Projectplan ‘De Excellente Onderzoekende Leraar’
Inleiding De kwaliteit van beginnende leraren basisonderwijs dient versterkt te worden. In verschillende landelijke publicaties is dit nader onderbouwd. Stenden hogeschool en de schoolbesturen van Onderwijsstichting Arcade (openbaar primair onderwijs regio Coevorden) en het openbaar primair onderwijs gemeente Emmen onderschrijven deze conclusie en zijn van mening dat een kwalitatieve verbetering van de opleiding tot leraar basisonderwijs, die in een nauwe interactie met het werkveld tot stand komt, bijdraagt aan de versterking van de kwaliteit van beginnende leraren basisonderwijs. De versterking van de kwaliteit van beginnende leraren basisonderwijs sluit goed aan bij het beleid van Stenden hogeschool dat zij voor haar eigen personeel heeft geformuleerd. De hogeschool wil naar een opwaardering van de kennis en kwaliteit van de eigen docenten. Zij heeft dan ook als doelstelling geformuleerd, dat in 2015 90% van haar docenten een master heeft afgerond en dat 10 % gepromoveerd is. Bij de schoolbesturen van Onderwijsstichting Arcade (openbaar primair onderwijs regio Coevorden) en het openbaar primair onderwijs gemeente Emmen bestaat ook de behoefte om de kwaliteit van het personeel voor de toekomst te waarborgen. Binnen de PABO’s is landelijk een trend waarneembaar waarbij extra aandacht wordt besteed aan de basisvaardigheden op onder andere de gebieden rekenen en taalvaardigheid. Stenden hogeschool en beide besturen zijn echter van mening dat daarnaast van excellente leraren in steeds sterkere mate verwacht wordt dat zij ‘nieuwsgierig’ zijn. Nieuwsgierig naar waarom een team dingen doet zoals zij die doet, en naar mogelijke alternatieven met een beter resultaat. Ook nieuwsgierig naar welke onderwijsmethode voor welk vak het beste gebruikt kan worden en hoe de onderwijstijd optimaal ingezet kan worden en op welke wijze de onderwijsorganisatie en aansturing versterkt kunnen worden. Nieuwsgierig naar hoe op een effectieve en efficiënte wijze met ouders te communiceren. Er worden hoge eisen aan leraren gesteld en daarom dienen de aspirant leraren een kwalitatief goede en brede opleiding te krijgen waarin de component onderzoeksvaardigheden een belangrijker rol krijgt. Van de onderzoekende leraar wordt verwacht dat hij op een methodologisch verantwoorde wijze toegepast onderzoek kan uitvoeren om valide en betrouwbare antwoorden te krijgen op de door zijn nieuwsgierigheid opgewekte vragen en antwoorden op de vragen van anderen binnen het team of van het (bovenschools)management. Op deze wijze draagt hij bij aan de ontwikkeling van het team, zijn basisschool en, door de praktijkkkennis breder beschikbaar te stellen, aan de ontwikkeling van andere basisscholen. Naast een gedegen basis aan onderzoeksvaardigheden is een sterkere theoretische basis ook van belang. De theoretische basis geeft het kader van waaruit antwoorden gevonden en waaraan antwoorden getoetst kunnen worden om de nieuwsgierige leraar te ondersteunen. Naast een gedegen kennis van en vaardigheden in de basisvakken is een grondiger basis in de ontwikkelings‐ en onderwijspsychologie, sociologie, pedagogiek en diagnostiek en hulpverlening gewenst om het referentiekader van de leraar te versterken. De combinatie van een sterker theoretische kader en een gedegen basis aan onderzoeksvaardigheden leidt tot de excellente onderzoekende leraar. De samenleving stelt steeds hogere eisen aan professionele opvoeders. Daarom is het een vereiste dat leraren goed worden opgeleid en dat zittende leraren in het basisonderwijs hun competenties
1
onderhouden en door ontwikkelen. Ook hierbij is een houding van een nieuwsgierige leraar die kan reflecteren op zijn eigen handelen, maar ook op dat van anderen, noodzakelijk. Het project dat wij voor ogen hebben versterkt naast de kwaliteit van de beginnende leraar ook de kwaliteit van zittende leraren doordat de praktijkkennis, opgedaan in de onderzoeken, verspreid en besproken wordt met de zittende leraren en doordat met hen nagegaan wordt wat deze praktijkkennis voor hen en hun basisschool kan betekenen. Het hier voorgestelde project bevordert dus de excellentie binnen het beroep van leraar mede door excellentie bij het opleiden van leraren te versterken. De hierbij opgedane praktijkkennis wordt verspreid over meerdere basisscholen, ook onder basisscholen die buiten het gezag van de deelnemende besturen vallen, en over meerdere PABO’s. Visie Bovenschoolse beleidsinitiatieven op onderwijskundig gebied hebben het karakter van een kwaliteitsimpuls. Het beleid van beide besturen heeft naast een ondersteunende functie ook nadrukkelijk een stimulerende functie m.b.t. het waarborgen, verbreden en versterken van de onderwijskwaliteit van de afzonderlijke scholen. Om dit te bereiken hebben de scholen naast een professionele schoolleiding gemotiveerde en kwalitatief goede leraren nodig. Dit doen de besturen vanuit de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het kind en het onderwijs. Door de intensieve interactie tussen Stenden hogeschool en de basisscholen, waarbij de hogeschool de kenniscirculatie intensiveert, draagt zij bij aan de ontwikkeling van de basisscholen en dragen de besturen bij aan versterking van de kwaliteit van de lerarenopleiding. Doelstelling Het doel van het project is om een kwaliteitsimpuls te geven aan het leraarschap in eerste instantie in de regio Zuid‐ Oost Drenthe. Daartoe worden excellente onderzoekende leraren opgeleid. Excellente onderzoekende leraren die uitstekend kunnen lesgeven, die over een gedegen basis aan kennis en inzicht beschikken in ontwikkelings‐ en onderwijspsychologie, sociologie1, pedagogiek en diagnostiek en hulpverlening en daarnaast ook onderzoeksgeoriënteerd zijn en beschikken over methodologische en onderzoeksvaardigheden, waardoor zij extra bijdragen kunnen leveren aan ontwikkelingen binnen de basisschool (scholen). Omschrijving project De PABO‐Emmen , onderdeel van Stenden hogeschool, ziet mogelijkheden om samen met de schoolbesturen van Onderwijsstichting Arcade (openbaar primair onderwijs regio Coevorden) en het openbaar primair onderwijs gemeente Emmen en de Rijksuniversiteit Groningen een extra impuls te geven aan een kwalitatieve verbetering van beginnende leraren basisonderwijs én van reeds langer in de onderwijspraktijk functionerende leraren basisonderwijs. Hierdoor krijgt het onderwijs, in eerste instantie binnen de basisscholen van deze besturen, een extra kwaliteitsimpuls. 1
om inzicht te krijgen in allerlei vraagstukken die voor leraren basisonderwijs relevant zijn op het gebied van opvoeding, onderwijs en hulpverlening, zoals globalisering, immigratie, cohesie en sociale ongelijkheid, criminaliteit en geweld, moraal en zingeving.
2
De schoolbesturen zijn van mening dat leraren basisonderwijs naast de reguliere eisen van de PABO waaraan moet worden voldaan in sterkere mate dienen te beschikken over methodologische en onderzoeksvaardigheden en over een gedegen kennis en inzicht in ontwikkelings‐ en onderwijspsychologie, sociologie, pedagogiek en diagnostiek en hulpverlening. Steeds meer bestaat er behoefte aan excellent onderzoekende leraren, leraren die niet alleen goed lesgeven, over voldoende vakkennis beschikken en kinderen goed kunnen begeleiden, maar die ook op een methodologisch verantwoorde wijze onderzoek kunnen verrichten. Onderzoek dat zich niet alleen richt op het gedrag van kinderen, maar ook op het functioneren van de school en de positie van de school in bijvoorbeeld de wijk of plaats, ook vergelijkend onderzoek bijvoorbeeld naar de effecten van bepaalde lesmethodes die bij verschillende basisscholen gebruikt worden, of onderzoek naar de effecten van het Taalmasterplan (een grootschalig taalstimuleringsproject dat wordt opgezet in Zuid Oost Drenthe) op het attributiegedrag van leraren, enz.. Of waardoor scoort een aantal scholen op begrijpend lezen bij de middengroep 8 al een tweetal jaren onvoldoende, terwijl andere scholen van hetzelfde bestuur hier juist goed scoren? De excellent onderzoekende leraren moeten in staat zijn dergelijk onderzoek methodologisch verantwoord op te zetten en uit te voeren. Daarnaast dienen deze excellente onderzoekende leraren in staat te zijn te reflecteren op hun praktijk vanuit een onderwijskundig en pedagogisch sterk gefundeerd theoretisch kader. Hiertoe wordt een aangepast en verzwaard programma aangeboden, waarbij de studenten deze onderdelen op universitair niveau volgen. Hierdoor beschikken de beginnende leraren over een kwalitatief sterkere basis om hun functie succesvol uit te oefenen en een extra bijdrage te kunnen leveren binnen de basisschool. Zij zijn op een aantal gebieden (zie hierboven) beter uitgerust dan hun reeds langer functionerende collega’s en kunnen hen en het management op deze gebieden adviseren en zij kunnen initiatieven ontplooien, waardoor de basisschool een extra kwaliteitsimpuls krijgt. Het aangepaste en verzwaarde onderwijsprogramma stelt echter wel extra eisen aan de student. De opdrachten die de student tijdens zijn opleiding uit dient te voeren zijn gerichter en gebaseerd op een directe vraag uit de betrokken basisscholen. Door de sterke interactie tussen opleiding (theorie) en praktijk (basisscholen) is het traject dat de studenten volgen te kenmerken als een leer‐ werktraject. Studenten die aan dit traject willen deelnemen, dienen dan ook over een dusdanig beginniveau te beschikken dat zij dit leer‐werktraject binnen de reguliere studietijd van vier jaren af kunnen ronden. Studenten worden hierop geselecteerd. De deelnemende besturen waarderen de studenten die dit verzwaarde leer‐werktraject volgen en verstrekken hen dan ook een financiële bijdrage (naast de gebruikelijke studiefinanciering). Bovendien krijgt de studentleerkracht (SLK) een baangarantie na diplomering. De opdrachten die de studenten binnen de deelnemende basisscholen uit dienen te voeren, komen voort uit vragen uit deze basisscholen. Uiteraard dienen de (onderzoeks)opdrachten te passen binnen het vigerende leerplan van de PABO. Dat kunnen (onderzoeks)vragen zijn van leraren basisonderwijs, maar ook van het management of het bestuur van primair onderwijs. De (onderzoeks)opdrachten worden in samenspraak tussen de PABO, het werkveld en de universiteit geformuleerd.
3
Door het uitvoeren van gerichte onderzoeksopdrachten in het basisonderwijs, binnen de scholen van beide besturen, worden inzichten verworven die vervolgens worden uitgewerkt in concrete toepassingen. De toepassing vindt eerst plaats binnen één school en na evaluatie en eventuele aanpassing(en) wordt deze praktijkkennis verspreid over andere basisscholen binnen de deelnemende besturen. Op periodieke studiebijeenkomsten worden de resultaten gepresenteerd en besproken. Op deze wijze neemt het kennis‐ en inzichtniveau van de leraren en het management van de ongeveer zestig basisscholen van de deelnemende besturen toe, waardoor een extra kwaliteitsimpuls aan het onderwijs en de onderwijsorganisatie gegeven wordt. De best practices krijgen een plaats binnen de verschillende scholen waardoor excellentie op verschillende gebieden toeneemt. Excellentie in het beroep van leraar, maar ook van het onderwijs, de onderwijsorganisatie en het management worden hierdoor bevorderd. De op deze wijze door ons opgebouwde praktijkkennis stellen wij beschikbaar aan andere besturen van primair onderwijs. Ook de PABO‐Emmen zal deze praktijkkennis gebruiken binnen de lerarenopleiding. Bovendien wordt deze praktijkkennis beschikbaar gesteld aan andere PABO’s, in eerste instantie binnen Stenden hogeschool, en daarna ook daarbuiten. PABO’s worden uitgenodigd voor de jaarlijks te houden conferentie waar de praktijkkennis en de ervaringen met het leer‐ werktraject worden gepresenteerd en besproken (zie Actieplan, bijlage 4). Op deze wijze wordt ook de excellentie bij het opleiden van leraren bevorderd. Het verzwaarde leer‐werktraject op zich draagt ook bij aan de excellentie bij het opleiden van leraren (onderdelen worden op universitair niveau aangeboden en de sterke interactie met het werkveld met vraaggestuurde (onderzoeks)opdrachten voor de studenten, die met een universitair instrumentarium en op universitair niveau worden uitgevoerd). De studenten worden hierbij begeleid door methodologisch en onderzoekstechnisch bekwame docenten van Stenden hogeschool, bijvoorbeeld docenten die participeren in een kenniskring onder leiding van een lector. Het hier beschreven leer‐werktraject wordt in eerste instantie binnen de basisscholen van de schoolbesturen van Onderwijsstichting Arcade (openbaar primair onderwijs regio Coevorden) en het openbaar primair onderwijs gemeente Emmen uitgevoerd. Dit project wordt vervolgens opgeschaald naar andere schoolbesturen met hun basisscholen in Drenthe en ook vanuit de andere PABO’s binnen Stenden hogeschool in Drenthe. Vervolgens vindt verdere opschaling plaats naar de andere noordelijke provincies met PABO’s van Stenden hogeschool en daarnaast kunnen ook andere PABO’s buiten Stenden hogeschool dit programma uitvoeren. Concretisering De hierboven beschreven kwaliteitsimpuls willen wij bereiken door (zie ook het Actieplan, Bijlage 4): ‐ Gediplomeerde en geselecteerde VWO leerlingen aan de betrokken besturen te binden. ‐ Meer mannen voor de opleiding te interesseren en te laten deelnemen. ‐ Een uitdagend leer‐werktraject aan te bieden met een verzwaard PABO‐programma met onderzoeksgerichte universitaire modules (methodologie, methoden en technieken van onderzoek, statistiek, observeren, effectonderzoek) en op universitair niveau aangeboden ontwikkelings‐ en onderwijspsychologie, sociologie, pedagogiek en diagnostiek en hulpverlening die aan de RUG in Groningen verzorgd worden.
4
‐
‐ ‐
‐
‐ ‐
‐
‐
‐
‐
‐
Een ruime en gevarieerde stage aan te bieden op geselecteerde ‘opleidingsscholen’ die aan omschreven criteria voldoen (gecertificeerde coach, mentoraatcursus voor leraren, voldoende inspectierapport). De studenten tijdens hun leer‐werktraject intensief te begeleiden. Onderzoeksgerichte opdrachten te verstrekken die voortkomen uit vragen van zittende leraren basisonderwijs en het management en bestuur van de basisscholen en te laten uitvoeren met een universitair instrumentarium en op universitair niveau op basisscholen. De resultaten van de uitgevoerde opdrachten worden op studiedagen gepresenteerd en besproken, waardoor het management en alle leraren van de deelnemende besturen met deze praktijkkennis geconfronteerd worden en hierop reflecteren. Deze praktijkkennis en de gekozen werkwijze van disseminatie draagt bij aan de ontwikkeling van excellentie binnen het beroep van leraar en waarborgt de duurzaamheid van deze praktijkkennis. Om vrijblijvendheid te voorkomen, geeft het management van de scholen jaarlijks aan of en op welke wijze zij de praktijkkennis een plaats geven binnen hun basisschool. De PABO‐Emmen gebruikt deze praktijkkennis binnen het curriculum in de vorm van bijvoorbeeld casussen. Jaarlijks rapporteert de PABO aan de directeur Educatie(van Stenden hogeschool) in welke mate en op welke wijze de praktijkkennis een plaats binnen het curriculum krijgt. De praktijkkennis evenals de ervaringen met het leer‐werktraject worden tevens beschikbaar gesteld aan andere besturen. Hiertoe organiseert de Opleidingscoördinator, die diverse coördinerende en uitvoerende taken voor het project verricht (zie hieronder), in het voorjaar van 2011, een conferentie waarbij alle besturen van openbaar onderwijs van de Drentse gemeenten worden uitgenodigd. Hier wordt de praktijkkennis gepresenteerd en tevens worden de voortgang en resultaten van dit project besproken. Andere besturen, in eerste instantie binnen de provincie Drenthe, worden uitgenodigd deel te nemen aan dit project. Hierdoor wordt de duurzaamheid van het ontwikkelde leer‐werktraject en de opgebouwde praktijkkennis gewaarborgd. Ook in het voorjaar van 2012 wordt op analoge wijze een dergelijke conferentie georganiseerd, waarbij de groep genodigden uitgebreid wordt naar de andere noordelijke provincies. De PABO‐Emmen draagt via de studiedagen zorg voor de verspreiding van de opgedane ervaringen binnen dit project richting de andere PABO’s binnen Stenden hogeschool. Vervolgens wordt met deze PABO’s nagegaan op welke wijze het opgezette leer‐werktraject ook in samenwerking tussen deze PABO’s en andere besturen in andere regio’s opgezet kan worden. Het ontwikkelde leer‐werktraject is in het najaar van 2012 een regulier onderdeel in het studieaanbod van de PABO’s. De directeur Educatie van Stenden hogeschool bewaakt dit proces. In 2011 gaan de betrokken besturen, in overleg met de PABO‐Emmen, na welke mogelijkheden er zijn om de praktijkkennis te ordenen en breder beschikbaar te stellen via een website. Ook de ervaringen met het leer‐werktraject kunnen hierop gedeeld worden. In het voorjaar van 2011 nemen de besturen in overleg met de PABO‐Emmen hierover een besluit. Jaarlijks vindt in juni onder leiding van de projectleider een evaluatie van het project plaats op de verschillende niveaus (stuurgroep, projectgroep en monitorgroep). De resultaten
5
‐
worden binnen de stuurgroep besproken en nagegaan wordt in hoeverre bijstelling gewenst is. In het najaar van 2012 wordt onder zittende leraren geïnventariseerd in hoeverre zij interesse hebben voor onderdelen van de nieuwe opleiding. Indien zij interesse hebben wordt nagegaan in hoeverre Stenden hogeschool hierop kan inspelen met een nascholingstraject. De projectleider stuurt deze inventarisatie, waarbij de opleidingscoördinator een belangrijke rol vervult, aan. Hiermee wordt de duurzaamheid van de projectresultaten bevorderd.
Structuur van het project en creëren draagvlak onder de deelnemers Het project wordt uitgevoerd door Stenden hogeschool (PABO Emmen), de onderwijsstichting Arcade, openbaar primair onderwijs regio Coevorden en Hardenberg , het openbaar primair onderwijs van de gemeente Emmen, verschillende opleidingsscholen van beide gemeenten, en de RUG. Om het project in goede banen te leiden wordt een projectleider van Stenden hogeschool en een opleidingscoördinator namens beide besturen aangesteld. Hierdoor wordt afstemming tussen hogeschool en het werkveld gewaarborgd. Het project wordt geleid door een stuurgroep (bestaande uit een afgevaardigde van Stenden hogeschool en van de beide besturen). De organisatie en inhoud van het project ligt bij de projectgroep onder leiding van de projectleider en met afgevaardigden van de PABO, de RUG en namens beide besturen de opleidingscoördinator (OLC). Tenslotte is er een monitorgroep. Deze groep bestaat uit enkele directeuren van scholen en afgevaardigden van beide besturen. De stuurgroep komt minimaal 3 keer per jaar bij elkaar, de projectgroep minimaal 4 keer en de monitorgroep minimaal 2 keer. Van deze bijeenkomsten worden door de OLC verslagen gemaakt. De projectleider leidt onder verantwoordelijkheid van de stuurgroep het project en voert inhoudelijke taken, die direct gerelateerd zijn aan de inhoud van het curriculum, uit. De OLC voert, onder verantwoordelijkheid van de projectleider, coördinerende taken uit. Deze taken hebben betrekking op allerhande zaken behalve op de inhoud van het curriculum. De projectleider en de OLC hebben tussentijds regelmatig contact met de partners in het project alsmede met de studenten die het leer‐ werktraject volgen. De OLC draagt ook zorg voor de bespreking van de opgebouwde praktijkkennis op studiedagen voor alle leraren van de basisscholen van beide besturen. Op deze manier wordt gezorgd voor draagvlak bij de deelnemende scholen en lerarenopleiding en voor disseminatie van de opgebouwde kennis. De OLC draagt ook zorg voor de organisatie van de conferenties (zie hierboven). In oktober/november van elk schooljaar wordt een begin gemaakt met de werving van studenten op VWO scholen . Dit gebeurt door middel van voorlichting, folders, een eigen website en via de media. Voor het projectjaar 2010‐2011 worden acht tot tien studenten geplaatst. In de jaren daarna neemt dit aantal toe, mede doordat het leer‐werktraject met meer besturen wordt aangegaan. Voor het project wordt in eerste instantie een convenant opgesteld tussen Stenden hogeschool en de besturen van Onderwijsstichting Arcade, de gemeente Emmen. Diplomering vindt plaats vanuit de PABO te Emmen. Hier staat de studentleerkracht ook ingeschreven. Bij de RUG staat de SLK ingeschreven als bijvakstudent. Tussen de besturen en de studentleerkracht wordt een contract opgesteld.
6
In de loop van 2011, na de conferentie in het voorjaar 2011, worden convenanten met andere besturen en Stenden hogeschool afgesloten.
Organogram Stuurgroep Stenden hogeschool Onderwijsstichting Arcade OPO Emmen
Projectgroep
Monitorgroep
Projectleider Opleidingcoördinator (OLC) Stageschool
PABO
RUG
Studentleerkracht (SLK) De student Studenten met een VWO diploma kunnen worden toegelaten tot de opleiding. Ze dienen hiervoor een brief (sollicitatie) te schrijven naar de stichting, waarbij zij zich willen aansluiten. Vervolgens worden ze uitgenodigd voor een gesprek. In dit gesprek wordt het verzwaarde programma met een sterker accent op onder andere de onderzoeksvaardigheden toegelicht en wordt nagegaan of de student in staat geacht wordt het leer‐werktraject in vier jaar af te ronden. Naar aanleiding van dit gesprek wordt beoordeeld of de student al dan niet geplaatst kan worden (selectie). Bij een positief advies krijgt de student een leer‐werktraject aangeboden voor vier jaar met een baangarantie en een kleine studievergoeding vanaf het eerste jaar. Uit gesprekken met VWO‐decanen en voorlichtingsbijeenkomsten op het VWO en open dagen bij de PABO Emmen blijkt dat de belangstelling voor dit leer‐werktraject onder potentiële studenten groot is groot. Potentiële studenten vinden het een aantrekkelijk en uitdagend programma (met onderdelen op universitair niveau) dat sterk afgestemd is op de praktijk (vraaggestuurde (onderzoeks)opdrachten vanuit de basisscholen). Dit programma versterkt hun positie op de arbeidsmarkt als beginnende beroepsbeoefenaar in vergelijking met reguliere PABO‐agfestudeerden. Daarnaast is de financiële vergoeding die zij van het betreffende bestuur ontvangen ook
7
aantrekkelijk, evenals de baangarantie. De besturen zijn zeer geïnteresseerd om deze potentiële excellente studenten aan zich te binden en om hen na afstuderen een functie binnen hun basisscholen te verschaffen. Projectleider van Stenden hogeschool De projectleider leidt onder verantwoordelijkheid van de stuurgroep het project ‘De Excellente onderzoekende leraar’. Zijn taken hebben betrekking op een goede voortgang van het project en de communicatie met de stuurgroep, monitorgroep, RUG, PABO Emmen en de student. Ook draagt hij zorg voor de terugkoppeling en afstemming van projectgebonden zaken met de besturen (algemeen directeuren). Daarnaast voert hij de curriculum gebonden taken uit, zoals de ontwikkeling van het curriculum en de afstemming met de RUG, en de beoordeling van de (onderzoeks)opdrachten. Bovendien zorgt de projectleider voor de borging van het project en de projectresultaten. Onder de taken van de projectleider vallen ook de inhoudelijke afstemming tussen opleidingsschool, Pabo en RUG: • Opstellen curriculum in overleg met stagescholen, PABO en RUG • Regelmatig overleg met de projectgroep (instituutsbegeleider van de PABO en RUG) • Stage/samenwerking Pabo en RUG bespreken en terugkoppelen met de monitorgroep • Afstemmen waar en wanneer de student wat volgt • In samenspraak met opleidingsscholen, PABO en RUG (onderzoeks)opdrachten voor de studenten formuleren Opleidingscoördinator, namens de besturen De opleidingscoördinator coördineert de niet inhoudelijke curriculum zaken binnen het project. Hij maakt deel uit van de projectgroep. Ook neemt hij op afroep deel aan het stuurgroepoverleg en het overleg in de monitorgroep. Hij legt verantwoording af aan de projectleider en beide schoolbesturen. Hieronder volgt een nadere precisering van de taken van de OLC. Organisatie van de plaatsing • • • • • •
Werving en selectie van studenten PR beleid, contacten leggen, voorlichting geven op het VO Plaatsing van de studenten (afstemmen met Pabo, RUG en de opleidingsscholen) Maken van (meerjaren) planning ten aanzien van opname van studenten Bezoekrooster maken in samenwerking met studenten Introductie studenten ( kennismaking OLC en de coaches, vervolgafspraken maken, enz)
Communicatie student (leerwerktraject) •
Fungeren als aanspreekpunt voor de studenten
Communicatie coach • •
Voeren van gesprekken met de coaches over de gang van zaken, zoals functioneren van de studenten, hun ontwikkeling, beoordeling en andere inhoudelijke zaken t.a.v. het project Fungeren als aanspreekpunt voor de coaches
8
Beoordeling van de studenten2 • •
Beoordelen ontwikkeltaak in samenspraak met de coaches Deelnemen aan eindgesprek van de student
Kwaliteitsbeleid • • •
De OLC onderhoudt structurele contacten met het opleidingsinstituut (PABO Emmen) Bijdrage aan de evaluatie van het project aan het eind van het schooljaar Bijdrage aan de activiteiten ter verspreiding van de resultaten van het project zoals conferentie(s) en website Bijhouden administratie en inrichting dossiers
• Algemene zaken • Convenant tussen besturen en PABO • Opleidingscontract • Verzorgen van bijeenkomsten voor de studenten over schoolorganisatie en onderwijspraktijk • Regelen van de stagevergoeding Leer‐werktraject Leergedeelte: De student volgt geselecteerde theorielessen op de PABO en van te voren bepaalde modules aan de RUG (zie hierboven). Hier vindt een gedeelte van de opleiding en vorming van de studentleerkracht plaats, onder andere op pedagogisch en didactisch gebied en op het gebied van onderzoeksvaardigheden (RUG) Werkgedeelte: De studentleerkracht gaat een leer‐ werktraject aan voor vier jaar. Een belangrijk deel van zijn opleiding vindt plaats op de opleidingsschool (stageschool). De student voert hier praktijkopdrachten uit die de school opdraagt en praktijkopdrachten die de PABO opdraagt. Hierbij wordt uitgegaan van de competenties van de student . De ontwikkelpunten worden in een POP ondergebracht. Uiteindelijk ontstaat een portfolio waarin de totale ontwikkeling van de student zichtbaar wordt. De student leert lesgeven en ontwikkelt diverse vaardigheden, zoals het houden van oudergesprekken (gesprekstechnieken) en het verrichten van wetenschappelijk verantwoorde onderzoeken. Curriculum De projectleider zorgt met de betrokken partners ervoor dat er een studeerbaar programma komt voor de studenten (ontwikkeling curriculum voor een vierjarige studie). Het curriculum zal zijn samengesteld uit een onderdelen die worden verzorgd door de PABO Emmen, de RUG en de basisscholen (stage en (onderzoeks)opdrachten). Coaching Op de opleidingschool wordt de studentleerkracht indirect begeleid door een coach en direct door een mentor. Eens per acht weken vindt er een gesprek plaats tussen coach en student om de ontwikkeling in beeld te brengen en voor reflectie te zorgen. De coach geeft ook stageopdrachten 2
De formele beoordeling vindt plaats door docenten van Stenden hogeschool
9
aan de student in de lijn van de praktijkopdrachten van de PABO en afgestemd op de vragen uit de basisschool en/of het bestuur. Zowel de coach als de mentor hebben voor hun taak een opleiding gevolgd (zie Actieplan, Bijlage 4). Beoordeling De student kan per schooljaar 60 studiepunten halen. Stenden hogeschool is verantwoordelijk voor de beoordeling van de student. Voor de stage komt de uiteindelijke beoordeling van de studieloopbaanbegeleider (SLB, Stenden hogeschool). De coach (basisschool) is mede bepalend voor de beoordeling van de student . Per periode (10 weken) wordt de stage beoordeeld aan de hand van de doelstellingen en competenties van de stageperiode (portfolio). Aan het eind van het tweede semester vindt een assessment plaats. De beoordeling voor het theorie gedeelte vindt plaats door de PABO. Per periode wordt een thema afgesloten volgens de toetsnormen van de PABO. Zittende leraren Ook voor de huidige leraren basisonderwijs vindt een kwaliteitsimpuls plaats. Zij worden uitgenodigd voor de jaarlijkse conferenties en participeren in de jaarlijkse studiedag, waar de praktijkkennis verspreid en besproken wordt. Daarnaast worden zij uitgenodigd om (onderzoeks)vragen te formuleren die de basis kunnen vormen voor (onderzoeks)opdrachten aan de studenten (zie hierboven). Ook bij de zittende leraren wordt gestreefd naar excellente onderzoekende leraren. Bij hen wordt dan ook in het najaar van 2012 geïnventariseerd in hoeverre zij interesse hebben voor onderdelen van de nieuwe opleiding. Indien zij interesse hebben wordt nagegaan in hoeverre Stenden hogeschool hierop kan inspelen met een nascholingstraject. Hiermee wordt de duurzaamheid van de projectresultaten bevorderd. Communicatie Communicatie is bij dit project van wezenlijk belang. De spil in deze communicatie vormen de projectleider en de opleidingscoördinator. Zij communiceren met de volgende geledingen: ‐ Stuurgroep ‐ Projectgroep ‐ Monitorgroep ‐ Opleidingsschool (coaches) Formele communicatie vindt plaats via de lijnen van het organogram. De projectleider en de opleidingscoördinator dragen ook zorg voor de disseminatie van de opgebouwde praktijkkennis en de opgebouwde ervaringen binnen dit project onder andere door middel van de conferenties en studiedagen. Ook de hierboven beschreven website vormt een belangrijk instrument voor deze disseminatie. Werving en selectie In oktober van elk jaar wordt begonnen met de werving van studenten. Dit gebeurt op de volgende wijze: ‐ kennismaken van OLC met de betreffende VWO scholen, waarbij informatie
10
‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐ ‐
wordt verstrekt van het project verzorgen van voorlichting op die scholen aan leerlingen vwo 5 en 6 verzorgen van specifieke voorlichting bij potentiële kandidaten verzamelen van de inschrijvingen houden van een intakegesprek met potentiële kandidaten toepassen van de selectie, rekening houdend met de opname capaciteit afhandelen van niet geselecteerde studenten geven van richtlijnen t.a.v. inschrijving en plaatsing op stagescholen aanbieden van het contract
oktober november december januari februari maart maart april juni
Middelen Voor de extra kosten uit het projectplan is een begroting opgesteld (zie bijlage 5). Voor de reguliere kosten dragen Stenden hogeschool en de besturen zorg. De subsidie wordt aangevraagd voor activiteiten (zie Actieplan, bijlage 4) in de periode juli 2010 tot en met december 2012. De kosten die na deze periode worden gemaakt komen ten laste van Stenden hogeschool (eventuele andere PABO’s) en de betrokken besturen. Toekomst en borging van het project: In het schooljaar 2011‐2012 wordt het project verder opgeschaald met als doel om er een provinciebreed project van te maken. Werving van VWO leerlingen en eventueel top Havisten kan dan plaatsvinden in de gehele provincie. Er wordt uitgegaan van plaatsing tussen de 20 en 30 studenten op jaarbasis. De PABO’s van Emmen, Meppel en Assen (allen ondergebracht in Stenden hogeschool) kunnen dan participeren in het project (vanaf schooljaar 2011‐2012). In het derde projectjaar vindt verdere opschaling plaats naar de andere noordelijke provincies (zie hierboven). Evaluatie en bijstelling: Het projectplan wordt in het eerste jaar tussentijds en aan het eind van het jaar geëvalueerd en waar nodig bijgesteld. Daarna vindt een jaarlijkse evaluatie plaats. De evaluatie vindt plaats op alle niveaus. In deze evaluaties worden de projectresultaten vastgelegd. De evaluatieverslagen worden onder de deelnemers aan het project verspreid en gepubliceerd op de website. NB: Voor dit project is een eenmalige bijdrage verstrekt van 20.000 euro door de provincie Drenthe. Deze bijdrage is bestemd voor de aanloopkosten van dit project (ontwikkelen projectplan, e.d.) die buiten de subsidiabele kosten van de ‘Stimuleringsregeling Krachtig meesterschap’ vallen. Dit bedrag is vanzelfsprekend bij lange na niet toereikend om het project uit te voeren zoals omschreven in het activiteitenplan. De toekenning van subsidie van de ‘Stimuleringsregeling Krachtig meesterschap’ stelt ons in staat om het project volwaardig uit te voeren, de doelstellingen te halen, het project te implementeren en te borgen voor de toekomst van het onderwijs in Drenthe en randgemeenten en op termijn ook daarbuiten.
11
12
Afkortingen: PC OPO IPB VWO SLK PABO RUG PR VO POP ISM SLB
Projectcoördinator Openbaar primair onderwijs Integraal personeelsbeleidsplan Voorbereidend wetenschappelijk onderwijs Student leerkracht Pedagogische academie basisonderwijs Rijksuniversiteit Groningen Public relations Voortgezet onderwijs Persoonlijk ontwikkelingsplan Instituut service management, Stenden hogeschool Studieloopbaanbegeleider
13