PROJECT "VERBOUWEN FEESTZAAL TOT KLASLOKALEN" EN TRAPHAL LYDIA

INSTITUUT MARIADAL HOEGAARDEN • VERBOUWEN FEESTZAAL TOT KLASLOKALEN, EN TRAPHAL LYDIA PERCEEL 3 - TECHNIEKEN : SANITAIRE VOORZIENINGEN / AANPASSEN CV-INSTALLATIE / EN VENTILATIE

PROJECT "VERBOUWEN FEESTZAAL TOT KLASLOKALEN" EN “TRAPHAL LYDIA” PERCEEL 3 : TECHNIEKEN : SANITAIRE VOORZIENINGEN /AANPASSEN CV-INSTALLATIE EN VENTILATIE

ADMINISTRATIEVE BEPALINGEN

Bouwheer Instituut Mariadal vzw Klein Overlaar 3 3320 Hoegaarden

ARCHITECTENBUREAU CROLLA & NICOLAES

- A.1 –


INHOUDSTAFEL INHOUDSTAFEL 2 ALGEMENE BEPALINGEN 3 1. VAN TOEPASSING ZIJNDE WETGEVING ................................................................................. 3 2. VOORWERP VAN DE OPDRACHT (KB. 26.09.1996 – art. 2.2°) ................................................. 4 3. PARTIJEN ............................................................................................................................ 4 4. WIJZE VAN GUNNEN VAN DE OPDRACHT .............................................................................. 4 5. OPENING VAN DE OFFERTES ................................................................................................ 5 6. ERKENNING EN REGISTRATIE ............................................................................................... 5 7. UITVOERINGSTERMIJN ........................................................................................................ 5 8. BRIEFWISSELING ................................................................................................................. 5 I. BEPALINGEN AANSLUITEND BIJ HET KB VAN 8.1.1996 .............................................................. 5 ARTIKEL 86 (KB): Prijsbepaling 5 ARTIKEL 88 § 2 (KB): Prijsonderzoek 6 ARTIKEL 89 (KB): Het opmaken van de offerte 6 ARTIKEL 90 § 2 (KB): Bij de offerte te voegen stukken 6 ARTIKEL 104 (KB): Indienen van de offertes 6 ARTIKEL 115 (KB): gunningscriteria 7 ARTIKEL 116 (KB): Gestanddoeningstermijn voor de inschrijvers 8

II. BEPALINGEN AANSLUITEND BIJ HET KB VAN 26.9.1996 (AUR) ..................................8 ARTIKEL 2 (AUR): Van toepassing zijnde documenten en voorschriften

8

III. AANVULLENDE BEPALINGEN BIJ DE BIJLAGE AAN HET KB VAN 26.9.1996 (AAV) .....9 ARTIKEL ARTIKEL ARTIKEL ARTIKEL ARTIKEL ARTIKEL ARTIKEL ARTIKEL ARTIKEL ARTIKEL ARTIKEL ARTIKEL ARTIKEL ARTIKEL ARTIKEL

3 § 2 (AAV): Contractuele documenten 5 (AAV) : Borgtocht 9 (AAV) : Vrijgave van de Borgtocht 10 (AAV) : Onderaannemers 13 § a (AAV) : Prijsherziening 15 (AAV) : Betalingen 19 § 2 (AAV) : Oplevering en waarborgtermijn 25 § 1 (AAV) : Elementen die in de prijzen zijn begrepen 27 (AAV) : Keuringen 28 § 2 : (AAV) Gelijktijdig uit te voeren opdrachten 29 § 1 (AAV) : Onderbreking van de werken 38 (AAV) : Verzekeringen 43 (AAV) : Einde van de opdracht - Opleveringen 43 (AAV) : VERWEERMIDDELEN VAN DE OPDRACHTGEVER 49 (AAV) : ALGEMENE MAATREGELEN


9 10 10 10 10 10 13 13 13 14 14 14 14 15 16

- A.2 –


ALGEMENE BEPALINGEN 1. VAN TOEPASSING ZIJNDE WETGEVING Voor alles wat niet uitdrukkelijk vermeld is in onderhavig Bijzonder Bestek is de opdracht onderworpen aan: A.

De regeling geldend voor de overheidsopdrachten: De wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de uitvoeringsbesluiten: - het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken; - het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies van openbare werken (hierna kortweg aangeduid als “AUR”) met als bijlage de algemene aannemingsvoorwaarden (hierna kortweg aangeduid als “AAV”); Opmerking: Dit bestek wijkt af van de art. 14, 37 en 43 van de AVV.

B.

De wetgeving betreffende de erkenning van aannemers van werken: De wet van 20 maart 1991 houdende regeling van de erkenning van aannemers van werken en zijn uitvoeringsbesluiten, in het bijzonder het Koninklijk Besluit van 26 september 1991 tot vaststelling van bepaalde toepassingsmaatregelen van deze wet en het MB van 27 september 1991 tot nadere bepaling van de indeling van de werken volgens hun aard in categorieën en ondercategorieën.

C.

De wetgeving met betrekking tot de registratie van aannemers van werken: Het koninklijk besluit van 26 december 1998 houdende maatregelen met het oog op de aanpassing van de hoofdelijke aansprakelijkheidsregeling voor de sociale en fiscale schulden met toepassing van artikel 43 van de wet van 26 juli 1996 houdende de modernisering van de sociale zekerheid en tot vrijwaring van de leefbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels en het koninklijk besluit van 26 december 1998 tot uitvoering van de artikelen 400, 401, 403, 404 en 406 van het wetboek van de inkomstenbelastingen 1992 en van het artikel 30bis van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders.

D.

De wetgeving met betrekking tot het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk: De wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en het KB van 25 januari 2001 betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen.

E.

Andere wettelijke bepalingen: De aannemer zal zich bij de uitvoering van het werk onder zijn verantwoordelijkheid moeten schikken naar alle toepasselijke wettelijke en reglementaire bepalingen, met inbegrip van deze uitgevaardigd door de gewestelijke en plaatselijke overheden, in het bijzonder op het gebied van: - de naleving van zijn sociale verplichtingen jegens zijn werknemers, de arbeidsbescherming en de veiligheid, hygiëne en gezondheid en het welzijn van zijn werknemers en de veiligheid op de werf; - het bijhouden van de sociale documenten en de maatregelen ter bestrijding van de activiteiten van koppelbazen (art. 30 ter van de Wet van 27 juni 1969 tot herziening van de Besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders (RSZ - wet) en de uitvoeringsbesluiten); - het oprichten of gebruiken van hinderlijke installaties op de werf; - het besluit van de Vlaamse regering houdende algemene en sectoriele bepalingen inzake milieuhygiëne (Vlarem); - het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering (VLAREBO).


- A.3 –


Hij zal in het bezit moeten zijn van alle vereiste toelatingen, vergunningen en goedkeuringen, nodig voor de uitvoering van de opdracht en het gebruik van de middelen die hij daartoe zal inzetten. Hij is tevens verantwoordelijk voor de naleving van deze bepalingen door zijn onderaannemers. VERWIJZINGEN: De nummers van de artikels waarnaar hierna wordt verwezen stemmen overeen met de nummering van de artikels van het KB van 08.01.1996 en het KB van 26.09.1996. Voor de toepassing van deze bepalingen worden de begrippen "minister", "bestuur", "bevoegde overheid" en "maatschappij" vervangen door "bouwheer". Het begrip "leidend ambtenaar" wordt vervangen door "leiding der werken". Het opdrachtgevend bestuur duidt directeur SLO, André Vandevenne aan als "leidend ambtenaar" / bevoegd om op te treden als afgevaardigde van de bouwheer. Voor de toepassing van de wetgeving met betrekking tot het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk wordt verstaan onder de begrippen (zie ook: 3. Partijen) : - de opdrachtgever: de bouwheer - de bouwdirectie belast met het ontwerp: de ontwerper - de bouwdirectie belast met de uitvoering: de aannemer van onderhavig perceel - de bouwdirectie belast met de controle op de uitvoering: de ontwerper de aannemer: elke aannemer (piloot-, neven- of onderaannemer)

2. VOORWERP VAN DE OPDRACHT (KB. 26.09.1996 – art. 2.2°) De uit te voeren opdracht omvat de aanpassing van de CV-installatie, de sanitaire voorzieningen, de brandbestrijdingsmiddelen, en de ventilatie. Bij de opdracht is tevens inbegrepen een voorafgaande studie voor de dimensionering van radiatoren en toevoeren, en een studie voor de dimensionering en opbouw van de balansventilatie. De aanpassing van de CV-installatie is te voorzien voor de klaslokalen in zone “feestzaal” en voor de traphal in de Lydia-vleugel. De sanitaire voorzieningen zijn te voorzien voor de klaslokalen in zone “feestzaal”. Brandbestrijdingsmiddelen zijn te voorzien voor de klaslokalen in zone “feestzaal” en voor de traphal in de Lydia-vleugel De balansventilatie is te voorzien voor de klaslokalen in zone “feestzaal”.

3. PARTIJEN A. OPDRACHTGEVER : Instituut Mariadal vzw

Klein Overlaar 3 te 3320 Hoegaarden

B. ONTWERPER : De ontwerper(s) aangesteld door de opdrachtgever, met een volledige opdracht voor ontwerp, studiecoördinatie, en controle van de werken :

Architectenbureau Crolla & Nicolaes Architect Hugo Nicolaes Goossensvest 36-3 3300 TIENEN Tel 016 82 56 10 • Fax 016 82 56 11 e-mail : [email protected] [email protected]

C.

Aannemer : De aannemer is belast met de in het bestek gevraagde studies, de technische uitwerking van de installatie, en de uitvoering ervan. Hij is ook verantwoordelijk voor de veiligheid op de werf voor wat betreft zijn opdracht.

4. WIJZE VAN GUNNEN VAN DE OPDRACHT De opdracht wordt gegund bij Onderhandelingsprocedure - Zonder Bekendmaking. ARCHITECTENBUREAU CROLLA & NICOLAES

- A.4 –


Het volgen van deze procedure houdt geen verplichting in tot toewijzen van de opdracht. De aanbestedende overheid kan zowel afzien van het gunnen van de opdracht, als de procedure herbeginnen, desnoods op een andere wijze, zonder dat een dienstverlener aanspraak kan maken op enige schadevergoeding.

5. OPENING VAN DE OFFERTES De offertes en intrekkingsbrieven dienen te worden afgegeven of opgestuurd per gewone of aangetekende zending naar : Instituut Mariadal vzw Klein Overlaar 3 3320 Hoegaarden gericht aan: de heer directeur André Vandevenne De offertes dienen daar ten laatste toe te komen op …………………………. 2010.

6. ERKENNING EN REGISTRATIE 6.1 Erkenning:

D16, D17. D18 : niet vereist.

6.2 Registratie: De opdracht wordt slechts gegund onder voorwaarde dat de aannemer op de dag van de gunning van de opdracht houder is van een niet geschrapte registratie voor de categorie werken die het voorwerp van de opdracht uitmaakt. Bij gebreke hiervan behoudt de bouwheer zich het recht voor de opdracht aan een andere inschrijver te gunnen of aan de aanneming te verzaken. De schrapping van de registratie van de aannemer, na de gunning of tijdens de uitvoering van de werken, is tevens een reden voor de verbreking van de opdracht in de zin van het artikel 21 § 46° van de AAV en voor de toepassing van maatregelen van ambtswege overeenkomstig art. 48 van de AAV.

7. UITVOERINGSTERMIJN De opdracht moet voltooid zijn binnen de termijn die voorzien is voor de uitvoering van de totale opdracht : de aanvangsdatum voor dit perceel zal dezelfde zijn als deze van Perceel 1, en zal eveneens beschikken over dezelfde uitvoeringstermijn, d.w.z. 120 werkdagen.

8. BRIEFWISSELING De aannemer zendt alle officiële briefwisseling of mededelingen t.a.v. het opdrachtgevend bestuur, overeenkomstig de taal van het dossier, op aan: Instituut Mariadal vzw Klein Overlaar 3 3320 Hoegaarden Een kopie van iedere briefwisseling wordt overgemaakt aan de ontwerper. Elke elders geadresseerde briefwisseling zal aanzien worden als ongeldig en niet bestaande.

I. BEPALINGEN AANSLUITEND BIJ HET KB VAN 8.1.1996 ARTIKEL 86 (KB): PRIJSBEPALING ARCHITECTENBUREAU CROLLA & NICOLAES

- A.5 –


1. Prijsbepaling: De werken worden uitgevoerd tegen een globale prijs, samen te stellen uit globale deelprijzen per post opgedeeld volgens de bijgevoegde "inventaris der werken en leveringen". De door de inschrijver op te geven prijzen dekken het geheel der prestaties. Hij moet door eigen berekeningen de exacte dimensioneringen en hoeveelheden bepalen van bedrading, bekabeling, beveiligingen, ... .

ARTIKEL 88 § 2 (KB): PRIJSONDERZOEK Op verzoek van de bouwheer moet de inschrijver, voor de gunning van de opdracht, alle inlichtingen verstrekken om de bouwheer in staat te stellen de aangeboden offerte te onderzoeken.

ARTIKEL 89 (KB): HET OPMAKEN VAN DE OFFERTE De offerte met de inventaris wordt opgemaakt op de daartoe bestemde documenten gevoegd bij onderhavig bestek en ingediend in drie (3) exemplaren, 1 origineel en 2 copies. Elke offerte of inventaris die op een ander document is opgemaakt, valt onder de volledige verantwoordelijkheid van de inschrijver die, bovenaan op zijn document hiernavolgende formule moet vermelden: "Ik ondergetekende ................................... verklaar hierbij dat, na nazicht, de hiernavermelde gegevens in volstrekte overeenstemming zijn met de vermeldingen op de door de bouwheer verstrekte documenten (offerteformulier en inventaris) en neem daartoe de volledige verantwoordelijkheid op mij". Iedere vermelding die strijdig is met het door de bouwheer vastgestelde model moet als niet geschreven worden beschouwd, met uitzondering voor de posten die werden gewijzigd overeenkomstig Art. 96 § 2 van het KB van 08.01.1996. Alle vragen betreffende de opdracht moeten gesteld worden vóór het indienen van de offerte. Bijgevolg zal nadien geen enkele klacht van de leverancier aanvaard worden bij gebrek aan kennis van de aard en de draagwijdte van de uit te voeren leveringen.

ARTIKEL 90 § 2 (KB): BIJ DE OFFERTE TE VOEGEN STUKKEN Alle bescheiden en nota's die bij de offerte worden gevoegd moeten worden gedagtekend en ondertekend onder de vermelding "Opgemaakt door ondergetekende om gevoegd te worden bij zijn offerte van heden". De hierna vermelde stukken moeten bij de offerte worden gevoegd : - het attest van de RSZ voorlaatste afgelopen kwartaal ; - het registratienummer ; - het bewijs van identiteit van de gevolmachtigde ondertekenaar ; - de inventarislijst, behoorlijk ingevuld en ondertekend ; - een intentieverklaring betreffende het beantwoorden van de uitvoeringswijzen aan de bepalingen van het veiligheids- en gezondheidsplan, dat deel uitmaakt van de contractuele documenten ; - de eventuele andere bescheiden, documentatie, monsters en andere informatie die nog in onderhavig bestek gevraagd worden.

ARTIKEL 104 (KB): INDIENEN VAN DE OFFERTES De offerte moet verplicht opgemaakt worden in twee (2) exemplaren: 1 origineel en 1 kopie. Op de definitief gesloten omslag waaronder de offerte wordt gestoken, moet vermeld staan : School Mariadal te Hoegaarden - Project : verbouwen feestzaal tot klaslokalen. Aanpassen cv-installatie, sanitaire voorzieningen, brandbestrijding, en balansventilatie.


- A.6 –


De offertes mogen worden afgegeven bij, of mogen opgestuurd worden - zowel per gewone post als aangetekend - aan: Instituut Mariadal vzw t.a.v. Directeur André Vandevenne Klein Overlaar 3 3320 Hoegaarden De offertes dienen ten laatste op .................... 2010, om .......... u te zijn afgegeven op het hier vermelde adres.

ARTIKEL 115 (KB): GUNNINGSCRITERIA Het bestuur vestigt de aandacht van de inschrijvers op het feit dat de voorgestelde concepten en systemen moeten leiden tot een afgewerkt en goed werkend geheel. Bijgevolg dient de inschrijver alle nodige waarborgen te geven onder oogpunt van : - de eenheid in de opvatting, ook vanuit de technische hoek, verzekerd door een gekwalificeerd en verantwoordelijk persoon die de gevraagde studies opmaakt en ondertekend. - de eenheid in de uitvoering, kwalitatief en organisatorisch verzekerd door de inschrijver. De inschrijver is verantwoordelijk voor de integratie van de studies in de uitvoering, zelfs in het geval hij beroep doet op externe adviseurs en/of onderaannemers. Eventuele onderaannemers moeten gekwalificeerd zijn, en geregistreerd. Er worden geen varianten aangenomen. Bij de beoordeling van de offertes wordt rekening gehouden met alle in het bestek vermelde gunningcriteria. De gunning van de opdracht mag niet gesteund zijn op andere criteria dan deze die hierna in het bestek zijn vermeld.

GUNNINGCRITERIA De evaluatie gebeurt volgens onderstaande gunningcriteria. Het inschrijvingsvoorstel moet volgende elementen bevatten :

1) De prijsofferte op basis van de postgewijs ingevulde inventarislijst. Beoordeling: • van iedere regelmatige offerte wordt het quotiënt berekend tussen het bedrag van de laagste regelmatige offerte (als deeltal) en het beoordeelde bedrag (deler). Dit quotiënt wordt vermenigvuldigd met het maximum aantal te behalen punten. 2) De kwaliteit van de voorgestelde materialen en systemen. De kwaliteit van de voorgestelde materialen zal beoordeeld worden : • op technisch en functioneel vlak : -stabiliteit en stevigheid (robuustheid), materiaalgebruik en toepassing : bestendigheid tegen beschadiging door ruw gebruik en vandalisme -kwaliteit van afwerking -het gedrag in de tijd : de verleende specificaties en duur van de garanties -gebruiksvriendelijkheid van de bediening -onderhoudsvriendelijkheid : vermelden vd regelmatig noodzakelijke onderhoudscycli • op esthetisch vlak : de vormgeving (design), materiaalgebruik, en de integreerbaarheid in de architectuur. De beoordeling zal gebeuren aan de hand van de bij de offerte gevoegde documentatie door de inschrijver. Zo nodig kan aan de inschrijvers gevraagd worden hun voorgestelde toestellen of systemen te komen voorstellen.

De beoordeling van de offertes zal gebeuren door de leidend ambtenaar en de ontwerper(s). De beoordeling van de offertes zal gebeuren volgens de verschillende gunningcriteria met elk een wegingcriterium. De som der wegingcriteria is maximaal 100%. De individuele score van ARCHITECTENBUREAU CROLLA & NICOLAES

- A.7 –


iedere inschrijving is gelijk aan de som van de behaalde wegingcriteria van de verschillende gunningcriteria. Na nazicht en beoordeling van de schriftelijke offertes, behoudt het bestuur zich het recht voor (maar zijn hier niet toe verplicht !) om één of meer inschrijvers, waarvan de offerte regelmatig blijkt, te vragen om hun voorstel nader te komen toelichten. Het volgen van deze procedure houdt geen verplichting in tot het toewijzen van de opdracht. Na de voorstelling wordt aan de hand van de hiervoor vermelde gunningcriteria een gezamenlijke beoordeling toegekend. Verdeling van de wegingcriteria : 1) De kostprijs / het bedrag van de inschrijving :

60 %

2) De kwaliteit van de voorgestelde materialen: 3.1 op technisch en functioneel vlak •stabiliteit en stevigheid (robuustheid), materiaalgebruik en toepassing : bestendigheid tegen beschadiging door ruw gebruik en vandalisme 7% •kwaliteit van afwerking 7% •het gedrag in de tijd : de verleende specificaties en duur van de garanties 7% •gebruiksvriendelijkheid van de bediening 7% •onderhoudsvriendelijkheid : vermelden vd regelmatig noodzakelijke onderhoudscycli 7% 3.2 op esthetisch vlak 5% SAMEN :

100 %

ARTIKEL 116 (KB): GESTANDDOENINGSTERMIJN VOOR DE INSCHRIJVERS De inschrijvers blijven gebonden door hun inschrijving gedurende een termijn van honderdtwintig 120 kalenderdagen, ingaande op de dag na de zitting voor de opening van de offertes.

II. BEPALINGEN AANSLUITEND BIJ HET KB VAN 26.9.1996 (AUR) ARTIKEL 2 (AUR): VAN TOEPASSING ZIJNDE DOCUMENTEN EN VOORSCHRIFTEN De aanneming is onderworpen aan de bepalingen en voorwaarden van: 1. De eisen gesteld in onderhavig Bijzonder Bestek, en de bijgevoegde grafische documenten. 2. De van toepassing zijnde wetgeving, besluiten en verwijzingen. 3. Het algemeen reglement voor de arbeidsbescherming (A.R.A.B.). 4. Het algemeen reglement betreffende de elektrische installaties, KB van 10.3.1981 (BS van 29.04.1981), aangevuld met de latere uitvoeringsbesluiten. 5. Het typebestek nr. VL100 (laatste uitgave) "Permanente administratieve bijlage bij de bijzondere bestekken betreffende de overeenkomsten van bouwwerken". 6. Het standaardbestek nr. 240 (laatste uitgave) betreffende de mechanische en elektrische installaties en uitrustingen voor telecommunicatie - "Algemene administratieve en contractuele bepalingen". 7. Volgende documenten, voor zover toepasselijk op onderhavige aanneming: • De gemeenschappelijke en de eengemaakte technische specificaties (STS) en, voorzover het bijzondere bestek of het typebestek ernaar verwijst, het typebestek nr.104 (laatste uitgave), delen 1 en 2 "Aannemingen van bouwkundige werken - Technische voorschriften" en de addenda. • Het typebestek nr. 105 (laatste uitgave) "Centrale verwarming, verluchting en

klimaatregeling". • Het typebestek nr. 400 (laatste uitgave) "Aanneming van mechanische en elektrische

installaties en constructies" • De Europese NEN-normen en de NBN- normen van het Belgisch Instituut voor Normalisatie. ARCHITECTENBUREAU CROLLA & NICOLAES

- A.8 –


• Documentatiebladen betreffende de normalisatie der gebouwen uitgegeven door het Bestuur der Gebouwen. • Het verwijzingsbestek nr. 901 (laatste uitgave) "Onderhouds-, verbouwings- en aan-

passingswerken van gebouwen en hun omgeving". • Documentatiebladen van het Ministerie van Openbare Werken, reeks n° 32, betreffende de modulaire normalisatie der gebouwen toegankelijk voor het publiek.

Normalisatie van luchtkanalen, uitgegeven door de Regie der Gebouwen. • De technische voorlichtingsnota's (T.V.) gepubliceerd door het W.T.C.B., inzonderheid die

waarnaar dit bestek en de andere contractuele documenten verwijzen, voorzover zij drie maanden eerder dan de opgelegde datum voor het indienen van de offerte werden gepubliceerd. • Het "Sanitair reglement" samengesteld uit de technische voorlichtingsnota's nrs. 114 en 120 van het W.T.C.B. • NBN 713.020 en addenda en S21-201-202 + addendum 1 -203-204-207: Weerstand tegen brand van bouwelementen. • De gemeentelijke verordeningen op het bouwen met inbegrip van voorschriften van de plaatselijke brandweer. • De voorschriften van de plaatselijke distributiemaatschappijen van water, elektriciteit en gas. • De CE-richtlijnen. 8. De bepalingen van Vlarem I en II. Tenzij ze uit hun aard dwingend op een andere datum in voege treden, zijn alle wijzigingen of aanvullingen van voormelde voorschriften, normen, specificaties, omzendbrieven enz. van toepassing indien ze minimum dertig (30) kalenderdagen voor de datum der aanbesteding gepubliceerd werden.

III. AANVULLENDE BEPALINGEN BIJ DE BIJLAGE AAN HET KB VAN 26.9.1996 (AAV) ARTIKEL 3 § 2 (AAV): CONTRACTUELE DOCUMENTEN Het aanbestedingsdossier omvat het onderhavig bijzonder bestek, bestaande uit: - Deel I: administratieve bepalingen. - Deel II: technische bepalingen. - De samenvattende opmeting / inventaris. - De plannen. - Het offerteformulier. In geval van tegenstrijdigheid en dubbelzinnigheid tussen: a. het bijzonder bestek en de AAV, dan is het bestek bindend b. de technische bepalingen en de gedetailleerde meetstaat, dan zijn de technische bepalingen bindend c. de gedetailleerde meetstaat en de samenvattende meetstaat, dan is de gedetailleerde meetstaat bindend d. de plannen en de andere aanbestedingsdocumenten, dan zijn de plannen bindend e. de detailplannen en de algemene plannen, dan zijn de detailplannen bindend f. de technische bepalingen en de typebestekken, normen, technische specificaties enz., dan zijn de technische bepalingen bindend. Deze documenten vullen elkaar evenwel aan en moeten als vernoemde uitvoering of levering die niet op de plannen aannemer zonder bijkomende vergoeding uitgevoerd gespecificeerde toebehoren, werken of leveringen, die uitvoering.


dusdanig verstaan worden. Een in het bestek aangeduid is, of omgekeerd, moet door de worden. Hetzelfde geldt voor alle niet normaal deel uitmaken van de voorziene

- A.9 –


ARTIKEL 5 (AAV) : BORGTOCHT 1. Bedrag van de Borgtocht (art 5 § 1) De borgtocht wordt vastgesteld op vijf ten honderd (5 %) van de oorspronkelijke aannemingssom (toewijzingsbedrag) exclusief BTW, met een minimum van 1.240,00 €. Het aldus bekomen bedrag wordt naar het hoger tiental in € afgerond. 2. Borgtochtstelling en Bewijs van Borgtochtstelling Het bewijs van borgtochtstelling dient binnen de dertig (30) kalenderdagen volgend op de dag van de gunning van de opdracht door de aannemer opgezonden te worden aan het Opdrachtgevend Bestuur. (bijlage bij het KB van 26 september 1996, algemene aannemingsvoorwaarden, artikel 5 – BS van 18 oktober 1996). De desbetreffende in te vullen formulieren worden door de aannemer ter beschikking van de opdrachtgever gesteld. De bekomen interesten zijn ten voordele van de aannemer. Indien - na per aangetekend schrijven in gebreke te zijn gesteld - de aannemer verzuimt het bewijs voor te leggen dat de borgtocht werd gesteld, geeft dit aanleiding tot het toepassen van een boete overeenkomstig de bijlage bij het KB van 26 september 1996, artiklen 20 en 48 - BS van 18 oktober 1996.

ARTIKEL 9 (AAV) : VRIJGAVE VAN DE BORGTOCHT De borgtocht wordt als volgt vrijgegeven: - de eerste helft of vijftig ten honderd (50%) na de voorlopige oplevering van de gehele opdracht - de tweede helft of vijftig ten honderd (50%) na de definitieve oplevering van de gehele opdracht

ARTIKEL 10 (AAV) : ONDERAANNEMERS

De aannemer zal de identiteit van de (eventuele) onderaannemers, minstens 3 weken voor de aanvang van de hun toegezegde werken, ter goedkeuring voorleggen aan de ontwerper. Onverminderd de bepalingen van art. 10 § 1 (AAV), moeten al de personen die in enig stadium als onderaannemer optreden verplicht: - houder zijn van een niet geschrapte registratie - gekwalificeerd zijn overeenstemmend met de aard van de hun opgedragen werken, alsmede in de met hun aandeel in de opdracht overeenkomende klasse, en de gevraagde referenties dienaangaande kunnen voorleggen - in regel zijn met de RSZ

ARTIKEL 13 § a (AAV) : PRIJSHERZIENING Overeenkomstig Art. 13 § 1 van prijsherzieningsformule van toepassing:

het

typebestek

nr.

VL100

van

2002

is

volgende

p = P (a x s/S + b x i/I + c) waarin a = 0,35 b = 0,35 c = 0,30 categorie der werken : D De herziening wordt bij iedere termijnbetaling toegepast. Voor de aan de aannemer te wijten periode van vertraging in de uitvoering zal de verrekening gebeuren zoals voorzien in de wet.

ARTIKEL 15 (AAV) : BETALINGEN

1. Betaling van de werken De verantwoordelijke voor de betalingen is de VZW INSTITUUT MARIADAL, KLOOSTERSTRAAT 3 TE 3320 HOEGAARDEN. De betaling geschiedt op basis van de door de aannemer voorgelegde maandelijkse schuldvorderingen die steunen op een gedetailleerde vorderingsstaat van de werken. Eén exemplaar wordt eerst ter nazicht en goedkeuring aan de controle houdende architect overgemaakt. De betalingen geschieden slechts na goedkeuring van de gedateerde en ondertekende facturen, verhoogd met de BTW, vergezeld van de goedgekeurde vorderingsstaten en schuldvorderingen. ARCHITECTENBUREAU CROLLA & NICOLAES

- A.10 –


De facturen en goedgekeurde vorderingsstaten betreffende de gesubsidieerde werken moeten in 3 exemplaren bij de opdrachtgever ingediend worden , + een copie voor de architect. Er zullen geen voorschotten worden toegestaan. De op de bouwplaats aangevoerde en goedgekeurde materialen worden voor de termijnbetaling niet in aanmerking genomen, met uitzondering van de metalen gebinten en de geprefabriceerde elementen die mogen uitbetaald worden volgens de bepalingen van Art. 15 van het typebestek nr. 100. De betaling der metalen gebinten zal geschieden volgens wijze A. De vorderingsstaat wordt opgemaakt overeenkomstig het model verschenen in : Technische Voorlichting nr. 135 van het WTCB (maart 1981). "Eengemaakte vorderingsstaat van bouwwerken voor openbare aanbestedingen". Bij het opstellen van de vorderingsstaat zal de aannemer rekening houden met volgende instructies: -

de vorderingsstaat moet steeds per artikel de volledige stand van de werken op die datum weergeven enkel de uitgevoerde, gemonteerde en geplaatste werken komen in aanmerking voor betaling de op de bouwplaats aangevoerde en gekeurde materialen worden voor de termijnbetaling NIET in aanmerking genomen de werken uit te voeren tegen een som over het geheel, worden in de vorderingsstaten in percentage aangerekend naargelang hun vooruitgang de eindtotalen van de verschillende artikels moeten afgerond worden op één Eurocent worden gedurende een periode geen werken uitgevoerd dan dient de continuïteit van de vorderingsstaten verzekerd door het opstellen van "NIHIL" staten (verkorte versie) de herziening van lonen, sociale lasten en materialen het eindtotaal wordt exclusief BTW berekend.

Indien de werken aanvangen na de vijftiende (15de) kalenderdag van de maand, dan wordt de eerste schuldvordering met bijhorende vorderingsstaat opgemaakt op het einde van de volgende maand. De factuur dient volgende zaken te vermelden: 1. het onderwerp van de opdracht 2. de som van de werken uitgevoerd volgens de basisopdracht 3. de som van de werken uitgevoerd ten gevolge van wijzigingen aan de opdracht (goedgekeurde verrekeningen) 4. de som van de prijsherziening. De te rekenen BTW-voet is 21%. De aannemer adresseert de originele factuur met 3 copies aan het adres van Instituut Mariadal. De betalingstermijn voor de tussentijdse schuldvorderingen bedraagt maximaal 60 kalenderdagen na het indienen van de facturen (schuldvordering) en goedgekeurde vorderingsstaten bij de opdrachtgever. De betalingstermijn voor de eindvordering bedraagt maximaal 90 kalenderdagen. Zo de vastgestelde termijn van de betaling wordt overschreden heeft de aannemer recht op een intrest zoals wettelijk voorzien. Om echter die intrest te bekomen moet de aannemer ten laatste op de 90ste kalenderdag volgend op de dag waarop het saldo van de overeenkomst wordt betaald een schriftelijke aanvraag indienen, die als schuldvordering geldt. De intrest is slechts verschuldigd indien hij tenminste 25,00 Euro bedraagt per betaling. Noch de goedkeuring van de vorderingsstaten noch de betaling van de facturen kan aanzien worden als een ontheffing van de verantwoordelijkheden van de aannemer betreffende de uitvoering en het onderhoud van zijn werken. De aandacht van de aannemer wordt gevestigd op volgende betalingsregelingen : Geen enkele betaling in mindering wordt verricht voor de materialen die op de werf in voorraad zijn . De installatiekosten van de werf worden, tenzij in geval van tegengesteld bewijs, geacht opeenvolgend op te lopen, op zulke wijze dat de prijs ervan eisbaar wordt ten belopen van 40% op het ogenblik van de eisbaarheid van de eerste schuldvordering, en ten belopen van 10% bij de eindafrekening. ARCHITECTENBUREAU CROLLA & NICOLAES

- A.11 –


-

Het resterende deel moet verdeeld worden over - en in functie van - de tussenliggende vorderingsstaten. Wat betreft de vermoedelijke hoeveelheden, geheel of gedeeltelijk opgenomen in de vorderingsstaten, dient de aannemer bij iedere een gedetailleerde berekening te voegen die de aangegeven hoeveelheden rechtvaardigt. Voor al de bevolen bijwerken zullen afzonderlijke schuldvorderingen en staten worden opgesteld die, voor wat de periode van uitvoering betreft, gelijklopen met de vorderingsstaten van de oorspronkelijke aanneming. In geval van inbreuk op één van de voorgaande paragrafen kan de schuldvordering met de bijhorende staat samen met de door het bestuur verstrekte aanduidingen voor verbetering en wijziging binnen de maand aan de aannemer teruggezonden worden. De betalingstermijnen gaan in dit geval slechts in, na ontvangst van de nieuwe schuldvordering en van de aangepaste staat.

Indien de aannemer op het ogenblik van een betaling door de registratiecommissie geschrapt werd heeft hij slechts recht op betaling van het verschil tussen de bedragen die hem toekomen op basis van de prestaties die hij verricht heeft enerzijds en de bedragen die de Bouwheer dient af te houden en dient te storten aan de Ontvanger der Belastingen en de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid in uitvoering van het K.B. van 5 oktober 1978 anderzijds. Elk bedrag dat verschuldigd of betaald is door de Bouwheer aan de Ontvanger der Belastingen of aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid in uitvoering van de wettelijke bepalingen betreffende de registratie der aannemers, zal door de Bouwheer afgehouden worden van de betalingen die hij aan de aannemer moet verrichten. Onderbrekingen door het bestuur: De onderbrekingen die nodig zijn omwille van de veiligheid van de bouwwerken en de veiligheid van personen, zijn onderbrekingen die geen recht geven op enige vergoeding aan de aannemer. Dit geldt eveneens voor de onderbrekingen die gebeuren in functie van de noodwendigheden voortkomend bij gelijktijdige aannemingen. 2. Schrapping Indien, op het ogenblik van betaling, de aannemer het voorwerp uitmaakt van een schrapping van zijn registratie, heeft hij slechts recht op een bedrag gelijk aan het verschil tussen het bedrag dat hem toekomt tengevolge van de geleverde prestaties en het bedrag dat het opdrachtgevend bestuur moet inhouden en storten aan het ontvangstkantoor van belastingen en/of aan de RSZ in uitvoering van de bepalingen van het KB van 5.10.1978. Elke verschuldigde som of bedrag betaald door het opdrachtgevend bestuur aan het Ontvangstkantoor van Belastingen of aan de R.S.Z. in uitvoering van de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake registratie van aannemers, zal in mindering gebracht worden op de betalingen aan de aannemer en, in ondergeschikte orde, afgeschreven worden op de borgtocht. 3. Betaling in geval van derdenbeslag ( art 15 § 3) In geval van derdenbeslag ten laste van de aannemer beschikt het opdrachtgevend bestuur, in ieder geval en ongeacht de vermelde termijnen overeenkomstig Art. 15 § 1 (AAV), over een periode van dertig (30) kalenderdagen vanaf de dag waarop het beletsel tegen betaling wordt opgeheven. 4. Betalingsformaliteiten (art. 15 § 7) De betalingen zullen gebeuren op een bankrekening die door de aannemer bij zijn inschrijving dient op te geven. 5. Teruggave van boeten wegens laattijdige uitvoering (art. 17) Elke aanvraag tot kwijtschelding van boeten moet bij een ter post aangetekend schrijven aan de aanbestedende overheid gezonden worden. De postdatum van het aangetekend schrijven geldt als datum van de aanvraag. 6. Rechtsvorderingen (art. 18) Elke rechtsvordering van de aannemer wordt ingesteld bij een Nederlandstalige Belgische rechtbank, behoudens ingeval van een vordering tot tussenkomst in een bestaand geschil.


- A.12 –


ARTIKEL 19 § 2 (AAV) : OPLEVERING EN WAARBORGTERMIJN

De waarborgtermijn is vastgesteld op één (1) jaar volgend op de datum van de voorlopige oplevering. Het einde van de waarborgtermijn valt samen met de definitieve oplevering. Indien de definitieve oplevering wordt uitgesteld, dan wordt ook de waarborgtermijn met dezelfde termijn verlengd. Werken die gedurende de waarborgperiode dienen hersteld of vervangen te worden, en waarvoor de aannemer verantwoordelijk is, gaan een nieuwe waarborgtermijn in vanaf de dag dat de herstelling tot voldoening van de bouwheer werd uitgevoerd.

Artikel 20 § 4 – STRAFFEN De enige straf wordt bepaald op 0,07% van de oorspronkelijke aannemingssom met een minimum van 27 euro; de dagelijkse straf op 0,02% per kalenderdag met een minimum van 13 euro/kalenderdag. De aanbestedende overheid is gerechtigd de straffen zoveel malen toe te passen als de inbreuk is gepleegd ; De aanbestedende overheid is gerechtigd dit aantal malen ambtshalve vast te stellen, wanneer het door de schuld van de aannemer niet juist kan worden bepaald. Bij herhaling van een bepaalde inbreuk, eventueel op een andere plaats, wordt een straf toegepast gelijk aan de betreffende straf, zoals hierboven vastgesteld. Deze afwijking van de AAV wordt gemotiveerd doordat anders geen adequate bestraffing van een recidiverende aannemer mogelijk is.

ARTIKEL 25 § 1 (AAV) : ELEMENTEN DIE IN DE PRIJZEN ZIJN BEGREPEN

Alle zichtbare hindernissen die de uitvoering van de werken zouden kunnen hinderen moeten door de aannemer worden aangepakt : afgebroken, weggenomen of verplaatst en, waar nodig terug hersteld in goede staat. De kosten van deze werken vallen ten laste van de aannemer en zijn bijgevolg te begrijpen in de algemene aannemingssom. De levering, het vervoer en het ter plaatse brengen van de in de aanbestedingsdocumenten voorgeschreven materialen zijn voor de rekening van de aannemer. Zoniet worden in de aanbestedingsdocumenten de herkomst, het vervoer en het ter plaatse brengen van de materialen gespecificeerd. De aannemer is verplicht op zijn kosten alle werken, leveringen en bijkomende werkzaamheden uit te voeren die niet expliciet vermeld zijn in een post van de opmetingsstaat, maar die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de aanneming zoals bepaald in de aanbestedingsdocumenten en/of de uitvoering van die post.

ARTIKEL 27 (AAV) : KEURINGEN 1. Algemeenheden (art. 27 § 1) De aannemer verwittigt tijdig de ontwerper omtrent de aanvoer van materialen en vraagt er de keuring van. De materialen worden derwijze gestapeld op de werf dat hun afmetingen, hoedanigheden, e.a. gemakkelijk kunnen worden nagegaan. De goedkeuring van de producten houdt geenszins de goedkeuring in van het werk. De verwerking van de producten vóór de keuring geschiedt op risico van de aannemer. Er wordt uitdrukkelijk bepaald dat, zo de aannemer materialen verwerkt die niet gekeurd zijn of die niet aan de gestelde voorwaarden beantwoorden, de bouwheer het recht heeft de uitvoering onmiddellijk te schorsen totdat de materialen goedgekeurd zijn. 2. Keuringsmodaliteiten. (art. 27 § 2) De ontwerper behoudt zich het recht voor de materialen en uitvoeringen te beproeven die hij nodig acht.


- A.13 –


Het feit dat de ontwerper er zou in toestemmen, of oordelen, dat er niet dient gewacht met de verwerking van de materialen tot de beproevingsuitslagen bekend zijn, vermindert in niets de verantwoordelijkheid van de aannemer. Bij weigering van de materialen worden automatisch de met deze materialen uitgevoerde werken eveneens geweigerd. 3. Tegenproef (art. 27 § 5) De kosten van de tegenproef zijn enkel ten laste van de bouwheer in het geval deze tegenproef de aannemer in het gelijk stelt.

ARTIKEL 28 § 2 : (AAV) GELIJKTIJDIG UIT TE VOEREN OPDRACHTEN

De HVAC- en sanitaire werken zullen gelijktijdig en in coördinatie dienen te gebeuren met de overige werken van de opdracht "Verbouwen feestzaal tot klaslokalen".

ARTIKEL 29 § 1 (AAV) : ONDERBREKING VAN DE WERKEN Bij tijdelijke schorsing van het werk dient de aannemer op zijn kosten alle nodige voorzorgsmaatregelen te treffen teneinde de werken en materialen te vrijwaren tegen mogelijke beschadigingen door ongunstige weersomstandigheden, diefstal of kwaadwillige daden.

ARTIKEL 38 (AAV) : VERZEKERINGEN

Zonder dat dit kan leiden tot enige vermindering van zijn aansprakelijkheid jegens de bouwheer uit hoofde van punt 1 hierboven zal de aannemer volgende verzekeringen moeten afsluiten: A. De aannemer is verzekerd voor zijn burgerlijke aansprakelijkheid, lichamelijke en materiële schade gemengd, voor schade ontstaan bij de uitvoering van deze overeenkomst. Vooraleer de werken aan te vangen zal de aannemer aan de bouwheer een attest voorleggen aangaande deze verzekeringspolis en het bewijs van de betaling van de premie leveren. In het attest zal onder meer vermeld zijn dat de verzekeraars zich ertoe verplichten de bouwheer op de hoogte te brengen, middels een aangetekend schrijven, van iedere eventuele opzegging, schorsing, vernietiging of vervallenverklaring van de polis. De eventuele opzegging, schorsing, enz wordt slechts van kracht ten vroegste vijftien (15) dagen na ontvangst van het aangetekend schrijven. B. Overeenkomstig art. 38 (AAV), dient de aannemer op zijn kosten, voor het begin van de werken en tijdens de ganse duur ervan het volgende te laten verzekeren : a) de burgerlijke aansprakelijkheid m.b.t. alle voor de uitvoering der werken te gebruiken motorvoertuigen, inbegrepen deze die enkel op de werf gebruikt worden ; b) de arbeidsongevallen en de ongevallen op de weg van en naar het werk voor al zijn personeelsleden. De aannemer staat er voor in dat de arbeidsongevallenverzekeraar geen verhaal neemt op het opdrachtgevend bestuur of hun afgevaardigden.

ARTIKEL 43 (AAV) : EINDE VAN DE OPDRACHT - OPLEVERINGEN 1. Algemeen De aanvraag tot voorlopige oplevering wordt slechts aanvaard, nadat de controle door een bevoegd keuringsorganisme kan voorgelegd worden, en de resultaten van de eventuele keuringen en proeven bekend zijn en in orde bevonden. De termijn nodig voor deze keuringen en proeven is in de uitvoeringstermijn begrepen. De aannemer verstrekt aan de ontwerper op het ogenblik waarop hij zijn verzoek tot voorlopige oplevering indient een as-builddossier bevattende de volgende documenten : • technische fiches, documentatie en onderhoudsinstructies van de gebruikte materialen • elektrische schema’s en plannen, zoals de installatie is uitgevoerd • de keuringsverslagen • een postinterventiedossier 2. Voorlopige oplevering De aannemer is in alle geval verplicht de bouwheer per aangetekend schrijven tot de voorlopige oplevering uit te nodigen. ARCHITECTENBUREAU CROLLA & NICOLAES

- A.14 –


De datum van nazicht wordt vastgesteld in overeenkomst tussen de verschillende partijen. De oplevering wordt nooit vermoed. Het verstrijken van de termijn moet als niet-oplevering worden uitgelegd. 3. Definitieve oplevering. De aannemer is in alle geval verplicht de bouwheer per aangetekend schrijven tot de definitieve oplevering uit te nodigen. Deze datum van nazicht wordt vastgesteld in overeenkomst tussen de verschillende partijen. De oplevering wordt nooit vermoed. Het verstrijken van de termijn moet als niet-oplevering worden uitgelegd.

ARTIKEL 43 (AAV) : VERWEERMIDDELEN VAN DE OPDRACHTGEVER

(bijlage bij het KB van 26 september 1996, artikels 20 en 48 – BS van 18 oktober 1996) 1) Boeten wegens te late oplevering worden van rechtswege toegepast voor het totale getal dagen vertraging, zon -en feestdagen inbegrepen. Zij wordt berekend op grond van de formule: R = 0.45 X M X n2 N2 R = het bedrag van de boete voor n dagen vertraging. M = het bedrag van de goedgekeurde inschrijving. N = aantal werkdagen vastgesteld voor de uitvoering, bij de aanvang van de opdracht. n = aantal kalenderdagen vertraging. Het bedoelde maximum voor de berekening der boeten in geval van toepassing van dit artikel, wordt vastgesteld op 5 % van het goedgekeurde inschrijvingsbedrag excl. BTW. De onkosten en de vergoedingen waarop de ontwerper recht heeft wegens het overschrijden van de uitvoeringstermijn zullen ten laste zijn van de aannemer indien dit overschrijden aan hem te wijten is. 2)

In geval van een tekortkoming van technische aard, van een constructie of een deel van een constructie, en die noch de duurzaamheid noch de stabiliteit ervan in het gedrang brengt, wordt een minwaarde toegepast die rekening houdt met de invloed van de tekortkoming op de kwaliteit van de constructie of delen van de constructie.

3)

Bijzondere omstandigheden: Geen enkele omstandigheid zal aanvaard worden om de aannemer te ontlasten van zijn conventionele en wettelijke verantwoordelijkheid. Ingeval van overmacht of onvoorziene omstandigheden, zal deze binnen de 1O kalenderdagen bij aangetekend schrijven bekendgemaakt worden, zoniet is zij als afgehandeld beschouwd. Bij de eindafrekening zal dan geen enkel dergelijke omstandigheid in aanmerking kunnen komen.

4)

Maatregelen voor de werf: De aannemer is verplicht zich vòòr de indiening van zijn inschrijving ter plaatse te begeven om zich van de toestand op de hoogte te stellen. Hij zal in zijn prijsofferte rekening houden met alle eventuele moeilijkheden die zich bij de uitvoering zouden kunnen voordoen. Achteraf kan geen meerprijs worden bedongen voor optredende moeilijkheden tijdens het uitvoeren van de beschreven werken.

5)

Stapelen van materialen: De aannemer blijft volledig verantwoordelijk voor de gestapelde materialen en dient ze te beschermen tegen de weersinvloeden, bevuiling, beschadiging, en diefstal. Dit tijdens de duur van de werken.

6)

Bestrijding van koppelbazenpraktijken: Teneinde de bedrieglijke koppelbazenpraktijken te bestrijden en ter aanvulling van de genomen wettelijke bepalingen en maatregelen werd besloten onmiddellijk de volgende bepalingen in te voeren: Uittreksel uit de Omzendbrief Openbare Werken Nr. 512-87 (2/4/79) "Ingeval van inbreuk op artikel 8 van de wet van 14 juli 1976, op de artikelen 30 § 1 (alinea's 1-23) en 36 van de algemene aannemingsvoorwaarden of op een overeenkomstige bepaling


- A.15 –


van het bestek zal de dagelijkse boete van rechtswege zoveel maal worden toegepast als er werknemers zijn ten opzichte van wie een inbreuk is gepleegd. Wanneer door de schuld van de aannemer het bestuur niet in staat is dit geval juist te bepalen wordt het forfaitair geraamd. Wanneer overeenkomstig art. 47 een tekortkoming aan één van de hiervoor vermelde bepalingen wordt vastgesteld, kan het bestuur aan de aannemer een termijn toestaan om de vastgestelde tekortkoming te doen verdwijnen en dit aan het bestuur te melden. In dit geval wordt die termijn samen met het in artikel 47 bedoelde proces-verbaal aan de aannemer betekend. Heeft de aannemer de tekortkoming waarvan hij in kennis werd gesteld niet doen verdwijnen en heeft hij het bestuur daarvan niet per aangetekende brief binnen de gestelde termijn verwittigd, dan zijn de boeten eisbaar zonder ingebrekestelling en door het eenvoudig verstrijken van deze termijn zonder dat een proces-verbaal wordt opgemaakt. De dagelijkse boete wordt toegepast vanaf de dag volgend op de betekening van bovenbedoeld proces-verbaal."

ARTIKEL 49 (AAV) : ALGEMENE MAATREGELEN Taalgebruik : - DE AANNEMER ZORGT ERVOOR DAT ER OP ELK OGENBLIK TIJDENS DE UITVOERINGEN OP DE WERF STEEDS MINSTENS EEN VERANTWOORDELIJKE (ploegbaas, meestergast, ...) AANWEZIG IS DIE DE NEDERLANDSE TAAL MACHTIG IS. Bij niet toepassing van deze regel zullen de werken stilgelegd worden tot voldaan is aan deze eis. De aannemer zal in dit geval geen recht hebben op verlenging van de uitvoeringstermijn of schadevergoeding. Veiligheidsmaatregelen : - naast de veiligheidscoördinator van de school is ook de controle houdende architect gemachtigd opmerkingen te maken i.v.m. de veiligheid, zowel aan de werklieden als aan de aannemer. - de aannemer blijft echter alleen verantwoordelijk ten opzichte van zijn werknemers en ten opzichte van derden, voor alle ongevallen en welke schade dan ook, welke zouden veroorzaakt worden als gevolg van de uitvoering der werken. De aannemer verbindt er zich toe om alle verplichtingen inzake veiligheid en gezondheid op de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen – zoals onder meer bepaald in • de wet van 4 augustus 1996 en haar uitvoeringsbesluiten (BS 18 september 1996) betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen, gewijzigd bij de wetten van 13 februari 1998 (BS 19 februari 1998), 28 februari 1999 en 5 maart 1999 (BS 18 maart 1999) en haar uitvoeringsbesluiten • het KB van 25 januari 2001 (BS van 07 februari 2001) betreffende de tijdelijke of mobiele bouwplaatsen • het reglement voor arbeidsbescherming (ARAB) • het algemeen reglement op de elektrische installatie (AREI) • en het besluit van de Vlaamse Regering van 11 maart 2005 tot vaststelling van de eisen op het vlak van de energieprestaties en het binnenklimaat van gebouwen.

De aannemer overhandigt aan de veiligheidscoördinator – binnen de 15 dagen volgend op de aanbesteding van het werk – een analyse van de risico’s die aan zijn werkzaamheden op de werf verbonden zijn, zoals voorzien door het Koninklijke Besluit van 27 maart 1998 inzake het welzijnsbeleid van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. Deze risicoanalyse wordt aangevuld met een veiligheidsplan,een beschrijving van hoe de risico’s zullen voorkomen worden. Voor het opstellen van deze risicoanalyse kan de aannemer contact nemen met de veiligheidscoördinator. De aannemer meldt zijn tussenkomst aan de veiligheidscoördinator drie dagen voor de aanvang en of heraanvang van de werken. Vervolgens zal de Veiligheidscoördinator, na goedkeuring van het veiligheidsplan, de aannemer in het bezit stellen van een startvergunning. Tijdens de werkzaamheden dienen de risicoanalyse, het veiligheidsplan en de startvergunning aanwezig te zijn op de werf.

In geval van niet-naleving door de aannemer van zijn verplichtingen inzake veiligheid en gezondheid, kan het Opdrachtgevend Bestuur, overeenkomstig artikel 29 van de wet van 4 augustus 1996 - na ARCHITECTENBUREAU CROLLA & NICOLAES

- A.16 –


ingebrekestelling - alle maatregelen nemen die nodig zijn en dit op kosten van de in gebreke blijvende aannemer. Onderhoud van de werf: - alle restafval afkomstig van de door de aannemer uitgevoerde werken dient door zijn zorgen van de werf te worden verwijderd, conform de VLAREM-wetgeving. - verbranden of begraven van werfafval is ten strengste verboden, en zal gesanctioneerd worden met een boete in overeenstemming met het vergrijp. - indien de aannemer zijn afval niet zelf verwijderd zullen de kosten voor het opruimen aan hem doorgerekend worden. Ingebruikname van terrein en/of lokalen : - de terreinen welke de opdrachtgever ter beschikking stelt aan de aannemer voor het opslaan van zijn materialen zullen in overleg met de opdrachtgever en de architect worden aangeduid.


- A.17 –

PROJECT "VERBOUWEN FEESTZAAL TOT KLASLOKALEN" EN TRAPHAL LYDIA

Recommend Documents