Projecten Harmonisatie kinderopvang, peuterspeelzaalwerk en VVE in Arnhem
Annelies Cozijnsen September 2010 Rapport 09-0928 l ACO-av
Inhoud
Voorwoord
.........................................................................................................................1
Terugkijken en algemene conclusies ............................................................................................3 Inleiding
.........................................................................................................................5
A.
‘Zien en gezien worden’ .........................................................................................................7
B.
‘Samen in beweging’ ...........................................................................................................13
C.
‘Van achterstand naar voorsprong; 1+1=3’ .........................................................................17
Resultaten van de projecten .......................................................................................................23
Bijlagen 1. 2. 3.
Kijkwijzer .......................................................................................................................29 Stimuleringsplan ..................................................................................................................37 Vervolg project Samen Bewegen Schuytgraaf ....................................................................43
Voorwoord
Samenwerking en harmonisatie van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk staan volop in de belangstelling. De rijksoverheid stimuleert deze ontwikkeling met een subsidieregeling. In Arnhem hebben Rijnstad, Stichting Peuterspeelzalen Arnhem en Kinderopvang SKAR het initiatief genomen om te onderzoeken hoe zij het VVE aanbod kunnen versterken en hun krachten kunnen bundelen. In wisselende combinaties hebben zij een drietal projecten uitgevoerd. Stichting PAS is in de gemeente onder meer verantwoordelijk voor de vormgeving en coördinatie van het lokale VVE-beleid. Vanuit deze verantwoordelijkheid heeft PAS een projectcoördinator aangezocht die proces en resultaten van deze projecten met elkaar verbindt. Zij is werkzaam bij Spectrum, Centrum Maatschappelijke Ontwikkeling te Velp. Dit rapport is haar eindrapportage. De inzet van de betrokken peuterspeelzaalleidsters, pedagogisch medewerkers en managers was van essentieel belang. Zonder de wil zich te verdiepen in een andere cultuur en werkwijze en daarvan te leren was de uitvoering niet mogelijk geweest. Sommige doelstellingen zijn niet behaald, veel echter wel. We willen de ervaringen niet verloren laten gaan en gebruiken voor verdere ontwikkelingen in de toekomst. Als we het kind echt centraal stellen is er veel mogelijk!
Annette Mullink, VVE coördinator stichting PAS Annelies Cozijnsen, projectleider harmonisatie Arnhem
Spectrum, CMO Gelderland
|
Projecten Harmonisatie Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Arnhem
1
2
Projecten Harmonisatie Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Arnhem |
Spectrum, CMO Gelderland
Terugkijken en algemene conclusies
Terugkijkend kunnen we constateren dat de projecten hebben bijgedragen aan een intensievere samenwerking tussen de partners, op alle niveaus. Op een aantal onderdelen is een kwaliteitsverbetering gerealiseerd. Er was voorafgaand aan de uitvoering of als start van de projecten geen tijd ingeruimd om na te denken hoe een ontwikkelingsgerichte voorschoolse voorziening er uit zou moeten zien als er nog niets zou bestaan. Zo blijken de resultaten niet bijzonder innovatief. Bestaande structuren waren en bleven het uitgangspunt. In alle samenwerkingsvormen is uitgegaan van vaste groepen en was de dagindeling van de peuterspeelzaal leidend. Achteraf bezien was meer onderzoek naar voorwaarden voor een succesvol ontwikkelingsgericht arrangement op zijn plaats geweest. Hoe belangrijk zijn vaste groepen voor een kind? Of gaat het vooral om een herkenbare structuur? Welke mogelijkheden zijn er? De doelstellingen van de projecten waren zeer ambitieus om in dit tijdsbestek te kunnen realiseren. Echte cultuurverandering en innovatie vraagt meer tijd en aandacht. Er moet veel energie worden gestoken in teamvorming en het overbruggen van cultuurverschillen. Om uitvoering te geven aan de gezamenlijk ontwikkelde visie op het jonge kind in Arnhem zullen op directieniveau in de organisaties de voorwaarden geschapen moeten worden. Kiezen voor harmonisatie is kiezen voor een andere structuur, financiering en werkwijze.
Spectrum, CMO Gelderland
|
Projecten Harmonisatie Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Arnhem
3
4
Projecten Harmonisatie Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Arnhem |
Spectrum, CMO Gelderland
Inleiding
Er is een toename te zien van samenwerking/samengaan van peuterspeelzaalorganisaties en kinderopvangvoorzieningen. De tradities en achtergronden van beide werksoorten verschillen evenals de wijze van financiering. Kinderopvang is bedoeld voor kinderen van werkende ouders, die een tegemoetkoming in de kosten krijgen via de belastingdienst. Bij de peuterspeelzaal is dat niet van toepassing. Landelijk is er een terugloop in het bezoek van de peuterspeelzaal, in Arnhem is dat tot nu toe beperkt gebleven. In deze gemeente hebben de welzijnsorganisatie Rijnstad, de Stichting Peuterspeelzalen Arnhem (SPA), Kinderopvang SKAR en Stichting PAS hun krachten gebundeld. Zij willen het aanbod van de voorschoolse voorzieningen en VVE versterken en daar waar mogelijk harmoniseren. Er zijn drie projecten gestart met (gedeeltelijke) financiering vanuit de subsidieregeling kinderopvang van het Ministerie van OCW. Deze subsidieregeling heeft als doel innovatieve projecten te subsidiëren die bijdragen aan toegankelijke en verantwoorde kinderopvang. Een deel ervan is bedoeld als stimulering van samenwerking tussen kinderopvangcentra en peuterspeelzalen. De achterliggende gedachte is dat de beide werksoorten naar elkaar toe (moeten) groeien, de subsidie faciliteert daarin. Stichting PAS ziet in deze projecten een mogelijkheid om de kwaliteit en bereik van VVE te versterken. Stichting PAS heeft een projectcoördinator aangezocht om de uitvoering van de pilots te ondersteunen en verbinding te leggen tussen de processen en de resultaten. Kansen en belemmeringen in regelgeving en het samenwerkingsproces zijn daarbij de belangrijkste elementen. De opbrengsten voor ouders, kinderen, instellingen en gemeente moeten in kaart zijn gebracht. Het doel is om de ervaringen in te zetten voor verbreding van de werkwijze naar andere locaties. De projecten versterken zo het realiseren van VVE doelstellingen. Innovatie Ten tijde van het aanvraagtijdvak voor de subsidie werd nog gesproken van volledige harmonisatie van kinderopvang en peuterspeelzaalwerk. Vanuit dat oogpunt zijn de projecten opgezet. Het accent in de uitvoering is gelegd op de inhoudelijke samenwerking. Inmiddels is de wet OKE in werking getreden die slechts in beperkte mate harmonisatie regelt. Eenduidige wet- en regelgeving, maar vooral een gelijke financiering is niet gerealiseerd.
Projecten In Arnhem gaat het om de volgende projecten: A. Zien en gezien worden’ in Het Broek. In brede school ‘De Symfonie’ zijn een peuterspeelzaal van Rijnstad en een kinderdagverblijf van SKAR gevestigd. Het aandachtspunt in dit project is ‘taal en zorg’. B. ‘Samen in beweging’ in Schuytgraaf. SKAR en SPA zijn beide partners in brede school ‘De Salamander’. Het accent in dit project ligt op ‘speelse bewegingsactiviteiten’.
Spectrum, CMO Gelderland
|
Projecten Harmonisatie Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Arnhem
5
C. ‘Van achterstand naar voorsprong; 1 + 1 = 3’ in Malburgen. De peuterspeelzaal van SPA en het kinderdagverblijf van SKAR zijn gehuisvest in het ‘Sociaal Huis’ en liggen direct naast elkaar. Dit project richt zich voornamelijk op ‘taal’. Op alle locaties wordt gewerkt met het VVE programma Kaleidoscoop. Werkwijze Voor elk project is een projectplan opgesteld waarin doelstelling en activiteiten zijn uitgewerkt. De uitvoering was in handen van een aantal medewerkers op de locaties. Verderop in het verslag staat dit nader uitgewerkt. Een overkoepelende beleidsgroep legde verbindingen tussen de projecten en wisselde ideeën en ervaringen uit. Een belangrijk doel was het verbreden van opgedane ervaringen, het vertalen van resultaten naar beleid. Gedurende het project is daarover afgestemd met de stuurgroep bestaande uit directieleden en incidenteel met de gemeente. Elk project is begeleid door de betrokken managers en Spectrum. Gesprekspunten waren onder andere: • het verloop van het samenwerkingsproces; • knelpunten en gevonden oplossingen; • successen in het vormgeven van de samenwerking; • overbrugging van cultuurverschillen; • opbrengsten voor ouders, kinderen, gemeente en medewerkers; • aanbevelingen voor de verbreding van harmonisatie en VVE-inzet. In dit verslag geven we per project de activiteiten en de bevindingen weer.
6
Projecten Harmonisatie Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Arnhem |
Spectrum, CMO Gelderland
A. ‘Zien en gezien worden’ Het Broek is één van de Arnhemse ‘Vogelaarwijken’. Er wonen veel mensen met een zekere mate van achterstand. De inkomens zijn laag, er is veel werkloosheid, het opleidingsniveau is laag en er is taalachterstand. De tijden waarop taallessen aan ouders worden aangeboden sluiten niet aan op de tijden of plaatsingsmogelijkheden van het kinderdagverblijf en de peuterspeelzaal. In de wijk is een brede school ‘De Symfonie’ die twee kerndoelen nastreeft: het vergroten van ontwikkelingskansen van kinderen en jongeren en het versterken van de sociale structuur in de wijk. Zorg of hulpverlening zijn belangrijke middelen om de doelen te realiseren. Kinderdagverblijf Kakelbont en de peuterspeelzalen in De Symfonie zijn partners in deze brede school. Zij zien door deze stimuleringssubsidie mogelijkheden om gezamenlijk een grotere bijdrage te leveren aan het bereiken van alle (doelgroep) kinderen, het stimuleren van hun ontwikkeling en het vergroten van de betrokkenheid van hun ouders. Door samen intensief te werven en een gecombineerd samenhangend aanbod verwachten ze meer ouders en kinderen te bereiken en de kwaliteit te verhogen. Dit is vertaald in een zestal doelstellingen. 1. Bereik doelgroep kinderen vergroten. 2. Ouderbetrokkenheid / partnerschap in opvoeding. 3. Verbeteren doorgaande lijn d.m.v. een 3+ groep. 4. Verlengde opvang voor peuterspeelzaalkinderen. 5. Gezamenlijke aanpak realiseren in het omgaan met gedragsproblematiek. 6. Afstemmen van pedagogische aanpak en –klimaat.
Aanpak en resultaten 1. Bereik doelgroepkinderen vergroten Om het bereik van doelgroepkinderen te vergroten is intensief geworven in samenwerking met het consultatiebureau en overige partners in de brede school. Er zijn open dagen georganiseerd en hoewel deze matig zijn bezocht, is de bekendheid met en deelname aan de voorschoolse voorzieningen vergroot. Er is een toename van een groep van acht kinderen gerealiseerd per oktober 2010. 2. Ouderbetrokkenheid/partnerschap in opvoeding De ouders van de peuterspeelzaal en kinderdagverblijf zijn gezamenlijk en intensief betrokken bij de ontwikkeling van hun kind. STAP medewerkers van Rijnstad hebben het ouderprogramma Puk en Ko aangeboden. Dit aanbod is later van start gegaan dan de bedoeling was. De belangstelling was groter dan de uiteindelijke opkomst, mogelijk door het beschikbare tijdstip en locatie. De tijden waren aangepast aan de voorkeur van de ouders. Dit heeft echter nauwelijks invloed gehad op de deelname. Een aandachtspunt is dat niet alle ouders alleen de deur uit mogen. Het is niet onderzocht welke vraag er bij de ouders leeft en welke knelpunten zich voordoen in de beslissing om zich aan te melden. De aanwezige ouders zijn enthousiast over het aanbod. Het contact tussen deze ouders en beroepskrachten is geïntensiveerd en draagt bij aan partnerschap in de opvoeding.
Spectrum, CMO Gelderland
|
Projecten Harmonisatie Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Arnhem
7
3. Verbeteren doorgaande lijn door een 3+ groep. Om de doorgaande lijn tussen voor- en vroegschoolse voorzieningen te bewerkstellingen is het pedagogisch klimaat op elkaar afgestemd. Als middel hiervoor is een 3+ groep opgestart. In deze groep komen zowel kinderen (en twee beroepskrachten) van de peuterspeelzaal als het kinderdagverblijf. Deze groep volgt het ontwikkelingsprogramma ‘Kaleidoscoop’ en het taalprogramma ‘Puk en Ko’ op 4 dagdelen per week. Deze programma’s worden ook op de omliggende basisscholen gebruikt. In praktijk blijkt dat vooral het dagprogramma van de peuterspeelzaal leidend is. Dat geldt overigens voor alle drie projecten; er is uitgegaan van bestaande structuren waardoor geen echte innovatie is gerealiseerd. Op inhoud is de samenwerking goed gelukt. De 3+ groep heeft een intensief programma gevolgd. De peuters vormden echt een groep, dat pleit volgens de betrokkenen voor een vaste samenstelling van een harmonisatiegroep. De publicatie ‘Welkom in de groep’ van Liesbeth Schreuder en Hans Meij noemt verschillende factoren die van invloed zijn op de ontwikkeling van kinderen in groepen. Stabiliteit hangt positief samen met de algemene-, en sociaal-emotionele ontwikkeling, de taalontwikkeling en de kwaliteit van de gehechtheidsrelatie van kinderen. Dit geldt zowel voor de groepsstabiliteit als de leidsterstabiliteit. De personele bezetting en samenwerking liepen na wat haperingen in de opstartfase goed. De PM-er vanuit de kinderopvang was vanaf het begin betrokken, maar niet geschoold in Kaleidoscoop. De beoogde peuterspeelzaalleidster ging met zwangerschapsverlof. Haar vervangster kon de draad snel oppikken. Beide medewerksters vonden het zinvol om ideeën en ervaringen uit te wisselen. Opvallend vonden zij het verschil in dagindeling. Op het Kakelbont komen veel kinderen 5 dagen. Een peuterspeelzaaldagdeel is compacter en de band met de kinderen is anders. Zij hebben intensief overlegd en gaandeweg hun werkwijze op elkaar afgestemd. In dit project deden zich echter een aantal belangrijke knelpunten voor die niet opgelost konden worden: • Er is fysiek afstand tussen het kinderdagverblijf en de peuterspeelzaal. De activiteit werd op de peuterspeelzaal uitgevoerd. Deze constructie hield in dat de kinderopvangkinderen telkens van locatie moesten wisselen en weer moesten 'wennen' bij terugkeer in de groep. • In verband met planning en bezetting op het kinderdagverblijf konden alleen kinderen in aanmerking komen voor de 3+ groep die aan het eind van het traject uitstroomden. Dit was een ongelukkige beperking. • Verbreding naar de beide teams is slechts beperkt op gang gekomen. Ook hieraan was de geïsoleerde ligging van de locatie debet. Maar ook niet alle teamgenoten staan positief tegenover de ontwikkeling van harmonisatiegroepen. De beeldvorming (wederzijds) over beide werksoorten is hardnekkig en deels achterhaald. Een meevaller is het onverwachte ‘bijproduct’: het vergroten van de doorgaande lijn en afstemming over thema’s en werkwijze tussen beide voorschoolse voorzieningen. Dit was geen specifieke doelstelling binnen het project.
8
Projecten Harmonisatie Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Arnhem |
Spectrum, CMO Gelderland
Kiezen voor harmonisatie is kiezen voor een andere structuur en werkwijze. Voor een cultuurverandering is tijd en aandacht nodig. Verbreding naar de teams was voor dit project – met de beperking in tijd en ondersteuning- te ambitieus. 4. Verlengde opvang voor peuterspeelzaalkinderen Er is een aanbod op maat voor peuters die gebruik willen maken van verlengde opvang, een lunch voor de 3+ groep inclusief de zes kinderopvangkinderen. De gezamenlijke lunch is een succes hoewel het aantal peuterspeelzaalkinderen beperkt is gebleven tot twee. Ouders en kinderen zijn tevreden. Het blijkt een goede aanleiding voor opvoedgesprekjes. Kinderen eten in een groep vaak beter dan thuis en leren andere vaardigheden. Zelf een boterham kunnen smeren bijvoorbeeld, was een eye-opener voor zowel ouders als kinderen. Ruimere openingstijden door de lunch had geen betere aansluiting op bijvoorbeeld inburgeringcursussen tot gevolg. Wel vonden ouders het prettig om wat meer ruimte te hebben voor afspraken. Voortzetting van het aanbod (in de toekomst) houdt voor de peuterspeelzaal in dat de tijd tussen de middag niet meer kan worden gebruikt voor voorbereiding en teamvergaderingen zoals dat nu gebeurt. Daartegen bestaat weerstand door de teamleden. 5. Gezamenlijke aanpak realiseren in het omgaan met gedragsproblematiek In deze wijk zijn veel kinderen met gedragsproblemen. Dit blijkt o.a. uit het aantal kinderen dat in Zorgadviesteams (ZAT's) wordt besproken. Gezamenlijke afstemming wordt gerealiseerd door: • systematisch werken met een kindvolgsysteem; • invoeren van kindbesprekingen onder leiding van een deskundige; • systematisch observeren van kinderen door een deskundige en het bespreken van de observatiegegevens met de ouders. Het kindvolgsysteem van de peuterspeelzaal, het ontwikkelingsvolgmodel (OVM), is anders dan dat van de kinderopvang (instrument welbevinden). Er wordt nog ervaring opgedaan en een relatie gelegd met het volgen van de ontwikkeling in het VVE-programma. Er is een gedragswetenschapper ingezet voor observatie van de kinderen en het begeleiden van de medewerkers. Deze samenwerking heeft in de loop van het project een significante groei doorgemaakt en wordt nog doorontwikkeld. Een combinatiegroep of samenwerking tussen beide voorzieningen is niet per se nodig om van de inzet van een gedragswetenschapper te profiteren. De peuterleidster vindt de inzet een toevoeging door de deskundigheid die je in huis haalt en de mogelijkheid om zorg te delen. Als leidster observeer je tijdens het gewone werk, de gedragswetenschapper komt speciaal daarvoor. Voor de PM-er ligt het anders, zij deelt de zorg binnen het team en met de locatiemanager. Binnen SKAR kan een beroep gedaan worden op werkbegeleiders, maar ook hier kan af en toe de inzet van een gedragswetenschapper welkom zijn. Het is nu echter niet gebruikelijk om daar een beroep op te doen. Na de start van de harmonisatie groep is de functie van zorgcoördinator binnen het peuterspeelzaalwerk geïmplementeerd. De zorgcoördinator en de gedragswetenschapper hebben in de projectperiode onderling afspraken gemaakt. De zorgcoördinator heeft kindbesprekingen gehouden op basis van een ingevuld OVM. Als er extra onderzoek en adviezen nodig waren seinde de zorgcoördinator de gedragswetenschapper in. De rol van de zorgcoördinator was op deze speelzaal kleiner dan op andere speelzalen.
Spectrum, CMO Gelderland
|
Projecten Harmonisatie Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Arnhem
9
De kinddossiers zijn geprofessionaliseerd. Binnen het project is een link gelegd met de uitvoering van een stedelijk document: 'alle kinderen zijn welkom' om een en ander in samenhang vorm te geven. 6. Afstemmen van pedagogische aanpak en –klimaat Voor de combinatiegroep is een gezamenlijk werk- en afstemmingsoverleg op uitvoerend niveau ingericht. PM-ers en peuterleidsters zouden worden gefaciliteerd om de werkwijze op elkaar af te stemmen en dit te vertalen in een werkplan. Activiteiten en thema's worden samen voorbereid. In praktijk is dit alleen gerealiseerd voor deze groep. Afstemming over de thema’s is doorgezet naar beide organisaties (locaties in deze buurt). Een verbreding van de werkwijze op de andere onderdelen is beperkt van de grond gekomen. Een zevende doelstelling was het gezamenlijk scholen van beide teams. Deze reguliere scholing wordt stedelijk georganiseerd en bleek in de projectperiode niet te worden aangeboden. Er is geen gerichte scholing ingezet rondom het omgaan met kinderen met ontwikkelings- en gedragsproblematiek. Conclusies De praktische knelpunten belemmeren voortzetting van de groep in deze vorm: een samengestelde groep met kinderen van twee locaties. Dat neemt niet weg dat er op een aantal terreinen ervaringen zijn opgedaan die kansen bieden voor de toekomst. Vanuit dit project worden de volgende aanbevelingen gedaan. Er is uitgegaan van bestaande structuren en werkwijzen waardoor er niet is geëxperimenteerd met werkelijke innovatie. Innovatie, cultuurverandering en teamvorming vraagt meer tijd en aandacht. Aanbevelingen • Zet het lunchaanbod voort. • Maak combinaties van peuterspeelzaal en kinderdagverblijf. Vergelijkbaar met een arrangement waarbij de kinderopvang het aanbod peuterspeelzaalwerk inkoopt en integreert in het aanbod. • Gebruik onderzoeksresultaten over belangrijke voorwaarden bij groepsvorming van jonge kinderen en stem daar de arrangementen op af. • Souplesse met betrekking tot allerlei regels en de interpretatie daarvan, bijvoorbeeld het aantal kinderen dat je in je eentje mag meenemen (speelde hier door de afstand tussen de locaties). Zoek naar praktische oplossingen zoals een goed wandelkoord. • Samenwerken is heel goed mogelijk, liefst ook door het vormen van één team/organisatie. Benut gezamenlijke ruimtes en faciliteiten beter. Bijv. gymzaal voor stimuleren motorische ontwikkeling. • Organiseer structureel uitwisselen van kennis en ervaringen. Ga bij elkaar in de keuken kijken. • Ontwikkel gezamenlijke activiteiten, bijv. peutergym.
10
Projecten Harmonisatie Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Arnhem |
Spectrum, CMO Gelderland
• •
Intensiveer het werken met gezamenlijke thema’s en activiteiten voor Symfonie 1, 2 en 3 en Kakelbont. Het project is niet geëvalueerd met ouders. Op dit moment (najaar 2010) loopt een stedelijk onderzoek naar de inhoud, de effectiviteit en het bereik van de Ouderprogramma´s. Dit moet voorjaar 2011 leiden tot een grotere inhoudelijke afstemming tussen locaties (basisscholen, voorschoolse voorzieningen en Ouderprogramma´s), afspraken over de uitvoering en een groter bereik van ouders.
Spectrum, CMO Gelderland
|
Projecten Harmonisatie Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Arnhem
11
12
Projecten Harmonisatie Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Arnhem |
Spectrum, CMO Gelderland
B. ‘Samen in beweging’ In de nieuwbouwwijk ‘Schuytgraaf’ zijn kinderdagverblijf ‘De Wigwam’ van kinderopvang SKAR en peuterspeelzaal ‘De Schatkist’ van SPA partners in brede school ‘De Salamander’. Zij willen intensiever samenwerken voor de doelgroep 2 – 4 jaar. De eerste stap is het gezamenlijk ontwikkelen van een uitdagende buitenruimte. Uit recent onderzoek en publicaties blijkt dat het erg belangrijk is om kinderen al op jonge leeftijd een gevarieerd bewegingspatroon te laten ontwikkelen om bewegingsarmoede later te voorkomen. Plezier hebben en houden in bewegen staat voorop. De stimuleringssubsidie stelt deze locaties in de gelegenheid om vanuit hun pedagogische visies een gezamenlijke groep te starten waar de nadruk ligt op speelse bewegingsactiviteiten. Om dit te realiseren stellen SKAR en SPA zich het volgende ten doel. 1. Een gecombineerde groep met extra aandacht voor bewegingsactiviteiten. 2. De medewerkers zijn voldoende gekwalificeerd om een gevarieerd bewegingsprogramma aan te bieden. 3. De buitenruimte biedt mogelijkheden voor gevarieerde bewegingsspelletjes. 4. De groepsruimte binnen is zo ingericht dat bewegingsactiviteiten mogelijk zijn. 5. In het kader van het brede schoolconcept wordt op dit thema aansluiting gezocht bij de onderbouw van de basisscholen. 6. Ouders worden in de gelegenheid gesteld om ideeën op te doen voor speelse bewegingactiviteiten voor thuis.
Aanpak en resultaten 1. Een gecombineerde groep met extra aandacht voor bewegingsactiviteiten Er is op 3 dagdelen per week een combinatiegroep gerealiseerd van 14 peuters, in de peuterspeelzaalruimte waarbij structureel speelse bewegingsactiviteiten worden aangeboden. De peuterspeelzaalleidster en PM-er geven samen vorm aan deze groep. Inmiddels zijn bewegingsactiviteiten een vanzelfsprekend onderdeel van het programma, ook in de andere groepen. De activiteiten worden bewust ingezet om een positieve wending te geven aan drukke rommelige situaties in de groep. Ook als dat niet in het programma was opgenomen. De kwaliteit van het aanbod is verbeterd, beide medewerkers zien het als een verrijking van hun mogelijkheden. De ervaring die is opgedaan blijft niet beperkt tot de combigroep, maar wordt ook ingezet voor de 2 - 4 jarigen in de verticale groepen op het kinderdagverblijf. De beoogde verbreding van de werkwijze is daarmee goed op gang gekomen. De kinderen komen graag, hebben plezier in beweging en de ouders zijn enthousiast. 2. De medewerkers zijn voldoende gekwalificeerd om een gevarieerd bewegingsprogramma aan te bieden. De medewerkers van beide teams volgden de scholing ‘Beweegkriebels’ van het NISB. Een deel van de peuterspeelzaalleidsters had al eens een dergelijke training gevolgd, voor hen was de stof gedeeltelijk al bekend. Voor de PM-ers was de stof nieuw en werd goed ontvangen. De bewegingsactiviteiten vormen nu een vanzelfsprekend onderdeel van de werkwijze. Het samen volgen van de scholing heeft de onderlinge samenwerking bevorderd. Dat is waardevol en een Spectrum, CMO Gelderland
|
Projecten Harmonisatie Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Arnhem
13
aanleiding om in de toekomst vaker gezamenlijke scholing aan te bieden. Een vervolg zou het gezamenlijk ontwikkelen van pedagogisch beleid kunnen zijn. 3 en 4. De buitenruimte en de groepsruimte binnen bieden mogelijkheden voor gevarieerde bewegingsspelletjes. Er zat een lange periode tussen aanvraag en uitvoering van het project. De projectlocatie maakt deel uit van een nieuwbouw brede school. Er is een gezamenlijke buitenruimte gerealiseerd, maar niet alleen ingericht op bewegingsactiviteiten. Men moest zich deels voegen naar de wensen van alle gebruikers. Er zijn wel gerichte materialen ter beschikking gesteld aan deze groep. Een knelpunt is de beperkingen door economische drijfveren en regelgeving. Het gaat dan om bijvoorbeeld de bepalingen over stamgroepen, de mogelijkheid om eigen beleid te voeren ten aanzien van nieuwe- of anders vormgegeven peuterspeelzaalgroepen en interne afspraken binnen de brede school. De medewerkers zouden het liefst spontaan gebruik willen maken van ruimtes zoals de gymzaal. En ook kunnen experimenteren met andere tijden. Dat zou eveneens meer recht doen aan innovatieve doelstellingen. 5. In het kader van het brede schoolconcept wordt op dit thema aansluiting gezocht bij de onderbouw van de basisscholen. De leiding van de combinatiegroep draagt de meerwaarde van deze groep uit naar de basisscholen. Het management verwoordt de intenties in de reguliere overlegmomenten met de participanten van de brede school. Maar van echte aansluiting is nog geen sprake. Het is in gang gezet en veelbelovend, maar heeft meer tijd nodig. Het is de bedoeling over te gaan naar een 'warme overdracht' naar de basisschool en de contacten te intensiveren. 6. Ouders worden in de gelegenheid gesteld om ideeën op te doen voor speelse bewegingactiviteiten voor thuis. De peuterspeelzaalleidster en PM-er hebben een avond georganiseerd voor ouders. De bijeenkomst is matig bezocht, maar de aanwezige ouders waren enthousiast. In de loop van het project is het dagschema van deze groep aangepast waardoor de medewerkers meer contact kregen met de betreffende ouders. De kinderen vertellen thuis over de activiteiten, dit is voor ouders aanleiding om gericht te informeren. Ook de gemaakte foto's maken gesprekken los. Binnenkort worden in een digitale fotolijst dagelijks foto's van de activiteiten getoond.
Conclusies Ook in dit project is er op de inhoud een goede samenwerking ontstaan. De medewerkers zagen de overeenkomsten in beide werksoorten en hebben ideeën opgedaan uit de verschillen. Zij waren een goede ‘match’ en stonden vanaf het begin open voor het project. De samenwerking heeft geleid tot meer wisselwerking tussen kinderopvang en peuterspeelzaal. Er zijn meer contacten, betere communicatie en dat biedt ruimte voor nieuwe ideeën. De kinderen die extra aandacht konden gebruiken kwamen goed in beeld. Voor de peuterleidster was het prettig om een professionele collega naast zich te hebben en zo te kunnen reflecteren. In de kinderopvang is dat door de dubbele bezetting al het geval. De leidsters hebben een aantal praktische knelpunten creatief opgelost. Het gaat bijvoorbeeld om de tijden van fruit eten, dagindeling en jaarfeesten. 14
Projecten Harmonisatie Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Arnhem |
Spectrum, CMO Gelderland
Aanvankelijk zijn eigen werkroosters aangehouden. De PM-er begon ’s ochtends in de eigen groep en kwam later met een aantal kinderen naar de peuterspeelzaal en ging aan het eind van de (peuterspeelzaal)ochtend weer terug. Er was geen moment voor afstemming en even napraten. Dat beviel niet goed en gaf een ‘op bezoek gevoel’. Na verloop van tijd is er voor gekozen om haar vroege dienst te laten starten op de peuterspeelzaal. De kinderopvangkinderen die er al vroeg zijn gaan dan gelijk mee of worden daar door hun ouders gebracht. Ouders voelden zich daardoor ook meer betrokken en het ‘op bezoek gevoel’ nam af. In de loop van het project is er ruimte ingeruimd voor structureel werkoverleg dat een positieve invloed heeft gehad op het ontwikkelen van een gezamenlijke werkwijze. Er was geen budget voor materialen voor deze combigroep. Dat is in de projectperiode ad hoc opgelost, maar houdt op de langere termijn geen stand. Op het kinderdagverblijf was geen vervanging voor de momenten dat zij weg was. Er ging een aantal kinderen mee, maar voor de achterblijvers kreeg het project een bijsmaak van ‘er alleen voor te staan’. Vooral in het begin van het project deden zich roosterproblemen voor. Een eye-opener is dat het lijkt alsof deze problemen worden veroorzaakt door de organisatie van kinderopvang. Maar in feite komen ze voort uit de werkwijze waarbij de peuterspeelzaaltijden leidend zijn. Deze constatering is een belangrijk projectresultaat voor de ontwikkeling van toekomstige of innovatieve producten.
Aanbevelingen •
• • • • • • • • •
Inhoudelijke samenwerking en gezamenlijke scholing is een goede manier om elkaar te leren kennen en beelden die er over en weer zijn te toetsen aan de werkelijkheid. Kennen en gekend worden doet veel goed. Houd voor ogen dat je samen een meerwaarde voor kinderen van beide groepen wilt realiseren. Kijk bij het ontwikkelen van nieuw aanbod of een nieuw product naar de werkwijze en organisatie waar het product om vraagt en ga niet uit van de bestaande structuur. Stel het realiseren van een integrale basisvoorziening ten doel. Bundel de financieringsstromen. Zoek mogelijkheden om bureaucratie en regelgeving niet de overhand te laten nemen. Blijf ook vooral gezond verstand gebruiken. Laat innovatieve projecten uitvoeren door personen die dat graag willen. Zorg zonodig voor vervanging. Geef ruimte om te pionieren en af te wijken van alle gangbare paden. Zorg voor een budget, zowel in tijd voor overleg als geld voor materialen. Heb aandacht voor de verschillen in beleid en dagelijkse uitvoering. De creativiteit en souplesse bij het vinden van oplossingen is nu (te) persoonsgebonden. Maak gebruik van innovatieve projecten of andere samenwerkingsinitiatieven als personeelsinstrument. Het is een gelegenheid voor taakverbreding of verdieping en uitwisselen van expertise.
Spectrum, CMO Gelderland
|
Projecten Harmonisatie Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Arnhem
15
16
Projecten Harmonisatie Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Arnhem |
Spectrum, CMO Gelderland
C. ‘Van achterstand naar voorsprong; 1 + 1 = 3’ Immerloo is een deel van de wijk Malburgen in Arnhem. Malburgen is in 2007 door minister Vogelaar aangemerkt als ‘krachtwijk’, een wijk die voor verbetering in aanmerking komt. Het percentage allochtonen in Immerloo ligt met ruim 55% beduidend hoger dan in andere delen van de wijk. Deze groep bestaat voornamelijk uit Turkse en Marokkaanse bewoners. Het besteedbaar inkomen is lager dan gemiddeld in Arnhem en er is een beduidend hogere werkloosheid. Bij de wijkvernieuwing in Arnhem is weinig aandacht voor Immerloo. Er is een hoge mate van georganiseerde bewonersbetrokkenheid. Er is een wijkcentrum, twee scholen, een sportzaal en peuterspeelzaal ‘Het Speelrijk’ (SPA) en een kinderdagverblijf met bso, ‘Mirakel’ (Kinderopvang SKAR). De kinderopvang en peuterspeelzaal zijn gehuisvest in een ‘sociaal huis’, een gebouw waarin bewoners beschikking hebben over ruimtes om activiteiten te organiseren. 65% van de peuters bezoekt een psz of kdv. Een VVE doelstelling is om dit te verhogen naar 70%. De wet OKE (ingevoerd per 1-8-2010) verplicht gemeenten tot een aanbod voor 100% van de doelgroep. SPA en SKAR constateren de volgende problematiek. Veel kinderen hebben een vorm van achterstand vooral in de taalontwikkeling. Bij plaatsing spreken de meeste kinderen nog geen Nederlands. Bij plaatsing op de peuterspeelzaal moet in relatief korte tijd de achterstand worden ingehaald. Kinderen starten dan met een achterstand op de basisschool. De activiteiten die deze achterstand tegengaan, zoals Puk en Ko thuis en de voorschoolgroep zijn gekoppeld aan de peuterspeelzaal en worden niet uitgevoerd op het kinderdagverblijf. Beide voorzieningen werken wel met het ontwikkelingsprogramma Kaleidoscoop. Puk en Ko is als aanvullend taalprogramma ingezet. Bij een aantal ouders is sprake van onzekerheid met betrekking tot opvoedingsvraagstukken, het lukt niet iedereen om hun kinderen voldoende basis mee te geven. De openingstijden van de peuterspeelzaal sluiten niet aan bij de wensen van ouders, bijvoorbeeld als zij een inburgering- of taalcursus willen volgen. Zij kunnen dan ofwel niet deelnemen of zij laten hun kinderen opvangen in hun directe omgeving. Maar juist deze kinderen profiteren van een aanvullende educatie die bijdraagt aan schoolgewenning. Er is onvoldoende afstemming en invulling van de doorgaande lijn. Deze kan versterkt worden door een betere samenwerking tussen kinderdagverblijf, peuterspeelzaal, voorschoolgroep en de groepen 1 en 2 van de basisschool. Kinderopvang en peuterspeelzaal delen een gebouw, bedienen dezelfde doelgroep, maar werken nauwelijks samen. Er zijn globaal twee tradities in denken over opvang en educatie van jonge kinderen, namelijk de sociaal pedagogische (kinderopvang) en de onderwijsvoorbereidende (peuterspeelzaal) traditie (Onderwijsraad, ‘een rijk programma voor ieder kind’ juli 2008). SKAR en SPA willen van beide tradities de waardevolle elementen benutten. Medewerkers kunnen van elkaar leren en elkaar versterken.
Spectrum, CMO Gelderland
|
Projecten Harmonisatie Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Arnhem
17
Bovenstaande overwegingen leidden tot de volgende projectdoelstellingen: 1. Kinderopvang en peuterspeelzaal bieden samen een uitdagend en stimulerend aanbod voor peuters. Er is extra aandacht voor het inlopen van de (taal)achterstand voor de start op de basisschool. 2. Een aanbod opvoedingsondersteuning voor ouders om zich competent te voelen en te zijn in opvoeden. 3. De peuterspeelzaal breidt, in samenwerking met de kinderopvang, de opvangtijden uit. Zo worden ouders in de gelegenheid gesteld om een inburgeringtraject of scholing te volgen. 4. De doorgaande lijn verbetert door inhoudelijke afstemming tussen peuterspeelzaal, kinderopvang en voorschool. De samenwerking met de twee basisscholen wordt verdiept. 5. Het verbinden van tradities van kinderopvang en peuterspeelzaal om beide functies te versterken, aan te vullen en van elkaar te leren.
Aanpak en resultaten In dit project viel op dat in beide teams behoefte bestond om betrokken te worden en mee te kunnen denken. Ook als er geen directe betrokkenheid bij de uitvoering was. Een aantal thema’s is in kleine werkgroepen uitgewerkt, maar er zijn ook bijeenkomsten geweest met de teams gezamenlijk. 1. Kinderopvang en peuterspeelzaal bieden samen een uitdagend en stimulerend aanbod voor peuters Er is extra aandacht voor het inlopen van de (taal)achterstand voor de start van de basisschool. Dit onderdeel is uitgewerkt in een samengestelde 3+ groep: Peuters van de peuterspeelzaal en het kinderdagverblijf volgen een gezamenlijk taalprogramma van vier dagdelen per week. De samengestelde groep heeft op een goede manier vorm gekregen. Aan de kinderen is systematisch een aantal woorden aangeboden. De teams hebben samen en met gewenst effect, de training ‘met woorden in de weer’ gevolgd. Voor elk kind is een handelingsplan, of eigenlijk stimuleringsplan, gemaakt waarbij de ontwikkeling werd gevolgd. De PM-ers en peuterleidsters hebben samen met Marant een format ontwikkeld (zie bijlage). Ze zoeken nog naar een manier om het (blijvende) effect te meten. Handelings- of stimuleringsplan Bij de evaluatie bleek dat het stimuleringsplan in de toekomst aangepast moet worden. Het is een goede basis, maar is wat te uitgebreid. Een schematisch overzicht op 1 A4 is overzichtelijker. Het totale plan is dan te gebruiken als toelichting of achtergrondinformatie. Het plan wordt elke drie weken bijgesteld. In praktijk blijkt het beter om bij te stellen op een moment dat je dat nodig vindt. De drie weken termijn zou dan als een controlemoment kunnen dienen. Tijdens het project waren de stimuleringsplannen (bijlage 2) gebonden aan de betrokken medewerkers. Om te verbreden willen en moeten collega’s worden betrokken. Het resultaat van de werkwijze is dat de betrokken leidsters het werken met een plan effectief vinden. Vooral omdat het kinderen heel goed volgt. Het maakt bewuster en alerter.
18
Projecten Harmonisatie Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Arnhem |
Spectrum, CMO Gelderland
Roostertechnisch bleek het niet mogelijk om alle vier de dagdelen te realiseren in de ochtend. Het middagdagdeel bleek moeizaam, op de één of andere manier werkt dat niet goed. Inmiddels is de groep verhuisd naar een nieuwe locatie en kunnen alsnog de vier dagdelen op ochtenden worden aangeboden. In het begin van de projectperiode werd voor deze groep de peuterspeelzaal gebruikt. De peuterspeelzaal hoefde weinig aan te passen in het dagritme. Dat betekende dat de kinderopvang zich wat meer 'op bezoek' voelde. Tijdens de projectperiode werd een VVE-inspectie uitgevoerd. De resultaten daarvan waren zeer positief wat een stimulerend effect had op de medewerkers. De samenwerking tussen beide werksoorten is gaandeweg steeds verbeterd en verbreed naar de teams door gezamenlijke bijeenkomsten, deskundigheidsbevordering en werkgroepen. Dit was beter dan verwacht. ‘Kennen en gekend worden’ speelt een belangrijke rol. Het contact verloopt gemakkelijker. Bij de evaluatie werd geconstateerd dat nu in praktijk voornamelijk is aangesloten bij het dagprogramma van de peuterspeelzaal en de gewoonte om met vaste groepen te werken. Zoals ook in de andere projecten naar voren kwam is er voor echte innovatie een andere start nodig. Het heeft de voorkeur om vooraf vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid beide dagprogramma's tegen het licht te houden en vanuit de visie op het gewenste aanbod een gezamenlijk dagritme te ontwerpen. Dat zou overigens kunnen inhouden dat ervoor gekozen wordt om aan te sluiten bij een bestaand programma, maar dan is het een bewuste keuze. En of het dan een bestaande of nieuwe locatie is zou dan eigenlijk geen rol meer moeten spelen. 2. Een aanbod opvoedingsondersteuning voor ouders om zich competent te voelen en te zijn in opvoeden. Het ouderprogramma Puk en Ko thuis voorziet er onder meer in dat ouders/verzorgers twee keer per week in een bijeenkomst van een uur uitleg over taalactiviteiten volgen. Daarnaast is er ruimte voor algemene opvoedingsvragen. Het programma wordt uitgevoerd door een externe organisatie. Het projectonderdeel is minder goed uit de verf gekomen dan beoogd. Er is geprobeerd aan te sluiten bij een bestaande Puk en Ko thuis groep. Dit kwam niet goed van de grond. Later bleken er bij de betrokken organisaties verschillende strategische belangen een rol te spelen. Later zijn er op locatie door de medewerkers zelf met succes koffieochtenden en een ouderavond georganiseerd over de bedoelde thema's en ouderbladen. De ouders zijn individueel mondeling benaderd. Na de zomer start een gezamenlijke groep voor alle voorzieningen, op de projectlocatie. Dat is een direct resultaat van deze pilot en is bedoeld om zo meer van de betrokken ouders te bereiken. 3. De peuterspeelzaal breidt, in samenwerking met de kinderopvang de opvangtijden uit om zo ouders in de gelegenheid te stellen een inburgeringtraject of scholing te volgen. De samengestelde groep heeft telkens na afloop van het programma gezamenlijk geluncht (is voor de psz niet gebruikelijk). Aanvankelijk waren er knelpunten van praktische aard, die in de loop van de tijd zijn opgelost. Aanvankelijk was het vooral druk en droeg het niet bij aan de soepele overgang die Kaleidoscoop voorstaat. Uiteindelijk was het een erg gezellige activiteit en een mooie afsluiting van het dagdeel. Ouders van de peuterspeelzaalkinderen zijn door deze verlengde opvang in de gelegenheid gesteld deel te nemen aan een inburgeringcursus of taalles, maar er is bij hen (nog) geen navraag naar gedaan.
Spectrum, CMO Gelderland
|
Projecten Harmonisatie Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Arnhem
19
Uitbreiding naar vroege opvang of vakantieopvang voor de peuterspeelzaalkinderen is niet gerealiseerd. De PM-ers zouden de samengestelde groep ook in de vakanties graag voortzetten. Bij de peuterspeelzaalleidsters leeft die behoefte minder. Wat meespeelt, is dat binnen het team gehecht wordt aan de werktijden en schoolvakanties. Dat geldt overigens voor veel peuterspeelzaalleidsters. Veranderingen op dit vlak vraagt een behoorlijk omslag in denken en dus aandacht van het management. 4. De doorgaande lijn verbetert door inhoudelijke afstemming tussen peuterspeelzaal, kinderopvang en voorschool. De samenwerking met de twee basisscholen wordt verdiept. De doorgaande lijn van Kaleidoscoop richt zich op actief lerende kinderen, die hun kennis en vaardigheden ontwikkelen in interactie met hun omgeving. Kinderdagverblijf, peuterspeelzaal en voorschool werken met Kaleidoscoop en Puk en Ko. Er is structureel overleg en afstemming geweest over thema’s, werkwijze en overdracht. Het basisonderwijs is beter geïnformeerd. De beoogde resultaten zijn behaald. Voor de kinderopvang betekent het dat zij meer betrokken zijn bij het overleg met de scholen; zij zijn een nieuwe en volwaardige participant. Voor de peuterspeelzaal en andere betrokkenen was dat al het geval. Themakisten Binnen deze doelstelling zijn tien themakisten ontwikkeld. Deze zijn afgestemd op de thema’s van Puk en Ko totaal en passen binnen de methode Kaleidoscoop. De themakisten bieden ondersteuning bij het aanbieden van taal. Het ontwikkelen van taal en denken is een voorwaarde voor het optimaal kunnen profiteren van onderwijs. Het werken met themakisten is een doorlopend proces. ‘Met woorden in de weer’ gaf er een nieuwe impuls aan. De themakisten zijn samengesteld uit uitdagende, levensechte en betekenisvolle materialen. Er is een bezoek gebracht aan Marant om ideeën op te doen. Het bezoek en de ondersteuning heeft minder opgeleverd dan verwacht. De leidsters hadden meer de eigen ideeën vanuit kinderopvang en peuterspeelzaal willen uitvoeren. Zij vonden dat de ideeën van Marant hierin te bepalend waren. De doelstelling: samenstellen van themakisten en het ontwikkelen van een kader voor toekomstige themakisten is behaald. De inzet vanuit de kinderopvang bij dit projectonderdeel verliep erg rommelig, onder andere door een personeelswisseling. De peuterspeelzaalleidster heeft desondanks het initiatief erg goed vast weten te houden en vanuit haar taakopvatting de verantwoordelijkheid genomen. 5.Het verbinden van tradities van kinderopvang en peuterspeelzaal om beide functies te versterken, aan te vullen en van elkaar te leren. Beide organisaties hebben ieder een eigen identiteit en werkwijze. Dit wordt uitgedragen door gedrag, communicatie en symboliek. Om de tradities te verbinden is een Kijkwijzer ontwikkeld (zie bijlage) met als doel kritisch naar elkaar te kijken en van elkaar te leren. Wat, hoe en waarom? Met behulp van de Kijkwijzer is gekeken hoe de communicatie plaatsvindt, wat het gedrag is en waarom dat zo is. Doel is de tradities van beide werksoorten te verbinden. De Kijkwijzer is ontwikkeld en uitgeprobeerd. Met de bevindingen kan de Kijkwijzer nog worden aangepast en verbeterd. Daarbij zal meer gelet worden op de inhoud van het werk ('wat valt je op?', 'hoe doen ze dat?') en meer aandacht voor de overeenkomsten dan de verschillen. Nu bleek dat er in de praktijk vooral de nadruk is gelegd op verschillen. 20
Projecten Harmonisatie Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Arnhem |
Spectrum, CMO Gelderland
De Kijkwijzer kan korter en compacter. Het bleek roostertechtnisch lastig om boventallig bij elkaar mee te werken. De bevindingen en aanleidingen voor gesprek tussen de teams en coaching zijn onvoldoende benut, dat verdient in de toekomst meer aandacht. De Kijkwijzer wordt aangepast en structureel ingepast in de werkwijze. Deze geformaliseerde manier van kijken en kennismaken heeft er overigens wel voor gezorgd dat er een open houding is ontstaan naar elkaar en de samenwerking tussen de beide teams sterk is verbeterd.
Conclusies • •
• • •
Samenwerken in werkgroepen was een succes. Leidt tot meer kennis, waardering en begrip over en weer. Een gezamenlijk programma en afstemming over thema's met de beide teams (dus niet alleen de combinatiegroep) leidt tot een betere samenwerking en versterken van de doorgaande lijn. De VVE inspectie was uitgesproken positief over het niveau van het aanbod. Deze waardering stimuleert enorm. Er is tijd en aandacht nodig van het management om vernieuwing te ondersteunen. Tijdens dit project leverde een impuls direct resultaat op. Zoals ook bij de andere projecten is genoemd, lag de lat voor de doelstellingen, activiteiten en resultaten erg hoog om binnen de projectperiode te kunnen bereiken.
Aanbevelingen In dit project noemen de betrokkenen een aantal punten die in bovenstaande projecten al zijn weergegeven. Aanvullende aanbevelingen en tips: • Het ouderprogramma was intensiever bedoeld dan uitgevoerd. Hieraan lagen praktische knelpunten en tegengestelde (organisatie)belangen aan ten grondslag. Ga daar eerder mee aan de slag. • De Kijkwijzer was mede bedoeld om de tradities van de beide werksoorten te verbinden. Het effect had groter kunnen zijn als er meer ondersteuning en coaching vanuit het management mogelijk was geweest. Een verdiepingsslag zal nog worden gemaakt. • Begin met het ontwikkelen van een gezamenlijk nieuw product, los van bestaande structuren. Het betekent dat de groep nog meer wordt gevoeld als een gezamenlijke verantwoordelijkheid en vermindert het 'op bezoek gevoel' van de kinderopvang. De wens voor een nieuwe of neutrale locatie is dat niet of minder van belang. • De gedeelde locatie vergemakkelijkt de samenwerking. • Gemotiveerde beroepskrachten dragen bij aan het succes en gaan door als het even tegenzit. • De regelgeving in de Wet kinderopvang, zoals stamgroepen en het aantal betrokken volwassenen kan behoorlijk in de weg zitten. Zoek hiervoor een oplossing en/of overleg met de gemeente c.q. HGM over de mogelijkheden, interpretatie van regels en sturing op de inspectie. Niet de regelgeving moet centraal staan, maar het doel ervan: waar profiteert het kind het meest van?
Spectrum, CMO Gelderland
|
Projecten Harmonisatie Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Arnhem
21
22
Projecten Harmonisatie Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Arnhem |
Spectrum, CMO Gelderland
Resultaten van de projecten
Overkoepelend doel van de drie projecten was om de samenwerkingsmogelijkheden van kinderopvang, peuterspeelzaalwerk en VVE te onderzoeken. Met de opgedane ervaringen wordt bekeken op welke manier de opbrengsten kunnen worden verbreed. Parallel aan de projecten is met verschillende partners en op initiatief van de gemeente gewerkt aan een toekomstvisie op het jonge kind. Inhoudelijk is er over deze toekomstvisie geen specifieke afstemming geweest met de projecten. Bij het ontwikkelen van deze visie zijn echter een aantal dezelfde managers en directieleden betrokken. Vanzelfsprekend is over en weer gebruik gemaakt van ideeën en ervaringen. De projecten hebben geen wetenschappelijke doel of resultaatmeting. Dat betekent dat er gesproken wordt in termen van ‘meer’, ‘beter’, ‘minder’ enzovoort zonder cijfermatige onderbouwing.
Opbrengsten voor kinderen Alle projecten streven het vergroten van het bereik en verhogen van de ontwikkelingskansen na. De kinderen die hebben deelgenomen aan deze groepen of activiteiten hebben dat met plezier gedaan. Het was iets extra’s; voor de kinderopvangkinderen een uitstapje, voor peuterspeelzaalkinderen bijvoorbeeld de gezamenlijke lunch. In Malburgen en Het Broek is het taalaanbod geïntensiveerd. Het is bewuster ingezet, kinderen zijn beter gevolgd waardoor het aanbod tussentijds kon worden bijgesteld. In Het Broek is gebruik gemaakt van de inzet van een gedragswetenschapper zodat het zorgaanbod is toegespitst op de individuele behoefte en een kwaliteitsverbetering is gerealiseerd. In Schuytgraaf is beweging een vanzelfsprekend onderdeel van het dagprogramma geworden. Uitgangspunt is dat regelmatig en met plezier in bewegen bijdraagt aan een gezonde ontwikkeling op langere termijn. Voor alle kinderen is er een breder en interessanter aanbod en bestaat de groep meer (zeker voor de kinderopvang) uit leeftijdsgenoten. Gezamenlijk programma en afstemming over thema’s buiten allen deze combinatiegroepen leidt tot betere samenwerking en versterken van de doorgaande lijn. De VVE-inspectie was uitgesproken positief over de kwaliteit van het aanbod. In Het Broek heeft de intensievere werving geleid tot een extra groep, dus een groter bereik.
Opbrengsten voor ouders Of ouders door verlengde opvang meer zijn gaan deelnemen aan inburgeringcursussen of andere activiteiten is niet duidelijk. In Het Broek gaven ouders wel aan dat het prettig was om wat extra ruimte te hebben voor afspraken buiten de deur. Het aanbod voor verlengde opvang is beperkt uit de verf gekomen. Het ging om een lunchaanbod voor peuterspeelzaalkinderen.
Spectrum, CMO Gelderland
|
Projecten Harmonisatie Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Arnhem
23
Opvang buiten de reguliere openingstijden en in vakanties is niet aangeboden. Niet als bewuste keuze, maar het is ondergesneeuwd door andere prioriteiten. Voor de ouders die gebruik maken van kinderopvang speelt dit projectdoel geen rol. Een optie is natuurlijk om het aanbod voor vakantieopvang van SKAR onder de aandacht te brengen van ouders ‘van’ SPA of Rijnstad. Alle projecten hadden een doelstelling en activiteiten om de ouderbetrokkenheid te vergroten en competenties te versterken. Deze activiteiten kenmerkten zich door praktische knelpunten, maar werden ook matig bezocht. Het resultaat is daarom zeer beperkt gebleven, hoewel de ouders die wel bereikt werden enthousiast waren over het aanbod.
Opbrengsten voor de teams en medewerkers De pedagogisch medewerkers merken op dat zij geleerd hebben van het gestructureerd en planmatig werken in de peuterspeelzaal. Ontwikkelingsstimulering maakt ook in de kinderopvang deel uit van het dagprogramma, maar door het compactere dagdeel en groepsgerichte werkwijze van de peuterspeelzaal imponeert dat meer als ontwikkelingsgericht werken. Anderzijds viel op dat er meer wordt vastgehouden aan het programma en minder ruimte is voor improvisatie of inspelen op onverwachte gebeurtenissen of de omstandigheden. De PM-ers zijn gewend om in te spelen op de situatie en gaan bijvoorbeeld een keer extra naar buiten als de groep erg druk is. Ook de rol en de positie van ouders is anders. In de kinderopvang komen kinderen meestal vaker en langer. Ouders hebben (wettelijk) invloed op het pedagogisch beleid. Bij het peuterspeelzaalwerk zijn ouders voornamelijk betrokken bij locatiegebonden activiteiten. Voor peuterspeelzaalleidsters betekende het samenwerken met een collega beroepskracht in een aantal gevallen meer mogelijkheden voor reflectie en afstemming. Het verbreden van activiteiten en bevindingen naar collega’s in het team verliep wisselend. In Het Broek speelde de fysieke afstand tussen locaties een rol, maar ook de belangstelling van teamgenoten was beperkt of het begrip harmonisatie stuitte juist op weerstand. De samenwerking heeft wel inhoudelijke afstemming op thema’s opgeleverd en er zijn ideeën voor een gezamenlijk activiteitenaanbod zoals peutergym. In Schuytgraaf is verbreding gerealiseerd naar de eigen teams. Een volgende stap is de samenwerking met het basisonderwijs en verbinding tussen de teams. In Malburgen leenden de projectonderdelen zich heel goed voor uitwerking in werkgroepen. Deze teams stelden juist prijs op betrokkenheid van iedereen. Naast de werkgroepen zijn er bijeenkomsten georganiseerd waarin de samenwerking centraal stond of in een tussenevaluatie bevindingen werden uitgewisseld en ideeën aangescherpt. Zo leverde het project voor de PM-ers een verdiepingsslag in hun kennis van ontwikkelingsstimulering in de peuterleeftijd op. De samenwerking leidde tot meer kennis, waardering en begrip over en weer. Een aandachtspunt is dat bij de achterblijvende PM-er een gevoel kan ontstaan er alleen voor te staan. De waardering en goede beoordeling bij de VVE-inspectie werkte vanzelfsprekend zeer stimulerend.
24
Projecten Harmonisatie Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Arnhem |
Spectrum, CMO Gelderland
Opbrengsten voor de organisaties De ervaringen in de projecten zijn aanleiding om het productaanbod tegen het licht te houden, waar mogelijk uit te breiden en breder aan te bieden. Een gezamenlijk scholingsaanbod draagt bij aan het ‘kennen en gekend worden’, meer kennis en begrip van elkaars werkwijze en een efficiënte inzet van middelen. Op termijn is uitwisselen van personeel een mogelijkheid. Geformaliseerde samenwerking levert aanmerkelijk meer op dan alleen gezamenlijke huisvesting. Dakdelers worden niet automatisch partners. Er is inhoudelijke uitwisseling en versterking; de betrokken medewerkers voelen een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de doelgroep. De doelgroep is uiteindelijk de reden voor het bestaan van de organisaties. Deze drie projecten liepen parallel aan de visieontwikkeling op het jonge kind op stedelijk niveau. Door het management en directies van de drie betrokken organisaties is telkens verbinding gelegd tussen de projecten en zijn ervaringen uitgewisseld. Door de onderschreven visie en de verbinding is een sfeer ontstaan waarin de noodzaak voor het ontwikkelen van een structurele samenwerking is onderkend en in gang is gezet.
Opbrengsten in producten • • • • •
De Kijkwijzer Format handelings- en stimuleringsplan Themakisten Bewegingsactiviteiten en peutergym Lunchaanbod / verlengde opvang voor peuterspeelzaalkinderen
Belemmeringen In de beschrijvingen en resultaten is naar voren gekomen dat er veel positieve ervaringen zijn, maar dat het niet alleen maar rozengeur en maneschijn is geweest. Zo zijn er een aantal factoren die een negatieve invloed hebben gehad op proces of resultaat. De fysieke afstand tussen de betrokken locaties in Het Broek was zonder meer een faalfactor. Het bleef daarmee teveel een geïsoleerd project van een paar medewerkers. Het ‘slepen’ met kinderen maakt het samenvoegen van deze groepen gekunsteld en niet vanzelfsprekend. Bij het aanbod voor ouders waren teveel factoren die het geheel beïnvloedden. Het gebrek aan beschikbaarheid van een begeleider van ouderprogramma’s, onvoldoende inzet van extra mogelijkheden voor toeleiding (Stap medewerkers o.i.d), ongelukkige tijdstippen en strategische belangen van andere organisaties werkten belemmerend. De regelgeving in de Wet kinderopvang, zoals bepalingen over stamgroepen en het maximaal aantal volwassenen dat een kind op een dag mag treffen, verhindert op een aantal punten de mogelijkheden voor harmonisatie. Hetzelfde geldt voor roostertechnische zaken. Dat laatste heeft er vooral mee te maken dat de combinatiegroepen gestoeld waren op het peuterspeelzaalprogramma en ook gebruik maakten van die ruimte.
Spectrum, CMO Gelderland
|
Projecten Harmonisatie Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Arnhem
25
In zijn algemeenheid kunnen we stellen dat er voor de peuterspeelzalen niet zoveel veranderde. Hun programma en bijbehorende openingstijden was leidend. Het gegeven dat vooraf weinig aandacht is besteed aan gezamenlijke visieontwikkeling bleek eveneens een minpunt. Dat is in dit geval mede veroorzaakt door de korte termijn waarop de projectaanvraag moest worden ingediend. In de loop van de tijd werd duidelijk dat er niet bewust bij is stilgestaan dat ieder een situatie door zijn eigen ‘bril’ bekijkt. Men is er van uitgegaan dat er een gezamenlijk beeld bestond, naar een zelfde doel werd gewerkt. Die beelden - en de rol die het eigen product of werkwijze daarin speelde- zijn echter niet vooraf of bij de start van het project aan elkaar getoetst. Zoals een manager treffend omschreef: “we zagen wel de groene heuvels aan de andere kant van de berg, maar niet allemaal dezelfde koe die daar graast. Volgende keer moeten we niet vergeten onze eigen koe te beschrijven.”
Aanbevelingen Vanuit de projecten zijn er een aantal aanbevelingen. Enkele daarvan zijn dicht bij huis en door de organisaties zelf te beïnvloeden. Andere hebben betrekking op onderwerpen die het stedelijk niveau overstijgen. Omdat deze projecten mede zijn gefinancierd uit een rijksbijdrage waarmee alle ervaringen beschikbaar worden gesteld aan het veld, nemen we ook deze aanbevelingen hierin op. Instellingen • Begin met visieontwikkeling. Vertaal de stedelijke visie naar de lokale praktijk. • Stel het kind écht centraal en pas de randvoorwaarden daarop aan. • Faciliteer geformaliseerde samenwerking en bij elkaar in de keuken kijken. Bied mogelijkheid voor werkgroepen door de organisaties heen. In de projecten is men unaniem van mening dat de inhoudelijke samenwerking resultaat heeft en moet worden voortgezet. • Ontwikkel producten die voor de hele doelgroep beschikbaar zijn. • Maak van gezamenlijke producten zoals een 3+ groep een nieuw product, meer dan een bestaand product met een paar toevoegingen. Bepaal een gezamenlijk doel en visie en ontwerp een programma vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Kijk bij het ontwikkelen van nieuw aanbod of een nieuw product naar de werkwijze en organisatie die daarvoor nodig is en ga niet uit van de bestaande structuur. • Maak eventueel gebruik van een neutrale ruimte. Samen met bovenstaande aanbeveling versterkt het de gelijkwaardigheid van de werksoorten en is er geen ‘op bezoek gevoel’. • Maak gebruik van innovatieve projecten of andere samenwerkingsinitiatieven als personeelsinstrument. Het is een gelegenheid voor taakverbreding of verdieping en uitwisselen van expertise. • Stel een innovatiefonds in voor samenwerking binnen deze drie organisaties.
26
Projecten Harmonisatie Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Arnhem |
Spectrum, CMO Gelderland
Stedelijk • Streef naar clusters van voorzieningen, fysieke nabijheid helpt. • Maak gebruik van de stedelijke mogelijkheden om toeleiding van peuters en de betrokkenheid van hun ouders te vergroten. En van de mogelijkheden voor ondersteuning door zorginstellingen. • Geef ruimte om te pionieren en af te wijken van alle gangbare zaken. Zoek een oplossing voor de beperkingen door regelgeving en/of overleg met de gemeente c.q. HGM over de mogelijkheden. Niet de regelgeving moet centraal staan, maar het doel ervan: waarvan profiteert het kind het meest? • Zoek naar fondsen om de pilotprojecten structureel te maken. • Bundel zoveel mogelijk financieringsstromen rond het jonge kind, in elk geval op stedelijk niveau. • Dring aan op afstemming binnen de beide cao’s. Eén cao voor peuterspeelzaalleidsters en pedagogisch medewerkers.
Spectrum, CMO Gelderland
|
Projecten Harmonisatie Kinderopvang en peuterspeelzaalwerk in Arnhem
27
Kijkwijzer ‘Van achterstand naar Voorsprong’:‘1 + 1 = 3’
28
Bijlage 1
Kijkwijzer: Van achterstand naar voorsprong: ‘1 + 1 = 3’
Kijkwijzer ‘Van achterstand naar Voorsprong’:‘1 + 1 = 3’
29
Kijkwijzer Door het gebruik van de Kijkwijzer krijgen we meer zicht op de manier van werken op de betrokken peuterspeelzaal/kinderdagverblijf/voorschool groep Het gaat om de volgende onderdelen: • • • • •
De leeromgeving Het dagschema Interactie tussen leidster en kinderen en onderling Educatief handelen Ouders
De Kijkwijzer zet alle aandachtspunten op een rij die van belang zijn voor het goed functioneren van een VVE – peuterspeelzaal, - kinderdagverbijf of – Voorschoolgroep.
Met deze ‘Kijkwijzer’ is gekeken door ……………………………………….(naam peuterleidster)
Op ……………………………………….(naam peuterspeelzaal)
……………………………………… (datum)
Kijkwijzer ‘Van achterstand naar Voorsprong’:‘1 + 1 = 3’
30
Leeromgeving
Niet
Soms
Vaak
Het lokaal is ingedeeld in duidelijk afgescheiden hoeken. De hoeken hebben een logische plaats
In iedere hoek is voldoende werkruimte
Het lokaal is veilig en goed onderhouden
Materialen zijn systematisch gerangschikt en zijn duidelijk gelabeld
In elke hoek is genoeg materiaal voorhanden zodat meerdere kinderen gelijktijdig bezig kunnen zijn
Overal in het lokaal zijn ‘echte’ dingen, materiaal dat het gebruik van de zintuigen stimuleert, materiaal om te doen ‘alsof’ en materiaal om twee- of drie dimensionale representaties te maken aanwezig De kinderen kunnen gemakkelijk bij het materiaal
Er zijn materialen waarmee kinderen de grote spieren kunnen oefenen
Er is een verscheidenheid aan materialen die het bewustzijn van de verschillen tussen mensen en hun ervaringen stimuleren
Verschillende materialen ondersteunen de taalontwikkeling, de representatie, het indelen in soort, het indelen in reeksen, aantal ruimte, tijd, beweging, en de sociale en emotionele ontwikkeling
Observaties
Kijkwijzer ‘Van achterstand naar Voorsprong’:‘1 + 1 = 3’
31
Dagschema
Niet
soms
vaak
De leidsters houden een samenhangend dagschema aan In het dagschema is voldoende tijd ingeruimd voor vooruitkijken, speelwerken en terugkijken De leidsters gebruiken verschillende manieren om te plannen gebaseerd op de individuele behoeften van de kinderen en helpen de kinderen om hun plannen uit te voeren De volwassenen gebruiken verschillende manieren om terug te kijken samen met afzonderlijke kinderen of kleine groepjes kinderen Er is een evenwichtige verdeling tussen activiteiten met alle kinderen en activiteiten in kleine groepjes Ook gedurende gestructureerde activiteiten, zoals tijdens het speelleren in de kleine groep of het speelleren in de groet groep worden kinderen in de gelegenheid gesteld om zelf initiatieven te ontplooien en hun ideeën uit te voeren
Observaties
Kijkwijzer ‘Van achterstand naar Voorsprong’:‘1 + 1 = 3’
32
Interactie
Niet
Soms
Vaak
De leidsters gebruiken tijdens hun communicatie met de kinderen de volgende strategieën: zij observeren, stellen vragen, herhalen en breiden uit De leidsters doen actief mee aan het spel van de kinderen De leidsters zorgen ervoor dat er een evenwicht is tussen de tijd dat zijzelf en de tijd dat de kinderen aan het woord zijn De leidsters moedigen de kinderen aan om plezier te beleven aan gesproken en geschreven taal De kinderen worden aangemoedigd om zelf problemen op te lossen en zich onafhankelijk te gedragen De leidsters moedigen de interacties en samenwerking tussen kinderen aan De leidsters trachten binnen redelijke grenzen onjuist gedrag om te buigen en te stimuleren de kinderen problemen zelf op te lossen De leidsters trachten een overzicht te houden over de hele groep ook als ze bezig zijn met afzonderlijke kinderen of met kleien groepjes kinderen
Observaties
Kijkwijzer ‘Van achterstand naar Voorsprong’:‘1 + 1 = 3’
33
Het educatief handelen
Niet
Soms
Vaak
Het educatief handelen van de beide leidsters is goed afgestemd op elkaar Er wordt voldoende tijd besteed aan een programmatische aanpak van de taalontwikkeling De leidster bevordert de interactie tussen de kinderen De leidster stimuleert actieve betrokkenheid van de kinderen en verbetert het spelen en het werken De leidster bevordert de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen Het taal gedrag van de leidster met de kinderen is responsief De leidster stemt de activiteiten af op verschillen in de persoonlijke en sociale ontwikkeling van de individuele kinderen.
Observaties
Kijkwijzer ‘Van achterstand naar Voorsprong’:‘1 + 1 = 3’
34
Ouders
Niet
Soms
Vaak
De peuterspeelzaal heeft een gericht ouderbeleid De ouders zijn voorafgaand aan de plaatsing van hun peuter adequaat geïnformeerd over het beleid en ambitieniveau van de peuterspeelzaal Er is een intake waarbij de ouders bevraagd worden over kenmerken van hun kind, over het gezin en over hun eigen wijze van opvoeden Er wordt rekening gehouden met en ingespeeld op de taal die bij het kind thuis gesproken wordt De ouders zijn betrokken bij de activiteiten in de peuterspeelzaal, zowel individueel als in groepsverband De leidsters informeren de ouders voldoende en regelmatig over de ontwikkeling van hun kind, inclusief de zorgpunten De ouders voeren thuis VVE-activiteiten uit met hun peuters
Observaties
Kijkwijzer ‘Van achterstand naar Voorsprong’:‘1 + 1 = 3’
35
Marant|Partners in leren & ontwikkeling
36
Bijlage 2 STIMULERINGSPLAN VOOR: Datum: Tijdsplanning:
Achtergrondinformatie:
Marant|Partners in leren & ontwikkeling
37
1.
a) Sterke punten van zijn:
b) favoriete materialen/activiteiten
c)
2.
Stimuleringsgebied(en):
Doelen (specifiek maken in de vorm van opbrengstenverwachting):
Marant|Partners in leren & ontwikkeling
38
Naam kind: Activiteit Week 1: →
Wie
Wanneer
Materiaal
Week 2: →
Week 3 →
Marant|Partners in leren & ontwikkeling
39
4.
Hoe ga je om met het kind?:
5.
Wat is er bereikt? (na week 4)
40
6.
Wat zijn de vervolgstappen? Is hiervoor een nieuw stimuleringsplan nodig?
Marant|Partners in leren & ontwikkeling
41
42
Bijlage 3
Vervolg project Samen Bewegen Schuytgraaf Cilia van der Eng (SKAR) Ilse Tijmensen (SPA) Vertrekpunt/huidige situatie Kinderdagverblijf “Wigwam” en peuterspeelzaal “de Schatkist” zijn beiden partners in de brede school “de Salamander” in de nieuwbouwwijk “Schuytgraaf” te Arnhem. In het licht van de doelstellingen van de brede school en met het oog op de ontwikkeling van jonge kinderen, hebben deze locaties kenbaar gemaakt intensiever samen te willen werken. De eerste zet is gedaan door het gezamenlijk ontwikkelen en realiseren van een uitdagende buitenspeelruimte. In het kader van een projectaanvraag hebben beide locaties een gezamenlijke groep gestart vanuit de pedagogische visies van beide instellingen waarin de nadruk ligt op speelse bewegingsactiviteiten. Het is namelijk van belang dat kinderen al op jonge leeftijd een gevarieerd bewegingspatroon ontwikkelen om bewegingsarmoede (op latere jeugdige leeftijd) te voorkomen. Plezier in bewegen staat hier voorop. De combi groep is gestart onder leiding van een pedagogisch medewerkster van het dagverblijf en een peuterspeelzaal leidster. De peuters volgen een ontwikkelingsprogramma “beweegkriebels” waarin elke dag extra aandacht voor bewegingsactiviteiten is opgenomen. Binnen en buitenruimtes zijn zodanig ingevuld dat de peutergroep een goed ontwikkelingsgericht aanbod kan krijgen. Ook ouders zijn (tijdens een ouderavond) in de gelegenheid gesteld om ideeën op te doen om speelse bewegingsvaardigheden in de thuissituatie uit te voeren. De meerwaarde is erin gelegen dat de algehele ontwikkeling van de peuters wordt gestimuleerd en er meer aandacht is voor speelse bewegingsvaardigheden. Voor de werknemers is er ruimte voor taakverrijking of taakverbreding. Er is gelegenheid tot uitwisseling van expertise. Opties Van apart kinderdagverblijf en peuterspeelzaal kunnen we toegroeien naar de beoogde algemene kindercentra die speelzaalwerk en kinderopvang aanbieden met één team, in één gebouw. De kinderen komen er allemaal spelen en sommige kinderen blijven langer vanwege het werk van hun ouders. Bij Schuytgraaf zijn er meerdere modellen mogelijk; • totale integratie (geen onderscheid in kdv en psz werk); • inhoudelijke integratie; • samenwerking. Door het samenvoegen van groepen in een zogenaamde combigroep is er momenteel sprake van samenwerking.
43
Kansen bij doorgaan met samenwerking of inhoudelijke integratie: We hebben hetzelfde doel De doelen ten aanzien van de peuters zijn hetzelfde: peuters samen laten spelen en een bijdrage leveren aan hun ontwikkeling. Dat kunnen we net zo goed samen doen. Hoewel we hetzelfde doel hebben, doen we het in de praktijk verschillend. Over het algemeen heeft de peuterspeelzaal een gestructureerd programma met meer georganiseerde activiteiten gegoten in het kaleidoscopische werken. Het kinderdagverblijf geeft juist meer ruimte aan vrij spel zonder dat dit gestoeld is op een bepaald educatief programma zoals Kaleidsocoop. Uit de praktijk blijkt dat oudere peuters vaak toe zijn aan meer uitdaging. Zij vinden het leuk om vanuit hun vertrouwde groep naar een speciale plek te gaan om leeftijdsgerichte activiteiten te doen. In een verticale groep kan het kinderdagverblijf dat niet op alle momenten van de dag bieden. We hebben hetzelfde werk/expertise overdracht Peuterleidsters in peuterspeelzalen en pedagogisch medewerkers van kinderdagverblijven hebben dezelfde opleiding en dezelfde taken. Ze staan voor dezelfde uitdagingen. Bijvoorbeeld: hoe maak je een leuk en afwisselend dagschema, hoe organiseer je een goede en drukbezochte ouderavond, nemen we een gehandicapt kind op in de groep en welke aanpassingen zijn dan nodig? We versterken dus elkaar als we in één team zitten. Bovendien kunnen we van elkaar leren. Wens van de ouders Er zijn ouders met een kind in het kinderdagverblijf die hun kind ook naar de peuterspeelzaal willen brengen, zodat hij vast wat vriendjes van de toekomstige basisschool gaat ontmoeten. Daarnaast ervaren zij het peuterspeelzaalprogramma als een gerichte voorbereiding op de basisschool met een gestructureerd karakter. Goedkoper en efficiënter voor speelzaal en kinderdagverblijf Efficiencywinst is belangrijk, zeker in een tijd van gemeentelijke bezuinigingen. De winst kan zitten in gezamenlijk gebruik van inrichting en materialen, betere bezetting van de groepen en gezamenlijk gebruik van overhead. Inrichting en materialen De kinderen zijn van dezelfde leeftijdsgroep en gebruiken dus hetzelfde speelgoed, meubilair, e.d. Voor peuterspeelzalen is dit daarom een betere combinatie dan die tussen peuterspeelzaal en BSO, omdat de leeftijdsgroep daar verschilt en je dus ander meubilair en speelgoed nodig hebt. Bezetting en gebruik van ruimtes De ruimtes van de peuterspeelzaal worden beter benut als daar de rest van de dag ook opvang kan plaatsvinden. Overhead Gezamenlijke cursussen, delen van vakbladen, gezamenlijke investering in een programma, meer armslag bij het verdelen van niet-groepsgebonden taken tussen leidsters en pedagogisch medewerksters en minder management-uren nodig dan bij twee aparte voorzieningen: dit levert ook financiële winst op, ofschoon wij nog niet helder hebben, door wie die geleverd moeten worden. Grote sector heeft betere positionering We worden zo een duidelijke sector voor 0-4 jarigen. Ouders en leerkrachten van de
44
basisschool hebben vaak moeite met het onderscheid tussen peuterspeelzaal en kinderdagverblijf. In lijn met landelijke adviezen Het kabinet schetst een toekomstperspectief van samenwerkende of geïntegreerde kindercentra in de brede scholen in het land Ontwikkeling doorgaande lijn wordt gemakkelijker Omdat er nog maar met één partij overlegd dient te worden. Knelpunten bij doorgaan samenwerking of inhoudelijke integratie Weerstand personeel in verband met onbekende (beeldvorming) en praktische bezwaren Wat betekent dit voor het huidige werk van de leidsters en pedagogisch medewerkers? Moeten zij elkaars werk gaan doen? Vooroordelen over de andere werksoort (bijvoorbeeld: Is kinderopvang goed voor kinderen?, Is de peuterspeelzaal professioneel?) Veranderingen geven altijd weerstand. Cultuurverschillen Twee organisatiestructuren, twee loketten Twee financieringsstromen Geen wettelijk kader Praktische opzet/acties voor de knelpunten Checklist aanpassingen die gemaakt moeten worden om het nieuwe aanbod (kdv met psz groep) te realiseren: • Nieuw aanbod De begrippen peuterspeelzaalgroep en kinderdagverblijfgroep zijn duidelijk. Maar bij het “nieuwe product” zijn er nieuwe begrippen nodig. Momenteel gebruiken we de term project groep. Hoe gaan we straks de groep noemen? Gewoon combi-groep? • Groepsindeling en aantallen kinderen Wat te doen wanneer de verhouding kdv-psz scheef loopt? Personeelstechnisch heeft dit gevolgen. Voor kinderopvang Skar houdt het in dat de niet combi groep achterblijft met voornamelijk jonge kinderen tussen 0 en 2 of 3 jaar. Hiermee is er een andere verticale groep ontstaan die gevolgen kan hebben voor de werkwijze en personele bezetting van de bestaande groepen. Daarnaast is de bezetting in orde? Of betekent het juist capaciteitsuitbreiding? • Tijdsindeling: blijven de tijden van psz en kdv gehandhaafd? Momenteel wordt het peuterspeelzaal programma, inclusief de tijden van opvang, veelal gevolgd. Is er echter vraag naar verruiming van de speelzaal tijden? Dus dat er bijvoorbeeld een halve dag opvang gedaan kan worden? • Schoolvakanties? Blijven deze gehandhaafd in het programma, of verruimen we de openingstijden naar het heel jaar. • Regelgeving wet oke (psz) en Inspectie. Kwaliteitsregels kinderdagverblijf en peuterspeelzaalwerk Voor de opvanggroep gelden de kwaliteitsregels voor de groepssamenstelling. Bij 2-3 jarige peuters moeten er twee gekwalificeerde leidsters / pedagogisch medewerkers (pm’s) op 12 peuters zijn. Voor 3-4 jarigen is de voorgeschreven verhouding: twee gekwalificeerde leidsters / pm’s op 16 peuters.
45
Voor een groep van 2-4 jarigen in een kinderdagverblijf kom je dus op 14 peuters en twee gekwalificeerde leidsters / pm’s. Kwaliteitsregels peuterspeelzaal: In het algemeen houdt men aan: 13 peuters met één gekwalificeerde leidster en één hulpkracht (ouder, vrijwilliger, assistent leidster). Het verschil in de groepsbezetting in peuterspeelzalen en de regelgeving voor kinderopvang is dus het feit dat er in een peuterspeelzaal vaak maar één gekwalificeerde leidster op 14 peuters is (aangevuld door een hulpkracht), terwijl in een kinderdagverblijf voor dezelfde leeftijdsgroep twee gekwalificeerde medewerkers zijn. Stamgroep: In de kinderopvang is sprake van stamgroepen, waarin de kinderen zijn als zij eten/drinken, gebracht en opgehaald worden. Maken we van de combi groep een nieuwe stamgroep? Achterlopen wet OKE regels bij psz •
Gebouw en inrichting Psz is geschikt voor de combi groep. Heeft dit gevolgen voor huur? (verschillende financieringsstromen gemeente). • Ouderbijdrage Wat wordt de hoogte van de ouderbijdrage, hoe gaan we een en ander financieel regelen? •
Begroting Eigen budget voor de combi groep, verdeeld over Spa en SKAR. • Folder/informatie voor ouders? Indien we praten over een nieuw product, waar kunnen ouders zich aanmelden? Hoe worden ze verwezen. •
Aansturing en communicatie structuur Bij een geïntegreerd aanbod hoort een geïntegreerd team. De vraag is bijvoorbeeld of er gezamenlijke en/of aparte teamvergaderingen zijn, hoe de aansturing en de taakverdeling binnen het management verlopen en hoe er aan een gezamenlijk pedagogisch beleid gewerkt wordt. • Aanstelling medewerkers Voorstel: aanstellen voor de speciale combinatie functie
Acties: • Voorstel naar stuurgroep Budget bepalen combi groep Naam bedenken combi groep Waar inschrijven, er zijn twee loketten. Brochure combi groep Psz met verlengde opvang; hoe vormgeven en hoe betalen? Personeelsbezetting; verschil in kwaliteitseisen? Mensen hebben toch dezelfde opleiding? Scholing; waar mogelijk gezamenlijk? Vakantie? Wat te doen bij onevenredige kinderen psz en kov?
46
Efficiency slag management? • • •
Plan maken voor gezamenlijke kerntaken zoals ontwikkelingsstimulering, volgen en signaleren, vormgeven doorgaande ontwikkelingslijn (visie). Hierin bestuur terugkoppelen Vastleggen dagritme: zoals gezamenlijk fruit eten (hoe) Vastleggen jaarritme: zoals cadeautjes, etc (visie vorming) • Verschil verslagvorming/rapportage: boekjes schrijven/mondeling • Gestructureerde werkoverleggen vastleggen eens per? • Teamafspraken maken (zoals taken en verantwoordelijkheden) • Hoe vormgeven voor en na bespreken/overleg/feedback
Evaluatie Wat betreft de pilot/project willen wij graag een evaluatie voor: Leidsters in combi groep Leidsters achterblijf groep Ouders Leidinggevenden Het doel van de evaluatie: Heeft een combigroep bestaansmogelijkheden voor de toekomst?
47
Vragenlijst 1 Voor de medewerkers die direct samenwerken in een combigroep Samenwerking 1. Hoe bevalt de samenwerking met de leidsters van de peuterspeelzaal, respectievelijk kinderdagverblijf? Welke positieve en welke negatieve kanten heb je ervaren? 2. Zie je overeenkomsten in de werkwijze van speelzaal en kinderdagverblijf in deze leeftijdgroep? Welke zijn dit, en wat zijn de voordelen? 3. Zie je verschillen in de werkwijze tussen de leidster van de speelzaal en de pm van het dagverblijf? Kun je een aantal verschillen benoemen? Waar komen volgens jou deze verschillen vandaan? 4. Zijn er voor jouw verschillen tussen het werken in de aparte groep en een combigroep? Kun je deze verschillen benoemen en hoe beoordeel je deze verschillen? 5. Vind je het aantal dagdelen combigroep te weinig/ goed/ te veel? Motiveer je antwoord. Kinderen 1. Welke positieve en negatieve reacties zie je bij de kinderen? 2. Hoeveel kinderen van het totale aantal dat de combigroep bezoekt vinden het wel en hoeveel vinden het niet leuk? 3. Is er al een verschil te zien tussen de beginsituatie en nu? 4. Wat voor effecten heeft de combigroep op de kinderen? 5. Als er kinderen zijn die het niet leuk vinden, hoe ga je om met kinderen die niet willen? Ouders 1. Welke positieve en negatieve reacties hoor je van de ouders? 2. Is er al een verschil te zien tussen de beginsituatie en nu? 3. Hoeveel ouders zijn bij dit experiment betrokken? 4. Hoe worden de ouders op de hoogte gehouden? 5. Wat kun je in de communicatie met ouders verbeteren? Algemeen 1. Hoe keek je in het begin tegen dit experiment aan en hoe nu? 2. Wat is meegevallen en wat is tegengevallen? 3. Hoe zie je de toekomst: wat zou je willen behouden en wat zou je anders willen? 4. Wat heb je nodig om goed in deze groep te kunnen werken? (deskundigheidsbevordering, werkoverleg enz.)
48
5. Hoe reageren je collega’s op dit project? (positief/ negatief) 6. Wat zijn volgens jou de taken van de leidinggevende in dit proces? 7. Kost het werken in de combigroep meer tijd? 8. Wat heb je geleerd in de combigroep en meegenomen naar je vaste werkplek? 9. Wat moest je in je eigen werkwijze veranderen? 10. Heb je nog andere opmerkingen die je kwijt wilt? Vragenlijst 2 Voor de medewerkers die achterblijven in de groep(en) Samenwerking 1. Hoe vind je het om met een groepje kinderen achter te blijven en zonder je vaste collega te moeten werken? 2. Hoe los je dit praktisch op? Blijf je bijvoorbeeld alleen met dit groepje of voeg je je bij een andere groep? 3. Verandert de manier van werken in de groep en op wat voor manier? 4. Als er iets verandert in de manier van werken ervaar je dit dan als positief of als negatief? 5. Vind je het aantal dagdelen te weinig/ goed/ te veel? Motiveer je antwoord. Kinderen 1. Wat zie je voor positieve en negatieve reacties bij de kinderen die achterblijven? 2. Hoeveel kinderen vinden het niet leuk dat er kinderen weggaan? 3. Is er al een verschil te zien tussen de beginsituatie en nu? 4. Hoe ga je om met kinderen die niet naar de combigroep willen? Ouders 1. Welke positieve en negatieve reacties van ouders krijg je op het feit dat de groep een aantal dagdelen in de week van samenstelling verandert? 2. Is er een verschil in reacties te zien tussen de beginsituatie en nu? 3. Hoe worden de ouders op de hoogte gehouden? Algemeen 1. Hoe keek je in het begin tegen dit project aan en hoe nu? 2. Wat is meegevallen en wat is tegengevallen?
49
3. Hoe zie je de toekomst; wat zou je willen behouden en wat zou je anders willen? 4. Wat heb je nodig om goed in deze groep te kunnen werken? (deskundigheidsbevordering, werkoverleg enz.) 5. Hoe reageren je collega’s op dit project? (positief/ negatief) 6. Wat zijn volgens jou de taken van de leidinggevende in dit proces? 7. Wat moest je in je eigen werkwijze veranderen? 8. Heb je nog andere opmerkingen die je kwijt wilt?
Vragenlijst 3 Voor de ouders Peuterspeelzaalouders Uw peuter gaat naar de peuterspeelzaal. De kinderen spelen af en toe samen met de kinderen van het kinderdagverblijf. De leidsters van de peuterspeelzaal en het kinderdagverblijf zijn ook verder intensiever gaan samenwerken. Wij willen graag weten wat u hiervan gemerkt heeft, hoe u dit vindt en of u nog suggesties heeft. Algemene gegevens 1. Hoe oud is uw peuter? 2. Gaat uw peuter graag naar de peuterspeelzaal? 3. Hoe merkt u dat? 4. Waarom gaat hij (niet) graag? Reactie op integratieactiviteiten 1. Wat merkt u van het samenspelen/ de combigroep? 2. Wat vindt uw kind van het samenspelen/ de combigroep? 3. Wat vindt u van het samenspelen/ de combigroep? Is het programma anders geworden? 4. Wat vindt u van het contact met de leidster(s) over uw kind? Is dit anders geworden? 5. Wat vindt u van de gang van zaken bij halen/ brengen van uw kind? Is dit anders geworden? 6. Wat vindt u van de informatie vanuit de peuterspeelzaal over de integratieactiviteiten? Suggesties 1. Vindt u de integratieactiviteiten belangrijk? Waarom wel / niet? 2. Moeten er meer integratieactiviteiten komen? Welke?
50
3. Heeft u suggesties voor verbetering of uitbreiding van de integratieactiviteiten? - voor de leidsters - voor de organisatie Kinderdagverblijfouders De vragenlijst kan afgenomen worden in een groep van ouders die allemaal kinderen hebben in de peutergroep of in de verticale groep. Het is niet nodig dat alle peuters gebruik maken van de gecombineerde activiteiten. Ook de reactie van de ouders van “achterblijvende” kinderen is belangrijk. Uw kinderen gaan naar het kinderdagverblijf. De kinderen spelen af en toe samen met de kinderen van de peuterspeelzaal. De leidsters van de peuterspeelzaal en het kinderdagverblijf zijn ook verder intensiever gaan samenwerken. Wij willen graag weten wat u hiervan gemerkt heeft, hoe u dit vindt en of u nog suggesties heeft. Algemene gegevens 1. Hoe oud is uw kind? 2. Gaat uw kind graag naar het kinderdagverblijf? 3. Hoe merkt u dat? 4. Waarom gaat hij (niet) graag? Reactie op integratieactiviteiten 1. Gaat uw kind naar de gecombineerde activiteiten/ de combigroep? Zo nee, waarom niet? 2. Wat merkt u van het samenspelen/ de combigroep? 3. Wat vindt uw kind van het samenspelen/ de combigroep? 4. Wat vindt u van het samenspelen/ de combigroep? Is het programma anders geworden? 5. Wat vindt u van het contact met de leidster(s) over uw kind? Is dit anders geworden? 6. Wat vindt u van de gang van zaken bij halen/ brengen van uw kind? Is dit anders geworden? 7. Wat vindt u van de informatie vanuit het kinderdagverblijf over de integratieactiviteiten? Suggesties 1. Vindt u de integratieactiviteiten belangrijk? Waarom wel/ niet? 2. Moeten er meer integratieactiviteiten komen? Welke? 3. Heeft u suggesties voor verbetering of uitbreiding van de integratieactiviteiten? - voor de leidsters - voor de organisatie
51
Vragenlijst 4 Voor de leidinggevenden 1. Wat heeft de combigroep je opgeleverd tav: • contact en samenwerking met de andere partner in de brede school • inzicht in de werkwijze van beide organisaties • mogelijkheden ten aanzien van samenwerking • verandering in de aansturing van personeel • tijdsinvestering • communicatie naar je medewerkers en ouders 2.
Welke zaken zou je nu anders aanpakken?
3.
Welke meerwaarde kan de opvang van deze leeftijdgroep hebben, bij een combigroep, tav: de aansturing van de medewerkers budgetverdeling gebruik ruimtes (zowel binnen als buiten werken vanuit een thema
• • • •
52