Projectverslag Deskundigheidsbevordering huiselijk geweld: ouderenmishandeling 2006 – 2007
Dit project is mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van de regio gemeenten Anna Paulowna, Harenkarspel, Den Helder, Niedorp, Schagen, Texel, Wieringen, Wieringermeer en Zijpe.
Februari 2008
Inhoudsopgave
Het project in vogelvlucht 1. Ouderenmishandeling 2. Ouderen en ouderenmishandeling in de Kop van Noord-Holland 3. Doelgroep en plan van aanpak 4. Het projectverloop 5. Evaluatie voorlichtingen 6. Coördinatie en de voorlichters 7. Aanbevelingen
Bijlage 1: brief aan de instellingen Bijlage 2: het voorlichtingsaanbod Bijlage 3: de flyer en poster ouderenmishandeling
2 Steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland
Het project in vogelvlucht In 2006 en 2007 heeft in de Kop van Noord-Holland het project deskundigheidsbevordering ouderenmishandeling plaats gevonden. De toenemende vergrijzing in Nederland legitimeert een investering in ouderen en hun problematiek. Ouderenmishandeling is daar een voorbeeld van. Eén op de twintig ouderen heeft te maken met fysiek geweld, chronisch verbale agressie of financiële uitbuiting. Het Advies- en Steunpunt in Kop van Noord-Holland pakt signalering van ouderenmishandeling op vanaf de start van het Steunpunt. De regiogemeenten Anna Paulowna, Harenkarspel, Den Helder, Niedorp, Schagen, Texel, Wieringen, Wieringermeer en Zijpe hebben voor de nodige financiering gezorgd. Hieronder volgen de belangrijkste bevindingen uit dit project: •
De instellingen Thuiszorg Kop van Noord-Holland (Omring) en Stichting voor Welzijnszorg en Maatschappelijke Dienstverlening Kop van Noord-Holland (WMD) hebben als samenwerkingspartners binnen en met het Steunpunt de voorlichtingen en trainingen vormgegeven.
•
De coördinatie was in handen van Ingrid Herders (WMD). Tijdens het project zijn er vier voorlichters/trainers ouderenmishandeling beschikbaar geweest te weten Liesbeth van Schouwen (Omring, 2006 en 2007), Gerda Lieon (Omring, 2006), Greet Punter (WMD, 2006 en 2007) en Jolanda Vlaar (WMD, 2006 en 2007).
•
In totaal hebben 335 beroepskrachten en vrijwilligers in de ouderenzorg een voorlichting of training gevolgd. Dit heeft plaats gevonden in 28 bijeenkomsten.
•
De meeste voorlichtingen hebben bestaan uit het geven van basisinformatie over ouderenmishandeling. Een drietal bijeenkomsten was gericht op gespreksvoering en er is een bijeenkomst geweest over het inzetten van Eigen Kracht- conferenties bij ouderenmishandeling.
•
Uit de evaluatie blijkt dat 94% van de deelnemers tevreden was over de voorlichting / training. Van de deelnemers vindt 70% dat hun kennis en inzicht is vergroot en 13% vindt zelfs hun kennis en inzicht sterk vergroot.
•
Een aantal representatieve reacties van deelnemers op de inhoud van de bijeenkomsten: → ‘er wordt niet veel gesproken over dit onderwerp’ → ‘toch heel herkenbare situaties, meer dan ik dacht’ → ‘dat het overal aanwezig kan zijn: in je dorp, werk, familie; onze kennis is beperkt’ → ‘schokkend dat dit bestaat’ → ‘dat het meer voorkomt dan ik dacht’ → ‘tot de conclusie gekomen dat er in de werksituatie situaties zijn die je niet als mishandeling hebt aangemerkt, maar het wel waren’ → ‘ga nog meer opletten op lichaamstaal en uitstraling’ → ‘het stellen van de juiste vragen om vermoedens te staven’ → ‘hoe moeilijk het is voor het slachtoffer om het toe te geven’ → ‘dat de pleger veelal familie is’ → ‘dat het moeilijk is binnen te komen in schrijnende situaties’ → ‘het is belangrijk je eigen grenzen te weten’ → ‘er zijn ‘genoeg’ situaties in onze wijk’ → ‘hoe moeilijk het is om oplossingen te vinden’
•
De meeste deelnemers waren tevreden over de lengte van de voorlichting (85%), de eigen inbreng (87%) en de gebruikte werkvormen van inleiding en video/casussen/stellingen (78%).
3 Steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland
•
Opvallend is het enthousiasme van de deelnemers na een voorlichting. Van de deelnemers wil 61% graag een vervolg op de voorlichting / training (39% geeft aan hier geen behoefte aan te hebben). Hierbij is de grootste vraag naar gesprekstraining (hoe ga je een gesprek aan met de oudere over wat je signaleert) en casuïstiek bespreking (wat zie je?, hoe handel je dan? en wat doe je ermee?). Een aantal mensen gaf ook aan graag verdieping te willen hebben op het onderwerp. Een andere suggestie was om het onderwerp jaarlijks op een teamvergadering te laten terugkomen. Een aantal mensen wilde een vervolg voor het maken van een instellingsprotocol waarbij afspraken rond privacy worden vastgelegd en de te zetten stappen bij vermoedens. Opmerkelijk was dat deelnemers regelmatig aangaven een vervolg te willen over andere vormen van mishandeling als kindermishandeling, relationeel geweld en info te willen ontvangen over het inzetten van Eigen Kracht bij huiselijk geweld.
•
Het vooraf enthousiasmeren van mensen voor het thema verliep moeizaam. De vele nascholingen rond kwaliteitstrajecten zorgden al voor overvolle agenda’s Het management had het vaak al (te) druk met het realiseren van het aanbod deskundigheidsbevordering over de kwaliteitstrajecten. Medewerkers moesten daardoor in eigen tijd de voorlichting ouderenmishandeling volgen en dit is niet de keus van een ieder. Het vroeg daarom onevenredig veel tijd om bij de instellingen interesse te werken en bovendien een lange adem om tot de voorlichtingsafspraken te komen. Het kostte veel tijd om in de jaarplanning een plaats te veroveren. De combinatie van eerst het aanbod aan de instellingen aan te bieden en daarna het aanbod ook open op naam via e-mail aan e bieden is goed bevallen.
•
De doelstelling van het project was 58 voorlichtingen en in totaal 750 mensen bereiken. Dat hebben we niet gehaald. We hebben 28 voorlichtingen gegeven en 335 mensen voorgelicht. We hebben daarmee de helft gehaald van de doelstelling. In verhouding is veel meer tijd gaan zitten dan gepland in het op de agenda zetten van het onderwerp en de acquisitie van de voorlichtingen. Terugkijkend kunnen we zeggen dat we te vroeg en in een te korte tijd teveel wilden bereiken. Taboedoorbreking vraagt om een lange adem.
•
Het bereiken van vrijwilligers is lastig. Regelmatig hoorden we dat het al moeilijk genoeg was vrijwilligers te vinden en men wilde degene die dan bereid waren dit werk te doen vooral niet lastig vallen met een zwaar beladen onderwerp. Het werk moet vooral ook leuk blijven.
•
Op de voorlichtingen die voor meerdere dagdelen werden aangeboden, is slecht ingeschreven. Eenmalige bijeenkomsten hebben duidelijk de voorkeur. Maar vooral het op maat aanbieden is van groot belang. Flexibel inspelen op de mogelijkheid van een teamvergadering of ander bestaand regulier overleg blijkt duidelijk de voorkeur te hebben.
•
Het vragen van een vergoeding voor de voorlichtingen verhoogde de drempel dermate dat wij hiervan hebben afgezien.
•
In de projectperiode zijn 3.000 flyers ouderenmishandeling verspreid en 1000 posters.
•
Het taboe rond het onderwerp ouderenmishandeling is nog steeds groot. Het wordt door medewerkers nog nauwelijks herkend en de instellingen hebben geen beleid in deze. Ook registreren gebeurt nog nauwelijks. In 2006 werd in de registratie gegevens van de instellingen slechts eenmaal ouderenmishandeling expliciet genoemd.
•
Een instellingsprotocol van hoe te handelen bij ouderenmishandeling ontbreekt nog bijna in alle instellingen. Er zijn wel diverse voorbeelden beschikbaar van instellingen in het land. Een voorbeeld protocol als het protocol kindermishandeling van Noord-Holland voor kinderopvang, onderwijs en jeugdgezondheidszorg bestaat niet voor ouderenmishandeling. Een dergelijk voorbeeld protocol zou wenselijk zijn.
4 Steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland
•
De aanbevelingen uit het project zijn: →
continuering van het aanbieden van voorlichtingen over ouderenmishandeling waarbij inbedding in het bredere verband van huiselijk geweld (dus in combinatie met kindermishandeling en relationeel geweld) eveneens een plaats kan krijgen.
→
aanbieden van trainingen gespreksvoering.
→
aanbieden van intervisie voor instellingen waarbij casuïstiek kan worden besproken.
→
begeleiding van instellingen bij het maken van een instellingsprotocol. Deze wens zal worden neergelegd bij ondersteuningsorganisaties zoals PRIMO en LSBO (Landelijk Steunpunt Bestrijding Ouderenmishandeling). Waar mogelijk zal dit gebeuren in samenwerking met het Steunpunt(en) Huiselijk Geweld.
→
nieuw audiovisueel materiaal met voorbeelden van ouderenmishandeling Op dit moment wordt de video ‘Achter gesloten deuren’ gebruikt. De casussen zijn inhoudelijk prima, maar de uitstraling van de video is niet meer van deze tijd. Het ontwikkelen van nieuw materiaal zou worden omarmd.
5 Steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland
1. Ouderenmishandeling Onder mishandeling van een ouder persoon (iemand van 55 jaar of ouder) verstaan wij het handelen of het nalaten van handelen van al degenen die in een persoonlijke of professionele relatie met de oudere staan, waardoor de oudere persoon (herhaaldelijk) lichamelijke en/of psychische en/of materiële schade lijdt, dan wel vermoedelijk lijden zal, en waarbij van de kant van de oudere sprake is van een vorm van gedeeltelijke of volledige afhankelijkheid. Eén op de twintig ouderen heeft te maken met fysiek geweld, chronisch verbale agressie of financiële uitbuiting. Wat zich achter de voordeur bij veel ouderen afspeelt, ontmoet nog steeds veel ongeloof en ontkenning. Het doorbreken van taboes, de bewustmaking van het verschijnsel ouderenmishandeling, de signalering ervan en de mogelijkheid om hierbij hulp te krijgen zijn voor de meldpunten belangrijke drijfveren en de reden voor het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld Kop van Noord-Holland om dit thema op te pakken.
2. Ouderen en ouderenmishandeling in de Kop van Noord-Holland In de Kop van Noord-Holland wonen 46.257 ouderen en deze ouderen zijn als volgt woonachtig in de negen gemeenten. In deze gemeenten komt op basis van onderzoek bij het aangegeven aantal inwoners ouderenmishandeling voor. Gemeenten Gewest Kop van Noord-Holland
Aantal ouderen in de gemeenten 3.424 3.942 16.455 2.987 5.785 4.123 2.655 3.465 3.421 46.257
Schatting ouderenmishandeling 188 217 905 164 318 227 146 191 188 2.544
Anna Paulowna Harenkarspel Den Helder Niedorp Schagen Texel Wieringen Wieringermeer Zijpe Totaal Bevolkingscijfers 2006 (bron CBS) Onderzoek door de Vrije Universiteit van Amsterdam toont aan dat 5.5% van de onderzochte zelfstandig wonende ouderen wordt mishandeld (Comijs, 1996).
In januari 2006 is in de Kop van Noord-Holland het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld van start gegaan. In de regio was tot op dat moment geen tot zeer beperkt aandacht gegeven aan ouderenmishandeling en het werd nog nauwelijks (h)erkend. Eind 2007 is het project afgerond.
3. Doelgroep en plan van aanpak De doelgroep van het project waren de professionals van de instellingen welzijn ouderen, de thuiszorg, verzorgings- en verpleeghuizen en vrijwilligers van organisaties als Humanitas, Rode Kruis en de Zonnebloem. In 2006 hebben er 8 voorlichtingen plaats gevonden en 16 in 2007. De doelstelling van het project om 58 voorlichtingen te geven bestaande uit 96 bijeenkomsten, waarbij we in totaal 750 mensen wilden bereiken, hebben we niet gehaald. In verhouding is veel meer tijd gaan zitten in de acquisitie van de voorlichtingen. In totaal hebben 268 beroepskrachten en vrijwilligers in de ouderenzorg een voorlichting of training gevolgd. Dit heeft plaats gevonden in 24 bijeenkomsten. De inhoud van de meeste voorlichtingen bestond uit het geven van basisinformatie over ouderenmishandeling. Een drietal bijeenkomsten was gericht op gespreksvoering en er is een
6 Steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland
bijeenkomst geweest over het inzetten van de werkwijze van Eigen Kracht-conferenties bij ouderenmishandeling. Op de voorlichtingen die voor meerdere dagdelen werden aangeboden werd slecht ingeschreven. Eenmalige bijeenkomsten bleken de voorkeur te hebben. Tijdens de voorlichtingen zijn flyers en poster ouderenmishandeling verspreid. In de projectperiode waren dit 3.000 flyers verspreid en 1000 posters. Hieronder staan de voorlichtingen met het aantal deelnemers en de deelnemende instellingen vermeld: Datum
Aantal deelnemers
Deelnemende instellingen
2006 15-mei-06 13-jun-06 29-jun-06
6 13 13
12-sep-06 14-sep-06 21-sep-06 10-okt-07 14-nov-06 2007 11-1-2007 15-2-2007 18-2-2007 13-3-2007 4-6-2007 11-6-2007 12-9-2007 17-9-2007 19-sep-07 27-9-2007 2-okt-07 8-10-2007 11-102007 23-102007 22-nov 2008 18-2-2008 20-2-2008 17-3-2008 27-3-2008 10-4-2008
12 10 6 14 14
Vrijwilligers Stichting Welzijn Ouderen (preventief informatief ouderenbezoek) Internationaal Vrouwen Centrum (8), Legers des Heils (3x), Wonen plus (2x) WMD afdeling maatschappelijk werk en welzijn voor ouderen Medewerkers TKN (6) en dienstenwinkel (6) Verzorgenden en verpleegkundigen TKN Texel Verzorgenden en verpleegkundigen TKN Schagen, Den Helder, Wieringen Slachtofferhulp KNH Vrijwilligers wonen plus Schagen en Wieringen
8 20 21 17 20 14 7 18 7 16 6 4
Vrijwilligers bezoekdienst WMD SWOS Zijpe Verzorgenden Omring Den Koogh, Nieuwstad, Huize ten Anker Verzorgenden Omring Den Koogh, Nieuwstad,Huize ten Anker SWOS Zijpe Ouderbegeleiders Den Helder, SOS/THD, Psychiatrische verpleegkundigen Gezinsverzorging Omring Omring verzorgenden + Ouderenpsychiatrie Geesterkogge Gezinsverzorgden Omring + coördinatoren FNV Vrouwenbond Niedorp Verzorgenden, SOS/THD, Wonen plus, SPV'er Verzorgenden Omring
9
Humanitas vrijwilligers
7 12
Verzorgenden omring (2) en SPV'ers Evean (5x) Evean Thuiszorg Niedorp gezondheidscentrum
6 12 15 12 15
Netwerk praktijkondersteuners huisartsenpraktijk Cliëntenraad de Koogh Stichting Welzijn Ouderen Harenkarspel BRON verzorgingshuis Stichting Welzijn Ouderen Harenkarspel
Totaal
334
7 Steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland
4. Het projectverloop Op basis van een inventarisatie van behoeften bij de instellingen is een voorlichtingsaanbod ontwikkeld en aangeboden aan de instellingen in de Kop. Dit is veelal telefonisch en in juli 2006 per brief gebeurd (zie voor de aanbiedingsbrief en aanbod bijlage 1). Op basis hiervan zijn in 2006 8 voorlichtingen gegeven aan 80 werkers van Stichting Welzijn Ouderen, TKN Corbis Plus, WMD, Internationaal Vrouwen Centrum, Slachtofferhulp, Wonenplus en het Leger des Heils. Dit aanbod was vooral instellingsgericht. Vanaf voorjaar 2007 is gewerkt met een open aanbod via de nieuwsbrief van het Steunpunt en de nieuwsbrief van ZONhn Nieuwsbrief (van Stichting Zorgondersteuning Noord-Holland Noord). Daarnaast zijn de voorlichtingen via e-mail marketing op naam aangeboden. Hierop werd door medewerkers van diverse instellingen ingeschreven. In 2007 bereikte we met het voorlichtingsaanbod 180 mensen.
ZoNHn nieuwsbrief 30 augustus 2007 Workshop en training over ouderenmishandeling Zeker één op de twintig ouderen wordt mishandeld. De Steunpunten Huiselijk Geweld besteden aandacht aan deze problematiek, onder meer door het organiseren van voorlichting en trainingen over ouderenmishandeling. In september en oktober wordt er opnieuw deskundigheidsbevordering voor zorgverleners aangeboden in Schagen en Den Helder. Naast aandacht voor de herkenning en signalering van ouderenmishandeling is er mogelijkheid om gespreksvoering te trainen. Lees verder >>
De voorlichtingen hebben plaatsgevonden in diverse gemeenten: Schagen, Texel, Den Helder, Niedorp. De medewerkers waren afkomstig uit alle negen gemeenten in de Kop van Noord-Holland Een aantal werkers heeft aangegeven in de dagelijkse praktijk te maken te hebben met concrete situaties van ouderenmishandeling en heeft daarom ook behoefte aan gesprekstechnieken. Zij beschikten namelijk niet over voldoende vaardigheden om het bespreekbaar te maken. Begin 2007 is een aanbod gespreksvaardigheden uitgewerkt en aangeboden. Hiervan is driemaal gebruik gemaakt. Instellingen komen nog nauwelijks toe aan het ontwikkelen van instellingsbeleid. In het kader van het project zijn diverse protocollen van aanpak van ouderenmishandeling verzameld. Er ontbreekt echter een goed uitgewerkt landelijk modelprotocol. In het najaar 2007 is het project inzetten van Eigen Kracht bij huiselijk geweld van start gegaan. Omdat Eigen Kracht-conferenties ook bij ouderenmishandeling goed ingezet kunnen worden, zijn ook tweetal voorlichtingen aangeboden met deze werkwijze als thema. Een hiervan is door gegaan. Kortom: Het taboe rond ouderenmishandeling is groot. Het wordt door medewerkers nog nauwelijks herkend en de instellingen hebben geen beleid in deze. Ook registreren gebeurt nog nauwelijks. Een instellingsprotocol van hoe te handelen bij ouderenmishandeling ontbreekt nog in bijna alle instellingen.
5. Evaluatie voorlichtingen Van de 335 deelnemers aan de voorlichtingen hebben 201 personen evaluatieformulieren ingevuld. Hiervan zijn er 176 compleet. Deze zijn in de evaluatie gegevens verwerkt en worden hieronder weergegeven. Uit de evaluatie blijkt dat 70% van de deelnemers vindt dat hun kennis en inzicht is vergroot en 13% vindt hun kennis en inzicht zelfs sterk vergroot. Bij 17% is de kennis niet toegenomen. Meestal omdat zij al kennis hadden over ouderenmishandeling.
8 Steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland
De lengte van de voorlichtingen vindt 85% goed en een klein percentage van 14% te kort. Dit sluit aan bij wens van een groot deel van de deelnemers om een vervolg. Van de deelnemers wil 61% graag een vervolg op de voorlichting / training (39% geeft aan hier geen behoefte aan te hebben). Hierbij is de grootste vraag naar gesprekstraining (hoe ga een gesprek aan met de oudere over wat je signaleert) en casuïstiek bespreking (wat zie je?, hoe handel je dan? en wat doe je ermee?). Een aantal mensen gaf aan ook graag verdieping te willen hebben op het onderwerp. Een andere suggestie was om het jaarlijks op een teamvergadering te laten terugkomen. Een aantal mensen wilde een vervolg voor het maken van een instellingsprotocol waarbij het beleid van de instelling bij ouderenmishandeling wordt vastgelegd. Daarbij wordt o.a. gedacht aan de te zetten stappen bij vermoedens en de bescherming van privacy. Opmerkelijk was dat regelmatig door de deelnemers werd genoemd een vervolg te willen over andere vormen van mishandeling als kindermishandeling, relationeel geweld en info over het inzetten van Eigen Kracht bij huiselijk geweld. Wat betreft de opzet van de bijeenkomsten geeft het merendeel aan (78%) dat zij de combinatie van een inleiding met video / casussen / stellingen met video als prettig hebben ervaren. Op de formulieren zelf wordt vaak bijgeschreven dat de video zo beeldend maakte waar het om gaat. Ook al wordt de video zelf wat ouderwets gevonden. Ook met de eigen inbreng was het merendeel tevreden, namelijk 87%, en slechts 12% deels tevreden. Op het formulier werd dan vaak aangegeven dat men iets meer actief had willen zijn tijdens de bijeenkomst. Resultaten evaluatie 1. Wat vond je van de duur van de bijeenkomst? Te lang 1% 1 Goed 85% 149 Tekort 26 14% 2. Is je kennis en inzicht over ouderenmishandeling al dan niet vergroot? Sterk vergroot 13% 23 Toegenomen 124 70% Hetzelfde gebleven 29 17% 3. Waar heb je het meeste aan gehad? Inleiding 6 Video/casus/stellingen 33 Beide evenveel 137
3% 19% 78%
4. Wat vond je van de inhoud van de voorlichting/training? Goed 166 94% Matig 5% 9 Onvoldoende 1 1% 5. Sluit de inhoud van de voorlichting aan bij je werk? Ja 101 57% Deels 65 37% Nee 10 6% 6. Vond je dat er voldoende ruimte was voor eigen inbreng? Ja 153 87% Deels 21 12% Nee 2 1%
9 Steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland
7. Wat vond je van de manier waarop deze bijscholing werd gegeven? Goed 171 97% Matig 5 3% Slecht 0 8. Heb je behoefte aan een vervolg? Ja 107 Nee 69
61% 39%
Wat betreft de inhoud van de voorlichting geeft 94% van de deelnemers aan tevreden te zijn. Slechts 5% vond het matig en slecht 1% slecht. Een aantal reacties van deelnemers die representatief zijn wat betreft de reactie op de inhoud van de bijeenkomsten: → ‘er wordt niet veel gesproken over dit onderwerp’ → ‘toch heel herkenbare situaties, meer dan ik dacht’ → ‘dat het overal aanwezig kan zijn: in je dorp, werk, familie; onze kennis is beperkt’ → ‘schokkend dat dit bestaat’ → ‘dat het meer voorkomt dan ik dacht’ → ‘tot de conclusie gekomen dat er in de werksituatie situaties zijn die je niet als mishandeling hebt aangemerkt, maar het wel waren’ → ‘ga nog meer opletten op lichaamstaal en uitstraling’ → ‘het stellen van de juiste vragen om vermoedens te staven’ → ‘hoe moeilijk het is voor het slachtoffer om het toe te geven’ → ‘dat de pleger veelal familie is’ → ‘dat het moeilijk is binnen te komen in schrijnende situaties’ → ‘het is belangrijk je eigen grenzen te weten’ → ‘er zijn ‘genoeg’ situaties in onze wijk’ → ‘hoe moeilijk het is om oplossingen te vinden’ Ook geeft 57% van de mensen aan dat de voorlichting aansluit bij de inhoud van het werk. Bij 37% sluit het deels aan en bij 6% niet. Vaak gaf men op het formulier dan aan dat zij bijvoorbeeld een functie hebben als telefonist of ander ondersteunend werk verrichten, zodat zij er in het eigen werk niet veel aan hebben. Over de manier waarop de voorlichting is gegeven was 97% tevreden en slechts 3% matig tevreden. De voorlichters kunnen terug kijken op een goed resultaat in deze.
6. Coördinatie en de voorlichters De coördinatie van het project was in handen van het WMD in de persoon van Ingrid Herders. Gedurende de projectperiode waren er vier voorlichters beschikbaar, te weten Liesbeth van Schouwen (Omring), Gerda Lion (Omring), Greet Punter (WMD) en Jolanda Vlaar (WMD). Met de projectleider Huiselijk Geweld, Marja de Kinderen, is regelmatig overleg geweest over de inhoud, het verloop van het project, hoe te werven en de verdeling van de voorlichtingen.
7. Aanbevelingen De belangrijkste bevinding tot nu toe is dat instellingen moeilijk te motiveren zijn tot het volgen van voorlichtingen. Het onderwerp zit duidelijk nog in taboesfeer. Het is een kwestie van lange adem.
10 Steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland
De aanbevelingen uit het project zijn: Aanbeveling 1 - Continuering aanbod Het verdient aanbeveling ook na afloop van het project (na 2007) het geven van basisvoorlichting te continueren. We hebben nog lang niet iedereen bereikt. Ook continuering van het aanbieden van voorlichtingen over ouderenmishandeling ingebed in het bredere verband van huiselijk geweld (dus in combinatie met kindermishandeling en relationeel geweld) verdient aanbeveling . Aanbeveling 2 – Training gesprekstraining De behoefte aan gesprekstraining komt uit de evaluatie nadrukkelijk naar voren. Aanbeveling 3 – Intervisie Het aanbieden van intervisie voor instellingen waarbij casuïstiek kan worden besproken wordt eveneens veel door deelnemers genoemd. Zij willen vooral bespreken of zij signalen goed interpreteren en met elkaar bespreken wat er aan te doen. Aanbeveling 4 - Instellingsprotocol Weinig instellingen hebben nog een instellingsprotocol voor het ‘melden’ en ‘oppakken’ van ouderenmishandeling. Er zijn vele voorbeelden van instellingen uit het land beschikbaar maar een landelijk model zoals bij kindermishandeling ontbreekt. Mogelijk dat het Landelijk Platform Bestrijding van Ouderenmishandeling of PRIMO dit kan oppakken. In de implementatie zal het begeleiden van instellingen bij het maken van een instellingsprotocol dan gericht kunnen gebeuren. Aanbeveling 5 - Nieuwe audiovisueel materiaal met voorbeelden van ouderenmishandeling Op dit moment wordt de video 'Achter gesloten deuren' gebruikt. De casussen zijn inhoudelijk prima, maar de uitstraling van de video is oubollig (kleding, meubilair, de uitstraling is jaren 70). Het ontwikkelen van nieuw materiaal zou worden omarmd.
11 Steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland
Bijlage 1: brief aan de instellingen
Betreft: aanbod deskundigheidsbevordering ouderenmishandeling
Schagen, 18 juli 2006
Geachte heer/mevrouw,
In februari 2006 is in de Kop van Noord-Holland het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld van start gegaan. Een centraal punt waar vragen over huiselijk geweld binnenkomen alleen is niet genoeg. Het is even belangrijk dat medewerkers van uw instellingen bewust worden van het bestaan van geweld en weten hoe te handelen als zij het signaleren. De komende tijd geeft het Advies- en Steunpunt prioriteit aan deskundigheidsbevordering op het gebied van ouderenmishandeling. De gemeenten Anna Paulowna, Harenkarpsel, Den Helder, Niedorp, Schagen, Texel, Wieringen, Wieringermeer en Zijpe hebben het financieel mogelijk gemaakt dat instellingen in de hele Kop gebruik kunnen maken van dit aanbod. Ook uw instelling kan hier gebruik van maken. Wij hebben in de bijlage de informatie over de voorlichting en deskundigheidsbevordering ouderenmishandeling bijgevoegd. Mocht u van dit aanbod gebruik willen maken dan kunt u het beste contact opnemen met de contactpersoon ouderenmishandeling Ingrid Herders via e-mail
[email protected] of telefoon 0223-525372. In de bijlage vindt u ook de flyer oudermishandeling met korte informatie over ouderenmishandeling voor uw medewerkers. U kunt meer van deze flyers gratis aanvragen bij het Steunpunt via
[email protected]. De flyer is ook in posterformaat beschikbaar en aan te vragen. Tot slot hebben wij een persbericht toegevoegd dat u kunt eventueel kunt opnemen in het blad of nieuwsbrief van uw instelling. Nog vragen laat het ons weten!
Vriendelijke groeten,
Marja de Kinderen Projectleider ASHG KNH (
[email protected])
12 Steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland
Bijlage 2: het voorlichtingsaanbod
Deskundigheidsbevordering ouderenmishandeling Het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld Kop van Noord-Holland verzorgt deskundigheidsbevordering over ouderenmishandeling voor werkers in professionals en de vrijwilligers zoals welzijnsinstellingen (welzijn ouderen), thuiszorg en verzorgings- en verpleeghuizen. Deze wordt verzorgd door medewerkers Corbis Plus en WMD. Corbis Plus en WMD zijn samenwerkingspartners binnen het Advies- en Steunpunt Huiselijk Geweld.
Voorlichting Een voorlichting voor werkers in de ouderenzorg is eenmalig. Er kan gebruik worden gemaakt van een theoretische inleiding, brainstorm oefeningen en van de video ‘Achter gesloten deuren’ met een aansluitende discussie. Het programma wordt in overleg samengesteld. De volgende onderwerpen kunnen aan bod komen: Wat is ouderenmishandeling? Welke vormen zijn er? Hoe vaak komt het voor? Wat zijn de oorzaken en de mogelijke gevolgen? Hoe signaleer je ouderenmishandeling? Wat kunt U doen als je ouderenmishandeling ziet? Waar kunt u terecht voor informatie en advies? Aantal deelnemers: Duur: Kosten:
20 – 25 personen 2 tot 2,5 uur € 100 per voorlichting (voor vrijwilligersorganisaties en mantelzorgers is de voorlichting gratis) Er wordt vanuit gegaan dat de instelling zelf ruimte, apparatuur en koffie/thee beschikbaar stelt.
Training Een training bestaat uit twee dagdelen. De werkvormen bestaan uit discussieoefeningen, video, casuïstiek, rollenspel e.d. en worden afgestemd op de deelnemers. Het programma wordt in overleg samengesteld. Tijdens een training wordt er aandacht besteed aan: 13 Steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland
Bewustwording Houding Vaardigheden en belemmeringen bij het signaleren Onderwerpen die aan bod kunnen komen zijn: Theoretische verdieping Normen en waarden Verdieping signaleren Gespreksvoering Werken met een instellingsprotocol Aantal deelnemers: Duur: Kosten:
8 – 12 personen 2 bijeenkomsten van 3 uur € 200 voor een training van 2 dagdelen Er wordt vanuit gegaan dat de instelling zelf ruimte, apparatuur en koffie/thee beschikbaar stelt.
Verdere ondersteuning Naast voorlichting en training ouderenmishandeling bieden de medewerkers ondersteuning bij het ontwikkelen en implementeren van beleid en protocollen inzake ouderenmishandeling en ondersteuning bij casuïstiek besprekingen. Meer informatie of geïnteresseerd in een voorlichting / training? Neem contact op met de contactpersoon ouderenmishandeling van het ASHG: Ingrid Herders E
[email protected] T 0223 52 53 72
Dit project wordt mede mogelijk gemaakt door een financiële bijdrage van de regio gemeenten Anna Paulowna, Harenkarspel, Den Helder, Niedorp, Schagen, Texel, Wieringen, Wieringermeer en Zijpe. Het project loopt in 2006 en 2007.
April 2006
14 Steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland
Bijlage 3: de flyer en poster ouderenmishandeling
Flyer
Poster
15 Steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland