PurSang 3|2011
Magazine van Van Lanschot Bankiers
Rijkdom Kader Abdolah over kunst, wetenschap en geld
Perfectie volgens Alfa Ronde tafel over obligaties 25 jaar PAN: strenge eisen
Privé reizen geheel conform uw eigen wensen
•
KENIA
•
TA N Z A N I A
•
OEGANDA
•
SEYCHELLEN
•
MAURITIUS
•
MADAGASKAR
•
MOZAMBIQUE
•
ZAMBIA
•
BOTSWANA
•
NAMIBIË
•
ZUID -AFRIKA
Dé Afrika specialist
Bij Jambo Safari Club zijn de mogelijkheden eindeloos! Vraag de gratis 252 pagina’s tellende brochure aan op www.jambo.nl tel.: 020-2012740 | e-mail:
[email protected] | www.jambo.nl
EvEry rolEx is madE for grE atnEss. thE day-datE, introducEd in
1956, was thE first watch to displ ay thE datE, as wEll as thE day in its EntirEty. a powErful ExprEssion of ElEgancE and stylE, its cl assic dEsign quickly bEcamE a favouritE among world lEadErs.
the day-date
VOORWOORD
Mark Buitenhuis Voorzitter directie Private & Business Banking 06 20 60 82 76
Rijkdom ‘Geld is goed, hoe meer hoe beter. Maar geld op zich is geen rijkdom. Kennis, wetenschap en kunst zijn rijkdom.’ Deze woorden zijn van de bekende schrijver Kader Abdolah. In deze PurSang leest u meer over zijn bijzondere visie op rijkdom. U kent PurSang inmiddels als een tijdschrift dat niet oppervlakkig over de materie vliegt, maar af en toe dieper durft te graven. Het begrip rijkdom komt u in deze editie van PurSang veelvuldig tegen, in uiteenlopende verschijningsvormen. Met bijvoorbeeld artikelen over de rijkdom van het ondernemerschap, de uitzonderlijke golfprestaties van Christel Boeljon en rijkgeschakeerde columns geven we invulling aan deze thematiek. Verder in deze PurSang veel aandacht voor kunst, als voeding voor uw geestelijke rijkdom. Wat u onder rijkdom verstaat, is en blijft heel persoonlijk. Ik hoop u met dit rijkgevulde magazine een aantal interessante varianten daarvan te presenteren.
Mark Buitenhuis
PurSang 3|2011 5
PurSang is het relatiemagazine van Van Lanschot Bankiers en verschijnt periodiek. U kunt PurSang ook online bekijken op www.vanlanschot.nl/pursang.
Uw mening telt Uw mening is cruciaal voor ons. Daarom zijn wij benieuwd naar uw reactie op PurSang en nodigen u van harte uit om uw opinie kenbaar te maken. U kunt uw reactie mailen naar
[email protected].
Heel jong in de wereld van luxe jachten
10
Adreswijziging/afmelden Indien uw adres is gewijzigd of u geen prijs meer stelt op het ontvangen van PurSang, kunt u dit doorgeven aan uw contactpersoon. ISSN: 1878-9110 Jaargang 3, nummer 3 September 2011 Van Lanschot Bankiers T.a.v. Redactie PurSang Postbus 1021 5200 HC ‘s-Hertogenbosch Internet: www.vanlanschot.nl/pursang E-mail:
[email protected] Hoofdredactie: Jeroen Rovers, Rowena van Limpt Eindredactie: Bram Donkers (Barnyard Publishers) Redactie: Hans Schmitz, John Smulders, Lucien Claessens, Regina van Hoof, Mark Rab, Harm Theuns
Uitgever: Dirk Jasper Coördinatie: Hans Felix Art director: Frans Mooren Redactiestaf: Egbert Jan Riethof Studio: Marcel Boshuizen, Peter Schlumpf, Maarten Uilenbroek, Jethro Jefferson Basisvormgeving: Mountain Design
Deze uitgave is milieuvriendelijk en CO2-neutraal geproduceerd, gebruikmakend van 100% plantaardige inkten en FSC-papier. Drukwerk: Daneels Grafische Groep CO2-neutraal verstuurd met
www.vanlanschot.nl/pursang
Beleggingsstrategie Geen nieuwe recessie, wel lagere groei
26 Alfa bier Limburgs trots grenst aan perfectie
30 Grondstoffen Beleggen in landbouwproducten biedt perspectief
34 Cor de Rover Architect van motorjachten
42
INHOUDSOPGAVE
PurSang 3|2011 7
Coverstory: Kader Abdolah Geestelijk rijk In de digitale versie van PurSang vindt u videomateriaal van deze beroemde auteur. Zie www.vanlanschot.nl/ pursang
22 En verder:
8 Samenwerken brengt rijkdom 12 25 jaar PAN 16 Nieuw beleggingsportal 20 Van Lanschot Lecture 33 Bestemming Rotterdam
Christel Boeljon Aanstormend topgolfster
36 Vermogensbeheer
46
38 Wijncolumn 43 Column DGA 44 Moderne kunst in De Pont 50 Financiële planning 52 Wat vinden we van obligaties? 57 Indrukwekkend aandeel: ASMI
Meet the manager De onbekende wereld van de smallcaps
58
60 Beleggingsfondsen 63 Kunst 66 Mindstyle 66 Floris Deckers: ‘Een rijk gevoel’ 67 Aanbevolen
8 PurSang 3|2011
IN THE PICTURE
Samenwerken brengt rijkdom Door financiële onheilsberichten krijgt de Europeaan een soort pariagevoel aangepraat. Dat is funest voor de Europese trots en uiteindelijk ook voor het eenheidsgevoel. Door financiële malheur sluiten we onze ogen voor de historische Europese rijkdom, zoals deze Galleria in Milaan. Dit soort pracht en praal delen wij in heel Europa met elkaar, kijk naar Parijs, Londen, Madrid. Of Praag, waarover de Tsjechische oud-president annex schrijver Václav Havel sprak: ‘Tsjechië zal nooit failliet kunnen gaan, want daarvoor is Praag veel te mooi.’ Elk Europees land heeft zijn eigen sfeer en trots. Dat maakt Europa juist zo uniek, maar helaas ook zo complex. Juist nu er financiële tegenwind is, lijkt iedere Europeaan zich vast te bijten in zijn eigen rijkdom, identiteit en politiek. De ware Europese verwevenheid blijkt nog niet zo hecht te zijn en lijkt niet veel verder te reiken dan financieel gewin. Een opmerkelijk aspect aan de Galleriapassage is de zeer korte bouwtijd. Het tot in detail verfraaide bouwwerk werd in een tijdsbestek van een luttele dertig maanden voltooid. Het geheim? Een uitstekende Europese samenwerking. Een kleine 150 jaar geleden konden wij elkaar al prima vinden om problemen op te lossen. Waarom zou dat nu niet kunnen? Galleria Vittorio Emanuele II, Milaan. Fotografie: Rob van Esch
IN THE PICTURE
PurSang 3|2011 9
10 PurSang 3|2011
YOUNG ONES
Heel jong in de mondaine wereld van luxe jachten
‘Steeds een paar stappen zetten en dan weer consolideren’ –Sjoerd de Keizer–
YOUNG ONES
PurSang 3|2011 11
Sjoerd en Niels de Keizer waren 24 en 22 jaar oud, toen ze in 2007 de directie van hun familiebedrijf overnamen. Hun passie voor elektronica voor de jachtbouw leverde A. de Keizer Elektrotechniek BV (AdK) in 2009 de Zaanse ondernemersprijs op. Een kroon op het werk van hun vader en grootvader, maar vooral een aanmoediging voor de jonge generatie die staat te trappelen.
Tekst: Froukje Wattel | Fotografie: Rob Acket
‘Het was helemaal niet de bedoeling dat wij zo jong in de directie zouden komen. Mijn broer en ik gingen wel na onze studie bij een dochteronderneming van AdK werken, maar een directiefunctie was pas tien jaar later gepland. Pa was nog helemaal niet toe aan overdracht.’ Aan het woord is Sjoerd de Keizer (28) algemeen directeur van AdK. ‘Maar toen mijn vader onverwacht overleed in 2007, werd de vraag plotseling actueel. We merkten al snel dat AdK bijzondere producten en mensen te bieden had, met veel toekomstplannen. En het is fantastisch om het werk van je vader te kunnen voortzetten.’
Uitdagend duo Dus bleven ze, Niels als directeur en financiële man en Sjoerd als algemeen directeur. ‘Het begin was wel eens lastig, ik was 24 en Niels 22, jong, enthousiast en graag schoppend tegen de bestaande orde, om ruimte te maken voor creativiteit en nieuwe zienswijzen. Maar intern ging het al snel heel goed, we hebben een geweldig team. Mijn moeder zorgde bovendien voor goede adviseurs. Alles viel mooi op zijn plaats, we ontmoetten de juiste mensen, ook bij Van Lanschot Bankiers, waarmee een andere werkwijze mogelijk werd. Nu gaan we als uitdagend, open duo door het leven. Misschien straks zelfs als trio, als onze jongere zus hier ook komt werken.’ Anton de Keizer (AdK) begon in 1965 op het Amsterdamse Java Eiland met e lektrotechniek voor industrie en scheepsbouw. Toen AdK daar moest wijken voor woningbouw, verhuis de het bedrijf in 1986 naar het Noordzeekanaal in Zaandam, waar AdK nog steeds gevestigd is. ‘Mijn vader kwam in de tachtiger jaren in het bedrijf, dat toen vijftien mede werkers had. Hij wilde groeien en speelde goed in op de veranderende markt.’ Waar grootvader Anton vooral elektrotechnische scheepsinstallaties voor de binnenvaart en de zeevaart maakte, ging vader Johan zich op de opkomende markt van jachten richten.
Concert voor driehonderd man op het achterdek Uitschuifbaar helicopterdek ‘Wij doen eigenlijk alles waar een stekker aan zit, van complexe schakelsystemen tot automatische gordijnsluiters. Elke dag is anders, elk schip ziet er anders uit en we krijgen de meest bijzondere vragen. Zo wilde iemand voor een 86 meter lang jacht een helicopterdek dat uit de neus van het schip kan schuiven. Een andere jachteigenaar wilde in zijn zwembad een tegenstroom die gelijke tred houdt met zijn zwemtempo. Dan ontwerpen wij een speciaal besturingssysteem voor hem. En op dit moment werken we aan een jacht met drie verschillende zwembaden en een echte wijnkelder. Altijd weer leuk en uitdagend.’ Met jachten die een bouwtijd van ongeveer vier jaar hebben, heeft AdK een stevige orderportefeuille. Per jaar lopen er 15 à 20 verschillende projecten op diverse werven in binnen- en buitenland, van Zuid-Frankrijk tot Finland. ‘Ook wij hebben natuurlijk last van zwaar weer gehad. Met onze lange orderportefeuille kunnen we echter goed zien wat er aan komt en wanneer we mensen ergens opnieuw kunnen inzetten. We zijn samen met de werven actief op zoek gegaan naar nieuwe klanten, en met succes. Ons sterke punt is dat we – naast goede elektrotechniek – uitstekend ons proces kunnen integreren in het hele jachtbouw proces. Dat is heel goed voor een werf, want dat scheelt hen veel overheadkosten.’
Eigenwijze co-makers Het leeuwendeel van de business is nu jachtbouw, met daarnaast nog een klein aandeel
binnenvaart, rondvaartboten en reddingboten. ‘Onze positie in het jachtsegment is sterk, we kiezen onze klanten (de werven) strategisch,’ legt Sjoerd uit. ‘We zoeken werven met dezelfde toekomstvisie, creatieve partners voor custom-madeprojecten. Eigenwijze co-makers, net als wijzelf, waarmee je creatief kunt brainstormen. Zodat je samen tot topproducten komt.’ Co-makership is belangrijk voor AdK. ‘Wij gaan niet voor standaardproducten en zien onszelf niet als onderaannemer van een werf, of als leverancier. We werken in een markt waarin Nederland tweede in de wereld is, na Italië. De Italianen zijn het beste in design, maar de Nederlandse kwaliteit is beter, degelijker. Maak maar eens een kast met kabels in een Italiaans jacht open: een wirwar van kabels zonder labels. Dat doen wij veel netter, want dat is veel efficiënter als er onderhoud gepleegd moet worden!’
Internationale koers Uit de tijd van opa Anton, de oprichter, leerden vader Johan en de broers Sjoerd en Niels dat niet groei, maar continuïteit het belangrijkste is voor de onderneming. ‘Steeds een paar stappen zetten en dan weer consolideren,’ zegt Sjoerd. ‘Toch kijken we nu steeds meer naar het buitenland. Daar werken we al, maar de vraag blijft groeien. Dat was voor ons een reden om in 2010 een servicekantoor in Barcelona te openen en wellicht binnenkort ook in Fort Lauderdale in Amerika. We gaan de internationalisering flink aanpakken.’ Daarnaast buigen de broers zich over energiezuinige systemen voor jachten. ‘Dat is moeilijk, het energieverbruik aan boord is gewoon heel hoog. Zeker als een jachteigenaar een concert voor driehonderd man wil kunnen geven op zijn achterdek! Dus die energiebesparing gaat ons nog heel wat creatief denkwerk kosten.’ Over uitdagingen gesproken... _ ________________________________
12 PurSang 3|2011
KUNST
Kunst en antiek met strenge eisen
25 jaar
PAN In het jaar 1987 was Amsterdam culturele hoofdstad van Europa, de stad had de bezoekers qua musea en podiumkunsten betreft veel te bieden. Wat het echter nog miste, was een grote kunst- en antiekbeurs. Zes vooraanstaande Nederlandse kunsthandelaren en antiquairs besloten deze leemte op te vullen. Zij richtten PAN Amsterdam op.
19e eeuwse landschappen op PAN Amsterdam
Tekst: Herbert Jan Hijmersma | Fotografie: Bastiaan van Musscher
PAN staat voor Pictura Antiquairs Nationaal en vormt de tegenhanger van wat toen nog heette Antiquairs International & Fictura Fine Art Fair in Maastricht. Een internationale beurs, nu bekend als de TEFAF. De eerste PAN telde 83 deelnemers en trok een kleine 11.000 bezoekers. Inmiddels ligt het aantal deelnemers ver boven de honderd en in 2010 kwamen er meer dan 46.000 geïnteresseerden naar de RAI. De zes oprichters van de PAN waren het echtpaar Dirven, de heren E. Douwes Sr., J. Stodel, R. Noortman, J. Vecht en C. van der Ven. Een jaar tevoren hadden zij samen al een presentatie gehouden in het Sofitel Den Haag. Zij deden dit kort na de Oude Kunst- en Antiekbeurs in Delft, waaraan zij daarvoor ook zelf deelnamen. De Delftse beurs was de oudste op het vaste land van Europa, begonnen in 1949 en werd gehouden in het Prinsenhof, waar Willem van Oranje op 10 juli 1584 werd doodgeschoten. Een fraai historisch complex met vele zalen en kleinere vertrekken.
Om deel te nemen moest je lid zijn van de VHOK, deze ‘Vereniging van Handelaren in Oude Kunst in Nederland’, is opgericht in 1911. Aan het lidmaatschap van de VHOK werden strenge eisen gesteld. Onder de antiquairs en kunsthandelaren in Nederland bestond een soort hiërarchie. Je begon met lid te worden van het Nederlands Antiquairs Genootschap. Een volgende stap was deelnemen aan de beurs in het Turfschip in Breda – tegenwoordig in de Brabanthallen in ’s-Hertogenbosch. Daar hoopte je op te vallen bij de leden van de VHOK en zo het felbegeerde lidmaatschap te verwerven. Dit gaf de nodige status en opende de weg naar het lidmaatschap van CINOA, de internationale brancheorganisatie.
Modern gemak wint De sfeer in het Prinsenhof tijdens een Oude Kunst- en Antiekbeurs was heel bijzonder te noemen. Het aanbod was van zeer hoog niveau en dat trok ook internationaal de aandacht. Naarmate evenwel het aantal
KUNST
Het moderne gemak won het uiteindelijk van de historische ambiance bezoekers toenam, kwam er meer druk te staan op de infrastructuur van het gebouw. Garderobe, sanitaire voorzieningen en de horeca konden niet voldoen aan de steeds hogere eisen die bezoekers stelden. Althans dat vond een aantal deelnemers. De hiervoor reeds genoemde zes namen in 1986 het heft in eigen hand en hielden een aparte presentatie op een steenworp afstand van Delft, in Den Haag. En het jaar daarop was de eerste PAN in de RAI in Amsterdam: een modern, goed geoutilleerd complex met voldoende parkeergelegenheid en de mogelijkheid ruime stands te maken met daartussen brede gangpaden.
PurSang 3|2011 13
Voor Delft betekende het vertrek van ‘de zes’ een gevoelige aderlating. De beurs heeft het nog enige jaren kunnen vol houden, maar het moderne gemak won het uiteindelijk van de historische ambiance. In 1993 besloten de Stichting Oude Kunst- en Antiekbeurs en PAN Amsterdam BV samen te gaan. Hierbij hebben Joost R. Ritman en Sergio Orlandini een bemiddelende rol gespeeld. In de daaropvolgende jaren is het aantal deelnemers gestaag toegenomen en wisten steeds meer belangstellenden de weg naar de RAI te vinden Na 25 jaar heeft PAN Amsterdam, met sinds vijf jaar Van Lanschot als hoofdsponsor, door deelname uit het buitenland zelfs een internationaal tintje gekregen. Dit jaar is de PAN van 20 tot 27 november in de RAI Parkhal in Amsterdam. >>
14 PurSang 3|2011
KUNST
Drie generaties zilverspecialist Aardewerk
Toen Bram Aardewerk (1932) ruim een halve eeuw geleden het vak in rolde, was de kennis in de antiekhandel nog niet zo geëxplodeerd. ‘Antiquairs dreven op hun persoonlijkheid’, herinnert de zilverspecialist zich. ‘Ik zag hoe mijn moeder vol charme opereerde. Klanten vielen daarvoor.’ Maar die tijd is voorbij. Zijn generatie moest het vooral van iets anders hebben: kennis. ‘Heb je die niet, dan is dat nadelig voor je reputatie.’
Bram Aardewerk
Tekst: Sandra Jongenelen | Fotografie: Jeroen Bouman
Na een betrekking elders en een studie op Nijenrode ging Aardewerk op zijn 26e aan de slag in de antiekzaak van zijn ouders. Twaalf jaar later opende hij samen met zijn vrouw een eigen zaak in Den Haag, op dezelfde plek waar de kunsthandel nog altijd is gevestigd. Aardewerk specialiseerde zich in zilver. Dankzij de kinderen Esther en Emiel werd daar vijftien jaar geleden een juwelensectie aan toegevoegd. Zij hebben inmiddels de dagelijkse leiding.
Suikerstrooiers Aardewerk ziet nóg een aantal trends. De belangrijkste is dat de verkopen nu vooral plaatsvinden op grote beurzen. Met zijn ouders was hij al present op de Oude Kunsten Antiekbeurs Delft, die eind jaren veertig voor het eerst werd gehouden. Dat was de voorloper van de PAN, waar hij dit jaar twee zilveren strooibussen uit 1764 laat zien. De objecten – gemaakt door Bartholomeus van
der Tooren – waren bedoeld voor suiker. Het familiebedrijf is ook vertegenwoordigd op de TEFAF in Maastricht, de belangrijkste kunsten antiekbeurs ter wereld. Doordat de winkel relatief weinig klanten trekt, zijn de kopers niet langer exclusief. ‘Dat is in het voordeel van de klant, want het betekent dat je als antiquair beter moet worden’, legt Aardewerk uit. ‘Je moet waar maken wat je zegt, nu en over tien jaar als het object eventueel weer op de markt komt. Vroeger was je zuinig op je kennis. Die hield je voor jezelf.’
Kennis sijpelt door Tegelijkertijd deed zich een andere ontwikkeling voor: kunstgeschiedenis werd een enorm populaire studie. Veel kunsthistorici doken de archieven in en pluisden van alles uit. Daardoor kwam een enorme kennis naar boven, die doorsijpelde naar de kunsthandel. Aardewerk: ‘Ook de
‘Ook de handel werd gedwongen om te studeren.’ handel werd gedwongen om te studeren. Dat betekende tot mijn vreugde dat het vak een hoger niveau kreeg.’ Parallel aan de ontwikkelingen veranderde het koperspubliek. ‘Vroeger waren de klanten min of meer opgegroeid met antiek. Ze kenden en herkenden de objecten van thuis. Bij een aankoop gaf dat zekerheid. Het huidige koperspubliek heeft dat referentiekader niet. Ook om die lacune op te vullen moet je je kennis nu delen.’ _____________________________ www.aardewerk.com
KUNST
PurSang 3|2011 15
Van wetenschapper in de dop tot kunsthandelaar
Een wetenschappelijke carrière lag in het verschiet, maar Floris van Wanroij (1981) koos drie jaar geleden voor de kunsthandel in plaats van de universiteit. Hij vertelt dat zijn passie voor oude kunst uit zijn vroege jeugd stamt. Volgens zijn moeder was hij vier. Zelf herinnert hij zich zijn eerste aankoop op twaalfjarige leeftijd. Het negentiende-eeuwse portret financierde hij met verjaardagsgeld.
Floris van Wanroij
Tekst: Sandra Jongenelen | Fotografie: Jeroen Bouman
Met zo’n fascinatie verbaasde niemand zich over zijn studiekeuze kunstgeschiedenis, waar hij zich ontpopte tot talentvol student. Voor zijn thesis kreeg hij niet alleen de Studentenprijs 2007, hij studeerde ook nog eens cum laude af. Van promoveren zag hij af. Er waren geen onderzoeksprojecten waarbij hij dacht: ‘Daarvoor moet de onderste steen boven.’
Onderzoek Al tijdens zijn studie zette Floris van Wanroij zijn eerste schreden in de kunstwereld. Samen met zijn oudere broer Martijn – inmiddels advocaat – richtte hij op achttienjarige leeftijd De Borgia Art & Antiques op. De internetkunsthandel voor decoratieve kunst bleek een schot in de roos. Terwijl andere studenten met afwassen een centje bijverdienden, krikten zij hun inkomsten op deze manier op. Maar als kunsthandelaar bleef Van Wanroij in de schaduw, want de beste
stukken gaf hij in consignatie aan handelaren die ze op een kunstbeurs presenteerden. Na een uitstapje naar veilinghuis Glerum in Amsterdam, waar Van Wanroij specialist schilderkunst was, hakte hij drie jaar geleden de knoop door. Hij begon voor zichzelf als Floris van Wanroij Fine Art, gespecialiseerd in schilderijen en sculpturen van Oude Meesters. Die stap bracht hem terug bij zijn liefde voor de wetenschap. Als kunsthandelaar doet hij uitgebreid onderzoek naar de stukken die hij aanbiedt. Dagen brengt hij door bij het Rijksbureau voor Kunsthistorische Documentatie in Den Haag.
Unieke stukken Zijn galerie in het Brabantse Dommelen huist op de benedenverdieping van een monumentaal pand, het huis waar Van Wanroij zijn jeugd doorbracht. De werken voor de PAN staan al klaar voor transport. Een zeventiende-eeuws
portret van een jonge vrouw door Cornelis Jonson van Ceulen vangt de blik. ‘De kwaliteit is ongelooflijk goed’, zegt de handelaar. Het Rijksmuseum bezit een vergelijkbaar portret, vier jaar eerder geschilderd. De galerie is open op afspraak. Klanten ontmoet hij op de vier beurzen – in Londen, Brussel, Den Bosch en Amsterdam – waaraan hij jaarlijks deelneemt. Vorig jaar stond hij voor het eerst op de PAN. Dat is uitzonderlijk. ‘Normaal moet je drie jaar staan ingeschreven bij de Kamer van Koophandel voor je op de wachtlijst komt.’ Zijn zaak bestond nog maar een jaar. De beurs voelde aan als een warm bad. Van concurrentie had hij weinig last. ‘De collega’s zijn blij dat er een jong iemand bij komt’, merkt Van Wanroij. Bovendien, het aanbod is zeer divers. ‘We hebben niet allemaal eieren, maar stuk voor stuk unieke stukken.’ ____________________________________ www.floris-art.com
16 PurSang 3|2011
UITGELICHT
Van Lanschot Beleggingsinformatie
Nieuwe manier
UITGELICHT
PurSang 3|2011 17
van kennisdelen Benieuwd naar de financiële agenda van deze week? Of wilt u weten wat de mening van Van Lanschot Bankiers is over een beleggingscategorie? Het staat allemaal op de nieuwe website Van Lanschot Beleggingsinformatie. Met deze speciale manier van kennisdelen wil Van Lanschot beleggende cliënten voorzien van actualiteiten en de nieuwste inzichten van onze specialisten.
Tekst: Annemarie van der Tuijn
Goed en tijdig geïnformeerd worden is heel belangrijk voor beleggers, zowel in rustige als in de huidige nerveuze tijden. Op basis van die gedachte heeft Van Lanschot voor beleggende cliënten een nieuwe, exclusieve website ontwikkeld. Met een brede waaier van informatie: van het laatste financiële en economische nieuws en columns van onze specialisten tot onze nieuwste advieswijzigingen, visies en fondsjaarverslagen. De website wordt elke dag ververst en is overzichtelijk ingedeeld, zodat de cliënt snel en eenvoudig over relevante informatie kan beschikken. Op de startpagina staan samenvattingen van de nieuwste artikelen met een link naar de complete tekst. U kunt eenvoudig doorklikken naar beleggingsanalyse, nieuws en actualiteiten en uitgebreide fondsinformatie.
Beleggingsanalyse: kijkje in de keuken Hoe kijkt Van Lanschot aan tegen de recente beweeglijkheid op de financiële markten? Stevenen we af op een wereldwijde economische recessie of niet? Wat is de visie van Van Lanschot op de diverse beleggingscategorieën en individuele aandelen? Hoe kunt u het beste beleggen in grondstoffen? En wat betekenen de politieke ontwikkelingen in Europa en de Verenigde Staten voor beleggers? Deze en nog veel meer van dergelijke vragen worden op de nieuwe website uitgebreid beantwoord door onze analisten, strategen en fondsbeheerders. In het websiteonderdeel Beleggingsanalyse delen zij hun kennis, visie, verwachtingen en interpretatie van het nieuws. Via Van Lanschot Beleggingsinformatie kunnen beleggende cliënten als het ware meekijken over de schouders van onze deskundigen, zodat zij voortdurend op de hoogte zijn van onze meest recente opinies, >>
18 PurSang 3|2011
UITGELICHT
De cliënt kan nieuwsfeiten, visies en meningen gemakkelijk filteren op individueel relevante informatie. visies en adviezen. U kunt deze bekijken per beleggingscategorie (Obligaties, Aandelen, Onroerend Goed, Grondstoffen, Alterna tieve Beleggingen) en op macro-economisch gebied. Op de website staat tevens informatie over Van Lanschot Vermogensbeheer en Van Lanschot Vermogensadvies. Van modelportefeuilles tot kwartaalverslagen en van opiniewijzigingen en nieuwe taxaties tot de maandelijkse Beleggingsstrategie die wordt geschreven door hoofdeconoom Michel van der Stee. De Beleggingsstrategie kunt u downloaden in pdf-formaat.
Nieuws en actualiteiten De deskundigen van Van Lanschot volgen economische actualiteiten en het nieuws op de financiële markten op de voet. Ook deze informatie deelt Van Lanschot graag met haar cliënten. Daarom biedt de website de laatste financiële en macro-economische ontwikkelingen. Er zijn naast de meest recente bedrijfsresultaten en macro-economische cijfers tevens actuele beurscommentaren, een financiële agenda en columns van onze analisten opgenomen. De nieuwsfeiten zijn net als visies en meningen ingedeeld naar beleggingscategorieën, zodat de cliënt gemakkelijk kan filteren op individueel relevante informatie. Naast de categorieën Obligaties, Aandelen, Onroerend Goed, Grondstoffen en Alternatieve Beleggingen kunt u kiezen voor Columns en Economie. Dit laatste onderdeel omvat macro-economisch nieuws, bijvoorbeeld over de cijfers over de Amerikaanse arbeidsmarkt of over de schuldencrisis in de eurozone, de financiële agenda voor de komende week en actualiteiten met betrekking tot de wereldwijde effectenbeurzen.
Uitgebreide fondsinformatie Van Lanschot biedt cliënten een breed palet aan beleggingsfondsen in verschillende categorieën en van diverse aanbieders. Via de website hebt u toegang tot belangrijke achtergrondinformatie over alle fondsen in ons assortiment. U kunt bijvoorbeeld het (verkorte) prospectus van uw favoriete beleggingsfonds nog eens rustig nalezen of researchinformatie bekijken van beleggingsfondsen die u interessant lijken. Er staat ook algemene informatie over het selectieproces van Van Lanschot bij beleggingsfondsen. Daarnaast kunt u via de website per fonds de laatst beschikbare half jaar- en jaarverslagen en financiële bijsluiters inzien. Bladeren door het fondsenaanbod is eenvoudig. U kunt zoeken naar een specifiek beleggingsfonds of naar een aantal fondsen door op de naam van een fondsaanbieder te klikken en/of een trefwoord in te vullen (zoals ‘obligatie’ of ‘eurozone’). Hebt u de ISIN-code van het beleggingsfonds dat u zoekt bij de hand, dan kunt u ook direct deze code ingeven. Achter de naam van het fonds kunt u zien welke informatie voor het betreffende fonds beschikbaar is. Alle documenten kunt u in pdfformaat downloaden.
Exclusieve toegang Alle informatie, actualiteiten en visies op de website Van Lanschot Beleggingsinformatie zijn exclusief toegankelijk voor beleggende klanten van Van Lanschot. Om in te loggen, is een gebruikersnaam en een wachtwoord nodig. Daarvoor kunt u contact opnemen met uw adviseur. Als u bent aangemeld voor de website, dan kunt u automatisch per e-mail de nieuwsbrief ontvangen. Zo krijgt u dagelijks een overzicht van de meest recente wijzigingen op de site.
De stijlvolle Volvo V60 voelt u feilloos aan. Een auto die met u meedenkt en u helpt, als dat nodig is. Dynamic Stability en Traction Control analyseert constant de weg én uw rijstijl om ze beter met elkaar in balans te brengen. De V60 is standaard voorzien van City Safety en voorkomt een aanrijding als uw voorligger in een file plotseling afremt. De subtiel geïntegreerde parkeersensoren en Blind Spot Information System geven u een volledig beeld rondom de auto. Stijlvolle functionaliteit als uitgangspunt.
UW volvo V60
ZELFBEWUST
Volvocars.nl Volvo V60 v.a. € 35.495 incl. btw, excl. kosten rijklaarmaken, verwijderingsbijdrage. Leasen v.a. € 669 p.m. excl. btw en brandstof, o.b.v. Full Operational Lease, 60 mnd, 20.000 km p.j., Volvo Car Lease: 0345-68 87 80 (kantooruren). Wijzigingen voorbehouden.
Gem. verbruik: 4,5 - 10,2 l/100 km (22,2 - 9,8 km/l), gem. CO2 -uitstoot resp. 119 - 237 g/km.
20 PurSang 3|2011
LECTURE
Professor Maurice Obstfeld in zesde Van Lanschot Lecture
‘Oplossing eurocrisis vereist daadkracht’ Sjoerd Timmermans: drievoudig bekroond Zeker, Sjoerd Timmermans (23) was ‘verbaasd’ toen hij het goede nieuws hoorde, maar echt achterover vallen deed hij niet toen vice-decaan prof. dr. Jenke ter Horst hem opbelde met de mededeling dat hij winnaar was geworden van de Van Lanschot Prize. Zijn scriptie was al bekroond met twee andere prijzen: de Grote Financiën Scriptieprijs 2010 en de Netspar Master’s Thesis Award 2010. De scriptie van Timmermans gaat over pensioenen en is hoogst actueel. De uit Tilburg afkomstige (ex-)student creëerde een nieuw pensioenmodel. Daarin implementeerde hij de aanbevelingen van de Commissie Toekomstbestendigheid Aanvullende Pensioenregelingen, beter bekend als de commissie Goudzwaard. In zijn scriptie leverde Timmermans de eerste aanzet tot een kwantitatieve invulling van deze toekomstschets. Zijn model viel in de smaak, ook in de pensioenwereld. Pensioenuitvoerder APG bood aan hem een jaar in dienst te nemen als junior beleidsadviseur. In die hoedanigheid was hij de afgelopen periode onder meer betrokken bij de totstandkoming van het nieuwe pensioenakkoord. Na dit intermezzo start Timmermans in september met een tweede masterstudie aan de prestigieuze Londen School of Economics and Political Science. De geldbedragen verbonden aan de drie prijzen en de inmiddels eveneens aan hem toegekende Huygens Scholarship, een beurs bestemd voor excellente studenten die internationale ervaring willen opdoen, maken deze tweede studie mogelijk. Promoveren staat vervolgens bovenaan zijn verlanglijst.
In plaats van telkens de ergste nood te ledigen, zouden de landen binnen de eurozone er beter aan doen Griekenland in één keer te verlossen van zijn enorme schuldenlast. Dat bepleitte de befaamde macro-econoom en hoogleraar Maurice Obstfeld van Berkeley University tijdens de zesde editie van de Van Lanschot Lecture in de aula van de Tilburg University op 20 juni jongstleden.
Tekst: Jan Smit | Fotografie: Willem Jan Ritman
De komst van professor Obstfeld naar de Brabantse universiteitsstad was een schot in de roos. De gastspreker geldt als een van de meest invloedrijke economen ter wereld. Hij is niet alleen gerenommeerd hoogleraar, maar ook adviseur van onder meer het Internationale Monetaire Fonds, de Wereldbank, de Europese Commissie en tal van nationale centrale banken. Van Lanschot en de Universiteit Tilburg, de twee initiatiefnemers van de jaarlijkse lezing, waren dan ook zeer verguld met de aanwezigheid van de Amerikaanse hoogleraar, vertelden Arjan Huisman, lid van
LECTURE
PUrSang 3|2011 21
In de digitale versie van PurSang vindt u videomateriaal van deze lezing. Zie www.vanlanschot.nl/pursang
‘Alle landen in de eurozone betalen de rekening’ de Raad van Bestuur van de bank en rector magnificus Philip Eijlander in hun inleidingen. Zij waren niet de enigen. Een gezelschap van enkele honderden genodigden, onder wie tal van economen, bankiers en relaties van de bank, luisterden geboeid naar Obstfelds betoog. Ook van de kant van de media was er veel interesse. Onder meer Het Financieele Dagblad, de Volkskrant en de Belgische krant De Tijd namen de kans te baat om de Berkeley-professor vooraf te interviewen.
Drama Die belangstelling hing samen met het moment van de lezing: één dag na het besluit van de Europese leiders om een Grieks verzoek om nieuwe steun op te schorten, in afwachting van het later die week door het Griekse parlement te nemen besluit over nieuwe bezuinigingen. De visie van Obstfeld – vooraanstaand macro-econoom, Amerikaan en buitenstaander – op deze crisissituatie was en is dus zeer relevant. De aimabele hoogleraar maakte de hoog gestemde verwachtingen meer dan waar. In het tweede gedeelte van de lecture – titel: Global imbalances, the financial crisis and the international monetary system – ging hij uitgebreid in op de crisis binnen de eurozone en die in Griekenland in het bijzonder. Obstfeld hield de Europese leiders een spiegel voor. Griekenland uit de eurozone dwingen, is volgens hem onwenselijk. ‘Dat wordt een drama’, aldus Obsfeld. ‘Niet alleen voor Griekenland, maar voor alle landen binnen de eurozone, want hoe je het ook wendt of keert: deze landen betalen het grootste deel van de rekening. En dan heb ik het nog niet eens over het gevaar op de mogelijke besmetting van andere zwakke broeders als Ierland, Portugal en Spanje.’
In gijzeling Obstfeld pleitte voor een rigoureuze aanpak. De andere eurolanden doen er in zijn ogen het beste aan de gehele schuldenlast van de Grieken in een keer van tafel te halen, in plaats van, om de paar maanden de liquiditeitsnood te ledigen. ‘In de huidige situatie houdt Griekenland de rest van Europa in gijzeling. Krijgt het land geen nieuwe financiële steun, dan dreigt telkens het gevaar te worden bestempeld als wanbetaler en is het spel over.’ De drastische ingreep, die moet worden betaald uit het Europese noodfonds, vraagt volgens de hoogleraar om durf en daadkracht. ‘De Europese leiders moeten alles uit de kast halen om belastingbetalers ervan te overtuigen dat dit uiteindelijk de beste oplossing is voor iedereen.’ Na afloop wachtte de Amerikaanse hoogleraar een verrassing. Hij kreeg de Tjaling C. Koop mans Award uitgereikt. Deze prijs, genoemd naar de gelijknamige Nederlandse Nobelprijswinnaar (1957), is bestemd is voor economen die zich bijzonder verdienstelijk hebben gemaakt op hun vakgebied. De Van Lanschot Lecture werd voorafgegaan door de officiële uitreiking van de Van Lanschot Prize (€ 5000,-) aan de student met de beste masterscriptie op financieel, monetair en/of bancair gebied en de Van Lanschot Scholarship (€ 10.000,-) voor de beste bachelor. Winnaar van de Van Lanschot Prize werd Sjoerd Timmermans (zie kader links). Hij kreeg een 9 voor zijn masterthesis over een nieuw pensioenstelsel. De Van Lanschot Scholarship ging naar Siem Aarts (zie kader rechts). ______________________
Siem Aarts: naar Cambridge Sinds kort volgt Siem Aarts (21) colleges op de prestigieuze University of Cambridge, waar hij, tussen tal van andere excellente studenten van over de hele wereld, in een jaar zijn mastertitel hoopt te behalen in de studierichting real estate finance. Best spannend, maar tegelijkertijd ook een leuke uitdaging, vindt Aarts. ‘Een beetje competitie kan geen kwaad.’ Competitie gaat Aarts niet uit de weg. Het aantal aanmeldingen voor de Van Lanschot Scholarship 2011, de prijs voor de beste bachelorstudent op financieel, monetair en/of bancair gebied aan de universiteit van Tilburg, was groot en de kwaliteit hoog. Toch sprong Aarts er bovenuit, onder meer vanwege zijn uitmuntende studieresultaten – hij besloot zijn bacheloropleiding met zeven tienen voor onder meer de vakken macro- en micro-economie en mathematiek, – zijn uitstekende bachelorthesis en zijn ambities. Na het behalen van de mastertitel wil Aarts aan de slag in de Londense City, het kloppend hart van de Europese haute finance, het liefst bij een vooraanstaande investment bank van het kaliber Goldman Sachs. Verder studeren heeft niet zijn voorkeur. ‘Ik vind onderzoek wel interessant, maar praktijkgericht werken heeft mijn voorkeur.’
Van Lanschot Lecture Jaarlijks geeft een internationaal vermaarde hoogleraar op financieel-economisch terrein zijn visie op de ontwikkelingen in de economie, de Van Lanschot Lecture. Voor onder ander het cv van de heer Maurice Obstfeld en zijn presentatie kijk op www.vanlanschot.nl/lecture
22 PurSang 3|2011
COVERSTORY
De rijkdom van Kader Abdolah
Vanuit niets iets kunnen maken, dat is goud In zijn kindertijd was het duidelijk: het draait in het leven om kennis, niet om geld. Inmiddels heeft schrijver Kader Abdolah zijn mening bijgesteld. ‘Geld is goed, hoe meer hoe beter! Maar geld op zich is geen rijkdom. Rijkdom is: van niets iets kunnen maken. Als je dat kunt, heb je goud in handen.’
Tekst: Anne Wesseling | Fotografie: Corbino
‘Het eerste jaar in Nederland was ik verdwaald. Ik was 34 jaar, ik zocht een houvast om overeind te komen. Ik was heel ongelukkig dat ik in dit land terecht was gekomen. Dit land was zo klein, de taal was zo moeilijk, wat moest ik hier? Ik was mezelf kwijt, ik zocht en ik zocht... Ik weet het nog, op een avond wandelde ik verdrietig over de dijk. Ineens ontdekte ik iets moois. De polder. Ik dacht: ‘Hé Kader, waar je nu staat was ooit moeras, zelfs de muggen wilden hier niet leven.’ Iets verderop zag ik dijken, die de Nederlander tegen de zee had gemaakt. Ik dacht: dit land was niets en van niets hebben de Nederlanders land gemaakt en radio’s en gloeilampen. Van Gogh en Vermeer zijn hier grootgebracht. En nu ben jij aan de beurt. Je hebt niets. Zelfs de taal niet. Maar néém die geest van de Nederlander over en maak van niets, iets groots. Dat was de rijkdom die ik in Nederland als eerste stap me heb eigengemaakt. Toen was ik blij dat ik in dit land terecht was gekomen.’
Nieuwe schrijftaal Hij deed wat hij zich voor had genomen en koos het Nederlands als zijn nieuwe schrijftaal. In zijn vaderland Iran had hij al twee clandestiene verhalenbundels gepubliceerd onder de naam Kader Abdolah (samengesteld uit de namen van twee vrienden; de één slachtoffer van het bewind van de Sjah, de ander van het regime van de Ayatollahs). In het Nederlands debuteerde hij in 1993 met de verhalenbundel De adelaars. Daarna publiceerde hij onder meer De reis van de lege flessen (1997), Karavaan (een bundeling van zijn columns uit De Volkskrant)
en Het huis van de moskee (2006). Het laatste boek werd een bestseller en verkozen tot de op een na beste Nederlandse roman aller tijden (na De ontdekking van de hemel van Harry Mulisch). In 2011 schreef Kader Abdolah het Boekenweekgeschenk, De kraai, en publiceerde hij zijn nieuwste roman De koning, die zich afspeelt rond de eeuwwisseling, in Perzië. Het succes van zijn boeken bracht Abdolah financiële vrijheid, maar geld is niet het eerste waar hij aan denkt bij het onderwerp ‘rijkdom’. Bij dat thema denkt hij toch in eerste instantie aan zijn jeugd in Iran. ‘Het was een onderwerp dat thuis vaak ter sprake kwam: brengt geld geluk of kennis? Op school was het een van de standaard opsteltitels: Wat is rijkdom - geld of kennis? Natuurlijk, wij kozen altijd voor kennis. In mijn familie gold ook: geld was noodzakelijk, maar we waren rijk genoeg, geld was nooit een probleem. Maar kennis, wetenschap, dingen weten, daar ging het om. Dat is het idee waarmee ik ben opgegroeid.’
Veranderde houding ‘Mijn studententijd [Abdolah studeerde natuurkunde in Teheran, red.] stond in de teken van het linkse gedachtegoed: geld was vies. Het ging vooral over de verdeling van geld, over gelijkheid, iedereen moest genoeg hebben. Daarna maakte ik een revolutie mee, verschillende regimes, ik vluchtte, ik kwam in Nederland, veranderde mijn schrijftaal... Mijn benadering, mijn houding tegenover geld, is veranderd. >>
‘Ik heb geïnvesteerd in een nieuwe ik’
– Kader Abdolah –
24 PurSang 3|2011
COVERSTORY
‘Brengt geld geluk, of kennis?’
In de eerste plaats wil ik nu zeggen: geld is goed. Met name als je het zelf verdiend hebt. Geld gebaseerd op hard werken, is goed. Hoe meer hoe beter! Geld brengt wel degelijk geluk. Geld is bijzonder, geld is mooi, het geeft status en zekerheid, zelfverzekerdheid ook, geld dwingt anderen om je te respecteren. Maar is geld rijkdom? Nee, dat niet. Mijn tweede punt: rijkdom is kennis en wetenschap. Die kennis kun je van anderen gekregen hebben, bijvoorbeeld kennis over de kosmos, over ons DNA - alle wetenschap is een vorm van rijkdom. Maar als je een bijdrage kunt leveren aan de wetenschap, als je iets kunt toevoegen, dán ben je pas echt rijk. Stel je voor, een planeet ontdekken in de kosmos!’ De derde vorm van rijkdom ziet Abdolah in de kunsten. ‘Als je kunst toelaat in je leven, ervan houdt, ervan kunt genieten, dan is dat al waardevol. Maar ook hier weer: als je als schepper aanwezig bent, als schilder, schrijver, musicus - dan ben je helemaal rijk, al leef je misschien heel eenvoudig.’ Hier komt hij weer terug op het thema om van niets iets te maken. ‘Als je dat kunt, heb je goud in handen. Philips heeft iets toegevoegd. Heineken. Een drankje waar miljoenen mensen vrolijk van worden! De Aardappeleters: goud. Als we arme boeren willen bestuderen, zou je kilometers archieven moeten lezen. Die hebben we niet, maar we hebben de Aardappeleters van Van Gogh. Hij was arm, maar als je zijn aantekeningen leest, zijn brieven, hoe rijk hij op dat moment is...’ ‘Van niets iets maken, dat is een puur moment van geluk. Je mag tien huizen hebben en een miljoen op de bank, of beroemd zijn als kunstenaar of wetenschapper, er is één moment dat je zegt: wauw, ik ben aan het maken, aan het creëren. En dát moment is een poëtische ervaring. Ik ben soms drie jaar met een boek bezig. Dan ben ik bijna kapot. Maar er komt een moment dat ik denk: wow, kijk, dit heb ik gedaan, dit was de bedoeling.’
Juweel Juist door van niets iets te maken, kom je ook dicht bij jezelf als mens, aldus Abdolah, en die zoektocht ziet hij als interessant en waardevol. ‘Het leven heeft ons allemaal een uniek juweel gegeven, namelijk een eenmalige, bijzondere persoonlijkheid. Als het lukt om daarmee contact te maken, is dat een enorme rijkdom.’ Soms worden mensen daartoe door de omstandigheden gedwongen. Zo ziet Abdolah zijn keuze voor het Nederlands als schrijftaal als een cruciale gebeurtenis. ‘Als je echt moet nadenken over waar je mee bezig bent, dan ben je bezig jezelf te zijn. Als je bang bent te kiezen,
In de digitale versie van PurSang vindt u videomateriaal van deze beroemde auteur. Zie www.vanlanschot.nl/pursang
verwaarloos je je leven. Er kwam voor mij een moment van kiezen in welke taal ik zou schrijven. Ik koos ervoor om de rijke Perzische taal te laten liggen, ik koos voor het Nederlands. Dat betekende angst. Het bracht onzekerheid. Maar juist door het kiezen van het Nederlands als instrument om verder te gaan, ben ik dichter bij mezelf gekomen. Ik heb geïnvesteerd in een nieuwe ik, waarmee ik geld én kennis heb gecreëerd. Kader Abdolah is rijk, zo voelt het. Omdat ik mezelf heb bereikt en met mijn ik schrijf ik, kan ik dingen maken.’
Levenslange zoektocht Niet iedereen is in de gelegenheid, heeft de tijd en de vrijheid om de eigen interesses te volgen en nieuwe dingen te creëren. Dan doen schrijvers, wetenschappers en kunstenaars het voor hen. Kunst en wetenschap fungeren als een spiegel: je kunt er dingen van jezelf in ontdekken. ‘Wat je in een roman leest, is een levenslange zoektocht van de schrijver om dichter bij zijn ik te komen. Die zoektocht houdt niet op, want een persoonlijkheid ligt niet vast. Door te schrijven verander je. In die zoektocht gaan lezers mee en daardoor komen ze ook dichter bij zichzelf.’ Rijkdom gaat uiteindelijk, in essentie, over goud in figuurlijke zin. In de literatuur wordt goud gecreëerd. De schrijver kan juwelen toevoegen aan het leven, voor de eeuwigheid. ‘De bijbel, de Thora, de Koran, het zijn allemaal juwelen. Los van de religie, je ziet de ervaringen van de mensen. Ervaringen van het leven, die in taal en verhalen worden meegegeven aan anderen.’ Ja, dat is ook wat Kader Abdolah, de schrijver, probeert te doen. Zoals in zijn laatste boek, De Koning, dat gaat over Iran, over de Industriële Revolutie, de verhoudingen tussen oost en west. ‘Er lag een goudmijn aan materiaal in de archieven. Ik heb geprobeerd in mijn boek iets van die rijkdom aan mijn lezers te geven. Iets dat je nog niet wist, iets dat je nog niet kende. Een klompje goud.’ _____________________________________ www.kaderabdolah.nl
26 PurSang 3|2011
BELEGGINGSSTRATEGIE
Geen nieuwe recessie, wel lagere groei Een nieuwe recessie blijft vooralsnog uit, maar florissant zijn de vooruitzichten voor de economische groei op de korte termijn niet, waarschuwt hoofdeconoom Michel van der Stee van Van Lanschot Bankiers. ‘De echte oplossingen laten nog steeds op zich wachten.’
BELEGGINGSSTRATEGIE
PurSang 3|2011 27
Tekst: Jan Smit | Fotografie: Rob Acket
Voorspellen is lastig, zeker wanneer het de toekomst betreft. Mark Twain, schrijver van onder meer De Lotgevallen van Huckleberry Finn, zei het al, de beleggingsstrategen van Van Lanschot Bankiers kunnen het hem nazeggen. Toch was het bepaald geen fictie die de economen van de bank begin juli deed besluiten om de groeiverwachtingen voor de tweede helft van 2011 naar boven bij te stellen. Een flinke daling van de grondstoffenprijzen en een sneller en krachtiger herstel van het in maart zo zwaar door de tsunami getroffen Japan, waren de belangrijkste redenen om te veronderstellen dat de conjuncturele terugval in het tweede kwartaal tijdelijk zou blijken. Maar de politiek gooide roet in het eten. In de Verenigde Staten gaven de Republikeinen en de Democraten elkaar geen duimbreedte toe in de felle discussies rondom de verhoging van het schuldenplafond. ‘Uiteindelijk kwam er nog net op tijd overeenstemming, maar het hele proces was één grote wanvertoning,’ aldus Van der Stee. ‘Normaal gesproken is dat schuldenplafond geen issue. Immers, zolang er een begrotingstekort is, zal de staatsschuld blijven oplopen. In het verleden is de schuldlimiet dan ook al tientallen keren verhoogd, maar bijna altijd geruisloos. Het onvermogen en, zoals ik het zie, vooral de onwil van partijen om met een geloofwaardig plan te komen om de overheidsfinanciën op middellange termijn weer op het spoor te krijgen, is echter uitermate zorgelijk.’ En alsof dit nog niet genoeg was, besloot Standard & Poor’s ook nog eens de kredietwaardigheid van de VS te verlagen.
Michel van der Stee: ‘Stoppen met de euro is geen optie’
Reddingsplan In Europa deden het gesoebat over het nieuwe reddings plan voor Griekenland en het nog altijd ontbreken van een sense of urgency bij de politieke leiders om met een structurele oplossing voor de schuldenproblemen te komen het vertrouwen al evenmin goed. Voor de economen van de bank zat er maar een ding op: het optimisme temperen en de groeiverwachting voor het
tweede semester weer afzwakken. ‘Op de middellange termijn, in onze voorspelling voor de komende jaren, liggen we nog steeds op schema. We houden vast aan een herstel met vallen en opstaan en een per saldo benedengemiddelde groei,’ aldus Van der Stee. ‘Vooral omdat het proces van schuldenafbouw nog lang niet is afgerond. Grote vraag nu is natuurlijk: gaan we opnieuw de recessie in? Wij denken niet dat dit gaat gebeuren. Maar de recente ontwikkelingen zijn niet goed voor het vertrouwen en dus niet goed voor de groei. Dat geldt zeker voor Europa, voor de rest van dit jaar en voor volgend jaar.’
‘Waarom zouden landen zich dit keer wel aan de afspraken houden?’ Er zijn lichtpuntjes, ook binnen de eurozone. Landen als Italië, Spanje en ook Frankrijk maken serieus werk van hun bezuinigingsplannen. Griekenland blijft een hopeloos geval, meent Van der Stee. ‘Dat land kan zijn schulden nooit terugbetalen, al doen ze alles wat wij van ze vragen. Voor die andere landen ligt dat anders. Die kunnen er best bovenop komen, als ze maar willen en dus ook bereid zijn om serieuze hervormingen door te voeren.’
Stoppen geen optie
Ook op centraal niveau wordt in Europa hard gewerkt aan een oplossing voor de schuldenproblematiek. Een forse verhoging van de omvang van het Europese noodfonds (EFSF), de introductie van euro-obligaties, een Europese economische regering dan wel een onafhankelijke toezichthouder die ingrijpt als individuele lidstaten hun financiën teveel uit de pas laten lopen: aan ideeën geen gebrek. Een echte oplossing blijft echter uit. Met steunaankopen van onder meer Italiaanse en Spaanse obligaties heeft de Europese Centrale Bank (ECB) de eurozone vooralsnog voor nieuwe rampspoed behoed. Een riskante manoeuvre, vindt de Van Lanschot-econoom. ‘Met die steunaankopen begeeft de ECB zich op het terrein van de politiek; daar is een centrale bank niet
28 PurSang 3|2011
BELEGGINGSSTRATEGIE
Fundamenteel staan landen als China, India en Brazilië er veel beter voor dan de VS en Europa.
voor. Dat had niet gehoeven als politici hun verantwoordelijkheid hadden genomen.’ Van der Stee beseft dat het vinden van zo’n oplossing niet eenvoudig is. Maar er is geen andere keuze, benadrukt hij. Stoppen met de euro is geen optie. ‘Dat zou dramatische gevolgen hebben voor de economie, voor de banken, voor onze pensioenen et cetera. Dat wil niemand dus ook voor zijn rekening nemen.’ Wat er dan wel moet gebeuren? Een mix van een forse v erhoging van het EFSF-noodfonds, de uitgifte van euro-obligaties, naast de bestaande staatsleningen van de eurolanden, en een onafhankelijke toezichthouder lijkt de e conoom een mogelijke remedie. Daar moet niet lang mee worden gewacht, benadrukt hij. Valt er niet snel een besluit, dan komt er een terugval, dan zal de solidariteit in landen als Duitsland en Nederland afbrokkelen, helemaal als de economische groei ook nog eens verder stagneert. Of het door hem gesuggereerde serum de oplossing is, hij heeft eerlijk gezegd zo zijn twijfels. Een onafhankelijke toezichthouder impliceert dat landen een stuk van hun soevereiniteit moeten inleveren. Daar bestaat weinig animo voor, vreest Van der Stee. ‘Dan krijg je toch weer een soort stabiliteitspact. Met als grote vraag waarom landen zich dit keer wel aan de afspraken zouden houden. Ik ben daar niet zo positief over.’ Staat Europa er niet zo goed voor, ook de Amerikaanse economie heeft grote problemen. De groeicijfers zijn teleurstellend en de werkloosheid is hoog – hoger dan het officiële percentage van negen, aldus de econoom, die wijst op de forse daling van de werkgelegenheid in de afgelopen jaren. Prestaties die volgens Van der Stee helemaal schril afsteken in het licht van de omvangrijke stimuleringsmaatregelen van de overheid en de Fed, het
stelsel van centrale banken van de VS. Hij doelt daarmee onder meer op de twee kwantitatieve verruimingsoperaties van de Fed – binnen de financiële wereld bekend als QE1 en QE2 –, het verhogen van uitkeringen, belasting verlagingen en alle subsidies die de overheid de afgelopen jaren heeft verstrekt voor de aankoop van auto’s, huizen en wat al niet meer. Maatregelen die per saldo eigenlijk niets hebben opgeleverd, constateert de econoom. Mogelijk komt de Fed de komende periode met een derde versoepeling, QE3. Maar of dat iets uithaalt, moet Van der Stee nog zien. Vooral de h uizenmarkt wil maar niet opveren. Herstel van de huizenmarkt is volgens Van der Stee essentieel voor het herstel van het consumentenvertrouwen. Minder pessimistisch is de beleggingsstrateeg over de vooruitzichten voor de opkomende markten. Ook daar is de groei over het hoogtepunt heen, maar fundamenteel staan landen als China, India en Brazilië er veel beter voor dan de VS en Europa. De Chinese economie bijvoorbeeld groeide vorig jaar met 10%, voor dit jaar is de verwachting met 8,5% tot 9,0% nog steeds erg goed, aldus Van der Stee.
Aandelen goedkoop Wat voor invloed heeft de verwachte vertraging van de groei in de tweede helft van het jaar voor de samenstelling van de beleggingsportefeuille? Gaat de strategie op de schop? Nee, want de conjunctuurcyclus mag dan afkalven, het assetallocatiebeleid van Van Lanschot rust ook op twee andere belangrijke bouwblokken: de waardering en het sentiment. Twee fundamenten waarvoor het sein op groen staat. De lage beurskoersen maken risicovolle beleggingen aantrekkelijker. Voor het sentiment kijkt de bank onder andere naar de volatiliteit en de risicobereidheid. De volatiliteit is hoog – aandelen werden de afgelopen maanden op grote schaal verkocht.
BELEGGINGSSTRATEGIE
De risicobereidheid is gedaald tot het laagste punt in dertig jaar. Voor de bank is het doorschieten van dit negatieve sentiment reden om risicodragende beleggingen juist als positief te zien.
De risicobereidheid is gedaald tot het laagste punt in dertig jaar. Voor de bank is het doorschieten van dit negatieve sentiment reden om risicodragende beleggingen juist als positief te zien. Aandelen, een vermogenscategorie waarin de bank al sinds eind vorig jaar licht overwogen zit, zijn in de ogen van Van der Stee momenteel dan ook goedkoop. ‘Terwijl de lat voor r isicodragende beleggingen bij ons al bijzonder hoog ligt,’ voegt hij toe. De econoom wijst op de sterke financiële positie van de meeste grote ondernemingen. ‘Amerikaanse bedrijven bijvoorbeeld hebben 13% van het bruto binnenlands product aan cash op de balans staan. Dat is enorm veel.’ Binnen de categorie aandelen houdt de bank een voorkeur voor opkomende markten. In deze landen verwacht Van Lanschot de komende jaren een structureel hogere groei en bedrijfswinsten en rendementen die ‘met kop en schouders’ uitsteken boven die op aandelen uit volwassen markten als Europa en de VS. Ook voor wat betreft de overheidsfinanciën hebben de meeste landen in deze regionen hun zaken een stuk beter op orde, aldus Van der Stee. Beleggen in vastrentende waarden loont daarentegen momenteel nauwelijks. Dat geldt zeker voor ‘veilig’ schatkistpapier. ‘Met Nederlandse staatsleningen kom je misschien op een rendement van 2,0% tot 2,5%. Daar staat 2,0% inflatie tegenover en een netto vermogensrendementheffing van nog eens 1,2%. Je legt daar dus op toe,’ rekent Van der Stee voor. Voor A merikaanse staatsobligaties geldt min of meer hetzelfde. De kans dat renteverhogingen investeren in veilig schatkistpapier aantrekkelijker maakt, acht de econoom klein. Immers, Fed-voorzitter Ben Bernanke heeft al laten weten dat de Amerikaanse rente tot medio 2013 ongewijzigd blijft en
de ECB zal de rente dit jaar naar verwachting ook niet verder optrekken, zeker nu het groeitempo binnen de eurozone afzwakt. Bedrijfsobligaties vormen volgens Van Lanschot een beter alternatief.
Hoogtevrees De bank heeft zich de afgelopen jaren een warm pleit bezorger getoond van beleggen in goud. Wie dat advies heeft opgevolgd, heeft inmiddels een flinke rit achter de rug. De prijs per troy ounce (31,1 gram) steeg in anderhalf jaar van $ 1.000,- naar een record van $ 1.911,in juli dit jaar. Een niveau waarbij Van der Stee zich toch niet meer zo comfortabel voelt. ‘Bij die niveaus krijg ik toch wel wat hoogtevrees.’ Inmiddels is de prijs weer wat gedaald. Toch blijft goud volgens hem in deze roerige tijden een goede verzekering tegen de bokkensprongen van centrale banken. Datzelfde geldt voor beleggen in valuta’s van structureel gezonde economieën als Canada, Australië, Noorwegen. Zweden en Zwitserland. De econoom wijst op de fluctuaties van de Zwitserse frank. Een euro leverde twee jaar geleden nog CHF 1,50 op. Door de problemen binnen de eurozone vluchtten beleggers echter massaal in de Zwitserse munteenheid en vorige maand was de frank bijna net zoveel waard was als een euro. Begin september beweegt de koers rond de CHF 1,15. Breekt er opnieuw paniek uit binnen de Europese muntunie, dan zou dit scenario zich best kunnen herhalen. Waarmee hij overigens niet wil adviseren nu massaal in goud of in valuta’s als de Zwitserse frank te stappen. ‘Maar een procent of vijf van de totale portefeuille in goud als een soort van verzekering is niet verkeerd. En een beetje valutaspreiding kan ook geen kwaad.’ besluit Van der Stee. __________________________________________________
PurSang 3|2011 29
30 PurSang 3|2011
Successtory
Bier dat grenst aan perfectie Een authentiek bedrijf, waar heel Limburg trots op is. De Alfa-brouwerij, van 1870, is anno 2011 bovendien zeer rendabel. Toch is geld geen prioriteit voor directeur-eigenaar Harry Meens. ‘Ik heb mijn hele leven nog nooit iets ten koste van de kwaliteit van het bier gedaan.’
Harry Meens
Tekst: Egbert Jan Riethof | Fotografie: Willem Jan Ritman
Een sprookjesachtig kronkelweggetje in het Limburgse heuvellandschap leidt naar het pittoreske buurtschap Thull bij Schinnen, de thuishaven van de Alfa-brouwerij. Het is bijna 150 jaar geleden dat Joseph Meens hier zijn bierbrouwerij begon. ‘De locatie is geen toeval,’ vertelt zijn achterkleinzoon Harry Meens (56). We zitten aan een houten tafel in het gezellige proeflokaal, deel van een mooie oude hoeve. Aan de ene kant van de hoeve de brouwerij, met enorme ketels en tanks. Aan de andere kant het distributiegebouw, van waaruit jaarlijks 140.000 hectoliter bier zijn weg vindt naar de liefhebbers. ‘Op 152 meter diepte ontspringt hier een bron. Door de kiezel-, krijt- en mergellagen is het water zacht en heel zuiver. Perfect voor het brouwen van bier.’
ontwikkelen. En nooit opgeven: gaat-niet, bestaat-niet.’ Meens hoedt zich ervoor zijn drie kinderen al te uitgesproken voor de brouwerij te interesseren. Ze mogen hun eigen keuzes maken. Maar een vijfde generatie Meens in het bedrijf zou natuurlijk wel mooi zijn.
Bier dat grenst aan perfectie, dat is waar Meens naar streeft. ‘Als ondernemer heb je passie en gedrevenheid nodig,’ zegt hij stellig. ‘Ik heb niks met academici die alleen maar boeken lezen. Die hebben geen toegevoegde waarde voor een klein en toch complex bedrijf als dit. Mijn oudste dochter zit nu in de vierde klas van het gymnasium. Als zij het bedrijf wil voortzetten moet ze een brede, pragmatische opleiding doen. Dat geldt ook voor mijn andere kinderen. Specialisatie versmalt je horizon, je moet voor dit soort bedrijven juist een helikoptervisie
‘Bier is een prachtig natuurproduct,’ zegt Meens geestdriftig. ‘Als je het met mate drinkt is het heel gezond. Het zit vol vitaminen en mineralen en bevat niets kunstmatigs. De vier ingrediënten hop, gerst, water en gist zijn puur natuurlijk. Bier is veel complexer dan wijn. Er wordt een hoop wijnlatijn verteld, maar bier is veel ingewikkelder qua smaakbeleving.’
‘Ik heb mijn hele leven nog nooit iets ten koste van de kwaliteit van het bier gedaan.’
Smaakbeleving De eerste vier generaties, Harry inbegrepen, kijken vanaf de muur mild op ons neer. Naast de schilderijen een grote foto van tante Wies, icoon van de Alfa-brouwerij. Tot zij twee jaar geleden op 96-jarige leeftijd overleed, keurde zij elke dag om acht uur het eerste flesje Alfa van die dag.
Smaakbeleving is altijd belangrijk geweest in huize Meens. Niet dat er niet naar de kosten gekeken wordt, integendeel. Met een omzet van € 12 miljoen en 25 mensen in dienst kan Meens zijn bedrijfsvoering met recht lean en mean noemen. Veel andere brouwerijen gingen over in buitenlandse handen. Samen met Heineken en Bavaria is Alfa-brouwerij een van de weinige puur Nederlandse bierbrouwerijen die nog over zijn. Maar daarmee houden de overeenkomsten met de veel grotere concurrenten wel op.
‘Bier is een prachtig natuurproduct’
‘Alfa-bier is toegankelijk en gemakkelijk drinkbaar. Dat komt deels doordat wij als enige Nederlandse brouwerij bronwater gebruiken. Daarnaast blijven we wijsheden over het productieproces, die zich al honderden jaren hebben bewezen, toepassen.’ Hij noemt een voorbeeld: ‘Vroeger werd bier vergist in de ene tank en vervolgens overgepompt naar een andere tank om daar te lageren. Steeds meer brouwerijen laten het bier nu vergisten en lageren in hetzelfde vat. Ik heb dat ook geprobeerd, maar proefde onmiddellijk het verschil. Het bier wordt dan hard en bitter, in plaats van lief en toegankelijk. En dat allemaal zodat het een paar dubbeltjes per krat goedkoper is.’ Zichtbaar geërgerd: ‘Als het zo zou moeten, is mijn passie weg. Natuurlijk mag iets kostenpositief en kwaliteitsneutraal zijn. Of de kosten mogen omhoog als het beter is voor de kwaliteit. Maar ik heb in mijn hele leven nog nooit iets ten koste van de kwaliteit gedaan. Als de boekhouder op de stoel van de brouwer gaat zitten, heb je een probleem. Hier zit de brouwer op de stoel van de boekhouder. Daarin onderscheiden wij ons.’
Dat preuf ste! Eveneens onderscheidend: de Alfa-brouwerij is een familiebedrijf. Meens: ‘We spelen kort op de bal en als directeur-eigenaar let je goed op de kleintjes. Ik merk dat de grote retailers het leuk vinden met mij aan tafel te zitten. Van die grote brouwerijen zien ze natuurlijk alleen al die steeds wisselende salesmanagers. Dat één-op-één contact is heel goed.’ Familiebedrijf, direct contact, het gesprek komt eigenlijk vanzelf op Van Lanschot Bankiers. ‘Ik bankier nu twintig jaar bij Van Lanschot. Je voelt gewoon dat dat ook een familiebedrijf is. Als je wilt, kun je met de Raad van Bestuur praten. Het is een kleine persoonlijke bank, waar ik
veel meer affiniteit mee heb dan met de grote banken waar ik eerst bij zat.’ De Alfa-brouwerij heeft landelijk een relatief klein marktaandeel, 1,5%. De populariteit van het bier is echter enorm. ‘Fantastisch natuurlijk voor een typisch Limburgs product. ’t Beer van Limburg, dat preuf ste!’ Meens citeert in onvervalst Limburgs de slogan die op alle Alfa-flesjes staat. Hij zou graag meer streekproducten onder de aandacht brengen, of bijvoorbeeld een bronwaterpoot opzetten. Plannen genoeg. Wat weerhoudt hem? ‘Het hangt allereerst af van de kinderen. Als zij kiezen voor overname wil ik de brouwerij nog wel een extra dimensie geven. Ik heb echter twijfels over het politieke en economische klimaat in Europa. Op dit moment moeten ondernemers en hun medewerkers lange uren maken en keihard presteren. De lat komt voor hen steeds hoger te liggen. Daarnaast heb je de improductieven, en mensen die het relatief gemakkelijk hebben, met een korte werkweek en een vroeg pensioen. Politici, ambtenaren en bureaucraten vullen hun tijd met het bedenken van regeltjes om de productieven dwars te zitten. Als we niet oppassen wordt de strijd tussen productieven en contra-productieven in Europa een soort nieuwe klassenstrijd. Het resultaat kan een avondland zijn, een Europa zonder dynamiek en concurrentiekracht. Een derdewereldcontinent met weinig welvaart en welzijn, dat is mijn angstbeeld. Als Europa verder deze kant op gaat, wil ik niet dat mijn kinderen hier nog aan beginnen. Wat natuurlijk doodzonde zou zijn, want we hebben een prachtig, authentiek bedrijf waar heel Limburg trots op is.’ ___________________________________________________________
maarten lafeber
PurSang 3|2011 33
Travel In deze rubriek leest u over interessante activiteiten en opmerkelijke tentoonstellingen in steden waar Van Lanschot een kantoor heeft.
PURSANG IN ROTTERDAM Rotterdam is vooral bekend is om haar haven, maar het is ook een culturele stad met middeleeuwse wortels.
De aanleg van de Tweede Maasvlakte verloopt volgens plan. Bezoekerscentrum FutureLand geeft een beeld van de aanleg, er zijn ook excursies. Thuis kunt u het volgen via een webcam. www.maasvlakte2.com
De Kunsthal presenteert dit najaar een grote tentoonstelling over Egyptische mummies. Pronkstukken zijn onder meer de Anchor mummie en de kanopenkist van Amenhotep. Vanaf 1 oktober t/m 29 januari. www.kunsthal.nl
MainPort Live is een multimediatentoon stelling in het Maritiem Museum. Met onder meer historische filmbeelden en een ‘levende’ maquette van het moderne haven gebied. www.maritiemmuseum.nl
Maak een wandeling langs historisch Delfshaven, of neem de watertaxi voor een snelle rit naar de overkant van de Maas. www.rotterdam.info
In Museum Boijmans Van Beuningen is de collectie tijdelijk verrijkt met 20 bijzondere bruiklenen, waaronder werken van Kandinsky, Rembrandt en Titiaan. ‘De Collectie Verrijkt’. www.boijmans.nl In het Nederlands Fotomuseum is tot 8 januari een grote overzichtstentoon stelling te zien van de vermaarde Franse fotograaf Eugène Atget (1857-1927), die een beeld van het oude Parijs geeft dat zowel romantisch als surreëel is. www.nederlandsfotomuseum.nl
De Sint-Laurenskerk is het enige overgebleven laatgotische gebouw uit het van oorsprong middeleeuwse Rotterdam. Hij werd gebouwd tussen circa 1449 en 1525. www. laurenskerkrotterdam.nl
34 PurSang 3|2011
GRONDSTOFFEN
Grondstoffen: landbouwproducten kansrijk Beleggen in landbouwproducten biedt perspectief, zeker op de lange termijn. Maar periodiek kunnen de prijzen van mais, sojabonen en andere gewassen flink fluctueren. Spreiding binnen grondstoffen luidt daarom het devies. Tekst: Jan Smit | Fotografie: Loskutnikov
De vraag wanneer de olieproductie haar hoogtepunt bereikt, houdt velen bezig. Volgens sommigen is die piek al gepasseerd, anderen (oliemaatschappijen, de OPEC) verwachten deze top ergens in de periode 2030-2040.
Fosfaattekort Olie is niet de enige grondstof waaraan een tekort dreigt te ontstaan. De bodemvoorraad fosfaat bijvoorbeeld is eveneens eindig. In 2008, vlak voor de crisis op de wereldwijde financiële markten, steeg de prijs van fosfaat in korte tijd met een factor tien. Voor de landbouw en de voedselvoorziening dreigde een ramp. Samen met nitraat vormt fosfaat een van de hoofdbestanddelen van kunstmest. En zonder kunstmest dalen de oogsten aanzienlijk. De prijsexplosie van fosfaat was een reactie op de combinatie van slinkende voorraden en de toenemende welvaart in veel niet-westerse landen. Vooral door hogere inkomens in China, India en Brazilië stijgt de vraag naar vlees. Daardoor stijgt de vraag naar graan, waarvoor weer meer kunstmest nodig is. Wanneer de fosfaatproductie precies haar top heeft bereikt, is onbekend. Zeker lijkt wel dat de consumptie van vlees zal blijven stijgen. Die toenemende vraag is een van
de redenen die beleggen in graan, mais, soja en andere landbouwproducten interessant maakt. Althans, voor beleggers met een lange adem. Op korte termijn kan de markt voor deze grondstoffen grote uitslagen laten zien. Diversificatie is een goede remedie om deze uitslagen te dempen.
Exportverbod Hoe volatiel de prijzen van landbouwgrondstoffen kunnen zijn, bleek in de zomer van 2010 toen de Russische premier Poetin een exportverbod voor graan afkondigde. De aanhoudende hitte en droogte noopten de Russen tot deze exportstop. De invloed op de graanprijzen was groot, temeer omdat P akistan en India, twee andere grote graanlanden, tegelijkertijd te maken kregen met natuurrampen. In een paar maanden tijd verdubbelde de graanprijs. Toen de Russen de export hervatten, gingen de prijzen weer snel omlaag. Die grilligheid houdt nauw verband met de lage voorraden. Voorraadposities zijn van groot belang voor de prijzen van (landbouw)-grondstoffen. Graan, maar ook andere grondstoffen als mais, soja, suiker en koffie kennen momenteel nauwelijks buffers. Er hoeft maar iets te gebeuren – een misoogst, speculatie, overheidsinterventies – of de prijzen schieten omhoog of omlaag. Ook speelt mee dat de markten
voor landbouwgrondstoffen hoofdzakelijk nog steeds lokaal zijn georganiseerd. Daardoor kunnen de prijzen per regio nogal fluctueren. Er vindt wel arbitrage plaats waardoor de prijsverschillen weer worden rechtgetrokken, maar dit effect laat altijd even op zich wachten. Op de lange termijn staan alle seinen voor beleggen in landbouwgrondstoffen op groen. Dat geldt zowel voor de vraag als voor het aanbod. Naast de groei van de wereldbevolking en de stijgende welvaart die onder meer resulteert in een groeiende vleesconsumptie, is ook de olieprijs van grote invloed op de vraag naar agrarische grondstoffen. De hoge olieprijs maakt bioethanol als alternatief steeds aantrekkelijker.
Biobrandstoffen In een land als Brazilië bijvoorbeeld is bioethanol al goed voor 22% van het brand stofverbruik; Europa streeft naar 15% van het totale energieverbruik in 2015. Mais en rietsuiker zijn de belangrijke grondstoffen van bio-ethanol – het grootste deel van de wereldwijde maisoogst gaat inmiddels naar de productie van bio-ethanol. Een gevolg van de toegenomen vraag naar biobrandstoffen is de hogere prijs van landbouwproducten. De Tortillacrisis in 2007 in Mexico leerde waartoe dit kan leiden. Door het gebruik van mais als
GRONDSTOFFEN
PurSang 3|2011 35
In Brazilië is bio-ethanol al goed voor 22% van het brandstofverbruik biobrandstof verdubbelden in korte tijd de prijzen van mais en – als gevolg daarvan – ook van tortilla’s. Voor de lagere sociale klassen in Mexico was dit een ramp omdat zij zich dit nationale gerecht niet langer konden veroorloven. Dat de prijzen van olie en andere fossiele brandstoffen de komende jaren verder zullen stijgen, lijkt evident. Aan de aanbodzijde speelt de urbanisatie en het slinkende aantal agrariërs een belangrijke rol. De belangstelling van jongeren voor het boerenvak neemt af. Een land als Japan probeert al mensen uit het buitenland aan te trekken die in Japan het vak willen leren. Die dalende interesse houdt nauw verband met de matige jaren die de landbouw achter de rug heeft. De vooruitzichten mogen dan goed zijn, de afgelopen decennia zijn de reële prijzen van landbouwproducten alleen maar gedaald. Voeg daarbij de kans op een misoogst en de verminderde animo lijkt verklaard. Verder speelt het probleem van uitputting. Langdurig gebruik van kunstmest en overproductie heeft veel landbouwgrond de afgelopen jaren doen verschralen, waardoor uitputting dreigt.
Spreiding Voor wie in grondstoffen wil beleggen zijn er verscheidene mogelijkheden. Voor onze
vermogensbeheerportefeuilles hebben we gekozen voor Tiberius. Deze Zwitserse grondstoffenspecialist belegt gespreid in vijf categorieën grondstoffen: landbouwproducten, vee, industriële metalen, edelmetalen en energiedragers. Daarnaast hebben we bij Vermogensbeheer gekozen voor het beleggen in trackers op de Goldman Sachs Commodity-index (GSCI), een van de belangrijkste graadmeters voor de grondstoffenmarkt. In de GSCI-index zijn energiedragers relatief zwaar vertegenwoordigd. Voor wie zich sec wil richten op landbouwgrondstoffen zijn er indextrackers die in een of meerdere grondstoffen beleggen. Deze zogeheten Exchange Traded Commodities (ETC’s)
zijn in tal van variaties te koop. Spreiding luidt ook hier het devies. ‘In één grondstof investeren kan gevaarlijk zijn, zeker op de korte termijn,’ verduidelijkt Florian Broekhuizen, grondstoffenspecialist bij Van Lanschot. Hij refereert aan de daling van de graanprijs door de opheffing van het Russische exportverbod, eerder dit jaar. De graanprijs daalde hierdoor met bijna een kwart, terwijl mais juist duurder werd. ‘Kies je voor spreiding, dan reduceer je die risico’s,’ aldus Broekhuizen.
Wilt u weten wat Van Lanschot voor u kan betekenen op het gebied van beleggen in grondstoffen? Neem dan contact op met uw adviseur.
36 PurSang 3|2011
VERMOGENSBEHEER
Vermogensbeheer bij Van Lanschot
Specialisatie en grote bewegingen Vermogensbeheer is niets anders dan het vermogen door iemand anders laten beheren. Er zijn behoorlijk veel partijen in de markt die dat doen. Daarom is het belangrijk voor Van Lanschot om onderscheidend te zijn. Hoe? Door een goede structuur en actief beheer.
De structuur bestaat uit een uitgekiende reeks van risicoprofielen. Een risicoprofiel is feitelijk een – door de bank gekozen – verdeling van beleggingen over verschillende categorieën. Dit zijn de vertrouwde – zoals aandelen, obligaties en vastgoed – en enkele nieuwe, zoals grondstoffen en alternatieve beleggingen. Vanuit het verleden zijn van elke categorie de gemiddeld te verwachten rendementen en risico’s op lange termijn bekend. Daarmee zijn ook voor de risicoprofielen de gemiddeld te verwachten rendementen en risico’s te berekenen. Van Lanschot heeft twee reeksen van vijf risicoprofielen opgesteld die precies aansluiten op de financiële planning die de bank voor cliënten opstelt. ’Het risicoprofiel is voor de cliënt de belangrijkste factor die zijn rendement bepaalt,’ zegt Maarten Kneepkens. Hij is hoofd Vermogensbeheer bij Van Lanschot Bankiers. ‘Maar er is meer. Wij denken dat we extra rendement voor onze cliënten kunnen toevoegen door een visie op de markt te ontwikkelen en daarnaar te handelen. We wijken dan met de portefeuilles af van het marktgemiddelde. Dat is actief beheer. Het is daarbij de kunst om je te beperken tot die onderdelen waar je inderdaad waarde kunt toevoegen. De kans om het uiteindelijke doel - de financiële doelstellingen van de cliënt - te halen, moet zo groot mogelijk blijven.
Actief beheer Voor actief beheer is veel research nodig, en er zijn veel gebieden waarop je het kunt toepassen. Je ziet dan ook wereldwijd dat beleggingsinstellingen zich specialiseren. Specialisten leveren – op hun terrein – een superieure prestatie, net als in de atletiek. Van Lanschot gelooft in de kracht van specialisatie, en wil wereldwijd de beste specialisten aan het werk zetten. Van Lanschot specialiseert zich ook zelf, en richt zich specifiek op enkele onderdelen. De belangrijkste zijn asset allocatie en managerselectie.
Asset allocatie is de strategie voor vermogensbeheer. Afhankelijk van omstandigheden en vooruitzichten belegt Van Lanschot meer of juist minder in een beleggingscategorie. Veel factoren spelen een rol, zoals de economie, de waardering van een belegging en het sentiment op de beurs. Ook hier komt het belang van structuur en discipline weer naar voren, om de kans op een goede keuze te vergroten. ‘Maar ook helpen discipline en structuur ons om emotionele beslissingen te vermijden. En om rekening te houden met de mogelijkheid dat markten zich heel anders ontwikkelen dan verwacht,’ legt Kneepkens uit.
Grotere bewegingen Van Lanschot gelooft dat de strategie, de actieve asset allocatie, het best kan inspelen op marktbewegingen die – naar verwachting – één tot drie jaar aanhouden. Grotere bewegingen dus en niet de waan van de dag. De inhaalslag van Aziatische aandelen vanaf 2007 is zo’n beweging, net als de betere vooruitzichten voor bedrijfsobligaties die zich na de financiële crisis van 2008 afspeelden. Kneepkens: ‘Deze beleggingen hebben misschien een hoger risico dan gemiddeld, maar de hogere verwachte rendementen compenseren het extra risico voldoende. De centrale vraag is steeds of een belegging voldoende rendement biedt: worden we beloond voor de risico’s die we nemen?’ Om die vraag te beantwoorden neemt Van Lanschot elke beleggings categorie op drie manieren de maat: de waardering, het sentiment in de markt en de invloed van de economische cyclus. De economische omstandigheden kunnen tegelijk goed zijn voor de ene categorie en slecht voor de andere. Dat moet je dus per beleggingscategorie bekijken. Ook het sentiment kan van categorie tot categorie uiteenlopen. Of geheel naar één kant doorslaan, in euforie of juist pure paniek.
VERMOGENSBEHEER
PurSang 3|2011 37
Specialisten leveren – op hun terrein – een superieure prestatie, net als in de atletiek. Voor de lange termijn Van Lanschot gelooft dat er ook zaken zijn die juist op lange termijn van waarde zijn voor de belegger. Smallcaps bijvoorbeeld of opkomende markten. Smallcaps zijn aandelen van kleinere ondernemingen. Deze zijn favoriet omdat dergelijke bedrijven sneller kunnen groeien dan grotere ondernemingen. Daardoor kunnen ze hogere winstgroei realiseren, wat – gemiddeld op de lange termijn – tot uitdrukking zal komen in een hoger rendement. En opkomende economieën ontwikkelen zich en kunnen sneller groeien dan volwassen economieën.
Managers met stijl De tweede specialisatie van Van Lanschot is managerselectie. Wereldwijd wordt gezocht naar de beste fondsmanagers in elke beleggings categorie. Uitgebreid onderzoek gaat eraan vooraf, maar uiteindelijk wordt een groot deel van de portefeuille ondergebracht bij gespecialiseerde managers. Ook bij de managerselectie heeft Van Lanschot zo haar overtuigingen, vertelt Kneepkens: ‘Allereerst gaan we bij het selectieproces zeer systematisch te werk. De mensen, de organisatie en de beleggingsstijl tellen altijd zeer zwaar bij ons oordeel. We kijken natuurlijk ook kritisch naar de geboekte resultaten, maar het gaat om de beste kans op toekomstige performance.’ Daarnaast heeft Van Lanschot de vaste overtuiging dat niet voor elke markt een actieve beheerstijl het beste is. Soms is een passieve strategie beter. Die geeft je op een goedkope manier het marktgemiddelde, en dat moet je afzetten tegen het feit dat je de kans op extra rendement opgeeft. De portefeuilles zijn steeds een mix van actieve en passieve beleggingen. Als een geselecteerde manager in de portefeuille wordt opgenomen, wordt hij steeds gevolgd. Is de performance goed, zijn het nog dezelfde mensen die de beslissingen nemen, houdt de manager zich aan zijn gekozen beleggingsstijl? ‘Als daar vragen over rijzen, nemen we
meteen contact op. Ook daar eisen we consistentie,’ zegt Kneepkens. Ondanks dat nauwgezette volgen, kiest Van Lanschot bij voorkeur managers met een uitgesproken beleggingsstijl. ‘Managers met een hoge convictie, noemen we die.’
Stabiele portefeuille In de managerselectie ligt de nadruk op de beleggingsstijl die ‘waarde’ of value wordt genoemd. Het is de stijl waarbij de belegger zoekt naar laaggewaardeerde beleggingen, waar de markt veel te negatief over is. Het is een moeilijke strategie, omdat je belegt in zaken die door andere beleggers gemeden worden. De beleggingsstijl van iedere manager moet wel passen bij de rest van de portefeuille. Idealiter vullen de verschillende managers elkaar goed aan. Dat geeft een mooie stabiele portefeuille. Van Lanschot gelooft dan wel in de waardestijl, in smallcaps en opkomende markten, maar deze renderen niet elk jaar beter dan hun tegenhangers. De werkelijkheid is weerbarstig en het kan jaren duren dat het omgekeerde het geval is. Kneepkens: ‘Daar moet je op bedacht zijn. We houden rekening met ons eigen ongelijk. Ook als onze toekomstverwachtingen niet uitkomen, moet de portefeuille goed overeind blijven. Daarom zetten we nooit volledig in op één scenario. Dat biedt extra zekerheid.’ ____________________________________________
38 PurSang 3|2011
WIJN
Column Eric de Bruijn Iedereen vindt het fijn om een cadeau te ontvangen, maar het voelt ook goed om te geven. Een Oosterse wijsheid zegt dat je eerst moet geven om te mogen ontvangen. Dat geldt het hele jaar door en nog meer in december. Deze maand is bij uitstek de traditionele geschenkenmaand, waarbij geven een wezenlijk onderdeel is van de traditie. Hoe kun je nu beter waardering tonen dan met wijn?, zeg ik natuurlijk als wijnliefhebber en wijnkoper. Met een mooie fles wijn spreek je waardering uit naar bijvoorbeeld een zakenpartner of je beste vrienden. Waardering voor dat mooie contract of als ‘bewijs’ van de jarenlange vriendschap.
De rijkdom van geven
Maar welke wijn is geschikt om cadeau te geven? Wordt het een flesje wijn dat even snel wordt aangeschaft bij de supermarkt of de aanpalende slijterij, met een papieren zak erom en dan klaar? Of een fraai houten kistje met bijvoorbeeld de naam van het bedrijf erop? Wat u ook doet, er is een gulden regel, de kwaliteit moet van onberispelijke kwaliteit zijn. Zeker voor een zakelijke relatie is een fraai etiket met dito herkomst van essentieel belang. Een fles Pomerol of St. Emilion grand cru classé van een bekend château zegt alles over de gedane zaken en de waardering daarvoor. Een weinigzeggende Chileense wijn ook, vind ik. Zelfs als het budget geen chique wijnnaam toelaat, is het mogelijk met een fles wijn een gevoel van speciale waardering geven. Alleen al een wijnkist met de naam van het wijnhuis erop maakt de ontvanger blij. De ontvanger weet namelijk dat daar niet een willekeurige fles in zit, over de keuze is goed nagedacht en er is veel aandacht aan besteed. Zo liggen er in onze ondergrondse kelders ruim 300.000 flessen te rusten en te wachten op de echte liefhebbers. Wil je als gever echt uitpakken, dan zijn drie flessen Pétrus of
een kist met daarin flessen Meursault van Domaine des Comtes Lafon en/of Château Cos d’Estournel een waar cadeau voor de liefhebber. Helaas wil de fiscus meesnoepen van uw gulle gaven, dus raadpleeg uw accountant eerst en geef ook hem een mooi kistje. Want zoals gezegd: je moet eerst geven alvorens te ontvangen. Die wijze Chinezen weten al lang hoe het werkt.
Eric de Bruijn Eric de Bruijn is lid van de 7e generatie P. de Bruijn Wijnkopers anno 1772 BV (www.debruijnwijnkopers.nl). Wilt u reageren?
[email protected]
PurSang 3|2011 39
Hij is mede-eigenaar van Bohemian Works, dat over de hele wereld vloeren, handgemaakte bibliotheken en op maat gemaakte tafels van eikenhout levert. Johannes Gast: ‘Hout is het materiaal waarmee ik mijn liefde voor mooie dingen kan vormgeven.’ Bohemian Works produceert en installeert voor particulieren in heel Europa.
Johannes Gast: ‘Hout heeft een sprekende schoonheid’ Gast selecteert uitsluitend de allerbeste kwaliteit. Dat wil zeggen: gecertificeerd hout zonder knoesten en met de beste specificaties, afkomstig van eikenbomen uit het Boheemse Woud in Tsjechië. ‘Hout heeft een sprekende schoonheid,’ zegt hij. Zelf komt hij uit een echt ondernemersgezin. ‘Mijn broer heeft de houthandel van mijn ouders overgenomen. Zij specialiseerden zich in scheepsdekken voor jachtbouwers.’ Na zijn studie in Rotterdam liep hij stage bij zijn broer. Hij ontwikkelde een nieuw concept voor het gebruik van hout door particulieren. Dat concept heeft Gast later toegepast toen hij mede-eigenaar werd van Bohemian Works. Het verloop van zijn carrière is bijzonder. Na de stage vertrok Johannes naar Zuid-Amerika om bij Holland Chemical International te gaan werken. Na vijf jaar maakte hij de switch naar private equity bij NPM Capital en was hij verantwoordelijk voor overnames bij Lost Boys, om vervolgens zelfstandig financieel adviseur te worden. In deze functie kwam hij uiteindelijk in contact met Bohemian Works.
Naar de bron Bohemian Works past het allerbeste hout toe om onder meer prachtige vloeren en bibliotheken met een warme uitstraling te maken. ‘Voor de beste kwaliteit ga je naar de bron. Tsjechië heeft de grootste dichtheid aan landgoederen in Europa. Het land heeft de kennis en het vakmanschap in huis om tot een kwaliteit te komen die geschikt is voor onze klanten. Daarom staat ons bedrijf juist daar,’ vertelt Gast. Zijn klanten kunnen op dit moment onder andere terecht in de showrooms in Praag, Londen en Zeist, waar zij via videoconference direct met de productieafdeling kunnen communiceren. Volgens Gast werkt dat buitengewoon inspirerend en efficiënt. Bohemian Works produceert en installeert voor particulieren in heel Europa en ook voor hotels zoals Kempinsky Hotels in Duitsland en Hotel Sacher in Wenen.
Betrokken en gedreven Van Lanschot Bankiers heeft vier kernwaarden: deskundig, betrokken, onafhankelijk en gedreven. Herkent Bohemian Works zich daar
ook in? Johannes Gast: ‘Een van onze waarden is het werken voor iedereen zo leuk mogelijk te maken, zodat iedereen zich betrokken voelt bij het bedrijf en we de beste vakmensen kunnen aantrekken. Wij verwachten kwalitatief een hoog niveau. Daarbij is deskundigheid een vereiste. We geven onze werknemers verantwoordelijkheid en vertrouwen door ze zelfstandig naar projecten door heel Europa te laten gaan. Dat bevordert de betrokkenheid en gedrevenheid. Het geeft mij de ruimte om veel nieuwe projecten binnen te halen.’ Verantwoordelijkheidsgevoel en vertrouwen ziet hij ook bij Van Lanschot, waar Gast privé bankiert sinds 1992. Ook als expat in ZuidAmerika vond hij het plezierig en vooral makkelijk om zijn zaken via Van Lanschot te regelen. Thans weet hij zich gesteund door zijn banker Patrice Peijnenburg van kantoor Amsterdam. ‘Zij is betrokken, kent mijn wensen en neemt haar verantwoordelijkheid. Dat geeft mij de ruimte die ik nodig heb om me bezig te houden met mooie dingen.’ ______ www.ardecointerior.com
40 PurSang 3|2011
Topadvocaat Jan Louis Burggraaf
Leven en werken met passie Jan Louis Burggraaf is gepassioneerd in alles wat hij doet. ‘Passie maakt je leven enerverend,’ zegt de advocaat. Jolanda Penninx, directeur Business Professionals & Executives bij Van Lanschot, sprak met haar cliënt over een onderwerp dat zowel Allen & Overy, waar Burggraaf compagnon is, als haar werkgever Van Lanschot Bankiers aan het hart gaat. Tekst: Arlette van Dort | Fotografie: Mo Barends
Penninx: ‘Jan Louis, wat is passie voor jou?’ Burggraaf: ‘Een vorm van innerlijke gedrevenheid en een bron van veel energie. Het heeft te maken met je levensinstelling en je karakter. Ik ben gepassioneerd ten aanzien van alles wat ik doe. In mijn werk, in de zorg voor mijn twee zoons, maar ook in mijn hobby’s.’ P: ‘Hoe belangrijk is passie voor jouw werk?’ B: ‘Het is een innerlijke bron om er niet 100%, maar 110% voor te gaan. Het uit zich in een bijzondere vorm van aandacht, gedrevenheid en betrokkenheid. Wat je doet moet je perfect doen, met complete inzet en volledige overgave. Je cliënt voelt of zijn of haar zaak jouw zaak is geworden. Ik ga er helemaal voor, het is voor mij geen afstandelijke en abstracte exercitie van papierschuiven over mijn bureau. Het is een bijna existentiële betrokkenheid. Ik zit dan met hart en ziel in zo’n transactie en word integraal onderdeel van het team van de cliënt. Dit geldt uiteraard voor mijn hele team.’ P: ‘Lukt het dan om professionele afstand te houden?’ B: ‘Dat is inderdaad een spanningsveld. Ik moet mijn best doen om niet zo vervlochten te raken met de cliënt dat ik mijn adviseursrol niet kritisch-constructief kan waarmaken. Ik blijf adviseur, maar wel een die heel dicht bij de klant staat, als het ware in de klant zit, qua besluitvorming. Ik ga met zo’n zaak naar bed en sta ermee op. Bij tijd en wijle is dat zwaar,
voor mijzelf en voor mijn professionele en privéomgeving.’ P: ‘In de acht jaar dat wij elkaar kennen heb ik nog nooit gemerkt dat je het te zwaar vindt. Je gedrevenheid en betrokkenheid blijven enorm.’ B: ‘Dat klopt, ik vind de M&A-praktijk (Mergers and Acquisitions, red.) geweldig. Voor bestuur en commissarissen is de fusieen overnamewereld ontzettend complex geworden. Vijftien jaar geleden kon je het voor 85% goed doen, nu moet je het voor 99,9% goed doen. De foutmarge is praktisch nul, niet alleen qua interne dynamiek van besturen, raden van commissarissen, personeel, ondernemingsraden en vakbonden, maar ook extern, ten aanzien van toezichthouders, de politiek en niet te vergeten de publieke opinie.
‘ervaringskennis is cruciaal’ Het leuke is dat op dit niveau de technische kennis van de wet- en andere regelgeving misschien 30% van mijn bijdrage is. De belangrijkste 70% gaat erover hoe je strategisch en tactisch de regels toepast in een bepaalde context en het proces beheersbaar houdt, zodat je zonder kleerscheuren door de woelige periode komt. Niet de formele regeltjes zijn daarbij cruciaal, maar de ervaringskennis.’
P: ‘Procesbegeleiding is dus veel belangrijker?’ B: ‘Absoluut, en dat is juist zo leuk. Ik bemoei mij de ene dag met de daadwerkelijke onderhandelingen over een overeenkomst met een bieder, de volgende dag zit ik met de Autoriteit Financiële Markten om de tafel en op dag drie met de centrale ondernemingsraad. Met alle vezels van mijn adviseursrol zit ik erin. Ik moet mij 24/7 inzetten. Als je deze professie niet met hart en ziel doet, kun je gewoon de mentale en fysieke belasting niet opbrengen.’ P: ‘Dat 24/7 is niet overdreven. Het zal niet de eerste keer zijn dat je assistente op zaterdagmiddag opbelt.’ B: ‘Daarom ben ik ook zo blij met Van Lanschot. Jullie zijn een gepassioneerde bank. Niet de goedkoopste, maar absoluut service-georiënteerde. Als ik twee nachten doorwerk heb ik — afgezien van een douche — soms gewoon geld nodig. Bijvoorbeeld omdat de aannemer volgens afspraak cash wil hebben, iets waar mijn hoofd dan totaal niet naar staat. En als ik langer in het buitenland blijf dan gepland, is een telefoontje van mijn assistente genoeg om mijn creditcardlimiet flink te overschrijden. Service, service, service, dat zie en ervaar ik bij Van Lanschot en dat hoop ik bij Allen & Overy ook voor onze klanten waar te maken. Meteen koffie als je binnenkomt, 24 uur per dag goede catering. Kleine dingen die op de schaal waarop je
PurSang 3|2011 41
opereert nauwelijks iets kosten, maar die lange dagen enorm veraangenamen. Dat is ook mijn beleving van de bank.’ P: ‘Voor ons is die gedrevenheid ook vanzelfsprekend. Bereikbaarheid, meedenken, onze klanten het gevoel geven dat hun financiën goed geregeld zijn, zodat zij met heel andere zaken bezig kunnen zijn. Over andere zaken gesproken, volgens mij heb jij meer passies dan je werk.’ B: ‘Als je de invulling van je werk optimaal wilt maken, moet je er dingen naast doen. Als je gevraagd wordt voor besturen die niets met je werk te maken hebben, maar waarin je wel een rol kunt vervullen, moet je dat doen. Ik help bijvoorbeeld Plan Nederland als lid van de raad van toezicht, ben betrokken bij kerkenwerk en ben trustee van een internationaal orkest.’ P: ‘En dichter bij huis?’ B: ‘Mijn zoons natuurlijk en ik ben een groot barokliefhebber. Daarnaast heb ik een enorme interesse voor alle boeken, foto’s en documenten die met special forces te maken hebben.’ P: ‘Commando’s en mariniers?’ B: ‘Inderdaad. Ik heb over deze helden een enorme bibliotheek. Als er één groep binnen de samenleving is met passie en commitment, zijn zij het wel. Mentaal en fysiek gaan ze tot het gaatje. Waar iedereen afhaakt, gaan zij door. En zonder bij wijze van spreken bonussen, aandelenplannen of -opties, voor een relatief gering inkomen. Dat fascineert en intrigeert mij. Ik kan om drie uur ’s nachts opstaan om op een boek of foto op eBay te bieden. Dat doe ik heel geregeld, er komen op kantoor bijna dagelijks eBay-pakketjes binnen. Alles in je leven moet je met passie bedrijven, ook hobby’s. Dat maakt het fantastisch.’ P: ‘Heb je er bewondering voor dat zij zonder aandelenopties zo ver gaan?’ B: ‘Natuurlijk. Ik realiseer me dat Allen & Overy een piepklein deel van onze samenleving is. Door mijn hobby kom ik bij veel verschillende mensen thuis. Dat vind ik overigens ook zo waardevol aan de kerk. De kerk is de grootste equalizer in de samenleving, iedereen zit daar zonder aanzien des persoons. Rijke of arme zondaren, allemaal moeten we van genade leven. Ik vind het belangrijk dat je hard werkt, maar geen nerd wordt. Een gepassioneerd specialist kan alleen opereren vanuit een maatschappelijke bedding. Eropuit dus!’ ________________________________________
Jan Louis Burggraaf en Jolanda Penninx
Jan Louis Burggraaf is advocaat en compagnon bij Allen & Overy. Hij is gespecialiseerd in fusies en overnames, met nadruk op openbare biedingen. Hij werd in 2004, 2005, 2006, 2007, 2009 en 2010 uitgeroepen tot beste M&A-advocaat van Nederland en was dealmaker van het jaar 2008. Burggraaf adviseerde diverse grote ondernemingen en banken, waaronder Draka bij het openbaar bod door Prysmian, ABN Amro bij de overname door het consortium RBS-Fortis-Banco Santander, de Persgroep bij haar overname van PCM Uitgevers, Nuon bij de overname door Vattenfall en KLM bij de fusie met Air-France.
42 PurSang 3|2011
Jachtarchitect Cor de Rover
‘Een ontwerp moet tijdloos, klassiek en waardevast zijn’ Cor de Rover, op een binnenvaartschip geboren, heeft ‘het water in zijn bloed’. Hij woont en werkt in het voormalige veerhuis in Nieuwpoort, met een schitterend uitzicht over de Lek. Mooie plek voor een gesprek met de ontwerper van motorjachten.
Tekst: Sylvia Monné
‘Als kind hield ik al van tekenen en wist ik zeker dat ik vliegtuigontwerper zou worden. Die opleiding zat helaas al vol en daarom heb ik voor MTS werktuigbouw en scheepsbouw gekozen. Tijdens een stageperiode bleek dat ik veel gevoel voor vormgeving had. 99% van het werk dat ik nu doe bestaat uit vormgeving; uiteraard is het daarbij een groot voordeel dat ik een gedegen technische opleiding heb.’ Waaraan herken je een jacht dat van jouw tekentafel komt? ‘Of ik nou een jacht maak van 15 of van 120 meter lengte, ik gebruik eenvoudige en mooie lijnen die leiden tot een tijdloos en klassiek ontwerp. Ik “speel” tijdens het ontwerpproces als het ware met het geld van mijn opdrachtgever. Ik ben het hem of haar verplicht een schip te creëren dat waardevast is. In mijn presentatiemateriaal heb ik het als volgt geformuleerd: Timeless design turns a yacht into a solid investment.’ Wat is het mooiste aspect van je vak? ‘Ik praat met mijn klanten over het realiseren van hun droom. Het is een artistieke uitdaging
om die droom vorm te geven. Het fantastische van dit vak is dat je daarbij alle vrijheid hebt; je hebt niets te maken met gemeentelijke verordeningen of welstandcommissies. Datgene wat je samen bedenkt, kun je gewoon uitvoeren.’
zoals gebruikelijk is. Een kleiner schip heeft voor de eigenaar grote voordelen: behalve dat de onderhoudskosten lager zijn en er minder personeel nodig is, kun je leukere havens binnenvaren.’
Hoe ben je omgegaan met economische tegenwind? ‘Ik heb de tegenspoed nuttig gebruikt door nieuwe ideeën te ontwikkelen. Dat heeft geleid tot het ontwerp van een 45-meterschip dat de binnenruimte en de amusementswaarde heeft van een 60-meterschip. Die extra ruimte heb ik gecreëerd door de eigenaar de beste plek op het schip te geven in plaats van de kapitein,
‘Ik oriënteer me momenteel op de Chinese markt, die enorme potentie heeft. Chinezen leven anders dan wij, vinden andere zaken belangrijk en willen bijvoorbeeld een grote ronde eettafel aan boord omdat eten voor hen vooral een sociale functie heeft. Ik laat er nu ook een jacht bouwen om te kijken hoe dat gaat. Chinezen hebben nog niet zoveel gevoel voor design, maar ze kunnen wel alles maken en kopiëren. Er gaat erg veel tijd in zitten om vertrouwen te winnen en om ze te leren welke kwaliteitseisen wij stellen, maar China is absoluut de markt van de toekomst.’ _________ Naam: Cor de Rover (46) Beroep: architect van motorjachten Onderneming: Cor D. Rover Design (www.cor-d-rover.com ) Relatie met Van Lanschot sinds: 1997
DGA
PurSang 3|2011 43
Column Lucien Claessens Twaalf jaar geleden sprak ik een jong stel. Hij was timmerman; zij kleuterjuf. Ze hadden de jackpot van de Staatsloterij gewonnen, voor een private banker uiteraard een interessant gegeven. In de wetenschap dat ik wellicht niet de eerste bankier zou zijn die over de vloer kwam, nam ik me voor me te onderscheiden door niet gelijk over beleggen te beginnen. ‘Eerst maar eens vragen wat het met een mens doet.’
Hart, brein en portefeuille
Het was voor eerst dat ik me realiseerde dat er ook minder leuke kanten aan ‘plotselinge rijkdom’ zitten. Zo vertelde zij dat ze al een aantal kennissen armer was. Op verjaardagen werd het doosje bonbons en het boeketje bloemen ineens niet meer gewaardeerd. Daar kon toch wel iets meer van af? Hij had soortgelijke ervaringen op de voetbalclub; zijn maten vonden het onbegrijpelijk dat je in zijn situatie met een splinternieuwe VW Kever Cabrio – voor hem een droom – komt voorrijden. Dat moest toch op zijn minst een Porsche zijn. Het echtpaar had ook veel last van lieden die kwamen bedelen voor goede doelen. ‘Om gek van te worden,’ zeiden ze. En dan die bankiers: ‘Allemaal begonnen ze over beleggen, terwijl ons hoofd daar absoluut niet naar stond en wij er geen ervaring mee hadden.’ Of er dan niemand was die begreep wat ze doormaakten? Van de een op de andere dag voelden ze zich in sociaal opzicht heel eenzaam. Ik schrok behoorlijk van dat alles en ik adviseerde om het geld voorlopig maar eens op deposito te stallen en vooral geen overhaaste besluiten te nemen. Zo gezegd, zo gedaan. Ik bleef daarna contact houden. Na verloop van tijd hadden ze zich weer hervonden. Ze besloten hun appartement te verlaten en een nieuw huis te bouwen. Ruim van opzet, maar niet te opzichtig. Ook bleven ze werken en
alleen de vrienden die hun echt persoonlijk waardeerden, bleven over. Af en toe een verre reis was feitelijk de enige luxe die ze zich permitteerden. Het normale leven ving weer aan. Ook de opvoeding van de kinderen veranderde niet; ze kregen normaal zakgeld en voor iets extra’s namen ze een vakantiebaantje. ’Zo leren ze tenminste de waarde van geld kennen en wekken we niet de illusie dat ze straks niet hoeven te werken,’ was hun gedachte. Tot op de dag van vandaag leven ze nog steeds het leven zoals ze het altijd leefden. Rustig, bescheiden en veilig. Ik moest in mijn vakantie hieraan terugdenken, terwijl ik bladerde in een tijdschrift waarin het wel en wee en soms de meest onsmakelijke uitspattingen van beroemdheden tot in details werden beschreven. Ik vraag me vaak af wat de Paris Hiltons van deze wereld ertoe brengt om zich te gedragen zoals zij doen. Verveling, omdat men geen levensdoel heeft? Sociale isolatie, omdat ‘vrienden’ alleen in het geld in plaats van de persoon zijn geïnteresseerd? Onvoldoende eigenwaarde, omdat men zelf nooit iets gepresteerd heeft? De waarde van geld niet onderkennen, omdat tijdens de opvoeding alle wensen en behoeften met financiële compensatie werden afgekocht? Wie zal het zeggen... Hoe dan ook, ze lijken me verre van gelukkig met al hun geld. Rodolfo Gucci verwoordde zijn zienswijze op rijkdom erg mooi: hart, brein en portefeuille moeten altijd met elkaar in harmonie zijn om gelukkig te zijn. Wanneer die drie elementen niet in balans zijn, ontstaan er problemen.
Lucien Claessens is directeur Centrale DGA Desk bij Van Lanschot
44 PurSang 3|2011
IN GESPREK met client
De wereld waarnemen Moderne kunst is niet te begrijpen, die komt op je af. Dat gebeurt bijvoorbeeld in de wijde zalen van De Pont, museum voor hedendaagse kunst in Tilburg. Directeur Hendrik Driessen vertelt hoe hij en de zijnen deze tempel zonder subsidie of donaties uit het niets opbouwden en levensvatbaar maakten.
Hendrik Driessen voor het kunstwerk Vertigo van Anish Kapoor (India)
Tekst: Egbert-Jan Riethof | Fotografie: Goffe Struiksma
In een van de hallen van de voormalige textielfabriek staat een enorme kromme spiegel. Wie erop afloopt, ziet zichzelf ondersteboven. Maar het gevaarte is zo imponerend dat de associatie met een lachspiegel uitblijft. Even verderop staat een object dat lijkt op een neergestorte… tja. De blik blijft hangen. Niemand kan zeggen waarom, maar het is meer dan een chaotische berg objecten. In 1988 overleed advocaat en ondernemer Jan de Pont. Hij liet een deel van zijn vermogen na aan een stichting, die sinds de oprichting cliënt is bij Van Lanschot Bankiers. Het museum zelf opende de deuren in 1992. Er was op dat moment niets, behalve het eigen vermogen dat de stichter had nagelaten. Het rendement ervan was het kapitaal waarmee Hendrik Driessen, afkomstig van het Van Abbemuseum in Eindhoven waar hij waarnemend directeur en hoofdconservator was, moest werken. Musea die voortkomen uit een particulier initiatief starten vrijwel altijd met een verzameling nagelaten kunstwerken – neem Museum Boijmans Van Beuningen – maar De Pont was in den beginne een museum zonder collectie of reputatie.
‘De wolspinners kwamen bij ons in dienst en werden zeer betrokken museummedewerkers’
Eigenstandig Kunstsubsidie is anno 2011 een beladen begrip. ‘We hebben altijd bewust vermeden subsidie aan te vragen’, zegt Hendrik Driessen. ‘In het begin vonden we het moreel ongepast om, zonder nog iets te betekenen te hebben, mee te gaan eten uit de ruif die bestemd was voor al langer bestaande collega’s. Subsidie voor nieuwe aankopen was na verloop van tijd best te krijgen, maar, en dat was het tweede motief, het zou ons handelen vertragen. We zouden inzage moeten geven in interne zaken en allerlei commissies zouden het aankoopbeleid mede bepalen. Dat wilden we niet. We wilden eigenstandig opereren.’ Het begin was dus al uniek, de voortzetting ook. Jan de Pont bezat zelf nauwelijks kunst, maar had een fascinatie voor het kunstenaarschap. Mensen maakten, zag hij in, dingen die de wereld niet per se nodig had om voort te bestaan, dingen die niet eens op esthetische gronden altijd als ‘mooi’ te waarderen waren en die zij bleven maken ook al was er een onzekere afzetmarkt. Driessen: ‘Wij hebben kunstenaars nodig om de wereld om ons heen beter te kunnen ervaren en waar te nemen, er begrip voor en grip op te krijgen. In het huidige politieke klimaat lijkt het niet meer zo vanzelfsprekend om die mening toegedaan te zijn, maar hoe dan ook, Jan de Pont wilde iets voor de kunstenaars en dus ook voor ons allemaal betekenen.’
Iets betekenen Zelf begon Hendrik Driessen zijn carrière bij de legendarische tv-persoonlijkheid Pierre Jansen in het Gemeentemuseum Arnhem.
‘Wij hebben kunstenaars nodig om de wereld om ons heen beter te kunnen ervaren en waar te nemen’ – Hendrik Driessen –
Later werkte hij in het Stedelijk Museum in Amsterdam en het Van Abbemuseum. Instellingen die wel subsidie kregen, waardoor hij het klappen van de zweep kende. ‘Toen ik hier kwam, ging het in het overleg met het stichtingsbestuur om twee vragen: wat kunnen we toevoegen aan het bestaande en waar en hoe gaan we dat doen? Het kon alle kanten uit, het had ook een subsidie verstrekkende instelling kunnen worden, of we hadden atelierwoningen kunnen bouwen. De opdracht was: iets betekenen voor de kunstenaar. Het werd uiteindelijk het aloude model van een presentatie- en verzamelinstelling. Door een reeks toevalligheden werd de locatie dit gebouw.’ Hendrik Driessen had aanvankelijk gedacht aan een soort nederzetting in een Hollands polderlandschap, nieuwbouw die zich kon uitbreiden als de uitdijende collectie dat vereiste. Zo romantisch werd het niet, maar de Tilburgse wolspinnerij Thomas de Beer mocht er ook zijn. De twaalf spinstraten waren in 1989 nog vol in bedrijf, de enorme hallen stonden vol machines. Foto’s uit die tijd hangen in het museumcafé. ‘Er was weinig toekomst voor de fabriek. Hier beginnen was een goed besluit en de wolspinners kwamen bij ons in dienst. Ze deden eerst diverse stages en hebben zich later in hun tweede loopbaan zeer betrokken museummedewerkers betoond.’
Klein en beperkt Het financiële beleid kreeg een naam die best iets wakker roept: lean en mean. De organisatie bleef klein en beperkt, medewerkers vervulden ook taken die niet in hun functieomschrijving stonden. Vandaag de dag, nu
er ongeveer 60.000 bezoekers per jaar zijn, doet de organisatie het met achtenhalve formatieplaats, tegen in het begin – met een collectie die zich pas geleidelijk opbouwde – acht. Hendrik Driessen: ‘In organisaties zie je vaak dat mensen zich steeds meer taken toedichten en voor je het weet heb je een overhead die niet meer in relatie staat tot wat je brengt. Dat leek me iets om te voorkomen. We werken met een budget waarin het doel centraal staat en het verschuiven van middelen nog mogelijk is. Dat hoef ik niet te verantwoorden tegenover een andere instantie dan mijn eigen bestuur. Dat werkt prettig.’ In 1992 had De Pont drie werken in de eigen collectie. Dat werden er langzaam, stapsgewijs, meer. Andere werken leende het jonge museum erbij. ‘We hebben het doel van de stichting vertaald in het opbouwen van een verzameling van hedendaagse kunst en het maken van presentaties daaruit, ondersteund met tijdelijke exposities van kunstenaars van buitenaf die een extra schakering geven aan het bestaande. We zien die werken als zichtzending voor nieuwe aankopen, die het organisme van de bestaande verzameling kunnen aanvullen en verrijken. Wat we al hebben krijgt zo meer invalshoeken. Het lean en mean vertalen we ook naar de collectie: weinig kunstenaars, maar van hen een zo goed mogelijke representatie. Geen encyclopedische collectie. Onze reputatie reikt, nu we net adolescent af zijn, tot over de landsgrenzen. En de financiële positie is goed.’ _________________________
46 PurSang 3|2011
GOLF
Boeljon zoekt de perfecte swing De ster van topgolfster Christel Boeljon rijst razendsnel. Ze won dit jaar haar eerste grote toernooi, nestelde zich stevig in de Europese golftop en veroverde een plaats bij de 50 beste spelers van de wereld. Ze hunkert naar meer. ‘Waarom zou ik niet de nummer één kunnen worden?
Tekst: Annemarie van der Tuijn | Fotografie: Rob Acket
Christel Boeljon kijkt met bewondering naar het foutloos gemodelleerde gras op de nieuwe golfbaan The Dutch. Een baan van een geweldige kwaliteit, constateert ze. ‘Perfect onderhouden, dat zie je in Nederland niet gauw.’ Ze oogt fit en uitgerust, ondanks haar overvolle programma. In plaats van één is ze dit jaar actief op twee golftours: de Europese en de Amerikaanse. Dat betekent dat ze zo’n dertig toernooien speelt en dus ook minimaal dertig weken lang de wereld over reist. ‘Het is best vermoeiend, ook mentaal. Dat heb ik de afgelopen week echt gevoeld. Dan weet ik dat ik een rustmoment moet inlassen. Ik moet mezelf sparen om op wedstrijddagen top te zijn. Dat is soms moeilijk, want dit is wat ik wil. Het is een heel mooi bestaan.’
tijd in Amerika heeft mij gevormd, als golfer en als persoon. Ik was er op mezelf aangewezen en moest in één klap op eigen benen staan. Daardoor heb ik mezelf heel goed leren kennen en ben ik snel volwassen geworden. Die drie jaar hebben me veel ervaring gebracht, ook in mijn spel.’ Boeljon speelt dan in een team met studentes die allemaal al zeker weten dat ze het willen gaan maken in de golfsport. Ze komen uit in de hoogste divisie. ‘Het niveau was behoorlijk goed en je speelt op topbanen, daar heb ik erg veel aan gehad. Die ervaring zou ik in Nederland nooit hebben kunnen opdoen. Hier kijkt men op een hele andere manier tegen sport aan. In Amerika is sport onderdeel van de cultuur.’
Balgevoel
Snelle opmars
Boeljon leert de golfsport op haar zevende kennen, wanneer haar ouders haar meenemen naar de driving range. Ze heeft er meteen al plezier in en ze heeft talent. Christel kan echter niet alleen heel goed uit de voeten met een golfclub, maar ook met een hockeystick. In beide sporten klimt ze snel op. Op haar elfde komt ze in de C-selectie van de Nederlandse Golf Federatie. ‘Toen was golf voor mij al meer dan alleen een leuk spelletje. Ik ging trainingen van de federatie volgen en in de zomer kwam ik uit op toernooien. Daarnaast hockeyde ik ook op een redelijk hoog niveau. De combinatie van school en twee sporten die veel van mij vergden, was moeilijk en werd steeds moeilijker. Dus moest ik een keuze maken.’ Op haar vijftiende kiest Boeljon definitief voor golf, deels omdat ze dan al weet dat ze aan topsport wil doen. ‘In golf zat simpelweg meer toekomst, omdat het een individuele sport is. Bij een teamsport ben je afhankelijk van anderen, daar haal ik veel minder voldoening uit.’
In januari 2009, direct na haar terugkeer uit de Verenigde Staten, wordt Boeljon professioneel golfster. Ze begint op de Ladies European Tour met een 41e plaats op de ANZ Masters in Australië en een dertiende stek op het Woman’s Australian Open. Daarna gaat het hard met haar carrière. Ondanks een vervelende virusinfectie aan het begin van dit jaar, blijft ze topklasseringen halen. Haar eerste grote toernooiwinst als prof volgt in mei in Turkije, een maand later mag ze zich de beste van Europa noemen. En passant schaart ze zich bij de beste 50 golfers van de wereld. Dat laatste is geen enkele andere Nederlandse golfer, man noch vrouw, ooit gelukt. Dankzij haar prima spel is de droom van Boeljon dit jaar werkelijkheid geworden: het spelen van de Solheim Cup, de tweejaarlijkse strijd tussen de twaalf beste Europese en Amerikaanse vrouwelijke golfers, het equivalent van de Ryder Cup voor mannen. Ze veert op als ze erover vertelt. ‘Het is een belangrijke krachtmeting en ik ben nu zo goed als zeker van deelname. Zo gaaf. Amerika is op papier sterker, maar het blijft een momentopname. Het kan alle kanten op.’
Bijleren in de Verenigde Staten Op haar achttiende vertrekt Boeljon in haar eentje voor drie jaar naar de Verenigde Staten. Ze gaat er studeren aan de Purdue University in de noordoostelijke staat Indiana en golft toernooien tegen studenten teams van andere universiteiten in de regio. Het is een soms zware, maar vooral heel leerzame en belangrijke periode, vindt ze zelf. ‘Mijn
Teamwork Boeljon heeft gekozen voor een individuele sport, maar dat betekent niet dat ze het allemaal in haar eentje voor elkaar moet boksen. ‘Ik heb het geluk dat ik bij Golf Team Holland zit. >>
GESPREK
‘Dit is een heel mooi bestaan’ – Christel Boeljon –
PurSang 3|2011 47
48 PurSang 3|2011
GOLF
‘Zonder een goed team om je heen kun je de wereldtop niet bereiken’ Alles wordt tot in de puntjes voor mij geregeld, zodat ik me alleen op het golfen hoef te richten. Dat scheelt heel veel. Ik ken meiden die deze faciliteiten niet hebben. Zij staan op de baan nog te bedenken of ze alles wel hebben geboekt. Dat werkt natuurlijk niet. Zonder een goed team om je heen kun je de wereldtop niet bereiken. Ik moet fysiek, mentaal en technisch goed zijn. Daar heb ik anderen bij nodig. Mijn osteopaat en fysiotherapeut bijvoorbeeld, om blessures te voorkomen. Ik moet per slot van rekening nog zeker tien jaar mee. Het vertrouwen dat ik van die mensen krijg, helpt ook in mijn ontwikkeling en in mijn sport.’ Haar coach, Eric der Kinderen, heeft een grote rol in het verder verbeteren van haar techniek. ‘Het gaat om details, fijnslijpen. Juist dat is erg lastig en daar moet ik aan blijven werken. Ik zit technisch op een vrij hoog niveau, maar ik moet kritisch naar mezelf blijven kijken. Een coach is en blijft daar belangrijk in. Ik heb een goede klik met Eric, we begrijpen elkaar goed.’
Toekomstplannen Dit jaar speelt Boeljon toernooien in zowel Europa als Amerika. Een loodzwaar programma, maar ze moet wel als ze haar toekomstplannen wil verwezenlijken. ‘Het zit in de planning om de focus meer op Amerika te leggen, om daar meer toernooien te gaan spelen. In Amerika vind je de beste spelers en de beste golfbanen. Daar wil ik me gaan meten. Dan moet ik wel mijn speelrecht behalen. Daarvoor moet ik aan het eind van het jaar bij de mondiale top-80 zitten en sowieso tien toernooien in de Verenigde Staten spelen. Ik zal overigens nooit fulltime in Amerika golfen, maar ook altijd in de Europese tour blijven spelen. Dat is dicht bij huis, van een goed niveau en gezellig. Ik ken heel wat Europese meiden. Soms delen we een hotelkamer of appartement. Het is een vriendinnenkring.’ Haar laatste toernooi dit jaar speelt Boeljon in december in Dubai. ‘Het zijn volle jaren, maar gelukkig ben ik nu technisch zo goed dat mijn swing dat aankan. Als het seizoen voorbij is, leg ik mijn golfclubs even weg. Normaal gesproken neem ik ze mee als ik op vakantie ga, maar dit jaar zullen de mensen in mijn team wel zeggen dat dat niet verstandig is. Het is belangrijk dat ik even niks doe.’ Zo ver is het echter nog niet. Boeljon staat op het punt om naar weer een reeks buitenlandse toernooien te vertrekken. Maar niet voordat ze een oefenrondje op The Dutch heeft gespeeld. ____________________________________________ Op Sport1 is van 23 tot en met 25 september Christel Boeljon live te volgen bij de Solheim Cup. Ook ziet u op deze zender een documentaire die aan haar gewijd is.
Golf Team Holland is een initiatief van Van Lanschot Bankiers , de NGF en het management van Maarten Lafeber. Golf Team Holland steunt Nederlandse golftalenten op sportief gebied, maar helpt hen ook bij de financiën en de contacten met sponsors en andere belanghebbenden. Golf Team Holland stelt strenge eisen aan haar topgolfers. Het team is bedoeld voor toptalenten die als amateur al succes hebben geboekt. Naast Christel Boeljon bestaat Golf Team Holland op dit moment uit Wil Besseling, Richard Kind, Dewi-Claire Schreefel, Floris de Vries, Tim Sluiter en Jurrian van der Vaart. www.golfteamholland.nl
The Dutch, idyllisch gelegen bij het Lingebos, is een golfbaan op Internationaal Championship-niveau. De baan is ontworpen door golflegende Colin Montgomerie. The Dutch, onlangs geopend, is een mengeling van traditie en moderne golfsport en profileert zich als de eerste zakelijke golfbaan van Nederland.
www.clubrobinson.nl
INCLUSIEF
Meer tijd voor elkaar. ROBINSON biedt compleet verzorgde Clubvakanties. Sport, ontspanning en een gezonde levenswijze zijn onderdelen van onze filosofie. Alle Clubs liggen op schitterende locaties in de Alpen, rond de Middellandse Zee, de Atlantische Oceaan en op de Malediven. Een ROBINSON vakantie staat voor rust, een uitstekende kwaliteit en vele extra’s. Exclusief was nog nooit zo inclusief! Kinderopvang, sport- en wellnessfaciliteiten en eten op sterrenniveau.
VOOR MEER INFORMATIE EN RESERVERINGEN KIJK OP WWW.CLUBROBINSON.NL, GA NAAR UW ANVR REISBUREAU OF BEL 0900-ROBINSON (0900-7624676) 15 CPM.
50 PurSang 3|2011
financiEle planning
In deze rubriek houden mr Hanneke Kroonenberg CB en Mariëtte Elling FFP, werkzaam bij het kenniscentrum van Van Lanschot Bankiers, u op de hoogte van ontwikkelingen op het gebied van financiële planning.
Wijziging in huwelijksvermogensrecht Als u samen met uw partner een woning koopt en een van beiden brengt eigen geld in, dan is het belangrijk om goede afspraken hierover te maken. De wet kent hiervoor een regeling die op korte termijn gaat veranderen. Hanneke Kroonenberg en Mariëtte Elling tonen aan de hand van een praktijkvoorbeeld de impact van de wetswijziging.
Een relatie heeft een afspraak gemaakt met zijn private banker. Relatie is DGA en heeft vorig jaar zijn bedrijf verkocht. Het vermogen van zijn BV bestaat nu uit onroerend goed, effecten en liquide middelen. Deze cliënt is rond de vijftig en is getrouwd op huwelijkse voorwaarden, met zogenaamde koude uitsluiting. Dit houdt in dat er geen gemeenschappelijk eigendom is, tenzij er zaken samen worden aangekocht. Zijn echtgenote is enkele jaren jonger en heeft een goed betaalde baan bij een advocatenkantoor. Zij hebben geen kinderen.
Huwelijksvermogensrecht De afspraak is gemaakt, omdat deze relatie per januari 2012 samen met zijn echtgenote een woning gaat kopen (aankoopprijs € 900.000,-). Zijn echtgenote heeft recent geld geërfd van haar vader (€ 300.000,-) en wil dit inbrengen bij de aankoop van de nieuwe woning. Het restant wil men gezamenlijk financieren (€ 600.000,-). Beiden vragen zich af wat hiervan de gevolgen zijn en dan met name hoe mevrouw ooit haar geld terugkrijgt. Beiden hebben namelijk al een echtscheiding achter de rug en zij willen de zaken nu goed en duidelijk regelen. De banker geeft aan dat zij het op dit punt kunnen regelen op de wijze die zij zelf kiezen. Indien er niets wordt geregeld, is automatisch de wettelijke regeling van toepassing. Deze wettelijke regeling gaat
echter op korte termijn veranderen. Er is namelijk een wetsvoorstel aangenomen dat naar verwachting op 1 januari 2012 in werking treedt.
Huidige wettelijke regeling Onder het huidige recht heeft de vrouw een nominale vordering van € 300.000,- op het gemeenschappelijke pand. Het maakt niet uit of het huis in de toekomst in waarde daalt of stijgt. Als de woning over een aantal jaren wordt verkocht voor bijvoorbeeld € 1.200.000,- moet de hypothecaire lening van € 600.000,- worden afgelost. Mevrouw heeft recht op haar nominale vordering van € 300.000,-. De overwaarde van € 300.000,- wordt door de echtgenoten verdeeld. Mevrouw krijgt uit de verkoop dus totaal € 450.000,- (€ 300.000,- + € 150.000,-) en haar echtgenoot € 150.000,-.
Na invoering wetsvoorstel Onder de nieuwe wettelijke regeling heeft de echtgenote recht op een vergoeding van een deel van de waarde van het pand en dus niet meer op een nominaal bedrag. De echtgenote heeft dan recht op het deel dat overeenkomt met haar inbreng bij de aankoop ten opzichte van de totale investering. In dit geval dus 1/3 deel. Indien de woning na enkele jaren voor € 1.200.000,- wordt verkocht, heeft zij recht op 1/3, zijnde € 400.000,-. Na aflossing van de hypothecaire lening wordt de
financiEle planning
PurSang 3|2011 51
overwaarde van € 200.000,- (€ 1.200.000,- – € 600.000,- – € 400.000,-) door beide echtgenoten gedeeld. Mevrouw krijgt dan in totaal € 500.000,- en haar echtgenoot € 100.000,-.
omtrent de aansprakelijkheid aangepast. De echtgenoten zijn dan ook na opheffing van de gemeenschap hoofdelijk aansprakelijk voor alle schulden van de gemeenschap.
Deze cliënt gaat overleggen met zijn echtgenote en schriftelijk vast leggen hoe om te gaan met de inbreng van mevrouw. Op ons advies zal hij ook contact opnemen met de notaris en zijn fiscalist, om een en ander te bespreken.
Een andere wijziging is het moment van eindigen van de gemeenschap van goederen bij echtscheiding. De gemeenschap eindigt niet meer – nadat de gehele echtscheidingsprocedure is voltooid –, bij het inschrijven van de echtscheiding in de registers van de burgerlijke stand. De gemeenschap van goederen eindigt al bij de indiening van het verzoek tot echtscheiding. Aanzienlijk eerder dus.
Huidige wettelijke regeling Na invoering wetsvoorstel
Echtgenoot € 150.000,- € 100.000,-
Echtgenote € 450.000,€ 500.000,-
Niet meer naar de rechter Het wetsvoorstel brengt nog een belangrijke wijziging: het is straks niet meer nodig om toestemming van de rechter te vragen bij wijziging van huwelijkse voorwaarden of het terugkeren naar de gemeenschap van goederen. Omdat hiervoor dan alleen de notaris nodig is, zal een wijziging sneller verlopen. De huidige toestemming van de rechter is nodig, omdat er anders schuldeisers kunnen worden benadeeld. Nu de toestemming van de rechter komt te vervallen, wordt ook de regeling
Het wetsvoorstel heeft, in tegenstelling tot eerdere plannen, geen gevolgen voor de gemeenschap van goederen zoals wij deze kennen. Ook na de invoering van de wetswijziging behoort alles wat men vóór het huwelijk in bezit had en alles wat tijdens het huwelijk door schenking of vererving wordt verkregen, tot het gemeenschappelijke vermogen. Hebt u naar aanleiding van dit artikel vragen, dan kunt u contact opnemen met uw banker. Wij benadrukken dat de beschreven wijzigingen nog niet zijn doorgevoerd. Invoeringsdatum is naar alle waarschijnlijkheid 1 januari 2012. Dit artikel is geschreven op basis van de stand van zaken per 15 augustus 2011.
52 PurSang 3|2011
OBLIGATIES
Rondetafelgesprek over obligaties
Waar blijft die structurele oplossing? De recente commotie op de financiële markten heeft ook obligaties niet onberoerd gelaten. Kunnen we nog wel spreken van een defensieve beleggingscategorie? Welke obligaties moeten beleggers wel hebben en welke juist niet? En wat moet de rol van de politiek en de Europese Centrale Bank (ECB) zijn? Drie cliënten van Van Lanschot Bankiers in gesprek met obligatieanalist Ellen Engelhart.
Tekst: Annemarie van der Tuijn | Fotografie: Willem Jan Ritman
Met de schuldencrisis in de eurozone, tegenvallende macro-economische cijfers, het gesteggel over het opschroeven van het Amerikaanse schuldenplafond en de verlaging van de kredietwaardigheid van de Verenigde Staten hebben beleggers de laatste tijd veel over zich heen gekregen. Het heeft gezorgd voor enorme koersbewegingen op de beurzen en onzekerheid bij beleggers. Ook bij cliënt Willem van der Mee, die diverse directiefuncties in de levensmiddelenindustrie bekleedde en zijn carrière afsloot als voorzitter van de Raad van Bestuur van The Greenery. Hij neemt als eerste het woord tijdens deze Ronde Tafel van PurSang. ‘De betrouwbaarheid van de uitgever van een obligatie staat tegenwoordig nogal eens ter discussie. Dat gebrek aan zekerheid is in mijn ogen een van de grotere veranderingen van de laatste tijd.’ Piet van Galen – genietend van het leven na een loopbaan in het bedrijfsleven – knikt instemmend. ‘Als je voorheen een obligatie kocht, wist je precies wat je kreeg. Die tijd is wel voorbij.’ Ook Paul Carlier, pensionado die één dag per week in het bedrijf van zijn zoon assisteert, worstelt met die nieuwe situatie. ‘Elke dag lees ik weer een andere mening in de
krant. Elke econoom heeft zijn eigen visie. Dat maakt me onzeker, zelfs ten aanzien van de staatsobligaties van Duitsland en Frankrijk.’
bedrijfsobligaties zijn tenminste openbaar en doorgaans helder. Daarom kun je in mijn ogen nu veel beter beleggen in dit soort leningen.’
Bedrijfsobligaties versus staatsleningen
Ook Van Lanschot heeft een relatieve voorkeur voor bedrijfsobligaties. Waar de overheden er in de eurozone een redelijke puinhoop van hebben gemaakt, lijken bedrijven juist geleerd te hebben van de problemen uit het verleden. Ellen Engelhart licht toe: ‘Bedrijven hebben hun balansen sterk op orde gebracht en blijven kritisch op overnames met hun liquide middelen.’ Bankobligaties vallen echter ook onder de noemer bedrijfsobligaties. Daarvan zegt Engelhart dat het belangrijk is om voorzichtig te zijn. ‘Dat geldt ook voor obligaties van bedrijven die actief zijn in bijvoorbeeld Ierland, Portugal, Griekenland of Spanje. De problemen in deze landen kunnen het economische klimaat negatief beïnvloeden. En dat kan gevolgen hebben voor bijvoorbeeld de omzet van zo’n onderneming.’
Obligatieanalist Engelhart begrijpt de aar zelingen van beleggers heel goed, maar benadrukt dat obligaties wat haar betreft nog steeds een defensieve beleggingscategorie vormen. ‘Beleg je in een solide debiteur, zoals de Nederlandse overheid, dan weet je welke couponrente je ontvangt en je krijgt je inleg aan het eind van de looptijd normaalgesproken terug. Daarmee is het defensieve karakter onaangetast. Wel zijn beleggers er de laatste tijd nog eens extra op attent gemaakt dat zij goed moeten kijken naar de kredietwaardigheid van de uitgever en de leningsvoorwaarden.’ Juist dat laatste is volgens Van Galen dikwijls een probleem: ‘Het schort vaak aan informatie over de achterliggende voorwaarden van een obligatie en die kun je meestal ook niet makkelijk achterhalen.’ Dat is precies de reden waarom Van der Mee momenteel geen voorkeur heeft voor staatsleningen. ‘De gegevens van
Politiek gestuntel Overheden hebben de laatste jaren ontzettend veel geld uitgegeven, onder meer om de banken voor een ondergang te behoeden.
OBLIGATIES
PurSang 3|2011 53
v.l.n.r. Willem van der Mee, Ellen Engelhart, Paul Carlier en Piet van Galen
De staatsschulden zijn fors opgelopen. Daarop volgde een recessie, wat ook niet heeft bijgedragen aan het terugdringen van de overheidstekorten. In de jaren negentig hebben de landen in de eurozone keurig afspraken gemaakt over maximale tekorten, maar geen enkel land is er ooit echt aan gehouden. Tot sancties is het in ieder geval nooit gekomen. Europa heeft dan ook niet zozeer een financieel-economisch, maar vooral een politiek probleem, vinden de drie heren aan tafel. Dat geldt ook voor de Verenigde Staten, waar de enorme politieke verdeeldheid daadkrachtige beslissingen voortdurend in de weg staat. Engelhart: ‘Een mogelijkheid in de eurozone is een ministerie van Financiën op Europees niveau, dat naast heldere regels en sancties ook een mandaat heeft van de overheden in de eurozone. Dit ministerie zou ook moeten kunnen optreden als een sterk land (zoals Duitsland of Frankrijk) zich niet aan de regels houdt.’ Zo’n centraal orgaan is zeker een goede mogelijkheid, vindt Carlier. ‘In het verleden is het misgegaan toen Duitsland en ook Frankrijk zelf niet meer aan de criteria
voldeden. Je hebt te maken met verschillende belangen in verschillende landen en daardoor blijft een structurele oplossing uit. Zo’n Europees ministerie zou daar in mijn ogen zeker verandering in kunnen brengen.’
trekken,’ reageert Van Galen. ‘Daarmee zorg je voor wantrouwen, terwijl er volgens mij weinig aan de hand is zolang mensen vertrouwen houden.’
Volgens Engelhart is het daarnaast belangrijk dat mensen vertrouwen krijgen in de politiek. ‘Je hebt een politiek leider nodig die de taal van de mensen spreekt. Iemand die goed kan uitleggen waarom het zo belangrijk is dat we binnen de eurozone tot een structurele oplossing komen. De andere optie, het uiteenvallen van de eurozone, zal per slot van rekening voor iedereen veel pijnlijker zijn.’ ‘Precies!’ reageert Van der Mee. ‘Het scoort lekker als je roept dat het allemaal anders moet. Maar je hoort geen politicus vertellen wat de euro ons heeft opgeleverd. Als je dat vertelt, dan wordt voor iedereen duidelijk wat er op het spel staat als de eurozone in elkaar stort. Politici durven niet met de waarheid te komen, maar je hebt juist mensen nodig die kiezers confronteren met de realiteit en die perspectief bieden.’ ‘Ik vind het vooral kwalijk dat de politiek mensen onzeker probeert te maken, louter en alleen om stemmen te
De ECB heeft zich een redder in nood getoond en is actief staatsobligaties van Italië en Spanje gaan kopen. Dankzij deze interventie is de hoogopgelopen 10-jaarsrente op de obligaties van deze probleemlanden iets teruggelopen. Daardoor hebben Italië en Spanje goedkoper kunnen lenen op de kapitaalmarkten. De actie van de ECB geeft de eurozone weliswaar even lucht, maar een structurele oplossing voor de schuldenproblematiek is het natuurlijk niet. Engelhart: ‘De ECB kan niet onbeperkt overheidsobligaties blijven kopen. Het Europese steunfonds EFSF moet die rol gaan overnemen. Alle eurolanden geven garanties aan het EFSF, dat daardoor een hoge AAArating krijgt. Het fonds leent vervolgens geld op de kapitaalmarkt en leent dat geld dan weer aan bijvoorbeeld Portugal en Ierland. Daarmee is het EFSF in feite voorloper van een euro-obligatie.’ >>
Euro-obligatie: ja of nee?
54 PurSang 3|2011
OBLIGATIES
Het woord is gevallen: de euro-obligatie. Sommigen zien zo’n gezamenlijk uitgegeven obligatie als de ideale oplossing van de eurocrisis, anderen vrezen dat de financiële discipline bij de zwakkere landen in de euro zone dan helemaal ver te zoeken zal zijn. Van der Mee is een voorstander. ‘Als je gelooft in de Europese Unie, dan moet je ook geloven in de euro. In mijn ogen zijn euro-obligaties dan de beste oplossing. De zuidelijke landen gaan iets minder rente betalen, de noordelijke landen iets meer. Dat is prima, mits er stringente voorwaarden aan zijn verbonden.’ Van Galen sluit zich bij deze opvatting aan. ‘De aan de euro-obligatie verbonden afspraken zijn van groot belang en die moet je afdwingen. Geen free lunches, iedereen moet zich aan de afspraken houden. Dan zie ik zeker iets in een centrale beslisser. In feite wordt dat model in de Verenigde Staten al toegepast, al worden daar de verschillen tussen de Republikeinen en de Democraten enorm opgeblazen.’ Die vergelijking tussen Europa en de Verenigde Staten brengt Engelhart op een ander punt. ‘Als je kijkt naar de schuldquote, dan staan de Verenigde Staten er veel slechter voor dan de eurozone als geheel. Toch is de staatsrente in Amerika ongeveer gelijk aan die in Duitsland, dat er veel beter aan toe is. Op het moment dat er een euro-obligatie is, kunnen beleggers discrepanties niet meer uitvergroten en hun wantrouwen laten zien in oplopende rentetarieven. We hebben dan één markt en de beweging van die markt zou meer vergelijkbaar zijn met die in de VS.’
‘Als je gelooft in de Europese Unie, dan moet je ook geloven in de euro.’ Inflatieperikelen Gaat de vergelijking tussen Europa en de Verenigde Staten ook op voor inflatie? In de VS heeft de Federal Reserve, het stelsel van centrale banken, via kwantitatieve versoepeling een groot aantal obligaties opgekocht. ‘Daarmee is de markt verruimd,’ vertelt Engelhart. ‘En omdat er meer geld in omloop is, is de kans op inflatie op de middellange termijn toegenomen.’ De ECB is lang bevreesd geweest om hetzelfde te doen als de Federal Reserve, maar met het opkopen van obligaties van Spanje en Italië doet ze dat nu in feite wel. ‘De ECB probeert haar actie te neutraliseren door ook depositogeld aan te trekken,’ gaat Engelhart verder. ‘Gezien de grote hoeveelheden obligaties die de ECB nu opkoopt, is het de vraag of dat op termijn gaat lukken.’ Zal de huidige problematiek leiden tot nieuwe zeepbellen, bijvoorbeeld in de VS? De Amerikaanse obligatiemarkt lijkt op dit moment veel te duur. Kijk je ook naar de inflatie, dan hebben we het zelfs over een negatief rendement. Bovendien staan de VS er nu slechter voor dan de eurozone als
geheel. Dat is een risico, bevestigt Engelhart. ‘Wij verwachten niet dat de problemen met de Amerikaanse financiën op korte termijn voortvarend worden opgepakt. Daar komt bij dat een groot deel van de Amerikaanse staatsobligaties in handen is van China. Het risico bestaat dat China geld zal weghalen, waardoor de koersen op de Amerikaanse obligatiemarkten onder druk komen te staan.’ Gelet op de slechte staat van de Amerikaanse overheidsfinanciën en het huidige rente niveau vindt Van Lanschot Amerikaanse staatsobligaties onaantrekkelijk. Hoewel Nederland en Duitsland er beter voor staan, vindt Van Lanschot ook de rendementen van deze obligaties te laag. Bovendien is de kans groot dat de rente weer gaat oplopen. ’Houd daarom de gemiddelde looptijd van de obligatieportefeuille kort,’ raadt Engelhart aan. Voor staatsobligaties uit de Europese periferie blijft Van Lanschot terughoudend, zolang er geen zicht is op een structurele oplossing. Tot slot blijft Van Lanschot positief over bedrijfsobligaties van goede kwaliteit. Dit geldt niet voor bankobligaties en obligaties van bedrijven uit de probleemlanden. Ondanks de turbulente tijden blijven obli gaties een belangrijk onderdeel van de beleggingsportefeuille. Een juiste selectie van namen en looptijden is echter essentieel om het risico te beperken. _______________________
Hebt u naar aanleiding van dit artikel vragen over obligaties? Neem dan contact op met uw adviseur.
Kroonluchters in opdracht van Stichting Hendrick de Keyser, diameter 2.20 meter
Ben Demmers Exclusieve Verlichting Hij maakte de grootste kroonluchter van Europa. Werkt al drie jaar aan verlichting-in-stijl voor de Beurs van Berlage. Bezoekers van de Holland Casino’s beproeven hun geluk al jaren onder zijn bijzondere lampen. En ook in het Circustheater en Kurhaus bracht hij licht in de duisternis. Mooi licht wordt gevangen in de bijzondere armaturen van kunstenaar Ben Demmers. Demmers is wars van het alledaagse. Hij verpakt “zijn licht” in design en maakt van iedere lichtbron een bron van inspiratie. Demmers is geschoold als meester‐ smid en zet op ambachtelijke wijze weerbarstige materialen naar zijn hand.
www.bendemmers.nl De ontwerpen van BD Design zijn over de hele wereld te bewonderen: • Empire State Building • Washington State Court • The Men’s Shop New York • The Holland America Line • Paleis op de Dam • Beurs van Berlage • Theater Carré • Kurhaus • Rembrandthuis, • Beursplein 5 • WTC Amsterdam • Artis Amsterdam • Renaissance Hotel • American Hotel • Holland Casino’s • Amstel Hotel • Grand Hotel Huis ter Duin • Chateau St. Gerlach • Swiss Hotel Superyachts: De Stad Amsterdam, Schooner Athena Ethereal, Panamax, Hanuman, Foftein, Valquest, Calliope, Marie, Mad Summer, Opal, Crystal, Twizzle, De Bonker
De nieuwe Jaguar XF
krachtig, zuinig en onweerstaanbaar De stijlleider van dit moment weet luxe en bereikbaarheid te combineren als nooit te voren. De Jaguar XF met een nieuwe krachtige 2.2 liter dieselmotor is de meest zuinige Jaguar ooit. Goed voor 190 pk (140 kw) en een koppel van 450 Nm. Met een 8-traps automaat en intelligent Stop/Start systeem, wat resulteert in een B-label. En dat vanaf € 56.600. Met het Luxury pakket (€ 3.390) krijgt u lederen bekleding, een 30GB harde schijf voor al uw muziek, een navigatiesysteem en bluetooth connectie. Voor nog geen € 60.000 kiest u met de nieuwe Jaguar XF 2.2D voor een onweerstaanbare stijlvolle en intelligente propositie. » Vanaf nu bij uw regionaal jaguar Centrum en op www.Jaguar.nl
GEMIDDELD BRANDSTOFVERBRUIK VARIEERT VAN 5,4 L/100 KM TOT 12,5 L/100 KM. GEMIDDELDE CO2-UITSTOOT VARIEERT VAN 149 G/KM TOT 292 G/KM. 3 JAAR FABRIEKSGARANTIE ZONDER KILOMETERBEPERKING. CONSUMENTENPRIJS VANAF € 56.600,- INCL. BTW EN BPM. PRIJS- EN SPECIFICATIEWIJZIGINGEN VOORBEHOUDEN LEASEPRIJS VANAF € 1.099,- P/M ExCL. BTW. (BRON: JAGUAR FINANCIAL SERVICES, 48 MAANDEN, 20.000 KM/JAAR.)
INDRUKWEKKEND AANDEEL
PurSang 3|2011 57
De oogappel van Del Prado sr. ‘Holland’s master microchip maker.’ Zo omschreef het Amerikaanse Newsweek ooit Arthur H. del Prado, de inmiddels bijna tachtigjarige godfather van de Nederlandse chipindustrie. Dat is niet overdreven. Dankzij deze visionair beschikt ons land over twee wereldspelers in de halfgeleiderindustrie.
Tekst: Jan Smit
Met Advanced Semiconductor Materials International (ASMI) begon het succesverhaal. Na zijn hts-studie ging Del Prado begin jaren zestig op avontuur in de VS. Met een rol microchips keerde de twintiger terug in Nederland. Del Prado wilde de geïntegreerde schakelaars verkopen, maar stuitte overal op desinteresse. Overtuigd van zijn gelijk startte Del Prado in 1968 in Bilthoven ASMI. Dit bedrijf ontwierp en fabriceerde machines voor de productie van chips. Een schot in de roos. Al snel volgden vestigingen in Hongkong, de VS en Japan. In 1981 maakte ASMI zijn debuut op de Nasdaqbeurs in New York, in 1996 volgde een notering op Beursplein 5. En passant begon Del Prado ook nog eens een joint venture met Philips: ASM Lithografy (ASML). Philips had een machine ontwikkeld voor zijn eigen chipproductie, Del Prado wierp zich op als verkoper van deze machine aan derden. Toen ASMI in 1988 nauwelijks het hoofd boven water kon houden, verkocht Del Prado zijn belang aan Philips. ASML groeide uit tot de grootste producent van chipmachines (wafersteppers) ter wereld.
Kritiek ASMI bleef Del Prado’s oogappel; zijn eerstgeborene, die hij zich door niemand zou laten afpakken. Gegadigden genoeg. Grootaandeelhouders, hedgefunds: er ging geen jaar voorbij
of ASMI en zijn bestuursvoorzitter waren onderwerp van kritiek. Kern van die kritiek: ASMI moest worden gesplitst; de lucratievere productie van machines voor het verpakken en versnijden van chips moest worden verkocht. Del Prado wilde daar niets van weten. De verschillende bedrijfsonderdelen kunnen niet zonder elkaar, persisteerde de oprichter. Zijn commissarissen steunden hem. In 2008 droeg de bestuursvoorzitter de fakkel over aan zoon Chuck. Opnieuw tot ongenoegen van sommige aandeelhouders. Chuck moest wijken, vonden zij. Zijn opvolger liep zich al warm. Tevergeefs. Het overgrote deel van de aandeelhouders bleef Chuck trouw. Vader Arthur, nog steeds goed voor een belang van 22 %, voorop. Daarmee is de rust bij ASMI – omzet: € 1,2 miljard, 11.832 werknemers – nog niet weergekeerd. Begin juli meldde zich opnieuw een ontevreden aandeelhouder: het Zwitserse hedgefund AIM&R. Die moet nog even geduld hebben, want pas tijdens de aandeelhoudersvergadering in 2012 krijgt de discussie over de structuur van het bedrijf een vervolg. En aartsvader Arthur Del Prado? Die richt zijn aandacht liever op leuke zaken: Levitech bijvoorbeeld, de net als ASMI inmiddels in Almere gevestigde producent van zonnecelmachines, waarvan hij sinds kort medeaandeelhouder is. ______________________
ASMI Voor de middellange termijn is de analist van Kempen positief over het aandeel ASMI. Echter, voor de korte termijn is hij een stuk voorzichtiger. Diverse grote bouwers van machines voor het vervaardigen van halfgeleiders, waaronder ASML en Novellus, hebben hun bezorgdheid uitgesproken ten aanzien van de orderontvangsten. Deze orders daalden fors in het tweede kwartaal. De fabrikanten van halfgeleiders zijn terughoudend geworden in het investeren in machines. De eerste reden hiervoor is de toegenomen onzekerheid met betrekking tot de mondiale economische vooruitzichten (schuldencrisis in Europa en de zwakke arbeidsmarkt in de VS). Ten tweede waren de verwachtingen ten aanzien van de verkopen van pc’s en mobiele telefoons te hoog gespannen. Ten slotte is er binnen de elektronicaketen sprake van een overschot aan chipvoorraden. In het bijzonder zullen de back-endactiviteiten (vervaardigen, verpakken en testen van halfgeleiders) van ASMI hierdoor geraakt worden. Deze activiteiten zijn sterk afhankelijk van de kapitaaluitbreidingen. Van Lanschot maakt voor dit aandeel gebruik van de research van Kempen & Co. De waarde van uw belegging kan fluctueren. In het verleden behaalde resultaten bieden geen garantie voor de toekomst.
58 PurSang 3|2011
MEET THE MANAGER
Rory Hammerson, Kempen Capital Management UK
De onbekende wereld van de smallcaps Veel analisten volgen de aandelen van grote beursgenoteerde bedrijven. Kleine beursgenoteerde bedrijven, ofwel Europese smallcaps, zijn echter minder bekend. En onbekend maakt onbemind, waardoor juist deze bedrijven interessante beleggingsmogelijkheden bieden. Dat betoogt Rory Hammerson, managing director van Kempen Capital Management UK.
Tekst: Froukje Wattel | Fotografie: Rob McDougall
‘Wij zijn echte conviction investors en investeren dus alleen ergens in als we daar echt van overtuigd zijn,’ zegt Hammerson in smallcapshoofdstad Edinburgh. ‘Met ons team van zeven portefeuillemanagers en analisten hebben we voor het Kempen European Smallcaps Fund een eigen succesformule ontwikkeld voor beleggen in Europese smallen midcaps (kleine en middelgrote beursgenoteerde ondernemingen - red). We besteden heel veel tijd aan onderzoek naar en selectie van de bedrijven waarin we investeren. We doen ons huiswerk zo goed mogelijk en hebben een doorwrocht selectie- en beheerproces ontwikkeld, dat we telkens kunnen herhalen en op nieuwe bedrijven kunnen toepassen.’
Convictie Hammerson gelooft met hart en ziel in de mogelijkheden van smallcaps. ‘Wij beleggen met overtuiging in de bedrijven die wij goed vinden. Omdat we echt geloven in de smallcaps in onze portefeuille, geven we ze veelal een hoge weging. De wereld van dergelijke beursgenoteerde ondernemingen is spannend en interessant omdat er veel meer mogelijkheden zijn dan bij beleggen in bijvoorbeeld de top 500 van grootste bedrijven. Er zijn analisten genoeg die zich over Philips of Unilever buigen, dat doet iedereen. Voor smallcaps is er minder aandacht, waardoor juist daar veel bedrijven te vinden zijn die ondergewaardeerd zijn. Wij zorgen ervoor dat we het juiste team hebben om de beste smallcaps te identificeren en analyseren. Doe je dat goed, dan kunnen de opbrengsten veel hoger zijn. Bovendien werken we anders dan anderen. Niet alleen omdat we meer huiswerk doen, maar ook omdat we ons niet richten op bepaalde sectoren of industrieën. Dat brengt namelijk het risico van self selection met zich mee. Dat wil
‘Sociaal en ethisch verantwoord onder nemen wordt steeds belangrijker voor het risicoprofiel van bedrijven’ zeggen dat je snel geneigd bent om in bepaalde sectoren juist veel te investeren omdat je daarin overgespecialiseerd bent. In plaats daarvan specialiseren wij ons in landen. We zorgen dat we alles van de bedrijven in dat land weten en de experts en de wetgeving daar kennen. Ik ben bijvoorbeeld gespecialiseerd in Frankrijk en België, iemand anders in Zwitserland of Duitsland. Wij zijn dus echte generalisten, want op die manier bereik je de beste spreiding, zo is onze ervaring.’
Sociaal en ethisch Het Kempen European Smallcaps Fund richt zich op small- en midcaps. Het fonds bestaat voor ongeveer 40% uit standaard smallcaps, voor 20% uit midcaps en voor 40% uit duurzame ondernemingen (ofwel SRI, socially responsible investments). ‘SRI is een groeiende markt,’ vertelt Hammerson. ‘Sociaal en ethisch verantwoord ondernemen wordt steeds belangrijker voor het risicoprofiel van bedrijven. Denk maar eens aan de BP-olieramp bijvoorbeeld. Wij leggen die SRI-mandaten langs de meetlat van maatschappelijke en zakelijke ethiek, we kijken naar de milieuaspecten en naar de corporate governance. Als ze op twee van de drie thema’s goed scoren, mogen ze door naar de volgende ronde. Daarnaast wordt onze research naar de duurzame ondernemingen ook nog door een onafhankelijke andere bank gecontroleerd en bekeken door een duurzaamheidsexpert. En pas daarna kopen we. Met convictie!’ _______________________________________________________
MEET THE MANAGER
PurSang 3|2011 59
Rory Hammerson?
Kempen European Smallcap Fund
Rory Hammerson (41) is sinds 2010 fondsbeheerder van Kempen Capital Management UK en mede verantwoordelijk voor het Kempen European Smallcap Fund. Na zijn opleiding aan Eton College, studeerde hij van 1988 tot 1992 Spaanse Taal en Letterkunde aan de Universiteit van St. Andrews. ‘Ik ben altijd erg goed in talen geweest,’ zegt hij. ‘Toen ik na mijn afstuderen door Zuid-Amerika reisde – onder meer in Brazilië, waar de inflatie 900% was – raakte ik geïnteresseerd in financiën.’ Hammerson behaalde een Master in Investment Analysis en Finance aan de Universiteit van Stirling en begon zijn loopbaan bij Edinburgh Fund Managers. ‘Daar hield ik me vooral bezig met Japan, terwijl ik meer belangstelling had voor ZuidAmerika. Daarom stapte ik in 2003 over naar de emerging markets desk van het Scottish Widows Investment Partnerships (SWIP). Daarna kreeg ik daar de kans om als fondsbeheerder een Europees smallcapfonds nieuw leven in te blazen.’ Sinds januari 2010 is Hammerson fondsbeheerder van Kempen Capital Management in Edinburgh: ‘Het is een mooie uitdaging om na 15 jaar een managementpositie te vervullen. Al houd ik me nog steeds met de investeringen bezig, want dat is mijn passie in het leven.’ In de loop van zijn carrière heeft Rory Hammerson gewerkt met cliënten en fondsen in veel verschillende landen, van Spanje en Frankrijk tot Japan en Argentinië. Hij spreekt vloeiend Spaans, Frans en Portugees.
Het fonds bestaat uit een gespreide portefeuille van beursgenoteerde kleine en middelgrote Europese ondernemingen. De meeste ondernemingen waarin het fonds belegt, hebben een beurswaarde van kleiner dan € 3 miljard. Het fonds richt zich op goed geleide ondernemingen met een duidelijke focus en voldoende groei van cash flow. Zowel op 5- als op 10-jaarsbasis heeft het European Smallcap Fund een beter rendement behaald dan de Europese smallcapindex en heeft daarmee na alle kosten de benchmark ruim verslagen. Het totaal beheerd vermogen bedraagt circa € 1,2 miljard. In Europa bestaat het universum van small- en midcaps uit ongeveer 5.700 ondernemingen. Circa 1.500 ondernemingen voldoen aan de criteria van het fonds op het gebied van marktkapitalisatie, liquiditeit en transparantie. Na een uitgebreid onderzoeks- en selectieproces kiest het fonds hieruit ongeveer veertig bedrijven voor de uiteindelijke beleggingsportefeuille. Het Kempen European Smallcap Fund wordt beheerd door Kempen Capital Management in Edinburgh en is in oktober 1997 opgezet. In die tijd bevond beleggen in Europese smallcaps zich in Nederland nog in de pioniersfase. Edinburgh is van oudsher the place to be als het om Europese smallcaps gaat.
60 PurSang 3|2011
BELEGGINGSFONDSEN
Tegenpartijrisico: veiligheid voorop Mede door de toenemende populariteit van indextrackers staat het tegenpartijrisico bij beleggers momenteel volop in de belangstelling. Wat behelst dit risico precies? Hoe kunt u het minimaliseren en wat doet Van Lanschot Bankiers met tegenpartijrisico’s?
Dit voorjaar waarschuwden financiële websites en kranten en masse voor de gevaren van beleggen in beursgenoteerde indextrackers, zogeheten Exchange Traded Funds (ETF’s). Het Internationaal Monetair Fonds (IMF), de Financial Stability Board, de Bank of International Settlements (BIS), de Bank of England: allemaal luidden ze de noodklok over het risico dat kopers van deze producten kunnen lopen. Dit publiciteitsoffensief kwam niet uit de lucht vallen. ETF’s, razend populair geworden na de crisis, kopiëren zo goed mogelijk het rende ment van een index – de S&P500-index, de MSCI Europe-index et cetera. De traditionele ETF belegt precies in die aandelen, obligaties en/of grondstoffen waaruit de index is samengesteld. Deze methode wordt ‘volledige replicatie’ ofwel full replication genoemd. Kortom: wie belegt in trackers weet waar hij aan toe is. Althans, dat dachten veel beleggers. De afgelopen jaren raakte een nieuwe soort tracker in zwang. De synthetische tracker. Bij deze ETF’s lopen beleggers wel degelijk een extra risico. Een risico dat onderhuids is, en dus niet transparant.
Ruilhandel Vooropgesteld: het tegenpartijrisico, het risico dat een tegenpartij bij een transactie of overeenkomst niet aan haar verplichtingen kan voldoen, is niet nieuw. Al ver voor de intrede van geld, in de ruilhandel, bestond de mogelijkheid dat de tegenpartij in gebreke bleef. Ook is dit risico allerminst exclusief gerelateerd aan de financiële wereld. Wie rechtstreeks zaken doet, loopt risico – denk aan de particulier die iets koopt via een veilingwebsite, vooruitbetaalt, maar het betaalde product nooit krijgt toegezonden. De financiële wereld is zich terdege van dit gevaar bewust. Om te voorkomen dat partijen niet aan hun verplichtingen voldoen,
zijn zogenaamde clearinghuizen in het leven geroepen. Die zorgen er bijvoorbeeld voor dat bij een aandelentransactie de koper het afgesproken aankoopbedrag overmaakt en de verkoper de aandelen. Pas als beide partijen aan hun verplichtingen hebben voldaan, wordt de transactie daadwerkelijk afgewikkeld.
Amerikaanse hypotheekmarkt Door de crisis staat het tegenpartijrisico in de financiële wereld ineens weer volop in de belangstelling. Amerikaanse rommelhypotheken bleken zodanig herverpakt en doorverkocht dat niemand meer precies wist waar ze zaten en wat het onderpand was. Toen de Amerikaanse hypotheekmarkt in elkaar klapte, en Lehman Brothers in september 2008 als eerste grootbank niet meer aan haar verplichtingen kon voldoen, werd de omvang van de schade pas echt duidelijk. Beleggers keerden zich af van complexe, diffuse producten. De populariteit van indextrackers nam een hoge vlucht; de omvang van de handel vervijfvoudigde vorig jaar ten opzichte van 2009 tot ongeveer $ 1.200 miljard. Veruit het merendeel van deze ETF’s deed niets anders dan indices kopiëren. Ze hadden de effecten of goederen waaruit de index was opgebouwd daadwerkelijk in bezit. Tegenpartijrisico was er niet of nauwelijks. Maar de laatste jaren raakte een nieuwe soort tracker in zwang: de synthetische ETF, ofwel de swap ETF. Net als andere ETF’s kopieert deze het rendement van een index. Alleen maakt de opsteller van een synthetische ETF een afspraak met een tegenpartij dat die het exacte rendement van de te volgen index aan de ETF verstrekt. Dat is snel en simpel en biedt meer keuzevrijheden. Deze trackers zijn vooral handig voor illiquide markten waar het vaak erg duur is om een fysieke ETF aan te kopen. Bij de synthetische ETF wordt het geld van de belegger
BELEGGINGSFONDSEN
doorgeschoven naar een derde partij. In ruil daarvoor (to swap betekent ruilen) garandeert deze partij, vaak een grote bank en dikwijls ook de eigenaar van de vermogensbeheerder die de ETF uitgeeft, het rendement van de index. Ook krijgt de ETF-aanbieder van deze derde partij een onderpand. Dit is echter niet zelden van mindere kwaliteit dan de eigenlijke belegging. De uitgevende partij krijgt bijvoorbeeld een portefeuille van obligaties of hypotheken met een lage kwaliteit in haar maag gesplitst. Daarin schuilt het gevaar. Als de instantie die garant staat failliet gaat, denk aan Lehman Brothers, zit de belegger met een compleet andere belegging. Naar schatting de helft van de Europese trackersmarkt bestaat inmiddels uit deze synthetische ETF’s. Sommige uitgevers van synthetische trackers eisen van banken en andere grote partijen waarmee zij zaken doen een onderpand dat meer waard is dan de waarde van de ETF. Die zogeheten overcollateralization kan oplopen tot wel 112% – afhankelijk van de beweeglijkheid van de waarde van het onderpand. Belangrijk is dat de belegger weet met wat voor type tracker hij te maken heeft: een fysieke of een synthetische. In dat laatste geval moet de belegger zich goed vergewissen van de kredietwaardigheid van de tegenpartij die het rendement van de index garandeert en van de kwaliteit van het onderpand zodat hij niet voor onaangename verrassingen komt te staan.
Belangrijk is dat de belegger weet met wat voor type tracker hij te maken heeft: een fysieke of een synthetische.
PurSang 3|2011 61
Er zijn nog meer bronnen van tegenpartijrisico’s, maar één van de belangrijkere komt voort uit securities lending, wat overigens niet exclusief bij trackers plaatsvindt. Veel fysieke ETF’s en beleggingsfondsen doen aan securities lending. Zij lenen de effecten van het fonds uit aan derden. In ruil daarvoor krijgen ze van zo’n partij een vergoeding. Deze vergoeding komt geheel of gedeeltelijk ten gunste van het fonds en betekent dus rendement voor de belegger. Om te voorkomen dat de tegenpartij de uitgeleende stukken niet (op tijd) teruggeeft krijgt de ETF ook een onderpand. Dat kan een onderpand zijn in contanten (cash collateral), of een fysiek onderpand (aandelen, obligaties, grondstoffen). Op het eerste gezicht lijken contanten de te prefereren vorm van onderpand, maar in de meeste gevallen wordt dit weer belegd wat leidt tot een opeenstapeling van risico’s. In haar beheerportefeuilles en bij advies werkt Van Lanschot met een aantal scherp geselecteerde trackers. Van Lanschot geeft in de meeste gevallen de voorkeur aan fysieke trackers die het rendement van een index nabootsen door volledige replicatie. Om extra rendement te genereren doen de trackers die Van Lanschot selecteert soms aan securities lending. De bank ziet er scherp op toe dat de aanbieders van trackers hun zaken netjes hebben geregeld wat betreft het onderpand en de mate waarin de vergoeding aan het fonds ten goede komt. Fysiek onderpand heeft daarbij de voorkeur. Het managen van het tegenpartijrisico is volgens Van Lanschot essentieel. Want wie goed en veilig wil beleggen moet kijken naar het totale plaatje. Niet alleen in de etalage, maar ook in het magazijn. Om een goede beleggingsbeslissing te kunnen maken is niet alleen het tegenpartijrisico van belang. Voor meer informatie over de kenmerken en risico’s van verschillende soorten indextrackers en de mogelijkheden bij Van Lanschot verwijzen we u naar uw adviseur.
62 PurSang 3|2011
VARIA
Stresstest 2011 glansrijk doorstaan Van Lanschot heeft afgelopen zomer vrijwillig meegedaan aan de Europese stresstest 2011. De Core Tier I-ratio (het kernkapitaal van de bank als percentage van de totale naar risico gewogen activa) is in geval van het meest ongunstige stressscenario 9,8% in 2011 en 9,7% in 2012. Het minimum wat door de European Banking Authority in deze test wordt gehanteerd is 5%.
Tweede editie Familiebedrijven Barometer Afgelopen juni werden de resultaten van de Van Lanschot Familiebedrijven Barometer bekend, een peiling onder ondernemers van familiebedrijven in Nederland over de actuele stemming rond de conjunctuur en een aantal variabele issues, zoals de belangrijkste zorgpunten en risico’s van dga’s, zowel zakelijk als privé. Aan het onderzoek hebben 293 dga’s mee gewerkt en de belangrijkste conclusies van het onderzoek, uitgevoerd door Intomart GfK, zijn: • Ondernemers in familiebedrijven zijn positiever over de economische vooruitzichten voor de komende zes maanden dan een half jaar geleden. • Ondernemers zijn huiverig voor corporate governance code in familiebedrijven: gevraagd werd naar de houding van
ondernemers t.a.v. transparantie en regelgeving voor familiebedrijven, bijvoorbeeld de beloningen voor het bestuur. Een opvallend grote groep heeft een neutrale houding of heeft geen standpunt, 30% heeft een positieve grondhouding en 15% een negatieve. Als de vraag echter concreet wordt gemaakt – invoeren van een ‘Code Tabaksblat’ voor familiebedrijven – dan wil 43% van de ondernemers zo’n code niet. • Ruim de helft van de ondernemers heeft behoefte aan nieuw personeel. Het grootste probleem zeggen de ondernemers te ervaren bij het vinden van geschoolde technische vakkrachten. Meer informatie over het onderzoek en de resultaten zijn te vinden op: www.vanlanschot.nl/barometer
Het eigen vermogen in de onderzochte periode zou stijgen; ook in het meest ongunstige scenario onder de stresstest behoudt Van Lanschot een positief nettoresultaat. Constant Korthout, CFO/CRO Van Lanschot: ‘Van Lanschot heeft een conservatief risicoprofiel en dit wordt bevestigd door de resultaten van de Europese stresstest. Dit komt ook tot uiting in de hoge kwaliteit van de kredietportefeuille, die voor ongeveer de helft uit woninghypotheken bestaat. Ook in het meest ongunstige stressscenario heeft de bank voldoende buffers om onverwachte schokken op te vangen.’
In de krant Het Financieele Dagblad meldde op 21 juli in een artikel over de stresstests: ‘Private bank 18-08-11 11:25 uit ’s-Hertogenbosch komt zelfs sterker uit stresstest. Van Lanschot slaagt zelfs met vlag en wimpel. Als enige slaagt de private bank erin zijn eigen vermogen te vergroten in een stresssituatie waarin de werkloosheid oploopt en de huizenprijzen dalen.’ Het Brabant Dagblad meldde hierover: ‘Van Lanschot is glansrijk door de stresstest voor Europese banken gerold.’
Rating door Standard & Poor’s herbevestigd Ratingbureau Standard & Poor’s (S&P) heeft op 13 juli 2011 de Single A minus (stable outlook) creditrating voor F. van Lanschot Bankiers NV opnieuw bevestigd. S&P geeft in een toelichting aan dat deze herbevestiging onder meer is te danken aan de solide kapitaalsbasis en de sterke fundings- en liquiditeitspositie van de bank. ‘The ratings on Netherlands-based private bank F. van Lanschot Bankiers NV reflect Standard & Poor’s Ratings Services’ view of its conservative management, good capital base, and sound funding position’, aldus
S&P. Ook ratingbureau Fitch heeft de Single A minus (stable outlook) creditrating voor F. van Lanschot Bankiers NV in november 2010 herbevestigd.
Risico’s mijden Als private bank heeft Van Lanschot het daarbij behorende lage risicoprofiel. Sinds jaar en dag voert Van Lanschot een zeer prudent kredietbeleid, dat bestaat uit een strenge selectie van tegenpartijen. Cliënten kennen en begrijpen, dat is het uitgangspunt. Van Lanschot verstrekt praktisch alleen kredieten aan vermogende particulieren en
familiebedrijven in Nederland en België. Hierdoor zijn de kredietrisico’s beperkt. Het vermijden van onnodige risico’s zit diep in de cultuur van Van Lanschot. Dit betekent dat Van Lanschot niet heeft belegd in risicovolle beleggingen en ook geen exposure heeft op staatobligaties in Griekenland, Portugal, Ierland, Italië of Spanje. Het volledige rapport van S&P en meer informatie over de creditratings van Van Lanschot staan op www.vanlanschot.nl/creditrating. Algemene informatie over het risicoprofiel is te lezen op www.vanlanschot.nl/risicoprofiel.
VARIA
PurSang 3|2011 63
Rijkdom in betimmering en snijwerk In het pand van Van Lanschot Bankiers aan het Lange Voorhout 32 in Den Haag bevindt zich links van de voordeur een vertrek dat gekenmerkt wordt door de betimmering van de wanden. In deze betimmering zijn de haardpartij, een spiegel en twee schilderingen opgenomen. De deurpartij is weggewerkt. Als de deur dicht is, moet je zelfs even zoeken naar de deurknop. Tekst: Herbert Jan Hijmersma | Fotografie: Rob Acket
In Nederland, zeker boven de rivieren, komen geheel betimmerde kamers niet veel voor. Het is veeleer iets voor het Franse taalgebied; in het Parijs van de late zeventiende eeuw ligt de bakermat. De uitvoering kan in een wat donkerder tint hout dan wel verguld of beschilderd zijn. En in die beschildering zijn veel variaties mogelijk. Hoe verfijnder de uitvoering van het snijwerk, des te delicater zijn ook de tinten waarin dit is beschilderd. Ook hier zijn de koninklijke smaak van Parijs en Versailles toonaangevend. De bouwheer van Lange Voorhout 32 was de vrijgezel mr. Cornelis van Heemskerck, advocaat van het Hof van Holland. Deze kocht het perceel in 1771 en liet de bestaande opstallen afbreken, er verrees een geheel nieuw huis. Met het ontwerp hiervan en de inrichting van de binnenruimten heeft Van Heemskerck zich intensief bemoeid. Hij wist
precies wat hij wilde. Verschillende jonge kunstenaars uit het Haagse betrok hij bij uitvoering van zijn plannen. Het is boeiend om zijn financiële administratie te vergelijken met de opdrachtboekjes, zoals Hendrik Willem Schweickhardt (1746-1797) en Dirk van der Aa (1731-1809) die bijhielden. De opdrachten aan deze kunstenaars waren heel precies geformuleerd, er was dus geen sprake van ‘vrij’ werk. Zo moest Schweickhardt de kamer rechts van de voordeur beschilderen met putti. En Van der Aa bracht in de achterkamer een serie van in de betimmering gevatte panelen, beschilderd met spelende kinderen, aan.
Volgens gulden snede Voor deze opdrachten konden de kunstenaars putten uit boeken met prenten naar de Franse schilders Boucher en Watteau, die de bouw heer zelf uit Parijs had meegebracht. Deze boeken zijn terug te vinden in de bewaard
gebleven inventaris van de bibliotheek van Van Heemskerck. Bij zijn bezoek aan Parijs heeft hij zeker kennisgemaakt met geheel betimmerde en met snijwerk versierde vertrekken. En in zijn Haagse nieuwbouw wilde hij ook een dergelijke kamer. De wand is in de hoogte volgens de gulden snede in tweeën gedeeld; in de bovenste helft van de wand tegenover het raam zijn rechthoekige schilderingen aangebracht. Daarop zijn in door een kleurrijke bloemenkrans omgeven ovaal de trompe l’oeil geschilderde klassieke deugden Virtus en Honor uitgebeeld. Voor het begin van de jaren zeventig van de 18de eeuw een vroeg voorbeeld van neoclassicisme. Deze stijl is ook al herkenbaar in het snijwerk. Het stucplafond, de verfijnd gesneden lambrisering en de schilderingen bij elkaar vormen, zeker voor Nederland, een rijke uitmonstering. __________ www.vanlanschot.nl/kunst
64 PurSang 3|2011
style
Hollandsche maatschoen
Handgemaakte overhemden Cristiani Sartoriale in Puglia is een ambachtelijk familiebedrijf, gedreven door passie voor handgemaakte overhemden. Online boetiekshop Uomini. nl voert acht modellen overhemden die volledig met de hand worden vervaardigd in het atelier van Sartoriale. Met tien herkenbare details, zoals separate mouwaanzet, uitgelijnd stoffenpatroon, parelmoer knopen en wel tien steken per centimeter. Het assortiment van Uomini. nl omvat verder onder meer dassen van Marzullo cravatte, EFFIO sokken, een lederen reistas met schoencompartiment uit Toscane en zelfs een handgemaakte paraplu van Pasotti. www.uomini.nl
Edelweiss, Edelweiss... Swiss Naturals is exclusief distributeur van natuurlijke en biologische huidverzorgingsproducten uit Zwitserland. Het bedrijf is geïnspireerd door de moderne Zwitserse benadering van natuurlijke verzorging van de huid, waarbij respect voor de consument en de natuur centraal staat. Arise Swiss Alpine Cosmetic met Edelweissextract is het eerste merk dat onder de Swiss Naturals-vlag wordt geïntroduceerd. Het gaat om een 100% natuurlijke en biologisch gecertificeerde huidverzorgingslijn, met de kenmerkende werking van Edelweiss. www.swissnaturals.nl
Timtur is de herintroductie van een merk met een geschiedenis die teruggaat tot 1798. Dit maatconcept voor herenschoenen biedt de keuzevrijheid en pasvorm als bij een maatkostuum. Per voet is de maat aan te passen. Er is keuze uit verschillende modellen van Nederlandse ontwerpers. De cliënt kiest uit het fijnste, handgepoetste kalfsleer. Dennis Jongen is de ondernemer achter Timtur. Diepgeworteld in de schoenindustrie en met vakmensen om hem heen, is het merk uitgewerkt met de ambitie om weer eens echt “Hollands” vakwerk in de Nederlandse markt te zetten. Timtur is verkrijgbaar in verschillende maatkleding zaken (Tailors) en de betere herenkledingwinkels. Zie ook www.timtur.nl
Seizoen gekleurd sieraad Sarah Mesritz ontwerpt vanuit het merk SMJD. De collectie bevat armbanden en kettingen, gemaakt van gebreide en gehaakte katoen en polyester. Sommige stukken zijn gemaakt van alleen katoen, terwijl andere worden geassembleerd met kettingen. De kleuren veranderen met het seizoen, zodat het overeenkomt met de modetrends van het moment. Mesritz studeerde in 2008 af aan de Academie voor Beeldende Kunsten in Maastricht. Na een aantal projecten en stages in Amsterdam en New York, begon Sarah haar eigen sieradenlabel. www.smjd.nl
Lifestyle
Fotografie: Arnold Newman
‘Ik zou willen leven als een armoedzaaier met heel veel geld,’ is een uitspraak van Pablo Picasso, de schilder die een meester was in het omgooien van vastgeroeste denkpatronen. De een denkt bij rijkdom aan een pakhuis vol gouden dukaten, de ander aan een leven vol ervaringen, kennis, wijsheid, vrienden en andere dingen waar een mens gelukkig van kan worden. Voor dat laatste hoef je helemaal niet arm te zijn, maar toch zit onze taal vol ingesleten uitdrukkingen die lijken te onderstrepen dat financiële rijkdom omgekeerd evenredig is aan geluk: ‘geld maakt niet gelukkig’, ‘geluk is niet te koop’ en ‘ze waren arm, maar gelukkig’. Alsof je met een prettig banksaldo niet vreselijk gelukkig door het leven kunt gaan. Onzin natuurlijk. Omgekeerd: wie ‘s nachts wakker ligt met de wanhopige vraag hoe deze maand de rekeningen betaald moeten worden, zal weinig troost ontlenen aan de wetenschap dat voor veel dingen die het leven verrijken (het gezelschap van vrienden, genieten van kunst, een mooi boek) niet veel geld nodig is.
Hierbij moet ik denken aan het verhaal van Jerry Winkler, de man die dakloos was tot hij vorig jaar ontdekte dat hij de zoon was van de overleden miljonair Alfred Winkler. Nee, aanspraak op die miljoenen kon hij niet meer maken (daar ging het bij die zoektocht ook niet om; hij wilde weten wie zijn vader was), maar evengoed, hij was de zoon van een miljonair. Tegenwoordig houdt hij zich (in dienst van de stichting die het geld beheert) bezig met, onder meer, dakloze jongeren. Zo zorgde hij voor een feestelijk kerstmaal in de opvang waar hij vroeger zelf verbleef. Een vriend waarmee hij had rondgezworven, vroeg aan Jerry of hij nu elke avond oesters at. ‘Dat doen rijke mensen toch?’ Maar dat deed Jerry niet. Hij was al gelukkig met een dak boven zijn hoofd, een plek om zijn jas op te hangen en een eigen bed. Hij blowde ook nauwelijks meer, maar toen de vriend hem als cadeautje wat wiet aanbood, zei hij ‘met jou, op deze plek, wil ik best een paar trekjes nemen.’ Picasso had het prachtig gevonden.
Rijkdom is altijd relatief. Het is overvloed in relatie tot behoefte. Wie weinig nodig heeft, voelt zich al snel rijk. En wie op grote voet leeft, heeft nooit genoeg. Een mens moet genoeg geld hebben om zich te kunnen permitteren zich om dat geld niet druk te maken. Waarschijnlijk is dát wat Picasso bedoelde met zijn wens om als een rijke armoedzaaier te leven. Geld hebben, maar zich geen zorgen maken over dat geld, zich er niet mee bezig houden, alleen weten dat het er is - en intussen op de fiets naar de discounter- , en koffiedrinken op een bankje in het park.
Anne-Marie Wesseling
Mindstyle
Dakloos met Picasso
66 PurSang 3|2011
SLOTWOORD
Floris deckers
Een rijk gevoel
‘Geld alleen maakt niet gelukkig. Je hebt ook aandelen, obligaties, goud en onroerend goed nodig.’ Die grap van de Amerikaanse komiek Danny Kaye schoot me te binnen toen ik nadacht over de verschillende betekenislagen van het begrip ‘rijkdom’ die u in deze editie van ons blad PurSang bent tegengekomen. Financiële rijkdom is een uitermate prettig startpunt, maar is meestal geen ultiem doel. Het bijzondere van rijkdom is dat het ook verplichtingen met zich meebrengt. Ik heb niets tegen een gezonde dosis hedonisme, laat iedereen vooral voluit dromen en genieten, maar in gesprekken met cliënten gaat het toch vaak over achterliggende geldbestemmingen. Dat bewustzijn ontwikkelt zich gestaag: wie rijkdom vergaart, gaat de morele verplichting voelen om na te denken over wat er met die rijkdom moet gebeuren. Waar bouw ik aan en waartoe leidt dit alles? Dilemma’s over nalaten en schenken komen dan al snel aan de orde... Rijk zijn is prettig, je rijk voelen is nog leuker. Als bankier heb je daarbij de relatief eenduidige opdracht om ervoor te zorgen dat het niveau van financiële rijkdom van je cliënt ten minste stabiel blijft. Van Lanschot Bankiers bevindt zich in dat verband bij de selecte groep van Europese banken die nog tegen hun boekwaarde aan noteren en doet het in deze
turbulente tijden relatief goed. Ik kon recentelijk wederom heel nette halfjaarcijfers presenteren, tegen de achtergrond van een economisch klimaat dat zo veranderlijk lijkt te zijn als het weer. Ik stel vast dat er in de directe omgeving van Van Lanschot weer volop optimisme is om te ondernemen. De individuele cliënt heeft vertrouwen in de bank Van Lanschot. We hebben met elkaar de veiligheidsriemen om en alle airbags werken. In diverse opzichten presteert Van Lanschot uitstekend, met een liquiditeit die er zijn mag. Als bank profiteer je namelijk ook van de voorzichtigheid van je cliënten: we doen met elkaar geen al te ondoordachte dingen en een appeltje-voor-de-dorst is altijd prettig. Bankieren, dat is regie voeren over vermogen. Samen met je cliënt. Beschermen is het hoofddoel, uitbreiden een herkenbare ambitie. Bij Van Lanschot zijn we op dat punt behoorlijk eigenzinnig en willen we de dingen doen zoals wij vinden dat we ze moeten doen. Een intense bediening van de cliënt is daar een wezenlijk onderdeel van. Met ons typerende relatiebeheer zijn we dan ook zeker niet een bank voor iedereen. Onze dienstverlening beweegt zich in de richting van een aantrekkelijk luxemerk, met een rijke invulling op alle niveaus.
Aanbevolen September 2011 15 september t/m 11 december Dalí ontmoet Vermeer Moderne Meesters te gast, een keuze van emeritus hoogleraar Carel Blotkamp. Mauritshuis, Den Haag www.mauritshuis.nl
t/m 23 oktober Rembrandt & Degas De invloed van Rembrandt op deze 19de eeuwse Franse schilder. Rijksmuseum, Amsterdam www.rijksmuseum.nl
November 2011
29 september t/m 8 januari 2012 Claude Lorrain Zijn allereerste overzichts tentoonstelling in Nederland, i.s.m. het Louvre in Parijs. Teylers Museum, Haarlem www.teylersmuseum.eu
20 t/m 27 november PAN 2011 De belangrijkste nationale kunsten antiekbeurs en een must voor iedere kunstliefhebber. RAI, Amsterdam www.pan.nl
30 september t/m 2 oktober Second Home Beurs Wilt u zich oriënteren op de aanschaf van een tweede woning? Bezoek dan deze beurs, elke dag kunt u een lezing van Van Lanschot bijwonen. Jaarbeurs Utrecht www.secondhome.nl
December 2011
Oktober 2011
t/m 31 december Utrechters dromen van Rome Italiaanse invloeden op de Utrechtse Oude Meesters vanaf de 16de eeuw. Centraal Museum, Utrecht www.centraalmuseum.nl
9 oktober t/m 15 januari 2012 Windflower, Perceptions of Nature 12 hedendaagse kunstenaars presenteren hun visie op de natuur. Kröller-Müller Museum www.kmm.nl 11 oktober t/m 15 januari 2012 Tall & Small Tentoonstelling van antiek Nederlands miniatuurzilver naast de grote zilveren voorwerpen waar ze naar zijn vormgegeven Museum Bredius www.museumbredius.nl 22 t/m 30 oktober Dutch Design Week Het grootste designevenement van Nederland. Op verschillende locaties in Eindhoven www.dutchdesignweek.nl
12 december
Het Sint Jan Kerstconcert Dit hoogtepunt wordt jaarlijks door Van Lanschot georganiseerd. Sint Jan kathedraal, ‘s-Hertogenbosch
Januari 2012 t/m 15 januari Slaapkamergeheimen Tentoonstelling n.a.v. de restauratie van een van zijn meest geliefde werk uit 1888. Van Gogh Museum, Amsterdam www.vangoghmuseum.nl
Disclaimer
In deze publicatie verwerkte gegevens zijn ontleend aan bronnen die door F. van Van Lanschot Lanschot Bankiers Bankiers N.V. (Van Lanschot), (Van Lanschot), Morningstar Holland B.V. (Morningstar) en Kempen & Co N.V. (KCO) betrouwbetrouwbaar baar worden geacht. wordenVan geacht. Lanschot, Van Lanschot, Morningstar en Morningstar KCO streven en naar KCO zo accuraat streven naar mogelijke zo accuraat informatie; mogelijke informatie; enige aansprakelijkheid enige aansprakelijkheid ten aanzien ten vanaanzien mogelijke van mogelijke onjuistheden onjuistheden of onvolledigheden of onvolledigheden daarin en voor daarin en voor het volgen hetvan volgen aanbevelingen van aanbevelingen kan doorkan hendoor echter hen echter niet worden niet worden aanvaard. aanvaard. Of aanbevelingen Of aanbevelingen aanleiding aanleiding kunnen zijnkunnen voor een zijntransactie voor een in transactie effecten in of financiële effecten of financiële instrumenten of het volgen instrumenten van een of bepaalde het volgen strategie van een dient steeds bepaalde beoordeeld strategie te dient worden steeds in relatie beoordeeld tot te worden uw persoonlijke in relatie situatie. tot uw Depersoonlijke informatie gebaseerd situatie. De informatie op gegevensgebaseerd van Morningstar op gegevens wordt van verstrekt Morningstar met wordt verstrekt toestemming van met Morningstar. toestemming Deze vaninformatie Morningstar. Deze informatie moet niet worden moet gezien nietalsworden een totgezien u gericht als een advies totbepaalde in u gerichteffecten, advies infinanciële bepaalde instrumenten effecten, financiële of instrumenten strategieën. Zie ofook strategieën. http://select.morningstar. Zie ook http://select. morningstar.com/Includes/Notices.html. com/Includes/Notices.html. Raadpleeg hiervoor Raadpleeg hiervoor uw beleggingsadviseur. uw beleggingsadviseur. EventueleEventuele bijstellingen bijstellingen van van aanbevelingen aanbevelingen vinden vinden niet niet periodiek periodiek plaats plaats maar maar worden worden zonder zonder voorafgaande voorafgaande aankondiging aankondiging gedaan gedaanVan zodra zodra Lanschot Van Lanschot daartoedaartoe aanleiding aanleiding ziet. De ziet. De beloning beloning vanvan de opstellers de opstellers vanvan dezedeze publicatie publicatie is is niet niet gekoppeld gekoppeld aan aan door door Van Van Lanschot Lanschot verrichte verrichte zakenbanktransacties voor de bedrijven die in deze publicatie worden genoemd. Het is mogelijk dat zowel Van Lanschot Van Lanschot en de aan haar gelieerde ondernemingen als de opstellers van deze publicatie (short- of long) posities hebben in effecten die worden genoemd in deze publicatie. Ook doet de mogelijkheid zich voor dat Van Van LLanschot anschot financiële diensten, zoals vermogensbeheer, verleent aan de bedrijven die in deze publicatie worden genoemd of aan hun medewerkers en/of hun pensioenfondsen of ten behoeve van hun winstdelingsregelingen, zoals aandelenoptieplannen of deze financiert. Van Van LLanschot anschot heeft een beleid inzake de preventie van belangenconflicten. Dit beleid kunt u terugvinden op onze website www.vanlanschot.nl. KCO is een dochter van Van Van LLanschot anschot en treedt op als liquidity provider voor de effecten in AMT Holding, Ballast Nedam, Hal Cryo-Save Trust N.V., Group Intereffekt N.V., HalBrazilië Trust N.V., Intereffekt Warrants, Intereffekt Brazilië China Warrants, Warrants, Intereffekt Intereffekt China Warrants, India Warrants, Intereffekt Intereffekt India Warrants, Japan Warrants, Intereffekt Kempen Japan Warrants, Deep Barrier Kempen Note 11-16, Deep Barrier Kempen Note Deep 11-16, Barrier Kempen Note Index II 11-16, Linked Kempen NoteIndex 10-17, Linked Kempen Note Property 10-17, Kempen Research Note 10-13, Index LinkedKempen Note 11-16, Property Kempen Trigger Property Note Research 10-15, Nieuwe Note 10-13, Steen Kempen Investments, Property Van Trigger Lanschot Note Coupon 10-15, PremiumSteen Nieuwe NoteInvestments, 11-16, Van LVan anschot Lanschot DutchCoupon Trigger Note 11-14, Premium Note Van 11-16, Lanschot Van Eurozone Lanschot Dutch TriggerTrigger Note III 07-12, Note 11-14, Van Van Lanschot Lanschot Eurozone Eurozone Trigger Trigger PlusNote Note 10-15, III 07-12, Van Van Lanschot Lanschot Floored Eurozone Floater Trigger 11-21, Plus VastNed Note Off/Ind. 10-15, Van enLanschot VastNedFloored Retail. De Floater volgende 11-21, partijen VastNed houden een Off/Ind. en VastNed aanzienlijke Retail. deelneming De volgende in Van partijen Lanschot: Frieslandeen houden Bank aanzienlijke N.V., Delta deelneming Lloyd N.V.,inABP, Van LDDM Lanschot: Holding B.V. Friesland Bank enN.V., Stichting DeltaAdministratiekantoor Lloyd N.V., ABP, LDDM van gewone Holding B.V. aandelen en Stichting A Van Administratiekantoor Lanschot. Het is niet toegestaan van gewonede aandelen gegevens A Van in deze Lanschot. publicatie Hetgeheel is niet of gedeeltelijk de toegestaan te reproduceren, gegevens in deze in welke publicatie vormgeheel dan ook, of zonder de voorafgaande gedeeltelijk te reproduceren, schriftelijke in welketoestemming vorm dan ook, van Van zonder de Lanschot. voorafgaande Van Lanschot schriftelijke staattoestemming als bank onder toezicht van Van Lanschot. van De Nederlandsche Van LanschotBank staatN.V., als bank Postbus onder 98, 1000van toezicht AB,De Amsterdam Nederlandsche en is inBank het bezit N.V., van Postbus een vergunning 98, 1000 AB,opAmsterdam grond van artikel en is in2:11 het bezit van de van Wft eenen is tevens als beleggingsonderneming vergunning op grond van artikel 2:11 geregistreerd van de Wft bij ende AFM, is tevens Postbus als beleggingsonderneming 11723, 1001 GS, Amsterdam geregistreerd in het bij Wft-register. de AFM, Postbus 11723, 1001 GS, Amsterdam in het Wft-register.
De nieuwe Audi A6 Avant. Ervaar de kracht van minder.
Minder is meer, dit geldt zeker voor de nieuwe Audi A6 Avant. Een aluminium hybride carrosserie. Lichter. Krachtiger. Zuiniger. Wendbaarder. Ruimer. En groene energielabels. De rijbeleving? Die mag u zelf ervaren. Maak nu snel een proefrit bij uw Audi dealer.
De nieuwe Audi A6 Avant met Audi ultra lichtgewichttechnologie. Gemiddeld brandstofverbruik 5,0 - 8,2l/100 km, CO2-uitstoot 132 - 190 g/km. Vanafprijs € 47.580,- is inclusief BTW en BPM, exclusief verwijderingsbijdrage en kosten rijklaarmaken. Vraag uw Audi dealer naar meer informatie.