟. Dat jildt net yn it lêste plak foar de mêden keunst en kultuer yn Fryslân, de talen yn Fryslân en de kwaliteit fan it ûnderwiis mei in goed plak foar it Frysk yn dat ûnderwiis en it ferhaal fan Fryslân. It steand belied rjochtet him op it neikommende: útfiering fan it kultuerbelied 2009 – 2012 Fryslân Kulturele Haadstêd yn 2018 it behâld en fuortsterkjen fan it brûken fan de Fryske taal en de twa streektalen: it Biltsk en it Stellingwerfsk. it behâlden en fuortsterkjen fan Fryske monumintale, kultuerhistoaryske en argeologyske eleminten, patroanen en struktueren. in goed stelsel fan biblioteken en in duorsum, goed tagonklik argyfbestel. in goed en goed spraat, tagonklik, folslein en gearhingjend oanbod fan ûnderwiis dat op syn minst it nasjonaal gemiddelde hellet, optimale skoallearpaden (dêr‟t it yntegraal taalbelied goed yn ferfrissele is) foar de Fryske learlingen. goed hbû-ûnderwiis en in trochgeande learline nei in universitêre top, mei de ûntwikkeling fan akademyske masters op it mêd fan de Fryske Kennishotspots troch de realisaasje fan in University Campus Fryslân. Yn it ramt fan it boppeneamd belied wolle wy ús it kommende jier, mei it each op it koälysjeakkoart, benammen rjochtsje op de ûndersteande spearpunten: Fryslân Kulturele Haadstêd Europa 2018 University Campus Fryslân Deltaplan Fryske tsjerken Oar gebrûk en oare funksje fan karakteristike gebouwen Terpeprojekt Fersaakliking ferhâlding provinsje – kulturele ynstellings Ymplemintaasje advys Kommisje Hoekstra Resultaat út Utfieringsprogramma 2011-2015: kultuer en taal yn Fryslân hawwe in ympuls krigen op wei nei ús rol as Kulturele Haadsted yn 2018.
113
Totaal baten en lesten programma 8. Kultuer, taal en ûnderwiis Bedraggen x € 1.000
Baten 8.1 Kultuer 8.2 Erfgoed 8.3 Taal, Media en Letteren 8.4 Underwiis en Wittenskippen Baten mei-inoar Lasten 8.1 Kultuer 8.2 Erfgoed 8.3 Taal, Media en Letteren 8.4 Underwiis en Wittenskippen Lesten mei-inoar Baten – Lesten
Realisaasje Begrutting Begrutting Begrutting Begrutting Begrutting 2010 2011 2012 2013 2014 2015
612 7 58 9 687
227 7 0 6 239
164 7 0 6 177
164 7 0 6 177
164 7 0 6 177
164 7 0 6 177
25.008 4.465 7.017 8.095 44.585 -43.899
25.306 3.552 5.521 11.882 46.262 -46.022
25.343 3.184 5.613 12.015 46.155 -45.978
26.107 3.239 5.706 10.135 45.187 -45.010
23.463 2.998 5.707 7.985 40.153 -39.976
22.585 3.011 5.377 2.922 33.895 -33.718
Beleids- en noarmeramt Ramtstellende beliedsnota’s/relevante wetten en regelings Wet op de Romtlike Oardering Beliedsbrief Modernisearring Monumintewet Structuurvisie Rijksvisie Ruimte voor karakter Monumintewet Provinsjale feroarderings en nota’s Kultuerfizy “Finsters iepen” 2009 - 2012 Streekplan Fryslân 2007 en Útfieringsaginda Feroardering Romte Fryslân Nota Erfgoed 2010-2013 Subsydzje-oardering Romte Kultuerprogram 2009 - 2012 Taalnota 2007-2010 (mei ien jier ferlingd) Nota Boppeslach Strategy Kulturele Haadstêd Troch DS fêststelde útfieringsregelings en nota’s Streekplan Fryslân 2007 en Útfieringsaginda Feroardering Romte Fryslân Program Kultuerpartisipaasje 2009 - 2012 Útfieringsregeling projektsubsydzjes Romte
Fêststeld troch PS op oktober 2008 15-6- 2010 10-2-2010 10-2-2010 oktober 2008 novimber 2009 novimber 2006 novimber 2009 Fêststeld troch DS op 2006/2007 2e helte 2010 juny 2008 12 july 2011
Yn 2012 oan PS foar te lizzen nota’s Yn 2012 wurdt der ien beliedsaginda foar programma 8 oan PS foarlein, in beliedsaginda kultuer, taal en ûnderwiis.
Beleidsveld 8.1
Kultuer
Wat wolle wy berikke? De besteande kultuernota Finsters iepen! giet yn 2012 syn lêste jier yn. De Taalnota en it budzjet Frysk Skreaune Media wurde mei in jier ferlingd (2012). It doel is om tenei mei ien beliedsaginda foar it hiele programma te wurkjen. It giet dêrby om it beleid lykas no beskreaun yn de Kultuernota, de Taalnota, de Streektaalnotysje, de Nota Frysk Skreaune Media, de Notysje Letteren en de Ûnderwiisnota. Dy beliedsaginda wurdt yn de rin fan 2011 en 2012 fierder útwurke. It programma Fryslân Kulturele Haadstêd 2018 fungearret yn 2012 en dêrnei as motor foar it kultuerbelied.
114
Yn 2012 sille wy fierder mei it fuortsterkjen fan it kulturele bewustwêzen fan ynwenners fan Fryslân mei help fan it materiële en ymmateriële Fryske erfgoed. Dat dogge wy yn oparbeidzjen mei de fjouwer provinsjale musea, de Museumfederaasje en stipe foar oankeapen moderne byldzjende keunst troch it Frysk Museum, soks te hifkjen oan de jierlikse rapportaazje oer útstallings en tallen besikers. Wat it yn dy beliedsaginda te beskriuwen kultuerbelied oanbelanget, kinne de provinsjale ynspannings rjochte wêze op it stimulearjen fan it kreative fermogen fan de maatskippij, op in sterkere ynteraksje tusken kreativiteit en ekonomy, rjochte op kreative yndustry, wêrby‟t keunst en kultuer as „change agen’t funksjonearret as it giet om maatskiplike digitalisearring en regioprofilearring. Kulturele festivals en eveneminten wurde yntegraal meinommen yn it kultuerbelied. Dêrneist is it fan belang om de Fryske kulturele basisynfrastruktuer yn stân te hâlden. Dat betsjut dat dy ynstellings dy‟t ta dy basis hearre, mar no noch (foar in part) tydlik finansiere wurde, safolle mooglik in strukturele dekking krije sille.
Wat dogge wy yn 2012? Kultuerkearnen Ôfspraken meitsje mei de 6 kultuerkearnen, Ljouwert, It Hearrenfean, Drachten, Snits, Frjentsjer en Dokkum oer regionaal foarsjenningsnivo foar taal en kultuer. KH18 Kandidaatstelling Fryslân Kulturele Haadstêd 2018 en it realisearjen fan in koöperaasje mei gemeenten yn ferbân mei de mienskiplike ynspannings foar stipe fan de ambysje Fryslân Kulturele Haadstêd 2018. Fierder sil yn 2012 ynset wurde op ferbreding fan draachflak by de befolking fan Fryslân; dat sil ek metten wurde. Op grûn fan it draachflak beslute Provinsjale Steaten oer de offisjele kandidaatstelling fan Fryslân as European Capital of Culture yn 2018 út namme fan Nederlân. Frysk Museum Fierder wurkje oan it nije Frysk Museum. De iepening sil yn 2013 wêze. Dêrneist wurdt oan it depot Fryslân wurke. Prizen It nije belied foar de kulturele prizen sil yn 2012 fierder ynfierd wurde. (Prestaasje)yndikators Ûnderwerp Kultuerpartisipaasje Musea
Kulturele ûntjouwing
Poadiumproduksjes
Besteande kulturele basisynfrastruktuer
Yndikator Tal minsken dat meidocht 1) tal besikers 2) kolleksjemobiliteit, 3) registraasje museums op peil hâlde Trochstream fan learlingen nei formele keunstfakopliedings út de ynformele struktueren wei Groei fan it tal realisearre subsidiearre produksjes tal musea tal keunstners tal koaren tal korpsen tall biblioteken tal galeryen
115
Nulmjitting 25% yn 2007 131.000 107
Streefwaarde 2012 30% 131.000 107
34 10
34 15
13 ( = 5 % mear as sûnder de regeling) 2010 120 583 528 259 2010 52 2010 59
5-10 % mear
120 583 528 259 52 59
Utstellen út Utfieringsprogramma 2011-2015: Struktureel meitsje fan budzjetten kultuer/erfgoed, ensafh. In tal ynstellings dy‟t diel útmeitsje fan de Fryske kulturele basisynfrastruktuer, krije op it stuit, njonken in struktureel budzjetsubsydzje, in tydlik subsydzje. Yn it ramt fan nij foar âld sil de strukturele besuniging fan 5% op de budzjetynstellings yn dit programma en de ekstra besuniging op de Biblioteekservice Fryslân, brûkt wurde foar it omsetten fan in part fan dy tydlike subsydzjes nei strukturele subsydzjes, soks mei yngong fan 2013. Yn 2012 sil neier fêststeld wurde om hokker ynstelling dat gean sil. Foar 2012 wurde dizze middels ienmalich ynsetten foar de Nota Erfgoed foar de jierren 2014 en 2015 (sjoch 8.2). Beliedsaginda kultuer, taal en ûnderwiis Mei dizze nije beliedsympuls fan 2013 ôf foar keunst en kultuer as change agent kin it besteande beleid bliuwend effektiver en yntegraal fuortset wurde. Dat jout in dúdlik mjitbere plus oan de yn gong setten inisjativen op dit beliedsmêd. Foar de nije beliedsaginda kultuer, taal en ûnderwiis sil yn de perioade 2013-2015 in bedrach fan € 1.302.000 it jier beskikber wêze (oprinnend ta € 1.313.000 yn 2015), dêr‟t in bedrach fan € 360.000 foar kultuerbelied reservearre is en in bedrach fan in bedrach fan € 100.000 foar eveneminten en festivals. Dêrneist is der yn de perioade ‟13-‟15 € 165.000 it jier reservearre foar in Kultuerfûns. Kultuerketen en regiokearnen Yn de rinnende kultuerperioade (2009-2012) binne ôfspraken makke mei de 6 kultuerkearnen. De kultuerketen Drachten sil realisearre wurde yn 2012. Kosten binne maksimaal € 2.000.000, te dekken yn it ramt fan de gearwurkingsaginda Smellingerlân.
Wat mei it kostje? S/T Bedraggen x € 1.000
Baten Besteand belied - struktureel - tydlik Baten mei-inoar Lesten Besteand belied - struktureel - tydlik Ny belied - yntegraal Kultuerbelied - budzjetten kultuer struktureel meitsje - kultuerketen Drachten - besuniging budzjetinstellingen Lesten mei-inoar Baten – Lesten
T S T S
Realisaasje Begrutting Begrutting Begrutting Begrutting Begrutting 2010 2011 2012 2013 2014 2015
175 437
164 62
164 0
164 0
164 0
164 0
612
227
164
164
164
164
21.393 3.615
20.530 4.776
20.515 4.043
20.539 3.321
20.462 53
20.473 53
0 0 0 0 25.008 -24.396
0 0 0 0 25.306 -25.079
714 577 0 -506 25.343 -25.178
1.302 1.152 500 -706 26.107 -25.943
1.302 1.352 1.200 -906 23.463 -23.298
1.313 1.352 300 -906 22.585 -22.421
116
Beleidsveld 8.2
Erfgoed
Wat wolle wy berikke? It behâld en it fuortsterkjen fan Fryske monumintale, kultuerhistoaryske en argeologyske eleminten, patroanen en struktueren troch: it kearen fan de tebekgong fan karakteristike gebouwen; yntegraasje fan kultuerhistoaryske wearden yn romtlike plannen keppelings mei gebietsûntwikkeling it stimulearjen fan it partikulier inisjatyf om dêryn te ynvestearjen it lizzen fan ferbinings tusken kultuerhistoarje en ekonomy it kreëarjen fan draachflak en it fergrutsjen fan it publyksberik fan kultuerhistoaryske wearden. Nota Erfgoed It rike en grutte ferskaat fan kultuerhistoarysk erfgoed jout Fryslân karakter, identiteit en romtlike kwaliteit. De Nota Erfgoed 2010-2013 jout oan dat wy foar it behâld en de ûntjouwing dêrfan foar de provinsje in wichtige rol sjogge. Wy sille wat langer wat mear gebietsrjochte wurkje en sjogge ússels as gebietsregisseur. De basis dêrfoar leit yn de te modernisearjen Monumintewet en de Wet romtlike oardering. Wy wolle de tebekgong fan karakteristike gebouwen keare. Wy wolle ek de wearden dy‟t wy op grûn fan ús Kultuer Histoaryske Kaart fan provinsjaal belang achtsje, yntegrearje yn romtlike plannen en gebietsplannen. Stimulearje dat partikulieren, ynstellings, bedriuwen, en gemeenten ynvestearje yn it behâld en de ûntjouwing fan erfgoed is wichtich. Dat jildt ek foar it fergrutsjen fan it draachflak en it berik fan it publyk. Resultaat út Útfieringsprogramma 2011-2015: de tebekgong fan karakteristike gebouwen is keard.
Wat dogge wy yn 2012? Wy stelle in útfieringsprogramma op foar it stimulearjen fan restauraasje, ûnderhâld, bouhistoarysk ûndersyk, oar gebrûk en in oare funksje fan karakteristike gebouwen. Op grûn fan it Koälysje- en Útfieringsakkoart sille dy lêste beide ekstra omtinken krije. Wy sille ûndersykje oft yn oparbeidzjen mei gemeenten en fûnsen it Kultuerfûns foar Monuminten in nije finansjele ynjeksje krije kin foar leechrintsjende lienings foar restauraasje fan net-ryksmonuminten. Dekking dêrfoar kin fûn wurde yn it monumentenfûns en, as it om tsjerkegebouwen giet, it Deltaplan Fryske Tsjerken. Yn oparbeidzjen mei oare oerheden, ynstellings en bewenners fiere wy it Deltaplan Fryske Tsjerken út. Dat rjochtet him op it behâld en de ûntjouwing fan histoaryske Fryske tsjerkegebouwen troch it befoarderjen fan draachflak, partikulier inisjatyf, kreative finansieringsfoarmen, nije bestimmings en it stimulearjen fan restauraasje en ûnderhâld, troch in op gearwurking rjochte oanpak. Ús digitale Kultuer Histoaryske Kaart, dêr‟t de Fryske Argeologyske Monumintekaart Ekstra (FAMKE) in ûnderdiel fan is, is in wichtich ynstrumint foar it yntegrearjen fan kultuerhistoaryske wearden yn romtlike plannen fan gemeente en provinsje. Wy meitsje de wurdearring fan de kultuerhistoaryske kaart ôf yn it ramt fan it projekt Grutsk, yntegraal mei de lânskiplike ferdjipping en mei in beliedsfisy. Wy sille der mei advys en oerlis foar soargje dat yn de eigen provinsjale gebietsplannen en projekten, lykas lânynrjochtingsplannen, Sintrale As, N381 of Nieuw Stroomland, de kultuerhistoaryske wearden trochwurkje.
117
Wy stimulearje de útfiering fan erfgoedprojekten op grûn fan it pMJP oant 2014. In bysûnder gebietsplan foarmet de útfiering fan it Terpeplan dat him rjochtet op ûndersyk, (frijwillige) oankeap en behear fan bedrige ûnbeboude terpen fan provinsjaal belang en foarljochting dêroer. Wy stimulearje foarljochting, ûndersyk en beskerming fan argeologyske wearden. Op grûn dêrfan wurdt de FAMKE trochûntwikkele as advys- en beliedskaart en wurde gemeentlike ferdjippingsslaggen stipe. Yn oparbeidzjen mei gemeenten wolle wy komme ta Fryske oplossings foar spesifike argeologyske beliedsfragen lykas de gefolgen fan “de feroarsaker betellet”, oermjittich hege kosten, planskea en it opsetten fan gemeentlik en provinsjaal argeologysk belied. Wy bouwe it belied foar it Noardlik Argeologysk Depot Nuis út, benammen oangeande technyske easken en de trochûntwikkeling fan it depot as kennis- en foarljochtingssintrum. Wy stimulearje it netwurk fan argeologyske stipepunten. Wy geane troch mei de finansjele stipe oan erfgoedynstellings. (Prestaasje)yndikators Ûnderwerp Restauraasje, ûnderhâld en nije funksje fan karakteristike gebouwen Leechkommende tsjerkegebouwen Terpen
Yndikator
Nulmjitting
Tal restauraasjes en oare funksjes Oplossings foar leechkommende tsjerkegbouwen Tal terpen dat oankocht is of dêr‟t in behearsoerienkomst foar ôofsletten is
2012 30
Doelwearden 2013 2014 30 30
8
8
8
2
2
2
2014
Utstellen út Utfieringsprogramma 2011-2015: Nota Erfgoed, besunigings, ensfh. Wy jouwe it kearen fan de tebekgong fan karakteristike gebouwen ekstra omtinken troch it stimulearjen fan restauraasje, ûnderhâld, ûndersyk, in oar gebrûk en in oare funksje fan karakteristike gebouwen. Dêrnjonken bliuwe wy ús ynsetten foar it behâld en it fuortsterkjen fan kultuerhistoaryske en argeologyske eleminten, patroanen en struktueren. Foar de beliedsperioade fan de Nota Erfgoed oant en mei 2013 hâlde wy de middels op itselde nivo. Dat jildt ek foar de ILG/FYLG-middels foar de doelen erfgoed en argeology út it pMJP oant en mei 2013. Mei it each op de besunigings wurdt nei 2013 alle jierren € 560.000 minder rûsd foar de tydlike budzjetten en wurde dêrnjonken foar de programmaperioade nei it pMJP ek gjin middels oanfrege foar de doelen erfgoed en argeology. Binnen de doelen fan it Koälysje- en Útfieringsakkoart is dat mooglik troch: gjin middels op te nimmen foar it Terpeprojekt. It Terpeprojekt hat it karakter fan in proefprojekt dat rint oant en mei 2013. Yn 2013 besjogge wy oft wy nei 2013 mei it projekt fierder sille en as dat sa is, hokker middels dêr dan foar fûn wurde kinne; binnen de erfgoedbudzjetten faker prioriteiten te stellen en te temporisearjen; de tebekgong fan de tydlike budzetten yn 2014 en 2015 foar in part op te heinen troch út de tydlike middels fan 2012 en 2013 foar elts jier € 150.000 út te smarren oer 2014 en 2015. Dêrneist sil de besuniging op de ynstellings oer 2012 hjir ek foar ynsetten wurde; op te hâlden mei it projekt Koördinaasje Erfgoededukaasje yn 2012. Fan 2005 ôf hawwe wy dat projekt stipe, wêrtroch‟t de posysje fan erfgoededukaasje yn it ûnderwiis ferbettere is. De koördinaasje spesifyk foar erfgoed litte wy opgean yn de totale koördinaasje foar Kultueredukaasje. Wy geane troch mei it stypjen fan projekten foar erfgoededukaasje yn 2012 en 2013 troch de subsydzjemooglikheid fan it pMJP. Fierders binne der foar konkrete projekten subsydzjemooglikheden yn 2012 yn it ramt fan de Regeling Kultuerpartisipaasje (Provinsje/Ryk) en de Plusregeling Kultuerpartisipaasje en nei 2012 op grûn fan mooglike opfolgers fan dy subsydzjeregelings;
118
it stimulearjen fan in oare funksje foar monuminten út it pMJP opgean te litten yn it budzjet foar monuminten en it stimulearjen fan fysike kultuerhistoaryske projekten opgean te litten yn de budzjetten foar lânskip; it stimulearjen fan argeologyske projekten út it pMJP, lykas it opsetten fan argeologyske stipepunten en it subsidiearjen fan argeologysk ûndersyk op te heinen mei de strukturele en tydlike argeologyske budzjetten fan de Nota Erfgoed.te besunigjen op de subsydzje foar budzjetynstellings. In tal erfgoedynstellings dat ta de Fryske kulturele basisynfrastruktuer heart, wurdt no foar in part struktureel (mei budzjetsubsydzje) en foar in part tydlik (nota erfgoed) finansiere. Dat is gjin oan te rieden situaasje, want dêrtroch wurde strukturele aktiviteiten tydlik finansiere. Dêrom stelle wy út fan 2013 ôf foar in tal fan boppeneamde ynstellings de tydlike finansiering struktureel te meitsjen.
Wat mei it kostje? S/T Bedraggen x € 1.000
Baten Besteand belied - struktureel - tydlik Baten mei-inoar Lesten Besteand belied - struktureel - tydlik Ny belied - Nota Erfgoed - Besuniging budzjetynstellings Lesten mei-inoar Baten – Lesten
Beleidsveld 8.3
S
Realisaasj Begrutting Begrutting Begrutting Begrutting Begrutting e 2010 2011 2012 2013 2014 2015
6 1 7
7 0 7
7 0 7
7 0 7
7 0 7
7 0 7
1.983 2.482
2.045 1.507
1.983 1.387
1.965 1.460
1.924 0
1.936 0
0 0 4.465 -4.458
0 0 3.552 -3.545
-180 -6 3.184 -3.177
-180 -6 3.239 -3.233
1.080 -6 2.998 -2.991
1.080 -6 3.011 -3.004
Taal, Media en Letteren
Wat wolle wy berikke? Ús taalbelied is in logyske útwurking fan saken dy‟t op Europeesk (Hânfêst) en lanlik nivo (BFTK) fêstlein binne. Lykas earder oanjûn rint de besteande kultuernota Finsters iepen! noch troch oant 2013. Om dy reden sil de besteande taalnota Taal yn Fryslân, fan Rjocht nei Praktyk nochris mei ien jier ferlingd wurde en sadwaande ek yn 2012 it beliedsramt foar taal foarmje. Itselde jildt foar belied en budzjet foar it Frysk yn de skreaune media. Sadwaande kinne wy mei yngong fan 1 jannewaris 2013 mei ien nije provinsjale beliedsaginda foar taal en kultuer begjinne, de struktuer fan de Bestjoersôfspraak Fryske Taal en Kultuer (BFTK) folgjend, it provinsjale ûnderwiisbelied dêr ek yn opnommen. Neffens de útgongspunten fan ús taalbelied sille wy ek yn 2012 de gemeenten, de soarch (ferpleechtehuzen en sikehuzen), it ûnderwiis (meartalich ûnderwiis fia Boppeslach) en it bedriuwslibben oantrune om it Frysk safolle mooglik te brûken. It doel is om fan 2013 ôf mei ien beliedsaginda foar it hiele programma te wurkjen. Soks betsjut dat it belied foar de streektalen, de letteren en it Frysk yn de skreaune media dêr ek ûnder beflapt wurde kin. De fuortsetting fan it taalbelied yn boppeneamde beliedsaginda bliuwt lykwols rjochte op it prinsipe “fan rjocht nei praktyk”: mei de nije Wet Gebrûk Fryske Taal en de ymplemintaasje
119
fan it advys fan de Stjoergroep Hoekstra yn ûnderwiiswetjouwing sil de posysje fan de Fryske taal nei alle gedachten op termyn juridysk garandearre wêze. Soks betsjut lykwols net dat oan de maatskiplike posysje fan de taal, it brûken fan it Frysk yn de praktyk, neat mear ferbettere hoecht te wurden. It takomstige belied sil der ek op rjochte wêze om dat te befoarderjen om sa de Fryske taal in krêftiger plak te jaan yn de Fryske mienskip, lykas beskreaun yn it Útfieringsprogramma 2011-2015. Effektyndikator út Utfieringsprogramma 2011-2015 Ûnderwerp Persintaazje fan de ynwenners fan Fryslân dat de Fryske taal aardich oant hiel goed ferstean, prate, lêze en skriuwe kin
Yndikator Ferstean: Prate: Lêze: Skriuwe:
Nulmjitting Begjin 2011/enkête
94% 74% 76% 30%
Doelwearden 2020 (Taalnota) Ferstean: 95% Prate: 75% Lêze: 75% Skriuwe: 35%
Yn de Taalnota út 2008 waarden boppeneamde doelwearden foar 2020 fêststeld, op grûn fan de útkomsten fan de quickscan/fluchhifking oangeande de taalbehearsking fan it Frysk út 2007 (Taalatlas 2007). Út de Taalatlas 2011 docht al bliken dat der yn fergeliking mei de situaasje 2007 op alle mêden (ferstean, prate, lêze en skriuwe) sprake is fan in foarútgong. Útsein it skriuwen fan it Frysk, binne de doelwearden 2020 feitlik al hast helle. Sjoen de ûntwikkelings yn it ûnderwiis mei ferwachte wurde dat yn de kommende jierren de doelwearde wat it skriuwen oanbelanget ek wol helle wurde sil.
Wat dogge wy yn 2012? Taal Taalnota De besteande Taalnota en it budzjet Frysk Skreaune Media wurde ferlingd oant en mei 2012. Fan 2013 ôf wurdt it oars: it doel is om tenei mei ien beliedsaginda foar it hiele programma te wurkjen. It giet dêrby om it beleid lykas no beskreaun yn de Kultuernota, de Taalnota, de Streektaalnotysje, de Nota Frysk Skreaune Media, de Notysje Letteren en de Ûnderwiisnota. Dy beliedsaginda wurdt yn de rin fan 2011 en 2012 fierder útwurke.It jier 2012 is wat it belied oangeande taal, media en letteren oanbelanget dan ek as in oergongsjier te beskôgjen. Praat mar Frysk/Taaltaske Mei it doel om de Friezen bewust te meitsjen fan de ekstra wearde fan harren meartaligens en de sichtberens fan meartaligens yn it iepenbiere libben te fergrutsjen, sille wy yn 2012 de kampanje Praat mar Frysk skerper oansette. Wy geane ek troch mei it projekt Taaltaske, om jonge âlden te wizen op de foardielen fan in meartalige opfieding. Rie foar de Fryske Taal en Kultuer It hjoeddeistige, troch BZK finansiere, Konsultatyf Orgaan Frysk (KOF) giet op yn de Ried foar de Fryske Taal en Kultuer. Dêrmei wurdt ek (foar in part) it advys fan it eardere Berie foar it Frysk útfierd om in taalorgaan yn te stellen. De Rie advisearret en rapportearret oan BZK, DS en oare bestjoersorganen/rjochterlike ynstânsjes oer ferlet en winsken oangeande de Fryske taal en kultuer yn relaasje ta it Europeesk Hânfêst foar regionale en minderheidstalen, it Ramtferdrach oangeande de beskerming fan nasjonale minderheden, de Taalwet en de BFTK. De Rie foar de Fryske Taal en Kultuer is dêrmei in soarte fan kombinaasje fan it KOF en it Berie foar it Frysk, mar dan wol mei in wetlik foech, want de ynstelling dêrfan is neffens de konsepttaalwet, kêsten 18 o/m 24. Neffens de kêsten 5 en 6 fan de konsepttaalwet moatte bestjoersorganen, al as net ûnderdiel fan de sintrale oerheid en Fryslân as wurkterrein hawwend, regels opstelle oer it brûken fan de Fryske taal yn skriftlike stikken en yn it mûnling ferkear en de posysje fan de Fryske taal yn de oanbelangjende organisaasje. De Rie stelt ramten op foar foarm en ynhâld fan de regels en beliedsplannen as bedoeld yn de kêsten 5 en 6.
120
De Rie foar de Fryske Taal en Kultuer bringt ferslach út oer it taalbelied of it ûntbrekken dêrfan by gemeenten, oare oerheidsûnderdielen dy‟t Fryslân as wurkterrein hawwe en ûnderdielen fan de rjochterlike macht dy‟t Fryslân as wurkterrein hawwe. It Stipepunt 2.0 kin it taalbelied dêrnei, op grûn fan de rapportaazjes en konstatearrings fan de Rie en yn oparbeidzjen mei de oanbelangjende oerheden/oerheidsûnderdielen/ûnderdielen rjochterlike macht, konkreet meitsje, sadanich dat ien en oar oan de iene kant strykt mei de Taalwet en oan de oare kant mei it Europeesk Hânfêst foar Regionale en Minderheidstalen. Taaloardering Frysk Wy stribje dernei dat ein 2012 op syn minst 14 gemeenten yn Fryslân en it Wetterskip Fryslân (14 oerheidsorganisaasjes dus) in taaloardering Frysk yn it skriftlik ferkear fêststeld hawwe. Ien fan de gemeenten dy‟t no sa‟n taaloardering hat, is Boarnsterhim. Dy gemeente wurdt opdield: de ferskillende parten geane oer nei It Hearrenfean en Ljouwert. Doel is dat de gemeenten dêr‟t Boarnsterhim yn opgiet (It Hearrenfean en Ljouwert) taalbelied hawwe dat itselde nivo hat as dat fan Boarnsterhim, neffens it Europeesk Hânfêst foar regionale talen en talen fan minderheden dat bepaalt dat de ynwenners fan in bepaalde gemeente der yn it gefal fan in gemeentlike fúzje yn taalrjochten net op efterút gean meie. Mei dat doel wolle wy in soartgelikens proses mei harren yngean as doedestiids mei Súdwest Fryslân it gefal west hat. Mei de nije gemeente De Fryske Marren, dêr‟t Skarsterlân, Lemsterlân en Gaasterlân-Sleat nei alle gedachten yn opgean sille, sette wy dêr ek op yn. Frysk yn Europa De provinsje Fryslân nimt yn 2011 diel yn op syn minst 3 Europeeske projekten fia it Network of the Promotion of Linguistic Diversity (NPLD). It Mercator Kennissintrum krijt ek stipe fan de provinsje en is yn Europa in wichtich ynstitút op it mêd fan meartaligens en taallearen. Útgongspunt is it Frysk as eigen taal fan Fryslân en minderheidstaal yn Nederlân. Media Omrop Fryslân en Froeks.tv De tydlike provinsjale autonome bydrage foar ferdjipping en ferbreding fan de programmearring fan Omrop Fryslân wurdt de kommende jierren stapsgewiis ta 0 ôfboud. Dy bydrage wurdt ynset foar ferdjipping en ferbreding fan de programmearring yn it ramt fan it stribjen om in folsleine en brede Frysktalige programmearring te ferwêzentlikjen. Sadwaande krijt de Omrop de mooglikheid om bygelyks in eigen Frysktalige dramarige, eveneminten lykas de PC en it Skûtsjesilen, in talkshow en in keunstprogramma út te stjoeren. Doel is dat Froeks.tv mei yngong fan 2012 de jongereinstjoerder wurdt fan Omrop Fryslân, dêr finansjeel en organisatoarysk ûnderbrocht wurdt, mar syn ûnôfhinklike posysje behâldt. Frysk yn ‘e skreaune media Wat it Frysk yn „e skreaune media oanbelanget: de bydrage foar de tydskriften Ensafh. en De Moanne bliuwt troch de ferlinging fan it budzjet yn 2012 op itselde nivo as yn 2011 it gefal wie. Soks jildt ek foar de Tematydskriften. De tydskriften Ensafh. en De Moanne binne ûntstien út Hjir, Farsk en Trotwaer. Hjir en Trotwaer krigen al hiel lang strukturele stipe. Fanwegen de ferbreding fan doelgroep, ynhâld en lêzerspublyk krije beide tydskriften yn it ramt fan it belied op it mêd fan it Frysk yn de skreaune media al jierren in ekstra ynsidintele bydrage, dy‟t grutter is as de strukturele. Sûnder dy bydrage kinne beide tydskriften yn dy foarm net bestean. Sadwaande is feitliken sprake fan in strukturele aktiviteit dy‟t foar in part tydlik dutsen wurdt. Dat is gjin goed ding. Doel is dan ek om De Moanne en Ensafh fan 2013 ôf folslein struktureel te stypjen. De bedraggen binne by beliedsmêd 8.1 opnommen. Mediafûns De posysje fan de plurifoarme Fryske media stiet ûnder druk omdat der hieltyd mear „fergeze‟ nijsfersprieders komme. Skaalfergrutting en besunigings liede ta in ferskrielend oanbod, wyslt goed funksjonearjende media krusiaal binne foar in goed funksjonearjende oerheid. It oprjochtsjen fan in Frysk mediafûns soarget derfoar dat jierliks in oantal yngeande
121
sjoernalistyke produksjes makke wurde dy‟t oandacht besteegje oan Fryske ekonomyske spearpunten, de Fryske taal en kultuer en oan jongerein. Ynnovaasje en ko-finansiering stean foarop. Tradisjonele en nije media kinne in berop dwaan op it ûnôfhinklik boarge fûns. Letteren Wat it letterebelied oanbelanget binne der yn 2012 middels beskikber om it plan foar de ferkeap fan Fryske boeken, de eigentiidske opfolger fan de eardere Sutelaksje, mooglik te meitsjen. It giet dêrby om in startsubsydzje fan € 190.000 oer trije jier (2010-2012). Dêrmei kinne dyselde útjouwers in deeglike ynfrastruktuer ta stân bringe om de befoardering fan de ferkeap fan Frysktalige literatuer ek yn de takomst mei eigen middels goed stal jaan te kinnen. It giet dus om in tydlike bydrage. De besteande regelings en middels op it mêd fan de Fryske letteren bliuwe yntakt. Wy wolle de útfiering fan dyselde regelings mei yngong fan 2012 lykwols safolle mooglik by Tresoar ûnderbringe. Sûnt 2010 is de Stichting It Fryske Boek by Tresoar ûnderbrocht. De synergy tusken beide ynstellings hat laat ta nije inisjativen op it mêd fan de Fryske letteren, lykas “De Moanne fan it Fryske Boek” en de organisaasje fan in Frysk boekefeest yn fernijde foarm. De ôfrûne jierren hawwe der petearen mei it literêre fjild west oer in nij letterebelied. De earste stappen binne dêrfoar set. It is de bedoeling dat it nije letterebelied fan 2013 ôf opnommen wurde sil yn de beliedsaginda taal en kultuer. Boppedat sille wy in ferskaat fan Frysktalige (literêre) tydskriften stypje en it oanbod en kwaliteit fan de Fryske literatuer garandearje. Dat betsjut dat wy mei it besteande belied foar de Frysk Skreaune Media fierder kinne. De Moanne, Ensafh. en de Tematydskriften sille ek yn 2011 mei provinsjale stipe ferskine kinne. Froeks.tv sil mei yngong fan 2012 by Omrop Fryslân ûnderbrocht wurde. Froeks.tv behâldt nettsjinsteande dat syn ûnôfhinklike status. (Prestaasje)yndikators Ûnderwerp Kampanje Praat mar Frysk Yntinsjeferkleaerring Frysk gemeenten Taaloardering Frysk
Yndikator
Nulmjitting
Tal besikers Hyves Tal leden Praat mar Frysk Tal gemeenten mei in yntinsjeferklearring Tal oerheidsynstânsjes
125.000 10.000 8 14 (ynkl. 5 gemeenten dy‟t opgeane yn Súdwest Fryslân)
Doelwearden 2012 125.000 10.000 12 14 (ynkl. SúdwestFryslân)
Utstellen út Utfieringsprogramma 2011-2015: Rie foar de Fryske Taal en Kultuer en Stipepunt 2.0 It hjoeddeistige Konsultatyf Orgaan Frysk (KOF) giet op yn de Rie foar de Fryske Taal en Kultuer. It KOF wurdt finansiere troch BZK. BZK sil de hjoeddeistige bydrage foar it KOF tenei ynsette foar de Rie foar de Fryske Taal en Kultuer. Fan de provinsje wurdt ek in bydrage ferwachte. Sadwaande sil der neist de bydrage fan BZK fan de kant fan de provinsje struktureel in bedrach fan € 100.000,-- it jier frijmakke wurde moatte foar (û.o.) it siktariaat fan de Rie foar de Fryske Taal en Kultuer (formaasjekosten, fakaasjejilden, ensfh.). Foar de ombou fan it hjoeddeistige Stipepunt Frysk nei in Stipepunt 2.0, ynklusyf útwreiding fan taken, is in bedrach fan € 100.000,-- it jier fanneden. Dêrby moatte de hjoeddeistige middels fan it Stipepunt Frysk (€ 86.009,--, binnen de budzjetsubsydzje fan de Afûk) foar dit doel ynset wurde. De bedraggen foar de Rie foar de Fryske Taal en Kultuer en it Stipepunt 2.0 komme by elkoar opteld út op € 200.000,-- it jier.
122
Beliedsaginda KTU: Yntegraal Taalbelied Mei yngong fan 2013 sille wy mei ien nije provinsjale beliedsaginda foar taal en kultuer begjinne, de struktuer fan de Bestjoersôfspraak Fryske Taal en Kultuer (BFTK) folgjend, it provinsjale ûnderwiisbelied dêr ek yn opnommen. As wy it oer taalbelied hawwe, hawwe wy it dêrby net allinne oer de eardere Taalnota, mar ek oer de Streektaalnotysje, de Nota Frysk Skreaune Media en de Notysje Letteren, oer yntegraal taalbelied dus. De fuortsetting van it taalbelied yn boppeneamde beliedsaginda bliuwt rjochte op it prinsipe “fan rjocht nei praktyk”: mei de nije taalwet wurdt de posysje fan de Fryske taal goed juridysk boarge, mar nettsjinsteande dat kin de maatskiplike posysje fan de taal noch sterk ferbettere. It giet dan benammen om de posysje fan it Frysk yn it ûnderwiis (meartalich ûnderwiis), de soarch (ferpleechtehuzen en sikehuzen) en it bedriuwslibben. In fuortsetting en útwreiding fan de kampanje Praat mar Frysk kin dêr in wichtige bydrage oan leverje. Foar de nije beliedsaginda is fan 2013 ôf in bedrach fan € 1.040.000,-- beskikber, wêrfan‟t € 580.000,-- foar taal- en mediabelied reservearre is. Mediafûns Sûnder nije finansjele ympulsen krije Fryske media it hieltyd dreger om op in kwalitatyf heech nivo fynksjonearjen te bliuwen. Wylst goed funksjonearjende, plurifoarme media fan maatskiplik belang binne. In mediafûns dat produksjes op tv, radio, papier en ynternet stimulearret dy‟t fan belang binne foar de Fryske maatskippij, kin de kwaliteit fan de Fryske media befoarderje. Stipe troch de provinsje kin it winnen fan (oare) fûnsen troch media goed op gong bringe. De earste sinjalen binne dat ek it Stimulearringsfûns foar de Parse bydrage wolle soe. Sadwaande is der yn 2012-2014 alle jierren in bedrach beskikber, fan € 75.000 yn 2012, oprinnend nei € 150.000 yn 2014.
Wat mei it kostje? S/T Bedraggen x € 1.000
Baten Besteand belied - struktureel Baten mei-inoar Lesten Besteand belied - struktureel - tydlik Ny belied - Rie foar de Fryske Taal en Kultuer - Yntegraal Taalbelied - Mediafûns - Besuniging budzjetinstellingen Lesten mei-inoar Baten – Lesten
Beleidsveld 8.4
S T T S
Realisaasj Begrutting Begrutting Begrutting Begrutting Begrutting e 2010 2011 2012 2013 2014 2015
58 58
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
5.108 1.909
4.621 900
4.770 250
4.760 200
4.737 200
4.744 0
0 0 0 0 7.017 -6.959
0 0 0 0 5.521 -5.521
0 725 75 -207 5.613 -5.613
200 628 125 -207 5.706 -5.706
200 628 150 -207 5.707 -5.707
200 640 0 -207 5.377 -5.377
Underwiis en Wittenskippen
Wat wolle wy berikke? Ûnderwiis De hjoeddeistige ûnderwiisnota Boppeslach is ein 2006 troch de doetiidske Steaten fêststeld en begruttingstechnysk ûnderwilen ferlingd oant 2015. It belied is yn de rin fan de jierren fansels lykwols wat fan koers wizige; wy sitte wat de ûnderwiiskwaliteitsferbettering fan it
123
Fryske basisûnderwiis oanbelanget no yn in perioade fan stadich ôfbouwen, wylst der op it mêd fan it Frysk en meartaligens yn it ûnderwiis, ek yn it ramt fan de trochgeande learline, sprake is fan nije ympulzen en ûntwikkelings. Yn de nije beliedsaginda kin dy beliedsline beskreaun wurde. Tagelyk kin oanjûn wurde wêr‟t it provinsjaal ûnderwiisbelied yn de perioade nei 2014 op rjochte wêze kin en moat. Frysk c.q. meartaligens yn it ûnderwiis bliuwt in kearntaak fan de provinsje. Ûnderwiiskundige kwaliteit In goed ûnderwiisklimaat betsjut dat Fryslân, as it om de kwaliteit giet, in plak yn de top trije fan Nederlân hat. Dat stribjen jildt foar yntegraal taalbelied, de ûnderwiiskundige kwaliteit en paswurk yn de kombinaasjes fan ûnderwiis en learlingesoarch. Yn 2012 geane wy dêrom mei feart en faasje fierder mei it realisearjen fan in profesjonele op prestaasjes rjochte kultuer dy‟t bydraacht oan in brede (kognitive en sosjaal-emosjonele) ûntwikkeling en optimale prestaasjes fan de learlingen yn it Fryske basisûnderwiis. Tagelyk wolle wy ynsette op in goed yntegraal taalbelied, mei omtinken foar talen as fak en as ynstruksjetaal en de relaasje tusken de ferskate talen (Nederlânsk, Frysk en Ingelsk). Underwiisspriedingsplan Foar in effektive ynvestearring op dat mêd stribje wy nei in goed spraat, tagonklik, folslein en gearhingjend oanbod fan ûnderwiis dat op syn minst it nasjonaal gemiddelde hellet en optimale skoallearpaden biedt foar de Fryske learlingen yn it ramt fan in goede tarieding op de kennisekonomy. Boppedat stimulearje wy in goed oanbod fan hbû-ûnderwiis en de realisaasje fan de “University Campus Fryslân” (UCF). Mei de UCF kin yn it kolleezjejier 2011/2012 úteinset wurde. Der wurdt in stichting UCF opset en dy jout wer advys oan DS oer it al as net it beskikken fan subsydzje foar de ynstelling fan de earste master(s). Trochgeande learline Yn it Útfieringsprogram 2011-2015 hawwe wy ôfpraat de posysje fan it Frysk yn opfieding en ûnderwiis fierder te ferstevigjen en meartaligens te befoarderjen troch yn te setten op in trochgeande learline fan pjutteboartersplak oant en mei akademysk ûnderwiis (twatalige pjutteboartersplakken, trijetalige basisskoallen, meartalich fuortset ûnderwiis en de (bysûndere) learstuollen Frysk oan de RuG en de universiteiten fan Leien en Amsterdam).
Wat dogge wy yn 2012? Bliuwend ynvestearje yn de trijetalige stream fan de pabû‟s fan de NHL en Stenden dy‟t ûnderwizers foar de trijetalige basisskoallen (fjouwertalich yn It Bilt) opliede en bliuwend ynvestearje yn de earste- en twaddegraads learare-oplieding Frysk fan de NHL. Trochgean mei Taaltaske en de kampanje Praat mar Frysk ferbreedzje en ek rjochtsje op âlden en skoallen. Tagelyk wurde inisjativen nommen om âlden en skoallen op „e hichte te stellen fan de foardielen fan in meartalige opfieding. It besteande MIF-budzjet (dat no mei in omslachstelsel oer alle basisskoallen ferparte wurdt) effektiver ynsette foar skoallen mei ambysje foar trijetalich ûnderwiis. De Cito-toets Begripend Lêze Frysk sil yn 2012 fierder ynfierd wurde yn groep 8 fan it primêr ûnderwiis. Op it mêd fan kennis en kennisekonomy, sille wy de seis „hotspots‟ út de nota „Kennis en ynnovaasje as motor‟ yn 2012 fierder stal jaan en sille wy de ûntwikkeling fan de Fryske Akademy fierder stimulearje, neffens it masterplan, yn de rjochting fan in fleksibele, heechweardige kennisynstelling op it mêd fan de Fryske taal, kultuer en skiednis. Troch it operasjonalisearjen fan de business case University Campus Fryslân sille wy de akademyske profilearring fan Fryslân fierder fuortsterkje.
124
(Prestaasje)yndikators Ûnderwerp Yndikator Frysk yn foarskoalske perioade Frysk yn it Primêr Ûnderwiis
Frysk yn it Fuortset Ûnderwiis
Ûnderwiiskwaliteit Primêr Ûnderwiis UCF
Nulmjitting
Doelwearden 2013 2014 150 175
Tal bernesintra dat Frysk brûkt
100 yn 2010
2012 125
2015 200
Tal meartalige skoallen Tal skoallen dat eintoets Frysk brûkt Tal trijetalige skoallen Tal skoallen dat it fak Frysk yn de earste faze oanbiedt Tal skoallen dat it fak Frysk yn alle learjierren oanbiedt Tal meartalige skoallen Tal tige swakke skoallen Tal swakke skoallen Úteinsette mei UCF
20 yn 2011 0% yn 2010
40 50%
50 75%
60 80%
70 80%
20 yn 2011 70%
40 80%
50 90%
60 90%
70 90%
25%
40%
50%
60%
60%
3 yn 2011 26 yn 2008 70 yn 2008 Start earste master
4 < 10 < 30 ja
6 5 < 20
8 0 0
10
0 0
Utstel ut Utfieringsprogramma 2011-2015: trochgeande learline Dêrby sil de ynset wêze om dy trochgeande learline yn safolle mooglik stêden en doarpen ek yndie op ien plak ta stân te bringen. Ein 2015 hat Fryslân 200 twatalige pjutteboartersplakken (ferdûbeling neffens 2010), is 25% fan alle basisskoallen yn Fryslân trijetalich en binne der 10 lokaasjes foar fuortset ûnderwiis mei in meartalige stream (yn 2011 wiene dat 3). By de trijetalige basisskoallen yn de gemeente It Bilt wurdt it Biltsk as fjirde taal taheakke oan it Nederlânsk, Ingelsk en Frysk. By it fuortset ûnderwiis biedt in lyts tal skoallen it fak Frysk yn alle learjierren oan.
Wat mei it kostje? S/T Bedraggen x € 1.000
Baten Besteand belied - struktureel Baten mei-inoar Lesten Besteand belied - struktureel - tydlik Ny belied - Trochgeande Learline - Besuniging budzjetinstellingen Lesten mei-inoar Baten – Lesten
T S
Realisaasje Begrutting Begrutting Begrutting Begrutting Begrutting 2010 2011 2012 2013 2014 2015
9 9
6 6
6 6
6 6
6 6
6 6
2.844 5.251
2.735 9.147
2.736 9.196
2.730 7.291
2.717 5.125
2.721 0
0 0 8.095 -8.085
0 0 11.882 -11.876
136 -53 12.015 -12.010
166 -53 10.135 -10.129
196 -53 7.985 -7.980
254 -53 2.922 -2.917
125
126
1.9 Programma 9 – Ruimte en wonen Portefeuillehouder: J.H.J. Konst
Wat willen we bereiken en wat mag het kosten? Een duurzame ruimtelijke ontwikkeling van Fryslân gericht op een economisch sterk en tegelijkertijd mooi Fryslân. Het doel is een toekomstbestendige ontwikkeling van sterke steden en een vitaal platteland. Vanuit het principe van een zorgvuldig en doelmatig ruimtegebruik vindt in het ruimtelijk beleid een integrale afweging van alle belangen plaats. Het maatschappelijke kader voor deze integrale afweging van belangen is vastgelegd in het Streekplan Fryslân 2007, ‘Om de kwaliteit fan de romte’. Dit streekplan heeft een wettelijke status als structuurvisie op grond van de wet ruimtelijke ordening. Het programma ruimtelijke kwaliteit maakt deel uit van de uitvoering van het Streekplan. De doorwerking van het streekplan en ander ruimtelijk relevant provinciaal beleid in gemeentelijke ruimtelijke plannen is geborgd in de verordening Romte Fryslân die u op 15-6-2011 hebt vastgesteld. Deze doorwerking vindt in goede samenwerking met de gemeenten plaats. In ons Uitvoeringsprogramma 2011-2015 ‘Koersfêst mei nij realisme’ hebben wij een aantal inspanningen benoemd waar we speciale aandacht aan besteden. Daarin zitten twee centrale thema’s: ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid/vitaliteit platteland. Resultaat uit Uitvoeringsprogramma 2011-2015: Fryslân is nog altijd de mooiste provincie van Nederland ‘We blijven de ruimtelijke kwaliteit van Fryslân stimuleren via onder andere het Atelier Ruimtelijke Kwaliteit (nog in 2012) en ons eigen ruimtelijk kwaliteitsteam. We ondersteunen gemeenten bij implementatie van de Nije Pleats (inpassing agrarische bedrijven). We analyseren en bepalen het provinciaal belang van landschappelijke, stedenbouwkundige en cultuurhistorische hoofdstructuren, om gemeenten te informeren en te inspireren bij planvorming en ruimtelijke afwegingen. We reiken tweejaarlijks de Anita Andriesenprijs voor ruimtelijke kwaliteit uit. Ook onze inzet op bundeling van windmolens en het opknappen van hectares bedrijventerreinen dragen bij aan een nog mooier Fryslân.’ (citaat) Ons doel is om Fryslân zichtbaar mooier te maken: ‘Fryslân op afstand de mooiste provincie van Nederland’. Ons uitgangspunt is dat bij nieuwe ontwikkelingen bewust moet worden omgegaan met bestaande waarden en kwaliteiten. Dit betekent behoud, maar ook ontwikkeling en versterking van die waarden en kwaliteiten en het toevoegen van nieuwe waarden en kwaliteiten. Samen met anderen werken we aan een mooier en duurzamer Fryslân, waarbij we ontwikkelingen als kans zien om het karakter en de identiteit van het Friese landschap en de dorpen en steden sterker te maken. Wij willen dat bereiken via verschillende sporen. Wij willen aandacht bij alle partijen voor kwaliteit (stimuleren, Atelier Fryslân). Wij willen afspraken over een verantwoorde mate van uitbreiding van steden en dorpen voor wonen en werken. In samenhang daarmee willen wij dat de woningvoorraad en de woonomgeving worden aangepast en opgeknapt. Wij willen bestaande (verouderde) bedrijventerreinen opknappen en landschappelijk inpassen. En wij willen de energiemix verbeteren met een landschappelijk verantwoorde clustering van windmolens in een goede verhouding water/land.
127
Resultaat uit Uitvoeringsprogramma 2011-2015: op vernieuwende en creatieve wijze is het voorzieningenniveau op het platteland geborgd gebruik makend van digitale ontwikkelingen. ‘We formuleren de komende jaren krimpbeleid. Wij bieden voor eind 2011 een menukaart krimp aan de buitenwereld aan om aan te geven wat we voor hem kunnen doen en om in te spelen op de demografische ontwikkelingen. We gaan het menu ook serveren’ (citaat). Ook de uitwerking van dit beleid is veelvormig. We willen in samenwerking met regio’s en gemeenten voorkomen dat onevenredige concurrentie plaatsvindt binnen de programma’s voor wonen en werken. En voorkomen dat achteruitgang plaatsvindt van de kwaliteit van bestaande steden en dorpen. Wij willen bijdragen aan een goed en bereikbaar voorzieningenpakket, optimaal geclusterd en gespreid. De uitwerking hiervan verloopt niet alleen via dit beleidsprogramma, maar ook via andere beleidsprogramma’s zoals programma 2. Verkeer en vervoer (samen met de gemeenten en andere partijen maatwerkoplossingen zoeken voor vervoer op het platteland), programma 5. Lanlik Gebiet (nieuwe Agenda Leefber Plattelân) en programma 6 Economie, Toerisme en recreatie (digitale agenda en breedbandinfrastructuur). Totaal baten en lasten programma 9. Ruimte en wonen Bedragen x € 1.000
Baten 9.1 Planvorming, onderzoek en monitoring 9.2 Realiseren ruimtelijke ontwikkelingen 9.3 Wonen Totaal Baten Lasten 9.1 Planvorming, onderzoek en monitoring 9.2 Realiseren ruimtelijke ontwikkelingen 9.3 Wonen Totaal Lasten Baten – Lasten
Realisatie Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2010 2011 2012 2013 2014 2015
829 36 1.999 2.863
607 0 0 607
581 0 0 581
581 0 0 581
581 0 0 581
581 0 0 581
1.981 3.224 4.132 9.337 -6.474
1.562 3.107 2.252 6.921 -6.313
1.571 3.302 3.227 8.101 -7.519
1.506 2.618 1.466 5.590 -5.008
1.470 2.486 2.004 5.960 -5.379
1.481 2.504 1.999 5.984 -5.403
Beleids- en normenkader Kaderstellende beleidsnota’s/ relevante wetten en regelingen Relevante Europese en nationale wetten en regelingen Nieuwe Wet ruimtelijke ordening AmvB ruimte van Rijksoverheid Huisvestingswet en woningwet (huisvesten statushouders) Convenant bedrijventerreinen 2010- 2020 Rijk-IPO-VNG Provinciale verordeningen en nota’s Streekplan Fryslân 2007 Uitvoeringsagenda Streekplan Houtskoolschets windenergie Beleidskader ISV II en verordening ISV II Fryslân Opkreazje De Nije Pleats, schaalvergroting in de landbouw Verordening Ruimte Subsidieverordening Ruimte Beheer- en Ontwikkelplan Waddengebied Door GS vastgestelde uitvoeringsregelingen/nota’s Binnen kaders van subsidieverordening Ruimte: subsidieregeling collectief particulier opdrachtgeverschap Provinciaal herstructureringsprogramma bedrijventerreinen
128
Vastgesteld/ behandeld door PS op december 2006 januari 2011 Februari 2011 2005 november 2009 2009/2010 juni 2011 12 februari 2010 april 2009 Vastgesteld door GS op maart 2010 juni 2010
In 2012 aan Provinciale Staten voor te leggen nota’s Structuurvisie windenergie, inclusief plan-MER Tussentijdse evaluatie Streekplan Evaluatie woningbouwafspraken Aanvalsplan herstructurering Friese woningvoorraad
Beleidsveld 9.1
Planvorming, onderzoek en monitoring
Wat willen we bereiken? Ruimtelijke ontwikkeling Doel is een toekomstbestendige integrale ruimtelijke ontwikkeling van Fryslân afgestemd tussen overheden, interactief tot stand gekomen en vastgelegd in actuele, breed gedragen en uitvoerbare beleidskaders. Planvorming is integraal en ondersteunt onze doelen inzake ruimtelijke kwaliteit, duurzaamheid en leefbaarheid/vitaliteit en houdt rekening met de demografische ontwikkelingen.. Waar nodig formuleren wij beleid en maken wij met gemeenten en regio’s nadere beleidsafspraken om tijdig op de gevolgen van de demografische veranderingen (waaronder toekomstige krimp) in te kunnen spelen. Resultaat uit Uitvoeringsprogramma 2011-2015: (bestaande bedrijventerreinen zijn verbeterd) en er zijn nauwelijks nieuwe bedrijventerreinen aangelegd. ‘We zien erop toe dat er alleen in uiterste noodzaak nieuwe bedrijventerreinen bijkomen door planologische maatregelen om overbodige nieuwe aanleg te voorkomen, vastgelegd in bijvoorbeeld afspraken in een streekagenda.’ (citaat) Wij zetten in op verhoging van de kwaliteit en het effectief benutten van bestaande bedrijventerreinen (zie 9.2.). Daartoe willen we ook meer samenwerking tussen gemeenten over de aanleg en uitgifte van nieuwe terreinen. Energie Wij gaan over op duurzame hernieuwbare energie. Onderdeel van deze overgang is de energiemix, waar windmolens op zee en op land deel van uitmaken. We willen meer opbrengst met minder nieuwe windmolens, geclusterd en geconcentreerd op slechts enkele locaties in de provincie waar voldoende ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden zijn. Het opruimen van oude, weinig renderende molens is - ook bij rijksprojecten van 100MW en meer - een voorwaarde voor plaatsing van nieuwe windmolens. De huidige windmoleneigenaren krijgen de mogelijkheid hierin te participeren.
Wat gaan we daarvoor doen in 2012? Eind 2011 wordt u nieuw beleid voor windenergie ter vaststelling voorgelegd in de vorm van een structuurvisie windenergie. In het Coalitieakkoord is aangegeven dat we meer opbrengst willen met minder molens, geclusterd en geconcentreerd op slechts enkele locaties in de provincie waar voldoende ruimtelijke ontwikkelingsmogelijkheden zijn. Een windmolenpark bij de Afsluitdijk moet het grootste deel van de Friese ambitie realiseren. Daarnaast verrijzen er vanuit Flevoland in het Friese deel van het IJsselmeer windmolens. Tot slot bieden wij ruimte voor een ‘opschalingscluster’ op de kop van de Afsluitdijk en bij de grootschalige infrastructuur van het klaverblad bij Heerenveen. De overige gebieden sluiten wij uit van nieuwe windmolens.
129
Vanuit onze verantwoordelijkheid als regionaal regisseur van de beweging ‘Fan Mear nei Better’ sturen wij waar nodig beleidsinhoudelijk op de gevolgen van demografische veranderingen. O.a. door regionale programma-afspraken te maken over woningbouw (zie 9.3.) en bedrijventerreinen met gemeenten in regionale samenwerkingsverbanden. De tussentijdse evaluatie van het Streekplan wordt u voor de zomervakantie van 2012 aangeboden. Hierbij betrekken wij ook de ervaringen met de verordening Romte Fryslân en de lopende samenwerkingssporen met gemeenten. Daarnaast brengen wij de vooren nadelen van een provinciaal omgevingsplan in beeld. Wij coördineren samen met de partners het waddenbeleid en de waddengerelateerde programma’s en projecten (waddenfonds, kennis voor klimaat deltaprogramma waddengebied en Afsluitdijk), incl. de ondersteuning van de regisseur waddenfonds en internationaal (die worden ingevuld vanuit Fryslân) Wij leveren provinciale inbreng in SNN, IPO en diverse Rijksprojecten, zoals 380 kVhoogspanninglijn, rijksstructuurvisie voor de diepe ondergrond, gasleiding EemshavenRandstad en windpark Noordoostpolder. Het Aanvalsplan bedrijventerreinen (de hoofdlijnen) heeft u ter kennisneming ontvangen (juni 2010). Dit provinciale plan herstructurering bedrijventerreinen 2010–2013 wordt samen met de gemeenten verder uitgewerkt en verbreed tot Regionale Bedrijventerreinenplannen. Daarin is de programmatische opgave voor herstructurering en de tot 2010 nog noodzakelijke aanleg van nieuwe bedrijventerreinen aan elkaar verbonden, met toepassing van de zgn. SER-ladder Wij ondersteunen de gemeenten bij dit proces om tot regionale samenwerking te komen, niet alleen op het punt van programmering, maar ook qua uitgifte en grondprijsberekening. Samen met de vier regio’s doen wij daartoe een verkenning. (Prestatie)indicatoren Onderwerp Bevolkingsontwikkeling Windenergie Herstructurering woningvoorraad Streekplan Fryslân 2007
Indicator Menukaart krimp Structuurvisie windenergie aanvalsplan Tussentijdse evaluatie
Nulmeting Eind 2011 naar PS
Streefwaarden 2012 Begin 2012 naar PS e 1 helft 2012 naar PS Voor zomer 2012 naar PS
Wat mag het kosten? S/T Bedragen x € 1.000
Baten Bestaand beleid - structureel - tijdelijk Totaal Baten Lasten Bestaand beleid - structureel - tijdelijk Totaal Lasten Baten – Lasten
Realisatie Begroting Begroting Begroting 2010 2011 2012 2013
Begroting Begroting 2014 2015
754 74 829
607 0 607
581 0 581
581 0 581
581 0 581
581 0 581
1.629 352 1.981 -1.153
1.551 11 1.562 -955
1.521 50 1.571 -989
1.506 0 1.506 -924
1.470 0 1.470 -889
1.481 0 1.481 -900
130
Beleidsveld 9.2
Realiseren ruimtelijke ontwikkelingen
Wat willen we bereiken? Centraal uitgangspunt is dat beleidsontwikkeling ten dienste staat van beleidsrealisatie. Dat kan door doorwerking van het provinciaal ruimtelijk beleid in gemeentelijke ruimtelijke plannen en door zelf als provincie de regie voor de uitvoering op te pakken. Het streekplanbeleid wordt uitgevoerd in overeenstemming met de Uitvoeringsagenda Streekplan 2011 -2014. Daarbij verloopt uitvoering van ruimtelijk beleid door de provincie zelf via meerdere sporen, programma’s en projecten die binnen de overige beleidsprogramma’s vanuit de provincie worden geprogrammeerd, zoals bijvoorbeeld landinrichting via het pMJP, het Friese merenproject of het PVVP. Ter uitvoering van de beleidsagenda is de focus in realisatie van beleid in belangrijke mate mede gericht op demografische ontwikkelingen. Bestaande instrumenten en inzet van middelen worden daarop mede gericht (‘krimpproof’). Resultaat uit Uitvoeringsprogramma 2011-2015: bestaande bedrijventerreinen zijn verbeterd (en er zijn nauwelijks nieuwe bedrijventerreinen aangelegd). Wij zetten in op verhoging van de kwaliteit en het effectief benutten van bestaande bedrijventerreinen. Daartoe wordt een deel van de bestaande voorraad bedrijventerreinen geherstructureerd. Dat kan alleen als de toevoeging van nieuwe terreinen beperkt blijft. Zie 9.1.
Wat gaan we daarvoor doen in 2012? Wij blijven ontwikkelingsgericht werken en inzetten op proactieve advisering aan gemeenten en initiatiefnemers door informeel vooroverleg. Gemeenten en initiatiefnemers worden uitgenodigd in een zo vroeg mogelijk stadium plannen en projecten voor te leggen aan de provincie. Bij het beoordelen van gemeentelijke bestemmingsplannen en projecten worden de instrumenten die de Wet ruimtelijke ordening biedt ingezet. Naast de provinciale Verordening Romte Fryslân zijn dat vooroverleg, zienswijze en/of reactieve aanwijzing. Nieuw is de procedure van het verlenen van ontheffing van de provinciale Verordening Romte voor onvoorzienbare initiatieven die op zich in strijd zijn met de basisregels, maar als uitzondering op die regel toch voldoende kwaliteit en maatschappelijke meerwaarde hebben. De uitvoeringsagenda Streekplan 2011–2014 wordt de komende jaren uitgevoerd. Een belangrijk onderdeel van de uitvoering van het Streekplan is het Programma Ruimtelijke Kwaliteit. Dit programma zet in op het stimuleren van (meer) aandacht voor ruimtelijke kwaliteit via het Atelier Fryslân, een onafhankelijke werkplaats voor ruimtelijke kwaliteit en een provinciaal kwaliteitsteam dat proactief adviseert over gemeentelijke initiatieven en provinciale projecten zoals gebiedsontwikkeling, infrastructuurprojecten, etc. Een stimulerende rol vervullen bij de implementatie van de werkwijze van De Nije Pleats (schaalvergroting in de landbouw) in bestaande structuren in gemeenten en bij andere organisaties. Wij verwachten dat deze implementatie in 2011 is afgerond en dat gemeenten vanaf 2012 de nieuwe werkwijze integraal hebben overgenomen.
131
Binnen het kader van de Landbouwnota worden de ontwikkelingen in de intensieve veehouderij en de zeer grootschalige melkveehouderij tegen het licht gehouden. In het najaar van 2011 verwachten wij meer duidelijkheid te kunnen geven over de heroverweging van het provinciale beleid voor de intensieve veehouderij en de zeer grootschalige melkveehouderij. Hierbij houden wij rekening met de rijksvisie op megastallen en met de resultaten van de brede maatschappelijke discussie. Vanuit het oogpunt van ruimtelijke kwaliteit worden pilots uitgevoerd voor de landschappelijke inpassing van bedrijventerreinen. Wij nemen onze verantwoordelijkheid als regionale regisseur van de beweging ‘Fan Mear nei Better’ waarin alle betrokken partijen samenwerken. Concreet betekent dit dat wij inzetten op bewustwording, ondersteuning van intergemeentelijke en regionale samenwerking bij de aanpak. We ontwikkelen een Menukaart waarop staat wat de provincie aan ondersteuning kan bieden aan initiatieven van anderen. We monitoren de resultaten van de Beleidsopgave. Het beleid wordt ‘krimpproof’ gemaakt door bijvoorbeeld te zoeken naar slimme vervoersoplossingen: zorg op maat, digitale loketten, etc. In juni 2010 heeft u het Aanvalsplan bedrijventerreinen ter kennisneming ontvangen. Dit provinciale plan herstructurering bedrijventerreinen 2010–2013 wordt samen met de gemeenten verder uitgewerkt in vier regionale bedrijventerreinenplannen. Voor de uitvoering van de herstructureringsgsopgave die in deze vier regionale plannen ligt besloten heeft het Rijk (op basis van het convenant herstructurering bedrijventerreinen tussen Rijk, IPO en VNG) € 5,2 miljoen beschikbaar gesteld. Voorwaarde is dat de provincie eenzelfde bedrag beschikbaar stelt. Vanaf 2009 hebben wij al vijf ton beschikbaar gesteld voor herstructureringsprojecten. Dit betekent dat er nog ca. € 4,7 miljoen aan provinciale middelen nodig zijn. In ons uitvoeringsprogramma hebben wij aangegeven de REP-middelen hiervoor te willen inzetten. Hierover zullen wij een afzonderlijk voorstel aan u voorleggen. Voor de gebiedsontwikkeling Nieuw Stroomland hebben de drie betrokken gemeenten (Leeuwarden, Menaldumadiel en Littenseradiel) begin 2011 een intergemeentelijke structuurvisie vastgesteld, die met regie van de provincie tot stand gekomen is. De provinciale inzet wordt in 2012 voortgezet om de keten van duurzaamheid verder in te vullen en om te bemiddelen bij eventuele bovengemeentelijke knelpunten. (Prestatie)indicatoren Onderwerp Indicator Nije Pleats Implementatie van werkwijze Schaalvergroting Landbouw Landschappelijke inpassing bedrijventerreinen
Heroverweging beleid intensive veehouderij en zeer grootschalige melkveehouderij. uitvoeren 3 pilots
Streefwaarde 2012 Overgedragen aan gemeenten voor januari 2012. Discussie najaar 2011 en besluitvorming e 1 helft 2012 In de loop van 2012, uitvoering is aan gemeenten.
Voorstellen uit Uitvoeringsprogramma 2011-2015: WRO-zaken, incl. windenergie Voor meerdere onderwerpen stellen wij de komende jaren een structuurvisie, waaronder mogelijk een Provinciaal OmgevingsPlan. Bij een structuurvisie hoort ook het maken van en plan-MER. Op korte termijn is dat al aan de orde voor de structuurvisie windenergie. Daarnaast zijn er voor ruimtelijke plannen activiteiten nodig zoals onderzoeken, evaluaties, informerende bijeenkomsten, digitalisering, juridisch advies, etc. Om slagvaardig op dergelijke ontwikkelingen in te kunnen spelen stellen wij voor hiervoor een structureel bedrag van € 100.000 in de begroting op te nemen. Zie onderstaande tabel. Demografische ontwikkelingen Voor demografische ontwikkelingen (krimp) is in het Uitvoeringsprogramma voor de periode 2012-2015 een jaarlijks bedrag van €500.000 opgenomen om de regietaken van de provincie te intensiveren. Dit betreft het faciliteren van de samenwerking met alle partners, het organi-
132
seren van activiteiten, het ondersteunen van kennisontwikkeling en het ondersteunen van initiatieven van derden door middel van pilots. Voorgesteld wordt deze middelen in de Begroting op te nemen. Zie onderstaande tabel. Ruimtelijke kwaliteit / uitvoeringsagenda Streekplan 2011-2014 Na 2012 neemt het budget voor het programma ruimtelijke kwaliteit af tot ongeveer zeven ton op jaarbasis. Bij de vaststelling van de Uitvoeringsagenda Streekplan, inclusief het programma ruimtelijke kwaliteit (januari 2011) heeft u besloten dat het Atelier Fryslân in oktober 2012 afgebouwd wordt. Het beschikbare budget wordt voornamelijk ingezet voor het aanjagen van ruimtelijke kwaliteit (procesgeld). Aan fysieke maatregelen wordt zeer beperkt bijgedragen en alleen in de vorm van pilots, waarbij het gaat om het opdoen van ervaring samen met andere partijen in concrete projecten. Voorgesteld wordt hiervoor, voor de jaren 2014 en 2015, een jaarlijks bedrag van € 700.000 uit te trekken, waarvan specifiek €250.000 voor ruimtelijke kwaliteit. Zie onderstaande tabel.
Wat mag het kosten? S/T Bedragen x € 1.000
Baten Bestaand beleid - tijdelijk Totaal Baten Lasten Bestaand beleid - structureel - tijdelijk Nieuw beleid - WRO zaken, inclusief windenergie - Demografische ontwikkelingen - Ruimtelijke kwaliteit - Uitvoeringsagenda Streekplan Totaal Lasten Baten – Lasten
Beleidsveld 9.3
S T T T
Realisatie Begroting Begroting Begroting 2010 2011 2012 2013
Begroting Begroting 2014 2015
36 36
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
1.272 1.952
1.288 1.819
1.267 1.436
1.243 775
1.186 0
1.204 0
0 0 0 0 3.224 -3.188
0 0 0 0 3.107 -3.107
100 500 0 0 3.302 -3.302
100 500 0 0 2.618 -2.618
100 500 250 450 2.486 -2.486
100 500 250 450 2.504 -2.504
Wonen
Wat willen we bereiken? Een voldoende gevarieerd aanbod van woningen voor iedereen en het voorkomen van leegstand en verpaupering. Voor de verschillende doelgroepen zijn in Fryslân kwalitatief goede, betaalbare en energiezuinige woningen beschikbaar. In relatie tot het mooi houden van Fryslân en om de gevolgen van demografische ontwikkelingen met name op het platteland in goede banen te leiden is de kwaliteit van wonen van groot belang. Ook hier gaat het zowel om woningen als de woonomgeving. Op het stimuleren van die kwaliteit, specifiek op het herstructureren van de woningvoorraad, inclusief duurzaamheid, zetten wij de komende jaren zwaar in. In het Coalitieakkoord hebben wij daarom het volgende geformuleerd: ‘We willen onze regisseurrol ten aanzien van de omvang van woningbouw uitbreiden naar meer aandacht voor de kwaliteit hiervan. Omdat ook in Fryslân het aantal senioren toeneemt zullen wij krachtig het zogenoemde levensloopbestendig of leeftijdsbewust bouwen stimuleren. Bij ouderenhuisvesting zal de relatie met zorg- en welzijnsvoorzieningen een belangrijk aandachtspunt zijn. Ook streven we naar de
133
bouw van flexibele mantelzorgwoningen. Er zal een transformatie en verbetering van de bestaande woningvoorraad nodig zijn, waarbij maatwerk in de (toekomstige) woningvoorraad vereist is, met ook speciale aandacht voor de toegang van jongeren tot de woningmarkt. We zullen hierop in de woningbouwafspraken met gemeenten meer het accent leggen. Ook zullen we ons sterk blijven maken voor duurzame woningbouw (onder andere via het 100.000 woningen plan). De transformatie en verbetering van de bestaande woningvoorraad is ook een speerpunt van het provinciale integrale stedelijk vernieuwingsbeleid (ISV).’ Resultaat uit Uitvoeringsprogramma 2011-2015: er zijn forse stappen gezet in de verbetering en verduurzaming van de bestaande woningvoorraad. ‘Om Fryslân te wapenen tegen de ingrijpende demografische ontwikkelingen van de komende jaren gaan we stevig investeren in mooie en leefbare dorpen en wijken. Deze investering is bedoeld om het woningenbestand in Fryslân mooier en bij de tijd (want duurzamer) te maken. We gaan samen met woningbouwcorporaties en gemeenten investeren in herstructurering van bestaande woningen (energiezuinig maken en opknappen) en van de woonomgeving. Deze investering kent een korte en lange termijn component. Op de korte termijn tot en met 2015 sluiten we aan bij de bestaande rijksmiddelen voor ISV en het 100.000 woningenplan. De extra benodigde provinciale investeringen regelen we via de begrotingsmiddelen. Gemeenten en corporaties werken pas meerjarenprogramma’s uit - samen met de provincie - als een langjarig vooruitzicht op middelen te bieden is. Een dergelijk proces heeft enige jaren nodig om goed op gang te komen. Dit terwijl na 2014 de ISV middelen die het rijk ter beschikking stelt geheel wegvallen. Daarom gaan we samen met corporaties en gemeenten de herstructureringsopgave voor de lange termijn (t/m 2022) nader in beeld brengen. Vervolgens verschaffen we langjarige financiering vanuit een nieuw provinciaal Stimuleringsfonds bestaand stedelijk gebied. We regisseren, stimuleren en faciliteren de ontwikkeling en uitvoering van plannen door gemeenten, corporaties en anderen. Deze actieve rol werken wij uit in het Aanvalplan herstructurering woningvoorraad. We stimuleren dat in projecten waarin: naast corporatiewoningen ook herstructurering van particuliere woningen plaatsvindt. de energie-index van bestaande woningen met minimaal twee stappen verbetert. tegelijk de woon- en leefomgeving opknapt en kansen voor hergebruik van leegstaande panden en vrijkomende locaties door transformatie toenemen. sanering van milieuhinderlijke bedrijven, bodemverontreiniging en verkeerslawaai plaatsvindt. de cultuurhistorische aspecten van wederopbouwwijken meewegen. Dit moet ertoe leiden dat 20.00 tot 30.000 woningen in 2030 zijn verbeterd, vervangen of gesloopt. Hier behoort ook het integraal opknappen van de woonomgeving. De woningen en hun omgeving zijn comfortabel, energiezuinig, schoon en veilig, sluiten aan op de woonbehoefte en hebben ruimtelijke kwaliteit.’ (citaat)
134
Effectindicator uit Uitvoeringsprogramma 2011-2015 Indicator Waardering van de Friezen voor hun woningen en woonomgeving, inclusief voorzieningen
Te meten eenheid+nulmeting Tevredenheid woning: 92% (zeer) tevreden 5% Neutraal 3% (zeer) ontevreden Tevredenheid woonomgeving: 87% (zeer) tevreden 9% Neutraal 5% (zeer) ontevreden Rapportcijfer: - woonomgeving: 7,6 - leefbaarheid: 7.5 - veiligheid: 7,3
Peiljaar/bron 2009/ WoON
2009/ WoON
2010/ WoON
Toelichting In 2012 wordt een nulmeting gedaan. Dit wordt gekoppeld aan de invulling van het aanvalsplan dat we samen met woningbouwcorporaties en gemeenten maken.
Wat gaan we daarvoor doen in 2012? Op basis van geactualiseerde bevolkingsprognoses en monitoring van de woningbouwproductie evalueren we de woningbouwafspraken voor de periode 2008 tot en met 2015 en gaan we na of de woningbouwafspraken met gemeenten op regionaal niveau geactualiseerd moeten worden. Ter voorkoming van een overschot of tekort aan woningen worden zo nodig nieuwe afspraken voorbereid. Om te bevorderen dat voldoende woningen van de juiste kwaliteit en in de juiste prijsklasse gebouwd worden stimuleren wij dat gemeenten woonvisies in regionaal verband opstellen en actualiseren. Daarnaast beoordelen we gemeentelijke woonplannen en adviseren we over initiatieven van derden. Om de ontwikkelingen op de woningmarkt vanuit verschillende invalshoeken goed te volgen voeren wij overleg in diverse verbanden zoals Wenjen Oerlis Fryslân, VFG verband en stadsregio Leeuwarden. Daarnaast dragen we bij aan bestuurlijke overleggen, studiedagen en symposia. Samen met betrokken partijen in de regio’s werken we aan en geven we invulling aan het aanvalsplan herstructurering woningvoorraad. Op basis daarvan ontwikkelen we financieringsvoorstellen voor het langjarig stimuleren en aanjagen van de herstructurering van woningen en woonomgeving na 2014. Ook in 2012 blijven we inzetten op het betaalbaar en het energiezuinig maken van woningen door het 100.000-woningenplan uit te voeren (onderdeel programma duurzame energie) in samenhang met het aanvalsplan herstructurering naoorlogse woningvoorraad. Daarbij ligt het accent op de bestaande bouw. Tot en met 2014 worden de ISV-3 middelen ingezet worden herstructurering van de bestaande woningvoorraad. De criteria (verordening ISV 3) worden aangescherpt. Duurzame energie en de veranderende bevolkingsontwikkeling (vergrijzing en krimp) gaan zwaarder wegen. Vooruitlopend hierop hebben we besloten aan de programmagemeenten Heerenveen, Sneek, Harlingen, Dongeradeel en Smallingerland een vergelijkbaar budgetdeel als in de afgelopen ISV 2 periode beschikbaar te stellen. We subsidiëren collectief particulier opdrachtgeverschap, waarmee groepen van particulieren (als rechtspersoon) in staat worden gesteld hun eigen bouwlocatie naar eigen wens te ontwikkelen. We houden toezicht op de huisvesting van statushouders door de gemeenten en rapporteren hierover twee keer per jaar aan het ministerie van VROM. De nog lopende (al geselecteerde of genomineerde) projecten in het kader van de pilots landelijk wonen worden afgerond (conform streekplan 2007). Er worden geen mogelijkheden geboden om nieuwe projecten in te dienen
135
Ter uitvoering van een initiatiefvoorstel vanuit uw Staten werken wij een regeling uit voor het beschikbaar stellen van laagrentende leningen, via de SVn, aan eigenaar-bewoners voor het herstel van funderingen van woningen met een WOZ waarde drager dan € 236.607. Dit betreft woningen die voor 1992 door de huidige eigenaar-bewoner in eigendom is verkregen. (Prestatie)indicatoren Onderwerp Woningbouwafspraken Aanvalsplan herstructurering woningvoorraad Regeling funderingsherstel
Indicator Evaluatie Uitwerken aanvalsplan in programma en financieringsvoorstel Openstellen regeling
Streefwaarde Voor de zomer van 2012 Eind 2012 1 -1- 2012
Voorstel uit Uitvoeringsprogramma 2011-2015: herstructurering woningvoorraad t/m 2015 Wij geven met alle betrokken partijen in de regio’s invulling aan het aanvalsplan herstructurering naoorlogse woningvoorraad. Dit aanvalsplan is gericht op duurzame en energiezuinige herstructurering van de woningvoorraad over een langjarige periode. De intentie is dat de provincie hiervoor middelen inzet ter vervanging van de na 2014 wegvallende ISVmiddelen. Vanuit een provinciaal Stimuleringsbudget bestaand stedelijk gebied stimuleren wij de herstructurering van woningen en woonomgeving. De hiervoor benodigde provinciale middelen willen we zoveel mogelijk regionaal inzetten. Vanaf 2013 nemen de middelen voor het 100.000-woningenplan af omdat dan niet meer geput kan worden uit het Noordelijk Energiebesparingfonds dat onder ander gevuld is door EFRO-middelen. Voorgesteld wordt voor de periode 2014 en 2015 een jaarlijks bedrag € 700.000 uit te trekken voor het energiezuinig maken van woningen. Dit als aanvulling op de ISV-middelen. Zie onderstaande tabel. Dit bedrag is gelijk aan wat wij als provincie in de periode 2010 t/m 2012 aan provinciale middelen hebben ingezet in het Noordelijk energiebesparingfonds als onderdeel van het Noordelijk energieakkoord. Voor herstructurering van de woningbouw worden in eerste instantie de tot 2015 door het Rijk beschikbaar gestelde (gedecentraliseerde) ISV-3 middelen ingezet, aangevuld met de middelen die beschikbaar zijn voor het 100.000-woningenplan. De opgebouwde rente middelen in de voorzieningen SDV en ISV 1 en 2 willen we vanaf 2014 inzetten, wanneer de ISVmiddelen vervallen. Daarnaast zetten wij in op een langjarige financiering zodat gemeenten weten waar ze aan toe zijn. In ons Coalitieakkoord hebben wij een Stimuleringsbudget bestaand stedelijk gebied (dekking uit Nuon-middelen) aangekondigd. Hierover zullen wij u ter zijner tijd een afzonderlijk voorstel voorleggen.
Wat mag het kosten? S/T Bedragen x € 1.000
Baten Bestaand beleid - structureel - tijdelijk Totaal Baten Lasten Bestaand beleid - structureel - tijdelijk Nieuw beleid - herstructurering woningvoorraad t/m 2015 Totaal Lasten Baten – Lasten
T
Realisatie Begroting Begroting Begroting 2010 2011 2012 2013
Begroting Begroting 2014 2015
1.999 0 1.999
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
3.301 831
1.189 1.063
1.323 1.905
1.312 155
1.285 20
1.293 7
0
0
0
0
700
700
4.132 -2.133
2.252 -2.252
3.227 -3.227
1.466 -1.466
2.004 -2.004
1.999 -1.999
136
1.10 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Portefeuillehouder: J.A. de Vries
Baten en Lasten Bedragen x € 1.000
- Baten 10.1 Provinciefonds 10.2 Opcenten motorrijtuigenbelasting 10.3 Dividenden 10.4 Financieringsrente 10.5 BTW-compensatiefonds 10.6 Interne financiering 10.7 Overige algemene dekkingsmiddelen Totaal Baten Lasten 10.1 Provinciefonds 10.2 Opcenten motorrijtuigenbelasting 10.3 Dividenden 10.4 Financieringsrente 10.5 BTW-compensatiefonds 10.6 Interne financiering 10.7 Overige algemene dekkingsmiddelen Totaal Lasten Baten - Lasten
Realisatie Begroting Begroting 2010 2011 2012
Begroting Begroting Begroting 2013 2014 2015
132.638 56.641 35.896 3.331 132 11.210 401 240.250
101.110 57.661 43.671 2.990 49 15.537 5.953 226.971
94.823 61.044 40.781 2.990 49 11.157 501 211.344
94.714 62.948 42.064 2.990 49 13.551 1 216.317
94.271 64.136 55.456 2.990 49 13.802 1 230.703
85.470 65.272 58.449 2.990 49 9.897 1 222.126
0 0 188 4.076 2 0 12.037 16.303 223.947
0 0 189 5.114 0 0 44.133 49.436 177.535
0 0 0 3.791 0 0 18.906 22.697 188.647
0 0 0 3.886 0 0 15.108 18.994 197.322
0 0 0 4.041 0 0 18.466 22.507 208.196
0 0 0 4.029 0 0 12.503 16.531 205.595
Onvoorzien Bedragen x € 1.000
Baten Onvoorzien Totaal Baten Lasten Onvoorzien Totaal Lasten Baten - Lasten
Realisatie Begroting Begroting 2010 2011 2012
48 48 456 456 -408
137
Begroting Begroting Begroting 2013 2014 2015
10.1
Provinciefonds
De raming van de algemene uitkering uit het provinciefonds is op basis van de meicirculaire 2011 opgesteld. Deze raming bestaat deels uit de eigenlijke algemene uitkering en deels uit zogenoemde decentralisatie-uitkeringen. In onderstaande tabel wordt aangegeven hoe de raming is opgebouwd. Bedragen x € 1.000 Algemene uitkering - huidig jaar - voorgaand jaar Subtotaal algemene uitkering Decentralisatie-uitkeringen: - Cultuurparticipatie - SLOK (Stimulering lokale klimaatinitiatieven) - Bodemsanering - Lokaal emancipatiebeleid - RSP Zuiderzeelijn - ISV (Investeringsbudget stedelijke vernieuwing) - Bedrijventerreinen - Elektrisch varen - Externe veiligheid Subtotaal decentralisatie- uitkeringen Totaal
2011
2012
2013
2014
2015
80.838 -35
84.616
84.801
85.382
85.470
80.803
84.616
84.801
85.382
85.470
434 93 3.657 46 9.862 5.268 0 175
434 0 3.677 0 0 4.080 1.245 0
0 0 3.677 0 0 4.190 1.275 0
0 0 3.677 0 0 3.832 608 0
0 0 0 0 0 0 0 0
771 20.306
771 10.208
771 9.913
771 8.888
0 0
101.110
94.823
94.714
94.271
85.470
In deze circulaire is ook een raming gegeven van het accres van de algemene uitkering in de komende jaren. Deze is in de raming van de algemene uitkering verwerkt. Gezien de berichtgeving dat de rijksbegroting gaat krimpen, maar minder snel in de tijd dan vorig jaar werd verwacht, houden wij nu rekening met een trap op –trap af effect van -2% per jaar in de jaren 2012-2014 (dus oplopend tot 6% totaal). De meicirculaire geeft nog weinig inzicht in de ontwikkeling van het Provinciefonds na 2012 met name voor wat betreft de komende decentralisatie-uitkeringen.
10.2
Opcenten motorrijtuigenbelasting
Het Rijk stelt jaarlijks het maximale niveau van de opcentenheffing vast. Het verschil tussen dit maximale tarief en het feitelijk door de provincie gehanteerde tarief voor de opcenten bepaalt de zogenoemde onbenutte belastingcapaciteit. Voor onze provincie bedraagt de onbenutte belastingcapaciteit in 2012 circa € 26,6 miljoen. Provincies kunnen zelf bepalen in hoeverre zij de vrije capaciteit willen benutten. De opbouw van de opcenten is weergegeven in hoofdstuk 2.1 Paragraaf provinciale heffingen. De raming van de opcenten is gebaseerd op de realisatie van 2010. Daarnaast is rekening gehouden met een groei van het wagenpark in 2011 en 2012 van 0,2%. Vanaf 2013 wordt geen groei meer verwacht.
138
Conform uw voorlopig besluit, om voor de dekking van de afschrijvingskosten van de Centrale As de opcenten te verhogen met 4 punten, is voor het jaar 2014 en 2015 rekening gehouden met een verhoging van 2 punten per jaar.
10.3
Dividenden
De provincie Fryslân neemt deel in het aandelenkapitaal van: - Nuon-reserve (incl. Alliander) - Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) - Nederlandse WaterschapsBank (NWB) - Vitens De baten uit de Nuon-reserve en Alliander worden in totaal geraamd op € 40.6 miljoen. In de paragraaf Reserve Nuon-middelen wordt dit bedrag nader gespecificeerd. Het dividend voor de BNG is geraamd op € 107.000 voor de NWB € 34.000 per jaar.
10.4
Financieringsrente
De rentelasten en –baten in verband met de financiering van de provinciale uitgaven bedragen in 2012: Rentelasten kort € 755.700 Rentelasten lang Fonds nazorg stortplaatsen € 494.300 Rentebaten van verstrekte geldleningen € 2.989.600 Doorbelasting van verstrekte geldleningen € 2.541.000 In de paragraaf Financiering wordt dit nader onderbouwd en wordt de meerjarenopbouw weergegeven.
10.5
BTW-compensatiefonds
In de Begroting is een structurele bate van € 48.950 geraamd in verband met de compensabele BTW in het onderdeel goederen en diensten bij het grondwaterplan. Aangezien we hiervoor leges heffen is dit onderdeel niet meegenomen in de nettering van de doeluitkeringen door het Rijk. 10.6
Interne financiering
Conform de Nota Uitvoering begroting (december 2009) wordt aan de lopende investeringsprojecten bouwrente toegerekend. Daarnaast wordt rente toegerekend aan de natuurgronden welke in bezit zijn van de provincie.
139
10.7
Overige algemene dekkingsmiddelen
Voorstel uit Uitvoeringsprogramma 2011-2015: bezuiniging subsidiebeleid Om de structurele lasten die voortvloeien uit het Uitvoeringsprogramma te dekken, is met ingang van 2013 een bezuiniging subsidiebeleid opgenomen. Bij de Kadernota 2013 zal de concrete uitwerking van deze bezuiniging meegenomen worden. In onderstaand overzicht is een specificatie van de overige algemene dekkingsmiddelen opgenomen. Bedragen x € 1.000
-
Baten - Stelpost onderbesteding - Mutaties kostenplaatsen via reserves - Rente geldleningen voormalig personeel Totaal Baten Lasten - Mutaties kostenplaatsen via reserves - Voormalig personeel - Bijdrage rijksagenda - Voorwaardelijke budgetten PS: Milieubeleidsplan Implementatie WABO Cofinanciering Pieken in de Delta Sportstad Heerenveen Afsluitdijk Watertechnologie Fryske Akademy RSP/REP rijksbijdrage RSP/REP (NUON) UCF - Voorwaardelijk budgetten GS: ISV Externe veiligheid Bedrijventerreinen Elektrisch varen - Stelposten Loon- en prijsstijging - Nieuw beleid Bezuiniging subsidiebeleid Totaal Lasten Baten - Lasten
Begroting 2011
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
114 5.839 1 5.953
0 500 1 501
0 0 1 1
0 0 1 1
0 0 1 1
9.440 700 15.500
3.902 700 0
695 700 0
0 700 0
0 700 0
0 750 1.000 140 0 0 2.330 4.980 1.075 0
0 1.275 1.100 200 200 200 0 0 3.274 0
0 0 1.600 200 0 200 0 0 3.324 0
548 0 1.600 200 0 200 0 0 3.375 3.100
548 0 0 0 0 0 0 0 3.427 3.000
5.268 771 1.693 350
4.080 771 1.245 0
4.190 771 1.275 0
3.832 771 608 0
0 0 0 0
136
1.960
3.152
4.532
5.829
0 44.133 -38.180
0 18.906 -18.405
-1.000 15.108 -15.107
-1.000 18.466 -18.465
-1.000 12.503 -12.502
De mutaties kostenplaatsen via reserves hebben met name betrekking op wijzigingen in de reserve ver-/nieuwbouw provinciehuis. Deze wijzigingen moeten via de exploitatie zichtbaar gemaakt worden. Het betreft reeds door uw Staten vastgestelde wijzigingen. De voorwaardelijke budgetten Provinciale Staten betreffen de budgetten welke bij de Begroting 2010 en 2011 nog niet zijn vrijgegeven. In alle gevallen zal een afzonderlijk verzoek tot vrijgeven van deze budgetten aan uw Staten worden voorgelegd. De voorwaardelijke budgetten Gedeputeerde Staten betreffen de nieuwe decentralisatieuitkeringen die op basis van de meicirculaire zijn toegevoegd aan het Provinciefonds en pas op basis van een bestedingsplan worden vrijgegeven voor besteding. De stelpost loon- en prijsstijging is gebaseerd op de percentages die in de meicirculaire zijn opgenomen. Het betreft hier alleen de loon- en prijsstijging voor provinciaal bestuur,
140
subsidies en goederen/diensten. Deze stijging zal nog aan de afzonderlijke budgetten worden toegerekend. De overige loon- en prijsstijging, waaronder die voor salarissen, is opgenomen bij het onderdeel bedrijfvoeringskosten.
10.8
Onvoorzien
In 2010 was incidenteel een post opgenomen voor de bijdrage van derden in de Leaderprojecten welke abusievelijk bij de jaarovergang van de tijdelijke budgetten was vrijgevallen.
141
142
2. Paragrafen Introductie op de paragrafen In de paragrafen worden de uitgangspunten van beheersmatige activiteiten behandeld die van belang zijn voor de realisatie van de beleidsprogramma’s of voor het inzicht in de financiële positie van de provincie. De paragrafen geven als het ware vanuit specifieke beheersmatige invalshoeken een dwarsdoorsnede van de beleidsprogramma’s. Het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) schrijft de volgende paragrafen voor: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Provinciale heffingen Weerstandsvermogen Onderhoud kapitaalgoederen Financiering Verbonden partijen Grondbeleid Bedrijfsvoering
Daarnaast schrijft onze Financiële verordening 2010 nog drie aanvullende paragrafen voor, namelijk: 8. Inhuur derden 9. Handhaving 10. Nuon-middelen Omdat Provinciale Staten hebben aangegeven de inzet van personeel van derden en de inzet van eigen personeel in samenhang te willen beschouwen is in deze Begroting de paragraaf Inhuur derden geïntegreerd in de paragraaf Bedrijfsvoering.
143
144
2.1 Paragraaf 1 – Provinciale heffingen
1.
Inleiding
De provincie kent verschillende bronnen van inkomsten. Eén van die bronnen betreft provinciale heffingen. Hieronder verstaan we, in afnemende volgorde van omvang: 1. opcenten op de motorrijtuigenbelasting (houderschapsbelasting motorvoertuigen); 2. grondwaterbelasting; 3. leges. Deze worden hieronder achtereenvolgens toegelicht. 2.
Opcenten Motorrijtuigenbelasting
Jaarlijks stelt het Rijk het maximaal toegestane niveau van de opcenten op de Motorrijtuigenbelasting vast. Dit wettelijke maximum gaat in op 1 april van het volgende belastingjaar. Het verschil tussen dit maximaal mogelijke tarief en het feitelijk door de provincie gehanteerde tarief voor de opcenten bepaalt de zogenoemde vrije ruimte, ofwel de onbenutte (belasting)capaciteit die de provincie heeft tot verhoging van haar inkomsten. Ontwikkeling heffing opcenten motorrijtuigenbelasting in punten Heffing voorgaand jaar
2010
2011
2012
2013
2014
2015
80,4
81,7
83,0
84,9
86,5
90,1
Jaarlijkse inflatiecorrectie (Decembernota 2003) Centrale As (nog te bevestigen) Totaal heffing
1,3
1,3
1,9
1,7
1,6
1,5
81,7
83,0
84,9
86,5
2,0 90,1
2,0 93,7
Wettelijk maximum
116,7
119,4
123,0
n.n.b.
n.n.b.
n.n.b.
n.n.b.= nog niet bekend
De jaarlijkse indexering vindt plaats op basis van het de in de septembercirculaire Provinciefonds opgenomen inflatiepercentage. Conform het eerdere besluit van uw Staten hebben wij een voorwaardelijke verhoging van de opcenten met 4 punten opgenomen ter dekking van de afschrijvingslasten van de Centrale As. In verband met vertraging in het project is de opcentenverhoging in plaats van 2012 nu in de jaren 2014/2015 opgenomen. Te zijner tijd wordt het voorstel tot verhoging ter vaststelling aan uw Staten voorgelegd. In onderstaande grafiek is dit weergegeven, evenals het gemiddelde niveau van de opcenten van alle provincies. Wij zitten iets hoger dan het landelijk gemiddelde. Dit heeft te maken met het feit dat niet alle provincies hun opcenten jaarlijks indexeren.
145
Provinciale opcenten 140,0
123
119,4
116,7
120,0
aantal opcenten
100,0
81,7 80,0
78,3
83,0
84,9 79,3
79,8
2011
2012
60,0
40,0
20,0
0,0
jaar 2010
opc. Fryslân
gem. 12 prov
wettelijk toegestaan
Opbrengsten 2011-2015 Op basis van de huidige gegevens en de verwachte groei van het wagenpark in 2011/2012 met 0,2% en daarna met 0% is een raming gemaakt van de verwachte ontwikkeling van de opbrengst opcenten motorrijtuigenbelasting. (bedragen x € 1 miljoen) Opbrengst
2011 57,7
2012 61,0
2013 62,9
2014 64,1
2015 65,3
Onbenutte belastingcapaciteit 2011 en 2012 De onbenutte belastingcapaciteit bedraagt sinds 1 april 2011 36,4 punten (119,4 – 83 punten). Eén punt verhoging komt in 2011 overeen met circa € 697.000. De onbenutte belastingcapaciteit in 2011 bedraagt daarmee naar huidige inzichten ongeveer € 25,4 miljoen. Per 1 april 2012 bedraagt de onbenutte belastingcapaciteit 38,1 punten (123 – 84,9 punten). Eén punt verhoging komt in 2012 overeen met circa € 699.000 per jaar. De onbenutte belastingcapaciteit in 2012 bedraagt daarmee naar huidige inzichten ongeveer € 26,6 miljoen.
146
3.
Grondwaterbelasting
Op het onttrekken van grondwater wordt een heffing geheven. Deze bevoegdheid is toegekend aan de provincies op basis van artikel 48 van de Grondwaterwet. Het Waterschap verzorgt de uitvoering, bij de provincie wordt de opbrengst verantwoord. De wet en de daarop gebaseerde Algemene Maatregel van Bestuur geven nauwkeurig aan waar de opbrengst van de heffing aan mag worden besteed. Dit is beperkt tot onderzoek dat verband houdt met grondwaterbeheer en activiteiten die noodzakelijk zijn om schade als gevolg van grondwaterwinning te kunnen onderzoeken, bepalen, vaststellen en uitbetalen. De provinciale verordening op de heffing en invoering van de grondwaterheffing bepaalt de omvang van de heffing. Deze heffing bedraagt ruim 1,1 eurocent per m³ gewonnen grondwater voor heffingsplichtige ‘onttrekkers’. De baten uit de grondwaterbelasting worden geraamd op circa € 602.000 per jaar. 4.
Leges
In december 2009 hebt u de nota Actualisatie legesverordening vastgesteld. In deze nota is het beleid over de provinciale leges opgenomen. Het beleid is dat bestuursdocumenten, zoals begrotingen en jaarstukken, tot een bepaald maximum gratis beschikbaar zijn. Deze producten staan in rubriek A van de tarieventabel. In rubriek B van de tarieventabel staan de vergunningen en ontheffingen, met uitzondering van de omgevingsvergunningen. De omgevingsvergunningen staan in rubriek C. Uitgangspunt voor de tarieven van deze producten is dat de belanghebbende betaalt. Onderwerp Provinciale vaarwegen Wegen algemeen Grondwaterwet Wet WABO Ontgrondingenwet Wadlopen Totaal
2011
2012
2013
2014
2015
34.500 10.500 13.400 433.000 66.200 11.200 568.800
34.500 10.500 13.400 433.000 66.200 11.200 568.800
34.500 10.500 13.400 433.000 66.200 11.200 568.800
34.500 10.500 13.400 433.000 66.200 11.200 568.800
34.500 10.500 13.400 433.000 66.200 11.200 568.800
147
148
2.2
1.
Paragraaf 2 – Weerstandsvermogen
Inleiding
Het weerstandsvermogen is een maatstaf om te beoordelen of de provincie in staat is om nadelige gevolgen van risico’s op te vangen zonder dat daarbij de continuïteit in de uitvoering van taken in gevaar komt dan wel dat het beleid moet worden gewijzigd. Het weerstandsvermogen is afhankelijk van de benodigde weerstandscapaciteit (de inschatting van kans op en financiële gevolgen van de onderkende risico’s) en de beschikbare weerstandscapaciteit (de middelen die aanwezig zijn om eventuele tegenvallers op te kunnen vangen). In schema is dit als volgt weer te geven: Bekende risico’s
Beschikbare middelen
Benodigde weerstandscapaciteit
Beschikbare weerstandscapaciteit
Weerstandsvermogen
Op 12 november 2008 is de ‘Nota Weerstandsvermogen’ door Provinciale Staten vastgesteld. In deze nota is het beleid rond weerstandsvermogen geformuleerd. De nota geeft de methodiek en berekeningswijze van de afzonderlijke delen van het weerstandsvermogen aan, evenals de norm voor het gewenste niveau van het weerstandsvermogen. Het weerstandsvermogen dient positief te zijn, oftewel de beschikbare weerstandscapaciteit moet minimaal van dezelfde omvang zijn als de benodigde weerstandscapaciteit. De paragraaf Weerstandsvermogen is vanaf de Begroting 2009 conform het nieuwe beleid van deze nota ingericht en geeft vanuit de paragraaf uit het Jaarverslag 2010 een voortschrijdend inzicht in de ontwikkeling van het weerstandsvermogen en de risico’s. In deze paragraaf besteden wij eerst aandacht aan de beschikbare weerstandscapaciteit, gevolgd door de benodigde weerstandscapaciteit. Daarna gaat de paragraaf in op de berekening van het weerstandsvermogen. De paragraaf wordt afgesloten met een overzicht van de risico’s.
149
2.
Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit is de optelsom van alle elementen uit de provinciale financiële huishouding die daadwerkelijk kunnen worden ingezet om niet-begrote kosten te dekken. Elementen uit de provinciale financiële huishouding kunnen alleen tot de weerstandscapaciteit worden gerekend als hierdoor het bestaande beleid niet wordt aangetast. Tevens mag er ook niet al een bestemming aan gegeven zijn. Hiervan uitgaande wordt tot de beschikbare weerstandscapaciteit gerekend: de reserves waar geen claim op rust, ofwel reserves ná verwerking van vastgestelde beleidsverplichtingen stille reserves, echter gelet op de aard van deze reserves worden deze bij voorbaat niet gekwantificeerd maar als p.m.-post opgenomen de onbenutte belastingcapaciteit Het laatste onderdeel wordt vanwege het structurele karakter tweemaal meegeteld in de berekening van de beschikbare weerstandscapaciteit. Tweemaal sluit aan bij de kwantificering van risico’s met structurele gevolgen, conform de ‘nota Weerstandsvermogen’ (zie hieronder). 3.
Benodigde weerstandscapaciteit
De benodigde weerstandscapaciteit is de optelsom van alle risico’s waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Een risico heeft voor de provincie een materiële betekenis indien deze meer bedraagt dan € 45.000. Dit lijkt wellicht voor een organisatie als de provincie laag, maar dit is een bedrag dat gezien moet worden als een grens om een risico te identificeren. Daarmee is het dan ook een bedrag dat iedere provinciale manager als denkbeeldige grens hanteert. De risico’s die relevant zijn voor het bepalen van de benodigde weerstandscapaciteit zijn die risico’s die niet op andere wijze zijn ondervangen. Hiertoe behoren niet de reguliere risico’s ofwel de risico’s die zich regelmatig voordoen en die veelal vrij goed meetbaar zijn. Hiervoor kunnen verzekeringen worden afgesloten of voorzieningen worden gevormd. Ook kunnen met beheersmaatregelen zoals budgetafspraken en versobering van investeringsprojecten bij stijgende prijzen risico’s worden beperkt. Voor de bepaling van de benodigde weerstandscapaciteit is dan ook het netto risico van toepassing, oftewel het risico na aftrek van voorziening, beheersingsmaatregelen, etc. De risico’s voor het bepalen van de benodigde weerstandscapaciteit zijn dikwijls moeilijk te kwantificeren. Om inzicht te hebben in het weerstandsvermogen van de provincie dienen de risico’s wel van een kwantificering te worden voorzien, daarom hebben we een inschatting gemaakt. Zie hiertoe onderdelen 4 en 6 van deze paragraaf. Hierbij moet wel bedacht worden dat het om grove schattingen gaat. Bij het kwantificeren van risico’s wordt onderscheid gemaakt tussen risico’s met eenmalige gevolgen en risico’s met structurele gevolgen. Voor de bepaling van de verwachte impact van een risico met een structureel gevolg wordt een tijdsperspectief aangehouden van twee jaar. Oftewel dit risico wordt vermenigvuldigd met de factor twee. Binnen een reactietijd van twee jaar moet door middel van bijsturen en/of aanpassing van het beleid het risico geminimaliseerd kunnen worden dan wel opgevangen kunnen worden binnen de (reguliere) exploitatie. De verwachte impact van de incidentele en structurele risico’s wordt berekend door het netto risico te vermenigvuldigen met de kansinschatting dat het risico zich zal voordoen. 150
Hieronder volgt een overzicht van de benodigde weerstandscapaciteit. De benodigde weerstandscapaciteit uit de Jaarstukken 2010 is geactualiseerd voor de Begroting 2012. Benodigde weerstandscapaciteit Netto risico (in €)
Omschrijving risico’s Voorbereidingskosten grote projecten Juridische procedures diverse programma’s Nazorg gesloten stortplaatsen Stortplaats Ouwsterhaule Besluit Financiële zekerheid Repressieve handhaving Onvoldoende overheidstoezicht Vergunningverlening en Toezicht Grondwatersanering Heerenveen Leader+ Verstrekte leningen, borgstellingen en deelnemingen
5.500.000 45.715.000 1.029.000 68.000 35.000.000 5.005.000 35.005.000 35.005.000 505.000 1.000.000 950.000
Subtotaal risico’s
kans % 25% 70,68% 1% 1% 2% 2% 4% 1% 1% 5% 1%
Bedrag (in €), afronding op 1.000 tallen Incidenteel Structureel 1.375.000 32.310.000 10.000 1.000 700.000 100.000 1.400.000 350.000 5.000 50.000 10.000 36.311.000
Benodigde weerstandscapaciteit
0
36.311.000
De risico’s worden toegelicht in onderdeel 6. Als er sprake is van mutaties op de gepresenteerde risico’s ten opzichte van de laatstelijk geactualiseerde versie van deze paragraaf in het Jaarverslag 2010, wordt dit in onderdeel 5 toegelicht. 4.
Berekening weerstandsvermogen
Hieronder volgt een overzicht van de beschikbare weerstandscapaciteit gevolgd door een samenvattend overzicht van de kengetallen en de uitkomst van het weerstandsvermogen, inclusief de vergelijking van de benodigde weerstandcapaciteit met de Jaarstukken 2010. Beschikbare weerstandscapaciteit (bedragen X € 1 mln.) Type beschikbare weerstandscapaciteit
31-12-2010 (Jaarstukken 2010)
1-1-2012
8,8 41.1 10,1
8,8 61,3 1,4
1
Reserves (stand gebaseerd op transactiebasis ) Algemene reserve, basisreserve Algemene reserve, vrij aanwendbaar (VAR) Bestemmingsreserves, inclusief bestemmingsreserve aankoop natuurterreinen Rekeningresultaat 2010
22,5 p.m.
Stille reserves
p.m.
Onbenutte belastingcapaciteit (2 x € 26,6 miljoen)
48,6
53,2
Totaal beschikbare weerstandscapaciteit 1 Betreft stand ná verwerking vastgestelde beleidsverplichtingen
151
131,1
124,7
Toelichting onderdelen beschikbare weerstandscapaciteit Reserves Het totaal van de reserves van de provincie Fryslân bedraagt per 1 januari 2012 € 111,6 miljoen. Er rusten op deze reserves echter vastgestelde beleidsverplichtingen: verplichtingen die zijn voorgelegd aan en goedgekeurd door u middels begrotingen en begrotingswijzigingen. Voor de bepaling of de reserves in aanmerking komen voor de beschikbare weerstandscapaciteit dienen deze verplichtingen in mindering te worden gebracht op de stand van de reserve. Daardoor resteert een bedrag € 71,5 miljoen. Deze € 71,5 miljoen bestaat uit de basisreserve ad € 8,8 miljoen, de stand van de VAR van € 61,3 miljoen, de bestemmingsreserves ad € 1,4 miljoen. In Bijlage 5 is een specificatie van de reserves opgenomen Stille reserves Ook stille reserves kunnen worden opgevoerd als een mogelijkheid tot het opvangen van tegenvallers. Ze kunnen slechts deel uitmaken van de beschikbare weerstandscapaciteit als het betreffende activum op korte termijn (binnen 1 jaar) verkoopbaar is én verkoop de taakuitoefening van de provincie niet aantast. Stille reserves zijn de meerwaarden van direct verkoopbare activa, waarvan de verkoopwaarde hoger is dan de boekwaarde. Bij de provincie Fryslân gaat het om een stille reserve op de dienstwoningen en op de deelnemingen. Naast enkele kleine deelnemingen is het aandeelhoudersschap van NUON (via Falcon) onze grootste deelneming. Deze had een zeer forse stille reserve in zich. Met de overname in 2009 van het productie- en leveringsbedrijf van NUON door het Zweedse Vattenfall is dit geen stille reserve meer. Hiermee is een bedrag gemoeid van in totaal € 1.247 miljoen. Dit bedrag wordt via de B.V. Houdstermaatschappij Falcon ontvangen in de periode 2009-2015. De stille reserves worden bij voorbaat niet gekwantificeerd. Mocht de beschikbare weerstandscapaciteit niet toereikend zijn om de risico’s op te vangen worden de stille reserves wél betrokken bij de afweging of de beschikbare weerstandscapaciteit moet worden aangevuld. Onbenutte belastingcapaciteit Jaarlijks stelt het Rijk het maximaal toegestane niveau van de opcenten op de motorrijtuigenbelasting vast. Dit wettelijke maximum gaat in op 1 april van het volgende belastingjaar. Het verschil tussen het maximaal mogelijke tarief en het feitelijk door de provincie gehanteerde tarief voor de opcenten bepaalt de vrije of onbenutte belastingscapaciteit (zie hiervoor ook paragraaf 1 ‘Provinciale heffingen’). Deze onbenutte belastingcapaciteit is structureel, immers ieder jaar doet deze potentiële opbrengst zich in beginsel voor. Dit in tegenstelling tot een reserve, deze is na aanwending verdwenen. Daarom wordt deze opbrengst tweemaal meegesteld voor het bepalen van de beschikbare weerstandscapaciteit. Hieronder volgt een samenvattend overzicht van de kengetallen en de uitkomst van het weerstandsvermogen, inclusief de vergelijking met de Jaarstukken 2010. Weerstandsvermogen bedragen x € 1.000 Benodigde weerstandscapaciteit (A) Beschikbare weerstandscapaciteit (B) Weerstandsvermogen B/A Weerstandsvermogen B – A Weerstandsvermogen, exclusief onbenutte belastingcapaciteit (C) Weerstandsvermogen C/A Weerstandsvermogen C – A
152
Jaarstukken 2010
Begroting 2012
23.091 131.100
36.311 124.700
5,67 108.009
3,43 88.389
82.500 3,57 59.409
71.500 1,97 35.189
Het weerstandsvermogen van de provincie is toereikend, ofwel de beschikbare weerstandscapaciteit is groter dan de benodigde weerstandscapaciteit. De afname van de beschikbare weerstandscapaciteit met € 6,4 miljoen is voornamelijk het gevolg van de volgende ontwikkelingen: de toename van de VAR in verband met de toevoeging van het rekeningresultaat 2010, een hogere onbenutte belastingcapaciteit en een afname van de bestemmingsreserves (zie Bijlage 5 voor een nadere specificatie van de reserves). 5.
Mutaties risico’s op gepresenteerde risico’s in het Jaarverslag 2010
Onderstaand een overzicht van de mutaties op de laatstelijk gepresenteerde risico’s in het Jaarverslag 2010: Vervallen risico’s Onderdeel ‘Juridische procedures’ in: 1. Geschil met fa. Sybranda bezwaarprocedure gladheidsbestrijding. Gewijzigde risico’s 1. Verhoging kanspercentage van 2% naar 4% bij risico’s ‘Onvoldoende overheidstoezicht’. 2. Gevolgen besluitvorming staatssecretaris Bleker inzake ILG-bijdrage van het Rijk. 3. Europese programma’s. Hieronder vindt u een uitgebreide toelichting op de opgenomen risico’s. 6.
De risico’s
Wij sluiten deze paragraaf af met een toelichting van de mogelijke risico´s die wij onderkennen. Per risico geven we, naast een toelichting, het bedrag dat er mee gemoeid is en de kans dat het risico zich gaat voordoen. Zoals eerder is aangegeven betreft het hier grove schattingen. Voor de Begroting 2012 zijn de risico’s uit de Jaarstukken 2010 geactualiseerd naar de huidige stand van zaken. Actuele risico’s Omschrijving Voorbereidingskosten infrastructurele projecten Het gaat hier om het risico dat bij infrastructurele projecten voorbereidingskosten worden gemaakt met de intentie deze te activeren. Echter is het denkbaar dat wel voorbereidingskosten worden gemaakt maar de kosten niet geactiveerd kunnen worden in verband met het uiteindelijk niet doorgaan van een project. De eerder gemaakte voorbereidingskosten zullen in betreffend jaar alsnog in één keer ten laste van de exploitatie moeten worden gebracht. Ondanks dat dit een risico is dat op zich geen extra kosten met zich meebrengt, omdat de kosten uitsluitend naar voren worden gehaald (immers anders via afschrijvingskosten uitgespreid over de jaren), wordt dit risico wel benoemd en gekwantificeerd aangezien de exploitatie in enig jaar zwaar belast kan worden. Juridische procedures Hieronder vallen de nog lopende juridische procedures van derden tegen de provincie.
153
Programma
Bedrag & kanspercentage
Verkeer en Vervoer
min: € 1 miljoen max: € 10 miljoen kans: 25%
Diverse programma’s
€ 45.715.000 kans: 70,68%
Omschrijving
Programma
Bedrag & kanspercentage
Nazorg gesloten stortplaatsen Het belangrijkste risico dat de provincie loopt is het falen van voorzieningen en monitoring in combinatie met bodemverontreiniging. De lang onopgemerkte bodemverontreiniging zou kunnen leiden tot schade bij derden. In verband met dit soort risico’s is de risicovoorziening in het fonds opgenomen. Deze bedraagt ultimo 2010 € 962.408. In de jaarrekening van het fonds nazorg stortplaatsen wordt vermeld dat de gewenste omvang van deze voorziening € 2 miljoen tot € 3 miljoen is. Het resterende risico bedraagt daardoor maximaal tussen de € 1,1 miljoen en € 2,1 miljoen. De kans op het ontstaan van een dergelijke omvangrijke kostenpost is op dit moment nog minimaal.
Milieu
min: € 20.000 max: € 2,038 miljoen
Stortplaats Ouwsterhaule De provincie heeft als partij afval gestort op de voormalige stortplaats Ouwsterhaule. Alle partijen die afval hebben geleverd en/of de stortplaats hebben beheerd participeren in de stichting nazorg Ouwsterhaule. De provincie participeert voor 26% in de stichting. Het risico dat de provincie loopt is het falen van het beheerssysteem opdat er een lekkage in de afdichtingsbodem optreedt.
Milieu
Besluit Financiële Zekerheid De provincie verleent in het kader van de Wabo vergunningen aan onder andere bedrijven die afval bewerken, verwerken en/of opslaan. Vanwege intrekking van het Besluit financiële zekerheid milieubeheer kan de provincie geen dekking meer eisen voor financiële risico’s die voortvloeien uit Wabo-vergunningverlening aan bedrijven.
Milieu
Repressieve handhaving Op grond van een aantal milieuwetten is de provincie verantwoordelijk voor handhaving bij bepaalde categorieën van inrichtingen. Bij deze handhaving is incidenteel bestuursdwang nodig zonder dat financiële verrekening is verzekerd.
Milieu
Onvoldoende overheidstoezicht Sinds de vuurwerkramp in Enschede en de cafébrand te Volendam staat onvoldoende overheidstoezicht in de belangstelling. Ook de strafrechtelijke immuniteit van de overheid staat ter discussie. Thans ligt bij de Eerste Kamer een voorstel om de strafrechtelijke immuniteit van betrokken bestuursorganen en ambtenaren op te heffen. Hoewel bedrijven en saneerders zelf verantwoordelijk zijn en blijven voor het voldoen aan de betreffende milieuregelgeving kan de provincie te maken krijgen met claims uit gesteld onvoldoende toezicht. Uit recente jurisprudentie (22.03.2011 Gerechtshof Den Haag) blijkt dat de overheid aansprakelijk is indien zij in strijd met algemene beginselen van behoorlijk bestuur niet adequaat reageert op aan hen bekende ernstige en acute gevaren. De kans op niet adequaat optreden wordt ingeschat op 4%.
Milieu
Vergunningverlening & Toezicht Bij vergunningverlening bestaan er risico’s dat er onterecht (dan wel onvolledig, niet doelmatig of niet tijdig) vergunningen e.d. (o.a. WABO, ontgrondingen, vuurwerk en luchtvaart) worden
Milieu
Gelet op de onderliggende risico’s komt het risicopercentage uit op gemiddeld afgerond 70,68%
154
kans: 1%
min: € 20.000 max: € 500.000 participatie 26% kans: 1%
min: € 10.000 max: € 70 miljoen kans: 2%
min: € 10.000 max: € 10 miljoen kans: 2%
min: € 10.000 max: € 70 miljoen kans: 4%
min: € 10.000 max: € 70 miljoen kans: 1%
Omschrijving
Programma
Bedrag & kanspercentage
Grondwatersanering Heerenveen Er loopt een procedure - na cassatie en verwijzing door de Hoge Raad - tegen de provincie bij het hof Arnhem. In die procedure stelt een aantal eigenaren van (winkel)panden in Heerenveen zettingsschade te hebben geleden als gevolg van een door de provincie in de jaren 80 tot begin jaren 90 uitgevoerde grondwatersanering in het centrum van Heerenveen. Gevorderd worden o.a. een verklaring voor recht en schadevergoeding, op te maken bij staat. De kwestie is gedekt onder de destijds voor het werk gesloten CAR-verzekering. Deze biedt dekking tot een maximumbedrag van fl 2,5 miljoen (circa € 1,13 miljoen). De procedure loopt al sinds 1992; de rechtbank Leeuwarden heeft destijds de vorderingen integraal afgewezen. De procedure in hoger beroep loopt - na een "omweg" via de Hoge Raad - dus nog. Het risico dat de provincie in deze zou kunnen lopen is dat áls het hof de eisers in het gelijk zou stellen én de schadestaatprocedure zou resulteren in een veroordeling tot betaling van een hoger bedrag dan het maximumbedrag van de verzekering, de provincie het meerdere zelf zal moeten bekostigen. De uitspraak in 2009 van het Hof van Arnhem beveelt een onderzoek aan door een drietal met name genoemde deskundigen die een aantal vragen meekrijgen. De resultaten dienen aan het Hof te worden toegeleverd.
Milieu
min: € 10.000 max: € 1 miljoen
Leader+ Het LEADER+ programma 2000-2006 Noord-Nederland, ingediend door SNN en waarvan de uitvoering is verlengd tot medio 2009, omvat acht LEADER+ gebieden. Voor vier gebieden bleek een zeer bescheiden aanpassing van de gebiedsbegrenzing noodzakelijk. Deze gebiedsbegrenzing maakt deel uit van de afzonderlijke ontwikkelingsstrategieën voor de LEADER+ gebieden. De van toepassing zijnde EU-regels boden geen kant-en-klare procedurevoorschriften om de gebiedsbegrenzing te kunnen aanpassen. Er is op een zorgvuldige wijze een oplossing gezocht en gerealiseerd. Deze is kenbaar gemaakt aan het ministerie van LNV. Voor NW-Fryslân is gekozen om de dorpskern van Makkum buiten het LEADER+ gebied te houden. Voor Lauwersland zijn de nieuwbouwwijken van Dokkum uit het werkgebied gelicht. Er is een risico, zij het dat dit zeer beperkt wordt geacht, dat in de toekomst een geschil ontstaat tussen de Europese Commissie en SNN over de vraag of de voorschriften voor selectie en vaststelling van de LEADER+ gebieden, voldoende juist zijn geïnterpreteerd. Dit risico is expliciet benoemd bij de besluitvorming over de beschreven oplossing. Het eindrapport Leader+ moet voor 1 oktober 2010 in Brussel liggen .Daarna zal het nog wel enige tijd vergen voordat hierover een oordeel wordt geveld. De besluitvorming van de Europese Commissie wordt in 2011 of 2012 verwacht.
Landelijk gebied
verleend, gewijzigd of geweigerd. Bij bodemverontreinigingen bestaat het risico dat een onjuiste beschikking omtrent een verontreinigingssituatie en/of saneringsplan wordt afgegeven. Daarnaast kunnen er financiële gevolgen voor bedrijven of derden ontstaan als gevolg van termijnoverschrijdingen bij het aanvragen van vergunningen alwaar de Provincie aansprakelijk voor kan worden gesteld. Ook kan bijvoorbeeld gedacht worden aan financiële gevolgen van het niet correct tot stand komen van een handhavingsbesluit of rechtsongelijkheid bij toezicht.
155
kans: 1%
€ 1 miljoen kans: 5%
Omschrijving
Programma
Bedrag & kanspercentage
Landelijk gebied
p.m.
Economie, recreatie en toerisme
p.m.
Verstrekte leningen, borgstellingen en deelnemingen Wanneer de begunstigde van een borgstelling of de ontvanger van een verstrekte geldlening niet aan zijn verplichtingen voldoet, komen de eventuele lasten voor de provincie. De deelnemingen en verstrekte geldleningen zijn van dien aard dat het risico te verwaarlozen is. Voor die enkele keer dat de provincie naar eigen inschatting wel enig risico loopt is een voorziening getroffen. Voor de borgstellingen wordt een marginaal risico aangehouden van het restantbedrag dat per balansdatum resteert. Per 31 december 2010 stond de provincie borg voor € 1,9 miljoen aan leningen.
Algemene dekkingsmiddelen
min: € 73*) max: € 1,9 miljoen
EMU- saldo In theorie kan de Minister van Financiën op grond van de wijziging van de Wet Fido een eventuele Europese EMU-boete proportioneel doorbelasten aan mede veroorzakende lagere overheden.
Algemene dekkingsmiddelen
n.v.t.
Diverse programma’s
p.m.
Waddenglas Bij de start van het project begin 2008 werd een contante eindwaarde (winst min verlies zoals verwacht in 2015, de geplande afronding van het project) van € 1,8 miljoen berekend. Sindsdien varieert dat van ca. 1 tot 3,5 ton. Vertraging in de gronduitgifte, vooral veroorzaakt door de financiële crisis en in mindere mate door de vernietiging van het bestemmingsplan door de raad van state, is daar debet aan. Een nieuw bestemmingsplan is inmiddels vastgesteld. Er is inmiddels 3 ha grond verkocht. Desondanks blijft het zaak de vinger goed aan de pols te houden. Dat gebeurt met verschillende risicobeheersinstrumenten. Daarmee worden onder andere scenario’s op hun effecten doorgerekend. Ook blijft de afspraak van kracht dat er geen grond aangekocht wordt eer er grond uitgegeven wordt. Europese programma’s Overcommittering EFRO/EZ, Kompas en Interreg. Het is een bekend verschijnsel dat de bedragen uit een subsidieaanvraag van een project hoger zijn dan de bedragen uit het afrekeningsverzoek. Dit leidt dan tot vrijval van cofinancieringsmiddelen. Om te voorkomen dat externe middelen terugvloeien, i.c. KoersNoord en OP EFRO-middelen, wordt zowel door het SNN als door de provincie tot overcommittering van de beschikbare middelen over gegaan. In de loop der jaren zijn ervaringscijfers beschikbaar gekomen (10 tot 15% vrijval). De provincie blijft met de gepleegde overcommittering van 10% beneden dat percentage. Daarom is er geen sprake van een risico.
Convenanten Zoals ook in de paragraaf ‘verbonden partijen’ is opgenomen heeft de provincie convenanten afgesloten met een groot (financieel) belang. Dit kan risico’s met zich meebrengen. Gelet op de beheersmaatregelen die getroffen zijn wordt het netto risico als nihil aangemerkt.
156
*) kleinste bedrag gewaarborgde lening
kans: 1%
2.3 Paragraaf 3 – Onderhoud kapitaalgoederen
1.
Inleiding
In deze paragraaf gaan wij in op de beleidslijnen voor het onderhoud en beheer van kapitaalgoederen. Onder ‘kapitaalgoederen’ wordt in dit verband verstaan de infrastructurele werken (wegen, vaarwegen, kunstwerken), de voorzieningen (bijvoorbeeld groen) en de gebouwen en opstallen. Ten aanzien van ‘groen’ merken wij op dat dit bij de provincie geen afzonderlijk beheersonderdeel vormt. Bermbeheer en groenbeleid maken deel uit van ons berm- en oeverbeheer en van het beleidskader ‘Fryske diken yn it grien’. Uitgangspunt voor het onderhoud en beheer van kapitaalgoederen zijn de door uw Staten vastgestelde beleidskaders (richtlijnen voor het onderhoud en beheer met specifieke benoemde kwaliteitseisen), gebaseerd op de vastgestelde beleidsnota’s. Onderhoud en groot onderhoud hangen samen met het afschrijvingsbeleid dat wij voeren voor de kapitaalgoederen. Ons algemene uitgangspunt bij het afschrijvingsbeleid is de functionele levensduur van het kapitaalgoed. Dat is de periode waarin het kapitaalgoed, bij normaal onderhoud, zijn functie behoudt. 2.
Onderhoud infrastructuur
Beleid Het onderhoud van de provinciale infrastructuur wordt uitgevoerd volgens het op 7 november 2007 door Provinciale Staten vastgestelde scenario 1 uit de nota ‘strategisch onderhoudsbeleid provinciale infrastructuur’. De kwaliteit van het onderhoud is omschreven in termen vanuit de te leveren prestatie en niet vanuit de te nemen maatregelen. Er is aandacht voor de keuzes die in het onderhoud zijn te maken, naast de functioneel-technische aspecten. Het onderhoud sluit nauw aan bij de gangbare normen en regelgeving. Door het resultaat centraal te stellen is ook duidelijk op welke manier het onderhoud bijdraagt aan provinciale beleidsdoelen, anders dan functionaliteit en constructieve veiligheid. Daarbij zijn de behaalde prestaties goed te meten en te monitoren. De onderhoudsstrategie is gebaseerd op economische doelmatigheid en gericht op het continu in stand houden van de functionaliteit en de constructieve veiligheid van de voorziening. Dit tegen zo laag mogelijke kosten. De voorzieningen zijn redelijk comfortabel voor de gebruiker; enige slijtage, kleine schades en reparaties zijn zichtbaar. Onderhoudsmaatregelen worden op basis van inspecties bepaald. Er wordt snel ingegrepen zodra de kwaliteit daalt. Incidenteel en kortdurend komen beperkingen voor de gebruiker voor. Er is incidenteel kans op klachten en gegronde schadeclaims. Als dit in een werk tegen geringe kosten kan meeliften wordt ook bijgedragen aan andere beleidsdoelen, zoals bereikbaarheid, beleving, milieu, duurzaamheid, natuur of landschapswaarden.
157
Voor elk onderdeel wordt een optimale planning gemaakt voor het jaarlijks terugkerend onderhoud (JTO) en het niet jaarlijks onderhoud (NJTO) op basis van inspecties en meerjarenplannen. Door de nadruk op techniek kan maar beperkt worden ingespeeld op ander beleid en doelen. Het onderhoud is niet strijdig met andere provinciale beleidsdoelen. Ieder onderdeel volgt een eigen optimale planning, maar er is in onderhoudscenario 1 geen integrale benadering van de infrastructuur. Voor het jaarlijks terugkerend onderhoud civiel en technisch (JTO) is jaarlijks ca. € 6,6 miljoen beschikbaar. Voor het niet-jaarlijks terugkerend onderhoud civiel en technisch (NJTO) is jaarlijks een budget van ca. € 5,3 miljoen beschikbaar. Voor verhardingen is jaarlijks een bedrag van € 2 miljoen beschikbaar. Voor de vervanging van kunstwerken is met ingang van 2011 een investeringskrediet van € 8 miljoen per jaar in het leven geroepen. Zie beleidsprogramma 2 Verkeer en Vervoer. In 2010 zijn alle budgetten binnen het beleidsprogramma Verkeer en Vervoer tegen het licht gehouden in het kader van de zogenaamde doorlichting programma 2 ten behoeve van de dekking van het RSP. De verwachte kosten van regulier onderhoud zijn in beeld gebracht op basis van aannames die gebaseerd zijn op een externe kwaliteitsschouw en op basis van cyclisch onderhoud. De hierbij uitgevoerde berekeningen leiden over de gehele linie tot het beeld dat de jaarlijks benodigde middelen hoger zijn dan de bedragen die in de Begroting zijn opgenomen. Wij gaan er niet zonder meer van uit dat de middelen voor het onderhoud ontoereikend zijn. Wel zien wij de berekeningen als aanwijzing dat het niet gewenst is om op de huidige budgetten te bezuinigen (PS 10 februari 2010: nota programma 2 tegen het licht gehouden, pagina 20). Niet meegenomen in de berekeningen zijn de vervangingen van de kunstwerken en rehabilitatie van de wegen. Daarnaast zijn de consequenties van het beleid ‘Fryslân Duurzaam’ en de nota ‘Duurzame bedrijfsvoering’ ook niet meegenomen. De huidige onderhoudsbeleidskaders worden in 2012 herijkt. Hierdoor ontstaat transparantie in de kosten en het technisch in stand houden van het areaal, consequenties nieuw beleid en meer mogelijkheden om programmatisch te sturen. Areaal Het areaal dat dagelijks in beheer en onderhoud is bij Provinciale Waterstaat is weergegeven in drie productgroepen: wegen, vaarwegen en kunstwerken. Voor 2012 worden geen grote mutaties in het areaal verwacht. Productgroep wegen Productgroep Wegen
Verhardingen Hoeveelheden in 2
m per
km
1000 m
lengte
Stroomweg
1.530
201
Gebiedsontsluitingsweg
2.049
311
29
4
OV Ontsluitingsweg Overige Wegen
311
51
Vrij liggende Parallelweg
521
120
Vrij liggende Fietspaden
490
159
4.929
846
Totaal
158
Productgroep vaarwegen Productgroep Vaarwegen
Bodem
Oevers
Hoeveelheden in 2
km
m
m per
km
lengte
breedte
1.000 m
lengte
Klasse Va
64,3
60
3.858
84,0
Klasse IV
65,0
40
2.600
56,0
Klasse III
29,7
35
1.040
21,5
Klasse II
0,0
30
0
0,0
Klasse I
90,3
20
1.806
14,9
Klasse O
204,9
20
4.098
54,1
Klasse OO
192,0
15
2.880
25,4
Totaal
646,2
16.282
255,9
Productgroep Kunstwerken Functie
Aantal
Productgroep Kunstwerken:
Wegen
Vaarwegen
Viaduct
5
Fiets-/ Veetunnel
37
Brug vast
94
Brug beweegbaar
55
Duiker / Viaduct
18
Sluizen
38
Aquaducten
3.
3
Onderhoud gebouwen
Provinsjehûs en Hege Hûs De totale centrale provinciale organisatie maakt met ingang van november 2011 gebruik van het vernieuwde Provinciehuis aan de Tweebaksmarkt. De onderhoudstermijn van de aannemer loopt door tot in het jaar 2012. Daarnaast is er nog sprake van aannemersgarantie op diverse gebouw- en installatiedelen. In de eerste periode van gebruik zal het gebouw weinig onderhoud behoeven. Wel kan het voorkomen dat er bij het gebruik nog enkele verbeteringen worden doorgevoerd. In ieder geval neemt het exact inregelen van de installaties over het algemeen wel een jaar in beslag (alle seizoenen rond). De opzet van het onderhoud zal planmatig zijn met een goed mix van eigen verantwoordelijkheid en uitbesteding aan derden. Het Hege Hûs wordt begin 2012 overgedragen aan de gemeente voor de realisatie van de ondergrondse parkeergarage. Als waarborg voor de realisatie zijn voorwaarden in de overeenkomst met de gemeente opgenomen. Het gebouw wordt gesloopt. Tot de datum van overdracht is de provincie verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van dit gebouw. Alleen het hoogstnoodzakelijke onderhoud zal worden uitgevoerd. Bedrijfsgebouwen Provinciale Waterstaat Kantoor Uitwellingerga en de steunpunten (programma 2, Verkeer en Vervoer) zijn technisch gezien in een goede staat van onderhoud. Van achterstallig onderhoud kan niet worden gesproken. De jaarlijkse kosten kunnen binnen de reguliere budgetten worden opgevangen. In 2010 is er in het kader van onderhoud € 0,3 miljoen besteed (begroot was € 0,3 miljoen).
159
Dienstwoningen De provincie is eigenaresse van 26 (voormalige) dienst- en sluiswachterswoningen, die worden verhuurd. Waar mogelijk worden deze woningen verkocht aan zittende huurders of derden zodra de huurders vertrekken. Een aantal woningen heeft echter een zodanige verwevenheid met de kunstwerken dat deze woningen niet kunnen worden verkocht. Ook is aan een aantal woningen een cultuurhistorische waarde toegekend. De woningen voldoen aan wettelijke eisen, wat in de praktijk inhoudt dat de kwaliteit van deze (oudere) woningen ‘naar redelijkheid en billijkheid’ voldoet aan de hedendaagse eisen. De woningen hebben geen boekwaarde meer. De mate van onderhoud is afgestemd op ‘goed huismeesterschap en representativiteit’. De kosten worden gedekt door de huuropbrengsten. Afschrijvingsbeleid Het afschrijvingsbeleid hangt nauw samen met het onderhoud. Indien er wordt gekozen voor een langere functionele levensduur zal rekening moeten worden gehouden met een groter beslag op onderhoudsmiddelen. Voor de bepaling van de functionele levensduur van de kapitaalgoederen Infrastructuur en Bouwurk hebben wij ons mede laten leiden door extern advies. Artikel 9 van de Financiële verordening provincie Fryslân 2010 schrijft voor dat een (geactualiseerde) nota afschrijvingsbeleid wordt vastgesteld. Middels de nota Waarderen, Activeren en Afschrijven (PS 16 december 2009) wordt het beleid vastgesteld met betrekking tot de waardering, activering, afschrijving en de rentetoerekening van alle vaste activa. De eerdere nota’s Afschrijvingsbeleid voor de investeringen in de openbare ruimte met maatschappelijk nut (de infrastructuur) (PS 15 december 2004), Afschrijvingsbeleid voor de investeringen in bedrijfsmiddelen van Provinciale Waterstaat (PS 11 oktober 2005) en nota Waardering en Afschrijving overige vaste activa (PS 11 oktober 2005) zijn samengevoegd tot deze nota Waarderen, Activeren en Afschrijven. Met de samenvoeging wordt een eenduidig afschrijvingsbeleid geformuleerd, overlapping in de voorgaande nota’s vermeden en een consistente gedragslijn gecreëerd. Genoemde nota legt het afschrijvingsbeleid voor alle vaste activa (Infrastructuur, bedrijfsmiddelen en overige activa) vast. De afschrijvingsmethodiek gaat uit van toepassing van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) met inachtneming van de Friese investeringsambities (de weg- en natte infrastructuur). Daarnaast is een belangrijke rol toebedeeld aan een solide financieel beleid op de korte en op de lange termijn. Verder wordt op de waardering en het wel of niet toerekenen van rente ingegaan. Het in de nota Waarderen, Activeren en Afschrijven beschreven afschrijvingsbeleid wordt in 2013 herijkt en aan u ter besluitvorming aangeboden. Bouwurk De nota afschrijvingen Bouwurk is op 16 november 2008 vastgesteld. Deze nota is gebouwgebonden en zal weer worden herzien als daar aanleiding voor is.
160
2.4 Paragraaf 4 – Financiering
1.
Inleiding
Deze paragraaf heeft tot doel inzicht te verschaffen in het beheer van de financiële middelen (treasury). De kaders voor het op een prudente en verantwoorde manier beheren van de financiële middelen worden gevormd door het Treasurystatuut en de Wet Financiering decentrale overheden (Fido). Het Treasurystatuut omvat kaders en richtlijnen op de gebieden van risicobeheer, financiering, werkkapitaalbeheer, rapportage en verantwoording, bevoegdheden en controles. In 2009 is het Statuut geactualiseerd en opnieuw door u vastgesteld. 2.
Ontwikkeling van het financieringssaldo
Het financieringssaldo is het saldo van liquide middelen. De raming van dit saldo is gebaseerd op het systeem dat wordt gebruikt voor de raming van onze bijdrage aan het EMUsaldo. In dit systeem vindt een berekening plaats vanuit ons baten- en lastenstelsel naar de mutatie in liquide middelen. In bijlage 7 is de berekening van het EMU-saldo opgenomen. Bij de berekening van het financieringssaldo gaan we uit van het beginsaldo op 1 januari 2011 plus of min de verwachte mutatie van de liquide middelen. De mutatie is gebaseerd op de gegevens in deze Begroting. In de mutatie van de liquide middelen houden we rekening met het doorschuiven van tijdelijke budgetten en investeringsprojecten waarvan uit de praktijk blijkt dat uitgaven te optimistisch geschat worden. In de onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van het financieringssaldo voor de komende jaren weergegeven. Tabel 1: Overzicht financieringssaldo 2011
2012
2013
2014
2015
Financieringssaldo per 1 januari
-98.159
-177.015
-269.741
-378.419
-467.005
Mutatie EMU-saldo (zie bijlage 6)
-78.856
-92.726
-108.678
-88.586
-61.393
0
0
0
0
0
-177.015
-269.741
-378.419
-467.005
-528.398
Bedragen x € 1.000
Vrijval Uitzetting Financieringssaldo per 31 december
Hoewel het vermogen van de BV Houdstermaatschappij Falcon formeel nog niet tot de Provincie behoort zijn de verkoopopbrengsten van Nuon voor de komende jaren inmiddels opgenomen in deze paragraaf. De Provincie is voor 100% aandeelhouder. Er wordt van uitgegaan dat de BV Houdstermaatschappij Falcon in 2011 wordt opgeheven.
161
3.
Financiering en belegging
In 2009 is naar aanleiding van de verkoop van de Nuon Energy aandelen de eerste tranche van € 562 miljoen uitgekeerd. € 500 miljoen van deze opbrengst is belegd via twee professionele vermogensbeheerders. Het resterende bedrag is aangewend voor aflossing van de leningen die zijn aangetrokken voor de financiering van de uitgaven in 2009 en het omvangrijke provinciale investeringsprogramma. Medio 2011 heeft de uitbetaling van de tweede tranche plaatsgevonden (€ 187 miljoen). Hiervan is € 120 miljoen toegevoegd aan het belegde vermogen. Het restant wordt aangewend voor de aanvulling van de liquiditeit van de provincie. In 2013 en 2015 volgen de uitbetalingen van de derde en vierde tranche: € 187 miljoen respectievelijk € 252 miljoen. Tabel 2: Gemiddeld belegd vermogen 2011
2012
2013
2014
2015
2016
Kortlopende beleggingen
24.910
0
0
0
0
0
Langlopende beleggingen
562.100
591.200
589.200
561.600
597.600
691.500
Gemiddelde beleggingen over het jaar
587.010
591.200
589.200
561.600
597.600
691.500
2017
2018
2019
2020
2021
2022
0
0
0
0
0
0
Langlopende beleggingen
718.600
764.300
816.300
881.800
934.000
968.100
Gemiddelde beleggingen over het jaar
718.600
764.300
816.300
881.800
934.000
968.100
Bedragen x € 1.000
Bedragen x € 1.000 Kortlopende beleggingen
In Overzicht 10 Algemene dekkingsmiddelen worden de financiële consequenties van het aantrekken of beleggen van financiële middelen weergegeven. In onderdeel 10.4 zijn de rentelasten en rentebaten opgenomen. Het rendement uit het Nuon-Vermogen wordt in onderdeel 10.3 weergegeven. Hieronder is een meerjarenoverzicht van de rentebaten en – lasten opgenomen.
Tabel 1: rentebaten en -lasten Realisatie Begroting
Raming
Raming
Raming
Raming
2010
2011
2012
2013
2014
2015
Rentebaten kort (10.1)
50
0
0
0
0
0
Rentebaten lang (10.2)
740
0
0
0
0
0
Totale rentebaten
790
0
0
0
0
0
Rentelasten kort (10.1)
593
2.102
756
826
954
942
Rentelasten lang (10.2) nazorgfonds Totale rentelasten
942
471
494
519
546
546
1.535
2.573
1.250
1.345
1.500
1.487
17.458
18.700
19.350
18.750
19.150
20.750
Bedragen x € 1.000
Rendement beleggingen (10.3)
162
Indexering waardevast vermogen Rendementsuitkering Nuon-vermogen
-3.749
-3.806
-4.970
-5.046
-6.256
-6.352
13.710
14.894
14.380
13.704
12.894
14.398
Raming
Raming
Raming
Raming
Raming
Raming
Raming
2016
2017
2018
2019
2020
2021
2022
Rentebaten kort (10.1)
0
0
0
0
0
0
0
Rentebaten lang (10.2)
0
0
0
0
0
0
0
Totale rentebaten
0
0
0
0
0
0
0
Rentelasten kort (10.1)
924
919
922
919
916
916
916
Rentelasten lang (10.2) nazorgfonds Totale rentelasten
546
546
546
546
546
546
546
1.470
1.465
1.468
1.465
1.465
1.465
1.465
23.000
23.900
25.400
27.200
29.500
28.100
29.800
-8.112
-8.236
-8.362
-8.490
-8.620
-8.752
-8.885
14.888
15.664
17.038
18.710
20.880
19.348
20.915
Bedragen x € 1.000
Rendement beleggingen (10.3) Indexering waardevast vermogen Rendementsuitkering Nuon-vermogen
4.
Ontwikkeling op de financiële markten
Geldmarkt De geldmarktrente is in 2011 behoorlijk gestegen als gevolg van de renteverhogingen van de ECB. De ECB verhoogde de rente waartegen de banken bij de ECB kunnen lenen tot de zomer van 2011 tweemaal met 0,25% tot 1,50%. De ECB had het tarief sinds mei 2009 op 1% staan en heeft de rente verhoogd om de inflatie te beteugelen. Ultimo juli 2011 wordt verwacht dat de ECB de rente in 2011 nogmaals met 0,25% zal verhogen. De rente waartegen de provincie leent steeg van het eerste half jaar van 2011 met 0,56% tot 1,33%. In absolute termen nog steeds een laag rentetarief, maar wel een stijging met meer dan 40% in zes maanden tijd. Voor 2012 verwachten we dat de korte rente verder zal stijgen en wordt gerekend op een door ons te betalen rente van 2,2%. Kapitaalmarkt De kapitaalmarktrente is in de eerste maanden van 2011 sterk gestegen tot 3,75% voor een 10 jarige Nederlandse staatslening, maar door de aanhoudende onrust in de financiële markten weer sterk gedaald tot onder de 3,20% medio juli. Het uitblijven van een goede oplossing voor de schuldenproblematiek in de perifere Euro-landen heeft het sentiment behoorlijk negatief beïnvloed. De markt reageert hierop door te vluchten naar de meest veilige staatsobligaties van de Eurozone, waaronder die van Duitsland en Nederland. De banken verwachten dat de kapitaalmarktrente in 2012 zal stijgen tot circa 4,00%, maar met de aanhoudende schuldencrisis is het behoorlijk onzeker hoe de rente zich het komende jaar gaat ontwikkelen.
163
5.
Risicobeheer in verband met treasury
Hieronder worden de drie belangrijkste risico’s op het gebied van treasury beschreven. Renterisico Vanuit de Wet Fido worden richtlijnen gegeven voor het renterisico op korte en lange financiering. Het risico op kortlopende financiering wordt beperkt met een zogenoemde kasgeldlimiet. Deze bedraagt in 2011 € 30 miljoen (is 7% van de begroting). Voor de lange financiering geldt de renterisiconorm. Deze is van toepassing op vaste schulden/aangetrokken geldleningen. De provincie Fryslân heeft geen langlopende schulden uitstaan. In verband met de verkoop van de Nuon-aandelen en de hiermee samenhangende toestroom van geldmiddelen uit de komende tranches verwachten we in de komende jaren binnen de kasgeldlimiet te blijven en geen langlopende geldleningen aan te trekken. De renterisiconorm volgens de Wet Fido is daarmee minder relevant. Ten aanzien van de rentebaten uit het Nuon vermogen is wel een renterisico te onderkennen, aangezien in de Begroting met bepaalde rentebaten rekening is gehouden, gebaseerd op een doelrendement van 3,5%. Fluctuaties op de geld- en kapitaalmarktrente kunnen van invloed zijn op het verwachte rendement. Door een zodanige samenstelling en spreiding van de uitgezette middelen worden deze fluctuaties beperkt. In het kader van de Wet Fido blijven de risico’s ten aanzien van de rentebaten buiten de beoordeling van de renterisiconorm. De ontwikkeling van het EMU-saldo is zodanig dat, gelet op de boekwinst op de Nuonaandelen van de komende jaren, er voor een zeer lange tijd sprake van zal zijn dat er middelen uitgezet kunnen worden en tegelijk een omvangrijk investeringprogramma wordt uitgevoerd. Koersrisicobeheer De provincie belegt haar overtollige middelen alleen in vastrentende waarden zoals daggeld, obligaties en deposito’s. Het beleggen in aandelen, uitsluitend voor het behalen van een rendement, is niet toegestaan. Tevens wordt er uitsluitend belegd in euro’s. Hierdoor is het (valuta)koersrisico minimaal. Kredietrisicobeheer Ter beperking van het debiteurenrisico bij beleggingen wordt door de provincie uitsluitend, conform het Treasurystatuut, belegd bij tegenpartijen die voldoen aan een minimale creditrating. Tevens dient te worden voldaan aan de gewijzigde Regeling Uitzetting en Derivaten Decentrale Overheden (Ruddo). Krachtens het bepaalde in het provinciaal treasurystatuut en Ruddo zou bij een uitzetting korter dan drie maanden een A-rating volstaan. Bij beleggingen langer dan drie maanden is een AA-minus rating vereist. Tevens is een landenrisico van kracht geworden. Alleen beleggingen bij instellingen in Nederland zijn mogelijk, dan wel in landen binnen de Economische Europese Ruimte (EER) waarvoor tenminste een AA-rating van toepassing is. Om te komen tot een veilige en solide obligatieportefeuille heeft de Provincie Fryslân besloten het risicoprofiel van de beleggingen verder te beperken. In het beleggingsmandaat van het Nuon-vermogen is vastgesteld dat minimaal 70% van het vermogen dient te worden belegd in obligaties met AAA-rating; de meest veilige categorie. Het overige deel (is maximaal 30%) dient te worden belegd in obligaties met minimaal een AA-rating. Daarnaast gelden er beperkingen ten aanzien van de bedragen per land, per beleggingscategorie en per debiteur, teneinde een goede spreiding in de portefeuille aan te brengen.
164
Medio 2011 is 76% van het vermogen belegd in obligaties met een AAA-rating. Voor het overige deel geldt minimaal een AA-rating. Voor het debiteurenbeheer betreffende de levering van goederen en/of diensten hanteert de provincie een strikt beleid van herinnering en aanmaning. Indien de debiteur nalatig blijft, wordt de vordering overgedragen aan een incassobureau.
165
166
2.5 Paragraaf 5 – Verbonden partijen
1.
Inleiding
In deze paragraaf geven wij inzicht in de zogenoemde verbonden partijen waarin de provincie een bestuurlijk en/of een financieel belang heeft. Daarnaast wordt in deze paragraaf een overzicht gepresenteerd van convenanten die de provincie met andere partijen heeft gesloten. Verbonden partijen zijn samenwerkingsverbanden van de provincie en externe partijen (privaatrechtelijk en/of publiekrechtelijk) waarin de provincie zowel een bestuurlijk als een financieel belang heeft en die de status van publiek- of privaatrechtelijk rechtspersoon hebben. Er is sprake van bestuurlijk belang indien namens de provincie iemand zitting heeft in het bestuur, dan wel stemrecht heeft. Er is sprake van financieel belang zodra de provincie middelen ter beschikking stelt (of garanties heeft afgegeven) waarover zij risico loopt in geval van financiële problemen bij de verbonden partij. Verbonden partijen voeren beleid uit dat de provincie ook (gedeeltelijk) zelf had kunnen uitvoeren. De provincie Fryslân gaat samenwerkingsrelaties met verbonden partijen aan indien de realisering van beleidsdoelstellingen door de provincie op zelfstandige basis meer middelen vergt, meer risico’s met zich meebrengt of niet mogelijk zou zijn geweest. De provincie draagt verantwoordelijkheid voor het bereiken van de doelstellingen die worden beoogd door het aangaan van de samenwerking met verbonden partijen. Sinds 2005 maakt het beleid ten aanzien van de verbonden partijen in het kader van risicomanagement daarom deel uit van de planning- en controlcyclus. Periodiek wordt nagegaan of de verbonden partijen nog in voldoende mate bijdragen aan de realisatie van de provinciale doelstellingen. Convenanten zijn schriftelijke overeenkomsten tussen de provincie en andere overheden en/of organisaties, met het doel om provinciaal beleid te verwezenlijken en/of afspraken te maken over de uitoefening van (publiekrechtelijke) bevoegdheden. Een convenant kent (in tegenstelling tot verbonden partijen) niet de status van een publiekof privaatrechtelijk rechtspersoon. Als het convenant betrekking heeft op de uitvoering van een project en er contracten met bedrijven, zoals bouwbedrijven en/of onderzoeksbureaus worden aangegaan, is het minder duidelijk wie de opdrachtgever wordt. Het kan dan van belang zijn dat één van de convenantpartijen formeel als opdrachtgever fungeert. Deze taak heeft de provincie in vele gevallen op zich genomen. Het spreekt voor zich dat naarmate een convenant zich meer afspeelt in de ‘harde’ sector, waarbij adequate afspraken over het gezamenlijk uitvoeren van projecten en de (financiële) belangen groot zijn, de afspraken daarover in een convenant juridisch bindend moeten zijn. De financiële risico’s die de provincie loopt waar het gaat om verbonden partijen en convenanten zijn in veel gevallen vrijwel gelijk aan de omvang van het directe financiële belang. In een aantal gevallen is sprake van een potentieel financieel risico die de omvang van het directe financiële belang aanzienlijk overstijgen. De inschatting van deze financiële risico’s is in paragraaf 2 Weerstandsvermogen verwerkt.
167
2.
Overzicht van verbonden partijen
In onderstaand overzicht zijn de verbonden partijen van de provincie Fryslân weergegeven. Tussen haakjes staat bij rechtspersoon de naam van de gedeputeerde die namens de provincie lid is van het bestuur van de desbetreffende verbonden partij.
168
169
3. Alliander NV De participatie in Alliander NV is met inachtneming van de Wet Onafhankelijk Netbeheer per 1 juli 2009 ontstaan na de splitsing van Nuon in een productie- en leveringsbedrijf en een netwerkbedrijf. Het openbaar belang van het aandeelhouderschap is verankerd in de wet. De aandelen dienen ingevolge de wet in publieke handen te blijven. De vennootschap heeft o.a. ten doel: - het voorzien in de behoefte aan energie door het transporteren en distribueren van energie; - het doen beheren en exploiteren van elektriciteitsnetten en van gasnetten. 4. IPO (Interprovinciaal Overleg) Gezamenlijke belangenbehartiging van provincies in algemene overheidsaangelegenheden. In het Bestuursakkoord zijn uitspraken gedaan over zichtbaarheid en aanwezigheid van de provincie. Op landelijk niveau heeft het IPO daarbij een nadrukkelijke rol.
N.V. (J.A. de Vries)
Vereniging (C. SchokkerStrampel)
Algemene dekkingsmiddelen
Bestuur en veiligheid
N.V. (J.A. de Vries)
2. Nuon Energy NV Algemene In 2009 en 2011 zijn resp. 49% en 15% van de aandelen van het productie- dekkingsmiden leveringsbedrijf van Nuon verkocht aan Vattenfall. In 2013 en 2015 delen vinden de resterende leveringen van 15% en 21% plaats. Over de nog niet geleverde aandelen ontvangt de provincie een preferent dividend van 2%. De aandelen van het gesplitste netwerkbedrijf Alliander blijven in publieke handen (zie 3).
Rechtspers. (GS-bestuurder) B.V. (J.A. de Vries)
Programma
1. BV Falcon Algemene De Nuon - aandelen zijn destijds ondergebracht in de “B.V. Houdsterdekkingsmidmaatschappij Falcon”. Deze houdstermaatschappij is voor 100% in het bezit delen van de provincie. De aandelen van het productie- en leveringsbedrijf van Nuon zijn in 2009 verkocht aan Vattenfall. De aandelen van het gesplitste netwerkbedrijf Alliander blijven in publieke handen. Het vermogensbeheer van de Nuongelden vindt plaats binnen de BV Falcon. In 2011 heeft GS als AvA van Falcon besloten om de BV in 2011 op te heffen. De BV is thans in liquidatie. Na opheffing is de provincie weer rechtstreeks aandeelhouder in Alliander NV en tot 1 juli 2015 in Nuon Energy NV.
Verbonden Partij
Bijdrage 2011: € 535.000
De provincie bezit ruim 12,6% van de aandelen. Dividend 2010: € 10,1 miljoen
Per 1 januari 2012 bezit de provincie nog 4,5% van de aandelen. Preferent dividend 2012: € 9,0 miljoen
De provincie bezit 100% van de aandelen. Naar verwachting is de BV begin 2012 opgeheven.
Financieel belang in de VP (orde van grootte)
In met name in de wet genoemde omstandigheden kan bijstorting van kapitaal aan de orde zijn
Eventuele financiële risico’s die de provincie loopt t.a.v. de verbonden partij
170 Economie, Toerisme en Recreatie
Verkeer en Vervoer
9 Marrekrite Economie, „De Marrekrite‟ bestaat sinds 1957, en is een gemeenschappelijke regeling Toerisme en van de Provincie Fryslân en Friese gemeenten, met als doel het Friese Recreatie waterland recreatief zo goed mogelijk te laten functioneren, daarbij rekening houdend met de belangen van landschap en natuur. Zowel een toeristisch als economisch publiek belang: goede watersportvoorzieningen en werkgelegenheid. Vanaf de oprichting is het maken van aanlegvoorzieningen in het buitengebied en dus ook het beheer en onderhoud
8. NOM (N.V. Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij) te Groningen. De reden van participatie sinds de jaren negentig is terug te voeren op afspraken die met het Rijk en de drie noordelijke provincies zijn gemaakt over de economische ontwikkeling van Noord - Nederland. Het publieke belang dat Fryslân met haar participatie in de NOM beoogt is het bevorderen van de concurrentiepositie van Noord-Nederland en daarbinnen van Fryslân.
7. Stichting Openbare Verlichting Fryslân Samenwerkingsverband op het gebied van beheer en onderhoud van openbare verlichting en op het gebied van gezamenlijke inkoop duurzame energie.
GR J.A. de Vries
Vereniging/ INPA Jaarlijkse bijdrage circa [volgens Belgisch € 19.500 (via bijdrage in de Begroting recht] SNN). (S.H. Galema) Stichting Jaarlijkse bijdrage ca. € 10.000. (GS hebben het hoofd van de afdeling Ver- keer en Vervoer aangewezen als vertegenwoordiger van de provincie in de Raad van Toezicht) NV Bijdrage provincie in 2011 (J.H.J. Konst) € 178.000. Fryslân bezit 0,01% van de aandelen van de NOM.
Eventuele financiële risico’s die de provincie loopt t.a.v. de verbonden partij
Deelnemersbijdrage in 2011 van de Geen provincie aan “De Marrekrite”: € 542.545 Dit is € 4770.544 deelnemersbijdrage en € 64.988 bijdrage aan het baggerfonds.
€ 542.000
Bestuur en Veiligheid
Bijdrage 2011 Bijdrage 2012 € 533.000
GR (GS)
Bestuur en veiligheid
Financieel belang in de VP (orde van grootte)
5. SNN (Samenwerkingsverband Noord – Nederland) Stimulering van de ruimtelijke economische ontwikkeling van NoordNederland, onder meer door behartiging van de economisch belangen van het Noorden. Het publieke belang dat hiermee nagestreefd wordt, is „werkgelegenheid en welvaart‟. 6. HNP (Huis van de Nederlandse Provinciën) Huisvesting in Brussel ter verdediging van de Europese belangen van de Nederlandse provincies (via het IPO).
Rechtspers. (GS-bestuurder)
Programma
Verbonden Partij
171
11. Tresoar De taken van Tresoar zijn ten eerste het beheer van het provinciale archief en het voormalig rijksarchief. Ten tweede het beheer van de wetenschappelijke collectie van de voormalige Provinciale Bibliotheek (PB). Ten derde het beheer van de collectie van het voormalig Frysk Letterkundich Museum en Dokumintaasjesintrum (FLMD). Beheer betekent hier nadrukkelijk ook: toegankelijk maken voor het publiek. Ten vierde is in 2010 een start gemaakt met de opname van It Fryske Boek (IFB) in Tresoar waardoor de bestaande literatuurbevorderingstaak van Tresoar versterkt wordt en de promotie van het Friese boek (taak IFB) gegarandeerd blijft. 12. Nazorg Ouwsterhaule De provincie Fryslân heeft als partij afval gestort op de voormalige stortplaats Ouwsterhaule. Alle partijen die afval hebben geleverd, en / of de stortplaats hebben beheerd, participeren in de stichting nazorg Ouwsterhaule. De provincie participeert voor 26% in de stichting. Het publieke belang dat hiermee gediend is, betreft het voorkomen van ongewenste milieueffecten van de voormalige stortplaats. Het financiële risico dat de provincie loopt is het falen van het beheerssysteem waarbij er een lekkage in de afdichtingsbodem optreedt.
10. Ontwikkelingsmaatschappij Westergo (Harlingen) De provincie participeert in de ontwikkelingsmaatschappij Westergo CV/BV vanwege het versterken van de Friese economie en het stimuleren van de werkgelegenheid door het realiseren van een nieuwe zeehaven te Harlingen. Het publieke belang betreft de economische structuurversterking en de daarmee gepaard gaande verbetering van de werkgelegenheid binnen de regio.
ervan nog steeds de hoofdactiviteit. Sinds 2011 komt daar de coördinatie van het beheer en onderhoud van het fietsknooppunten routenetwerk bij en op termijn meer soorten routes. Om die taak naar behoren uit te voeren werkt “De Marrekrite” nauw samen met provinciale en gemeentelijke diensten, maar ook met natuurbeschermingsorganisaties.
Verbonden Partij
GR (J. A. de Vries)
Stichting (ambtelijk)
Milieu
CV/BV J.H.J. Konst is voorzitter van de Raad van Commissarissen.
Rechtspers. (GS-bestuurder)
Cultuur, taal en onderwijs
Economie, Toerisme en Recreatie
Programma
Initiële storting ca. € 0,78 mln. (i.e. 26% van nazorgkapitaal) 26% van onvoorziene uitgaven, indien deze zich voor zouden doen.
Bijdrage in 2011 ca. € 3,1 mln. (beschikking 2011) Lening € 525.000 (jaarrekening 2010)
Participatie ca. € 800.000 Lening € 567.225
Financieel belang in de VP (orde van grootte)
Berekend risico: € 1.000
Kans: 1%
Participatie 26%
Min: € 20.000 Max: € 500.000
Het is het tweede jaar op rij dat de einddatum wordt verschoven. Gezien de huidige economische ontwikkeling behoort een volgende verschuiving van de einddatum tot de mogelijkheid. Ook met de verschuiving naar eind 2016 is er nog zicht op een positief resultaat.
Eventuele financiële risico’s die de provincie loopt t.a.v. de verbonden partij
172
Programma
Milieu
15. Zonebeheer Friesland Milieu In het kader van de Wet Geluidshinder zijn door de gemeenten een groot aantal bedrijventerreinen „gezoneerd‟. Aanvragen van bedrijven die zich daar willen vestigen (of bij wijzigingen of revisie) dienen te worden getoetst aan de geluidszone. De gemeenten hebben de uitvoering van deze taak ondergebracht bij de drie regio's ( Milieuadviesdienst, De Friese Wouden en
14. LMA (Landelijk Meldpunt Afvalstoffen) Op grond van de Wet milieubeheer is per 1 januari 2005 de meldplicht van afvalstoffen geregeld in het „Besluit melden bedrijfsafvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen‟. Het LMA beheert de centrale database (AMICE) voor het vastleggen van meldgegevens van bedrijven die bedrijfs- en/of gevaarlijke afvalstoffen ontvangen. In het convenant Melden bedrijfs- en gevaarlijke afvalstoffen, dat op 25 oktober 2005 in de Staatscourant is gepubliceerd, zijn de afspraken vastgelegd die gemaakt zijn tussen de Minister van VROM, de provincies en het LMA. Fryslân is één van die provincies. Het openbaar belang is dat afvalstoffen op een verantwoorde wijze worden afgevoerd/verwerkt.
13. Fonds Nazorg Stortplaatsen Milieu De betrokkenheid van de provincie vloeit voort uit de Wet Milieubeheer. Het Nazorgfonds Stortplaatsen is een „spaarpot‟ waaruit de kosten van nazorg van relatief jonge stortplaatsen worden gedekt. Deze nazorg beoogt te voorkomen dat het publieke belang wordt geschaad door milieuvervuiling als gevolg van gebrek aan onderhoud aan en tijdig vervangen van voorzieningen van overgedragen (gesloten) stortplaatsen. Het belangrijkste financiële risico dat de provincie loopt is het falen van voorzieningen en monitoring in combinatie met bodemverontreiniging. De lang onopgemerkte bodemverontreiniging zou kunnen leiden tot schade bij derden. In verband met dit soort risico‟s is een risicovoorziening in het fonds opgenomen. Deze bedraagt ultimo 2010 € 960.000. In de jaarrekening van het fonds nazorg stortplaatsen wordt vermeld dat de gewenste omvang van deze voorziening € 2 miljoen tot € 3 miljoen is. Het resterende risico bedraagt daardoor maximaal tussen de € 1,0 miljoen en € 2,0 miljoen. De kans op het ontstaan van een dergelijk omvangrijke kostenpost is op dit moment minimaal.
Verbonden Partij
GR (P. Adema)
Stichting (S.H. Galema in Raad van Toezicht)
„Fonds‟ (bij Wet) (GS)
Rechtspers. (GS-bestuurder)
2010 : € 86.000
Bijdrage in 2010 € 237.311
Geen jaarlijkse provinciale bijdrage.
Financieel belang in de VP (orde van grootte)
Berekend risico: € 10.000
Kans: 1%
Eventuele financiële risico’s die de provincie loopt t.a.v. de verbonden partij Min: € 20.000 Max: € 2,1 mln
173 J.H.J. Konst is voorzitter van de stuurgroep
NV (J.A. de Vries)
Algemene dekkingsmiddelen
19. Waddenglas Landelijk gebied Met het project Waddenglas realiseren de provincie Fryslân, de gemeente Franekeradeel en Dienst Landelijk Gebied (DLG) ten zuiden van Sexbierum een hoogwaardig glastuinbouwgebied. Het project dat in 2007 van start ging moet uiterlijk in 2015 zijn gerealiseerd. Het plan voorziet in een nieuwe locatie voor de ontwikkeling van ongeveer 200 ha glastuinbouw en sluit aan bij bestaande glastuinbouw. Het financiële risico heeft betrekking op de grondexploitatie, c.q. het tempo van gronduitgifte. De grondexploitatie wordt jaarlijks geactualiseerd, waarbij ook zogenoemde gevoeligheidsberekeningen worden gemaakt. De stuurgroep Waddenglas, met gedeputeerde Konst als voorzitter, overlegt regelmatig over de beheersing van de financiële risico's. Vanwege de aanhoudende financiële crisis in de glastuinbouw zijn gronduitgiftes tot nu toe nog uitgebleven. Om het risico te beheersen
NV (J.A. de Vries)
Algemene dekkingsmiddelen
17. NWB (Nederlandse Waterschapsbank) De Nederlandse Waterschapsbank N.V. richt zich met haar diensten exclusief op de publieke sector. Zij financiert van oudsher waterschappen, maar ook gemeenten en provincies, en aan overheid gelieerde instellingen. 18. Vitens NV Vitens NV is het grootste drinkwaterbedrijf van Nederland en levert topkwaliteit drinkwater aan 5,4 miljoen mensen en bedrijven in de provincies Flevoland, Friesland, Gelderland, Utrecht, Overijssel. Het openbaar belang van het aandeelhouderschap is verankerd in de wet. Op grond van de wet dienen de aandelen in overheidshanden te blijven. GS hebben in 2011 het voorgenomen besluit genomen om 754.843 aandelen bij te kopen waardoor het aandelenbelang op 13% komt.
NV (J.A. de Vries)
Rechtspers. (GS-bestuurder)
Algemene dekkingsmiddelen
Programma
16. BNG (Bank Nederlandse Gemeenten) De BNG is bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijke belang. Ze beoogt met gespecialiseerde financiële dienstverlening tegen zo laag mogelijke kosten bij te dragen aan maatschappelijke voorzieningen voor de burgers.
Sneek). Het publieke belang dat hiermee wordt gediend is de kwaliteit van het Friese milieu op het onderdeel geluidshinder.
Verbonden Partij
€ 2,4 mln. (voorgefinancierd voor aankoop gronden)
Dividenduitkering 2011: € 173.075. Waarde provincie Fryslân in eigen vermogen van de deelneming per 3112-2009: € 3.044 mln. Dividenduitkering 2011 circa € 19.384. Waarde provincie Fryslân in het eigen vermogen van de deelneming per 3112-2009: € 1,5 mln. De provincie Fryslân bezit sinds 2007 200 aandelen Vitens (0,004%) Dividenduitkering 2011 € 455, Het belang aandelenpakket wordt uitgebreid naar 13%.
Financieel belang in de VP (orde van grootte)
p.m.
Eventuele financiële risico’s die de provincie loopt t.a.v. de verbonden partij
174
GR: Gemeenschappelijke regeling CV: Commanditaire vennootschap
Minister I&M is initiatiefnemer (C. SchokkerStrampel is voorzitter)
Economie, Toerisme en Recreatie
21. voorzitterschap Regiocommissie Waddenfonds Doel van het Waddenfonds is het subsidiëren van niet - reguliere investeringen op het gebied van: A. Versterken natuur- en landschapswaarden, B. Wegnemen externe bedreigingen natuurlijke rijkdom, C. Duurzame economische ontwikkeling, dan wel duurzame energiehuishouding, D. Ontwikkelen duurzame kennishuishouding.
Rechtspers. (GS-bestuurder)
J.A. Jorritsma is voorzitter
Programma
20. Regionaal College Waddengebied Ruimte en Ontwikkeling waddengebied in de richting van de provinciale beleidskaders. Wonen
heeft de Stuurgroep Waddenglas besloten geen grond meer aan te kopen voordat er ook grond uitgegeven is. In 2011 is 3 ha aan grond verkocht.
Verbonden Partij
Jaarlijkse bijdrage € 40.600
Financieel belang in de VP (orde van grootte)
geen
Eventuele financiële risico’s die de provincie loopt t.a.v. de verbonden partij
3.
Overzicht van Convenanten
In dit onderdeel zijn de convenanten die de provincie heeft gesloten met andere partijen opgenomen. Daarbij is een onderscheid gemaakt tussen convenanten met een groot belang en een klein belang. Het onderscheid tussen groot en klein heeft vooral betrekking op: a) het financiële belang (groter/ kleiner dan € 100.000); b) het aantal (overheids)partijen en de looptijd van het convenant; c) de eventuele risico’s voor de provincie; d) de politieke gevoeligheid. Zoals aangegeven wordt kunnen convenanten risico’s met zich meebrengen. Gelet op de getroffen beheersmaatregelen worden deze risico’s als nihil aangemerkt. Convenanten met groot belang Convenant grootscheepsvaarwater Dit convenant beschrijft: het zorgdragen voor een vlot en veilig gebruik van de provinciale vaarwegen door zowel beroeps- als pleziervaart; het zorgdragen voor een afname van schadevaringen aan eigendommen zoals bruggen, steigers en geleidewerken; het zorgdragen voor verbetering van de mogelijkheden voor vervoer over water (vaarweg Lemmer-Delfzijl) en vergroten van de vaarmogelijkheden voor de recreatievaart; Het zorgdragen voor in stand houden van de oevers ten behoeve van de scheepvaart en ook ter bescherming van het achterland en naastgelegen wegen en bebouwing. Het convenant heeft betrekking op een traject van 77 km (Prinses-Margrietkanaal en Van Harinxmakanaal), het deel waarvoor rijksmiddelen worden gekregen. Momenteel wordt overleg met het Rijk gevoerd over het vernieuwen van dit convenant. Convenant iepenbeheer De stichting Iepenwacht Fryslân is in het leven geroepen om het Friese iepenbestand door een gezamenlijke aanpak op peil te houden. Op 15 juli 2005 hebben 25 Friese gemeenten en vier terreinbeherende organisaties het convenant duurzaam Iepenbeheer ondertekend. Met deze ondertekening wordt een samenwerking aangegaan voor een periode van 15 jaar. Convenant Hoogwaardig Openbaar Vervoer (HOV) Convenant voor het behoud van eenduidig, hoogwaardig openbaar vervoer. Sinds er geen landelijke productformule meer is dreigt er verwatering van het begrip hoogwaardig. De in het convenant vastgelegde eisen vormen de basis voor deze aanbesteding. Samenwerkingsagenda’s verkeer en vervoer gemeenten Deze samenwerkingsagenda’s beogen de samenwerking voor betrokken partijen inzake verkeer en vervoer transparant en duidelijk te maken. Er wordt gewerkt aan de integratie van de gebiedsgerichte aanpak (GGA) en de samenwerkingsagenda’s in streekagenda’s.
175
Gebiedsagenda Noord Nederland (voorheen Samenwerkingsagenda met Rijk) Deze gebiedsagenda is opgesteld in samenwerking tussen SNN en de ministeries van V&W en VROM. Tweemaal per jaar vindt aan de hand van deze gebiedsagenda een Bestuurlijk overleg plaats. Afgesproken is dat de samenwerkingsagenda overgaat in een Gebiedsagenda waarin ook verstedelijkingsafspraken zijn opgenomen. Convenant A7-zone, Landstad Fryslân Samenwerking tussen de provincie Fryslân en de gemeenten Opsterland, Heerenveen, Skasterlân, Smallingerland en Sneek. Voor de financiering van de diverse gezamenlijke projecten is een Projectenfonds A7 opgericht, waaraan partijen een bijdrage leveren. Daarnaast heeft de provincie Fryslân convenantmiddelen beschikbaar gesteld voor de uitwerking van het convenant. Convenant Westergozone Dit convenant betreft het versterken van de Westergozone, het gebied tussen Leeuwarden tot en met Harlingen. De samenwerking is aangegaan voor de periode tot 2013. De deelnemende partijen zijn naast de provincie, de gemeente Harlingen, gemeente Franekeradeel, gemeente Menaldumadeel en gemeente Leeuwarden. Samenwerkingsagenda met Leeuwarden, Súdwest Fryslân, Smallingerland en Heerenveen In het eerdere stadsconvenant Leeuwarden werden afspraken gemaakt tussen de provincie en de hoofdstad Leeuwarden voor de periode 2000 -2010. Het was een belangrijk instrument om sturing en uitvoering te geven aan de versterking van de economische, ruimtelijke en sociale structuur van Leeuwarden. De samenwerking wordt voortgezet in de vorm van de Samenwerkingsagenda gemeente Leeuwarden – provincie Fryslân 2011-2021. Voor Súdwest Fryslân, Smallingerland en Heerenveen worden vergelijkbare samenwerkingsagenda’s opgesteld. Samenwerkingsovereenkomst (SOK) Dit zijn grote convenanten tussen gemeenten/provincie en private partijen. Een voorbeeld hiervan is de samenwerking tussen de provincie, Waterschap en gemeenten op het gebied van Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (WABO) voor het regelen van de omgevingsvergunning (een geïntegreerde vergunning voor bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu). Regio Specifiek Pakket Op 23 juni 2008 is het convenant Regio Specifiek Pakket (RSP) tussen het Rijk en de noordelijke provincies gesloten. Met deze afspraak over het RSP staat de provincie Fryslân voor een omvangrijk en ambitieus investeringsprogramma, dat moet leiden tot een wezenlijke verbetering van de bereikbaarheid en tot een impuls voor de economische ontwikkeling. Gezien de omvang van het pakket is de uitvoeringsperiode beperkt. Het totale pakket moet zijn gerealiseerd in de periode tot 2020. Overeenkomst Programma Bereikbaarheid Leeuwarden Dit betreft een overeenkomst met de gemeente Leeuwarden voor een integraal programma van maatregelen ter bevordering van de bereikbaarheid van Leeuwarden. Convenanten over rijkswegen - Realisatie overeenkomst Tracébesluit Rijksweg 31 Leeuwarden Dit betreft een realisatieovereenkomst met het ministerie van Verkeer en Waterstaat en de gemeente Leeuwarden voor de aanleg van de Haak om Leeuwarden. De provincie voert risicodragend het noordelijke deel uit en het ministerie het zuidelijke deel.
176
- Samenwerkingsovereenkomst bestuurlijke afspraak inzake knooppunt Joure Dit betreft een overeenkomst met het ministerie van Verkeer en Waterstaat en de gemeente Skarsterlân voor planstudiefase van het project en het taakstellend budget. Na de planstudiefase wordt een realisatie overeenkomst opgesteld. - Bestuursovereenkomst ombouw N31 Traverse Harlingen Dit betreft een overeenkomst met het ministerie van Verkeer en Waterstaat en de gemeente Harlingen voor de planstudiefase van het project en het taakstellend budget. Na de planstudiefase wordt een realisatie-overeenkomst opgesteld. Convenanten met klein belang Convenant Regionaal Overlegorgaan Consumenten Openbaar Vervoer (ROCOV) Met het ROCOV en de vervoerders heeft onze provincie een convenant afgesloten over de wijze van consumenteninspraak over het openbaar vervoer. ARBO – convenant Tripartiete overeenkomst op bedrijfstakniveau tussen werkgeververtegenwoordiging, werknemersvertegenwoordigers en de overheid over het verminderen van arbeidsrisico’s en het terugdringen van het ziekteverzuim en de WAO-instroom in de branche sociale werkvoorziening. Convenant Friese Taal en Cultuur Convenant waarin het provinciale beleid op het gebied van de Friese taal en cultuur voor de komende jaren op hoofdlijnen is beschreven. Naar aanleiding van de Overeenkomst inzake Fries taalbeleid met de gemeente Súdwest Fryslân is met deze gemeente een separaat uitvoeringsconvenant afgesloten. Rijkscultuur Convenant Convenant waarin het provinciale beleid op gebied van (jeugd)zorg, kunst en cultuur, maatschappelijke ontwikkeling (welzijn) en integratie voor de komende jaren op hoofdlijnen is samengebracht. Convenant Fries Jeugd en alcoholbeleid Een convenant (zowel regionaal als gemeentelijk) gericht op het ontmoedigen van het alcoholgebruik door jongeren onder de 16 jaar en het bevorderen van verantwoord alcoholgebruik onder inwoners tot 24 jaar in Fryslân. Convenant wadlopen Het doel van het convenant is regels te stellen ten behoeve van de veiligheid van het wadlopen. Convenant/Gemeenschappelijke regeling archeologisch depot Nuis Convenant voor het vergroten van de belangstelling voor en het gebruik van de archeologische collectie (in relatie met kennis over geschiedenis in het algemeen). Convenant Landelijke tariefkaart/chipkaart Dit convenant is het resultaat van een samenwerking tussen onder meer de OV-bedrijven, decentrale overheden en het Ministerie van Verkeer en Waterstaat. Het convenant heeft betrekking op de invoering van de landelijke chipkaart als vervanger van de strippenkaart.
177
178
2.6 Paragraaf 6 – Grondbeleid
1.
Wat willen we bereiken
Grondbeleid beoogt de provinciale doelstellingen, zoals opgenomen in beleidsnota’s te realiseren door zowel anticiperend als taakgebonden grond aan te kopen voor: de realisatie van natuur; landbouwkundige structuurverbetering; wegenaanleg; waterwerken; bedrijventerreinen; baggerdepots en dergelijke. Grondaankopen zijn dienstbaar aan de beleidsprogramma’s 2. Verkeer en Vervoer, 3. Milieu, 5. Landelijk Gebied, 6. Economie, Recreatie en Toerisme en 9. Ruimte en wonen. Qua infrastructuur gaan de mogelijke aankopen verder dan grond voor de weg zelf omdat gestreefd wordt naar draagvlak en een optimale inpassing van de weg. Voor de Centrale As, de N-381 en de Haak om Leeuwarden wordt daarom met een gebiedsgerichte aanpak gewerkt. Naast infrastructuur kunnen grondaankopen ook nodig zijn voor milieuprojecten, gekoppeld aan afval, bodemsanering en baggeropslag, glastuinbouw en ‘groene’ taken (landinrichting, natuurontwikkeling en recreatie). 2.
Het grondbeleid van de provincie tot nu toe
In de Notitie ‘Nei Provinsjaal Grûnbelied’, die u in oktober 2007 heeft vastgesteld, hebben wij vastgelegd hoe wij omgaan met onze grondaankopen. Ook hebben wij beleid voor het voeren van anticiperend grondbeleid geformuleerd, alsmede de financiering daarvan. In vervolg hierop hebben Provinciale Staten in april 2009 ingestemd met het instellen van een Investeringskrediet Grondaankopen (IKG) voor de grondaankopen voor het pMJP. De kern hiervan is om investeringen voor grondaankopen middels een apart investeringskrediet te laten verlopen dat van voldoende omvang is. De in 2007 beschikbaar gestelde middelen voor anticiperende grondaankopen zijn ondergebracht bij dit krediet. De provincie voert veelal, in tegenstelling tot gemeenten, een passief ofwel een taakgebonden grondbeleid. Gronden worden pas aangekocht zodra de desbetreffende projecten zich in de fase van het ‘definitief ontwerp’ bevinden. Op deze wijze worden de financiële risico’s geminimaliseerd. De verwervingskosten van gronden maken deel uit van de investeringen en worden geactiveerd (d.w.z. op de balans verantwoord) en worden afgeschreven conform de daarvoor geldende afschrijvingstermijnen.
179
Grondbeleid wordt ook uitgevoerd om de doelstellingen voor het landelijk gebied te realiseren. Al in een vroeg stadium van de projecten wordt ingezet op grondverwerving voor het realiseren van de beoogde beleidsdoelen. In sommige gevallen wordt, binnen de beleidskaders, op anticiperende wijze grond gekocht nog voordat er sprake is van een afgewogen plan voor het gebied. Anticiperend wil zeggen, dat de grondaankoop naar verwachting binnen een periode van vijf jaar tot doelrealisatie leidt. In 2010 heeft een intern verkennend onderzoek plaatsgevonden naar het Provinciale grondbeleid. De hieruit voortvloeiende aanbevelingen zijn betrokken bij de door het college overgenomen motie (Statenvergadering van 26 mei 2010) waarin wordt verzocht om een nota Grondbeleid. Hierover wordt u in het najaar van 2011geïnformeerd. 3.
Ontwikkelingen
Het nieuwe ruimtelijke ordeningsbeleid van het Rijk (Nota Ruimte, nieuwe wet RO) en onze provincie (Streekplan Fryslân 2007) met een grotere nadruk van ontwikkelingsgericht werken onder provinciale regie. In het Coalitieakkoord “Nije Enerzjy foar Fryslân’ en het Uitvoeringsprogramma 2011-2015 ‘Koersfêst mei nij realisme’ worden meerdere projecten en plannen genoemd, waar het grondbeleid mede de voorwaarden schept voor realisatie. Het meest concreet is het resultaat: ‘De gebiedsontwikkeling rond de Centrale As en N381 heeft geleid tot een goede inpassing van deze wegen in hun omgeving’. Door de brief van 20-10-2010 van Staatssecretaris Bleker van het Ministerie van Economie, Landbouw en Innovatie (E, L &I) worden voorlopig geen EHS-aankopen meer gedaan voor Staatsbosbeheer. Het wachten is op een onderhandelingsakkoord met het ministerie waarin over een herijkte EHS afspraken worden gemaakt. Het Ministerie van E, L & I heeft een verdergaande decentralisatie aangekondigd. Daarmee vervalt een eerder verondersteld risico dat de minister na afloop van de ILGperiode niet bereid zou zijn grond tegen kostprijs over te nemen; de provincie is en blijft (economisch) eigenaar van de grond en kan deze naar eigen goeddunken inzetten. De risico’s zullen in 2012 worden herzien op basis van een herberekening naar een reëel risico. In het IKG zijn vier categorieën grondaankopen opgenomen, die elk een bepaalde mate van risico lopen: Landbouw en EHS binnen gebiedsontwikkeling: Deze gronden worden aangekocht zonder dat van te voren exact duidelijk is voor welk doel ze zullen worden aangewend. Bij deze aankopen is sprake van een risico van waardedaling. Ook kan het in beperkte mate voorkomen dat aangekochte grond uiteindelijk toch niet ingezet kan worden om tot doelbereiking te komen. EHS: Wanneer de aangekochte gronden na inrichting doorgeleverd worden aan een terreinbeherende organisatie, gebeurt dit tegen historische kostprijs. Bij doorlevering aan een particulier vindt de verkoop plaats tegen taxatiewaarde. Hierbij is dus geen risico op waardedaling.
180
Kavelruil: Hier is een beperkt risico op waardedaling, omdat de gronden pas worden aangekocht op moment dat er een ruilplan is. Anticiperende grondaankopen: Eventuele risico’s op waardedaling komen ten laste van de betrokken projecten (bijvoorbeeld op het gebied van infrastructuur). Ook in 2012 zullen zonodig anticiperende grondaankopen worden gedaan voor infrastructurele werken, natuur en energie. Met aankopen voor natuur uit het IKG zal terughoudend omgegaan worden. Alleen essentiële en/of afrondende percelen worden gekocht indien ruiling uit de grondvoorraad van ons of van DLG/BBL (zie hieronder) geen mogelijkheid biedt. 4.
De grondvoorraad van de provincie
Naast de ondergronden van de gebouwen, wegen en vaarwegen met overhoeken, oeverstroken, kades en dergelijke is de provincie eigenaresse van ca 20 ‘slapende’ en ‘in gebruik zijnde’ gronddepots (in totaal ca 175 hectare). Bij vraag naar grond kunnen de slapende depots weer worden leeggehaald en eventueel aangevuld. De provincie heeft de eigendom van ongeveer 24,7 hectare grond aan de Follegasloot waarvoor de vergunningsprocedure voor aanleg van het gronddepot nog moet worden gestart. Voorts is de provincie in het bezit van ongeveer 19 hectare (gras)land. Deze gronden zijn niet te verkopen omdat zij behoren tot provinciale infrastructurele projecten of zijn daar zodanig mee verweven dat verkoop niet gewenst is. Het betreft hier voornamelijk oeverstroken, kades, dijken en overhoeken. Van de totale lengte van provinciale oevers, kades, kanaaldijken, overhoeken, gronddepots en weilanden is ongeveer 205 hectare in gebruik gegeven aan derden. Hierin is ook het verhuurde water opgenomen. De totale opbrengst bedraagt ongeveer € 52.000 per jaar. Het betreft veelal een goedkope vorm van onderhoud; de percelen leveren weinig op, maar er zijn nagenoeg ook geen kosten. Eind 2009 is de overname van de Friese meren gerealiseerd. De totale overgenomen oppervlakte van de Friese Meren bedraagt ongeveer 9.300 ha, overwegend water. Een klein deel van de oppervlakte bestaat uit land, dat voor het grootste deel bestaat uit oever- en boezemland. De beheerlasten van de Friese meren worden gedekt door de baten uit overgedragen overeenkomsten betreffende gebruik en verhuur. In 2010 is begonnen met het integreren van de Friese Meren in het eigendomsbeheer van de Provincie. Dit is een moeizaam, arbeidsintensief proces omdat veel overgenomen contracten van Domeinen onduidelijk of onvolledig zijn. In 2011 wordt de integratie afgerond.
181
Overzicht grondvoorraad provincie Fryslân per 1-1-2011
voorraad Infrastructuur gronddepots provincie infrastructurele projecten Friese meren
grootte (ha)
200 200 9300
Gebiedsontwikkeling project Centrale As N-381 Haak om Leeuwarden/ gebiedsontwikkeling N.Stroomland
5
bruto investeringswaarde (*mln. €)
302 190
32,5 14,5
210
15,8
De grondvoorraad bij de Dienst Landelijk Gebied/Bureau Beheer Landbouwgronden
De Dienst Landelijk Gebied (DLG) is een agentschap van het ministerie van LNV. DLG is betrokken bij diverse provinciale projecten, zoals bij de ontwikkeling van de glastuinbouw, bij de aankoop van gronden voor de Centrale As, de ontwikkeling van Ecologische Hoofdstructuur en bij diverse landinrichtingsprojecten. Binnen landinrichtingsprojecten wordt door DLG gronden verworven voor diverse doelstellingen. Naast gronden voor nieuwe natuur betreft het grond voor landschapselementen, bedrijfsvergroting, te verplaatsen bedrijven, recreatieve voorzieningen en extra (ruil)grond om herverkaveling mogelijk te maken. DLG opereert in aankoopgebieden met een vooraf door ons vastgesteld aankoopstrategieplan. De financiering voor aankopen vindt plaats uit Rijks- en provinciale middelen, beide onder provinciale regie. De beschikbaarheid van Rijksmiddelen (ILG) is sinds de brief van het Ministerie van E, L &I van 20-10-2010 onduidelijk. Pas wanneer de onderhandelingen met staatssecretaris Bleker afgerond zijn weten we hoeveel middelen nog beschikbaar zijn voor verwerving. Onze aansturing vindt plaats via de jaarlijkse prestatieovereenkomst. Voor 2012 voorzien wij voor natuur alleen afrondende aankopen ten laste van het provinciaal budget. De eigen grondvoorraad van het Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL) in Fryslân bedraagt in 2010 nog ongeveer 1.500 ha. Dit betreft hoofdzakelijk gronden die als doelstelling ‘natuur’ hebben en die voortkomen uit Rijks-/LNV middelen. De grondvoorraad BBL zal in de komende jaren naar verwachting snel worden afgebouwd c.q. geruild.
182
Hieronder worden de aan- en verkopen in het kader van het Investeringskrediet Grond (IKG) weergegeven per 31 december 2010. Peildatum 31-12-2010 Aantal ha. Gem. jaarlijkse Aankoop/ verkoop voorraad ha. Conform PS besluit 22-04-2009 Landbouw + EHS binnen gebiedsontwikkeling Aankoop
600
Verkoop 600
Bedrag
Onderdeel
639
€ 26,4 mln. € 3,9 mln. Gebouwen
9
€ 0,26 mln. Grond € 0 mln. Gebouwen
Grond
630 EHS
Aankoop
400
428
€ 8,8 mln. Grond € 0,43 mln. Gebouwen
Verkoop
269 400
€ 4,8 mln. Grond € 0,43 mln. Gebouwen
159 Kavelruil
Aankoop
100
106
Verkoop
58
€ 3,79 mln. Grond € 0,50 mln. Gebouwen € 1,99 mln. Grond € 0,50 mln. Gebouwen
100
48 Anticiperend
Aankoop
300
146
Verkoop
Totaal
8 300
138
1.400
975
183
€ 5,5 mln. Grond incl. gebouwen € 0,2 mln. Grond
184
2.7 Paragraaf 7 – Bedrijfsvoering
Inleiding De paragraaf Bedrijfsvoering bevat de kaders voor een aantal bestuurlijk relevante onderwerpen ten aanzien van de bedrijfsvoering. Deze paragraaf kan beschouwd worden als een dwarsdoorsnede van de beleidsprogramma‟s: de planning en organisatie van de middelen en activiteiten teneinde de doelen van de beleidsprogramma‟s te bereiken. In deze paragraaf wordt ingegaan op de definitie, de reikwijdte, het doel en kaders van de bedrijfsvoering. Op een aantal onderdelen van de bedrijfsvoering wordt specifiek ingegaan: strategische personeelsplanning, inhuur derden, het nieuwe/Friese werken, huisvesting, samenwerking met andere overheden, sturing en beheersing ten behoeve van een efficiënte en rechtmatige beleidsuitvoering. Vervolgens komen de resultaten uit het Uitvoeringsprogramma 20112015, die betrekking hebben op de bedrijfsvoering aan de orde. Tenslotte wordt ingegaan op de bezuinigingen op de bedrijfsvoering. In de tabellen zijn de baten en lasten van de bedrijfsvoeringskosten inzichtelijk gemaakt en is een specificatie van de toegerekende bedrijfsvoeringskosten opgenomen. Provinciale Staten hebben aangegeven de beleidskaders voor de inhuur van derden in samenhang met de inzet van eigen personeel te willen zien. Hiervoor is de inhuur van derden, in plaats van in een afzonderlijke paragraaf, binnen het kader van strategische personeelsplanning in deze paragraaf gepresenteerd. Definitie en reikwijdte In algemene zin is de bedrijfsvoering het geheel van activiteiten en bijbehorende informatievoorziening en planning en sturing om de realisatie van de doelstellingen van de beleidsprogramma‟s mogelijk te maken. In het Uitvoeringsprogramma hebben wij aangegeven dat de kosten van ons bestuur en onze organisatie in overeenstemming zijn met die van andere provincies. Doel is de resultaten van de vergelijking te vertalen naar normen voor onze provincie. Hiervoor gaan we middels een benchmark de kosten van onze bedrijfsvoering vergelijken met die van andere provincies. Daartoe zullen we de kosten toerekenen aan primaire en secundaire processen opdat de kosten vergelijkbaar zijn met die van andere provincies. Primaire processen betreffen de beleidsvorming- en uitvoering die direct betrekking hebben op de realisatie van de provinciale doelen. Secundaire processen hebben daar indirect betrekking op. Uitgangspunten bedrijfsvoering Uitgangspunten zijn een doelmatige, doeltreffende en rechtmatige bedrijfsvoering. De doelmatigheid willen we verhogen door de inzet van middelen te beperken door samenwerking met andere overheden en het nieuwe/ Fryske wurkjen. Ook willen we inkoopvoordelen behalen teneinde een bijdrage te leveren aan de taakstelling. Mede gelet op de taakstellingen in de bedrijfsvoering moet dit uiteindelijk leiden tot een compactere organisatie. Door het ontwikkelen van een nieuwe organisatievisie wordt verder richting gegeven aan de inrichting van de organisatie.
185
Doeltreffendheid richt zich op het realiseren van de gestelde provinciale doelen. Om de doeltreffendheid te bewaken wordt o.a. gebruik gemaakt van prestatie-indicatoren. Van belang voor de doeltreffendheid is een realistische planning van doelen en prestaties m.b.t. de inzet van tijdelijke budgetten. Met rechtmatige bedrijfsvoering wordt beoogd dat het provinciale handelen in overeenstemming is met de voor de provincie geldende wetten en regels. Belangrijk hierbij is dat de financiële beheershandelingen zoals inkopen, aanbestedingen en ook subsidieverstrekkingen gebeuren volgens de hiervoor geldende Europese, nationale en provinciale regelgeving. Kaders voor de bedrijfsvoering Conform de presentatie van de beleidsprogramma‟s is hieronder een tabel met regelgeving en beleidsnota‟s opgenomen welke het terrein van de bedrijfsvoering raken en normatieve (regelgevende) en beleidsmatige kaders bevatten voor diverse bedrijfsvoeringsaspecten. Kaderstellende beleidsnota’s/relevante wetten en regelingen Relevante Europese en nationale wetten en regelingen Europese aanbestedingsrichtlijnen 2004/18/EG Europese richtlijn 2007/66/EG EG-verordening- staatssteun Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (BAO) Dienstenrichtlijn Financiële verhoudingswet Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) Wet openbaarheid topinkomens Besluit accountantscontrole Provincies en Gemeenten (BAPG) Markt en overheid (wetsvoorstel) bedoeld om concurrentievervalsing door overheidsondernemingen te voorkomen Wet financiering decentrale overheden (wet FIDO) Provinciale verordeningen en nota’s Vastgesteld door PS op Financiële verordening 2010 16 december 2009 Controle verordening 2003 5 november 2003 Verordening Onderzoeken naar Doelmatigheid en Doeltreffendheid (217a PW) 3 november 2004 Archiefverordening provincie Fryslân 1996 Nota afschrijvingsbeleid Bouwurk 26 november 2008
Nota uitvoering Begroting Nota reserves, voorzieningen en overlopende passiva Nota waarderen, activeren en afschrijven 2010 Legesverordening 2010 + tarieventabel Algemene Subsidieverordening
16 december 2009 16 december 2009 16 december 2009 16 december 2009 15 december 2009 Juni 2001 Vastgesteld door GS op 29 januari 2008
Algemene inkoopvoorwaarden Door GS vastgestelde uitvoeringsregelingen/nota’s Het provinciaal inkoop- en aanbestedingsbeleid Nota Zonder integriteit geen gezag
Hieronder worden voor de „belangrijkste‟ onderwerpen van bedrijfsvoering de doelen en acties in 2012 weergegeven. Uitgangspunt zijn uniforme kaders voor een effectieve en efficiënte uitvoering van het Coalitieakkoord, het Uitvoeringsprogramma en de in deze Begroting opgenomen beleidsprogramma‟s. Hieronder wordt onder 1 t/m 4 achtereenvolgens ingegaan op de strategische personeelsplanning en inhuur derden, samenwerking met andere overheden (Koöperaasje), het nieuwe Fryske Wurkjen en huisvesting, alsmede sturing beheersing ten behoeve van een effectieve, efficiënte en rechtmatige beleidsuitvoering.
186
1. Strategische personeelsplanning en inhuur van derden Om nu en in de toekomst alle taken van de provincie Fryslân goed te kunnen uitvoeren is het van groot belang zorg te dragen voor een goede personeelscapaciteit. Door de vergrijzing en het krapper worden van de arbeidsmarkt zal het reeds op middellange termijn lastig worden om de gewenste ambtelijke personeelsbezetting te realiseren. Met een gericht strategisch personeelsbeleid en een goede arbeidsmarktcommunicatie willen wij de personeelsbezetting van onze organisatie in de komende periode borgen. Om in te kunnen spelen op de ambities van de provincie Fryslân is het van belang de flexibele inzetbaarheid van medewerkers te vergroten. Dit heeft mede tot gevolg dat de inhuur van extern personeel wordt beperkt. Achtereenvolgens wordt de ontwikkeling van de ambtelijke formatie en de personeelsbezetting in een meerjarig perspectief gepresenteerd. Vervolgens wordt dit geplaatst in het kader van strategische personeelsplanning en een keuzemodel voor de inrichting van de organisatie. Tot slot wordt ingegaan op de voor 2012 geprognosticeerde inhuur als element van de benodigde personeelscapaciteit. Formatie De uitwerking van het Coalitieakkoord in het Uitvoeringsprogramma (UP) is indicatief.- op basis van gemiddelde loonkosten - vertaald naar formatieve gevolgen. De stijgingen in het Uitvoeringsprogramma bij de structurele en tijdelijke formatie van 2013 naar 2014 vloeien voort uit de aflopende financiering van projecten landelijk gebied, Fryske meren, e.a. en de keuze om dit beleid vanaf 2014 deels structureel te continueren. De inschatting is dat de omvang van de formatie (=het toegestane aantal voltijds formatieeenheden) daalt met ruim 100 fte van 823 fte augustus 2011 naar 716 fte eind 2015. Dit komt neer op een verwachte inkrimping met ruim 13 % in de komende 4 jaar. Tabel 1. Meerjarig perspectief toegestane formatie-eenheden vanaf 1 augustus 2011 Provincie Fryslân (incl. afdeling Omgevingsvergunningen en toezicht 70 fte/FUMO) 2011 2012 2013
Ontwikkeling formatie
2014
2015
Formatie structureel
674
671
672
672
672
Formatie tijdelijk
149
116
92
21
8
823
787
764
693
680
5
5
38
38
17
18
40
36
22
23
78
74
-20
-20
-20
-20
-14
-18
-18
-20
-34
-38
-38
Totaal Uitvoeringsprogramma structureel Uitvoeringsprogramma tijdelijk Totaal Bezuiniging € 6 mln Bezuiniging UP € 2,5 mln Totaal Totaal formatie structureel
674
656
643
672
672
Totaal formatie tijdelijk
149
133
110
61
44
823
789
753
733
716
Totaal
187
Bezetting Door de ontwikkeling in toegestane formatie af te zetten tegen de huidige personeelsbezetting en de te verwachten verloopgegevens kan de kwantitatieve over- of onderbezetting worden vastgesteld. Overzicht ontwikkeling formatie en bezetting vanaf 1 augustus 2011
Ontwikkeling formatie en bezetting
fte
850 800 750 700 650 600 550 500
Meerjarenformatieoverzicht incl. UP 01-08-2011
Verloop op basis van bereiken 65 jarige leeftijd
2011
2012
2013
2014
2015
2016
Bron: Meerjaren formatie-overzicht, augustus 2011 incl. UP Bron: Personeel Informatie Management Systeem, 01-08-2011 Bron: Administratie personeel uit dienst 2009-2010
Verloop op basis van bereiken 65 jarige leeftijd incl. verloop 'anders dan pensionering'
De grafiek toont enerzijds de afbouw van de formatie met 100 fte en anderzijds een uitstroom in de personeelsbezetting oplopend tot mogelijk 200 fte. Deze gelijktijdige aflopende ontwikkelingen lijken elkaar te ondersteunen. Een deel van het personeelsverloop zal leiden tot vervangingsvraag teneinde de voor de organisatie noodzakelijke kennis op peil te houden en nieuwe kennis aan te trekken. Wij voorzien voor de komende jaren dat er gemiddeld 20 fte aan nieuw personeel aangetrokken moet worden. Verder bestaat het risico dat een deel van de medewerkers dat beschikbaar komt als gevolg van het aflopen van tijdelijke financiering - niet één op één „gematcht‟ kan worden met de noodzakelijk in te vullen vacatures. De inkrimping van de formatie en het matchingsvraagstuk zijn derhalve korte termijn issues. Op de middellange termijn zal door verdergaand verloop (als gevolg van vergrijzing) het aantrekken van nieuw personeel –in een krapper wordende arbeidsmarkt - het dominante thema worden. De natuurlijke uitstroom biedt mogelijkheden in het vervullen van de rol van de provincie Fryslân als regionaal werkgever. We blijven in staat een belangrijke bijdrage te leveren door het aanbieden van kwalitatief hoogwaardig werk. Daarbij hebben we de mogelijkheid om jonge mensen uit Fryslân aan te nemen door onder andere een traineeprogramma en een stage- en afstudeerprogramma te ontwikkelen, teneinde de organisatieopbouw te verjongen en talent voor de provincie Fryslân te behouden. Strategische personeelsplanning Om de personeelsbezetting goed te kunnen beheersen is een strategische planmatige aanpak nodig op basis waarvan anticiperend personeelsbeleid wordt ontwikkeld. Strategische personeelsplanning brengt allereerst het verschil tussen de aanwezige personeelsbezetting en toekomstige personeelsbehoefte in kaart zowel in kwantitatieve als kwalitatieve zin. Op basis van
188
de analyse van de discrepantie wordt een actieplan opgesteld om de overschotten en tekorten in de diverse personeelcategorieën te overbruggen. Met strategische personeelsplanning willen wij bereiken dat: • de personeelsbezetting klaar is voor de uitvoering van provinciale taken - nu en in de toekomst; • wij toe groeien naar in evenwicht in de samenstelling in de personeelsopbouw; • tijdig wordt voorzien in de noodzaak voor instroom van nieuw personeel; • er geen tekort is aan gekwalificeerde- en ervaren medewerkers; • door tijdig in te spelen op toekomstige ontwikkelingen overbezetting of kwaliteitstekort wordt voorkomen; • personeelskosten worden beheerst. Slagvaardige organisatie Om te komen tot een goede uitvoering van provincietaken en het realiseren van onze ambities tot 2015 hechten wij aan een slagvaardige inrichting van de organisatie en een evenwichtige samenstelling van het personeelsbestand. Door de budgettaire druk, het aflopen van tijdelijke financiering voor een deel van onze personeelsformatie en onzekerheden betreffende taken, is het niet vanzelfsprekend dat de tot 1 januari 2013 afgegeven werkgelegenheidsgarantie in de huidige vorm gecontinueerd kan worden. Naar verwachting kan een deel van de medewerkers die beschikbaar komen als gevolg van het aflopen van tijdelijke financiering niet „gematcht‟ worden met vrijkomende vacatures. Wij zullen als goed werkgever ons tot het uiterste inspannen om medewerkers passend werk aan te bieden en vrijwillige mobiliteit stimuleren. Deze ontwikkelingen vragen om een adequate bedrijfsvoering met een goede verhouding tussen vast en flexibel personeel. Door de personeelsvoorziening effectief en efficiënt te organiseren verwachten wij de bedrijfsvoeringskosten van ambtelijk personeel en inhuur - in relatie tot de uit te voeren taken - de komende vier jaar te kunnen reduceren. Daarbij hebben wij de organisatie als randvoorwaarde gesteld dat er een evenwicht moet zijn tussen de langlopende verplichtingen (vaste dienstverbanden) en de structurele dekkingsmiddelen. Inhuur van derden Externe inhuur is het uitvoeren van werkzaamheden, in opdracht van een bij de provincie in dienst zijnde opdrachtgever middels het tegen betaling inzetten van personele capaciteit en deskundigheid, waarop door de opdrachtgever gestuurd wordt. Hierbij maken we onderscheid tussen vervangingscapaciteit, extra capaciteit en kennis. Er zijn diverse redenen te benoemen om personeel in te huren: • extra capaciteit: deze inhuur is ten behoeve van extra- of piekwerkzaamheden • kennis: het inhuren van kennis vindt plaats als de benodigde kennis niet in de organisatie aanwezig is • vervanging: dit is inhuur bij ziekte, zwangerschap, vacatures of andere afwezigheid Het afnemen van een compleet product of dienst van externen zoals schoonmaken, catering, een tekening/bestek, onderzoek of advies is geen inhuur maar uitbesteed werk/leveringen en diensten. Zwaartepunt van de inhuur van de afgelopen jaren ligt op inhuren van kennis en vervangingscapaciteit en wordt met name bepaald door de grote infrastructurele werken.
189
Raming inhuur 2012 Als provincie staan we voor de taak om te komen tot een slankere organisatie. Deze inkrimping wordt mede gerealiseerd met het natuurlijk verloop binnen de provinciale organisatie en het slechts beperkt invullen van vacatures. Op welke wijze dit zal plaatsvinden zal blijken uit de strategische personeelsplanning en de toekomstige samenstelling van de provinciale personeelscapaciteit. Dit zal tevens bepalend zijn voor de inrichting van de toekomstige organisatie Daartoe zullen keuzen moeten worden gemaakt betreffende de omvang van verschillende schillen van de personeelsamenstelling als: - vast en tijdelijk personeel in provinciale dienst - pool van flexibel inzetbaar personeel in provinciale dienst - werkzaamheden ondergebracht in shared service centra - inhuur van extra capaciteit en kennis - uitbesteed werk middels opdrachten aan derden Na het maken van keuzes voor de omvang van de onderscheiden schillen kunnen normen worden bepaald voor de beheersing van de inzet van personeel. Om een goede personeelsbezetting te garanderen kan het noodzakelijk zijn om in de personeelsbehoefte te voorzien door, naast de inzet van flexpoolmedewerkers, tijdelijk inhuur in te zetten. Wanneer wij niet in staat zijn onze vacatureruimte in te vullen (bijv. personeelsstop of geen match op arbeidsmarkt) is er de mogelijkheid tot het inlenen van personeel. Dekking van de inhuur vindt plaats uit vacatureruimte en goederen en dienstenbudgetten en uit projecten. De inzet van externen wordt voor de komende jaren voor een groot deel nog bepaald door de inhuur van tijdelijk benodigde technische kennis ten behoeve van de grote wegenprojecten. De geplande grote wegenprojecten zijn volop in uitvoering en worden de komende jaren afgerond, waaronder Centrale As en N381. In 2012 wordt de uitvoering gestart van onder andere N381, Haak om Leeuwarden en Bereikbaarheid Leeuwarden. Een laatste ontwikkeling is de overgang van de eigen organisatie naar een Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing ( FUMO, naar verwachting operationeel 2013). Gezien deze ontwikkeling willen wij bij vrijkomende vacatures geen voorschot nemen op de definitieve vorming van FUMO. Bij vrijkomende vacatures wordt dan ingeleend. Op basis van bovengenoemde ontwikkelingen voorzien wij voor 2012 een volume van de inhuur van rond de € 13,5 miljoen. Mede door de inzet van medewerkers middels de flexpool denken wij de omvang van de inhuur waar mogelijk verder te beperken. Onze prognose voor de verdeling van de benodigde inhuur is als volgt: -extra capaciteit: 45% -kennis: 35% -vervanging: 20% Doelen: Borgen kwantitatieve en kwalitatieve personeelsbezetting Flexibele inzet van medewerkers vergroten Beperken inhuur van extern personeel Acties in 2012 Inzicht geven in de toekomstige ontwikkelingen van de kwalitatieve en kwantitatieve vraag- (personeelscapaciteit/formatie) en aanbodzijde (bezetting/inhuur) van de organisatie en de mogelijke „machtingsvraagstukken‟ hierbij Stimuleren vrijwillige mobiliteit Ontwikkelen traineeprogramma en vernieuwen stage- en afstudeerbeleid Uitbouwen flexpool van medewerkers in provinciale dienst met flexibele inzet
190
Het uitwerken van een schillenmodel voor de organisatie inrichting teneinde te komen tot een dynamische beheersing en normering van de bedrijfsvoering Beperken inhuur extern personeel tot capaciteit die niet met inzet van eigen personeel kan worden ingevuld Een verdere specificatie van benodigde inhuurcapaciteit wordt uitgewerkt in de afdelingsjaarplannen 2012 2. Koöperaasje: samenwerken met andere overheden Vanuit de Koöperaasje-gedachte zoeken we nadrukkelijk de samenwerking met andere overheden en andere partijen op, binnen en buiten Fryslân. We doen dat ook nu al: voorbeelden daarvan zijn de beleidsagenda Krimp en de samenwerkingsagenda‟s (in ontwikkeling) met de vier grootste Friese gemeenten. In 2012 willen we deze samenwerking verder uitbouwen. We doen dat op verschillende gebieden en verschillende manieren. Allereerst door gebiedsgericht te werken. Zo gaan wij in samenwerking met de verschillende streken in Fryslân streekagenda‟s opstellen en uitvoeren: een werkwijze waarbij gezamenlijke (beleidsmatige) doelen voor de streek worden benoemd, vastgelegd en gezamenlijk in de streek worden opgepakt. Daarnaast gaan we voortvarend van start met uitvoering van de in 2011 afgesloten samenwerkingsagenda‟s. In de samenwerkingsagenda‟s worden thema‟s benoemd, maar wordt ook net als in de streekagenda‟s tot op concreet projectniveau de samenwerking tussen provincie en betreffende gemeente afgesproken. Ook onderzoeken we met andere overheden de mogelijkheden om op het gebied van bedrijfsvoering samen te werken en maken we hier afspraken over. Dat gebeurt zowel binnen Fryslân (bijv. inkoop, flexpool) als daarbuiten. Een specifieke ontwikkeling is dat in noordelijk verband naar aanleiding van de globale verkenning naar samenwerkingsmogelijkheden op het gebied van bedrijfsvoering (2010), in 2011 een verdiepingsonderzoek is gestart genaamd „Noordelijke Samenwerking‟. De volgende deelgebieden zijn hierbij onderzocht: financiële administratie, personeel- en salarisadministratie, grafische dienstverlening, GEO/GIS, inkoop en specifieke kennisgebieden (rechtspositie en fiscaliteit). Doel M.b.t. de Koöperaasje, de Streekagenda en de samenwerkingsagenda: Het doel is de Fryske Mienskip zo goed mogelijk te bedienen, en daarbij oog te hebben voor wat er specifiek per streek of kern speelt. Door via streekagenda‟s en samenwerkingsagenda‟s samen te werken kunnen wij ons eigen beleid verbeteren en integraler maken, en zo effectief en relevant mogelijk te werk gaan in de uitvoering. Ook bereiken wij symbiose met onze partners. Met betrekking tot samenwerking op het gebied van bedrijfsvoering: Het doel is om in 2012 een samenwerkingsmodel te ontwikkelen dat een bijdrage levert aan: kwaliteitsverbetering: verbeteren van kennis en deskundigheid en synergie in innovatie en ontwikkeling continuïteit: verminderen van kwetsbaarheid en garanderen van levering van producten en diensten kostenreductie: efficiëntere werkprocessen en schaalvoordelen Acties in 2012 Met betrekking tot de Koöperaasje, de Streekagenda en de samenwerkingsagenda: In 2012 wordt met iedere regio in Fryslân een streekagenda opgesteld. De projecten opgenomen in de eind 2011 vastgestelde samenwerkingsagenda‟s met Heerenveen, Smallingerland en
191
Súdwest Fryslân zullen voorzien worden van een projectorganisatie en van start gaan. Deze nieuwe werkwijze zal gevolgen hebben voor de uitvoering. Voor nadere acties wordt verwezen naar de betreffende beleidsprogramma‟s. Met betrekking tot samenwerking op het gebied van bedrijfsvoering: Eind november 2011 zullen de afzonderlijke Colleges een besluit nemen over de Noordelijke Samenwerking. Bij positieve besluitvorming zal 2012 in het teken staan van de implementatie. o realiseren project- en implementatieplan o de implementatie start in 2012 en zal gefaseerd, over meerdere jaren, worden uitgevoerd en in januari 2014 worden afgerond 3. Nieuwe / Friese werken en huisvesting Eind 2011 wordt het nieuwe provinciehuis in gebruik genomen. Bij de indeling van dit nieuwe gebouw zijn een aantal uitgangspunten gehanteerd die voortkomen uit het gedachtegoed van „het nieuwe werken‟. De bedoeling is om ook andere aspecten van dit gedachtegoed te introduceren binnen de provincie, onder de noemer: It Fryske Wurkjen; een nieuwe manier van werken, waarbij de provinciale medewerkers hernieuwd gemotiveerd en geïnspireerd worden om een bijdrage te (blijven) leveren aan de Fryske Mienskip. Doel Het Nieuwe Werken, voor de provincie Fryslân vertaald naar „It Fryske Wurkjen‟, gaat over het moderniseren van de manier waarop we werken en over een betere samenwerking met andere (externe) partijen; doel is het werk zowel leuker als gemakkelijker te maken, maar ook efficiënter en meer resultaatgericht. Door onze werkwijze te vernieuwen kunnen we, ook met minder middelen, met een flexibele organisatie en goed uitgeruste medewerkers veel bereiken. We bedienen onze klanten beter en groeien naar een groene en kostenefficiënte organisatie, met minder kantoorruimte, minder reistijd en minder papier. Bovendien helpt deze nieuwe manier van werken onszelf te profileren als een moderne, aantrekkelijke werkgever voor jong talent. Door samen met partners en doelgroepen integraal beleid te formuleren en uit te voeren, geven we inhoud aan een vernieuwende provinciale werkwijze. Voor deze nieuwe werkwijze wordt onze organisatie klaargestoomd. Daarbij werken we toe naar een meer dynamische en slankere organisatie. Acties in 2012 Het programma It Fryske Wurkjen omvat twee onderdelen: Informatietechnologie In 2011 is, in het kader van het informatiseringsplan, een begin gemaakt met het neerzetten van een aantal basis IT-voorzieningen die minimaal nodig zijn om een moderne manier van werken mogelijk te maken, waarbij medewerkers op ieder moment en op elke locatie actief kunnen zijn voor de provincie. Het gaat om: - Een digitale samenwerkingsomgeving, om zowel in- als extern te kunnen samenwerken en informatie uit te wisselen. - Een zogenaamd chat- en presence toepassing, zodat je kunt zien of een collega beschikbaar is (ongeacht de locatie waarop hij/zij zich bevindt) en onderling korte berichtjes uit kunt wisselen.
192
-
-
Een zaaksysteem, dat het mogelijk maakt onze werkprocessen te digitaliseren en bovendien meer inzicht geeft in onze voortgang en werkvoorraad. Het zaaksysteem is bovendien randvoorwaardelijk om onze dienstverlening te kunnen digitaliseren. Een digitaal archief, zodat medewerkers eenvoudig documenten kunnen archiveren en gearchiveerde documenten op ieder moment en op iedere plaats kunnen raadplegen.
In 2011 worden deze voorzieningen ingericht voor vier afdelingen om vervolgens vanaf 2012 breder in de organisatie ter beschikking gesteld te worden. Ook wordt in 2012 een begin gemaakt met het digitaliseren van de dienstverlening van de provincie. Het wordt mogelijk gemaakt om, via een “elektronisch loket” op onze website, diensten aan te vragen en vervolgens via een nieuw onderdeel op de site, genaamd „Myn provinsje‟, geïnformeerd te worden over de voortgang en uitkomsten. In het laatste kwartaal van 2011 wordt bovendien een pilot gestart met mobiele apparatuur voor een dwarsdoorsnede van de organisatie. Deze moet inzicht geven welke middelen onze medewerkers, die in verschillende rollen zitten en daardoor op verschillende manieren werken, het beste faciliteren in de uitvoering van hun werk. Mens Hoewel bovenstaand overzicht de indruk kan wekken dat het Fryske Wurkjen alleen over techniek gaat, is niets minder waar. Het gaat vooral over een andere manier van werken: modern, digitaal en plaats- en tijdsonafhankelijk. Daarmee gaat het tegelijkertijd over een andere manier van aansturen van medewerkers: als niet iedereen meer van negen tot vijf achter een bureau zit, is er een manier van aansturen nodig die gebaseerd is op van tevoren afgesproken resultaten. Veel van de acties in het programma zullen dan ook betrekking hebben op het informeren, trainen en “mee krijgen” van medewerkers in dit verandertraject. De innovatieve werkvloer, het flexwerken en het aansturen van medewerkers zullen de nodige aanpassingen vragen van de medewerkers. Alleen al om die reden is dit niet een proces dat in een jaar is afgerond. Het programma Fryske Wurkjen is als een „ontdekkingsreis‟, met een gefaseerde uitrol per organisatie eenheid en inhoud gegeven door concrete projecten die concrete resultaten opleveren! 4. Sturing en beheersing t.b.v. effectieve, efficiënte en rechtmatige beleidsuitvoering Doel Het doel is de beleidsmatige aansturing vanuit de Staten en de verantwoording door het college aan Provinciale Staten verder te verbeteren. De organisatie wordt compacter gemaakt en gaat meer met haar externe omgeving samenwerken. Het realiseren van de taakstelling op de Bedrijfsvoering door samenwerking, efficiëntie, procesverbetering en kwaliteitsverbeteringen. Acties in 2012 De sturing en beheersing van provinciale organisatie volgt de veranderingen die op de provincie afkomen. In het komende jaar staan hierbij drie speerpunten centraal die hierna kort worden toegelicht. De provincie gaat de beleidsplanning meer integraal uitvoeren, door beleidsnota‟s op te nemen in een beperkte set dynamische beleidsagenda‟s en streekagenda‟s. Voor een meer slagvaardige en integrale uitvoering van het Coalitieakkoord/Uitvoeringsprogramma zijn acht beleids-
193
afdelingen en dertien Projecten & Programma‟s binnen de provinciale organisatie samengebracht in een drietal beleidsafdelingen met overeenkomstige beleidsagenda‟s, te weten Sociaal Culturele Identiteit (SCI), Economie, Innovatie en Kennis (EIK) en Fysiek Ruimtelijke Omgeving (FRO, in ontwikkeling). In deze dynamische beleidsagenda‟s worden de doelen uit het Uitvoeringsprogramma van ons college verder uitgewerkt en voorzien van een meerjarige planning voor realisatie, zowel op beleidsmatig als op financieel terrein. In het verlengde hiervan zal een project gestart worden om samen met provinciale staten de Kadernota, Begroting en Jaarstukken hierop aan te passen. Waarnodig zal het financieel beleid worden aangepast.‟ De provinciale organisatie wordt de komende jaren compacter en gaat op diverse onderdelen meer met haar externe omgeving gaan samenwerken. Voorbeelden hiervan zijn: de start van de Fryske Utfieringstsjinst Miljeu en Omjouwing (FUMO), samenwerking met medeoverheden en kennisinstituten op het gebied van onderzoek en informatie, de mogelijkheid om diverse bedrijfsvoeringsaspecten op noordelijke schaal te beheren en uit te voeren. Ook het op dit moment nog niet uitonderhandelde Bestuursakkoord tussen Rijk en lagere overheden zal naar verwachting gevolgen voor de provinciale organisatie hebben, vooral met betrekking tot de uitvoering van het beleid van het landelijk gebied. Deze veranderingen zullen ook gevolgen hebben voor de financiële positie van de provincie. Sommige veranderingen kunnen aanzienlijk zijn. Dit vraagt niet alleen flexibiliteit van de bedrijfsvoering, maar ook een gericht en duidelijk beheersinstrumentarium. Komend jaar zal de focus liggen op transparante informatie voor sturing en beheersing, zowel voor Provinciale Staten, het college, als directie en management. De ambtelijke stuurgroep ‟Sturing en Beheersing‟ stuurt dit proces aan. De taakstellingen op de Bedrijfsvoering hebben de organisatie verder aangespoord tot efficiënt werken. Procesverbetering en kwaliteitsverbetering worden het komende jaar gezamenlijk opgepakt. Als voorbeeld, in 2012 zal de procesautomatisering van het subsidievolgsysteem verder geïmplementeerd worden. Hierdoor zal niet alleen de beleidsmatige en financiële beheersing van het verstrekken van subsidies verder worden verbeterd, maar ook de kwaliteit van het proces worden geborgd. De controle op rechtmatigheid wordt dan systematisch gedurende het proces uitgevoerd. In het komende jaar zal ook het inkoopproces, waar nodig verder worden gecentraliseerd, dit om te kunnen besparen op inkoop van goederen en diensten en om de bijbehorende werkprocessen te stroomlijnen, te automatiseren en de rechtmatigheid te borgen. Uitvoeringprogramma 2011-2015 In het Uitvoeringsprogramma zijn diverse resultaten aangegeven. De resultaten waar in deze paragraaf om gaat zijn genoemd in het onderdeel Nieuwe Energie voor Het Openbaar Bestuur. Hieronder volgt een opsomming van te behalen resultaten per onderdeel in 2012. Tevredenheid over de provincie Fryslân als werkgever Verbeteren van de randvoorwaarden via het project het Fryske Wurkjen. Er worden hoogwaardige opleidingen, competentiemanagement en loopbaanbeleid aangeboden. In 2012 zal een start gemaakt worden met een kinderopvanglocatie in de nabijheid van het provinciehuis. Via een jaarlijks te houden medewerkerstevredenheidsonderzoek zullen we de ontwikkeling in personeelstevredenheid monitoren.
194
De kosten van ons bestuur en onze organisatie zijn in overeenstemming met die van andere provincies. We voeren een vergelijking uit van de kosten van onze provinciale organisatie, inclusief bestuur, met die van andere provincies. De resultaten daarvan vertalen we naar voorstellen om onze kosten waar nodig, in overeenstemming te brengen met landelijke gemiddelden. Strategisch personeelsbeleid en –planning; opzetten anticiperend HR-beleid; opzetten traineepool teneinde organisatieopbouw te verjongen Een gericht strategisch personeelsbeleid op te zetten en een goede arbeidsmarktcommunicatie. Het opzetten van een anticiperend HR-beleid. Door het opzetten van een traineeprogramma en een vernieuw stage-en afstudeerbeleid het personeel te verjongen. Voorstel uit het Uitvoeringsprogramma 2011-2015: decentralisatie provinciale archieven In het Bestuursakkoord is opgenomen dat het Rijk het beheer van de voormalige rijksarchieven in de provincie overdraagt aan de provincie. Hiervoor zal de provincie een decentralisatie uitkering ontvangen. Echter momenteel betaalt het Rijk ook voor het beheer van de provinciale archieven, die aan de rijksarchieven zijn overgedragen. De middelen die het Rijk hier nu aan besteedt zullen niet meegaan naar de provincie. Het nieuwe voorstel heeft betrekking op deze provinciale archieven. De kosten hiervan bedragen jaarlijks € 430.000. Samenstelling bedrijfsvoeringskosten: Bedragen x € 1.000 Baten - Personele kosten - Overige bedrijfsvoeringskosten Totaal Baten Lasten - Personele kosten - Overige bedrijfsvoeringskosten Totaal Lasten Saldo voor mutatie reserves Mutatie reserves (lopen via de exploitatie) - Beschikking over reserves - Vorming van reserves Saldo na mutatie reserves
Realisatie Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2010 2011 2012 2013 2014 2015 825 131 956
382 1.337 1.719
33 911 944
33 346 378
33 151 183
33 151 183
63.104 15.712 78.816 -77.860
61.000 25.227 86.227 -84.508
61.037 21.731 82.768 -81.825
61.173 16.601 77.774 -77.396
61.535 16.238 77.773 -77.590
61.490 16.331 77.821 -77.638
2.655 0 -75.206
9.141 1.206 -76.573
3.707 0 -78.118
500 0 -76.896
0 0 -77.590
0 0 -77.638
195
Toerekening van bedrijfsvoeringkosten Realisatie Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting Bedrijfsvoeringskosten specifiek en 2010 2011 2012 2013 2014 2015 algemeen Bedragen x € 1.000 Specifieke toerekening aan programma’s bestaand beleid - Programma 1 Bestuur en Veiligheid - Programma 2 Verkeer en Vervoer
635 7.730
650 7.080
650 7.060
650 7.148
650 7.136
650 7.124
Programma 3 Water Programma 4 Milieu Programma 5 Landelijk Gebied Programma 6 Economie, Toerisme en Recreatie - Programma 7 Sociaal beleid en zorg - Programma 9 Ruimte
249 333 627 416
301 0 816 497
301 0 544 497
301 0 462 497
301 0 170 0
301 0 95 0
4 576
0 358
0 358
0 358
0 358
0 358
- Programma 10 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien
666
700
700
700
700
700
-
- Investeringen
5.702
5.245
4.968
4.894
4.894
4.894
Totaal specifieke bedrijfsvoeringskosten Algemene toerekening aan programma’s bestaand beleid o.b.v. verdeelsleutel - Programma 1 Bestuur en Veiligheid
16.939
15.647
15.079
15.010
14.209
14.121
4.387
5.632
5.649
5.542
5.289
5.368
-
Programma 2 Verkeer en Vervoer Programma 3 Water Programma 4 Milieu Programma 5 Landelijk Gebied Programma 6 Economie, Toerisme en Recreatie - Programma 7 Sociaal beleid en zorg
19.929 2.008 12.396 7.573 3.841
20.199 2.252 12.581 7.624 6.003
20.295 2.258 12.616 7.624 6.000
19.897 2.216 12.389 7.429 5.811
18.867 2.115 11.695 7.087 5.540
19.141 2.146 11.484 7.199 5.622
1.469
1.416
1.420
1.394
1.330
1.350
- Programma 8 Kultuer, Taal en Underwiis - Programma 9 Ruimte - Programma 10 Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Algemene toerekening aan programma’s nieuwe beleidsvoorstellen o.b.v. verdeelsleutel - Programma 5 Landelijk Gebied - Programma 6 Economie, Toerisme en Recreatie - Programma 7 Sociaal beleid en zorg - Programma 8 Kultuer, Taal en Underwiis - Programma 9 Ruimte Totaal algemene bedrijfsvoeringskosten Totaal toegerekende bedrijfsvoeringskosten
2.922
2.540
2.548
2.500
2.386
2.421
2.602 1.140
2.680 0
2.664 0
2.613 0
2.494 0
2.531 0
0 0
0 0
0 728
0 856
2.500 2.590
2.500 2.268
0 0
0 0
378 685
378 685
378 685
379 683
0 58.267
0 60.926
175 63.039
175 61.885
425 63.381
425 63.516
75.206
76.573
78.118
76.896
77.590
77.638
196
Toelichting In de eerste tabel wordt de samenstelling van de bedrijfsvoeringskosten weergegeven, onderverdeeld in personele en de overige bedrijfsvoeringskosten. Onder de overige bedrijfsvoeringskosten vallen o.a. de kosten voor huisvesting, automatisering, opleidingen en archiefkosten. In de tweede tabel is aangegeven hoe het saldo van de bedrijfsvoeringskosten wordt toegerekend aan de verschillende onderdelen in de Begroting. De bedrijfsvoeringskosten worden deels specifiek en deels algemeen toegerekend aan de programma‟s en investeringen. De specifieke toerekening vindt plaats bij investeringen en bij projecten waarbij de kosten door derden worden gefinancierd (overlopende passiva). Daarnaast worden de bedrijfsvoeringskosten die gerelateerd zijn aan het bestuur specifiek doorbelast, aangezien deze volgens de voorschriften aan programma 1 moeten worden toegerekend. De resterende bedrijfsvoeringskosten worden gedekt vanuit de algemene middelen. Deze kosten worden via een verwachte inzet van menskracht (verdeelsleutel) uniform over de jaren, aan de programma‟s toegerekend. In de tweede tabel zijn ook de kosten van de bedrijfsvoering die gemoeid zijn met het Uitvoeringsprogramma per programma in beeld gebracht. In het Uitvoeringsprogramma zijn een aantal tijdelijke budgetten verlengd of structureel gemaakt. De hiermee samenhangende formatie is hierbij meegenomen. In het kader van de benchmark zal ook gekeken worden naar de toerekening van de bedrijfsvoeringskosten, mede in verband met de toerekening aan primaire en secundaire processen. Mogelijk leidt dit tot een aanpassing van de huidige wijze van toerekening.
Financiële toelichting Baten In 2012 is rekening gehouden met een bate in verband met de ontmanteling (verkoop) van het semipermanente pand aan de Snekertrekweg. Daarnaast was tot en met 2011 rekening gehouden met een verwachte onderbesteding op bedrijfsvoeringskosten (vacaturegelden). Door de bezuinigingen welke met name middels formatie wordt ingevuld, zal er in steeds mindere mate sprake zijn van onderbesteding. Bij de Begroting 2012 is deze stelpost daarom uit de Begroting gehaald. Lasten De personele kosten zijn gebaseerd op de huidige formatieraming zoals eerder opgenomen in deze paragraaf. Ondanks de dalende formatie blijven de personele kosten nagenoeg gelijk. Dit wordt veroorzaakt door de loonstijging vanaf 2012 welke al in de Begroting is opgenomen. Deze loonstijging is gebaseerd op de inflatiepercentages zoals opgenomen in de meicirculaire Provinciefonds. Conform de gemaakte afspraak bij de Begroting 2011 is voor 2011 geen nominaal toegevoegd aan de personele budgetten. De hogere overige bedrijfsvoeringskosten in 2011/2012 hebben met name te maken met de kosten van de huisvesting. Het betreft de extra afschrijving in 2011 in verband met de eerdere oplevering van de nieuwbouw (€ 5,8 mln.) en er is voor een deel van 2012 nog rekening gehouden met huurkosten van het pand Snekertrekweg (€ 2,1 mln.). Daarnaast is het zogenoemde zaaigeld in de jaren 2011/2012 opgenomen. Dit geld (€ 3,1 miljoen voor informatiseringsplan en € 1,4 miljoen voor frictiekosten) heeft u beschikbaar gesteld om de bezuinigingstaakstelling van € 6 miljoen vanaf 2011 te kunnen realiseren. Daarnaast is € 0,4 miljoen voor het persoonlijk ontwikkelbudget in 2011 opgenomen. Voor de resterende € 0,8 miljoen voor het POB is een reserve gevormd.
197
Evenals bij de personele kosten speelt ook bij de overige bedrijfsvoeringskosten mee dat het effect van de toekomstige bezuinigingen wegvalt tegen de begrote prijsstijgingen. Mutatie reserves In de tabel zijn de mutaties reserves opgenomen ook al zijn die tevens opgenomen in de exploitatie in verband met het Besluit Begroten en Verantwoorden. Het betreft hier de reserves ver/nieuwbouw provinciehuis en de reserve zaaigeld en persoonlijk ontwikkel budget. . Bezuinigingen op de bedrijfsvoering Op het onderdeel bedrijfsvoering zijn met u de afgelopen jaren een aantal bezuinigingstaakstellingen afgesproken, namelijk: Begroting 2005 een structurele taakstelling van € 10 miljoen. Begroting 2011 een structurele taakstelling van € 6 miljoen oplopend naar € 7,5 miljoen. Begroting 2012 een structurele taakstelling van € 1,1 miljoen oplopend naar € 2,5 miljoen. De structurele bezuiniging van € 10 miljoen is gedeeltelijk ingevuld door structurele formatie die werkzaam is voor tijdelijke projecten, te beëindigen na afloop van de projectperiode. De invulling van de € 10 miljoen heeft nog een doorwerking in de komende jaren. De € 6 miljoen bezuiniging op bedrijfsvoering bij de Begroting 2011 betekent een bezuiniging van 10%. Deze bezuiniging loopt op tot € 7,5 miljoen, deels om de structurele lasten voortvloeiende uit het informatiseringsplan te dekken. Over de voortgang van de invulling van deze bezuiniging wordt bij de 2e Bestuursrapportage 2012 en de Kaderbrief 2013 gerapporteerd. Om dit te realiseren zal de concrete invulling van de nieuwe taakstelling Begroting 2012 bij de Kadernota 2013 plaatsvinden. Hierbij zal gebruik worden gemaakt van een benchmark met andere provincies. Deze wordt in 2012 uitgevoerd. Daarnaast zal bij het doorlichten van de beleidsprogramma‟s ook gekeken worden naar de bedrijfsvoeringskosten welke met de beleidstaken gemoeid zijn. De bezuinigingen zijn taakstellend in bovenstaande tabel en daarmee in de Begroting verwerkt.
198
2.8 Paragraaf 8 – Handhaving Wat willen wij bereiken Bedrijven (inrichtingen), initiatiefnemers van niet inrichtinggebonden activiteiten en burgers voeren hun werkzaamheden en activiteiten zodanig uit, dat de milieudruk, hinder en veiligheid aan de daarvoor gestelde normen voldoen.
Wat gaan wij daarvoor doen in 2012? Alle bedrijven en activiteiten, waarvoor de provincie in de betreffende wet- en regelgeving is aangewezen als bevoegd gezag, zijn gecontroleerd op basis van het Handhavingsuitvoeringsprogramma 2012. Het gedrag van de overtreder en de aard en ernst van de overtreding bepalen de belangrijkste risico’s en knelpunten die wij met voorrang oppakken (prioriteiten). Wij streven naar maximale beïnvloeding van het naleefgedrag. Dit willen wij bereiken door het meest passende toezicht- en handhavingsinstrument in te zetten: de juiste activiteit voor de juiste doelgroep (slagvaardig toezicht en handhaving). Met het uitoefenen van onze toezicht- en handhavingstaken gaan wij bijdragen aan de doelstelling om Fryslân schoon en veilig te houden (beleidsrealisatie). Daar waar de provincie overtredingen heeft geconstateerd, is het handhavinginstrumentarium gericht op het beëindigen van die overtredingen. De uitvoering van onze toezicht- en handhavingstaken vindt plaats conform landelijk vastgestelde kwaliteitscriteria. Overtredingen bij inrichtingen en activiteiten, waarvoor wij het bevoegde gezag zijn, worden door ons alleen gedoogd als wij hiertoe schriftelijk hebben besloten. Alle bestuurlijke handhavingorganisaties in Fryslân voldoen blijvend aan de in de AMvB Kwaliteitseisen genoemde kwaliteitscriteria. Daar waar nodig, is gebruik gemaakt van de instrumenten die de Wet milieubeheer biedt, één en ander conform de beleidsregel ‘Aanwijzingsbevoegdheden handhavingstructuur milieu’. Wij verlenen en handhaven op adequate wijze een omgevingsvergunning Het provinciale handhavingsbeleid is actueel en geïmplementeerd. Ook buiten inrichtingen is sprake van integratie en afstemming van handhavingactiviteiten. Toelichting In het kader van het cyclische handhavingproces worden jaarlijks in de Begroting de speerpunten en prioriteiten voor het komende begrotingsjaar opgenomen in een aparte paragraaf. Hierover wordt dan in het provinciale jaarverslag gerapporteerd. Het uitvoerende deel, het ‘Handhavingsuitvoeringsprogramma’, wordt door ons vastgesteld en ter kennisneming aan uw Staten voorgelegd. Het cyclische handhavingsproces geldt voor alle beleidsterreinen met betrekking tot de fysieke leefomgeving waarop de provincie - direct of indirect - toezicht houdt en waar nodig handhaaft. Het beleidsmatige kader voor het Handhavingsuitvoeringsprogramma 2012 heeft een relatie met de volgende beleidsprogramma’s uit de Begroting: 2. Verkeer en Vervoer, 3. Wetter, 4. Milieu, 5. Lanlik Gebiet.
199
In 2012 baseren wij ons - bij de inzet van onze toezicht- en handhavingsinstrumenten - op het uitgangspunt burger en bedrijf ruimte te geven waar het kan en streng optreden waar het moet. Wij zoeken samen met burger en bedrijf naar de gewenste ruimte voor nieuwe ontwikkelingen. Daarbij zoeken wij naar mogelijkheden om enige bandbreedte aan te brengen in de toezichtrelatie en daar waar mogelijk bedrijven de helpende hand te bieden. Wij zijn in beginsel verplicht de naleving van wet- en regelgeving te handhaven en staan daarom niet toe dat burger en bedrijf door deze ‘bottom-line’: heen zakken. Wij kunnen niet alle knelpunten en problemen aanpakken. Wij maken daarom keuzes t.a.v. het bij voorrang oppakken van knelpunten en problemen. Dit om onze beschikbare capaciteit en instrumenten zo efficiënt mogelijk in te zetten. De prioriteiten worden organisatiebreed vastgesteld op grond van onze probleemanalyse. Dit is gebaseerd op de gedragskenmerken van de overtreder en de aard en ernst van de overtreding (negatieve effecten). De prioriteiten worden jaarlijks vastgelegd in ons Handhavingsuitvoeringsprogramma. Tussentijds wordt regelmatig nagegaan of de prioriteiten moeten worden bijgesteld. Handhaving op het terrein van Ruimte richt zich, naast de ruimtelijke component van de Wabo, vooral op het behartigen van het belang van de provincie bij een goede omgevingskwaliteit van met name het buitengebied. Naast het uitvoeren van de prioriteiten in het Handhavingsuitvoeringsprogramma 2012 hebben we voor 2012 de volgende speerpunten benoemd: 1. meer aandacht voor preventie 2. implementatie van het geactualiseerde handhavingsbeleid: uitvoering acties Implementatieplan Integraal toezicht- en handhavingsbeleid 3. handhaven van de kwaliteitseisen uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht 4. stimuleren en faciliteren van de overige kwaliteitseisen t.b.v. de op te zetten Regionale uitvoeringsdienst en de Gemeenten. 5. verder inrichten van de Friese uitvoeringsorganisatie Milieu en Omgeving 6. Interbestuurlijjk toezicht Ad 1. Meer aandacht voor preventie Door middel van de introductie van de accountmanager wordt bij toezicht nog meer ingezet op advisering en voorlichting aan de bedrijven. Door op deze wijze nalevingsbijstand te verlenen willen wij het afdwingen van regels door de inzet van repressieve instrumenten zoveel mogelijk voorkomen. De preventieve instrumenten worden toegepast met het oogmerk burger en bedrijf te stimuleren zelf het gewenste naleefgedrag te stimuleren (spontane naleving). In dialoog wordt nagegaan hoe de kwaliteit van de leefomgeving kan worden verbeterd. Daarbij is het streven om bedrijven te bewegen hun bedrijfsprocessen zodanig in te richten dat daardoor het aantal veiligheids- en milieurisico’s daalt, hetgeen een positieve invloed heeft op het aantal handhavingacties. Ad 2. Implementatie van het geactualiseerde handhavingsbeleid Op 7 juni 2011 is het Integraal toezicht- en handhavingsbeleid Provincie Fryslân 2011-2014 door ons college vastgesteld. In deze beleidsnota is rekening gehouden met landelijke en provinciale ontwikkelingen die van invloed zijn op het denken over het uitvoeren van toezicht en handhaving. Er wordt meer ingezet op integraliteit van toezicht en het besef dat toezicht en handhaving een zaak is van alle bestuursorganen, waardoor samenwerking onontbeerlijk is. Tegelijkertijd met de nota is een implementatieplan vastgesteld. In dit plan staan de acties die de verantwoordelijke afdelingen moeten nemen om de nota in praktijk te brengen. De acties in het implementatieplan worden in de loop van 2012 gerealiseerd.
200
Ad 3. Handhaven van de kwaliteitseisen uit de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht) In de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), die op 1 oktober 2010 in werking is getreden, zijn tal van vergunningenstelsels op het gebied van de fysieke leefomgeving vervangen door de omgevingsvergunning. Deze vereenvoudiging van de regelgeving vloeit voort uit het streven van het Rijk het aantal regels te verminderen en de administratieve lasten voor het bedrijfsleven te verlichten. De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) heeft ingrijpende consequenties voor de vergunningverlening- en handhavingpraktijk. Gelijktijdig met de Wabo zijn ook de kwaliteitscriteria, die in het kader van de professionalisering van de handhaving zijn gesteld aan de milieuhandhaving, verbreed naar de VROM-brede handhaving. Hiermee wordt het interbestuurlijk toezicht van de provincie op dit gebied verbreed naar de handhaving van de fysieke leefomgeving. Dit vindt programmatisch en in samenwerking met de provincies Groningen en Drenthe plaats. Ad 4. Stimuleren en faciliteren van de overige kwaliteitseisen voor de op te zetten Regionale uitvoeringsdienst en de Gemeenten De door KPMG ontwikkelde kwaliteitscriteria gelden als referentie voor zowel de regionale uitvoeringsdiensten (RUD) als de gemeenten. Aan de hand van het uitvoeren van een zelfevaluatie on-line kunnen de betrokken organisaties nagaan, waar eventueel verbeteracties nodig zijn op het gebied van vergunningverlening en handhaving. Daar waar mogelijk zullen wij dit proces stimuleren en faciliteren, bijvoorbeeld door het geven van voorlichting en advisering. Ad 5. Verder inrichten van de Friese uitvoeringsorganisatie Milieu en Omgeving (RUD/FUMO) In navolging van de Slotverklaring van het Zeister beraad, en om uitvoering te geven aan het Friese Plan van aanpak, wordt met de betrokken partijen verder gewerkt aan het inrichten van de Friese Uitvoeringsorganisatie Milieu en Omgeving. Het is de bedoeling dat de organisatie op 1 januari 2013 operationeel is. Hiervoor is het nodig dat een bedrijfsplan door de betrokken organisaties wordt vastgesteld, gevolgd door een implementatieplan. De provincie vervult hierbij de regierol, terwijl de betrokken organisaties gezamenlijk beschikken over een procesmanager, die de implementatie van het bedrijfsplan begeleidt. Provinciale Staten hebben op 17 maart 2010 besloten om, onafhankelijk van de landelijke ontwikkelingen, vooralsnog geen extra middelen vrij te maken voor de RUD. De Staten hebben de wens uitgesproken dat de vergunningverlening op termijn geheel komt te liggen bij de gemeenten, waarbij de provincie zich beperkt tot de interbestuurlijke toezichtrol. Ad 6. Interbestuurlijk toezicht De modernisering van het Interbestuurlijk toezicht zal, naar het zich laat aanzien, binnen de provinciale organisatie integraal worden georganiseerd. Hieronder valt ook het toezicht vergunningverlening en handhaving van het VROM-domein. Uitgangspunten hierbij zijn sober, doch doelmatig, met inbegrip van het doorvoeren van horizontaal toezicht, in combinatie met een adequate kwaliteitsborging door de Staten en/of de Gemeenteraden. Parallel hieraan wordt het specifieke toezicht met betrekking tot het VROM-domein verder uitgewerkt.
201
202
2.9 Paragraaf 9 –Nuon-middelen
1.
Inleiding
In juni 2006 is de BV Houdstermaatschappij Falcon opgericht. De aandelen Nuon die de provincie Fryslân had, zijn ondergebracht bij Falcon en de provincie Fryslân is hiervan enig aandeelhouder. In juni 2009 is in een bijzondere algemene vergadering van aandeelhouders van Nuon het besluit genomen om per 1 juli 2009 de aandelen Nuon, na afsplitsing van het netwerkbedrijf Alliander, te verkopen aan het Zweedse energiebedrijf Vattenfall. De initiële transactie behelst de verwerving door Vattenfall van 49% van de aandelen van Nuon, na afsplitsing van het netwerkbedrijf Alliander. Het netwerkbedrijf valt geheel buiten de transactie. In 2011 is de tweede tranche van 15% van de aandelen geleverd aan Vattenfall. De verwerving van de resterende 36% van de Nuon Energy- aandelen zal in 2013 (15%) en 2015 (21%) plaatsvinden. 2.
Huidige stand van zaken
Op 1 juli 2009 heeft de BV Houdstermaatschappij Falcon ruim € 566 miljoen ontvangen voor de verkoop van 49% van de aandelen Nuon aan Vattenfall en op 1 juli 2011 € 187 mln. De verkoop van de aandelen Nuon levert uiteindelijk € 1,25 miljard op. Het bedrag wordt door de houdstermaatschappij in een Nuon-reserve verantwoord. Maximaal € 252 miljoen wordt voor doelen ingezet die voldoen aan de zogenaamde NUON-criteria. De reserve bedraagt dan nog € 1 miljard. Hiervan heeft de helft een waardevast karakter. Een deel van het vermogen is uitgeleend aan de provincie ter aanvulling van de liquiditeit. De Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) verbiedt decentrale overheden te bankieren. Het is niet toegestaan om aan de ene kant geld te lenen – bijvoorbeeld in de vorm van kasgeldleningen – en aan de andere kant vermogen te beheren. Omdat Falcon voor 100% eigendom van de provincie is moet eerst het Nuon-vermogen worden aangesproken alvorens er bij de bank mag worden geleend. Medio 2011 is er € 97 miljoen aan de provincie uitgeleend. De marktwaarde van het belegde vermogen bedraagt medio 2011 circa € 510 miljoen. Het vermogen is ondergebracht bij twee professionele vermogensbeheerders (BNG Vermogensbeheer en BNP Paribas Investment Partners) en is belegd in obligaties van Europese landen en banken met minimaal een AA-rating. Minimaal 60% van de obligaties dient een AAArating te hebben. Per eind juni is er 76% belegd in AAA -obligaties en 24% in AA-obligaties. Begin juli is er, na de uitkering van de tweede tranche € 120 miljoen toegevoegd aan het belegde vermogen. Door de aanhoudende onrust in de financiële markten, als gevolg van de schuldencrisis van de perifere landen, is besloten het nieuwe vermogen enkel te beleggen in de meest veilige categorieën AAA-staatsobligaties en AAA-supranationale obligaties. Ook de herbeleggingen van rente en aflossingen moeten in deze categorieën plaats vinden. Het percentage AAA-beleggingen stijgt hierdoor tot 80%. Het restant van de tweede tranche dat niet is belegd wordt gebruikt voor de aanvulling van de liquiditeit van de provincie.
203
Tabel 2: Gemiddeld belegd vermogen 2011
2012
2013
2014
2015
2016
Kortlopende beleggingen
24.910
0
0
0
0
0
Langlopende beleggingen
562.100
591.200
589.200
561.600
597.600
691.500
Gemiddelde beleggingen over het jaar
587.010
591.200
589.200
561.600
597.600
691.500
2017
2018
2019
2020
2021
2022
0
0
0
0
0
0
Langlopende beleggingen
718.600
764.300
816.300
881.800
934.000
968.100
Gemiddelde beleggingen over het jaar
718.600
764.300
816.300
881.800
934.000
968.100
Bedragen x € 1.000
Bedragen x € 1.000 Kortlopende beleggingen
BV Falcon is in 2011 in liquidatie gegaan. Naar verwachting zal de opheffing eind 2011 een feit zijn. Het vermogensbeheer loopt dan niet meer via de houdstermaatschappij maar rechtstreeks via de provincie. 3.
Reserve Nuon-middelen
Het Nuon-vermogen is verantwoord in de jaarrekening 2010 van de BV Houdstermaatschappij Falcon. In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van de omvang van de Nuon-middelen en de verwachte toename voor de komende jaren: Bedragen x € 1.000,-
Waarde Nuon-vermogen per 31/12/2010
1.218.794
Vrijval Escrow 2011 (gerealiseerd)
12.664
Waarde Nuon-vermogen per 31/12/2011
1.231.458
Vrijval Escrow 2012 (nog niet gerealiseerd)
12.664
Waarde Nuon-vermogen per 31/12/2012
1.244.122
Het bedrag van €1.219 miljoen per 31/12/2010 is een vrij uitkeerbare reserve. Dit bedrag is exclusief een nog te ontvangen bedrag van € 25,3 miljoen op grond van de zogenoemde escrow-regeling. Dit bedrag is (nog) niet vrij uitkeerbaar. De escrow valt na verrekening van rente, kosten en eventuele claims in termijnen vrij aan de verkopende aandeelhouders. Op het moment van vrijval wordt nader bezien of er sprake kan zijn van een gerealiseerde bate. In 2011 is de helft van het bedrag (€ 12,7 miljoen) vrijgevallen. 4.
Criteria Nuon-middelen
Er zijn criteria opgesteld voor de aanwending van de Nuon-middelen. Algemeen Waar lange termijneffecten (structurele/duurzame effecten) voor de Friese samenleving (sociaal, cultureel, ecologisch, economisch) worden bereikt, die voor meerdere generaties merkbaar zijn.
204
Waar rol en financiële inzet van de provincie een aantoonbare structuurversterking als gevolg heeft. Waar voor de Friese bevolking zichtbare en/ of merkbare projecten kunnen worden gerealiseerd die ‘er toe doen’. Waar forse extra financiële inspanningen nodig zijn om koersversterkende ambities en projecten te realiseren Waar forse financiële bijdragen van Rijk en/of particuliere investeerders worden uitgelokt En niet voor: Het dichten van gaten in de begroting, bijvoorbeeld veroorzaakt door opgelegde bezuinigingen Instandhoudingsubsidies voor externe organisaties De interne huishouding van de provincie, inclusief de huisvesting Voorstellen met structurele financiële consequenties Bij de Statenbehandeling van de Nuon-criteria is het volgende amendement ingediend en overgenomen door het college: 1. Het dividend en de inzet uit de NUON-middelen in een apart zichtbare constructie vorm te geven (hierna te noemen ‘het fonds’). 2. In te stemmen met de criteria voor de besteding van de Falcon-leningen, waarbij de criteria genoemd in het voorstel uiterlijk met ingang van 1 januari 2010 ook van toepassing zijn op het dividend. 3. Als uitzondering op dictum 2 het criterium van maximaal 1/3 provinciale cofinanciering alleen te laten gelden bij inzet van de NUON-leningen. 4. Een jaarlijkse maximale opname uit dit fonds vast te stellen bij de behandeling van kaderbrief/begroting. 5. Voorstellen die worden gedekt uit dit fonds apart ter besluitvorming voor te leggen aan Provinciale Staten. 6. Aan de in het voorstel genoemde criteria toe te voegen dat: a. alleen incidentele uitgaven uit dit fonds gedekt kunnen worden: b. -incidentele- koersversterkende elementen betaald kunnen worden uit het dividendgedeelte van het fonds: c. er een zeker evenwicht moet zijn tussen de thema’s minsken, wurk en omjouwing 7. De voorgenomen en gerealiseerde besteding van het Nuon-dividend en de Nuonmiddelen apart zichtbaar te maken in Kaderbrief, Begroting en Jaarverslag: 8. Gedeputeerde Staten op te dragen in het fonds te komen tot de waarderealisatie aandelen Nuon als de aandelen verkocht zijn. In juni 2009 zijn de volgende aanvullende voorwaarden gesteld ten aanzien van de verkoopopbrengst van de aandelen. 1. De opbrengst van de aandelen Nuon dient in een reserve te worden gestopt, waarvan de helft een waardevast karakter heeft. 2. Uitgangspunten zijn: a. dat de hoofdsom van deze reserve, minus een maximale uitname van € 252 miljoen ten behoeve van onder andere de cofinanciering RSP en voor het overige voor provinciale doelen die voldoen aan de zogenaamde NUON-criteria, in tact wordt gehouden; b. dat de opcenten niet hoger zijn dan het landelijke gemiddelde. 3. Jaarlijks komt een vast bedrag uit de reserve ten goede aan de bestedingsruimte van de provincie, waarbij de criteria zoals door de Staten bepaald bij amendement op 19 maart 2008, van toepassing zijn. 4. U hebt ons gevraagd regels op te stellen met betrekking tot de reserve en deze aan u voor te leggen.
205
5.
U hebt ons ook gevraagd regels op te stellen voor de aanwending van het financiële vermogen van de reserve en deze aan u voor te leggen en vervolgens met renderende aanwendingen te komen.
In 2011 is de nota inzet vermogensbeheer aan uw Staten voorgelegd. Voor zover voorgesteld wordt projecten te dekken uit NUON-middelen worden deze voorstellen afzonderlijk aan uw Staten voorgelegd.
5.
Dividend en inzet Nuon-vermogen
In de volgende tabel zijn de verwachte dividenden, rendementen en vergoedingen weergegeven, alsmede de geplande inzet van het vermogen ten behoeve van een aantal specifieke projecten. Bedragen x € 1.000 Dividend Alliander Rendement Nuon-vermogen Indexering waardevast vermogen Kapitaalvergoeding Nuon Energy Inzet vermogen t.b.v. RSP OV Inzet vermogen t.b.v. REP Inzet vermogen t.b.v. UCF Totaal
Bedragen x € 1.000 Dividend Alliander Rendement Nuon-vermogen Indexering waardevast vermogen Kapitaalvergoeding Nuon Energy Inzet vermogen t.b.v. RSP OV Inzet vermogen t.b.v. REP Inzet vermogen t.b.v. UCF Totaal
2011
2012
2013
2014
2015
8.495
8.495
8.495
8.495
8.495
18.700
19.350
18.750
19.150
20.750
-3.806 14.594
-4.970 8.981
-5.046 10.852
-6.256 5.239
-6.352 7.858
2.472
2.510
2.548
20.812
21.130
1.075
3.274
3.324
3.375
3.427
2.000 43.530
3.000 40.640
3.000 41.923
4.500 55.314
3.000 58.308
2016
2017
2018
2019
2020
2021
8.495
8.495
8.495
8.495
8.495
8.495
23.000
23.900
25.400
27.200
29.500
28.100
-8.112 0
-8.236 0
-8.362 0
-8.490 0
-8.620 0
-8.752 0
21.454
21.782
22.115
13.389
0
0
3.479
3.532
3.586
3.641
3.697
0
913 48.316
0 49.473
0 51.234
0 44.235
0 33.072
0 27.843
Het dividend Alliander heeft betrekking op het dividend van het netwerkbedrijf. De aandelen van het netwerkbedrijf zijn niet overgedragen aan Vattenfall. Het rendement Nuon-middelen betreft de verwachte opbrengst van de beleggingen in de periode 2011-2022. Omdat de helft van het vermogen een waardevast karakter heeft is dit vermogen geïndexeerd. Hiermee is in de periode 2011-2022 ruim € 85 miljoen gemoeid. De kapitaalvergoeding Nuon Energy wordt ontvangen voor dat deel van de aandelen dat nog niet is overgedragen aan Vattenfall. De vergoeding wordt kleiner naarmate een groter deel van de aandelen is overgedragen en zal vervallen na de overdracht van de laatste tranche aandelen in 2015.
206
Ten behoeve van de dekking van RSP OV en REP-projecten en de UCF wordt een beroep gedaan op de Nuon-middelen. Provinciale Staten hebben besloten dat maximaal € 246 miljoen van het vermogen kan worden ingezet. Bij besluitvorming op 24 juni 2009 is hiervan € 131,8 miljoen ingezet voor RSP Openbaar Vervoer en € 32,4 miljoen voor RSP Regionaal Economisch Pakket. Voor de UCF hebben uw Staten op 26 januari 2011 € 16,4 miljoen beschikbaar gesteld. Voor het resterende in te zetten bedrag van € 65,4 miljoen zal per project een voorstel aan uw Staten worden voorgelegd.
207
208
FINANCIËLE BEGROTING
209
210
3
Financiële begroting
3.1
Introductie op de financiële begroting
In het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten (BBV) is bepaald, dat de financiële begroting bestaat uit het overzicht van baten en lasten en een uiteenzetting van de financiële positie met de daarbij behorende toelichtingen. In onderdeel 3.2 wordt de ontwikkeling van het financieel kader vanaf de Begroting 2011 geschetst. Onderdeel 3.3 bevat de baten, lasten en investeringen op basis waarvan u ons college autoriseert door het vaststellen van de Begroting. Dit betreft twee overzichten. Het eerste overzicht betreft de exploitatie (baten en lasten) en het tweede overzicht betreft de nieuwe investeringen (uitgaven en inkomsten). De uiteenzetting van de financiële positie is opgenomen in onderdeel 3.4 en bevat een raming voor het begrotingsjaar en de drie daarop volgende jaren van de financiële gevolgen van het bestaande en het nieuwe beleid dat in de beleidsprogramma’s is opgenomen. De uiteenzetting van de financiële positie bestaat verder uit de volgende overzichten: a. aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen b. overzicht van investeringen met een economisch nut en investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut c. financiering d. stand en verloop van de reserves en voorzieningen e. de gronden waarop de ramingen zijn gebaseerd. Voor de beoordeling van de financiële positie zijn ook de bijlagen van belang. Dit betreft de volgende de bijlagen: Bijlage 1 Opgeleverde en onderhanden investeringen Bijlage 2 Begrotingshistorie per programma Bijlage 3 Overzicht van structurele en incidentele budgetten Bijlage 4 Verloop van de vaste activa Bijlage 5 Verloop van de reserves, voorzieningen en overlopende passiva Bijlage 6 Overzicht eindige tijdelijke budgetten 2011 Bijlage 7 Raming van het EMU-saldo Bijlage 8 Aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen Bijlage 9 Overzicht met voorstellen uit het Uitvoeringsprogramma 2011-2015 Bijlage 10 Gronden waarop de ramingen in deze Begroting zijn gebaseerd Bijlage 11 Subsidiestaat
211
212
3.2
Ontwikkeling financieel kader
Het financieel kader wordt periodiek geactualiseerd. Dit gebeurt naar aanleiding van externe wijzigingen (zoals mutaties in het provinciefonds) of door besluiten van Provinciale en Gedeputeerde Staten. Vaak stellen Provinciale Staten deze wijzigingen vast bij de behandeling van een Begroting, de Jaarstukken, of een Bestuursrapportage. Daarnaast heeft het college het mandaat om een aantal wijzigingen zelf in de Begroting te verwerken. Het betreft hier bijvoorbeeld mutaties in het provinciefonds, opcenten of dividenduitkering. Hieronder wordt de ontwikkeling van het Financieel Kader vanaf de Begroting 2011 tot aan de Begroting 2012 stapsgewijs toegelicht. Bij de Begroting 2011 is de stand van het Begrotingssaldo op dat moment gepresenteerd. Het financieel kader van de Begroting 2011 en het Coalitieakkoord was gebaseerd op de septembercirculaire 2010. Op dat moment was het nieuwe verdeelmodel van het provinciefonds nog niet bekend en werd rekening gehouden met een korting op het provinciefonds van € 25,5 miljoen vanaf 2012. Ook werd er rekening gehouden met een krimp van het provinciefonds door het zogenoemde „trap op - trap af effect‟1 in de jaren 2011-2014 van jaarlijks 3% (dus oplopend tot een totale korting van 12%). Daarna zijn door Provinciale Staten enkele begrotingswijzigingen vastgesteld. Het betreft hier de nota van wijziging Begroting 2011 en de wijzigingen vanuit de Tweede Bestuursrapportage 2010. Dit resulteert in de stand van het Begrotingssaldo bij de Rekening 2010. Deze wijzigingen hebben een negatief effect van respectievelijk € 4 miljoen en € 1 miljoen in 2011 en 2012. In de jaren 2013 en verder hebben ze een positief effect van respectievelijk € 1 miljoen, € 3 miljoen en € 4 miljoen. Bij het Uitvoeringsprogramma is de uit de Begroting 2011 resterende bezuinigingstaakstelling van 10% op budgetinstellingen vervangen door een bezuinigingstaakstelling van 5% en een structurele bezuinigingstaakstelling van € 1 miljoen op subsidies in algemene zin. Daarnaast zijn de aannames met betrekking tot ontwikkeling van het provinciefonds, opcenten, investeringen en nominaal aangepast op basis van de op dat moment bekende gegevens van het Rijk. De stand van het Begrotingssaldo voor de Begroting 2012 is daarna beïnvloed door een reeks aanpassingen, deels vanuit besluitvorming van Provinciale en Gedeputeerde Staten bij de Eerste Bestuursrapportage 2011. Daarnaast zijn de onderdelen van de Begroting die vallen onder het mandaat van het college geactualiseerd. Hierbij zijn een aantal uitgangspunten herijkt waaronder het provinciefonds (op basis van de meicirculaire), opcenten, rendementsuitkering en nominaal. Tot slot is het Uitvoeringsprogramma in de Begroting 2012 verwerkt, zowel de nieuwe beleidsvoorstellen als de voorgestelde bezuinigingen. In de hieronder opgenomen tabel worden de verschillende stappen cijfermatig weergegeven
1
Het Trap op – trap af effect behelst dat provincie- en gemeentefonds evenredig stijgen of dalen met de rijksuitgaven/-begroting.
213
Begrotingsaldo (bedragen x € 1 m iljoen)
2011
2012
2013
2014
2015
Begroting 2011
-5
9
10
32
10
PS Nota van wijziging Begroting 2011 PS 2e berap 2010
-4 -0
-2 0
-0 1
3 0
3 0
Rekening 2010
-9
8
11
35
14
0 0
-11 5
-16 5
-20 10
-20 10
Onderhandelingsdossier/staat van Fryslân
-9
1
0
25
3
bezuiniging budgetinstellingen Provinciefonds Opcenten Actualisatie investeringen Nominaal
0 0 1 -0 0
-4 8 1 -0 1
-4 6 2 -0 1
-4 4 3 1 2
-4 3 4 8 3
Coalitie akkoord / uitvoeringsprogramma
-8
7
5
31
19
PS 1e berap 2011 GS 1e berap 2011 Provinciefonds Opcenten Nominaal Financieringsrente Dividend Falcon rendementsuitkering Dividend Vitens Actualisatie investeringen Bedrijfsvoeringskosten obv afdelingsplan 2011 Rentetoerekening gronden ILG/FYLG
-2 1 2 -0 0 -0 1 0 0 0 -1
-1 -3 3 -0 -2 -1 1 2 0 -2 -1
-1 2 5 -0 -2 -1 1 2 0 -2 -2
-0 3 8 -0 -3 -0 1 2 4 -3 -2
-0 12 9 -1 -6 -0 3 2 3 -2 -2
0 0
-9 1
-17 7
-44 17
-39 17
-7
-4
-3
12 PM
13 PM
43 10 33
42 10 32
50 10 40
56 10 46
72 10 62
bezuiniging rijkskorting provinciefonds nieuwe beleidsruimte begroting 2011
Uitvoeringsprogramma - nieuw beleid Uitvoeringsprogramma - bezuinigingen Begroting 2012 Extra kosten landelijk gebied
VAR (in te zetten) Stand per 31/12 Minimale stand VAR VAR (in te zetten)
214
Toelichting op diverse posten: Baten Voorziene ontwikkelingen met betrekking tot het Provinciefonds De meicirculaire geeft voor de jaren 2011 en 2012 inzicht in de ontwikkeling van de algemene uitkering en de decentralisatie-uitkeringen. Duidelijk is dat door het nieuwe verdeelmodel van het provinciefonds de provincie Fryslân in 2012 met een korting van ca. €18 miljoen rekening moet houden, minder dan de 25,5 miljoen waarvan eerder nog werd uitgegaan. De meicirculaire geeft echter nog weinig inzicht in de ontwikkeling van het Provinciefonds na 2012. Gezien de berichtgeving dat de rijksbegroting gaat krimpen, maar minder snel dan vorig jaar werd verwacht, houden wij nu rekening met een trap op –trap af effect van -2% jaarlijks (dus oplopend tot 6% totaal) in de jaren 2012-2014, in plaats van de eerder voorziene jaarlijkse -3%. Nominaal (in absolute bedragen) wordt dit ruwweg gecompenseerd door de inflatiecorrectie, waardoor het bedrag vanaf 2012 stabiel blijft. Consequenties van decentralisatie voor het provinciefonds Het Rijk streeft naar decentralisatie van in ieder geval een deel van de verantwoordelijkheid voor meerdere beleidsterreinen naar lagere overheden, waaronder de provincies. Die voorgenomen decentralisatie gaat echter veelal gepaard met een korting op de middelen die het Rijk er voor uittrok, waardoor het beleid met (soms beduidend) minder middelen moet worden uitgevoerd. Voor de jaren na 2013 is vooralsnog alleen de decentralisatie van de jeugdzorg naar de gemeenten door het Rijk inzichtelijk gemaakt. Vanaf 2016 zal deze gedecentraliseerd worden naar de gemeenten wat een verwachte uitname uit het provinciefonds van € 4 miljoen per jaar betreft (zie voorstel Jeugdzorg in het Uitvoeringsprogramma). Consequenties van overige decentralisaties zijn nog niet bekend. Vooral de decentralisatie op het gebied van natuur zal grote financiële consequenties voor ons hebben. Deze zijn op dit moment nog niet in het financieel kader verwerkt. Opcenten motorrijtuigenbelasting (MRB) Ter dekking van de afschrijvingslasten Centrale As is indertijd door U besloten om de opcenten met 4 punten te verhogen. Indertijd was uitgegaan van een noodzakelijke verhoging hiervoor in 2012, maar als gevolg van vertragingen bij de aanleg van de Centrale as wordt de verhoging van 4 punten in 2014/2015 ingevoerd (2 punten in 2014 en 2 punten in 2015). Daarnaast passen we de gebruikelijke inflatiecorrectie toe op de opcenten. Dit vergroot onze financiële armslag in de periode 2012-2015 met naar verwachting € 10 miljoen. Dividend NUON Op het moment van voorbereiden van de Begroting 2012 zijn het vermogen dat ontvangen is uit de verkoop van de aandelen NUON en de deelnemingen in Alliander (het netwerkbedrijf van het voormalige NUON) nog ondergebracht in Falcon BV Het rendement van Falcon BV wordt als dividend in de provinciale boekhouding verwerkt. De verwachting is dat nog in 2011 Falcon BV wordt opgeheven. Dan zal deze post “dividend NUON” worden weergegeven onder de diverse posten die nu binnen Falcon BV vallen2. Bij het berekenen van het verwachte rendement uit die posten is ook rekening gehouden met de aanschaf van aandelen Vitens, inclusief de verwachte dividendopbrengsten hiervan, en het tijdelijk prudenter beleggen in verband met de onrust op de financiële markten. Doordat de uitvoering van majeure infrastructuurprojecten vertraging oploopt vindt de uitname van daarvoor benodigde 2
Dividenden Alliander, kapitaalvergoeding, indexering waardevast vermogen, inzet reserve NUON en rentebaten (rendementsuitkering).
215
middelen uit de NUON-middelen ook later plaats, waardoor het rendement uit die middelen de komende jaren ook hoger uitpakt dan eerder verwacht. Conform uw besluitvorming zal de komende jaren het NUON-vermogen ingezet worden voor de RSP/REP-projecten en UCF. Dit veroorzaakt vooral de stijging van de dividendraming in 2014/2015. Lasten Actualisatie investeringen Als gevolg van de vertraging in investeringsprojecten is de prognose van de afschrijvingslasten naar beneden bijgesteld met ca € 2 miljoen in 2013, oplopend naar € 4 miljoen in 2014. Overigens blijft de planning van de grote investeringen lastig, uitloop hiervan kan aanzienlijke gevolgen hebben voor het financieel kader. Rentelasten De raming van de rentelasten is naar beneden bijgesteld op basis van een actualisatie van de daadwerkelijke grondaankopen. Daarnaast is nu rekening gehouden met de verkoop van de gronden, waardoor er minder rentelasten zullen zijn. Nominaal Voor de ontwikkeling van loon- en prijsstijging (nominale ontwikkeling) is uitgegaan van de percentages die het Rijk heeft aangegeven in de meicirculaire provinciefonds.
216
3.3
Overzicht van baten en lasten en investeringen
Het overzicht van lasten en baten is het onderdeel waarin is aangegeven tot welke bedragen u ons met het vaststellen van de Begroting 2012 autoriseert. Er zijn twee overzichten opgenomen: het eerste overzicht betreft de exploitatie, het tweede overzicht betreft de investeringen waarvan de benodigde financiële middelen gereserveerd maar nog niet beschikbaar gesteld zijn. Onder de tabellen is een toelichting op de grote verschillen tussen de jaren gegeven. Overzicht van lasten en baten – exploitatie Exploitatie Bedragen x € 1.000 Programma 1 – Bestuur en veiligheid Baten Structureel Tijdelijk Totaal Baten Lasten Structureel Tijdelijk Totaal Lasten Saldo (Baten - Lasten) Beschikking over reserves (baten) Vorming van reserves (lasten) Saldo programma 1 Programma 2 – Verkeer en vervoer Baten Structureel Tijdelijk Totaal Baten Lasten Structureel Tijdelijk Totaal Lasten Saldo (Baten - Lasten) Beschikking over reserves (baten) Vorming van reserves (lasten) Saldo programma 2 Programma 3 – Wetter Baten Structureel Tijdelijk Totaal Baten Lasten Structureel Tijdelijk Totaal Lasten Saldo (Baten - Lasten) Beschikking over reserves (baten) Vorming van reserves (lasten) Saldo programma 3 Programma 4 – Milieu Baten Structureel Tijdelijk Totaal Baten Lasten
Realisatie Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2010 2011 2012 2013 2014 2015
1.054 0 1.054
440 0 440
428 0 428
428 0 428
428 0 428
428 0 428
16.739 188 16.927 -15.872 113 0 -15.759
12.809 387 13.196 -12.755 50 3 -12.709
12.617 250 12.867 -12.439 10 0 -12.429
12.511 100 12.611 -12.183 0 10 -12.193
12.258 100 12.358 -11.930 0 0 -11.930
12.336 200 12.536 -12.108 0 0 -12.108
65.333 14 65.348
71.315 460 71.775
55.901 560 56.461
55.970 0 55.970
56.039 0 56.039
56.108 0 56.108
107.528 12.021 119.549 -54.201 26.070 36.173 -64.304
108.857 29.274 138.131 -66.356 20.395 10.746 -56.708
93.998 8.261 102.259 -45.798 -128 4.788 -50.714
95.605 13.103 108.708 -52.738 9.435 1.980 -45.283
88.888 32.892 121.779 -65.740 1.380 0 -64.360
94.057 22.430 116.488 -60.379 0 0 -60.379
1.998 0 1.998
906 0 906
732 0 732
731 0 731
726 0 726
652 0 652
6.345 210 6.555 -4.557 30 10 -4.538
3.245 249 3.494 -2.588 0 0 -2.588
3.180 550 3.730 -2.999 0 0 -2.999
3.137 550 3.687 -2.956 0 0 -2.956
3.031 3.085 6.116 -5.390 0 0 -5.390
2.988 1.885 4.873 -4.221 0 0 -4.221
2.544 626 3.170
545 118 664
545 0 545
545 0 545
545 0 545
545 0 545
217
Exploitatie Bedragen x € 1.000 Structureel Tijdelijk Totaal Lasten Saldo (Baten - Lasten) Beschikking over reserves (baten) Vorming van reserves (lasten) Saldo programma 4 Programma 5 – Landelijk gebied Baten Structureel Tijdelijk Totaal Baten Lasten Structureel Tijdelijk Totaal Lasten Saldo (Baten - Lasten) Beschikking over reserves (baten) Vorming van reserves (lasten) Saldo programma 5 Programma 6 – Economie, toerisme en recreatie Baten Structureel Tijdelijk Totaal Baten Lasten Structureel Tijdelijk Totaal Lasten Saldo (Baten - Lasten) Beschikking over reserves (baten) Vorming van reserves (lasten) Saldo programma 6 Programma 7 – Sociaal beleid en zorg Baten Structureel Tijdelijk Totaal Baten Lasten Structureel Tijdelijk Totaal Lasten Saldo (Baten - Lasten) Beschikking over reserves (baten) Vorming van reserves (lasten) Saldo programma 7 Programma 8 – Kultuer, taal en ûnderwiis Baten Structureel Tijdelijk Totaal Baten Lasten Structureel Tijdelijk Totaal Lasten Saldo (Baten - Lasten) Beschikking over reserves (baten)
Realisatie Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2010 2011 2012 2013 2014 2015 15.810 3.926 19.736 -16.566 303 2.616 -18.879
13.785 3.891 17.676 -17.013 459 1.036 -17.589
13.802 3.889 17.691 -17.146 73 0 -17.073
13.574 4.620 18.195 -17.649 823 0 -16.827
12.847 5.314 18.161 -17.615 1.959 0 -15.656
12.786 18 12.804 -12.258 0 0 -12.258
38.121 444 38.565
37.066 1.105 38.172
36.992 892 37.885
36.582 828 37.409
172 0 172
172 0 172
47.630 15.618 63.248 -24.683 22.459 24.873 -27.098
47.029 26.088 73.117 -34.946 27.019 12.487 -20.413
46.972 23.895 70.867 -32.983 8.948 20 -24.055
46.368 19.033 65.401 -27.992 5.725 1.672 -23.938
17.617 10.408 28.025 -27.853 25 0 -27.828
17.730 10.383 28.113 -27.941 0 0 -27.941
2.028 2.728 4.756
3.085 3.798 6.883
2.723 1.032 3.755
1.278 1.232 2.509
851 0 851
409 0 409
8.610 28.529 37.138 -32.383 41.618 42.882 -33.647
11.556 40.225 51.781 -44.899 35.798 10.933 -20.034
11.926 27.318 39.244 -35.489 16.029 4.512 -23.972
10.420 24.234 34.654 -32.144 6.548 1.162 -26.758
11.606 13.416 25.022 -24.171 4.828 330 -19.673
10.923 11.475 22.399 -21.990 195 36 -21.831
47.853 0 47.853
49.279 0 49.279
42.487 0 42.487
42.487 0 42.487
42.487 0 42.487
42.487 0 42.487
54.480 13.119 67.599 -19.746 6.035 3.556 -17.267
55.747 10.016 65.764 -16.484 4.383 782 -12.883
49.691 6.596 56.286 -13.800 1.400 76 -12.475
50.300 4.308 54.608 -12.121 50 0 -12.071
51.632 2.870 54.503 -12.016 0 0 -12.016
52.953 1.316 54.269 -11.782 0 0 -11.782
249 438 687
177 62 239
177 0 177
177 0 177
177 0 177
177 0 177
31.327 13.258 44.585 -43.899 5.025
29.931 16.330 46.262 -46.022 3.661
30.104 16.051 46.155 -45.978 1.475
30.670 14.517 45.187 -45.010 1
30.515 9.638 40.153 -39.976 0
30.548 3.347 33.895 -33.718 0
218
Realisatie Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Exploitatie Bedragen x € 1.000 Vorming van reserves (lasten) Saldo programma 8 Programma 9 – Ruimte en wonen Baten Structureel Tijdelijk Totaal Baten Lasten Structureel Tijdelijk Totaal Lasten Saldo (Baten - Lasten) Beschikking over reserves (baten) Vorming van reserves (lasten) Saldo programma 9 Algemene dekkingsmiddelen Baten Structureel Tijdelijk Totaal Baten Lasten Structureel Tijdelijk Totaal Lasten Saldo (Baten - Lasten) Beschikking over reserves (baten) Vorming van reserves (lasten) Saldo algemene dekkingsmiddelen Totaal programma’s Baten Structureel Tijdelijk Totaal Baten Lasten Structureel Tijdelijk Totaal Lasten Saldo (Baten - Lasten) Beschikking over reserves (baten) Vorming van reserves (lasten) Saldo programma’s
5.140 -44.013
2.079 -44.441
140 -44.643
203 -45.213
0 -39.976
0 -33.718
2.753 110 2.863
607 0 607
581 0 581
581 0 581
581 0 581
581 0 581
6.202 3.135 9.337 -6.474 1.511 1.903 -6.866
4.028 2.893 6.921 -6.313 1.205 53 -5.161
4.385 3.715 8.101 -7.519 2.365 0 -5.154
4.335 1.255 5.590 -5.008 0 0 -5.008
4.466 1.495 5.960 -5.379 0 0 -5.379
4.503 1.482 5.984 -5.403 0 0 -5.403
240.298 0 240.298
226.971 0 226.971
211.344 0 211.344
216.317 0 216.317
230.703 0 230.703
222.126 0 222.126
8.809 7.950 16.759 223.539 67.605 36.273 254.871
15.580 33.856 49.436 177.535 43.397 35.150 185.782
10.347 12.350 22.697 188.647 28.071 27.391 189.326
7.428 11.566 18.994 197.322 18.011 28.532 186.801
8.821 13.686 22.507 208.196 19.347 13.734 213.809
10.105 6.427 16.531 205.595 13.734 16.353 202.976
402.232 4.360 406.592
390.392 5.544 395.936
351.911 2.484 354.395
355.096 2.059 357.155
332.710 0 332.710
323.686 0 323.686
303.479 97.955 401.434 5.158 170.769 153.426 22.501
302.566 163.211 465.778 -69.841 136.367 73.268 -6.742
277.023 102.875 379.898 -25.503 58.243 36.927 -4.186
274.348 93.286 367.634 -10.478 40.592 33.559 -3.445
241.679 92.904 334.583 -1.873 27.539 14.064 11.602
248.930 58.962 307.892 15.794 13.929 16.389 13.334
Toelichting: Onder de structurele lasten/baten zijn de structurele subsidies/goederen en diensten budgetten opgenomen, de budgetten van de overlopende passiva (bijdrage derden), voorzieningen en de bedrijfsvoeringskosten. Een toelichting op de ontwikkeling van de bedrijfsvoeringskosten is opgenomen in de paragraaf bedrijfsvoering.
Programma 1: Bestuur en Veiligheid Structureel De structurele lasten zijn afgenomen ten opzichte van 2010 omdat bij de 2e Berap 2010 een bedrag van € 5,4 miljoen beschikbaar is gesteld voor de pensioenoverdracht Gedeputeerde
219
Staten. Daarnaast worden vanaf 2011 de communicatiewerkzaamheden ten behoeve van het college als algemene bedrijfsvoeringskosten beschouwd. Programma 2: Verkeer en Vervoer Structureel De structurele baten in 2011 zijn hoger in verband met een beroep op de buffer Brede Doel Uitkering (BDU) van de desbetreffende Overlopende Passiva. Deze wordt ingezet om de incidenteel hogere lasten in 2011 te dekken. De daling in de lasten in 2014 wordt met name veroorzaakt door de bezuinigingstaakstelling infraprojecten uit het uitvoeringsprogramma die dan gerealiseerd moet worden. Dat de lasten weer gaan stijgen in 2015 heeft te maken met de hogere afschrijvingslasten vanaf dat jaar als gevolg van de majeure projecten zoals N381 en Centrale As. Tijdelijk De grootste tijdelijke budgetten in dit programma betreffen de RSP infraprojecten Openbaar Vervoer (dekking vanuit NUON-middelen), de Haak om Leeuwarden en het programma Bereikbaarheid Leeuwarden. Programma 3: Water Structureel In 2010 gaven wij nog een bijdrage aan het Wetterskip Fryslân voor de muskusrattenbestrijding. Met ingang van 2011 geeft het Rijk hiervoor geen bijdrage meer vanuit het Provinciefonds. Daarnaast zijn in 2010 extra uitgaven gedaan voor de projecten peilbeheer en de schaderegeling Terwisscha. Deze kosten worden gedekt vanuit de buffer in de overlopende passiva grondwaterplan. Tijdelijk In het Uitvoeringsprogramma is het project Oevers en kaden opgenomen welke vanaf 2014 in de Begroting is opgenomen. Programma 4: Milieu Structureel In 2010 hebben wij een rijksbijdrage ontvangen voor externe veiligheid. Vanaf 2011 is deze opgenomen in het Provinciefonds en vooralsnog opgenomen in programma 10 in afwachting van een bestedingsvoorstel. Daarnaast is in 2010 de rijksbijdrage bodemsanering opgenomen welke indertijd nog als specifieke doeluitkering aan de Provincie is verstrekt. Vanaf 2010 is het nieuwe bodemsaneringsprogramma van start gegaan. De middelen hiervoor heeft het Rijk via het provinciefonds beschikbaar gesteld. Deze zijn opgenomen onder de tijdelijke budgetten. Tijdelijk Het grootste tijdelijke budget in dit programma is het bodemsaneringsprogramma welke een doorlooptijd heeft tot en met 2014. Programma 5: Landelijk Gebied Structureel Bij de structurele baten en lasten is de rijksbijdrage Investeringsregeling Landelijk Gebied (ILG) opgenomen. De bestuursovereenkomst hiervan loopt tot en met 2013. Vanuit het Uitvoeringsprogramma is een voorstel opgenomen om een deel van de lasten voor dit programma structureel te maken. Tijdelijk In dit programma zijn een aantal tijdelijke budgetten opgenomen waarvan het FYLG de grootste is. De afloop van de tijdelijke budgetten in de jaren heeft te maken met de verwachte uitvoering van dit programma waarbij de nadruk ligt in 2011/2012/2013.
220
Programma 6: Economie, Toerisme en Recreatie Structureel Bij de structurele baten en lasten is het project Fryslan Fernijt opgenomen met een doorlooptijd tot en met 2014. Tijdelijk Dit programma omvat een aantal grote tijdelijke budgetten waaronder het Friese Meren Project, Cofinancieringsbudget EFRO-EZ/Interreg/Waddenfonds, Topattracties, Duurzame Energie. Deze projecten hebben allemaal hun eigen begrotingsritme, maar door eerdere vertragingen in de uitvoering is in 2011 een ophoping van het tijdelijk budget ontstaan. Programma 7: Sociaal beleid en zorg Structureel In 2010 en 2011 is extra beslag gelegd op de buffer in de overlopende passiva Jeugdzorg ter dekking van de hogere lasten in die jaren. Daarnaast is in het Uitvoeringsprogramma het tijdelijk budget opgenomen voor de provinciale bijdrage in de jeugdzorg. In de Begroting 2011 was al een tijdelijk budget opgenomen welke een aflopend karakter had. In de Begroting 2012 wordt deze nu structureel op het niveau van € 4 miljoen gebracht. Tijdelijk Zoals hierboven is aangegeven is een tijdelijk budget opgenomen voor de provinciale bijdrage in de jeugdzorg. Daarnaast zijn er tijdelijke budgetten voor het sociaal investeringsfonds (tot en met 2012), sociaal beleid, zorg en sport. Programma 8: Kultuer, taal en underwiis Structureel In 2010 is € 100.000 meer uitgegeven voor het budget taal en cultuur. Daarnaast zijn er middelen uitgegeven voor het project Taaltaske en de regeling Expositie Friese musea. De toerekening van de bedrijfsvoeringskosten naar dit programma is in 2010 iets hoger uitgevallen. Tijdelijk In dit programma zijn tijdelijke budgetten opgenomen voor Boppeslach, Cultuurnota, Cultuurparticipatie, Nota erfgoed, UCF (dekking vanuit de NUON middelen) en Omrop Fryslân. Programma 9: Ruimte en wonen Structureel In 2010 is de buffer in de overlopende passiva Stads- en dorpsvernieuwing en ISV ingezet voor de uitgaven in dat jaar. Tijdelijk De tijdelijke budgetten in dit programma zijn de uitvoeringsagenda streekplan, demografische ontwikkelingen, herstructurering/ontwikkeling en herstructurering bedrijventerreinen Programma 10: Provinciefonds Structureel De structurele baten betreffen de algemene dekkingsmiddelen zoals provinciefonds, opcenten MRB, dividend NUON en rente. De mutatie in de jaren is toegelicht in programma 10 of in de paragraaf heffingen en reserve NUON. De hogere lasten in 2011 en 2012 worden met name veroorzaakt door de mutatie reserves van de bedrijfsvoeringsonderdelen Tijdelijk De tijdelijke lasten betreffen met name de stelposten welke nu nog in programma 10 zijn opgenomen, in afwachting van staten- of bestedingsvoorstellen. Dit zijn de voorwaardelijk opgenomen budgetten en de decentralisatie uitkeringen provinciefonds. Een opbouw van deze bedragen is opgenomen in het beleidsprogramma 10 onderdeel 7. Daarnaast is hier ook de bijdrage aan de rijksagenda van € 15,5 miljoen in 2011 opgenomen.
221
Begrotingshistorie De begrotingshistorie per programma waarin de begrotingsmutaties tussen de 1e Berap 2011 en de Begroting 2012 worden weergegeven, is opgenomen in bijlage 4.2
Overzicht van investeringen: bijdrage van derden en uitgaven Totaal
Begroting 2012
Begroting 2013
Begroting 2014
Begroting 2015
0 186 -186
0 0 0
0 0 0
0 0 0
0 0 0
Programma 2 – Verkeer en vervoer Bijdragen van derden 572.778 Uitgaven 992.184 Saldo programma 2 -419.406
68.975 61.558 7.418
108.781 166.818 -58.037
139.556 261.731 -122.175
148.029 291.138 -143.109
107.437 210.939 -103.502
Programma 5 – Landelijk gebied Bijdragen van derden 50.033 Uitgaven 15.850 Saldo programma 5 34.183
18.533 15.850 2.683
10.000 0 10.000
8.000 0 8.000
8.000 0 8.000
5.500 0 5.500
399 10.218 -9.819
0 12.386 -12.386
0 4.839 -4.839
0 0 0
45 45 0
45 45 0
45 45 0
45 45 0
338 36.815 -36.477
0 4.825 -4.825
0 150 -150
0 0 0
0 0 0
Totaal programma’s en bedrijfsvoering Bijdragen van derden 626.201 90.318 Uitgaven 1.085.872 122.648 Saldo -459.671 -32.330
119.225 181.906 -62.681
147.601 274.312 -126.710
156.074 296.022 -139.948
112.982 210.985 -98.002
Bedragen x € 1.000
Begroting 2011
Programma 1 – Bestuur en veiligheid Bijdragen van derden 0 Uitgaven 186 Saldo programma 1 -186
Programma 6 – Economie, toerisme en recreatie Bijdragen van derden 2.825 2.426 Uitgaven 35.636 8.194 Saldo programma 6 -32.811 -5.768 Programma 8 – Kultuer, taal en ûnderwiis Bijdragen van derden 227 45 Uitgaven 227 45 Saldo programma 8 0 0 Bedrijfsvoering Bijdragen van derden Uitgaven Saldo bedrijfsvoering
338 41.790 -41.452
222
In onderstaande tabel is van een aantal investeringsprojecten de specifieke besluitvorming opgenomen. De laatste kolom is bij deze besluitvorming belangrijk. Bij het vaststellen van de Begroting 2012 worden de benodigde financiële middelen gereserveerd maar nog niet beschikbaar gesteld. Hiertoe zal eerst een afzonderlijk inhoudelijk voorstel door uw Staten moeten zijn vastgesteld. Project
Totaal investeringsbedrag
Waarvan provinciaal aandeel
Krediet voorwaardelijk beschikbaar
Bedragen x € 1.000 Friese Meren Afstandbediening bruggen Rijksprojecten RSP Traverse Harlingen Gebiedsontwikkeling Heerenveen Rotonde Joure Spoor Heerenveen-Groningen Overige Infra Aquaduct Lemmer
12.200
12.200
11.115
155.182 36.000 61.700 366.506
11.154 21.327 4.018 130.293
66.157 36.000 48.698 365.006
15.000
15.000
15.000
223
224
3.4
Uiteenzetting financiële positie
Financiële positie De financiële positie is het vermogen van de provincie in relatie tot de exploitatie, met in achtneming van de risico’s. Belangrijk daarbij is dat het bij de financiële positie nadrukkelijk gaat om het beeld van de financiën van de provincie over het begrotingsjaar en de daaropvolgende jaren. Inzicht in de financiële positie is van belang, mede met het oog op de continuïteit van de provincie. Speciale aandacht vergen de investeringen, financiering en de reserves en voorzieningen. Samen met het overzicht van baten en lasten is de ‘uiteenzetting van de financiële positie’ het deel van de begroting dat het vertrekpunt vormt voor het oordeel van de accountant over het getrouwe beeld van de jaarrekening. De uiteenzetting van de financiële positie bevat: 1. Een raming voor het begrotingsjaar en de drie daarop volgende jaren van de financiële gevolgen van het bestaande en het nieuwe beleid dat in de beleidsprogramma’s is opgenomen. De uiteenzetting van de financiële positie bestaat verder uit de volgende overzichten: 2. Aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen (zie ook bijlage 8) 3. Overzicht van investeringen met een economisch nut en investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut (zie ook bijlage 1 Opgeleverde en onderhanden investeringen) 4. Financiering/belegging (zie ook paragraaf 2.4 Financiering) 5. Stand en verloop van de reserves en voorzieningen (zie ook bijlage 5) 6. De gronden waarop de ramingen zijn gebaseerd (zie ook bijlage 10). Deze onderdelen zijn op verschillende plaatsen in de begroting terug te vinden. In dit hoofdstuk wordt hier naar verwezen en volstaan met een korte samenvatting van het onderdeel. 1.
Financiële gevolgen bestaand en nieuw beleid
In hoofdstuk 2 is per beleidsprogramma een raming voor het begrotingsjaar en de drie daarop volgende jaren opgenomen. Het betreft hier de financiële gevolgen van het bestaande en het nieuwe beleid. Het nieuwe beleid is voor zover van toepassing, bij de beleidsprogramma’s afzonderlijk zichtbaar gemaakt. De tabel ‘Overzicht van lasten en baten – exploitatie’, in onderdeel 3.3 geeft het overzicht van de totale lasten en baten die gemoeid zijn met zowel bestaand als nieuw beleid. In onderstaande tabel hebben wij dit nog eens samengevat waarbij het nieuwe beleid, welke in het totaal is opgenomen, tevens afzonderlijk is weergegeven.
Exploitatie: (bedragen * € 1.000) Baten (B) Lasten (L) Resultaat voor bestemming (saldo B-L)
2010 Totaal
Incl. nieuw
395.936 465.778
-69.841
0
2011 Totaal
2012 Totaal
Incl. nieuw
Incl. nieuw
2013 Totaal
Incl. nieuw
2014 Totaal
Incl. nieuw
354.395 379.898
7.111
357.155 367.634
10.104
332.710 334.583
27.707
323.686 307.892
21.320
-25.503
-7.111
-10.478
-10.104
-1.873
-27.707
15.794
-21.320
225
Beschikking over reserves (baten) Vorming van reserves (Lasten) Resultaat na bestemming
136.367
58.243
40.592
27.539
13.929
73.268
36.927
33.559
14.064
16.389
-6.742
0
-4.186
-7.111
-3.445
-10.104
11.602
-27.707
13.334
-21.320
In de Begroting is een aantal nieuwe beleidsvoorstellen vanuit het Uitvoeringsprogramma 20112015 opgenomen. De tijdelijke voorstellen uit dit programma worden gedekt vanuit de incidentele ruimte in het financieel kader (begrotingssaldo en VAR). De structurele voorstellen worden gedekt door structurele bezuinigingen. In bijlage 9 is een detailoverzicht van zowel het nieuwe beleid als de bezuinigingen opgenomen. (Zie ook onderdeel 3.5) Hieronder wordt inzicht gegeven in de structurele en tijdelijke lasten en baten zoals ze in de Begroting zijn opgenomen. In onderdeel 3.3 is dit overzicht verder uitgewerkt per programma. Het betreft hier de lasten en baten exclusief mutaties in de reserves. Uit de tabel blijkt dat de structurele baten ruimschoots de structurele lasten dekken. De hogere structurele baten worden ingezet voor de dekking van de tijdelijke lasten.
Exploitatie: (bedragen x € 1.000) Baten (B) Lasten (L) Sado (B-L)
2.
2011 StructuTijdelijk reel
2012 StructuTijdelijk reel
2013 StructuTijdelijk reel
2014 StructuTijdelijk reel
2015 StructuTijdelijk reel
390.392 302.566 87.826
351.911 277.023 74.888
355.096 274.348 80.748
332.710 241.679 91.031
323.686 248.930 74.756
5.544 163.211 -157.667
2.484 102.875 -100.391
2.059 93.286 -91.226
0 92.904 -92.904
Aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen
Voor verplichtingen die aan jaarlijks terugkerende arbeidskosten van een vergelijkbaar volume zijn verbonden schrijft het BBV voor dat een structurele begrotingspost wordt opgenomen. In onderstaande tabel staan de structureel in de begroting opgenomen bedragen. Een nadere toelichting is opgenomen in bijlage 8. Bedragen x € 1.000
2010
2011
2012
2013
2014
Wachtgelden voormalig personeel
700
700
700
700
700
Wachtgelden en pensioenen Gedeputeerde Staten
516
554
554
554
554
226
0 58.962 -58.962
3.
Overzicht van investeringen met een economisch nut en investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut
Een totaaloverzicht van de investeringen is opgenomen in onderdeel 3.3 en in bijlage 4. Investeringen met economisch nut vinden alleen plaats in de bedrijfsvoering. 4.
Financiering/belegging
In paragraaf 4. Financiering (hoofdstuk 2.4) wordt ingegaan op financiering en belegging. De financieringsparagraaf beoogt het transparant maken van de sturing, beheersing en controle van de financieringsfunctie. Het Treasurystatuut geeft het kader voor de inrichting van de financieringsfunctie. De uitwerking vindt zijn weerslag in de financieringsparagraaf. De provincie Fryslân heeft op dit moment geen langlopende schulden uitstaan en verwacht, door de ontvangst van middelen uit het NUON-vermogen geen financieringen in de komende jaren aan te trekken. Bedragen * € 1.000
2011
2012
2013
2014
2015
Kortlopende beleggingen
24.910
0
0
0
0
Langlopende beleggingen
562.100
591.200
589.200
561.600
597.600
Gemiddelde beleggingen over het jaar
587.010
591.200
589.200
561.600
597.600
5.
Stand en verloop van de reserves en voorzieningen
In bijlage 5 zijn twee overzichten opgenomen waarin het verloop van de reserves en de voorzieningen wordt weergegeven. Een samenvatting van het verloop van de reserves en voorzieningen is in onderstaande tabel opgenomen. Verloop reserves, voorzieningen en overlopende passiva x € 1.000
Realisatie Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Algemene reserve* Basis reserve Variabele algemene reserve (VAR) Totaal reserves Totaal voorzieningen Totaal overlopende passiva
8.750 26.406 149.893 17.604 156.718
8.750 50.101 111.573 17.396 148.235
8.750 53.363 90.256 17.456 148.842
8.750 64.384 82.541 17.518 149.598
8.750 58.771 69.066 17.580 150.285
8.750 61.390 71.527 17.643 150.972
Totaal reserves en voorzieningen en OP
324.214
277.203
256.555
249.657
236.930
240.141
227
6.
Gronden waarop de ramingen zijn gebaseerd
Gronden van de ramingen Jaar 2010: de cijfers over het jaar 2010 hebben betrekking op de cijfers uit het Jaarverslag 2010 en de Jaarrekening 2010, zoals deze zijn vastgesteld in de Statenvergadering van 23 mei 2011. 2011 en volgende jaren: de voor 2011 en volgende jaren vermelde bedragen zijn inclusief de Besluitvorming van de Staten tot en met 13 juli 2011 en de doorwerking van de begrotingswijzigingen van voorgaande jaren. Daarnaast is het Uitvoeringsprogramma 2011-2015 in de cijfers opgenomen. Op 19 juli 2011 hebben Gedeputeerde Staten de richtlijnen van de Begroting 2012 als volgt vastgesteld: Onderwerp Loon- en prijsstijging provincie Loon- en prijsstijging gesubsidieerde instellingen Toevoegingen bouwrente aan (lopende) investeringen Toevoegingen interne rente aan reserves/voorzieningen/overlopende passiva Indexering langlopende projecten
2011 0,00% 0,00% 4,50% 3,00%
2012 2,25% 0,00% 4,50% 3,75%
0,00%
0,00%
Een toelichting op de gronden waarop de ramingen van baten en lasten zijn gebaseerd is in bijlage 10 opgenomen.
228
BIJLAGEN
229
230
BIJLAGE 1
Opgeleverde en onderhanden investeringen
231
232
Infra/Overig
tot en met 2015
Uitgaven kredieten
tot en met 2015
Inkomsten kredieten
tot en met 2015
Saldo kredieten
actuele begroting
tot en met 2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016 en verder
actuele begroting
tot en met 2010
2011
2012
2013
2014
2015
2016 en verder
actuele begroting
tot en met 2010
2011
2012
2013
2014
2015
Aquaducten Aquaducten Aquaducten Aquaducten Overig Overig Overig Overig Totaal Friese Meren Project
175.000 23.559.283 17.509.297 8.440.596 12.200.000 0 758.960 550.000 63.193.135
388 23.559.283 17.509.297 8.440.596 237.916 1.096.333 11.340 71.382 50.926.534
174.612 0 0 0 10.706 -1.096.333 447.620 478.618 15.223
0 0 0 0 3.621.322 0 300.000 0 3.921.322
0 0 0 0 5.028.977 0 0 0 5.028.977
0 0 0 0 3.301.079 0 0 0 3.301.079
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
9.990 10.978.254 8.277.489 3.766.082 0 0 146.200 0 23.178.015
0 10.978.254 8.277.489 3.766.082 0 245.378 46.200 0 23.313.403
9.990 0 0 0 0 -245.378 100.000 0 -135.388
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
165.010 12.581.029 9.231.807 4.674.514 12.200.000 0 612.760 550.000 40.015.120
388 12.581.029 9.231.807 4.674.514 237.916 850.955 -34.860 71.382 27.613.131
164.622 0 0 0 10.706 -850.955 347.620 478.618 150.611
0 0 0 0 3.621.322 0 300.000 0 3.921.322
0 0 0 0 5.028.977 0 0 0 5.028.977
0 0 0 0 3.301.079 0 0 0 3.301.079
0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0
No.33 Grondbeleid 2008-2010 LG EHS (directe verwerving) Landbouw/EHS (binnen gebiedsontwikkeling) Anticiperende grondaankopen Kavelruil (landbouw)
Grondbeleid Grondbeleid Grondbeleid Grondbeleid Grondbeleid Totaal Grondbeleid
7.500.000 13.999.999 27.000.000 12.000.000 3.500.000 64.000.000
0 7.425.861 27.924.456 11.291.366 4.303.286 50.944.970
7.500.000 6.574.138 -924.456 708.634 -803.286 13.055.030
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
6.000.000 14.000.000 27.000.000 12.000.000 3.500.000 62.500.000
0 3.925.876 265.557 5.198.447 2.488.597 11.878.477
6.000.000 2.269.124 11.680.443 111.553 -939.597 19.121.523
0 2.478.000 4.779.000 2.124.000 619.000 10.000.000
0 1.982.000 3.823.000 1.699.000 496.000 8.000.000
0 1.982.000 3.823.000 1.699.000 496.000 8.000.000
0 1.363.000 2.629.000 1.168.000 340.000 5.500.000
0 0 0 0 0 0
1.500.000 -1 1 0 0 1.500.000
0 3.499.985 27.658.900 6.092.919 1.814.689 39.066.493
1.500.000 4.305.014 -12.604.899 597.081 136.311 -6.066.493
0 -2.478.000 -4.779.000 -2.124.000 -619.000 -10.000.000
0 -1.982.000 -3.823.000 -1.699.000 -496.000 -8.000.000
0 -1.982.000 -3.823.000 -1.699.000 -496.000 -8.000.000
0 -1.363.000 -2.629.000 -1.168.000 -340.000 -5.500.000
0 0 0 0 0 0
B0203 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0203 B0202
N381 MER Algemeen CA: Algemeen N398 Noordwesttangent N355 rondweg Buitenpost N384 Rondweg Franeker fase 3 Rondweg Woudsend fase 2 Aquaduct Lemmer Nieuw en Duurzaam OV N398 NWT rotonde Jelsum en Cornjum
N381 Centrale As Noordwesttangent Rondweg Buitenpost Rondweg Franeker-zuid Rondweg Woudsend Aquaduct Lemmer Nieuw en Duurzaam OV Noordwesttangent Totaal Majeure projecten
176.606.749 298.630.000 28.003.991 14.510.743 3.678.663 6.300.000 15.000.000 15.000.000 1.022.500 558.752.647
22.785.614 64.699.260 10.507.761 5.071.784 180.749 993.925 0 0 0 104.239.093
16.679.152 29.536.694 3.874.640 7.908.617 3.497.914 4.300.931 250.000 3.000.000 0 69.047.948
27.048.249 16.641.972 5.065.196 1.530.342 0 1.005.144 500.000 6.000.000 0 57.790.903
58.690.023 32.633.550 8.556.394 0 0 0 2.250.000 3.000.000 0 105.129.967
50.903.711 66.870.069 0 0 0 0 12.000.000 3.000.000 1.022.500 133.796.280
500.000 88.248.455 0 0 0 0 0 0 0 88.748.455
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
19.306.750 48.930.000 4.326.491 10.130.744 1.877.184 0 0 0 0 84.571.169
0 2.767.363 3.919.935 5.737.573 2.184 0 0 0 0 12.427.055
4.120.000 25.640.000 25.000 3.628.000 0 0 0 0 0 33.413.000
4.656.250 16.022.637 255.126 765.171 1.875.000 0 0 0 0 23.574.184
6.472.500 300.000 126.430 0 0 0 0 0 0 6.898.930
3.558.000 1.000.000 0 0 0 0 0 0 0 4.558.000
500.000 3.200.000 0 0 0 0 0 0 0 3.700.000
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
157.299.999 249.699.999 23.677.500 4.380.000 1.801.478 6.300.000 15.000.000 15.000.000 1.022.500 474.181.477
22.785.614 61.931.896 6.587.826 -665.788 178.564 993.925 0 0 0 91.812.038
12.559.152 3.896.694 3.849.640 4.280.617 3.497.914 4.300.931 250.000 3.000.000 0 35.634.948
22.391.999 619.335 4.810.070 765.171 -1.875.000 1.005.144 500.000 6.000.000 0 34.216.719
52.217.523 32.333.550 8.429.964 0 0 0 2.250.000 3.000.000 0 98.231.037
47.345.711 65.870.069 0 0 0 0 12.000.000 3.000.000 1.022.500 129.238.280
0 85.048.455 0 0 0 0 0 0 0 85.048.455
0 0 0 0 0 0 X 0 0 0 0
B0202 B0203 B0602 B0202 B0203
Brug Stroobos Baggerdepot Zuidwest Fr. 2e fase Stoomtrein Sneek-Stavoren railinfrastructuur Openbare LED-verlichting Onderzoek en voorbereiding kunstwerken
Overige projecten Overige projecten Overige projecten Overige projecten Overige projecten Totaal Overige projecten
9.447.155 3.212.536 4.585.623 2.500.000 400.000 20.145.314
9.447.155 834.741 107.291 0 0 10.389.187
0 36.503 4.478.332 250.000 400.000 5.164.835
0 958.396 0 1.750.000 0 2.708.396
0 1.382.896 0 500.000 0 1.882.896
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
8.400.155 23.560 2.494.756 0 0 10.918.471
8.400.079 23.560 0 0 0 8.423.639
76 0 2.095.805 0 0 2.095.881
0 0 398.951 0 0 398.951
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
1.047.000 3.188.976 2.090.867 2.500.000 400.000 9.226.843
1.047.076 811.181 107.291 0 0 1.965.548
-76 36.503 2.382.527 250.000 400.000 3.068.954
0 958.396 -398.951 1.750.000 0 2.309.445
0 1.382.896 0 500.000 0 1.882.896
0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0
0 X 0 0 0 X 0 0
B0202 B0202 B0602 B0602 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202
Rijksweg A7 N31 Haak om Leeuwarden Staande mastroute AB-6 Sluis Stavoren Vaarweg Lemmer-Delfzijl Ligplaatsen Vaarweg Lemmer-Delfzijl Vervanging brug Skulenboarch en Kootstertille Vervanging brug Burgum RSP Bereikbaarheid Leeuwarden Vervanging kunstwerken Quick win Greuns opwaarderen vaarweg Quick win zwaaikom Leeuwarden Quick win opwaarderen vaarweg Houkesleat
Projecten niet geactiveerd Projecten niet geactiveerd Projecten niet geactiveerd Projecten niet geactiveerd Projecten niet geactiveerd Projecten niet geactiveerd Projecten niet geactiveerd Projecten niet geactiveerd Projecten niet geactiveerd Projecten niet geactiveerd Projecten niet geactiveerd Projecten niet geactiveerd Projecten niet geactiveerd Totaal Projecten niet geactiveerd
118.247.186 174.940.000 23.252.194 17.199.999 18.135.453 837.106 375.001 125.000 163.230.000 87.200.000 1.938.038 1.400.000 1.300.000 608.179.977
101.130.186 19.768.590 20.395.362 1.165.896 15.183.174 837.106 242.335 110.276 1.420.125 0 80.844 8.310 553.936 160.896.140
17.117.000 14.000.000 2.856.832 843.581 2.952.279 0 128.508 14.724 18.600.000 -400.000 1.857.194 1.391.690 746.064 60.107.872
0 28.000.000 0 6.296.184 0 0 4.158 0 36.800.000 2.000.000 0 0 0 73.100.342
0 42.000.000 0 7.356.613 0 0 0 0 46.800.000 6.000.000 0 0 0 102.156.613
0 46.000.000 0 1.537.725 0 0 0 0 38.400.000 8.000.000 0 0 0 93.937.725
0 20.971.410 0 0 0 0 0 0 17.200.000 12.000.000 0 0 0 50.171.410
0 4.200.000 0 0 0 0 0 0 4.009.875 59.600.000 0 0 0 67.809.875
118.247.187 174.940.000 23.252.194 -104.622 18.135.452 837.106 375.000 125.000 163.230.000 0 1.938.038 1.400.000 1.300.000 503.675.354
97.572.004 15.886.162 21.491.173 1.190.955 13.827.956 837.009 250.000 0 1.402.512 0 80.844 8.310 553.936 153.100.860
20.675.183 17.882.428 1.761.021 -1.295.577 4.307.496 97 125.000 125.000 18.617.613 0 1.662.575 1.391.690 746.064 65.998.590
0 28.000.000 0 0 0 0 0 0 36.800.000 0 194.619 0 0 64.994.619
0 42.000.000 0 0 0 0 0 0 46.800.000 0 0 0 0 88.800.000
0 46.000.000 0 0 0 0 0 0 38.400.000 0 0 0 0 84.400.000
0 20.971.410 0 0 0 0 0 0 17.200.000 0 0 0 0 38.171.410
0 4.200.000 0 0 0 0 0 0 4.009.875 0 0 0 0 8.209.875
0 0 0 17.304.622 0 0 1 0 0 87.200.000 0 0 0 104.504.623
3.558.183 3.882.428 -1.095.811 -25.058 1.355.217 97 -7.665 110.276 17.613 0 0 0 0 7.795.280
-3.558.183 -3.882.428 1.095.811 2.139.158 -1.355.217 -97 3.508 -110.276 -17.613 -400.000 194.619 0 0 -5.890.718
0 0 0 6.296.184 0 0 4.158 0 0 2.000.000 -194.619 0 0 8.105.723
0 0 0 7.356.613 0 0 0 0 0 6.000.000 0 0 0 13.356.613
0 0 0 1.537.725 0 0 0 0 0 8.000.000 0 0 0 9.537.725
0 0 0 0 0 0 0 0 0 12.000.000 0 0 0 12.000.000
0 0 0 0 0 0 0 X 0 X 0 59.600.000 X 0 0 0 59.600.000
B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0204 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202
Bijdrage aan Centr.As afslag De Tike N924 Heerenveen Rottum N392 rondweg Gorredijk Carpoolvoorzieningen N359 rondweg Lemmer N355/N356 DVM Burgum 2e fase N910 Stroobossertrekweg 2e fase N354 Dearsum - Scharnegoutum N354 Hommerts - Jutrijp N356 Broeksterhoek - Valom N359 fietstunnels Tjerkwerd - Parrega N392 Terwispel - komgrens Gorredijk N928 opwaardering Woudsend - Balk N384 Winsum-Noord N358 opwaardering Skieding - Uterwei N369 Kootstermolen - Kootstertille N356 veiligheid Holwerd N359 stroomweg Leeuwarden - Bolsward N357 opwaardering Stiens - Holwerd N393 fietssnelweg Stiens - St. Jacobiparochie N355 Twijzel N358 fietspad Metslawier-Engwierum 2e fase N354 fietsroute Sneek afslag Woudsend OV-infrastructuur N361 Steenendam & Rinsumageest N361 Herinrichting Trynwalden N393 Brug Vrouwbuurstermolen N919 Brug Oosterwolde N359 Kruispunt Workum (fase 2) Reconstructie aansluiting IJlst Carpoolvoorzieningen 2010-2012 N361 Rhaladyk Aldtsjerk Kwaliteitsverbetering haltevoorzieningen N358 Lutkepost Augustinusga fase 2 N354 Dearsum-Scharnegoutum fase 2 N910 Stroobossertrekweg fietspad fase 2b Taakstelling MPI proj BWN 2 2010 MPI bijdrage Quick Win Houkesleat
Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Reguliere en kleine projecten Totaal Reguliere en kleine projecten
3.967.428 1.340.000 11.153.982 299.780 2.134.499 310.432 5.126.905 1.855.076 1.726.474 1.036.086 5.954.622 3.016.579 2.753.293 758.596 8.667.375 519.492 2.216.421 8.904.531 9.596.190 509.303 2.837.962 864.636 3.493.160 1.859.726 1.428.836 2.207.624 2.190.000 2.671.691 1.676.032 1.400.001 300.000 270.000 2.400.000 4.056.504 1.460.660 2.000.000
1.400.649 1.308.389 1.669.068 291.335 423.157 215.136 4.079.442 1.714.954 1.696.962 919.073 3.540.055 1.042.143 348.838 562.494 186.607 79.451 142.277 349.716 560.693 29.805 144.634 785.123 161.521 1.220.598 920.591 1.777.737 1.327.454 2.439.303 126.961 31.499 55.985 225.717 0 29.349 110.143 8.217
103.929 31.611 4.161.733 8.445 527.277 95.296 735.333 140.122 29.512 117.013 2.414.567 1.974.436 2.334.337 196.102 621.897 44.475 2.074.144 424.737 5.373.777 158.891 517.759 79.513 665.953 639.128 508.245 429.887 862.546 232.388 1.549.071 1.368.502 55.985 44.283 100.000 468.696 1.350.517 511.620
108.606 0 2.961.886 0 1.184.065 0 312.130 0 0 0 0 0 70.118 0 3.103.883 46.477 0 443.850 3.661.720 320.607 1.041.058 0 1.320.018 0 0 0 0 0 0 0 188.030 0 500.000 3.558.459 0 1.480.163
379.343 0 1.385.546 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 4.754.988 48.568 0 3.633.574 0 0 1.134.511 0 1.345.668 0 0 0 0 0 0 0 0 0 900.000 0 0 0
1.112.164 0 975.749 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 300.521 0 4.052.654 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 900.000 0 0 0
862.737 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 4.809.000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1.000.000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
255.625 31.207.352
0 20.301.070
0 13.582.198
0 7.341.088
0 862.737
0 0
0 0 150.000 12.777 0 0 0 0 0 0 967.853 750.000 1.000.000 46.562 0 0 0 0 2.600.000 0 0 0 250.000 140.400 0 0 0 0 800.000 400.000 0 0 0 1.950.000 730.000 0 -1.291.200 0 8.506.392
0 0 850.000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 29.925.069
0 199.636 0 72.223 67.000 0 1.418.079 615.736 26.474 0 562.147 84.126 0 203.438 0 0 0 0 0 0 0 0 7.000 780.000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 3.791.200 0 7.827.058
0 0 150.000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 250.000 0 0 0 0 0 1.400.000 250.000 500.000 0 1.400.000 0 0 0 0 0 130.000 0 0 0 0 0 0 0
255.625 103.219.514
0 199.636 5.959.000 85.000 67.000 0 1.418.079 615.736 26.474 0 1.530.000 834.126 1.250.000 250.000 0 0 0 1.000.000 4.000.000 250.000 500.000 0 1.657.000 920.400 0 0 0 0 930.000 400.000 0 0 0 1.950.000 730.000 0 2.500.000 0 27.072.450
0 4.080.000
0 850.000
0 5.809.000
0 0
0 0
3.967.428 1.140.364 5.194.982 214.780 2.067.499 310.432 3.708.826 1.239.340 1.700.000 1.036.086 4.424.622 2.182.453 1.503.293 508.596 8.667.375 519.492 2.216.421 7.904.531 5.596.190 259.303 2.337.962 864.636 1.836.160 939.326 1.428.836 2.207.624 2.190.000 2.671.691 746.032 1.000.001 300.000 270.000 2.400.000 2.106.504 730.660 2.000.000 -2.500.000 255.625 76.147.064
1.400.649 1.108.753 1.669.068 219.112 356.157 215.136 2.661.363 1.099.218 1.670.488 919.073 2.977.908 958.017 348.838 359.056 186.607 79.451 142.277 349.716 560.693 29.805 144.634 785.123 154.521 440.598 920.591 1.777.737 1.327.454 2.439.303 126.961 31.499 55.985 225.717 0 29.349 110.143 8.217 -3.791.200 0 22.098.011
103.929 31.611 4.011.733 -4.332 527.277 95.296 735.333 140.122 29.512 117.013 1.446.714 1.224.436 1.334.337 149.540 621.897 44.475 2.074.144 424.737 2.773.777 158.891 517.759 79.513 415.953 498.728 508.245 429.887 862.546 232.388 749.071 968.502 55.985 44.283 100.000 -1.481.304 620.517 511.620 1.291.200 255.625 22.700.960
108.606 0 2.811.886 0 1.184.065 0 312.130 0 0 0 0 0 -179.882 0 3.103.883 46.477 0 443.850 2.261.720 70.607 541.058 0 -79.982 0 0 0 0 0 -130.000 0 188.030 0 500.000 3.558.459 0 1.480.163 0 0 16.221.070
379.343 0 535.546 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 4.754.988 48.568 0 3.633.574 0 0 1.134.511 0 1.345.668 0 0 0 0 0 0 0 0 0 900.000 0 0 0 0 0 12.732.198
1.112.164 0 -3.833.251 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 300.521 0 3.052.654 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 900.000 0 0 0 0 0 1.532.088
862.737 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 862.737
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 X 0 X 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
B0202 B0202 B0202 B0202 B0202 B0202
Ministations Joure RSP Traverse Harlingen RSP Joure RSP Startkrediet RSP Heerenveen RSP OV spoor Heerenveen-Groningen
Ministations Joure RSP Traverse Harlingen RSP Joure RSP Startkrediet RSP Heerenveen RSP OV spoor Heerenveen-Groningen Totaal Rijksprojecten
1.052.612 155.181.639 61.698.700 3.500.000 36.000.000 366.506.160 623.939.111
14.795 1.149.581 615.511 953.222 0 252.813 2.985.922
115.466 4.487.195 8.679.467 2.546.778 400.000 2.436.244 18.665.150
97.362 1.928.076 6.205.655 0 500.000 5.683.687 14.414.780
267.481 22.052.518 11.494.345 0 1.000.000 6.722.641 41.536.985
276.065 29.403.357 14.700.000 0 1.700.000 6.722.641 52.802.063
281.443 36.754.197 15.200.000 0 7.400.000 6.722.642 66.358.282
0 59.406.715 4.803.722 0 25.000.000 337.965.492 427.175.929
0 144.027.210 57.680.924 1.750.000 31.772.556 366.506.160 601.736.850
0 1.145.805 1.767.041 0 0 235.003 3.147.849
0 4.162.359 8.400.151 1.750.000 353.028 2.454.054 17.119.592
0 1.788.499 5.618.303 0 441.286 5.683.687 13.531.775
0 20.456.097 10.345.796 0 882.571 6.722.641 38.407.105
0 27.274.796 13.363.973 0 1.500.371 6.722.641 48.861.781
0 34.093.496 13.818.530 0 6.531.025 6.722.642 61.165.693
0 55.106.158 4.367.130 0 22.064.275 337.965.492 419.503.055
1.052.612 11.154.429 4.017.776 1.750.000 4.227.444 0 22.202.261
14.795 3.776 -1.151.530 953.222 0 17.810 -161.927
115.466 324.836 279.316 796.778 46.972 -17.810 1.545.558
97.362 139.577 587.352 0 58.714 0 883.005
267.481 1.596.421 1.148.549 0 117.429 0 3.129.880
276.065 2.128.561 1.336.027 0 199.629 0 3.940.282
281.443 2.660.701 1.381.470 0 868.975 0 5.192.589
0 4.300.557 436.592 0 2.935.725 0 7.672.874
2.041.429.698
410.306.916
197.263.410
172.236.813
269.317.636
291.178.235
206.140.884
494.985.804
1.313.652.310
220.118.342
146.119.590
116.579.529
142.956.035
151.628.781
108.537.103
427.712.930
727.777.388
190.188.574
51.143.820
55.657.284
126.361.601
139.549.454
97.603.781
67.272.874
64.475.592 56.600.419 900.000 8.000.00012.385.590
91.464.939 50.345.711 900.000 8.000.0004.838.804
103.103.781 5.500.000-
67.272.874 -
97.603.781
67.272.874
Beleidsveld Project
Begroting onderverdeling
B0602 B0602 B0602 B0602 B0602 B0602 B0602 B0602
Aquaductenplan Woudsend - Hommerts algemeen Aquaduct Galamadammen Aquaduct Jeltesloot Aquaduct Woudsend FMP 2 Verruiming brug en sluisbediening op afstand Bijdrage sluis Stavoren Bijdrage aanpassen sluisdrempeldiepte Workum Real. recreatiegeulen Grutte Brekken
B0504 B0504 B0504 B0504 B0504
Totaal infra/Overig Totaal Totaal Totaal Totaal Totaal
233
B0202 B0203 B0204 B0504 B0602
1.671.579.461 195.219.285 2.400.000 64.000.000 108.230.951
263.146.507 23.620.355 50.944.970 72.595.083
155.798.757 20.115.655 100.000 13.055.030 8.193.968
127.512.662 34.006.645 500.000 10.217.506
192.959.127 63.072.919 900.000 12.385.590
231.535.720 53.903.711 900.000 4.838.804
205.640.884 500.000 -
494.985.804 -
1.183.001.657 19.330.310 62.500.000 48.820.343
162.220.774 23.560 11.878.477 45.995.531
120.452.206 4.120.000 19.121.523 2.425.861
101.524.328 4.656.250 10.000.000 398.951
128.483.535 6.472.500 8.000.000 -
140.070.781 3.558.000 8.000.000 -
102.537.103 500.000 5.500.000 -
427.712.930 -
488.577.804 175.888.975 2.400.000 1.500.000 59.410.608
100.925.733 23.596.795 39.066.493 26.599.552
35.346.551 15.995.655 100.000 6.066.4935.768.107
25.988.334 29.350.395 500.000 10.000.0009.818.555
Totaal beleidsvelden
2.041.429.698
410.306.916
197.263.410
172.236.813
269.317.636
291.178.235
206.140.884
494.985.804
1.313.652.310
220.118.342
146.119.590
116.579.529
142.956.035
151.628.781
108.537.103
427.712.930
727.777.388
190.188.574
51.143.820
55.657.284
126.361.601
139.549.454
2016 Vervangingsen verder Investering
234
Bedrijfsmiddelen
tot en met 2015
Uitgaven kredieten
tot en met 2015
actuele begroting
tot en met 2010
2011
2012
Begroting onderverdeling
B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0005 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003 B0003
Key2Financiën Project Managing Security Centraal klant beheer systeem Near Line Storage Fat Clients Switches nieuwbouw Laptops veld medewerkers (ICT-baseline) Heavy User werkplekken (ICT baseline) Standaard digitale werkplek (ICT-baseline) Werkplekken buitenlocaties (ICT-baseline) Thin Clients (ICT-baseline) Milieuinformatie-/workflowmanagement systeem Vervanging en uitbreiding rapp.tool Cognos 8 Aanschaf inkoopmodule Kantoorautomatisering Office 2009 Enterprise Service Bus (ESB) Koppelingen voorzieningen Broker Centraal Medewerkersbestand Hardware virtualisatie Vervanging Unix-server Vervanging GTI-apparatuur Upgrade licenties MS producten (actualisatie ICT) Vervanging Novell-servers Smartphones (HTC) ArcGISserver Advanced FB Repro apparatuur OCE Plotters en scanner VGI Tokens 2010 Koppelingen NUP Nat.Uitv.progr. Dienstverlening en e-Overheid Electronische handtekening Subsidiesysteem Zaakgericht werken Sharepoint licenties Shared and user Device O en T omgevevingen Showcase Koppelingen Wortell
Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Automatisering Totaal Automatisering
165.900 163.000 50.000 507.607 57.806 325.000 260.000 117.600 136.525 144.000 221.615 340.000 195.000 20.000 19.170 10.000 54.600 60.000 100.001 325.216 115.590 840.544 337.817 511.519 76.680 130.561 21.500 35.231 20.259 108.555 90.000 2.000 547.975 226.978 100.000 60.000 86.000 20.000 6.604.248
125.356 76.410 0 9.234 0 110.000 0 0 0 0 0 0 108.570 0 19.170 8.358 3.600 22.100 52.053 145.216 115.590 37.095 0 0 48.828 7.735 0 0 19.712 41.555 2.634 1.000 192.976 67.978 0 0 0 0 1.215.169
40.544 86.590 50.000 304.708 57.806 215.000 80.000 117.600 136.525 0 221.615 0 86.430 20.000 0 1.642 51.000 37.900 47.948 180.000 0 541.345 337.817 179.953 27.852 122.826 21.500 35.231 547 67.000 87.366 1.000 354.999 159.000 100.000 60.000 86.000 20.000 3.937.744
0 0 0 193.665 0 0 180.000 0 0 144.000 0 340.000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 262.104 0 198.804 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1.318.573
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 132.762 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 132.762
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 3.600 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 53.555 0 1.000 197.975 81.977 0 0 0 0 338.107
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 3.600 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 53.555 0 1.000 197.975 81.977 0 0 0 0 338.107
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
B0006
Provinciehûs BW algemeen
Bouwurk Totaal Bouwurk
79.800.000 79.800.000
45.490.356 45.490.356
32.786.144 32.786.144
1.523.500 1.523.500
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
B0006 B0006 B0006 B0006 B0006 B0006
4 Hogedrukreinigers Actiewagen Gorredijk Actiewagen Wolvega Bebakeningswagen Brimos 1 Bebakeningswagen Brimos 2 2 electronische afstandsmeters 2009
Gereedschappen Gereedschappen Gereedschappen Gereedschappen Gereedschappen Gereedschappen Totaal Gereedschappen
17.400 1.555 13.445 13.500 13.500 50.000 109.400
0 0 0 0 0 32.610 32.610
17.400 1.555 13.445 13.500 13.500 0 59.400
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 17.390 17.390
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
B0006
Strooimachine N9050-42 WAN2000
Gladheidsbestrijding Totaal Gladheidsbestrijding
31.400 31.400
0 0
31.400 31.400
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
B0101
ICT voorzieningen statenleden 2011-2015
Stateninformatiesysteem Totaal Stateninformatiesysteem
186.000 186.000
0 0
186.000 186.000
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
B0006 B0006 B0006
Verv. Surveillance PW10 PW10 navigatiemiddelen motor PW 10
Voer- en vaartuigen Voer- en vaartuigen Voer- en vaartuigen Totaal Voer- en vaartuigen
1.700.000 250.000 100.000 2.050.000
66.909 0 0 66.909
0 0 0 0
1.633.091 250.000 100.000 1.983.091
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
88.781.047
46.805.043
37.000.688
4.825.164
150.152
0
0
0
338.107
Totaal B0003 Totaal B0005 Totaal B0006 Totaal B0101
6.584.248 20.000 186.000
1.215.169 -
3.917.744 20.000 186.000
1.318.573 -
132.762 -
-
-
-
338.107 -
-
338.107 -
-
-
-
-
Totaal beleidsvelden
6.790.248
1.215.169
4.123.744
1.318.573
132.762
-
-
-
338.107
-
338.107
-
-
-
-
235
2016 en verder
actuele tot en met begroting 2010
tot en met 2015
Beleidsveld Project
Totaal bedrijfsmiddelen
2013 2014 2015
Inkomsten kredieten
2011 2012 2013 2014 2015
Saldo kredieten
2016 en verder
actuele begroting
tot en met 2010
2011
2012
2013 2014 2015
2016 Vervangingsen verder Investering
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
165.900 163.000 50.000 507.607 57.806 325.000 260.000 117.600 136.525 144.000 221.615 340.000 195.000 20.000 19.170 10.000 51.000 60.000 100.001 325.216 115.590 840.544 337.817 511.519 76.680 130.561 21.500 35.231 20.259 55.000 90.000 1.000 350.000 145.001 100.000 60.000 86.000 20.000 6.266.141
125.356 76.410 0 9.234 0 110.000 0 0 0 0 0 0 108.570 0 19.170 8.358 3.600 22.100 52.053 145.216 115.590 37.095 0 0 48.828 7.735 0 0 19.712 41.555 2.634 1.000 192.976 67.978 0 0 0 0 1.215.169
40.544 86.590 50.000 304.708 57.806 215.000 80.000 117.600 136.525 0 221.615 0 86.430 20.000 0 1.642 47.400 37.900 47.948 180.000 0 541.345 337.817 179.953 27.852 122.826 21.500 35.231 547 13.445 87.366 0 157.024 77.023 100.000 60.000 86.000 20.000 3.599.637
0 0 0 193.665 0 0 180.000 0 0 144.000 0 340.000 0 0 0 0 0 0 0 0 0 262.104 0 198.804 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 1.318.573
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 132.762 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 132.762
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0
0 0
0 0
0 0
79.800.000 79.800.000
45.490.356 45.490.356
32.786.144 32.786.144
1.523.500 1.523.500
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
17.400 1.555 13.445 13.500 13.500 50.000 109.400
0 0 0 0 0 32.610 32.610
17.400 1.555 13.445 13.500 13.500 0 59.400
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 17.390 17.390
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
0 0 0 0 0 0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
31.400 31.400
0 0
31.400 31.400
0 0
0 0
0 0
0 0
0X 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
186.000 186.000
0 0
186.000 186.000
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
1.700.000 250.000 100.000 2.050.000
66.909 0 0 66.909
0 0 0 0
1.633.091 250.000 100.000 1.983.091
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0 0 0 0
0
338.107
0
0
0
0
0
88.442.940
46.805.043
36.662.581
4.825.164
150.152
0
0
0
-
6.246.141 20.000 186.000
1.215.169 -
3.579.637 20.000 186.000
1.318.573 -
132.762 -
-
-
-
-
6.452.141
1.215.169
3.785.637
1.318.573
132.762
-
-
-
X X X X
X X X X
X X X X X X X X X X X X
X X X X X X
X X X X
236
Bijlage 2
Begrotingshistorie per programma In deze bijlage worden per beleidsprogramma de begrotingsmutaties weergeven die hebben plaatsgevonden tussen de besluitvorming 1e Berap 2011 en de Begroting 2012. Programma 1: Bestuur en veiligheid Baten en lasten Van 1e Berap 2011 naar Begroting 2012 Bedragen x € 1.000 Baten begroting t/m 1e Berap 2011 (voor besluitvorming PS)
2011
2012
2013
2014
2015
440
428
428
428
428
0
0
0
0
0
440
428
428
428
428
12.858
12.506
12.388
12.109
12.386
0
-8
-8
-8
-8
60 35 130 139 -25
0 0 0 0 -25
0 0 0 0 -25
0 0 0 0 -25
0 0 0 0 -25
-22
-22
-22
-22
-22
20 0
275 10
157 -10
173 0
125 0
0
130
130
130
80
338
361
223
249
151
13.196
12.867
12.611
12.358
12.536
Begrotingswijzigingen (BW): PS: GS: Begrotingswijziging totaal Baten t/m Begroting 2012 Lasten begroting t/m 1e Berap 2011 (voor besluitvorming PS) Begrotingswijzigingen (BW): PS: PS 15 juni 2011: - Noordelijke rekenkamer PS 13 juli 2011: - onderdeel B1 Procesarchitect - onderdeel B2 Fryske Jûn - onderdeel B3 Bestuurscommissie - onderdeel B4 Fractieassistentie - onderdeel C1 Neue Hanze Interregio bezuiniging - onderdeel C2 Statenjacht GS: GS bedrijfsvoering GS tijdelijke budgetten Uitvoeringsprogramma ’11-‘15 Begrotingswijziging totaal Lasten t/m Begroting 2012
237
Programma 2: Verkeer en vervoer Baten en lasten Van 1e Berap 2011 naar Begroting 2012 Bedragen x € 1.000 Baten begroting t/m 1e Berap 2011 (voor besluitvorming PS)
2011
2012
2013
2014
2015
71.907
56.405
56.474
56.543
56.612
-252
-504
-504
-504
-504
120
560
0
0
0
-132
56
-504
-504
-504
71.775
56.461
55.970
56.039
56.108
135.376
98.315
103.430
120.055
121.770
0
0
0
-106
-106
200
0
0
0
0
0
555
-645
-45
-45
200 99
1.000 0
0 0
0 0
0 0
22 -6.054
22 0
22 6.054
22 0
22 0
0 73 8.199 15 0
0 1.027 0 41 0
0 587 0 41 -1.380
0 645 0 41 1.380
160 466 4.581 41 0
Uitvoeringsprogramma ’11-‘15
0
1.300
600
-212
-8.100
Correctie jaarschijf 2015
0
0
0
0
-2.300
2.755
3.944
5.278
1.724
-5.282
138.131
102.259
108.708
121.779
116.488
Begrotingswijzigingen (BW): PS: PS 13 juli 2011: - onderdeel B6 Stortopbrengsten baggerdepot - onderdeel B7 Fietspad Leechlân GS: Begrotingswijziging totaal Baten t/m Begroting 2012 Lasten begroting t/m 1e Berap 2011 (voor besluitvorming PS) Begrotingswijzigingen (BW): PS: PS 13 juli 2011: - onderdeel A7 Johan Willem Frisosluis schutcapaciteit - onderdeel B5 Elektrische poolauto's provincie en elektrische bus Vlieland - onderdeel B6 Stortopbrengsten baggerdepot - onderdeel B7 Fietspad Leechlân - onderdeel B8 Bereikbaarheid Leeuwarden - onderdeel C2 Statenjacht - onderwerp C13 Tijdelijke budgetten categorie A begrotingsaanpassing GS: GS actualisatie investeringen GS bedrijfsvoering GS financieel kader GS nominaal GS tijdelijke budgetten
Begrotingswijziging totaal Lasten t/m Begroting 2012
238
Programma 3: Wetter Baten en lesten Begruttingssifers: fan 1e Berap 2011 nei Begrutting 2012 Bedraggen x € 1.000
2011
Baten begrutting o/m 1e Berap 2011 (foar beslútfoarming PS)
2012
2013
2014
2015
906
732
731
726
652
0
0
0
0
0
906
732
731
726
652
3.530
3.606
3.609
4.032
4.009
7 -18
20 0
20 0
20 0
7 0
8 -32 0
110 15 -20
63 15 -20
69 15 -20
50 15 -7
0
0
0
2.000
800
-36
125
77
2.084
864
3.494
3.730
3.687
6.116
4.873
Begruttingswizigings (BW): PS: DS: Begruttingswizigings mei-inoar Baten o/m Begrutting 2012 Lesten begrutting o/m 1e Berap 2011 (foar beslútfoarming PS) Begruttingswizigings (BW): PS: PS 13 juli 2011: - ûnderdiel B9 Utfieringskosten fondearringsherstel - ûnderdiel B10 Bestriding fan wetterkninen en beverrotten DS: DS bedriuwsfiering DS nominaal DS tydlike budzjetten Utfieringsprogramma ’11-‘15 Begruttingswizigings mei-inoar Lesten o/m Begrutting 2012
239
Programma 4: Milieu Baten en lasten Van 1e Berap 2011 naar Begroting 2012 Bedragen x € 1.000 Baten begroting t/m 1e Berap 2011 (voor besluitvorming PS)
2011
2012
2013
2014
2015
657
545
545
545
545
GS: GS bijdrage derden
6
0
0
0
0
Begrotingswijziging totaal
6
0
0
0
0
664
545
545
545
545
17.194
17.103
17.859
17.792
12.538
111
0
0
0
0
324 0
0 0
0 0
0 0
0 0
42 6
589 0
337 0
370 0
267 0
0
-1
-1
-1
-1
483
588
335
369
266
17.676
17.691
18.195
18.161
12.804
Begrotingswijzigingen (BW): PS:
Baten t/m Begroting 2012 Lasten begroting t/m 1e Berap 2011 (voor besluitvorming PS) Begrotingswijzigingen (BW): PS: PS 13 juli 2011: - onderdeel A1 Decembercirculaire 2010 Provinciefonds - onderdeel B11 Vergunningverlening REC - onderdeel C3 Milieubeleidsplan spoor 2 en 3 GS: GS bedrijfsvoering GS bijdrage derden Uitvoeringsprogramma ’11-‘15 Begrotingswijziging totaal Lasten t/m Begroting 2012
240
Programma 5: Lanlik Gebiet Baten en lesten Begruttingssifers: fan 1e Berap 2011 nei Begrutting 2012 Bedraggen x € 1.000 Baten begrutting o/m 1e Berap 2011 (foar beslútfoarming PS)
2011
2012
2013
2014
2015
38.095
37.885
37.409
172
172
DS: DS bydrage tredden
77
0
0
0
0
Begruttingswizigings mei-inoar
77
0
0
0
0
Baten o/m Begrutting 2012
38.172
37.885
37.409
172
172
Lesten begrutting o/m 1e Berap 2011 (foar beslútfoarming PS)
78.695
69.835
58.909
19.883
20.053
0 102 -75 -5.600
0 0 25 0
0 0 25 5.600
0 0 25 0
0 0 0 0
24 77 -106
331 0 -106
189 0 -105
208 0 1
150 0 2
0
783
783
7.908
7.908
Begruttingswizigings mei-inoar
-5.578
1.033
6.492
8.142
8.060
Lesten o/m Begrutting 2012
73.117
70.867
65.401
28.025
28.113
Begruttingswizigings (BW): PS:
Begruttingswizigings (BW): PS: PS 13 juli 2011: - ûnderdiel B7 Fytspaad Leechlân - ûnderdiel B12 It Fryske Gea - ûnderdiel C4 Simmeroerbliuwende guozzen - ûnderwerp C13 Tydlike budzjetten kategory A begruttingoanpassing GS: DS bedriuwsfiering DS bydrage tredden DS nominaal Utfieringsprogramma ’11-‘15
241
Programma 6: Economie, toerisme en recreatie Baten en lasten Van 1e Berap 2011 naar Begroting 2012 Bedragen x € 1.000 Baten begroting t/m 1e Berap 2011 (voor besluitvorming PS)
2011
2012
2013
2014
2015
6.471
3.733
2.471
807
221
-28
-53
39
44
188
350
0
0
0
0
90
75
0
0
0
412
22
39
44
188
6.883
3.755
2.509
851
409
50.246
37.686
31.356
15.962
15.936
-28
-53
39
44
188
600 2.211
0 -2.184
0 -311
0 126
0 159
350
0
0
0
0
200
0
0
0
0
-64
-64
-64
-64
-64
-2.084
2.084
0
0
0
260
0
0
0
0
21 90 0 -19
288 75 0 19
165 0 0 -50
181 0 0 50
131 0 0 0
0 0
1.392 0
3.520 0
8.723 0
11.441 -5.392
1.535
1.558
3.298
9.060
6.462
51.781
39.244
34.654
25.022
22.399
Begrotingswijzigingen (BW): PS: PS 15 juni 2011: - Marrekrite PS 13 juli 2011: - onderdeel A7 Johan Willem Frisosluis schutcapaciteit GS: GS bijdrage derden Begrotingswijziging totaal Baten t/m Begroting 2012 Lasten begroting t/m 1e Berap 2011 (voor besluitvorming PS) Begrotingswijzigingen (BW): PS: PS 15 juni 2011: - Marrekrite PS 13 juli 2011: - onderdeel A3 Duurzame energie - onderdeel A5 Meerjarige verplichtingen tijdelijke budgetten - onderdeel A7 Johan Willem Frisosluis schutcapaciteit - onderdeel B13 Toekomst Afsluitdijk en aanvullend procesgeld - onderdeel C6 Bezuiniging projectbureau economie - onderdeel C13 Tijdelijke budgetten categorie A begrotingsaanpassing - onderdeel C14 Procesgelden Heerenveen en Watertechnologie GS: GS bedrijfsvoering GS bijdrage derden GS financieel kader GS tijdelijke budgetten Uitvoeringsprogramma ’11-‘15 Correctie jaarschijf 2015 Begrotingswijziging totaal Lasten t/m Begroting 2012
242
Programma 7: Sociaal beleid en zorg Baten en lasten Van 1e Berap 2011 naar Begroting 2012 Bedragen x € 1.000 Baten begroting t/m 1e Berap 2011 (voor besluitvorming PS)
2011
2012
2013
2014
2015
49.278
42.487
42.487
42.487
42.487
GS: GS bijdrage derden
1
0
0
0
0
Begrotingswijziging totaal
1
0
0
0
0
Baten t/m Begroting 2012
49.279
42.487
42.487
42.487
42.487
Lasten begroting t/m 1e Berap 2011 (voor besluitvorming PS)
65.807
55.016
51.281
50.158
50.189
-40
0
40
0
0
5 1 0 -10
69 0 0 0
40 0 0 10
43 0 0 0
31 0 0 0
Uitvoeringsprogramma ’11-‘15
0
1.202
3.238
4.302
5.303
Correctie jaarschijf 2015
0
0
0
0
-1.254
-44
1.271
3.327
4.345
4.080
65.764
56.286
54.608
54.503
54.269
Begrotingswijzigingen (BW): PS:
Begrotingswijzigingen (BW): PS: PS 13 juli 2011: - onderdeel A5 Meerjarige verplichtingen tijdelijke budgetten GS: GS bedrijfsvoering GS bijdrage derden GS nominaal GS tijdelijke budgetten
Begrotingswijziging totaal Lasten t/m Begroting 2012
243
Programma 8: Kultuer, taal en ûnderwiis Begruttingssifers: fan 1e Berap 2011 nei Begrutting 2012 Bedraggen x € 1.000 Baten begrutting o/m 1e Berap 2011 (foar beslútfoarming PS)
2011
2012
2013
2014
2015
239
177
177
177
177
0
0
0
0
0
239
177
177
177
177
46.821
44.126
42.238
35.209
33.865
-645
645
0
0
0
80 12
54 12
27 12
0 12
0 12
9 -16
124 -81
71 -81
78 -81
56 -81
Utfieringsprogramma ’11-‘15
0
1.275
2.921
4.936
3.968
Korreksje jierskiif 2015
0
0
0
0
-3.925
-560
2.029
2.949
4.944
30
46.262
46.155
45.187
40.153
33.895
Begruttingswizigings (BW): PS: DS: Begruttingswizigings mei-inoar Baten o/m Begrutting 2012 Lesten begrutting o/m 1e Berap 2011 (foar beslútfoarming PS) Begruttingswizigings (BW): PS: PS 13 juli 2011: - ûnderdiel A5 Mearjierriche lêsten tydlike budzjetten - ûnderdiel B14 Omrop Fryslân - ûnderdiel C7 Besuniging romte DS: DS bedriuwsfiering DS nominaal
Begruttingswizigings mei-inoar Lesten o/m Begrutting 2012
244
Programma 9: Ruimte en wonen Baten en lasten Van 1e Berap 2011 naar Begroting 2012 Bedragen x € 1.000
2011
Baten begroting t/m 1e Berap 2011 (voor besluitvorming PS)
2012
2013
2014
2015
607
581
581
581
581
0
0
0
0
0
607
581
581
581
581
6.798
7.283
4.828
3.791
3.851
PS: PS 13 juli 2011: - onderdeel A4 Herstructurering bedrijventerreinen - onderdeel C7 Bezuiniging ruimte
177 -12
0 -12
0 -12
0 -12
0 -12
GS: GS bedrijfsvoering GS nominaal GS tijdelijke budgetten
9 -52 0
130 80 20
74 80 20
82 80 20
59 80 7
0
600
600
2.000
2.000
123
818
762
2.169
2.134
6.921
8.101
5.590
5.960
5.984
Begrotingswijzigingen (BW): PS: GS: Begrotingswijziging totaal Baten t/m Begroting 2012 Lasten begroting t/m 1e Berap 2011 (voor besluitvorming PS) Begrotingswijzigingen (BW):
Uitvoeringsprogramma ’11-‘15 Begrotingswijziging totaal Lasten t/m Begroting 2012
245
Programma 10: Algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien Baten en lasten Van 1e Berap 2011 naar Begroting 2012 Bedragen x € 1.000
2011
2012
2013
2014
2015
214.298
199.694
203.819
210.335
210.509
-69
-209
-425
0
0
GS: GS actualisatie investeringen GS bedrijfsvoering GS financieel kader GS nominaal
0 0 13.477 -736
0 0 13.383 -1.523
0 0 14.851 -1.928
4.031 0 18.519 -2.182
0 0 14.103 -2.486
Begrotingswijziging totaal
12.673
11.650
12.498
20.368
11.617
226.971
211.344
216.317
230.703
222.126
47.961
11.218
3.385
8.642
2.876
0
8
8
8
8
175
0
0
0
0
400
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-200
0
0
0
0
0
25
25
25
25
64
64
64
64
64
563
0
0
0
0
100
-100
0
0
0
150
0
0
0
0
180
0
0
0
0
-1.500 -260
1.000 0
500 0
0 0
0 0
Baten begroting t/m 1e Berap 2011 (voor besluitvorming PS) Begrotingswijzigingen (BW): PS: PS 13 juli 2011: - onderdeel A7 Johan Willem Frisosluis schutcapaciteit
Baten t/m Begroting 2012 Lasten begroting t/m 1e Berap 2011 (voor besluitvorming PS) Begrotingswijzigingen (BW): PS: PS 15 juni 2011: - Noordelijke rekenkamer PS 13 juli 2011: - onderdeel A1 Decembercirculaire 2010 Provinciefonds - onderdeel A2 Persoonlijk Ontwikkel Budget - onderdeel A7 Johan Willem Frisosluis schutcapaciteit - onderdeel B13 Toekomst Afsluitdijk en aanvullend procesgeld - onderdeel C1 Neue Hanze Interregio bezuiniging - onderdeel C6 Bezuiniging projectbureau economie - onderdeel C8 Bonus aannemer ver/nieuwbouw provinciehuis - onderdeel C9 Ontmanteling tijdelijke huisvesting - onderdeel C10 Verhuizing provinciale organisatie - onderdeel C11 Restauratie/schoonmaak/onderhoud kroonluchters en meubilair - onderdeel C12 Informatievoorziening - onderdeel C14 Procesgelden Heerenveen en Watertechnologie
246
Bedragen x € 1.000
GS: GS actualisatie investeringen GS bedrijfsvoering GS financieel kader GS nominaal
2011
2012
2013
2014
2015
0 -205 1.922 85
0 -3.148 12.833 366
0 -1.886 18.308 276
0 -2.053 17.444 455
0 -1.540 18.140 636
Uitvoeringsprogramma ’11-‘15
0
430
-1.686
-2.078
-2.078
Correctie jaarschijf 2015
0
0
0
0
-1.600
1.475
11.479
15.609
13.865
13.656
49.436
22.697
18.994
22.507
16.531
Begrotingswijziging totaal Lasten t/m Begroting 2012
247
248
Bijlage 3
Overzicht van structurele en incidentele budgetten Het ministerie van BZK hanteert een andere definitie van structurele en incidentele budgetten. Voor een nadere invulling van het begrip incidenteel moet worden gedacht aan baten en lasten die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. Alle tijdelijke budgetten die voor een periode van maximaal 3 jaar in de Begroting worden opgenomen, worden formeel gezien als incidentele budgetten. Tijdelijke budgetten die voor een periode van 4 jaar of langer in de Begroting worden opgenomen, worden formeel gezien als structurele budgetten. In onderstaande tabel zijn de budgetten weergegeven conform de definitie van het ministerie van BZK. Overzicht structurele en incidentele budgetten Begroting Bedragen x € 1.000
2011 T
2012
2013
2014
2015
S
T
S
T
S
T
S
T
S
428 12.667 -12.239
0 200 -200 10 0 -190
428 12.561 -12.133
0 50 -50
428 12.308 -11.880
0 50 -50
428 12.386 -11.958
0 150 -150
-12.369
0 387 -387 50 3 -340
-12.133
10 -60
-11.880
-50
-11.958
-150
Programma 2 - Verkeer en vervoer Baten 71.315 Lasten 111.329 Saldo Baten - Lasten -40.014 Beschikking over reserves Vorming reserves Saldo programma 2 -40.014
460 26.802 -26.342 20.395 10.746 -16.694
55.901 96.508 -40.607
55.970 98.153 -42.183
0 1.618 -1.618
-53.660
0 12.080 -12.080 1.380 0 -10.700
56.108 114.869 -58.761
-42.183
0 10.555 -10.555 9.435 1.980 -3.100
56.039 109.699 -53.660
-40.607
560 5.751 -5.191 -128 4.788 -10.107
-58.761
-1.618
906 3.251 -2.345
0 243 -243
732 3.180 -2.449
0 550 -550
731 3.137 -2.406
0 550 -550
726 3.031 -2.305
0 3.085 -3.085
652 2.988 -2.336
0 1.885 -1.885
-2.345
-243
-2.449
-550
-2.406
-550
-2.305
-3.085
-2.336
-1.885
545 16.195 -15.649
118 1.482 -1.363 459 1.036 -1.940
545 17.129 -16.584
0 562 -562 73
545 17.752 -17.206
0 443 -443 823
545 18.161 -17.615
0 0 0 1.959
545 16.481 -15.936
0 -3.677 3.677
-16.584
-489
-17.206
380
-17.615
1.959
-15.936
3.677
Programma 1 - Bestuur en veiligheid Baten Lasten Saldo Baten - Lasten Beschikking over reserves Vorming reserves Saldo programma 1
440 12.809 -12.369
-12.239
Programma 3 - Wetter Baten Lasten Saldo Baten - Lasten Beschikking over reserves Vorming reserves Saldo programma 3 Programma 4 - Milieu Baten Lasten Saldo Baten - Lasten Beschikking over reserves Vorming reserves Saldo programma 4
-15.649
249
Begroting Bedragen x € 1.000
2011
2012
2013
2014
2015
T
S
T
S
T
S
T
S
T
S
Programma 5 - Landelijk gebied Baten 37.066 Lasten 46.204 Saldo Baten - Lasten -9.137 Beschikking over reserves Vorming reserves Saldo programma 5 -9.137
1.105 26.913 -25.808 27.019 12.487 -11.276
36.992 47.097 -10.105
892 23.770 -22.877 8.948 20 -13.949
36.582 46.345 -9.764
828 19.056 -18.228 5.725 1.672 -14.175
172 28.025 -27.853
0 0 0 25
172 28.113 -27.941
0 0 0
-27.853
25
-27.941
0
1.032 13.521 -12.490 12.605 4.512 -4.396
1.278 28.175 -26.897 2.798
1.232 6.478 -5.247 3.751 1.162 -2.658
851 19.534 -18.683 684
409 19.695 -19.286
-18.000
0 5.488 -5.488 4.144 330 -1.674
-19.286
0 2.704 -2.704 195 36 -2.545
0 3.204 -3.204 1.400 76 -1.879
42.487 54.092 -11.605
0 516 -516 50
42.487 54.504 -12.017
0 -1 1
42.487 55.525 -13.038
0 -1.255 1.255
-11.605
-466
-12.017
1
-13.038
1.255
0 9.204 -9.204 1.475 140 -7.868
177 37.237 -37.060
177 38.735 -38.558
0 1.418 -1.418
177 37.452 -37.275
0 -3.557 3.557
-37.060
0 7.950 -7.950 1 203 -8.153
-38.558
-1.418
-37.275
3.557
-10.105
-9.764
Programma 6 - Economie, toerisme en recreatie Baten Lasten Saldo Baten - Lasten Beschikking over reserves Vorming reserves Saldo programma 6
3.085 20.008 -16.923 4.399
2.723 25.723 -22.999 3.424
-12.524
3.798 31.774 -27.975 31.399 10.933 -7.509
Programma 7 - Zorg en welzijn Baten 49.279 Lasten 59.575 Saldo Baten - Lasten -10.296 Beschikking over reserves Vorming reserves Saldo programma 7 -10.296
0 6.188 -6.188 4.383 782 -2.587
42.487 53.082 -10.595
177 36.951 -36.774
-35.837
62 10.248 -10.186 3.661 2.079 -8.604
Programma 9 - Ruimte en wonen Baten 607 Lasten 4.028 Saldo Baten - Lasten -3.420 Beschikking over reserves Vorming reserves Saldo programma 9 -3.420
0 2.893 -2.893 1.205 53 -1.741
581 4.710 -4.129
0 3.390 -3.390 2.365
581 4.660 -4.079
0 930 -930
581 4.791 -4.209
0 1.170 -1.170
581 4.828 -4.246
0 1.157 -1.157
-4.129
-1.025
-4.079
-930
-4.209
-1.170
-4.246
-1.157
-19.576
-10.595
-24.100
Programma 8 - Kultuer, taal en ûnderwiis Baten Lasten Saldo Baten - Lasten Beschikking over reserves Vorming reserves Saldo programma 8
177 36.013 -35.837
-36.774
250
Begroting Bedragen x € 1.000
2011 T
2012 S
Programma 10 - Algemene dekkingsmiddelen Baten 226.971 0 Lasten 24.641 24.795 Saldo Baten - Lasten 202.330 -24.795 Beschikking over reserves 43.397 Vorming reserves 35.150 Saldo Alg. dekkingsmiddelen 202.330 -16.548
2013
2014
2015
T
S
T
S
T
S
T
S
211.344 20.519 190.825
0 2.178 -2.178 28.071 27.391
216.317 18.260 198.057
0 734 -734 18.011 28.532
230.703 19.346 211.357
0 3.160 -3.160 19.347 13.734
222.126 19.735 202.392
0 -3.203 3.203 13.734 16.353
190.825
-1.498
198.057
-11.255
211.357
2.453
202.392
584
Totaal programma's Baten Lasten Saldo (Baten - Lasten) Resultaat voor bestemming Beschikking over reserves Vorming reserves Saldo Begrotingssaldo
390.392 334.053
5.544 131.725
351.911 317.568
2.484 62.331
355.096 320.372
2.059 47.262
332.710 308.134
0 26.449
323.686 312.071
0 -4.179
56.339 4.399 0 60.738 -6.742
-126.181 131.968 73.268 -67.481
34.344 3.424 0 37.767 -4.186
-59.846 54.820 36.927 -41.953
34.724 2.798 0 37.522 -3.445
-45.202 37.794 33.559 -40.967
24.576 684 0 25.260 11.602
-26.449 26.855 14.064 -13.658
11.615 0 0 11.615 13.334
4.179 13.929 16.389 1.719
Alle onttrekkingen aan en stortingen in reserves bij de incidentele budgetten worden als incidenteel beschouwd.
251
252
Bijlage 4
Verloop van de vaste activa In het overzicht ‘Verloop vaste activa’ is de ontwikkeling van de waarde van de vaste activa aangegeven. In de loop van een begrotingsjaar verandert de waarde van de vaste activa door uitgaven en inkomsten op onderhanden investeringswerken. De waarde van de al opgeleverde werken daalt door de jaarlijkse afschrijvingen. De activa worden verantwoord in de balans als onderdeel van de jaarrekening. Realisatie Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2010 2011 2012 2013 2014 2015 Bedragen x € 1.000 Overige investeringen met economisch nut (materiële activa) Gronden en terreinen 1.663 9.156 9.832 10.932 10.544 10.155 Woonruimten 0 0 0 0 0 0 Bedrijfsgebouwen 51.608 75.909 71.338 67.758 64.178 60.601 Vervoermiddelen 647 588 2.269 2.155 2.050 1.947 Machines, apparaten en installaties 2.864 5.975 5.970 4.549 2.960 1.541 Overig 1.061 3.664 9.665 11.971 14.251 13.441 Totaal 57.843 95.292 99.074 97.365 93.984 87.684 Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut (materiële activa) Grond-, weg- en waterbouwkundige werken 221.287 269.435 324.044 Totaal 221.287 269.435 324.044 Financiële vaste activa Kapitaalverstrekking aan deelnemingen Overige langlopende leningen Bijdragen aan activa van derden Totaal Totaal activa
448.828 448.828
585.296 585.296
678.962 678.962
3.072 57.404 31.678 92.154
3.232 57.404 36.352 96.987
3.228 57.404 34.778 95.410
3.228 57.404 33.617 94.249
3.228 57.404 32.456 93.087
3.228 57.404 31.294 91.926
371.284
461.714
518.528
640.442
772.367
858.573
253
254
Bijlage 5
Verloop van de reserves, voorzieningen en overlopende passiva De reserves en voorzieningen behoren, tezamen met de schulden (korte en lange termijn leningen), tot het vermogen van de provincie zoals dat in de jaarrekening in de balans tot uitdrukking wordt gebracht. Het vermogen geeft aan op welke wijze de activa van de provincie (bezittingen, etc.) zijn gefinancierd. Reserves De reserves vormen tezamen het eigen vermogen van de provincie. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen de algemene reserves en de bestemmingsreserves. Het (positieve) jaarrekeningresultaat wordt toegevoegd aan de algemene reserve. Voorzieningen Voorzieningen maken deel uit van het vreemd vermogen. Voorzieningen worden gevormd wegens: verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, doch redelijkerwijs te schatten; op de balansdatum bestaande risico's ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is te schatten; kosten die in een volgend begrotingsjaar zullen worden gemaakt, mits het maken van die kosten zijn oorsprong mede vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren. Tot de voorzieningen worden ook gerekend van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden. Voorzieningen maken geen deel uit van het eigen vermogen; er ligt een verplichting op naar derden toe. Voorbeelden hiervan zijn de doeluitkeringen die wij van andere overheden ontvangen. Hieronder wordt het verloop van de reserves (tabel 1) en de voorzieningen en overlopende passiva (tabel 2) weergegeven. Tabel 1 : Reserves per einde jaar Verloop reserves, voorzieningen en overlopende passiva x € 1.000 Algemene reserve* Basis reserve Variabele algemene reserve (VAR) totaal *) inclusief rekeningresultaat 2010, met de eventuele toekomstige begrotingsruimte is geen rekening gehouden Bestemmingsreserves (ver)Nieuwbouw Provinciehuis 2,5% provinciale bijdrage bodemsanering EHS grondverwerving 5B-2 RW A7 bijdrage Reserve infrastructuur
Realisatie Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2010 2011 2012 2013 2014 2015
8.750 26.406 35.156
8.750 50.101 58.851
8.750 53.363 62.113
8.750 64.384 73.134
8.750 58.771 67.521
8.750 61.390 70.140
3.667 64 924 1.711
2.573 64 21 502
682 64 21 502
0 64 21 502
0 64 21 502
0 64 21 502
255
Verloop reserves, voorzieningen en overlopende passiva x € 1.000 Persoonlijk Ontwikkel budget (POB) Frictiepost Tijdelijke budgetten categorie A *) Tijdelijke budgetten categorie B Tijdelijke budgetten categorie C totaal *) inclusief een correctie die bij de 2e Berap 2011 wordt voorgelegd. Totaal reserves
Realisatie Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2010 2011 2012 2013 2014 2015 0 4.570 56.563 51.353
800 1.500 25.246 23.916
800 500 12.675 9.998
800 0 2.343 4.273
800 0 0 159
800 0 0 0
-4.115 114.736
-1.900 52.721
2.901 28.143
1.405 9.407
0 1.545
0 1.387
149.893
111.573
90.256
82.541
69.066
71.527
Tabel 2 : Niveau voorzieningen per einde jaar Verloop reserves, voorzieningen en overlopende passiva x € 1.000 1. Bestuur en veiligheid Waardeoverdracht pensioenen GS leden Wachtgelden PS-leden 2. Verkeer en vervoer Grootscheepsvaarwater 5. Landelijk Gebied Boot It Fryske Gea (IFG) Risicovoorziening grondaankopen 8. Kultuer, taal en ûnderwiis Buma-legaten Grafiekcollectie Knecht-Drenth Jorritsma-Boschmafonds Legaat van Harinxma thoe Sloten Uitbr/instandh grafiekcollectie Knecht-Drenth Bedrijfsvoering Groot onderhoud Provinsjehûs Totaal voorzieningen
Realisatie Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2010 2011 2012 2013 2014 2015 6.270 325
6.297 30
6.297 30
6.297 30
6.297 30
6.297 30
1.131
1.139
1.146
1.153
1.161
1.168
54 8.934
63 8.934
73 8.934
83 8.934
94 8.934
106 8.934
160 0 331 21 377
168 0 344 21 400
175 0 357 22 423
183 0 370 22 445
191 0 383 22 468
199 0 395 23 491
0 17.604
0 17.396
0 17.456
0 17.518
0 17.580
0 17.643
52
35
35
35
35
35
Tabel 3 : Niveaus overlopende passiva per einde jaar 1. Bestuur en veiligheid Coordinatie rampenbestrijding Waddenzee 2. Verkeer en vervoer Mobiliteitsfonds bereikbaarheid Lwd Programma Brede Doel Uitkering (BDU) RSP Mobiliteitsfonds via SNN 3. Water Grondwaterplan Kennis voor Klimaat Hotspot Waddenzee Schade Grondwaterplan 4. Milieu Energie in de milieuvergunning
8.746
8.746
8.746
8.746
8.746
8.746
60.768 29.850
51.974 29.850
52.038 29.850
52.103 29.850
52.167 29.850
52.232 29.850
1.003
918
872
825
778
732
0 245
0 239
0 242
0 245
0 254
0 263
35
35
35
35
35
35
256
Verloop reserves, voorzieningen en overlopende passiva x € 1.000
Realisatie Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2010 2011 2012 2013 2014 2015
Externe veiligheid 2006-2010 WBB 2005-2009
1.046 889
1.046 889
1.046 889
1.046 889
1.046 889
1.046 889
Bodemsanering 5. Landelijk Gebied
7.266
7.171
7.076
6.982
6.982
6.982
21.484
21.506
21.527
21.697
21.697
21.697
ILG Natura 2000-beheerplannen (Rijk) 2007 t/m 2012
582
579
579
579
579
579
SGB Wadlopen 6. Economie, toerisme en recreatie
706 36
706 36
706 36
706 36
706 36
706 36
Duurzame Energie Elektrisch Voortbewegen
116
116
116
116
116
116
Economische gevolgen MKZ crisis cofin LNV Topattractie Subs Toerisme Natuurlijk STINAF 7. Sociaal beleid en zorg
182 448
182 448
182 448
182 448
182 448
182 448
Jeugdhulpverlening
0
0
0
0
0
0
12
12
12
12
12
12
Besluit locatiegebonden subsidies Integrale Stedelijke Vernieuwing Investeringsbudg Stedelijke Vernieuwing ISV III
599 15.966
599 16.445
599 17.043
599 17.642
599 18.241
599 18.839
4.620
4.620
4.620
4.620
4.620
4.620
Leader Technische Hulp Plattelansprojecten Mooi Nederland Gemeente Leeuwarden
116 7
116 7
116 7
116 7
116 7
116 7
Mooi Nederland Rijk Projecten volkshuisvesting
28 86
28 86
28 86
28 86
28 86
28 86
RCW SCW Secretariaat Stuurgroep Waddenprovincies
98
70
70
70
70
70
72
72
72
72
72
72
30 1.632
24 1.681
24 1.742
24 1.803
24 1.864
24 1.925
Totaal overlopende passiva
156.718
148.235
148.842
149.598
150.285
150.972
Totaal reserves en voorzieningen en OP
324.214
277.203
256.555
249.657
236.930
240.141
Programma Talinten praktijktest Alcoholslot 9. Ruimte en wonen
SEPH ServicePunt Handhaving Waddenzee Stads en dorpsvernieuwing
257
Vrije Aanwendbare Reserve Op verzoek van de Staten wordt jaarlijks inzicht gegeven in de mutaties in de Vrij aanwendbare reserve in de komende jaren. Hierin worden zowel de stortingen in als de onttrekkingen aan de VAR weergegeven, incl. statenbesluiten op grond waarvan dit is gebeurd. Begroting Begroting Begroting Begroting Begroting 2011 2012 2013 2014 2015
Exploitatie Bedragen x € 1.000 Baten en stortingen in VAR - Storting van dividend NUON voorgaand jaar - 1e Begrotingswijziging 2009 - 7e Begrotingswijziging versnellingsagenda Lasten en onttrekkingen aan VAR - Beschikking over dividend NUON - 2e Bestuursrapportage 2007 - Ombuigingen 2008 - Begroting 2009 Beleidsvoorstellen - Correctie reserve tijdelijke budgetten e - PS 1 Berap 2011: jaarverslag 2010 decembercirculaire e - PS 1 Berap 2011: jaarverslag 2010 persoonlijk ontwikkelbudget e - PS 1 Berap 2011: jaarverslag 2010 duurzame energie e - PS 1 Berap 2011: jaarverslag 2010 bedrijventerreinen Baten - Lasten
258
23.089 1.500 2.300 26.889
17.476 1.500 7.500 26.476
19.347
13.734
16.353
9.185 28.532
13.734
16.353
19.530 666 612 2.549 75 286 1.200
23.089
17.476
19.347
13.734
125
36
23.214 3.262
17.511 11.021
19.347 -5.613
13.734 2.619
600 177 25.695 1.194
Bijlage 6
Overzicht eindige tijdelijke budgetten 2011 In deze bijlage worden de eindige tijdelijke budgetten 2011 weergegeven. Bij elk budget wordt aangegeven waarom dit budget eindig is en of er een verzoek bij de Tweede Bestuursrapportagee 2011 wordt gedaan het tijdelijke budget te verlengen. Omschrijving tijdelijk budget Reden beëindiging Programma 1 Bestuur en Veiligheid Statenverkiezingen Komen één keer in de 4 jaar voor. Het budget wordt eens in de 4 jaar in de Begroting opgenomen. 2011 was een verkiezingsjaar. In 2015 is het budget weer in de Begroting opgenomen. Lobby foar it Frysk Betreft een bijdrage voor het Frysk. Het project is in 2011 beëindigd. Provinciale Staten hebben voor deze statenperiode een nieuw Steatekommitee Frysk benoemd, dat met nadere voorstellen zal komen. Bijdrage VNG-congres Betreft eenmalige bijdrage in 2011, dit vanwege het feit dat het congres in Leeuwarden is gehouden. Fryske Jûn Den Haag In navolging van 2008 is in 2011 opnieuw een Fryske Jûn in Den Haag georganiseerd. Gelet op het succes van beide avonden is gebleken dat dit een goede formule is. Dit tijdelijke budget is opgegaan in het nieuwe tijdelijke budget voor het intensiveren van lobbyactiviteiten. Project versterking Deze beide tijdelijke budgetten zijn samengevoegd en worden vanaf 2012 bestuurskracht gemeenten voortgezet in het nieuwe beleidsvoorstel voor Lokaal Bestuurlijke Inrichting/Bestuurskwaliteit Procesarchitect Programma 2 Verkeer en Vervoer Stimuleren fietsverkeer Decentralisatie uitkering RSP Categorie A budget: Betreft de middelen RSP vanuit Provinciefonds ontvangen voor concrete infraprojecten. Jaarlijkse mutaties betreffen ophoging provinciefonds en aanwending voor infraprojecten. Dit loopt door t/m 2020. Bedrag wat nu in de jaarschijf 2011 staat wordt naar verwachting dit jaar aangewend voor investeringen projecten westelijke invalsweg, Haak Leeuwarden en Drachtsterweg e.o. Indien blijkt dat de uitgaven vertragen dan schuift het restant door naar volgend jaar. PVVVP achterstallig onderhoud Werken in 2011 gereed. Verdieping provinciale vaarwegen Werken in 2011 gereed. Quick wins binnenhavens Werk in 2011 gereed. Programma 4 Milieu Leren voor duurzame Rijksbudget;wordt in 2011 afgerekend ontwikkeling Geurmetingen Budget is destijds beschikbaar gesteld voor een inhaalslag op dit gebied.. Mochten er in de toekomst nog metingen nodig zijn dan worden die uit reguliere budgetten van programma 4 gedekt. Wabo Bedrag is m.i.v. 2011 structureel in de Begroting opgenomen. Vergunningverlening REC De verwachting was dat de juridische procedures t.b.v. de vergunningverlening REC in 2011 zouden worden afgerond. Mogelijk wordt dit nu 2012. Dit is nog onzeker Decentralisatie-uitkering Voor 2011 incidenteel geraamd. Dit wordt m.i.v. 2012 structureel geregeld luchthavens via een decentralisatie-uitkering uit het Provinciefonds. e Invoering WABO en RUD Bij de 2 Berap 2011 zal een voorstel worden gedaan om het tijdelijk
259
Omschrijving tijdelijk budget
Programma 5 Landelijk Gebied Mooi Friesland, investeren in mooi landschap
Budgetsubsidie It Fryske Gea: continuering extra bijdrage
Reden beëindiging budget 2011 deels door te schuiven naar 2012 voor het onderdeel WABO Budget is deels ook bestemd voor dekking van de kosten voortvloeiende uit de regievorming van de RUD/FUMO.De regievorming loopt door tot 1 januari 2013 (streefdatum).Het IPO heeft voor dit doel een bedrag van € 140.000 beschikbaar gesteld, dat ingezet kan worden om de kosten voor 2012 te dekken Eenmalige subsidie aan de St. Landschapsfonds Oranjewoud-Ketlik van max. € 1.250.000.De subsidie dient voor de uitvoering van de in de businessplan en dienstenbundel beschreven werkzaamheden. Voor € 187.500 van dit bedrag geldt dat dit wordt beschikt onder de opschortende voorwaarde dat de resultaten van de evaluatie van de pilot in 2013 positief uitvallen en onder voorbehoud van goedkeuring door provinciale Staten Het betreft hier een eenmalige subsidie aan It Fryske Gea die a.g.v. de definitieve afrekening over het dienstjaar 2008 nog aan deze instelling moest worden uitbetaald.
Natuurbeschermingswet Onderzoek alternatieve Een nader onderzoek naar alternatieve zoutwinning is niet meer nodig. zoutwinning Waddenzee Economische gevolgen MKZ Alle MKZ-subsidies zijn afgerekend crisis Landbouwvalley Projecten in dit kader zijn afgerond. e Programma innovatieve Bij de 2 Berap 2011 zal een voorstel worden gedaan om het tijdelijk budagrisector Fryslan get 2011 deels door te schuiven naar 2012 Verlenging waddenkas Programma 6 Economie Toerisme en Recreatie Toerdata Noord Eindigt per 2011. Gaat in 2012 verder in een andere constructie via een gezamenlijke opdracht provincie Friesland, Drenthe en Groningen. Fryske Fiersichten In 2010 afgerond conform jaarverslag en brief 14 december 2010 ‘Fryske Fiersichten: fierder en ofslute’. Ondersteuning bestuurscie EZ en Vervolg t/m juni 2013, zie brief aan Staten (n.a.v. structuurdiscussie SNN). secretariaat NAO Werkbudget Kompas Looptijd t/m 2013, het betreft middelen ten behoeve van de kosten accountantsverklaringen. Revitalisering bedijfsterreinen Project is afgerond, wacht op financiële afrekening Verbreding techniek in het Project is afgerond, wacht op financiële afrekening basisonderwijs Programma 7 Sociaal beleid en zorg Decentralisatie uitkering Beleid voor emancipatie is afgerond. Emancipatie beleid Pilot farmacierobot Pilot is gerealiseerd. Pilot gezinscoaches Pilot is afgerond. Huis van de jongeren Krijgt vervolg bij uitvoering beleid voor Jeugdzorg. Woodbrookers Project is afgerond. Medisch kinderdagverblijf Project is afgerond. Dokkum Programma 8 Kultuer, Taal en Underwiis Doelonderzoek streekarchivaris Undersyk is klear. HBO/WO lectoraten Krijt ferfolch by UCF. kennishotspots VMBO/MBO regionale Projekt is ôfrûn. arrangementen ICT en Frysk Krijt ferfolch by útfiering taal en ûnderwiis belied.
260
Omschrijving tijdelijk budget Fryske skreaune media Topkunst Ferbouwing Frysk Skipfeartmuseum Froerks
Reden beëindiging Sil foar part struktureel útfierd wurde mei yngong fan 2012. Ferfolch wurdt ôfweage by nije útfieringsprogramma foar kultuer. Nije part fan ‘t Skipfeartmuseum is yn septimber fan 2011 tagonklik foar it publyk. Is as projekt ôfrûn. Sil mei yngong fan 2012 de jongereinstjoerder wurde fan Omrop Fryslân, dêr finansjeel en organisatoarysk ûnderbrocht wurde, mar syn ûnôfhinklike posysje behâlde.
Programma 9 Ruimte en Wonen Herstructurering Het gaat hier om de provinciale bijdrage voor de uitvoering van het aanbedrijventerreinen valsplan herstructurering bedrijventerreinen, waarbij vooralsnog alleen voor 2011 € 177.000 in de Begroting is opgenomen. Programma 10 Algemene dekkingsmiddelen Bijdrage rijksagenda Laatste jaar dat de provincies een bijdrage moesten leveren aan de Rijksbegroting Realisatie informatiebeleid d.m.v. Het betreft een tijdelijk budget voor een onderdeel van het uitvoeren van bouwstenen het informatiebeleidsplan. Dit onderdeel is beëindigd. De andere onderdelen zijn ondergebracht bij het Informatiebeleidsplan. Verbeterslag provinciale brieven Betreft een tijdelijk budget om een verbeterslag te maken. Het project is en formulieren beëindigd en het vervolg hierop is ondergebracht bij het reguliere budget Vorming en Opleidingen van het personeel. Decentralisatie uitkering RSP Categorie A budget: loopt door t/m 2020, jaarlijks mutatie vanuit Provinciefonds en mutatie vanuit beschikking aan projecten, restanten enig jaar (inherent aan systematiek) worden doorgeschoven naar volgend jaar. Nu is vooralsnog alleen voor 2011 een rijksbijdrage ontvangen. e Huisvesting Fryske Akademy Bij de 2 Berap 2011 zal een voorstel worden gedaan om het tijdelijk budget 2011 door te schuiven naar 2013. Decentralisatie uitkering Elektrisch varen
261
262
Bijlage 7
Raming van het EMU-saldo Hier wordt aangegeven wat het aandeel is van de provincie Fryslân in het landelijke EMU-saldo. Raming EMU-saldo Bedragen x € 1.000 1 Resultaat voor bestemming 2 Afschrijvingen ten laste van exploitatie 3 Bruto toevoegingen aan voorz. + OP 4 Uitgaven te activeren investeringen 5 Bijdragen derden op investeringen 6a Verkoopopbrengst desinvesteringen 6b Boekwinst verkoopopbrengsten 7 Uitgaven aankoop grond 8a Verkoopopbrengsten uit grond 8b Boekwinst op grondverkopen 9 Betalingen ten laste van voorz. + OP 10 Betalingen, die niet via resultaat voor bestemming lopen 11a Gaat u deelnemingen verkopen? 11b Boekwinst bij verkoop deelnemingen Raming EMU-saldo
Mutatie + + + + + + -
2011 -51.618 4.878 160.251 124.789 94.210
2012 -21.385 5.828 137.937 196.995 110.955
2013 -7.550 6.846 136.057 238.358 123.514
2014 15.060 10.490 99.712 258.426 137.419
2015 32.398 11.946 99.121 222.523 112.566
15.850 18.533
10.000
8.000
8.000
5.500
161.471
139.066
137.187
100.841
100.401
-75.856
-92.726
-108.678
-88.586
-61.393
-
Het resultaat voor bestemming (d.w.z. voor toevoegingen en onttrekkingen aan reserves) sluit aan op het resultaat voor bestemming zoals opgenomen in onderdeel 3.4 van de financiële begroting. Op dit resultaat is een tweetal correcties aangebracht. Ten eerste wordt er jaarlijks een aanzienlijk bedrag van de begrote tijdelijke budgetten doorgeschoven. Wij houden rekening met een vertraging in de besteding van de tijdelijke budgetten van 20%. Verder is voor elk jaar toegevoegd het begrotingssaldo zoals aangegeven in onderdeel 3.2 van de financiële begroting. Voorts worden investeringsuitgaven doorgeschoven. Dit wordt vooral veroorzaakt doordat bij grote (infrastructurele) projecten door procedures en dergelijke vertragingen optreden. Uitgegaan is van de huidige inzichten waarbij per project een inschatting is gemaakt. Het geraamde EMU-saldo in de komende jaren overschrijdt de in 2004 voor de provincie vastgestelde EMU-referentiewaarde van € 25,7 miljoen fors. Afgezien van bovengenoemde onzekerheden blijft een overschrijding van de referentiewaarde een gegeven. Dit is inherent aan het ambitieuze investeringsprogramma. Het betreft hier zowel de uitvoering van grootschalige infrastructurele werken (bijvoorbeeld Centrale As, N381) alsmede projecten in het kader van het gesloten convenant met het Rijk met betrekking tot het Regio Specifiek Pakket. De ontvangsten van de verkoop aandelen NUON kunnen gezien worden als compensatie van dit sterk stijgende EMU-saldo. In theorie kan de Minister van Financiën op grond van de wijziging van de Wet Fido een eventuele Europese EMU-boete proportioneel doorbelasten aan mede veroorzakende lagere overheden.
263
264
Bijlage 8
Aan arbeidskosten gerelateerde verplichtingen Voor verplichtingen die aan jaarlijks terugkerende arbeidskosten van een vergelijkbaar volume zijn verbonden schrijft het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) voor, dat een structurele begrotingspost wordt opgenomen. Dit heeft erin geresulteerd, dat voor de volgende verplichtingen een structurele begrotingspost is opgenomen. Lasten voormalig personeel. De structurele begrotingspost bedraagt € 700.000 en is opgenomen in overzicht 10 algemene dekkingsmiddelen Wachtgelden en reeds ingegane pensioenen Gedeputeerde Staten leden en hun nabestaanden: € 554.000 en opgenomen in programma 1, beleidsveld 1.2 Gedeputeerde Staten. We kennen een voorziening voor wachtgelden voor Statenleden. Deze voorziening is ingesteld als gevolg van de door Provinciale Staten vastgestelde verordening. De voorziening wordt aan het begin van elke zittingsperiode geactualiseerd, tenzij de voorziening tussentijds ontoereikend blijkt. De omvang van de voorziening bedraagt per 31 december 2010 € 325.096. In 2011 is een bedrag van € 295.000 aan de voorziening toegevoegd in verband met de nieuwe zittingsperiode. De omvang van de verhoging is afgeleid van het werkelijke beroep in de afgelopen jaren. Daarnaast is er een voorziening voor waardeoverdracht pensioenen GS leden. Gedeputeerden die na 1 januari 1998 afgetreden zijn, hebben het recht om hun opgebouwde pensioen over te dragen aan een pensioenfonds. Op pensioenoverdrachten kan ook een beroep worden gedaan door gedeputeerden die voor 1 januari 1998 zijn afgetreden. Waardeoverdracht van pensioen is niet meer mogelijk wanneer het pensioen is ingegaan. In 2010 is een berekening gemaakt voor de op handen zijnde overdracht van de pensioenen aan het ABP. De omvang hiervan bedraagt per 31 december 2010 € 6.296.9000. Nadat de pensioenen daadwerkelijk zijn overgedragen zal de structurele post in programma 1 (beleidsveld 1.2) van € 516.000 komen te vervallen.
265
266
267
S T T
T T S T
S T
T
S S S T S
T T T T T T
Programma 2. Verkeer en vervoer Bereikbaarheid Leeuwarden Onderhoudsbaggeren de Lits Bijdrage exploitatie OV i.v.m. duurdere concessies Optimalisatie spoorwegnet
Programma 3. Wetter Waterhuishoudingsplan (basis) Oevers en kaden projecten
Programma 4. Milieu Millenniumprovincie
Programma 5. Lanlik gebiet Landelijk gebied Natuuragenda Landelijk gebied Landschapsagenda Landelijk gebied Landbouwagenda Kavelruil Agenda Leefbaarheid platteland
Programma 6. Economie, Toerisme en Recreatie Cofinanciering Europa en Waddenfonds Agenda Netwerk Noord-Oost Fryslân Digitale agenda (procesgeld) Fan Fryslan Friese Merenproject Fryslan Topattractie
S / T
Programma 1. Bestuur en veiligheid Veteranendag Bestuurskwaliteit Intensivering lobby-activiteiten
Nieuwe voorstellen
(bedragen x € 1.000)
Voorstellen uit Uitvoeringsprogramma 2011-2015
6.2 6.2 6.2
6.1 6.1
5.1 5.2 5.3 5.3 5.4
4.2
3.1
2.2 2.3 2.4 2.4
1.2 1.4 1.5
2012-2016 2012-2017 2012 2012-2014 2014-2016 2012-2016
2012-2013
2012-2018
2016 e.v. 2014-2019
2012-2015 2014-2015
2012-2014 2012-2015
Beleids- Periode veld
270 105
105
1.066 1.500
875
18
3.600
30 50 50
2013
200 270
566
875
18
300 1.000
30 50 50
2012
269 3.630 251
1.871 1.500
3.000
2.500 2.000 500
18
2.000
7.900 500 3.600
30 50 50
2014
4.785 1.302
2.033 2.000
3.000
2.500 2.000 500
18
800
800 500 3.600
50
30
2015
1.023 1.050
500 2.700
3.000
2.500 2.000 500
18
500 800
3.600
30
2016
3.000
3.000
2.500 2.000 500
18
500 800
3.600
30
2017
3.000
2.500 2.000 500
19
500 800
3.600
30
2018
3.000
2.500 2.000 500
500 800
3.600
30
2019
Bijlage 9
6.036 10.700 200 809 9.438 2.813
1.750
124
6.000
1.000
8.700 1.000
150 200
Totaal tijdelijk
268
S S T T T S T T T
S T T T T
S
Programma 8. Cultuur, taal en onderwijs Structureel maken budgetten cultuur/erfgoed Cultuurnota Cultuurketen Drachten Integraal cultuurbeleid Nota Erfgoed Rie foar de Fryske Taal en Kultuer Integraal taalbeleid Mediafonds Trochgeande Learline
Programma 9. Ruimte en wonen WRO-zaken, incl. windenergie Demografische veranderingen / krimp Ruimtelijke kwaliteit Uitvoeringsagenda Streekplan 2008-2010 Herstructurering Woningvoorraad t/m 2015
Bedrijfsvoering Decentralisatie provinciale archieven
Programma 2. Verkeer en vervoer Bezuinigingen Bezuiniging infrastructuurprojecten S
T S S T
Programma 7. Sociaal beleid en zorg Sociaal beleid Jeugdzorg Sport Sport
Bezuinigingsvoorstellen
T T
S / T
Afsluitdijk (procesgeld) Programma Duurzame energie
Nieuwe voorstellen
(bedragen x € 1.000)
2.2
9.2 9.2 9.2 9.2 9.3
8.1 8.1 8.1 8.1 8.2 8.3 8.3 8.3 8.4
7.1 7.2 7.3 7.3
6.3 6.3
2014-2015 2014-2015
2012-2015
2012-2015 2012-2014 2012-2015
2013-2015 2012-2015 2012-2015
2012-2015
2013-2014 2012-2016
Beleids- Periode veld
430
100 500
725 75 136
714 -179
577
547 841 170 168
284
2012
430
100 500
575 577 500 1.302 -179 200 628 125 166
1.947 1.477 170 168
250 362
2013
-9.212
430
100 500 250 450 700
775 577 1.200 1.302 1.080 200 628 150 196
1.647 2.841 170 168
250 985
2014
-10.000
430
100 500 250 450 700
254
775 577 300 1.302 1.080 200 640
1.348 4.141 170 168
1.354
2015
-10.000
430
100
200
775 577
4.141 170
1.562
2016
-10.000
430
100
200
775 577
4.141 170
2017
-10.000
430
100
200
775 577
4.141 170
2018
-10.000
430
100
200
775 577
4.141 170
2019
2.000 500 900 1.400
2.621 350 752
2.000 4.620 1.802
672
5.489 564
500 4.547
Totaal tijdelijk
269
S
S S S
S
S S T
S S S S
S
Programma 4. Milieu Bezuiniging subsidie
Programma 5. Lanlik gebiet Bezuiniging subsidie Bezuiniging subsidie Bezuiniging subsidie
Programma 6. Economie, Toerisme en Recreatie Bezuiniging subsidie
Programma 7. Sociaal beleid en zorg Bezuiniging subsidie sociaal beleid Bezuiniging subsidie Sport Bezuiniging subsidie Sport
Programma 8. Cultuur, taal en onderwijs Bezuiniging subsidie Bezuiniging subsidie Bezuiniging subsidie Bezuiniging subsidie
Programma 10. Algemene dekkingsmiddelen Bezuiniging subsidiebeleid Totaal
S S
S / T
Bezuiniging programma 2 Bezuinigingen OV BDU
Bezuinigingsvoorstellen
(bedragen x € 1.000)
10.7
8.1 8.2 8.3 8.4
7.1 7.3 7.3
6.2
5.1 5.2 5.4
4.4
2.3 2.4
Beleids- Periode veld
2014
-489 -33 -1
-33
-49 -12 -30
-19
-1.000 -1.000
-1.706 -1.906 -6 -6 -207 -207 -53 -53
-489 -33 -1
-33
-49 -12 -30
-19
-2.000 -2.000 -1.000 -1.000
2013
11.138 14.250 32.246
-506 -6 -207 -53
-489 -33 -1
-33
-49 -12 -30
-19
2012
25.849
-1.000
-1.906 -6 -207 -53
-489 -33 -1
-33
-49 -12 -30
-19
-2.000 -1.000
2015
13.371
-1.000
-1.906 -6 -207 -53
-489 -33
-33
-49 -12 -30
-19
-2.000 -1.000
2016
9.538
-1.000
-1.906 -6 -207 -53
-489 -33
-33
-49 -12 -30
-19
-2.000 -1.000
2017
6.541
-1.000
-1.906 -6 -207 -53
-489 -33
-33
-49 -12 -30
-19
-2.000 -1.000
2018
6.524
-1.000
-1.906 -6 -207 -53
-489 -33
-33
-49 -12 -30
-19
-2.000 -1.000
2019
77.633
-4
Totaal tijdelijk
270
Bijlage 10
Gronden waarop de ramingen in deze begroting zijn gebaseerd Gronden van de ramingen Jaar 2010: de cijfers over het jaar 2010 hebben betrekking op de cijfers uit het Jaarverslag 2010 en de Jaarrekening 2010, zoals deze zijn vastgesteld in de Statenvergadering van 23 mei 2011. 2011 en volgende jaren: de voor 2011 en volgende jaren vermelde bedragen zijn inclusief de Besluitvorming van de Staten tot en met 13 juli 2011 en de doorwerking van de begrotingswijzigingen van voorgaande jaren. Daarnaast is het Uitvoeringsprogramma 2011-2015 in de cijfers opgenomen. Richtlijnen Op 19 juli 2011 hebben Gedeputeerde Staten de richtlijnen van de Begroting 2012 als volgt vastgesteld: Onderwerp Loon- en prijsstijging provincie Loon- en prijsstijging gesubsidieerde instellingen Toevoegingen bouwrente aan (lopende) investeringen Toevoegingen interne rente aan reserves/voorzieningen/overlopende passiva Indexering langlopende projecten
2011 0,00% 0,00% 4,50% 3,00%
2012 2,25% 0,00% 4,50% 3,75%
0,00%
0,00%
Toelichting op de richtlijnen Loon- en prijsstijging provincie De laatst afgesloten CAO had een looptijd tot 1 juni 2011. Aangezien er nog geen nieuwe afspraken zijn gemaakt baseren wij de verwachte loonstijging 2012 op het inflatiepercentage zoals opgenomen in de meicirculaire Provinciefonds van 2,25%. Dit percentage wordt tevens gehanteerd voor de prijsstijging goederen en diensten. Loon- en prijsstijgingen gesubsidieerde instellingen In het Uitvoeringsprogramma 2011-2015 is een bezuiniging van 5% opgenomen voor de gesubsidieerde instellingen. Gezien deze bezuiniging zal er geen loon- en prijsstijging worden uitgekeerd in 2012. Overigens zal de bezuiniging op de instellingen ingezet worden ter dekking van de voorstellen in het Uitvoeringsprogramma. Een van de voorstellen is het structureel maken van tijdelijke subsidies aan instellingen. Bij enkele instellingen worden de richtlijnen van de Begroting voor de indexering niet standaard gevolgd aangezien hierover andere afspraken zijn gemaakt. Het betreft de volgende instellingen: - Omrop Fryslân (Rijksindexering) - Fryske Akademy (gemeenschappelijke regeling) - Tresoar (gemeenschappelijke regeling) Bij een aantal instellingen volgt de provinciale begroting de vastgestelde Begroting van de instelling. Het betreft hier de volgende instellingen: - IPO - SNN - Marrekrite - Noordelijke Rekenkamer - Regionaal college waddengebied/wadlopen/servicepunt waddengebied In de Begroting is rekening gehouden met een loon- en prijsstijgingpercentage van 2,25%
271
Externe tarieven 2011 Op 11 oktober 2005 hebben Provinciale Staten voor de externe werkzaamheden nieuwe tariefgroepen met de daarbij behorende tarieven vastgesteld. In 2011 zullen deze externe tarieven worden herijkt. Uitgaande van de richtlijnen voor prijsstijging van lonen en goederen en diensten houden we vooralsnog rekening met een tariefsstijging voor de externe tarieven 2012 van 2,25%. Toevoeging rente aan reserves/voorzieningen/overlopende passiva Voor de toerekening van rente aan de reserves sluiten wij aan bij het gemiddelde rentepercentage van de 10- en 5-jaars fixe lagere overheden zijnde 3,75% Indexering langlopende projecten Bij langlopende projecten is het gebruikelijk om deze te ramen met de prognose einde werk. Voor de onderhanden infrastructuurprojecten heeft begin 2010 een herprioritering plaatsgevonden waarbij een versobering op deze projecten heeft plaatsgevonden. Gezien deze versobering de huidige prognose einde werk gehandhaafd. Algemene uitkering uit Provinciefonds De raming van het Provinciefonds is gebaseerd op de meicirculaire 2011. Hierbij is rekening gehouden met een ‘trap op- trap af effect’ van oplopend -2% in de jaren 2012-2014, dit in verband met de verwachte bezuinigingen op de Rijksbegroting. Opcenten motorrijtuigenbelasting De raming van de opbrengst uit de opcenten motorrijtuigenbelasting is gebaseerd op de realisatie van 2010. De verhoging van 4 punten ter dekking van de aanleg Centrale As vindt plaats in 2014 (2 punten) en 2015 (2 punten). Het indexeringspercentage over de punten bedraagt 1,53% in 2011 (conform septembercirculaire 2009). Voor de jaren erna 2,25% in 2012, 1,96% in 2013, 1,83% in 2014 en 1,72% vanaf 2015 (conform de meicirculaire 2011). Voor de groei wagenpark houden we rekening met 0,2% in 2011 en 2012 en 0% vanaf 2013.
272
273
Periodieke subsidies In de ASV is bepaald dat de provincie op aanvraag aan rechtspersonen een periodieke subsidie kan verstrekken. Een periodieke subsidie is daarbij omschreven als een subsidie die wordt verstrekt voor een periode van één tot maximaal vier jaar, voor activiteiten met een structureel karakter die van jaar tot jaar plaatsvinden of zich uitstrekken over meerdere jaren, te onderscheiden in budgetsubsidies (zie hieronder onder A.) en structurele subsidies (zie B.). Het verschil tussen een budgetsubsidie en een structurele subsidie is, dat een budgetsubsidie een bijdrage is die gerelateerd is aan een bepaald niveau van prestaties of activiteiten zoals beschreven in een productplan (zie de artikelen 1 onder f, 13 en 25 ASV). Een structurele subsidie daarentegen is geen subsidie gerelateerd aan een bepaald niveau van activiteit of prestatie, maar een bijdrage aan het tekort in de exploitatie (zie de artikelen 1 onder g, 13, 25 en 26 ASV). Ook bij een structurele subsidie gaat het om te realiseren activiteiten (hier wordt namelijk in plaats van een productplan een activiteitenplan voorgeschreven), maar de berekeningsgrondslag voor de hoogte van de subsidie is die van een geraamd exploitatietekort als gevolg van te realiseren activiteiten.
Inleiding Subsidiëring behoeft volgens art. 4:23, eerste lid Algemene wet bestuursrecht (Awb) een wettelijke voorschrift dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt. Op de periodieke subsidieverstrekking zijn weliswaar de algemene bepalingen uit hoofdstuk 2 van de Algemene subsidieverordening provincie Fryslân 2006 ASV) van toepassing, maar daarin zijn niet de subsidiabele activiteiten geregeld. Artikel 4:23 derde lid, aanhef en onder c Awb biedt in deze situatie uitkomst. Indien de begroting de subsidieontvanger en het maximale subsidiebedrag vermeldt dan is er voldoende grondslag voor subsidieverstrekking. Daarom zijn in onderhavige subsidiestaat de periodieke subsidies opgenomen. De projectsubsidies, d.w.z. subsidies die eenmalig worden verstrekt voor bepaalde activiteiten (zie hoofdstuk 3 ASV), zijn in de betreffende beleidsprogramma’s geraamd.
Subsidiestaat / overzicht periodieke subsidies
Bijlage 11
274
1
2
4
2
1
5
5
5
6
7
1
1
5
Progr Bel veld 4 4
De werkzaamheden van de functionarissen van de St. Friese Milieufederatie vormen een nuttige aanvulling op de eigen provinciale bemoeienissen met milieuaangelegenheden, mede gelet op de eigen invalshoek van waaruit de stichting deze aangelegenheden benadert. Voorts is het vanuit een oogpunt van subsidiëring gewenst om bij een veelheid van milieu- en natuurbeschermingsorganisaties in de provincie met één centraal adres te maken te hebben. IVN heeft als uiteindelijk doel om kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen in hoofd en hart te raken op belangrijke thema’s rondom duurzaamheid en hen te betrekken bij de transitie naar een meer duurzame samenleving. De vereniging It Fryske Gea heeft als doel de biodiversiteit in Fryslân te behouden, te herstellen en te ontwikkelen, en de (cultuurhistorische) monumenten, die deel uitmaken van een natuurgebied of natuurwaarden bezitten of landschappelijk van belang zijn, te behouden. It Fryske Gea streeft naar natuurbescherming in brede zin. . Zij doet dit ondermeer door het gericht beheren van haar terreinen. Het LBF heeft als oogmerk het behoud en versterking van het Friese landschap in al haar facetten alsmede soortenbescherming. Hiervoor ontvangt LBF jaarlijkse een budgetsubsidie uit de provinciale middelen en een doeluitkering van het rijk via het ILG Bevordering van de leefomstandigheden op het platteland. Het bieden van begeleiding, kadervorming, documentatie, informatie en ondersteuning t.b.v. vrijwilligers, verenigingen, dorpshuizen, plaatselijk belang en gemeenten in Fryslân. De stichting is de provinciale marketing- en promotieorganisatie die met behulp van beroepskrachten het toeristisch bezoek aan Fryslân moet bevorderen. Begeleiding, kadervorming, documentatie, informatie, onderzoek en studie, bemiddeling, ontwikkeling en coördinatie t.b.v. overheden, vrijwilligersorganisaties, plaatselijke en regionale instellingen voor sociaal cultureel werk, jeugd- en jongerenwerk, welzijnswerk en minderheden op het terrein van de
Friese Milieu Federatie
Het betreft hier budgetsubsidies zoals bedoeld in hoofdstuk 2 van de Algemene Subsidieverordening provincie Fryslân
St. Partoer
St. Fryslân Marketing
St. Doarpswurk
St. Landschapsbeheer Friesland
It Fryske Gea
IVN consulentschap Fryslân
Doelstelling
Subsideontvanger
2.578
619
579
236
764
173
Bedrag Begroting 2012 355
Budgetsubsidies zijn periodieke subsidies in de vorm van een budget, waarbij het subsidiebedrag is gerelateerd aan een bepaald niveau van prestaties of activiteiten. Zie Algemene Subsidieverordening provincie Fryslân 2006 artikel 1.f. De in deze subsidiestaat opgevoerde bedragen zijn gebaseerd op de in juli 2011 naar de budgetinstellingen gestuurde vooraankondigingen (procedure in het kader van art. 4:51 Awb) en zijn daarmee nog onder voorbehoud.
A. Budgetsubsidies (bedragen x € 1.000).1
275
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
1
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
7
Progr Bel veld
De instelling stelt zich tot taak de integratie en participatie van doven en slechthorenden te bevorderen.
maatschappelijke dienstverlening, gezondheidszorg, zorg voor verschillende doelgroepen, welzijn, sociale veiligheid en maatschappelijke participatie. De organisatie richt zich op het leveren van een bijdrage aan het realiseren van gelijke rechten, kansen, vrijheden en verantwoordelijkheden voor vrouwen en mannen. De uitvoering van de telefonische dienstverlening (voorheen door Sensoor Fryslân) is met ingang van januari 2010 overgegaan naar St. Partoer. De instelling vervult een platformfunctie t.b.v. uitkeringsgerechtigden en richt zich op belangenbehartiging en participatie van deze doelgroep in de samenleving.
Doelstelling
Het platform is de koepel van ouderverenigingen voor verstandelijke gehandicapten in Friesland en behartigt als cliëntenorganisatie de belangen voor mensen met een verstandelijke handicap. De stichting is een koepelorganisatie van ouderenbonden in Fryslan en richt zich op belangenbehartiging en participatie van ouderen in Fryslan Het maatschappelijke activeringswerk stelt zich ten doel leden van de eigen achterban te activeren om maatschappelijk activeringswerk op diverse plaatsen in de samenleving te verrichten. Humanitas district Noord Het maatschappelijke activeringswerk stelt zich ten doel leden van de eigen achterban te activeren om maatschappelijk activeringswerk op diverse plaatsen in de samenleving te verrichten. COC Friesland De instelling richt zich op de emancipatie van homoseksuelen (homo’s, lesbiennes, biseksuelen en transseksuelen) in Fryslân. Centrum Tumba 1) Het leidende beginsel in het werk van deze instelling is het actief uitdragen van wereldburgerschap. Wezenlijk hiervoor is dat daarin mensenrechten mondiaal – hier en elders - centraal staan. Het wereldburgerschap heeft als uitgangspunt dat een mens niet alleen deel uitmaakt van zijn eigen gemeenschap, maar ook van een internationale, morele gemeenschap. 2) Het Meldpunt Discriminatie Tumba houdt zich bezig met het voorkomen, signaleren en bestrijden van discriminatie in de breedste zin des woords. Protestants Het maatschappelijke activeringswerk stelt zich ten doel leden van de eigen achterban te activeren om Dienstencentrum Fryslân maatschappelijk activeringswerk op diverse plaatsen in de samenleving te verrichten. Zorgbelang Fryslân Het platform behartigt de belangen van patiënten/ consumenten/cliënten/burgers op het terrein van gezondheidzorg, zorg en welzijn en verricht daarnaast ondersteunende en coördinerende werkzaamheden voor de lidorganisaties.
Fries Samenwerkingsverband Uitkeringsgerechtigden Fries Centrum voor Doven en Slechthorenden (FCDS) FCDS heeft sinds medio 2011 een nieuwe naam: Hoor Friesland VG-Belangen Platform Fryslân St. Friese Ouderenbonden Solidair Friesland
St. Partoer
Subsideontvanger
311
9
109
50
4
5
25
6
152
176
168
Bedrag Begroting 2012
276
1 1
1
1
1
1
1
8 8
8
8
8
8
8
3
7
1 1 1 1
3
7
8 8 8 8
3
7
3
3
7
7
3
7
Progr Bel veld 7 3
St. De Kanselarij
St. Het Fries Museum
Natuurmuseum Fryslân
’n Meeuw St. Keunstwurk Frysk Jeugdorkest Centrum voor Film in Friesland Frysk Skipfeartmuseum
Topsport steunpunt noord Oerol Festival De Citadel jeugdtheater Teaterselskip Tryater St. Keunstwurk
Frysk Ljeppersboun
Dambûn Fryskspul
Breed kultureel festival op Skylge. Subsydzje Noardlik jeugdteaterselskip te Grins mei útfierings yn Fryslân. Befoardering fan it jeugdteater troch subsydzje oan in twa talich selskip. Ondersteunen van instellingen en samenwerkingsverbanden in de kunstensector en het bemiddelen tussen kunst en publiek. Naast de structurele subsidie krijgt men ook een tijdelijke bijdrage voor de Boun Frysk Toaniel, Dance Explosion en de Kommisje Dûns. Kwalitatief hoogwaardige scholing aan jong theatertalent uit Fryslân (12-18 jaar). De subsidie is bedoeld voor ondersteuning van beoefening symfonische muziek door jeugd in Friesland. Deze subsidie wordt door Keunstwurk uitbetaald. De subsidie is bestemd voor het steunpunt film en voor filmvertoningen van algemeen provinciaal belang, incl. Filmfestival. It Frysk Skipfeartmuseum levert in wezenlike bydrage fan provinsjaal belang ta fermeardering fan de kennis oer de histoary fan de Fryske Skipfeart en saken dy't dêr anneks mei binne. Het museum levert een wezenlijke bijdrage aan de vermeerdering van de kennis van de natuur. Het werkgebied van het museum omvat de gehele provincie Friesland. It Frysk Museum is it sintrale kultuerhistoarysk museum foar de hiele provinsje en levert as sadanich in wezenlike bydrage ta fermeardering fan de kennis dy't foar it ferline tige wichtich is. Het beheer en de verbouw van het onroerend goed van het Fries Museum is ondergebracht in een
Verhogen deelname aan het skûtsjesilen (door jongeren) en bevordering bekendheid van het skûtsjesilen in het algemeen. Verhogen deelname aan het Frysk damjen (door jongeren) en bevordering bekendheid van het Frysk damjen in het algemeen. Verhogen deelname aan het fierljeppen (door jongeren) en bevordering bekendheid van het fierljeppen in het algemeen. Individuele en collectieve begeleiding en ondersteuning van Friese sporttalenten.
De provincie verleent een bijdrage in de organisatiekosten van de Sneekweek
Bevordering van de algemene belangen van de sport en de lichamelijke opvoeding in Fyslân. Het bieden van begeleiding, kadervorming, documentatie, informatie en ondersteuning t.b.v. sportbonden en - verenigingen, gemeenten, onderwijs, instellingen en bedrijven in Fryslân, inclusief aangepast sporten. Een bijdrage in de kosten van de aanmaak van kaatsballen en een bijdrage in de apparaatskosten van het bondsbureau
St. Sport Friesland
Friese Sporten: Koninklijke Nederlandse Kaats Bond Friese sporten Watersportvereniging Sneek ( Sneekweek) St. Foar de neiteam
Doelstelling
Subsideontvanger
217
2.489
649
285
73
81 15
29 31 151 1.390
25
6
6
6
5
43
Bedrag Begroting 2012 568
277
3
3
3
3
3
3
8
8
8
8
8
1 1 2
8 8 8
8
1 1
8 8
2 2 2
1 1
8 8
8 8 8
1
8
Progr Bel veld
Doelstelling
It Frysk Amateur Toaniel
St. Utjouwerij Frysk Toaniel (STUFT) Europeesk buro foar lytse talen (EBLT) Ried fan de Fryske Beweging Fryske Rie
Tresoar
Anna Blamanhuis St. Friesland Pop St. Monumentenwacht Friesland St. De Fryske Mole St. Alde Fryske Tsjerken St. Steunpunt Monumentenzorg Fryslân
Frysk Lânbou Museum
De Fryske Rie underhâldt kontakten tusken Fryslân en Noard- en East Fryslân yn Dutslân. De Fryske Rie organisearet utwisselings en befoardert dermei ynterfryske kontakten. Aktiviteiten op it mêd fan it Fryske Amateurtoaniel.
It yn libben gebrûk halde fan de autochtoane lytse talen mei de derby hearrende kultueren yn de Europeeske Mienskip. It bewarjen fan de identiteit fan it Fryske folk en it befoarderjen fan de bloei fan syn taal en kultuer.
Beheer en behoud van de bij de stichting in bezit zijnde monumentale molens. Beheer en behoud van de bij de stichting in bezit zijnde monumentale kerken. Het Steunpunt verricht onbetaalde dienstverlening voor particulieren en gemeenten op het gebied van monumentenzorg, bewustwording en kennisvergroting op het gebied van cultuurhistorie, ondersteuning particulier initiatief en bevordering ruimtelijke kwaliteit. Daarnaast biedt het Steunpunt een platformfunctie om wettelijke adviezen op het terrein van monumenten en cultuurhistorie op elkaar af te stemmen. Het Steunpunt verzorgt het secretariaat van het Platform Fryske Monuminte-organisaasjes en verleent secretariële ondersteuning aan de stichtingen die geen eigen personeel bezitten. De rijkstaak voor het Steunpunt is per 1-1-2009 gedecentraliseerd naar de provincie. De rijksbijdrage is opgenomen in het provinciefonds. Beheer en behoud en op actieve wijze toegankelijk maken van het Friese culturele erfgoed en de Friese literatuur. Fersterking fan it Frysk troch de utjefte fan Frysktalige toanieltekstboekjes.
De instelling is een bibliotheek, informatiecentrum en archief over homoseksualiteit. Nieuwe programma’s op het terrein van talentontwikkeling en de ontwikkeling van de popinfrastructuur. Inspectie van de bij de Monumentenwacht aangesloten monumenten.
aparte stichting, die daarvoor van provinciewege wordt gesubsidieerd. Het museum levert een wezenlijke bijdrage aan de vermeerdering van kennis over een typisch Friese bedrijfstak: de landbouw. Museumfederatie Fryslân De instelling levert ondersteuning aan de kleine musea en oudheidskamers. St. Bevrijdingsfestival Het festival richt zich op bewustwording m.b.t. mensenrechten en de multiculturele samenleving. Fryslân Omrop Fryslân Regionale radio en televisie. Bibliotheekservice Dit betreft een subsidie voor de Centrale Bibliotheekdienst. Doel is het leenverkeer van Friestalige Fryslân boeken te bevorderen. De dekking vindt plaats uit de rijksbijdrage voor de bevordering van de Friese taal en cultuur.
Subsideontvanger
9
4
18
13
16
2.959
114 188 158
25 64 250
9.617 3.289
128 6
180
Bedrag Begroting 2012
278
3
3
3
3
3
3
3 3 3
4
3
3
8
8
8
8
8
8
8 8 8
8
9
9
Totaal
3
8
Progr Bel veld
Prov. VAC Woningbouw Friesland Groepswonen voor ouderen
Frysk Literêr Tydskrift “De Moanne” St. Hispel Frysk Literêr Tydskrift “Hjir” Cedin Frysk Bernetydskrift “Switsj” Cedin Frysk Jongereintydskrift “LinKk” St. It Fryske Boek St.It Skriuwersboun Cedin Fryske skoalleradio en TV Fryske Akademy
St. Ons Bildt
St. Stellingwarver Schrieversronte
Algemiene Fryske Underrjocht Kommisje (AFUK)
(IFAT)
Subsideontvanger
a. Stifting, dy't har taleit op it wittenskiplik ûndersyk en ûnderwiis yn en oangeande Fryslân en syn mienskip, skiednis, taal en kultuer. b. Bydrage ûnderwiiskundige taak F.A. oan de Universiteit fan Amsterdam. Provinciale VrouwenAdviesCommissie richt zich op het vergroten van de woon-deskundigheid v.d. circa 22 plaatselijke VAC's. De contactgroep Friesland informeert ouderen over verschillende vormen van groepswonen die het langer zelfstandig wonen kunnen bevorderen.
Befoarderjen fan it lêzen yn de Fryske taal troch promoasje en sprieding fan it Fryske boek. It besterkjen fan de Fryske literatuer en kultuer De programma's fan de Fryske skoalle- radio en televyzje stypje it Frysk yn it basisûnderwiis.
Befoarderjen fan Fryske taal ûnder jongerein.
Befoarderjen fan Fryske taal ûnder bern.
Befoarderjen fan Fryske literatuer en kultuer.
It stypjen fan aktiviteiten yn de folwoeksene-edukaasje wat de Fryske taal oanbelanget. It giet hjir om it trochbeteljen fan it bedrach dat hjirfoar yn de Rykspost foar it fuortsterkjen fan de Fryske taal en kultuer opnommen is. Draachflak ferbreedzjen/ fersterkjen fan de Fryske taal yn alle sektoren fan it maatskippelik libben. Ynformaasje foarsjenning en algemiene promoasje fan 'e Fryske taal. It yn stân hâlden en befoarderjen fan de Stellingwarver taal en kultuer. It dwaan fan: a. taalûndersyk b. taalkundich ûndersyk. De stifting stelt him ta doel it Bildtsk as libbene streektaal en it Bildtsk eigene te hanthavenjen en te befoarderjen. Befoarderjen fan Fryske literatuer en kultuer.
Doelstelling
31.261
2
3
998
176 3 130
15
15
9
7
2
44
428
Bedrag Begroting 2012
279
2
5
4
5
6
1
1
1
2
2
4
5
6
Doelstelling
Betreft de Friese bijdrage aan de gemeenschappelijke Noordelijke Rekenkamer. Betreft een gemeenschappelijke regeling op grond waarvan de provincie jaarlijks aan de Bestuursacademie een bijdrage betaald. Betreft een gemeenschappelijke regeling ten behoeve van de gezamenlijke belangenbehartiging van provincies ten aanzien van algemene overheidsaangelegenheden waarvoor een bijdrage aan het IPO wordt betaald. Samenwerkingsverba Betreft een gemeenschappelijke regeling ten behoeve van de behartiging van de economische nd Noord Nederland belangen van de drie noordelijke provincies waarvoor een bijdrage aan SNN wordt betaald. Nationale De Nationale ombudsman heeft tot doel de burger te beschermen tegen onbehoorlijk Ombudsman overheidsoptreden. ROCOV Regionaal ROCOV Fryslân komt op voor de belangen van de reizigers in het openbaar vervoer in Fryslân. Iedere Overleg Consumenten provincie in Nederland heeft een ROCOV. De basis voor deze overleg- en adviestaak is vastgelegd in Openbaar Vervoer de Wet Personenvervoer 2000. Het werk van ROCOV Fryslân bestaat uit het voeren van overleg met de provincie en met de vervoerbedrijven en het geven van adviezen aan deze partijen over allerlei kwaliteitsaspecten van het openbaar vervoer in Fryslân. ROCOV Fryslân is een onafhankelijke stichting. In deze stichting zijn de volgende belangenorganisaties vertegenwoordigd: ROVER Fryslân, Stichting Friese Ouderenbonden (SFO), vrouwenorganisaties, gehandicaptenorganisatie (Ango) en de kleine Friese dorpen (Doarpswurk). De stichting wordt gerund door vrijwilligers. Fietsersbond De bond heeft als doelstelling het bevorderen van die vormen van vervoer die veilig zijn en het milieu sparen (het ijveren voor meer fietsmogelijkheden, mogelijkheden voor voetgangers en openbaar vervoer). Het is mede een provinciaal belang de bond (afdeling Friesland) in zijn hierop gerichte werkzaamheden te steunen. Landelijk Meldpunt Op basis van het AmvB melden en rapporteren de provincies afvaltransporten. Ook het Ministerie van Afvalstoffen (LMA) VROM heeft hierbij een taak. Voor de uitvoering hiervan is gezamenlijk een ICT - systeem gebouwd. Over de uitvoering van deze taken en de financiering hebben VROM en IPO afspraken gemaakt. Wytstirns It Fryske Natuurbeschermingswet Friese IJsselmeerkust. De bijdrage is bestemd voor bebording, bebakening, Gea voorlichting, toezicht en exploitatie van een schip. Het toezicht wordt uitgevoerd door it Fryske Gea. Participatie NOM De reden van participatie sinds de jaren
Rekenkamer Bestuursacademie Noord-Nederland Inter Provinciaal Overleg
Subsidieontvanger
Het betreft hier structurele subsidies zoals bedoeld in hoofdstuk 2 van de Algemene Subsidieverordening provincie Fryslân.
5
1
2
5
1
Progr Bel veld 1 1 1 5
178
105
222
2
37
6
582
644
Bedrag Begroting 2012 265 9
Een structurele subsidie is een periodieke subsidie in de vorm van een bijdrage in het tekort in de exploitatie van activiteiten van de aanvrager, niet zijnde investeringen. Zie Algemene Subsidieverordening provincie Fryslân 2006 artikel 1.g.
B. Structurele subsidies (bedragen x € 1.000):
280
2
8
Totaal
2
6
Progr Bel veld
Bijdrage recreatieschap “De Marrekrite Centraal Noordelijk Archeologisch Depot
Subsidieontvanger
negentig is terug te voeren op afspraken die met het Rijk en de drie noordelijke provincies zijn gemaakt over de economische ontwikkeling van Noord-Nederland. Het publieke belang dat Fryslân met haar participatie in de NOM beoogt is het bevorderen van de concurrentiepositie van Noord-Nederland en daarbinnen van Fryslân. Het betreft hier een gemeenschappelijke regeling tussen de provincie en 20 gemeenten ter behartiging van de belangen van de watersport en van andere vormen van recreatie op en aan het water in de provincie Fryslân. Uitvoeren en optimaliseren van archeologische depotfunctie (interprovinciaal depot te Nuis).
Doelstelling
2.811
141
620
Bedrag Begroting 2012
281
Doel van dit document: De begroting 2012 bevat het door de provincie Fryslân in 2012 te voeren beleid en de ramingen van baten en lasten die hiermee gemoeid zijn.
282