Windmolens voor Leefbaarheid, De revival van de dorpsmolen
PROJECTPLAN De Revival van de Dorpsmolen
Aanvraag leefbaarheid@brabant Verenigde Energie Coöperaties Noord Brabant U.A. Contactpersoon: Martijn Messing,
[email protected] en o646236839
1
Windmolens voor Leefbaarheid, De revival van de dorpsmolen
Samenvatting: In Noord Brabant wordt 470,5 MW aan windmolens gerealiseerd. Deze windmolens worden gesubsidieerd via de SDE+ regeling. Via de wet opslag duurzame energie gaan alle Brabantse gezinnen samen daar € 50miljoen per jaar aan bijdragen. De manier om dit geld in Noord Brabant te houden, het draagvlak voor windenergie te vergroten, de lokale gemeenschap te betrekken bij de energietransitie opgaven en de lokale gemeenschap coöperaties een rendabele businesscase te geven is door de exploitatie van de windmolens coöperatief te realiseren. De wind in Noord Brabant waait immers voor iedereen. De projectpartners gaan in dit project op zoek naar de manieren om ook in Noord Brabant dorpsmolens te realiseren. Best practises elders in Nederland en daarbuiten vertalen we graag naar de lokale situatie. Voor de deskresearch en kwalitatieve analyse van de best-practices hebben we ons verzekerd van de hulp van TNO. TNO zal ons ook bijstaan bij de lokale onderzoeken en uiteindelijke vertaling van het resultaat. REScoopNL als coöperatie van de al bestaande burgerwind coöperaties in NL en de Windunie Development BV, als onderdeel van de coöperatie Windunie U.A. voorzien ons (de Noord Brabantse coöperaties verenigd in de VEC) in dit project van de nodige ervaring op alle terreinen van de windmolen ontwikkeling en exploitatie. De vragen die we in dit project graag beantwoord willen zien: -
-
Hoe kan een lokale gemeenschap een positie verwerven voor de realisatie van een dorpswindmolen? Als dat lukt, hoe borgt men dan brede participatie? Verhoogt een dorpsmolen het draagvlak voor windmolens (van NIMBY, not in my backyard, naar PIMBY, please in my backyard? Leidt brede participatie in een dorpsmolen tot meer energiebewustwording van de lokale samenleving en stimuleert die brede participatie het eigen handelen van de deelnemers, in eigen huis, de wijk of buurt? Kan de dorpsmolen een langjarige opbrengst genereren die het zelf organiserend vermogen van de lokale gemeenschap ondersteunt?
Namens de projectpartners: Verenigde Energie coöperaties Noord Brabant U.A., CV Samenwerkend Udenhout U.A., CV Samenwerkend Moerdijk U.A., CV Samenwerkend Dongen U.A. Stichting Duurzaam Drimmelen, TNO, CV REScoopNL, Windunie
Aanvraag leefbaarheid@brabant Verenigde Energie Coöperaties Noord Brabant U.A. Contactpersoon: Martijn Messing,
[email protected] en o646236839
2
Windmolens voor Leefbaarheid, De revival van de dorpsmolen
Projectplan: De revival van de dorpswindmolen Inhoudsopgave: 1. 2. 3. 4.
De Aanleiding De Scope De aanpak De bijlagen
1: De aanleiding: Regeerakkoord en provinciaal bod: Het nationale energieakkoord is eind 2013 door vele partijen ondertekend. Het akkoord bestaat uit 10 pijlers. Pijler 2, o.a. 6000MW windmolens op land te realiseren is mede tot stand gekomen door een combinatie van alle provinciale biedingen samen. Onze provincie Noord Brabant heeft getekend voor 470,5MW, waarvan 117,5MW al gerealiseerd. Dit betekent dat er 140-150 windmolens gebouwd moeten worden van ieder 2,5MW opgesteld vermogen. De financiering van de windmolen: Een windmolen vraagt een investering van +/- €1,5 miljoen per MW. Dit betekent dat in het bod van onze provincie Noord Brabant leidt tot een toekomstige investering van -/+ € 550 miljoen. Doordat het ETS-systeem (het Europese CO2 emissierechtensysteem) niet naar behoren functioneert moet de productie van duurzame energie nog gesubsidieerd worden. In Nederland gebeurt dat via de SDE+ regeling (Stimuleringsregeling Duurzame Energie). In het regeerakkoord is voorzien dat het meeste geld tot 2020 naar de 6000MW wind op land gaat. De SDE+ subsidie is een contract voor 15 jaar. ECN gaat in haar adviesrapporten ter berekening van de SDE+ bijdrage uit van een rendement op eigen vermogen van 15% en 6% voor vreemd vermogen. Daarmee kan een windmolen een rendabele businesscase opleveren voor de gemeenschap. Het grootste risico zit in de voorfases. De tijd en kosten die gaan zitten in het verwerven van een grondpositie, het verkrijgen van de nodige vergunningen en de subsidiebeschikking. Daarnaast is voor het leveren van energie aan kleinverbruikers een vergunning nodig. Via de wet Opslag Duurzame Energie (ODE) wordt de SDE+ subsidie opgehaald middels een opslag op het verbruik van alle energieverbruikers in Nederland. Net als de energiebelasting is ODE een degressief systeem ofwel hoe meer men gebruikt hoe lager de opslag per eenheid verbruikte energie is. Daardoor betalen de burgers in Nederland gezamenlijk 50% van alle energiebelasting en volgens dezelfde rekensom zal de burger ook 50% van ODE gaan betalen. Voor een gemiddeld huishouden in NB loopt ODE op tot € 46,-- per jaar zodat alle huishoudens in NB samen +/- € 50miljoen per jaar gaan bijdragen aan de SDE+ subsidie voor windmolens in NB.
Aanvraag leefbaarheid@brabant Verenigde Energie Coöperaties Noord Brabant U.A. Contactpersoon: Martijn Messing,
[email protected] en o646236839
3
Windmolens voor Leefbaarheid, De revival van de dorpsmolen
Gemeenschapscoöperaties: In NL zijn de afgelopen jaren meer dan 400 aan energie gerelateerde burgerinitiatieven ontstaan. Ze komen voor in verschillende vormen, maten en soorten. Het onlangs verschenen PBL rapport beschrijft de opkomst, voortgang, soms ondergang en worsteling van deze initiatieven. Belangrijk is het verschil van benadering door de verschillende initiatieven en die van de partners in dit project in het bijzonder. Projectpartners Coöperatieve Vereniging Samenwerkend Dongen U.A. h.o. Energie Dongen en Coöperatieve Vereniging Samenwerkend Moerdijk U.A. h.o. Energiek Moerdijk zijn zo genaamde gemeenschap coöperaties. Ze zijn opgezet met als doel een bijdrage te leveren aan de leefbaarheidsvraagstukken die lokaal spelen. Doel is de lokale samenleving te verenigen rond maatschappelijke thema’s en die gemeenschappelijk op te pakken en daarmee zowel het belang van de leden dienend als dat van de gemeenschap. Energie is een interessant thema om lokaal op te pakken. Een gemiddeld dorp als Dongen geeft per jaar (alleen de particulieren) €18miljoen uit aan energielasten. De techniek maakt het inmiddels mogelijk om steeds meer van deze energielast in het dorp te houden. Door hard te werken aan isolatie, eigen en gemeenschappelijke productie en collectieve inkoop bijvoorbeeld. Dat is niet alleen goed voor de portemonnee maar ook goed voor de koopkracht, de woningwaarde, de lokale werkgelegenheid, de sociale cohesie en het levert direct een grote bijdrage aan de klimaatdoelstellingen die nogal eens als papieren tijgers in de la op het gemeentehuis blijven liggen. Een gemeenschaps-coöperatief is een breed lokaal samenwerkingsverband tussen burgers, markt en overheid met als doel de behartiging van de belangen van de leden volgens de ICA principes http://www.energent.be/Q%26A/wat-zijn-de-7-ica-principes. Wij vinden het erg belangrijk dat u deze principes leest. Een logische combinatie: Voor de projectpartners is het daarom een logisch gevolg dat de initiatieven op zoek gaan naar de mogelijkheid een of meerdere windmolens in coöperatief eigendom te verwerven, zeker daar waar lokaal de mogelijkheid bestaat. Een gemiddeld dorp als Dongen draagt immers, 10.000 huishoudens x € 46,-- = € 460.000,-- via ODE per jaar bij aan de SDE+ subsidie. De enige manier om dit geld lokaal te houden is, met elkaar, eigen lokale productie te realiseren. Dat windmolens coöperatief geëxploiteerd kunnen worden bewijzen de historische (burger)windmolen coöperaties die mede als partner in dit project participeren.
Aanvraag leefbaarheid@brabant Verenigde Energie Coöperaties Noord Brabant U.A. Contactpersoon: Martijn Messing,
[email protected] en o646236839
4
Windmolens voor Leefbaarheid, De revival van de dorpsmolen
Een windmolen als middel: Met het verwerven van een windmolen in eigendom van de lokale gemeenschap kunnen waarschijnlijk meerdere doelen tegelijk gerealiseerd worden. Of dit zo is en hoe dat dan te doen onderzoeken we in dit project aan de hand van de volgende vragen: -
-
-
Hoe kan een lokale gemeenschap een positie verwerven voor de realisatie van een dorpswindmolen? Als dat lukt, hoe borgt men dan brede participatie? Verhoogt een dorpsmolen het draagvlak voor windmolens (van NIMBY, not in my backyard, naar PIMBY, please in my backyard en leidt dit dan tot snellere realisatie? Leidt brede participatie in een dorpsmolen tot meer energiebewustwording van de lokale samenleving en stimuleert die brede participatie het eigen handelen van de deelnemers, in eigen huis, de wijk of buurt? Kan de dorpsmolen een langjarige opbrengst genereren die het zelf organiserend vermogen van de lokale gemeenschap ondersteunt en zo ja, hoe borgen we dan dat de lokale gemeenschap dit ook inzet voor het aanjagen van leefbaarheidsvraagstukken?
De urgentie Al voor het sluiten van het regeerakkoord zijn vele projectontwikkelaars en energiebedrijven aan de slag gegaan met het verwerven van een grondpositie en/of het verkrijgen van het exclusieve recht om ter plaatse in NB de windmolens te mogen ontwikkelen. Zodra de lokale gemeente besluit de ontwikkelaar het recht van ontwikkelen te geven zijn wij eigenlijk al te laat. Daarom hebben meerdere deelnemers in dit project al jaren geleden de lobby ingezet naar hun lokale gemeente opdat die nog voorwaarden kan stellen. Dit heeft inmiddels ertoe geleid dat steeds meer gemeenten in hun beleid hebben aangegeven dat de windmolens die lokaal ontwikkeld gaan worden moeten bijdragen aan de ontwikkeling van de de lokale gemeenschap. Dit is een goede eerste stap geweest maar nu moet het ook daadwerkelijk gebeuren. Daarom is er op korte termijn behoefte aan resultaat. Men, dat zijn alle stakeholders zoals gemeente, banken, provincie, lokale werkgevers, burgers, moet nog vertrouwen krijgen. Vertrouwen in de energietransitie als noodzaak, windmolens als duurzaam alternatief, en gemeenschap coöperaties als potentiële exploitanten van deze windmolens. Het realiseren van windmolens op de klassieke wijze ofwel topdown, stokt op dit moment op meerdere plaatsen vanwege het ontbreken van lokaal draagvlak. Steeds meer gemeenschappen verzetten zich tegen de aantasting van de leefomgeving en het klassieke topdown verdienmodel, terwijl ze (de omgeving) zelf een grote financiële bijdrage moet leveren. Steeds meer gemeenten zoeken samenwerking met de lokale gemeenschap om dit op te lossen. Deze omschakeling is nu in heel Nederland actueel en is een leertraject voor zowel de lokale gemeenten als gemeenschap.
Aanvraag leefbaarheid@brabant Verenigde Energie Coöperaties Noord Brabant U.A. Contactpersoon: Martijn Messing,
[email protected] en o646236839
5
Windmolens voor Leefbaarheid, De revival van de dorpsmolen
De urgentie zit hem ook in de financiële draagvlak dat met “eigen” windmolens verkregen kan worden. Veelal zijn burgerinitiatieven opgezet door vrijwilligers maar (zie ook het PBL rapport) vrijwilligersvermoeidheid slaat al snel toe als de opgave meer dan een paar uur per week gaat vragen. Veel van de ureninzet in dit project zal gedaan worden door kartrekkers van lokale coöperaties. Allemaal professionals die best bereid zijn tegen een lager dan gangbaar tarief voor hun initiatief te werken. De lokale coöperatie heeft vanwege haar nog prille bestaan niet voldoende of zelfs geen middelen om zelf deze lokale professionals te betalen. Beschikbare kennis is nog niet gedetailleerd genoeg De kennis die op dit moment aanwezig is, in de vorm van bijvoorbeeld stappenplannen op de website van HIER opgewekt, te algemeen om echt van waarde te kunnen zijn voor een coöperatie. Waarom zijn dorpswindmolens op zichzelf relevant in het kader van leefbaarheid? Omdat: - Een betaalbare, zekere en duurzame energievoorziening een noodzakelijke eerste levensbehoefte is. - Energielasten vormen een steeds groter deel van de woonlasten. Energiearmoede komt steeds meer voor en oude huizen die niet goed geïsoleerd zijn, zullen steeds minder waard worden. Doorstroming wordt moeilijker omdat huizen met een hoge energielast moeilijker verkoopbaar zijn. - Energiebesparing kan lokale arbeid (bouw en installatie) opleveren en het is goed voor de koopkracht van de huishoudens en de lokale economie in het algemeen. - Exploitatie van eigen productiemiddelen kan een aantal voordelen opleveren zoals: renteopbrengst investeringen voor de leden, lagere lasten voor de leden (goedkoper dan de Niet Meer Dan Anders exploitatie) en een opbrengst voor het collectief door winst op exploitatie (o.a. windmolens) in te zetten voor leefbaarheids-initiatieven. - De komende jaren zal/moet veel geïnvesteerd zal/moet worden in het levensloop bestendig maken van woningen (thuiszorg) en de energielast een wezenlijk onderdeel van de woonlast vormt. - Via ODE vindt er een grote waardeoverdracht plaats van de lokale gemeenschap naar de exploitant van de windmolens en eigen exploitatie van de windmolen de manier is om dit geld lokaal te houden. Daarnaast bieden dorpsmolen kansen voor sociale binding: Lokale samenwerking is goed voor de sociale cohesie. Windmolens zijn hier een middel voor. Uit een drijfverenonderzoek dat TNO heeft gedaan blijkt dat mensen zich aansluiten bij lokale initiatieven om verschillende redenen. Ze leveren graag een bijdragen aan hun wijk, ze ontmoeten graag andere mensen, ze willen ook een bijdrage leveren aan de energieproblematiek, ze geloven in kleinschaligheid Aanvraag leefbaarheid@brabant Verenigde Energie Coöperaties Noord Brabant U.A. Contactpersoon: Martijn Messing,
[email protected] en o646236839
6
Windmolens voor Leefbaarheid, De revival van de dorpsmolen
(de menselijke maat) en het werken met nieuwe technieken. Geld besparen en werkervaring zijn minder belangrijke drijfveren. Bij de realisatie van een dorpswindmolen is derhalve sprake van meervoudige waardecreatie.
2: De Scope van dit project: De scope van dit project beperkt zich tot de volgende onderzoeksvragen. De te beantwoorden vragen: - Hoe laten we zoveel mogelijk mensen in privé, via hun werk, vereniging of wijk in NB mee doen met de windmolen opgave (470,5MW) via een lokale gemeenschaps-coöperatie? Onderliggende vraag: Hoe verbetert het lokale draagvlak (Please In My BackYard ipv Not -IMBY) als de windmolens ingezet kunnen worden als middel om de leefbaarheid te bevorderen? -
Hoe betrekken we de leden van de gemeenschaps-coöperaties zoveel mogelijk bij de energietransitie zodat ze niet alleen participeren in de windmolens maar ook in eigen huis, wijk of buurt actief worden?
Onderliggende vraag: Hoe kunnen windmolens, in eigendom van de lokale gemeenschapcoöperatie, de gemeenschap verdergaand betrekken bij de energietransitie (en andere maatschappelijke thema’s)? -
Hoe borgen* we dat de opbrengsten uit de windmolens ook langjarig ingezet zullen worden voor leefbaarheidsinitiatieven zoals het realiseren van de volgende stappen in de lokale energietransitie?
- Onderliggende vraag: Hoe kan een ‘dorpsmolen’ het zelf organiserend vermogen van een lokaal initiatief versterken zodat voor leefbaarheidsvraagstukken geen of minder subsidie nodig is?
Aanvraag leefbaarheid@brabant Verenigde Energie Coöperaties Noord Brabant U.A. Contactpersoon: Martijn Messing,
[email protected] en o646236839
7
Windmolens voor Leefbaarheid, De revival van de dorpsmolen
Windmolens voor Leefbaarheid, de revival van de dorpsmolen:
het succes van Reduzum (link naar filmpje) 3. De aanpak: Op het moment van schrijven van deze aanvraag is er in meerdere plaatsen in NB, in de gemeente waar de lokale partners van de VEC resideren, een windmolen ontwikkeling gaande. Met veel inzet van vrijwillige tijd is men nu lokaal zo goed en zo kwaad als het gaat bezig een positie te verkrijgen. Ook in plaatsen waar nog geen lokaal initiatief betrokken is, is VEC actief, middels advies en/of begeleiding van de lokale gemeente. Het werkveld: - Moerdijk en Drimmelen alwaar een grote windmolen opgave ligt en waar Energiek Moerdijk en Duurzaam Drimmelen meegeschreven hebben aan de gemeentelijke en regionale Windvisie voor het eigen grondgebied inclusief het A16 traject van Zundert tot aan de Moerdijkbrug. - Waalwijk alwaar via inzet van de VEC het college van B&W voortbouwend op een raadsbesluit uit 2012 de inzet en participatie van de lokale gemeenschap heeft geborgd en nu 8-10 windmolens in de initiatieffase zitten. - Tilburg alwaar meerdere lokale initiatieven zich verenigd hebben in de lokale ‘windkoepel’ en de gemeenteraad aangegeven heeft dat bij de realisatie van de windmolens op de Spinder een brede participatie van de inwoners van Tilburg wordt verwacht. - Dongen alwaar Energie Dongen samen met de VEC, REScoopNL en Windunie binnenkort een alternatief exploitatievoorstel bij de gemeente en bedrijven op industrieterrein de Wildert neerleggen. - EC073 (Den Bosch) wil ook lid worden van VEC en zal ook betrokken worden evenals EC Boxtel en ECSchijndel. De laatste 2 gemeenten zijn volgens het Aanvraag leefbaarheid@brabant Verenigde Energie Coöperaties Noord Brabant U.A. Contactpersoon: Martijn Messing,
[email protected] en o646236839
8
Windmolens voor Leefbaarheid, De revival van de dorpsmolen proviniaal beleid weliswaar geen zoekgebied maar burgers en overheid willen mogelijk wel een dorpsmolen realiseren. -
Oirschot en Oisterwijk alwaar RWE (Essent) vergunning heeft verkregen om 4 windmolens te bouwen. RWE heeft VEC gevraagd met haar te onderzoeken hoe deze windmolens dorpsmolens (Sociaal Levend) kunnen worden.
De projectorganisatie: VEC NB treedt op als penvoerder. Ze zal ook een projectleider aanstellen. Deze wordt geworven onder de leden van de VEC zijnde de lokale gemeenschapscoöperaties. De lokale coöperaties vaardigen ieder een of meerdere leden van de lokale windwerkgroep en/of bestuur af. Aangevuld met een onderzoeker van TNO een werknemer van de Windunie en iemand uit de gelederen van REScoopNL vormen zij het project team. In goed overleg worden de werkzaamheden bepaald en verdeeld. VEC verbindt dit project met het overleg wat gepland wordt met een ambtelijke ondersteuningsgroep voortkomend uit de Green Deal die 24 februari jl. is getekend. Deelnemende gemeenten zijn: Bernheze, Tilburg, Waalwijk en Moerdijk. Mogelijk dat deze eerste groep nog uitgebreid kan/gaat worden met ambtenaren uit andere gemeenten alwaar een windopgave ligt. Alle partijen leveren experts. Daarom ook gaan we in dit project uit van een gemiddeld uurtarief van € 93,-- excl. Btw (met uitzondering van TNO). Iedere partij levert van dit tarief 41% als eigen inbreng zodat enerzijds aan de randvoorwaarden van dit project (eigen inbreng) wordt voldaan maar anderzijds er een redelijk uurtarief overblijft voor de betrokken personen. Indien gewenst zal VEC een lijst leveren met de CV’s van de betrokken personen. Wat gaan zij precies doen?: Stap 1: Inventarisatie van ervaringen tot nu toe en verwachtingen bij betrokken partijen: Op zoek naar de best-practises in binnen- en buitenland en inventariseren van de huidige denkwijze en gedachten (wat zijn de verwachtingen) bij meerdere lokale initiatieven en betrokken overheden en bedrijfsleven in NB. Best practise onderzoek (Nederland, Denemarken, Duitsland, Engeland) bestaat uit: - deskresearch en waar nodig bezoek ter plaatse of interviews. Meegenomen is de uitvoerige analyse van de Danish Promotion of Renewable Energy Act waarin staat dat in ieder project minimaal 20% burgers moeten kunnen participeren en de net uit gekomen visie van de Britse overheid bekend als Community Energy Strategy.
Aanvraag leefbaarheid@brabant Verenigde Energie Coöperaties Noord Brabant U.A. Contactpersoon: Martijn Messing,
[email protected] en o646236839
9
Windmolens voor Leefbaarheid, De revival van de dorpsmolen -
analyse van de gevonden voorbeelden - hoe doen ze het op project niveau (organisatie en financieel)? - hoe doen ze het sociaal?
Daarnaast houden we interviews met diverse leden van de VEC en hun lokale stakeholders om te achterhalen wat de ideeën, denkwijzen en verwachtingen bij het verwerven van een ‘dorpsmolen’ zijn: Te interviewen/overleggen met: - initiatiefnemers - burgers - gemeenten en provincie - lokale ondernemers Met het projectteam analyseren we de uitkomsten en halen daar in overleg met de deelnemers (projectpartners en lokale coöperaties) een (mogelijke) te hanteren strategie uit. Waarschijnlijk is het enorm belangrijk om al in de eerste fase van het project alle partijen de neuzen dezelfde kant op te krijgen. Daarom is dit project in het huidige tijdgewricht zo belangrijk omdat in NB bij het schrijven van dit stuk overal de ‘voorsorteringen’ gedaan worden en grondposities ingenomen worden voor het kunnen realiseren van windmolens. Het is in de zoekgebieden echt een gevecht om de grondposities door de projectontwikkelaars. Stap 2: Uitkomsten uit vooronderzoek toetsen aan de praktijk In de aangegeven gemeenten vinden op dit moment de procedurele voorbereidingen plaats in de vorm van exploitatieovereenkomsten, ruimtelijke en vergunningprocedures Het verkrijgen van een ‘positie’ door de lokale gemeenschapscoöperatie en het realiseren van een brede participatie kan gelijk in de praktijk toegepast worden. Hier onderzoeken we of de uitkomsten uit het vooronderzoek aansluiten bij de werkelijkheid. De lessen die uit het onderzoek dienen te komen: Wat is er nodig aan de project kant (technisch, financieel, governance, statuten, reglementen etc.)? Is de gevonden informatie passend of moet die bijgesteld worden? Wat is er nodig sociaal? Welke processtappen, communicatieboodschappen etc. werken wel, welke niet? Klopt de best-practise elders met de praktijk in NB? Afhankelijk van de start en doorlooptijd van dit project zou een mogelijke realisatie van de eerste Dorpsmolen in lokaal contract (alle partijen akkoord met deze aanpak) onderdeel van dit project kunnen zijn. Helaas zal de doorlooptijd voor de daadwerkelijke realisatie (bouw) van een dorpsmolen langer zijn dan de looptijd van dit project.
Aanvraag leefbaarheid@brabant Verenigde Energie Coöperaties Noord Brabant U.A. 10 Contactpersoon: Martijn Messing,
[email protected] en o646236839
Windmolens voor Leefbaarheid, De revival van de dorpsmolen
Stap 3: Het verwerken uitkomsten tot een gedetailleerd Werk- hand-/draaiboek met als titel ‘Hoe realiseer je een dorpswindmolen?’. Dit handboek zal zowel digitaal als in print worden uitgevoerd. De volgende hoofdstukken zijn in ieder geval onderdeel: - De achtergronden - De noodzakelijke stappen om lokaal alle neuzen de juiste kant op te krijgen - De voorwaarden waaraan je als lokale coöperatie zou moeten voldoen qua governance en financieel. - De ontwikkelingsfase - Financial Close en bouwfase - De exploitatiefase - De sociale factoren, draagvlak, communicatie en borging inzet opbrengsten - De vervolgfase 4: Disseminatie – verspreiding van de opgedane kennis. -
-
Zorgen dat verschillende mensen binnen de deelnemende EC’s opgeleid zijn ‘Dorpsmolens’ te realiseren, door o.a. het organiseren van regio bijeenkomsten, lezingen en werkbezoeken. Verspreiden naar de lokale achterban en netwerk van de VEC Via het project STEM naar de projectpartners aldaar (Rabobank, TNO, Netbeheer NL, AgentschapNL (RVO) en REScoopNL) Via het netwerk van REScoopNL en Windunie Via blogs en artikelen Plenaire bijeenkomst NB breed. Presentatie van de resultaten en daarna uiteen in de verschillende regio’s (alle stakeholders) om aan de hand van de windkaart van NB aan te geven wat de mogelijkheden (nog) zijn.
Tijdschema:
Mei – sept 2014 Mei 2014 – april 2014 April – mei 2015 Juni 2015
Onderzoeksfase Afstemmen verwachtingen Toets aan de praktijk (loopt synchroon) Hand- werkboek opleveren Disseminatie
4: De bijlagen 1: begroting 2: artikel wij willen sociaal levende windmolens 3: samenwerkingsovereenkomst 4: windvisie Moerdijk 5: sociale randvoorwaarden gemeente Aanvraag leefbaarheid@brabant Verenigde Energie Coöperaties Noord Brabant U.A. 11 Contactpersoon: Martijn Messing,
[email protected] en o646236839