a
St
Informatieboekje 3
Prothesen en mobiliteit
Hoe kom ik aan een prothese en hoe leer ik ermee lopen?
Informeren
Leren
Kiezen
Doen
! p
Inhoudsopgave Inleiding ...............................................................................................................................................2
Hoofdstuk 1 Wat is een prothese?...................................................................................................3 De opbouw van de prothese.........................................................................................................3 Soorten prothesen .........................................................................................................................4
Hoofdstuk 2 Een passende prothese...............................................................................................6 Op zoek naar informatie ................................................................................................................6
Hoofdstuk 3 Aanmeten en passen ...................................................................................................9 Protheserijp .....................................................................................................................................9 Aanmeten.........................................................................................................................................9 Passen .............................................................................................................................................10 Proberen ........................................................................................................................................10
Hoofdstuk 4 Voorbereiden op het leren lopen ...........................................................................12 Stappen die aan het lopen vooraf gaan ....................................................................................12 Wat kunt u zelf al doen? ..............................................................................................................12 Voorbereiding op het lopen .......................................................................................................13 Verplaatsen zonder prothese......................................................................................................13
Hoofdstuk 5 Leren lopen met een prothese ................................................................................14 Hoe gaat het leren lopen tijdens de fysiotherapie?................................................................15 Aanleren van een goede looptechniek......................................................................................16 Extra oefeningen ..........................................................................................................................17 Alle begin... ....................................................................................................................................17
Hoofdstuk 6 Wat doe ik bij huidklachten?....................................................................................19 Huidklachten..................................................................................................................................19 Hoe ontstaan huidklachten? .......................................................................................................20 De pasvorm ....................................................................................................................................21 Zweten... wat is daaraan te doen? .............................................................................................21 Wat kunt u zelf doen om huidklachten te voorkomen? .........................................................22
Verder lezen? ....................................................................................................................................23
Inleiding 'In het begin van mijn revalidatie was het mijn enige wens om in de toekomst weer te kunnen lopen. Ik wist dat ik daarvoor een prothese nodig had, maar ik had er nog nooit een van dichtbij gezien. Er komt aardig wat kijken bij het aanmeten en leren lopen met een prothese. Het is echt een proces dat stap voor stap gaat en waarbij een heel behandelteam is betrokken.'
Tijdens het revalidatieproces bij De Hoogstraat werkt u in de meeste gevallen toe naar het leren lopen met een beenprothese. Maar wat is er mogelijk op het gebied van prothesen? Waarop kunt u letten bij de keuze voor een bepaalde prothese? Wat is er nodig om opnieuw te leren lopen, welke voorbereidingen vraagt dat? En hoe gaat dat leren lopen in zijn werk? Wie zijn daarbij betrokken? Kortom: er zullen waarschijnlijk veel vragen op u afkomen tijdens deze periode van revalideren. In dit informatieboekje proberen we op deze vragen antwoord te geven en u verder op weg te helpen in uw zoektocht.
In dit informatieboekje staat de prothese en het leren lopen centraal. U krijgt onder andere antwoord op de volgende vragen.
Wat is een prothese en hoe is deze opgebouwd? (Hoofdstuk 1)
Waar moet ik op letten bij de keuze voor een prothese? (Hoofdstuk 2)
Hoe verloopt het proces van aanmeten en passen bij de Orthopedietechniek De Hoogstraat? (Hoofdstuk 3)
Hoe bereid ik me voor op het lopen met een prothese? (Hoofdstuk 4)
Hoe leer ik lopen en welke rol speelt het behandelteam daarbij? (Hoofdstuk 5)
Wat kan ik doen als ik problemen krijgt met de huid van de stomp? (Hoofdstuk 6)
2
Hoofdstuk 1 Wat is een prothese?
'Ik had nog nooit een prothese van dichtbij gezien. In het ziekenhuis had ik er geen behoefte aan. Nu mijn kamergenoot me zijn "been" liet zien kon ik me er een voorstelling van maken.'
Een prothese is een hulpmiddel dat een deel van het lichaam vervangt. Het is en blijft een hulpmiddel en kan nooit uw gezonde been helemaal vervangen. De prothese zal nooit alles kunnen wat uw eigen been kon.
'Ik dacht dat een prothese kant-en-klaar was. Maar er gaat heel wat denkwerk en handwerk aan vooraf. Ik had bijvoorbeeld nooit gedacht dat er gegipst moest worden en dat er zoveel verschillende voeten bestonden.'
De opbouw van de prothese Een prothese bestaat uit verschillende onderdelen. Eén ding hebben alle soorten prothesen gemeen. Bij elke prothese hoort een prothesekoker. Dit is het gedeelte dat de stomp omvat en waar de rest van de prothese aan vast gemonteerd wordt. De pasvorm van de koker is van groot belang! De pasvorm is voor iedereen uniek. Een prothesekoker maken is daarom uniek maatwerk en handwerk. De prothesekoker is de basis van de prothese.
De overige onderdelen (zoals de knie of de voet) worden gekozen aan de hand van uw gewicht, activiteit en wensen. Zo zijn er bijvoorbeeld heel veel verschillende voeten van verschillende leveranciers.
Naast de keuze van onderdelen zijn er ook verschillende manieren waarop de prothese met uw lichaam is verbonden, bijvoorbeeld met een liner (een siliconenkous die over uw stomp gaat) of via een vacuümsysteem.
3
Soorten prothesen Prothesen zijn er dus in allerlei soorten en maten. Het kan dus zijn dat een mederevalidant een totaal andere prothese krijgt aangemeten. Een prothese moet bij u, uw mogelijkheden en uw conditie passen. Daarbij heeft iedereen andere wensen en eisen. Hierna leest u meer over de verschillende soorten prothesen die verstrekt kunnen worden.
Een prothese voor binnenshuis Het kan zijn dat u lichamelijk niet in staat bent om te lopen met een prothese. Toch kan een prothese dan handig zijn. Als u bijvoorbeeld vanuit de rolstoel naar het bed wilt, kunt u steunen op de prothese en zo eenvoudiger op het bed komen. Zonder prothese moet uw lichaamsgewicht door één been worden opgevangen en is het evenwicht ook moeilijker te bewaren. Een prothese voor binnenshuis is vooral bedoeld om korte afstanden mee te lopen en van de ene plaats naar de andere te gaan.
4
Een prothese voor binnen en buitenshuis U kunt kiezen voor een prothese die uw dagelijkse activiteiten aankan. Onderdelen worden vaak uitgekozen op activiteit en gewicht. Daarom is het belangrijk om te weten wat u met de prothese wilt gaan doen. Welke afstanden wilt u gaan lopen? Wat wilt u precies gaan doen: boodschappen doen, fietsen, in het bos wandelen?
Een prothese om te sporten Misschien wilt u naast uw dagelijkse activiteiten gaan sporten. Er zijn sporten die u met en zonder prothese kunt doen. Voor sommige sporten kunt u een specifieke sportprothese nodig hebben, bijvoorbeeld een zwemprothese of een hardloopprothese.
Meestal is het zo dat er eerst voor een gewone prothese wordt gekozen en daarna voor een sportprothese. U kunt dan eerst wennen aan het dragen van de prothese en goed bedenken wat voor sport u wilt gaan doen. Misschien deed u voor de amputatie wel aan basketbal en wilt u nu een andere sport gaan uitoefenen. Er is veel mogelijk! Als u maar goed weet wat u wilt.
Een sierprothese Als u niet met een prothese wilt of kunt lopen, kunt u ervoor kiezen een sierprothese te dragen. Een sierprothese is niet bedoeld om op te staan, maar kan u een prettiger gevoel geven omdat minder mensen direct zien dat u (een deel van) uw been mist.
5
Hoofdstuk 2 Een passende prothese
'Ik wil eigenlijk niet zoveel met mijn prothese. Lopen gaat moeilijk worden omdat mijn andere been ook niet echt in orde is. Thuis zal ik zoveel mogelijk vanuit de rolstoel doen.'
Als de wond goed genezen is en de stomp niet constant meer in volume wisselt, zal de revalidatiearts met u gaan praten over een prothese. Het is belangrijk om daarvóór al een beeld te hebben van uw wensen. Het is belangrijk om na te gaan voor welk doel u de prothese gaat gebruiken. Is deze prothese puur voor de sier? Gaat u er mee door het huis lopen? Of gaat u er misschien mee naar het dorp voor een paar boodschappen? Wilt u er mee sporten of actief gaan bewegen? Bedenk dat uw ideeën realistisch moeten zijn, en passend bij uw situatie. De checklist in de werkmap kan u helpen bij de keuzes die u gaat maken.
'Ik wil straks alles weer kunnen met mijn prothese. Bijvoorbeeld met de kinderen naar het bos, op de fiets naar de stad. maar of dat haalbaar is weet ik niet. Ik zal mijn wensen bespreken met het team.'
In de werkmap zit een handige checklist, achter het tabblad Informatie behandelteam. De checklist kan u helpen uw keuze te bepalen. U kunt de ingevulde lijst en uw wensen voorleggen aan de revalidatiearts en de orthopedisch instrumentmaker. Zij kunnen door hun kennis en ervaring goed inschatten of uw keuzes medisch en technisch mogelijk zijn en vooral of ze realistisch zijn.
Op zoek naar informatie U kunt zelf op zoek gaan naar informatie over prothesen. Dit kunt u doen door aan mensen om u heen in het revalidatiecentrum te vragen wat hun ervaringen zijn, maar ook door op internetsites te zoeken naar mogelijkheden. In de vorige hoofdstukken van dit informatieboekje heeft u misschien ook al wat ideeën opgedaan. Natuurlijk kunt u het behandel-team betrekken in uw zoektocht naar informatie over een juiste prothese.
6
Vraag aan uw instrumentmaker of fysiotherapeut of u eens een prothese mag bekijken. U krijgt dan alvast een idee.
Voor informatie over prothesen kunt u eens op de volgende websites kijken. U vindt een computer in de bibliotheek en op verschillende plekken in het revalidatiecentrum.
www.orthopedietechniek.info
www.orthopedie.nl
www.orthopedie.pagina.nl
www.kortermaarkrachtig.nl
www.beenamputatie.nl
7
www.orthopedietechniek.info
8
Hoofdstuk 3 Aanmeten en passen
'Na de amputatie dacht ik echt dat het allemaal voorbij was, maar toen begon het pas! Toen kwam het echte werk: revalideren en leren lopen.'
Zodra de conditie van uw stomp het toelaat kunt u starten met het prothese- traject. In dit hoofdstuk staat het aanmeten en passen van de prothese centraal.
Protheserijp De revalidatiearts, fysiotherapeut en orthopedisch instrumentmaker beoordelen met elkaar of de stomp 'protheserijp' is. Een protheserijpe stomp is een stomp die (de druk van) een prothese om zich heen kan dragen. De wond is dicht en er zit niet teveel vocht meer in de stomp. De stompomvang is redelijk stabiel (dat is belangrijk voor de pasvorm van de prothese). Natuurlijk moet u zelf ook klaar zijn om het proces van leren lopen in te gaan. Er wordt dan ook niet alleen naar de stomp, maar ook naar uw conditie en beleving gekeken.
In informatieboekje 2 Werken aan herstel leest u meer over het protheserijp maken van de stomp.
Aanmeten Voor het aanmeten van een prothese gaat u naar Orthopedietechniek De Hoogstraat (OTH), de orthopedische instrumentmakerij in het revalidatiecentrum. De instrumentmaker begint met het opnemen van de omvangsmaten en het maken van een gipsafdruk van uw stomp. Verder worden er een aantal maten opgenomen, zoals uw schoenmaat en de lengte van uw gezonde been. Na het aanmeten duurt het ongeveer twee weken voor de prothese pasklaar is. U gaat ondertussen gewoon door met uw therapieën.
9
Passen Als de prothese klaar is wordt u uitgenodigd om te komen passen. Het kan zijn dat de prothese er niet zo mooi uit ziet als u verwacht. De prothese is namelijk nog niet afgewerkt (voorzien van een mooie buitenkant) of hij is gemaakt van een proefmateriaal. Een voordeel is dat er op deze manier nog veel aan de prothese gecorrigeerd kan worden. Tijdens het passen wordt er gekeken of de pasvorm, lengte en stand van de prothese goed is en er kunnen nog aanpassingen worden gedaan.
Proberen U krijgt de prothese mee om uit te proberen. In deze weken kunt u samen met het behandelteam beoordelen hoe de prothese bevalt. Het is heel normaal dat uw stomp verandert van vorm tijdens het dragen van een prothese. Deze verandering komt door het belasten van de stomp, maar kan ook te maken hebben met gewichtsschommelingen of wijziging van medicatie. Soms betekent dit dat de prothese aangepast moet worden.
Hoe zit het met u? Wat zijn uw ervaringen met de prothese? Vindt u iets vreemd of doet iets pijn? Het is misschien handig om deze ervaringen bij te houden in uw dagboek (in de werkmap, achter het tabblad Dagboek). Ervaringen en vragen kunt u bespreken met het behandelteam en de orthopedisch instrumentmaker.
10
's Nachts heeft u de prothese uit. U kunt dan lekker liggen zoals u graag wilt. Een prothese zit dan 'in de weg'. Ook heeft u de prothese uit als u een wondje of blaar heeft. U hoeft de stomp 's nachts niet te zwachtelen; als u ligt hoopt zich namelijk geen vocht op in de stomp.
11
Hoofdstuk 4 Voorbereiden op het leren lopen 'Gisteren kreeg ik mijn prothese. Ik dacht dat ik er zo mee weg kon lopen, maar dat viel best tegen. Het is moeilijker dan ik dacht en het voelt vreemd aan. Dit "ding" moet een deel van mijn lichaam worden. Ik ben benieuwd hoe dat zal gaan.'
Leren lopen met een prothese is een hele klus. Die klus hoeft u niet alleen te klaren. Samen met het behandelteam gaat u aan de slag. Maar voordat u gaat starten met lopen moet er eerst heel wat gebeuren.
Stappen die aan het lopen vooraf gaan
De wond is genezen. Als de wond nog niet goed genezen is, kan deze door de druk van de prothese weer open gaan.
De stomp wisselt zo min mogelijk in omvang. Als de stomp nog wisselt in omvang, zal de prothese de ene dag wel en de andere dag niet goed passen. De wisseling van omvang heeft te maken met vochtophoping.
Uw conditie is goed op peil. Lopen met een prothese vraagt namelijk extra energie.
De spierkracht is zo goed mogelijk. Om te lopen met de prothese heeft u krachtige spieren nodig.
De beweeglijkheid (mobiliteit) van uw heupen en/of knie(ën) is optimaal. Op die manier kunt u goede bewegingen met de prothese maken.
De stomp is alvast gewend geraakt aan druk op de huid. Dit oefent u met de fysiotherapeut.
Wat kunt u zelf al doen? Het is belangrijk dat al uw gewrichten goed soepel zijn om straks te gaan oefenen met het lopen. Voor een goede beweeglijkheid van de heupen is het belangrijk dat u één of twee keer per dag minimaal 15 minuten op de buik ligt, als dat mogelijk is. Voor uw knie(ën) is het belangrijk dat u ze regelmatig strekt en buigt en dat u niet te lang met een gebogen knie zit. Dit belemmert namelijk de doorbloeding.
Hoe zit het met u? Hoe is momenteel uw conditie? Hoe is het met de beweeglijkheid van uw heupgewricht? Ligt u regelmatig op uw buik? Strekt u uw knie(ën) regelmatig?
12
Voorbereiding op het lopen De voorbereiding op het lopen vindt onder andere plaats op de afdeling, tijdens de fysiotherapie, ergotherapie en sport.
Bij de voorbereiding zijn een aantal dingen belangrijk.
Zwachtelen van de stomp.
Litteken- en stompmassage.
Oefeningen om de beweeglijkheid, de spierkracht, het evenwicht en uw conditie te vergroten. U leert tijdens deze oefeningen onder andere: o
Uzelf verplaatsen zonder prothese.
o
Op de grond gaan zitten en weer opstaan.
o
Staan en lopen met een oefenprothese (om te ervaren hoe het is
o
om weer op twee benen te kunnen staan en een paar passen te kunnen maken).
Afhankelijk van uw mogelijkheden en interesses kunnen wij een huiswerkoefenschema of een fitnessprogramma voor u opstellen. U kunt dan zelfstandig een fitnesscircuit doorlopen in de oefenzaal, op speciaal ingeplande tijden.
Probeer regelmatig even op uw ene been te staan zonder u ergens aan vast te houden. Zorg er wel voor dat er altijd een handgreep in de buurt is!
Verplaatsen zonder prothese Tijdens de therapieën leert u zich ook verplaatsen zonder een prothese. Bijvoorbeeld met de rolstoel, een looprek of twee elleboogkrukken. Dit leert u omdat er ook momenten zullen zijn dat u de prothese niet aan heeft. Op die momenten is het handig dat u zich op een andere manier kunt verplaatsen. Welke oefeningen voor u van toepassing zijn hangt af van uw conditie, uw evenwicht en de doorbloeding van uw goede been.
Hoe zit het met u? Wat zou u willen oefenen bij de fysiotherapie? Wat is voor u belangrijk om straks weer te kunnen, thuis? Maak hiervan eens een lijstje. Bijvoorbeeld in volgorde van belangrijkheid. Wat wilt u eerst leren? En wat daarna? Bespreek dit met de fysiotherapeut. Op deze manier heeft u zelf invloed op de behandeling, en werkt u aan dingen die u zelf echt nuttig vindt.
13
Hoofdstuk 5 Leren lopen met een prothese
'Drie maanden geleden is mijn been geamputeerd, het duurde drie weken voordat mijn wond was genezen. Drie weken later werd mijn prothese aangemeten en twee weken later kon ik mijn eerste stappen weer zetten. Eerst in de loopbrug. Het was wel vreemd, de prothese voelde zwaar aan. Nu ik wat verder ben in de training heb ik minder dat gevoel, ik krijg meer controle over het lopen. Ik oefen nu met het lopen op verschillende ondergronden. Dat is soms nog wel een vreemd gevoel.'
Als u de prothese eenmaal heeft gekregen en goed voorbereid bent, gaat u tijdens de therapieën stap voor stap oefenen om te lopen. Tijdens de fysiotherapie leert u een goede looptechniek aan. Tijdens de sporttherapie leert u uw evenwicht bewaren en spelenderwijs allerlei bewegingen met de prothese te maken. Tijdens de ergotherapie leert u de prothese te gebruiken bij uw dagelijkse bezigheden.
'Het gevoel om te kunnen lopen raak je niet kwijt. Wel is het zoeken hoe je op een goede manier weer je been kan sturen om een pas te maken.'
'Toen ik voor het eerst op mijn prothese stond in de loopbrug, had ik geen idee wat ik mocht voelen. Mocht het nou wel of geen pijn doen, dat dragen van zo'n prothese?'
14
Hoe gaat het leren lopen tijdens de fysiotherapie? 1.
U leert zelf de prothese aan- en uit te trekken.
2.
U leert voelen hoe de prothese past.
3.
U leert hoe u de huid van de stomp moet controleren na het dragen van de prothese.
4.
U oefent het opstaan en gaan zitten met de prothese vanuit de (rol)stoel.
5.
U gaat de prothese ook buiten de therapietijden dragen, u bouwt de draagtijd geleidelijk op.
6.
U leert om te staan in de loopbrug en om te voelen dat u weer kunt steunen op beide benen, zodat u stabiel staat en weer in evenwicht bent.
7.
U oefent het maken van stappen met het goede been terwijl u steunt op de prothese.
8.
U leert voelen hoe u de prothese goed naar voren kunt plaatsen om een stap te kunnen maken.
9.
U leert een goede looptechniek aan.
10.
U leert lopen buiten de brug met een loophulpmiddel, bijvoorbeeld een rollator, elleboogkrukken, stokken of een looprek. Als het mogelijk is leert u ook lopen zonder loophulpmiddel.
11.
U leert wat u bij drempels, obstakels en trappen kunt doen en hoe u op verschillende ondergronden kunt lopen (bijvoorbeeld grind, zand, een bospad, vloerbedekking, gras). U gaat dus ook tijdens de therapie naar buiten!
15
Aanleren van een goede looptechniek Als u eenmaal weet hoe u de prothese naar voren kunt plaatsen en al een aantal keren geoefend heeft, gaat de fysiotherapeut u een goede looptechniek aanleren. De 'looptechniek' is de manier waarop u loopt. Het is belangrijk dat u zo goed mogelijk leert lopen om klachten van uw heupen of rug te voorkomen. Ook is een goede looptechniek belangrijk om ervoor te zorgen dat u niet te moe wordt. U leert zijwaarts lopen (dit doet u namelijk vaker dan u denkt in het dagelijks leven) en u leert gelijke passen te nemen. De fysiotherapeut zal uw looppatroon bekijken en als dat nodig is corrigeren. Dat betekent dat u in de oefenzaal heen en weer loopt, instructies krijgt en probeert deze instructies toe te passen. Soms wordt er ook een spiegel gebruikt, zodat u zelf goed kunt zien hoe u loopt. Als u dat wilt kan er ook een video-opname gemaakt worden.
'Eerst begreep ik niet waarom ik toch steeds heen en weer moest lopen in de oefenzaal. Nu begrijp ik dat de fysiotherapeut naar mijn hele lijf kijkt. Loop ik rechtop, belast ik mijn goede been niet teveel, sta ik niet scheef, span ik geen verkeerde spieren aan? Toen ze er een spiegel bij haalde, begreep ik wat ze bedoelde. Toen zag ik zelf pas hoe krampachtig ik eigenlijk liep.'
16
Extra oefeningen In de toekomst zult u uw prothese misschien in veel situaties gaan gebruiken. Bijvoorbeeld tijdens het tuinieren, tijdens het werken in en rond het huis, bij het uitoefenen van hobby's of bij het sporten. Dit soort bezigheden kunt u ook oefenen tijdens de fysiotherapie, ergotherapie, of sporttherapie. U kunt zelfstandig oefenen, oefenen met een behandelaar, of samen oefenen met een groep mederevalidanten onder begeleiding van een behandelaar.
Bouw het oefenen langzaam op. Draag de prothese steeds een uurtje langer. Zo wordt de prothese uiteindelijk 'onderdeel van uw lijf'.
Alle begin... Alle begin is moeilijk. Dat geldt ook voor het leren lopen met een prothese. In het begin weet u niet wat u mag en kunt voelen tijdens het staan en lopen met een prothese. Hoe moet een prothese aanvoelen? Wanneer weet u nu of de prothese goed past? Hoe meer u oefent met de prothese, hoe meer 'eigen' dit hulpmiddel wordt. Uiteindelijk leert u steeds beter voelen wat wel en niet klopt, en u leert dit beter onder woorden brengen. Dit wil niet zeggen dat u op technisch vlak moet weten wat er moet gebeuren aan de prothese, maar u bent wel degene die weet hoe het voelt, en wat u wilt en vooral ook wat u niet wilt
Hoe zit het met u? Heeft u het gevoel dat de prothese al een stukje van uzelf wordt? Heeft u nog wensen? Kijkt u eens in de spiegel als u loopt in de oefenzaal. Ziet of voelt u nog eigenaardigheden? Bent u tevreden over uw looppatroon? Hoe voelt het andere (gezonde) been? En uw rug?
Neem direct contact op met een van de behandelaars als u vreemde geluiden hoort in uw prothese, zoals piepen of kraken. Loop niet verder zonder een loophulpmiddel te gebruiken, om te voorkomen dat u valt. En neem zo snel mogelijk contact op met de instrumentmaker.
17
18
Hoofdstuk 6 Wat doe ik bij huidklachten?
'In mijn lies had ik regelmatig last van kleine bolletjes. De dokter noemde ze cystes. Ze irriteerden me en het deed pijn bij het lopen. Volgens de dokter en de orthopedisch instrumentmaker zat de koker te strak. We hebben dit verholpen door de druk beter te verdelen en dat scheelt aanzienlijk.'
'Een aantal maanden geleden had ik ineens jeuk aan mijn stomp. Er ontstond een grote rode kring en de huid ging schilferen. Het bleek een schimmelinfectie te zijn. Van de revalidatiearts kreeg ik een antischimmelmiddel. Het hielp en de prothese kon ik al snel weer aan.'
Huidklachten Bij gebruik van een beenprothese belast u de huid op een plaats die u normaalgesproken nooit belast. Daardoor kunnen soms vervelende huidklachten ontstaan, zoals drukplekken, blaren en infecties.
Wat zijn huidklachten?
Eczeem
Infecties door bacteriën of schimmels
Blaren
Wondjes
Eeltplekken
Cysten
Drukplekken
Jeuk
Verkleuringen
19
Hoe zit het met u? Hoe ziet de huid van uw stomp eruit na het lopen? Ziet u vreemde plekken? Bekijk uw huid regelmatig op dit soort plekken. Gebruik een klein spiegeltje voor de delen die u niet zelf kunt zien. Maakt u zich zorgen, vraag dan de arts of verpleegkundige om advies.
Gebruik bijvoorbeeld een eenvoudig make-upspiegeltje.
Na het lopen met een prothese kan de huid van de stomp een beetje rood worden. Dit is normaal. De roodheid moet wel na een paar uur verdwijnen. Gebeurt dat niet, dan is het goed de arts, verpleegkundige of instrumentmaker om raad te vragen.
Hoe ontstaan huidklachten? Huidklachten worden veroorzaakt door de prothese, de vorm van de stomp, overtollig zweten of door allergieën voor het materiaal waarvan de prothese gemaakt is. De prothese geeft bijvoorbeeld klachten doordat hij niet goed past. Maar irritatie kan ook voorkomen bij een goed passende prothese. Een prothese schuift namelijk altijd langs de stomphuid. Littekens of overtollige huid van de stomp kunnen irriteren en kleine wondjes of blaren veroorzaken. Blaren ontstaan meestal door wrijving. Verder ontstaan een aantal huidklachten soms door overmatig zweten of een allergie voor het materiaal waarvan de koker is gemaakt.
‘Ik ben de laatste tijd nogal afgevallen en merk dat de koker steeds ruimer is gaan zitten. Daardoor heb ik last van een blaar gekregen. Dat komt door het schuren van de huid tegen de prothesekoker, vertelde de arts me. Er wordt nu een nieuwe koker gemaakt. Tot die tijd heb ik extra stompsokken gekregen.’
20
De pasvorm De pasvorm van de prothese is heel belangrijk. Een te grote prothese veroorzaakt beweging van de stomp in de koker. De lucht wordt dan tijdens het lopen tussen de stomp en de koker door geperst. Dit kan gaan branden op de huid en blaren veroorzaken. Een te kleine prothese kan cysten en eeltplekken veroorzaken.
‘Mijn prothese zit veel te strak in mijn lies. Daardoor krijg ik allerlei eeltplekken die zeer gaan doen. Ook heb ik af en toe last van cystes. Kleine bolletjes. De instrumentmaker heeft nu de bovenrand iets ruimer gemaakt en we gaan kijken of dit de oplossing is’ .
Zweten... wat is daaraan te doen? Een aantal huidklachten kunnen ontstaan door zweten. De een zweet sneller dan de ander. Ook kan veel zweten te maken hebben met het materiaal dat gebruikt wordt in uw prothese.
Overleg met uw orthopedisch instrumentmaker en revalidatiearts over het materiaal van de prothese, als u denkt dat het zweten daarmee te maken heeft.
Trek elke dag schone stompsokken aan.
Was de stomp en de prothese met water en liefst niet met zeep.
Was de sokken met een neutraal wasmiddel zonder parfum.
Verder kan een siliconenliner het zweten doen afnemen. Ook is er een speciaal antizweetpoeder in de handel. Overleg over deze mogelijkheden met de revalidatiearts en de instrumentmaker.
Hoe zit het met u? Zweet u voor uw gevoel overmatig veel? Vraag de revalidatiearts of verpleegkundige om advies. Soms is er een eenvoudige oplossing voorhanden. Er bestaan bijvoorbeeld speciale huidverzorgingsmiddelen. Als deze niet helpen kunt u vragen om een doorverwijzing naar een dermatoloog.
‘Ik gebruikte eerst nylonkousen in mijn onderbeenprothese. Die veroorzaakten nogal wat problemen en ik zweette ook enorm. Nu ik badstof kousen gebruik is het een stuk minder en heb ik geen last meer van vocht, blaren en schimmelinfecties.’
21
Wat kunt u zelf doen om huidklachten te voorkomen? 1. Verzorg de stomp en de prothese goed.
Was de prothesekoker of liner, de stomp en de stompsokken dagelijks met lauw water.
Gebruik geen wasmiddelen met parfum, maar een PH-neutraal wasmiddel (vraag uw behandelaar om merknamen).
Gebruik zo min mogelijk zeep. Was de huid niet meer dan één keer per dag met zeep. Zeep droogt de huid uit en verdringt de gezonde bacteriën die als een beschermlaag op de huid liggen. De huid kan hierdoor kloofjes en barstjes krijgen. Dit vergroot de kans op schimmel- en gistinfecties.
Droog de huid niet te ruw, maar dep hem droog.
2. Ga niet met een vochtige huid in de koker of liner. Dit gaat stroef, en er kunnen plooien in de stomp komen. Hierdoor kan de huid geïrriteerd raken.
3. Laat de pasvorm regelmatig controleren door de orthopedisch instrumentmaker (minimaal eenmaal per half jaar). Als de prothese niet meer past is er misschien een nieuwe koker nodig of kunt u baat hebben bij extra stompkousen of kleine kussentjes. Ga ook zelf regelmatig na of de prothese nog prettig zit (niet te los of te strak).
Bij alle huidaandoening geldt dat u zelf (in overleg met het team) moet inschatten of u de prothese aandoet of uitlaat. Pijn is altijd een teken dat u de prothese beter (tijdelijk) uit kunt doen. Als u de prothese langere tijd niet draagt kan de omvang van de stomp toenemen. De prothese past dan niet meer. Zorg er altijd voor dat u uw stomp zwachtelt of de liner aanhoudt als u de prothese uitlaat overdag. 's Nachts hoeft u de stomp in principe niet te zwachtelen, want als u ligt neemt de stomp meestal niet in omvang toe door vocht.
Uitgebreidere informatie vindt u in de folder Problemen met de stomphuid, voorkomen is beter dan genezen (van de Universiteit Utrecht en De Hoogstraat). Deze folder kunt u vragen aan uw revalidatiearts. U kunt hem ook vinden op de afdeling in de huiskamer, bij de Orthopedietechniek De Hoogstraat of in de bibliotheek.
Zie ook het overzicht: Wat te doen bij huidproblemen? Achter het tabblad Informatie van het behandelteam.
22
Verder lezen? Boek
De benen nemen. Leven met een beenprothese. Els Cats. Lifetime, Kosmos-Z&K Uitgevers, Utrecht / Antwerpen
Folders
Informatieboekje 1 Medische informatie
Informatieboekje 2 Werken aan herstel
Informatieboekje 4 Weer naar huis, en dan …?
Revalidatiegids en folder Uw revalidatie bij De Hoogstraat
Folder Problemen met de stomphuid, voorkomen is beter dan genezen (via revalidatiearts, huiskamer, OTH of bibliotheek).
Internet
Forum Korter maar krachtig: www.kortermaarkrachtig.nl
Landelijke Vereniging voor Geamputeerden (LVvG): www.lvvg.nl
Stichting De benen nemen: www.debenennemen.nl
Mezzo, landelijke vereniging voor mantelzorgers en vrijwilligerszorg: www.mezzo.nl
23
Colofon Uitgave:
Revalidatiecentrum De Hoogstraat, Utrecht, 2010
Tekst:
Femke Bes, Wim Kok, Caroline van den Kommer, Kim Schwab
Fotografie:
Femke Bes, Ben Henninger
Redactie, opmaak:
Rosanne Faber, Andrie de Graaff
Vormgeving:
John de Vries, Vriedesign, Tiel
Met dank aan:
Lotgenotenforum van Korter Maar Krachtig, Landelijke Vereniging van Geamputeerden (LVvG), (oud)revalidanten van De Hoogstraat
Dit informatieboekje is onderdeel van de werkmap Stap! Revalideren na een beenamputatie. De werkmap is ontwikkeld door medewerkers van revalidatiecentrum De Hoogstraat. We staan open voor gebruik van de tekst door anderen. We stellen bronvermelding op prijs. Wilt u (delen van) de tekst overnemen, neem dan even contact op met de afdeling patiëntencommunicatie (030 256 1391).
24
Rembrandtkade 10, 3583 TM Utrecht
쏆 030
256 1211
쏆
www.dehoogstraat.nl
September 2010
Dit informatieboekje is onderdeel van de werkmap Stap! Revalideren na een beenamputatie.