MEMORANDUM VOOR DE FEDERALE VERKIEZINGEN JUNI 2010 INHOUD Inleiding ................................................................................................................................................................. 2 1. Mensenrechtenverdragen en -instellingen ...................................................................................................... 3 2. Controle op wapens........................................................................................................................................... 7 3. Strijd tegen terrorisme en mensenrechtenschendingen die eruit voortvloeien.......................................... 10 4. Buitenlands beleid ........................................................................................................................................... 13 5. Asiel en Migratie ............................................................................................................................................. 17 6. Geweld tegen vrouwen en partnergeweld ..................................................................................................... 25
AMNESTY INTERNATIONAL BELGIUM • www.amnesty.be
INLEIDING De voorbije legislatuur nam de federale regering een aantal toe te juichen beslissingen op het gebied van de bescherming van mensenrechten. Zonder volledigheid na te streven, denken we bijvoorbeeld aan de belangrijke rol die België speelde in de onderhandelingen voor het Optioneel Protocol bij het Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten – hoewel totnogtoe geen werk werd gemaakt van ratificatie. Ook was er de zeer positieve beslissing om een blijkbaar onschuldig vastgehouden persoon uit Guantanamo Bay op te vangen. Amnesty juicht ook het pilootproject voor hervestiging van 47 Irakese vluchtelingen toe. Tot slot worden sinds oktober 2009 geen families met minderjarige kinderen meer opgesloten in gesloten centra. Desondanks zal de Belgische federale legislatuur 2007-2010 zeker niet de geschiedenisboeken in gaan als de meest florerende periode voor de promotie en verdediging van de mensenrechten in België. Noch het parlement, noch de regering gaf mensenrechten de prioritaire plaats die ze vereisen en verdienen. Bij de opstelling van dit memorandum stelden we dan ook vast dat vele van de aanbevelingen die Amnesty International in 2007 overmaakte, onverkort geldig blijven. Zo stellen we vast dat verschillende belangrijke verdragen dode letter blijven door het uitblijven van de ratificatie, in het bijzonder het Optioneel Protocol bij het VN-Verdrag tegen Foltering. Dit verdrag voorziet nochtans in de oprichting van een broodnodig controlemechanisme op de rechten van gedetineerde mensen. Ook rond de oprichting van een nationale mensenrechtencommissie werd niets noemenswaardig verwezenlijkt, ondanks voorstellen van NGO’s en aanbevelingen van het Europese Agentschap voor Fundamentele Rechten. Op andere vlakken valt zelfs een achteruitgang te noteren. Met name het gebruik van stroomstootwapens tegen ongewapende betogers is bijzonder zorgwekkend. Evenzeer verontrustend is de aanslepende opvangcrisis voor asielzoekers. Het voorliggende memorandum is bestemd voor de politieke partijen die op 13 juni 2010 naar de kiezer gaan. De aanbevelingen komen tegemoet aan een aantal van de belangrijkste mensenrechtenproblemen in België en handelen over mensenrechtenverdragen, controle op wapens, strijd tegen het terrorisme, buitenlands beleid, asiel en migratie en partnergeweld. De komende periode biedt aanzienlijke kansen om mensenrechten bovenaan de agenda te plaatsen. De allereerste graadmeter van de volgende regering wordt alvast het voorzitterschap van de Europese Unie. België kan vanaf 1 juli 2010 een zeer belangrijke impact hebben op het mensenrechtenbeleid van de EU, zowel binnen de lidstaten als in de rest van de wereld. België is ook nog minstens twee jaar lid van de VN-Mensenrechtenraad. De geloftes die werden opgesteld naar aanleiding van de Belgische kandidatuur van dit orgaan vergen nog een stevige inspanning. Voorts zal in 2011 het Belgische mensenrechtenbeleid worden geëvalueerd binnen diezelfde Raad. Het is onze hoop dat tegen dan ten minste een deel van onze aanbevelingen realiteit zijn geworden. De komende jaren zijn ook cruciaal voor het ontwikkelen van een mensenrechtenbenadering van de armoedeproblematiek, in het bijzonder met betrekking tot de Millenniumdoelstellingen. We vragen aan de politieke partijen om de aanbevelingen ter harte te nemen in de uitwerking van hun politieke programma’s en in het regeerakkoord. En we hopen uiteraard dat de federale overheid van deze aanbevelingen de komende 4 jaar werk zal maken.
AMNESTY INTERNATIONAL BELGIUM • www.amnesty.be
MEMORANDUM VOOR DE FEDERALE VERKIEZINGEN – JUNI 2010
3
1. MENSENRECHTENVERDRAGEN EN -INSTELLINGEN Om een betere bescherming van mensenrechten in België te waarborgen, is het noodzakelijk dat belangrijke internationale verdragen ondertekend, geratificeerd en geïmplementeerd worden. Met name de volgende verdragen verdienen bijzondere aandacht:
Verenigde Naties 1.1 België ratificeert het Optioneel Protocol bij het VN-Verdrag tegen Foltering en Andere Wrede, Onmenselijke of Vernederende Behandeling of Bestraffing (OP CAT). Dit Protocol werd aangenomen door de Algemene Vergadering van de VN op 18 december 2002 en is in werking getreden in juni 2006. België ondertekende het Protocol op 24 oktober 2005. Het voorziet in een systeem van regelmatige bezoeken, uitgevoerd door nationale en internationale onafhankelijke instanties, op plaatsen waar zich mensen bevinden die van hun vrijheid beroofd zijn, met de bedoeling foltering en andere wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing te voorkomen. Ondanks verschillende Belgische engagementen op internationaal niveau om het protocol te ratificeren, werd geen merkelijke vooruitgang geboekt in dit dossier. Het uitblijven van ratificatie door België wordt uitgelegd doordat de bevoegde federale en regionale instanties moeten beslissen over het op te richten “nationale” toezichtsmechanisme. Vervolgens moet de ratificatie worden voorgelegd aan alle wetgevende instanties op federaal en deelstatelijk niveau.
Verenigde Naties 1.2 België ratificeert het Optioneel Protocol bij het VN-Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten De mensenrechten zoals neergelegd in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens zijn ondeelbaar. Deze stelling is de afgelopen jaren ook door België uitgedragen. Verschillen tussen burgerlijke en politieke rechten enerzijds en economische, sociale en culturele rechten anderzijds zijn minder groot dan soms wordt aangenomen. Beide categorieën van mensenrechten verdienen op eenzelfde manier te worden beschermd en afgedwongen. Dit inzicht leidde onder meer tot een Optioneel Protocol bij het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten (IVESCR). Met dit Protocol wordt een individueel klachtrecht op internationaal niveau ingericht. België was, op 24 september 2009, bij de eerste groep van landen die dit uiterst belangrijke Protocol ondertekende. Amnesty roept op om zo spoedig mogelijk over te gaan tot ratificatie opdat het Protocol in
AMNESTY INTERNATIONAL BELGIUM • www.amnesty.be
4
MEMORANDUM VOOR DE FEDERALE VERKIEZINGEN – JUNI 2010
werking kan treden. De overheid moet vervolgens ook zonder uitstel overgaan tot de implementatie. Het gemengde verdrag moet door de verschillende regelgevende kamers worden aangenomen. Op federaal niveau werd geen merkelijke vooruitgang geboekt in het ratificatieproces.
Raad van Europa 1.3 België ratificeert het Protocol nr. 12 bij het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden. Het Protocol werd aangenomen op 4 november 2000 en trad in werking op 1 april 2005. België ondertekende het op 4 november 2000, maar heeft het nog niet geratificeerd. Dit Protocol voorziet in een algemeen discriminatieverbod, daar waar het discriminatieverbod in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (artikel 14) tot nu toe enkel kan ingezet worden tegen discriminatie in de uitoefening van de andere rechten van het verdrag. Centraal in het Protocol staan artikel 1 en 2: 1.
Het genot van elk in de wet neergelegd recht moet worden verzekerd zonder enige discriminatie op welke grond dan ook, zoals geslacht, ras, kleur, taal, godsdienst, politieke of andere mening, nationale of maatschappelijke afkomst, het behoren tot een nationale minderheid, vermogen, geboorte of andere status.
2.
Niemand mag worden gediscrimineerd door enig openbaar gezag op, met name, een van de in het eerste lid vermelde gronden.
Raad van Europa 1.4 België aanvaardt alle bepalingen van het Europees Sociaal Handvest zonder uitzonderingen. Bij de ratificatie van het herziene Europees Sociaal Handvest (ESH) van de Raad van Europa in 2004, aanvaardde België slechts 87 van de 98 paragrafen van dit verdrag. Onder de bepalingen die België niet aanvaardt, bevinden zich het recht van ouderen op sociale bescherming (artikel 23), het recht op bescherming bij de beëindiging van de tewerkstelling (artikel 24), het recht van werknemers met gezinsverantwoordelijkheden op gelijke kansen en gelijke behandeling (artikel 27), het recht op bescherming van werknemersvertegenwoordigers (artikel 28) en het recht op huisvesting (artikel 31). Amnesty International vraagt dat alle bepalingen van het ESH zonder uitzonderingen worden aanvaard. Bovendien heeft België nog geen verklaring afgelegd die het mogelijk zou maken dat nationale NGO’s klachtrecht krijgen bij het collectieve klachtenmechanisme dat is ingesteld in een protocol bij dit verdrag. Amnesty International dringt er op aan dat deze verklaring wordt afgelegd.
AMNESTY INTERNATIONAL BELGIUM • www.amnesty.be
MEMORANDUM VOOR DE FEDERALE VERKIEZINGEN – JUNI 2010
5
Raad van Europa 1.5 België ratificeert het Kaderverdrag inzake de Bescherming van Nationale Minderheden. Het Kaderverdrag werd aangenomen te Straatsburg op 1 februari 1995 en trad in werking op 1 februari 1998. België ondertekende het op 31 juli 2001, maar heeft het nog steeds niet geratificeerd. Het heeft tot doel optimale voorwaarden te creëren voor het consolideren van een pluralistische en democratische samenleving waarin de etnische, culturele, linguïstieke en religieuze identiteit van elk individu dat tot een minderheid behoort wordt gerespecteerd. Het kaderverdrag definieert eveneens “de principes die moeten worden geëerbiedigd en de daaruit voortvloeiende verplichtingen ten einde, in de lidstaten en in de andere Staten die Partij bij deze akte worden, de effectieve bescherming van nationale minderheden en van de rechten en vrijheden van personen die tot die minderheden behoren, te waarborgen, in het kader van de rechtsstaat, met eerbiediging van de territoriale integriteit en nationale soevereiniteit van Staten”. Amnesty bepleit de ratificatie van dit verdrag opdat België sterker in zijn schoenen zou staan wanneer het in Europa opkomt voor de rechten van nationale minderheden.
België 1.6 De regering maakt werk van de oprichting van een Belgische Commissie voor de Rechten van de Mens, zoals reeds werd opgenomen in het federaal regeerakkoord van 2003. Het Europese Agentschap voor de Fundamentele Rechten roept EU-lidstaten op om nationale mensenrechteninstellingen op te richten. Verschillende EU-lidstaten hebben reeds zo’n mensenrechtencommissie opgericht. België beschikt al wel over een Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding en over een aantal andere instellingen die zich toeleggen op een specifiek thema of bepaalde mensenrechten. Het Centrum kreeg in 1999 echter een B-status toegekend volgens de Principes van Parijs. Dit betekent dat het niet volledig voldoet aan de vereisten voor een onafhankelijke nationale mensenrechteninstelling. Een Belgische Commissie voor de Rechten van de Mens draagt bij en ziet toe op de naleving door België van de internationale engagementen op het vlak van mensenrechten, en volgt systematisch de internationale ontwikkelingen op het vlak van mensenrechten. De Commissie biedt onafhankelijke expertise aan de overheid en is een plaats van overleg tussen middenveld en overheid op het vlak van mensenrechten. Amnesty heeft met een groep representatieve mensenrechtenorganisaties in april 2006 een voorstel van samenwerkingsakkoord opgesteld tussen de federale staat en de gemeenschappen inzake de oprichting van zo’n Mensenrechtencommissie. Amnesty heeft zich hiervoor geïnspireerd op het Ierse voorbeeld. Daarenboven kan deze Mensenrechtencommissie ook de taak op zich nemen om plaatsen van detentie te inspecteren, zoals gevraagd door het Optioneel Protocol bij het VN-Verdrag tegen Foltering (OPCAT zie ook 1.1). De bedoeling is om tot een dubbel toezichtsmechanisme te komen: zowel nationaal als internationaal. De Raad van Europa voorziet een systeem van internationale inspecties op plaatsen waar personen van hun vrijheid beroofd zijn, middels het Comité ter Preventie van Foltering. Dit Comité bezocht België in september/oktober 2009 en maakte haar rapport aan de overheid over in mei 2009. Ons land beschikt nog niet over het in het OPCAT voorziene nationaal toezichtsmechanisme op gevangenissen en detentiecentra. Een van de redenen waarom OPCAT nog niet geratificeerd werd, is de discussie of het bijhorend nationaal toezichtsmechanisme nationaal (overkoepelend met alle betrokken overheden), dan wel federaal of regionaal moet geregeld worden. Amnesty International stelt
AMNESTY INTERNATIONAL BELGIUM • www.amnesty.be
6
MEMORANDUM VOOR DE FEDERALE VERKIEZINGEN – JUNI 2010
in dit verband voor om deze opdracht van toezicht en inspectie toe te vertrouwen aan de op te richten Belgische Mensenrechtencommissie. De voorbeelden, aansporingen, redenen en voorstellen inzake een Belgische Mensenrechtencommissie zijn er, alsook het politiek akkoord in het regeerakkoord van 2003. Nu is het een kwestie van politieke wil van de bevoegde ministers om hier werk van te maken.
AMNESTY INTERNATIONAL BELGIUM • www.amnesty.be
MEMORANDUM VOOR DE FEDERALE VERKIEZINGEN – JUNI 2010
7
2. CONTROLE OP WAPENS Wereldwijd worden gewelddadige conflicten, mensenrechtenschendingen en criminaliteit gevoed door een ongecontroleerde verspreiding van wapens. Amnesty International is getuige van de menselijke tol die daarvoor betaald wordt. Daarom ijvert Amnesty voor een betere controle op de internationale wapenhandel.
2.1 De regering voert de strijd op tegen illegale wapenhandel. In de strijd voor een betere controle op de verspreiding van wapens, is aangepaste wetgeving een belangrijke, doch niet voldoende stap. De implementatie van de wetten, de handhaving ervan en de parlementaire rapportering moeten ervoor zorgen dat wetten geen dode letter blijven. Alle transacties die de wet omzeilen moeten tijdig opgemerkt, gestopt en bestraft worden. Op nationaal vlak moet de federale regering nagaan waar zich, binnen haar bevoegdheden, knelpunten bevinden inzake de implementatie en handhaving van de wetgeving op het vlak van wapenexport, -doorvoer, en –import en de strijd opvoeren tegen de illegale wapenhandel door een versterking, waar nodig, van de overheidsdiensten die hierop moeten toezien. De wetgeving en controle op de tussenhandel moeten worden geoptimaliseerd. Er moet bovendien een evaluatie gemaakt worden van de naleving van eindgebruikerscertificaten. Ook de controle op wapeninvoer moet toenemen. Een lakse handhaving creëert immers openingen voor illegale wapenhandel. Op internationaal vlak verwachten we van België dat verder wordt gewerkt aan initiatieven tegen illegale wapenhandel via de EU, OVSE, VN en andere organisaties.
2.2 De autoriteiten maken de wet op het vuurwapenbezit effectiever en waken over het oneigenlijk gebruik van uitvoeringsbesluiten. Het arrest van het Grondwettelijk Hof van 19 december 2007 heeft ertoe geleid dat de wet van juni 2006, de zogenaamde Wet Onkelinx, werd aangepast. Amnesty ondersteunde deze wet aangezien ze de controle op vuurwapenbezit door particulieren zou versterken. Wapenhandelaars zouden ook beter worden gecontroleerd. In juli 2008 stemde het parlement amendementen waardoor het Centraal Wapenregister de basis van het controlesysteem werd. Het Comité P heeft zeer belangrijke opmerkingen en aanbevelingen bij het functioneren van dit register die ernstig dienen te worden genomen. Voorts moet erop toegezien worden dat de wet op het vuurwapenbezit niet wordt uitgehold door het oneigenlijke gebruik van uitvoeringsbesluiten.
AMNESTY INTERNATIONAL BELGIUM • www.amnesty.be
8
MEMORANDUM VOOR DE FEDERALE VERKIEZINGEN – JUNI 2010
Daarnaast moet tijdens de volgende legislatuur werk worden gemaakt van grondige regels over markering en tracering van vuurwapens en munitie, en van controle op fabricage en ombouwen van wapens. Hoewel er verbeteringen zijn in de manier van registratie van de wapens, is er nog grote onduidelijkheid over de wapens die in omloop zijn. Amnesty vraagt om meer middelen vrij te maken om het register te optimaliseren en vraagt bovendien een evaluatie van de herziene wet.
2.3 België werkt actief en constructief mee aan de totstandkoming van een Internationaal Wapenhandelverdrag. België is totnogtoe actief en constructief betrokken geweest bij de totstandkoming van een Internationaal Wapenhandelverdrag (Arms Trade Treaty) zoals beslist door de Algemene Vergadering van de VN in 2006. België moet verder blijven streven naar een bindend verdrag met een ruim toepassingsgebied, met duidelijke richtlijnen inzake rapportering en gebaseerd op de sterke criteria zoals omschreven in de Compilation of Global Principles for Arms Transfers1. Het document bevat een compilatie van bestaande wetgevingen en verdragen werden gecompileerd en vormt aldus de basis voor een sterk en effectief verdrag.
2.4 De regering pakt de uitdagingen aan die voortkomen uit de regionalisering van de wapenexportlicenties. Op dit moment hebben 4 regeringen bevoegdheden ten aanzien van wapenlicenties. België is het enige land in de wereld waar deze bevoegdheid niet exclusief bij het nationale/federale niveau ligt. Het wapenexportbeleid wordt door andere staten sowieso beschouwd als federaal buitenlands beleid. De toevoeging van een extra beslissingsniveau inzake wapenhandel verhoogt de complexiteit en de kans dat het licentiebeleid en het federaal buitenlands beleid niet coherent worden gevoerd. Ook de uitvoering en handhaving van de wet worden complexer. De federale overheid moet er dus op toezien dat het buitenlands beleid inzake wapenhandel coherent blijft, zodat België haar internationale verplichtingen nakomt. De federale regering blijft verantwoordelijk voor de rapportering aan het parlement van de licenties die nog steeds door haar verleend worden (i.v.m. transfers inzake defensiesamenwerking) en moet deze rapportering op correct wijze doen.
1
Zie: http://www.controlarms.org/documents/06089Globa%20PrinciplesFINAL.pdf
AMNESTY INTERNATIONAL BELGIUM • www.amnesty.be
MEMORANDUM VOOR DE FEDERALE VERKIEZINGEN – JUNI 2010
9
2.5 De regering ziet erop toe dat het gebruik van stroomstootwapens strikt gelimiteerd wordt en zorgt dat misbruiken onderzocht worden. Op basis van eigen onderzoek2 oordeelt Amnesty International dat stroomstootwapens (ook wel: ‘tasers’ genoemd) potentieel dodelijk zijn en zich lenen tot misbruik. Hun gebruik moet zeer strikt geregeld en gecontroleerd worden, en beperkt zijn tot situaties waar het enige alternatief bestaat in het gebruik van dodelijk geweld of vuurwapens. Stroomstootwapens, die een grote psychische impact hebben en extreme pijn veroorzaken, mogen nooit gebruikt worden als een algemeen middel voor ordehandhaving. Wanneer ze toch gebruikt worden, binnen een streng gelimiteerde context, mag dat enkel door gespecialiseerde agenten die grondig opgeleid en gecontroleerd worden. In het bijzonder moet de overheid ervoor zorgen dat tasers nooit gebruikt worden tegen ongewapende of kwetsbare personen. Er zijn duidelijke aanwijzingen dat Belgische ordediensten recent tasers gebruikten tegen ongewapende en vreedzame betogers. Dit zou duidelijk in strijd zijn met het principe de wapens enkel te gebruiken als laatste alternatief. Wanneer er twijfel bestaat over het correcte gebruik van tasers in een bepaald geval, moet de toezichthoudende overheid een grondig onderzoek instellen waarbij misbruik, indien daar aanwijzingen voor bestaan, wordt vervolgd.
2 Zie onder meer: Amnesty International, December 2008, USA: 'Less than lethal'? The use of stun weapons in US law enforcement. http://www.amnesty.org/en/library/asset/AMR51/010/2008/en/530be6d6-437e-4c77-851b9e581197ccf6/amr510102008en.pdf
AMNESTY INTERNATIONAL BELGIUM • www.amnesty.be
10
MEMORANDUM VOOR DE FEDERALE VERKIEZINGEN – JUNI 2010
3. STRIJD TEGEN TERRORISME EN MENSENRECHTENSCHENDINGEN DIE ERUIT VOORTVLOEIEN Terroristische aanslagen gaan zeer vaak gepaard met grove en grootschalige schendingen van mensenrechten en internationaal humanitair recht. Amnesty veroordeelt terrorisme wereldwijd en vraagt aan overheden om terroristische aanslagen te voorkomen, burgers te beschermen tegen terroristische aanslagen en noodplannen te voorzien in geval ze zich voordoen en daders van terroristische aanslagen voor het gerecht te brengen. Daartoe is internationale samenwerking noodzakelijk. Amnesty merkt op dat er nog steeds geen internationaal aanvaarde definitie van het begrip terrorisme voorhanden is.
3.1 België voorziet bij de omzetting van het EU-Kaderbesluit inzake terrorismebestrijding in Belgisch recht duidelijke waarborgen ter bescherming van de mensenrechten. Het EU-Kaderbesluit van 28 november 2008 (Kaderbesluit 2008/919/JBZ) tot wijziging van Kaderbesluit 2002/475/JBZ inzake terrorismebestrijding moet voor 9 december 2010 worden omgezet door de lidstaten. Het nieuwe kaderbesluit voegt onder meer volgende drie soorten ‘opzettelijke gedragingen’ toe die strafbaar moeten zijn in de EU-lidstaten: - uitlokking van het plegen van terroristische misdrijven - werving voor terrorisme - training voor terrorisme Het Kaderbesluit is gebaseerd op Resolutie 1624 (2005) van de VN-Veiligheidsraad en het Verdrag van de Raad van Europa ter Voorkoming van Terrorisme (2005 – niet geratificeerd door België) dat verdragsstaten verplicht tot gelijkaardige maatregelen. Vooral de definitie van uitlokking wekt bezorgdheid door haar onduidelijkheid over wat terroristische misdrijven kunnen inhouden. Als de term te ruim wordt geïnterpreteerd, bestaat immers het risico op inbreuken op mensenrechten, in het bijzonder de vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van vergadering. Het blijft onduidelijk hoe de term “publieke uitlokking” zal worden geïnterpreteerd door de rechter. Op 17 januari 2008 heeft ook de Belgische Senaat een aantal voorbehouden geformuleerd bij het voorstel van Kaderbesluit dat in de EU ter bespreking voorlag. Amnesty International vraagt dat de omzettingswet expliciet de fundamentele rechten waarborgt. De inzet is niet gering. Het is bijvoorbeeld niet ondenkbaar dat cartoons of politieke pamfletten worden geïnterpreteerd als een uitlokking.
AMNESTY INTERNATIONAL BELGIUM • www.amnesty.be
MEMORANDUM VOOR DE FEDERALE VERKIEZINGEN – JUNI 2010
11
3.2 Het parlement evalueert verder de anti-terreurwetgeving. Tijdens de voorbije legislatuur heeft de Kamercommissie voor Justitie een aantal hoorzittingen georganiseerd ter evaluatie van de wetgeving ter bestrijding van terrorisme. Amnesty en andere NGO’s namen deel aan deze hoorzittingen en maakten aanbevelingen over. Dit werk werd echter onvoldoende opgevolgd door het parlement en de meeste aanbevelingen werden genegeerd. Amnesty vraagt aan parlementairen om de resultaten van de hoorzittingen te herbekijken en de gemaakte aanbevelingen grondig te bestuderen. In het bijzonder wil Amnesty dat de definitie van terroristische misdrijven op dergelijke wijze wordt gewijzigd dat personen die rechtmatig gebruik maken van hun recht op vrije meningsuiting en van de vrijheid van vergadering expliciet niet onder deze wet vallen.
3.3 De Belgische overheden zien erop toe dat in eigen land en op Europees niveau de mensenrechten ten allen tijde geëerbiedigd worden in het kader van de strijd tegen het terrorisme. In het bijzonder moet de regering: - bij de Verenigde Staten aandringen op een sluiting van de gevangenis op Guantanamo Bay; - in Europese en internationale context strijden voor aansprakelijkheid voor misdrijven die begaan werden in het kader van de strijd tegen terrorisme (bijvoorbeeld het gebruik van illegale detentie, geheime gevangenschap en renditions); - nieuwe maatregelen nemen met betrekking tot de overdracht van inlichtingen in het kader van de internationale justitiële samenwerking in strafzaken, om te garanderen dat het gebruik wordt uitgesloten van inlichtingen die door foltering werden bekomen. De veiligheidsdiensten van de Verenigde Staten van Amerika hebben zich, met medeplichtigheid van andere landen, waaronder EU-lidstaten, in de strijd tegen het terrorisme schuldig gemaakt aan ontvoering, marteling, opsluiting in geheime gevangenissen en opsluitingen zonder vooruitzicht op proces. Het betreft hier grove schendingen van de mensenrechten die bovendien contraproductief werken in de strijd tegen het terrorisme. Op 14 februari 2007 keurde het Europees Parlement een rapport goed waarin de medewerking van EUlidstaten aan dergelijke praktijken werd omschreven. De aanbevelingen uit dat rapport moeten worden ten uitvoer gebracht. De ernstige mensenrechtenschendingen die gebeurden, blijven vooralsnog onbestraft. De verantwoordelijken en medeplichtigen aan renditions, geheime detentie en foltering moeten ter verantwoording worden geroepen. België kan hierin een belangrijke rol spelen binnen EUcontext. Amnesty vraagt ook dat de overheid nieuwe maatregelen neemt met betrekking tot de overdracht van inlichtingen in het kader van de internationale justitiële samenwerking in strafzaken. De organisatie vraagt dat het gebruik wordt uitgesloten van inlichtingen die door foltering werden bekomen. Amnesty vraagt ook een grote waakzaamheid wat betreft het doorgeven van inlichtingen aan landen waar foltering voorkomt.
AMNESTY INTERNATIONAL BELGIUM • www.amnesty.be
12
MEMORANDUM VOOR DE FEDERALE VERKIEZINGEN – JUNI 2010
Amnesty wil de Belgische beleidsmakers eraan herinneren dat de strijd tegen het terrorisme geen excuus mag vormen voor het miskennen van het verbod op foltering, of het gebruik van bewijsmateriaal verkregen door foltering. Artikel 15 van het voornoemde VN-Verdrag (CAT) bepaalt dat het verbod op foltering en op wrede, onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing absoluut is, en onder geen beding kan worden opgeschort.
3.4 De federale regering kant zich ondubbelzinnig tegen bilaterale diplomatieke waarborgen om verdachten over te dragen aan landen waar zij het risico lopen gefolterd te worden. In het kader van de strijd tegen het terrorisme denken sommige regeringen een middel te hebben gevonden om, binnen de grenzen van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, gearresteerde terrorismeverdachten over te dragen aan derde landen waar foltering door politie en veiligheidsdiensten werd vastgesteld, op voorwaarde dat deze derde landen bilaterale diplomatieke garanties geven dat ze deze verdachten niet zullen folteren. Het verbod op foltering geldt altijd en overal en werd, voor Europese landen, onder meer vastgelegd in artikel 3 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Dit artikel houdt in dat een staat niemand mag uitleveren naar een land waar er een reëel risico bestaat dat de persoon zou worden gefolterd. Landen die folteren, komen hun internationale verplichtingen niet na. De diplomatieke waarborgen rond foltering zijn daarom volkomen onbetrouwbaar. De waarborgen hebben bovendien geen bindende kracht en zijn volkomen oncontroleerbaar.
AMNESTY INTERNATIONAL BELGIUM • www.amnesty.be
MEMORANDUM VOOR DE FEDERALE VERKIEZINGEN – JUNI 2010
13
4. BUITENLANDS BELEID 4.1 België draagt ertoe bij dat de Europese Unie op een voluntaristische en actieve wijze haar rol opneemt als wereldwijde voortrekker voor mensenrechten. Het Verdrag van Lissabon biedt de EU een kans om haar impact op globale ontwikkelingen te vergroten en om duidelijke engagementen met betrekking tot de mensenrechten te tonen. In het recente verleden ontbrak coherentie en consistentie vaak in het externe optreden van de EU. Het Verdrag van Lissabon, in het bijzonder de oprichting van de European External Action Service en de aanstelling van een Hoge Vertegenwoordiger, kan hier verandering in brengen. Amnesty roept de EU, en België in het bijzonder in haar rol als voorzitter, op om deze historische kans aan te grijpen om de rol van de EU als voortrekker van de mensenrechten te herbevestigen en effectief te maken.
Democratische Republiek Congo 4.2 België draagt bij tot de bescherming van de burgerbevolking in de Democratische Republiek Congo (DRC) België moet verder investeren in de hervorming en opbouw van leger, politie en justitie. De veiligheid van burgers in de DRC moet prioritair blijven voor België. Hiertoe wordt geïnvesteerd in de opbouw van justitie en politie en de hervorming van het leger tot een democratisch gestuurd leger dat de mensenrechten en het internationaal humanitair recht respecteert.
Democratische Republiek Congo 4.3 België neemt het initiatief tot het opstellen van een strategie en actieplan ter bescherming van mensenrechtenactivisten in de DRC samen met de lidstaten van de EU. De ambassades van EU-lidstaten zijn het aanknopingspunt tussen de Europese Unie, haar lidstaten en de mensenrechtenactivisten die actief zijn op het terrein. Ambassades hebben een unieke en cruciale rol te vervullen in de bescherming van mensenrechtenactivisten. Deze rol werd uitgewerkt in één van de EU-Richtsnoeren, Ensuring Protection – EU Guidelines on Human Rights Defenders.
AMNESTY INTERNATIONAL BELGIUM • www.amnesty.be
14
MEMORANDUM VOOR DE FEDERALE VERKIEZINGEN – JUNI 2010
Met betrekking tot de DRC dringt Amnesty aan op een Europese landenspecifieke strategie en een actieplan voor de bescherming en promotie van mensenrechtenverdedigers in de DRC - opgesteld in samenspraak met mensenrechtenverdedigers zelf. Gezien de voorzienbare stijging van spanningen in het land naar aanleiding van de verkiezingen is actie dringend nodig. België is, gezien de historische band en het EU-Voorzitterschap perfect geplaatst om hierin het voortouw te nemen.
Democratische Republiek Congo 4.4 België streeft binnen de EU en in bilaterale contacten naar het voortzetten van de VN-vredesmacht (MONUC) op volle sterkte, minstens tot na de verkiezingsperiode. De Congolese overheid heeft de terugtrekking van de huidige vredesmacht (MONUC) gevraagd tegen juni 2011. Amnesty International is sterk gekant tegen de gedeeltelijke of gehele terugtrekking van de VN-Vredesmacht. MONUC is op dit moment de grootste VN-peacekeeping missie ter wereld en is de enige aanwezigheid in het oosten van de DRC die enige graad van bescherming kan bieden aan de bevolking. De bescherming van burgers blijft één van de belangrijkste uitdagingen in de Democratische Republiek Congo met voortdurende aanvallen door zowel het leger als gewapende groeperingen. Beiden maken zich schuldig aan verkrachtingen, moorden, gedwongen verdwijningen, dwangarbeid, willekeurige aanhoudingen, ontheemding en plundering. De meeste van deze schendingen blijven ongestraft. Het is van cruciaal belang dat alle betrokkenen ervoor zorgen dat de VN-vredesmacht met een sterk mandaat ter plaatse kan blijven. In 2007 stelde de Secretaris Generaal van de VN een aantal benchmarks op die zouden moeten gehaald worden alvorens er sprake kan zijn van een grootschalige terugtrekking van de MONUC. Het gaat onder andere over stabilisatie van de ergste brandhaarden, ontwapening en demobilisatie van gewapende groepen en de oprichting van nationale gewapende krachten die in staat zijn om de Congolese bevolking te beschermen met inachtneming van de mensenrechten en de rechtsstaat. Geen van deze toetsingscriteria werd bereikt.
Afghanistan 4.5 België ziet er op toe dat bij, eventuele verzoeningsgesprekken met Taliban en andere gewapende groeperingen, geen afbreuk wordt gedaan aan de vooruitgang die in Afghanistan werd gemaakt met betrekking tot de mensenrechten, in het bijzonder de rechten van de vrouw. Na de internationale interventie in Afghanistan in 2001 beloofden de Afghaanse regering en haar internationale partners om de mensenrechtensituatie, in het bijzonder inzake de rechten van de vrouw, te verbeteren. Amnesty International erkent dat er inderdaad vooruitgang werd gemaakt sinds de val van de Taliban. Onder meer de oprichting van het ministerie voor Vrouwenzaken, een grondwet die over het algemeen vrouwen dezelfde status geeft als mannen, een verbeterde toegang tot scholing en vertegenwoordiging van vrouwen in het parlement zijn positieve evoluties.
AMNESTY INTERNATIONAL BELGIUM • www.amnesty.be
MEMORANDUM VOOR DE FEDERALE VERKIEZINGEN – JUNI 2010
15
Amnesty roept op om bij verzoeningsgesprekken met Taliban en andere gewapende groeperingen geen compromissen te aanvaarden op deze zwaarbevochten verbeteringen. Vertegenwoordigers van het Afghaanse middenveld, voornamelijk vrouwengroepen, hebben alarm geslagen over de toekomst van de mensenrechten in Afghanistan als er politieke controle wordt overgeheveld naar de Taliban. Vergelijkbare afspraken met de Taliban in het naburige Pakistan hebben geleid tot meer schendingen van de mensenrechten in de door Taliban gecontroleerde gebieden en een beduidende escalatie van conflicten en van onveiligheid.
Millenniumdoelstellingen 4.6 België pleit in onderhandelingen binnen de EU en op de VNtop voor: - herbevestiging van het belang van mensenrechten en gendergelijkheid zoals verwoord in het slotdocument van de VN-top over de MDGs van 2005; - het in rekening brengen van de principes van non-discriminatie, gendergelijkheid, participatie en de verplichting van rekenschap af te leggen aan de betrokkenen. Echte vooruitgang om de millenniumdoelstellingen (MDG’s) te bereiken is enkel mogelijk als rekening gehouden wordt met non-discriminatie, gendergelijkheid, participatie en de verplichting om rekenschap af te leggen aan de betrokkenen. De VN-top over de Millenniumdoelstellingen in september 2010 is een belangrijke mijlpaal voor de regering om te benadrukken hoe onontbeerlijk mensenrechten zijn om vooruitgang te realiseren op het vlak van de millenniumdoelstellingen. Amnesty roept de regering op om mee een draagvlak te creëren voor mensenrechten als leidraad en maatstaf voor vooruitgang inzake de millenniumdoelstellingen, zodat inspanningen voor de millenniumdoelstellingen consistent zijn met mensenrechten. Het is bijvoorbeeld weinig waarschijnlijk dat de vijfde doelstelling rond het terugdringen van moedersterfte kan worden behaald zonder aandacht voor de rechten van de betrokken vrouwen, met inbegrip van seksuele en reproductieve rechten.
Millenniumdoelstellingen 4.7 De Belgische regering roept op de VN-top op om mensenrechten mee als maatstaf te gebruiken om vooruitgang inzake de millenniumdoelstellingen te evalueren, en in de volgende vijf jaar te realiseren. Mensenrechten moeten tevens centraal staan in elk post-2015 kader tegen armoede. Amnesty vraagt de Belgische regering om in de eigen rapportering en planning voor de bijdrage aan de realisatie van de millenniumdoelstellingen systematisch participatie van de betrokken bevolking te garanderen, met paritaire vertegenwoordiging van vrouwen.
AMNESTY INTERNATIONAL BELGIUM • www.amnesty.be
16
MEMORANDUM VOOR DE FEDERALE VERKIEZINGEN – JUNI 2010
Amnesty vraagt ook dat in ieder post-2015-kader tegen armoede, mensenrechten centraal staan. Dit houdt ook in dat zo’n kader mechanismen moet voorzien waarbij de betrokken bevolking de eigen regering en de donorlanden die in gebreke blijven om vooruitgang te boeken, ter verantwoording kan roepen. De mensenrechtelijke verplichting voor staten om economische, sociale en culturele rechten progressief te verwezenlijken, kan hierbij een leidraad zijn.
Mensenrechtenbenadering van ontwikkeling 4.8 De Belgische overheid hanteert consequent een mensenrechtenbenadering van ontwikkeling in de Belgische ontwikkelingssamenwerking Voor Amnesty staan actieve participatie, toegang tot mensenrechten, afdwingbaarheid van mensenrechten en rekenschap ten aanzien van rechthebbenden, centraal in een mensenrechtenbenadering van ontwikkeling. De implementatie van een dergelijke benadering van ontwikkeling vereist 1) een mensenrechtenanalyse van het eigen beleid en van de besteding van de middelen met specifieke aandacht voor non-discriminatie en gendergelijkheid en 2) participatie van de regeringen en bevolking van de partnerlanden.
AMNESTY INTERNATIONAL BELGIUM • www.amnesty.be
MEMORANDUM VOOR DE FEDERALE VERKIEZINGEN – JUNI 2010
17
5. ASIEL EN MIGRATIE Amnesty International vraagt dat rekening wordt gehouden met de aanbevelingen van vluchtelingen- en mensenrechtenorganisaties, waaronder Vluchtelingenwerk Vlaanderen, CIRE en Amnesty International, bij het uitwerken van een kwaliteitsvol asiel- en migratiebeleid. De mensenrechten van asielzoekers, vluchtelingen en migranten moeten daarbij een centrale rol spelen.
Asielprocedure 5.1 De overheid maakt verder werk van een toegankelijke, efficiënte en kwaliteitsvolle asielprocedure en houdt daarbij rekening met de aanbevelingen van de Senaat na de evaluatie van de hernieuwde asielprocedure. De hernieuwde asielprocedure werd in de loop van 2009 grondig geëvalueerd door de Senaat. De aanbevelingen die op basis van deze evaluatie werden geformuleerd moeten worden opgevolgd en uitgevoerd met het oog op een toegankelijke, efficiënte en kwaliteitsvolle asielprocedure. Zo moet de procedure bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen worden vereenvoudigd en minder formalistisch worden gemaakt. Bovendien moet de Raad eigen onderzoeksbevoegdheid krijgen. Het moet ook eenvoudiger zijn voor asielzoekers om hun dossier bij de Raad aan te vullen met nieuwe elementen. De filterprocedure bij de Raad van State moet worden geëvalueerd zoals voorzien in de wet. Zoals overeengekomen in het regeerakkoord van 2008 moet de verantwoordelijkheid voor de toekenning van het statuut van staatloze worden toegewezen aan het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen, dat het best geplaatst is om deze opdracht uit te voeren.
AMNESTY INTERNATIONAL BELGIUM • www.amnesty.be
18
MEMORANDUM VOOR DE FEDERALE VERKIEZINGEN – JUNI 2010
Asielprocedure 5.2 In het kader van de Dublinverordening gaat België zelf over tot de behandeling van de asielaanvraag indien bij een overdracht naar een andere lidstaat het recht op bescherming en opvang niet kan worden gegarandeerd. Het Dublin II-systeem is gebaseerd op de veronderstelling dat alle EU-lidstaten een gelijkwaardige bescherming bieden aan asielzoekers. De werkelijkheid is echter anders. De overheid moet deze realiteit onder ogen zien, internationale standaarden respecteren en haar verantwoordelijkheid opnemen.
Opvang 5.3 De regering neemt onmiddellijk maatregelen om de aanslepende opvangcrisis op te lossen. Er komt een functionerend opvangsysteem dat de fundamentele rechten van asielzoekers respecteert. De hotelopvang wordt afgebouwd. De regels inzake opvang van asielzoekers verzekeren dat zij in menswaardige leefomstandigheden de afloop van hun asielprocedure kunnen afwachten. De crisis in de opvang van asielzoekers, waar België vandaag nog steeds mee kampt, raakt asielzoekers in de kern van hun menselijke waardigheid. Hun meest fundamentele basisrechten worden zonder meer geschonden. Zonder enige vorm van materiële opvang en zonder sociale en juridische begeleiding is het bovendien onmogelijk voor asielzoekers om een kwaliteitsvolle asielprocedure te doorlopen. De overheid moet concrete maatregelen nemen die een onmiddellijke oplossing bieden voor de aanslepende opvangcrisis. Zo moeten de beloofde bijkomende opvangplaatsen onmiddellijk ter beschikking worden gesteld. De hotelopvang moet zo snel mogelijk worden afgebouwd. Asielzoekers krijgen er niet de begeleiding waar ze recht op hebben. Er moeten maatregelen worden genomen om een kwaliteitsvolle asielprocedure te voorzien voor deze groep asielzoekers, wiens procedure momenteel bevroren is.
Opvang – Detentie 5.4 Het gebruik van detentie wordt in lijn gebracht met geldende mensenrechtenstandaarden. Het principe van opsluiting als uiterste maatregel wordt wettelijk verankerd en wordt onderworpen aan een volwaardige gerechtelijke controle. Opsluiting van asielzoekers en migranten moet de uitzondering zijn, niet de regel. Elk individu, met inbegrip van migranten en asielzoekers, ongeacht zijn wettelijke status, heeft recht op bewegingsvrijheid. Beperkingen op de bewegingsvrijheid zijn aan strenge regels onderworpen. In elke
AMNESTY INTERNATIONAL BELGIUM • www.amnesty.be
MEMORANDUM VOOR DE FEDERALE VERKIEZINGEN – JUNI 2010
19
individuele situatie moet worden nagegaan of de opsluiting in verhouding staat tot het nagestreefde doel. Het principe van opsluiting als uiterste maatregel moet wettelijk worden verankerd. Dit is in overeenstemming met de geldende mensenrechtenstandaarden. De omzetting van de Europese Terugkeerrichtlijn biedt een gelegenheid om deze bepaling op te nemen in de Vreemdelingenwet. Migranten en asielzoekers aan wie een administratieve opsluitingsmaatregel wordt opgelegd moeten toegang hebben tot een volwaardige rechterlijke controle. Daartoe moet in de wetgeving worden opgenomen dat de Raadkamer ook de evenredigheid en de opportuniteit van een opsluitingmaatregel kan beoordelen, naast de wettigheid. Daarnaast vraagt Amnesty International ook aan Dienst Vreemdelingenzaken om de nodige statistieken en cijfers met betrekking tot de opsluiting in de gesloten centra te verzamelen en ter beschikking te stellen, conform de aanbevelingen van de Federale Ombudsman in juni 2009.
Opvang – Detentie 5.5 De regering investeert verder in alternatieven voor detentie. De woonunits als alternatief voor de opsluiting van gezinnen met minderjarige kinderen krijgt een wettelijke basis. De werking van de woonunits wordt grondig geëvalueerd. Volgens de geldende mensenrechtenstandaarden moeten alternatieven voor opsluiting beschikbaar zijn. Alternatieve maatregelen moeten altijd eerst worden overwogen vooraleer kan worden overgegaan tot detentie. Amnesty International wenst hier ook te verwijzen naar de aanbevelingen van de Federale Ombudsman in het onderzoeksrapport over de gesloten centra (juni 2009). Bij het bepalen van alternatieve maatregelen moet rekening gehouden worden met individuele omstandigheden en kwetsbare groepen zoals kinderen, zwangere vrouwen, slachtoffers van mensenhandel, ouderen en mensen met ernstige medische of psychologische problemen. Met de woonunits heeft België een functionerend alternatief ontwikkeld voor de opsluiting van gezinnen met kinderen. Sinds oktober 2009 wordt geen enkel gezin met minderjarige kinderen meer opgesloten in een gesloten centrum. Deze vooruitgang moet worden geconsolideerd en dit alternatief moet een wettelijke basis krijgen. Op die manier wordt wettelijk gegarandeerd dat alternatieven eerst moeten worden uitgeput vooraleer kan worden overgegaan tot opsluiting. Dit is in overeenstemming met het internationaal recht over mensenrechten. Amnesty International vraagt ook een grondige evaluatie van de werking van de woonunits, en vraagt dat NGO’s betrokken worden bij de evaluatie.
AMNESTY INTERNATIONAL BELGIUM • www.amnesty.be
20
MEMORANDUM VOOR DE FEDERALE VERKIEZINGEN – JUNI 2010
Opvang – Gesloten Centra 5.6 De regering maakt verder werk van de humanisering van de gesloten centra. Er worden juridische eerstelijnspermanenties opgericht in de gesloten centra. De EU-Opvangrichtlijn wordt omgezet voor de gesloten centra. De Federale Ombudsman stelt in het onderzoeksrapport over de gesloten centra vast dat de levensomstandigheden in de gesloten centra niet altijd overeenkomen met de menselijke waardigheid. Amnesty International pleit dan ook voor een verdere en doorgedreven humanisering van de gesloten centra en een betere begeleiding voor de bewoners. Zo moet de toegang tot juridische bijstand in de gesloten centra verder worden verbeterd. Er moeten dringend middelen worden vrijgemaakt om in alle gesloten centra kwalitatieve juridische eerstelijnspermanenties op te richten. Daarnaast moet de EU-Opvangrichtlijn ook dringend worden omgezet voor de gesloten centra. De procedure voor de Klachtencommissie moet worden hervormd zodat deze een effectieve controle kan uitoefenen op de levensomstandigheden in de gesloten centra. De tekortkomingen in de huidige procedure werden bevestigd in een recent arrest van het Europees Hof Voor de Rechten van de Mens (arrest Muskhadzhiyeva and others vs Belgium, 19 januari 2010).
Terugkeerbeleid 5.7 De regering voert een humaan terugkeerbeleid met een absoluut respect voor het principe van non-refoulement voor mensen die geen geldige verblijfstitel kunnen bekomen in België. Het principe van non-refoulement is onaantastbaar en moet ten allen tijde worden gerespecteerd: niemand mag worden teruggestuurd naar een land waar het risico bestaat op ernstige mensenrechtenschendingen, zoals foltering en onmenselijke behandeling.
Terugkeerbeleid 5.8 De regering geeft altijd voorrang aan vrijwillige terugkeer, boven een gedwongen verwijdering. Vrijwillige terugkeer moet altijd voorrang krijgen boven een gedwongen verwijdering, zoals voorzien in het regeerakkoord van 2008. Daarvoor is het noodzakelijk dat er een geloofwaardig voorstel van vrijwillige terugkeer wordt gedaan. De omzetting van de Europese Terugkeerrichtlijn biedt de gelegenheid om dit belangrijk principe wettelijk te verankeren.
AMNESTY INTERNATIONAL BELGIUM • www.amnesty.be
MEMORANDUM VOOR DE FEDERALE VERKIEZINGEN – JUNI 2010
21
Terugkeerbeleid 5.9 De aangekondigde permanente commissie voor het verwijderingsbeleid gaat zo spoedig mogelijk van start. De regering maakt werk van een onafhankelijk toezicht op gedwongen verwijderingen. De aanbevelingen vervat in het rapport van de Commissie Vermeersch II moeten worden opgevolgd en verwezenlijkt. De aangekondigde permanente commissie voor het verwijderingsbeleid moet zo spoedig mogelijk van start gaan. Deze commissie moet haar mandaat in alle onafhankelijkheid kunnen uitoefenen en moet bij het uitvoeren van haar mandaat rekening houden met de aanbevelingen van nietgouvernementele organisaties waaronder Amnesty International. Daarnaast moet België een effectieve invulling geven aan de omzetting van art. 8(6) van de EU Terugkeerrichtlijn dat voorschrijft dat lidstaten moeten voorzien in een effectief toezichtsmechanisme voor gedwongen verwijderingen. Dit toezicht moet worden uitgevoerd door een volledig onafhankelijke instantie die bevoegd is om op regelmatige basis onaangekondigde inspecties te verrichten. Dit toezicht strekt zich uit tot elke fase van de gedwongen verwijdering.
Terugkeerbeleid 5.10 Om de transparantie te verzekeren en te bevorderen wordt betere informatie over de praktijk van gedwongen verwijderingen beschikbaar gesteld, waaronder statistieken over het aantal gevallen van gedwongen verwijdering en het land van bestemming. Hervestiging 5.11 De regering breidt het pilootproject voor hervestiging verder uit tot een structureel programma voor hervestiging dat openstaat voor een grotere groep vluchtelingen. In de loop van 2009 ontving België 47 Irakese vluchtelingen in het kader van een pilootproject voor hervestiging. Amnesty International verwelkomt deze beslissing van de regering om op deze manier haar solidariteit te uiten. De organisatie vraagt om het pilootproject voor hervestiging uit te breiden tot een structureel programma.
AMNESTY INTERNATIONAL BELGIUM • www.amnesty.be
22
MEMORANDUM VOOR DE FEDERALE VERKIEZINGEN – JUNI 2010
Migrantenrechten 5.12 De regering moet de burgerlijke, politieke, economische, sociale en culturele rechten van migranten waarborgen, met inbegrip van de rechten van migranten zonder wettige verblijfstitel, zoals wordt voorgeschreven door internationale mensenrechtenverdragen en zoals voorzien in Resolutie 1509 van de Raad van Europa. Amnesty International wijst erop dat internationale instrumenten ter bescherming van de mensenrechten voor iedereen gelden, ongeacht nationaliteit of verblijfsstatuut. Migranten die niet beschikken over verblijfsdocumenten hebben vanwege hun kwetsbare positie een bijzondere nood aan bescherming. De regionale en internationale instrumenten die een rol spelen bij de bescherming van de basisrechten van migranten zonder wettige verblijfstitel zijn: het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, internationale normen over werk, het Europees Verdrag ter Voorkoming van Foltering en van Onmenselijke of Onterende Behandeling of Bestraffing, het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten, het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele rechten. Voor de rechten van migranten zonder wettig verblijfsstatuut in bijzonder is het Internationaal Verdrag voor de Bescherming van de Rechten van Alle Arbeidsmigranten en hun Familieleden (1990) van belang en België moet dit verdrag ratificeren. Ook het parlement van de Raad van Europa heeft minimumnormen aangenomen met betrekking tot de situatie van migranten in onregelmatig verblijf in Europa (Resolutie 1509, 2006).
Europese Unie (EU) 5.13 De regering moet een voortrekkersrol spelen in de onderhandelingen over de voorstellen tot hervorming van het EUasielpakket en moet het gebruik van alternatieven voor opsluiting promoten op Europees niveau. Er moet dringend vooruitgang geboekt worden bij het creëeren van een gemeenschappelijk Europees asielstelsel. Aan de start van het Belgisch voorzitterschap van de EU roept Amnesty International België op om deze unieke gelegenheid aan te grijpen om de onderhandelingen over de voorstellen tot hervorming van het EU-asielpakket, die momenteel volledig geblokkeerd zijn, te hervatten. Asielzoekers moeten toegang hebben tot een eerlijke en kwaliteitsvolle asielprocedure, ze moeten op een correcte wijze worden opgevangen en moeten toegang hebben tot een opschortend beroep tegen beslissingen over hun asielaanvraag. Lidstaten mogen slechts in laatste instantie overgaan tot detentie, en moeten altijd voorrang geven aan alternatieven voor opsluiting. België moet discussies over alternatieven voor opsluiting promoten op Europees niveau.
AMNESTY INTERNATIONAL BELGIUM • www.amnesty.be
MEMORANDUM VOOR DE FEDERALE VERKIEZINGEN – JUNI 2010
23
Europese Unie (EU) 5.14 De regering ondersteunt een herziening van het Dublinsysteem, met name de invoering van een tijdelijk opschortingsmechanisme in de Dublinverordening. Amnesty International vraagt ook meer solidariteit van lidstaten tegenover landen die in grotere mate worden blootgesteld aan migratiestromen. Het huidige Dublinsysteem vertoont duidelijke zwakheden, met een zware menselijke kost als gevolg, zoals werd vastgesteld door Amnesty in een recent rapport3. Amnesty International vraagt aan België en de overige EU-lidstaten om bij de hervorming van het Dublinsysteem te voorzien in een tijdelijk opschortingsmechanisme zodat asielzoekers niet kunnen worden overgedragen naar een lidstaat waar het recht op bescherming en opvang niet kan worden gegarandeerd.
Europese Unie (EU) 5.15 De regering toont zich bereid om een groter aantal vluchtelingen uit te nodigen naar België in het kader van het Europees hervestigingsprogramma. Europese Unie (EU) 5.16 De regering moet ijveren voor een transparante werking van het Europees Asielondersteuningsbureau en pleit ervoor dat alle belanghebbenden worden betrokken bij de werking van het bureau. Amnesty International dringt erop aan dat alle belanghebbenden betrokken worden in de werking en de verdere ontwikkeling van het Europees Asielondersteuningsbureau om zo bij te dragen tot een verbetering van de behandeling van asielaanvragen binnen de EU en een betere praktische samenwerking tussen lidstaten tot stand te brengen. De transparante werking van het bureau moet bovendien worden gegarandeerd.
3
Amnesty International. Maart 2010. Greece: The Dublin II trap: Transfers of asylum-seekers to Greece. http://www.amnesty.org/en/library/info/EUR25/001/2010/en
AMNESTY INTERNATIONAL BELGIUM • www.amnesty.be
24
MEMORANDUM VOOR DE FEDERALE VERKIEZINGEN – JUNI 2010
Europese Unie (EU) 5.17 België grijpt de herziening van het mandaat van Frontex aan om te ijveren voor een diepgaande analyse van de impact van grensoperaties van Frontex op de mensenrechten van migranten ; en ijvert voor een duidelijkere definitie van het Frontex mandaat. De herziening van het mandaat van Frontex is een gelegenheid om een diepgaande analyse te maken van de impact van grensoperaties van Frontex, en de impact van het Europees beleid inzake migratie in het algemeen, op de mensenrechten van migranten. Frontex moet transparant werken en het mandaat van dit agentschap moet duidelijker worden gedefinieerd zodat het verantwoordelijk kan worden gehouden bij de uitvoering ervan.
Europese Unie (EU) 5.18 België ijvert voor een Europees beleid dat de basisrechten van migranten, met inbegrip van migranten zonder wettig verblijfsstatuut, respecteert. België moet ervoor pleiten dat respect voor de mensenrechten van migranten centraal staat in het Europees beleid ten aanzien van terugnameakkoorden met betrekking tot personen in onregelmatig verblijf in de Europese Unie. Meer algemeen moet België ook ijveren voor een Europees beleid dat de basisrechten van migranten, met inbegrip van migranten zonder wettig verblijfsstatuut, respecteert.
AMNESTY INTERNATIONAL BELGIUM • www.amnesty.be
MEMORANDUM VOOR DE FEDERALE VERKIEZINGEN – JUNI 2010
25
6. GEWELD TEGEN VROUWEN EN PARTNERGEWELD 6.1 Amnesty dringt er bij de regering en het parlement op aan dat: - er permanent en op grote schaal campagne wordt gevoerd tegen gendergerelateerd geweld; - het nationale noodnummer ten allen tijde bereikbaar is; - er continu en baremisch opleiding wordt gegeven aan eerstelijnshulpverleners; - zowel aan slachtoffers als aan daders gespecialiseerde, gepaste en correct gefinancierde opvang en begeleiding gegeven wordt. Amnesty International is verheugd dat er al vooruitgang werd geboekt. De organisatie dringt er bij de regering en het parlement op aan dat ze een prioriteit maken van de strijd tegen geweld tegen vrouwen en partnergeweld. In iedere betrokken federale overheidsdienst moet er met het nodige personeel en financiële middelen op ingezet worden. België kent een hele reeks wetten en regelgevende bepalingen van verschillend karakter en gewicht over deze thematiek. Amnesty International stelt echter vast dat er niet genoeg effect, coherentie en politieke wil aanwezig is bij de omzetting in de praktijk van deze regels. Amnesty International vraagt aan de regering en het parlement om, bijgestaan door de mening van specialisten, private en publieke actoren, een ontwerp van kaderwet tegen partnergeweld in te dienen die alle aspecten van de strijd tegen partnergeweld omvat en die alle organisaties en instellingen betrekt die erin kunnen tussenkomen. Een kaderwet met de nodige uitvoeringsbesluiten zal meer gewicht hebben dan de Nationale Actieplannen die sinds meer dan 10 jaar opgesteld worden.
AMNESTY INTERNATIONAL BELGIUM • www.amnesty.be