PROGRAMMA
FEDERALE VERKIEZINGEN
2010 VLAMINGEN EERST!
1
INHOUDSTAFEL
I. Project Vlaamse Staat
II. Veiligheid en justitie
III. Immigratie en islamisering
IV. Een welvarend, ondernemend en sociaal Vlaanderen
V. Een alternatief voor de Belgische energiepolitiek
VI. Europa, Buitenlandse Zaken en Landsverdediging
* *
*
2
TEN GELEIDE
Wij hebben naar aanleiding van deze belangrijke verkiezingen een 6-tal speerpunten voor u geselecteerd in een beknopt - op federale bevoegdheden gericht - overzicht van ons partijprogramma. De val van de laatste regering-Leterme is plots maar niet onverwacht gekomen. Al te lang bleef het Belgische establishment beweren dat de zaak BHV kon opgelost worden. Dat was een illusie. Het Vlaams Belang wil tijdens deze verkiezingscampagne aantonen dat alle andere Vlaamse politieke partijen, geschrokken als ze zijn - de afgelopen weken - van het effect van de Franstalige veto’s, nu “een grote staatshervorming als oplossing voor de Belgische problemen” naar voren schuiven. Daardoor ligt de inzet van deze verkiezingen op tafel: Vlaamse toegevingen en hoe ze ‘onzichtbaar’ zullen worden gemaakt. Want dat was het kenmerk van de diverse vroegere staatshervormingen: de Vlamingen moesten zwaar afdokken. Talrijke analyses die de afgelopen jaren werden gemaakt tonen overigens aan dat sleutelen aan België geen meerwaarde en zeker geen oplossing meer biedt. Massa-immigratie, de asielpuinhoop na de regularisatie van illegalen, de economische en sociale achteruitgang, de langzame implosie van het pensioendossier: het zijn allemaal stuk voor stuk gevolgen van de Belgische structuren waarin door de jarenlange Franstalige dominantie een goede en op Vlaamse maat gesneden oplossing onmogelijk werd gemaakt. Daar zal geen enkele nieuwe staatshervorming fundamenteel verandering in brengen. Kortom, het uitgangspunt van alle andere Vlaamse politieke partijen is dus niet meer een beter bestuur voor Vlaanderen maar lijkt enkel nog te zijn: “Hoe kunnen we de Belgische problemen oplossen?” Het Vlaams Belang blijft echter, zoals de naam het zegt, uitgaan van een beter bestuur voor Vlaanderen. Een eigen bestuur. Gericht op Vlaanderen, Vlamingen eerst.
Gerolf Annemans, Voorzitter Studiedienst
* *
*
3
I. PROJECT VLAAMSE STAAT Verdampt België? Of valt België uit elkaar? Het lijkt eerder het laatste dan het eerste. Duidelijk is in elk geval dat de Belgische federatie verder hervormen geen enkele zin laat staan meerwaarde meer heeft. De verkiezingen van 13 juni 2010 (zonder een splitsing van de kieskring BHV) zullen niet grondwettelijk zijn en minstens zullen zij besmet zijn met de vaststelling dat deze verkiezingen Vlamingen zullen hebben gediscrimineerd. Dit is een onwettelijk land. Verhofstadt. Het is vandaag overduidelijk dat de regeringen-Verhofstadt (1999-2007) de geschiedenisboekjes zullen ingaan als een periode van Belgische recuperatie. Nadat in maart 1999 de Vlamingen op grond van de vijf resoluties, gestemd in het Vlaams Parlement, een staatshervorming kort na de eeuwwende stevig hadden voorbereid, won een erg Vlaams georiënteerde VLD de verkiezingen. Een grote staatshervorming zou Vlaanderen ruime bevoegdheden moeten opleveren zeker en vooral in het sociaal-economische domein. De paars(groene) regeringen beslisten daar na een bocht van 180° vanwege Verhofstadt evenwel anders over. Er waren wel de Lambermont- en Lombardakkoorden van 2001, maar de bereikte resultaten waren bijzonder ontgoochelend. De Franstaligen haalden binnen wat er in de akkoorden voor hen inzat (geld voor hun onderwijs) en blokkeerden waar het kon de uitvoering van de ‘Vlaamse’ luiken. De PS had de machtshonger van Verhofstadt met succes gebruikt om de door Wallonië gevreesde Vlaamse resoluties af te blokken. Het Vlaams Belang wil: in afwachting van een Onafhankelijk Vlaanderen dat er opnieuw wordt teruggegrepen naar het kader van de 5 Vlaamse resoluties in plaats van dat ze verder worden weggemoffeld. Leterme. Het was dan ook schrikken voor de Franstaligen toen vanaf 2004 de resoluties opnieuw op de tafel kwamen. Dat gebeurde doordat de CD&V via de figuur van Yves Leterme aan een comeback begon te werken. De ruggengraat daarvan was - net als bij Verhofstadt in 1999 een sterk Vlaams imago, mede tot stand gebracht via een kartel met N-VA en via de nooit geziene belofte dat zonder splitsing van BHV of zonder staatshervorming de CD&V niet in een regering zou treden. De Franstaligen zetten meteen alles in werking om een terugkeer van de dynamiek der Vlaamse resoluties te verhinderen. Eerst werd het imago van Leterme verdacht gemaakt en na de duidelijke overwinning van het kartel in 2007 werd iedere vorm van gesprek over staatshervorming gesaboteerd. Leterme werd meermaals ten val gebracht, ook nadat hij zonder staatshervorming en zelfs zonder oplossing voor BHV toch aan een regering begon. Belangenconflicten en alarmbellen. Gedurende de hele Leterme-periode liet de CD&V toe dat via het misbruik van de procedure van belangenconflicten de gestemde wetsvoorstellen inzake BHV werden gesaboteerd en geblokkeerd. Overigens lekte uit dat het CD&V en VLD zélf waren, die aan de basis lagen van de belangenconflicten, zodat de regering wat uitstel zou bekomen en niet ten val zou kunnen worden gebracht. De CD&V strompelde verder in pogingen om een “onderhandelde oplossing voor BHV” tot stand te brengen. Die pogingen, ook de ultieme poging van 4
Dehaene, werden allemaal met groot cynisme door de Franstaligen gesaboteerd. Ultiem - toen na de laatste val van Leterme - de Vlamingen de wetsvoorstellen wilden stemmen, werd die poging geblokkeerd met een zogeheten alarmbel. Het Vlaams Belang wil: een onmiddellijke splitsing van zowel het kiesarrondissment als het gerechtelijk arrondissement Brussel Halle Vilvoorde zonder prijs of tegenprestatie, ook niet een prijs die verborgen zou zitten een zogenaamde staatshervorming. Welke splitsing van BHV? De splitsing van het kiesarrondissement is een correctie op een onrecht dat ontstond bij de vastlegging van de taalgrens. De Franstaligen hebben bijna 50 jaar van dit onrecht electoraal kunnen ‘profiteren’. De splitsing van de kieskring is sinds 1963 een Vlaamse politieke eis. Franstaligen en Vlamingen mogen beiden in Brussel concurreren, dat is de logica van de tweetaligheid van Brussel. Maar Franstalige partijen kunnen niet in Vlaanderen met Brusselse kopstukken blijven doen alsof België niet klaar en duidelijk in twee taalgebieden is gescheiden en alsof Brussel en de Vlaamse rand één en hetzelfde gebied zijn. Bij de creatie van provinciale kieskringen ging onder meer het Vlaams Belang toen met succes aankloppen bij het Arbitragehof en bekwam dat de kieskring - terecht - in een arrest werd bestempeld als een discriminatie van de Vlamingen. Sinds dat arrest is BHV een eerstelijns politiek thema. De splitsing werd door Vlaamse regeringen en Vlaamse politieke partijen niet enkel aan de kiezers, maar ook aan de burgemeesters van de Vlaamse Rand, plechtig toegezegd en beloofd. Daardoor zou immers een vrij agressieve verfransing van de Vlaamse Rand tot staan kunnen worden gebracht. Die belofte werd nooit ingelost omdat ook deze methodiek van het kartel CD&V-NVA strandde op de sabotage van de Franstalige politieke klasse in de Wetstraat. Ook toen de CD&V en de VLD zich waagden aan onderhandelingen, werd er geen resultaat geboekt. Wel ontstond daar een gevaarlijke situatie omdat onder Dehaenes impuls blijkbaar toegevingen vanwege Vlaamse onderhandelaars in het vooruitzicht werden gesteld die de splitsing meteen teniet deden, zoals de apparentering met Brussel en meer van dat fraais. Vlaanderen verloor zelfs een belangrijk deel van de voogdij over de faciliteitengemeenten en in Brussel werd de tweetaligheid van de ambtenaren afgeschaft. Omdat altijd - en terecht - een splitsing zonder toegevingen werd beloofd, is de splitsing niet doenbaar zolang de Franstaligen toegevingen blijven eisen. Het Vlaams Belang vreest daarom dat men de toegevingen inzake BHV zal willen verbergen in de finesses van de aangekondigde staatshervorming. Welke staatshervorming? De periode-Verhofstadt en bij uitstek de periode-Leterme heeft in ieder geval geleerd dat gelijk welke vorm van Vlaamse politiek binnen het federale België blijkbaar alleen mag verlopen binnen de paden en beperkingen die een zelfbewuste Franstalige politieke elite vastlegt. Vlaanderen bepaalt dus niet zijn toekomst, dat doen de Franstalige politici. Vermits de Franstaligen belang hebben bij een totaal status quo blokkeerden zij iedere verandering op alle vlak en zullen zij nieuwe veranderingen slechts in een heel fijn straaltje toestaan. Dat blijkt ook uit de wijze waarop nu de CD&V probeert de Vlaamse kiezer wijs te maken dat de Franstalige partijen allemaal bereid zijn een ‘ruime staatshervorming’ in de volgende regeerperiode mee tot stand te brengen. De CD&V omkadert die vage hoop met zo weinig mogelijk toelichting. Wat voor staatshervorming moet dit worden? Wat wordt de basis? Wat is het minimum minimorum? De vijf resoluties? Het arbeidsmarktbeleid? Fiscale autonomie? De borrelnootjes van Leterme-I? De 5
vette vis van de N-VA? Zelfs de N-VA blijft voorzichtig en vaag. Bij monde van Siegfried Bracke laat ze enkel weten dat Schiltz het grote voorbeeld is, daarmee de periode oproepende waarin bevoegdheden voor beide Gemeenschappen steeds werden afgekocht met onomkeerbare Vlaamse toegevingen. Ook de bereidheid om Di Rupo premier te maken spreekt boekdelen. Geen van de Vlaamse partijen wil over de staatshervorming iets duidelijks zeggen behalve dat er ‘oplossingen’ moeten komen. Dat is voor het Vlaams Belang veel te vaag. Daar ontstaat immers een democratisch deficit. De kiezer moet zich uitspreken, maar zonder degelijke informatie. In feite willen de Vlaamse politieke partijen een blanco cheque zodat ze min of meer na de verkiezingen hun zin kunnen doen. Confederalisme is tijdverlies. Niet gespeend van een drang om zich stoer voor te doen, wordt door sommige Vlaamse politieke partijen nu gesproken van ‘confederalisme’ als oplossing voor België. Het Vlaams Belang meent echter dat dit tijdverlies is en wellicht vooral een middel om België te laten voortbestaan en de dynamiek van een Vlaamse Onafhankelijkheid af te remmen. Vlaamse politici die nog niet eens in staat zijn gebleken om een zo futiel iets als de stemming van de BHV-voorstellen erdoor te krijgen, zouden nu plots wel tot een ‘gesprek’ in staat zijn waarin de volheid van bevoegdheid van de deelstaten het uitgangspunt is en waarin zou besproken worden welke bevoegdheden het Belgische niveau zou behouden. Dit is weinig geloofwaardig en overigens is er geen enkele hoop dat de Sociale Zekerheid, bron van zoveel onrechtvaardige onevenwichtigheid, door de Franstaligen zelfs nog maar gedeeltelijk als een deelstaatbevoegdheid zou worden erkend. Ook fiscale autonomie werd de afgelopen maanden door Franstalige politieke tenoren mee op het al erg lange taboelijstje geplaatst. Het leidt met andere woorden geen twijfel dat het Belgische kader een lang van crisis naar crisis "voorstrompelen" wordt zonder een optimaal beleid voor Vlaanderen. Een Onafhankelijk Vlaanderen moet het alternatief worden voor dat Belgische kader. Dit zou tot stand komen niet via "chaos" of "revolutie" maar via een Ordelijke Opdeling met als einddoel een Vlaamse lidstaat van de Europese Unie met Brussel als hoofdstad. De 19 Brusselse gemeenten vormen een tweetalig gebied. Inzake taalwetgeving verandert er dus niet veel, behalve dat het onafhankelijke Vlaanderen de taalwetten correct zal toepassen. De Brusselse Franstaligen zijn in een onafhankelijk Vlaanderen volwaardige Vlaamse staatsburgers met dezelfde rechten en plichten. Daarnaast wordt hun aparte identiteit gegarandeerd door bijzondere waarborgen op taalkundig, cultureel en onderwijsvlak. Het Vlaams Belang wil: dat in plaats van veel energie te investeren in staatshervormingen en confederalisme, Vlaanderen veeleer zou investeren in het actief voorbereiden van de Vlaamse Onafhankelijkheid en van een Ordelijke Opdeling van België; zolang België bestaat zou de Vlaamse Onafhankelijkheid bovendien als een stevige stok achter de deur moeten worden aangewend.
* *
* 6
II. VEILIGHEID EN JUSTITIE De misdaadcijfers blijven torenhoog in België en Vlaanderen. Moegetergde winkeliers geven er de brui aan. Oudere mensen durven in onze steden ’s avonds vaak de straat niet meer op. De samenleving wordt steeds vaker geconfronteerd met extreme, zinloze agressie. Ook het geweld tegen dienstverleners in de hulpverleningssector, op het openbaar vervoer en in scholen neemt toe. Mensen, wijken en steden geraken gevangen in een wurggreep van angst en onzekerheid. Door de laksheid van de parketten en de straffeloosheid wordt de situatie steeds erger. En toch minimaliseren de traditionele partijen het probleem. Volgens hen gaat het maar om een ‘gevoel van onveiligheid’. Het Vlaams Belang heeft genoeg van deze struisvogelpolitiek. Het terugdringen van de criminaliteit moet dé topprioriteit van elke regering worden. Wij eisen daarbij een harde en kordate aanpak. Meer politie voor leefbare wijken. Het Vlaams Belang wil meer politiemensen op straat, ook en vooral in die stadswijken die de andere partijen hebben ‘opgegeven’. Wij aanvaarden geen no-gozones en eisen een absolute nultolerantie tegenover straatcriminaliteit en bendegeweld. De invoering van een beperkte vorm van nultolerantie in Anderlecht, zelfs al wordt die nog niet gevolgd door een doeltreffende reactie van het parket, zorgde meteen voor een sterke daling van de criminaliteit en toonde het gelijk aan van het Vlaams Belang. Maar de aanpak is veel te beperkt. Het Vlaams Belang wil dat ook dat de voedingsbodem van de criminaliteit wordt aangepakt. Zo moet er een bijzonder krachtige bestrijding komen van de illegale economie in de steden. In een aantal wijken van onze grootsteden heeft die de reguliere economie grotendeels verdrongen en worden straatcriminelen volop ingeschakeld om de controle over de wijk over te nemen. Het Vlaams Belang eist dan ook een veel intensievere samenwerking tussen politie, justitie, de stedelijke administratie en alle economische, sociale en hygiënische inspectiediensten. Ook illegaal verblijf moet kordaat worden tegengegaan. Vanzelfsprekend vereist dit dat justitie snel en doeltreffend kan reageren en over voldoende opsluitingscapaciteit zou beschikken, zowel voor volwassenen als voor minderjarigen. Bovendien eisen wij een veel betere ondersteuning van de politiemensen door het bestuur. Een totale ommekeer is nodig. Vandaag horen we al te vaak dat burgemeesters de politie opdracht geven om de confrontatie met de bendes te mijden en de agressie tegen politiemensen door de vingers te zien. Een aanslag met een kalasjnikov op een politieman wordt door bepaalde burgemeesters bestempeld als een ‘fait divers’. Het Vlaams Belang staat voor de volle 100% achter de politie en eist méér steun en méér waardering voor dit gevaarlijke, maar zo belangrijke beroep. De politie moet opnieuw gemotiveerd aan de slag kunnen en dient respect af te dwingen. Politiemensen moeten kunnen genieten van een maximale juridische bescherming en van concrete bijstand van het parket wanneer zij zich geviseerd voelen. Deelname aan rellen tegen politiemensen moet, naar Zwitsers model, collectief bestraft kunnen worden. In plaats van alle hoop te vestigen op straathoekwerkers, wil het Vlaams Belang de wijkagent herwaarderen. Hij moet in zijn buurt een gekend en zichtbaar aanspreekpunt zijn. Daardoor zal hij vaak verdachte ontwikkelingen kunnen signaleren of ingrijpen. In moeilijker wijken moet een 7
systeem van camerabewaking ingevoerd kunnen worden. Ook buurtinformatienetwerken kunnen een belangrijke rol spelen in het veiligheidsbeleid. Het Vlaams Belang wil: meer blauw op straat om het repressieve luik van de ordehandhaving opnieuw in evenwicht te brengen met misdaadpreventie. Kordate en snelle reactie van een versterkt parket. Een groot pijnpunt in de veiligheidsketen is de reactie van de parketten op de door de politie vastgestelde criminaliteit. Door het immense aantal strafdossiers wordt een erg groot deel van de feiten, zelfs wanneer de dader gekend is, niet verder onderzocht of gewoon geseponeerd. Vaak ook wordt door het parket uitermate zwak of veel te laat gereageerd, waardoor de rechter zich genoodzaakt voelt een lichtere sanctie op te leggen. Daardoor zien de daders het verband niet meer tussen hun misdrijven en de sanctie. Dit gaat gepaard met een uiterst beperkte toepassing van de voorlopige hechtenis (in vele gevallen het gevolg van het immense plaatstekort in de gevangenissen), zodat politiemensen nauwelijks enkele uren na de aanhouding op straat alweer geconfronteerd worden met hun arrestanten. Niet zelden gebeurt dit zelfs met daders die illegaal in het land verblijven. Zeker in Brussel neemt de laksheid en de wereldvreemdheid van het parket waanzinnige proporties aan. Op deze manier werkt justitie de criminaliteit in de hand in plaats van ze te bestrijden. Erg terecht bestempelt socioloog Mark Elchardus het justitiebeleid als een ‘stimulusbeleid’ voor criminaliteit. Dit leidt tot een enorme frustratie bij de politie, die vaak grote inspanningen moet doen om daders te vatten en onderzoekswerk te verrichten. Steeds meer politieagenten stellen zich grote vragen bij de zin van hun werk. Eind april werd dit nog bijzonder krachtig aangeklaagd door de politievakbond VSOA, die op 23 april 2010 aan de alarmbel trok en met schrijnende voorbeelden de haast misdadige wereldvreemdheid van het Brussels parket aanklaagde. Het Vlaams Belang wil van de parketten opnieuw de zenuwcentra maken van de criminaliteitsbestrijding. Er moet dan ook een einde komen aan de doelbewuste verwaarlozing van het openbaar ministerie. De parketten en ook de onderzoeksgerechten moeten over veel meer mensen en over ruimere budgetten kunnen beschikken. Het beroep van parketmagistraat moet aantrekkelijker gemaakt worden. De parketten moeten over de meest moderne communicatietechnieken kunnen beschikken om digitaal of via videoconferentie overleg te plegen met de politie, zodat veel sneller kan gereageerd worden op strafbare feiten. Het Vlaams Belang pleit voor een veralgemeend snelrecht voor straat- en stadscriminaliteit en heeft een wetsvoorstel ingediend waarmee het snelrecht van Verwilghen (dat vernietigd werd door het grondwettelijk Hof) in aangepaste vorm wordt heringevoerd. Op die manier wordt snelrecht opnieuw mogelijk voor aangehouden verdachten, zodat een ruimere toepassing kan worden gemaakt van de voorlopige hechtenis. De maximale termijn voor politiearrest moet dringend worden uitgebreid van 24 naar 48 uur. De databestanden van de parketten moeten verbonden worden met deze van de politiediensten en de criminaliteitsstatistieken van beide instanties (die vandaag sterk uiteenlopen) moeten op mekaar afgestemd worden.
8
Tevens willen we een grotere toegankelijkheid van het databestand van seksuele delinquenten. Naast alle politiediensten moeten ook de burgemeesters toegang hebben tot dit databestand. Zij moeten de bevolking op de gepaste wijze kunnen inlichten wanneer een pedofiel zich in hun gemeente komt vestigen. Tot slot willen we een helder en eenvoudig procedurerecht naar Nederlands model, waarbij verhinderd wordt dat criminelen zomaar kunnen vrijkomen ten gevolge van vormelijke fouten. Het Vlaams Belang wil: een modernisering en mentaliteitswijziging van de parketten om hun slagkracht te vergroten. Durven bestraffen. Door de stelselmatige inkorting en de massale niet-uitvoering van opgelegde straffen is ons strafsysteem in een nooit geziene crisis terecht gekomen. De straffeloosheid heeft niet alleen geleid tot de uitholling van de rechtsstaat en tot de ondermijning van het vertrouwen van de bevolking in justitie, bovendien zorgt ze voor grote moedeloosheid bij de politie en een immense frustratie bij de strafrechters zelf, die zichzelf gedegradeerd zien tot bloempot. De gevolgen zijn pervers: precies omwille van de systematische inkorting en de niet-uitvoering van opgelegde straffen, worden soms onevenredig zware straffen uitgesproken om de verdachte toch gedurende een minimale termijn achter de tralies te krijgen. Het Vlaams Belang wil het zwaartepunt van de strafketen opnieuw bij de strafrechter leggen, die een veel ruimer arsenaal aan middelen en informatie moet krijgen. Vooreerst moet de strafrechter veel sneller en beter geïnformeerd worden over de strafrechtelijke voorgeschiedenis van delinquenten (ook tijdens de minderjarigheid) en over de wijze waarop de opgelegde straffen werden uitgevoerd. Daarnaast moet de strafrechter de zekerheid krijgen dat alle opgelegde straffen - ook werkstraffen, korte celstraffen en boetes - in de toekomst daadwerkelijk worden uitgevoerd, zodat de rechter een realistische strafmaat kan bepalen. Het plafond van 300 uren werkstraf moet sterk worden opgetrokken, naar het voorbeeld van de buurlanden. Het is dus de strafrechter zelf die de werkelijke duur van een celstraf vastlegt. Enkel wanneer hij zelf vooraf bepaalt dat een veroordeelde na een strafgedeelte onder duidelijke condities vervroegd kan worden vrijgelaten (bijvoorbeeld onder een enkelbandregime), kan hiertoe beslist worden door een strafuitvoeringsrechtbank. De wet-Lejeune en de andere vervroegde vrijlatingsmechanismen (die overigens volstrekt onwettig zijn) moeten dus worden afgeschaft. Daarnaast moet de strafrechter meer mogelijkheden krijgen om cumulatieve straffen uit te spreken bij samenloop van misdrijven. Ook bij recidive moeten zwaardere straffen uitgesproken kunnen worden. De maximale tijdelijke gevangenisstraf moet worden opgetrokken van 30 tot 40 jaar. Naar Nederlands voorbeeld wordt de verjaring voor bijzonder zware misdrijven zoals moord, doodslag en foltering of gijzeling met de dood tot gevolg, afgeschaft. Voor weerzinwekkende en terroristische misdaden, moord na moord en voor gevaarlijke recidivisten wordt een ‘bijzondere levenslange opsluiting’ in het leven geroepen, die verzekert dat de veroordeelde de gevangenis nooit meer kan verlaten.
9
Daarnaast wil het Vlaams Belang de strafrechter de mogelijkheid geven chemische castratie en een verplichte therapie op te leggen aan seksuele delinquenten. Ook willen we sleutelen aan de veel te strakke scheiding tussen toerekeningsvatbare en ontoerekeningsvatbare delinquenten. Het Vlaams Belang is van oordeel dat ook criminelen met een gedeeltelijke toerekeningsvatbaarheid bij ernstige feiten gestraft moeten kunnen worden. Het koninklijk genaderecht komt neer op willekeur en wordt daarom afgeschaft. Het Vlaams Belang wil: een rechtvaardig bestraffingsbeleid dat opnieuw onsamendrukbare straffen uitspreekt. Straffen durven uitvoeren. Het Vlaams Belang hekelt de stelselmatige inkorting van de celstraffen, de massale omvorming naar elektronisch toezicht en de niet-uitvoering van zogenaamde ‘korte straffen’ onder de drie jaar effectief. De rode draad in het beleid van de justitieministers Wathelet, De Clerck, Van Parijs, Verwilghen, Onkelinx, Vandeurzen en opnieuw De Clerck is de alsmaar groeiende onwil om een prioriteit te maken van een ernstige strafuitvoering en een drastische uitbouw van de celcapaciteit. Ook nu is het zogenaamde ‘Masterplan gevangenissen’ enkel gericht op de verhoging van het comfort van de gedetineerden (één man één cel) en niet op de noodzakelijke verhoging van de capaciteit (die zal blijven steken op 10.500 gedetineerden). Kortom, het extreem lakse vrijlatingsbeleid wordt door de traditionele partijen gehandhaafd. Wij kunnen deze straffeloosheid niet aanvaarden. Ook erg korte celstraffen moeten uitgevoerd worden. Respect voor de beslissing van de strafrechter is een hoeksteen van de rechtsstaat. Wij pleiten dan ook voor een drastische uitbreiding van de celcapaciteit naar minstens 14.000 plaatsen. In Brussel moet het aantal cellen worden opgetrokken van 1.000 naar minstens 2.500. In afwachting daarvan moet het tekort worden aangevuld met de ingebruikname van gevangenisboten en leegstaande kazernes. Het Vlaams Belang gelooft in het nut en de doeltreffendheid van de gevangenisstraf en verwerpt de linkse dogma’s die stellen dat deze straf contraproductief zou zijn en beschouwd moet worden als een ‘ultimum remedium’. Ook blijven wij gekant tegen de wereldvreemde knuffelwet-Dupont, waarmee de gevangenissen stilaan omgevormd worden tot veredelde internaten, tot grote frustratie van de cipiers, die het voorwerp zijn van spot en nauwelijks nog kunnen functioneren. Veiligheid binnen de gevangenis is de eerste prioriteit. Gevangenissen moeten bovendien volkomen drugvrij zijn. Het Vlaams Belang pleit voor een streng basisregime, dat sterk onderscheiden is van het leven in de buitenwereld. Bijkomende rechten kunnen stapsgewijs toegekend worden, uitsluitend aan wie voor reïntegratie in aanmerking komt en rekening houdend met de ernst van de feiten, recidive, berouw en de houding tegenover de slachtoffers. Het Vlaams Belang wil: gevangenissen herwaarderen als penitentiaire instituten waar directie en cipiers inzetten op de pedagogische waarde van straf en berouw.
10
Jeugdcriminaliteit hard aanpakken. Het Vlaams Belang wil breken met de lakse en volstrekt achterhaalde jeugdbeschermingswet van 1965, die eenzijdig in het teken staat van de bescherming van minderjarigen en in geen bestraffing voorziet. Ondanks de stijgende problemen met zware jeugddelinquentie en bendecriminaliteit in de steden werd het de voorbije jaren nòg moeilijker om jeugdige criminelen op te sluiten. Wij zijn voorstander van een hedendaags jeugdsanctierecht, zoals dat bestaat in alle buurlanden, waarbij de jeugdrechter de mogelijkheid heeft om (desnoods langdurige) strafsancties op te leggen, waarbij ook rekening kan gehouden worden met de zwaarte van de feiten. Voor het Vlaams Belang is het volslagen onbegrijpelijk dat de Vlaamse meerderheidspartijen CD&V en Open VLD, die lang gepleit hebben voor zo’n sanctierecht, zich blijven neerleggen bij de oekazes van de Parti Socialiste. Daarnaast eist het Vlaams Belang dat er meteen een einde wordt gesteld aan het schandelijke vrijlatingsbeleid wegens het grote tekort aan opvangcapaciteit. Gezien de manifeste onwil en totale onverantwoordelijkheid van vooral de Franse Gemeenschap om voldoende opvangmogelijkheden te creëren voor zwaar delinquente minderjarigen, wil het Vlaams Belang hiervoor kazernes ter beschikking stellen. Het is immers volstrekt onverantwoord dat gewacht wordt op de uitbreiding van Everberg en de bouw van Achêne (ten vroegste voorzien tegen 2013). In Brussel moet er een gesloten justitiële instelling komen voor minderjarige delinquenten van minstens 200 plaatsen, die het karakter heeft van een jeugdgevangenis. Net zoals in Nederland moet het mogelijk zijn dat jongeren vanaf 12 jaar (en desnoods nog vroeger) een langdurig en streng heropvoedingstraject opgelegd krijgen. Met op militaire leest geschoeide tuchtstages kan aan compleet losgeslagen jongeren opnieuw een structuur en een levensdoel worden aangereikt. Het leger kan hierbij behulpzaam zijn. Tenslotte mag ook de verantwoordelijkheid van de ouders niet onder de mat geveegd worden. Zij moeten actief betrokken worden bij een anti-spijbelbeleid en bij de naleving van opgelegde maatregelen zoals huisarrest. Intrekking van het kindergeld moet hierbij gebruikt worden als stok achter de deur. Het Vlaams Belang wil: een modern jeugdbestraffingsbeleid dat crimineel en maatschappijvijandig gedrag van jongeren streng sanctioneert. Vreemdelingencriminaliteit: voorbij het taboe. Het Vlaams Belang laakt de taboes rond het buitenproportionele aandeel van allochtonen in de criminaliteit. We eisen dat er statistische gegevens worden bijgehouden van de criminaliteit volgens nationaliteit én afkomst. Naar Nederlands voorbeeld dienen de gegevens omtrent ‘etniciteit en criminaliteit’ verzameld te worden voor elke leeftijdscategorie en voor ieder niveau van het strafsysteem, dus zowel bij politie, parket, straftoemeting en strafuitvoering. Alles moet in het werk gesteld worden opdat buitenlandse gedetineerden hun straf zouden uitzitten in het land van herkomst. Niet alleen zou dit extra plaats creëren in de gevangenissen, bovendien zou zo’n beleid sterk ontradend werken. Aan dit principe wordt volop lippendienst bewezen, maar de regering heeft de voorbije jaren al te weinig initiatieven genomen om de herkomstlanden aan te zetten hun veroordeelden op te nemen. Om de betrokken landen daartoe 11
aan te moedigen, kan tussengekomen worden in de strafuitvoeringskosten aldaar. Aan ‘nieuwe Belgen’ moet bij een veroordeling tot minstens 6 maanden celstraf omwille van zware of herhaalde criminaliteit, de nationaliteit en het verblijfsrecht automatisch worden ontnomen. Het Vlaams Belang wil: criminaliteit door vreemdelingen aanpakken zoals het hoort: met databestanden die etniciteit registreren en met gevangenisstraffen in de landen van herkomst. Geen drugs gedogen. Het Vlaams Belang stelt vast dat het gebruik van zogenaamde soft- en harddrugs op een alarmerende wijze is toegenomen, ook op erg jeugdige leeftijd. Dit is het rechtstreekse gevolg van het bewuste gedoogbeleid, dat eerst door de toenmalige CVP werd geïntroduceerd en nadien door paars-groen werd versterkt. Niet alleen is dit dramatisch voor de betrokken jongeren zelf, bovendien ligt de toenemende verslaving en de illegale drughandel voor een groot deel aan de basis van de verloedering en de onleefbaarheid van onze steden. De drughandel is daarnaast ook een belangrijke financieringsbron van de georganiseerde misdaad en zelfs van terroristische groepen. Door onze centrale ligging en het lakse justitiebeleid is ons land een belangrijke draaischijf voor de drugwereld, zowel als in- en doorvoerder van cocaïne en heroïne als voor de productie van synthetische drugs. Het Vlaams Belang pleit voor een drastische ommekeer in de aanpak van de drugproblematiek en wil komaf maken met het bestaande gedoogbeleid. Bezit en gebruik van cannabis moet opnieuw strafbaar gesteld worden; de vaststellingen ervan moeten telkens leiden tot een reactie van het parket. In plaats van gratis methadon of heroïne willen we een verplichte ontwenning voor verslaafden, een sterk ontradingsbeleid in de scholen en meer drugcontroles in het verkeer en de discotheken. Ons land moet zich ook veel assertiever opstellen in de grensregio’s. Drugproductie en drughandel moeten keihard worden aangepakt, met zware celstraffen, afschrikwekkende boetes en meer mogelijkheden tot inbeslagname en verbeurdverklaring van hulpmiddelen en opbrengsten van drugcriminelen. Het Vlaams Belang wil: breken met het gedoogbeleid door drugs in alle maten en gewichten keihard aan te pakken. Slachtofferbeleid: geen doekje voor het bloeden. Slachtoffers van misdrijven moeten op een eenvoudiger manier klacht kunnen neerleggen. Zij moeten de gelegenheid krijgen om van dichtbij (bijvoorbeeld via elektronische weg) de evolutie van hun dossier te volgen en op de hoogte gehouden te worden van alle fasen van de strafuitvoering. Het Vlaams Belang pleit voor de ambtshalve toewijzing van een pro deo advocaat aan alle slachtoffers, een verzekerde opvang van de slachtoffers op lokaal niveau en voor het beter bekend en toegankelijk maken van het hulpfonds. Het recht van verdediging is voor de burger de laatste zekerheid die hij heeft tegen criminele aanvallen. Dat recht is voor het Vlaams Belang een onvervreemdbaar en fundamenteel mensenrecht. Het recht op noodweer moet worden uitgebreid naar de verdediging van de eigen goederen, naar het voorbeeld van de bestaande wetgeving in Nederland en Duitsland. 12
Tevens pleiten wij voor een grotere betrokkenheid van de bevolking bij het veiligheidsbeleid, via wijkveiligheidscomités en buurtinformatienetwerken en willen wij naar Rotterdams voorbeeld een veiligheidsindex invoeren: een gestandaardiseerde graadmeter voor de veiligheid op nationaal, regionaal en lokaal niveau. Het Vlaams Belang wil: een slachtofferbeleid dat het slachtoffer als slachtoffer van criminaliteit beschouwt en niet de dader als slachtoffer van ‘de samenleving’. Naar een Vlaamse justitie en politie. De onderhandelingen over de hervorming van justitie
hebben ten overvloede aangetoond dat er binnen het Belgisch kader geen ernstige hervorming mogelijk is. De Waalse partijen blijven zich verzetten tegen een drastische beperking van het aantal gerechtelijke arrondissementen en tegen de noodzakelijke eenheidsrechtbank. Het hervormingsakkoord van 31 maart 2010 maakt van de gerechtelijke structuur een onoverzichtelijk kluwen, waarbij twee Vlaamse rechtbanken van Leuven ingelijfd worden bij tweetalige Brusselse rechtbanken. De verschillen in opvattingen tussen Vlaamse en Waalse partijen over het justitie- en veiligheidsbeleid zijn zodanig groot, onder meer inzake de aanpak van jeugdcriminaliteit, de magistratenopleiding, de strafuitvoering en de organisatie van de rechtbanken, dat Vlaanderen en Wallonië dringend een autonoom beleid moeten kunnen voeren. Concreet wil het Vlaams Belang dat het Vlaamse en het Waalse Gewest volledig autonoom worden op het vlak van justitie en politie. In afwachting van de ontbinding van de Belgische staat blijft het federale niveau enkel bevoegd voor Brussel. De recrutering voor de Brusselse rechtbanken verloopt via een gesplitste Hoge Raad voor Justitie. Ook het Instituut voor Gerechtelijke Opleiding wordt opgedeeld in twee aparte instituten. Aangezien de burgemeesters en de gemeenschappen niet in staat zijn hun verantwoordelijkheden op te nemen in Brussel, worden al hun bevoegdheden inzake veiligheid op het Brussels grondgebied overgedragen naar het federale niveau. Er komt in Brussel één politiezone en de bevoegdheden van het parket, de Brusselse rechtbanken en het Brussels hof van beroep worden beperkt tot de 19 Brusselse gemeenten. De rechtbank van eerste aanleg wordt opgesplitst in een Nederlandstalige en een Franstalige afdeling. Vlaanderen en Wallonië kunnen samenwerkingsakkoorden sluiten inzake de ordehandhaving in de hoofdstad. Van elke Brusselse magistraat en politie-inspecteur wordt de kennis van de tweede landstaal verwacht. Het aantal gerechtelijke arrondissementen buiten Brussel wordt herleid tot ten hoogste 10, hetzij maximaal één per provincie. Elk arrondissement heeft een éénheidsrechtbank (met ruime beheersautonomie) en een eenheidsloket. De werking wordt sterk gemoderniseerd, o.a. via een toegankelijk informaticasysteem, permanente meting van de werklast en van de doorlooptijden. De rechtbank van eerste aanleg van Leuven heeft vestigingen in Halle en Vilvoorde. Vlaanderen krijgt drie hoven van beroep: Gent (dat zitting houdt in Gent en Brugge), Antwerpen en LeuvenHasselt. Dit laatste is bevoegd voor Limburg en Vlaams-Brabant en houdt tevens zitting in HalleVilvoorde.
13
Alles moet in het werk gesteld worden opdat magistraten kunnen functioneren in een hedendaagse en goed beveiligde omgeving. Alle gerechtsgebouwen en uiteraard alle kantoren van parketmagistraten en onderzoeksrechters moeten optimaal beveiligd zijn. Een algemene doorlichting dringt zich op. Zeker in Brussel moeten er snel drastische maatregelen getroffen worden. Tot slot moeten het volledige verkeersbeleid en het handhavingsbeleid worden overgeheveld naar de deelstaten. De verkeersboetes moeten volledig ten goede komen van de politiezones waarin ze uitgeschreven worden. De geldstroom van Vlaanderen naar Wallonië in het verkeersveiligheidsfonds moet onmiddellijk stoppen. Een Vlaamse justitie staat zelf in voor de inning van de boetes. Bij ontduiking worden deze met een fikse toeslag aangerekend via de belastingen of de inhouding op sociale uitkeringen. Het Vlaams Belang wil: een snelle en doordachte uitbouw van een daadkrachtige Vlaamse justitie en politie.
* *
*
14
III. IMMIGRATIE EN ISLAMISERING Een bijzonder prangend maatschappelijk vraagstuk is dat van de op hol geslagen immigratie. Jaarlijks komen er vele tienduizenden allochtonen naar dit land. Al te vaak gebeurt dit met oneigenlijke motieven. Zo vragen heel wat vreemdelingen politiek asiel aan, maar komen ze daarvoor geenszins in aanmerking. Deze mensen willen zich in de eerste plaats economisch verbeteren, maar beroepen zich ten onrechte op conflicten, chaos en vervolging van etnische groepen in hun landen van herkomst. Een dubbelzinnig, laks en onrechtvaardig migratiebeleid beloont dit bedrog al te vaak door illegaliteit te gedogen en door regularisatierondes te organiseren. Dit zuigt alleen maar nieuwe mensen aan die misbruik willen maken van onze gastvrijheid. Grenzen aan draagvlak. Het zijn vooral de Franstalige politieke partijen die elk migratiebeleid bewust en rechtstreeks op de klippen doen lopen. Zij hopen de torenhoge kosten van het wanbeleid af te wentelen op de Vlamingen. Op die manier smelt in Vlaanderen het draagvlak voor beperkte immigratie als natuurlijk en eeuwenoud verschijnsel weg als sneeuw voor de zon. Of het nu gaat over asiel, gezinsvorming en -hereniging, studentenvisa, medisch toerisme, schijnhuwelijken, arbeidsmigratie: de Vlaming stelt vast dat de samenhang van de samenleving lijdt onder grootschalige immigratiegolven. Op 1 januari 2006 verbleven er niet minder dan 1.625.362 personen in België die bij de geboorte niet over de Belgische nationaliteit beschikten (15,5% van de totale bevolking van België). Sociale verwevenheid en spontane solidariteit gaan snel teloor. Deze correcte vaststelling van steeds meer Vlamingen verscherpt zich nog in confrontatie met een militante islam die eist dat onze samenleving zich schikt naar zijn theocratische opvattingen. Het Vlaams Belang wil: een solidaire samenleving op basis van rechten én plichten, ook voor migranten. Dweilen met de kraan open. De verschillende overheden in dit land leggen de multiculturele samenleving als heilsleer op en censureren alle kritiek. De regeringen hebben de toestand zelf niet langer onder controle en zetten dan maar alles op alles om te voorkomen dat het deksel van de pot vliegt. Inburgering en vreemdelingenstemrecht zijn twee methoden om opnieuw wat greep te krijgen op de groeiende heterogeniteit van de bevolking. Maar zonder een aanpak bij de wortel van het probleem van de massale immigratie blijft het dweilen met de kraan open en lopen de kosten bliksemsnel op. Zo zal het totale asielbeleid in 2010 een slordige € 850 miljoen kosten aan de belastingbetaler. Het Vlaams Belang is van mening dat een daadwerkelijke migratiestop met inbegrip van een sterk aangescherpt asielbeleid een krachtig signaal zou zijn. Het ontraadt nieuwe immigratie en zal vreemdelingen die zich legaal op ons grondgebied bevinden spontaner en oprechter doen inburgeren. Een strikte nationaliteitswetgeving - en dus de afschaffing van de snelbelgwet - is bovendien een betere piste in het uittekenen van actief burgerschap dan bijvoorbeeld wereldvreemde toegevingen zoals het vreemdelingenstemrecht.
15
Het Vlaams Belang wil: effectieve migratiestop door sluiten van alle wagenwijd open poorten én de talrijke achterdeurtjes in vreemdelingenrecht en verblijfswetgeving. Dit behelst:
opnieuw inschrijven van het territorialiteitsbeginsel in de Vluchtelingenconventie uit 1951, waarbij Europa alleen nog Europese vluchtelingen zou opvangen; drastische vereenvoudiging en bespoediging van de asielprocedure; opstellen van een zogenaamde lijst van ‘veilige landen’; tijdelijke en geen permanente verblijfsvergunning voor erkende vluchtelingen en voor volgmigranten gedurende de eerste vijf jaar van hun verblijf; opvang van asielzoekers in gesloten centra tijdens de volledige procedure; actieve opsporing, stelselmatige opsluiting in uitzettingscentra en uitwijzing van illegaal verblijvende vreemdelingen; breuk met de huidige praktijk waarbij illegaal verblijf toch bepaalde ‘rechten’ doet opbouwen die uitwijzing zouden bemoeilijken; intensieve controles door inspectiediensten om zwartwerk door illegalen tegen te gaan; opstellen van een limitatieve lijst van ingrepen en verstrekkingen die onder ‘dringende medische hulpverlening’ vallen; gezinsvorming slechts in het land van herkomst; beperking van het onvoorwaardelijke recht op gezinshereniging tot kinderen die op het ogenblik van de aanvraag nog geen twaalf jaar oud zijn; afschaffing van recht op gezinshereniging voor ouders en grootouders van Belgische staatsburgers; inkomenseis voor gezinsherenigers; opzegging van de bilaterale gastarbeidersverdragen met herkomstlanden zoals Marokko, Turkije, Tunesië en Algerije; strenge geldboetes en dito gevangenisstraffen voor wie betrapt wordt op het afsluiten van een schijnhuwelijk; afschaffing van de mogelijkheid van schijnsamenlevingscontracten; uitzetten van criminele vreemdelingen en waar mogelijk al uitzitten van straffen in herkomstlanden; afspraken op Europees niveau over ‘hoe soepel’ nationale migratiepolitiek mag zijn, niet ‘hoe streng’; afstammingsrecht in de nationaliteitswetgeving in ere herstellen; afschaffing van de mogelijkheid van dubbele nationaliteit; een naturalisatiedienst die het staatsburgerschap pas na tien jaar verblijf toestaat en nadat een verklaring van loyaliteit en een burgerschapsproef zijn afgelegd; proefperiode van tien jaar nadat het staatsburgerschap is verworven; geleidelijke opbouw van sociale zekerheidsrechten voor nieuwkomers naar Deens model; oprichting van een fonds voor vrijwillige terugkeer.
Acute asielcrisis dadelijk oplossen. De afgelopen maanden ging het van kwaad naar erger met de opvang van asielzoekers. Het totale non-beleid van de Franstalige beleidsverantwoordelijken Wathelet (cdH) en Courard (PS) heeft een nooit geziene crisis veroorzaakt. Verhalen over sancties die rechters uitspreken tegen het versagen van de overheid en die haar verplichten € 500 per dag op te hoesten per asielzoeker die op straat moet overnachten, zijn niet uit de lucht gegrepen. Ze zijn de trieste waarheid. Meer dan duizend asielzoekers logeren op hotel omdat 16
Franstalige politici de asielzoekers als hefboom willen gebruiken om de Vlamingen te jennen die een strikter vreemdelingenbeleid wensen. Vanzelfsprekend is deze maatschappelijk uitermate schadelijke toestand het gevolg van de recente grootschalige regularisatie. Net zoals in 2000 beweerde de regering bij hoog en bij laag dat deze campagne ‘eenmalig’ zou zijn. Nauwelijks was de operatie van start gegaan of er kwam net zoals in 2000 een nieuwe toevloed van asielzoekers op gang. Zij ho(o)p(t)en al dan niet met vervalste documenten tussen de mazen van het net te glippen en te profiteren van het ‘generaal pardon’. Het ging zelfs zover dat eerste minister Yves Leterme in hoogsteigen persoon moest afreizen naar de Balkan om daar toe te lichten dat een asieltrip naar België geen enkele zin hou hebben. Verliezen we tot slot niet uit het oog dat het ‘Vlaamse luik’ van het communautaire compromis over asiel en migratie verstrenging nationaliteitswetgeving en gezinshereniging - het einde van de legislatuur niet heeft gehaald. Het Franstalige luik - de regularisatie van tienduizenden fortuinzoekers - is daarentegen al enkele maanden in kannen en kruiken, ware het niet dat het Vlaams Belang beroep aantekende bij de Raad van State tegen de regularisatie-instructie. Onze partij kreeg in december 2009 gelijk en daarmee staat zelfs de wettelijkheid van de hele operatie nu op losse schroeven. Het Vlaams Belang wil: ten gronde oplossen en duurzaam voorkomen van asieltoevloed door regularisatiestop en door goed zichtbare maatregelen die voor kandidaat-asielzoekers ontradend werken. Dit behelst:
onmiddellijk einde aan financiële steun voor asielzoekers; drastische verhoging van de opvangcapaciteit; geen enkele toegeving aan asielzoekers die met hongerstakingen de overheid chanteren; duidelijke criteria voor asielaanvragen in plaats van de rekbaarheid van ‘humanitaire redenen’ of ‘subsidiaire bescherming’.
Kordate inburgering. Van wie zich in Vlaanderen wil vestigen, mogen we vanzelfsprekend verwachten dat hij of zij bereid is om zich onze publieke cultuur eigen te maken. Bedoeling moet zijn om deel uit te maken van de lotsgemeenschap van het Vlaamse volk. Dat kan maar indien de kandidaat-inwijkeling zich kan inleven en op termijn vereenzelvigen met de waarden van onze samenleving. Daarom verwachten we dat alle vreemdelingen die geen EU-staatsburger zijn én permanent in Vlaanderen willen verblijven, een burgerschapsproef afleggen na drie jaar burgerschapscursus. Indien zij slagen voor deze proef, kunnen ze later op grond van een regelmatig hernieuwde tijdelijke verblijfsvergunning het staatsburgerschap verwerven. Wij stellen voor dat de cursisten het cursusgeld zelf betalen. Het volgen van de cursussen en het afleggen van de proef gebeurt in principe in de landen van herkomst. Een loyaliteitsverklaring waarin hij of zij belooft de fundamenten van de Europese beschaving te respecteren, vormt de ultieme toetssteen die van de inwijkeling een Vlaming-onder-de-Vlamingen moet maken en hem of haar voorgoed in onze gemeenschap opneemt.
17
Het Vlaams Belang wil: een inburgeringsbeleid dat vreemdelingen niet pampert, maar hen voor duidelijke keuzes stelt. Dit behelst: drie jaar durend niet-vrijblijvend inburgeringsprogramma voor nieuwkomers; opleidingen georganiseerd door de Vlaamse overheid ter voorbereiding van de burgerschapsproef; voorbehouden van vacante betrekkingen in overheidsbesturen voor staatsburgers. Islamisering keren. Voor de twee grootste groepen niet-Europese vreemdelingen, Turken en Marokkanen, verloopt inburgering in Vlaanderen veel moeizamer dan bij andere groepen inwijkelingen in het verleden, zoals de Italianen, Polen en Grieken. Soms is er zelfs totaal geen aanpassing. De culturele opvattingen van deze mensen staan dan ook veel verder af van onze cultuur. De aanwezigheid van heel wat mensen die blijven vasthouden aan de eigen islamcultuur leidt tot spanningen met de Vlaamse bevolking. Een bijkomend probleem is dat sommige van hun praktijken niet zomaar ‘anders’ zijn dan de onze, maar onaanvaardbaar en strijdig met de mensenrechten. Zo kent de islam geen gelijkberechtiging van de vrouw en geen scheiding van kerk en staat en bevordert deze religie een klimaat waarin zogenaamde eremisdaden gepleegd worden, waarbij vrouwen van wie nog maar een vermoeden van oneerbaarheid wordt uitgesproken, vogelvrij worden verklaard. Sommige imams - en recentelijk ook fundamentalistische actiegroepen - verkondigen dat de sharia, het islamitische recht, voorrang heeft op onze wetten. Dat soort gebruiken en verklaringen zijn volstrekt onaanvaardbaar in een democratie die naam waardig. Ze botsen trouwens met de Europese mensenrechtenverdragen. Voor ons blijven de gelijkwaardigheid van man en vrouw, de vrijheid van meningsuiting en de scheiding van kerk en staat fundamentele waarden. Het Vlaams Belang wil: een inburgeringsbeleid dat werk maakt van de islamitische uitdaging en niet onderhandelt over onze Westerse leidcultuur. Dit behelst:
intrekking van de erkenning en de subsidiëring van de islam; sluiting van moskees die haat prediken tegen de Westerse beschaving; oprichting van een islamobservatorium dat nagaat hoe de islamisering van Europa evolueert, voorstellen formuleert om de trend om te buigen en klachten over islamisme behandelt; verbod in overheidsbesturen, scholen van het Gemeenschapsonderwijs, het leger en de magistratuur van de islamitische hoofddoek, die geen strikt religieus symbool is maar een politieke stellingname over de ongelijkwaardigheid van man en vrouw.
* *
*
18
IV. EEN WELVAREND, ONDERNEMEND EN SOCIAAL VLAANDEREN Een welvarend Vlaanderen is geen Vlaanderen van alleen maar goeddraaiende bedrijven. Het is evenmin een land van melk en honing voor wie de handen wel kan, maar niet uit de mouwen wil steken. Een Vlaanderen dat sociaal-economisch goed boert, is een land waarin mensen en structuren alle hun maatschappelijke verantwoordelijkheid nemen. Werkgevers en werknemers nemen als solidaire mensen hun verantwoordelijkheid op. Structuren van overheid, bedrijfsleven en belangenverenigingen geven de nodige waarborgen voor een Vlaanderen met een visie op lange termijn. Dit betekent de afbraak van de ivoren torens waarin het Belgisch sociaaleconomisch beleid zijn beslag krijgt. Het alternatief dat het kartel CD&V-N-VA in 2007 heeft pogen te introduceren in de federale machtscenakels mogen we als grandioos mislukt beschouwen. Een ‘beter beleid’ voor Vlaanderen bleek niet meer met de Franstaligen te kunnen worden afgesproken. Toch is ‘de hefboom’ of - zo u wil - ‘de stok achter de deur’ van een Vlaamse exit uit België enkel bij het Vlaams Belang nog aanwezig. Alle andere partijen gaan naar een staatshervorming zonder menu of zonder agenda en met slechts 1 zekerheid: Vlaamse toegevingen. Welvaart voor iedereen. De recente diepe economische crisis illustreert nog maar eens de kwetsbaarheid van de Belgische financiën en economie. Door de spilzucht van de regeringenVerhofstadt ging België totaal onvoorbereid naar een zware recessie. De rustige vastheid van Van Rompuy en Leterme, op papier toch twee meester-boekhouders, kan het land niet voor erger behoeden. De economie zakt diep weg terwijl de budgettaire toestand razendsnel ontspoort. Het tekort nam toe tot ruim 6% en de schuldgraad stijgt opnieuw boven de kaap van 100%. De open Vlaamse economie lijdt duidelijk meer onder de recessie dan Wallonië, dat goeddeels van staatssteun leeft. Ondanks de snellere stijging van het aantal Vlaamse werklozen, ligt de Waalse werkloosheidgraad nog steeds dubbel zo hoog dan de Vlaamse. De aarzelende economische opleving in Europa kan de Vlaamse economie opnieuw uit het moeras trekken. Welvaart voor iedereen betekent niettemin óók welvaart op maat van de eigen ambities. Wallonië moet een stap terugzetten en Vlaanderen de ruimte geven voor een economische doorstart. In geen geval laat het Belgisch kader toe om de tering naar de nering te zetten en te zaaien naar de zak. Hoog tijd dus voor Vlaamse en Waalse republieken. Het Vlaams Belang wil: een Ordelijke Opdeling van België voor een economisch beleid op maat voor Vlaanderen. Budgettaire soliditeit. De Griekse tragedie belichaamt de huidige schuldencrisis. Ook België is niet immuun voor een besmetting met het Griekse virus. Op het vlak van de openbare financiën heeft België maar een bedenkelijke reputatie. Zonder druk van buitenaf slaagt dit land er niet in zijn financiën op orde te brengen en te houden. Structurele tekorten en een hoge overheidsschuld zijn typisch voor een aloud Belgisch budgettair wanbeleid. Het failliet van de Helleense republiek doet de Belgische regering nog steeds niet de ogen opengaan en de broodnodige hervormingen doorvoeren. 19
Gezien de huidige financiële turbulenties en de vergrijzing zijn gezonde, solide financiën een noodzaak. Het begrotingstekort en de schuld moeten zo vlug mogelijk opnieuw voldoen aan de Maastrichtcriteria. Het primair saldo moet substantieel hoger om de rentesneeuwbal te stoppen. Dit betekent structurele hervormingen en dus besparingen, in de eerste plaats in het uit zijn voegen barstend overheidsapparaat. Het Vlaams Belang wil: een orthodox budgettair beleid dat inzet op gezonde overheidsfinanciën. Economische competitiviteit. De Belgische concurrentiepositie gaat jaar na jaar achteruit. Het Belgische marktaandeel verkleint steeds verder. De winst gaat naar nieuwe economische tijgers, maar evengoed naar onze buurlanden. Deze kwalijke ontwikkeling voor een economie die vooral op export is gericht, betekent welvaartsverlies voor de gehele samenleving. Ordewoorden moeten zijn: gezonde assertiviteit bij de Vlaamse ondernemers aanwakkeren en onze aantrekkelijkheid voor buitenlandse investeerders verhogen. Dat kan door lage lasten, een soepele arbeidsmarkt, eenvoudige en transparante regelgeving, meer rechtszekerheid en minder administratieve druk. Vlaanderen beter positioneren in de globale economie vereist een permanent proces van modernisering en efficiëntieverhoging. Geen dagjespolitiek dus meer, maar een coherent toekomstgericht beleid. Het Vlaams Belang wil: een herstel van de Vlaamse concurrentiepositie door meer armslag voor ondernemers. Wereldhandel en bankencrisis. Ondernemen in een zo sterk exportgericht Vlaanderen kan niet los gezien worden van de andere open economieën. Meestal hebben ze net als Vlaanderen een sterke politieke en sociale samenhang en doet dus het natiebesef in die landen het goed. Het Vlaams Belang wil alles in het werk stellen om Vlaanderen bij dit economisch toppeloton te laten aansluiten. Kleine economieën met een sterke identiteit doen het dikwijls bijzonder goed omdat ze de negatieve en verschralende effecten van de wereldeconomie in evenwicht brengen. De bankencrisis heeft de structurele nadelen van ongebreidelde wereldnetwerken aangetoond. Dat nam niet weg dat een gebrek aan controle op de banken niet alleen op wereldvlak of Europees vlak spaak liep maar evenzeer op Belgisch niveau, waar de gepolitiseerde manke controle tot een van de hoofdoorzaken kon uitgroeien. Kennelijk was België voor deze zaak niet het voor Vlaamse ondernemingen gewenste optimale niveau. Het Vlaams Belang wil: een internationaal uitspelen van Vlaamse identiteit, innovatievermogen en productiviteit. Een economie van ondernemingen. Het Vlaams Belang is voorstander van het economisch aanbodmodel. Dit model legt de klemtoon op een beleid van onderuit door ondernemende mensen en bedrijven. De overheid heeft in dit model niet langer de centrale rol van planner en stuurder. De economie stuwen kan de staat zelf nog wel door op voet van gelijkheid met de economische wereld afspraken te maken. Het aanbodmodel is een breuk met de oude Keynesiaanse inzichten, die door overheidsinmenging de consumptie hopen te stimuleren om zo 20
tot meer economische groei te komen. De nadruk komt veeleer te liggen op de aanbodzijde, dus de bevordering van de productie en de creatie van unieke kansen door de overheid voor ondernemende mensen. Voor het KMO-weefsel, niet voor niets de ruggengraat van de Vlaamse economie, zou zo’n beleid een zegen zijn. Het model kan bovendien helpen onze economie in Vlaanderen te verankeren. Dat doet het door in te zetten op de hoge productiviteit van de Vlaamse werknemers en op Vlaanderen als pool van technologische innovatie. Het Vlaams Belang wil: een gezonde uitbouw van het economisch weefsel door de ondernemers zelf. Fiscale autonomie. Het Vlaams Belang ijvert voor volledige economische en dus fiscale autonomie van Vlaanderen. Dit is eerder noodzakelijk dan wenselijk. Het verschil tussen Vlaanderen en Franstalig België in visie op onze economische toekomst, ondernemen en fiscaliteit is immers onoverbrugbaar. Het is zinvol noch nuttig te ijveren voor meer economische en sociale bevoegdheden voor Vlaanderen zonder de eis zelf alle belastingen te heffen op de politieke agenda te plaatsen. Vlaanderen moet de belastingtarieven, de inning en de besteding van de inkomsten zelf kunnen bepalen, ongeacht of het de vennootschapsbelasting, de personenbelasting, de BTW, de douanerechten of de accijnzen betreft. Het Vlaams Belang wil: alle belastingbevoegdheden aan Vlaanderen toevertrouwen. Tering naar de nering. Ondanks de sterkere Vlaamse vergrijzing zullen de interregionale geldstromen (€ 13 miljard) van Vlaanderen naar Wallonië niet verdwijnen. De transfers zullen maar stoppen, wanneer de tewerkstellingsgraad in Wallonië en Brussel drastisch toeneemt. De evolutie van de tewerkstelling gaat echter de andere richting uit. Vlaanderen werkt hard, maar verarmt door een buitensporige ‘solidariteit’. Een splitsing van de sociale zekerheid en een opdeling van de Belgische staatsschuld kunnen deze onrechtvaardige toestand beëindigen. Fiscale autonomie vereist overigens een volledige verdeling van die overheidsschuld tussen Vlaanderen en Wallonië, zodat de te betalen rentelasten op de overheidsschuld niet in het gedrang komen. De opdeling van de schuld moet overeenkomstig de - Waalse of Vlaamse - veroorzaker van de opgenomen kredieten gebeuren. De verdeling moet transparant gebeuren en met alle mogelijke waarborgen door de Vlaamse en Waalse opvolgerstaten van België wat intrest en kapitaalaflossingen betreft. Zo vermijden we een dumping van de Belgische staatsobligaties. Het Vlaams Belang wil: een onmiddellijke stop van de financiële transfers en een billijke verdeling van de staatsschuld. Vlaamse sociale zekerheid. Het unitaire sociale zekerheidsstelsel verhindert dat de Vlaamse en Franstalige Gemeenschappen een doelmatig sociaal beleid op maat van Vlamingen en Walen kunnen voeren. De sociale zekerheid is ondertussen uitgegroeid tot het Belgisch symbool bij uitstek. Het bestendigt de transfers en ontzegt de verschillende regio’s de noodzakelijke stimulansen om het stelsel beter te doen verzekeren waarvoor het steeds bedoeld is: het tegemoetkomen aan sociaal onheil. Maar in Vlaanderen stelt zich dat anders dan in Wallonië. 21
Daarom moet Vlaanderen een volledig eigen sociaal zekerheidsstelsel kunnen uitbouwen in pensioenen, werkloosheidsuitkeringen, kindergeld en ziekteverzekering. Het Vlaams Belang wil: een versterking van de sociale zekerheid en de solidariteit door meer autonomie. Arbeidsmarktbeleid. Vlaanderen is internationaal een sterk merk. De mensen die Vlaanderen economisch elke dag opnieuw op de kaart plaatsen, hebben baat bij en dus recht op een volwaardig Vlaams arbeidsmarktbeleid. België kent een systeem van centraal loonoverleg, waarbij de sociale partners een algemene loonnorm opstellen. De nationale sectoren sluiten vervolgens hun eigen collectieve arbeidsovereenkomsten (CAO’s) af op basis van deze loonnorm. Een centrale Belgische loonnorm gaat nochtans voorbij aan de economische realiteit. Omwille van regionale en sectorale verschillen, vormt de Belgische ondernemingswereld geen homogeen geheel. Zo is de productiviteit in Wallonië lager dan in Vlaanderen en is de werkloosheid er heel wat hoger. De vraag naar arbeid reageert in Vlaanderen ook veel sterker op wijzigingen in de loonkosten dan in Wallonië. Daarom moeten Vlaamse werknemers en werkgevers Vlaamse CAO’s kunnen afsluiten. Een Vlaamse Arbeidsraad komt dan in de plaats van de huidige Nationale Arbeidsraad. Zo kunnen we in Vlaanderen een eigen loonpolitiek voeren en onze concurrentiepositie verbeteren op de internationale markt. Een ruimhartig - want makkelijker te financieren - Vlaams loon- en bedrijfsbeleid ligt dan in het verschiet. Dat is dringend nodig, want elke werkloze en elk failliet bedrijf is er een te veel. Het Vlaams Belang wil: een Vlaams arbeidsmarktbeleid en sociaal-economische afspraken op Vlaamse maat. Uitverkoop aan Frankrijk stoppen. Ook de afgelopen jaren werd de Belgische economie gekenmerkt door menigvuldige Franse overnames. Ook de overheid bezondigde zich aan deze evolutie ondermeer in het bankendossier. Het Vlaams Belang vindt dat watervoorziening, gas en elektriciteit nutsectoren zijn die tot de economische opdracht van de Vlaamse overheid behoren. Dat betekent niet dat enkel staatsbedrijven water, gas en elektriciteit kunnen verkopen. Wij willen een beleid dat Vlaamse ondernemers zelf in Vlaanderen doet blijven met bedrijven die onze nijverheid en onze gezinnen dagelijks grond onder de voeten geven. De voorbereiding van de Vlaamse staatkundige onafhankelijkheid vereist bovendien een Vlaamse controlemeerderheid in het eigen vermogen van Belgacom, De Post en Belgocontrol. Een opdeling van de NMBS in een Vlaamse en Waalse maatschappij is vanzelfsprekend. Het Vlaams Belang wil: een modern verankeringsbeleid dat ons sociaal-economisch beleid ondersteunt. Lagere belastingen. Een zo laag mogelijke fiscale druk is een van de uitgangspunten van het Vlaams Belang: “De overheid en het politieke bestuur treden dus in principe sober en terughoudend op. Hieruit vloeit voort dat de partij bijvoorbeeld steeds zal opkomen voor de laagst mogelijke fiscale druk en tegen 22
verkwisting” (onze Beginselverklaring). Aangezien België traditioneel behoort tot de kopgroep in de rangschikking van de fiscale druk, zijn nieuwe belastingen of verhogingen onaanvaardbaar. Integendeel: indien we onze economie niet volledig willen versmachten, is een verlaging van de belastingdruk cruciaal. Een dalende belastingdruk is een goede zaak voor de overheidsfinanciën. De ontvangsten zullen eerder stijgen dan dalen. Kapitaalvlucht en zwarte economie zullen verminderen. Een toenemende consumptie zal een terugverdieneffect creëren voor de staatskas. Een betere competitiviteit zal buitenlandse investeerders aantrekken. Het Vlaams Belang wil: zo laag mogelijke belastingen voor gezinnen, bedrijven en consumenten. Overheidsbeslag kortwieken. Onze loonkost - brutolonen plus SZ-bijdragen werkgevers bereikt een recordniveau, maar de nettolonen liggen lager dan in de buurlanden. Het overheidsbeslag op de lonen neemt nog altijd toe en dit steeds verder ten koste van de nettolonen. Loonhandicap en teloorgang van onze concurrentiepositie vereisen kordate oplossingen. Vele werklozen barsten van talent en energie, maar kunnen ze niet verzilveren op de arbeidsmarkt: ze zijn voor bedrijven eenvoudig te duur om aan te werven. Een overheidsbeleid dat zich slechts op specifieke doelgroepen richt, creëert meestal slechts weinig duurzame jobs in de (semi-)publieke sector. Een doortastende lineaire verlaging van de fiscale én parafiscale druk zal meer zoden aan de dijk zetten. Het zou getuigen van een grotere gevoeligheid voor de échte noden en pijnpunten van de economie. Eerst willen we de loonhandicap met de buurlanden Duitsland, Frankrijk en Nederland wegwerken, niet toevallig onze belangrijkste handelspartners. Op termijn mag het overheidsbeslag niet hoger dan het EU-gemiddelde liggen. Het Vlaams Belang wil: een stevige lineaire verlaging van fiscale en parafiscale druk. Eenheidsstatuut. Het beste sociale beleid bestaat uit hogere nettolonen voor alle werkende mensen. Immers, een goed draaiende economie geeft voor iedereen uitzicht op een nuttige en zinvolle tijdsbesteding in de vorm van nieuwe jobs of maatschappelijk engagement. Het is het beleid dat het meeste vrijheid geeft aan mensen die hun dagtaak anders willen invullen, maar ook aan jongeren, senioren en mensen met een handicap. Een actieve en montere samenleving bereiken we door meer te doen met minder. Het Vlaams Belang wil niet alleen minder lasten, het wil ook minder statuten voor werknemers. We voorzien een eenheidsstatuut dat het onderscheid tussen arbeiders en bedienden eindelijk doet verdwijnen. Het onderscheid tussen het sociaal statuut van zelfstandigen en dat van werknemers is ook niet langer van deze tijd. Het is niet alleen voor de zelfstandigen weinig voordelig, maar het is bovendien maatschappelijk onverantwoord in een solidaire samenleving. Deze visie is evenzeer op de gezondheidszorg van toepassing. Het medisch bestedingspatroon in Vlaanderen is erg verschillend van dat in Wallonië. Besparen in de uitgaven kan al door de invoering van een ondubbelzinnig getrapte gezondheidszorg. Patiënten die ervoor kiezen zich met klachten eerst tot de huisarts te wenden, verdienen daarvoor een financiële beloning.
23
Pensioenen. Een duidelijk pensioenstelsel dat de loopbaan van veertig jaar arbeid (mits uitzonderingen) centraal stelt is een andere krachtlijn van de sociale voorstellen van het Vlaams Belang. Om het wettelijk pensioen te waarborgen moet de federale overheid de schuld die ze heeft uitstaan erg fors gaan afbouwen. Uitstel en afstel waarin de Belgische regeringen uit verspilzucht (onder paars) of uit bestuurloosheid (sinds 2007) uitblonken, is niet langer nog aanvaardbaar. Overigens is gebleken dat het ruim tien jaar geleden met ruime trom aangekondigde Zilverfonds een lege doos is. Een geloofwaardige financiële inspanning kan meteen de pensioenen en andere uitkeringen welvaartsvast maken en meteen het brugpensioenstelsel voorbehouden voor die beroepsgroepen waarvoor het gecreëerd werd, namelijk: voor een beperkt aantal arbeidsintensieve en gevaarlijke beroepen en slechts onder stringente voorwaarden, dus in geval van herstructurering of collectieve bedrijfssluitingen. Het Vlaams Belang wil: een Vlaams pensioenbeleid dat ons wegleidt uit de puinhoop van het Belgisch stelsel. Gezinnen. Het begrip ‘terugverdieneffecten’ is in de mode gekomen toen de paarse regeringen en de regeringen-Leterme er hun schone schijn mee bedekten. Het Vlaams Belang wijst op de echte en reële terugverdieneffecten van een gezinspolitiek. Het allerbeste voorbeeld daarvan is een beleid dat gezinnen en kinderen op handen draagt. Gezinnen en komende generaties zijn drager en doorgeefluik van waarden en deugden die, als ze een ruime verspreiding en appreciatie kennen, de overheid heel wat werk uit handen nemen. Naast een echt kostendekkende kinderbijslag, bepleit het Vlaams Belang vanouds een opvoedersloon voor een thuiswerkende ouder. Daarmee verwerft een man of een vrouw die zich voltijds aan de opvoeding van kinderen wijdt een volwaardig inkomen en sociaal statuut. Het is belangrijk dat investeren in kinderen erkenning blijft opleveren. De overheid moet via de juiste stimulansen en eerlijke beeldvorming het gezin promoten als hoeksteen van de samenleving, omwille van de morele extra waarde voor de toekomst die het oplevert. Het gezin blijft de harde kern van kennis- en waardenoverdracht naar de volgende generatie. Het Vlaams Belang wil: investeren in gezinnen en sociale verwevenheid als noodzakelijke voorwaarde voor een solidaire samenleving. Overige ideeën en voorstellen.
Duoflex-pact: geen flexibiliteit van de werknemer zonder flexibiliteit van de werkgever. Een verstandige financiering van de sociale zekerheid uit de algemene middelen. Een Vlaams Goudfonds in de plaats van een leeg Zilverfonds. Vermindering, bundeling en plafonnering van lokale lasten. Afschaffing van octrooitaksen en aanvullende crisisbelasting in de bedrijfsfiscaliteit. Snelle invulling van ontbrekende schakels in de verkeersinfrastructuur. Politiek onafhankelijke vakbonden met rechtspersoonlijkheid. Moderne vennootschapswetgeving. Vlaams keurmerk voor producten en diensten.
24
V. EEN ALTERNATIEF VOOR DE BELGISCHE ENERGIEPOLITIEK Een ‘leefbaar Vlaanderen’ betekent een Vlaanderen dat leefbaar is voor de huidige inwoners en dat blijft voor de generaties na ons. Leefmilieu en betaalbare energievoorziening voor gezinnen en bedrijven spelen hierin een belangrijke rol. Beiden zijn ook niet tegenstrijdig aan mekaar. Het Vlaams Belang is van oordeel dat een duurzaam en evenwichtig energie- en milieubeleid perfect past binnen een nationalistische visie. Het bewaren van wat goed is en het inzetten op kansen vanuit onze culturele en sociaal-historische identiteit maken immers de kern uit van deze visie. Ecologie en energie zijn in de huidige staatsstructuur wel volledig versnipperd en verdeeld over de plaatselijke, regionale en federale bestuursniveaus. Een samenhangend beleid is op die manier onmogelijk. Valse tegenstelling. Sinds 2005 kennen we een spectaculaire stijging van de energieprijzen. Door de economische wereldcrisis is die stijging wel wat afgekoeld. Bij een nieuwe economische groei zullen de prijzen niettemin opnieuw stijgen. Ook onze afhankelijkheid van onstabiele landen is ondertussen nog duidelijker geworden. Tegelijkertijd dwingen de klimaatplannen ons de strijd aan te gaan met de uitstoot van CO2. Door zijn centrale ligging, de nabijheid van grote buitenlandse industriegebieden en door onze functie als logistieke draaischijf is Vlaanderen bovendien ten zeerste blootgesteld aan de massale uitstoot van fijn stof. Kortweg: internationale verhoudingen en geopolitiek, maar ook concrete gezondheidsrisico’s voor mens en natuur presenteren zich als prangende vraagstukken. Het Vlaams Belang is kritisch over doemscenario’s en ergert zich aan internationale strategische spelletjes met klimaatakkoorden. Wij stellen ons vragen bij de algemeen heersende opvatting dat de reductie van de CO2-uitstoot klimaatopwarming kan tegenhouden en of er geen andere belangen spelen bij de wereldwijde CO2-handel en opgelegde maatregelen. Toch erkennen we dat tal van uitdagingen voor onze volksgezondheid en de leefbaarheid van onze planeet zich aandienen. Bovendien kunnen we niet rond een aantal internationale verplichtingen heen. Het Vlaams Belang ziet dit als uitdagingen en kansen om een vernieuwend energiebeleid uit te bouwen. Een duurzaam energiebeleid en het veiligstellen van onze energievoorziening is een van de grootste maatschappelijke uitdagingen van deze eeuw. Om een coherent beleid mogelijk te maken hoort de volledige bevoegdheid over energie en milieu thuis op het Vlaamse niveau. Het in eigen handen nemen van zijn energielot stelt Vlaanderen voor een grote opgave. Onze kenniseconomie moet zich transformeren. Bij het uittekenen van de krijtlijnen voor een vernieuwend energiebeleid gaat het evenwel niet over een verscheurende keuze voor economie of milieu. Beide elementen moeten elkaar aanvullen en kunnen elkaar versterken. Het Vlaams Belang wil: een volwaardig Vlaams energiebeleid als duurzaam antwoord op de energievraagstukken. Belgisch energiebeleid faalt. Op federaal niveau is de minister van Leefmilieu en Klimaat, Energie en Duurzame Ontwikkeling verantwoordelijk voor het energiebeleid. De openstelling van de markt, de elektriciteit- en aardgastarieven, de productie (met uitzondering van de productie van hernieuwbare energie) zijn nog steeds federale bevoegdheden. Het hoogspanningsnet van elektriciteit met een spanning van meer dan 70 kilovolt, de opslag en het 25
vervoer van aardgas en kernenergie zijn eveneens nog ‘Belgische’ bevoegdheden. De federale overheid heft nog steeds taksen en bijdragen. Gezinnen en bedrijven betalen het gelag in de energiefactuur . Voor het Vlaams Belang moeten al deze bevoegdheden zo snel mogelijk naar het Vlaamse beleidsniveau verhuizen. We stellen vast dat de federale regering op het vlak van energie onvoldoende marktbevorderende initiatieven neemt. Op de Belgische markt is noch in de klassieke energieproductie noch in de hernieuwbare energie de feitelijke monopoliepositie van elektriciteitsproducent en Suez-dochter Electrabel aangetast. Het protocolakkoord met Electrabel-Suez dat in een uitstel van de uitstap uit de kernenergie voorzag is door de ontbinding van het federaal parlement niet bekrachtigd en op de lange baan geschoven. Het is hier gepast te benadrukken dat dit akkoord, buiten het verlengen van de levensduur van de kerncentrales, voor onze energieonafhankelijkheid uiterst nefast zou zijn. De federale regering is niet langer bij machte om een duidelijke strategie voor de energiebevoorrading van dit land uit te stippelen. De energievoorziening is nochtans een van de belangrijkste economische hefbomen. De enige doelstelling die het federale energiebeleid nastreeft is blijkbaar het fnuiken van de Vlaamse wil tot meer autonomie o.a. in de energiesector. Inmiddels kwam het belangrijkste deel van onze energievoorziening in Franse handen. Het Vlaams Belang wil dit veranderen en pleit voor de afbouw van de monopoliepositie van Suez. Het maximale toegelaten marktaandeel voor gas- en elektriciteitsproducenten moet worden teruggebracht tot 45%. Het Vlaams Belang wil bovendien de gehele energiesector onder Vlaamse controle brengen. Het Vlaams Belang wil: in plaats van de Franse energiedominantie een eerlijke concurrentie tussen apolitieke energiebedrijven wat prijs en kwaliteit moet ten goede komen. Betaalbare elektriciteit. Ondanks energiebesparingen merken we dat de behoeften voor elektriciteit sterk stijgen. Uit een studie van de CREG blijkt dat we tegen 2015 aankijken tegen een energietekort van 4.000 megawatt. Dit tekort valt niet op te vangen door het aandeel hernieuwbare energie. Om voortdurende prijsstijgingen door het quasimonopolie van Electrabel en de gesubsidieerde hernieuwbare energie tegen te gaan, blijft in Vlaanderen elektriciteitsproductie door middel van kernenergie onontbeerlijk. Het Vlaams Belang wil daarom werk maken van de ontwikkeling van kerncentrales van de vierde generatie. Ondertussen wil de Vlaamse overheid een Vlaams energiebedrijf opzetten, dat zou moeten participeren in groene-energieproductie en in verschillende vormen van energiebesparende investeringen. Het Vlaams Belang wil veel verder gaan. Een Vlaams energiebedrijf moet volgens het Vlaams Belang initiatieven uitwerken die onder meer de inplanting van een nieuwe kerncentrale mogelijk maken. Daarvoor moeten we ons onder meer richten op samenwerking met andere buitenlandse partners. Het zou niet verstandig zijn het monopolie van ElectrabelSuez te versterken. Suez moet in ruil voor het openhouden van de kerncentrales een concessievergoeding betalen die ten goede komt aan technologische innovatie, de vernieuwing en decentralisatie van het netwerk, 26
hernieuwbare energieproductie, sociale tarieven en algemene energie-efficiëntie. De kennis die aanwezig is in het SCK van Mol moet behouden blijven en verdient verdere ontwikkeling in de schoot van én ten behoeve van onze Vlaamse kenniseconomie. De ondersteuning van het MYRRHA-project is levensnoodzakelijk voor het behoud en de verdere uitbouw van SCK-Mol. Wat brandstoffen betreft, pleit het Vlaams Belang voor de daling van het BTW-tarief op gas, steenkool, stookolie en elektriciteit van 21% naar 6%. Het Vlaams Belang wil: het behoud, verder uitbouw en modernisering van de kernenergie om aan onze energievoorziening te kunnen voldoen. Onderzoek en investeringen. Het huidige elektriciteitsnet is sterk verouderd en niet aangepast aan het feit dat nu ook consumenten stroom produceren en leveren aan het net. Op zich was dit geen probleem zolang die voedende stromen beperkt waren. Door de grote stijging van het aantal particuliere en industriële installaties van hernieuwbare energie neemt de kans op ingrijpende stroompannes met de dag toe. Een oplossing dringt zich op, maar de federale overheid is verlamd door onenigheid en geldgebrek. Langs Vlaamse zijde laat de overheid onderzoek uitvoeren naar zogenaamde ‘slimme’ netwerken, maar de ontwikkeling blijft dan weer achter. Vlaanderen laat overigens al te veel onderzoeks- en ontwikkelingsdomeinen op het vlak van energie braak liggen. Het Vlaams Belang pleit dan ook voor een forse investering van bijkomende middelen in het onderzoek en de ontwikkeling van hernieuwbare energie en alles wat hiermee te maken heeft. Een inhaaloperatie is dringend nodig. Het Vlaams Belang wil: een Vlaanderen dat in woord en daad het voortouw neemt van een doelmatig en efficiënt georganiseerde duurzame energietoekomst. Mobiliteit en energie. Bij uitstek op gebied van vervoer en mobiliteit stellen zich een aantal uitdagingen zowel op vlak van energie als op het vlak van milieu. De problematiek van energieafhankelijkheid, fijn stof en CO2 dwingen de automobielsector nieuwe paden te betreden. Op dit ogenblik gaat de aandacht voornamelijk naar de elektrische wagen, zonder zich veel vragen te stellen over de herkomst van die elektriciteit . Het Vlaams Belang wil veel meer focussen op de techniek van auto’s op natuurlijk gas (CNG-Compressed Natural Gas) en waterstof. Beide systemen zijn erg zuivere verbrandingssystemen. CNG kan bestaan uit aardgas of biogas. Zowel de technologie als de brandstof is onmiddellijk verkrijgbaar. Motoren die op CNG werken kunnen zonder veel moeite ook worden aangepast voor het gebruik van waterstof als brandstof. Waterstof als energiedrager kan beschikbaar zijn als bijproduct van een aantal industriële processen of valt met behulp van elektriciteit aan te maken. Als energiedrager kan het produceren van waterstof dienen om de piekproductie van een aantal hernieuwbare productiemethodes te bufferen. Het Vlaams Belang pleit voor een versnelde omschakeling in deze sector naar het gebruik van waterstof en als tussenstap CNG als brandstof .
27
Het Vlaams Belang wil: meer aandacht voor CNG en waterstof als alternatieve drijfkracht in het verkeer.
* *
*
28
VI. EUROPA, BUITENLANDSE ZAKEN EN LANDSVERDEDIGING Vlaanderen heeft een zelfbewuste houding nodig om zijn toekomstige rol van onafhankelijke staat in de wereld op te nemen. Het Vlaams Belang vindt dat een soeverein en Onafhankelijk Vlaanderen onbevangen zijn verplichtingen tegenover de internationale gemeenschap moet nakomen. Die houding moet nu reeds spreken uit de ernst waarmee Vlaanderen alle facetten van buitenlands beleid ter harte neemt. De internationale financiële crisis heeft aangetoond dat enkel staten een stem hebben op het wereldtoneel van de macht. Een land zonder natiegevoel - zoals België - is een land dat er geen graten in ziet zijn voornaamste banken aan het buitenland te slijten. Gebonden met handen en voeten aan Frankrijk, dreigt Vlaanderen op die manier nog maar eens het kind van de rekening te zijn. Om ons van dit juk te bevrijden is een zelfbewust Vlaanderen broodnodig. Europa op Vlaamse maat. Het is fout dat de Europese Unie beter geplaatst is om onze externe soevereiniteit te behartigen. Het Vlaams Belang is vóór Europese integratie, maar niet onvoorwaardelijk. De EU moet bestaan uit staten die samen optreden in een aantal beleidsdomeinen, niet uit staten die hun verantwoordelijkheid hier-en-nu van zich afschuiven naar de EU, de VN of andere supranationale koepels. Lidstaten van de EU moeten volgens ons samen durven optreden in vraagstukken over bijvoorbeeld ecologie, verkeer en migratiedruk aan de buitengrenzen van de Unie. Kwesties dus waar schaalvoordelen en cultuurhistorische lotgenootschap van de Europeanen elkaar eerder versterken dan uitsluiten. Vlaanderen mag niet aanvaarden dat de EU ooit beslist over de opportuniteit van Vlaamse Onafhankelijkheid. Wij moeten onze plaats onder de zon opnemen in overeenstemming met de gebruikelijke internationaalrechtelijke principes, maar zonder ons tot speelbal te maken van internationale politieke spelletjes. Net als landen zoals Nederland en Denemarken kan Vlaanderen een betrouwbaar, maar geen slaafs lid zijn van een evenwichtig Europees project. De evolutie op monetair vlak toont aan dat politici het Europees project hebben misbruikt voor een eigen agenda, zonder met de sociaaleconomische realiteit rekening te houden. Belgische politici zien in de EU nog steeds een middel om de echte Vlaamse Onafhankelijkheid te vermijden door zo veel mogelijk bevoegdheden naar het hoger vlak door te schuiven. Het Vlaams Belang huldigt onverminderd het subsidiariteitsbeginsel. Dit principe stelt dat de bevoegdheden moeten aansluiten bij het daarvoor meest geschikte niveau. Het spreekt vanzelf dat de toetreding van Turkije meer dan een brug te ver zou zijn; de huidige nog steeds lopende onderhandelingen moeten de gedaante aannemen van een associatieverdrag en zeker niet meer dan dat. Het Vlaams Belang wil: geen federaal Europa, maar de EU als intergouvernementele statenbond waarvan Vlaanderen als soevereine staat volwaardig lid is. Eigen koers. Het Belgische establishment hoopte dat het Europees voorzitterschap in de tweede helft van 2010 en Congo - dat een halve eeuw onafhankelijk is - het Belgisch gevoel opnieuw wat zouden aanwakkeren. De val van de regering doorkruiste dit regieschema. Vlaanderen mag zich niet laten meeslepen in dit spel en moet zich richten op zijn eigen belangen. Dat betekent in de eerste plaats voorkeursrelaties doen uitbouwen met landen waar een bestuurscultuur in voege is 29
vergelijkbaar met de Vlaamse. Samenwerking met Nederland en met Angelsaksische, Scandinavische en Baltische staten moet in de plaats komen van de actuele Franstalige fixaties. Op een door Vlaanderen geïnspireerd buitenlands beleid hoeft geen taboe meer te rusten. Het Vlaams Belang wil: een realistisch Vlaams buitenlands beleid dat de inwoners van Vlaanderen dient. Vensters op de wereld. De Belgische ambassades en consulaten spelen een belangrijke rol in de beeldvorming over het land. Buitenlands handelsbeleid, maar ook diplomatieke relaties laten zich dankbaar recupereren voor binnenlands gebruik. Om de houdbaarheidsdatum van België te verlengen bijvoorbeeld. Het Vlaams Belang wil dat de ambassades en consulaten van België in het buitenland nu al de Vlaamse en de Waalse belangen behartigen en niet langer de Belgische. De buitenlandse vertegenwoordigingen van de Vlaamse Regering moeten rechtstreeks een vinger in de pap krijgen in federale buitenlandmissies. Zolang bij lager diplomatiek personeel afwezige of gebrekkige kennis van het Nederlands schering en inslag blijft, is de positieve evolutie in taalkennis van ambassadeurs en consuls maar een verbetering voor de galerij. Een volwaardige Nederlandstalige werking van alle diplomatieke diensten is het strikte minimum minimorum. Het Vlaams Belang wil dat België uit de gemeenschap van Franstalige landen stapt. Het Vlaams Belang wil: een uitbouw van een assertief diplomatiek beleid, geïnspireerd vanuit Vlaamse strategieën. Vlaamse militairen. Een federale bevoegdheid waarmee Vlamingen in heel wat landen terechtkomen - zij het dan voornamelijk conflictgebieden - is Defensie. De afgelopen jaren hebben Vlamingen in Belgische dienst het beste van zichzelf gegeven in het kader van internationaal aangestuurde humanitaire operaties. Berichten via het thuisfront over aangekondigde legerhervormingen waren weinig geruststellend en zeker niet motiverend. Ondertussen functioneren investeringsplannen niet soepel en blijven veel legernoden schrijnend. Enerzijds halen Franstalige politici in onderhandelingen over de afbouw van het aantal kwartieren en kazernes vaker hun slag thuis dan goed is voor een ‘Belgisch’ leger, waarin Vlamingen en Walen recht dienen te hebben op een gelijkwaardige behandeling. Anderzijds komen zowat alle operationele taken waarvoor het leger zich gesteld kan zien in het gedrang. Dit is bij uitstek het geval voor internationale zendingen. Heel wat legereenheden zijn inmiddels dusdanig afgebouwd dat de slagkracht volledig zoek is. De eenheden paracommando’s zijn het slachtoffer van hun eigen succes. In ruil voor een stiefmoederlijke behandeling moeten ze opdraven voor alle taken waar andere eenheden niet meer toe in staat zijn. Het Vlaams Belang wil dadelijk de maatregelen uit de legerhervorming schrappen die strijdig zijn met de vereisten van een elementaire strategische aanwezigheid in Vlaanderen. Zo moet de Citadel van Diest de thuisbasis blijven van het Eerste Bataljon Para. Het Vlaams Belang wil een snel inzetbaar leger voor alle operationele taken en met gespecialiseerde opdrachten die de NAVO het toevertrouwt. Het moet werken in alle transparantie en onder parlementaire controle in plaats van zonder meer overgeleverd te zijn aan de grillen van een minister.
30
Het Vlaams Belang wil: Vlaamse militairen een antwoord bieden op de verschraling van hun loopbaan. Ontwikkelingssamenwerking. Het is hoogdringend tijd om ontwikkelingshulp en samenwerking niet langer als een loutere centenkwestie te bekijken. De ontwikkelingslanden kunnen enkel en alleen uit de put kruipen als een aantal cultureel bepaalde attitudes van hun bevolkingen veranderen en ze zich in een moeite ontdoen van corrupte, illegitieme regeringen. Investeren in deze landen zal maar verf pakken na nieuwe nationale omwentelingen, waarbij welvaart, goed onderwijs en degelijke gezondheidszorg niet langer los worden gezien van werklust, maar vooral van democratische en sociaal-economische resultaatsverbintenissen. Ondertussen is België nogal slecht geplaatst om ontwikkelingslanden de democratische les te lezen. Zeker wanneer blijkt dat, niettegenstaande hernieuwde beloften en akkoorden, de communautaire Vlaams-Waalse (niet-)splitsing van de Belgische ontwikkelingssamenwerking uitgroeide tot een klucht. Het gevolg van dit alles is dat Vlaanderen ervoor kiest om te werken met grote NGO’s, terwijl Wallonië de voorkeur geeft aan kleinschalige projecten van kleine NGO’s. Vlaanderen kiest meer voor de zakelijke benadering door te werken met grote partners, maar veroordeelt zich dus ook tot compromissen met vaak weinig bonafide regeringen. De Vlamingen hopen op die manier aan hun internationale reputatie te werken, maar zo blijft ontwikkelingssamenwerking natuurlijk een straatje zonder einde. Zeker als we vraagstukken zoals het opdrogen en zelfs het omkeren van de migratiestromen naar Vlaanderen willen bespreken in Afrika en Azië, is het van het grootste belang ons te verzekeren van betrouwbare partners. Waar dat niet kan, moet de stok achter de deur steeds het stopzetten van hulp aan het betrokken land zijn, zonder daarom de samenwerking met de lokale bevolking op te schorten. Het Vlaams Belang wil: een ontwikkelingssamenwerking die vertrekt van het behalen van concrete resultaten en dus niet van loutere financiële transfers naar Afrika en Azië. Vlaanderen staat in Europa. Als het van het Vlaams Belang afhangt zal Vlaanderen zichzelf profileren als een kritisch, maar loyaal partner in de internationale instellingen. In afwachting van Vlaamse Onafhankelijkheid toont het bij voorkeur nu al principiële bereidheid om zijn verplichtingen na te komen. Vlaanderen gebruikt dan deze instellingen om, waar opportuun, zijn zaak sereen, maar beslist te bepleiten op internationale en diplomatieke fora. Wie Vlaanderen almaar vergelijkt met regio’s als Catalonië en Schotland dient zich te realiseren dat dit geen dienst bewijst aan meer Vlaams zelfbestuur en zeker niet aan Vlaamse Onafhankelijkheid. Dat doet niets af aan onze sympathie voor Catalanen en Schotten. Maar de failed state België kleurt in zijn politieke en bestuurlijke patstelling ook moreel ongunstig op de Vlamingen af. Het is dus zaak om België snel te beëindigen. Het komt internationaal weinig geloofwaardig over om de Nederlandse taal, de Vlaamse cultuur en onze sterke economie als tekenen van autonomie voor te stellen terwijl internationale waarnemers al snel kunnen vaststellen dat Vlaamse federale politici dagelijks het Belgische theater mee opvoeren.
31
Het Vlaams Belang wil: dat de wereldwijd gunstige reputatie van Vlaanderen de ambitie ondersteunt om niets minder te willen zijn dan een volwaardige lidstaat van Europa.
* *
*
32