VOORBEELDPROTOCOL HUISELIJK GEWELD inclusief OUDERENMISHANDELING Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld Gooi en Vechtstreek
Oorspronkelijke auteurs: Ria van Kordenoordt / Cisca Peters Kenmerk: 2008200759
INHOUDSOPGAVE: pagina Inleiding en doelstelling
3
Het protocol implementeren in uw instelling
4
Definitie
4
Diensten Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld
6
Taken aandachtsfunctionaris
7
Kwaliteitsbewaking
7
Stappenplan bij vermoedens van huiselijk geweld
9
Acute situaties
13
Toelichting stappenplan
13
Signaallijsten
bijlage 1
Adres en telefoonnummer Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld
bijlage 2
Registratieformulier
bijlage 3
Schriftelijke toestemming
bijlage 4
W. Thijs/A. Verburg
2
Inleiding Doelstelling van het protocol huiselijk geweld is het organiseren en verankeren van een gemeenschappelijke aanpak van huiselijk geweld, waardoor een sluitend vangnet wordt gecreëerd rond (potentiële) plegers, slachtoffers en getuigen van huiselijk geweld. Hierdoor wordt geweld voorkomen of, indien dit niet mogelijk is, zo snel mogelijk gestopt en blijven de gevolgen tot een minimum beperkt. Ouderenmishandeling wordt gezien als een specifieke vorm van huiselijk geweld. Daar waar in de tekst wordt gesproken over huiselijk geweld bedoelen we alle vormen van mishandeling in relationele sfeer: partnergeweld, ouderenmishandeling, oudermishandeling of kindermishandeling. Wij kiezen ervoor over huiselijk geweld te spreken omdat daarmee geborgd is dat alle vormen van geweld aandacht krijgen. Uiteraard is voor die instellingen die alleen te maken hebben met één vorm van huiselijk geweld, bijvoorbeeld ouderenmishandeling, de tekst aan te passen. Bij huiselijk geweld denken veel mensen aan lichamelijk geweld en mishandeling. Maar ook vernedering, verwaarlozing, seksueel misbruik en financiële uitbuiting zijn vormen van huiselijk geweld. Huiselijk geweld is de meest voorkomende vorm van geweld in onze samenleving en komt voor in alle rangen en standen. Waar mensen in de huiselijke kring in een afhankelijkheidsrelatie van elkaar staan, bestaat de kans dat huiselijk geweld voorkomt. Omdat huiselijk geweld zich voornamelijk binnen de privé-sfeer afspeelt, kan het vaak moeilijk doorbroken worden. Slachtoffers van huiselijk geweld vinden het moeilijk om erover te praten. Ze schamen zich, zijn bang of willen hun familie niet in de problemen brengen. Ze weten vaak niet waar ze hulp kunnen krijgen. Ook voor plegers van huiselijk geweld is het niet makkelijk om erover te praten. Ze hebben hulp nodig om het geweld te stoppen. Voor ouderen die te maken krijgen met mishandeling geldt ook dat zij meestal afhankelijk zijn van de pleger. Bovendien kunnen bij verzorging van ouderen situaties ontstaan vanuit onmacht en onkunde die niet goed zijn voor de ouderen. Van deze ontspoorde zorg is in een kwart van de gevallen van ouderenmishandeling sprake. Naast mishandeling in de privé-situatie kan het voorkomen dat medewerkers van een instelling hun cliënten/patiënten mishandelen. Ook dit kan moedwillig, maar óók uit onmacht (werkdruk, “lastige” cliënt) gebeuren. Wanneer een collega deze mishandeling opmerkt kan ook dit protocol gevolgd worden. Tot slot kan het protocol worden uitgebreid met een paragraaf “kwaliteit van zorg” voor de intramurale zorginstellingen. Woord van dank: Dit protocol is ontwikkeld voor alle instellingen in de regio Gooi en Vechtstreek die de signalering en aanpak van mishandeling in hun organisatie en daarbuiten aandacht willen geven en willen borgen. Dit protocol is ontwikkeld met behulp van subsidie van de Provincie Noord Holland en met inhoudelijke ondersteuning van de denktank ouderenmishandeling Gooi en Vechtstreek. Daarbij is dankbaar gebruik gemaakt van een concept protocol van de RiBW, afdeling gespecialiseerde behandeling. Naar believen is deze voorbeeldtekst aan te passen zodat deze bruikbaar wordt binnen uw organisatie. W. Thijs, Beleidsmedewerker GGD Gooi & Vechtstreek
A. Verburg, Coördinator ASHG Gooi en Vechtstreek
September 2008
W. Thijs/A. Verburg
3
Het protocol implementeren in uw instelling Als u het protocol in uw instelling wilt implementeren kunt u gebruik maken van de teksten in dit document. Het stappenplan en het stroomschema kunt overnemen en als basis gebruiken voor uw eigen instellingsprotocol. U kunt ook de volgende delen rechtstreeks overnemen: - inleiding: hier geeft u het belang aan van implementatie van het protocol (pag.3); - definitie: zodat iedereen over hetzelfde praat (pag.4); - aandachtsfunctionaris: wie is dat en welke taken krijgt deze man/vrouw binnen uw instelling (pag.7); - kwaliteitsbewaking: het protocol is geen klacht/kritiek of beschuldigingprotocol maar een document om samen de kwaliteit te verbeteren (pag.7)! - stappenplan en toelichting: wat te doen bij vermoedens van mishandeling (pag.9); Denkt u eraan dat het protocol moet worden vastgesteld in de organisatie. Het is een goed moment om de ondertekening aan te grijpen als start van de implementatie. U kunt het gebruiken als feestelijk startsein voor nog betere kwaliteit in uw instelling. Het wordt aanbevolen om het convenant te laten ondertekenen door de directie en/of de afdelingen kwaliteitsbeleid en P&O van uw instelling. Dit voorbeeldprotocol is een breed protocol huiselijk geweld. Wanneer in uw instelling alleen sprake kan zijn van ouderenmishandeling dan kunt u de signaallijsten en opmerkingen aangaande andere vormen van huiselijk geweld uiteraard weglaten. Definitie van de problematiek: Het is belangrijk om de complexe problematiek helder te definiëren, zodat iedereen weet wat er met de begrippen wordt bedoeld. Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer is gepleegd. Verschillende vormen van huiselijk geweld vallen daarmee onder deze brede definitie: 1. Kindermishandeling is elke vorm van, voor de minderjarige, bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een afhankelijkheidsrelatie staat, actief of passief, opdringen waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek letsel of psychische stoornissen”. 2. Partnergeweld is al het handelen of nalaten van handelen ten opzichte van de vrouw/man door degenen die in een persoonlijke relatie met de vrouw/man staan, waardoor deze (herhaaldelijk) lichamelijke, psychische of materiële schade lijdt, dan wel vermoedelijk zal lijden. 3. Ouderenmishandeling is het handelen of nalaten van handelen van al degenen die in een persoonlijke of professionele relatie staan tot de oudere, waardoor deze persoon (herhaaldelijk) lichamelijke en /of, psychische en /of materiële schade lijdt, dan wel vermoedelijk lijden zal, en waarbij van de kant van de oudere sprake is van een vorm van gedeeltelijke of volledige afhankelijkheid. Het gaat hierbij om mensen van 65 jaar en ouder.
W. Thijs/A. Verburg
4
4. Oudermishandeling is al het geweld dat door een (inwonend) meer- of minderjarig kind van het slachtoffer wordt gepleegd. Het geweld kan in alle verschijningsvormen voorkomen. Waarbij: Geweld staat voor: aantasting van de persoonlijke integriteit, onderscheid wordt gemaakt tussen lichamelijk, psychisch en seksueel geweld. Huiselijke kring staat voor : pleger/dader is afkomstig uit de huiselijke kring van het slachtoffer. Deze bestaat uit (ex)partners, gezinsleden, familieleden en huisvrienden. Huiselijke kring heeft betrekking op de relatie tussen dader en slachtoffer niet op de locatie. Huisvrienden wordt omschreven als: personen die een vriendschappelijke of professionele band onderhouden met het slachtoffer of met iemand uit de onmiddellijke omgeving van het slachtoffer. Verschijningsvormen fysieke of lichamelijke mishandeling emotionele of psychische mishandeling seksueel geweld financiële uitbuiting, benadeling verwaarlozing schending van grondrechten
W. Thijs/A. Verburg
5
Diensten Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld Huiselijk geweld is behalve een veiligheidsprobleem, ook een onderdeel van de werkgebieden welzijn, emancipatie, gezondheidszorg, jeugdzorg, ouderenbeleid en geestelijke gezondheidszorg. Samenwerking tussen al deze verschillende organisaties binnen de regio Gooi en Vechtstreek is de beste manier om resultaat te boeken in de aanpak van huiselijk geweld. Om deze reden is er door deze partijen een convenant huiselijk geweld getekend. Alle bij het convenant aangesloten instanties zullen met elkaar samen werken, de coördinatie hiervan ligt bij het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld Gooi en Vechtstreek. Alle aandachtsfunctionarissen zullen hiervoor tevens als contactpersoon van de eigen organisatie optreden. Het gezamenlijk bijhouden van de sociale kaart, het actueel houden van het protocol en het (anoniem) casuïstiek bespreken. Het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld wordt, in opdracht van de negen gemeenten in de regio, uitgevoerd door de GGD Gooi & Vechtstreek, in nauwe samenwerking met politie, justitie en zorg- en welzijnsinstellingen. Dit protocol huiselijk geweld sluit aan bij de andere protocollen die binnen de regio gehanteerd worden en onderdeel uitmaken van het uitvoeringsconvenant van het Adviesen Steunpunt Huiselijk Geweld. Het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld biedt de volgende diensten: een luisterend oor informatie advies vraagverheldering begeleiding en doorverwijzing regelen van ondersteuning in crisissituaties De gesprekken kunnen zowel telefonisch als face-to-face plaatsvinden. Als er een slachtoffer, pleger van huiselijk geweld, of een getuige van huiselijk geweld telefonisch contact opneemt met het Advies- en Steunpunt wordt altijd eerst nagegaan of er sprake is van een crisissituatie. Naast deze diensten zorgt het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld ook voor: coördinatie van de monitoring van de hulpverlening signalering van hiaten tussen vraag en aanbod signalering van trends en ontwikkelingen op het gebied van huiselijk geweld publieksvoorlichting over huiselijk geweld. Het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld Gooi en Vechtstreek is 24 uur per dag bereikbaar op nummer 035-6991199 of per e-mail:
[email protected] (zie bijlage).
W. Thijs/A. Verburg
6
Aandachtsfunctionaris huiselijk geweld of ouderenmishandeling De instellingen die het uitvoeringsprotocol van het Advies- en Steunpunt hebben ondertekend, hebben zich verplicht tot het aanstellen van een aandachtsfunctionaris. De instellingen die dit convenant niet hebben ondertekend kunnen overwegen ook een aandachtsfunctionaris aan te stellen. Het ASHG adviseert hiertoe om de volgende reden: Gezien de complexiteit van het werkveld en de problematiek van huiselijk geweld is het voor instellingen prettig om te werken met een of meerdere aandachtfunctionaris(sen). Deze man of vrouw kan als aanspreekpunt voor de problematiek functioneren en als contactpersoon optreden richting het ASHG of andere partners in het veld. De aandachtfunctionaris kan ook binnen de organisatie attenderen op interne problematiek van ontspoorde zorg. Taken aandachtsfunctionaris: Aanspreekpunt voor de problematiek binnen de organisatie: o Ondersteuning bij de interpretatie van signalen en bij de te ondernemen stappen. Het geven van tips voor het te voeren gesprek, meer achtergrondinformatie verschaffen en/of het leveren van adressen voor verwijzing. o Het signaleren van tekorten in vaardigheden van medewerkers en voorstellen doen voor (bij)scholing c.q. kwaliteitsbewaking. o Het jaarlijks maken van een verslag en, indien mogelijk, aanbevelingen doen. o Het actueel houden en desgewenst bijstellen van dit protocol. Contactpersoon voor het ASHG en andere partners: o Het bijhouden van meldingen van huiselijk geweld en de koppeling hiervan richting het Advies- en Steunpunt Huiselijk geweld. o Door deelname aan de netwerkcontactgroep huiselijk geweld kan de aandachtsfunctionaris de ontwikkelingen en onderzoeken op het gebied van huiselijk geweld volgen en ervoor zorgen dat deze de medewerkers bereiken. o Door deelname aan de netwerkcontactgroep Huiselijk Geweld kan de functionaris contacten met regionale organisaties opbouwen en onderhouden en gebruik maken van de door het ASHG ontwikkelde sociale kaart. De netwerkcontactgroep huiselijk geweld komt gemiddeld vijf maal per jaar bij elkaar voor een bijeenkomst van maximaal 2 uur. Kwaliteitsbewaking Werken met een protocol kan extra eisen stellen aan de deskundigheid van de medewerkers en hun samenwerking. De introductie van het protocol zal gepaard moeten gaan met deskundigheidsbevordering. Bijvoorbeeld om adequater huiselijk geweld te signaleren of zorgvuldig een gesprek te kunnen voeren bij een vermoeden van huiselijk geweld. Ook moet er aandacht zijn voor dilemma’s en eigen normen en waarden van de medewerkers.
W. Thijs/A. Verburg
7
Kwaliteitsbewaking bij het handelen bij een vermoeden van huiselijk geweld kan door het protocol worden gewaarborgd. Het volgen van een stappenplan resulteert in een kwalitatief goed overwogen beslissingstraject en betekent een zorgvuldige werkwijze. Een protocol is eigenlijk nooit af. Dit protocol zal regelmatig getoetst en zo nodig bijgesteld moeten worden. Daarbij komen vragen aan de orde als: “Hoe is het gebruiksgemak? Past het protocol nog bij het instellingsbeleid? En zijn er nieuwe gezichtspunten die in het protocol verwerkt moeten worden?” Kwaliteitsbewaking betekent ook het bijhouden van de kennis van de medewerkers op het gebied van huiselijk geweld. Te denken valt aan: regelmatige bijscholing over dit onderwerp benutten van interne ondersteuningsmogelijkheden en kennis benutten van consultmogelijkheden het aanbieden van recente literatuur over huiselijk geweld De leidinggevenden zorgen samen met de medewerkers ervoor dat de huidige activiteiten op het gebied van preventie van huiselijk geweld in stand gehouden kunnen worden en dat er nieuwe activiteiten ontwikkeld kunnen worden. Vervolgens wordt het stappenplan uitgewerkt voor de medewerkers. Wat zijn de stappen die zij moeten zetten wanneer zij een vermoeden hebben dat er sprake is van mishandeling. Hoe dienen zij te handelen? Het stappenplan geeft handvatten om concrete stappen te zetten wanneer een medewerker het gevoel heeft “dat er iets aan de hand is, maar nog onduidelijk is wat?”. Ook wanneer er wel duidelijke aanwijzingen zijn van mishandeling geeft het stappenplan aan hoe actief gehandeld kan worden. Daarmee geeft het stappenplan alle medewerkers een handvat en ook wat zekerheid over de stappen die hij/zij mag (en zelfs moet) zetten. In het stappenplan en de toelichting daarop is aandacht voor: - het beoordelen van de situatie en het nemen van een besluit over de vervolgstappen - het in beeld brengen van mogelijkheden voor hulpverlening - evaluatie en nazorg - een overzicht van de signalen (bijlage 1) - het wel of niet willen aanvaarden van hulp door het slachtoffer/de pleger - het wel of niet wilsbekwaam zijn van het slachtoffer/de pleger
Wilsbekwaamheid is de regel, wilsonbekwaam is uitzondering! Definitie wilsonbekwaam: Wilsonbekwaam is de persoon die niet in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake.
W. Thijs/A. Verburg
8
Stappenplan, wat te doen bij een vermoeden van huiselijk geweld: ACTIE:
1 Week 1-4
2 Week 1-4
Het ontstaan van een vermoeden Openstaan voor signalen van de cliënt of die van de omgeving; Zet aanwijzingen die het vermoeden onderbouwen op een rij; Uit of bespreek het vermoeden met de zorgvrager, waarbij het woord ouderenmishandeling omzeild wordt Kleine inventarisatie aangaande huidige hulpverlening, hoe is de gezinssituatie, wat is er aan de hand
Zie toelichting stappenplan Overleg Bespreek het onderbouwde vermoeden met een collega, de leidinggevende en de aandachtfunctionaris of het ASHG Win eventueel advies in bij het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld Leg waarnemingen zo mogelijk voor aan de slachtoffer, vermoedelijke pleger en/of contactpersoon van het slachtoffer Overleg met betrokken instanties Beoordeel de resultaten Besluit over verder te nemen acties volgens protocol Besluit wie deze acties onder eindverantwoordelijkheid van de leidinggevende onderneemt Benoem een casemanager
WIE:
DOOR NAAR:
Uitvoerende medewerkers
Door naar stap 2
Alle medewerkers Leidinggevende
Door naar stap 3
MELDING OF ADVIES
Mogelijkheid om advies in te winnen bij: Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld en aandachtsfunctionaris
3 Week 1-4
4 Week 4-6
4a
4b
Zie toelichting stappenplan Nader onderzoek Onderzoek de situatie verder Praat met het slachtoffer Praat met de vermoedelijke pleger en contactpersoon van het slachtoffer Onderzoek de medische en/of psychische toestand van het slachtoffer Beoordeel de resultaten van fase 2 en 3 Neem een besluit over het vervolg op basis van conclusie en ga naar stap 4a of 4b of 4c of 4d of 4 e
Medewerker/functie zoals besproken in stap 2 plus leidinggevende
Door naar stap 4
Medewerker/functie zoals besproken in stap 2, plus leidinggevende
Protocol eindigt
Medewerker/functie zoals besproken in stap 2, plus leidinggevende
Terug naar stap 3
Mogelijkheid om advies in te winnen bij: Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld en aandachtsfunctionaris
Zie toelichting stappenplan Het ondernemen van actie, afhankelijk van de beoordeling van de situatie
Resultaat onderzoek: Het vermoeden is niet bevestigd, cliënt is wilsbekwaam, er is geen sprake van huiselijk geweld Verwijs het slachtoffer, mantelzorger en contactpersoon van het slachtoffer voor aanpak van andere problemen Zie toelichting stappenplan Resultaat onderzoek: Het vermoeden is nog niet bevestigd Bij twijfel: neem contact op met het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld Zie toelichting stappenplan
W. Thijs/A. Verburg
10
Alert blijven tot definitieve opname / eventueel overlijden.
Mogelijkheid om advies in te winnen bij: Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld en aandachtsfunctionaris
22-9-2014
4c
Resultaat onderzoek: Het vermoeden is wél bevestigd, cliënt wil hulp en is wilsbekwaam Inventariseer de hulpverleningsmogelijkheden in samenwerking met het ASHG Zie toelichting stappenplan
4d
Resultaat onderzoek: Het vermoeden is wél bevestigd, men wil geen hulp, cliënt is wilsbekwaam (deze keuzevrijheid geldt alleen bij volwassenen die in staat zijn zelfstandig keuzes te maken en de gevolgen hiervan kunnen inschatten) Geef telefoonnummer van Advies- en meldpunt Huiselijk Geweld Eventueel Vangnet en Advies inschakelen Zie toelichting stappenplan. Resultaat onderzoek: het vermoeden is wél bevestigd, cliënt wil wel/geen hulp, cliënt is wilsonbekwaam Juridische stappen binnen 2 weken. Neem contact op met zaakwaarnemer, curator of bewindsvoerder. Mogelijkheid tot aanvragen Rechtelijke Machtiging
4e
5 Week 4-6
6 Week 4-6
Afronding en Evaluatie Evalueer hoe het een en ander is gegaan Stel zo nodig afspraken bij Zie toelichting stappenplan Nazorg Blijf zo mogelijk alert op het welzijn van het slachtoffer Zoek zo nodig opnieuw contact met het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld Benoemen case-manager Zie toelichting stappenplan
W. Thijs/A. Verburg
11
Medewerker/functie zoals besproken in stap 2, plus leidinggevende
Door naar stap 5
Melden bij Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld en aandachtsfunctionaris
Medewerker/functie zoals besproken in stap 2, plus leidingegevende
Door naar stap 5
Melden bij: Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld en aandachtsfunctionaris
Medewerker/functie zoals besproken in stap 2
Door naar stap 5
Melden bij Advies en Steunpunt huiselijk geweld en aandachtfunctionaris
Alle betrokkenen
Door naar stap 6
Alle betrokkenen
22-9-2014
1 4 w e k e n
4 6 w e k e n
Instanties: Huisarts Symfora groep VersaWelzijn Thuiszorg dagverpleging dagopvang politie GGD CAD en overige instellingen
Bij vermoeden: Stap 1: vermoeden Stap 2: overleg Stap 3: nader onderzoek Stap 4: conclusie
conclusie 4a geen mishandeling is wilsbekwaam
conclusie 4b twijfel van vermoeden blijft bestaan
- Andere hulp - Alert blijven t/m definitieve opname/ eventueel overlijden 6 w e k e n
W. Thijs/A. Verburg
Ga terug naar stap 3: Overleg met ASHG of aandachtsfunctionaris voor suggestie en advies. Herhaal (delen van) het nader onderzoek
Stap 5: Afronding en evaluatie Stap 6: Nazorg
12
Actie familie/ overige: Actie volgens advies ASHG
Actie hulpverleners: - melden aan ASHG; overleg met collega’s; overleg met vertrouwenspersoon; consultatie hulpverleners
conclusie 4c mishandeling cliënt wil hulp is wilsbekwaam
conclusie 4d mishandeling cliënt wil geen hulp is wilsbekwaam
conclusie 4e mishandeling cliënt wil wel/geen hulp is wilsonbekwaam
binnen 2 weken: - inzetten van hulpverleningsmo gelijkheden
Binnen 4 weken: ASHG en eventueel Vangnet en Advies inschakelen
Juridische stappen binnen 2 weken contact met :zaakwaarnemer bewindvoerder curator
Het beroepsgeheim op zich is niet voldoende reden om een melding van ouderenmishandeling niet verder te onderzoeken en te bespreken; wilsbekwaamheid is de regel, wilsonbekwaam is uitzondering! Definitie wilsonbekwaam: wilsonbekwaamheid is de persoon die niet in staat kan worden geacht tot een redelijke waardering van zijn belangen ter zake.
22-9-2014
Toelichting bij het stappenplan
HOE TE HANDELEN BIJ ACUTE LEVENSBEDREIGENDE SITUATIES: - 112 bellen - Het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld inschakelen en/of - Wijkagent en/of huisarts inschakelen Achteraf vindt dan pas de melding aan de leidinggevende en aandachtsfunctionaris plaats en kunnen de vastgestelde stappen worden opgepakt.
Noot vooraf: na iedere stap is het gewenst om overleg te hebben met en terugkoppeling te geven aan de leidinggevende. Dit overleg omvat informatie uitwisseling over verder te nemen actie met in achtneming van de Wet Bescherming Persoonsgegevens
Stap 1 t/m 3 moeten doorlopen worden binnen 4 weken! Stap 1: Het ontstaan van een vermoeden Aanwijzingen verzamelen die het vermoeden onderbouwen. Zet dat wat opvalt op papier; de signalenlijst (bijlage 1) kan een hulpmiddel hierbij zijn. Wees objectief en gedetailleerd; dit is van belang voor het moment dat de waarnemingen met anderen worden besproken. Wacht niet te lang met het zetten van de volgende stap; het is niet nodig om in deze fase al te komen tot een definitief uitsluitsel of er sprake is van een vorm van mishandeling. Uit of bespreek het vermoeden met de zorgvrager, waarbij het woord ouderenmishandeling omzeild wordt. Kleine inventarisatie aangaande huidige hulpverlening, hoe is de gezinssituatie, wat is er aan de hand. Stap 2: Overleg Het vermoeden bespreken Voordat verdere stappen worden ondernomen moet een vermoeden van mishandeling altijd worden gemeld aan de leidinggevende. Betrek niet meer mensen bij het overleg dan nodig; het gaat immers om informatie die direct raakt aan de privacy van de klant. Kies collega’s die informatie over de cliënt kunnen toevoegen. Besluit over verder te nemen acties volgens protocol Besluit wie deze acties onder eindverantwoordelijkheid van de leidinggevende onderneemt Benoem een casemanager Advies inwinnen bij het Advies- en steunpunt Huiselijk Geweld. De verzamelde informatie kan vragen oproepen die een advies van een deskundige vragen, bijv. als er twijfel is over de interpretatie van bepaalde signalen. Bij deze stap kan de medewerker van het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld en/of aandachtsfunctionaris meedenken over de interpretatie van bepaalde aanwijzingen en adviseren hoe de medewerker verder te werk kan
W. Thijs A. Verburg 22-9-2014
13
gaan. Het laten registreren bij het ASHG van (anonieme) gegevens heeft tot doel aard en omvang van de problematiek in beeld te brengen. Daarnaast kan het ASHG een rol spelen bij de monitoring van de casus. De waarnemingen zo mogelijk aan het slachtoffer, pleger en/of contactpersoon van het slachtoffer voorleggen. In deze fase kan zo mogelijk al iets van wat bij het slachtoffer is opgevallen worden gedeeld, om zo het vermoeden te toetsen. Hierbij gaat het om het bespreken van waarnemingen, dat wat opvalt aan het slachtoffer; bijv. uw moeder heeft vaak blauwe plekken, hoe komt dat?, of ik merk dat u zo stil bent de laatste tijd, hoe komt dat? Als de medewerker het woord mishandeling in de mond neemt is de kans groot dat men de deur dicht doet en verdere hulp bemoeilijkt wordt. De verklaring die het slachtoffer, pleger en/of contactpersoon geeft kan het vermoeden wegnemen of versterken. Bedenk wel dat men de ware oorzaak kan verzwijgen. Met betrokken instellingen overleggen. Bestaan er contacten met andere instellingen die mogelijk meer weten over het slachtoffer, raadpleeg dan medewerkers uit deze instellingen. Dit kan echter maar in beperkte mate. Het uitwisselen van informatie is namelijk gebonden aan wettelijke regels die de privacy beschermen (WBP). Benader het ASHG. Wellicht hebben zij meer informatie over de casus. In ieder geval kunnen zij informatie inwinnen bij de instellingen. Per situatie zal beoordeeld moeten worden op welke wijze de medewerker dient te handelen in verband met de privacyregels en zal er een oplossing gezocht moeten worden die recht doet aan betrokkenen. De resultaten beoordelen. Het overleg met anderen heeft twee mogelijke uitkomsten: er is een andere verklaring gevonden voor dat wat aan het slachtoffer opvalt, of het vermoeden van mishandeling blijft bestaan. Leg de bevindingen schriftelijk vast. Stap 3: Nader onderzoek De situatie verder onderzoeken. Belangrijk is objectief te observeren en te noteren. Let op zaken als bijvoorbeeld overbelasting, of er sprake is van verdriet of een depressie, of dat er andere aanwijzingen zijn. Belangrijk is ook de frequentie nauwkeurig te noteren; b.v. bij vermoedens van lichamelijke mishandeling duidelijk met behulp van lichaamskaarten de plaats van de verwonding noteren en de verklaring van de oudere. Dit kan ook bij de andere vormen van mishandeling. Gesprek met het slachtoffer. Een slachtoffer dat mishandeld wordt, is geneigd zijn mond daarover te houden. Overweeg desondanks de mogelijkheid om de bezorgdheid aan het slachtoffer voor te leggen. Gebruik daarbij niet het woord mishandeling! Het slachtoffer zal gevoelig zijn voor de reactie van de medewerker, belangrijk is hoe de medewerker reageert op het verhaal van het slachtoffer. Wees wel concreet. Stel vragen over hoe vaak, door wie, naar aanleiding van wat, wanneer etc. Het kan steunend en bevestigend werken wanneer de medewerker meeleeft met het slachtoffer zonder met afschuw te reageren.
W. Thijs/A. Verburg
14
Tevens is het belangrijk te letten op wat er niet wordt gezegd door te letten op de lichaamstaal. Meestal kost het een slachtoffer veel moeite om erover te praten. Het is daarom belangrijk de tijd te nemen. Gesprek met de ‘pleger’ en contactpersonen van het slachtoffer. Wanneer er zorgen zijn om een slachtoffer zijn familieleden de eerst aangewezenen om op de hoogte te worden gesteld. Zij kunnen ook als beste aangeven wat de mogelijke oorzaken zijn van deze zorgen. Echter in geval van huiselijk geweld spelen zij daar zelf soms een belangrijke rol in. Bedenk wel dat de pleger vaak uit onmacht of onkunde handelt en er niet altijd sprake is van opzettelijke mishandeling. Het kan ook zijn dat er geen sprake is van mishandeling, dan is ontkenning een logische reactie. Afgewogen moet worden of men alleen het gesprek aangaat of met zijn tweeën. Bijvoorbeeld in geval van kans op agressiviteit van pleger of slachtoffer Belangrijk is om goed te zorgen voor uw eigen veiligheid. Als u agressie verwacht is het belangrijk dat anderen weten waar en wanneer u het gesprek voert. Overweeg desnoods om politie op de hoogte te stellen Medisch en/of psychiatrisch laten onderzoeken. De medewerker kan bij twijfel aandringen op een uitgebreid medisch en/of psychiatrisch onderzoek. De resultaten van fase 2 en 3 beoordelen. Door de resultaten naast elkaar te leggen ontstaat een genuanceerd beeld van het welzijn van het slachtoffer en diens situatie. Dat beeld ontkracht of bevestigt het vermoeden of laat daar mogelijk nog twijfel over bestaan. Neem een besluit over het vervolg: o Benoem de situatie o er is geen sprake van mishandeling, ga naar stap 4a o het vermoeden blijft bestaan, ga terug naar stap 3 o er is wel sprake van mishandeling, men wil hulp en is wilsbekwaam o er is sprake van mishandeling, men wil geen hulp en is wilsbekwaam o er is sprake van mishandeling, men wil wel/geen hulp, men is wilsonbekwaam o Neem een besluit over de verder te nemen acties en bepaal door wie deze worden genomen. o Benoem een casemanager.
Stap 4 moet worden doorlopen in 2 weken (week 4 en 5) Stap 4: Het ondernemen van actie, afhankelijk van de beoordeling van de situatie 4a: Het vermoeden is niet bevestigd, er is geen sprake van huiselijk geweld, slachtoffer is wilsbekwaam. De oudere, mantelzorger en contactpersonen van het slachtoffer zonodig doorverwijzen voor de aanpak van andere problemen. Het kan zo zijn dat er andere problemen zijn die om een oplossing vragen. Gekeken kan worden of er extra hulp moet komen om de mantelzorg en de familie te ontlasten. De medewerker kan een verwijzende rol hierbij spelen. Alert blijven tot definitieve opname of eventueel overlijden.
W. Thijs/A. Verburg
15
Ga naar stap 5. 4b: Het vermoeden is nog niet bevestigd. Bij twijfel. Is het vermoeden niet bevestigd maar bestaat er evenmin zekerheid of er sprake is van huiselijk geweld, raadpleeg dan het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld en/of de aandachtsfunctionaris voor advies en consultatie. Ga zonodig terug naar stap 3 en herhaal (delen van) het onderzoek. 4c: Het vermoeden is wel bevestigd, er is sprake van huiselijk geweld, het slachtoffer wil hulp, het slachtoffer is wilsbekwaam. De hulpverleningsmogelijkheden inventariseren. De omstandigheden die kunnen leiden tot mishandeling van een slachtoffer zijn zeer uiteenlopend. De hulp die nodig is om de omstandigheden te verbeteren dus ook. Inventariseer de mogelijkheden. De mishandeling wordt gemeld bij het Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld en de aandachtsfunctionaris die de coördinatie van de verder te ondernemen stappen op zich neemt. Goede verwijzing is het meest essentiële element bij ondersteuning van het slachtoffer. Met het slachtoffer wordt besproken welk soort hulp nodig is. Soms is de situatie dermate verstoord dat een (veilige) omgeving in een speciaal daarvoor toegeruste voorziening voor een klant de enige (tijdelijke) oplossing is om ernstige mishandeling te voorkomen en om over een lange termijnoplossing na te denken. Soms is een zwaardere vorm van ingrijpen nodig. Bij bepaalde vormen van huiselijk geweld is een zwaardere vorm van ingrijpen nodig. Soms is het onvermijdelijk om ingrijpende veranderingen in de situatie van het slachtoffer aan te brengen om het slachtoffer te beschermen tegen degene die hem of haar mishandelt. Als een medewerker een sterk verslechterde situatie, escalatie of crisis aantreft zal de medewerker druk uitoefenen om het slachtoffer in veiligheid te brengen. Een sociale indicatie via de CIZ wordt in een dergelijke geval ten zeerste aanbevolen. Andere voorbeelden van zwaardere vormen van ingrijpen zijn: Onderzoek naar de wilsbekwaamheid van de klant Onder bewindstelling Mentorschap instellen Onder curatele stellen Scheiding van klant en pleger door bijzondere opname in psychiatrisch ziekenhuis Inhechtenisneming Huisarts en/of politie informeren. Als u als medewerker een sterk verslechterde situatie, escalatie of crisis aantreft doet u er goed aan contact met huisarts en/of politie op te nemen, zodat zij op de hoogte zijn en bij een hulpvraag snel kunnen reageren; zo mogelijk met toestemming van het slachtoffer. Als er geen sprake is van toestemming, is het alleen legitiem als de medewerker te maken heeft met een conflict van plichten. Ga na afronding van deze stap naar stap 5.
W. Thijs/A. Verburg
16
4d: Het vermoeden is wél bevestigd, men wil geen hulp, slachtoffer is wilsbekwaam. (deze keuzevrijheid geldt alleen bij volwassenen die in staat zijn zelfstandig keuze te maken en de gevolgen hiervan kunnen inschatten) raadpleeg het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld en/of de aandachtsfunctionaris voor suggesties, advies en consultatie. Geef telefoonnummers door van hulpverlenende instanties. Eventueel Vangnet en Advies inschakelen. Ga naar stap 5. 4 e: Het vermoeden is bevestigd, men wil wel/geen hulp, slachtoffer is wilsonbekwaam Juridische stappen: binnen twee weken contact opnemen met zaakwaarnemer, bewindvoerder of curator. Ga naar stap 5.
Stap 5 en 6 moet worden doorlopen zes weken na de eerste stap. Stap 5: Afronding en Evaluatie Nagaan hoe één en ander is gegaan. Belangrijke aandachtspunten in de evaluatie zijn: Zijn de vermoedens met behulp van derden voldoende onderbouwd? Is het stappenplan ‘op maat’ uitgevoerd? Hoe verliep de besluitvorming voor wat betreft de uitvoering van de verschillende stappen? Is de vrouw/man zorgvuldig en doortastend benaderd? Waren betrokkenen gesprekstechnisch voldoende toegerust? Wat waren (in het algemeen) de knelpunten? Sta ook stil bij de emoties van de medewerker. Zo nodig afspraken bijstellen. Loopt er iets niet goed, stel dan afspraken bij. Als het stappenplan verwarring schept, kaart dit aan zodat het kan worden bijgesteld. Stap 6: Nazorg Zo mogelijk alert blijven op het welzijn van de klant. Wanneer hulp op gang is gebracht, is het toch nog belangrijk het welzijn van de klant in de gaten te houden. Vraag van tijd tot tijd hoe het nu gaat, maar dring niet aan. Benoem een casemanager! Zonodig opnieuw contact zoeken met het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld. Is de klant eerder gemeld bij het ASHG en zijn er nieuwe signalen dat het niet goed gaat met de klant, geef dat dan opnieuw door aan het ASHG. Aandacht voor de medewerker Sommige situaties zijn zeer schrijnend of kunnen raken persoonlijke omstandigheden van de medewerker. Zorg voor voldoende begeleiding van de medewerker door een interne vertrouwenspersoon of hulp van buiten uw instelling.
W. Thijs/A. Verburg
17
BIJLAGE 1 SIGNALEN VAN OUDERENMISHANDELING Kennis van signalen is belangrijk, maar minstens zo belangrijk is dat de medewerker die met ouderen werkt een gevoeligheid ontwikkelt voor het herkennen van situaties die afwijken van het normale en die veroorzaakt kunnen worden door mishandeling. De medewerker dient zich bewust te zijn van het feit dat ouderenmishandeling voorkomt en dat men in de werksituatie daarmee te maken kan krijgen. Met andere woorden, het probleem ouderenmishandeling erkennen; als ouderenmishandeling door de medewerker niet wordt erkend is herkennen niet mogelijk. Onderstaande signalenlijst moet met de nodige voorzichtigheid worden gebruikt: het is een hulpmiddel en geen checklist, die naast een vermoeden van ouderenmishandeling kan worden gelegd om te beoordelen of er inderdaad sprake is van ouderenmishandeling of niet. geslachtsziekten Signalen van ouderenmishandeling kneuzingen van de binnenkant van de dijen Lichamelijke signalen problemen met zitten of lopen hevige onrust bij (ont)kleden, blauwe plekken wassen of (inwendig) snij-, schaaf- of brandwonden onderzoek zwellingen veelvuldig seksueel getinte kneuzingen gesprekken. botbreuken depressies striemen op het lichaam nachtmerries Psychische signalen slaapproblemen verwardheid Signalen van financiële uitbuiting angst onverklaarbaar geldtekort overdreven schrikreacties bij schulden of huurachterstand plotselinge geluiden of plotselinge of onverklaarbare gebeurtenissen geldopnames bij de bank woede weigeren van informatie over verdriet financiële situatie schuchterheid grote belangstelling van apathie familie voor geld of slaapproblemen bezittingen oudere eetproblemen verdwijnen van waardevolle Signalen van verwaarlozing spullen plotselinge vermagering onvoldoende voorzieningen in uitdroging huis vervuiling van zichzelf Signalen van schending van vervuiling van kleding grondrechten vervuiling van huis geen kennis van persoonlijke 'klampgedrag' post ook psychische signalen (zie geen toegang van vrienden of boven) bekenden Signalen van seksueel misbruik geen toestemming het huis te beschadigingen of irritatie van verlaten of zich vrij te geslachtsorganen bewegen terugkerende genitale of geen privacy bij bezoek rectale infecties geen zelfbeschikking bloedvlekken in kleding (met bijvoorbeeld in dagindeling name ondergoed) en beddengoed
W. Thijs/A. Verburg
18
SIGNALEN VAN MISHANDELING IN RELATIES Kennis van signalen is belangrijk, maar wat minstens zo belangrijk is, is dat de medewerker een gevoeligheid ontwikkelt voor het herkennen van situaties die afwijken van het normale en die veroorzaakt kunnen worden door mishandeling. Onderstaande signalenlijst moet met de nodige voorzichtigheid worden gebruikt; het is een hulpmiddel en geen checklist, die naast een vermoeden van vrouwenmishandeling of mannenmishandeling kan worden gelegd om te beoordelen of er inderdaad sprake is van mishandeling. Signalenlijst
Lichamelijke signalen regelmatig blauwe plekken kneuzingen botbreuken verlies van tanden plotseling optredende gehoorstoornissen hoofdpijn buikpijn hyperventilatie eetproblemen slaapstoornissen brandwonden
Psychische signalen angsten fobieën wantrouwen agressie zeer laag zelfbeeld neerslachtigheid / depressiviteit nervositeit
Gedrag van de vrouw/man niet over eigen geld beschikken niets doen zonder toestemming partner gedraagt zich onderdanig ten opzichte van partner of kind heeft moeite met oogcontact bang voor partner of kind schrikachtig vlakke emoties afspraken uitstellen of afzeggen verslaving / hoog medicijngebruik
Gedrag van de pleger agressief / ruzie zoeken verslavingsproblemen controlerend gedrag en onnodig meegaan voor een afspraak vernederen en negatieve opmerkingen
W. Thijs/A. Verburg
19
SIGNALEREN VAN KINDERMISHANDELING Kennis van signalen is belangrijk, maar wat minstens zo belangrijk is, is dat de medewerker die met kinderen en ouders werkt, een gevoeligheid ontwikkelt voor het herkennen van signalen bij het kind, bij de ouders en in de relatie ouder-kind. De signalenlijst (per leeftijd ingedeeld) is een hulpmiddel om een vermoeden van kindermishandeling te onderbouwen, niet om kindermishandeling te 'bewijzen’. Vrijwel alle genoemde signalen kunnen namelijk ook een andere oorzaak hebben. Hoe meer van de genoemde signalen het kind uitzendt, hoe groter de kans dat er sprake is van kindermishandeling. Maar er zijn ook kinderen waar aan niet of nauwelijks valt op te merken dat ze worden mishandeld. Een signalenlijst moet dus met de nodige voorzichtigheid worden gebruikt; het is een hulpmiddel en geen checklist. SIGNALEREN VAN KINDERMISHANDELING
kinderen wantrouwend niet geliefd bij andere kinderen
(0-4 JAAR)
Lichamelijk welzijn blauwe plekken, brandwonden, botbreuken, snij-, krab- en bijtwonden groeiachterstand voedingsproblemen ernstige luieruitslag slecht onderhouden gebit kind stinkt, heeft regelmatig smerige kleren aan oververmoeid vaak ziek ziektes herstellen slecht kind is hongerig achterblijvende motoriek niet zindelijk op een leeftijd dat het hoort Gedrag van het kind weinig spontaan passief, lusteloos, weinig interesse in spel apathisch, toont geen gevoelens of pijn in zichzelf gekeerd, leeft in fantasiewereld labiel erg nerveus hyperactief negatief zelfbeeld, weinig zelfvertrouwen, faalangst negatief lichaamsbeeld agressief, vernielzuchtig tegenover andere kinderen agressief speelt weinig met andere
W. Thijs/A. Verburg
tegenover ouders angstig, schrikachtig, waakzaam meegaand, volgzaam gedraagt zich in bijzijn van ouders anders dan zonder ouders
Tegenover andere volwassenen angst om uit te kleden angst voor lichamelijk onderzoek verstijft bij lichamelijk contact angstig, schrikachtig, waakzaam meegaand, volgzaam agressief overdreven aanhankelijk wantrouwend vermijdt oogcontact
overig plotselinge gedragsverandering gedraagt zich niet naar zijn leeftijd taal- en spraakstoornissen
gedrag van de ouder onverschillig over het welzijn van het kind laat zich regelmatig negatief uit over het kind
20
troost het kind niet geeft aan het niet meer aan te kunnen is verslaafd is ernstig (psychisch) ziek kleedt het kind te warm of te koud aan zegt regelmatig afspraken af vergeet preventieve inentingen houdt het kind vaak thuis van school heeft irreële verwachtingen van het kind zet het kind onder druk om te presteren
SIGNALEN VAN KINDERMISHANDELING (4-12 JAAR)
Gezinssituatie samengaan van stressvolle omstandigheden, zoals slechte huisvesting, financiële problemen en relatieproblemen sociaal isolement alleenstaande ouder partnermishandeling gezin verhuist regelmatig slechte algehele hygiëne
Gedrag van het kind timide, depressief weinig spontaan passief, lusteloos, weinig interesse in spel apathisch, toont geen gevoelens of pijn in zichzelf gekeerd, leeft in fantasiewereld labiel erg nerveus hyperactief negatief zelfbeeld, weinig zelfvertrouwen, faalangst negatief lichaamsbeeld agressief, vernielzuchtig overmatige masturbatie tegenover andere kinderen agressief speelt weinig met andere kinderen wantrouwend niet geliefd bij andere kinderen tegenover ouders angstig, schrikachtig, waakzaam meegaand, volgzaam gedraagt zich anders bij ouders
Signalen specifiek voor seksueel misbruik
Lichamelijk welzijn verwondingen aan geslachtsorganen vaginale infecties en afscheiding jeuk bij vagina of anus pijn in bovenbenen pijn bij lopen of zitten problemen bij plassen urineweginfecties seksueel overdraagbare aandoeningen
Gedrag van het kind drukt benen tegen elkaar bij lopen of oppakken afkeer van lichamelijk contact maakt afwezige indruk bij lichamelijk onderzoek extreem seksueel gekleurd gedrag en taalgebruik
W. Thijs/A. Verburg
Lichamelijk welzijn blauwe plekken, brandwonden, botbreuken, snij-, krab-, en bijtwonden groeiachterstand te dik slecht onderhouden gebit regelmatig buikpijn, hoofdpijn of flauwvallen kind stinkt, heeft regelmatig smerige kleren aan oververmoeid vaak ziek ziektes herstellen slecht kind is hongerig eetstoornissen achterblijvende motoriek niet zindelijk op een leeftijd dat het hoort
21
Signalen specifiek voor seksueel misbruik
tegenover andere volwassenen angst om zich uit te kleden angst voor lichamelijk onderzoek verstijft bij lichamelijk contact angstig, schrikachtig, waakzaam meegaand, volgzaam agressief overdreven aanhankelijk wantrouwend vermijdt oogcontact
overige plotselinge gedragsverandering gedraagt zich niet naar zijn leeftijd slechte leerprestaties rondhangen na school taal- en spraakstoornissen
Gedrag van de ouder onverschillig over het welzijn van het kind laat zich regelmatig negatief uit over het kind troost het kind niet geen aan het niet meer aan te kunnen is verslaafd is ernstig (psychisch) ziek kleedt het kind te warm of te koud aan zegt regelmatig afspraken af houdt het kind vaak thuis van school heeft irreële verwachtingen van het kind zet het kind onder druk om te presteren
Gedrag van het kind drukt benen tegen elkaar bij lopen afkeer van lichamelijk contact maakt afwezige indruk bij lichamelijk onderzoek extreem seksueel gekleurd gedrag en taalgebruik zoekt seksuele toenadering tot volwassenen SIGNALEN VAN KINDERMISHANDELING (12-18 JAAR)
Gezinssituatie samengaan van stressvolle omstandigheden, zoals slechte huisvesting, financiële problemen en relatieproblemen sociaal isolement alleenstaande ouder partnermishandeling gezin verhuist regelmatig slechte algehele hygiëne
W. Thijs/A. Verburg
Lichamelijk welzijn verwondingen aan geslachtsorganen vaginale infecties en afscheiding jeuk bij vagina of anus pijn in bovenbenen pijn bij lopen of zitten problemen bij plassen urineweginfecties seksueel overdraagbare aandoeningen
22
Lichamelijk welzijn blauwe plekken, brandwonden, botbreuken, snij-, krab-, en bijtwonden groeiachterstand te dik slecht onderhouden gebit regelmatig buikpijn, hoofdpijn of flauwvallen kind stinkt, heeft regelmatig smerige kleren aan oververmoeid vaak ziek ziektes herstellen slecht kind is hongerig eetstoornissen achterblijvende motoriek
Gedrag van het kind timide, depressief weinig spontaan passief, lusteloos, weinig interesse in spel apathisch, toont geen
gevoelens of pijn in zichzelf gekeerd, leeft in fantasiewereld labiel erg nerveus hyperactief negatief zelfbeeld, weinig zelfvertrouwen, faalangst negatief lichaamsbeeld agressief, vernielzuchtig overmatige masturbatie
tegenover andere kinderen agressief speelt weinig met andere kinderen vluchtige vriendschappen wantrouwend niet geliefd bij andere kinderen
tegenover ouders angstig, schrikachtig, waakzaam meegaand, volgzaam gedraagt zich in bijzijn van ouders anders dan zonder ouders agressief
tegenover andere volwassenen angst om zich uit te kleden angst voor lichamelijk onderzoek verstijft bij lichamelijk contact angstig, schrikachtig, waakzaam meegaand, volgzaam agressief overdreven aanhankelijk wantrouwend vermijdt oogcontact overig plotselinge gedragsverandering gedraagt zich niet naar zijn/haar leeftijd slechte leerprestaties rondhangen na school taal- en spraakstoornissen alcohol- en/of drugsmisbruik weglopen crimineel gedrag
W. Thijs/A. Verburg
Gedrag van de ouder onverschillig over het welzijn van het kind laat zich regelmatig negatief uit over het kind troost het kind niet geeft aan het niet meer aan te kunnen is verslaafd is ernstig (psychisch) ziek kleedt het kind te warm of te koud aan zegt regelmatig afspraken af houdt het kind vaak thuis van school heeft irreële verwachtingen van het kind zet het kind onder druk om te presteren
Gezinssituatie samengaan van stressvolle omstandigheden, zoals slechte huisvesting, financiële problemen en relatieproblemen sociaal isolement alleenstaande ouder partnermishandeling gezin verhuist regelmatig slechte algehele hygiëne
Signalen specifiek voor seksueel misbruik
23
Lichamelijk welzijn verwondingen aan geslachtsorganen vaginale infecties en afscheiding jeuk bij vagina of anus pijn in bovenbenen pijn bij lopen of zitten problemen bij plassen urineweginfecties seksueel overdraagbare aandoeningen (angst voor) zwangerschap
Gedrag van het kind drukt benen tegen elkaar bij lopen afkeer van lichamelijk contact maakt afwezige indruk bij
lichamelijk onderzoek extreem seksueel gekleurd gedrag en taalgebruik veel wisselende seksuele contacten met leeftijdgenoten
W. Thijs/A. Verburg
zoekt seksuele toenadering tot volwassenen prostitutie
24
BIJLAGE 2
Bij situaties van huiselijk geweld die levensbedreigend zijn en waar onmiddellijk ingegrepen moet worden, belt u direct het alarmnummer 112 Adres en telefoonnummer Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld Gooi en Vechtstreek Heuvellaan 50, 1217 JN, Postbus 514, 1200 AM, Hilversum E-mail:
[email protected] Telefoon (035) 699 11 99 7 dagen per week, 24 uur per dag telefonisch bereikbaar Het is ook mogelijk om anoniem te bellen. Meerdere keren bellen mag.
W. Thijs/A. Verburg
25
BIJLAGE 3
Registratieformulier vermoeden huiselijk geweld voor intern gebruik kindermishandeling mishandeling in relaties ouderenmishandeling Vermoedelijk slachtoffer Naam: _________________________________________________________ Adres: _________________________________________________________ Plaats/postcode: _________________________________________________________ Telefoon: _________________________________________________________ Bijzonderheden: _________________________________________________________ Huisarts: _________________________________________________________ Datum binnenkomst:_________________________________________________________ Vorm van geweld Lichamelijke mishandeling Lichamelijke verwaarlozing Psychische mishandeling Psychische verwaarlozing Gezinsproblematiek Relatie problematiek Ernstig individuele problemen Gebruik geweld Materiële problematiek Multiprobleem gezin Münchausen by proxy Ontspoorde zorg door professional Ontspoorde mantelzorg door huiselijke kring
Seksueel misbruik Financiële uitsluiting Schending grondrechten Anders n.l. ___________________
Psychische problemen Pedagogische onmacht Echtscheidingsproblematiek Vluchtelingenproblematiek Verslaving n.l._________________ Anders n.l. ___________________
Adoptief gezin Pleeggezin Overige n/l/ __________________
Leefsituatie Eén ouder gezin Twee ouder gezin Stiefgezin Alleenstaand Welke (echt)paar relatie bestaat er tussen het slachtoffer en de vermoedelijke pleger
W. Thijs/A. Verburg
26
Korte omschrijving van de gesignaleerde mishandeling
Gegevens medewerker c.q. melder Naam:
_________________________________________________________
Functie:
_________________________________________________________
Afdeling:
_________________________________________________________
Telefonisch bereikbaar: _______________________________________________________ Overleg gehad met: Intern ___________________________________________________________________ Extern___________________________________________________________________ Welke stappen zijn er gezet:
Z.O.Z.
W. Thijs/A. Verburg
27
Resultaat van de genomen stappen: Intern
Extern
Datum: Afsluiting: Reden afsluiting:
W. Thijs/A. Verburg
28
BIJLAGE 4
Schriftelijke Toestemming Cliënt of diens vertegenwoordiger die daar toe gemachtigd is, Naam: Geeft hierbij schriftelijke toestemming voor het verstrekken van gegevens aan participanten van Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld Gooi en Vechtstreek. Doel van het verstrekken van deze gegevens is te komen tot het stoppen van (ouderen)mishandeling.
Plaats:________________________________________________________________ Datum:________________________________________________________________ Naam:_________________________________________________________________ Geboortedatum:________________________________________________________ Adres:_________________________________________________________________ Woonplaats:____________________________________________________________
Handtekening:
W. Thijs/A. Verburg
29