Projectvoorstel Fase II Landelijk ondersteuningsprogramma Kwaliteitsverbetering van de Advies en Steunpunten Huiselijk Geweld
Inleiding In de beleidsbrief ‘Beschermd en Weerbaar’, intensivering van de opvang en hulp bij geweld in afhankelijkheidsrelaties (december 2007) schetst de oud staatssecretaris van VWS, mw. J. Bussemaker, haar ambitie en inzet om te komen tot een duurzaam toekomstbestendig stelsel van opvang en hulp. Een van de actiepunten uit deze beleidsbrief is de versterking van de Advies- en Steunpunten Huiselijk Geweld (ASHG’en). Vanuit de Advies- en steunpunten huiselijk geweld is er behoefte aan een meer landelijke begeleiding van hun branches bij de verdere ontwikkeling, daarbij inhoudelijk ondersteund door expertisecentra. Daarnaast hebben steunpunten behoefte aan een sterkere regiefunctie van gemeenten. De conclusies van de evaluatie van de stimuleringsmaatregel ASHG’en uitgevoerd door TNO in opdracht van VWS (juli 2008) ondersteunen dit. De vier brancheorganisaties Federatie Opvang, de MOgroep, GGD Nederland en VNG hebben de eigen verantwoordelijkheid opgepakt en ondertekenden met de staatssecretaris van VWS de actieverklaring ‘Beschermd en Weerbaar’. Doel van deze actieverklaring is om gezamenlijk op te trekken om te komen tot een duurzaam en toekomstbestendig stelsel van opvang en hulp. Het project Kwaliteitsverbetering van de (A)SHG’en is een samenwerkingsverband tussen de brancheorganisaties en ondersteunt de verdere professionalisering van (A)SHG’en. Doel van het project is te komen tot standaardisering en professionalisering van de (A)SHG’en met als uiteindelijk doel dat het (A)SHG een coördinerende rol kan vervullen in de aanpak huiselijk geweld. De branches staan voor een basale landelijke aanpak met oog voor regionale verschillen. Sterke steunpunten zijn een voorwaarde voor een toekomstbestendige ketenaanpak huiselijk geweld. Steunpunten zijn immers de spil in de ketenaanpak huiselijk geweld. Het ondersteuningsprogramma bestaat uit de volgende onderdelen: A Visieontwikkeling B Instrumenten(ontwikkeling) C Regiefunctie gemeenten D Coördinatie en communicatie. Fase II bouwt verder op de activiteiten en resultaten van fase I. Fase I is uitgevoerd van 21-09-2009 tot en met 01-06-20101.
Resultaten fase I A Onderdeel Visie Focusgroepen
Bureau Dijkstra heeft met het Nederlands Jeugdinstituut een onderzoek uitgevoerd naar de praktijksituatie van de ASHG’s. De methode die hiervoor gebuikt is, zijn focusgroepen. Focusgroepen worden vaak in sociaal-wetenschappelijk onderzoek gebruikt om posities, ervaringen of praktijksituaties te verhelderen. Dit is een geschikte methode om in de eerste fase van het ondersteuningsprogramma meer praktijkkennis van de werkvloer van de ASHG’s te verzamelen. In het onderzoek staan de volgende deelvragen centraal: - Wat zijn de ervaringen van en met het ASHG vanuit het perspectief van cliënten met ervaringen met partnergeweld, medewerkers ASHG en ketenpartners? - Hoe reageren landelijke experts op de gedocumenteerde ervaringen en analyse van de ervaringen van de hierboven genoemde deelnemers (cliënten, medewerkers ASHG, ketenpartners)? - Wat leren deze ervaringen het werkveld en beleidsmakers over de toekomstige inrichting van de ASHG’s, de ketensamenwerking en de geleverde diensten?
Het tempo van uitvoering van de verschillende activiteiten verschilt. Een aantal activiteiten zijn daarom nog niet afgerond. Dit is reeds met VWS besproken.
1
-1-
De focusgroepen zijn bijeen geweest, in maart 2010 heeft een afsluitende expertmeeting plaats gevonden. Het onderzoek is afgerond. Resultaat is een rapportage met aanbevelingen. De rapportage is verstuurd aan de ASHG’s. Verschillende ASHG’s hebben de eindrapportage intern besproken. De branches hebben een aantal aanbevelingen uit de rapportage opgepakt en deze zijn onder andere opgenomen in voorliggend project.
B Onderdeel instrumentenontwikkeling Risicoscreening ASHG’s
In navolging op het risicoscreeningsinstrument voor de vrouwenopvang, ontwikkelt het Verwey-Jonker Instituut momenteel een risicoscreening voor ASHG’s. Hiermee wordt vooruit gelopen op de Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. In het kader van deze wet dienen instellingen per 1 januari 2011 signalerings- en risicotaxatieinstrumenten te ontwikkelen. Momenteel wordt de conceptscreening bij vier steunpunten uitgetest in pilots (ASHG Drenthe, ASHG Nieuwe Waterweg Noord, ASHG regio Den Haag, ASHG regio Noord-Veluwe, IJssel-Vecht, Deventer en Twente). De gekozen steunpunten verschillen in werkwijze, grootte en liggen verspreid over het land. Doel van de screening is om de veiligheidssituatie van nieuwe cliënten op systematische wijze in kaart brengen. De te ontwikkelen risicoscreening is primair bedoeld voor steunpunten die dit momenteel nog onvoldoende systematisch doen. Daarnaast wordt gesproken met een aantal ASHG’s die dit al wel doen en tegen nieuwe vragen aanlopen, zoals: Hoe kan je gestructureerd omgaan met politiemeldingen en als je veiligheidsrisico’s systematisch in kaart hebt gebracht, hoe weeg je de risico’s dan vervolgens af? Het ASHG regio Groningen en SHG regio Peelland werken hier aan mee. Eind september 2010 is de ontwikkelingsfase van deze activiteit afgelopen.
Informatievoorziening ASHG’s
Één van de speerpunten van het ondersteuningsprogramma is de informatievoorziening bij de ASHG’s. Er wordt gestart met een klein onderzoek naar het gebruik van de ASHG-gegevensset. Deze set is enkele jaren geleden ter beschikking gesteld aan de ASHG’s. Nagegaan zal worden of de ASHG gegevensset inderdaad (bijna) niet gebruikt wordt en waarom niet. Op basis daarvan wordt beoordeeld of het gebruik van deze set wel de juiste manier is om een verbeterslag te maken in de informatievoorziening. Daarnaast wordt een advies gegeven hoe op korte termijn de (landelijke) informatievoorziening verbeterd kan worden.
Werkprocessen ASHG en follow up (basis)functies2
Uitgangspunt voor deze activiteit is het document functies ASHG. Per functie wordt het bijbehorende werkproces beschreven in modulen. Modulen zijn op te vatten als hulp-of dienstverleningseenheden die met elkaar de bouwstenen vormen voor het totale hulp- en dienstverleningsaanbod van een organisatie (Scholte, 2007). Modulen bevatten een korte omschrijving van: doel, doelgroep, duur en frequentie, setting, werkwijze/activiteiten en randvoorwaarden helpen bij het aanbod uitvoeren, verbeteren, standaardiseren, etaleren en communiceren, combineren (ketensamenwerking) en de resultaten meetbaar maken zijn flexibel. Dat betekent dat per basisfunctie de primaire werkprocessen worden beschreven maar dat er voldoende ruimte bestaat voor een ASHG om werkprocessen specifiek op de regionale situatie af te stemmen. Ondersteuningsprogramma regiefunctie gemeenten van VNG Doel van de bijdrage van VNG is het ondersteunen van centrumgemeenten bij de uitoefening van hun beleidsmatige en regietaak voor de Steunpunten Huiselijk Geweld. Op verzoek van VWS is de VNG, evenals de branche organisaties gestart met een gedachtewisseling over de (basis) functies voor Steunpunten Huiselijk Geweld. De VNG heeft de standpuntbepaling met betrekking tot de basisfuncties van de steunpunten huiselijk geweld voorbereid in een focusgroep, bestaande uit ambtenaren van een achttal centrumgemeenten.
C Onderdeel Coördinatie en communicatie Communicatie algemeen
In de eerste fase van het ondersteuningsprogramma zijn MOgroep/GGD NL/FO steeds meer gaan samen werken/afstemmen met VNG en MOVISIE, niet alleen in kader van ASHG 2
Mogroep, GGD NL en FO hebben mbt deze activiteit een inhoudelijke wijziging voorgesteld. Deze inhoudelijke wijziging is met VWS besproken en geaccordeerd. De resultaten corresponderen daarom niet met het originele projectplan zoals ingediend bij VWS (met kenmerk FO09 147 6.20, dd 18-09-2009).
-2-
ondersteuningsprogramma maar ook in kader van andere trajecten die van invloed zijn op het werk van de ASHG’s, zoals de wet Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Om de communicatie over het landelijk ondersteuningsprogramma te verbeteren heeft de FO een digitaal logboek (webpagina) ontwikkeld.
Platform ASHG
In fase I hebben twee Platformbijeenkomsten plaats gevonden.
Projectvoorstel voor de tweede fase van het ondersteuningsprogramma Gehanteerde uurtarieven in fase II: • MOgroep, GGD NL en FO: 120 euro (incl BTW) • VNG: 155 euro (incl BTW) • Inhuur externen:155 euro (incl BTW)3 N.B.: de begroting wordt nu nog opgesteld. Is in dit concept nog niet meegenomen.
A Onderdeel Visie Activiteit A1.
Veiligheidsvisie (A)SHG
Inleiding In de tweede fase van het ondersteuningsprogramma willen we gaan werken aan een gemeenschappelijke landelijke veiligheidsvisie voor de (A)SHG’s. Een gemeenschappelijke visie vanuit de inhoud van het werk bezien. Deze visie dient als uitgangspunt voor een landelijke (A)SHG-koers. De 4 Veiligheidsvisie wordt afgestemd met de landelijke werkgroep Veiligheid . Relatie met Fase I - Een van de knelpunten benoemd in het onderzoek van bureau Dijkstra (fase I) is dat de (A)SHG’s behoefte hebben aan een landelijke visie op het eigen werk en een landelijke koers van de (A)SHG’s. Daarnaast wordt er door de onderzoekers geconstateerd dat er een veelheid aan nieuwe ontwikkelingen is waardoor het hebben van een landelijke visie en koers steeds belangrijker wordt. Daardoor wordt het voor (A)SHG’ s duidelijker wat de kern van het werk is en welke taken bij ketenpartners horen. De kern van het werk van een (A)SHG is het stoppen van huiselijk geweld, een veilige situatie voor de cliënt creëren en het toeleiden van cliënten naar de juiste hulpverlening. Een gemeenschappelijke veiligheidsvisie onderbouwt de kern van het werk van (A)SHG’s. - In de eerste fase van het ondersteuningsprogramma is een risicoscreeningsinstrument ontwikkeld. De veiligheidsvisie onderbouwt het risicoscreeningsinstrument. Doelstelling Het komen tot een gemeenschappelijk standpunt op het waarborgen van de veiligheid van gezinssystemen in situaties van geweld in afhankelijkheidsrelaties, in relatie tot de taak van de ASHG’s. Resultaat Een landelijke veiligheidsvisie voor de (A)SHG’en. Deze visie sluit aan bij de landelijke veiligheidsvisie 5 van de landelijke werkgroep Veiligheid Activiteiten 1. Voorbereiding. - Literatuuronderzoek - Werkgroep (A)SHG coördinatoren samen stellen 2. Opstellen visie 3
Voor de inhuur van het Verweij Jonker Instituut gelden afwijkende tarieven, namelijk: Senior onderzoeker (260 uur, uurtarief € 165 excl BTW), Onderzoeker (377 uur, uurtarief € 135 excl BTW). De landelijke werkgroep veiligheid bestaat uit: Federatie Opvang, politie, VWS, Vrouwenopvang, VNG en het LEC. Deze landelijke werkgroep ondersteunt het initiatief om te komen tot een landelijke (A)SHG Veiligheidsvisie. 4
-3-
- Schrijven visiedocument - Bespreken met (A)SHG werkgroep - Afstemmen met de werkgroep Veiligheid - Concept bespreken met landelijke (A)SHG stuurgroep - Reacties verwerken 3. Afronding en implementatie - Bespreken Veiligheidsvisie met (A)SHG coördinatoren (Platform (A)SHG) - Reacties verwerken, afronden en finaliseren visie - Veiligheidsvisie ter beschikking stellen aan (A)SHG’s en werkgroep Veiligheid Trekker Deze activiteit wordt getrokken door de Federatie Opvang. De coördinatoren van GGD NL en MOgroep zullen actief participeren in het opstellen van de veiligheidsvisie. Planning Activiteit Voorbereiding Opstellen visie Implementatie Middelen Onderwerp Voorbereiding
Start Juli t/m augustus 2010 September t/m november 2010 December 2010 Trekker
MOgroep/GGD NL
Productiekosten
kosten
Opstellen visie Implementatie
Activiteit A 2. Politie meldingen: landelijke norm ontwikkelen Inleiding Meldingen bij (A)SHG’s komen via verschillende routes binnen: Rechtstreeks via de cliënt (zelfaanmelders), via hulpverlenende/zorg instellingen zoals huisartsen of AMW en via de politie. Politiemeldingen en meldingen van cliënten zijn voor (A)SHG’s de belangrijkste soorten meldingen. In de huidige situatie worden politiemeldingen door het hele land op verschillende wijze aan de (A)SHG’s doorgestuurd en ook zijn er grote verschillen in de soort informatie die aan (A)SHG’s wordt doorgestuurd. Daarnaast zijn afspraken over het doorsturen van politiemeldingen vaak afhankelijk van persoonlijke afspraken. Relatie met Fase I - In fase I is een risicoscreeningsinstrument ontwikkeld. Gedurende de pilotperiode is duidelijk geworden dat (A)SHG coördinatoren behoefte hebben aan landelijke afspraken opdat politiemeldingen meer gestructureerd aangeleverd aan het (A)SHG worden.Verder blijkt uit gesprekken met (A)SHG coördinatoren dat er behoefte is aan meer borging van afspraken omtrent het doorgeven van politiemeldingen, huidige afspraken zijn nu te veel afhankelijk van personen. Doel In Nederland geleidt de politie op dezelfde wijze meldingen door aan het (A)SHG. De soort informatie die de meldingen bevat is in alle (politie-)veiligheidsregio’s hetzelfde. Resultaat - Landelijke afspraken tussen de politie en de koepels MOgroep W&MD, FO en GGD NL ‘politiemeldingen huiselijk geweld’. - Deze landelijke afspraken worden afgestemd op de activiteit informatievoorziening (zie activiteit B4). - Bekeken zal worden of de afspraken ook gehanteerd kunnen worden voor andere melders aan het (A)SHG (wijze waarop wordt aangeleverd en type afspraken). Dit wordt geformuleerd in een richtlijn aan de (A)SHG’s. Activiteiten 1. Inventarisatie - Inventariseren welke afspraken (A)SHG’s hebben met de regiopolitie als het gaat over aanleveren van meldingen huiselijk geweld (wijze waarop wordt aangeleverd en type afspraken) 2. Opstellen landelijke afspraken
-4-
- Overleg met het landelijk bureau ‘huiselijk geweld en de politietaak’ en met een werkgroep bestaande uit (A)SHG coördinatoren. - Afstemmen met (A)SHG’s en het landelijk bureau huiselijk geweld en de politietaak. 3. Implementatie & follow up - Uitrollen landelijke afspraken en (digitaal) ter beschikking stellen aan (A)SHG’s en politiecorpsen. Deze landelijke afspraken worden afgestemd op de activiteit informatievoorziening (zie activiteit B4). - Advies over de bruikbaarheid van de afspraken voor andere melders aan het (A)SHG (wijze waarop wordt aangeleverd en type afspraken). Trekker Deze activiteit wordt uitgevoerd door de MOgroep W&MD. Planning Activiteit Inventarisatie Opstellen samenwerkingsafspraken Implementatie Middelen Onderwerp Voorbereiding
Trekker
FO
Start Oktober t/m november 2010 December 2010 t/m januari 2011 Februari 2011 Uitvoerder
Productiekosten
kosten
Opstellen landelijke afspraken Implementatie
B Onderdeel (instrumenten)ontwikkeling B.1.
Implementatie risicoscreeningsinstrument en onderzoek
Inleiding In fase I is een risicoscreeningsinstrument ontwikkeld. Om ervoor te zorgen dat het instrument wordt geïmplementeerd in het primaire werkproces van het (A)SHG is een stevige landelijke sturing vanuit de branches nodig. Het risicoscreeningsinstrument wordt door (A)SHG medewerkers gebuikt om een betere inschatting van de veiligheidssituatie van de cliënt en diens kinderen te maken. Hierdoor kan de (A)SHG medewerker gericht een goede keuze maken uit het benodigde hulpaanbod, opdat hulp goed aansluit bij de veiligheidssituatie van de cliënt. Het hulpaanbod is daardoor passender en effectiever. Relatie met Fase I In fase I is een risicoscreeningsinstrument ontwikkeld. Doelstelling - Sectorbreed implementeren van het risicoscreeningsinstrument. - (A)SHG ketenpartners weten dat (A)SHG’s met het risicoscreeningsinstrument werken. - Elke cliënt van het (A)SHG wordt gescreend op haar/zijn veiligheidssituatie. De (A)SHG hulpverlener maakt mede op basis van deze veiligheidssituatie van de cliënt een zorgplan, passend bij diens situatie en/of leidt de cliënt toe naar de juiste hulpverlening. Resultaat - Een gevalideerd risicoscreeningsinstrument. - Implementatie aan de hand van: • Validatie. • Vier regionale studiedagen. • Vraagbaakfunctie. • Een landelijke evaluatiebijeenkomst (12 maanden na implementatie) Activiteiten Voorbereiding
-5-
- Validatie van het risicoscreeningsinstrument (expertmeeting waarin uitvoerenden en coördinatoren (A)SHG commentaar geven op het instrument, bespreken van de randvoorwaarden voor toepassing van het instrument, vervolgens wordt de laatste versie van het instrument en handleiding geschreven) - Publicatie maken van het risicoscreeningsinstrument en de handleiding - Factsheet over het risicoscreeningsinstrument en het gebruik ervan voor ketenpartners. - Organiseren landelijke evaluatiebijeenkomst (wordt opgenomen in het onderdeel Platform (A)SHG, zie onderdeel D). Uitvoering - Vier regionale studiedagen (uitleg over gebruik van het instrument, oefening, verdiepingsonderdeel mbt veiligheidsaspecten die gepaard gaan bij de aanpak van huiselijk geweld). 6 - Landelijke afspraken maken over de registratie/hoe managementinformatie verzamelen . Dit wordt opgepakt in het onderdeel (A)SHG informatievoorziening. - Vraagbaakfunctie inrichten. Trekker: Federatie Opvang ism Verweij Jonker Instituut Planning Activiteit Voorbereiding Uitvoering Landelijke evaluatiebijeenkomst Middelen Onderwerp Voorbereiding Validatie risicoscreeningsinstrument - Publicatie maken van het risicoscreeningsinstrument en de handleiding - Factsheet over het risicoscreeningsinstrument en het gebruik ervan voor ketenpartners. Uitvoering - Vier regionale startbijeenkomsten - Landelijke afspraken maken over de registratie/hoe managementinformatie verzamelen. - Vraagbaakfunctie inrichten
Trekker FO communicatie uren en coordinatie uren
Start Januari, februari 2011 Maart t/m mei 2011 Voorjaar 2012 Uitvoerder
Productiekosten Verspreiden, opmaak en drukkosten factsheet en publicatie risicoscreeningsinstrument
kosten
Oa Verslaglegging door FO
Monitoring en evaluatie FO coordinatie - Onderzoek naar de en organisatie weging en interpretatie uren van risicofactoren (zie activiteit B.2.) - Een landelijke 7 evaluatiebijeenkomst . - - Procesevaluatie van de implementatie
6 Denk hierbij aan: Kunnen medewerkers de cliënt goed doorverwijzen; in hoeveel gevallen is er sprake van een veiligheidsprobleem; waar wordt de cliënt naartoe verwezen? Hoeveel meldingen en welke soort meldingen komen er binnen. De registratievragen worden afgestemd met het onderdeel (A)SHG informatievoorziening. 7 I.s.m. MOVISIE
-6-
B.2.
Evaluatie implementatie risicoscreeningsinstrument op proces en op inhoud8
Inleiding Ad. 1: De evaluatie op proces onderzoekt de volgende vragen: - Is de risicoscreening in alle steunpunten geïmplementeerd en is het instrument door de verschillende instellingen op dezelfde wijze geïmplementeerd? - Hoe wordt de screening gebruikt? Wordt het inzicht in veiligheid van betrokkenen erdoor vergroot? Geeft het instrument zodanig inzicht in de veiligheid dat duidelijk is of de persoon direct benaderd moet worden of dat het nog even kan wachten? Wordt duidelijk welke vervolgstappen genomen moeten worden? - Welke knelpunten zijn er en is bijstelling van het instrument noodzakelijk? Ad 2: Evaluatie implementatie risicoscreeningsinstrument op inhoud: Betrouwbaarheidsanalyse Via een analyse van de door de (A)SHG gebruikte risicoscreeningsformulieren wordt inzicht verkregen in hoe de formulieren worden gebruikt. Aan de hand van enkele (10-20) risicoformulieren worden op drie plaatsen met een aantal hulpverleners casusbesprekingen gehouden. Doel is zicht te krijgen op de betrouwbaarheid van de screening: Levert het gebruik van het formulier eenzelfde uitkomst op bij verschillende hulpverleners? En vervolgens, geeft deze uitkomst voldoende houvast om vervolgstappen te nemen? Het werken met risicoscreeningen in geval van huiselijk geweld vindt op meerdere plekken plaats: Bij de politie, bij de reclassering. Ook in het buitenland is er ervaring mee. De knelpunten die uit het gebruik naar voren komen, worden via een literatuuronderzoek getoetst aan ervaring met andere instrumenten. Dit is mede van belang om tot een eventuele aanpassing te kunnen komen. Daarnaast is de literatuurstudie van belang om meer zicht te krijgen op de relevantie van screeningen: Wat komt uit de literatuur naar voren over de praktijkrelevantie van het werken met screeningsinstrumenten in geval van huiselijk geweld? En werkt het voor de interventies aan slachtoffers beter dan bij plegers of kinderen? Welke vervolgstappen worden er genomen volgens de literatuur, en wat zijn daarbij leidende criteria? De evaluatie op inhoud onderzoekt de volgende vragen: De vraagstelling: 1. Geeft de risicoscreening voldoende inzicht in de individuele risico- en de beschermende factoren en hoe deze gewogen moeten worden? Voor alle betrokkenen (slachtoffer, pleger, kinderen) en alle vormen van huiselijk geweld (oudermishandeling, kindermishandeling, eergeweld)? 2. Wat kunnen we leren van onderzoek naar andere screeningsinstrumenten m.b.t. risicofactoren en beschermende factoren voor huiselijk geweld? Verband met fase I In fase I is een risiscoscreeningsinstrument ontwikkeld. In fase II wordt dit instrument geïmplementeerd. Doelstelling - Ad1: Zicht op het gebruik van het risicoscreeningsinstrument en op succesfactoren en knelpunten - Ad 2: Verdiepingsslag: (A)SHG medewerkers hebben meer kennis over individuele risicofactoren. (A)SHG medewerkers hebben meer kennis van de invloed van individuele risicofactoren van cliënten en zijn daarom beter in staat om de gevonden risicofactoren juist te wegen/interpreteren. Genereren van kennis over het gebruik van risicoscreeningsinstrumenten in de aanpak van huiselijk geweld. Resultaat - Ad 1: Rapportage: Overzicht van (A)SHG’s die de risicoscreening (A)SHG hebben geïmplementeerd, op welk moment het instrument wordt afgenomen, wie het instrument afneemt, of afname telefonisch of face tot face is en of het instrument in een registratiesysteem (bv regas) is ingevoerd. Een terugkoppeling van de implementatie van het instrument. - Ad 2: Een rapportage van de resultaten van het betrouwbaarheidsonderzoek en het literatuuronderzoek waardoor de risicoscreening beter kan worden ingezet. - Ad 1 en 2: Een bijgestelde risicoscreening en/of handleiding. Activiteiten
8
MOVISIE zal in haar jaarplan 2011 een training voor het risicoscreeningsinstrument aanbieden (hoe gebruik je het risicoscreenignsinstrument en hoe maak je afwegingen?). Hierdoor kan de kennisoverdracht mbt het werken met het instrument in de (A)SHG’s gegarandeerd blijven.
-7-
- Ad 1: Een korte enquête zes maanden na invoering bij alle (A)SHG’s in Nederland om te inventariseren of het instrument voor risicoscreening gehanteerd wordt en hoe het instrument is geïmplementeerd (ontwikkelen, analyseren, interviews met 10 ASHG’s. rapportage) - Ad 2: Betrouwbaarheidsanalyse adhv praktijkonderzoek en literatuurstudie - Ad 1 en Ad 2: Bijstelling risicoscreening en/of handleiding Trekker Federatie Opvang ism Verweij Jonker Instituut Planning Activiteit Procesevaluatie Betrouwbaarheidsanalyse Literatuurstudie Bijstelling Middelen Onderwerp Trekker Enquête procesevaluatie Betrouwbaarheidsanalyse en literatuuronderzoek Bijstellen risicoscreening Inclusief en handleiding bij ad 1 en ad 2
B3
Start November t/m december 2011 Februari t/m april 2012 Februari t/m april 2012 mei 2012 Uitvoerder
Productiekosten
kosten
Inclusief bij ad 1 en ad 2
Meetlat functies ASHG
Inleiding Een belangrijke aanzet om tot landelijke overeenstemming te komen van wat een (A)SHG moet bieden is het benoemen van zeven Functies. Deze Functies zijn beschreven in het werkdocument basisfuncties (A)SHG’s (Goes et al, 2009) in opdracht van VWS, samen met VNG, FO, GGD NL en MOgroep W&MD. In dit project wordt op basis van de modulen en werkprocessen uit de eerste fase een meetlat ontwikkeld. Met deze meetlat bekijken (A)SHG’s zelf welke Functies zij momenteel wel en niet uitoefenen. De ASHG’s gaan de meetlat zelf toepassen en er volgt een landelijk (geanonimiseerd beeld). Vervolgens wordt per (A)SHG een analyse gemaakt van de huidige stand van zaken waarin de functies in het primaire (A)SHG werkproces geïncorporeerd zijn. Relatie met fase I In de eerste fase van het project kwaliteitsondersteuning (A)SHG’s zijn de Functies (A)SHG in modulen beschreven. Daarbij zijn ook de bijbehorende werkprocessen beschreven. Hiermee is het gebruik van de modulen en werkprocessen nog niet geïmplementeerd Doelstelling - Zicht krijgen in hoeverre de Functies in de huidige (A)SHG werkpraktijk reeds geborgd zijn. - Zicht krijgen in welke Functies wel en niet geborgd zijn in de lokale aanpak huiselijk geweld. Resultaat - Een meetlat waarmee (A)SHG’s zelf inzichtelijk kunnen maken welke functies wel en niet geborgd zijn en wat er nodig is om alle functies te kunnen borgen. Indien een functie niet geborgen is bij het ASHG, wordt duidelijk of deze functie überhaupt geborgen is in de lokale aanpak van huiselijk geweld. - Een landelijke rapportage waarin per (A)SHG is beschreven in hoeverre de landelijk vastgestelde functies geïncorporeerd zijn in het (A)SHG werkproces. Activiteiten Voorbereiding - Opstellen concept meetlat Uitvoering - Testen van de meetlat en handleiding, aan de hand van een aantal panel bijeenkomsten met (A)SHG coördinatoren - Bijstellen meetlat en handleiding - Verzamelen en rapportage van (geanonimiseerde) gegevens ASHG’s om huidige stand van zaken inzichtelijk te maken.
-8-
Implementatie - Opleveren van de meetlat en handleiding: Een digitale versie en papieren versie - Rapport over de huidige stand van zaken (A)SHG Trekker GGD Nederland ism MOVISIE Middelen Onderwerp Voorbereiding
Trekker
FO
Uitvoerder
Productiekosten
kosten
Uitvoering Implementatie Verzamelen en rapportage van (geanonimiseerde) gegevens (A)SHG’s om huidige stand van zaken inzichtelijk te maken
Planning Voorbereiding Uitvoering Implementatie Verzamelen en rapportage van (geanonimiseerde) gegevens (A)SHG’s om huidige stand van zaken inzichtelijk te maken
B4
Start Januari 2011 Februari 2011 Maart 2011 April t/m mei 2011
Ontwikkeling landelijke Gegevensset ASHG
Inleiding In fase I van het ondersteuningsprogramma is in het tweede kwartaal van 2010 bij de (A)SHG’s de implementatiestatus en implementatiebehoefte van de in 2006 gepubliceerde gegevensset (A)SHG onderzocht. De definitieve uitkomsten van dit onderzoek zijn nog niet beschikbaar. Een aantal gesprekken moet nog gevoerd worden. De voorlopige conclusie is dat een landelijke gegevensset gewenst wordt door een belangrijk deel van de (A)SHG’s en dat bij implementatie daarvan de lokale werk- en informatiseringspraktijk van de 9A)SHG’s dominant is. Voor een succesvolle implementatie en landelijk gebruik betekent dit dat een gegevensset moet worden ontwikkeld die doelgericht, eenvoudig, en bestuurlijk ingebed is. Deze inbedding is een noodzakelijke voorwaarde om uniformiteit in gegevensverzameling en daarmee informatievergelijking te realiseren. Eerst dan zullen (A)SHG’s de meerwaarde in kunnen zien en na implementatie kunnen ervaren. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek uit fase I wordt de gegevensset bijgesteld en geactualiseerd. Gezocht wordt naar de minimale hoeveelheid gegevens waarmee antwoord gegeven kan worden op de belangrijkste informatievragen die zowel op het niveau van de instelling, de keten en op landelijk niveau spelen. Afstemming vindt plaats via een methode waarbij eerst de instelling de behoefte aangeeft, dan de lokale keten, en tenslotte de landelijke overheid. De resultaten van deze trechtering worden in twee bijeenkomsten van een te formeren focusgroep gezamenlijk vastgesteld. In deze focusgroep zitten vertegenwoordigers van (A)SHG’s, gemeenten, en landelijke overheid. Van belang voor het welslagen is de bereidheid van de landelijke overheid om mee te denken over de bestuurlijke inbedding van de (A)SHG-gegevensset. Relatie met fase I In fase I van het ondersteuningsprogramma bij de (A)SHG’s de implementatiestatus en implementatiebehoefte van de in 2006 gepubliceerde gegevensset ASHG onderzocht.
-9-
Doelstelling Een minimale gegevensset met lokale ruimte die gereed is voor ingebruikname door alle (A)SHG’s, en bestuurlijke borging kent in de herziene Regeling Maatschappelijke Ondersteuning. (nr. DMO/SFI 273342, 14 december 2006, Stcrt. 2006, 250, Inwerkingtreding: 1 januari 2007) Resultaat Een door de (A)SHG’s, centrumgemeenten en landelijke overheid geaccepteerde landelijke gegevensset die gereed is voor ingebruikname en die onderdeel wordt van de te herziene Regeling Maatschappelijke Ondersteuning. Activiteiten - Formuleren van de drie belangrijkste informatievragen op instellingsniveau, lokaal en landelijk niveau. In samenspraak met kleine werkgroep ‘Gegevensset’ met vertegenwoordigers vanuit (A)SHG’s. - Formuleren van de concept-gegevensset. - Eerste toets van de gegevensset mbv een Versnellingskamer (ASHG’s, centrumgemeenten en landelijke overheid) of vergelijkbare methode. - Concept-voorstel voor definitieve gegevensset vaststellen met werkgroep ‘Gegevensset’. - Opleveren van voorstel voor definitieve gegevensset en suggesties voor implementatiestrategie. Trekker Federatie Opvang, en VNG t.b.v. centrumgemeenten Middelen Onderwerp Formuleren drie belangrijkste informatievragen Formuleren 1e conceptgegevensset Eerste toets informatievragen en gegevensset focusgroep d.m.v. versnellingskamer e 2 Concept-voorstel gegevensset maken 2e Concept-voorstel gegevensset vaststellen met focusgroep Opleveren van voorstel voor definitieve gegevensset en suggesties voor implementatiestrategie Presentatie resultaten TOTAAL
Trekker Uitvoerder Inzet FO FO FO
FO
VNG
VNG / FO
FO
FO /VNG
VNG
VNG / FO
FO
FO
FO
FO/VNG
Planning Onderwerp Formuleren drie belangrijkste informatievragen en concept gegevensset Eerste toets met focusgroep 2e concept-voorstel gegevensset maken 2e concept-voorstel vaststellen Opleveren van voorstel en presentatie van de resultaten
kosten
Periode Oktober – december 2010 Januari 2011 Februari 2011 Februari/maart 2011 April/mei 2011.
B 5 Landelijke afspraken 24 uurs bereikbaarheid Inleiding Nog niet alle (A)SHG’s hebben een 24 uurs bereikbaarheid terwijl dit wel een van de vereisten is voor een goed bereikbare frontoffice functie van het (A)SHG. In de eerste fase van het programma heeft VNG een voorstel gedaan voor het realiseren van de 24 uurs bereikbaarheid. De VNG pleit ervoor om voor de bereikbaarheid van de (A)SHG’s nachts over te gaan tot één landelijke telefonische helpdesk, onder te brengen bij één van de grote randstedelijke (A)SHG’s, waar elk (A)SHG na sluitingstijd naar kan
- 10 -
doorschakelen. De branches willen in overleg met de (A)SHG’s onderzoeken of dit een voorstel is dat goed gerealiseerd kan worden en op welke wijze. Doelstelling Het realiseren van een advies hoe 24 uurs bereikbaarheid van alle (A)SHG’s bereikt kan worden, waarbij beheersmatige aspecten meegenomen worden. Resultaat Een advies met voorstel hoe 24 uurs bereikbaarheid gerealiseerd kan worden. Activiteiten Voorbereiding - Inventariseren welke (A)SHG’s 24 uurs bereikbaarheid gerealiseerd hebben en hoe zij dat gerealiseerd hebben. - Verschillende opties voor 24-uurs bereikbaarheid voorleggen aan (A)SHG’s. Uitvoering - Analyse resultaten voorbereidingsfase - Voorstel voor landelijke 24 uurs bereikbaarheid opstellen - Doorberekenen kosten 24 uurs bereikbaarheid Implementatie - Bespreken voorstel met VNG en VWS Trekker Mogroep W&MD Middelen Onderwerp Voorbereiding Uitvoering Implementatie
Trekker
Uitvoerder
Productiekosten
kosten
Planning Voorbereiding Uitvoering Implementatie
Start Januari 2011 Januari 2011 Februari 2011
C Onderdeel Ondersteuning regiefunctie gemeenten Beschrijving beoogde activiteiten Bij het oprichten en inrichten van een (A)SHG zijn de Centrumgemeenten pragmatisch te werk gegaan. Aanhaken bij bestaande organisaties bleek daarbij de weg en daardoor zijn de (A)SHG’s bij verschillende organisaties, zoals GGD-en, maatschappelijke dienstverlening of veiligheidshuizen gepositioneerd. Het is logisch dat gemeenten voor deze aanpak hebben gekozen, omdat het (A)SHG één van de onderdelen is van het geheel van de maatregelen rond tegengaan van geweld en bevorderen van veiligheid. Gemeenten hebben bij al deze ontwikkelingen een rol en zij staan daarmee voor de uitdaging om dit geheel zodanig te realiseren dat samenhang ontstaat en regie mogelijk is. Het is voor gemeenten van belang om te weten met welke relevante ontwikkelingen zij rekening moeten houden bij het oprichten en in stand houden van een (A)SHG. Hierbij kan gedacht worden aan de nieuwe regelgeving rond het tijdelijk huisverbod, de invoering van een meldcode huiselijk geweld en het verbeterplan vrouwenopvang. Doelstelling van de activiteiten: Het ondersteunen van de centrumgemeenten bij de uitoefening van hun beleidsmatige en regietaak m.b.t. de Steunpunten Huiselijk Geweld. In de eerste fase stonden de functies van Steunpunten Huiselijk Geweld centraal. Het traject heeft geleid tot een gezamenlijk voorstel van de centrumgemeenten aan VWS over aantal en aard van de functies die regionaal georganiseerd moeten worden om een effectieve aanpak van huiselijk geweld te realiseren.
- 11 -
Voorts is een handreiking met praktische tips voor uitvoering van deze functies opgesteld. Alle centrumgemeenten hebben deze handreiking ontvangen. In vervolg op de eerste fase wordt voorgesteld om in de tweede fase aan de slag te gaan met drie onderwerpen, te weten: 1. Regiefunctie van gemeenten 2. Samenwerking met regiogemeenten 3. Landelijke gegevensset, ten behoeve van eenduidige registratie bij SHG Ad.1 Regiefunctie van gemeenten Centrumgemeenten zijn verantwoordelijk voor het (doen) organiseren van een effectieve aanpak van huiselijk geweld. De laatste jaren hebben veel ontwikkelingen plaatsgehad op dat gebied. Na oprichting van de (A)SHG in 35 centrumgemeenten zijn op initiatief van het ministerie van Justitie in een groot aantal (centrum) gemeenten veiligheidshuizen opgericht. Voorts is het tijdelijk huisverbod van kracht geworden en is de wet verplichte meldcode in voorbereiding. Deze laatste wet verplicht de (A)SHG om samen te werken met de Advies en Meldpunten Kindermishandeling. Dit betekent dat bij de processen van signalering, doorgeleiding en hulpverlening een toenemend aantal partijen is betrokken. De gemeenten hebben een belangrijke taak in het (doen) organiseren van de juiste processen, ketens enz. We staan stil bij de vraag hoe gemeenten invulling kunnen geven aan de regiefunctie. Aanpak In een eerste notitie brengen we In kaart hoe gemeenten de regiefunctie nu vormgeven, beschrijven van succesvolle aanpakken, schetsen van belemmeringen en problemen en de oorzaak daarvan. Dit alles in relatie tot de nieuwe ontwikkelingen, zoals eerder geschetst. (belronde, bureauonderzoek, schrijven notitie, afstemming VNG) Bespreken van deze eerste notitie in de focusgroep en een eerste stap naar doorontwikkelen naar werkbare modellen. Aan de hand van een aangepaste discussienota wordt dit proces in een tweede bijeenkomst van de focusgroep afgerond. Opstellen discussienotitie als leidraad voor een discussiebijeenkomst met de centrumgemeenten. Aanpassen notitie en omwerken tot definitieve handreiking. Opbrengst Handreiking; Regie voeren op aanpak van geweld. Ad.2 Samenwerking met regiogemeenten Aanpak van huiselijk geweld en dan met name de preventie, ambulante hulpverlening en nazorg behoren tot de verantwoordelijkheid van iedere gemeente. In de praktijk wordt de verantwoordelijkheid nog te vaak neergelegd bij centrumgemeenten die middelen ontvangen voor de (A)SHG en vrouwenopvang. Centrumgemeenten en regiogemeenten kunnen in vele gevallen de samenwerking intensiveren en daarmee de aanpak van huiselijk geweld verbeteren. Daarvoor is het nodig om goede afspraken te maken. De mogelijkheden voor gezamenlijke financiering vormt een belangrijk item bij de uitwerking van de samenwerkingsmogelijkheden. Aanpak Inventariseren van de huidige samenwerkingsmodellen en deze voorzien van discussiepunten en verwerken in een notitie voor de focusgroep. (belronde, bureauonderzoek, schrijven notitie, afstemming met de VNG). Bespreken discussienotitie met de focusgroep en verschillende aanpakken doorontwikkelen naar werkbare modellen. Deze modellen optekenen in een uitgebreide notitie, welke getoetst wordt in de bijeenkomst met alle centrumgemeenten vrouwenopvang. Aanpassen van de notitie en omwerken tot definitieve handreiking. Opbrengst Notitie; Praktische tips en voorbeelden van samenwerking tussen centrum- en regiogemeenten. Ad 3. Landelijke gegevensset (A)SHG Bij het bespreken van de functies voor een (A)SHG in de eerste fase van het actieplan is ook het onderwerp registratie uitgebreid aan de orde geweest. In het VNG- voorstel voor functies staat daarover het volgende: Het steunpunt registreert alle meldingen en vragen met betrekking tot huiselijk geweld, die bij het steunpunt binnenkomen, of waarbij het steunpunt op andere wijze is betrokken. Om vergelijkingen tussen de ontwikkelingen in verschillende regio’s mogelijk te maken, streven de centrumgemeenten ernaar om een nog nader te bepalen gedeelte van de te registreren gegevens landelijk te uniformeren.
- 12 -
Dat betekent dat zij voorstellen gezamenlijk over te hanteren definities landelijke afspraken te maken. Zo ontstaat een set van met elkaar vergelijkbare gegevens met een landelijke dekking. Die set moet zodanig zijn samengesteld dat daaruit ook het landelijke beeld met betrekking tot de relevante ontwikkelingen van (de aanpak van) huiselijk geweld kan worden afgeleid. De centrumgemeenten willen er voor waken dat de SHG’s gevraagd wordt gegevens te registreren waarover zij niet zelf beschikken, of gegevens te registreren die zij voor de managementinformatie of voor de beleidsevaluatie in hun eigen regio niet relevant achten. Voorstel is om met gebruikmaken van de expertise van centrumgemeenten, en in afstemming met de branches, te komen tot een advies voor een landelijke set van gegevens voor de (A)SHG’s. Aanpak Uitgangspunt is de eerder ontwikkelde gegevensset en het advies dat FO/GGD NL en MOgroep opleveren over de (A)SHG informatievoorziening (dit is een resultaat uit fase 1 van het ondersteuningsprogramma). Aan de hand van een begeleidende notitie wordt de gegevensset en het advies van de FO/GGD NL en MOgroep beoordeeld op bruikbaarheid door de focusgroep. De uitkomst wordt besproken met de branches en in afstemming met de branches wordt een aangepaste notitie opgesteld. Deze wordt besproken in een van de geplande bijeenkomsten voor de centrumgemeenten. Opbrengst Voorstel voor een landelijke gegevensset (A)SHG, dat wordt aangeboden aan het ministerie van VWS. Tabel 1. Begroting opstellen handreikingen Wat Onderwerp Voorbereiding Focusgroep
Begeleiding focusgroep, 4 uur per keer
Aantal uur extern
Regie Opstellen eerste discussienotie Opstellen tweede versie discussienotitie Samenwerking met regiogemeenten Opstellen discussienotitie Regie (2 x maal focusgroep) Samenwerking met regiogemeenten (1 x)
Voorbereiding bijeenkomsten Centrum gemeenten
Regie Aanpassen discussienotitie en voorbereiden presentatie
Begeleiding bijeenkomsten Centrumgemeen ten
Regie
Schrijven handreiking Schrijven handreiking
Regie voeren op de aanpak van huiselijk geweld Samenwerking met regiogemeenten en mogelijkheden voor gezamenlijke financiering
Vormgeven en drukken beide handreikingen Kosten
Aantal uren
Samenwerking met regiogemeenten Aanpassen discussienotitie en voorbereiden presentatie
Samenwerking met regiogemeenten
Handreikingen
Tabel 2. Begroting opstellen voorstel landelijke gegevensset (A)SHG Wat Onderwerp Aantal uur extern Voorbereiding Landelijke gegevensset
- 13 -
Aantal uren
Focusgroep
Beoordelen huidige gegevensset en advies FO/GGD NL en MOgroep Opstellen notitie focusgroep
Begeleiding focusgroep, 4 uur per keer Voorbereiding bijeenkomst centrum gemeenten
Afstemmen met de branches Aanpassen gegevensset Opstellen begeleidende notitie en presentatie
Totaal Tabel 3. Begroting kosten VNG Bijdrage VNG Inzet uren beleidsmedewer ker
Aantal uren
Aantal uren X € 85,-
Afstemming extern adviseur Eindredactie handreikingen Organisatorische voorbereiding bijeenkomsten focusgroep en centrumgemeenten (totaal 5 x) Voorzitten en bijwonen bijeenkomsten focusgroep en centrumgemeenten (totaal 6 x)
Ruimte en catering Zaalhuur Lunches
Regie Zaalhuur Lunches Samenwerking met regiogemeenten Zaalhuur Lunches Landelijke gegevensset Zaalhuur Lunches
Totaal
Resumé. In de tweede fase van Beschermd en Weerbaar schrijft de VNG twee praktisch toepasbare handreikingen en een voorstel voor een landelijke gegevensset ter verbetering van de registratie bij (A)SHG.
D Onderdeel Coördinatie en Communicatie Beschrijving beoogde activiteiten
D.1. Coördinatie Het ministerie van VWS subsidieert het landelijke ondersteuningsprogramma kwaliteitsverbetering ASHG'en. Het programma is een gezamenlijk project en een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de drie branche-organisaties Federatie Opvang, MOgroep W&MD en GGD Nederland. De opbrengsten van het project komen ten goede aan alle advies en steunpunten huiselijk geweld in Nederland. De Federatie
- 14 -
Opvang heeft een coördineerde rol in dit project (namens de drie branche-organisaties). Federatie Opvang, MOgroep W&MD en GGD NL hebben een stuurgroep in het leven geroepen. In deze stuurgroep wordt onder andere de voortgang van het ondersteuningsprogramma besproken. De stuur groep komt twee keer per jaar bijeen of zoveel vaker indien nodig. In deze stuurgroep hebben directeuren/bestuurders zitting die afkomstig zijn uit de verschillende ASHG-moederorganisaties. Taken van de projectcoördinator Kerntaak De coördinator is aanspreekpunt voor de branche-organisaties, bewaakt de samenhang en de afstemming tussen de verschillende deelprojecten en de afstemming tussen de verschillende deelprojectleiders. Taken t.a.v. de stuurgroep • Bereidt in overleg met de voorzitter van de stuurgroep de interne stuurgroep voor. • Zorgt voor de verslaglegging van de stuurgroep bijeenkomsten. • Bewaakt en organiseert de uitvoering van de besluiten van de stuurgroep. Taken t.a.v. de uitvoering landelijke ondersteuningsprogramma • Organiseert periodiek een voortgangsoverleg met de projectleiders van de deelactiviteiten. • Organiseert de overleggen van de projectgroep. • Zorgt voor voortgangsrapportages, inhoudelijk en financieel, over de uitvoering van de deelactviteiten t.b.v. VWS, stuurgroep en administrateur. De coördinator verzamelt hiervoor de informatie bij de branche-organisaties. • Is verantwoordelijk voor de regie over het communicatieplan. • Voert overleg met de communicatie-adviseur over de uitvoering van het vastgestelde communicatieplan. • Stelt i.s.m. de communicatie-adviseur van het project een communicatiestatuut vast. • Signaleert knelpunten en doet voorstellen voor oplossingen. • Signaleert tijdig relevante ontwikkelingen en nieuwe kansen voor het project. • Neemt initiatief voor het opstellen van de vervolg subsidie-aanvraag voor fase 2, in overleg met de branche-organisaties, VNG en Movisie. • Neemt deel aan landelijke overleggen. • Zorgt voor een inhoudelijk en financieel eindverslag van het project.
D. 2. Communicatie Het ondersteuningsprogramma waarin de drie branche-organisaties samenwerken heeft een aantal belangrijke kenmerken: • Het is een gezamenlijk project vanuit drie te onderscheiden branches, elk met een eigen doelgroep, bestuurlijke achtergrond en werkwijzen. • Het project kent verschillende onderdelen die voor alle (A)SHG’en gelden, met specifieke invullingmogelijkheden voor de branches. • Zonder geweld aan te doen aan de specifieke regionale invulling van (A)SHG’en is er sterk behoefte om de (A)SHG’en op een eenduidige wijze te profileren als eerste aanspreekpunt voor huiselijk geweld. • Alleen door alle partners die bij de (A)SHG’en zijn betrokken enthousiast te maken voor de producten en diensten die worden gerealiseerd, ontstaat er draagvlak voor die kwaliteitsverbetering. Dit betekent dat alle communicatie die ten behoeve van het project wordt gevoerd, bij moet dragen aan de versterking van alle ASHG’en. Een sterke communicatie, gedragen door alle betrokken partijen is daarom essentieel. Tevens dient er afstemming van communicatie tussen de verschillende onderdelen plaats te vinden, zodat er op inhoud, vorm en werkwijze afstemming plaatsvindt. Doel: het creëren van een breed draagvlak door eenduidige communicatie en goede informatieverstrekking over het landelijke ondersteuningsprogramma. Daarnaast is in de reguliere werkzaamheden van de drie branches voorzien in het organiseren van ledenraadplegingen en bijeenkomsten voor de eigen leden. Deze bijeenkomsten worden gefinancierd uit de Verenigingsactiviteiten. Daarboven op willen de branches graag landelijke bijeenkomsten gaan organiseren voor alle (A)SHG’en in de tijd dat het project loopt. Deze bijeenkomsten staan in dienst van het project d.w.z. dat de doelstellingen van deze dagen afgeleid zijn van de doelstellingen van het project en de activiteiten. Daarnaast dragen deze bijeenkomsten bij aan een gemeenschappelijke visieontwikkeling van de (A)SHG-medewerkers op de eigen organisatie. Dit is één van de conclusies uit de
- 15 -
TNO-rapportage en het rapport van bureau Dijkstra: Respondenten geven aan dat er behoefte is aan een gezamenlijke visie op het werk van de (A)SHG’s en op de aanpak van huiselijk geweld in het algemeen. Doelstelling: het organiseren van landelijke bijeenkomsten voor medewerkers van alle (A)SHG’en. Een platform voor informatie- en kennisuitwisseling en een moment om verdere stappen te nemen in het project. Het platform heeft daarbij een signalerende en adviserende functie. Steekwoorden: het creëren en behouden van draagvlak voor het project, moment van kennisdeling en mogelijkheid bieden om te netwerken. Werken aan gemeenschappelijke visie-ontwikkeling. De Platformbijeenkomsten worden geïntegreerd in het landelijke (A)SHG programma van Movisie. Movisie organiseert jaarlijks vier landelijke (A)SHG bijeenkomsten. De branches stellen voor dat twee van deze bijeenkomsten meer in het teken staan van het project kwaliteitsverbetering. Beschrijving beoogde resultaten Ad 1: • Een landelijk uitgevoerd project waarin een de afstemming tussen de drie verschillende brancheorganisaties en alle ASHG’en goed verloopt. • Landelijk draagvlak voor het ondersteuningsprogramma opdat instellingen participeren en deelnemen aan implementatieprocessen. Ad 2: • Doordat een eenduidige en centrale communicatie wordt gevoerd hebben stakeholders een gemeenschappelijk beeld over de (kwaliteit van) de ASHG’en. De verschillende stakeholders hebben een eenduidig beeld van de kwaliteit van ASHG’en, zonder afbreuk te doen aan de lokale invulling ervan. • Tussen en eindproducten van de diverse deelprojecten zijn besproken. • Professionals hebben feedback gegeven op tussen en eindproducten en op het verloop van de deelprojecten. • De vervolgstappen van de deelprojecten worden besproken. • Het programma is zo ingericht dat deelnemers nut en noodzaak inzien van het project en zich betrokken voelen bij het project en de deelprojecten (behouden en creëren van draagvlak). • Indien producten de implementatiefase hebben bereikt worden de producten gepresenteerd en toegelicht op het Platform en wordt het implementatieplan besproken. • Het programma is zo ingericht dat het Platform een ontmoetingsmoment voor medewerkers van alle (A)SHG’en is (kennisdeling, netwerken, uitwisselen van ervaringen). • PR en communicatiemoment voor bijvoorbeeld bewindspersoon en bestuurders/directeuren van de betrokken instellingen (ASHG’en en branche-organisaties). -
Twee (A)SHG Platformbijeenkomsten per jaar (vijf in totaal) Een van de Platformbijeenkomsten is de landelijke evaluatiebijeenkomst van het risicoscreeningsinstrument.
Middelen - Coördinatie FO van het ondersteuningsprogramma ? - Communicatie uren ? - Coördinatie Platformbijeenkomsten - Directe kosten: Zaalhuur, catering, audiovisuele ondersteuning, Inhuur externe sprekers Trekker - FO, ism GGD NL en MOgroep W&MD - De Platformbijeenkomsten worden samen met MOVISIE georganiseerd, waardoor het ondersteuningsprogramma van de branches en het (A)SHG-programma van MOVSIE met elkaar verbonden worden9. Middelen Onderwerp Coördinatie Communicatie Organisatie Platform
Trekker FO FO
Uitvoerder
Productiekosten
9
kosten
Hierdoor zijn er op jaarbasis vier Platformbijeenkomsten. Twee bijeenkomsten getrokken en gefinancierd door MOVISIE en twee bijeenkomsten getrokken en gefinancierd door de Federatie Opvang/MOgroep/GGD NL.
- 16 -
Directe kosten FO Platformbijeenkomsten
Planning Platform I Platform II, III en IV Platform V
(A)SHG Platformbijeenkomst Najaar 2010 Voorjaar 2011, medio 2011 en najaar 2011 Voorjaar 2012
- 17 -