Provocatietest bij kinderen met een voedsel- of medicijnallergie Informatie voor ouders
F0894-1250 juli 2015 Medisch Centrum Haaglanden www.mchaaglanden.nl MCH Antoniushove, Burgemeester Banninglaan 1 Postbus 411, 2260 AK Leidschendam 070 357 44 44 MCH Westeinde, Lijnbaan 32, Postbus 432, 2501 CK Den Haag 070 330 20 00
Inleiding Uw kind heeft symptomen die mogelijk veroorzaakt worden door een allergie voor een voedingsmiddel of medicijn. Bijvoorbeeld voor melk, pinda, ei of antibiotica. Binnenkort wordt uw kind hiervoor onderzocht. In deze folder leest u wat een allergie inhoudt en hoe dit onderzocht kan worden.
Een allergie Bij een allergie treedt er een overgevoeligheidsreactie op wanneer uw kind met het voedingsmiddel of medicijn in aanraking komt. Een allergie is vaak erfelijk.
Symptomen van een allergie De volgende symptomen kunnen optreden bij een allergische reactie op een voedingsmiddel of medicijn: • huidklachten: rode vlekjes, eczeem, galbulten. • klachten van de luchtwegen: bijvoorbeeld een loopneus, niezen, piepend geluid bij het ademen. • maag- en darmklachten: overgeven, diarree, buikkrampen. • dikke ogen, veel huilen, onrustig zijn, niet willen eten, prikkelbaar gedrag. • een heftige reactie van het hele lichaam waarbij het kind vaak eerst rood en daarna bleek wordt, klam en zweterig. Vaak heeft het kind dan ook last van benauwdheid en gezwollen ogen. Dit wordt een anafylactische reactie genoemd. Deze symptomen kunnen wijzen op een allergie, maar kunnen ook een andere oorzaak hebben, zoals een verkoudheid.
Vaststellen van een allergie Als uw kind symptomen heeft die doen denken aan een allergie, dan stelt de kinderarts voor om een zogenaamde provocatietest uit te voeren. Provocatie betekent het uitlokken van een reactie door het voedingsmiddel of het medicijn dat de allergie mogelijk veroorzaakt toe te dienen.
Provocatietest bij kinderen met een voedsel- of medicijnallergie • F0894-1250 • juli 2015
2
Er zijn twee manieren om een provocatietest te doen: - open provocatietest - dubbelblind placebogecontroleerde provocatietest. Een open provocatietest Tijdens deze test krijgt uw kind het verdachte voedingsmiddel of medicijn eerst in een kleine hoeveelheid. Dit wordt langzaam uitgebreid naar een normale portie, zoals een heel ei of een boterham met pindakaas. Als er tijdens de test en in de eerste uren daarna geen reacties zijn opgetreden, beschouwen we het voedingsmiddel of medicijn als veilig. De kinderarts bespreekt de resultaten met u. Dubbelblinde placebogecontroleerde provocatietest Dit is de meest betrouwbare manier om een allergie aan te tonen of uit te sluiten. Placebogecontroleerd betekent dat de ene testvoeding wel het te testen allergeen bevat en de andere testvoeding niet (dit is dan een zogenaamd placebo). Beide voedingen zien er hetzelfde uit en ruiken en smaken hetzelfde. Er is maar één persoon die weet welke testvoeding uw kind op welke dag krijgt. Deze persoon komt niet op de afdeling. Deze test vindt op twee verschillende dagen plaats met een tussenpauze van ongeveer twee weken.
Voorbereiding Als u met de kinderarts heeft besproken om een provocatietest bij uw kind te laten doen, wordt in overleg met u de testdag of de testdagen gepland. Voorafgaand aan de test moet u de volgende voorbereidingen treffen: - Als uw kind dieetproducten gebruikt, neemt u deze dan mee naar het ziekenhuis. - Geef uw kind niet teveel eten voor het onderzoek, anders heeft hij of zij geen trek meer tijdens het onderzoek. Op de ochtend van de testdag mag uw kind tot 7.00 uur één fles of borstvoeding of een licht ontbijt.
Provocatietest bij kinderen met een voedsel- of medicijnallergie • F0894-1250 • juli 2015
3
- Het kan voor uw kind fijn zijn om bijvoorbeeld een knuffel of speelgoed bij zich te hebben tijdens het onderzoek. - Er mogen twee ouders/verzorgers bij uw kind blijven. Het is niet mogelijk om een broertje en/of zusje mee te nemen naar het ziekenhuis. - 3 dagen voor de provocatietest mag uw kind bepaalde medicijnen niet innemen omdat deze de uitslag van de test kunnen beïnvloeden. Het gaat om de volgende anti-allergiemedicijnen: Aerius® = desloratadine Allerfre® = loratadine Allergra® Telfast® = fexofenadine Allergodil® = azelastinehydrochloride Astalin® = proventil Atarax® = hydroxyzine Azaron® Benadryl® = diphenhydramine Cetrizine® = (cetrizinehydrochloride Claritine® = loratidine Claritromycine® = astemizole Amedine® = emedastine Emesafene® = meclozine Fenestil® = dimetindeen Hismanal® = asteminozol Kestine® = ebastine Livocab® = livocabastine Mistalin® Mizollen® = mizolastine mebhydroline
Navicalm® = hydroxyzine Nedeltran® = alimemazine Otrivin® = azelastine Periactin® = cyprophetadine Polaramine® = dexchloorfeniramine Primatour® = chloorcyclizine + cinnarizine promethazine Suprimal® = meclozine Semprex® = acrivastine Tavegil® = clemastine Tinset® = oxatomide Triludan® = terfanadine Xyzal® = levocetirizine Zatiden® = ketotifen Zyrtec® = cetirizine
Provocatietest bij kinderen met een voedsel- of medicijnallergie • F0894-1250 • juli 2015
4
U moet contact opnemen met de afdeling Kindergeneeskunde voorafgaande aan de provocatietest wanneer uw kind één van de volgende symptomen heeft: • koorts (temperatuur boven de 38°C) in de afgelopen 2 dagen • een infectie zoals bovenste luchtweginfectie, maagdarminfecties in de afgelopen 2 dagen • piepende ademhaling • verergering van astma in de afgelopen 2 dagen • toename van eczeem • galbulten in de afgelopen 2 dagen • maag-darmklachten zoals misselijkheid, overgeven en diarree in de afgelopen 2 dagen • wanneer uw kind één van de volgende medicijnen gebruikt: • antibiotica voor infecties 3 dagen voor aanvang van de test • extra gebruik van de volgende medicijnen: Atrovent® = ipratropium Berodual®, Bricanyl® = terbutaline Flixotide® = fluticason Oxis® = formoterol Pulmicort® = budesonide Qvar® = beclomethason
Seretide® = flixotide + salmeterol Serevent® = salmeterol Symbicort® = budesonide + formoterol Ventolin® of Airomir® = salbutamol
Let op: wanneer uw kind bovenstaande medicijnen dagelijks gebruikt, dan moet uw kind dit blijven doen. Alleen bij extra gebruik neemt u contact op met de afdeling Kindergeneeskunde op onderstaand telefoonnummer.
De test U komt met uw kind om 8.30 uur naar de afdeling Kindergeneeskunde, 13e etage in MCH Westeinde, volg route Rood. De verpleegkundige die voor uw kind zorgt meet de bloeddruk, ademhaling, de hartslag en de temperatuur (via het oor). Uw kind wordt gewogen en gemeten. De arts-assistent komt daarna en doet een lichamelijk onderzoek. Dit houdt in dat de huid op het hele lichaam wordt onderzocht op uitslag. Dit is nodig om vast te stellen of er na de test meer uitslag is dan ervoor. Als u nog vragen heeft over het onderzoek Provocatietest bij kinderen met een voedsel- of medicijnallergie • F0894-1250 • juli 2015
5
kunt u die aan de arts-assistent stellen. Om ongeveer 9.00 uur krijgt uw kind de eerste dosis testvoeding of medicijn. Uw kind krijgt de voeding of het medicijn in oplopende hoeveelheden (6 tot 8 stappen) met tussenpauzes variërend van 15 tot 60 minuten. Tijdens de test wordt uw kind geobserveerd door de kinderverpleegkundige. Zij waarschuwt zo nodig de arts. Als uw kind geen symptomen heeft of alleen de huid wordt rood, kan de test doorgaan. Er wordt opnieuw gekeken of er klachten optreden. Bij duidelijke symptomen zoals galbulten, piepende ademhaling, herhaaldelijk overgeven komt de kinderarts kijken. De test wordt dan gestaakt. Uw kind krijgt medicijnen en blijft 4 uur in het ziekenhuis om het vervolg van de reactie goed in de gaten te houden. U mag tijdens de test met uw kind naar de speelkamer. U moet op de afdeling blijven. Als uw kind geen allergische reactie vertoont mag u twee uur na de test naar huis. Het kan zijn dat uw kind thuis symptomen krijgt. Hiervoor krijgt u instructies mee. De dag na de test wordt u gebeld door de arts-assistent om na te vragen hoe de dag na de test is verlopen. U krijgt een belafspraak mee.
Uitslag Een of twee weken na de testdag heeft u een afspraak of een belafspraak met de kinderarts op de polikliniek Kindergeneeskunde. Positieve voedsel- of medicijnprovocatie Als uw kind een allergische reactie had op het voedingsmiddel of medicijn, spreken we van een positieve voedselprovocatie. Dit betekent dat uw kind allergisch is voor het voedingsmiddel of medicijn en dat dit vermeden moet worden. Als het om een voedingsmiddel of medicijn gaat dat uw kind voor de eerste keer heeft gekregen tijdens de provocatie, dan krijgt u een afspraak bij de diëtist om het voedingsmiddel te blijven vermijden. Negatieve voedsel- of medicijnprovocatie Als uw kind niet heeft gereageerd op het voedingsmiddel of medicijn, spreken we van een negatieve provocatie. Het voedingsmiddel of medicijn is goed verdragen en kan gegeven worden. U krijgt van de arts-assistent een schema hoe u het voedingsmiddel bij uw kind kunt introduceren. Provocatietest bij kinderen met een voedsel- of medicijnallergie • F0894-1250 • juli 2015
6
Rechten en plichten In de Wet op de Geneeskundige Behandelingsovereenkomst (de WGBO) zijn de rechten en plichten van de patiënt vastgelegd. In deze wet staat o.a. dat de behandelaar de patiënt (kinderen en ouders) goed moet informeren. Op basis van de informatie kan de patiënt dan toestemming geven voor een medisch onderzoek of een medische behandeling. Bij kinderen jonger dan 12 jaar wordt die toestemming gegeven door de ouders of voogd. Meer informatie is te vinden op de website van Kind en Ziekenhuis: www.kindenziekenhuis.nl (onder het kopje Rechten).
Vragen Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen of wilt u meer informatie, dan kun u contact opnemen van maandag tot en met vrijdag, tussen 08.00 - 16.00 uur op onderstaande telefoonnummers: Polikliniek Kindergeneeskunde: • MCH Antoniushove (070) 357 40 00 • MCH Westeinde (070) 330 23 30 Afdeling Kindergeneeskunde, MCH Westeinde, 13e etage route Rood Telefoon: (070) 330 22 13
Provocatietest bij kinderen met een voedsel- of medicijnallergie • F0894-1250 • juli 2015
7