Programma van toetsing en doorstroming Onderbouw (PTD-O) - Versie voor ouders en leerlingen 2015-2016
1
Inleiding Voor u ligt de 2015-2016 versie van het programma van toetsing en doorstroming Onderbouw van het Da Vinci College Lammenschans. Dit document is tot stand gekomen door het samenvoegen van verschillende informatie die op meerdere plaatsen terug te vinden was. De verdeeldheid van deze cruciale informatie leidde tot onnodige problemen en kwam de duidelijkheid niet ten goede. We hebben getracht alle ter zake doende informatie uit de documenten ‘Handleiding voor de medewerkers’, ‘Informatiepakket voor ouders’ en ‘Overgangsinformatie’ goed leesbaar tot één document samen te voegen. U vindt hier informatie over: Gebruik Magister voor toetsing en planning Afspraken ten aanzien van toetsen Afspraken over rapportage en beoordeling Overgangsnormering van klas 1 naar 2 Overgangsnormering van klas 2 naar 3
3 3 4 9 11
2
Gebruik van Magister voor toetsing en planning In de ELO zijn de meest recente planners te vinden. Deze planners zijn in ieder geval voorzien van duidelijke informatie over toetsen (de te leren stof, inhoud en weging van de toets) naast een geperiodiseerde vakinhoud. Het is voor ouders en leerlingen noodzakelijk om toegang te hebben tot (en zich ook regelmatig op de hoogte te stellen van de inhoud van) de ELO van magister. 1. De docenten noteren het huiswerk, studiewijzer en afwezigen in Magister. 2. De docenten zijn verantwoordelijk voor het invoeren van cijfers in Magister; tenminste binnen twee weken na het uitvoeren van de toets. 3. De docenten hanteren Magister als leerlingvolgsysteem en waken over professionele verslaggeving. 4. De docenten gebruiken Magister consequent als studiewijzer/weekplanner.
Toetsafspraken Voor het opgeven van toetsen gelden de volgende afspraken en beperkingen: 1. Leerlingen krijgen maximaal 2 toetsen per dag (proefwerken en/of schriftelijke overhoringen). 2. Toetsen, zowel PW’s als SO’s worden tenminste een week voor afname opgegeven in Magister. Toetsen die niet tijdig zijn opgegeven worden beschouwd als niet opgegeven. 3. Op het moment van opgeven dient alle leerstof voor de betreffende toets behandeld te zijn, zodat leerlingen een week de tijd hebben om te leren. 4. Moderne vreemde talen plannen hun toetsen zodanig dat er per dag maar 1 toets voor een moderne vreemde taal plaats vindt.
3
Algemene afspraken t.a.v. rapportage en beoordeling Onderbouw 1.
Rapportage aan ouders
1.1
De ouders/ verzorgers van de leerlingen van leerjaar 1 en 2 ontvangen drie keer per cursusjaar een voortgangsrapportage middels een Rapport. Dit cijferrapport wordt aan de leerling meegegeven.
2.
Rapportage aan scholen
2.1
De basisscholen ontvangen twee keer per cursusjaar een overzicht van de vorderingen van haar oud-leerlingen. De teamleider en de mentor verzorgen de verzending van de rapportage van het eerste rapport van leerjaar 1.
3.
Beoordelingsafspraken
3.1
In een cursusjaar wordt de leerling drie keer beoordeeld op grond van de resultaten die in de aangegeven perioden zijn behaald.
3.2
De cijfers van het 1e, 2e en 3e rapport worden dus per periode afzonderlijk vastgesteld.
3.3
Cijfers t.b.v. het 1e, 2e en 3e rapport dienen te worden samengesteld op basis van een minimaal 2 representatieve toetsen per periode.
3.4
De cijfers op de Rapporten worden in tienden nauwkeurig gegeven: vb 6.2; 7.9, etc.
3.5
Rapportcijfers mogen in principe niet lager zijn dan 4.0 ! In uitzonderlijke gevallen mag een 3.0 worden gegeven, behalve bij het 1e rapport ! Het cijfer 3.0 moet altijd worden voorzien van een schriftelijke motivering (aan teamleider).
3.6
Het Eindrapportcijfer (= overgangscijfer) wordt in klas 1 vastgesteld door het gemiddelde te nemen van het cijfer van het 1e, 2e en 3e rapport volgens de formule: 1+2+2 ------------5
3.7
Het Eindrapportcijfer (= overgangscijfer) wordt in klas 2 vastgesteld door het gemiddelde te nemen van het cijfer van het 1e, 2e en 3e rapport volgens de formule: 1+1+1 ------------3
3.8
Het Eindrapportcijfer wordt zuiver rekenkundig bepaald, waarbij een afronding op hele en halve cijfers wordt toegepast: vb 7.0; 6.5 : zie voorbeelden afronding.
3.9
Indien een rapportcijfer van het 1e, 2e of 3e rapport ontbreekt vanwege een halfjaarsvak
4
of om een andere door de teamleider goedgekeurde reden, vindt middeling plaats volgens de verhouding 1:1: zie voorbeelden afronding. Met name geldt dit voor de vakken in de onderbouw die halfjaarlijks gegeven worden en bij tussentijdse instroom van een leerling. 3.10
Voor de halfjaarsvakken geldt dat twee keer een rapportcijfer wordt berekend: voor wat betreft de periode van 01-09 tot 01-02 : het 1e en 2e rapport, voor wat betreft de periode van 06-02 tot 01-07 : het 2e en 3e rapport.
3.11
Wanneer van een leerling te weinig cijfergegevens bekend zijn, wordt dit in de kolom opmerkingen vermeld. Schriftelijke toelichting is verplicht. Tijdens de vergadering kan het streepje (-) op de vergaderlijst worden ingevuld. Het streepje wordt handmatig door de mentor op het rapport vermeld !
3.12
Op de vergaderlijst kan tijdens de vergadering de letter A (Absent) worden ingevuld als het cijfer om geldige redenen ontbreekt (langdurige ziekte, instromer, handicap etc.).
3.13
In het eerste en tweede leerjaar van de Basis-/ Kaderberoepsgerichte leerwegklassen en van de Kader/ Theoretische leerwegklassen krijgt een aantal vakken twee cijfers, n.l. een Basisberoepsgericht en een Kaderberoepsgericht leerwegcijfer of een Kaderberoepsgericht en een Theoretisch leerwegcijfer.
De vakken die twee cijfers krijgen, zijn: Nederlands, Engels, Duits, wiskunde, mens & techniek, mens & natuur mens & maatschappij. De BK klein -klassen binnen de Basisberoepsgerichte leerweg krijgen in principe een Basisberoepsgericht leerwegcijfer in het eerste leerjaar. In het tweede leerjaar worden ook de kadercijfers op het rapport vermeld tenzij anders wordt afgesproken met de leerling en zijn/haar ouders.
In een uitzonderingsgeval worden in de bk-klassen of de kt-klassen na overleg met de teamleider en de desbetreffende vakgroepen slechts cijfers voor één leerweg gegeven. • • •
De leerling wordt in de gelegenheid gesteld na de rapportenvergadering proefwerken/ toetsen in te halen teneinde het streepje om te zetten in een cijfer. Op de rapportenvergadering wordt een termijn gesteld waarbinnen dit moet plaatsvinden. De teamleider en de mentor waarschuwen de leerling die een streepje (-) op het rapport heeft, dat er niet bevorderd kan worden als de gemiste proefwerken niet zijn ingehaald. Per toets en vak kan de wijze verschillen, waarop de twee cijfers worden bepaald. In de vakgroepen dient de cijferbepaling besproken en vastgesteld te worden .
3.14
Het toepassen van de formule: cijfer x 0,8 + 2 = cijfer op een ander niveau, is niet toegestaan.
4.
Het Rapport
4.1
Het gemiddelde cijfer per vak in tienden nauwkeurig wordt ingevoerd in Magister
4.2
Voor elk vak dient tevens een beoordeling betreffende de vaardigheden als Gedrag, Werkhouding en Zelfstandigheid (GWZ) ingevoerd te worden ten behoeve van de rapportenbesprekingen met de ouders/verzorgers door de mentor.
5
In leerjaar 1 en 2 worden de vaardigheden aangegeven met letters: O = onvoldoende T = twijfelachtig V = voldoende G = goed 4.3
Indien er geen gegevens aangeleverd kunnen worden, moet dat vermeld worden in de kolom 'opmerkingen'.
4.4*
Bij afwezigheid van een leerling verzorgt de mentor de toezending van het Rapport.
4.5*
De mentor maakt een kopie van het eindrapport voor het leerlingendossier. Het 3e (+Eind-) Rapport wordt uitgedeeld en hoeft niet meer worden ingenomen.
5. Rapportenvergaderingen 5.1
Rapportenvergaderingen vinden drie keer per jaar plaats.
5.2*
De vergadering wordt voorgezeten door de desbetreffende teamleider.
5.3*
De mentor doet de bespreking van zijn/ haar groep.
6.
Organisatie /werkwijze rapportenbespreking met ouders
6.1
De spreekavonden voor de ouders (leerlingen moeten ook meekomen) van klas 1 en 2 worden gehouden op de maandagen en /of dinsdagen. De school is open vanaf 16.30 uur en sluit om 22.00 uur.
6.2*
Op de spreekavond kunnen de ouders en de leerling op een avond alleen de mentor spreken. De uitnodiging aan de ouders + antwoordstrook wordt aan de leerlingen meegegeven c.q. opgestuurd uiterlijk 10 dagen voor de geplande ouderavond. Het antwoordstrookje wordt door de leerling bij de mentor ingeleverd, de mentor deelt aan de hand van de ingeleverde strookjes zelf de spreektijden in.
6.3*
De mentor geeft een formulier aan de leerlingen mee met de daarop geplande spreektijd.
6.4*
De mentor noteert de bezoekers van de ouderavond en eventuele bijzonderheden van het gesprek op een vervaardigde verslaglijst en voegt deze aan het leerlingendossier in Magister toe.
6.5*
De mentor neemt contact op met de ouders die niet op de spreekavond geweest zijn om de noodzakelijke informatie over hun kinderen door te geven of te verkrijgen.
*: afwijkende nummering in vergelijking met de uitgebreide schoolversie. Bijlage: voorbeelden van afrondingen
De rapportcijfers van de rapporten 1,2 en 3 worden afgerond op tienden nauwkeurig. Om correct af te ronden berekent men twee cijfers achter de komma! Voorbeeld:
6,24 6.25
= 6,2 = 6,3
7,84 7,85
= 7,8 = 7,9
5,93 5,95
= 5,9 = 6.0
Het eindrapportcijfer wordt zuiver rekenkundig bepaald, waarbij een afronding op hele en halve cijfers wordt toegepast.
6
6.20
= 6; 6.24
Voorbeeld :
= 6;
1e Rapport: 2e Rapport: 3e Rapport:
6.25 t/m 6.74 = 6.5; 6.75 t/m 7.24 = 7;
7.25
= 7.5
5,4 (1x) 4,1 (1x) 4,6 (1x) ----------14,1
Eindrapport: 14,1 : 3 = 4,70 = 4,5 Voorbeeld 2: 1e Rapport: 2e Rapport:
Eindrapport: voorbeeld 3:
2e Rapport: 3e Rapport:
Eindrapport:
6,4 (1x) 7,1 (1x) ! ---------13,5 13,5 : 2 = 6,75 = 7 7,5 (1x) 5.2 (1x) ! ---------12,7 12,7 : 2 = 6,35 = 6,5
7
Overgangsnormering leerjaar 1 1.1.
Algemene afspraken die gelden bij de beoordeling:
Er tellen 8 vakken mee voor de Basis-/ Kaderberoepsgerichte leerweg Nederlands, Engels, Wiskunde, Mens & Maatschappij, Mens & Natuur Mens & Techniek, Mens & Bewegen, Mens & Cultuur (Tekenen, Handvaardigheid, Muziek).
Er tellen 9 vakken mee voor de Kaderberoepsgerichte /Theoretische leerweg. Nederlands, Engels, Duits, Wiskunde, Mens & Maatschappij, Mens & Natuur, Mens & Techniek, Mens & Bewegen, Mens & Cultuur (Tekenen, Handvaardigheid, Muziek).
Voor het keuzeprogramma dans, sport, techniek, muziek, theater of kunst wordt een aparte beoordeling gegeven die met name gaat over vaardigheden.
Voor de dvz-uren wordt de inzet beoordeeld met O = onvoldoende T = twijfelachtig V = voldoende G = goed
Onvoldoenden worden uitgedrukt in tekorten. De cijfers op het eindrapport worden afgerond op hele en halve cijfers. Tekorten worden hierover berekend op de volgende manier: cijfer 5½ 5 4½ 4 3½ 3 tekort ½ 1 1½ 2 2½ 3
Als aan één van de bevorderingsvoorwaarden niet wordt voldaan, voeren teamleider en mentor de leerling op als ‘te bespreken leerling’. Zij formuleren een voorstel en leggen dit aan de vergadering voor. Voor leerlingen in de Kaderberoepsgerichte/ Theoretische klassen kan het niet voldoen aan de overgangsnormen leiden tot plaatsing in een Basis/Kaderberoepsgerichte klas.
Bij determinatie voor een bepaalde leerweg wordt eveneens gekeken naar de vaardigheden als gedrag, werkhouding en zelfstandigheid (GWZ).
1.2
Bevorderingsvoorwaarden naar 2 Basis-/ Kaderberoepsgerichte leerweg Uitgangspunt: Kaderberoepsgerichte leerwegcijfers a. tenminste 48 punten bij 8 vakken, b. ten hoogste 3 tekorten; c. geen streepje(-) op het eindrapport.
òf Uitgangspunt: Basisberoepsgerichte leerwegcijfers a. tenminste 48 punten bij 8 vakken; b. ten hoogste 3 tekorten; c. geen streepje(-) op het eindrapport.
8
1.3
Bevorderingsvoorwaarden naar 2 Kaderberoepsgerichte/ Theoretische leerweg Uitgangspunt: Theoretische leerwegcijfers a. tenminste 54 punten bij 9 vakken, b. ten hoogste 3 tekorten in de vakken; c. tekorten in ten hoogste 2 vakken; d. geen streepje (-) op het eindrapport.
óf Uitgangspunt: Kaderberoepsgerichte leerwegcijfers a. tenminste 67 punten bij 9 vakken, b. geen tekorten in de Kadercijfers; c. geen streepje (-) op het eindrapport.
1.4
Bevorderingsvoorwaarden van 1 Basis-/ Kaderberoepsgerichte leerweg naar 2 Kaderberoepsgerichte/ Theoretische leerweg Uitgangspunt: Kaderberoepsgerichte leerwegcijfers a. tenminste 60 punten bij 8 vakken, waarvan 48 punten voor het totaal van de vakken: Ned; Eng; Wis; M&M, M&N; M&T b. geen tekorten in de hierboven genoemde 6 vakken c. geen streepje (-) op het eindrapport; d. accorderend door de meerderheid van het betrokken docententeam. e. een taak voor Duits voldoende hebben afgesloten.
9
Overgangsnormering leerjaar 2 2.1
Algemene afspraken die gelden bij de beoordeling:
Bij de bevordering naar leerjaar drie wordt de leerling geplaatst in de leerweg waarin de leerling uiteindelijk examen gaat doen.
Er tellen 8 vakken mee voor de Basis-/Kaderberoepsgerichte leerweg. Nederlands, Engels, Wiskunde, Mens & Maatschappij, Mens & Natuur, Mens & Techniek, Mens & Bewegen, Mens & Cultuur (Tekenen, Handvaardigheid, Muziek).
Er tellen 9 vakken mee voor de Kader-/Theoretische leerweg. Nederlands, Engels, Duits, Wiskunde, Mens & Maatschappij, Mens & Natuur, Mens & Techniek Mens & Bewegen en Mens & Cultuur (Tekenen, Muziek, facultatief Handvaardigheid)
Voor het keuzeprogramma dans, sport, techniek, muziek, theater of kunst wordt een aparte beoordeling gegeven die met name gaat over vaardigheden.
Onvoldoenden worden uitgedrukt in tekorten: cijfer 5½ 5 4½ 4 3½ 3 tekort ½ 1 1½ 2 2½ 3
Bij de bevordering naar de bovenbouw wordt "het advies" van het klassenteam betrokken, dat gebaseerd is op de rapportage van de vaardigheden, als gedrag, werkhouding en zelfstandigheid (GWZ).
Bij bevordering naar de leerwegen in de bovenbouw worden aan relevante vakken toegevoegde overgangsvoorwaarden gesteld.
Als aan één van de bevorderingsvoorwaarden niet wordt voldaan, voeren teamleider en mentor de leerling op als ‘te bespreken leerling’. Zij formuleren een voorstel en leggen dit aan de vergadering voor.
2.2.
Bevorderingsvoorwaarden naar: 3 Basisberoepsgerichte leerweg Uitgangspunt: Basisberoepsgerichte leerwegcijfers a. tenminste 48 punten bij 8 vakken; b. ten hoogste 3 tekorten in de vakken; c. geen streepje (-) op het eindrapport; d. voldoen aan de criteria voor een afdeling.
Mobiliteit & transport Grafimedia (MVI)
- 24 punten voor het totaal van de vakken: ned; eng; wis; mens & techniek;
Economie & Ondernemen
- 24 punten voor het totaal van de vakken: ned; eng; wis; mens & maatschappij
10
Zorg & Welzijn
D&P ICT
D&P SD&V
2.3
- 24 punten voor het totaal van de vakken: ned; eng; mens & natuur; mens & maatschappij - 24 punten voor het totaal van de vakken: ned; eng; wis; mens & techniek - 24 punten voor het totaal van de vakken: ned; eng; mens & natuur; mens & maatschappij
Bevorderingsvoorwaarden naar: 3 Kaderberoepsgerichte leerweg Uitgangspunt: Kaderberoepsgerichte leerwegcijfers a. tenminste 48 punten bij 8 vakken; b. ten hoogste 3 tekorten in de vakken; c. geen streepje (-) op het eindrapport; d. voldoen aan afdelingscriteria, te weten:
2.4
Mobiliteit en Transport Grafimedia (MVI)
- 26 punten voor het totaal van de vakken ned; eng; wis; mens & techniek
Economie & Ondernemen
- 26 punten voor het totaal van de vakken: ned; eng; wis; mens & maatschappij;
Zorg & Welzijn
- 26 punten voor het totaal van de vakken: ned; eng; mens & natuur; mens & maatschappij
D&P ICT
- 26 punten voor het totaal van de vakken: ned; eng; wis; mens & techniek
D&P SD&V
- 26 punten voor het totaal van de vakken: ned; eng; mens & natuur; mens & maatschappij
Bevorderingsvoorwaarden naar 3 Theoretische leerweg Uitgangspunt: de Theoretische leerwegcijfers a. tenminste 54 punten voor de 9 vakken; b. tenminste 45 punten voor de 7 relevante vakken c. ten hoogste één de relevante vakken heeft tekorten;
11
d. geen streepje (-) op het eindrapport.
De relevante vakken zijn: 1. Nederlands 2. Engels 3. Duits 4. Wiskunde 5. Mens & Techniek 2.5
6. Mens & Natuur 7. Mens & maatschappij
Bevorderingsvoorwaarden van 2 Basis-/ Kaderberoepsgerichte leerweg naar 3 Theoretische leerweg Uitgangspunt: de Kaderberoepsgerichte leerwegcijfers a. tenminste 56 punten voor de 8 vakken, waarvan 45 punten voor de 6 relevante vakken. b. geen tekorten in de relevante vakken; c. geen streepje (-) op het eindrapport; d. van ieder relevant vak in de laatste rapportperiode toetsen op theoretisch niveau hebben gemaakt; e. een eenduidig T advies door de lerarenvergadering. De relevante vakken zijn: 1. Nederlands 2. Engels 3. Wiskunde 4. Mens & techniek
5. Mens & Natuur 6. Mens & maatschappij
Let op: bij een overstap van 2BK naar 3TL geldt de beperking dat het vak Duits NIET gekozen mag worden.
12