Media, Informatie en Communicatie
‘’Hoe een website een gezondere leefstijl bij kinderen met overgewicht of obesitas kan bevorderen’’
Afstudeerscriptie Nederlandse Obesitas Vereniging Adviesrapport & Mock-up
Afstudeeropdracht Janneke van Kruijssen
Eerste begeleider: Monique Jagroe Tweede begeleider: Harold Pflug
Redactie en mediaproductie December 2014
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
3
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
4
Voorwoord Voor u ligt mijn afstudeerscriptie. Mijn afstudeerscriptie bestaat uit een adviesrapport voor een website-uitbreiding en een bijbehorende mock-up. Dit adviesrapport en de bijbehorende mock-up zijn een uitwerking van mijn afstudeeronderzoek naar de uitbreiding van de website voor de Nederlandse Obesitas Vereniging.
Dit afstudeeronderzoek is geschreven in het kader van mijn opleiding Media, Informatie en Communicatie – afstudeerprofiel: Redactie en Mediaproductie – aan de Hogeschool van Amsterdam.
Ik heb tijdens het schrijven van mijn afstudeerscriptie onwijs veel geleerd. Het was ontzettend moeilijk en ik heb echt met mezelf in de knoop gelegen. Al tijdens het ‘Plan van Aanpak’ kreeg ik met verschillende tegenvallers te maken. Dit was een zware en lastige periode. Ik kan nog steeds niet geloven dat ik mijn scriptie nu heb geschreven, dat is een hele overwinning. Ik had dit niet kunnen doen zonder de hulp van mijn begeleidster, Monique Jagroe. Daarnaast wil ik ook mijn respondenten bedanken voor hun medewerking, waardoor dit onderzoek mogelijk was. Tot slot wil ik in het bijzonder Annemarie van Haaren bedanken, mijn contactpersoon bij de Obesitas Vereniging. Onwijs bedankt voor je geduld, steun en hulp.
Janneke van Kruijssen
Eindhoven, december 2014
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
5
Managementsamenvatting Deze scriptie is mijn afstudeeropdracht aan de Hogeschool van Amsterdam, opleiding Media, Informatie & Communicatie. Het onderzoek is uitgevoerd voor de Nederlandse Obesitas Vereniging en de reden van het onderzoek is het toenemende percentage kinderen met overgewicht en obesitas.
Probleemstelling De probleemstelling van dit onderzoek luidt: Hoe ziet een uitbreiding op de bestaande website van de Obesitas Vereniging eruit, die de doelgroep (kinderen van 7 tot en met 12 jaar met overgewicht of obesitas) aanspreekt en inspireert? Dit wordt geïllustreerd met een mock-up. Onderzoek Om antwoord te geven op deze probleemstelling heeft desk- en fieldresearch plaatsgevonden. Eerst is deskresearch uitgevoerd, in de vorm van literatuuronderzoek. Dit literatuuronderzoek bestond uit een onderzoek naar: -
De opdrachtgever en de organisatie achter de Nederlandse Obesitas Vereniging.
-
De doelgroep, de wensen van de doelgroep, de behoeften van de doelgroep en het gedrag van de doelgroep.
-
Trends op het gebied van gezondheid.
-
Theorieën en richtlijnen op het gebied van websitebouw.
-
Succesvolle soortgelijke concepten uit het binnen- en buitenland (best practices).
Naast deskresearch is er ook gebruik gemaakt van fieldresearch, om erachter te komen hoe de website er volgens de doelgroep uit moet komen te zien. Om daarachter te komen, hebben panelgesprekken en interviews met de doelgroep plaatsgevonden. Conclusies & Advies website Alle uitkomsten van desk- en fieldresearch zijn verwerkt in een mock-up. De mock-up, die ik zelf heb gemaakt, geeft antwoord op de probleemstelling en een beeld van hoe de uitbreiding van de website voor de Nederlandse Obesitas Vereniging eruit zou moeten zien.
De mock-up geeft weer wat de website zou moeten bevatten. Bij het ontwerpen van de mock-up is rekening gehouden met de wensen van de doelgroep, zowel qua onderwerpen (tips van een bekende sporter, tips/ informatie over bewegen, chatten met andere kinderen, recepten maken, video’s, quizvragen, muziek, ervaringen van andere kinderen en spelletjes) als qua vormgeving (kleurgebruik (oranje en blauw), tekstgrootte (14), tekstkleur (zwart en wit), tekst- beeldverhouding (genoeg plaatjes en video’s)).
Er is ook gekeken naar soortgelijke succesvolle concepten in binnen- en buitenland, waarvan zeker elementen overgenomen kunnen worden. Voorbeelden van die concepten
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
6
zijn Dubbel30 en MyLife. Deze vallen het meest in de smaak qua onderwerpen (Dubbbel30) en vormgeving (MyLife).
Daarnaast zijn trends (basic en eenvoud, letters in klassieke fonts en een one-issue homepage) en theorieën (kinderen en jongeren horen graag bij een peergroup) meegenomen in het advies voor de website.
Verder zijn zeer belangrijke kwaliteitscriteria (gebruiksvriendelijkheid, aantrekkelijkheid en betrouwbaarheid) in acht genomen, die gelden voor een website voor kinderen. Tot slot is er een deel voor de ouders op de website omdat uit het onderzoek blijkt dat ouders een grote rol spelen in het eet- en beweeggedrag van hun kind(eren).
Vervolgonderzoek Dit onderzoek leent zich op meerdere manieren voor vervolgonderzoek. Omdat het ontwikkelen van een website kosten met zich mee brengt, is de mock op dit moment het meest realistische beeld van de website.
Tijdens vervolgonderzoek kan in de eerste plaats de mock-up getest worden onder de doelgroep. Als de mock-up getest is, kan de website gerealiseerd worden en de website kan vervolgens ook weer getest worden onder de doelgroep.
Tot slot, kan de website in de toekomst worden uitgebreid met een applicatie voor de mobiele telefoon en de tablet, om de doelgroep zo nog beter en vaker te bereiken.
De Nederlandse Obesitas Vereniging kan er zelf voor kiezen of zij dit onderzoek willen vervolgen.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
7
Management resume This thesis has been written as part of my graduation research from the University of Amsterdam, department Media, Information & Communication. This research has been conducted for the Dutch Obesity Association (Nederlandse Obsesitas Vereniging). The reason for the research is the increasing percentage of children with overweight and obesity.
Central problem statement The central problem statement of this research is: What does the extension of the existing website (from the Dutch Obesity Association) look like? The extension has to appeal and inspire the target group (children from 7 to 12 years with overweight or obese). This will be illustrated with a mock-up. Research In order to answer this problem statement, I conducted both, a desk research and a field research. I started with desk research, which includes: -
The client and the organization behind the NOV.
-
The target group and their wishes, needs and behaviour.
-
Trends for healthcare.
-
Theories and guidelines for website construction.
-
Successful similar concepts from Germany and abroad (best practices). I conduced also field research to find out, what the website should look like in the eyes of the target group. To find out what the needs of the target group are (for the website), panel discussions and interviews were held with the target group.
Conclusions and advice website All the results of desk and field research have been incorporated into a mock-up. The mockup, which I made myself, gives answers to the central problem statement and shows what the expansion of the website should look like.
The website The mock-up shows what the website must contain. While designing the mock-up, the needs of the target group are considered. Both topics and design. Topics -
Tips from a well-known sportsman
-
Tips and information about sports/ exercise
-
Chatting with other kids
-
Recipes
-
Videos
-
Quiz
-
Music
-
Experiences of other children
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
-
8
Games Design
-
Colors: orange and blue
-
Text size: 14
-
Text color: black and white
-
Enough pictures and videos
There are similar successful concepts. The concepts have great elements that can be useful. Examples of these concepts are Dubbel30 and Mylife. Dubbel30 is the most appreciated one recording to their topics and Mylife is the most appreciated one recording to their design.
Furthermore, trends and theories are included in the recommendation for the website. Trends like: basic and simplicity, letters in classic fonts and a one- issue homepage. Theory: children want to belong to a group (peer group).
Also, the quality criteria that apply to a website for children are observed: usability, attractiveness and reliability. Finally there is also a section for the parents on the website, because research shows that parents have a big part in the eating and exercise behavior of their child(ren). Further research This study lends itself in multiple ways for further research. Because developing a website is expansive, the mock-up is the most realistic idea of the website.
In the first place, in further research the mock-up can be tested with the target group. If the mock-up is tested, the website can be realized and the website can also be tested again with the target group.
Finally, in the future the website can be expanded with an application for the mobile phone and tablet to reach the target group better and more often.
The Dutch Obesity Association can decide whether they want to continue this research.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
9
Inhoud Voorwoord
4
Managementsamenvatting
5
Management resume
7
1
Inleiding
12
1.1
Aanleiding
12
1.2
Doelstelling
12
1.3
Probleemstelling
12
1.4
Opbouw onderzoeksrapport
13
2
Methoden en technieken
14
2.1
Doel van het onderzoek
14
2.1.1 Beantwoording probleemstelling
14
2.1.2 Doelgroep
14
2.1.3 Begrippen
14
Uitvoeren van het onderzoek
15
2.2.1 Fieldresearch
15
2.2.2 Deelnemers werven
15
2.2.3 Interviews
16
2.2.4 Panelgesprek
17
2.2.5 Topiclijsten
17
2.2
2.2.6 Validiteit
18
2.3
Resultaten van het onderzoek
19
3
Interne analyse
20
3.1
Organisatie
20
3.2
De website & de patiëntenvereniging
20
3.3
Leden
20
3.4
Doelstellingen
21
3.5
Samenwerkingspartners
22
3.6
Conclusie
22
4
Doelgroepanalyse
23
4.1
De doelgroep
23
4.2
Risicogroepen
23
4.2.1 Kinderen met ouders met overgewicht of obesitas
24
4.2.2 Fysieke omgeving
24
4.2.3 Obesogene omgeving
24
4.2.4 Lage sociaal economische status
24
4.2.5 Allochtonen*
25
4.2.6 Erfelijkheid
25
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
4.3 4.4
10
Gedrag van de doelgroep
25
4.3.1 Theorieën over gedrag van de doelgroep
26
Kinderen en digitale media
27
4.4.1 De tablet
27
4.4.2 Responsive webdesign
28
4.5
Conclusie
28
5
Trendanalyse
29
5.1
Verandering in eetgewoontes
29
5.2
Minder bewegen
30
5.3
Technologische ontwikkelingen
31
5.4
Conclusie
33
6
De website
34
6.1
Theorieën/ richtlijnen websitebouw
34
6.1.1 Linker- en rechter hersenhelft
34
6.1.2 Gebruiksgemak
34
6.1.3 Zoekmachine- en conversieoptimalisatie
35
6.1.4 Eerste indruk
35
6.1.5 Kwaliteitscriteria
35
6.1.6 Verschil volwassenen en kinderen
37
6.1.7 Kwaliteitscriteria kinderwebsites
37
6.2
Trends
39
6.3
Conclusie
40
7
Best practices
42
7.1
Nederlandse websites
42
7.1.1 Lekker pûh
42
7.1.2 Dubbel30
43
Internationale websites
43
7.2.1 My Life
43
7.2.2 Kids´ health
44
Applicaties
45
7.3.1 Fresh
45
7.2
7.3
7.3.2 Coach David
46
7.4
Conclusie
46
8
Onderzoeksresultaten
47
8.1
Verloop van de dataverzameling
47
8.2
Interviews
47
8.2.1 Resultaten interviews: jongens (7 t/m 12 jaar) met overgewicht of obesitas
47
8.2.2 Resultaten interview: meisjes (7 t/m 12 jaar) met overgewicht of obesitas
48
Panelgesprekken
50
8.3
8.3.1 Resultaten panelgesprek: jongens (7 t/m 12 jaar) met overgewicht of obesitas 50 8.3.2 Resultaten panelgesprekken: meisjes (7 t/m 12 jaar) met overgewicht of obesitas
51
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
11
9
Conclusies & aanbevelingen
54
9.1
Conclusie resultaten
54
9.2
Beantwoording probleemstelling
55
10
Advies website
58
11
Onderzoek verloop
60
11.1 Het onderzoeksproces
60
11.2 Validiteit
61
11.3 Vervolgonderzoek
61
12
Literatuurlijst
62
13
Bijlagen
68
13.1 Deelvragen
68
13.2 Afbeeldingen, tabellen en figuren
70
13.2.1 Figuren
70
13.2.2 Tabellen
73
13.2.3 Afbeeldingen
74
13.3 Volledige vragenlijsten
80
13.3.1 Topiclijst interview met de doelgroep
80
13.3.2 Topiclijst panelgesprek met de doelgroep
82
13.4 Uitwerking interviews & panelgesprekken
84
13.4.1 Uitgewerkt interview 1 jongens
84
13.4.2 Uitgewerkt interview 2 jongens
89
13.4.3 Uitgewerkt interview 3 meisjes
94
13.5 Uitwerking panelgesprekken
99
13.5.1 Uitgewerkt panelgesprek 1 jongens
99
13.5.2 Uitgewerkt panelgesprek 2 meisjes
104
13.5.3 Uitgewerkt panelgesprek 3 meisjes
108
13.6 Plan van aanpak
113
13.7 Goedkeuring plan van aanpak
131
13.7.1 Eerste begeleider
131
13.7.2 Afstudeercommissie
131
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
1
12
Inleiding
In dit hoofdstuk wordt de aanleiding van het onderzoek beschreven, daarnaast worden ook de probleem- en doelstelling beschreven en tot slot staat hier de opbouw van het rapport.
1.1 Aanleiding De aanleiding van dit onderzoek is het toenemend aantal Nederlanders met overgewicht en obesitas. Obesitas is een ander woord voor ernstig overgewicht. Ernstig overgewicht is tegenwoordig een van de grootste gezondheidsproblemen voor de mens. Met obesitas heeft men een groter risico op lichamelijke problemen (Voedingscentrum, z.j.).
Het overgewicht onder kinderen is de laatste jaren ook opvallend sterk toegenomen. Ongeveer 15% van de jongeren (2 tot 25 jaar) kampt met overgewicht. (CBS, 2013). Hierom wil de Nederlandse Obesitas Vereniging hun website uitbreiden met een speciaal deel dat gericht is op kinderen met overgewicht of obesitas, zodat ze deze al op jonge leeftijd kunnen stimuleren gezonder te leven door middel van genoeg beweging en gezond eten. Onder gezond eten wordt het volgende verstaan: gevarieerd eten, niet teveel eten, minder verzadigd vet eten, eet veel groente, fruit en brood, eet veilig (koken, wassen, scheiden, verhitten, koelen) (Voedingscentrum, z.j.).
De Nederlandse Obesitas Vereniging heeft mij gevraagd om een adviesrapport te schrijven. In dit adviesrapport zal ik advies geven over de lay-out en de inhoud van de uitbreiding van hun website die gericht is op kinderen tussen de 7 en 12 jaar die kampen met overgewicht of obesitas. Dit adviesrapport wordt ondersteund met een mock-up voor de uitbreiding van de website. Een mock-up is een voorbeeld van hoe de website er het beste uit kan komen te zien.
1.2 Doelstelling De doelstelling van dit onderzoek: Een adviesrapport voor de uitbreiding op de bestaande website van de Nederlandse Obesitas Vereniging, die wordt geïllustreerd met een mock-up, waarmee je de doelgroep aanspreekt en ze inspireert gezonder te leven.
1.3 Probleemstelling De probleemstelling van dit onderzoek: Hoe ziet een uitbreiding op de bestaande website van de Nederlandse Obesitas Vereniging eruit, die de doelgroep aanspreekt en inspireert? Dit wordt geïllustreerd met een mock-up.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
13
1.4 Opbouw onderzoeksrapport Dit onderzoeksrapport is opgebouwd uit verschillende hoofdstukken. Het eerste hoofdstuk gaat over de opdrachtgever, de Nederlandse Obesitas Vereniging. In dit hoofdstuk ‘Interne analyse’ wordt de organisatie beschreven, wat ze ondernemen, wat de doelstellingen zijn etc. Daarna volgt het hoofdstuk ‘de Doelgroepanalyse’. Hierin wordt beschreven hoe groot de doelgroep is, wat de risicogroepen zijn, wat het gedrag van de doelgroep is etc. Vervolgens komt het hoofdstuk ‘Trendanalyse’, hierin worden de trends op het gebied van gezondheid beschreven. Daarna komt het hoofdstuk ‘Websitebouw’, dit gaat over het ontwikkelen van een website. Na dit hoofdstuk volgt het hoofdstuk ‘Best practices’, hierin worden succesvolle soortgelijke concepten uit het binnen- en buitenland beschreven. Deze hoofdstukken vallen allemaal onder deskresearch. Na deze hoofdstukken volgt het hoofdstuk ‘Resultaten’, dit hoofdstuk wordt opgesplitst in tweeën, namelijk: resultaten van de panelgesprekken en resultaten van de diepteinterviews. Daarna volgen de hoofdstukken ‘Conclusies en aanbevelingen’ en ‘Advies website’. In het hoofdstuk ‘Conclusies en aanbevelingen’ worden zowel de conclusies en aanbevelingen van desk- als van fieldresearch geformuleerd. Daarnaast wordt antwoord gegeven op de probleemstelling. In het hoofdstuk ‘Advies website’ staat de mock-up met toelichtingen. Vervolgens volgt het hoofdstuk ‘Onderzoek verloop’, hierin staat een evaluatie van het onderzoeksproces en mogelijkheden voor vervolgonderzoek. Aan het einde van dit onderzoeksrapport staan de literatuurlijst en de bijlagen.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
14
Methoden en technieken
2
In dit hoofdstuk worden de verschillende onderzoeksmethoden op een rij gezet en de gemaakte keuzes worden onderbouwd. Dit hoofdstuk bestaat uit drie onderdelen:
Doel van het onderzoek;
Uitvoeren van het onderzoek;
Resultaten van het onderzoek.
2.1 Doel van het onderzoek De Nederlandse Obesitas Vereniging wil weten hoe een uitbreiding van de website (gericht op kinderen van 7 t/m 12 jaar met overgewicht of obesitas) eruit moet komen te zien. 2.1.1
Beantwoording probleemstelling
Hoe ziet een uitbreiding op de bestaande website van de Nederlandse Obesitas Vereniging eruit, die de doelgroep aanspreekt en inspireert? Dit wordt geïllustreerd met een mock-up. Dit is de probleemstelling. Om deze probleemstelling te beantwoorden wordt gebruik gemaakt van desk- en fieldresearch. Om informatie te verkrijgen over de opdrachtgever, de doelgroep, trends, websitebouw en best practices is er voor deskresearch gebruik gemaakt van literatuuronderzoek. Fieldresearch is opgesplitst in het houden van zowel panelgesprekken als diepte-interviews met de doelgroep. 2.1.2
Doelgroep
Dit onderzoek is gericht op kinderen van 7 tot en met 12 jaar met overgewicht of obesitas. Er zijn zowel kinderen met obesitas als kinderen met overgewicht benaderd (minimaal een BMI van 25 of hoger). De begrippen obesitas, overgewicht en BMI worden in de begrippenlijst hieronder toegelicht.
Er is voor de doelgroep kinderen van 7 tot en met 12 jaar gekozen, omdat het belangrijk is dat overgewicht al op een jonge leeftijd wordt aangepakt. De doelgroep is de afgelopen jaren sterk toegenomen, en dit kan betekenen dat de doelgroep de komende jaren nog sterker groeit. 2.1.3
Begrippen
Omdat er in dit rapport begrippen staan die niet voor iedereen bekend zijn, worden die begrippen in deze paragraaf beschreven. Obesitas
Obesitas is een ander woord voor ernstig overgewicht.
Morbide obesitas
Men spreekt van Morbide Obesitas als het risico op gezondheidsproblemen of ernstige ziekten als gevolg van obesitas aanzienlijk stijgt.
BMI
BMI is een afkorting voor Body Mass Index. Dit is een index voor het gewicht in verhouding tot lichaamslengte. De BMI geeft een
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
15
schatting van het gezondheidsrisico van je lichaamsgewicht. Hoe hoger het BMI hoe meer risico op gezondheidsproblemen. BMI formule: Gewicht in kilogram / (Lengte in meter * Lengte in meter).
Als een kind bijvoorbeeld 150 centimeter lang is en 60 kilo weegt (60 / (1,50 * 1,50) = 26.7) Heeft zij een BMI van 26,7 en dus overgewicht. BMI index /
BMI index:
Categorie:
categorie
Kleiner dan 18,5
Ondergewicht
Tussen 18,5 - 25
Normaal
Tussen 25 - 30
Overgewicht
Tussen 30-40
Obesitas
Groter dan 40
Morbide Obesitas
NOV
In dit rapport wordt de afkorting NOV gebruikt, deze afkorting staat voor de Nederlandse Obesitas Vereniging.
Mock-up
Een op ware grootte gemaakt model van een ontwerp. Een mockup krijgt pas de term prototype als het ontwerp ook echt werkt. Mock-ups zijn voornamelijk voorbeelden qua uiterlijk.
2.2 Uitvoeren van het onderzoek 2.2.1 Fieldresearch Er is voor fieldresearch gebruik gemaakt van verschillende onderzoeksmethoden, namelijk: interviews en panelgesprekken. In deze paragraaf staat beschreven hoe deze methoden zijn uitgevoerd. 2.2.2
Deelnemers werven
Met behulp van Annemarie van Haaren, mijn contactpersoon bij de Nederlandse Obesitas vereniging (NOV), heb ik deelnemers gevonden voor de panelgesprekken en de diepteinterviews. Verder heb ik mijn basisschool benaderd voor deelnemers en heb ik ‘via via’ deelnemers voor het onderzoek geregeld. Deze deelnemers zijn goed ingelicht over het houden van de panelgesprekken en interviews. Hierdoor is de betrouwbaarheid van het onderzoek vergroot. Alles wat eventueel voor verwarring kan zorgen, is toegelicht aan de deelnemers.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
2.2.3
16
Interviews
Er zijn drie diepte-interviews gehouden onder de doelgroep. Er is gekozen voor duointerviews met telkens twee bevriende kinderen omdat uit onderzoek is gebleken dat kinderen zich meer op hun gemak voelen met leeftijdsgenoten erbij. Ze zullen hierdoor minder geïmponeerd zijn door de onderzoek. Het is daarbij belangrijk dat je geen broertjes of zusjes samen interviewt maar liever vriendjes of vriendinnetjes. Broertjes of zusjes krijgen sneller ruzie. Uit onderzoek blijkt ook dat het beter is om jongens en meisjes zo mogelijk apart te interviewen, zodat zij elkaar niet beïnvloeden (Expertise Centrum Games, Doelgroeponderzoek met kinderen, 2011). De interviews zullen in totaal maximaal 30 minuten duren omdat dit de maximale aandachtspanne van een kind is (EGG, 2011).
Met de volgende punten is ook rekening gehouden tijdens de interviews en de panelgesprekken, omdat uit onderzoek blijkt dat de volgende punten van belang zijn bij het verrichten van onderzoek bij kinderen. Voorafgaand aan de interviews en de panelgesprekken: -
Spreek voor een groepssessie af in een voor de groep ongewone ruimte, waar de gewone regels opeens niet meer op hun plaats zijn. Zoals bijvoorbeeld in een vrolijke speelkamer.
-
Vermijd de klassieke interviewopstelling waarbij de interviewer tegenover de geïnterviewden aan tafel zit. Deze opstelling kan al snel op een kruisverhoor gaan lijken. Kies voor een opstelling in een hoek van negentig graden, ga samen op een bank zitten, of kies een ronde tafel.
-
Zorg ervoor dat de privacy van kinderen en jongeren gewaarborgd is. Kies geen ruimte waar veel inkijk is (bijvoorbeeld vanuit de gang). Dit schendt niet alleen de vertrouwelijkheid, het leidt ook af.
-
Probeer niet krampachtig vast te houden aan je eigen planning. Een participatieve houding aannemen, betekent dat de onderzoeker ruimte laat voor het onverwachte of ongeplande tijdens het onderzoeksproces (Gallacher & Gallagher, 2008).
Tijdens de interviews en de panelgesprekken: -
Stel jezelf voor, voordat je begint.
-
Wees positief, vriendelijk, open en blijf rustig.
-
Stel de kinderen op hun gemak. Praat eerst even over iets anders en vertel wie je bent en wat je doet.
-
Zorg dat de kinderen weten wat er van ze verwacht wordt.
-
Pas je vragen aan op hun begripsniveau.
-
Kinderen tot een jaar of 10 hebben moeite met het beantwoorden van niet suggestieve vragen en reageren juist beter op een vraag als ‘’vind je dit leuk/ mooi?’’ dan wanneer je vraag ‘’wat vind je hiervan?’’
(Kinderen en jongeren actief in wetenschappelijk onderzoek, 2013).
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
17
Voor- en nadelen interview Voordelen: -
Flexibel, het kan overal en op elk moment en overal plaatsvinden.
-
Er kan doorgevraagd worden naar achterliggende gedachtes, motivaties en ideeën,
Nadelen: -
De geïnterviewde kan onbewust beïnvloed worden door de interviewer.
-
Er kunnen geen conclusies worden getrokken die voor de gehele doelgroep gelden.
(Allesovermarktonderzoek.nl, z.j.) 2.2.4
Panelgesprek
Er hebben drie panelgesprekken plaatsgevonden, per panelgesprek waren drie tot vijf kinderen aanwezig. Omdat uit onderzoek blijkt dat panelgesprekken die uit drie tot vijf participanten bestaan soepeler verliepen dan de grotere groepen. Een kleine groep helpt de participanten, in het bijzonder ook kinderen, om zich op hun gemak te voelen, zich begrepen te voelen en zich gesteund te voelen (Peek en Fothergill, 2009). Er is gekozen voor drie panelgesprekken omdat de meeste geleerden het erover eens zijn dat drie tot vijf groepen voldoende zijn. Meer groepen leiden zelden tot nieuwe inzichten (Morgan, 1997; Krueger, 1988).
Net als bij de interviews worden jongens en meisjes gescheiden gehouden. Ook zullen de panelgesprekken maximaal 30 minuten duren omdat dit de maximale aandachtspanne van een kind is. (Kinderen en jongeren actief in wetenschappelijk onderzoek, 2013).
Door middel van deze panelgesprekken is er veel informatie verkregen, over wat de doelgroep wil zien en doen op de website. Voordelen: -
Deelnemers hebben interactie en kunnen op elkaar reageren.
-
Er kunnen snel en makkelijk ideeën verkregen worden.
Nadelen: -
Er kunnen geen conclusies getrokken worden die voor de gehele doelgroep gelden.
-
Deelnemers kunnen elkaar beïnvloeden.
(Allesovermarktonderzoek.nl, z.j.) 2.2.5
Topiclijsten
In overleg met de opdrachtgever is een topiclijst samengesteld. Er is hierbij goed nagedacht over welke topics en vragen er aan bod komen. Omdat kinderen een maximale aandachtspanne van 30 minuten hebben, is ervoor gekozen om de interviews te richten op de vormgeving en de panelgesprekken te richten op de onderwerpen op de website.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
18
Door middel van de interviews is een goed beeld ontstaan van wat de doelgroep wil zien qua vormgeving. Daarnaast zijn de best practices qua vormgeving voorgelegd. Als je een nieuw product op de markt wil brengen, is het van groot belang dat je weet wat de wensen van de doelgroep zijn voor een nieuw product. Het nieuwe product, de website, is ten slotte voor de doelgroep. Daarom zullen de best practices beoordeeld worden door de doelgroep tijdens de panelgesprekken en de interviews.
Het is belangrijk dat de interviews goed zijn opgebouwd. Daarom begint elk duo-interview met een introductie. De kinderen stellen zichzelf vervolgens voor en daarna praten we over hun gezinssituatie, wat voor sport ze doen etc. Als de kinderen zich een beetje op hun gemak voelen praten we over hun overgewicht en hun mediagebruik. We hebben het vervolgens vooral over wat ze willen zien qua vormgeving. De topics tijdens de interviews zijn: Inleiding, gezinssamenstelling, eet- en beweeggewoontes, overgewicht, mediagebruik, vormgeving van een website, best practices (vormgeving), afsluiten. De volledige vragenlijst van de interviews is te zien in bijlage 13.3.2.
Door middel van panelgesprekken is er een goed beeld ontstaan van wat de doelgroep wil lezen en doen op de website. Daarnaast zijn de best practices qua onderwerpen voorgelegd. De best practices zijn dus beoordeeld op de onderwerpen die aan bod komen en niet op de lay-out. Het is, net als bij een interview, belangrijk dat een panelgesprek goed is opgebouwd. Daarom is ervoor gekozen om eerst een duidelijke introductie te geven. Daarnaast is het belangrijk dat de kinderen zich op hun gemak voelen, daarom zijn we begonnen met voorstellen en iets over hun gezinssituatie te vertellen. Pas daarna hebben we het over hun overgewicht en hun websitegebruik. De topics tijdens de panelgesprekken zijn: Inleiding, gezinssamenstelling, eet- en beweeggewoontes, overgewicht, mediagebruik, onderwerpen op een website, best practices inhoudelijk, afsluiten. De volledige vragenlijst van de panelgesprekken is te zien in bijlage 13.3.2. 2.2.6
Validiteit
Validiteit betekent de geldigheid van het onderzoek, daarbij wordt gekeken naar de echtheid en het waarheidsgehalte van het onderzoek (Verhoeven, 2011). Het is daarbij belangrijk dat er juiste conclusies worden getrokken uit resultaten. Het is dan ook van groot belang dat deelnemers weten waar het onderzoek over gaat. Begrippen die eventueel tot verwarring kunnen leiden, worden dan ook toegelicht in kindertaal. (Verhoeven, 2011). Er is in dit onderzoek zoveel mogelijk gestreefd naar een representatieve afspiegeling van de populatie.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
19
2.3 Resultaten van het onderzoek De resultaten worden in verschillende paragrafen weergegeven zodat het er overzichtelijk uit ziet. Er wordt zo een duidelijke weergave getoond van de uitkomsten van het onderzoek. De panelgesprekken en de interviews zijn geheel face-to-face afgenomen. Omdat de deelnemers (en dan voornamelijk de ouders van de deelnemers) het erg waardeerden als de gesprekken niet werden opgenomen, is dit niet gebeurd. Om toch alle informatie op te kunnen schrijven, zijn sommige vragen herhaald en heb ik iemand bereid gevonden om samen met mij ook aantekeningen te maken, zodat er geen informatie verloren ging. De uitwerkingen van de panelgesprekken en de interviews zijn te vinden in bijlage 13.3.1 en 13.3.2.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
3
20
Interne analyse
Dit hoofdstuk gaat over de Nederlandse Obesitas Vereniging (de NOV) en de organisatie erachter. In dit hoofdstuk wordt de organisatie achter de website van de Nederlandse Obesitas Vereniging onder de loep genomen. Het wordt duidelijk wat de NOV precies is en wat de vereniging allemaal doet.
3.1 Organisatie De Obesitas Vereniging is geen overheidsorgaan maar een vereniging die bestaat uit een bestuur en vele vrijwilligers. Het bestuur bestaat uit verschillende personen, waaronder de voorzitter, de waarnemende penningmeester, de secretaris, het lotgenotencontact en bestuursleden die staan voor de marketing, communicatie en PR. Verder zijn er vele actieve vrijwilligers die onder andere voorlichtingen geven en redactioneel actief zijn voor de website (De Nederlandse Obesitas Vereniging, 2014).
3.2 De website & de patiëntenvereniging De Nederlandse Obesitas Vereniging biedt via hun website toegang tot kennis en deskundigheid over de oorzaken en gevolgen van overgewicht. Ze staat voor het belang van alle mensen met overgewicht en obesitas. De website biedt onafhankelijk informatie en advies. De vereniging staat nadrukkelijk op het standpunt dat iedereen, ongeacht leeftijd of gewicht, stappen kan zetten in de richten van een gezonde(re) leefstijl om zo (toename van) overgewicht en obesitas te voorkomen (De Nederlandse Obesitas Vereniging, 2014).
Naast de website die de vereniging biedt, is de NOV ook een patiëntenvereniging. Als patiëntenvereniging biedt de vereniging hun leden verdieping van informatie, leefstijladviezen, herkenning, begrip, ondersteuning en lotgenotencontact. Ze doen dit doormiddel van workshops, voorlichtingen, nieuwsbrieven, evenementen en social media (De Nederlandse Obesitas Vereniging, 2014).
3.3 Leden Helaas is er geen wondermiddel om overgewicht simpel, snel en voor altijd te laten verdwijnen. Daarbij, hoe groter het overgewicht, hoe moeilijker het wordt om weer op een gezond gewicht terug te komen. Hoe groter het overgewicht, hoe groter ook de kans op andere aandoeningen als diabetes, hart- en vaatziekten, gewrichtsproblemen et cetera. Daarnaast heeft overgewicht vaak grote gevolgen voor je persoonlijk en maatschappelijk functioneren (De Nederlandse Obesitas Vereniging, 2014).
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
21
Er zijn, afhankelijk van de mate van het overgewicht, meerdere mogelijkheden voor begeleiding en behandeling. De Obesitas vereniging helpt door de voor- en nadelen van elk soort behandeling op een rij te zetten. Hiermee belooft de vereniging geen wonderen, maar het helpt wel om weloverwogen keuzes te maken en haalbare doelen te stellen. Zo is er het lotgenotencontact, dit lotgenotencontact is gericht op informatie, herkenning, erkenning en begrip. Met het lotgenotencontact kun je via Facebook (alleen voor leden) en via Twitter je inzetten voor de doelstellingen van de vereniging. Je kunt daar kennis, ervaringen en gevoelens met elkaar delen (De Nederlandse Obesitas Vereniging, 2014).
Als lid van de verenging heb je toegang tot het besloten deel van de website. Dit besloten deel biedt informatie om kennis op het gebied van overgewicht te verdiepen. Je kunt hier met andere leden in contact komen en je wordt hier op de hoogte gehouden van allerlei nieuwtjes en wetenswaardigheden (De Nederlandse Obesitas Vereniging, 2014).
3.4 Doelstellingen De Nederlandse Obesitas Vereniging wil een sterke positie voor mensen met overgewicht. Overgewicht is wereldwijd een groot probleem, daarbij ligt de nadruk vooral op de maatschappelijke kosten. Het begrip voor de persoonlijke problemen van mensen met (ernstig) overgewicht is nagenoeg nihil. Overgewicht en obesitas worden bijna altijd negatief in beeld gebracht en gezien als een persoonlijk probleem en een individuele verantwoordelijkheid. Je bent met een slechte(re) gezondheid een grote kostenpost voor de maatschappij. Hierbij vergeet men de combinatie van persoonlijke, maatschappelijke en omgevingsfactoren die een rol spelen bij het ontwikkelen van overgewicht. Een aantal factoren kun je beïnvloeden, aan andere kun je helaas niets of nauwelijks iets doen. Voldoende kennis en inzicht biedt de mogelijkheid om de beste keuzes te maken en om een gezonde(re) leefstijl te ontwikkelen. De Nederlandse Obesitas Vereniging streeft naar de volgende punten: -
Dat de drempel naar een sportief leven laag is voor met mensen met overgewicht.
-
Dat mensen met overgewicht elkaar kunnen ontmoeten, erkennen en steunen.
-
Dat de nadruk komt te liggen op gezondheidsbevordering en kwaliteit van leven.
-
Dat de beeldvorming rond obesitas als chronische aandoening verbetert.
-
Dat de volledige behandeling van obesitas terecht komt in de basisverzekering.
-
Dat wetenschappelijk onderzoek naar obesitas (verder) wordt bevorderd.
-
Dat de voorlichting naar de doelgroep communicatie met behandelaars verbetert.
-
Dat de maatschappij, veilig toegankelijk en gastvrij is ingericht.
Om dit te bereiken, is het noodzakelijk om samen te werken met andere patiëntenorganisaties (De Nederlandse Obesitas Vereniging, 2014).
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
22
3.5 Samenwerkingspartners De NOV heeft strategische, tactische en operationele doelen gesteld. Om deze doelen te bereiken, heeft de vereniging versterking nodig van andere patiëntenorganisaties en is het noodzakelijk dat de Nederlandse Obesitas Vereniging zich verder professionaliseert. De vereniging werkt samen met een aantal partners. De samenwerkingspartners zijn: -
Het Partnerschap Overgewicht Nederland (PON). Het PON is een overheidsorgaan waarin zorgverleners en patiënten samenwerken aan het verbeteren van de zorg voor mensen met overgewicht en obesitas.
-
De Nederlandse Patiënten en Consumentenfederatie (NPCF). Het NPCF is een samenwerkingsverband van patiënten en probeert ertoe bij te dragen dat er in praktijk ook echt goede zorg wordt geleverd.
-
De Chronische zieken en gehandicapten Raad (CG-Raad). CG-Raad zet zich in voor de belangen van chronisch zieke en gehandicapte mensen op gebieden als onderwijs, werk, wonen, mobiliteit en gelijke rechten.
-
De Nederlandse associatie voor de studie van Obesitas (NASO). NASO heeft als doel om alle aspecten van overgewicht en obesitas te bestuderen, te bespreken te verspreiden. De Obesitas vereniging is lid van de NASO.
-
De Nederlandse organisatie voor gezondheidsonderzoek en zorginnovatie (ZonMw). ZonMw financiert gezondheidsonderzoek én stimuleert het gebruik van de ontwikkelde kennis. De Obesitas vereniging is adviseur van het ZonMw.
-
Het College voor zorgverzekeringen (CvZ). Het CVZ coördineert en financiert de uitvoering van de Ziekenfondswet en de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten. De Obesitas vereniging is adviseur voor het College voor zorgverzekeringen.
(De Nederlandse Obesitas Vereniging, 2014).
3.6 Conclusie Uit voorafgaand hoofdstuk kan dus geconcludeerd worden dat de obesitas Vereniging via de website toegang tot kennis en deskundigheid over de oorzaken en gevolgen van overgewicht biedt. Naast de website die de vereniging biedt, is de NOV ook een patiëntenvereniging. Als patiëntenvereniging biedt de vereniging hun leden verdieping van informatie, leefstijladviezen, herkenning, begrip, ondersteuning en lotgenotencontact. Ze doen dit doormiddel van workshops, voorlichtingen, nieuwsbrieven, evenementen en social media. Als je lid bent van de vereniging heb je daarnaast toegang tot het besloten deel van de website. Dit besloten deel biedt informatie om kennis op het gebied van overgewicht te verdiepen. Helaas is er geen wondermiddel om overgewicht simpel, snel en voor altijd te laten verdwijnen. Er zijn, afhankelijk van de mate van het overgewicht, meerdere mogelijkheden voor begeleiding en behandeling. De NOV helpt door de voor- en nadelen van elk soort behandeling op een rij te zetten. Hiermee belooft de vereniging geen wonderen maar het helpt wel om weloverwogen keuzes te maken en haalbare doelen te stellen.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
4
23
Doelgroepanalyse
Zoals eerder vermeld, bestaat de doelgroep uit kinderen van 7 tot en met 12 jaar met overgewicht of obesitas. Het is niet bekend wat het precieze aantal kinderen is, dat binnen deze doelgroep valt. Dit komt doordat er geen landelijk systeem is waar deze aantallen worden bijgehouden. Wel zijn er schattingen gemaakt. Deze gemaakte schattingen kunt u in dit hoofdstuk vinden, daarnaast geeft dit hoofdstuk informatie over de achtergrond van kinderen met overgewicht of obesitas.
4.1 De doelgroep Het percentage kinderen met overgewicht in Nederland is in de afgelopen dertig jaar fors toegenomen. Onder jongeren (2- tot 20 jarigen) heeft een stijging van 40% plaatsgevonden. Volgens het CBS (september 2013) had in 2012 13% van de jongeren (2- tot 20 jarigen) overgewicht en 3% had obesitas. Meisjes hebben vaker (ernstig) overgewicht dan jongens, maar dit verschil wordt steeds kleiner (Schönbeck et al., 2012). De Vijfde Landelijke Groeistudie van TNO toont in figuur 1 in bijlage 13.2.1 de groei van het aantal kinderen met overgewicht (TNO, 2010).
Uit onderzoek blijkt dat veel van kinderen met overgewicht wel weten dat ze niet gezond leven. Ze weten dat ze te dik zijn en dat ze meer moeten bewegen en gezonder moeten eten, maar het ontbreek de kinderen vaak aan motivatie om gezonder te gaan leven (van Suchtelen, 2012). Kinderen nemen daarom geen actie tegen hun overgewicht, waardoor overgewicht kinderen hun hele leven achtervolgt. Van de negenjarige kinderen met overgewicht, behoudt 80% dit hun hele leven (Schrijvers & Schoemaker, 2008). Kinderen of volwassen die eenmaal overgewicht hebben, komen hier zelden nog van af. In de volgende paragraaf is te lezen welke ‘risicogroepen’ meer kans hebben op het ontwikkelen van overgewicht.
4.2 Risicogroepen Overgewicht wordt bij minder dan 5% veroorzaakt door een ziekte, medicijnen of door gendefect (aangeboren afwijking). In de meeste gevallen ontstaat overgewicht bij kinderen door een combinatie van te weinig beweging en verkeerde voedingsgewoontes. Omdat de energie-inname (voeding) en het energieverbruik (beweging) voor een langere periode uit balans zijn, kan dit leiden tot overgewicht. Wel blijkt dat er andere factoren zijn, die ervoor zorgen dat bepaalde personen of groepen vaker te maken hebben met overgewicht. In deze paragraaf staan verschillende riscofactoren vermeld.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
24
4.2.1 Kinderen met ouders met overgewicht of obesitas Het blijkt dat kinderen van ouders met overgewicht of obesitas zelf ook een grotere kans hebben op overgewicht. Kinderen nemen de eet- en beweeggewoonten van hun ouders over (Schrijvers en Schoenmakers, 2008). Kinderen krijgen bepaalde dingen van hun ouders mee, zoals: opvoedingsregels, voorbeeldgedrag, controle van het voedingsgedrag, aanmoediging, kritiek en het faciliteren van bewegen. Het blijkt dat kinderen hierdoor worden beïnvloed (Gezondheidsraad, 2003). 4.2.2 Fysieke omgeving Het blijkt dat de fysieke omgeving ook van invloed kan zijn. Kinderen die in een kindvriendelijke buurt wonen, worden gestimuleerd om buiten te spelen en dus meer te bewegen. Het kan dus positief werken als er bijvoorbeeld speelplaatsen in de buurt zijn of als er weinig autoverkeer is. Kinderen blijven eerder binnen als ze niet veilig en plezierig buiten kunnen spelen, daardoor bewegen zij minder en lopen zij een groter risico op overgewicht (Schrijvers en Schoemaker, 2008). Het blijkt ook dat kinderen die in de stad wonen vaker overgewicht hebben dan kinderen op het platteland (Liem, 2010). 4.2.3 Obesogene omgeving Hiermee wordt een omgeving bedoeld die stimuleert om veel te eten en weinig te bewegen. Al op jongere leeftijd heeft de omgeving waarin het kind zich bevindt, invloed op zijn eet- en beweegpatroon. Zo zijn er tegenwoordig steeds meer reclames die aanzetten tot ongezond eten. Ook bewegen kinderen steeds minder doordat zij hun tijd besteden aan televisie kijken of internetgebruik (Schrijvers en Schoemaker, 2008). 4.2.4 Lage sociaal economische status Personen met een lagere sociaal- economische status hebben (in westerse landen) meer kans op overgewicht, en zo ook hun kinderen. Deze lagere sociaal- economische status zorgt ervoor dat er meer belemmeringen zijn om voor gezond eten en bewegen te kiezen. Dit in tegenstelling tot mensen met een hogere sociaal- economische status. Dit heeft te maken met de fysieke omgevingsfactoren: ze wonen vaak in een minder veilige buurt. Naast de fysieke factoren zijn er ook economische belemmeringen: hun inkomen is lager. Tot slot zijn er de sociaal- culturele belemmeringen: de opvattingen over voeding en beweging (Gezondheidsraad, 2003).
Figuur 2 in bijlage 13.2.1 laat zien dat het percentage van mensen met overgewicht bij alle opleidingsniveaus stijgt. Maar bij de mensen met een laag opleidingsniveau is de stijging het grootst. Ook uit recent onderzoek blijkt dat in 2010/ 2012 ongeveer 15% van de kinderen en jongeren tussen de 2 en 25 jaar overgewicht hadden. Naarmate het inkomen in het huishouden lager is, nam het aandeel met overgewicht toe. In de hoogste inkomensgroep heeft 11% (van de 2- tot 25 jarige) overgewicht en in de laagste inkomensgroep is dit 19%. Daarnaast komt ernstig overgewicht onder deze kinderen in de laagste inkomensklasse wel
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
25
drie keer zo vaak voor als onder leeftijdgenoten in de hoogste inkomensklasse (CBS, 2012). Zie figuur 3 in bijlage 13.2.1. 4.2.5 Allochtonen* Bij sommige bevolkingsgroepen komt overgewicht naar verhouding vaker voor dan bij autochtone Nederlanders (Nationaal Kompas Volksgezondheid, 2013).
Bij kinderen en jongeren van Turkse en Marokkaanse afkomst komt (ernstig) overgewicht vaker voor dan bij hun Nederlandse leeftijdgenoten (zie figuur 4 in bijlage 13.2.1). Al op jonge leeftijd is dit verschil zichtbaar. Van de Turkse jongens en meisjes is 32% te zwaar, van de Marokkaanse 27% en van de Nederlandse 14%. Van de Nederlandse jeugd heeft 2% ernstig overgewicht, bij de Turkse en Marokkaanse jeugd ligt dit percentage zo’n drie tot vier keer hoger (respectievelijk 8% en bijna 7%) (TNO, 2010).
Het lijkt erop dat integratie van niet-westerse allochtonen in de Nederlandse samenleving leidt tot minder overgewicht. Onder allochtonen van de tweede generatie en onder allochtonen die de Nederlandse taal goed beheersen en in de vrije tijd veel met autochtonen omgaan, komt overgewicht minder vaak voor. Een mogelijke verklaring is dat integratie gepaard gaat met het overnemen van een andere leefstijl op het gebied van voeding en lichaamsbeweging (Sociaal en Cultureel Planbureau, 2008).
*Deze informatie over allochtonen en overgewicht, is zeker interessant en belangrijk om te weten maar een heel onderzoek op zichzelf. Er is daarom in de rest van dit onderzoeksrapport niet verder ingegaan op allochtonen kinderen met overgewicht.
4.2.6 Erfelijkheid ‘Het is een kwestie van aanleg’ wordt vaak gezegd in de volksmond, maar is dit wel zo? Erfelijke aanleg hoeft namelijk niet perse te leiden tot overgewicht. Het is echt wel zo dat personen met erfelijke aanleg voor overgewicht gevoeliger zijn voor overgewicht. Deze personen zullen bij een te hoge energie-inname sneller vet opslaan dan andere personen, die geen erfelijke aanleg hebben voor overgewicht. Het ene kind kan dus door erfelijke factoren ook meer kans lopen op gewichtsveranderingen dan het andere. Ze hebben bijvoorbeeld aanleg om veel te eten omdat ze minder gevoelig zijn voor verzadiging of voor hongergevoel. Dit kan leiden tot overeten (Liem, 2010).
4.3 Gedrag van de doelgroep Kenmerken, interesses, tijdsbesteding, eet- en beweeggewoontes Kinderen kiezen in plaats van een actieve tijdsbesteding liever voor een passieve tijdsbesteding. Uit onderzoek naar de vrijetijdsbesteding, blijkt dat kinderen steeds minder buiten spelen en steeds meer tijd door brengen achter de computer en televisie. Dit is één
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
26
van de redenen dat een groot deel van de kinderen een ongezond beweeggedrag heeft (GGD, z.j.).
Uit onderzoek, dat in december 2011 is verricht door het TNO (in opdracht van Convenant Gezond Gewicht), blijkt dat slechts 20% van de 4- tot 12 jarigen aan de Nederlandse Norm Gezond Bewegen voldoet. Deze norm houdt in dat er minstens een half uur matig bewogen wordt op minstens vijf, maar het liefst zeven, dagen per week. (TNO, 2013).
Ook het consumeren van 200 gram groente en 2 stuk fruit per dag wordt door de ruime meerderheid van de 4- tot 12 jarigen niet bereikt. Slechts 8% van de kinderen van 4- tot 12 jaar voldeed in 2011 aan het consumeren van 200 gram groente en 2 stuks fruit per dag. 25% van hen voldeed aan de fruitnorm (van der Klauw, van Keulen & Verheijden, 2011).
Uit onderzoek blijkt dat ouders het belang van gezond eten en genoeg bewegen (voor hun kinderen) vaak niet inzien. Slechts 14% van de ouders vonden het in 2011 (heel) nodig dat hun kind meer moet bewegen. Daarnaast vond 20% van de ouders het nodig dat hun kind gezonder moet gaan eten. Ouders spelen een rol in het eet- en beweeggedrag van kinderen. Zij doen de boodschappen en schrijven hun kind in voor een sportclub (of juist niet). De ouders zouden er dus ook op moeten letten dat hun kind gezond leeft en geen overgewicht krijgt. Het zijn dus niet alleen de kinderen die voorlichting moeten krijgen over gezonde voeding en genoeg bewegen, maar ook de ouders (TNO, 2013). 4.3.1 Theorieën over gedrag van de doelgroep AIDA
AIDA staat voor Attention (aandacht), Interest (interesse), Desire (verlangen) en Action (actie). In bijlage 13.2.3, afbeelding 1, is het AIDA model weergegeven. Om iets met de website te bereiken moet je er dus als eerst voor zorgen dat je de aandacht van de doelgroep trekt. Als die aandacht er is moet er interesse gewekt worden, dat kun je bijvoorbeeld doen door een aantrekkelijk aanbod. Deze interesse wordt vervolgens omgezet in een voorkeur naar het product, verlangen. Tot slot moet de bezoeker aangezet worden tot het ondernemen van actie (Marketing Portaal, z.j.).
In het geval van de website moet volgens dit model eerst de aandacht van de doelgroep getrokken worden. Dit kan via bestaande kanalen (zoals facebook, de Nederlandse Obesitas Vereniging etc.). Daarna moet de interesse van de doelgroep gewekt worden om de website ook echt te bezoeken. Om dit te realiseren kun je bijvoorbeeld een leuke video of een interessante actie plaatsen op de bestaande kanalen. Daarna moet de voorkeur voor de website (het product) gecreëerd worden. Bijvoorbeeld door middel van forums op de website, waardoor kinderen zien dat de website ook door andere kinderen met overgewicht of obesitas bekeken wordt. Zo komen ze met elkaar in contact en bestaat de kans dat de doelgroep steeds meer gebruik gaat maken van de website.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
27
Peergroup
Een peergroup is een groep mensen waar een individueel persoon zich mee verbonden voelt. Het gaat dan meestal om een groep mensen met dezelfde etnische achtergrond, dezelfde interesses etc. Vooral voor kinderen en jongeren is het erg belangrijk om ergens bij te horen. Ze willen liever niet opvallen binnen een peergroup en nemen daardoor sneller het gedrag over van andere individuen binnen de peergroup (Onlinepedagoog.nl, 2008).
Kinderen met overgewicht of obesitas hebben vaak in hun peergroup van school, hun sportvereniging, hun vriendjes uit de buurt etc. geen andere kinderen met overgewicht of obesitas. Een website voor kinderen met overgewicht kan ervoor zorgen dat ze met elkaar kunnen communiceren en ervaringen kunnen uitwisselen zodat ze een nieuwe peergroup kunnen vormen met elkaar.
4.4 Kinderen en digitale media Kinderen tussen de 7 en 12 jaar maken graag en vaak gebruik van digitale media. Ze spelen spelletjes op de tablet, chatten met hun vrienden en weten niet beter dan dat er op school in iedere klas een interactief digibord hangt. Ze zijn al wijs en zelfstandig in het omgaan met media. Maar ze moeten óók nog veel leren. Gemiddeld gamen kinderen 96 minuten per dag (Mediagebruik door kinderen en jongeren, 2010). De volgende paragraaf geeft inzicht in wat kinderen met media doen. 4.4.1 De tablet Niet alleen de computer en de laptop zijn populair onder kinderen, maar ook de mobiele telefoon en de tablet worden steeds vaker gebruikt. In 2013 heeft 95% van de huishoudens in huis internettoegang. De laptop is daarbij het meest gebruikte apparaat om te internetten. 78% van de huishoudens heeft inmiddels een laptop. 7 op de 10 huishoudens maakt gebruik van een smartphone voor internettoegang, dit is 2,5 keer zoveel als in 2009. In 45% van de huishoudens is inmiddels een tablet aanwezig (CBS, 2013). Zie figuur 5 in bijlage 13.2.1.
25% van de 8-jarigen heeft een mobiele telefoon. Als ze iets ouder worden stijgt dat percentage aanzienlijk. Van de 9-jarigen heeft twee op de vijf een mobiele telefoon, de helft van de 10-jarigen, ruim twee-derde van de 11-jarigen, en vanaf 12 jaar hebben bijna alle kinderen een mobiele telefoon (Mijn Kind Online, 2010). Bijna de helft van de huishoudens heeft een tablet in 2013. Daarmee heeft de tablet de vierde plaats ingenomen van apparaten voor het gebruik van internet in huishoudens. Huishoudens bestaande uit paren met kinderen zijn met een aandeel van 62% koploper in het bezit van tablets (CBS, 2013). Zie figuur 6 in bijlage 13.2.1.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
28
4.4.2 Responsive webdesign Omdat de doelgroep steeds vaker en meer gebruik maakt van de mobiele telefoon en de tablet om te internetten, is het belangrijk dat het ontwerp van de website een responsive webdesign is. Dat zorgt ervoor dat de bezoekers een optimale webervaring hebben, bij een breed scala aan apparaten (van desktop computerschermen tot mobiele telefoons). Het ontwerp van een responsive website schaalt namelijk mee met de afmetingen van een scherm, zonder in te leveren op leesbaarheid van tekst of bruikbaarheid (De Internet Scorecard 2.0, 2009).
4.5 Conclusie Uit dit hoofdstuk kan geconcludeerd worden dat in 2011 al 22% van de kinderen tussen de 10 en 12 jaar overgewicht had. Dit percentage blijft alleen maar stijgen. Er zijn redenen die ertoe leiden dat bepaalde groepen meer risico lopen op het ontwikkelen van overgewicht. Eén van die redenen, waarom bepaalde groepen kinderen meer kans lopen op overgewicht, is omdat hun ouders ook overgewicht of obesitas hebben. Daarnaast hebben de fysieke- en obesogene omgeving ook invloed. Bij mensen met een lage sociaal economische status en bij bepaalde bevolkingsgroepen (bijvoorbeeld Turken en Marokkanen) komt overgewicht ook vaker voor. Tot slot zijn personen met erfelijke aanleg gevoeliger voor overgewicht. Op het gebied van theorieën is het belangrijk om te weten dat kinderen en jongeren het belangrijk vinden om ergens bij te horen. Ze willen dan ook graag bij een ‘peergroup’ horen. De website kan ervoor zorgen dat kinderen met overgewicht op de website met elkaar kunnen communiceren en ervaringen kunnen uitwisselen. Zo kunnen deze kinderen een nieuwe ‘peergroup’ gaan vormen samen. Het AIDA-model kan ook toegepast worden op de doelgroep. Tot slot blijkt uit onderzoek dat kinderen steeds minder buiten spelen en steeds meer tijd doorbrengen achter de computer en televisie. Kinderen tussen de 7 en 12 jaar maken hierbij graag en vaak gebruik van digitale media. Kinderen kiezen, met televisie kijken en computeren, in plaats van een actieve tijdsbesteding liever voor een passieve tijdsbesteding. Hierbij spelen ouders ook een grote rol in het beweeggedrag van hun kind(eren). Uit onderzoek blijkt echter dat zij hun kind(eren) vaak niet aansporen tot een gezond (eet- en) beweeggedrag.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
29
Trendanalyse
5
In dit hoofdstuk worden de trends op het gebied van (on)gezond leven besproken. Er wordt gekeken naar de veranderingen die de laatste jaren hebben plaatsgevonden op het gebied van voeding en beweging.
5.1 Verandering in eetgewoontes Twee keer per dag een broodmaaltijd, een koekje bij de thee en ’s avonds aardappelen, vlees een groente? Zo traditioneel gaat het er nog maar in weinig gezinnen aan toe. De eetgewoontes in Nederland veranderen. Sommige van deze veranderingen lijken ongunstig voor het ontwikkelen van overgewicht (Nederlandse Vereniging van Diëtisten, z.j.).
Ontbijt Ongeveer 4 tot 13% van de Nederlandse kinderen slaat regelmatig het ontbijt over. Dit heeft een ongunstige invloed op schoolprestaties. Dit is in de meeste gevallen een onderdeel van een ongezonde leefstijl, waarbij ook veel snoepen, laat naar bed gaan en gebrek aan ouderlijk toezicht hoort. Door deze leefstijl komt overgewicht vaker voor (Nederlandse Vereniging van Diëtisten, z.j.).
Tussendoortjes Aanbevelingen voor een goede energieverdeling over de dag gaan uit van de volgende verdeling: -
Ontbijt 15 tot 25% van de energie-inname.
-
Lunch 25 tot 35% van de energie-inname.
-
Avondmaaltijd 25 tot 35% van de energie-inname.
-
Tussendoortjes 10 tot 15% van de energie-inname.
Het blijkt dat kinderen steeds meer energie halen uit tussendoortjes; inmiddels leveren tussendoormaaltijden 28 tot 32% van de energie-inname. Het lijkt logisch dat een verhoogde eetfrequentie met veel tussendoortjes kan leiden tot overgewicht (Nederlandse Vereniging van Diëtisten, z.j.).
Veel suiker Het percentage mono- en disachariden (suikers) in de voeding van schoolkinderen is de laatste jaren fors gestegen. Vooral in de vorm van tussendoortjes krijgen kinderen steeds meer suikers binnen. Het gebruik van zoete tussendoortjes, zoals koek en snoep, in plaats van een stuk fruit of een glas melk kan bijdragen aan het hogere percentage kinderen met overgewicht (Nederlandse Vereniging van Diëtisten, z.j.).
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
30
Meer frisdrank en andere niet-alcoholische dranken Volgens de Voedselconsumptiepeiling is het gebruik van niet-alcoholische dranken, zoals vruchtensappen en frisdranken sterk gestegen. Deze energie-inname via dranken gaat vaak onopgemerkt en is lastig te corrigeren (Nederlandse Vereniging van Diëtisten, z.j.).
Daling van traditionele voedingsmiddelen De inname van basisvoedingsmiddelen zoals brood, aardappelen, melk, groente en fruit is gedaald. Het gebruik aan ongezonde snacks en frisdrank neemt daarentegen toe. Uit het onderzoek van het bureau Interview/ NSS ‘Jongeren 99’ blijkt dat 85% van de kinderen wekelijks één of meer ijsjes eet. 75% eet iedere week chips en 40% eet minstens één kroket per week. (Nederlandse Vereniging van Diëtisten, z.j.).
Kant- en klaar maaltijden Er worden steeds meer kant- en klaar maaltijden aangeboden. Deze zijn vaak vetter en zouter dan traditionele thuisbereide maaltijden. Ook bevatten ze vaak weinig voedingsvezels en groente (Nederlandse Vereniging van Diëtisten, z.j.).
5.2 Minder bewegen Minder beweging Een van de meest belangrijke oorzaken van overgewicht bij kinderen is het gebrek aan beweging. Van zichzelf zijn kinderen speels en actief, maar ze worden steeds inactiever door ontwikkelingen in de maatschappij (Nederlandse Vereniging van Diëtisten, z.j.). Er worden steeds minder gymlessen gegeven en bijna overal worden de verplichte zwemlessen op scholen ook afgeschaft. Daarnaast zijn kinderen steeds minder in beweging doordat zij steeds vaker met de auto (naar school, naar de sportclub en naar vriendjes) worden gebracht. Hierbij komt de rol van de ouders kijken. Zo blijkt ook dat kinderen met actieve ouders zelf ook actiever zijn. Daarnaast hebben ouders natuurlijk ook invloed op het aantal uur dat kinderen besteden aan tv-kijken, computeren en buitenspelen (Nederlandse Vereniging van Diëtisten, z.j.).
Minder buiten spelen Daarnaast neemt het verkeer steeds meer toe, het wordt drukker op straat en kinderen kunnen niet altijd meer veilig naar buiten. Ook zorgt het ontbreken van buitenspeelmogelijkheden ervoor dat kinderen steeds minder buiten gaan spelen (Nederlandse Vereniging van Diëtisten, z.j.).
Meer televisie kijken Gemiddeld kijken Nederlandse kinderen bijna 2 uur per dag televisie. Van de Europese kinderen kijkt 30% meer dan vier uur per dag naar de televisie. Uit onderzoek blijkt dat obesitas meer voorkomt bij kinderen die veel televisie kijken. De oorzaak hiervan is niet
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
31
alleen de verminderde energiebesteding, ook neemt de energie-inname toe tijdens het televisie kijken. Computeren Steeds meer kinderen zitten steeds vaker en langer achter de computer. Vooral computerspelletjes, chatten en internetgebruik is bij kinderen erg populair (Nederlandse Vereniging van Diëtisten, z.j.).
5.3 Technologische ontwikkelingen Onlangs heeft de rechter drie kinderen onder toezicht van de kinderbescherming geplaatst (Frankwatching, 2012). De ouders van deze drie kinderen moeten de aanwijzingen van een voogd van jeugdzorg opvolgen om hun kinderen te laten afvallen. In de Verenigde Staten werd zelfs een kind uit huis geplaatst. Velen van ons willen niet teveel betutteld worden door overheden, werkgevers en zorgverzekeraars, maar door nieuwe technologische ontwikkelingen in de toekomst zullen we steeds meer de gevolgen van onze levensstijl voor onze gezondheid onder ogen moeten zien. We kunnen met deze kennis gezonder leven, maar dit zal steeds minder een vrijblijvende keuze worden (Frankwatching, 2012).
Er is al veel informatie over een gezonde levensstijl, dit zal in de komende jaren alleen maar toenemen en ook steeds meer gepersonaliseerd worden met advies op maat (Frankwatching, 2012). Door middel van smartphones vol (bewegings)sensoren en vele gezondheidsapps, vindt er een ontwikkeling plaats waarbij we onze gezondheid steeds meer kunnen meten. Ook zijn er apparaatjes in opkomst in de vorm van een armband of een sensor in de schoenzool. Deze meten je activiteit gedurende de dag en daarnaast ook je slaapritme. Daarnaast zijn er verschillende apps waarmee je je eetpatroon kunt bijhouden. Op dit moment maakt slecht een klein, fanatiek, gezondheidsbewust groepje burgers gebruik van deze apparaatjes. Naar verwachting zullen de komende 20 jaar steeds meer sensoren in onze omgeving komen, die verschillende lichaamsfuncties kunnen meten. Dit zou kunnen leiden tot een netwerk van sensoren direct bij, op of misschien zelfs wel in ons lichaam, welke voortdurend onze gezondheid in de gaten houden. Deze sensoren kunnen ons waarschuwen en adviseren ter verbetering van onze gezondheid (Frankwatching, 2012).
De hiervoor genoemde toepassingen zijn voornamelijk gericht op het individu. Nieuwe inzichten zijn ook te behalen wanneer de informatie uit verschillende bronnen en over meerdere mensen wordt gecombineerd. Verzekeraars en artsen beschikken over enorm waardevolle informatie die ze nu alleen nog (mogen) gebruiken bij het berekenen van risicoprofielen en premies. Het Massachusetts Institute of Technology (MIT) ontwikkelt samen met zorgtechnologie-bedrijf General Electric een kennisbank waarin nieuwe verbanden ontdekt worden tussen symptomen en aandoeningen. Dankzij nieuwe
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
32
datamining technieken levert de gecombineerde informatie van vele deelnemers een schat aan informatie op over de correlatie tussen bewegen, rust, eten en gezondheid. Dat betekent dat onze collectieve intelligentie wordt vergroot door meer informatie uit verschillende bronnen te combineren. Omdat we in de toekomst meer kennis over gezonde levensstijlen en over onze eigen gezondheid hebben, zal gezondheid steeds minder een loterij zijn in de toekomst (Frankwatching, 2012).
Iedereen weet dat overgewicht slecht voor ons is. Toch slagen velen er niet in om verleidingen te weerstaan. De mens in het algemeen heeft geen sterke discipline als het gaat om het realiseren van lange termijn-doelstellingen die niet direct op korte termijn een grote winst opleveren. Dit blijkt uit jarenlang onderzoek. Pas als we echt ziek zijn komen we in actie. We zijn ook niet gebouwd op een ‘obesogene’ omgeving, met een overvloed aan eten, die er nu is. (Frankwatching, 2012).
Wat kunnen we doen om tot gedrangsverandering te komen als we de motivatie onvoldoende uit onszelf halen. Technologie die gebruikt maakt van bewezen beïnvloedingsprincipes wordt nu al veel gebruikt in games, reclames en sociale netwerksites. Bij sociale netwerksites word je bijvoorbeeld gemotiveerd om je profiel aan te vullen doordat je een melding krijgt dat je profiel nog maar voor 80% af is. Zo maakt Nike bij haar Running platform gebruik van ‘groepsdruk’. Bij hardlopers wordt hun sportieve prestatie vergeleken met die van hun vrienden. (‘’Jouw vriend heeft 10km meer gelopen’’, of ‘’hij was een stuk sneller’’). Het gebruiken van deze spelelementen, wordt ook wel ‘gamificiation’ genoemd. Deze effectieve beïnvloeding kan dankzij ICT gericht en individueel worden ingezet. Naast psychologische prikkels kunnen ook financiële prikkels worden gegeven. Het subsidiëren van gezonde producten wordt serieus in overweging genomen. Zo ook het belasten van ongezonde producten met veel vet (‘de Vettax’). Ook richten zorgverzekeraars zich steeds meer op het gratis of goedkoper aanbieden van preventieve behandelingen zoals fitnessprogramma’s, voeding en bijvoorbeeld stoppen-metroken-cursussen (Frankwatching, 2012).
Gezondheidsorganisaties verwachten, ondanks de inspanningen, dat het aantal chronische ziekten als gevolg van een ongezonde levensstijl zal blijven stijgen de komende decennia. Tenzij serieus wordt ingegrepen zullen de kosten van de gezondheidszorg daarmee ook blijven stijgen. Burgers kunnen beter op de hoogte worden gebracht van hun eigen gezondheid, naarmate er meer gemeten kan worden. Dit zorgt er ook voor dat een ongezonde levensstijl steeds meer een bewuste keuze wordt en dus ook een eigen verantwoordelijkheid (Frankwatching, 2012).
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
33
5.4 Conclusie Uit dit hoofdstuk blijkt dat kinderen in plaats van een actieve tijdsbesteding liever voor een passieve tijdsbesteding kiezen. Het feit dat zij minder bewegen is niet goed voor de gezondheid. De voornaamste redenen waardoor ze minder bewegen, zijn: Minder gymlessen, verplichte zwemlessen op school afgeschaft, kinderen worden vaker met de auto gebracht, kinderen gaan steeds minder wandelen, minder fietsen, kinderen spelen minder op straat door verkeerstoename en doordat er minder buitenspeelmogelijkheden zijn. Daarnaast kijken kinderen steeds meer televisie en zitten ze steeds vaker en langer achter de computer, dit zorgt ervoor dat ze minder gaan bewegen. Daarbij zijn er ook verschillende eetgewoontes in Nederland veranderd, die niet gunstig zijn voor de gezondheid. Zo wordt het ontbijt steeds vaker overgeslagen, er worden meer tussendoortjes gegeten, de toenemende suikerinname, de toename in gebruik van vruchtensappen, de toename in gebruik van frisdranken, de toename in gebruik van ongezonde snacks, de inname van basisvoedingsmiddelen (brood, aardappelen, melk, groente en fruit) daalt en er is een toename in aanbod van kant- en klaar maaltijden.
Veel mensen zien misschien de gevolgen van hun ongezonde eet- en beweeggedrag nog niet in, maar door nieuwe technologische ontwikkelingen in de toekomst zullen we steeds meer de gevolgen van onze levensstijl voor onze gezondheid onder ogen moeten zien. Doormiddel van smartphones vol (bewegings)sensoren en vele gezondheidsapps vindt er een ontwikkeling plaats waarbij we onze gezondheid steeds meer kunnen meten. Burgers kunnen beter op de hoogte worden gebracht van hun eigen gezondheid, naarmate er meer gemeten kan worden. Dit zorgt er ook voor dat een ongezonde levensstijl steeds meer een bewuste keuze wordt en dus ook een eigen verantwoordelijkheid.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
34
De website
6
Zoals al eerder vermeld, in hoofdstuk 2 ’de doelgroepanalyse’, maken kinderen graag gebruik van digitale media. Kinderen zitten veel achter de computer en bezoeken veel verschillende websites. In dit hoofdstuk worden de richtlijnen beschreven op het gebied van websitebouw. Daarnaast worden kwaliteitscriteria, waaraan een website voor kinderen moet voldoen, vermeld en tot slot gaat dit hoofdstuk over de trends van 2014 op het gebied van websitebouw.
6.1 Theorieën/ richtlijnen websitebouw 6.1.1 Linker- en rechter hersenhelft Binnen 7 seconden wordt door de websitebezoeker besloten of de website leuk is of niet. Keuzes worden zelfs nog sneller gemaakt en die worden gemaakt op basis van rationele en emotionele prikkels. Vanuit neuropsychologie is dit goed te verklaren. Het is namelijk zo dat de rechter hersenhelft ervoor zorgt dat je snelle, emotionele en onbewuste keuzes maakt, bijvoorbeeld geprikkeld door visualisaties. Daarentegen maakt de linker hersenhelft de rationale beslissingen, bijvoorbeeld door logische redenatie. Zie afbeelding 2 in bijlage 13.2.3. (Frankwatching, 2011).
Bij het ontwerpen of optimaliseren van een website is het belangrijk om op beide hersenhelften in te spelen. Eén van de twee helften kan daarbij dominanter zijn. Dat is afhankelijk van bijvoorbeeld de website of de doelgroep. Er ontstaan dan drie klantprofielen, namelijk: -
De zoeker. Deze bezoeker van de website is zich nog aan het oriënteren, hierbij is vooral de emotionele helft actief.
-
De twijfelaar. Deze bezoeker wil graag vergelijken en overtuigd worden. Hierbij worden rationaliteit en emotie afgewisseld.
-
De weter. Deze bezoeker weet al wat zij wil, zij gaat doelgericht te werken en is rationeel gedreven (Frankwatching, 2011).
6.1.2 Gebruiksgemak Bij het ontwerpen en optimaliseren van een website speelt gebruiksgemak een zeer grote rol. Dit gebruiksgemak wordt bepaald door verschillende factoren, namelijk: logische vlakverdeling, typografische consistentie (logische vormgeving), structurering van navigatie en de functies van kleuren. Het gebruiksgemak van de website moet doorgevoerd worden in de uitbreiding voor kinderen. Deze moet natuurlijk wel afgestemd worden op de doelgroep. Gebruiksgemak resulteert in een gebruiksvriendelijke website met de juiste (professionele) uitstraling (De Internet Scorecard 2.0, 2009).
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
35
6.1.3 Zoekmachine- en conversieoptimalisatie De website van de Nederlandse Obesitas Vereniging is al onderworpen aan SEO (Search Engine Optimization ofwel zoekmachine optimalisatie). Hierdoor is de website snel en gemakkelijk te vinden via zoekmachines. 6.1.4 Eerste indruk Er is al veel onderzoek gedaan naar websitebezoekers in het algemeen. Zoals eerder te lezen, in dit hoofdstuk, blijkt uit onderzoek dat een bezoeker binnen 7 seconde beslist of zij een website leuk vindt of juist afhaakt. Daarom telt iedere seconde mee. Het is belangrijk dat de eerste indruk overwegend positief is. Daarbij zijn autoriteit uitstralen en een duidelijke eigen propositie hebben belangrijk (De Internet Scorecard 2.0, 2009). 6.1.5 Kwaliteitscriteria Het is de website die er uiteindelijk voor zorgt dat de bezoekers tevreden zijn. Als de content in orde is, de website voldoende gebruiksvriendelijk is en de technische prestaties naar behoren zijn, komt het wel goed met de ervaring en de tevredenheid van de bezoekers. Dit zijn de belangrijkste succesfactoren van het Website perspectief volgens de Internet Scorecard 2.0. In deze paragraaf worden de volgende succesfactoren en indicatoren besproken (De Internet Scorecard 2.0, 2009). Succesfactoren Content (Kwaliteit en actualiteit van de informatie) Gebruiksgemak (Mate van gebruiksvriendelijkheid) Vormgeving (De kwaliteit van het design) Technische performance (De technische kwaliteit van de website) (De Internet Scorecard 2.0, 2009). Content
Content (ofwel tekst) is de levensader van elke website. Je kunt geen product verkopen zonder goede informatie. De content moet kwalitatief goed zijn en de content moet actueel zijn (De Internet Scorecard 2.0, 2009). De definitie van content kwaliteit: de mate waarin webpagina’s voldoen aan de regels van schrijven voor het web, als ook de mate waarin de content accuraat en compleet is. De content moet kloppen en volledig zijn. De Internet Scorecard 2.0 geeft enkele tips bij het schrijven van kwalitatief goede content:
Schrijf kort en krachtig.
Maak teksten ‘scanbaar’.
Schrijf in korte alinea’s en zorg voor informatieve kopregels.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
36
Begin altijd met de kern van de boodschap.
Gebruik waar mogelijk opsommingen (bullets).
Schrijf geslaagd; op het hoogste niveau kort en krachtig. Pas op diepere niveaus in de website laat je het volledige verhaal zien (De Internet Scorecard 2.0, 2009).
Contentactualiteit
De houdbaarheid van teksten kan verschillen. Stel vast welke verschillende soorten informatie je aanbiedt en bepaal voor elk type informatie hoe lang deze houdbaar is. Er zijn verschillende systemen, zoals Moderne Content Management Systemen, die je helpen bij het actueel houden van content. Met behulp van deze systemen krijg je een bericht wanneer een bepaald houdbaarheidsdatum overschreven wordt. Je kunt deze content dan verwijderen of aanpassen (De Internet Scorecard 2.0, 2009). Gebruiksgemak
Dit is de mate waarin de bezoeker de website als gemakkelijk ervaart. Dit geeft ook de mate aan waarin de gebruiker de website snel en gemakkelijk kan gebruiken. In het handboek website usability spreken Kassenaar en Van Rijswijk over drie sleutelbegrippen van gebruiksvriendelijkheid: efficiëntie, effectiviteit en tevredenheid. Hieronder worden deze sleutelbegrippen toegelicht.
Efficiëntie: de inspanning die een gebruiker moet verrichten om een bepaalde handeling uit te voeren.
Effectiviteit: de mate waarin de gebruiker in staat is om zijn doelen op de website te bereiken.
Tevredenheid: de mate waarin de gebruiker de website als prettig ervaart en geen problemen ondervindt met het uitvoeren van zijn taken.
Het is vooral belangrijk dat een website gemakkelijk werkt. Een gebruiksvriendelijke website is eenvoudig en snel te gebruiken en gemakkelijk te onthouden (De Internet Scorecard 2.0, 2009). Vormgeving
Het is moeilijk vast te stellen wat onder goede vormgeving wordt verstaan. Ben Hunt van Scratchmedia (UK) zeg hierover het volgende. Goede vormgeving:
Helpt bezoekers in het bereiken van hun doelen (effectieve vormgeving versterkt en vereenvoudigt het gebruik van de website).
Helpt de website zijn doelen te bereiken, zónder dat het de doelen van de bezoeker in de weg loopt. Doelen van de website kunnen zijn: leads generen, online verkopen, verschaffen van informatie, merkbeleving vergroten enzovoort.
(De Internet Scorecard 2.0, 2009).
Vormgeving is van groot belang. Door bepaalde elementen te accentueren of belangrijke informatieonderdelen contrast te geven, bereiken bezoekers sneller hun doelen. Het is daarnaast voor de website een uitdaging om iets uit te stralen, dit zorgt voor een goede
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
37
merkbeleving. Een goede vormgeving kan bijdragen aan deze beleving. Het zijn uiteindelijk de doelstelling en de doelgroep van je website die bepalen hoe het design eruit moet komen te zien (De Internet Scorecard 2.0, 2009).
Om ervoor te zorgen dat een website effectief is, zijn de volgende elementen op het gebied van paginaontwerp van belang:
De opbouw van de webpagina.
De manier van navigeren door de navigatiebalk, interne links en buttons.
Het kleurgebruik en consistentie daarin.
Typografie (lettergrootte, lettertype, regelafstand, contrast).
(De Internet Scorecard 2.0, 2009). Technische performance
De website moet ten eerste beschikbaar zijn, daarnaast is het van belang dat de website snel wordt getoond. De beschikbaarheid en de laadsnelheid zijn dus van groot belang bij het tevreden stellen van de bezoekers. Daarnaast is het belangrijk dat de website veilig is. Er moeten noodzakelijke maatregelen zijn getroffen om de veiligheid van de gebruiker en van de gegevensoverdracht te garanderen (De Internet Scorecard 2.0, 2009). 6.1.6 Verschil volwassenen en kinderen Uit het onderzoek ‘Usability Issues in Designing for kids’, 2010’ door Jakob Nielsen, blijkt dat er veel verschillen zijn in het gedrag van kinderen en volwassenen in het gebruik van websites. In tabel 1 in bijlage 13.2.2 staat een overzicht van de verschillen en overeenkomsten van hoe kinderen en volwassenen een website gebruiken (Nielsen Norman Group, 2010).
Belangrijke uitkomsten over het gedrag van kinderen tijdens hun websitebezoek: -
Kinderen bezoeken een website voornamelijk voor entertainment.
-
Kinderen willen meteen bevredigd worden.
-
Overtollig navigatiesysteem is verwarrend.
-
Hele jonge kinderen lezen niet, oudere kinderen scannen.
-
Jonge kinderen prefereren lettertype 14, oudere kinderen lettertype 12.
-
Plaatjes en geluidjes worden gewaardeerd.
6.1.7 Kwaliteitscriteria kinderwebsites Het is in ieder geval van belang dat een website voor kinderen tot 11 jaar geen schadelijke of anderszins onwenselijke elementen bevat. Denk daarbij aan elementen zoals seks, geweld, commerciële boodschappen, onveilige onderdelen en misleidende onderdelen. Daarnaast moet de website aansluiten op het niveau en de belangstelling van kinderen in de desbetreffende leeftijdsfase. De inhoud moet aansluiten op de onderwerpen en thema’s waar de doelgroep mee bezig is (Mijn Kind Online, 2010).
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
38
Kwaliteitscriteria kinderwebsite ‘Digivaardig & digibewust’ en ‘Stichting Mijn Kind Online’ hebben onderzoek gedaan naar kinderwebsites. In het rapport ‘Mijn kind op internet 9-12 jaar’ hebben zij kwaliteitscriteria voor kinderwebsites opgesteld. Deze kwaliteitscriteria worden beschreven aan de hand van 3 begrippen, namelijk: aantrekkelijkheid, gebruiksvriendelijkheid en betrouwbaarheid. Hieronder wordt toegelicht wat er met de begrippen wordt bedoeld (Mijn Kind Online, 2010).
Aantrekkelijkheid
De website staat niet vol buttons en banners.
De teksten zijn goed geschreven (verzorgd taalgebruik en afgestemd op de doelgroep).
Evenwicht tussen tekst en beeld; de site mag tekst bevatten, maar niet te veel.
De site bevat interactieve elementen.
De site lokt niet uit tot geweld of pesten.
Weet op een aangename manier de aandacht van kinderen vast te houden.
De site is toegankelijk, begrijpelijk en overzichtelijk.
De site is uitdagend, origineel, spannend, interessant en prikkelend.
Spellen mogen langer dan 15 minuten duren, mits een ‘pauze-’ of ‘save’-optie beschikbaar is.
De site is interactief en sociaal uitnodigend.
De site wordt goed bijgehouden.
(Mijn Kind Online, 2010). Gebruiksvriendelijkheid
De site is technisch goed gemaakt en snel.
De site heeft een gemakkelijk url.
Bevat of geeft toegang tot een goed werkende zoekmachine.
Dringt geen bewegend beeld en geluid op aan de bezoeker zonder dat deze daarom vraagt.
Heeft een gebruiksvriendelijk navigatiesysteem, aangepast op kinderen.
Je verdwaalt niet op de website.
(Mijn Kind Online, 2010). Betrouwbaarheid
Kinderen worden niet verleid geld uit te geven via de website.
De commerciële doelstelling is duidelijk en reclame is herkenbaar aangegeven.
Kinderen worden niet verleid informatie over zichzelf of anderen te verstrekken via de website, bedoeld voor doorgifte aan derden.
De site overtreedt geen wetten op privacy.
Als een kind zich moet registreren, krijgt het een melding met het verzoek om dit samen met een ouder in te vullen.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
39
Als de website een forum of chat bevat of daarnaar linkt, is deze voldoende beheerd.
De website bevat geen aanstootgevend materiaal of andere schadelijke elementen.
Verwijst niet rechtstreeks naar andere websites die ongeschikt zijn voor kinderen.
De maker van de website is duidelijk vermeld en kan eenvoudig worden benaderd via de contactgegevens.
De website bevat informatie voor ouders.
(Mijn Kind Online, 2010).
6.2 Trends In 2014 voegen we ons naar de nieuwe realiteit van basic en eenvoud. De crisis duurt namelijk lang, de crisis is geen crisis meer, de crisis is het gewone leven geworden. We zijn blij met wat we hebben, glossy onzin hoeft niet meer. Dat beetje minder is eigenlijk gezellig, met naïeve vrolijkheid creëren we de wereld om ons heen (Frankwatching, 2014).
Hieronder 10 belangrijke trends op het gebied van websitebouw in 2014.
Flat als een dubbeltje ‘Flat design’: plat is een grote trend. Er ontbreekt diepte, effecten als schaduwen en highlights zijn uit den boze. De beeldtaal is tweedimensionaal. Geen subtiele kleurverloopjes die hoogte suggereren, kleurvakken zijn juist monochroom. Windows en Apple zijn ermee begonnen, Windows 8 en iOS7 zijn zo plat als een dubbeltje. Zie afbeelding 3 in bijlage 13.2.3. (Frankwatching, 2014).
Bijna plat Hierbij wordt een beetje gesmokkeld om toch te sturen in de beleving van de gebruikers. Het ontwerp bevat een kleine schaduw in één kleur, maar lijkt plat. Afbeelding 4 in bijlage 13.2.3. laat links het app-icoontje van Youtube zien hoe het was, in het midden als volledig flat design en rechts in de bijna plat uitvoering, zoals het nu gebruikt wordt op onze smartphones. (Frankwatching, 2014).
Platte plaatjes Ook plaatjes worden plat of bijna plat uitgevoerd. Zie afbeelding 5 in bijlage 13.2.3. (Frankwatching, 2014). Blokkendoos We hebben allemaal met blokjes leren bouwen. Webdesigners keren terug naar de onschuld van hun kindertijd en gaan weer met blokjes bouwen. Ze bouwen zo spelenderwijs een overzichtelijke wereld. Zie afbeelding 6 in bijlage 13.2.3. (Frankwatching, 2014).
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
40
Dikke witte lijnen Krijtwit en minstens zes pixels breed. Dikke witte lijnen zijn hip. Eenvoudig en makkelijk. Zie afbeelding 7 in bijlage 13.2.3. (Frankwatching, 2014).
Schreefloos en wit De schreef, dat haakje aan letters in meer klassieke fonts, is uit. We gaan in 2014 voor lettertypes zonder poespas. Lettertypes als helvetica, Verdana, Univers en Tahome zijn het voor 2014, en dan het liefst witte letters. Zie afbeelding 8 in bijlage 13.2.3. (Frankwatching, 2014). De zeshoek De zeshoek is voor het eest in de geschiedenis een hot item. Zie afbeelding 9 in bijlage 13.2.3. (Frankwatching, 2014).
Monochroom Van zachte pastelkleur tot felle kleuren, het kan allemaal! Er is maar één voorwaarde op het gebied van kleurgebruik: het kleurvlak moet volledig monochroom (eenkleurig) zijn. Geen subtiele patroontjes of reliëf. Zie afbeelding 10 in bijlage 13.2.3. (Frankwatching, 2014).
One-issue-homepage Op de homepage willen we rust. Het liefst één kernboodschap en weldadige rust op de homepage in 2014. We vinden steeds vaker één beeld met één stuk tekst en een simpel menu boven de vouw. Zie afbeelding 11 in bijlage 13.2.3. (Frankwatching, 2014).
Mobiel internet en mobielmenu Je kunt tegenwoordig overal online zijn. Niet alleen thuis, op school, op het werk maar ook onderweg. Je kunt via mobiel internetgebruik 24 uur per dag online zijn. Helemaal in lijn met zucht naar eenvoud is het achterwege laten van een menu op je mobiele telefoon. Dus in het kader van eenvoud en minder wordt dit ook toegepast op je desktop. Zie afbeelding 12 in bijlage 13.2.3. (Frankwatching, 2014).
6.3 Conclusie Uit dit hoofdstuk blijkt dat een bezoeker binnen 7 seconde beslist of zij een website leuk vindt of juist afhaakt. Daarom telt iedere seconde mee. Het is belangrijk dat de eerste indruk overwegend positief is. Het is de website die er uiteindelijk voor zorgt dat de bezoekers tevreden zijn. Als de content in orde is, de website voldoende gebruiksvriendelijk is en de technische prestaties naar behoren zijn, komt het wel goed met de ervaring en de tevredenheid van de bezoekers. De content moet kwalitatief goed zijn en de content moet actueel zijn.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
41
Daarnaast moet de website snel en gemakkelijk te gebruiken zijn. De vormgeving moet de bezoeker helpen zijn doelen te bereiken. Tot slot moet de website beschikbaar zijn en snel getoond worden.
Naast deze punten die ervoor zorgen dat de websitebezoeker tevreden is, zijn er trends met betrekking tot het ontwerp van een website, namelijk: basic, eenvoud en de beeldtaal is tweedimensionaal. Andere trends op het gebied van websites in 2014, zijn: blokken, de zeshoek, dikke witte lijnen, letters in klassieke fonts (lettertypes als: helvetica, Verdana, Univers en Tahome), volledig monochrome kleurvlakken en rust op de homepage.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
7
42
Best practices
In dit hoofdstuk staan 6 best practices. Dit zijn zowel websites als applicaties met een soortgelijk concept uit het binnen- en buitenland. Deze best practices zijn gekozen omdat ze speciaal gericht zijn op kinderen en gezondheid. In dit hoofdstuk worden de best practices niet beoordeeld maar alleen beschreven. Tijdens fieldresearch worden de best practices wel beoordeeld door de doelgroep. Om erachter te komen wat de doelgroep van de best practices vindt, zijn de best practices tijdens de groepsdiscussies en diepte- interviews aan de doelgroep voorgelegd. In het hoofdstuk ‘Onderzoeksresultaten’ staan de resultaten hiervan.
7.1 Nederlandse websites 7.1.1 Lekker pûh In Nederland zijn er door het hele land vestigingen van ‘lekker pûh’. ‘Lekker pûh’ heeft ook een website. In 1999 is ‘lekker pûh’ opgericht. Via de website en via begeleiding (van een consulente) geeft ‘lekker pûh’ advies aan ouders van kinderen met overgewicht en aan kinderen zelf. ‘Lekker pûh’ is speciaal gericht op kinderen/ jongeren van 5 t/m 18 jaar. Ze motiveren kinderen om zelf voor gezond eten te kiezen. De ouders of verzorgers worden hierbij betrokken. Via consulenten worden de kinderen geholpen, maar ook via de website. Naast de website en de consulenten maakt ‘lekker pûh’ ook gebruik van social media. ‘Lekker pûh’ is actief of Facebook en op Twitter. Vooral op Facebook zijn ze actief, er worden wekelijks berichten geplaatst. Daarnaast geeft ‘lekker pûh’ gratis magazines uit om kinderen nog meer op weg te helpen naar een gezonde(re) levensstijl. De doelgroep De website is zowel gericht op kinderen van 5 t/m 18 jaar als op de ouders van deze kinderen.
Onderwerpen Op de website van ‘lekker pûh’ komen veel verschillende onderwerpen naar voren. Zo kun je ervaringen van kinderen, die het ‘lekker pûh’ traject hebben afgerond, lezen. Daarnaast vind je op de website gezonde recepten en je vind er voedingstips voor kind en gezin. Zo vind je er bijvoorbeeld tips voor gezonde traktaties.
Vormgeving De lay-out van ‘lekker pûh’ is vrij neutraal. Er wordt gebruik gemaakt van verschillende kleuren blauw. Het is daardoor wel overzichtelijk en duidelijk. De hoofdpagina is ook voornamelijk blauw. Een print-screen van de hoofdpagina is te vinden in bijlage 13.2.3. afbeelding 13.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
43
7.1.2 Dubbel30 ‘Dubbel30’ stimuleert kinderen om minimaal 60 minuten per dag te bewegen (dubbel 30 dus). Op een speelse manier wil deze website ervoor zorgen dat kinderen genoeg bewegen. ‘Dubbel30’ is een Nederlandstalige website. De doelgroep De website is voor het grootste gedeelte gericht op kinderen, maar daarnaast richten zij zich met een klein deel van de website ook op de ouders. Een klein gedeelte van de website is gericht op kinderen van 0 t/m 4 jaar en het grootste gedeelte van de website is gericht op kinderen van 4 t/m 12 jaar. De website is vooral gericht op kinderen die niet genoeg bewegen, maar kinderen die uit zichzelf al voldoende bewegen kunnen zich ook vermaken op de website.
Onderwerpen ‘Dubbel30’ probeert kinderen spelenderwijs genoeg te laten bewegen. De website bestaat uit filmpjes, testen, spelletjes, hulp bij spreekbeurten, informatie voor de ouders en meer. Het grootste gedeelte van de website bestaat uit spelletjes en testjes. Zo is er een beweegtest en een spelletjes waarbij je moet proberen om de bal zo lang mogelijk hoog te houden op de computer. Ook is er een beweegspel op de website waarbij kinderen ook daadwerkelijk worden gestimuleerd om te bewegen.
Vormgeving De website van ‘dubbel30’ is overzichtelijk en heeft 2 basiskleuren: oranje en paars. Je kunt je makkelijk door de website navigeren en de website beschikt over vrolijke plaatjes voor kinderen. Een print-screen van de hoofdpagina is te vinden in bijlage 13.2.3. afbeelding 14.
7.2 Internationale websites 7.2.1 My Life In Engeland is er voor kinderen het concept ‘My Life’. Dit is een onderdeel van de website diabetes.org.uk. ‘My Life’ is speciaal gericht op kinderen en bestaat uit spelletjes, filmpjes over verschillende onderwerpen, verhalen van kinderen met diabetes, tips over diabetes, algemene informatie over diabetes en foto’s en plaatjes. Diabetes.org.uk heeft niet alleen een website, maar maakt ook gebruik van Facebook, Twitter, YouTube en Flickr. Dit maakt ‘My Life Explore’ een crossmediaal concept. De Facebook pagina van ‘Diabetes UK’ is zeer actief. Iedere dag worden er berichten geplaatst door de organisatie en door de bezoekers. Op Twitter gaat er bijna dagelijks een ‘tweet’ uit
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
44
Doelgroep ‘My Life Explore’ is ontwikkeld voor kinderen met diabetes. Er is ook een speciaal concept voor tieners en een concept voor jongvolwassenen. Deze drie concepten hebben allemaal een aparte website.
Onderwerpen Op de website van ‘My Life Explore’ komen verschillende onderwerpen aan bod. Er zijn 4 hoofdonderwerpen. Dit zijn ‘What is diabetes?’, ‘Me and my diabetes’, ‘Help & support’, en ‘Fun stuff’. Bij ‘What is diabetes’ vind je vooral informatie over diabetes, kinderen kunnen hier ook op reageren. Onder ‘Fun stuff’ kun je bijvoorbeeld het verhaal lezen van beroemde personen die ook diabetes hebben. Op de website staan ook filmpjes en foto’s. Tot slot kun je er met andere kinderen praten. Vormgeving De lay-out van de website is kleurrijk en druk. Er worden verschillende lettertypes en lettergrootten gebruikt. Ze hanteren dus geen vaste vormgeving. Er is wel een duidelijke navigatie naar de hoofdonderwerpen. Ze maken gebruik van veel vrolijke kleuren. Voornamelijk de kleuren groen, geel en blauw. De achtergrond is wit, dit houdt het redelijk overzichtelijk. Een print-screen van de hoofdpagina is te vinden in bijlage 13.2.3. afbeelding 15. 7.2.2 Kids´ health ‘Kids’ Health’ is een concept uit Australië. Dit is een website die te vinden is via www.cyh.com. Het ‘Kids’ gedeelte van de website is een onderdeel van ‘Women’s and children’s Health Network’ in Zuid Australië. De website helpt ouders en kinderen om een gezonde leefstijl te creëren en/of te behouden. Naast de website kunnen ouders, kinderen en jongeren door Zuid- Australië bij 150 locaties terecht voor gezondheidszorg, hulp en advies. Daarnaast hebben ze een hulplijn waar je 24 uur per dag naar kunt bellen.
Doelgroep ‘Kids’ Health’ is speciaal ontwikkeld voor kinderen. Het staat op de website ook aangegeven als het ‘Kids Only’ gedeelte van de website. Dit deel is gericht op kinderen van 6 t/m 12 jaar. Onderwerpen Op de site zijn veel verschillende topics te vinden, namelijk: ‘Your Family’, ‘Your Body’, ‘Your Food’, ‘Your Health’, ‘Your School’, ‘Your Feelings’, ‘Your Safety’, ‘Nearly Teens’, ‘Simply for You’, ‘Fun & Games’. Er staat veel informatie op de website, maar er staan ook veel plaatjes op de website. Daarnaast kun je er spelletjes spelen, je vindt er recepten en je kunt er bijvoorbeeld een quiz spelen.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
45
Vormgeving De website is speels en redelijk druk. De website is makkelijk te navigeren. Op de gehele website worden vijf basiskleuren gebruikt, namelijk: oranje, paars, blauw, rood en groen. Er worden verschillende lettertypes gebruikt en de website beschikt over vrolijke plaatjes. Een print-screen van de hoofdpagina is te vinden in bijlage 13.2.3. afbeelding 16.
7.3 Applicaties Zoals in hoofdstuk 2 ‘de doelgroepsanalyse’ te lezen is, is niet alleen de computer tegenwoordig populair bij kinderen, maar ook de mobiele telefoon en de tablet. Een tablet is een computer die in de hand kan worden gebruikt. Je kunt er eigenlijk van alles op doen. Op een tablet kun je, net als op een smartphone, mobiele applicaties downloaden. Dit zijn software-appliciaties die ontworpen zijn voor smartphone tablets of andere elektronische handapparaten. Omdat kinderen de laatste jaren steeds meer gebruik maken van de tablet en de mobiele telefoon bestaan de best-practices niet alleen uit websites maar ook uit applicaties. Hieronder worden twee applicaties beschreven. 7.3.1 Fresh ‘Fresh’ is een Nederlandstalige applicatie (bestaat ook in andere talen) die kinderen stimuleert om genoeg fruit en groenten te eten. Dat is echter niet makkelijk in een wereld die ons blootstelt aan veel junkfood. Deze applicatie helpt kinderen om voor goede en gezonde voedingsmiddelen (zoals fruit en groeten) te kiezen. Doelgroep Deze applicatie is bedoeld om kinderen (voldoende) groenten en fruit te laten eten. De applicatie is ontwikkeld voor kinderen die zelf kunnen spelen en minstens 4 jaar zijn.
Onderwerpen Kinderen leren door middel van deze applicatie spelenderwijs meer over groenten en fruit. Deze applicatie bestaat uit geheugenspelletjes, puzzels, open- en gesloten quizvragen en informatie over vruchten en groenten. Kinderen leren verschillende soorten fruit en groenten kennen en ondertussen kunnen zij hun geheugen trainen. Kinderen kunnen de quiz alleen spelen maar ook met of tegen een vriendje. Daarnaast kunnen kinderen het ook met hun ouders spelen.
Vormgeving Het is een vrolijke, kleurrijke app. De basiskleuren zijn paars en oranje. Een print-screen van de hoofdpagina is te vinden in bijlage 13.2.3. afbeelding 17.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
46
7.3.2 Coach David Deze applicatie is een inspirerende ‘Feel Good Game’ voor een gezonde levensstijl. Kinderen leren hierbij hoe ze hun gezondheid kunnen verbeteren. Ze leren welke voedingsstoffen goed zijn en welke gerechten ze beter kunnen laten staan.
Doelgroep Deze applicatie is gericht op kinderen van 4 jaar en ouder. Maar het niveau van de applicatie is redelijk hoog, waardoor het voor kinderen van 4 jaar erg moeilijk is.
Onderwerpen Deze applicatie bestaat voornamelijk uit vragen over voedingstoffen. Kinderen moeten vragen beantwoorden als: ‘'Is zalm een bron van eiwitten en vet?’’ Ze moeten dan aangeven of de vraag goed of fout is. Daarna verschijnt het antwoord met de desbetreffende uitleg. Daarnaast geeft de applicatie ook tips, zoals: ‘’Fruit levert veel goede voedingsstoffen, zoals vitaminen.’’
Vormgeving Het is een overzichtelijk applicatie. De kleuren die voornamelijk worden gebruikt, zijn: groen, bruin/ oranje en rood. Een print-screen van de hoofdpagina is te vinden in bijlage 13.2.3. afbeelding 18.
7.4
Conclusie
Uit dit hoofdstuk kan geconcludeerd worden dat veel concepten over overgewicht gericht zijn op volwassenen. In dit hoofdstuk zijn zes concepten die speciaal zijn gericht op kinderen met overgewicht beschreven. Omdat de tablet en de mobiele telefoon steeds vaker worden gebruikt door de doelgroep, is er ook gekeken naar applicaties. De best practices zijn in dit hoofdstuk beschreven en zullen tijdens fieldresearch aan de doelgroep worden voorgelegd. De best practices die worden voorgelegd aan de doelgroep tijdens de interviews en panelgesprekken, zijn: 2 Nederlandstalige websites (‘Lekker pûh’ & ‘’Dubbel30’), 2 Engelstalige websites (‘MyLife’ & ‘Kids’ Health’) en 2 applicaties (‘Fresh’ & ‘CoachDavid’).
Tijdens de interviews wordt aan de doelgroep gevraagd om de best practices qua vormgeving te beoordelen en tijdens de panelgesprekken wordt aan de doelgroep gevraagd om de best practices qua onderwerpen te beoordelen.
In hoofdstuk 8 staan de resultaten van de interviews en de panelgesprekken.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
8
47
Onderzoeksresultaten
Dit hoofdstuk toont de resultaten van fieldresearch. De onderzoeksmethoden waarvan gebruik is gemaakt, zijn: interviews en panelgesprekken.
8.1 Verloop van de dataverzameling Interview jongens
Dinsdag 4 november 16:00
Interview jongens
Woensdag 5 november 13:30
Interview meisjes
Woensdag 5 november 14:30
Panelgesprek jongens
Woensdag 5 november 16:00
Panelgesprek meisjes
Donderdag 6 november 16:00
Panelgesprek meisjes
Vrijdag 7 november 16:00
8.2 Interviews Er hebben zowel panelgesprekken als interviews plaatsgevonden met de doelgroep. Er zijn in totaal drie duo-interviews gehouden met de doelgroep. Hierbij zijn jongens en meisjes apart van elkaar geïnterviewd. Er zijn telkens twee bevriende kinderen geïnterviewd. De belangrijkste resultaten van deze interviews zijn in deze paragraaf te lezen. De vragenlijst die gebruikt is bij de interviews, is te vinden in bijlage 13.3.1. 8.2.1 Resultaten interviews: jongens (7 t/m 12 jaar) met overgewicht of obesitas Er hebben twee duo-interviews plaatsgevonden met jongens. Hieronder staan de belangrijkste resultaten van deze interviews.
Leefstijl De vier deelnemers zijn minstens met zijn drieën thuis. Minstens één van de ouders heeft ook te maken met overgewicht. Geen van de deelnemers zit op sport. Wel speelt een van de jongens af en toe buiten. Ze sporten niet omdat ze te snel moe zijn of omdat ze niet weten welke sport hen leuk lijkt. Alle deelnemers verkiezen iets ongezonds als lievelingseten, variërend van pizza, friet, panenkoeken tot hamburgers. Ze geven aan dit minimaal één keer per week te eten. Ze eten af en toe wel eens iets gezonds, zoals bananen of wortels. Dit gebeurt maximaal twee keer per week. Alle vier de jongens geven aan wel eens last te hebben van hun overgewicht. Hetgeen waar ze het meest last van hebben: snel moe zijn, ze voelen zich anders dan andere kinderen, ze worden nagekeken of ze worden gepest.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
48
Internetgebruik De deelnemers maken veel gebruik van internet. Vooral na school, na het eten of in het weekend. Naast de computer, maken ze ook gebruik van internet via de telefoon, de iPad en de laptop. De deelnemers zitten minstens één keer per dag op internet. Ze lezen niet veel over overgewicht op internet omdat ze niet weten waar ze moeten zoeken of omdat ze de informatie niet begrijpen. Dingen die ze wel graag doen op het internet: spelletjes, quizzen en dingen opzoeken.
Vormgeving Ze zien het liefste de kleuren groen en blauw. Daarnaast is oranje ook favoriet. Verder zien ze ook graag veel verschillende kleuren op een website. Ze zien op een website graag veel video’s, plaatjes en spelletjes. De doelgroep leest liever niet te veel tekst. Bevindingen best practices Lekker pûh: De deelnemers vinden de website er qua kleurgebruik goed uitzien (blauw & wit). Als ze iets mogen aanpassen, dan zouden ze het lettertype vergroten en dan zouden ze meer plaatjes toevoegen. Dubbel30: Ook hier wordt het kleurgebruik als prettig ervaren (oranje & zwart). Het lettertype is goed leesbaar en er staan leuke plaatjes op. Wel mogen er meer plaatjes en foto’s op de website komen. My Life: De deelnemers vinden de verschillende kleuren vrolijk en prettig. De tekst is makkelijk te lezen en groot genoeg. Ze ervaren tekeningen als kinderachtig en zien liever foto’s in plaats van tekeningen. Kids’ Health: Groen en oranje vinden de deelnemers aantrekkelijke kleuren. Het lettertype is klein en daardoor moeilijk leesbaar voor de deelnemers. De plaatjes zijn kinderachtig. Fresh: De vrolijke kleuren worden door de deelnemers gewaardeerd. De plaatjes zijn daarentegen weer wat kinderachtig. De doelgroep zou graag meer tekst, meer video’s en meer foto’s zien. Coach David: De applicatie ziet er volgens de deelnemers stoer uit, maar ze missen foto’s en wat andere dingen om te zien of te lezen. 8.2.2 Resultaten interview: meisjes (7 t/m 12 jaar) met overgewicht of obesitas Er heeft één duo-interview plaatsgevonden met meisjes. Hieronder staan de belangrijkste resultaten van dit interview.
Leefstijl De deelnemers zijn allebei met zijn vijven thuis, waaronder een vader en een moeder. Minstens drie van de familieleden zijn te dik, waarvan in beide gevallen de moeder en in één van de gevallen beide ouders. Ze hebben allebei op hockey gezeten maar zijn inmiddels allebei gestopt vanwege pesterijen en omdat ze niet goed genoeg waren (vonden ze zelf). Het lievelingseten varieert van chocolade tot kippenpootjes mét vel. Chocolade wordt door de deelneemster iedere dag
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
49
gegeten en de kippenpootjes wordt door de andere deelneemster minstens één keer per week gegeten. Ze ervaren hun overgewicht als een last en dat ervaren ze vooral tijdens de gymles en toen ze op hockey zaten.
Internetgebruik De deelneemsters lezen wel eens iets over overgewicht. Dit gebeurt door middel van de tijdschriften van hun moeder of door middel van internet. Internet wordt voornamelijk gebruikt om te kletsen met hun vriendinnen of om spelletjes te spelen. Daarnaast zoeken ze dingen op, bekijken ze filmpjes via youtube en luisteren ze naar muziek. Ze maken voornamelijk gebruik van de computer of de laptop om te internetten. Doordeweeks maken zij ongeveer één uurtje per dag gebruik van het internet en in het weekend maken zij langer gebruik van het internet.
Vormgeving De kleuren blauw en paars worden het meest gewaardeerd. Maar ook de kleur groen wordt gewaardeerd. Bevindingen best practices Lekker pûh: Ze vinden de kleurencombinatie mooi (blauw & paars). De grote, paarse letters zijn goed te lezen maar de rest is wat in minder goed leesbaar. Deze letters mogen groter. De plaatjes zijn wat saai en ze zouden wat meer foto’s toevoegen op de site. Dubbel30: De kleuren passen wel mooi bij elkaar maar er hadden nog meer verschillende kleuren bij gemogen. De tekst is goed te lezen door een fijn lettertype. Het ziet er wel een beetje jongensachtig uit door alle voetballen. Ze zouden graag ook een deel voor meisjes zien. My Life: De kleuren worden als vrolijk ervaren en de tekst is goed leesbaar. De plaatjes zijn daarentegen wel erg kinderachtig en ze zouden liever iets zien wat voor oudere kinderen interessant is. Vooral plaatjes worden als kinderachtig ervaren. Kids’ Health: De kleuren passen goed bij elkaar maar het lettertype is slecht te lezen omdat het zo klein is. Ook deze website ziet er kinderachtig uit en de plaatjes zijn niet leuk. Fresh: De deelnemers vinden het mooie kleuren en de plaatjes mooi getekend maar wel voor kleine kinderen. Ze zien liever een minder kinderachtige applicatie. Coach David: De kleuren zijn wat donker en niet zo vrolijk. De plaatjes zijn stom en kinderachtig en er mag wel wat tekst en bewegende beelden toegevoegd worden.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
50
8.3 Panelgesprekken Naast de interviews hebben er ook panelgesprekken plaatsgevonden. Hierbij zijn wederom de jongens en meisjes apart gehouden. Er hebben in totaal drie panelgesprekken plaatsgevonden met telkens drie tot vijf respondenten. De belangrijkste resultaten van deze panelgesprekken zijn in deze paragraaf te lezen. De vragenlijst die gebruikt is bij deze panelgesprekken, is te vinden in bijlage 13.3.2. 8.3.1 Resultaten panelgesprek: jongens (7 t/m 12 jaar) met overgewicht of obesitas Er heeft één panelgesprek plaatsgevonden met jongens. Hieronder staan de belangrijkste resultaten van dit panelgesprek.
Leefstijl Het grootste deel van deelnemers is thuis met minstens vier personen. Daarvan hebben minstens drie gezinsleden overgewicht. Eén deelnemer is alleen met zijn vader thuis, zijn vader heeft ook overgewicht. Van alle deelnemers heeft minstens één van de ouders overgewicht. Het lievelingseten van de deelnemers is in bijna alle gevallen ongezond. Het ongezonde lievelingseten wordt minstens één keer per week gegeten, maar in enkele gevallen zelfs twee á drie keer per week. Af en toe wordt er buiten gespeeld met een zusje. De deelnemers die sporten (voetbal en tennis) doen dit slechts één keer per week. Alle deelnemers hebben wel eens last van hun overgewicht. Ze hebben last tijdens het spelen, de gymles, tennisles of voetbalwedstrijd. Internetgebruik & onderwerpen De meeste deelnemers lezen nooit iets op internet over overgewicht. De deelnemers zitten wel bijna iedere dag op internet. Dit gebeurt vooral na schooltijd. Ze maken gebruik van de volgende apparaten om te internetten: computer, mobiele telefoon, tablet en laptop. Als de deelnemers op internet zitten, ondernemen zij de volgende activiteiten: spelletjes spelen, informatie opzoeken, video’s kijken, Youtube bezoeken, muziek luisteren, quizvragen beantwoorden en chatten met vrienden. Alle deelnemers zouden het overwegen om met anderen kinderen die overgewicht hebben te praten op een website. Ze kijken liever plaatjes of filmpjes dan dat ze veel lezen. Als de deelnemers een website bezoeken, willen zij het volgende op de website kunnen doen of vinden: spelletjes spelen, informatie over sport lezen, tips van bekende sporters lezen, foto’s & video’s bekijken, recepten bekijken, verhaaltjes van anderen lezen, chatten met anderen, tips over gezond leven, tips voor spelletjes buiten en quizvragen beantwoorden.
Best practices Lekker pûh Onderwerpen: ervaringen van andere kinderen, begeleiding, blogs, recepten, tips en weetjes.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
51
Ze vinden de onderwerpen leuk, maar ze missen nog wel veel, zoals: spelletjes, quizvragen, filmpjes en iets over sport. Dubbel30 Onderwerpen: verschillende soorten spelletjes, tips lezen, quizzen, testen en filmpjes. Ze vinden dat er veel te doen is op de site, maar ze missen nog tips van een bekende sporter, dat je tegen elkaar kunt spelen en wat meer informatie. MyLife Onderwerpen: informatie, tips voor eten en bewegen, verhalen van kinderen, spelletjes, foto’s. Ze vinden dat er weinig te lezen is op de website. Daarbij missen de deelnemers leukere spelletjes, video’s en quizvragen. Kids’ Health Onderwerpen: spelletjes, commentaar van andere kinderen, advies van een expert, gezonde gerechten, informatie over gezond eten. Ze vinden de spelletjes leuk op deze website maar verder is er niet zo veel te doen. Ze missen video’s, iets met sport, quizzen en spelletjes. Fresh Onderwerpen: spelletje (dat je met of tegen een vriendje/ ouder kunt spelen) en quizvragen over gezonde voeding. Ze vinden het leuk dat je met en tegen een vriendje (of ouder) kunt spelen. Maar ze vinden het saai dat je eigenlijk maar één ding kunt doen (het spel) en dat er verder niks te doen is. Coach David Onderwerpen: Spel met quizvragen over voeding en voedingswaarde. De meerderheid van de deelnemers vindt het geen leuk spel en missen iets over sport, video’s en dat er meerdere dingen te doen zijn. Conclusie Als er een website zou komen (voor kinderen met overgewicht) met daarop spelletjes, informatie, quizvragen, video’s, foto’s, plaatjes, ervaringen, recepten etc. om meer te leren over gezond leven, dan zou de meerderheid van de deelnemers daar zeker heen gaan. Alle deelnemers zouden het sowieso in overweging nemen om de website te bezoeken. 8.3.2 Resultaten panelgesprekken: meisjes (7 t/m 12 jaar) met overgewicht of obesitas Er hebben twee panelgesprekken plaatsgevonden met meisjes. Hieronder staan de belangrijkste resultaten van deze panelgesprekken. Leefstijl Alle deelneemsters zijn met drie of meer personen thuis. Eén deelneemster woont alleen met haar vader en broertje, alleen de deelneemster heeft in haar gezin overgewicht. Bij alle andere deelneemsters is minstens één van de ouders ook te dik. Als je de deelneemsters vraagt naar hun lievelingseten, verkiezen zij bijna allemaal iets ongezonds,
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
52
namelijk: kip uit de oven, chocolade, pasta pesto met kaas, noedels, kaas, friet, chips. De meest ongezonde dingen (chips, friet, chocolade) worden minstens twee keer per week gegeten. Chocolade en chips zelfs iedere dag door de desbetreffende deelneemsters. Geen enkele deelneemster doet aan sport. Slechts één van de deelneemsters heeft wel aan sport gedaan en slechts één van de deelneemsters speelt geregeld buiten. Een overgroot deel van de deelneemster heeft last van haar overgewicht. Ze hebben last bij het bewegen (gymles) of ze worden gepest en nagekeken.
Internetgebruik Het grootste deel van de deelneemster geeft aan niet vaak iets te lezen op internet over overgewicht. Slechts twee deelneemsters geven aan dat wel eens te doen. Van alle deelneemsters zitten er vijf iedere dag minstens één keer op het internet. De apparaten die zij gebruiken om te internetten, zijn: computer, mobiele telefoon, tablet en laptop. Daarbij zijn de mobiele telefoon en de tablet bij deze deelneemsters het populairste. De deelneemsters gebruiken het internet om spelletjes te spelen, dingen op te zoeken, filmpjes te kijken, met andere meiden te kletsen, muziek te luisteren, te lezen of quizzen te spelen. Het overgrote deel zou het fijn vinden om op een website voor kinderen met overgewicht te praten met lotgenoten. Eén van de deelneemster weet nog niet zeker of ze dat zou doen. Twee van de deelneemsters geven aan het niet zo fijn te vinden als ze veel moeten lezen op een website. Als er een website komt voor kinderen met overgewicht, willen de deelneemsters graag de volgende dingen zien op de website: tips en verhalen van anderen, filmpjes, informatie over bewegen, recepten, spelletjes, quizzen, informatie over koken en tips om af te vallen.
Best practices Lekker pûh Onderwerpen: ervaringen van andere kinderen, begeleiding, blogs, recepten, tips en weetjes. De deelneemsters vinden het leuk om over ervaringen van andere kinderen te lezen. Ze waarderen het ook dat er recepten te vinden zijn en dat er een blog is. Wat de deelneemsters missen: spelletjes, filmpjes, plaatjes, quizzen en iets over sport. Dubbel30 Onderwerpen: verschillende soorten spelletjes, tips lezen, quizzen, testen en filmpjes. De deelneemsters vinden het wel een beetje jongensachtig en missen een gedeelte voor meiden. Ze zouden daar graag recepten willen vinden en filmpjes willen bekijken. Ook willen ze verhalen van andere meiden lezen en willen ze spelletjes spelen die ook leuk zijn voor meiden. MyLife Onderwerpen: informatie, tips voor eten en bewegen, andere kinderen vertellen, spelletjes, foto’s plaatsen.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
53
Ze vinden de onderwerpen erg leuk en er is veel te doen. Ze waarderen het dat je er zelf foto’s kunt plaatsen en dat andere kinderen iets vertellen. Ze missen alleen nog recepten en video’s. Kids’ Health Onderwerpen: spelletjes, commentaar van andere kinderen, advies van een expert, gezonde gerechten, informatie over gezond eten. De deelneemsters zijn te spreken over de onderwerpen. Er is veel te doen en het is voor zowel jongens als meisjes leuk. Ze missen op de website: spelletjes, tips van andere kinderen, filmpjes, recepten en dat je met andere kinderen kunt praten. Fresh Onderwerpen: spelletje (die je met of tegen een vriendje/ ouder kunt spelen) bestaande uit quizvragen over gezonde voeding. De deelneemsters vinden het leuk om samen of tegen een vriendje of ouder te spelen. Ze missen wel nog wat dingen op de applicatie. Ze willen meer te doen en meer verschillende onderwerpen. Coach David Onderwerpen: Spel met quizvragen over voeding en voedingswaarde. De deelnemers beoordelen deze applicatie al ‘saai’. Ze zouden graag andere dingen en vragen toevoegen aan de applicatie. Ook de vragen worden als te moeilijk ervaren.
Conclusie Als er een website zou komen voor kinderen met overgewicht (met daarop spelletjes, informatie, quizvragen, video’s, foto’s, plaatjes, ervaringen en recepten) dan zouden zes van de zeven deelnemers daar zeker gebruik van maken.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
9
54
Conclusies & aanbevelingen
In dit hoofdstuk staan de conclusies van dit onderzoek en daarnaast wordt er antwoord gegeven op de probleemstelling. De resultaten van desk- en fieldresearch worden in dit hoofdstuk aan elkaar gekoppeld.
9.1 Conclusie resultaten Uit de resultaten van het fieldresearch blijkt dat het overgrote deel van de kinderen het als last ervaart om dikker te zijn. Bij het overgrote deel van de kinderen hebben meerdere familieleden ook te maken met overgewicht. Daarbij heeft in bijna alle gevallen minstens één van de ouders overgewicht. Het overgrote deel van de kinderen sport niet. Ze zijn vaak te snel moe, voelen zich anders dan anderen of ze weten niet welke sport hen leuk lijkt. Ze zouden daarentegen wel graag meer informatie over sport of bewegen willen lezen.
Bijna alle kinderen kiezen ongezond eten als lievelingseten (friet, pizza, chocolade). Dit wordt minstens één keer per week gegeten. De kinderen zouden graag meer informatie willen over het maken van gezonde recepten en tips over gezonde voeding.
Kinderen maken vaak en veel gebruik van het internet. Via de computer of de laptop zijn zij vaak minstens één keer per dag verbonden met internet. Maar ook de mobiele telefoon en de tablet zijn populair. Vooral na school en na het eten, maar ook in het weekend, wordt er veel gebruik gemaakt van internet. Ze maken op internet het meest gebruik van: spelletjes, chatten met vriendjes, quizzen, informatie opzoeken, video’s bekijken en muziek luisteren. Ze kijken liever plaatjes op filmpjes dan dat ze veel lezen. Ze lezen wel maar liever geen lappen tekst.
Van de best practices die aan de deelnemers van de panelgesprekken en interviews voorgelegd zijn, valt ‘dubbel30’ het meest in de smaak qua onderwerpen en ‘MyLife’ het meest qua vormgeving. Onderwerpen of bezigheden die ze zeker terug willen zien op de website zijn: spelletjes, foto’s, video’s, tips over gezond eten, tips voor buiten spelen of sporten, tips van een bekende sporter, recepten, ervaringen van andere kinderen, chatten met andere kinderen en quizzen.
Qua vormgeving moet de website het liefst de kleuren groen, blauw, paars of oranje bevatten. Hele vrolijke sites met veel verschillende kleuren worden ook erg gewaardeerd. Daarbij vinden ze witte en zwarte letters het fijnst om te lezen. Het lettertype moet vooral niet te klein zijn en de teksten niet te lang. Ze lezen wel maar liever geen lange stukken tekst. Veel plaatjes, foto’s en filmpjes worden erg gewaardeerd.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
55
9.2 Beantwoording probleemstelling De resultaten van deskresearch gecombineerd met de resultaten van fieldresearch geven antwoord op de probleemstelling: ‘’Hoe ziet een uitbreiding op de bestaande website van de Obesitas Vereniging eruit, die kinderen van 7 tot en met 12 jaar met overgewicht aanspreekt en inspireert?’’ En hoe kan deze website ervoor zorgen dat de doelgroep gezonder gaat leven? (Dit wordt geïllustreerd met een mock-up). Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van de Nederlands Obesitas Vereniging (de NOV). De reden dat de NOV dit onderzoek heeft laten uitvoeren, is dat ze inzicht wil krijgen in de wensen van de doelgroep.
Het belangrijkste doel is dat de website de doelgroep helpt om een gezondere leefstijl te creëren. Het percentage kinderen met overgewicht blijft stijgen. Uit onderzoek blijkt dat kinderen in plaats van een actieve tijdsbesteding liever kiezen voor een passieve tijdsbesteding. Daarbij zijn er nog andere redenen die ertoe leiden dat kinderen meer kans hebben op het ontwikkelen van overgewicht. Eén reden waarom kinderen meer kans hebben op overgewicht, is omdat hun ouders ook overgewicht of obesitas hebben. Kinderen die ouders hebben met overgewicht, hebben zelf ook een grotere kans op overgewicht. Dit komt doordat kinderen de eet- en beweeggewoonten van hun ouders overnemen. Uit onderzoek blijkt ook dat ouders hun kind(eren) vaak niet aansporen tot een gezond eet- en beweeggedrag. Het zijn dus niet alleen de kinderen die voorlichting moeten krijgen over gezonde voeding en genoeg bewegen.
Kinderen gaan steeds minder buiten spelen en brengen steeds meer tijd achter de computer en televisie. Kinderen tussen de 7 en 12 jaar maken steeds vaker gebruik van digitale media. Ze spelen spelletjes op de tablet of chatten met hun vrienden. Ze kijken liever plaatjes of filmpjes dan dat ze veel lezen. Ze lezen wel maar liever geen lappen tekst. Onderwerpen of bezigheden die ze zeker terug willen zien op de website zijn: spelletjes, foto’s, video’s, tips over gezond eten, tips voor buiten spelen of sporten, tips van een bekende sporter, recepten, ervaringen van andere kinderen, chatten met andere kinderen en quizzen.
Er is ook gekeken naar soortgelijke succesvolle concepten in binnen- en buitenland, waarvan eventueel elementen overgenomen kunnen worden. Voorbeelden van die concepten zijn ‘dubbel30’ en ‘MyLife’. Bij de doelgroep valt ‘dubbel30’ het meest in de smaak qua onderwerpen en ‘MyLife’ het meest qua vormgeving. Qua vormgeving moet de website het liefst de kleuren groen, blauw, paars en/of oranje bevatten. Hele vrolijke websites met veel verschillende kleuren worden ook erg gewaardeerd. Daarbij vinden ze witte en zwarte letters fijn om te lezen. Het lettertype moet vooral niet te klein zijn en de teksten niet te lang. Ze lezen wel maar liever geen lange stukken tekst. Veel plaatjes, foto’s en filmpjes worden erg gewaardeerd.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
56
Er is al veel onderzoek gedaan naar websitebezoekers in het algemeen. Zo blijkt uit onderzoek dat een bezoeker binnen zeven seconde beslist of zij een website leuk vindt of juist afhaakt. Als de content in orde is, de website voldoende gebruiksvriendelijk is en de technische prestaties naar behoren zijn, komt het wel goed met de ervaring en de tevredenheid van de bezoekers.
De content moet kwalitatief goed zijn en de content moet actueel zijn. Daarnaast moet de website snel en gemakkelijk te gebruiken zijn (gebruiksgemak). De vormgeving moet de bezoeker helpen zijn doelen te bereiken. Tot slot moet de website beschikbaar zijn en snel getoond worden.
Naast deze punten die ervoor zorgen dat de websitebezoeker tevreden is, zijn er trends met betrekking tot het ontwerp van een website, namelijk: basic en eenvoud en de beeldtaal is tweedimensionaal. Andere trends, zijn: blokken, de zeshoek, dikke witte lijnen, letters in klassieke fonts (lettertypes als: helvetica, Verdana, Univers en Tahome), volledig monochrome kleurvlakken en rust op de homepage.
Naast deze criteria en trends voor websites in het algemeen, zijn er ook nog criteria die gelden voor websites die speciaal bedoeld zijn voor kinderen. Het is in ieder geval van belang dat een website voor kinderen tot 11 jaar geen schadelijke of anderszins onwenselijke elementen bevat. Daarnaast zijn er nog meer criteria die ervoor zorgen dat de website betrouwbaar is. Naast de betrouwbaarheid moet de website aansluiten op het niveau en de belangstelling van kinderen in de desbetreffende leeftijdsfase. Tot slot speelt de aantrekkelijkheid van de website een grote rol. Hieronder de criteria die gelden voor een kinderwebsite. Een website voor kinderen: -
Staat niet vol buttons en banners.
-
Beschikt over teksten die goed geschreven zijn (verzorgd taalgebruik en afgestemd op de doelgroep).
-
Heeft een goed evenwicht tussen tekst en beeld.
-
Bevat interactieve elementen.
-
Lokt niet uit tot geweld of pesten.
-
Weet op een aangename manier de aandacht van kinderen vast te houden.
-
Is toegankelijk, begrijpelijk en overzichtelijk.
-
Is uitdagend, origineel, spannend, interessant en prikkelend.
-
Is interactief en sociaal uitnodigend.
-
Wordt goed bijgehouden.
Naast deze criteria moet de site technisch goed gemaakt, en snel, zijn. Daarnaast is het belangrijk dat de site een gebruiksvriendelijk navigatiesysteem heeft, aangepast op kinderen.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
57
Uit onderzoek komen belangrijke resultaten met betrekking tot het gedrag van kinderen tijdens hun websitebezoek, namelijk: -
Kinderen bezoeken een website voornamelijk voor entertainment.
-
Overtollig navigatiesysteem is erg verwarrend.
-
Hele jonge kinderen lezen niet, oudere kinderen scannen.
-
Jonge kinderen prefereren lettertype 14, oudere kinderen 12.
-
Plaatjes en geluidjes worden gewaardeerd.
Tot slot zijn er trends en theorieën waarmee rekeningen gehouden moet worden. Uit onderzoek blijkt dat kinderen van 7 t/m 12 jaar steeds vaker gebruik maken van mobiel internet. Ze gebruiken hun mobiele telefoon of een tablet om te internetten. Het is daarom belangrijk dat de website ook via de mobiele telefoon en de tablet te bereiken is (‘responsive design’).
De bestaande website van de Nederlandse Obesitas Vereniging is al goed te vinden via Google, zij hebben al zoekmachineoptimalisatie toegepast. Dit is van groot belang omdat de website zo goed en snel te vinden is. Op het gebied van theorieën is het belangrijk om te weten dat kinderen en jongeren het belangrijk vinden om ergens bij te horen. Ze willen dan ook graag bij een ‘peergroup’ horen. De website kan ervoor zorgen dat kinderen met overgewicht op de website met elkaar kunnen communiceren en ervaringen kunnen uitwisselen. Zo kunnen deze kinderen een nieuwe ‘peergroup’ vormen samen. Het AIDAmodel kan ook toegepast worden op de doelgroep. Dit model bestaat uit attention, interest, desire en action. In het volgende hoofdstuk ‘Advies website’, staat de mock-up. De mock-up is een beeldend advies van hoe de uitbreiding van de website van de NOV eruit moet zien volgens de doelgroep. Deze mock-up geeft antwoord op de probleemstelling.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
58
10 Advies website Alle uitkomsten van het onderzoek zijn verwerkt in een mock-up die ik heb gemaakt. Deze mock-up geeft antwoord op de probleemstelling en dus een beeld van hoe de uitbreiding van de website voor de Nederlandse Obesitas Vereniging eruit moet komen te zien. Omdat het ontwikkelen van een website kosten met zich meebrengt, is deze mock-up het meest realistische beeld van de website. De mock-up geeft in ieder geval weer wat de website moet bevatten. Bij het ontwerpen van de mock-up heb ik gekeken naar de wensen van de doelgroep qua onderwerpen (tips van een bekende sporter, tips/ informatie over bewegen, chatten met andere kinderen, recepten maken, video’s, quizvragen, muziek, ervaringen van andere kinderen en spelletjes) en qua vormgeving (kleurgebruik, tekstgrootte, tekstkleur, tekst- beeldverhouding). Daarnaast heb ik rekening gehouden met websitetrends voor 2014 (basic en eenvoud, letters in klassieke fonts en een overzichtelijke homepage) en theorieën (kinderen en jongeren horen graag bij een peergroup). Verder heb ik gekeken naar de kwaliteitscriteria die gelden voor een website voor kinderen. Tot slot is er een deel voor de ouders omdat uit onderzoek blijkt dat ouders een grote rol spelen in het eet- en beweeggedrag van hun kind(eren).
Hieronder staan de printscreens van de mock-up, deze kan ook via de volgende link bekeken worden: http://overgewichtkids.123website.nl
Startpagina
Tips van een bekende sporter
Chatten met andere kinderen
Video/ filmpje over bewegen is gezond
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
Contactgegevens
Quiz
59
Filmpje voor een recept
Ervaring van andere kinderen
Tips voor gezond eten
Tips om te bewegen/ buiten spelen
Spelletje: gezond eten memory
Informatie voor de ouders
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
60
11 Onderzoek verloop Sinds ik mij kan herinneren ben ik me bewust van mijn eet- en beweeggedrag en streef ik naar een gezonde leefstijl. Na het afronden van de HAVO had ik besloten om Voeding & dietethiek te studeren. Deze studie bleek uiteindelijk toch niet de ideale keuze, maar mijn interesse voor voeding en een gezonde levensstijl bleef. Mijn afstudeerscriptie was de aangewezen gelegenheid om hier weer wat mee te doen. Vooral té dikke kinderen raken mij enorm en trekken mijn aandacht. Als ik te dikke kinderen zie spelen, vind ik dat zielig omdat ik denk dat zij zich nog niet helemaal bewust zijn van hun (ongezonde) eet- en beweeggedag. Deze dikke kinderen en mijn interesse in het creëren van een gezonde levensstijl brachten mij op het idee om een website te maken voor deze doelgroep. Ik ben met mijn ideeën naar de Nederlandse Obesitas Vereniging gegaan en zij waren al snel enthousiast over mijn plannen. De afgelopen maanden heb ik thuis veel aan mijn scriptie gewerkt en ik heb daarbij veel contact gehad met de NOV.
11.1 Het onderzoeksproces Het onderzoeksproces is redelijk goed verlopen. Nadat mijn plan van aanpak eindelijk was goedgekeurd, ging alles al een stuk soepeler. De deskresearch was inmiddels al voor een deel gedaan. Uiteindelijk was dit nog wel iets meer werk dan ik van te voren had gedacht. Samen met de NOV heb ik de topiclijsten voor de interviews en panelgesprekken samengesteld.
Vooral via skype en de telefoon heb ik veel contact gehad met de NOV, op cruciale punten ben ik naar Arnhem gereisd om daar te praten over de voortgang van het onderzoek. Het bleek een lastige klus om deelnemers met overgewicht te werven voor de interviews en panelgesprekken, vooral omdat ik in eerste instantie graag wilde dat mijn interviews en panelgesprekken gefilmd of in ieder geval opgenomen werden. Dit vonden veel van de ouders van de deelnemers geen prettig idee en de kinderen vonden het zelf ook fijner als dit niet gebeurde. Ik heb toen besloten om alleen aantekeningen te maken tijdens het fieldresearch om zo toch genoeg deelnemers te hebben. Ik heb gelukkig een vriendin bereid gevonden om samen met mij aantekeningen te maken tijdens deze interviews en panelgesprekken zodat er zo min mogelijk informatie verloren ging.
De panelgesprekken en interviews hebben na schooltijd plaatsgevonden waardoor de deelnemers samen naar de locatie konden komen. De interviews en panelgesprekken duurden niet langer dan 30 minuten waardoor de deelnemers genoeg concentratie hadden. Deze panelgesprekken en interviews zijn succesvol verlopen. De deelnemers waren enthousiast en deden goed mee. Tijdens de panelgesprekken moest ik de deelnemers wel vaak om de beurt iets laten zeggen anders kwam er te weinig respons. Omdat de interviews met twee bevriende kinderen gehouden werden, waren de deelnemers erg op hun gemak. Het verwerken van de resultaten en het maken van de mock-up duurder wel langer dan
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
61
verwacht maar het is wel probleemloos verlopen. De mock-up geeft een goed beeld van hoe de website eruit moet komen te zien en wat er inhoudelijk aanwezig moet zijn. Omdat een professionele website ontwikkelen hoge kosten met zich meebrengt, is het voor mijn afstudeerscriptie helaas niet mogelijk om deze website te realiseren.
11.2 Validiteit Doordat er voor de deskresearch betrouwbare bronnen zijn gebruikt, is dit onderzoek valide te noemen. Er is daarnaast gebruik gemaakt van verschillende onderzoeksmethoden, namelijk: panelgesprekken en interviews. De deelnemers van de panelgesprekken en de interviews zijn aselect geselecteerd. Wel geeft de onderzoekspopulatie een goede afspiegeling van de doelgroep. Aan de panelgesprekken en interviews hebben deelnemers van alle leeftijden binnen de doelgroep deelgenomen.
11.3 Vervolgonderzoek De uitkomst van dit onderzoek leent zich op meerdere manieren voor vervolgonderzoek. Ten eerste kan de mock-up getest worden onder de doelgroep. Dit is in dit onderzoek niet gedaan omdat het onderzoek anders te uitgebreid zou worden, hier was simpelweg geen ruimte voor. Als de mock-up getest wordt onder de doelgroep zijn er verschillende vragen die je kunt stellen. Onderwerpen die tijdens het testen aan bod kunnen komen, zijn: -
Algemene tevredenheid
-
Content
-
Specifieke functionaliteiten
-
Structuur van de website (navigatie) en pagina lay-out
-
Gebruiksvriendelijkheid
-
Vormgeving en beeldmateriaal
-
Mate van succes: heb je gevonden wat je zocht? (De Internet Scorecard 2.0, 2009).
Als de NOV daarna besluit om de website te gaan realiseren dan kan deze in de toekomst ook getest worden onder de doelgroep. Je kunt dan onderzoeken wat de doelgroep van de website vindt, wat ze graag anders zouden zien of wat er aan de website toegevoegd moet worden volgens de doelgroep. Met behulp van zulk soort testen kun je erachter komen of de bezoeker naar haar doel geleid wordt. Ook kun je er met behulp van testen achter komen wat er verbeterd moet worden. Deze verbeteringen worden doorgevoerd en vervolgens begint het weer van voor af aan. Elke test zal nieuwe inzichten geven en een website is daarom dus nooit af en zal altijd getest moeten worden (Walraven, D., 2011). Tot slot kan de website uitgebreid worden met een applicatie. Omdat de doelgroep steeds vaker hun mobiele telefoon of een tablet gebruikt, is het een mogelijkheid om van de website ook een applicatie te ontwikkelen. Deze kan vervolgens ook getest worden.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
62
12 Literatuurlijst Alles over marktonderzoek (2014). Diepte-interview. Geraadpleegd op 2 april 2014, van: http://www.allesovermarktonderzoek.nl/onderzoeksmethoden/groepsdiscussie.
Alles over marktonderzoek (2014). Groepsdiscussie. Geraadpleegd op 2 april 2014, van: http://www.allesovermarktonderzoek.nl/onderzoeksmethoden/groepsdiscussie.
Bookelaar . (2010). Tijdsbestedingsonderzoek 2010, alles over mediagebruik. Geraadpleegd op 2 april 2014, van:
http://www.slideshare.net/Bookelaar/tijdsbestedingsonderzoek-2010
Caroline Braet, Kinderen met overgewicht. Amsterdam: Hogrefe, 2010.
Centraal Bureau voor de Statistiek (2013). Steeds vaker laptop, smartphone en tablet in huis. Geraadpleegd op 18 september, van: http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/vrije-tijdcultuur/publicaties/artikelen/archief/2013/2013-3926-wm.htm
Centraal Bureau voor de Statistiek StatLine (2011). Leefstijl, preventief onderzoek; persoonskenmerken. Geraadpleegd op 2 april 2014, van: http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=81177NED&LA=NL
Centraal Bureau voor de Statistiek (2012). Steeds meer overgewicht. Geraadpleegd op 14 juli, van: http://www.cbs.nl/nlNL/menu/themas/gezondheidwelzijn/publicaties/artikelen/archief/2012/2012-3651-wm.htm
Centraal Bureau voor de Statistiek (2013). Vaker overgewicht jongeren in huishoudens met een lager inkomen. Geraadpleegd op 2 april 2014, van: http://www.cbs.nl/nlNL/menu/themas/gezondheid-welzijn/publicaties/artikelen/archief/2013/2013-3874-wm.htm
Christine Dedding, Kitty Jurrius, Xavier Moonen en Leo Rultjes, Kinderen en jongeren actief in wetenschappelijk onderzoek. Houten: Lannoo Campus, 2013.
Coach David (2014). Geraadpleegd op 18 oktober 2014, van: https://itunes.apple.com/app/coach-david
Convenant Gezond Gewicht (2013). Cijfers 2013 TNO Monitor Convenant Gezond Gewicht. Geraadpleegd op 18 juli, van: http://www.convenantgezondgewicht.nl/cijfers/cijfers_2013_tno_monitor_convenant_gezond _gewicht.pdf
De Internet Scorecard - Toffoletto, E., (2011). Verhoog conversie door in te spelen op de linker en rechter hersenhelft. Geraadpleegd op 20 oktober, van:
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
63
www.jungleminds.nl/artikelen/verhoog-conversie-door-in-te-spelen-op-de-linker-en-rechterhersenhelft/
Drs. G. van der Veen. Smakelijk weten. Den Haag/Heerlen, december 2012
Dubbel30 (z.j.). Geraadpleegd op 18 oktober 2014, van: http://www.dubbel30.nl/jeugd/
Eetonderzoek (z.j.). Obesitas bij kinderen. Geraadpleegd op 30 mei 2014, van: http://www.eetonderzoek.nl/themas/obkinderen.htm
Expertise centrum games (2011). Doelgroeponderzoek met kinderen. Geraadpleegd op 30 mei 2014, van: http://www.expertisecentrumgames.nl/app/webroot/userfiles/files/handout_doelgroeponderz oekmetkinderen.pdf
Frankwatching (2011). Verhoog conversie speel in op linker- en rechter hersenhelft. Geraadpleegd op 10 augustus, van: http://www.frankwatching.com/archive/2011/05/03/verhoog-conversie-speel-in-op-linker-enrechter-hersenhelft/
Frankwatching (2013). Gezond leven: in de toekomst nog een vrijwillige keuze? Geraadpleegd op 18 oktober, van: http://www.frankwatching.com/archive/2012/06/28/gezond-leven-in-de-toekomst-nog-eenvrijwillige-keuze/
Frankwatching (2013). Over & About: Geraadpleegd op 4 april, van: http://www.frankwatching.com/over/
Frankwatching (2014). 10 webdesigntrends voor 2014. Geraadpleegd op 22 oktober, van: http://www.frankwatching.com/archive/2013/11/26/10-webdesigntrends-voor-2014/
Fresh (2014). Geraadpleegd op 18 oktober 2014, van: https://itunes.apple.com/app/freshkids-quiz-fruit-vegetables/id680243021?mt=8
Geert-Jan Smits & Joost Steins Bisschop. De Internet Scorecard 2.0. Pearson Education Benelux, 2009.
Gezonde basis (z.j.). Overgewicht bij schoolkinderen in Nederland. Geraadpleegd om 8 september 2014, van: http://www.gezondebasis.nl/images/pdf/Intermediairbrochure.pdf
Gezondheidsraad (2003). Overgewicht en obesitatis. Den Haag: Gezondheidsraad.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
64
GGD (z.j.). Bewegen en buiten spelen. Geraadpleegd op 18 juli, van: http://www.ggdijsselland.nl/GetDocument.ashx?DocumentID=5850&name=Bewegen-enbuiten-spelen
Hogeschool van Amsterdam. (2012). MIC schrijfgids. [Handleiding].
Indira Reynaert, Daphne Dijkerman, Nicoine Fokkema. Basisboek crossmedia concepting. Den Haag: Boom Lemma uitgevers, 2011.
Jaap Seidell, Feiten en fabels over overgewicht. Soest: Prometheus, 2011.
JGZ. (2011). Conceptrichtlijn Overgewicht Jeugdgezondheidszorg: Preventie, signalering, interventie en verwijzing van kinderen van 0-19 jaar. Geraadpleegd op 18 oktober, van: JGZ: www.ncj.nl/downloads/bestand/742/jgz-richtlijn-overgewicht Kids’ Health (2014). Geraadpleegd op 18 oktober 2014, van: http://www.cyh.com/SubDefault.aspx?p=255
Lannoo Campus (z.j.) Kinderen en jongeren actief in wetschappelijk onderzoek. Geraadpleegd op 18 oktober, van: http://www.lannoocampus.nl/kinderen-en-jongerenactief-wetenschappelijk-onderzoek
Lekker pûh (2014). Geraadpleegd op 18 oktober 2014, van: http://lekkerpuh.net/
Liem, E.T. (2010). Development of overweight in adolescence. Genes, growth & mood. Proefschrift. Groningen: Rijksuniversiteit Groningen.
Maasstadziekehuis (z.j.). De Dikke vrienden club. Geraadpleegd op 18 oktober, van: http://www.maasstadziekenhuis.nl/Afdelingen_en_specialismen/Kindergeneeskunde/Meer_i nformatie_over/De_Dikke_Vrienden_Club
Mariet Hermans, Schrijven met effect. Bussum: Uitgeverij Coutinho, 2010.
Marketingportaal.nl (z.j.). AIDA. Geraadpleegd op: 20 april 2014, van: http://www.marketingportaal.nl/pagina/99/aida
Marketinguitgelegd.nl (z.j). Zelf bedenken van reclame uitingen met het AIDA model. Geraadpleegd op 18 juli, van: http://marketinguitgelegd.nl/aida-model-voorbeeld-voor-het-mkb/
Mediagebruik door kinderen en jongeren. (2010). Kennis over jeugd en opvoeding. Geraadpleegd op 18 oktober, van: http://www.nji.nl/eCache/DEF/1/15/594.html
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
65
Mijn Kind Online (2010). Kinderen en internet. Geraadpleegd op 21 oktober, van: http://mijnkindonline.nl/sites/default/files/uploads/MKO_special_9-12_internet_01.pdf
MyBee (z.j.). Beoordelen kinderwebsites. Geraadpleegd op 21 oktober, van: http://www.mybee.nl/over-mybee/criteria-voor-kindersites
MyLife (2014). Geraadpleegd op: 18 oktober 2014, van: http://www.diabetes.org.uk/Guideto-diabetes/Kids/
Nationaal Kompas Volksgezondheid (z.j.) Overgewicht: zijn er verschillen naar etniciteit? Geraadpleegd op 18 juli, van: http://www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/persoonsgebonden/overgewicht/ overgewicht-zijn-er-verschillen-naar-etniciteit/
Nationaal Kompas Volksgezondheid. (2014). Neemt het aantal mensen met overgewicht toe of af? Geraadpleegd op 14 juli, van: http://www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/persoonsgebonden/overgewicht/t rend/
Nederlandse Obesitas Vereniging. (Z.j.). Geraadpleegd op 18 maart, van: http://www.obesitasvereniging.nl/ Nielsen Norman Group (2010). Children’s Websites: Usability Isusues in Designing for Kids. Geraadpleegd op 20 juli 2014, van: http://www.nngroup.com/articles/childrens-websitesusability-issues/
Nu.nl. (2014). Wereldwijd steeds meer overgewicht. Geraadpleegd op 18 juli, van: http://www.nu.nl/gezondheid/3666894/wereldwijd-steeds-meer-overgewicht.html
Onlinepedagoog.nl (2008). Adolescenten, ouders en middelenmisbruik. Geraadpleegd op: 20 april 2014, van: http://www.onlinepedagoog.nl/artikelen/bekijken/5-
Peek & Fothergill (2009). Using focus groups: lessons from studying daycare centers, 9/11, and Hurricane Katrina. Qualitative Research. Geraadpleegd op 26 augustus, van: http://wsnet.colostate.edu/CWIS584/Lori_Peek/Data/Sites/1/1research/publicationpdfs/peek_fothergill2009.pdf pubers---adolescenten-adolescenten--ouders-en-middelenmisbruik.html
Rightmarktonderzoek. (2014). Kwantitatief onderzoek voor- en nadelen. Geraadpleegd op 20 april, van: http://www.rightmarktonderzoek.nl/kwantitatief-onderzoek/voor-en-nadelenkwantitatief-onderzoek
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
66
Schönbeck et al., (2012). Neemt het aantal mensen met overgewicht toe of af? Geraadpleegd op 14 juli, van: http://www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/persoonsgebonden/overgewicht/t rend/
Schrijvers, C.T.M. & Schoemaker, C.G. (2008). Spelen met gezondheid: leefstijl en psychische gezondheid van de Nederlandse jeugd. Bilthoven: RIVM. Geraadpleegd op 3 september, van: http://www.nationaalkompas.nl/preventie/gericht-opdoelgroepen/jeugd/welke-factoren-beinvloeden-de-effectiviteit/
Sociaal en Cultureel Planbureau (2008). Minderheden meer gewicht. Overgewicht bij Turken, Marokkanen, Surinamers en Antillianen en het belang van integratiefactoren. Den Haag: SCP, 2008a.
Spillers, F. (21 januari 2005). How many users should you test with in usability testing? Latest Research). Geraadpleegd op 2 september, van: http://www.demystifyingusability.com/2005/01/latest_research.html
TNO Vijfde Landelijke Groeistudie. Leiden: TNO2010a.
TNO. (2010). Landelijke groeistudie toont toename overgewicht bij kinderen. Geraadpleegd op 14 juli, van: https://www.tno.nl/content.cfm?context=%20thema&content=prop_case&laag1=891&laag2= 902&laag3=69&item_id=1936
Usability. (2014). Wat is usability onderzoek? Geraadpleegd op 18 april, van: http://www.usability.nl/usability-testing/usability-tests/
van der Klauw, M., van Keulen, H., & Verheijden, M. (2011). Monitor Convenant Gezond Gewicht.
van Suchtelen, E. (2012, februari 03). Achter ieder dik kind zit een verhaal. Geraadpleegd op 18 juli, van: http://www.trouw.nl/tr/nl/4556/Onderwijs/article/detail/3155561/2012/02/03/Achter-iederdikkind-zit-een-verhaal.dhtml
Verhoeven, Nel. (2011). Wat is onderzoek? Den Haag: Boom onderwijs, 2010.
Voedingscentrum. (2011). Meer consumenten willen gezonder eten. Geraadpleegd op 18 april, van: http://www.voedingscentrum.nl/nl/nieuws/meer-consumenten-willen-gezondereten.aspx
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
Voedingscentrum. (Z.j). Overgewicht. Geraadpleegd op 15 mei 2014, van: http://www.voedingscentrum.nl/encyclopedie/overgewicht.aspx
67
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
68
13 Bijlagen
13.1 Deelvragen Deelvraag 1: Wat is de Obesitas Vereniging? -
Wat voor soort instelling is de Obesitas Vereniging?
-
Wat doet de Obesitas Vereniging?
-
Op wie richt de Obesitas Vereniging zich?
-
Via welke kanalen geeft de Obesitas Vereniging voorlichting?
Deelvraag 2: Wat zijn de kenmerken van de doelgroep? -
Hoe groot is de doelgroep?
-
Hoe zien de interesses, tijdsbesteding, eetgewoonten, beweeggewoontes, etniciteit, gezinssamenstelling, sociale klasse etc. van de doelgroep eruit?
-
Wat is de achtergrond van kinderen met obesitas? Hebben hun ouders bijvoorbeeld ook obesitas? Hebben de kinderen psychische of fysiologische klachten?
-
Hoe kun je het beste omgaan met kinderen van 7 t/m 12 jaar?
-
Wat is de beste manier om gesprekken te voeren met kinderen van 7 t/m 12 jaar?
-
Hoe kun je het gedrag van kinderen beïnvloeden?
Deelvraag 3: Wat zijn de ontwikkelingen op het gebied van gezond leven? -
Wat zijn de ontwikkelingen/ trends op het gebied van (on)gezonder leven (qua beweging en voeding)?
-
Hoe zorgen deze ontwikkelingen ervoor dat mensen en/of kinderen (on)gezonder gaan leven?
-
Wat zijn de (negatieve) ontwikkelingen op het gebied van gezondheid en beweging?
Deelvraag 4: Wat zijn richtlijnen op het gebied van websitebouw voor informatieve websites? -
Welke theorieën bestaan er met betrekking tot websitebouw?
-
Welke trends zijn er op het gebied van websitebouw?
-
Aan welke criteria moet een website voldoen?
Deelvraag 5: Welke Best practices zijn er? -
Waarover en op welke manier informeren andere Nederlandse informatieve websites, die gericht zijn op kinderen?
-
Welke andere websites richten zich op kinderen met obesitas?
-
Wat kun je van deze websites leren?
-
Welke best practices werken goed?
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
-
Waarom werken deze best practices goed en waar zitten nog verbeterpunten?
-
Welke internationale best practices zijn er die de Obesitas Vereniging kan
69
gebruiken ter inspiratie?
Deelvraag 6: Hoe kun je de doelgroep bereiken en aanspreken? -
Hoe kun je de doelgroep bereiken door middel van een website?
-
Wat spreekt de doelgroep aan op een website?
-
Welke sites gebruikt de doelgroep vaak?
-
Waarom gebruikt de doelgroep deze websites?
-
Hoe moet de website er volgens de doelgroep uitzien?
-
Kleurgebruik
Lettertype
Beeld- en tekstverhouding enzovoort?
Wat moet er volgens de doelgroep allemaal te doen zijn op de website?
Spelletjes
Oefeningen
Quizvragen
Testjes
Informatie die kinderen tussen de 7 en 12 jaar spelenderwijs in zich opnemen
Deelvraag 7: Hoe ziet de mock-up eruit?
Wat is de inhoud van de mock-up?
Wat is de lay-out van de mock-up?
Welke onderwerpen komen aan bod?
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
13.2 Afbeeldingen, tabellen en figuren 13.2.1 Figuren Figuur 1: Percentage kinderen en jongeren (2 tot 21 jaar) met overgewicht en ernstig overgewicht in 1980, 1887 en 2010. (Bron: TNO, 2010)
Figuur 2: Overgewicht naar opleidingsniveau (CBS).
70
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
71
Figuur 3: (Ernstig) overgewicht onder jongeren (2 tot 25 jaar) naar inkomensgroep, 2010/2012) (CBS, 2012).
Figuur 4: Percentage Turkse, Marokkaanse en Nederlandse kinderen en jongeren van 2 tot 21 jaar met overgewicht en ernstig overgewicht (TNO, 2010).
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
Figuur 5: Internetapparatuur in huishoudens (CBS, 2013).
Figuur 6: Aanwezigheid tablet in huishoudens, 2013 (CBS, 2013).
72
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
73
13.2.2 Tabellen Tabel 1: de verschillen en overeenkomsten van hoe kinderen en volwassenen een website gebruiken (Nielsen Norman Group, 2010).
Doel van het websitebezoek
Kinderen
Volwassenen
Entertainment
Iets gedaan krijgen/ Communicatie
Eerste reacties
Snel oordeel vellen (en
Snel oordeel vellen (en
website verlaten als het
website verlaten als het
slecht is)
slecht is)
Wil om te wachten
Willen meteen bevrediging
Beperkt geduld
Exploratief gedrag
Proberen vele opties
Houden vast aan hoofdpad
Meer/ overtollig
Erg verwarrend
Een beetje verwarrend
Kleine kinderen gebruiken
Wordt gebruikt
navigatiesysteem Terug knop
hem niet, oudere kinderen wel Lezen
Jongste kinderen lezen
Scannen
helemaal niet, jonge kinderen onder voorbehoud, oudste kinderen scannen Lettergrootte
Fysieke beperkingen
14 voor jonge kinderen
10 voor volwassenen
12 voor oudere kinderen
14 voor ouderen
Langzaam typen
Geen
Slechte muiscontrole Scrollen
Vermeden door jonge
Sommige
kinderen, sommige oudere kinderen doen het Plaatjes en geluidjes
Wordt gewaardeerd
Meestal niet gewaardeerd
Advertenties en reclame
Kan niet van informatie
Advertenties worden
onderscheiden worden
vermeden
Geven van
Meestal huiverig om
Meestal roekeloos
persoonsgegevens
informatie in te voeren
persoonsgegevens geven
Leeftijd gericht ontwerp
Belangrijk, verschillen
Onbelangrijk voor de
tussen leeftijdsgroepen
meeste sites
Zoeken niet zoveel, meer
Belangrijkste toegangspoort
afhankelijk van bladwijzers
naar en op websites
Zoekopdrachten
(navigatie)
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
13.2.3 Afbeeldingen Afbeelding 1: AIDA model (marketinguitgelegd.nl, z.j.).
Afbeelding 2: Linker- en rechter hersenhelft (Frankwatching, 2011).
Afbeelding 3: Plat (Frankwatching, 2014).
74
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
Afbeelding 4: Bijna plat (Frankwatching, 2014).
Afbeelding 5: Platte plaatjes (Frankwatching, 2014).
Afbeelding 6 : Blokkendoos (Frankwatching, 2014).
Afbeelding 7: Dikke witte lijnen (Frankwatching, 2014).
75
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
Afbeelding 8: Schreefloos en wit (Frankwatching, 2014).
Afbeelding 9: De zeshoek (Frankwatching, 2014).
Afbeelding 10: Monochroom (Frankwatching, 2014).
Afbeelding 11: One-issue-homepage (Frankwatching, 2014).
76
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
Afbeelding 12: Mobiel internet en mobielmenu (Frankwatching, 2014).
Afbeelding 13: Screenshot lekker pûh (Lekker pûh.net, 2014)
Afbeelding 14: Screenshot dubbel30 (Dubbel30.nl, z.j.).
77
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
Afbeelding 15: Screenshot MyLife (My Life, 2014).
Afbeelding 16: Screenshot Kids’ Health (Kids’ Health, 2014).
78
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
Afbeelding 17: Screenshot Fresh (Fresh, z.j.)
Afbeelding 18: Screenshot Coach David (CoachDavid, z.j.)
79
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
80
13.3 Volledige vragenlijsten 13.3.1 Topiclijst interview met de doelgroep Wat
Interview met de doelgroep
Waar
Eindhoven
Wie
Kinderen van 7 t/m 12 jaar met overgewicht of obesitas
Tijdsduur
Topic
30 minuten
Vragen
Inleiding -
Aanleiding
-
Wie ben ik?
-
Planning
-
Waarom zijn jullie hier?
-
Uitvoering
-
Wie zijn jullie?
Gezinssamenstelling
-
Hoe ziet jullie gezin eruit?
Eet- en beweeggewoontes
-
Doen jullie aan sport?
-
Hoe ziet jullie voeding eruit? Wat heb je gister gegeten?
Overgewicht
-
Wat vinden jullie ervan dat je overgewicht hebt?
-
Hoe gaan jullie ermee om?
-
Gezin ook overgewicht?
-
Wat is lastig?
-
Lees je wel eens iets over overgewicht? Waarom wel of niet?
Mediagebruik
-
Zit je vaak op internet? Hoe vaak? Hoe lang?
-
Van welke apparaten maak je gebruik om te internetten? Welk apparaat gebruik je het meest?
Lay-out (vormgeving van de website)
-
Welke kleuren moet een website hebben?
Best practices (vormgeving)
Veel foto’s/ plaatjes?
Lekker pǔh -
Wat vinden jullie mooi/lelijk aan deze best practices?
-
Wat zouden jullie veranderen?
-
Zouden jullie dit concept?
Dubbel30 -
Wat vinden jullie mooi/lelijk aan deze best practices?
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
81
-
Wat zouden jullie veranderen?
-
Zouden jullie dit concept bekijken?
MyLife -
Wat vinden jullie mooi/lelijk aan deze best practices?
-
Wat zouden jullie veranderen?
-
Zouden jullie dit concept bekijken?
Kids’ Health -
Wat vinden jullie mooi/lelijk aan deze best practices?
-
Wat zouden jullie veranderen?
-
Zouden jullie dit concept bekijken?
Fresh -
Wat vinden jullie mooi/lelijk aan deze best practices?
-
Wat zouden jullie veranderen?
-
Zouden jullie dit concept bekijken?
Coach David -
Wat vinden jullie mooi/lelijk aan deze best practices?
-
Wat zouden jullie veranderen?
-
Zouden jullie dit concept bekijken?
-
Zet ze in volgorde van mooist naar minst mooist.
Afsluiten
-
Hebben jullie nog vragen?
-
Anders altijd mailen naar
[email protected]
-
Uitleggen vervolg onderzoek
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
82
13.3.2 Topiclijst panelgesprek met de doelgroep
Wat
Interview met de doelgroep
Waar
Eindhoven
Wie
Kinderen van 7 t/m 12 jaar met overgewicht of obesitas
Tijdsduur
Topic
30 minuten
Vragen
Inleiding -
Aanleiding
-
Wie ben ik?
-
Planning
-
Waarom zijn jullie hier?
-
Uitvoering
-
Wie zijn jullie?
Gezinssamenstelling
-
Hoe ziet jullie gezin eruit?
Eet- en beweeggewoontes
-
Doen jullie aan sport?
-
Lievelingseten?
-
Wat vinden jullie ervan dat je
Overgewicht
overgewicht hebt? -
Gezin ook overgewicht?
-
Hoe gaan jullie ermee om?
-
Wat is lastig?
-
Lees je wel eens iets over overgewicht? Waarom wel of niet?
Mediagebruik
-
Zit je vaak op internet? Hoe vaak? Hoe lang?
-
Van welke apparaten maak je gebruik om te internetten? Welk apparaat het liefst?
Onderwerpen op een website
-
Wat doen jullie op internet?
-
Lezen jullie wel eens een artikel?
-
Praten jullie met leeftijdsgenootjes?
-
Wat moet er allemaal te doen zijn (voorbeelden?)
-
Wat voor onderwerpen moeten aan bod komen?
Best practices inhoudelijk
Filmpjes?
Lekker pǔh -
Wat vinden jullie van de onderwerpen op dit concept?
-
Wat zouden jullie veranderen?
Dubbel30
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
83
-
Wat vinden jullie van de onderwerpen op dit concept?
-
Wat zouden jullie veranderen?
MyLife -
Wat vinden jullie van de onderwerpen op dit concept?
-
Wat zouden jullie veranderen?
Kids’ Health -
Wat vinden jullie van de onderwerpen op dit concept?
-
Wat zouden jullie veranderen?
Fresh -
Wat vinden jullie van de onderwerpen op dit concept?
-
Wat zouden jullie veranderen?
Coach David -
Wat vinden jullie van de onderwerpen op dit concept?
Afsluiten
-
Wat zouden jullie veranderen?
-
Hebben jullie nog vragen?
-
Anders altijd mailen naar
[email protected]
-
Uitleggen vervolg onderzoek
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
84
13.4 Uitwerking interviews & panelgesprekken 13.4.1 Uitgewerkt interview 1 jongens
Locatie van interview
Eindhoven
Datum en tijd
Dinsdag 4 november 16:00
Setting
Vrolijke, kleurrijke woonkamer
Namen
Bas en Diederik
Leeftijden
10 (B) en 11 (D)
Geslacht
Jongens
Woonplaats
Eindhoven
BMI
26,7 (B) en 30,1 (D)
Introductie
Met hoeveel mensen wonen jullie in jouw huis? Ik ben met mijn papa, mijn mama en 2 kleine zusjes (B) Ik ben alleen met papa en mama thuis (D) En gaan jullie wel eens sporten? Soms een beetje voetballen met mijn buurjongetje op straat (B) Ik heb alleen op zwemles gezeten maar ik weet nu nog niet wat ik wil doen (D) Wat is jullie lievelingseten? Frietjes! (B) Ik vind pannenkoeken lekker. En poffertjes! (D) Eet je dat ook vaak? We mogen 1 keer in de week frietjes eten. (B) Wij ook 1 keer in de week frietjes, en pannenkoeken ook 1x zoiets. (D). Wat vinden jullie lekker wat ook gezond is? Soms geeft mama een banaan mee naar school. (B) Bah! Nee ik vind wel wortels lekker. (D) Eet je dat vaak? Denk als ik naar school ga 1 keer per week. (B) Soms van die losse wortels, niet zo vaak. En 1 keer hebben we wortels met avondeten gegeten. (D) Hebben jullie er wel eens last van dat je soms wat dikker bent dan andere kinderen? Ja ik ben altijd snel moe met voetballen. (B) Kinderen kijken me vaak na op straat. (D) En worden jullie bijvoorbeeld ook wel eens gepest? Ik eigenlijk niet zo. (B)
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
Ze roepen wel eens onaardige dingen. Dan word ik verdrietig (D). Zijn jullie papa, mama (en jouw zusjes Bas) ook te dik? Mijn papa en mama zijn geloof ik ook veel dikker dan andere papa’s en mama’s maar mijn kleine zusjes zijn niet dik (B). Mijn mama is denk ik ook veel dikker dan andere mama’s (D). Lezen jullie wel eens informatie over overgewicht of over hoe je dik wordt? Ik heb wel eens op televisie een programma gezien (B). Ik heb wel eens op internet gezocht maar ik begreep er niets van (D). Houden jullie van internetten? Ja!! (B). Ja maar ik mag het niet altijd van mama (D). Zit je dan op de computer, of de laptop, of wat anders? Ik zit bijna altijd gewoon op de computer beneden maar soms ook op de Ipad van papa (B). Ik mag alleen maar op de computer die beneden staat (D). En hoe vaak mogen jullie internetten? Na school en na het eten en in het weekend veel (B). Ik ook als ik uit school kom. Na het eten niet meer (D). En wat doen jullie dan op internet? Gamen! (B). Soms speel ik spelletjes of zoek ik dingen op (D). Wat voor games speel je dan? Of wat zoek je op? Ik speel vooral voetbalspelletjes (B). Ik zoek dingen op voor school of bijvoorbeeld liedjes (D). Welke kleuren zou je het liefst zien op een website? Blauw of groen (B). Mijn lievelingskleur is groen en ik vind oranje ook mooi (D). En wat vind je van plaatjes/ foto’s of video’s op een website? Super leuk juist, want ik lees eigenlijk niet zo graag al die tekstjes (B). Ik kijk het liefst ook filmpjes of plaatjes (D). Ik heb een aantal voorbeelden meegenomen. Je hoeft er alleen op te letten hoe alles eruit ziet. Lekker pǔh -
Wat vinden jullie van de kleuren? Blauw gaaf maar met paars is voor meisjes (B). Ik vind het mooi (D).
-
Wat vinden jullie van het lettertype? Ik kan het niet zo goed lezen behalve dat paarse (B). Het mag wel wat groter (D).
-
En van de plaatjes? Ik vind het leuk als er nog meer plaatjes zijn (B).
85
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
De plaatjes zijn niet zo duidelijk (D). -
Wat vind je er mooi of juist lelijk aan? Ik vind het blauwe mooi. (B) Ik ook (D).
-
Wat zou je veranderen? De paarse letters in groen (B). Ik zou meer plaatjes erop zetten (D).
-
Zouden jullie naar deze website toe gaan? Als er leuke spelletjes te spelen zijn wel (B). Ik ook (D).
Dubbel30 -
Wat vinden jullie van de kleuren? Wel gaaf bij elkaar! (B). Ja oranje vind ik mooi! (D)
-
Wat vinden jullie van het lettertype? Je kunt het goed lezen. (B). Fijn lettertype (D).
-
En van de plaatjes? Leuk poppetje! Ben benieuwd want er staan veel voetballen (B). Leuk! (D).
-
Wat vind je er mooi of juist lelijk aan? De kleuren en de voetballen vind ik leuk (B). Ik ook! (D).
-
Wat zou je veranderen? Weet ik niet (B). Misschien nog een foto erop (D).
-
Zouden jullie naar deze website toe gaan? In koor: Ja!
My Life -
Wat vinden jullie van de kleuren? Echt leuk met allemaal verschillende kleuren (B). Ja echt vrolijk (D).
-
Wat vinden jullie van het lettertype? Makkelijk en fijn te lezen, ook al kan ik niet zo goed Engels (B). Ja goed lettertype, ook groot genoeg (D).
-
En van de plaatjes? Wel leuk met al die poppetjes! (B) Ik zou alleen ook foto’s willen en niet alleen tekeningen (D).
-
Wat vind je er mooi of juist lelijk aan? De kleuren vind ik mooi en de letters ook (B). Ik ook (D).
86
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
-
Wat zou je veranderen? Meer foto’s alleen (D).
-
Zouden jullie naar deze website toe gaan? Denk het wel (B). Ik ook (D).
Kids’ Health -
Wat vinden jullie van de kleuren? Leuke kleuren! (B) Groen en oranje! Yes! (D)
-
Wat vinden jullie van het lettertype? Beetje klein, kan het niet goed lezen (B). Ik kan het ook niet zo goed lezen (D).
-
En van de plaatjes? Eigenlijk een beetje kinderachtig (B). Ik vind het ook niet zo stoer (D).
-
Wat vind je er mooi of juist lelijk aan? De kleuren mooi, en de plaatjes en letters lelijk (B). Ik vind de kleuren het mooiste (D).
-
Wat zou je veranderen? De plaatjes weg (B). De letters groten (D).
-
Zouden jullie naar deze website toe gaan? Denk het niet (B). Als de letters groter zijn (D).
Fresh -
Wat vinden jullie van de kleuren? Weer mooie kleuren (B). Ja vrolijke kleuren bij elkaar (D).
-
Wat vinden jullie ervan dat er alleen plaatjes zijn? Wel fijn maar ook kinderachtig (B). Ja het lijkt me echt kinderachtig (D).
-
En van de plaatjes? Ook te baby-achtig (B). Ja ik vind het ook voor kleine kinderen (D).
-
Wat vind je er mooi of juist lelijk aan? Ik vind de plaatjes stom (B). Ik ook (D).
-
Wat zou je veranderen? Voor oudere kinderen maken (B). Iets meer tekst en minder kinderachtig (D).
-
Zouden jullie naar deze website toe gaan?
87
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
88
Nee (B). Ik ook niet (D). Coach David -
Wat vinden jullie van de kleuren? Best wel stoer (B). Mooie kleuren, niet te kinderachtig (D).
-
Wat vinden jullie van het lettertype? Goed te lezen (B). Ja goed te lezen (D).
-
En van de plaatjes? Wel grappig (B). Ja maar weer geen foto’s (D).
-
Wat vind je er mooi of juist lelijk aan? De kleuren mooi (B & D).
-
Wat zou je veranderen? Foto’s (D).
-
Zouden jullie naar deze website toe gaan? Als de spellen gaaf zijn (B). Ja als er iets leuks te doen is wel (D).
Als er een website komt met leuke spelletjes, informatie, foto’s en plaatjes om meer te leren over gezond leven, zouden jullie daar dan heen gaan? Mij lijkt dat wel leuk (B). Ik zou daar zeker naar toe gaan (D). En zijn er dan nog andere dingen die je op de website zou willen zien of doen? Video’s lijkt me ook leuk om te kijken (B). En misschien hoe je gezond kunt eten (D). Afsluiten
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
89
13.4.2 Uitgewerkt interview 2 jongens
Locatie van interview
Eindhoven
Datum en tijd
Woensdag 5 november 13:30
Setting
Vrolijke, kleurrijke woonkamer
Namen
Mats en Kevin
Leeftijden
7 (M) en K (8)
Geslacht
Jongens
Woonplaats
Eindhoven
BMI
27,5 (M) en 29,6 (K)
Introductie Met wie wonen jullie in jouw huis? Ik heb 2 broertjes, 1 zus en papa en mama (M). Ik heb 1 broer en papa en mama (K). En hebben jullie ook huisdieren? Wij hebben wel vissen! (K) We krijgen binnenkort een konijn! (M) Doen jullie aan sport? Ik niet (K). Ik ook niet (M). En gaan jullie dan wel eens buiten spelen? Eigenlijk nooit (K). Ik ga wel soms in de speeltuin klimmen met mijn broertjes (M). Wat is jullie lievelingseten? Pizza van papa (M). Hamburger (K). Wat eet je vaak? Ik denk op zondag (M). Best wel vaak, 2 x per week (K). Hebben jullie er wel eens last van dat je soms wat dikker bent dan andere kinderen? Ja vooral omdat mijn broer normaal is (K). Als ik met mijn broertjes speel ben ik vaak als eerste moe (M). Is de rest van jullie familie ook wat dikker? Mijn broer niet en papa en mama een beetje dik (K). Allemaal wel een beetje dik (M). Lezen jullie wel eens informatie over overgewicht of over hoe je dik wordt? Nee nog nooit gedaan (M). Ik weet niet waar ik dat kan lezen (K).
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
Houden jullie van internetten? Ja ik speel spelletjes met mijn broertjes (M). Ik ook met mijn broer maar ook vaak alleen (K). Zit je dan op de computer, of de laptop, of wat anders? Ik mag vaak op papa’s laptop spelen en soms op de mobiel van mij broer (K). Wij hebben ook een Ipad thuis, daar kun je leuke spellen op spelen (M). En hoe vaak mogen jullie internetten? Best wel veel (M). 2 uur per dag (M). Wel pas na het eten (K). En wat doen jullie dan op internet? Spelletjes, ook wel eens een quiz met Mats (K). Ja we spelen wel eens samen een quiz en ik doe ook veel spelletjes met mijn broertjes (M). Als je een website bezoekt, hoe moet het er dan uitzien? Welke kleuren? Veel verschillende kleuren (K). Maar blauw is wel mijn lievelingskleur (M). Zijn er andere dingen waar je meteen op let? Veel plaatjes of video’s? Video’s zijn leuk om te kijken, of spelletjes die leuk zijn om te spelen (K). Foto’s of plaatjes ja! (M) Zou je ook met andere kinderen willen chatten op een website? Mij lijkt dat wel leuk, kan ik dan bijvoorbeeld ook met Mats chatten?(K). Ja dat lijkt me wel gezellig (M). Ik heb een aantal voorbeelden meegenomen. Je hoeft er alleen op te letten hoe alles eruit ziet. Lekker pǔh -
Wat vinden jullie van de kleuren? Blauw leuk! (M). Ja Blauw en wit mooi (K).
-
Wat vinden jullie van het lettertype? Kan het niet zo goed lezen behalve dat paarse (M). Wit is wel onduidelijk te lezen op dat blauwe (K).
-
En van de plaatjes? Saai, mag wel wat meer en leuker (M). Niet echt leuk voor kinderen (K).
-
Wat vind je er mooi/leuk of juist lelijk/stom aan? Ik vind het niet zo leuk voor kinderen (K). Ik ook niet (M).
-
Wat zou je veranderen? Meer plaatjes, meer foto’s of leuke dingen (K). Hetzelfde (M).
-
Zouden jullie naar deze website toe gaan?
90
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
Nee (M & K). Dubbel30 -
Wat vinden jullie van de kleuren? Cool! (K) Ja ik vind het ook vet (M).
-
Wat vinden jullie van het lettertype? Goed te lezen! (M) Ja goed! (K)
-
En van de plaatjes? Leuk! Met die voetballen en dat poppetje (M). Ja leuk, maar mag nog wel meer plaatjes (K).
-
Wat vind je er mooi of juist lelijk aan? Kleuren mooi! (K) Ja en die vakjes ook handig (M).
-
Wat zou je veranderen? Wat meer plaatjes (M & K).
-
Zouden jullie naar deze website toe gaan? Ja (M & K)
My Life -
Wat vinden jullie van de kleuren? Leuk! (M) Ja vrolijk! (K)
-
Wat vinden jullie van het lettertype? Goed te lezen (K). Leuk in verschillende kleuren (M).
-
En van de plaatjes? Wel vrolijk (K). Maar wel een beetje kinderlijk (M).
-
Wat vind je er mooi of juist lelijk aan? De kleuren zijn mooi (M). Ja! (K).
-
Wat zou je veranderen? Minder kinderachtige plaatjes (M). Ja misschien wat stoerdere plaatjes (K).
-
Zouden jullie naar deze website toe gaan? Als er wat leuks te doen is wel (M) Ja dan wel (K).
91
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
Kids’ Health -
Wat vinden jullie van de kleuren? Leuke kleuren (M). Ja mooie kleuren (K).
-
Wat vinden jullie van het lettertype? Wel wat klein (K). Ja niet zo goed leesbaar (M).
-
En van de plaatjes? Beetje kinderachtig (M). Ja niet zo’n leuke plaatjes (K).
-
Wat vind je er mooi of juist lelijk aan? Ik vind de plaatjes eigenlijk lelijk (K). Ja ik ook maar de kleuren wel mooi (M).
-
Wat zou je veranderen? De plaatjes! (M & K).
-
Zouden jullie naar deze website toe gaan? Nee (M & K).
Fresh -
Wat vinden jullie van de kleuren? Weer leuke kleuren! (K). Ja past mooi samen (M).
-
En van de plaatjes? Wel een beetje kinderachtig (K). Ja alleen maar tekeningen (M).
-
Wat vind je er mooi of juist lelijk aan? Mag wel wat tekst (M). Ja en minder kinderachtig door foto’s ofzo (K).
-
Wat zou je veranderen? Meer tekst (M). Foto’s of video’s van iets echts (K).
-
Zouden jullie naar deze website toe gaan? Nee (M & K).
Coach David -
Wat vinden jullie van de kleuren? Groen en blauw vind ik mooi (K). Wel beetje saaie, donkere kleuren (M).
-
En van de plaatjes? Niet veel leuke plaatjes (M). Nee alleen maar getekend fruit (K).
-
Wat vind je er mooi of juist lelijk aan? Ik vind het niet zo leuk eruit zien omdat het saai is (M).
92
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
93
Ja ik vind de plaatjes ook niet zo leuk (K). -
Wat zou je veranderen? Meer plaatjes (K). Vrolijkere kleuren (M).
-
Zouden jullie naar deze website toe gaan? Nee (M & K).
Als er een website komt met leuke spelletjes, informatie, foto’s en plaatjes om meer te leren over gezond leven, zouden jullie daar dan heen gaan? Ja! (K) Ja ik ook (M). En zijn er nog andere dingen die je op de website zou willen zien? Ja en chatten dan ook? (K) Ja en misschien ook een quiz! (M). Afsluiten
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
94
13.4.3 Uitgewerkt interview 3 meisjes
Locatie van interview
Eindhoven
Datum en tijd
Woensdag 5 november 14:30
Setting
Vrolijke, kleurrijke woonkamer
Namen
Anne en Josephine
Leeftijden
11 (A) en 12 (J)
Geslacht
Meisjes
Woonplaats
Eindhoven
BMI
30,7 (A) en 27,1 (J)
Introductie
Met hoeveel mensen wonen jullie in jouw huis? En wie zijn dat? Met mijn broertje, mijn zus en papa en mama (A). Met mijn zusje, mijn broer en papa en mama (J). Hebben jullie ook huisdieren? Ja Josephine en ik hebben allebei een hond (A). Ja ik heb een labrador en Anne ook (J). Doen jullie aan sport? We hebben wel allebei op hockey gezeten maar dat ging niet zo goed (J). Ja ik ging er meteen af en Josephine daarna ook (A). Waarom ging dat niet goed? We waren niet zo snel en zo goed als de andere kinderen (A). Ja en ik werd soms ook gepest (J). Waarom werd je dan gepest? Ik denk omdat ik anders was dan de andere meiden (J). Is de rest van jullie familie ook wat dikker? Ja eigenlijk allemaal wel, maar mijn zus en broertje niet zo erg (A). Ja mijn zusje en moeder erg maar papa en mijn broer niet (J). Wat is jullie lievelingseten? Kippenpootjes met vel (A). Chocolade (J). Eet je dat vaak? 1 keer per week (A). Eigenlijk denk ik elke dag (J). Hebben jullie er wel eens last van dat je soms wat dikker bent dan andere kinderen? Ja toen we op hockey zaten wel en nu met gymles nog (A). Ja ik ook wel met hockey (J).
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
Lezen jullie wel eens informatie over overgewicht of over hoe je dik wordt? Ja, vaak zoek ik op internet informatie op (J). Ik lees wel eens een tijdschrift van mijn moeder (A). Houden jullie van internetten? Ja ik zoek dingen op en klets met mijn vriendinnen (J). Ja ik speel ook wel eens spelletjes (A). Zit je dan op de computer, of de laptop, of wat anders? Ik op de laptop het meeste (J). Ik meer op de computer die beneden staat (A). En hoe vaak mogen jullie internetten? In het weekend veel maar als ik naar school moet alleen 1 uurtje (J). Ik mag de hele dag maar ik doe meestal maar 1 uurtje (A). En wat doen jullie dan op internet? Chatten, spelletjes spelen, dingen opzoeken, filmpjes kijken op youtube (J). Ik hetzelfde en ook muziek luisteren. (A). Als je een website bezoekt, hoe moet het er dan uitzien? Welke kleuren? Niet te kinderachtig, groen, oranje, paars of blauw (J). Paars en blauw (A). Zijn er andere dingen waar je meteen op let? Veel plaatjes of video’s? Of er leuke plaatjes staan en er iets leuks te doen is (J). Ja ik kijk altijd als eerste de video’s als die er zijn (A). Ik heb een aantal voorbeelden meegenomen. Je hoeft er alleen op te letten hoe alles eruit ziet. Lekker pǔh -
Wat vinden jullie van de kleuren? Wel mooi dat paars met blauw (A). Ik vind het ook mooi bij elkaar (J).
-
Wat vinden jullie van het lettertype? Dat paarse is wel goed te lezen maar de rest wat lastig (A). Ja ik vind dat paarse het duidelijkst (J).
-
En van de plaatjes? Beetje saai (A). Ja mag wel wat leuker (J).
-
Wat vind je er mooi of juist lelijk aan? De kleuren mooi (A). Wat meer foto’s zou mooier zijn (J).
-
Wat zou je veranderen? Meer foto’s (A). De tekst wat duidelijker te lezen (J).
-
Zouden jullie naar deze website toe gaan? Als er wat leuks te lezen of te doen is wel (A).
95
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
Ja ik dan ook wel (J). Dubbel30 -
Wat vinden jullie van de kleuren? De kleuren vind ik mooi bij elkaar passen (A). Ja alleen van mij hadden er nog wel meer kleuren gemogen (J).
-
Wat vinden jullie van het lettertype? Goed te lezen (J & A).
-
En van de plaatjes? Wel een beetje voor jongens met die voetbal (A). Ja dat wel (J).
-
Wat vind je er mooi of juist lelijk aan? Beetje saai eruit zien (J) Het is wel meer voor jongens dat vin ik niet zo leuk (A)
-
Wat zou je veranderen? Een deel voor de jongens en een deel voor de meisjes (A) Ja dat is leuk! Helft voor de jongens en andere kant voor de meisjes (J)
-
Zouden jullie naar deze website toe gaan? Dan wel! Als er ook wat voor de meisjes is (A). Ja! (J).
My Life -
Wat vinden jullie van de kleuren? Vrolijk (J). Ja leuke kleuren (A).
-
Wat vinden jullie van het lettertype? Goed te lezen (A). Ja duidelijk (J).
-
En van de plaatjes? Veel te kinderachtig (A). Ja echt voor kleine kinderen (J).
-
Wat vind je er mooi of juist lelijk aan? De kleuren mooi maar de plaatjes kinderachtig (A). Ja (J).
-
Wat zou je veranderen? Meer plaatjes of foto’s voor oudere kinderen (A). Ja vooral die tekeningen zijn voor kleintjes (J).
-
Zouden jullie naar deze website toe gaan? Nee (A). Ja misschien om met mijn zusje te spelen (J).
96
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
Kids’ Health -
Wat vinden jullie van de kleuren? Leuke kleuren (J). Ja past goed bij elkaar (A).
-
Wat vinden jullie van het lettertype? Te klein! (A). Ja ik kan het niet zo goed lezen (J).
-
En van de plaatjes? Kinderachtig (A). Ja wel meer voor kleine kinderen (J).
-
Wat vind je er mooi of juist lelijk aan? De kleuren mooi maar de plaatjes niet leuk (J). Ja (A).
-
Wat zou je veranderen? Plaatjes voor oudere kinderen (A). En het lettertype groter (J).
-
Zouden jullie naar deze website toe gaan? Nee (J & A).
Fresh -
Wat vinden jullie van de kleuren?’ Leuke kleuren (J). Ja veel mooie kleuren (A).
-
En van de plaatjes? Meer voor kleine kinderen (J & A).
-
Wat vind je er mooi of juist lelijk aan? Ik vind het wel mooi getekend (A). Ja dat wel (J).
-
Wat zou je veranderen? Niet zo kinderachtig maken (J). Ja en ook iets van tekst (A).
-
Zouden jullie naar deze website toe gaan? Nee (J). Nee ik ook niet (A).
Coach David -
Wat vinden jullie van de kleuren? Niet zo vrolijk (A). Ja iets te donker (J).
-
En van de plaatjes? Kinderlijk (A). Ja niet echt voor onze leeftijd (J).
-
Wat vind je er mooi of juist lelijk aan?
97
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
98
Ik vind de kleuren niet zo vrolijk (J). Nee ik ook niet en de plaatjes stom (A). -
Wat zou je veranderen? De plaatjes en de kleuren (A). En meer tekst en bijvoorbeeld video’s erop (J).
-
Zouden jullie naar deze website toe gaan? Nee (J & A)
Als er een website komt met leuke spelletjes, informatie, foto’s en plaatjes om meer te leren over gezond leven, zouden jullie daar dan heen gaan? Ja ik zou daar zeker naar toe gaan (J). Ik zou daar ook wel eens heen willen gaan om te kijken of dat leuk is (A). En wat zouden jullie nog meer op de website willen doen? Sowieso video’s bekijken en chatten met andere vriendinnen (J) Ja video’s! En misschien tips van anderen. Afsluiten
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
99
13.5 Uitwerking panelgesprekken 13.5.1 Uitgewerkt panelgesprek 1 jongens
Wat
Panelgesprek met de doelgroep
Locatie van interview
Eindhoven
Datum en tijd
Woensdag 3 november 16:00
Setting
Vrolijke, kleurrijke woonkamer
Tijdsduur
30 minuten
Wie
5 jongens met overgewicht of obesitas
Namen
Jorg, Roy, Paul, Niels, Willem
Leeftijden
8 (J), 9 (R), 9 (P), 8 (N), 9 (W)
Geslacht
Jongens
Woonplaats
Eindhoven
BMI
28,6 (J), 31,2 (R), 32,9 (P), 27,8 (N), 29,9 (W)
Introductie
Met hoeveel zijn jullie thuis? Wie zijn dat? -
Met vijf, papa mama en mijn 2 zusjes (J)
-
Met vier, papa mama en mijn zusje (R)
-
Met vijf, mijn moeder, 2 zusjes en 1 broer (P)
-
Met mijn vader (N)
-
Met papa en mama (W)
Wat is jullie lievelingseten? -
Spagetti met rode saus (J)
-
Frietjes met kroket (R)
-
Friet met appelmoes(P)
-
Pannenkoeken (N)
-
Pizza (W)
Eten jullie dat vaak? -
1 keer per week (J)
-
1 of 2 keer per week (R)
-
1 keer per week (P)
-
2 keer per week (N)
-
2 of 3 keer per week (W)
Doen jullie aan sport? Spelen jullie wel eens buiten? -
Ik speel wel eens buiten met mijn zusjes (J)
-
Ik speel ook wel buiten met mijn zusje soms (R)
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
-
Ik zit op tennis, 1 keer in de week (P)
-
Ik eigenlijk niet (N)
-
Ik zit op voetbal, 1 keer in de week (W)
100
Heb je last van het dik zijn? -
Ja met spelen en gymles (J)
-
Soms (R)
-
Met tennis ben ik al snel moe (P)
-
Ik ben moe met de gym op school (N)
-
Ik ben met voetbal wel altijd de laatste (W)
Is de rest van jullie gezin ook dik? -
Allemaal wel maar mijn zusjes wel minder zusjes (J)
-
Papa en mama wel (R)
-
Zusjes en mama wel maar broer niet (P)
-
Papa ook (N)
-
Papa wel maar mama niet (W)
Lezen jullie wel eens iets over overgewicht? -
Soms wel eens op internet (J)
-
Nee (R)
-
Nee (P)
-
Heel soms op de laptop (N)
-
Soms (W)
Zitten jullie vaak op internet? Hoe vaak? -
Ja iedere dag wel (J)
-
Alleen in het weekend niet (R)
-
Alleen na school eventjes (P)
-
Elke dag (N)
-
Bijna elke dag (W)
Van welke apparaten maak je gebruik om te internetten? Welk apparaat het liefst? -
Computer, mobieltje en Ipad (J)
-
Ipad, mobieltje en laptop (R)
-
Computer (P)
-
Laptop het meest en mobieltje (N)
-
Computer en soms laptop (W)
Wat doen jullie vooral op internet (voorbeelden)? -
Spelletjes, dingetjes zoeken (J)
-
Video’s kijken, youtube (R)
-
Spelletjes, dingen opzoeken (P)
-
Spelletjes, video’s kijken, muziek luisteren, quizvragen (N)
-
Chatten met vrienden, youtube (W)
Wil je met leeftijdsgenoten praten op een website over overgewicht? -
Ja lijkt me wel fijn (J)
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
-
Weet ik niet (R)
-
Denk het wel (P)
-
Ik zou dat wel goed vinden (N)
-
Ja (W)
101
Lezen jullie graag op een website? -
Liever ook plaatjes of filmpjes (J)
-
Beetje lezen maar niet zoveel (R)
-
Liever niet te veel lezen (P)
-
Plaatjes liever (N)
-
Ik lees wel maar kijk ook graag filmpje of plaatje (W)
Wat moet er te doen zijn op een website? Welke onderwerpen? -
Spelletjes, sport, over beroemde mensen, foto’s & video’s, recepten, verhaaltjes van anderen, chatten met anderen(J)
-
Chatten, verhalen van anderen, foto’s & video’s (R)
-
Recepten, iets over buitenspelen, tips (P)
-
Quizjes, spelletjes, iets over eten (N)
-
Tips, spelletjes, video’s (W)
Best practices Lekker pǔh Wat vinden jullie van de onderwerpen? (ervaringen, begeleiding, blogs, recepten, tips en weetjes) -
Wel jammer dat er geen spelletjes te doen zijn (J)
-
Wel leuk om verhalen van andere te lezen (R)
-
Ja die verhalen vind ik leuk (P)
-
Wel jammer dat er geen spelletjes of quizvragen zijn (N)
-
En ook geen filmpjes (W)
Wat zouden jullie veranderen of toevoegen/ wat missen jullie? -
Spelletjes, quizvragen, iets met sport (J)
-
Spelletjes, filmpjes (R)
-
Filmpjes (P)
-
Spelletjes (N)
-
Een quiz (W)
Dubbel30 Wat vinden jullie van de onderwerpen? (Games, beweegspel, tips, fitquiz, personalitytest, beweegtest, filmpje) -
Veel te doen, leuk! (J)
-
Ja veel spellen! (R)
-
Ja je kan veel doen! (P)
-
Leuke games! (N)
-
Ja de games zijn cool! (W)
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
Wat zouden jullie veranderen of toevoegen/ wat missen jullie? -
Misschien iets van een bekende sporter (J)
-
Dat je de ook tegen elkaar kan spelen (R)
-
Ook iets meer informatie (P)
-
Weet ik niet (N)
-
Ik ook niet (W)
MyLife Wat vinden jullie van de onderwerpen? (informatie, tips voor eten en bewegen, andere kinderen vertellen, spelletjes, foto’s kun je plaatsen) -
Wel leuk (J)
-
Ja wel weinig te doen (R)
-
Ja niet zoveel te doen (P)
-
Wel beetje saai (N)
-
Ja saai (W)
Wat zouden jullie veranderen of toevoegen/ wat missen jullie? -
Coolere games (J)
-
En video’s (R)
-
Quizvragen (P)
-
Video’s (N)
-
Meer spellen (W)
Kids’ Health Wat vinden jullie van de onderwerpen? (games, commentaar andere kinderen en expert, gezonde gerechten, informatie over ongezond eten) -
Alleen de games leuk (J)
-
Ja de games zijn leuk (R)
-
De rest zou ik niet lezen (P)
-
Ja de games zijn altijd leuk (N)
-
Games (W)
Wat zouden jullie veranderen of toevoegen/ wat missen jullie? -
Video’s of iets met sport (J)
-
Sport (R)
-
Quizvragen en spellen (P)
-
Video’s (N)
-
Ja video’s (W)
Fresh (allerlei soorten fruit, meerkeuze en open vragen, quiz alleen spelen maar ook met of tegen vriendje, quiz ook met ouders spelen) Wat vinden jullie van de onderwerpen? -
Wel leuk dat je het met je vriend kan spelen (J)
-
Ja of tegen elkaar! (R)
-
Ja dan ga ik tegen jullie spelen (P)
-
Ja dat lijkt me wel leuk (N)
102
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
-
103
Ja of tegen je vader (W)
Wat zouden jullie veranderen of toevoegen/ wat missen jullie? -
Je kunt maar 1 ding doen (J)
-
Ja meer toevoegen (R)
-
Ja het is alleen 1 spelletje (P)
-
Maar je leert wel wat van fruit enzo (N)
-
Ja misschien meer verschillende dingen (W)
Coach David (spel met quizvragen) Wat vinden jullie van de onderwerpen? -
Wel leuk met een quiz maar beetje saai (J)
-
Ja niet zo leuk (R)
-
Niet leuk (P)
-
Saai (N)
-
Er is niet veel te doen (W)
Wat zouden jullie veranderen of toevoegen/ wat missen jullie? -
Meer verschillende dingen toevoegen (J)
-
Ja meer toevoegen dan alleen een spel met vragen (R)
-
Ja meer verschillende dingen (P)
-
Meer verschillende dingen (N)
-
Ook sport of video’s (W)
Als er een website komt met leuke spelletjes, informatie, quizvragen, video’s, foto’s en plaatjes etc. om meer te leren over gezond leven, zouden jullie daar dan heen gaan? -
Denk het wel! (J)
-
Ja (R)
-
Ja (P)
-
Misschien (N)
-
Ja (W)
Afsluiting
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
104
13.5.2 Uitgewerkt panelgesprek 2 meisjes
Wat
Panelgesprek met de doelgroep
Locatie van interview
Eindhoven
Datum en tijd
Donderdag 6 november 16:00
Setting
Vrolijke, kleurrijke woonkamer
Tijdsduur
30 minuten
Wie
3 meisjes met overgewicht of obesitas
Namen
Barbara, Claire, Marleen
Leeftijden
10 (B), 10 (C), 11 (M)
Geslacht
Meisjes
Woonplaats
Eindhoven
BMI
26 (B), 27,3 (C), 31 (M)
Introductie
Met hoeveel zijn jullie thuis? -
Mijn ouders en 1 broer en 1 broertje (B)
-
Mijn ouders mijn zus en broer (C)
-
Mijn ouders mijn broer en zusje (M)
Wat is jullie lievelingseten? -
Kip uit de oven (B)
-
Chocolade (C)
-
Pasta pesto met kaas (M)
Eten jullie dat vaak? -
2 keer per week (B)
-
Elke dag (C)
-
2 keer per week (M)
Doen jullie aan sport? Of spelen jullie buiten? -
Nee ik heb vroeg wel op hockey gezeten (B)
-
Nee ik speel alleen soms met mijn zus (C)
-
Nee (M)
Heb je last van het dik zijn? -
Ja vooral met bewegen (B)
-
Ja ik word ook veel gepest (C)
-
Ja ik word ook vaak nagekeken (M)
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
105
Is de rest van jullie gezin ook dik? -
Ja mijn broer en vader ook (B)
-
Mijn zus en papa en mama ook(C)
-
Mijn vader wel (M)
Lezen jullie wel eens iets over overgewicht? -
Ja (B)
-
Soms (C)
-
Nee (M)
Zitten jullie vaak op internet? Hoe vaak? -
Ja, 2 keer per dag (B)
-
Ja, iedere dag (C)
-
Om de dag (M)
Van welke apparaten maak je gebruik om te internetten? Welk apparaat het liefst? -
Computer het meeste maar ook mobieltje en tablet (B)
-
Mobieltje en laptop (C)
-
Computer beneden en mobieltje (M)
Wat doen jullie vooral op internet (voorbeelden)? -
Spelletjes, dingen opzoeken, filmpjes kijken via youtube, met andere meiden kletsen(B)
-
Muziek luisteren, dingen opzoeken, filmpjes kijken (C)
-
Spelletjes (M)
Wil je met leeftijdsgenoten praten op een website? -
Ja lijkt me fijn (B)
-
Ja (C)
-
Dat weet ik nog niet (M)
Lezen jullie graag op een website? -
Ja (B)
-
Ja (C)
-
Soms (M)
Wat moet er te doen zijn op een website voor kinderen met overgewicht? Welke onderwerpen? -
Iets over bewegen, tips van anderen, filmpjes (B)
-
Recepten, spelletjes (C)
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
-
106
Quizvragen (M)
Best practices Lekker pǔh Wat vinden jullie van de onderwerpen op dit concept? (ervaringen, begeleiding, blogs, recepten, tips en weetjes) -
Wel leuk die ervaringen! (B)
-
Ja de ervaringen zijn leuk en blogs ook(C)
-
De recepten vind ik ook leuk (M)
Wat zouden jullie veranderen of toevoegen/ wat missen jullie? -
Spelletjes en video’s (B)
-
Ja filmpjes en plaatjes (C)
-
Filmpjes (M)
Dubbel30 Wat vinden jullie van de onderwerpen op dit concept? (Games, beweegspel, tips, fitquiz, personalitytest, beweegtest, filmpje) -
Wel leuk maar wel echt voor jongens (B)
-
Ja het is niet echt leuk voor meisjes (C)
-
Nee (M)
Wat zouden jullie veranderen of toevoegen/ wat missen jullie? -
Dat het ook leuk is voor meisjes(B)
-
Iets van filmpjes over recepten maken (C)
-
Ja iets leuks voor meisjes, recepten en tips (M)
MyLife (informatie, tips voor eten en bewegen, andere kinderen vertellen, spelletjes, foto’s kun je plaatsen) Wat vinden jullie van de onderwerpen op dit concept? -
Leuk! (B)
-
Ja veel te doen! (C)
-
Ja. (M)
Wat zouden jullie veranderen of toevoegen/ wat missen jullie? -
Ik zie geen video’s (B)
-
Ik ook niet (C)
-
En leuke receptjes (M)
Kids’ Health Wat vinden jullie van de onderwerpen op dit concept? (games, commentaar andere kinderen en expert, gezonde gerechten, informatie over ongezond eten) -
Leuk! (B)
-
Je hebt van alles (C)
-
Ja leuk! (M)
Wat zouden jullie veranderen of toevoegen/ wat missen jullie? -
Nog tips van andere kinderen (B)
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
-
Ja wat leukere spellen (C)
-
En filmpjes (M)
107
Fresh Wat vinden jullie van de onderwerpen op dit concept? (allerlei soorten fruit, meerkeuze en open vragen, quiz alleen spelen maar ook met of tegen vriendje, quiz ook met ouders spelen) -
Leuk! (B)
-
Ja leuk om samen te spelen! (C)
-
Ja! (M)
Wat zouden jullie veranderen of toevoegen/ wat missen jullie? -
Meer verschillende dingen doen en verschillende onderwerpen (B)
-
Ja meer te doen (C)
-
Ja meer als een echte website (M)
Coach David (Spel, quizvragen) Wat vinden jullie van de onderwerpen op dit concept? -
Saai (B)
-
Saai C)
-
Saai (M)
Wat zouden jullie veranderen of toevoegen/ wat missen jullie? -
Meer verschillende dingen en vragen (B)
-
Meer te doen (C)
-
Meer maken als een website (M)
Als er een website komt met leuke spelletjes, informatie, quizvragen, video’s, foto’s en plaatjes etc. om meer te leren over gezond leven, zouden jullie daar dan heen gaan? -
Ja! (B)
-
Ja graag (C)
-
Ja leuk! (M)
Afsluiting
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
108
13.5.3 Uitgewerkt panelgesprek 3 meisjes
Wat
Panelgesprek met de doelgroep
Locatie van interview
Eindhoven
Datum en tijd
Vrijdag 7 november 16:00
Setting
Vrolijke, kleurrijke woonkamer
Tijdsduur
30 minuten
Wie
4 meisjes met overgewicht of obesitas
Namen
Maartje, Roza, Jennifer, Wendy
Leeftijden
8 (M), 9 (R), 9 (J), 8 (W)
Geslacht
Meisjes
Woonplaats
Eindhoven
BMI
28,6 (M), 30 (R), 32,1 (J), 33,6 (W)
Introductie
Met hoeveel zijn jullie thuis? -
Ouders, broer en zusje (M)
-
Papa en broer (R)
-
Ouders broer en zus (J)
-
Ouders broer en zus(W)
Wat is jullie lievelingseten? -
Noedels (M)
-
Kaas (R)
-
Friet (J)
-
Chips (W)
Eten jullie dat vaak? -
2 keer per week (M)
-
Elke dag op brood (R)
-
Paar keer per week (J)
-
Elke avond (W)
Doen jullie aan sport? -
Nee (M)
-
Nee (R)
-
Nee (J)
-
Nee (W)
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
109
Heb je last van het dik zijn? -
Ja met gym (M)
-
Nee (R)
-
Niet echt (J)
-
Ja met nastaren (W)
Is de rest van jullie gezin ook dik? -
Broer, zusje en papa wel (M)
-
Nee (R)
-
Zus en mama wel (J)
-
Ja (W)
Lezen jullie wel eens iets over overgewicht? -
Nee (M)
-
Soms (R)
-
Ja (J)
-
Nee (W)
Zitten jullie vaak op internet? Hoe vaak? -
Elke dag (M)
-
Om de dag (R)
-
Vooral in het weekend (J)
-
Iedere dag (W)
Van welke apparaten maak je gebruik om te internetten? Welk apparaat het liefst? -
Ipad, mobieltje (M)
-
Computer en mobieltje (R)
-
Laptop (J)
-
Ipad en mobiel (W)
Wat doen jullie vooral op internet (voorbeelden)? -
Lezen, spelletjes, met andere/vrienden kletsen (M)
-
Video’s bekijken, spelletjes (R)
-
Quizen, lezen (J)
-
Spelletjes, dingen opzoeken (W)
Wil je met leeftijdsgenoten praten op een website? -
Ja (M)
-
Ja (R)
-
Ja (J)
-
Denk het wel (W)
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
110
Lezen jullie graag op een website? -
Ja (M)
-
Niet echt (R)
-
Ja (J)
-
Liever niet te veel lezen (W)
Wat moet er te doen zijn op een website voor kinderen met obesitas? Welke onderwerpen? -
Spelletjes, informatie koken, tips van andere kinderen (M)
-
Recepten, tips om af te vallen (R)
-
Video’s om te bekijken (J)
-
Recepten om te maken en hoe andere kinderen het vinden om dit te zijn (W)
Best practices Lekker pǔh Wat vinden jullie van de onderwerpen? (ervaringen, begeleiding, blogs, recepten, tips en weetjes)
-
Leuk maar wel weinig te doen (M)
-
Ja ervaringen wel leuk (R)
-
Ervaringen leuk! (J)
-
Recepten vind ik leuk (W)
Wat zouden jullie veranderen of toevoegen/ wat missen jullie? -
Leuke quizjes en spelletjes (M)
-
Ja en video’s (R)
-
En ook iets met sporten om te leren (J)
-
Video’s (W)
Dubbel30 Wat vinden jullie van de onderwerpen? (Games, beweegspel, tips, fitquiz, personalitytest, beweegtest, filmpje) -
Leuk! (M)
-
Ja wel een beetje jongensachtig (R)
-
Ja wel voor jongens (J)
-
Liever ook iets meer voor meisjes(W)
Wat zouden jullie veranderen of toevoegen/ wat missen jullie? -
Recepten of andere meiden die iets vertellen (M)
-
Of spellen die ook voor meisjes zijn (R)
-
Ja spellen die ook voor meisjes zijn (J)
-
En leuke video’s (W)
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
111
MyLife (informatie, tips voor eten en bewegen, andere kinderen vertellen, spelletjes, foto’s kun je plaatsen) Wat vinden jullie van de onderwerpen? -
Leuk dat je zelf foto’s kunt plaatsen (M)
-
Leuk dan andere kinderen ook vertellen (R)
-
Leuke tips (J)
-
Ja leuke tips (W)
Wat zouden jullie veranderen of toevoegen/ wat missen jullie? -
Weet ik niet (M)
-
Weet ik niet (R)
-
Meer recepten (J)
-
Weet ik niet (W)
Kids’ Health Wat vinden jullie van de onderwerpen? (games, commentaar andere kinderen en expert, gezonde gerechten, informatie over ongezond eten) -
Veel te doen (M)
-
Ja en leuk voor jongens en meisjes (R)
-
Leuk! (J)
-
Alleen niet zoveel te bekijken (W)
Wat zouden jullie veranderen of toevoegen/ wat missen jullie? -
Meer te kijken, video’s (M)
-
Ja en met andere kinderen praten (R)
-
Meer recepten die je makkelijk kunt maken (J)
-
Ja. (W)
Fresh Wat vinden jullie van de onderwerpen? (allerlei soorten fruit, meerkeuze en open vragen, quiz alleen spelen maar ook met of tegen vriendje, quiz ook met ouders spelen) -
Leuk! (M)
-
Leuk om tegen elkaar te spelen. (R)
-
Of met je ouders (J)
-
Ja leuk! (W)
Wat zouden jullie veranderen of toevoegen/ wat missen jullie? -
Dat er ook andere dingen te doen zijn (M)
-
Ja dat je ook kunt lezen en andere informatie kan zien (R)
-
Uitbreiden (J)
-
Uitbreiden (W)
Coach David Wat vinden jullie van de onderwerpen? -
Stom! (M)
-
Saai! (R)
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
-
Saai (J)
-
Niet zo leuk (W)
112
Wat zouden jullie veranderen of toevoegen/ wat missen jullie? -
Meer te doen, ook andere dingen (M)
-
Makkelijkere vragen (R)
-
Ook iets anders op de app maken (J)
-
Meer toevoegen (W)
Als er een website komt met leuke spelletjes, informatie, quizvragen, video’s, foto’s en plaatjes etc. om meer te leren over gezond leven, zouden jullie daar dan heen gaan? -
Ja zeker (M)
-
Ik denk het ook(R)
-
Ja (J)
-
Ja (W)
Afsluiting
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
113
13.6 Plan van aanpak Goedgekeurd Plan van aanpak afstudeeropdracht Media, Informatie en Communicatie
Student Naam student: Janneke van Kruijssen Profiel: Redactie en Mediaproductie Studentnummer: 500622324 Groep: MR404A E-mailadres:
[email protected] Telefoonnummer: 0653134626
Paraaf voor akkoord student:
Datum: 2014
Naam eerste begeleider: Monique Jagroe Naam tweede begeleider: Harold Pflug Paraaf voor akkoord docent-begeleider en tweede docent:
Datum:
Paraaf voor akkoord afstudeercommissie: Datum:
Gegevens opdrachtgever: Bedrijf: Obesitas vereniging Naam begeleider vanuit het bedrijf: Annemarie van Haaren Functie: Vrijwilligster/ ervaringsdeskundige
Probleemsituatie De aanleiding van dit onderzoek is het toenemende aantal Nederlanders met overgewicht. In Nederland kampt ruim 40 procent van de bevolking met overgewicht. (CBS, 2014).
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
114
‘Obesitas is een ander woord voor ernstig overgewicht. Ernstig overgewicht is tegenwoordig een van de grootste gezondheidsproblemen voor de mens. Met obesitas heeft men een groter risico op lichamelijke problemen.’ (ZGT, 2013). Men spreekt van Morbide Obesitas als het risico op gezondheidsproblemen of ernstige ziekten als gevolg van obesitas aanzienlijk stijgt.(Voedingscentrum, z.j.).
BMI formule: Gewicht in kilogram / (Lengte in meter * Lengte in meter) BMI is een afkorting voor Body Mass Index. Dit is een index voor het gewicht in verhouding tot lichaamslengte. De BMI geeft een schatting van het gezondheidsrisico van je lichaamsgewicht. Hoe hoger het BMI hoe meer risico op gezondheidsproblemen. BMI index:
Categorie:
Kleiner dan 18,5
Ondergewicht
Tussen 18,5 - 25
Normaal
Tussen 25 - 30
Overgewicht
Tussen 30-40
Obesitas
Groter dan 40
Morbide Obesitas
(BMI-uitrekenen.com)
Overgewicht is een probleem omdat overgewicht het risico verhoogd op de volgende aandoeningen: -
Diabetes type 2
-
Hart- en vaatziekten
-
Hoge bloeddruk
-
Sommige vormen van kanker
-
Galziekten en gewrichtsaandoeningen
De Obesitas Vereniging is de enige organisatie in Nederland die staat voor het belang van alle mensen met overgewicht en obesitas. De Obesitas Vereniging is een vereniging die mensen met overgewicht toegang tot kennis en deskundigheid over de oorzaken en gevolgen van overgewicht biedt. Met die kennis willen ze een genuanceerde bijdrage leveren aan de maatschappelijke discussie over overgewicht. Ze doen dit door middel van voorlichtingen en hun website. De Obesitas Vereniging richt zich nu alleen nog op volwassenen. (De Obesitas Verenging, 2012).
Het overgewicht onder kinderen is de laatste jaren opvallend sterk toegenomen. Ongeveer 15% van de jongeren (2 tot 25 jaar) kampt met overgewicht. (CBS, 2013). Hierom wil de Obesitas Vereniging hun website uitbreiden met een speciaal deel dat gericht is op kinderen met obesitas, zodat ze deze al op jonge leeftijd kunnen stimuleren gezonder te leven door middel van genoeg beweging en gezond eten. Onder gezond eten wordt het volgende verstaan: gevarieerd eten, niet teveel eten, minder verzadigd vet
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
115
eten, eet veel groente, fruit en brood, eet veilig (koken, wassen, scheiden, verhitten, koelen). (Voedingscentrum, z.j.)
De Obesitas Vereniging heeft mij gevraagd om een adviesrapport te schrijven. In dit adviesrapport zal ik advies geven over de inhoud van de uitbreiding van hun website die gericht is op kinderen tussen de 7 en 12 jaar die kampen met overgewicht of obesitas. Tevens zal ik voor de Obesitas Vereniging een mock-up maken. Een mock-up is een voorbeeld van hoe de website eruit kan zien.
Probleemstelling Hoe ziet een uitbreiding op de bestaande website van de Obesitas Vereniging eruit, die de doelgroep aanspreekt en inspireert? Dit wordt geïllustreerd met een mock-up.
Doelstelling Een adviesrapport voor de uitbreiding op de bestaande website van de Obesitas Vereniging, die wordt geïllustreerd met een mock-up, waarmee je de doelgroep aanspreekt en ze inspireert gezond te leven.
Deelvragen
Deskresearch Deelvraag 1 Wat is de Obesitas Vereniging? -
Wat voor soort instelling is de Obesitas Vereniging?
-
Wat doet de Obesitas Vereniging?
-
Op wie richt de Obesitas Vereniging zich?
-
Via welke kanalen geeft de Obesitas Vereniging voorlichting?
Deelvraag 2 Wat zijn de kenmerken van de doelgroep? -
Hoe groot is de doelgroep?
-
Hoe zien de interesses, tijdsbesteding, eetgewoonten, beweeggewoontes, etniciteit, gezinssamenstelling, sociale klasse etc. van de doelgroep eruit?
-
Wat is de achtergrond van kinderen met obesitas? Hebben hun ouders bijvoorbeeld ook obesitas? Hebben de kinderen psychische of fysiologische klachten?
-
Hoe kun je het beste omgaan met kinderen tussen van 7 t/m 12 jaar?
-
Wat is de beste manier om gesprekken te voeren met kinderen van 7 t/m 12 jaar?
-
Hoe kun je het gedrag van kinderen beïnvloeden?
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
116
Deelvraag 3 Wat zijn de ontwikkelingen op het gebied van gezond leven? -
Wat zijn de ontwikkelingen/ trends op het gebied van (on)gezonder leven en bij kinderen? Qua beweging en voeding.
-
Hoe zorgen deze ontwikkelingen ervoor dat mensen en/of kinderen (on)tegezonder gaan leven?
-
Wat zijn de (negatieve) ontwikkelingen op het gebied van gezondheid en beweging?
Deelvraag 4 Wat zijn richtlijnen op het gebied van websitebouw voor informatieve websites? -
Welke theorieën bestaan er met betrekking tot websitebouw?
-
Welke trends zijn er op het gebied van websitebouw?
-
Aan welke criteria moet een website voldoen?
Deelvraag 5 Welke Best practices zijn er? -
Waarover en op welke manier informeren andere Nederlandse informatieve websites die gericht zijn op kinderen?
-
Welke andere websites zijn er gericht op kinderen met obesitas?
-
Wat kun je van deze websites leren?
-
Welke best practices werken goed?
-
Waarom werken deze best practices goed en waar zitten nog verbeterpunten?
-
Welke grote internationale best practices zijn er die de Obesitas Vereniging kan gebruiken ter inspiratie?
Fieldresearch Groepsdiscussies en diepte-interviews met de doelgroep
Deelvraag 6 Hoe kun je de doelgroep bereiken en aanspreken? -
Hoe kun je de doelgroep bereiken door middel van een website?
-
Wat spreekt de doelgroep aan op een website?
-
Welke sites gebruikt de doelgroep vaak?
-
Waarom gebruikt de doelgroep deze websites?
-
Hoe moet de website er volgens de doelgroep uitzien?
-
Kleurgebruik
Lettertype
Beeld- en tekstverhouding enzovoort?
Wat moet er volgens de doelgroep allemaal te doen zijn op de website?
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
Spelletjes
Oefeningen
Quizvragen
Testjes
Informatie die kinderen tussen de 7 en 12 jaar spelenderwijs in zich
117
opnemen
Uitdagingen enzovoort
Verantwoording methode van onderzoek
Met behulp van onderzoek komt er een uitbreiding van de website, voor de Obesitas Vereniging, die ervoor zorgt dat kinderen (tussen de 7 en 12 jaar) spelenderwijs leren om gezonder te leven. Om dit te realiseren zal gebruik worden gemaakt van verschillende soorten onderzoek, zowel desk- als fieldresearch. Hieronder wordt toegelicht wat desk-en fieldresearch inhoudt en hoe de deelvragen beantwoordt zullen worden. Deskresearch Deskresearch is het verzamelen van gegevens/ informatie over een onderwerp uit bronnen als websites, databanken, catalogi, kranten, tijdschriften, archieven, in elektronische of papieren vorm en het integreren van die informatie met bestaande kennis. (Bib.hva.nl, 2014)
Met behulp van de deskresearch worden de deelvragen 1 t/m 5 beantwoorden.
Deelvraag 1: Wat is de Obesitas Vereniging? Tijdens het beantwoorden van deze deelvraag wordt gebruik gemaakt van de website van de Obesitas Vereniging. Daarnaast zal er een gesprek volgen met Annemarie van Haaren over de Obesitas Vereniging. Annemarie van Haaren is ervaringsdeskundige van de Obesitas Vereniging.
Deelvraag 2: Wat zijn de kenmerken van de doelgroep? Om deze deelvraag te kunnen beantwoorden, wordt gebruik gemaakt van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Dit is een betrouwbare bron waarmee er veel vragen over de doelgroep worden beantwoord. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van het boek ‘’Schrijven met Effect’’ van Mariet Hermans en van de volgende 4 boeken die helpen om de tweede deelvraag te beantwoorden. Asha ten Broeke en Ronald Veldhuizen, Eet Mij, de psychologie van eten, dieten en te veel eten. Amsterdam: Maven Publishing B.V. 2012. Caroline Braet, Kinderen met overgewicht. Amsterdam: Hogrefe, 2010.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
118
Christine Dedding, Kitty Jurrius, Xavier Moonen en Leo Rultjes, Kinderen en jongeren actief in wetenschappelijk onderzoek. Houten: Lannoo Campus, 2013. Jaap Seidell, Feiten en fabels over overgewicht. Soest: Prometheus, 2011.
Deelvraag 3: Wat zijn de ontwikkelingen op het gebied van gezond leven? Om deze deelvraag te kunnen beantwoorden wordt onderzocht wat de hedendaagse trends zijn op het gebied van voeding en bewegen. Hiervoor wordt onder andere gebruik gemaakt van het Frankwatching, omdat Frankwatching een onafhankelijk online platform is, dat zich richt op kennisdeling rondom online trends, tips & tricks. (Frankwatching, 2013). Hier is onder andere informatie te vinden over de toekomst op het gebied van gezond leven. Daarnaast wordt ‘’het Voedingscentrum’’ (voedingcentrum.nl, 2014) gebruikt. Op de website van het Voedingscentrum is informatie beschikbaar over de consumenten en hun ontwikkelingen op het gebied van gezonde voeding. Zo is er op het Voedingscentrum onder andere een artikel beschikbaar ‘’Meer consumenten willen gezonder eten.’’ In dit artikel staat informatie over de ontwikkelingen van consumenten op het gebied van gezond leven. Tot slot zijn er 2 boeken die bruikbaar zijn bij het onderzoek. Het CBS heeft een boek uitgebracht over voedingstrends in Nederland. Het boek heet ‘’Smakelijk weten’’ en gaat over de voedingstrends in Nederland. Daarnaast is er het boek ‘’De toekomst van gezondheid’’ geschreven door Adjiedj Bakas, hij werd uitgeroepen tot Trendwatcher van het Jaar 2009. Dit boek gaat over de toekomst van de gezondheid.
Deelvraag 4: Wat zijn richtlijnen op het gebied van websitebouw? Bij het beantwoorden van deze deelvraag wordt gekeken naar alle richtlijnen op het gebied van websitebouw. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van ‘’De Internet Scorecard 2.0’’ geschreven door Geert-Jan Smits en Joost Steins Bisschop. Er is gekozen voor De Internet Scorecard 2.0 omdat dit boek gaat over online activiteiten, nieuwste trends, indicatoren en praktijkvoorbeelden. De internet Scorecard is toepasbaar op alle typen websites, ook op informatieve websites. (Internet Scorecard 2.0, 2009).
Deelvraag 5: Welke best practices zijn er? Om deze deelvraag te kunnen beantwoorden wordt onderzoek gedaan naar de best practices. Er wordt gekeken naar andere websites die informeren over gezonder leven en er wordt onderzocht wat de best practices zijn, hoe deze best practices eruit zien, hoe ze informeren etc. Daarnaast zal ook gekeken worden naar websites die zich richten op de doelgroep en die populair zijn onder de doelgroep.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
119
Er zal tijdens het onderzoeken van de best practices in ieder geval gekeken worden naar de website www.lekkerpuh.net, zij richten zich namelijk op een speelse manier op kinderen met obesitas en dit is zeker leerzaam.
Deelvraag 6 Fieldresearch Fieldresearch is het verzamelen, analyseren en interpreteren van gegevens waarvoor onderzoek moet worden gedaan. Deze gegevens kunnen niet door middel van deskresearch worden achterhaald. De informatie die nog niet bestaat moet worden achterhaald door middel van contact met de doelgroep. Er zullen zowel groepsdiscussies als diepte-interviews met de doelgroep plaatsvinden. Daarnaast wordt gebruik gemaakt van een usability- test. Hieronder wordt fieldresearch toegelicht.
De resultaten van fieldresearch zijn niet generaliseerbaar, omdat er met relatief weinig respondenten wordt gesproken. Echter geven de diepte-interviews, de groepsdiscussies en de usability test wel inzicht en uitleg voor waarom mensen iets doen (Concept7, z.j.). Het hoeft geen nadeel te zijn dat je maar weinig respondenten hebt, wanneer er genoeg onderzoeksmethodes worden toegepast. De combinatie van drie methoden (diepte-interviews, de groepsdiscussies en de usability test) met ieder gemiddeld vijf respondenten levert een betrouwbaarder resultaat op dan één uitgebreider kwalitatief onderzoek met bijvoorbeeld vijftien respondenten, zo stelt Jakob Nielsen (Spillers, F., 2005).
Methode 1 Groepsdiscussies met de doelgroep Tijdens een groepsdiscussie wordt er onder leiding van een gespreksleider een aantal geselecteerde personen aangezet tot het voeren van een discussie over een bepaald onderwerp. (Alles over marktonderzoek, 2014).
Er wordt gebruik gemaakt van groepsdiscussies omdat er tijdens de groepsdiscussies input van meerdere respondenten tegelijkertijd mogelijk is. Daarnaast is het relatief goedkoop en kunnen er veel respondenten hun mening geven en met elkaar in discussie gaan. Er kan op antwoorden worden ingegaan. Er is ruimte voor hele spontane reacties, in tegenstelling tot bijvoorbeeld bij het afnemen van een enquête. (Rightmarktonderzoek, 2014) Het nadeel van deze methode is dat de deelnemers vaker een sociaal wenselijk antwoord geven omdat ze zich in een groep bevinden. Dat wordt geprobeerd te voorkomen door ervoor te zorgen dat de kinderen zich op hun gemak voelen door te werken in kleine groepjes. De richtlijnen voor verantwoord participatief onderzoek met
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
120
kinderen worden gevolgd uit het boek ‘Kinderen en jongeren actief in wetenschappelijk onderzoek’.
Omdat het onderzoek met kinderen betreft, en onderzoek met kinderen echt anders is dan onderzoek met volwassen, wordt hier de nodige literatuur over gelezen. Onder andere het boek: ‘’Kinderen en jongeren actief in wetenschappelijk onderzoek’’ geeft inzicht in onderzoek doen met kinderen. Zo blijkt uit dit boek dat het verschil in macht tussen kinderen en jongeren enerzijds en volwassenen anderzijds niet genegeerd mag worden. Denk hierbij aan de verschillen in: -
Taalvaardigheid
-
Abstractievermogen
-
Copingvaardigenheden (vaardigheden die nodig zijn om iets uit te voeren)
-
Fysieke verschillen
Maar ook aan de status en de autoriteit van de volwassen onderzoeker in de ogen van het kind of de jongere. In het bijzonder vinden kinderen het vaak moeilijk om het openlijk oneens te zijn met een volwassene. Het boek geeft ook tips om een prettige werkomgeving te creëren voor kinderen en jongeren: -
Spreek voor een groepssessie af in een voor de groep ongewone ruimte, waar de gewone regels opeens niet meer op hun plaats is. Zoals bijvoorbeeld in een vrolijke speelkamer.
-
Vermijd de klassieke interviewopstelling waarbij de interviewer tegenover de geïnterviewde aan tafel zit. Deze opstelling kan al snel op een kruisverhoor gaan lijken. Kies voor een opstelling in een hoek van negentig graden, ga samen op een bank zitten, of kies een ronde tafel.
-
Zorg ervoor dat de privacy van kinderen en jongeren gewaarborgd is. Kies geen ruimte waar veel inkijk is (bijvoorbeeld vanuit de gang). Dit schendt niet alleen de vertrouwelijkheid, het leidt ook af.
Daarnaast geeft het boek nog veel meer tips, als: -
Probeer niet krampachtig vast te houden aan je eigen planning. Een participatieve houding aannemen, betekent dat de onderzoeker ruimte laat voor het onverwachte of ongeplande tijdens het onderzoeksproces (Gallacher & Gallagher, 2008).
(Kinderen en jongeren actief in wetenschappelijk onderzoek, 2013).
De respondenten worden benaderd met behulp van mijn opdrachtgever: de Obesitas Vereniging. Via de contactpersoon van de Obesitas Vereniging, Annemarie Verhaaren, wordt er contact opgenomen met kinderen (tussen de 7 en 12 jaar) die kampen met overgewicht (minimaal een BMI van 25 of hoger). Hieronder wordt het begrip BMI toegelicht.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
121
Zoals eerder aangeven in de probleemsituatie: BMI formule: Gewicht in kilogram / (Lengte in meter * Lengte in meter) BMI is een afkorting voor Body Mass Index. Dit is een index voor het gewicht in verhouding tot lichaamslengte. De BMI geeft een schatting van het gezondheidsrisico van je lichaamsgewicht. Hoe hoger het BMI hoe meer risico op gezondheidsproblemen. BMI index:
Categorie:
Kleiner dan 18,5
Ondergewicht
Tussen 18,5 - 25
Normaal
Tussen 25 - 30
Overgewicht
Tussen 30-40
Obesitas
Groter dan 40
Morbide Obesitas
(BMI-uitrekenen.com)
Als een kind bijvoorbeeld 150 centimeter lang is en 60 kilo weegt (60 / (1,50 * 1,50) = 26.7) Heeft zij een BMI van 26.7 en dus overgewicht.
Er is gekozen voor 3 groepsdiscussies, met per groepsdiscussie 3 tot 5 participanten. Hieronder wordt dit toegelicht.
Deze respondenten worden telefonisch benaderd. Annemarie Verhaaren is bekend met de doelgroep en heeft de doelgroep al eerder benaderd voor iets vergelijkbaars. Als het verzoek van een bekende komt, zijn mensen eerder geneigd om te helpen. (Verhoeven, N., 2007). Er is door Annemarie Verhaaren en de Obesitas Vereniging al een akkoord gegeven dat zij contact opnemen met de respondenten voor de groepsdiscussie.
Mocht er toch een Plan B nodig zijn, omdat de Obesitas Vereniging geen respondenten kan regelen, dan heeft Annemarie contacten bij ‘De Dikke vrienden Club’. Daar kunnen we de respondenten ook benaderen. De Dikke Vrienden Club is een behandelprogramma voor kinderen met overgewicht in leeftijd van 8 t/m 12 jaar. De Dikke Vrienden Club besteedt aandacht aan de medische-, voedings-, bewegings-, en psychologische kant van overgewicht. (De Dikke Vrienden Club, z.j.) Uit het onderzoek ‘Qualitative Research 2009; Using focus groups: lessons from studying daycare centers, 9/11, and Hurricane Katrina’ van Peek en Fothergill blijkt dat de groepsdiscussies/ focusgroepen die bestonden uit 3 tot 5 participanten soepeler verliepen dan de grotere groepen. Een kleine groep helpt de participanten, in het bijzonder ook kinderen, om zich op hun gemak te voelen, zich begrepen te voelen, en zich gesteund te voelen.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
122
‘’In our research, the focus groups that included between 3-5 participants ran more smoothly than the larger group interviews that we conducted. According to Morgan (1997) small groups work best when the participants are interested in the topic, respectful of each other, and the moderator wants to give them more time to talk. We agree with Krueger (1988: 27) in his assessment that 'the size must be small enough for everyone to have an opportunity to share insights and yet large enough to provide diversity of perceptions. We also saw that in the smaller groups there was more room for disagreement and variation in opinions and viewpoints. In these smaller groups, it was also less likely that one dominant member would emerge, and thus the discussion included more detailed nuances. Smaller groups also help individuals - particularly vulnerable ones or children feel comfortable, included, and supported. Eder and Fingerson (2002) contend that researchers studying children and other marginalized groups must be sensitive to the power imbalance. One way to address this power imbalance and to make the interviewing context more natural is to interview children in a group rather than as individuals. Morgan and colleagues (2002) found in their focus groups with children that four or five children was ideal for children aged 7-8 years old. They also found that when only two or three children showed up, one adult facilitator would be better than two.’’ (Peek and Fothergill, 2009).
De meeste geleerden zijn het erover eens dat drie tot vijf groepen voldoende zijn. Meer groepen leiden zelden tot nieuwe inzichten (Morgan, 1997; Krueger, 1988). Wegens de beperking in tijd is gekozen voor 3 groepsdiscussies. Dit zal voldoende zijn voor goed onderzoek en het zal ook realiseerbeer zijn qua tijd. ‘’Regarding the 'ideal number' of focus groups to conduct, most scholars agree that three to five groups are usually adequate, as more groups seldom provide new insights (Morgan, 1997; Krueger, 1988). However, the final number of focus groups conducted should actually reflect the research plan, including which sub-groups have been targeted (bloor et al., 2001). As Morgan (1995) notes, the more segmented the groups are (for example by age, race, gender or sexuality), the more groups will be necessary.’’ (Peek and Fothergill, 2009).
Tijdens de groepsdiscussie wordt achterhaald wat de interesses, behoeftes (op het gebied van content) en bezigheden zijn van de doelgroep. Hieronder staat de topiclijst die wordt gebruikt tijdens de groepsdiscussies.
Topiclijst De topics zijn: -
Het kind (eetgewoontes, sporten, gezondheid, hobby’s, tijdsbesteding)
-
De websites (websitegebruik)
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
-
123
Content (spelletjes, oefeningen, quizvragen, testjes, informatie, uitdagingen)
Later in het onderzoek worden deze topics nog uitgebreid en worden er topics toegevoegd. Dit zal zich gaandeweg nog uitbreiden.
De vragen die worden gesteld zullen suggestief gesteld worden omdat blijkt dat dit beter werkt bij kinderen. (EGG Doelgroeponderzoek met kinderen, 2011). Hieronder staan een aantal vragen en onderwerpen die bij de topics horen.
Het kind -
Wat zijn jullie eetgewoontes?
-
Sporten jullie?
-
Wat zijn jullie dagelijkse bezigheden?
-
Hebben jullie hobby’s?
Websites -
Websitegebruik (Welke websites gebruiken jullie nu?)
-
Waarom gebruiken jullie deze websites? (Vind je die website mooi of fijn?)
Content -
Informatie (Vinden jullie deze informatie leuk? Interessant?)
-
Spelletjes (Vinden jullie spelletjes leuk?)
-
Testjes
-
Oefeningen
-
Speciale acties/ prijzen
Methode 2 Diepte- interviews met de doelgroep Tijdens de diepte-interviews wordt achterhaald hoe de website er volgens de doelgroep uit moet komen te zien en wat er allemaal op de website aanwezig moet zijn. Om tot een goed onderzoek te komen worden er 3 diepte-interviews gehouden. Naar aanleiding van het doelgroeponderzoek met kinderen dat is uitgevoerd door het Expertisecentrum voor Games en Game-Design (EGG) in 2011 is gekozen om meerdere interviews af te nemen met telkens 2 bevriende kinderen.
Het expertisecentrum is een samenwerking tussen de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht, TNO en Taskforce Innovatie Regio Utrecht. Het EGG is opgericht om een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van kwalitatief hoogstaande toegepaste games in Nederland. In 2011 hebben zij een doelgroeponderzoek met kinderen gedaan. Hieruit blijkt dat kinderen zich anders verhouden tot een onderzoeker en zijn vragen dan volwassenen. Dit doelgroeponderzoek van het EGG leert hoe valide en effectief onderzoek gedaan kan worden met kinderen.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
124
Uit dit onderzoek van EGG blijkt dat interviews erg geschikt zijn voor kinderen tot twaalf jaar. Interviews geven ruimte voor doorvragen. Het EGG geeft advies om participanten altijd in duo’s te interviewen. ‘’Kinderen voelen zich meer op hun gemak met een leeftijdsgenoot erbij en zullen minder geïmponeerd zijn door de onderzoeker. Interview de kinderen met een vriendje of vriendinnetjes, en niet met broertjes of zusjes. Met broertjes of zusjes krijgen ze sneller ruzie dan met een vriendje of vriendinnetje.’’ (EGG Doelgroeponderzoek met kinderen, 2011).
Het EGG adviseert ook om jongens en meisjes zo mogelijk apart van elkaar te interviewen, zo kunnen ze elkaar niet beïnvloeden. Omdat kinderen zich anders verhouden tegenover de onderzoeker dan volwassenen zullen zij de onderzoeker als snel als dominant zien en proberen het juiste antwoord te geven in plaats van hun echte mening. EGG geeft een aantal manieren om dit te voorkomen: -
Stel jezelf voordat je begint voor.
-
Wees positief, vriendelijk en open en blijf rustig.
-
Stel de kinderen op hun gemak. Praat eerst even over iets anders en vertel wie je bent en wat je doet.
-
Zorg dat de kinderen weten wat er van ze verwacht wordt.
-
Pas je vragen aan op hun begripsniveau.
-
Kinderen tot een jaar of 10 hebben moeite met het beantwoorden van niet suggestieve vragen en reageren juist beter op een vraag als ‘’vind je dit leuk/ mooi?’’ dan wanneer je vraag ‘’wat vind je hiervan?’’
-
Zorg dat je vragen begrijpelijk zijn. Vraag de kinderen of ze de vraag begrijpen.
-
Kies een rustige plek die niet afleidt.
-
Leg uit waarom je dingen opneemt.
-
Neem genoeg tijd. Ook voor introductie, afsluiting en eventuele spontane ideeën van de kinderen.
-
Zorg dat het interview maximaal 30 minuten duurt. Dit is de maximale aandachtspanne van een kind. Voor een tiener is 45 minuten maximaal.
Al deze punten worden gebruikt tijdens de interviews.
Tijdens het interviewen ga ik gebruikmaken van een topiclijst. Ik zorg er zo voor dat alle belangrijke aspecten aan bod komen. De diepte-interviews duren per interview maximaal 30 minuten. Hieronder is de topiclijst van de diepte-interviews te vinden.
Topiclijst De topics zijn: -
Het kind (eetgewoontes, sporten, gezondheid, hobby’s, tijdsbesteding)
-
Websites (websitegebruik)
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
-
125
Lay-out (kleurgebruik, lettertype, beeld- en tekstverhouding)
Later in het onderzoek worden deze topics nog uitgebreid en worden er topics toegevoegd. Dit zal zich gaandeweg nog uitbreiden. De topiclijst ziet er nu redelijk hetzelfde uit als bij de groepsdiscussie omdat ik met de interviews en de groepsdiscussies samen antwoord wil krijgen op deelvraag 6. ‘Hoe kun je de doelgroep bereiken en aanspreken (middels een website)?’ De vragen die worden gesteld zullen uiteindelijk zoveel mogelijk suggestief gesteld worden omdat blijkt dat dit beter werkt bij kinderen. (EGG Doelgroeponderzoek met kinderen, 2011). Hieronder staan een aantal vragen en onderwerpen die bij de topics horen.
Het kind -
Wat zijn je eetgewoontes?
-
Sport je? Welke sport doe je?
-
Wat zijn je dagelijkse bezigheden?
-
Heb je hobby’s? Welke?
Websites -
Websitegebruik (Welke websites gebruik je?)
-
Waarom gebruiken je deze websites? (Wat is hier mooi of fijn aan?)
Lay-out -
Look (Wat vind je mooi/fijn aan een website?)
-
Welk kleurgebruik vind je mooi/ fijn?
-
Lettertype
-
Opmaak
-
Tekst/ beeldverhouding
Het voordeel van deze onderzoeksmethode is dat je makkelijk kunt doorvragen naar achterliggende gedachtes, motivaties en ideeën. Je kunt zo hele gedetailleerde informatie verkrijgen. Ook ben je erg flexibel in tijd en plaats. Je kunt het interview overal laten plaatsvinden en je kunt de respondent vragen wanneer het hem/ haar het beste uitkomt. Ik zal de plaats laten afhangen van de respondenten, zodat zij zich op hun gemak voelen en het voor hen minder moeite is om een interview in te plannen. (Alles over Marktonderzoek, 2014).
De Mock-up Na het afronden van desk- en fieldresearch wordt er een mock-up geproduceerd (een papieren versie van de uitbreiding van de website). Omdat mijn onderzoeksrapport anders te uitgebreid werd, is ervoor gekozen om deze pas te testen in eventueel vervolgonderzoek.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
126
Concept hoofdstukindeling Titelblad Voorwoord (waarom is dit rapport geschreven) Management samenvatting (overzicht van de belangrijkste resultaten) Inhoudsopgave H 1 Inleiding (aanleiding, doelstelling, probleemstelling en opbouw van het rapport) H 2 Methoden en Technieken (uitleg over mijn deskresearch en mijn fieldresearch: groepsdiscussie en diepte-interviews) H 3 Interne analyse (gaat over de Obesitas Vereniging) H 4 Doelgroepanalyse (wat houdt de doelgroep bezig) H 5 Trendanalyse (wat zijn momenteel de trends, op het gebied van gezonder leven, die spelen bij kinderen. En wat zijn de trends op het gebied van websitebouw) H 6 Best Practices (welke andere websites kan ik gebruiken ter inspiratie) H 7 Resultaten groepsdiscussie en diepte-interviews (verloop, resultaten, gaat over de respondenten, Mock-up, usability test) H 8 Conclusie (conclusie resultaten groepsdiscussie en interviews, herhaling en beantwoorden van de probleemstelling, koppeling met literatuuronderzoek, spreek over doelgroep) H 9 Advies (wat is het advies) H 10 Evaluatie (hoe is het gegaan en waarom, wat ging goed/ fout?) H 11 Literatuurlijst (MIC-Schrijfgids!!) H 12 Bijlagen (PvA, deelvragen, uitwerking groepsdiscussie en interviews + usability test, mock-up)
Advies/ eindproduct Het beroepsproduct dat ik ga maken is een adviesrapport. Mijn adviesrapport zal ondersteund worden met een mock-up. Een adviesrapport en mock-up voor de uitbreiding van de website van De Obesitas Vereniging die speciaal gericht is op kinderen. De website moet ervoor zorgen dat kinderen (tussen de 7 en 12 jaar) spelenderwijs leren hoe ze gezonder kunnen leven. De website is zowel gericht op gezonder eten als op meer bewegen. Alles wat je op de uitbreiding van de website vindt is speciaal ontworpen en geschreven voor kinderen tussen de 7 en 12 jaar. Hierbij moet je denken aan: -
Spelletjes Oefeningen Quizvragen Testjes Lay-out gericht op de doelgroep Informatie die kinderen tussen de 7 en 12 jaar spelenderwijs in zich opnemen Uitdagingen
In het adviesrapport begint met een voorwoord, een management samenvatting, een inhoudsopgave, de methoden en technieken. Daarnaast vind je in het adviesrapport een interne analyse, een doelgroepanalyse, een trendanalyse, de best practices, de resultaten van de groepsdiscussie en de diepte-interviews en resultaten van de mock-up, conclusies, een advies, een evaluatie en tot slot een literatuurlijst en de bijlagen. (Zie Concept hoofdstukindeling).
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
127
Tijdsplanning Datum
Wat?
Aan wie?
29 april
1e
Afstudeerbegeleider
Begin mei
Afspraak PvA bespreken
Afstudeer- en praktijkbegeleider
September
Inleveren PvA
Afstudeerbegeleider
September
Deadline definitief PvA
Afstudeerbegeleider
Eind september
Contact over voortgang
Afstudeer- en praktijkbegeleider
Begin oktober
Deskresearch afronden
Praktijkbegeleider mailen/
versie PvA
skypen Half oktober
Vooronderzoek fieldresearch
Eind oktober/ begin november
Uitvoeren fieldresearch
Begin november
Contact over voortgang
Begin/ half november
Deadline afronding fieldresearch
Half november
Theorie en onderzoek afgerond,
Overleg praktijkbegeleider
Afstudeer- en praktijkbegeleider
start conclusies en advies Half november
Conceptversie afstudeerrapport
Afstudeerbegeleider en 2e lezer
Half november
Contact over voortgang
Afstudeerbegeleider
Eind november
Feedback gesprek
Afstudeerbegeleider
conceptversie Begin december
Aanpassen conceptversie
16 december
Definitieve versie
Meerdere exemplaren
afstudeerrapport inleveren
afstudeerbegeleider
Half januari
Afstudeerpresentatie
Afspraken Afstudeerbegeleidster Met mijn afstudeerbegeleidster wil ik afspreken dat we mailtjes zo snel mogelijk beantwoorden. Het lijkt me fijn als we elkaar zo snel mogelijk laten weten indien een afspraak niet door kan gaan. Ik wil met mijn afstudeerbegeleidster afspreken dat ze aangeeft wanneer ze ziet dat het niet de goede kant op gaat met mijn afstuderen.
Praktijkbegeleidster Met Annemarie van Haaren, mijn praktijkbegeleidster heb ik afgesproken om elkaar regelmatig (ongeveer één keer per week) via de mail of telefoon op de hoogte te houden. Verder zien we elkaar ook ongeveer 1 keer per maand om dingen te overleggen. We proberen elkaars mailtjes zo snel mogelijk te beantwoorden. Ik wil graag zo snel mogelijk met mijn begeleider een afspraak maken om mijn afstuderen te bespreken. Daarnaast lijkt het me fijn om 1 keer in de 2 weken via de mail contact te hebben over de voorderingen van mijn afstuderen.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
128
Bronnen Om mijn hoofdvraag en de bijbehorende deelvragen te kunnen beantwoorden zal ik gebruik maken van verschillende bronnen tijdens mijn onderzoek. Ik ga gebruik maken van de volgende bronnen: - Boeken - Statistieken - Internet - Diepte-interviews - Groepsdiscussie
Tijdens het schrijven van het adviesrapport en het maken van de mock-up zal ik er uiteraard voor kiezen om nog meer bronnen te gebruiken of om juist bronnen niet te gebruiken die toch niet geschikt blijken. Hieronder enkele bronnen die ik graag wil gebruiken.
Boeken -
Adjiedj Bakas. De toekomst van Gezondheid. Scriptum, 2011.
-
Asha ten Broeke en Ronald Veldhuizen, Eet Mij, de psychologie van eten, diëten en te veel eten. Amsterdam: Maven Publishing B.V. 2012.
-
Caroline Braet, Kinderen met overgewicht. Amsterdam: Hogrefe, 2010.
-
Christine Dedding, Kitty Jurrius, Xavier Moonen en Leo Rultjes, Kinderen en jongeren actief in wetenschappelijk onderzoek. Houten: Lannoo Campus, 2013.
-
Drs. G. van der Veen. Smakelijk weten. Den Haag/Heerlen, december 2012
-
Geert-Jan Smits & Joost Steins Bisschop. De Internet Scorecard 2.0. Pearson Education Benelux, 2009.
-
Indira Reynaert, Daphne Dijkerman, Nicoine Fokkema. Basisboek crossmedia concepting. Den Haag: Boom Lemma uitgevers, 2011.
-
Jaap Seidell, Feiten en fabels over overgewicht. Soest: Prometheus, 2011.
-
Mariet Hermans, Schrijven met effect. Bussum: Uitgeverij Coutinho, 2010.
-
Verhoeven, Nel. (2011). Wat is onderzoek? Den Haag: Boom onderwijs, 2010.
Websites -
Alles over marktonderzoek. (2014). Groepsdiscussie. http://www.allesovermarktonderzoek.nl/onderzoeksmethoden/groepsdiscussie. Geraadpleegd op: 14 mei 2014.
-
Alles over marktonderzoek. (2014). Diepte-interview. http://www.allesovermarktonderzoek.nl/onderzoeksmethoden/groepsdiscussie.
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
-
129
Bookelaar . (2010). Tijdsbestedingsonderzoek 2010, alles over mediagebruik. Slideshare.net: http://www.slideshare.net/Bookelaar/tijdsbestedingsonderzoek2010
-
CBS StatLine. (2011). Leefstijl, preventief onderzoek; persoonskenmerken. CBS StatLine: http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?VW=T&DM=SLNL&PA=81177NED&L A=NL
-
Centraal Bureau voor de Statistiek. (2013). Vaker overgewicht jongeren in huishoudens met een lager inkomen: http://www.cbs.nl/nlNL/menu/themas/gezondheid-welzijn/publicaties/artikelen/archief/2013/20133874-wm.htm
-
Concept7. (z.j.). Concept: http://www.concept7.nl/over-concept7/
-
Eetonderzoek. (z.j.). Obesitas bij kinderen. Eetonderzoek: http://www.eetonderzoek.nl/themas/obkinderen.htm
-
Expertise centrum games. (2011). Doelgroeponderzoek met kinderen.: http://www.expertisecentrumgames.nl/app/webroot/userfiles/files/handout_doelg roeponderzoekmetkinderen.pdf
-
Frankwatching (2013). Gezond leven: in de toekomst nog een vrijwillige keuze?: http://www.frankwatching.com/archive/2012/06/28/gezond-leven-in-de-toekomstnog-een-vrijwillige-keuze/
-
Frankwatching (2013). Over & About: http://www.frankwatching.com/over/
-
JGZ. (2011). Conceptrichtlijn Overgewicht Jeugdgezondheidszorg: Preventie, signalering, interventie en verwijzing van kinderen van 0-19 jaar. JGZ: www.ncj.nl/downloads/bestand/742/jgz-richtlijn-overgewicht
-
Lannoo Campus (z.j.) Kinderen en jongeren actief in wetschappelijk onderzoek: http://www.lannoocampus.nl/kinderen-en-jongeren-actief-wetenschappelijkonderzoek
-
Maasstadziekehuis (z.j.). De Dikke vrienden club: http://www.maasstadziekenhuis.nl/Afdelingen_en_specialismen/Kindergeneesku nde/Meer_informatie_over/De_Dikke_Vrienden_Club
-
Mediagebruik door kinderen en jongeren. (2010). Kennis over jeugd en opvoeding: http://www.nji.nl/eCache/DEF/1/15/594.html
-
Nu.nl. (2014). Wereldwijd steeds meer overgewicht. http://www.nu.nl/gezondheid/3666894/wereldwijd-steeds-meer-overgewicht.html
-
Peek & Fothergill. (2009) Using focus groups: lessons from studying daycare centers, 9/11, and Hurricane Katrina. Qualitative Research. http://wsnet.colostate.edu/CWIS584/Lori_Peek/Data/Sites/1/1research/publicationpdfs/peek_fothergill2009.pdf
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
-
130
Rightmarktonderzoek. (2014). Kwantitatief onderzoek voor- en nadelen: http://www.rightmarktonderzoek.nl/kwantitatief-onderzoek/voor-en-nadelenkwantitatief-onderzoek
-
Spillers, F. (21 januari 2005) How many users should you test with in usability testing? (Latest Research). Geraadpleegd op 2 december 2012, van: http://www.demystifyingusability.com/2005/01/latest_research.html
-
Usability. (2014). Wat is usability onderzoek?: http://www.usability.nl/usabilitytesting/usability-tests/
-
Voedingscentrum. (2011). Meer consumenten willen gezonder eten: http://www.voedingscentrum.nl/nl/nieuws/meer-consumenten-willen-gezondereten.aspx
Afstudeerscriptie – Janneke van Kruijssen
131
13.7 Goedkeuring plan van aanpak 13.7.1 Eerste begeleider Van:
Jagroe, Monique (
[email protected])
Verzonden: woensdag 25 juni 2014 9:00:01 Aan:
Janneke van Kruijssen (
[email protected])
Janneke!
Je PvA is goedgekeurd door mij en de tweede lezer! Lever jij deze morgen in in 3-voud. Ik ga ervan uit dat je afstudeergerechtigd bent en alle punten hebt behaald die je nodig hebt om af te mogen studeren.
Succes met het inleveren.
Tot gauw.
Monique
13.7.2 Afstudeercommissie Van: Aalvanger, Roos (
[email protected])Verzonden:donderdag 18 september 2014 12:02:10Aan:Kruijssen, Janneke van (
[email protected])CC:Jagroe, Monique (
[email protected]); Pflug, Harold (
[email protected])
Beste Janneke, Vandaag is je Plan van Aanpak besproken in de afstudeercommissie. Het Plan is goedgekeurd, maar moet nog wel op een punt worden aangepast. Dit mag in overleg met je eerste begeleider, je hoeft het plan dus niet nogmaals bij de commissie in te leveren. Het volgende moet aangepast worden: -
Panel en interview gaan dezelfde informatie opleveren, dus focus je op één methode of beargumenteer waarom deze methodes beiden gebruik moeten worden/hoe zij elkaar aanvullen/versterken. Volgens het schema op DLWO mag je de afstudeeropdracht inleveren op 16 december 2014. Succes met de afronding van je afstudeeropdracht!
Met vriendelijke groet, E.M. Brancart & Y. Poot Hogeschool van Amsterdam Postbus 1025