PLAN VAN AANPAK ADVIES- EN STEUNPUNT HUISELIJK GEWELD KOP VAN NOORD-HOLLAND Samen aan de slag
In het kader van de Tijdelijke stimuleringsregeling advies- en steunpunten huiselijk geweld van VWS 2004 t/m 2007
PLAN VAN AANPAK ADVIES- EN STEUNPUNT HUISELIJK GEWELD KOP VAN NOORD-HOLLAND Samen aan de slag
April 2005
Samenstelling: Mw. M. de Kinderen (PROK Management) – projectleider advies- en steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland In samenwerking met de (kern) regiegroep advies- en steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland in oprichting bestaande uit: Mw. I. Herders (Stichting voor Welzijnszorg en Maatschappelijk Dienstverlening Kop van Noord-Holland), Mw. H. Oskam (gemeente Den Helder), Mw. Ria (Stichting Blijf van m’n Lijf Den Helder), Mw. H. Veenendaal (GGD Kop van Noord-Holland), Mw. J. de Vries (Bureau jeugdzorg Noord-Holland-Noord).
Plan van aanpak Advies- en steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland - Definitief 22 april 2005
2
Inhoudsopgave Pagina’s 1. Inleiding………………………………………………………………………………... 4 2. Werkgebied en indicatie omvang………………………………………………. ……... 7 2.1 Werkgebied………………………………………………………………………… 7 2.2 Indicatie omvang…………………………………………………………………… 7 2.3 Zichtbaarheid problematiek………………………………………………………... 8 2.4 Streefcijfers………………………………………………………………………… 10 3. Missie, doelstellingen en doelgroepen…………………………………………………. 11 3.1 Missie en doelstellingen……………………………………………………………. 11 3.2 Doelgroepen………………………………………………………………………... 11 4. Werkwijze steunpunt…………………………………………………………………... 12 4.1 Structuur……………………………………………………………………………. 12 4.2 Functies en taakverdeling………………………………………………………….. 14 5. Toegang steunpunt – frontoffice……………………………………………………….. 17 5.1 Bereikbaarheid……………………………………………………………………... 17 5.2 Vraagbaak - doorverwijzing - korte hulp…………………………………………... 18 5.3 PR en publiciteit……………………………………………………………………. 19 5.4 Registratie………………………………………………………………………….. 19 5.5 Sociale kaart………………………………………………………………………... 19 6. Hulpverlening – backoffice……………………………………………………………. 20 6.1 Aanzet inventarisatie……………………………………………………………….. 20 6.2 Convenanten……………………………………………………………………….. 22 7. Voorlichting en deskundigheidsbevordering vanuit het steunpunt……………………. 23 7.1 Aanzet inventarisatie………………………………………………………………. 23 7.2 Proactieve benadering……………………………………………………………… 24
Bijlage 1: Format ten behoeve van VWS………………………………………………….. 25 Bijlage 2: Begroting steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland……………….. 29 Bijlage 3: Aanbod hulpverlening in de regio gerelateerd naar soorten mishandeling…….. 30 Bijlage 4: Overzicht van samenwerkingspartners…………………………………………. 31 Bijlage 5: Geraadpleegde bronnen………………………………………………………… 32
Plan van aanpak Advies- en steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland - Definitief 22 april 2005
3
1. Inleiding Definitie huiselijk geweld Huiselijk geweld is het centrale thema van het advies- en steunpunt huiselijk geweld. Huiselijk geweld is een van de meest voorkomende geweldsvormen in ons land en is een verzamelterm voor diverse soorten van geweld, die zich voordoen tussen mensen die samenleven in relaties of in gezinsverband. Het begrip wordt door VWS gedefinieerd als: elke vorm van bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard in de privé-situatie, waardoor schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan het slachtoffer in de vorm van fysiek of psychisch letsel, anders dan kindermishandeling als bedoeld in artikel 1, onderdeel m, van de Wet op de jeugdzorg (VWS, Tijdelijke stimuleringsregeling advies- en steunpunten huiselijk geweld, juli 2004). Overheid De aanpak van huiselijk geweld vraagt extra aandacht zowel van de overheid als van het werkveld. Het kabinet heeft huiselijk geweld tot een van de speerpunten van zijn beleid gemaakt. Het heeft geconstateerd dat de overheid een taak heeft in het verzekeren van de veiligheid van iedere burger. Het kabinet wil het beleid voor (de gezamenlijke aanpak van) huiselijk geweld dan ook specifieker maken en intensiveren, en stimuleert daarom al enige jaren activiteiten zoals een publiekscampagne en het opzetten van overlegstructuren. De Tijdelijke stimuleringsregeling advies- en steunpunten huiselijk geweld, een subsidieregeling voor gemeenten, maakt onderdeel uit van dit beleid. In het kader van deze stimuleringsregeling wordt een advies- en steunpunt opgericht. Dit betekent een loket dat telefonisch bereikbaar is voor deskundige adviezen, eerste gesprekken en doorverwijzing ingeval van huiselijk geweld. Een advies- en steunpunt dient te voldoen aan de volgende voorwaarden: - Het staat open voor iedere persoon die in aanraking komt met huiselijk geweld. - Het is gericht op de hele bij de centrumgemeente horende regio. - Het heeft de samenwerkings- en doorverwijsafspraken met relevante organisaties en instellingen op schrift vastgelegd. In gevallen van kindermishandeling wordt verwezen naar het advies- en meldpunt kindermishandeling van het Bureau Jeugdzorg in de regio. - Het advies- en steunpunt moet opgericht zijn voor 1 januari 2006. Stuurgroep huiselijk geweld Den Helder en omliggende gemeenten geven al geruime tijd aandacht aan de problematiek van huiselijk geweld (voorafgegaan door ruime aandacht voor seksueel geweld). Er is op regioniveau een stuurgroep huiselijk geweld werkzaam. De gemeente Den Helder heeft in juni 2002 het regionale samenwerkingsconvenant huiselijk geweld van deze stuurgroep meeondertekend. In 2003 heeft de gemeente subsidie verleend voor een regionaal project huiselijk geweld. Hoofdactiviteiten waren: deskundigheidsbevordering, het opzetten van een informatielijn huiselijk geweld en een publiekscampagne ‘Stop huiselijk geweld’. VWS en de stuurgroep vragen nu van de centrumgemeenten vrouwenopvang om, in samenhang met de
Plan van aanpak Advies- en steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland - Definitief 22 april 2005
4
Tijdelijke stimuleringsregeling advies- en steunpunten, een steunpunt huiselijk geweld op te zetten en de afstemming binnen de centrumgemeenten op te pakken. Regiegroep huiselijk geweld In de Kop van Noord-Holland bestaan al goed lopende samenwerkingsverbanden. De regiegroep huiselijk geweld is in 2004 ontstaan vanuit het netwerk vrouwenhulpverlening. Deze regiegroep bestaat uit een kerngroep met vertegenwoordigers van de afdeling Onderwijs Welzijn en Sport van de gemeente Den Helder, de GGD Kop van Noord-Holland, de Stichting voor Welzijnzorg en Maatschappelijke Dienstverlening, Stichting Blijf van m’n Lijf Den Helder en Bureau Jeugdzorg Noord-Holland-Noord. Regelmatig wordt de regiegroep verbreed met vertegenwoordigers van GGZ Kop van NoordHolland, Politie Noord-Holland Noord, Buro Slachtofferhulp Noord-Holland Noord, Adviesen Meldpunt Noord-Holland, Thuiszorg Kop van Noord-Holland, SOS Telefonische Hulpdienst Noordwest, Brijder Verslavingszorg regio Kop van Noord-Holland, Stichting Triton verslavingszorg, MEE regiokantoor Noordkop. In 2004 heeft de gemeente Den Helder als centrumgemeente voor vrouwenopvang in het kader van de stimuleringregeling advies- en steunpunten een subsidieaanvraag bij VWS ingediend. Nadat deze aanvraag is gehonoreerd, is als eerste stap een projectleider aangesteld. Samen met de (kern)regiegroep huiselijk geweld heeft deze projectleider het voorliggende plan van aanpak opgesteld. In dit plan van aanpak wordt uitgewerkt hoe in de Kop van Noord-Holland het advies- en steunpunt concreet wordt vormgegeven om op 1 januari 2006 van start te gaan. Uitgangspunten advies- en steunpunt De regiegroep heeft gewerkt vanuit een aantal uitgangspunten: - Het is belangrijk dat het advies- en steunpunt goed wordt voorbereid. Een steunpunt is niet iets wat ‘zomaar’ opgericht kan worden. De ervaring leert dat betrokkenen een jaar of langer bezig zijn een steunpunt op te richten en in te bedden (Quickscan, 2004, pagina 14). - De regiegroep wil geen nieuwe instelling optuigen als advies- en steunpunt huiselijk geweld. Het steunpunt wordt een virtuele toegang waarachter samenwerking en afstemming tussen instellingen op het gebied van hulpverlening centraal staat. - Voor het advies- en steunpunt huiselijk geweld is een beperkt budget beschikbaar dat vooral besteed zal worden aan de toegang (frontoffice). - Om de nodig aanvullende hulpverlening te realiseren en om activiteiten voor deskundigheidsbevordering te organiseren, wordt geprobeerd extra financiële middelen te werven bij de regiogemeenten, de provincie en fondsen. - De toegang zal voor de doelgroepen slachtoffers, plegers en omstanders duidelijk geprofileerd kunnen en moeten worden. Deze toegang dient duidelijk herkenbaar en laagdrempelig te zijn. - De toegang moet als vraagbaak voor alle doelgroepen dienen. - Bij de toegang moet een goede verwijzing en zo nodig korte acute hulp beschikbaar zijn. De vervolghulp dient meteen aansluitend te worden geboden. - Rondom de toegang dient een goed signaleringsnetwerk te ontstaan. Als geweldsituaties eerder worden gesignaleerd en aangepakt, kan dit escalaties voorkomen. Dit wordt uitgewerkt via voorlichting en door de deskundigheid van intermediairen te bevorderen.
Plan van aanpak Advies- en steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland - Definitief 22 april 2005
5
-
Om huiselijk geweld aan te kunnen pakken is het ook belangrijk dat de dader strafrechtelijk kan worden vervolgd. Samenwerking met politie en OM is daarbij een voorwaarde.
Gemeente Als het advies- en steunpunt er is, vervult ook de gemeente daarbij een belangrijke rol. In diverse nota’s wordt deze rol geformuleerd en de centrale begrippen zijn: - Huiselijk geweld dient een prominente plaats te hebben op de politieke agenda. - De gemeente voert een regierol uit en formuleert huiselijk geweld als speerpunt voor beleid. - De directies van de verschillende partijen (politie, justitie en hulpverlening) worden aangesproken om afspraken te maken over samenwerking op het gebied van huiselijk geweld en komen deze afspraken ook daadwerkelijk na. - De directies van verschillende partijen worden aangesproken om deskundigheidsbevordering te organiseren voor de beroepsbeoefenaars om hen verder te bekwamen in signaleren van huiselijk geweld. Tot slot: in dit plan zijn de instellingen zo veel als mogelijk met hun volledige naam aangeduid. Vanwege de leesbaarheid zijn soms afkortingen gebruikt. Deze afkortingen worden verklaard in bijlage 4. In het plan wordt het advies- en steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland vaak kortweg aangeduid als het steunpunt Kop van Noord-Holland of steunpunt.
Plan van aanpak Advies- en steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland - Definitief 22 april 2005
6
2. Werkgebied en indicatie omvang 2.1 Werkgebied Het steunpunt zal zich richten op het gewest Kop van Noord-Holland, dat naast de centrumgemeente vrouwenopvang Den Helder bestaat uit de omliggende gemeenten: Anna Paulowna, Harenkarspel, Niedorp, Schagen, Texel, Wieringen, Wieringermeer en Zijpe. In totaal bestaat het werkgebied uit negen gemeenten. Het gewest telt circa 165.000 (CBS - januari 2003: 164.924) inwoners. Hiervan woont ruim 1/3 in Den Helder. Het werkgebied is, zoals ook de naam al aangeeft, de noordelijkste punt van de provincie Noord-Holland. Kenmerkend voor dit gebied is dat het gevormd wordt door plattelandsgemeenten met één centrumgemeente. Het werkgebied maakt onderdeel uit van de regio Noord-Holland-Noord die bestaat uit drie gewesten: de Kop van Noord-Holland, West-Friesland en Noord-Kennemerland. Voor een aantal zaken wordt in het gewest gebruikgemaakt van justitie en hulpverlening werkzaam voor de hele regio. 2.2 Indicatie omvang In Nederland is beperkt onderzoek gedaan naar de omvang van huiselijk geweld. Uit dit onderzoek komt naar voren dat van alle Nederlanders 45% ooit slachtoffer geweest is van huiselijk geweld (website Transact). Dit houdt in dat in het gewest Kop van Noord-Holland circa 74.250 inwoners te maken hebben of te maken hebben gehad met huiselijk geweld. Van de diverse vormen van mishandeling zijn diverse beperkte onderzoeken beschikbaar. De gegevens hiervan zijn hieronder afgezet tegen de populatie in de Kop van Noord-Holland. Dit is bedoeld om een indicatie te geven over de aantallen waarop het steunpunt zich richt. Tabel 1: Aantal inwoners in de regio naar leeftijdsgroep gerelateerd aan de huidige omvang huiselijk geweld 2003 (bron: CBS)
Kinderen/jongeren 1) 0-25 jaar Volwassen 2) 25- 45jaar Ouderen 3) 45 jaar en ouder Totaal aantal inwoners
Totaal aantal inwoners gewest steunpunt
50.000
Schattingen omvang - kindermishandeling - relationele mishandeling - ouderenmishandeling in de regio 800
48.000
5.280
67.000
3.685
165.000
9.765
1
) Uit Amerikaans onderzoek (DHHS, 1996) blijkt dat minimaal 1,6% van alle kinderen per jaar mishandeld worden. N.B. kinderengrens is 21 jaar (website: NIZW: expertisecentrum kindermishandeling). 2 ) Van alle vrouwen in Nederland is 11 procent mishandeld binnen haar relatie (website Transact).
Plan van aanpak Advies- en steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland - Definitief 22 april 2005
7
3
) In Amsterdam is in 1996 door de Vrije Universiteit een onderzoek gedaan naar ouderenmishandeling (Comijs e.a.). Uit dit onderzoek kwam naar voren dat 5,5 procent van de onderzochte zelfstandig wonende ouderen werd mishandeld (website NIZW).
2.3 Zichtbaarheid problematiek Huiselijk geweld heeft de laatste jaren (voorafgegaan door ruime aandacht voor seksueel geweld) ruim aandacht gekregen in de regio. Een en ander heeft geresulteerd in een telefonische hulplijn en in aandacht bij zowel de toegangen als een aantal hulpverlenende organisaties. Hoewel de registratie nog zijn beperkingen kent en niet altijd vergelijkbare gegevens oplevert, volgt hieronder een overzicht van de beschikbare gegevens. Tabel 2: Aantal genoemde vragen, meldingen, aangiftes bij en rondom de toegangen 2004 *) Informatielijn HG – THD AMK Politie Meldpunt OGGZ OM en rechtbank
Regio NHN 178
Gewest Kop van NH 60 1)
2.809 1.210 215
Geslacht Man/Jongen Vrouw/Meisje 33 138
353 295 11 72 1)
77 2) -
83 2) -
*) Er zitten mogelijk dubbelingen in deze cijfers. Veel meldingen van het AMK komen binnen via de politie en die aangiftes worden begeleid door Buro Slachtofferhulp. Vanuit oogpunt van privacy worden gegevens niet gekoppeld. 1
) Van de THD en OM waren geen cijfers voorhanden over het gewest Kop van Noord-Holland. Daarom is het totaal van de regio gedeeld door 3 gewesten. 2
) Deze cijfers van geslacht betreffen alleen de kinderen waarover een melding gedaan is bij het AMK, en niet de kinderen waarover een advies of consult is gevraagd.
Wat opvalt in de cijfers is dat, met een te verwachten omvangcijfer van 9.765 inwoners, deze inwoners nog maar mondjesmaat de toegangen weten te vinden. Eveneens blijkt dat bij de huidige Huiselijk Geweld telefoonlijn van de SOS Telefonische Hulpdienst doorgaans meisjes of vrouwen om advies en hulp vragen. Ter aanvulling is gekeken naar de geregistreerde cliënten bij een aantal hulpverlenende instellingen in de eerste en tweede lijn die de afgelopen jaren actief zijn geweest op het themagebied huiselijk geweld. Tabel 3: Aantal geregistreerde cliënten 2004 in hulpverlening voor huiselijk geweld van vijf instellingen 2004 *) AMW - WMD Jeugdzorg – BJZ 1) Blijf van m’n Lijf GGZ 2)
Adviesen info HG 27 -
Hulpvraag HG eerste vraag problematiek 67 16 80 3) 46
Hulp HG tweede vraag problematiek 37 134
Betreft Man/Jongen 4 40 24
Betreft Vrouw/Meisje 63 13 156
*) De instellingen geven allemaal aan dat de registratie op dit gebied nog zeer beperkt is. Daarbij is het hulpverleningsaanbod in de regio groter dan hier in kaart gebracht.
Plan van aanpak Advies- en steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland - Definitief 22 april 2005
8
1
) Van de 450 totale aanmeldingen om zorg betreft het 53 keer de problematiek van huiselijk geweld. Het zijn alleen de cijfers van de vrijwillige toegang. 2
) Gebaseerd op de gegevens van de 400 van de 800 nieuwe cliënten in 2004. In deze cijfers is dit aantal daarom verdubbeld. Er zijn 1400 cliënten in zorg in 2004. Het betreft de registratie van seksueel misbruik. 3 ) Blijf van m’n Lijf heeft 80 aanmeldingen ontvangen voor een plaats in 2004. Hiervan zijn 41 vrouwen met 58 kinderen geplaatst.
Wat hierbij opvalt is dat er nog slechts een beperkte groep betrokkenen de toegang vindt tot de instellingen en dat aan een beperkte groep hulp wordt geboden. Ook bij de instellingen vragen vooral meisjes/vrouwen om hulp. Migranten Uit onderstaande tabel blijkt dat er in de regio 4,4% migranten wonen, waarvan 2,5 westerse migranten en 1,9% niet-westerse migranten. Tabel 4: Percentage migranten in het gewest per gemeente en totaal 2003 (bron: CBS) Anna Paulowna Harenkarspel Den Helder Niedorp Schagen Texel Wieringen Wieringermeer Zijpe Totaal
Marokkanen 0,1% 0,1% 0,2% 0,1% 0,1% 0,1% 0,0% 0,0% 0,0% 0,1%
Turken 0,1% 0,1% 0,4% 0,1% 0,2% 0,1% 0,1% 0,1% 0,2% 0,2%
Surinamers Antillianen Arubanen 0,9% 0,5% 3,4% 0,4% 1,3% 0,3% 0,3% 0,65 0,4% 1,6%
Overige migranten 1,5% 1% 4% 1,2% 2,8% 1,7% 1,2% 1,55% 1,1% 2,5%
Totaal 2,6% 1,7% 8,0% 1,8% 4,4% 2,2% 1,6% 2,3% 1,7% 4,4%
Peildatum 1-1-2003
Uit de tabel is te lezen dat de Surinamers, Antillianen en Arubanen een belangrijke deel vormen van de migranten. Het is bekend dat er in de regio een relatief grote Antilliaanse gemeenschap is. Nadat het steunpunt is gestart, wordt nader in kaart gebracht of huiselijk geweld in deze gemeenschap anders wordt beleefd. Op basis van de uitkomst zal worden afgewogen of en in hoeverre een cultureel specifieke aanpak van huiselijk geweld noodzakelijk is naast de huidige preventieactiviteiten en het hulpaanbod. In de gemeente woont nog een relatief kleine Somalische gemeenschap (schatting 2005: tien gezinnen; was voorheen vierhonderd). Binnen deze gemeenschap, maar soms ook bij de andere islamitische migranten, speelt vrouwenbesnijdenis een belangrijke rol. Het steunpunt zal in de aanpak hiervan nauw samenwerken met de zelforganisatie Stichting Stop Vrouwenverminking. De groep migranten in de Kop van Noord-Holland is relatief klein en divers van samenstelling. Het steunpunt maakt daarom de keuze om zich niet op voorhand cultuurspecifiek te profileren. Het steunpunt zal wel een multiculturele uitstraling hebben (via website, flyers e.d.), waarbij alle inwoners, zowel autochtonen als allochtonen, worden aangesproken.
Plan van aanpak Advies- en steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland - Definitief 22 april 2005
9
Gehandicapten Mensen met een handicap hebben een groter risico om met huiselijk geweld te maken te krijgen. Voor deze groep geldt dat mensen vaker afhankelijk zijn van anderen en een beperkte zeggenschap hebben over hun eigen leven. Door langdurige (lichamelijke) verzorging kunnen grenzen vervagen over wat juiste en foute aanraking is. Daarnaast kunnen factoren als een negatief zelfbeeld of een geïsoleerd bestaan, gekoppeld aan een sterke wil om gezien te worden, hierbij een rol spelen. Uit onderzoek (Berlo, 1995) en Lammers (2002) is bekend dat bij deze doelgroep zowel slachtoffers als plegers van mishandeling frequent voorkomen. Ook is er soms sprake van (dreigende) oudermishandeling door de doelgroep. Als het steunpunt is gestart, wordt de omvang van de doelgroep nader in kaart gebracht en zullen, in overleg met MEE en de zorgleveranciers Noorderhaven en Esdégé Reigersdaal, zo nodig aanvullende activiteiten worden ontwikkeld voor mensen met een handicap. 2.4 Streefcijfers Samenvattend bevindt de omvang van huiselijk geweld in het gewest zich tussen minimaal 9.765 en maximaal 75.000 inwoners. Op basis van de huidige nog beperkte beschikbare gegevens is duidelijk dat hooguit een vijfde van het minimaal geschatte aantal betrokken inwoners in de hulpverlening terechtkomt. Concluderend kunnen we stellen dat het thema ondanks de reeds gegeven aandacht nog steeds in de taboesfeer verkeert en zeker de komende jaren nog veel aandacht behoeft. Een belangrijke taak van het steunpunt is dan ook het thema huiselijke geweld te profileren en bespreekbaar te maken bij de diverse doelgroepen en het tot speerpunt van beleid te maken binnen de hulpverlenende instellingen. Het streven van het steunpunt Kop van Noord-Holland is in de komende twee jaar te komen tot een verdubbeling van het aantal informatie- en hulpvragen rondom huiselijk geweld in de regio, d.w.z. tot 3.000 bij de toegang (frontoffice) en 1000 bij de hulpverlening (backoffice). Deze verdubbeling zal bereikt worden door het thema huiselijk geweld beter te profileren en door de hulpvragen rond deze problematiek beter te registreren binnen de hulpverlening.
Plan van aanpak Advies- en steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland - Definitief 22 april 2005
10
3. Missie, doelstellingen en doelgroepen 3.1 Missie en doelstellingen Om huiselijk geweld te definiëren, wordt gebruikgemaakt van de definitie opgenomen in de inleiding. Bij huiselijk geweld worden een aantal vormen van mishandeling onderkend, te weten kindermishandeling (waaronder kinderen als getuige van geweld), oudermishandeling, ouderenmishandeling en relationeel (seksueel)geweld. Binnen het steunpunt in de regio Kop van Noord-Holland wordt eveneens vrouwenbesnijdenis (verminking) meegenomen onder de noemer van huiselijk geweld. De problematiek van jeugdprostitutie (w.o. loverboys) valt buiten de thematiek van het steunpunt. Vanuit deze kaders is de missie van het steunpunt als volgt geformuleerd: Het advies- en steunpunt wil in de regio Kop van Noord-Holland huiselijk geweld voorkomen of (in een zo vroeg mogelijk stadium) stoppen. Het steunpunt doet dit door een laagdrempelige en makkelijk bereikbare toegang te vormen die grote bekendheid heeft voor alle betrokkenen bij huiselijk geweld. Voor hen die dit nodig hebben verzorgt het steunpunt de doorgeleiding naar snelle (acute) eerste hulp en passende (adequate) vervolghulp. De missie zal worden gerealiseerd door te werken aan de volgende doelstellingen: - huiselijk geweld in de leefsituatie van de hulpvrager voorkomen en stoppen; - laagdrempelige informatie-, voorlichting- en verwijsfunctie bieden; - eerste hulp en doorgeleiding naar vervolghulp bieden; - een sluitende regionale hulpaanpak realiseren; - voorlichting geven en deskundigheid bieden, waardoor de betrokkenen huiselijk geweld beter signaleren; - adviesvragen registreren en lacunes signaleren in het voorlichtings-, preventie- en hulpaanbod; - voorlichting en hulpverlening op elkaar afstemmen op gewestelijk, regionaal en zo nodig provinciaal niveau. Deze doelstellingen worden uitgewerkt in de drie deelgebieden van het steunpunt: - de toegang ( frontoffice); - de hulpverlening (backoffice); - voorlichting en deskundigheidsbevordering. Deze doelstellingen worden uitgewerkt in de volgende hoofdstukken. 3.2 Doelgroepen Het steunpunt onderscheidt de volgende doelgroepen: - slachtoffers van huiselijk geweld; - plegers van huiselijk geweld; - omstanders uit het sociaal netwerk van slachtoffer en/of pleger (Dit kunnen zowel mensen in als buiten het gezin zijn als beroepsmatig betrokkenen bij het slachtoffer en de dader.); - professionals-hulpverleners en justitiële partners. Waar nodig zal het steunpunt specifieke aandacht besteden aan migranten en gehandicapten.
Plan van aanpak Advies- en steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland - Definitief 22 april 2005
11
4. Werkwijze steunpunt 4.1 Structuur De structuur van het steunpunt ziet er in schema als volgt uit: Figuur 1: Structuur steunpunt huiselijk geweld
Gemeente
Regiegroep
Platform deskundigheidsbevordering HG
Preventie instellingen
Frontoffice
Platform hulpverlening HG
Hulpverlenende instellingen Backoffice
Gemeente Vanuit diverse wettelijke kaders heeft de gemeente een belangrijke taak met betrekking tot huiselijk geweld. In de rijksnota Privé geweld – publieke zaak worden zowel de Wet collectieve preventie volksgezondheid (WCPV) als, in het verlengde daarvan, het landelijke en regionale beleid voor de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg (OGGZ) genoemd als kapstok voor beleid met betrekking tot huiselijk geweld. De GGD fungeert op beide gebieden als uitvoerder van deze taak. Huiselijk geweld maakt ook deel uit van het integraal veiligheidsbeleid van gemeenten (Integraal Veiligheids Programma (IVP) van de minister van Binnenlandse Zaken uit 1999), maar het grootste deel van de problematiek behoort tot het terrein van de openbare gezondheidszorg en de hulpverlening. Immers: slechts het topje van de ijsberg komt bij de politie terecht (12% volgens Van Dijk, 1997) en een nog kleiner deel doorloopt de strafrechtelijke keten. De gemeente heeft een belangrijke regietaak met betrekking tot huiselijk geweld. Deze regietaak heeft een politiek-bestuurlijk karakter. Dat wil zeggen dat de gemeente: - bestuurlijk draagvlak biedt; - een bestuurlijke opdracht formuleert en voornemens in een beleidsprogramma opneemt; - de uitvoering van het beleid mogelijk maakt door geld beschikbaar te stellen; - de besteding van de middelen controleert, toezicht houdt en het beleid evalueert; - beleidskaders biedt: integraal veiligheidsbeleid, lokaal gezondheidsbeleid, OGGZ en (preventief) jeugdbeleid; - een bijdrage levert aan het op gang brengen van een maatschappelijk debat;
Plan van aanpak Advies- en steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland - Definitief 22 april 2005
12
-
fungeert als afzender van de boodschap dat geweld niet normaal is; in het algemeen de verantwoordelijkheid neemt om de veiligheid, de gezondheid en het welzijn van de bevolking te beschermen.
De GGD richt zich op de openbare gezondheidszorg met als wettelijke opdracht een sluitend preventie- en zorgsysteem te bewerkstelligen. Zij opereert vanuit een regionaal gezichtspunt en heeft daarin een initiërende en faciliterende verantwoordelijkheid. Deze dienst heeft een relatief onafhankelijke positie in relatie tot huiselijk geweld. Verder is de GGD een professionele onderzoeksorganisatie en kenniscentrum op het gebied van de openbare gezondheidszorg. De GGD kan in samenwerking met de gemeente vorm en inhoud geven aan de regieverantwoordelijkheid van de gemeente. Zij doet dit door het steunpunt Kop van NoordHolland te gaan coördineren. Frontoffice Huiselijk geweld komt niet binnen via een gestroomlijnd traject met één voordeur. Het is een traject waarbij de betrokkenen via verschillende toegangen de hulpverlening kunnen bereiken. Soms gebeurt dit vrijwillig omdat de leefsituatie onhoudbaar is, soms doordat men toeschouwer is van huiselijk geweld, maar soms ook omdat strafrechtelijk wordt ingegrepen. Het steunpunt profileert het onderwerp huiselijk geweld in de regio en staat symbool voor de afstemming en samenwerking tussen instellingen in de regio. Regiegroep De coördinatie en uitvoering van de regietaak komen bij de GGD te liggen. De GGD wordt hierin ondersteund door een regiegroep vanuit het werkveld en de gemeente. De taak van de regiegroep is de regie op te pakken rondom huiselijk geweld in de regio. Zij draagt er zorg voor dat manifestaties van huiselijk geweld deugdelijk worden geregistreerd en gesignaleerd (jaarlijkse rapportage) en dat de partners van het steunpunt op uitvoerend niveau goed samenwerken. De regiegroep bestaat uit gemandateerd management van de belangrijkste instellingen voor het steunpunt, te weten: Stichting voor Welzijnszorg en Maatschappelijke Dienstverlening, Bureau Jeugdzorg (jeugdzorg en Advies- en Meldpunt Kindermishandeling), GGD (Meldpunt OGGZ), Blijf van m’n Lijf, de gemeente (zorg-en-veiligheidsbeleid) en de politie. De regiegroep komt 4 x per jaar onder voorzitterschap van de GGD bij elkaar. Platform hulpverlening huiselijk geweld De taak van het platform hulpverlening huiselijk geweld is om gestroomlijnde hulp te realiseren. In het platform staat centraal hoe de hulpverlening getoetst en afgestemd kan worden op de casuïstiek. De gedachte leeft om het huidige platform kindermishandeling te verbreden tot platform hulpverlening huiselijk geweld. In het platform werken de uitvoerders van alle hulpverlenende instellingen samen. Het bestaat dan ook uit alle samenwerkende hulpinstellingen in de regio (zie voor een overzicht bijlage 4). Het platform zal maximaal 10 x per jaar bij elkaar komen.
Plan van aanpak Advies- en steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland - Definitief 22 april 2005
13
Figuur 2: Aanpak huiselijk geweld: samenwerking tussen front- en backoffice Toegangen werken samen in frontoffice
Frontoffice Steunpunt Huiselijk Geweld Kop van NH
Hulp werkt samen in backoffice
Huisarts (SPV’er)
Politie THD
Blijf van m’n Lijf
Slachtofferhulp Meldpunt OGGZ AMK / KT / Jeugdzorg Zorg: BJZ
AMW (WMD)
Platform deskundigheidsbevordering huiselijk geweld Het platform deskundigheidsbevordering huiselijk geweld wordt ook platform preventie genoemd. De taak van dit platform is preventieactiviteiten te initiëren en op elkaar af te stemmen van. Het accent zal daarbij liggen op voorlichting en deskundigheidsbevordering. Jaarlijks zal een plan van aanpak worden gemaakt op basis van de signaleringsrapportage van het steunpunt. Het platform bestaat uit de preventieafdelingen van instellingen in de regio (zie voor een overzicht bijlage 4). Dit platform vergadert maximaal 4 x per jaar. 4.2 Functies en taakverdeling Het steunpunt heeft de volgende functies: - informatie, voorlichting, luisterend oor en verwijzing; - eerste opvang/hulp en toeleiding tot de reguliere hulpverlening; - registratie en signalering; - voorlichting en deskundigheidsbevordering; - monitoring en regie.
Plan van aanpak Advies- en steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland - Definitief 22 april 2005
14
Het steunpunt Kop van Noord-Holland wil nadrukkelijk een samenwerking zijn tussen instellingen. Gezien de historie is dit een logische keuze. De verschillende functies zijn dan ook aan verschillende instellingen gekoppeld, waarbij wordt uitgegaan van hun specifieke deskundigheden. De taakverdeling is als volgt: Tabel 5: Functies van het steunpunt en de daaraan gekoppelde taakverdeling Informatie, voorlichting, luisterend oor en verwijzing Eerste opvang en hulp en toeleiding tot reguliere hulpverlening
Registratie en signalering Voorlichting en deskundigheidsbevordering
Monitoring en regie
Samenwerking tussen: - Bureau Jeugdzorg - Stichting voor Welzijnszorg en Maatschappelijke dienstverlening - GGD - Blijf van m’n Lijf - SOS Telefonische Hulpdienst - Politie - GGD - AMK, afdeling Deskundigheidsbevordering - GGD Kop van Noord-Holland, afdeling GVO - GGZ Kop van Noord-Holland, afdeling Preventie - Bureau Jeugdzorg, afdeling Pedagogische Preventie - Gemeente - GGD
Bovengenoemde instellingen vormen met elkaar de kernpartners van het steunpunt. In de loop van 2005 zullen deze instellingen samenwerkingsafspraken maken over de volgende onderwerpen: - wie voor welke hulpvraag en doelgroep kan zorgdragen; - garantie van kortdurende hulp en prioriteit voor huiselijk geweld bij langdurige hulp; - afstemming van de intakeprocedures; - standaard controle bij de intake of er sprake is van huiselijk geweld; - hulp waarbij, los van wie de hulpvrager is, hulp op gang wordt gebracht aan het totale systeem van slachtoffer, dader, tot getuige van geweld (systeemgedachte); - vaststellen van de cliëntroutes bij huiselijk geweld; - vastleggen van een vaste contactpersoon bij de hulpvragen huiselijk geweld; - registratie van de hulpvragen huiselijk geweld; - gebruikmaken van de beschikbare locaties. Om de functies van het steunpunt op elkaar af te stemmen, zijn de volgende taken essentieel: 1. het steunpunt aansturen, de registratie opzetten en afstemmen, de sociale kaart maken en actualiseren, een jaarlijkse signaleringsrapportage, PR en publiciteit, de website (door)ontwikkelen en fondsen werven; 2. de hulpverlening afstemmen, de hulp in het frontoffice stroomlijnen en het platform hulpverlening voorzitten; 3. de preventieactiviteiten afstemmen, een gericht aanbod deskundigheidsbevordering in de regio realiseren en het platform deskundigheidsbevordering voorzitten.
Plan van aanpak Advies- en steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland - Definitief 22 april 2005
15
Om deze taken uit te oefenen zal een coördinator worden aangesteld. In de uitwerking van de functie wordt nog gekeken of de verschillende taken al dan niet in één persoon worden verenigd. De aanstelling heeft een omvang van 0,3 fte (ongeveer 12 uur per week). Vereist is een relevante hbo- of universitaire opleiding. De coördinator werkt onder verantwoordelijkheid van de GGD. Een overzicht van de kosten is opgenomen in de begroting in bijlage 2.
Plan van aanpak Advies- en steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland - Definitief 22 april 2005
16
5. Toegang steunpunt – frontoffice Het frontoffice zal als dé voordeur fungeren en daarmee worden geprofileerd als dé toegang voor informatie, advies, luisterend oor (vraagbaakfunctie). Afhankelijk van de vraag verzorgt het frontoffice ook verwijzing, eerste korte hulp (2-3 gesprekken) of brengt hulpverlening op gang. Indien het kinderen betreft, is een directe verwijzing voor een advies of melding bij het AMK de juiste route. Naast het steunpunt blijft de toegang tot informatie en hulp via andere instellingen mogelijk. De frontoffice zal een ‘virtuele’ toegang zijn. Dat wil zeggen dat er geen fysieke plek of balie komt waar het steunpunt zichtbaar is: er is geen ‘winkel’. Een fysiek adres is geen noodzakelijk vereiste voor laagdrempeligheid. Voor persoonlijke gesprekken moeten mensen immers toch afspraken maken. Dit kan op diverse locaties bij de samenwerkende hulpverlenende instellingen. 5.1 Bereikbaarheid Uitgangspunten voor de bereikbaarheid van het frontoffice zijn dat het laagdrempelig is, dat het op een eenvoudige manier te benaderen is, dat mensen al dan niet anoniem contact kunnen op kunnen nemen en dat het frontoffice een goede en grote bekendheid geniet. Het steunpunt in de Kop van Noord-Holland zal bereikbaar zijn via de telefoon (0900nummer) en het internet (werktitels: website www.huiselijkgeweld-kopnh.nl en e-mail
[email protected]). De keuze om naast een telefonische ingang ook via internet te gaan werken is gemaakt omdat internet iedereen de mogelijkheid biedt om van huis uit informatie en advies te vragen. Advies en hulp vragen via e-mail is sterk in ontwikkeling. Advies via e-mail leent zich goed voor informatie op maat in anonimiteit. De verwachting is dat e-mail de drempel verlaagt bij het thema huiselijk geweld. Daarnaast zal er voor mensen die zelf de weg willen zoeken een website worden ontwikkeld, waarin zij zelf naar informatie, ondersteuning en hulpverlening kunnen zoeken. Hierbij zal aangesloten worden op de reeds ontwikkelde site op regio niveau www.stophuiselijkgeweldnhn.nl. Er wordt gekozen voor een 24-uursbereikbaarheid om de mensen die de stap zetten om advies of hulp te vragen meteen te woord te kunnen staan. De 24-uursbereikbaarheid is te realiseren via het telefoonnummer en het e-mailadres. Om de toegankelijkheid voor alle doelgroepen te waarborgen, is het belangrijk dat de toegang een ‘neutrale’ uitstraling heeft. Om overzicht te houden op de vraagstelling heeft het de voorkeur dat één organisatie verzoeken om informatie en vragen aanneemt. Om het steunpunt te profileren, zal het steunpunt worden genoemd als de telefoon wordt aangenomen en in de ondertekening van de e-mails. E-mail is een nieuwe vorm van dienstverlening voor een aantal instellingen. De medewerkers die dit gaan uitvoeren, zullen worden bijgeschoold.
Plan van aanpak Advies- en steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland - Definitief 22 april 2005
17
5.2 Vraagbaak - doorverwijzing - korte hulp Vraagbaak Bij de telefonische toegang en bij de toegang per e-mail staat de vraagbaakfunctie centraal. Het geven van informatie, advies, het bieden van een luisterend oor en de doorverwijzing zijn de belangrijkste elementen. De website wordt vooral ingezet voor mensen die zelf de weg willen zoeken. Doorverwijzing en geleide doorverwijzing De basisgedachte is dat een aantal kernpartners, te weten Bureau Jeugdzorg, Stichting voor Welzijnszorg en Maatschappelijke Dienstverlening, GGD Meldpunt OGGZ en Blijf van m’n Lijf over goed werkende bereikbaarheid- en crisisdiensten beschikken. Zij kunnen doorgaans de hulpvragen oppakken die binnen hun instelling passen. In 2005 zullen ze met elkaar afspraken hierover maken. Soms zal het contact met de instellingen door verwijzing vanuit het frontoffice tot stand kunnen komen. Soms zal begeleide verwijzing nodig zijn. Dat wil zeggen dat vanuit het frontoffice contact gelegd wordt met de hulpverlening en geleide doorverwijzing plaatsvindt (bijvoorbeeld de cliënt wordt meteen doorverbonden of teruggebeld). Acute en kortdurende hulp Als er voor een acute hulpvraag geen mogelijkheden zijn voor (geleide) doorverwijzing naar de reguliere hulp of als het onduidelijk is wat er moet gebeuren, beschikt het steunpunt over een zogenoemd ambulant hulpteam. Dit ambulante hulpteam biedt eerste korte hulp (maximaal drie gesprekken: luisterend oor, verkennen juiste hulpaanbod, en in gang zetten van dit hulpaanbod). Tevens hoort hier na een aantal weken bij dat de voortgang van de hulp wordt gecheckt. Het ambulante hulpteam bestaat uit medewerkers van Bureau Jeugdzorg, Stichting voor Welzijnszorg en Maatschappelijke Dienstverlening, GGD Meldpunt OGGZ en Blijf van m’n Lijf. Deze worden flexibel ingezet op het moment dat een hulpvraag aan de orde is. In noodsituaties kan de politie en in het verlengde daarvan Buro Slachtofferhulp worden ingezet. Deze organisaties hebben in protocollen vastgelegd hoe ze handelen bij huiselijk geweld, ook wat betreft de strafrechtelijke aanpak. 5.3 PR en publiciteit Het steunpunt Kop van Noord-Holland moet bij alle betrokkenen bekend zijn. En daarvoor is continue publiciteit nodig. De ‘opening’ kan gebruikt worden om maximale aandacht te genereren van tv, radio en kranten. De publiciteit zal gericht worden op de regionale media. Daarnaast moeten de doelgroepen overal flyers kunnen vinden over het steunpunt. De promotie op internet kent eigen wegen via de zoekmachines. Hieraan zal bewust gewerkt worden.
Plan van aanpak Advies- en steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland - Definitief 22 april 2005
18
Een jaarlijkse activiteit als het verschijnen van een signaleringsrapport kan worden aangegrepen om opnieuw publiciteit te verkrijgen. Een periodieke e-mail(nieuwsbrief) voor de instellingen helpt huiselijk geweld op de agenda te houden en zorgt voor aandacht van alle betrokken samenwerkende partijen. In alle uitingen zal een multiculturele insteek worden gekozen om in de uitstraling van het steunpunt zichtbaar te maken dat het zich op alle doelgroepen richt: allochtoon en autochtoon. Centraal in de publiciteit moet staan de aandacht voor het onderwerp huiselijk geweld levend te houden. In de loop van 2005 zal een publiciteitsplan worden opgesteld. 5.4 Registratie Om de omvang van de problematiek van huiselijk geweld, maar ook de inhoud van de hulpvraag in de regio in kaart te brengen is een goede registratie heel belangrijk. Die registratie is ook nodig voor een goede verwijzing én om de intakeprocedures in de toegang tot vervolghulp te vereenvoudigen. De registratie speelt zich af op twee niveaus: - Bij de frontoffice. De huidige registratie kent nog een aantal hiaten. Hier zullen aanvullingen op worden gemaakt. - Bij de hulpverlenende instellingen. Iedere instelling beschikt over een eigen registratiesysteem en nog niet bij iedere instelling wordt hierin huiselijk geweld geregistreerd. In de convenanten met de instellingen zullen afspraken worden gemaakt over het registreren van huiselijk geweld bij de hulpvraag, over de manier waarop dat gebeurt en over het volgsysteem bij de hulpverlening. De registratiecijfers zullen jaarlijks worden verwerkt in een signaleringsrapportage. Hiermee wordt het mogelijk vraag en aanbod te monitoren. 5.5 Sociale kaart Het frontoffice moet beschikken over een correct systeem van doorverwijzing en een goede sociale kaart van de regio. Het in kaart brengen van het preventie- en hulpverleningsaanbod bracht aan het licht dat er geen goede sociale kaart in de regio voorhanden is. Vanuit het steunpunt zal gewerkt worden aan een betere sociale kaart in de regio. Hierbij zal aansluiting worden gezocht bij de zorgwijzer (digitale sociale kaart), zoals deze op dit moment wordt ontwikkeld door de afdeling Gezondheidsbevordering, Onderzoek en Beleid (GOB) van de GGD.
Plan van aanpak Advies- en steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland - Definitief 22 april 2005
19
6. Hulpverlening - backoffice De hulpverleningsinstellingen in de regio vormen het backoffice van het steunpunt. Dat is de plaats waar zowel slachtoffer, dader als getuige (kind of volwassene) van geweld de hulp moeten krijgen die zij nodig hebben. De functie van backoffice is zo snel en adequaat mogelijk de hulpverlening aan alle betrokken doelgroepen te stroomlijnen, dat wil zeggen de hulp aan slachtoffer, dader en eventuele getuigen van huiselijk geweld. Dit vraagt om een meersporenhulpverlening. Juist door dit gegeven is huiselijk geweld een problematiek die het instellingsniveau vaak overstijgt. De instellingen moeten daarom naar het hele systeem rondom huiselijk geweld kijken. Huiselijk geweld vraagt om samenwerking tussen de instellingen en is instellingsoverschrijdend. Dit vereist een goede afstemming in de hulpverleningsketen. Dit gebeurt onder meer in het platform hulpverlening huiselijk geweld. Uitgangspunt voor de instellingen is dat iedere hulpverleningsinstelling binnen het steunpunt Kop van Noord-Holland zijn eigen professionele verantwoordelijkheid voor de zorg of behandeling van de cliënt en de direct betrokkenen (die soms ook cliënt zijn) heeft en behoudt. Het steunpunt neemt dus de behandeling of zorg niet over. De hulpverlening kan alleen op een succesvolle manier van start gaan als deze niet wordt gehinderd door wachtlijsten. Hierover zullen in het kader van de samenwerking binnen het steunpunt via garantiestelling met de instellingen afspraken worden vastgelegd. 6.1 Aanzet inventarisatie In 2004 is een start gemaakt om het hulpaanbod in de regio te inventariseren en is dit hulpaanbod globaal in kaart gebracht. Deze inventarisatie is nog niet compleet. Dit komt deels omdat de Kop van Noord-Holland soms gebruik maakt van het hulpverleningsaanbod van instellingen die als werkgebied de hele regio hebben en daardoor gevestigd zijn in bijvoorbeeld Alkmaar en Hoorn. In de loop van 2005 komt een zo compleet mogelijk overzicht beschikbaar. Op basis van de eerste inventarisatie is al wel aan te geven welk aanbod ontbreekt (zie bijlage 3). Bij de beschrijving van het hulpaanbod is uitgegaan van het bieden van hulp bij de verschillende vormen van huiselijk geweld die onderscheiden worden en is gekeken naar de drie manieren waarop iemand met huiselijk geweld te maken kan krijgen: als slachtoffer, als pleger en als getuige. Op basis van de eerste inventarisatie zijn de volgende hiaten gevonden in het hulpaanbod: - Er is weinig specifiek hulpverleningsaanbod in de regio. - Er is bijna geen hulpaanbod voor kinderen en zeker niet voor volwassen die getuige zijn van geweld. Het aanbod ‘Verhalenkring’ betreft een aanbod van één groep voor kinderen in Alkmaar. - Er is beperkte hulp rondom oudermishandeling. Oudermishandeling is een invalshoek die steeds vaker voorkomt rond de puberteit van de kinderen, maar ook binnen de gehandicaptenzorg bij (jong)volwassen gehandicapten. - Er is beperkte hulp rondom ouderenmishandeling. Zeker gezien de vergrijzing van Nederland is het zaak hierop te anticiperen in het hulpaanbod.
Plan van aanpak Advies- en steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland - Definitief 22 april 2005
20
-
-
De daderhulpverlening is nog niet compleet in kaart gebracht, omdat deze voornamelijk op regioniveau plaatsvindt. Het eerste beeld is echter dat er nog maar beperkte toegang is tot de laagdrempelige en vrijwillige daderhulpverlening in de eerste lijn in het werkgebied. In de regio lijkt voldoende aanbod voor verplichte daderhulpverlening. In de loop van 2005 zal dit aanbod nader in kaart worden gebracht en zo nodig verder worden uitgewerkt. Er is geen aanbod voor ‘Eigenkracht conferenties’ in de regio. Het model van een eigenkracht conferentie helpt problemen binnen de familie en problemen die de familie heeft met de samenleving, oplossen. In dit model krijgen ouders, familie en voor hen belangrijke anderen (hun netwerk) zelf de mogelijkheid de hulpvraag en oplossingsstrategie te formuleren. Dit model is heel bruikbaar om het netwerk te betrekken bij het stoppen van huiselijk geweld (een netwerkprobleem bij uitstek) en bij het formuleren van de oplossingsstrategie. Dit model komt daarom als model binnen het steunpunt beschikbaar.
Op basis van de formulering van deze hiaten zullen in 2005 een drietal projectvoorstellen worden gemaakt waarvoor naar aanvullende financiering zal worden omgezien: - Project Ouderenmishandeling In samenwerking met Thuiszorg Kop van Noord-Holland (TKN) en de Stichting voor Welzijnszorg en Maatschappelijke Dienstverlening (WMD) zal een plan van aanpak van signalering en hulpverlening ouderenmishandeling worden opgesteld. TKN heeft mogelijkheden om ouderenmishandeling als speerpunt van beleid te formuleren. Hiermee kan de deskundigheidsbevordering (signalering) van medewerkers en mantelzorgers worden gerealiseerd. WMD heeft vergelijkbare mogelijkheden voor haar medewerkers en binnen het Steunpunt Ouderen. Daarnaast is het belangrijk casuïstiek te bespreken. - Project Kinderen als getuige van geweld Bureau jeugdzorg zal op basis van de ervaringen in Alkmaar met de ‘Verhalenkring’ en de beschikbare informatie bij Transact (‘Tussen twee vuren’ en ‘Let op de kleintjes’) de mogelijkheden verkennen om hiervoor in de Kop van Noord-Holland een passend aanbod te realiseren. - Project Eigenkrachtconferenties Een of meer van de kernpartners zal dit model binnen hun werk oppakken. Zo nodig zal hiertoe een projectaanvraag worden geschreven. Het aanbod van oudermishandeling en daderbehandeling zal in 2005 nader in kaart worden gebracht en indien nodig zullen ook deze deelgebieden geformuleerd worden als projecten. Verder levert een overzicht van de hulpverlening en de hiaten het beeld op dat er doorgaans gebruikgemaakt wordt van regulier hulpaanbod. Alleen bij daderbehandeling en de verhalenkring is het aanbod specifiek. Dit roept de vraag op of de huidige hulpverlening voor alle betrokkenen voldoende vaardigheden, kennis en tijd heeft om de noodzakelijke diagnostiek en hulp te bieden. Daarnaast moeten we ons afvragen of in het huidige aanbod het reguliere en specifieke hulpaanbod voldoende is. Doorgaans vraagt de problematiek van huiselijk geweld om een multidisciplinaire en intersectorale aanpak. Dit komt neer op een meersporenhulp, dat wil zeggen een hulpaanbod aan alle betrokken doelgroepen. Op basis van bovengenoemd overzicht is het belangrijk hier aandacht aan te besteden. Er zijn een aantal opties om een en ander uit te werken via: - de ontwikkeling van zorgprogramma’s d.w.z. een samenhangend intersectoraal aanbod van zorgeenheden op basis van de hulpvraag van de cliënt;
Plan van aanpak Advies- en steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland - Definitief 22 april 2005
21
-
de methodiek van de scenario- en hulpverleningsteams; de CLAS-methodiek (Contextuele Leergroepen voor Alle betrokkenen bij Seksueel misbruik). Dit is een systematische en intergenerationele benadering om hulp aan alle betrokken te verlenen. Het is wenselijk dat in de toekomst de specifieke hulpverlening daar waar mogelijk is binnen de eigen regio wordt versterkt. 6.2 Convenanten In de loop van 2005 zullen de hulpverleningsmogelijkheden nader in kaart worden gebracht. Met de diverse instellingen zullen samenwerkingsafspraken in convenanten worden vastgelegd. Hierbij zullen afspraken gemaakt worden op de volgende punten: - formulering van het speerpunt huiselijk geweld binnen de instellingen (agendasetting); - formulering hulpvraag en doelgroep per instelling (wie zorgt voor wat en voor wie?); - garantieafspraak en prioriteit van hulp bij huiselijk geweld; - hulp waarbij, los van wie de hulpvrager is, hulp op gang gebracht wordt aan het totale systeem van slachtoffer, dader en getuige van geweld (systeemgedachte); - indien nodig aanscherping van de cliëntroutes na huiselijk geweld; - aanwijzen van een vast contactpersoon per instelling bij hulpvragen huiselijk geweld (die ook deelneemt in het platform hulpverlening huiselijk geweld); - registratie van de informatie- en hulpvragen huiselijk geweld. Het uitgangspunt is dat de samenwerking met gesloten beurzen gebeurt, tenzij er sprake is van een leemte in de hulpverlening. Dan zal een projectopzet worden geformuleerd, waarvoor aanvullende financiering wordt gezocht in samenwerking met het steunpunt en de instelling. In het platform hulpverlening huiselijk geweld zal de afstemming tussen de instellingen en de samenhang in de hulpverleningsketen centraal staan.
Plan van aanpak Advies- en steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland - Definitief 22 april 2005
22
7. Voorlichting en deskundigheidsbevordering vanuit het steunpunt Huiselijk geweld is een onderwerp waar een taboe op rust. Om de situatie bespreekbaar te maken is het daarom heel belangrijk dat omstanders een signalerende functie hebben. Daarnaast is het cruciaal daar waar mogelijk huiselijk geweld te voorkomen. Activiteiten in deze sfeer worden samengevat onder de noemer ‘preventie’. Preventie van huiselijk geweld heeft als doel huiselijk geweld te voorkomen (primaire preventie) én huiselijk geweld tijdig te signaleren (secundaire preventie). Bij primaire preventie wordt onderscheid gemaakt tussen enerzijds een aanbod voor iedereen via opvoedingsondersteuning (opvoedingsvoorlichting, pedagogische advisering, voorlichting en weerbaarheidtrainingen voor kinderen, voorlichtingscampagnes) en anderzijds aanbod voor ouders en kinderen in risicosituaties (verhoogde beschikbaarheid reguliere zorg, buurtgerichte programma’s). Bij secundaire preventie ligt het accent op het signaleren door omstanders zowel in de directe omgeving (familie, buren) als van werkers in de professionele setting (leerkrachten, huisartsen, medewerkers thuiszorg e.d.). Verder wordt door een subsidie van het ministerie van VWS tussen juli 2003 en juli 2006 in vier regio’s (de zogenoemde Raakregio’s) een werkwijze ontwikkeld om kindermishandeling te bestrijden. Deze werkwijze moet als voorbeeld voor andere regio’s in Nederland gaan functioneren. De ontwikkelingen in de proefregio’s zullen nauwlettend worden gevolgd. Mogelijk kan in het gewest op termijn ook een plan van aanpak worden opgesteld met als uitgangspunt een samenhangend preventieaanbod te bieden voor zowel kindermishandeling als huiselijk geweld Tevens wordt aangesloten bij het ingezette beleid van VWS te komen tot een verplichte meldcode kindermishandeling. Het Nederlands Instituut voor Zorg en Welzijn heeft een meldcode ontwikkeld met als doel beroepsbeoefenaren en instellingen te ondersteunen bij het signaleren van kindermishandeling. In de meldcode wordt stapsgewijs aangegeven wat beroepskrachten kunnen doen bij een vermoeden van kindermishandeling. Vanaf februari 2004 is er gewerkt aan de implementatie van de meldcode kindermishandeling. De implementatie is gericht op de sectoren onderwijs, kinderopvang en peuterspeelzalen en de jeugdgezondheidszorg. Capgemini Nederland B.V. heeft hiertoe het plan van aanpak uitgewerkt. De preventiefunctie krijgt nadrukkelijk een plaats binnen het steunpunt, waarbij het accent zal liggen op voorlichting en deskundigheidsbevordering. Hierbij zal nauw worden samengewerkt met de afdeling deskundigheidsbevordering van het AMK. 7.1 Aanzet inventarisatie Een eerste inventarisatie laat zien dat er divers preventieaanbod in de regio is. Dit zal in 2005 nader in kaart worden gebracht. Opvallend is dat er beperkt aan voorlichting en deskundigheidsbevordering aan intermediairen is gedaan. Van de activiteiten op dit gebied zal deels afhangen in hoeverre de diverse doelgroepen het steunpunt bereiken.
Plan van aanpak Advies- en steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland - Definitief 22 april 2005
23
Voorlichting en deskundigheidsbevordering hebben daarom hoge prioriteit. Daarbij gaat het zowel om voorlichting aan publiek (buren, vrienden, familie e.d.) als om deskundigheidsbevordering inclusief bekendheid met de meldcode van de beroepsgroepen die kinderen en/of hun ouders structureel of regelmatig beroepsmatig zien. 7.2 Proactieve benadering De preventieactiviteiten in de regio worden in 2005 verder in kaart gebracht. Wil het steunpunt goed functioneren, dan is signalering heel belangrijk. Een dekkend en systematisch aanbod zal moeten worden gerealiseerd aan de diverse doelgroepen zoals: - publiek; - huisartsen; - leerkrachten van basis- en voortgezet onderwijs; - inspecteurs voor het onderwijs; - jeugdgezondheidszorg; - medewerkers kinderopvang; - medewerkers van vrijetijds- en sportclubs; - verpleegkundigen en artsen in ziekenhuizen; - ambulancepersoneel; - sociale-dienstconsulenten; - woningbouwverenigingconsulenten. Het steunpunt wil de diverse groepen actief benaderen met een aanbod voor deskundigheidsbevordering. Er is in de regio geen platform waar de activiteiten van de diverse instellingen in kaart zijn gebracht en afgestemd. Daarom is in de structuur van het steunpunt gekozen een platform deskundigheidsbevordering te creëren. Dit platform zal naast afstemming vooral gericht zijn op een proactieve benadering van de verschillende doelgroepen op het gebied van voorlichting en deskundigheidsbevordering. Het kan zowel elementen bevatten van publieksbijeenkomsten als deskundigheidsbevordering voor de werkers in de diverse sectoren. Om de deskundigheid van de werkers te bevorderen, zal een instellingsprotocol worden gemaakt. Eveneens zal opgenomen worden dat de voorlichting en deskundigheidsbevordering een cyclisch karakter moet hebben. Het aanbod zal niet afhangen van een toevallige vraag van de instelling, maar moet een structureel aanbod vormen met bijvoorbeeld om de drie jaar een herhaling. De gemeente zal het aanbod naar de werkers ondersteunen. Dit kan door vanuit de gemeente(n) aan te geven dat huiselijk geweld een speerpunt is in het lokale beleid. Voor instellingen waarmee de gemeente een subsidierelatie heeft, kan ze de voorlichting/deskundigheidsbevordering en ontwikkeling van een instellingsprotocol opnemen als een van de subsidievoorwaarden. Voor dit traject zal in 2005 een projectplan worden opgesteld, waarvoor zal worden omgezien naar extra middelen.
Plan van aanpak Advies- en steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland - Definitief 22 april 2005
24
Bijlage 1 Format ten behoeve van VWS Behorend bij de Tijdelijke stimuleringsregeling advies- en steunpunten huiselijk geweld, artikel 2, derde lid. Gegevens aanvrager: 1. Naam centrum gemeente 2. Postadres 3. Postcode 4. Plaats 5. Naam contactpersoon 6. Telefoonnummer 7. Telefax 8. E-mail 9. Bank- en gironummer 10. Nummer en datum beschikking tot verlening uitkering I.
Den Helder Postbus 36 1780 AA Den Helder Drs. H.J. Oskam 0223 671200 – direct 0223 678430 0223 671201
[email protected] 567870 9 nov. 2004, GVM/2525192
Begroting advies- en steunpunt huiselijk geweld
Begroting steunpunt huiselijk geweld Kop Noord-Holland
Kosten
Dekking Uit bijdrage
gemeente € 2004 • • • 2005 • • • 2006 • 2007 •
voorbereidingskosten exploitatiekosten totale kosten
14.250
voorbereidingskosten exploitatiekosten totale kosten
26.917
€
Dekking Uit meerjarige uitkering €
14.250 5.700
8.550
26.917
12.667
14.250
exploitatiekosten
45.000
22.200
22.800
exploitatiekosten
55.000
26.500
28.500
141.167
67.067
74.100
Totaal 2004 - 2007
Plan van aanpak Advies- en steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland - Definitief 22 april 2005
25
II Gevraagde meerjarige uitkering €
Gevraagde meerjarige uitkering 2004 2005 2006 2007 Totaal gevraagde meerjarige uitkering
8.550 14.250 22.800 28.500
€74.100
III Beschrijving advies- en steunpunt Beschrijving advies- en steunpunt 1. De naam
2. De gemeente van vestiging en adres
3. Nieuw op te richten of uit te breiden punt 4. Aangehaakt bij 5. Beoogde startdatum 6. Het werkgebied 7. Doelstelling
Advies- en steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland Werknaam: Steunpunt Kop van Noord-Holland Schagen Het bezoekadres is: Grotewallerweg 1 1742 NM Schagen Telefoonnr: 0224-720620 Faxnr: 0224-720501 Het postadres is: Postbus 324 1740 AH Schagen Nieuw steunpunt Ondergebracht bij GGD Kop Noord-Holland 01-01-2006 Anna Paulowna, Den Helder, Harenkarspel, Niedorp, Schagen, Texel, Wieringen, Wieringermeer en Zijpe - het voorkomen en stoppen van huiselijk geweld in de leefsituatie van de informatieen hulpvrager; - het bieden van een laagdrempelige informatie-, voorlichting- en verwijsfunctie; - het bieden van eerste hulp en doorgeleiding naar vervolghulp; - het realiseren van een sluitende regionale hulpaanpak; - het geven van voorlichting en bevorderen van deskundigheid om signalering bij de betrokkenen te vergroten; - het registreren van de adviesvragen en signaleren van lacunes in het voorlichtings-, preventie- en hulpaanbod; - de afstemming van de voorlichting en hulpverlening op gewestelijk, provinciaal en
Plan van aanpak Advies- en steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland - Definitief 22 april 2005
26
8. Doelgroepen
9.(Telefonische) bereikbaarheid 10. Mogelijkheden voor eerste gesprekken 11. Samenwerkingsafspraken
landelijk niveau. - de slachtoffers van huiselijk geweld; - de plegers of daders van huiselijk geweld; - de omstanders uit het sociaal netwerk van slachtoffer en/of pleger. Dit kunnen zowel mensen in als buiten het gezin zijn als beroepsmatig betrokkenen bij het slachtoffer en de dader. - de professionals-hulpverleners en justitiële partners. Waar nodig zal het steunpunt specifieke aandacht besteden aan migranten en gehandicapten. 24-uur per telefoon en e-mail website Ja, via reguliere hulpverlening of maximaal drie gesprekken via steunpunt plus aansluitend reguliere hulpverlening. Ja, samenwerking gericht op preventie en op hulpverlening. Deze worden in 2005 vastgelegd. Om het frontoffice te realiseren wordt samengewerkt tussen: - GGD Kop van Noord-Holland - Stichting voor Welzijnszorg en Maatschappelijke Dienstverlening - Stichting Blijf van m’n Lijf Den Helder - Bureau jeugdzorg Noord-Holland-Noord (Jeugdzorg en AMK) - Politie Noord-Holland Noord
12. Personeel: naar functie, opleidingen en aantal fte’s 13. Deskundigheidsbevordering
14. Publiciteitscampagne
Voor backoffice met de hulpverlenende instellingen in de regio (zie Plan van aanpak, bijlage 4) Projectleider/Coördinator / 0,3 fte/ relevante hbo- of universitaire opleiding Voor deskundigheidsbevordering wordt een Platform deskundigheidsbevordering opgericht en een projectplan opgesteld. Deze activiteiten zullen op basis van projectfinanciering moeten worden gerealiseerd. Rondom de opening zal publiciteit worden gevoerd en daarna zal het steunpunt regelmatig onder de aandacht van de media worden gebracht. Dit zal als vast aandachtspunt in het werkplan worden opgenomen.
Plan van aanpak Advies- en steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland - Definitief 22 april 2005
27
15. Wijze van registreren
Datum:
Het steunpunt zal de binnenkomende vragen per telefoon en e-mail registreren. Het huidige registratieformulier wordt bijgesteld. Daarnaast zal iedere samenwerkende instelling huiselijke geweld specifiek registreren per thema. Plaats:
Na(a)m(en) en functie:
Plan van aanpak Advies- en steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland - Definitief 22 april 2005
28
Bijlage 2 Begroting steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland Uitgaven Personele kosten Projectleider/coördinator 0,3 fte
2004 - 2005
2006
2007
€
€
€
41.167
30.000
35.000
Telefoon en e-mail en website Beantwoorden telefoon en e-mail Deskundigheidsbevordering frontoffice 0900-nummer Domeinnaam en e-mailadres Website (inclusief sociale kaart) Registratie Publiciteit en PR Flyers steunpunt Jaarlijkse gelegenheid profilering Promotie E-mail periodiek Totaal aan kosten
-
5.000 2.000 500 500 1.500 750
6.000 2.500 500 500 2.500 1.500
41.167
2.000 2.000 500 250 45.000
2.500 2.500 1.000 500 55.000
Inkomsten Bijdrage meerjarenuitkering VWS Bijdrage gemeente Totaal aan inkomsten
22.800 18.367 41.167
22.800 22.200 45.000
28.500 26.500 55.000
Toelichting financiën De begroting betreft de kosten van coördinatie van het steunpunt (minimale 0,3 fte) en een beperkt activiteitenbudget. De kosten voor activiteiten op het gebied van deskundigheidsbevordering aan intermediairen om huiselijk geweld te signaleren en voor het realiseren van het benodigde aanvullende hulpverleningsaanbod zijn nog buiten beschouwing gelaten. In 2005 en volgende jaren zal getracht worden extra financiële middelen te verwerven op projectbasis voor: - ouderenmishandeling; - kinderen die getuige zijn van geweld; - eigenkracht conferenties; - deskundigheidsbevordering signaleren intermediairen. Voor deze projecten zal worden omgezien naar bijdragen vanuit de regiogemeenten, de provincie en fondsen. Ook zal nauwlettend worden bezien welke mogelijkheden de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) in dit opzicht biedt (waarmee per 1-1-2006 diverse geldstromen onder meer ten behoeve van OGGZ en preventie GGZ worden overgeheveld van de AWBZ naar gemeenten).
Plan van aanpak Advies- en steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland - Definitief 22 april 2005
29
Bijlage 3 Aanbod hulpverlening in de regio gerelateerd naar soorten mishandeling Instellingen met hulpaanbod Kindermishandeling Eerste lijn Kindermishandeling Tweede lijn Oudermishandeling Eerste lijn Oudermishandeling Tweede lijn Relatiemishandeling Eerste lijn Relatiemishandeling Tweede lijn Ouderenmishandeling Eerste lijn
Ouderenmishandeling Tweede lijn
Slachtofferhulp
Daderhulp
- Slachtofferhulp - BJZ Licht ambulante hulp - PARLAN - JGGZ
-
- Slachtofferhulp - BJZ Licht ambulante hulp - MEE - Slachtofferhulp - WMD - Blijf van m’n Lijf - Thuiszorg (TKN) - GGZ
- Slachtofferhulp - WMD – steunpunt ouderen - TKN – steunpunt mantelzorg -
- Reclassering - FPA/RIMA - De Waag - Brijder - BJZ Groepsaanbod: agressie regulatie voor jongeren
Hulp aan getuigen van geweld - BJZ Verhalenkring Alkmaar -
-
-
-
- WMD
-
- Reclassering - FPA/RIMA - De Waag - Brijder -
-
-
-
Plan van aanpak Advies- en steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland - Definitief 22 april 2005
-
30
Bijlage 4 Overzicht van samenwerkingspartners Regiegroep (huidige kerngroep) -
Gemeente Den Helder – zorg-en-veiligheidsbeleid GGD Kop van Noord-Holland Stichting voor Welzijnszorg en Maatschappelijke Dienstverlening (WMD) Stichting Blijf van m’n Lijf Den Helder (afgekort: Blijf) Bureau Jeugdzorg Noord-Holland-Noord - Jeugdzorg en AMK Politie Noord-Holland Noord
Platform hulpverlening (huidige regiegroep breed) -
Gemeente Den Helder GGD Kop van Noord-Holland Stichting voor Welzijnszorg en Maatschappelijke Dienstverlening Stichting Blijf van m’n Lijf Den Helder Bureau jeugdzorg Noord-Holland-Noord Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Noord-Holland (AMK) GGZ Kop van Noord-Holland Meldpunt OGGZ Politie Noord-Holland Noord Bureau Slachtofferhulp Noord-Holland Noord Thuiszorg Kop van Noord-Holland (TKN) SOS Telefonische Hulpdienst Noordwest (THD) Brijder Verslavingszorg regio Kop van Noord-Holland Stichting Triton verslavingszorg MEE regiokantoor Noordkop Stichting Stop Vrouwenverminking
Platform deskundigheidsbevordering in oprichting -
Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Noord-Holland, afdeling Deskundigheidsbevordering GGD Kop van Noord-Holland afdeling Gezondheidsbevordering, Onderzoek en Beleid (GOB) GGZ Kop van Noord-Holland afdeling Preventie Bureau Jeugdzorg afdeling Pedagogische Preventie
Plan van aanpak Advies- en steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland - Definitief 22 april 2005
31
Bijlage 5 Gebruikte bronnen Seksueel misbruik bij mensen met een verstandelijke handicap. Een onderzoek naar omvang, kenmerken en preventiemogelijkheden, Nisso-studies nr. 16, 1995. De veilige gemeente, vuistregels voor gemeenten die beleid gaan maken over seksueel en huiselijk geweld, Transact, 2000. In stilte gehuld: de onzichtbaarheid van lichamelijk gehandicapte slachtoffers van seksueel misbruik, M Lammers en H. Zijda, 2002. Meldcode kindermishandeling, Richtlijnen voor het handelen van beroepskrachten, Paul Baeten, 2002. Zonder drempel, Quickscan Advies- en Steunpunten Huiselijk Geweld 2004, Stichting Alexander, juni 2004. Map Conferentie Stop Huiselijk Geweld, Stuurgroep Huiselijk Geweld, januari 2004. Circulaire Tijdelijke stimuleringsregeling advies- en steunpunten huiselijk geweld, VWS, juli 2004. Aanpak en preventie van huiselijk geweld, een handreiking voor GGD’en, GGD Nederland, januari 2005. Implementatie meldcode kindermishandeling, aanpak en inzet 2005, Capgemini, 2005. Een terugblik op 2004 – vooruitblik 2005, Stuurgroep Huiselijk Geweld Noord-Holland Noord, februari 2005.
Plan van aanpak Advies- en steunpunt huiselijk geweld Kop van Noord-Holland - Definitief 22 april 2005
32