project fungeert. Curator van de manifestatie 2030: War Zone en tevens gast redacteur van Amsterdam dit nummer Brigitte van der Inleiding bij de manifestatie Sande zet in deze inleiding De manifestatie haar motieven ‘2030 War Zone uiteen. Amsterdam’,1 die in november 2009 van start gaat, is de directe aanlei ding voor deze uitgave van Open, die als onafhankelijke reader bij het Brigitte van der Sande
1. Het vooronderzoek van de manifestatie was mogelijk dankzij een bemiddelaarssubsidie van het Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst (Fonds BKVB).
6
Open 2009/Nr. 18/2030: Oorlogszone Amsterdam
There is no audience, there are only participants. Naar Joseph Kosuth
I can’t tell you what art does and how it does it, but I know that art has often judged the judges, pleaded revenge to the innocent and shown to the future what the past has suffered, so that it has never been forgotten. I know too that the powerful fear art, whatever its form, when it does this, and that amongst the people such art sometimes runs like a rumour and a legend because it makes sense of what life’s brutalities cannot, a sense that unites us, for it is inseparable from a justice at last. Art, when it functions like this, becomes a meeting-place of the invisible, the irreducible, the enduring, guts and honour. John Berger
Het was mei 2002 toen ik op vakantie in Frankrijk een telefoontje kreeg: de populistische politicus en Nêerlands beroemdste relnicht Pim Fortuyn was vermoord, negen dagen voor de parlementsverkiezingen die hij naar verwachting zou winnen. In een hoofdartikel in Le Monde een paar dagen later beschreef een journalist de optocht van het woedende volk naar het parlement in Den Haag; Nederland stond op de rand van burgeroorlog. Wat een grap, dacht ik toen. Het land stond op zijn kop door de eerste politieke moord sinds Inleiding bij de manifestatie
1672, maar burgeroorlog in dit door consensus en compromissen gedre ven kikkerlandje, onmogelijk! Toch verwoordde de onlangs overleden cultuurcriticus Michaël Zeeman een maand voor de moord zijn voorge voel van een naderende catastrofe: “Ik geloof niet in het spookbeeld van een islamitisch gevaar en al evenmin in dat van de fortuynisten als xeno foob rapaille. Maar de gedachte dat de Nederlandse samenleving uit de aard van haar geschiedenis niet geneigd is tot 2. Michaël Zeeman, De Volkskrant, 15 april 2002. instabiliteit, lijkt Ook schrijver Ian Buruma wijst op 22 augustus 2009 mij aan een her in NRC Handelsblad op ziening toe. Want de verdeling van de Hol landse maatschappij in zo te zien loopt twee kampen: angstige en getergde er inmiddels een Nederlanders moslims. Als deze ont akelige scheur wikkeling zich doorzet er bloed, zo eindigt door die samenle vloeit Buruma het artikel. ving, een scheur die er alleen maar 3. Het initiatief voor een van een oorlog groter op wordt.”2 verbeelding in Amsterdam in het jaar komt van Partizan ‘2030: War Zone 2030 Publik, “een denktank 3 Amsterdam’ is die zich inzet voor een betere maatschappij”. Zij een oefening in benaderden mij begin 2007 met het idee voor het voorstellen samenwerking in hun van het onvoor project ‘Amsterdam at War’. Partizan Publik wil stelbare: oorlog een virtuele expeditie in de na een oorlog in 2030 in je eigen stad in stad opzetten en daarvan de het jaar 2030. Er onderzoeksresultaten pre en ik zal vanuit is net een staakt- senteren de cultuur een bijdrage Besloten wordt al het-vuren afgekon leveren. snel de onderzoeken los te digd, een groep koppelen. Het vertrekpunt van Partizan Publik en internationale mij blijft hetzelfde: oorlog Amsterdam in het jaar kunstenaars, thea in 2030. De titel ‘Amsterdam termakers, filmma at War’ zal gebruikt worden Partizan Publik. Ik kers, journalisten door kies voor een meer buiteninstitutionele benadering en denkers trekt van het onderwerp onder Amsterdam in om de titel ‘2030: War Zone Amsterdam’. te onderzoeken 7
wat de oorlog met de stad en haar inwoners heeft gedaan. ‘2030: War Zone Amsterdam’ benoemt geen vijand, geeft geen antwoorden, maar vuurt vragen af op een mogelijke toe komst. De deelnemers bezetten de openbare ruimte, infiltreren in ten toonstellingen, festivals en publicaties of zoeken dekking in ondergrondse ruimten. ‘2030: War Zone Amster dam’ maakt het voor Nederlanders zo abstracte begrip oorlog specifiek en tastbaar door de kunstenaars én het publiek te verplaatsen naar een oor logssituatie in Amsterdam. De vijand is onbekend; de geschie denis toont keer op keer dat een voormalige vijand een beste vriend kan worden. Er is voor gekozen de oorlog in de stad te situeren, en niet in het hele land. Het karakter van oorlog is veranderd, deze vindt niet meer tussen natiestaten plaats, maar tussen etnische, religieuze of economisch gemotiveerde groepe ringen die niet in (arbitraire) lands grenzen te vatten zijn. Maar hoe ziet oorlog er in 2030 uit? Sinds 9/11 zijn een paar vliegtuigen voldoende om landen in oorlog te storten. Zullen democratische regeringen hun mili taire strategieën aanpassen en, zoals de Amerikaanse journalist Robert Kaplan beweert, met kleine groepen krijgers preventieve acties onderne men? Welke tactieken gebruikt men tegen die tijd in urban warfare? Huidige en toekomstige generaties groeien op met Second Life, virtuele spelletjes en trainingen. Wat voor soldaten worden hiermee gecreëerd? Beleven zij de realiteit van oorlog 8
op eenzelfde manier als soldaten die opgroeiden in een mechanisch tijd perk? Als iedereen continu gemoni tord wordt, hoe ontwijkt de bevolking dan virtuele en fysieke surveillance, via welke kanalen communiceren mensen? Hoe en waar overleeft men de gewelddadigheden, hoe ziet het dagelijkse leven eruit? Is er een publiek domein en hoe ziet dat eruit? Wordt er nog kunst gemaakt, en hoe bereiken kunstenaars hun publiek? De kunstenaars antwoorden niet let terlijk op deze vragen, maar nemen ze als vertrekpunt voor een discussie over de (on)mogelijkheid van oorlog en de rol van kunst. Permanente staat vanuitzonderlijkheid Amsterdam stond altijd bekend als een open, tolerante stad waar mensen uit verschillende cultu ren en achtergronden zonder veel problemen met elkaar leefden. Als Amsterdammer was ik trots op onze eeuwenoude reputatie als toevluchts oord voor religieus of politiek ver volgden uit de hele wereld. Sinds de aanslagen op de Twin Towers in New York in 2001, en de moorden op Pim Fortuyn in 2002 en op filmmaker Theo van Gogh in 2004, is de stem ming in de stad echter omgeslagen en gaandeweg verhard; bevolkings groepen trekken zich terug in hun eigen getto, of dit nu de Bijlmer, Oud-Zuid of Bos en Lommer heet. Veel oorspronkelijke Amsterdammers zijn bang geworden voor de islami tische bewoners van de stad die, in
Open 2009/Nr. 18/2030: Oorlogszone Amsterdam
onze hedendaagse 4. Zie voor een heldere van de ontwik politieke realiteit, analyse kelingen in Nederland na de moorden op Fortuyn potentiële ter en Van Gogh: Ian Buruma, 4 roristen zijn. We Murder in Amsterdam: Death of Theo van zijn zelfs zo bang The Gogh and the Limits of (Londen: Atlan geworden dat we Tolerance tic Books, 2006). zonder protest toestaan dat er een technische infra structuur wordt ontwikkeld waarmee al ons internet- en telefoonverkeer, onze fysieke bewegingen in het openbaar vervoer en in de auto, onze medische gegevens, gegevens over de fysieke, mentale en sociale ontwikke ling van onze kinderen en dergelijke, jarenlang worden opgeslagen en ter inzage van de autoriteiten worden gesteld. Mensen in (semi-)openbare ruimten in de steden worden meer en meer op verdachte bewegingen – of nog verdachter, in stilstand5 – met videocamera’s 5. Rick van Amersfoort van Buro Jansen & Janssen gemonitord. En wees mij erop dat stilstand de afwijking is en beweging dit alles wordt de norm. Zwervers, junks, beschermd door bedelaars, straatmusici etc. komen vanwege hun een juridische immobiliteit automatisch in infrastructuur die het vizier van de politie. in vele opzichten 6. Gerhart Baum, staats secretaris en later minis verder gaat dan ter van Binnenlandse Zaken in Duitsland van de Amerikaanse 1972-1982 schetst in de Patriot Act van Tegenlicht-documentaire van Alexander Oey 6 oktober 2001. Onderhandelingen met Al Queda in 2007 een ver We leven in wat gelijkbare onomkeerbare Michael Hardt en fundamentele verandering het rechtsstelsel in Antonio Negri een van Duitsland. De politiek de angst voor ter permanente staat dikte roristische aanslagen van van uitzonderlijk de Rote Armee Fraktion aan om burgerrechten in te heid noemen, perken, in naam van veilig heid. USA Patriot Act staat waarin het recht voor Uniting and Streng van interventie thening America by Pro viding Appropriate Tools geldt, d.w.z. het Required to Intercept and Obstruct Terrorism Act. recht van de Inleiding bij de manifestatie
politie om orde te scheppen én te behouden. Wetten en rechten zijn er niet om burgers te beschermen, want iedereen is verdachte. Niemand ontkomt aan de blik van politie, die alle middelen inzet ter verhoging van de effectiviteit 7. Michael Hardt en Antonio Negri, Empire 7 van de controle. (Cambridge, Mass./Londen: University Press, Mét enthousiaste Harvard 2000), p. 17 e.v. Zie ook medewerking van het artikel van Willem elders in dit de burgers, gezien Schinkel nummer. het succes van 8. In het eerste jaar leidden de kliklijn Meld 100.000 meldingen tot oplossen van 485 mis Misdaad Anoniem het drijven. Dagblad Trouw, 11 februari 2005. Zie ook (M.) die in 2004 http://www.meldmisdaada 8 is ingesteld. noniem.nl/. Dus, om discussie te stimuleren en mensen aan het denken te zetten over hun verbazingwekkend laco nieke acceptatie van de inperking van hun burgerrechten in naam van veiligheid in the War on Terror, over de inzet van angst als politiek element en over de richting waarin wij burgers onze eigen maatschap pij willen ontwikkelen, vertrekt de manifestatie vanuit een oorlog in een voorstelbare toekomst. Niet omdat ik oorlogszuchtig zou zijn, of angstgevoelens wil opwekken, inte gendeel. Maar wel om het gemak onderuit te halen waarmee men in dit land ervan uitgaat dat Nederland nooit en te nimmer meer oorlog zal kennen omdat we daarvoor te rede lijk en beschaafd zouden zijn; tegen de aanname dat oorlog iets is uit een ver verleden of in een ver land. En om de ogen te openen voor een oorlog die volgens sommigen allang in de westerse maatschappij woedt, niet meteen zichtbaar en herkenbaar, 9
maar een die onderhuids en onder gronds doorwoekert als een slui pend gezwel dat 9. Niet alleen denkers als Peter Sloterdijk en Negri op onverwachte en Hardt wijzen hierop, maar ook, onafhankelijk plaatsen en op van elkaar, verschillende onverwachte van de deelnemende kun tijdens gesprek momenten aan het stenaars ken het afgelopen jaar. oppervlak komt.9 De representatie en de verbeelding van oorlog Wie onderzoek doet naar de repre sentatie van oorlog in de media en in de kunsten,10 weet dat de strenge scheiding tussen 10. Dit onderwerp was ook de basis van mijn tentoon het vermeende stelling ‘Soft Target. War as First-Hand Reality’, objectieve karakter ainDaily, 2005 bij Basis Actuele van de verslagge Kunst (BAK) in Utrecht in het kader van ‘Concer ving in de media ning War’. Zie ook Jordan Crandall (red.), Under en de subjec Fire 1: The Organization tieve verbeelding and Representation of Violence (Rotterdam: van oorlog in de Witte de With, 2004), twee aan hfdst. 7, kunsten inmiddels bijdragen ‘Assemblages of Image’, opgeheven is. De ‘Action and Event’, p. 79 en pp. 81-82. media, het is al vaak gezegd, leggen vanaf het begin van hun bestaan niet alleen vast maar manipuleren de beelden en de infor matie om de impact te versterken, om de waarheid van het nieuws te vergroten.11 Na een eeuw lange isola tie in de toren van 11. Zie mijn artikel ‘Truth Lies in War and Art’, de l’art pour l’art, and in catalogus Signals in Dark: Art in the zetten veel kunste the Shadow of War (Missis naars op hun beurt sauga, Canada: Blackwood en Justina M. Bar mediale middelen Gallery nicke Gallery, University of Toronto at Mississauga, in om een relatie 2008), pp. 97-103. aan te gaan met de buitenwereld. Mediatisering van de werkelijkheid is dan het vertrekpunt, niet de oorlog zelf. Paul Virilio laat 10
deze ontwikkeling al ver voor het tele visietijdperk beginnen, namelijk met Géricaults Het vlot van de Medusa uit 1818. Met dit schilderij treedt de kunst de wereld van de nieuwstech nologie binnen. Niet alleen was de aanleiding van het schilderij een poli tieke rel, ook het schilderij zelf werd dat. De tele-aanwezigheid vervangt de echte aanwezigheid van het kunst werk, aldus Virilio. Net als de krant, waar na een dag de vis in verpakt wordt, verliest het kunstwerk zijn waarde, zijn kwa 12. Paul Virlio, Ground Zero (Londen: Verso, liteit als uniek en 2002), pp. 48-51. zeldzaam object.12 Wat de kunsten dan nog kunnen betekenen in de verbeelding van oorlog, in de verbeelding van de wer kelijkheid, is een vraag die mij als tentoonstellingsmaker al jaren bezig houdt. Hoe herstellen we de kracht van het beeld, in een tijd waarin het scheppen van beelden allang niet meer is voorbehouden aan profes sionals. Hoe bereik je een publiek dat zich passief afwendt van of actief onderdompelt in het overaanbod van spektakel, emotie en entertain ment? Kunnen wij de schijn der dingen doorbreken en het vluchtige zien vervangen door het Sehen zoals Rilke dat opvatte: het langdurig en indringend waarnemen van de alle daagse werkelijkheid dat zijn vorm krijgt in kunst? Want we zijn niet alleen maar mediaschepsels, niet al onze ervarin gen, gedachten en emoties worden bepaald door de media. ‘2030: War Zone Amsterdam’ is een verzet tegen intellectuele luiheid en onver
Open 2009/Nr. 18/2030: Oorlogszone Amsterdam
schilligheid, een intense poging om onze huidige tijd en maatschappij te begrijpen. Als kunsthistoricus en tentoonstellingsmaker doe ik dat met de middelen die ik heb: de kunsten. Paul Virilio presenteerde in 2002 een plan voor een Museum van Ongeluk ken, als tegenzet tegen de lawine van natuurlijke en door de mens veroorzaakte ongelukken, incidenten en rampen. Hoewel zijn tentoon stelling door de eenvormigheid van de gekozen kunstwerken, met veel letterlijke en bekende beelden van rampen, minder overtuigde dan de bijbehorende publicatie sprak zijn intentie mij erg aan. Virilio wachtte niet gelaten af tot hem een ramp overkwam, hij draaide vilein de situ atie om: in plaats van dat wij bloot gesteld worden 13. Paul Virilio, Unknown Quantity (Londen: aan ongelukken Thames & Hudson, 2003), catalogus van de tentoon legt hij de onge stelling met dezelfde titel lukken bloot in in Fondation Cartier pour l’art contemporain, Parijs, een nieuw soort 29 november 2002 – 20 museumkunde en maart 2003. museografie.13 Mijn tentoonstelling ‘Soft Target: War as a Daily, First-Hand Reality’ in 2005 met 14 uur film- en videoma teriaal, installaties en schilderijen, was een protest tegen het ‘shockand-awe’ schouwspel van oorlog in de media. Met ‘Soft Target’ poogde ik zelf te ontsnappen aan de klas sieke tentoonstelling in de white cube van Basis Actuele Kunst (BAK) in Utrecht, door naast de ruimten van BAK zelf een aantal ruimten in winkelcentrum Hoog Catharijne te gebruiken, met het doel een opener relatie met de buitenwereld aan te Inleiding bij de manifestatie
gaan. Met de manifestatie ‘2030: War Zone Amsterdam’ treed ik helemaal buiten de muren van de kunstinstitu ties in een streven een stap verder te gaan dan de symbolische representa tie van de werkelijkheid in het – o zo vertrouwde en o zo veilige – museum en de kunstinstelling. De locaties, de kunstenaars en de communicatie Het publiek hoeft voor deze mani festatie geen entree te betalen; voor oorlog koopt tenslotte ook niemand een toegangskaartje. Korte artistieke interventies en performances spelen zich af op de pleinen en in de straten van de stad; festivals, tentoonstel lingen en publicaties worden geïnfil treerd door de kunstenaars, al dan niet met medeweten van de organi satoren. In ondergrondse ruimten in de stad, van Koude Oorlogsbunkers en noodtunnels, tot ondergrondse bakstenen en betonnen containers voor de opslag van water bij drei gende overstromingen, vinden op gezette tijden activiteiten plaats in de ‘laatste’ toevluchtsoorden in het toe komstige oorlogsgebied Amsterdam. Alle dertig deelnemende kunste naars en kunstenaarscollectieven, die ik ontmoet heb tijdens reizen het afgelopen anderhalve jaar naar het Midden-Oosten, Oost-Europa, Canada en binnen West-Europa, hebben projecten in de open bare ruimte gedaan en kennen de obstakels van het werken buiten de white cube. Veel kunstenaars, vooral degenen uit niet-westerse 11
landen zijn niet alleen kunstenaar, maar ook curator en hebben orga nisatorische ervaring. Naast een variëteit in de inhoudelijke aanpak, disciplines en het werk van de kun stenaars heb ik ook gekeken naar een vruchtbare samenstelling van de groep als geheel: naast war mongers zijn peacekeepers uitgeno digd, naast zwartkijkers optimisten. Voor een deel wonen en werken de kunstenaars in (voormalige) oor logsgebieden; zij zullen vanuit hun persoonlijke oorlogservaringen en expertise als kunstenaar anders naar deze fictieve opdracht kijken dan de kunstenaars die de Nederlandse of westerse situatie van binnen uit kennen. Tijdens een week lang workshops en verkenningen van de stad, wanneer de kunstenaars een gezamenlijk bezoek aan Amsterdam brengen, wordt veel tijd gereser veerd voor dis 14. Het projectteam bestaat uit Dyveke Rood cussies met de (assistent curator), Rimme Rypkema (resear kunstenaars en cher), Hansje Lo-A-Njoe 14 het projectteam (logistiek en catering), Bosman (com over de uitgangs Christiane municatie), Rudolf Even huis (registratie). punten van de manifestatie. Alle communicatiemiddelen zullen oorlogscondities in acht nemen. Welke staan tot onze beschikking als alle vertrouwde media wegval len: geen internet, geen televi sie, geen mobiele telefoon? Met de kunstenaars wordt besproken hoe de (ondergrondse) activitei ten op zo’n wijze gecommuniceerd kunnen worden dat ze moeilijk te traceren zijn en toch een breed en divers publiek kunnen bereiken. 12
Er wordt om te beginnen gekeken naar low-tech voorbeelden uit de kunstgeschiedenis als mail art en hedendaagse subcultuuruitingen als graffiti, maar ook high-tech middelen zullen onderzocht worden. De grote mobiliteit van mensen in de culturele wereld wordt ingezet voor interna tionale contacten en het verspreiden van berichten. Een aantal vertegen woordigers van de algemene pers zal uitgenodigd worden om als embedded journalist in de manifestatie mee te doen. De uitkomsten van de manifestatie zijn uiterst onzeker: blijft zij een theoretische Spielerei voor enkelin gen, of houdt ze een breed publiek werkelijk een spiegel voor en zet zij hem aan het denken over zijn eigen positie in een land dat volgens som migen op de rand van burgeroorlog staat, volgens anderen allang in staat van oorlog is? Eén ding staat wat mij betreft vast: er zijn geen toeschou wers, iedereen is deelnemer.
Open 2009/Nr. 18/2030: Oorlogszone Amsterdam
Kunstenaars 2030: War Zone Amsterdam
Adi Kaplan/ Shahar Carmel Kibutz Ein Hahoresh, 1967/ Tel Aviv, 1958/ Tel Aviv
Nesrine Khodr Beiroet, 1973
Gert Jan Kocken Ravenstein, 1971/ Amsterdam
Reine Mahfouz Beiroet, 1975
Hwayeon Nam Maja Bajevic
Seoul, 1979
Sarajevo, 1967/ Parijs
Pil and Galia Kollectiv
Joze Barsi
Jeruzalem, 1975/1976/ Londen
Ljubljana, 1955
PiST///
Sawsan Bou Khaled
Didem Özbek, Karabük, 1970
Beiroet, 1975
Osman Bozkurt, Karabük, 1970/ Istanbul
Persijn Broersen Margit Lukács
Plastique Fantastique
Delft, 1974/ Amsterdam, 1973
Simon O’Sullivan, Norwich, 1967/ Londen
Giorgio Andreotta Calò
Sebastian Romo
Venetië, 1979/ Amsterdam
Mexico City, 1973
Tony Chakar
Menachem Roth
Beiroet, 1968
Israël, 1975
ˇ Lana Cmaj canin ˇ
Eran Sachs
Sarajevo, 1984
Jeruzalem, 1975 / Jaffa
Danny Devos
Sala-Manca Group
Vilvoorde, 1959/ Antwerpen
Lea Mauas, Buenos Aires, 1974
Katja van Driel
Diego Rotman, Buenos Aires, 1972, Jeruzalem
Kleve, 1971/ Amsterdam
Malkit Shoshan
Ronen Eidelman
Haifa, 1976 / Amsterdam
Jaffa, 1971
TG42
Jamelie Hassan
Joeri Vos, Haren, 1981
Londen, Ontario, 1948
Isil Vos, Haren, 1986
Khaled Hourani
Mariana Aparicio Torres, Leiden, 1983
Ramallah, 1965
Noel S. Keulen, Heerlen, 1978/ Amsterdam en Rotterdam
IRWIN
Alite Thijsen
Dusan Mandi c, ˇ Ljubljana, 1954
Eibergen, 1957/ Amsterdam
Miran Mohar, Novo Mesto, 1958
Philippe Van Wolputte
Andrej Savski, Ljubljana,1961
Antwerpen, 1982 / Amsterdam
David Burrows, Londen, 1965
Roman Uranjek, Ljubljana,1961 Borut Vogelnik, Kranj, 1959/ Ljubljana
Inleiding bij de manifestatie
13