Co ommun niceren n en culltuurdrrempelss
To oelichtiing en achterg a grondinnformatie bij de e digitaale zelfsscan vo oor hboo-docen nten
HBO-raad, noovember 2012 Project intercuultureel vakmanschap in het hsao Deelproject vaan het ZonMw programma Diversiteit in het h jeugdbeleid
ii
IVA beleidsonderzoek en advies
Vooraf
Digitale zelfscan voor hbo-docenten Via de website van de HBO-raad wordt een digitale zelfscan ‘Communiceren en cultuurdrempels’ voor hbo-docenten aangeboden (klik hier). Deze scan is een hulpmiddel waarmee u zelf kunt beoordelen welke deskundigheidsbevorderende maatregelen genomen kunnen worden om uw competenties ten aanzien van interculturele communicatie te versterken. De scan is in opdracht van de HBO-raad door IVA beleidsonderzoek en advies ontwikkeld in het kader van het project ‘Intercultureel vakmanschap in het hsao’. Het is een vertaalslag van een scan die eerder in het kader van de Academische Werkplaats Diversiteit in het Jeugdbeleid Noord-Brabant door IVA is ontwikkeld voor jeugdhulpverleners. Voor u ligt een notitie over deze digitale zelfscan voor hbo-docenten. In de notitie doet IVA verslag van de vertaalslag. Ook treft u in de notitie aan een toelichting op de scan en op doel en gebruik van de scan. In de bijlage bij de notitie treft u informatie aan over acculturatie en communicatie.
Overige opbrengsten van het project ‘Intercultureel vakmanschap in het hsao’ Het project ‘Intercultureel vakmanschap in het hsao’ is in de loop van 2011 en 2012 uitgevoerd en maakte onderdeel uit van de programmalijn Intercultureel vakmanschap van het ZonMw-programma Diversiteit in het jeugdbeleid. Met het project beoogt de HBO-raad ertoe bij te dragen dat interculturele competenties en vakkennis meer structureel worden ingebed in het hoger sociaal agogisch onderwijs en het opleidingsbeleid. In het kader van het project zijn meerdere handreikingen ontwikkeld, in het bijzonder bedoeld voor docenten en (opleidings)managers in het hsao. Nadere informatie over het project en over de overige handreikingen treft u aan in het rapport ‘Intercultureel vakmanschap in het hsao (HBO-raad, oktober 2012). Het rapport en alle handreikingen zijn te downloaden van de website van de HBOraad (klik hier, rechterkolom). De opbrengsten van het project tezamen bieden bruikbare handvatten om aandacht voor diversiteitsbeleid, interculturele competenties en intercultureel vakmanschap in de opleidingen en het opleidingsbeleid te versterken. De handreikingen zijn primair ontwikkeld ten behoeve van de hbo-bacheloropleidingen culturele en maatschappelijke vorming (cmv), maatschappelijk werk en dienstverlening (mwd), pedagogiek, en sociaal pedagogische hulpverlening (sph). Met name deze opleidingen leiden de toekomstige professionals voor de (preventieve) ontwikkelingsgerichte jeugdzorg op. Maar dat sluit niet uit dat de handreikingen ook voor andere opleidingen van betekenis kunnen zijn.
Ineke Jansen, beleidsadviseur HBO-raad
IVA beleidsonderzoek en advies
iii
Inhoudsopgave
1
Inleiding............................................................................................................ 5
1.1 1.2
Inleiding............................................................................................................ 5 Aanleiding voor dit project ................................................................................ 5
2
Over de scan .................................................................................................... 6
2.1 2.2 2.3
2.4
Doelstelling ...................................................................................................... 6 Gebruik in de praktijk ....................................................................................... 6 Uitgangspunten ................................................................................................ 7 2.3.1 Uitgangspunt 1 – Competenties als vertrekpunt scan ........................... 7 2.3.2 Uitgangspunt 2 – Communicatie als basis voor interculturele competentie 2.3.3 Uitgangspunt 3 – Communiceren en werken zonder cultuurdrempels .. 9 2.3.4 Uitgangspunt 4 – Bewustwording als doelstelling ............................... 10 Digitalisering scan .......................................................................................... 11
3
Overzicht competenties.................................................................................. 13
3.1 3.2 3.3 3.4
Kennis ............................................................................................................ 13 Houding.......................................................................................................... 13 Vaardigheid .................................................................................................... 13 Reflectie ......................................................................................................... 14
Bronvermelding ......................................................................................................... 15
Bijlage 1: Acculturatie en communicatie .................................................................... 16
8
IVA beleidsonderzoek en advies
5
Inleiding
Inleiding Docenten sociale studies in het Hoger Beroepsonderwijs (verder te noemen: hbo) krijgen in hun lessen te maken met culturele diversiteitsvraagstukken. Enerzijds hebben docenten te maken met studenten van verschillende culturele achtergronden in hun klas –de mate waarin is daarbij vooralsnog sterk afhankelijk van de plaats waar de docent werkt–, anderzijds hebben zij de taak om hun studenten voor te bereiden op het later goed kunnen omgaan met cliënten van verschillende culturele achtergronden. Het gaat daarbij primair om de vraag of hbo-docenten in staat zijn om effectief, zonder cultuurdrempels, via hun lessen competenties over te dragen aan studenten die niet (primair) afkomstig zijn uit en/of opgevoed zijn in hetzelfde culturele raamwerk als de docent zelf. Of de docent een Nederlandse achtergrond heeft of niet maakt daarbij niet uit, ter voorbeeld: voor een Turkse docent kan het misschien moeilijker zijn om effectief te communiceren met Chinese dan met Marokkaanse studenten. Daarbij kan het bovendien zijn dat een docent het niet lastig vindt om – eveneens ter voorbeeld– met Marokkaanse mannen te communiceren maar wél met Marokkaanse vrouwen. Soms werpt cultuur nu eenmaal drempels op in de communicatie tussen mensen. Het kan hierbij gaan om verschillende communicatiestijlen qua taal, omgangsvormen en/of wederzijdse verwachtingen. Deze maken de communicatie minder effectief. Bewustwording over waar eventuele cultuurdrempels zich voordoen of zouden kunnen voordoen is belangrijk zodat zij tijdig worden gesignaleerd, waarop ze kunnen worden vermeden of aangepakt. De scan die we ontwikkeld hebben dient precies dit doel.
Aanleiding voor dit project In het kader van de Academische Werkplaats Diversiteit in het Jeugdbeleid Noord-Brabant heeft IVA beleidsonderzoek en advies een scan ontwikkeld waarmee jeugdhulpverleners zelf kunnen beoordelen welke deskundigheidsbevorderende maatregelen genomen kunnen worden om hun competenties ten aanzien van interculturele communicatie te versterken. Deze scan ‘Communiceren zonder cultuurdrempels’ is vanaf november 2011 voor jeugdhulpverleners beschikbaar via de website van de academische werkplaats. In dit project is deze scan voor jeugdhulpverleners in opdracht van de HBO-Raad vertaald naar het werk van hbo-docenten. In deze notitie doen we verslag van de vertaalslag.
6 IVA beleidsonderzoek en advies
Over de scan
Doelstelling Door de scan (op eigen gelegenheid) te doorlopen krijgen docenten inzicht in hoe de eigen kennis, vaardigheden en houding een rol kunnen spelen in: 1. de eigen communicatie met studenten van een andere culturele achtergrond, en 2. de overdracht van het ‘multicultureel vakmanschap’ aan studenten, zodat zij later in hun werk zo min mogelijk cultuurdrempels ervaren in de communicatie met cliënten van een andere culturele achtergrond dan zij zelf hebben. Daarbij ligt de nadruk op het achterhalen wat een docent zelf als moeilijk of lastig ervaart en het gedrag dat daarbij wordt gekozen. De scan beoogt niet te normeren of dat gedrag ‘goed’ of ‘fout’ is, maar wil de professional bewust maken van de eigen communicatiestijl en wat daarbij valkuilen kunnen zijn. Wanneer de beschreven valkuilen worden herkend, kan men daarmee aan de slag. Het doorlopen van dit zelfassessment bewustwordingsinstrument is dan ook bedoeld om beter aan te kunnen geven waar een eventuele deskundigheidsbevordering wenselijk is. Enerzijds natuurlijk zodat eventuele cultuurdrempels inderdaad kunnen worden weggenomen, anderzijds om een constructief debat te openen tussen organisatie en docenten en tussen docenten onderling over hoe goed ‘intercultureel vakmanschap’ in de praktijk wordt gedefinieerd. Het is nadrukkelijk niet de bedoeling van de scan om de docent objectief te evalueren. Er zijn immers geen ‘normen’ vast te stellen die aangeven in welke mate iemand ‘cultureel-correct’ communiceert. Verschillende personen en instanties denken daar anders over. Er zijn mensen die de stelling onderschrijven dat goed intercultureel communiceren betekent dat de professional zoveel mogelijk moeite doet om zijn/haar boodschap over te brengen en de ander te begrijpen. Er zijn echter ook aanhangers van de stelling dat een professional met een publieke taak in Nederland slechts beperkt rekening zou moeten houden met culturele verschillen, dat is in de ogen van degenen met dit standpunt meer een taak voor degene met een voor Nederland ‘afwijkende’ culturele achtergrond. In dit project nemen we dan ook geen stelling ten aanzien van deze discussie. Welke keuze de docent ook maakt, het is de vraag of hij of zij zélf vindt dat de communicatie beter zou moeten of kunnen. En of hij/zij hier iets aan zou willen veranderen. Het verkrijgen van inzicht hierin is onze enige doelstelling.
Gebruik in de praktijk In de praktijktoets die bij de ontwikkeling van de oorspronkelijke scan voor jeugdhulpverleners werd uitgevoerd, gaven respondenten aan dat de scan een duidelijke meerwaarde heeft ten aanzien van de bewustwording van de eigen interculturele competenties en de aandachtspunten hierbij. De scan vormt volgens hen ontegenzeggelijk een instrument die aanzet tot nadenken over je eigen handelen, tot zelfreflectie, tot kritisch naar jezelf kijken, tot nadenken en op scherp stellen. De scan beoogt een eye-opener te zijn; de eindscore biedt houvast maar in feite gaat het om het denkproces dat
IVA beleidsonderzoek en advies
7
voorafgaat aan de beantwoording van een item. De vragen op zich leveren daarmee al genoeg bewustwording op. Verder gaf men aan de scan te zien als een adequaat middel om het onderwerp ‘interculturele competenties ‘ op een goede wijze aan te kaarten en bespreekbaar te maken. De scan zorgt voor een bepaalde beeldvorming over de eigen competenties en wat hierbij aandachtspunten zijn. Het zou interessant zijn om deze te bespreken of te bediscussiëren met collega’s of leidinggevende. De scan vormt zo een startpunt voor een plenair gesprek. De scan zou ook gebruikt kunnen worden voor casuïstiekbespreking. In dat vervolg zit ook een duidelijke meerwaarde.. In overleg met de HBO-Raad is ervoor gekozen om de hbo-docenten die de scan doorlopen door te verwijzen naar een aantal websites waarop deskundigheidsbevorderingtrajecten worden aangeboden of via welke de docenten kunnen achterhalen hoe de gewenste deskundigheidsbevordering te initiëren. Deze zijn: • • •
het Nederlands Jeugdinstituut: www.nji.nl, ZonMw: www.zonmw.nl, het sectorfonds voor het hbo Zestor: www.zestor.nl.
Daarnaast worden de docenten geadviseerd om bij een concrete behoefte contact op te nemen met de eigen hbo-instelling, bijvoorbeeld via de leidinggevende of de afdeling P&O/ HRM.
Uitgangspunten Aan de competentiescan ‘Communiceren en cultuurdrempels’ voor hbo-docenten ligt een aantal uitgangspunten ten grondslag. Zij vormen het (theoretisch) kader van de scan en hebben betrekking op de definiëring en operationalisering van enkele centrale begrippen zoals interculturele competentie en communicatie, en op de doelstelling van de scan. Deze uitgangspunten worden hierna nader toegelicht. Uitgangspunt 1 – Competenties als vertrekpunt scan Het vertrekpunt van de scan vormen de competenties van de hbo-docenten. Wat hebben zij nodig om met diversiteit onder hun studenten om te gaan en studenten te leren goed om te gaan met diversiteit onder hun cliënten? Allereerst willen we stilstaan bij wat we in dit project verstaan onder ‘competenties’. Er zijn immers veel definities van dit begrip in de omloop. Voor deze scan hanteren wij een synthese van de meest gangbare definities. Competentie in de brede zin van vaardigheid of kunde beschouwen wij als een samenhangend geheel van kennis, inzichten, attitudes en vaardigheden voor het correct verrichten van bepaalde arbeidstaken. Het gaat om dat wat iemand (minimaal) moet kunnen om een beroep (goed) uit te oefenen. De beroepssituatie bepaalt wat adequaat is; wat in het ene beroep als kundig wordt beschouwd kan in een ander beroep juist onbekwaam zijn. Competenties bezien wij als een individueel vermogen dat ontwikkelbaar is. Interculturele competentie verwijst naar het vermogen of de vaardigheid van iemand om – in een bepaalde beroepscontext - effectief te interacteren met mensen van andere culturen; om hen te begrijpen, mee te communiceren en om adequaat met de situatie om te gaan. Dit houdt in dat niet de competenties intercultureel zijn, maar dat de situatie dat is. Algemene en vakspecifieke
8 IVA beleidsonderzoek en advies competenties worden pas intercultureel zodra een professional in contact treedt met iemand met een andere culturele achtergrond. Er zijn ook veel verschillende definities van cultuur. Volgens Chamberlain (2003) representeert cultuur de waarden, normen en tradities die bepalen hoe mensen van een bepaalde groep de wereld om zich heen ervaren, denken, interacteren, gedragen en beoordelen. Cultuur is met andere woorden een gedeeld geheel van symbolen, overtuigingen, attitudes, waarden, verwachtingen en gedragsnormen. Het verwijst naar een coherente groep van mensen. In principe kan iedere gedeelde uiting of achtergrond een cultuurvorm zijn: punkers, kakkers, boeren, christenen etc. Wij bezien cultuur in relatie tot etniciteit en de culturele-etnische achtergrond van studenten en hun toekomstige cliënten. Wanneer we het bovenstaande vertalen naar de praktijk van hbo-docenten verwijst interculturele competentie primair naar een cluster van kennis, houding en vaardigheden waarmee zij kennis kunnen overdragen aan studenten die een andere culturele-etnische achtergrond hebben dan zijzelf. Daarnaast verwijst het naar de vaardigheid om studenten op te leiden op het later goed functioneren als ‘multicultureel vakman of –vrouw’. Gelet op de interculturele context van de beroepssituatie wordt vervolgens de vraag relevant welke competenties docenten dan extra, aanvullend of pregnanter nodig hebben. Met deze vraag raken we ook aan de essentie van de scan. De scan richt zich namelijk niet op het operationaliseren en concretiseren van het begrip cultuur (zoals bijvoorbeeld de Bennett-schaal of het TOPOI-model), maar richt zich expliciet op het begrip competentie en dat in een interculturele context. Uitgangspunt 2 – Communicatie als basis voor interculturele competentie Daarnaast geldt als uitgangspunt voor de scan dat communicatie de basis vormt voor interculturele competentie. Wij beschouwen communicatie daarbij in een breder perspectief dan alleen het ‘praten met elkaar’. Communicatie is de fundamentele ‘tool’ waarmee mensen interacteren. Communicatie is datgene wat nodig is om elkaar goed te begrijpen. Dit betekent ook in contact treden met elkaar, een goede relatie opbouwen, waar nodig een vertrouwensband creëren en informatie kunnen overdragen. Communicatie kan variëren van cultuur tot cultuur. Hierbij valt te denken aan verschillen ten aanzien van stiltes en pauzes, persoonlijke ruimte, oogcontact, expressie, begroetingen, stemvolume, woordenschat, taalbeheersing en vertelstijl. Voor een goede opleiding is het belangrijk dat docent en student goed met elkaar kunnen communiceren. Van een professionele docent wordt verwacht dat hij/zij -ongeacht de eigen culturele achtergrond en die van de student- iedereen kan opleiden tot een startende professional die voorbereid is op de multiculturele samenleving. Voor het vak van hbo-docent speelt communicatie op verschillende manieren een rol: • •
in het klassikale contact met studenten, in één-op-één contact met studenten (bijvoorbeeld in het kader van mentorschap of individuele begeleiding),
en daarbinnen: • bij het bepalen van de inhoud van lessen, lesmateriaal en opdrachten, • bij het bepalen van werkvormen.
IVA beleidsonderzoek en advies
9
Uitgangspunt 3 – Communiceren en werken zonder cultuurdrempels Op basis van bovenstaande kan worden gesteld dat interculturele communicatieve competenties refereren aan het geïntegreerd geheel van kennis, houding en vaardigheden die een docent nodig heeft om op een adequate manier te kunnen communiceren met studenten met een andere culturele-etnische achtergrond dan de professional. Doordat ieder mens anders is, is er helaas geen kant-en-klaar recept te geven voor het goed communiceren met mensen uit andere culturen. Bovendien is er zoals eerder gesteld ook geen algemeen gedragen overzicht van competenties op het gebied van interculturele communicatie. Wel komen uit de literatuur en de praktijk een aantal kennis-, houding- en vaardigheidselementen naar voren die de kans op een succesvolle communicatie –en opleiding– vergroten. Shadid (2000) onderscheidt de volgende elementen: •
•
•
Kennis die van belang is, is kennis over algemene lijnen van cultuur, culturele aspecten relevant voor beroepssituatie, heterogeniteit van de culturele groepering, diens positie en het flexibel kunnen toepassen van kennis. Dit laatste duidt op het plaatsen en gebruiken van de kennis in het juiste perspectief; in welke mate hechten de betrokken communicatiepartners waarde aan de culturele aspecten. Deze kennis is vooral van belang voor het voorkomen van misstanden door het formuleren van de juiste verwachtingen ten aanzien van het gedrag van jongeren en hun naasten. Houding –ook wel motivatie genoemd– verwijst naar de wil om sociale relaties aan te gaan met mensen uit andere culturen. Aspecten die hierbij een rol spelen zijn vooroordelen en stereotypen (beeldvorming), het bewust worden van de eigen vooroordelen, het leren inzien van overeenkomsten met de eigen culturele achtergrond en een algemene acceptatie van diversiteit. Vaardigheden: om succesvol met anderen te kunnen communiceren zijn communicatieve en sociale vaardigheden van belang. Het gaat hierbij vooral om open-minded zijn, het bezitten van voldoende empathisch vermogen, een zekere mate van ambiguïteitstolerantie en aanpassingsvermogen (bijvoorbeeld ten aanzien van de eigen communicatiestijl).
Op basis van het werk van Shadid (2000, 2010) en in overleg met de HBO-Raad kunnen we beargumenteren dat de volgende competenties van belang zijn voor het kunnen communiceren –en werken– zonder cultuurdrempels: •
Het in kaart brengen van het eigen referentiekader, en dat van de student, zodat recht wordt gedaan aan de wensen, behoeften en situatie van het individu. Dit is vooral gerelateerd aan de verschillende kennisaspecten die Shadid (2000) onderscheidt wat betreft de omstandigheden en culturen van andere groep en in relatie tot beroepsspecifieke zaken op het domein van opvoeden en opgroeien. Daarnaast heeft het ook betrekking op houdingsaspecten wat betreft zich bewust zijn van eigen vooroordelen, zoeken naar overeenkomsten in de omgang met anderen, de wereld door de bril van de ander willen zien, het gehanteerde referentiekader inzichtelijk maken door te vragen naar individuele normen en waarden, wensen en situatie e.d.
•
Het kunnen omgaan met barrières in interculturele communicatie. Het is evident dat deze competentie gerelateerd is aan de communicatieve vaardigheden van een professional in een interculturele beroepssituatie. De docent dient effectief te communiceren met studenten met een andere culturele achtergrond, zodat zij elkaar goed begrijpen. Deze competentie refereert ook aan elementen zoals een sterk empathisch vermogen, open-
10IVA beleidsonderzoek en advies minded zijn, het vermogen om zich aan nieuwe en onbekende situaties aan te passen en het tolereren van ambiguïteit. Verder omvat het onder andere informatie overbrengen op een begrijpelijke wijze en het doorvragen en toetsen of de student het echt begrepen heeft. •
Het opbouwen van een goede werkrelatie. Ook dit kent een duidelijke communicatieve component. De professional dient in staat te zijn een vertrouwensrelatie op te bouwen en in stand te houden, zodat een student met een andere culturele achtergrond zich veilig voelt om zijn/haar verhaal te vertellen, ervaringen te delen en vragen te stellen. Verder kent het elementen zoals de ander respecteren, het ‘open’ en onbevooroordeeld in contact treden met de ander en een betrokken attitude.
Uitgangspunt 4 – Bewustwording als doelstelling Het zou ideaal zijn als er een gevalideerd instrument zou kunnen worden ontwikkeld dat daadwerkelijk zou meten in hoeverre een professional beschikt over de benodigde competenties. Echter, gedurende het traject van ontwikkeling van de oorspronkelijke scan voor jeugdhulpverleners bleek al dat een dergelijke doelstelling niet haalbaar zou zijn. Dit komt doordat het ontbreekt aan een toetsbaar normeringkader over wat ‘goed’ is en hoe dat ‘goede’ kan worden meten (en door wie). Zoals Muller en van der Reek (2009) constateren in hun onderzoek naar interculturele competentie is er op theoretisch niveau nog geen inhoudelijke consensus over de culturele gevoeligheid van communicatie. In de wetenschap wordt erkend dat die er is maar is er geen overeenstemming over wat dat dan precies inhoudt. Daarnaast signaleren zij dat er ook geen consensus bestaat over de vraag wie beoordeelt of een professional wel of niet communicatief intercultureel competent is, oftewel: vanuit wiens perspectief beoordeel je of de communicatie effectief is? Het ontbreken van een duidelijke visie op en toetsingskader ten aanzien van het succesvol communiceren met andere culturen, vindt mede zijn grondslag in het gegeven dat de waarde van een competentie altijd wordt bepaald door de context waarin zij plaats vindt. De context bepaalt of iets goed of fout is. Deze kan variëren per individuele situatie en verwijst enerzijds naar het beroep en anderzijds naar cultuur. Wat in het ene beroep bekwaam is kan dat in een ander beroep juist niet zijn. Wat in de ene cultuur gepast is, is in een andere cultuur wellicht uitermate ongepast. Doordat er geen objectieve norm of grens vast te stellen is ten aanzien van het al dan niet competent zijn op het gebied van interculturele communicatie, is het op dit moment niet haalbaar te komen tot een gevalideerd meetinstrument. Daarom is besloten een instrument te ontwikkelen dat cultuurdrempels scant met als doel bewustwording te creëren. Doel van de scan is degene die hem invult bewust te maken van de eigen competenties. Het instrument is absoluut niet bedoeld voor kwalificatie van docenten en dus ook niet voor hun diskwalificatie. Het instrument dient de volgende kenmerken te hebben: -
instrument is een scan, dat praktisch bruikbaar is, met als doel bewustzijn te creëren, ten aanzien van kennis-, houding- en vaardigheidselementen op gebied van interculturele communicatie, door middel van een zelfbeoordeling (assessment) van deze elementen door een docent.
IVA beleidsonderzoek en advies
11
Doordat het instrument competenties niet meet, maar met name cultuurdrempels scant, spreken we in het vervolg steeds over een (competentie)scan. Het is nadrukkelijk géén test waarvoor men kan slagen of zakken. Het gaat veel meer om op basis van de antwoorden ten aanzien van de kennis-, houding- en vaardigheidselementen een patroon te beschrijven dat duidt op de kunde van het betreffende individu, maar dat ook laat zien wat mogelijke valkuilen kunnen zijn en waar de mogelijkheden en richtingen liggen voor deskundigheidsbevordering.
Digitalisering scan Vanaf het begin af aan is duidelijk geweest dat de scan voor hbo-docenten een gebruikersvriendelijk en toegankelijk instrument moest zijn. Om deze reden is besloten de scan te digitaliseren en er een gratis internettoepassing van te maken. Deze zal aangeboden worden op/via de website van de HBORaad: www.hbo-raad.nl . Een belangrijk voordeel hiervan is dat randomisatie van antwoorden tot de mogelijkheden behoort; deelnemers krijgen dan per vraag de antwoorden in wisselende volgorde aangeboden. Dit gaat een volgorde-effect in de antwoorden tegen en maakt de uitkomsten van de scan minder voorspelbaar. Bovendien kent een internettoepassing een groot bereik onder de doelgroep en borgt het de anonimiteit en de privacy van degene die de scan invult. In principe houdt degene die de scan invult de resultaten voor zichzelf. Indien de docent daar aanleiding toe ziet kan hij/zij aan de hand van de verkregen inzichten met zijn/haar werkgever in gesprek over de mogelijkheden om de competenties ten aanzien van interculturele communicatie (verder) te verbeteren. Of uiteraard zelf op een andere wijze de benodigde deskundigheidsbevordering organiseren.
IVA beleidsonderzoek en advies
13
Overzicht competenties
In dit hoofdstuk beschrijven we welke kennis-, houding- en vaardigheidselementen zijn meegenomen in de scan.
Kennis De hbo-docent: • • • • • • • •
Heeft kennis van de algemene lijnen cultuur. Heeft kennis van de invloed van de migratiegeschiedenis, integratie-geschiedenis en veranderingen in sociale status. Weet dat cultuur dynamisch is. Kent de risico’s van stereotypering. Heeft kennis van communicatiestijlen en –codes in verschillende culturen. Weet dat cultuurverschillen de student kunnen hinderen zich optimaal te uiten. Weet dat sommige werkvormen/ lesinhoud mogelijk anders overkomen op iemand met een andere culturele achtergrond. Is zich bewust van (eventueel ervaren) machtsverschillen tussen docent en student.
Houding De hbo-docent: • • • • • • • • • • • •
Staat open voor culturele diversiteit in de klas/ in de maatschappij. Is nieuwsgierig naar andere denkbeelden. Zoekt naar overeenkomsten tussen culturen. Denkt na over het eigen (culturele) referentiekader en hoe dit kan verschillen met dat van anderen. Heeft de wil om sociale relaties aan te gaan met mensen uit een andere groep. Heeft het lef om situaties tegemoet te treden waarin het verloop van de communicatie onvoorspelbaar is. Staat open voor verhalen en ervaringen en veroordeelt niet. Toont culturele emphatie. Stelt zich flexibel op ten aanzien van de wijze van communiceren. Werkt vanuit een open en onbevooroordeelde houding. Toont respect. Is nieuwsgierig naar de ervaringen van studenten uit een andere cultuur.
Vaardigheid De hbo-docent: • • • • • •
Is in staat om af te tasten wat het referentiekader van de ander is en in hoeverre dat met het eigen referentiekader overeenkomt. Is in staat om percepties, informatie en situaties te beoordelen vanuit het eigen perspectief en (bij benadering) vanuit dat van de ander. Is bedachtzaam op het evalueren van een situatie vanuit verschillende perspectieven. Beschikt over voldoende empathisch vermogen ten opzichte van andere culturen en is in staat om dit in zijn/haar communicatie naar voren te laten komen. Stelt vragen als hij of zij iets niet kent of weet. Vraagt naar de situatie, waarden en wensen van de student en vult niet in vanuit stereotypen of eerdere ervaringen met anderen uit dezelfde culturele groep.
14IVA beleidsonderzoek en advies • • • • • • • •
Brengt informatie over op een voor de student begrijpelijke wijze. Kan omgaan met verschillen in aanraakgedrag en non-verbale communicatie. Maakt als er een taalprobleem is gebruik van non-verbale communicatie en visuele middelen. Past de eigen communicatiestijl aan: korte zinnen, makkelijke woordkeuze, voorbeelden geven, herhalen waar nodig. Past de gekozen werkvorm of lesinhoud aan zodat het leerdoel wordt behaald. Toont interesse en inlevingsvermogen. Neemt de tijd voor de student. Neemt initiatief in cultureel beladen sociale situaties.
Reflectie Het komen tot de oorspronkelijke scan voor jeugdhulpverleners heeft, gezien de beladen maatschappelijk discussie die onder dit thema ligt enerzijds en vanwege het gebrek aan een eenduidige visie op wat nu de kerncompetenties zijn om succesvol om te gaan met andere culturen anderzijds, veel voeten in de aarde gehad. De oorspronkelijke wens was te komen tot een gevalideerd instrument dat daadwerkelijk zou meten in hoeverre de hulpverlener over de benodigde competenties beschikt. En niet alleen zou scannen in hoeverre de hulpverlener bewust omgaat met mogelijke cultuurverschillen ten aanzien van communicatie. Deze ambitie is in de loop van de tijd bijgesteld. De voorliggende scan voor hbo-docenten borduurt hierop voort. Het is echter niet ondenkbaar dat ook in het hbo de discussie opkomt in hoeverre de elementen in de scan niet daadwerkelijk meetbaar zijn. Daarom gaan we kort hierop in. . De bijstelling in ambitie en doelstelling heeft het resultaat in onze mening in positieve zin beïnvloed. De onmogelijkheid om met wetenschappelijke inzichten een ‘dichtgetimmerd’ normeringskader vast te stellen heeft tot de pragmatische keuze geleid om meer te focussen op het perspectief van professionals in de praktijk. Dit heeft geleid tot een praktisch instrument dat door professionals goed is ontvangen en als waardevol wordt beschouwd. Het zichtbaar maken van de belevingswereld van professionals bleek voor de praktijk een grote interventiewaarde te hebben. Wij verwachten dat hetzelfde geldt voor hbo-docenten. Soms is het dan belangrijker om ‘meters te maken’ in de praktijk en eventueel later te kijken of zaken op een meer wetenschappelijke manier ‘gemeten’ kunnen worden. Dynamische werkelijkheden vragen in onze mening om een dynamische methodiek en het thema diversiteit is er bij uitstek één die bij enige pragmatiek gebaat is. We weten dat hulpverleners het leuk vinden om de scan in te vullen en dat de respons via de website goed loopt. Hopelijk zal dat ook in het hbo het geval zijn. Vaak komt er dan een discussie op gang over diversiteit en deskundigheid. Beleidsmakers kunnen hierop aansturen door bekendheid te geven aan de scan of mogelijk ook door er een bijeenkomst omheen te organiseren over interculturele vaardigheden.
IVA beleidsonderzoek en advies
15
Bronvermelding
Voor de scan Communicatie en cultuurdrempels is gebruik gemaakt van de volgende literatuur en bronnen: Anand, R. & Lahiri, Intercultural Competence in Health Care. Developing Skills for Interculturally Competent Care. In Deardoff, D.K. (Ed.) (2009). The SAGE Handbook of Intercultural competence. Sage Publishers. Arends-Tóth, J., & Van de Vijver, A.J.R. Domains and dimensions in acculturation: Implicit theories of TurkishDutch. International Journal of Intercultural Relations, 2004; 28: 19-35. Berry, J.W., Poortinga, Y.H., Segall, M. H., & Dasen, P. (2002). Cross-cultural psychology: Research and applications. Cambridge (UK): Cambridge University Press. Berry, J.W. A psychology of immigration. Journal of Social Issues, 2001;7: 615-631. Berry, J.W. Marginality, stress and identification in an acculturation Aboriginal community. Journal of CrossCultural Psychology, 1970; 22: 29-33. Bourhis, R.Y., Moïse, L.C., Perreault, S., & Senécal, S. Towards an Interactive Acculturation Model: A social psychology approach. International Journal of Psychology, 1997; 32: 369-386. Fong, R. Intercultural Competence in Social Work. Culturally Competent Practice in Social Work. In: Deardoff, D.K. (Ed.) (2009). The SAGE Handbook of Intercultural competence. Sage Publishers. Hoffman, E. Het TOPOI-model: een systeemtheoretische benadering van interculturele communicatie. Onderwijs en gezondheidszorg, 2003; 27: 176-181. Hoffman, E. Interculturele gespreksvoering. Een systeemtheoretische en pluralistische benadering. Presentatie. Movisie en NJI (maart 2010). Naar interculturele competentieprofielen in het preventieve en ontwikkelingsgerichte jeugdbeleid. Definitief concept. Muller, L & van der Reek E. (2009). Bejegening en begeleiding. Een twee-eenheid binnen de interculturele preventieve jeugdzorg. Tilburg: IVA. Shadid, W.A. Interculturele competenties: een vak apart. Leiden, mei 2010. Geraadpleegd op 17 juni 2011, http://interculturelecommunicatie.com/shadid/interculturele-competentie-een-vak-apart, Shadid, W.A. (2007). Grondslagen van interculturele communicatie. Studieveld en werkterrein. Kluwer. Shadid, W.A. Interculturele communicatieve competentie. Psychologie en Maatschappij, 2000; 24 (1): 5-14. Spitsberg, B. & Changnon, G. Conceptualizing Competence. In Deardoff, D.K. (Ed.) (2009). The SAGE Handbook of Intercultural competence. Sage Publishers. Vijver, J.R. van der & Leung, K. Methodological Issues in Researching Intercultural Competence. In Deardoff, D.K. (Ed.) (2009). The SAGE Handbook of Intercultural competence. Sage Publishers.
Bijlage 1: Acculturatie en communicatie In de scan wordt ingegaan op acculturatie. Dit is gebaseerd op de informatie die in deze bijlage is opgenomen. Wat is acculturatie? De Nederlandse bevolking is divers van samenstelling met inwoners uit veel verschillende landen met een scala aan culturen. Wanneer mensen of groepen met verschillende culturele achtergronden met elkaar in contact komen, kan dit leiden tot culturele veranderingen bij beide personen of groepen. Dit veranderingsproces wordt acculturatie genoemd. Berry en collega’s1 (2002) definieerde dit begrip als volgt: “A form of transmission experienced by individuals that results from contact with, and influence from, persons and institutions belonging to cultures other than their own”.2 Het gaat daarbij om langdurig contact, dus niet om kortere, meer vluchtige ontmoetingen tijdens bijvoorbeeld een vakantie in het buitenland. De culturele veranderingen die optreden kan men zowel op groepsniveau als op individueel niveau beschouwen. Dit onderscheid is belangrijk, omdat de culturele veranderingen van een groep als geheel kunnen verschillen van de culturele veranderingen van een individu binnen een (culturele) groep. Het hoeft dus niet zo te zijn dat de veranderingen die op groepsniveau optreden, te zien zijn bij elk individu van de desbetreffende groep. Bovendien kunnen de veranderingen die optreden op groepsniveau zich op een ander vlak bevinden wanneer men spreekt over veranderingen op individueel niveau. Zo kan acculturatie op groepsniveau zich uiten in veranderingen in politieke structuur of de sociale positie van een culturele groep in de samenleving. Effecten van acculturatie op individueel niveau kunnen bijvoorbeeld betrekking hebben op veranderingen in identiteit, waarden en opvattingen. In de context van het hoger beroepsonderwijs is acculturatie op individueel niveau het meeste van belang. Welke veranderingen precies optreden als gevolg van contact tussen twee (of meer) verschillende culturen is van vele factoren afhankelijk. Het voert te ver om hier al deze factoren te bespreken, maar een belangrijke bepalende factor is de ‘dominantie’ van de culturele groep. Hoewel in principe geldt dat verschillende groepen elkaar in gelijke mate kunnen beïnvloeden, is het in de praktijk vaak zo dat de ene culturele groep (meestal de meerderheidscultuur) de andere culturele groep (meestal de minderheidscultuur) domineert. De culturele veranderingen die optreden zullen in de nietdominante groep groter zijn dan in de dominante groep zelf. De culturele veranderingen die optreden als gevolg van acculturatie zijn grofweg langs twee assen te classificeren. De eerste as betreft de mate waarin men vasthoudt aan de ‘eigen’, ‘oorspronkelijke’ cultuur. De tweede as betreft de mate waarin men contact zoekt met en aspecten overneemt van de ‘andere’ cultuur. Het kruisen van deze twee assen resulteert in vier kwadranten. Berry3 heeft deze 1
Berry, J.W., Poortinga, Y.H., Segall, M. H., & Dasen, P. (2002). Cross-cultural psychology: Research and applications, Second edition. Cambridge (UK): Cambridge University Press. 2 Berry et al. (2002), p. 21. 3 Berry, J.W. (2001). A psychology of immigration. Journal of Social Issues, 57, 615-631.
17
kwadran nten, en kopp pelde aan elk kwadrant eeen ‘strategie’. Daarbij maakte m hij onnderscheid tu ussen strategieeën binnen de d niet-dominante mindeerheidsgroep p en strategieën binnen dde dominantte meerderrheidsgroep.. Het gaat in het laatste ggeval vooral om wat voor soort sameenleving de dominan nte groep nastreeft. In on nderstaandee figuur zijn de d twee dime ensies met dde daarbij ho orende strategieeën weergeggeven voor de niet-dominnante groep. Figuur 1: Acculturatiiestrategieën n van de niett-dominante groep4 Wanneerr iemand van n een gedom mineerde groe ep niet geneigd is om de eige en cultuur tee behouden en e veel ekt men contact zoekt met de dominante groep, spree milatie. Wann neer men echhter juist geneigd is van assim tot behou ud van de eig gen cultuur een weinig contact zoekt met de dominante groep, s preekt men van separatie e. In het geva al men zowell cultuurbehoud nastreeft als veel contact zoekt m met de domin nante groep, wo ordt gesprokken van integgratie. Margiinalisatie is het teggenovergeste elde hiervan,, waarbij de behoefte tot cultuu urbehoud laa ag is en men ook weinig contact zoekt met de dominante groep. Bij acculturatiestrateg gieën van dee niet-dominante oort echter een e belangrijjke kantteke ning. De term m ‘strategie’ impliceert eeen bepaalde e mate groep ho van keuzzevrijheid vo oor de persoo on of groep iin kwestie. Echter, E de mo ogelijkhedenn om een bep paalde strategiee toe te passen staan nie et altijd vrij. M Met andere woorden: w men kan niet aaltijd de strategie toepasseen die hij of zij z graag zou willen toepaassen. De toegepaste strrategie worddt mede bepa aald door visiie van de dominante groep over de ssamenleving en de rol van de niet-doominante gro oep daarin. ZZo kan ieman nd alleen de integratiestrrategie toepassen in een samenlevin g die multicultturalisme naastreeft, waa arin onder anndere culture ele diversiteiit wordt geacccepteerd, er e relatief weinig vooroordelen n zijn en er een wederzijdds positieve verstandhou v uding is tusseen de dominante en 5 de niet-d dominante groep. g Berry integreerdee de afhankelijkheid van de dominantte groep in zijn z model, d door een soo ortgelijk asse enstelsel mett vier kwadraanten op te stellen s voor dde dominantte groep. Dit modeel is weergeggeven in Figu uur 2. Figuur 2: Acculturatiiestrategieën n van de dom minante groeep6 Ook Bourrhis7 erkende e het belang van de dominante groep in de d toegepastte acculturattiestrategie van v de niet-dominante groep p. Hij beschreeef dit verba and in zijn ‘Interractive Acculturation Moodel’ waarin de gewenste e strategie va an de niet-doominante gro oep wordt afggezet tegen de d visie van dde dominantte groep 4
Overgen nomen uit Berrry, 2001. Berry, 22001. 6 Overgen nomen uit Berrry, 2001. 7 Bourhis,, R.Y., Moïse, L.C., Perreault, S., & Senéc al, S. (1997). Towards T an In nteractive Accculturation Mo odel: A social psyychology apprroach. Interna ational Journa l of Psycholog gy, 32, 369-386. 5
18
op de acculturatie van de minderheidsgroep. Het kruisen van de strategie van de niet-dominante groep met de strategie van de dominante groep kan vervolgens leiden tot consensus (en dus geen problemen), een problematische relatie of tot conflicten tussen de twee groepen. Niet alleen een verschil tussen de gewenste en de daadwerkelijk toegepaste strategie kan leiden tot stress. Het acculturatieproces kan op zichzelf al stressvol kan zijn.8 Dit zit vooral in het proces van het leren kennen van de dominante cultuur en het aanleren van aspecten van deze cultuur, alsmede het loslaten van aspecten van de eigen cultuur. Ten slotte is in deze context nog van belang om te noemen dat de acculturatiestrategie die iemand van de niet-dominante groep toepast in een werkcontext nog kan verschillen van de strategie die iemand toepast in een privésituatie9. Bovendien is het goed mogelijk dat een eerste generatie migrant een andere strategie toepast dan iemand van de tweede generatie. Dit betekent dat het mogelijk is dat binnen een gezin verschillende strategieën worden toegepast. Ook dit zou tot een stressvolle situatie kunnen leiden. Meerwaarde van kennis over acculturatie In de wetenschappelijke literatuur wordt geen link gelegd tussen (kennis over) acculturatie voor docenten en voor hun studenten die later gaan werken in de hulpverlening. Het is daarom niet mogelijk om wetenschappelijk gefundeerde uitspraken te doen over het effect van deze kennis op de kwaliteit van het onderwijs en/of de geleverde hulp. Echter, op basis van literatuur over interculturele communicatiecompetenties en gesprekken met verschillende experts, kan wel een indicatie worden gegeven van dit mogelijke verband. Shadid10 beschrijft een intercultureel competent persoon als iemand die: -
Weinig vooroordelen heeft; Over een sterk empatisch vermogen beschikt; Open-minded is; Bereid is de wereld ook via de bril van anderen te bekijken; Ambiguïteit tolereert; Een cultuurrelavistische houding heeft; Zich gemakkelijk aanpast aan nieuwe en onbekende situaties; Kennis heeft van de omstandigheden en culturen van andere groepen; In de omgang met anderen naar overeenkomsten zoekt; Anderen respecteert en rekening houdt met hun wensen.
Het beschikken van kennis over acculturatie past in het bovengenoemde aspect “heeft kennis van de omstandigheden en culturen van andere groepen”. Het heeft namelijk betrekking op de omstandigheden van migranten, die een acculturatieproces meemaken. Ook de experts benadrukken het belang van kennis over acculturatie voor een docent of hulpverlener in dit opzicht. Zij geven aan dat deze kennis nodig is om te kunnen begrijpen wat een migrant doormaakt. Het acculturatieproces kan namelijk om verschillende redenen stressvol zijn, zoals eerder al werd aangegeven. Zo is het 8
Dit werd door Berry in 1970 al beschreven als ‘acculturative stress’ (Berry, J.W. (1970). Marginality, stress and identification in an acculturation Aboriginal community. Journal of Cross-Cultural Psychology, 22, 29-33). 9 Zo toonde onderzoek aan dat Turkse migranten (in Nederland) aanpassing aan in de Nederlandse cultuur belangrijker vinden in het publieke domein dan in het privé-domein. Zie: Arends-Tóth, J., & Van de Vijver, A.J.R. (2004). Domains and dimensions in acculturation: Implicit theories of Turkish-Dutch. International Journal of Intercultural Relations, 28, 19-35. 10 http://interculturelecommunicatie.com/shadid/interculturele-competentie-een-vak-apart, geraadpleegd op 17 juni 2011, document opgesteld in mei 2010, te Leiden.
19
mogelijk dan men niet die acculturatiestrategie kan toepassen die men wenst, vanwege bijvoorbeeld de druk van de dominante groep. Ook is het mogelijk dat stress wordt veroorzaakt doordat verschillende gezinsleden op een heel andere manier omgaan met acculturatie. Daarnaast kan het veranderingsproces op zichzelf al voor spanningen zorgen. Met andere woorden: het acculturatieproces dat de student (of later voor studenten: de cliënt) doormaakt kan de oorzaak (of één van de oorzaken) zijn van het probleem. Pas wanneer men weet dat het acculturatieproces een probleem kan zijn, zal men alert zijn op signalen op dit vlak en zal men gerichte vragen (kunnen) stellen om dit te achterhalen. In dit opzicht zou kennis over acculturatie dus kunnen leiden tot een betere inschatting van de oorzaak van het voorliggende probleem.
Bovendien kan een docent en latere hulpverlener met kennis over acculturatie zich volgens de experts waarschijnlijk beter voor stellen in wat voor soort (lastige) situatie iemand zit, wat mogelijk leidt tot meer empathie en betrokkenheid. Dit laatste sluit aan bij het aspect “beschikking over sterk empathisch vermogen” van de interculturele competente persoon die Shadid11 beschreef. De experts zien ook een duidelijk belang in van kennis over de rol van de dominante ‘meerderheidscultuur’ bij het acculturatieproces. Kennis op dit punt kan daarmee mogelijk bijdragen aan de “cultuurrelativistische houding”, die Shadid12 eveneens van belang acht bij interculturele communicatiecompetenties. Al met al geven de experts aan dat kennis over acculturatie leidt tot bewustwording, waardoor mogelijk zowel de vaardigheden (waaronder het stellen van de juiste vragen) als de houding (empathie, betrokkenheid en cultuurrelativistische houding) verbeteren in een interculturele context. Conclusie: dient kennis over acculturatie een plek te krijgen? In bovenstaande paragrafen is beknopt beschreven wat acculturatie inhoudt en wat de meerwaarde is van deze kennis over het acculturatieproces. Helaas wordt er in de wetenschappelijke literatuur geen expliciet verband gelegd tussen kennis over acculturatie en een effectieve communicatie tussen docenten en studenten of tussen hulpverleners en cliënten, waardoor het mogelijk positieve effect van deze kennis niet kan worden aangetoond. Echter, op basis van literatuur over interculturele communicatiecompetenties en gesprekken met experts, concluderen wij dat kennis over het acculturatieproces waarschijnlijk bij kan dragen aan de interculturele communicatiecompetenties van beiden.
11
http://interculturelecommunicatie.com/shadid/interculturele-competentie-een-vak-apart, geraadpleegd op 17 juni 2011, document opgesteld in mei 2010, te Leiden. 12 http://interculturelecommunicatie.com/shadid/interculturele-competentie-een-vak-apart, geraadpleegd op 17 juni 2011, document opgesteld in mei 2010, te Leiden.
20
Colofon Communiceren en cultuurdrempels - De ontwikkeling van een zelfscan voor hbo-docenten
Auteurs Beatriz Roman Rob Vink Mary van den Wijngaart
Uitgever IVA Warandelaan 2 Postbus 90153 5000 LE Tilburg Telefoonnummer: 013-4668466 Telefax: 013-4668477 IVA is gelieerd aan de UvT
HBO-raad, november 2012