Programma Diermanagement – 4 jaar Diermanagement is een 4-jarige voltijdse Hbo-opleiding in Leeuwarden. Deze opleiding leidt op tot dierkundig ingenieur (Bachelor of Animal Management). Een dierkundig ingenieur levert een bijdrage aan het bevorderen van het dierenwelzijn en de kwaliteit en professionaliteit van de (non)productie diersector. De opleiding Diermanagement is de enige opleiding in Nederland die zich richt op nonproductiedieren. In principe zijn dit alle dieren die niet terecht komen in de voedselproductie voor mens en dier. Het gaat in de opleiding met name om vrij levende dieren, hobby- en recreatiedieren, proefdieren en dieren in dierentuinen en op kinder- of zorgboerderijen. Hoewel dieren als paard en konijn wettelijk gezien productiedieren zijn, passen ze wel bij de opleiding Diermanagement. De opleiding biedt zes majors aan: Companion Animal Management, Dier en samenleving, Dier in de zorg, Paard en management, Proefdierbeheer en Wildlife Management. De opleiding is verdeeld in een propedeuse van één jaar en een hoofdfase van drie jaar (tabel 1). De eerste 2 jaar zijn basisjaren. Vanaf het derde jaar gaat de student aan de slag met zijn major. De major vormt de kern (specialisatie) van de studie en bepaalt de richting van het toekomstige beroep. Tabel 1: vierjarig studieprogramma opleiding Diermanagement jaar/periode periode 1 en 2 (18 weken) periode 3 en 4 (18 weken)
1
7 propedeusemodules en een propedeusestage
2
4 algemeen verplichte hoofdfasemodules
3
modules van major en minor (2x4 modules)
4
Majorstage
Oriëntatiestage
Afstudeeronderzoek
Propedeuse Tijdens het eerste jaar van de opleiding Diermanagement doorloopt de student 7 propedeuse modulen à 200 uur en een propedeusestage van 4 weken. Studenten leren in dit eerste studiejaar een hoop basisvaardigheden zoals samenwerken, rapporteren, onderzoeken en presenteren, maar vooral leren ze hun eigen keuzes te maken binnen de mogelijkheden die de opleiding biedt. Ter ondersteuning van dit proces heeft de student het hele jaar door studieloopbaanbegeleiding (SLB) waarin onder meer studievoortgang, interesses van de student en het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) wordt besproken (tabel 2). Tabel 2 : overzicht studie-onderdelen propedeuse jaar Periode 1 Periode 2 Periode 3 Module Je studie, je toekomst Module Dier en samenleving
Module Effectief adviseren Module Dier en beheer
Periode 4
Module Klantgericht denken Module Module Communiceren Natuurbeleid en -beheer van beleid
Prop S T A G E
Studieloopbaanbegeleiding 1) De opleiding adviseert de student zich voor 1 mei aan te melden i.v.m. toelaatbaarheid en de studiekeuzecheck! 2) Regulier verkorte trajecten zijn er niet. Individuele vrijstellingen zijn aan te vragen bij de examencommissie 3) Het huidig studieprogramma kan verschillen met het studieprogramma van 2014 - 2015 Hogeschool van Hall Larenstein
www.hogeschoolvhl.nl
Versie januari 2014
Dier en beheer Als toekomstig Dierkundig Ingenieur is het belangrijk dat je weet hoe je groepen non-productiedieren op een verantwoorden wijze kan en moet beheren. Studenten kunnen in hun toekomstige functie betrouwbare informatie verzamelen en eenvoudige informatie analyseren. Ze kunnen medeverantwoordelijk zijn voor het ontwikkelen van een aantal beroepsproducten: plan van aanpak, beheerplan en beheeradvies waarbij de condities zoveel mogelijk zijn afgestemd op de natuurlijke leefomgeving van het dier. Een procesdecompositiemodel wordt toegepast in praktijksituaties door zelf een groep dieren te verzorgen en door een dierhouderij uit de kennissenkring te bezoeken en te analyseren. Verder worden er onderzoeken (practica) uitgevoerd en worden de resultaten gebruikt voor een advies. Het geheel wordt ondersteund door colleges voedings(behoefte) voedselvertering, chemie van voeding, voedselhygiëne, diergezondheid en ziekte, huisvesting en klimaat.
Dier en samenleving Onderwerp van de module is het evalueren van Nederlandse Wetgeving met betrekking tot dieren op grond van dierenwelzijn, maatschappelijke ontwikkelingen en Europees juridisch kader. Hierbij staan de diergerelateerde wetten, zoals de gezondheid en welzijnswet voor dieren, de flora -en faunawet en de wet op de dierproeven centraal. De gezondheids- en welzijnswet voor dieren is een kaderwet die nadere invulling behoeft. Daarnaast kunnen reeds vastgelegde bepalingen binnen de diergerelateerde wetten door de politiek, wetenschap en maatschappij ter discussie worden gesteld. Het ministerie van EL&I pakt signalen uit de politiek en maatschappij op en onderzoekt de wenselijkheid en mogelijkheid voor het aanpassen van de wet. De student formuleert een schriftelijk advies waarin juridische en ethische aspecten geïntegreerd aan bod komen en weet dit advies mondeling te verdedigen en toe te lichten.
Natuurbeleid en –beheer Het natuurbeleid en –beheer in Nederland vanaf 1990 komt in deze module aan bod (denk aan Natuurbeleidsplan, Ecologische Hoofdstructuur, Natuurdoeltypen, Habitat en Vogelrichtlijn, etc.). De eerste leertaken concentreren zich rond beleid (beleidsnotities, beleidslevenscyclus en stakeholderanalyse), daarna staan water, bodem, flora en fauna centraal, en afsluitend worden eigen (gebieds)inventarisaties uitgevoerd en in een rapport vastgelegd, waarbij de koppeling met het huidige natuurbeleid weer terugkomt. Het geheel speelt zich af rond Leeuwarden, denk aan Potmarge, Leeuwarderbos, Grote en Kleine Wielen, Alde Feanen. Daarnaast is in deze module nog het onderdeel “behavioural ecology” opgenomen, een onderzoeksgebied waarin een koppeling plaatsvindt tussen het gedrag van een individu, zijn voortplantings- en overlevingskansen en de ecologische condities.
Je studie; je toekomst Door middel van een werkveldoriëntatie, krijg je tijdens deze module een concreet beeld van de beroepen waarvoor de opleiding Diermanagement opleidt. Je komt ook te weten wat voor competenties (kennis, vaardigheden en houding) er voor die beroepen noodzakelijk zijn. De competenties waarover je nog niet beschikt moeten dan ergens tijdens de opleiding door jou verworven of aangeleerd worden. Tijdens het zelfgekozen project, ben je heel specifiek bezig met de inhoud van je studie. Je werkt in een projectgroepje heel gestructureerd aan een opdracht die kenmerkend is voor je opleiding. Ook krijg je studiemateriaal te verwerken over je vakgebied. Allerlei begrippen en concepten passeren de revue en maak je je eigen zodat je inhoudelijk makkelijker kunt praten met het werkveld (en vrienden en familie) over je vakgebied. Je weet waar het vakgebied over gaat en kunt dat ook aan anderen uitleggen! Om alles zo goed en efficiënt mogelijk te laten verlopen krijg je een intensieve ondersteuning op het gebied van computervaardigheden en communicatie (presentatietechnieken, 1) De opleiding adviseert de student zich voor 1 mei aan te melden i.v.m. toelaatbaarheid en de studiekeuzecheck! 2) Regulier verkorte trajecten zijn er niet. Individuele vrijstellingen zijn aan te vragen bij de examencommissie 3) Het huidig studieprogramma kan verschillen met het studieprogramma van 2014 - 2015 Hogeschool van Hall Larenstein
www.hogeschoolvhl.nl
Versie januari 2014
rapportagetechnieken). Sluitstuk en hopelijk hoogtepunt van de module is de presentatiemarkt. Op de laatste dag van de module zijn door bijna het hele gebouw allerlei kraampjes aanwezig die door alle eerstejaars van alle opleidingen worden bemenst en zijn ingericht.
Klantgericht denken Bedrijven zoals Pet’s Place of een dierenartsenpraktijk maar ook ideële organisaties zoals een vogelopvangcentrum zijn voor hun voortbestaan afhankelijk van de ‘klant’. Het begrip ‘klant’ wordt daarbij breed opgevat. Het kan een bezoeker zijn maar ook een donateur. Bij de meeste organisaties is vooral de ‘trouwe klant’ van belang. Wanneer de klanten niet tevreden zijn over de dierenartsenpraktijk, zullen ze wegblijven en zal de praktijk failliet gaan. Het is dus van belang om na te gaan of de ‘klant’ wel tevreden is. Of, anders gezegd, of de organisatie wel weet te voldoen aan de verwachtingen die de klant heeft. Tijdens deze module wordt er geleerd hoe klanten van een specifieke organisatie af te bakenen en onderzoek te doen naar het spanningsveld van de verwachtingen van de klant en de realiteit van een organisatie.
Effectief adviseren Leren adviseren: als afgestudeerde DM-er zul je vaak een adviseursrol hebben: eerst misschien als Junior Adviseur, later als Senior Adviseur, of je begint een eigen Adviesbureau. Hoe dan ook: beheersing van adviesvaardigheden zijn een must. Succes bij complexe adviesvragen staat of valt met de kwaliteit van de communicatie: een adviestraject kan heel confronterend zijn voor de cliënt, en kan ook lastige beslissingen tot gevolg hebben. Het spreekt voor zich dat een cliënt juist dan kan vertrouwen op expertise en integriteit van de adviseur. In deze module leer je in een 3-tal taken achtereenvolgens: • De fasen van een adviestraject (her)kennen; • Een advies uit te brengen op basis van een adviesrapport waarvan de aanbeveling is weggelaten; • Het volledige adviestraject uit te voeren, inclusief onderbouwend onderzoek. Advies huisvesting proefdieren: Je maakt kennis met het adviestraject in de rol van Junior Adviseur. Je wordt gevraagd als specialist dierenwelzijn een advies te geven t.a.v. verbetering van huisvesting van proefdieren in eenvoudige proefdieraccomodatie. Om de cliënt te overtuigen ga je de voorgestelde verbeteringen testen in de praktijk. Naast Adviseur ben je dus ook Onderzoeker met bijbehorende onderzoekscompetenties. Dit betekent dat je een eenvoudig experimenteel onderzoek kunt opzetten en uitvoeren.
Communiceren van beleid Binnen iedere functie op bachelor niveau krijg je met beleidsplannen en de bijbehorende uitvoeringsplannen te maken. Eén hiervan is het communicatieplan. Hoewel elke organisatie beleid maakt of met beleid te maken heeft, zal het soort beleid verschillend zijn voor de diverse werkvelden. Zo zal een bedrijfskundige vaker te maken krijgen met kwaliteitszorg, een afgestudeerde in Dier- en Veehouderij met Europees en nationaal landbouwbeleid, terwijl een diermanager tegen dierwelzijnsbeleid aanloopt. Binnen allerlei organisaties moet de medewerker in overleg met de organisatie veranderingen in maatschappij of beleid van de overheid vertalen naar beleid van de eigen organisatie. Wensen en vragen vanuit de samenleving moeten vertaald worden naar de organisatie. Andersom zoekt de medewerker ook naar mogelijkheden binnen het beleid om de doelen van de organisatie te bereiken. Door middel van de juridische, economische, uitvoerende en communicatieve beleidsinstrumenten wordt het gedrag van doelgroepen 1) De opleiding adviseert de student zich voor 1 mei aan te melden i.v.m. toelaatbaarheid en de studiekeuzecheck! 2) Regulier verkorte trajecten zijn er niet. Individuele vrijstellingen zijn aan te vragen bij de examencommissie 3) Het huidig studieprogramma kan verschillen met het studieprogramma van 2014 - 2015 Hogeschool van Hall Larenstein
www.hogeschoolvhl.nl
Versie januari 2014
beïnvloed. Als een organisatie beleid ontwikkelt en vaststelt zal zij steeds op de juiste wijze moeten communiceren. Dat geldt nog sterker als zij dat beleid naar buiten wil brengen. Tijdens de module beleidsplanning en communicatie maak je een beleidsplan, en het bijbehorende communicatieplan en de bijpassende communicatiemiddelen.
Propedeuse stage In de laatste periode van het eerste studiejaar doen de studenten een stage. Tijdens de vier wekenstage wordt ervaring opgedaan op het gebied van o.a. dierverzorging. De onderliggende gedachte hiervoor is dat wanneer de student later leiding geeft hij deze ervaring en kennis kan gebruiken voor de juiste planning en organisatie van een bedrijf. Diermanagementstudenten doen onder andere stage in: • dierentuinen • dieropvangcentra • dierenwinkels • maneges • zorgboerderijen Voor de avonturiers zijn er ook de mogelijkheden in het buitenland.
1) De opleiding adviseert de student zich voor 1 mei aan te melden i.v.m. toelaatbaarheid en de studiekeuzecheck! 2) Regulier verkorte trajecten zijn er niet. Individuele vrijstellingen zijn aan te vragen bij de examencommissie 3) Het huidig studieprogramma kan verschillen met het studieprogramma van 2014 - 2015 Hogeschool van Hall Larenstein
www.hogeschoolvhl.nl
Versie januari 2014
Hoofdfase – Studiejaar 2 De hoofdfase van de opleiding Diermanagement is opgebouwd uit 3 jaar. In jaar 2 volgt de student in de eerste helft vier verplichte modulen. De rest van het jaar doet de student zijn oriëntatiestage. Tabel 3 geeft een overzicht van dit 2e jaar. Tijdens de hoofdfase oriënteert de student zich op zijn studie en toekomst na de studie. Dit gebeurt door onder begeleiding te werken aan een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Elementen hierin zijn een stageplan en (groeiend) CV. Ook wordt de student gecoached bij het kiezen van de major, minor en/of keuzemodulen voor het 3e studiejaar. Tabel 3: overzicht studie-onderdelen tweede studiejaar Studiejaar Periode 1 Periode 2 Periode 3 Jaar 2 Oriëntatiestage Research Balancing Planet, Management People, Profit. Reproduction Management
Periode 4 Oriëntatiestage
Dier en Markt of Basic GIS Studieloopbaanbegeleiding
Research Management Onderzoek doen heeft een belangrijke plaats in de samenleving. Veel leerstof die de student bestudeert is het resultaat van onderzoek. Bovendien voert de student vaak zelf onderzoek uit bij verschillende onderdelen van de studie: in modules, tijdens stages en afstuderen. Onderzoek doen is een complexe vaardigheid. Om de denk- en werkwijze te structureren wordt onder anderen gebruik gemaakt van een fasering, die het gehele onderzoekstraject in drie fasen met bijbehorend beroepsproduct verdeelt: 1) plannen van onderzoek: de student ontwikkelt een onderzoeksvoorstel; 2) uitvoeren van het onderzoek: de student prepareert een data set; 3) rapporteren onderzoek: de student schrijft een onderzoeksrapport. Als student doorloop je in de rol van onderzoeker het hele onderzoekstraject en door het uitvoeren van de leertaken in de module ontstaan de genoemde beroepsproducten. Reproduction Management Studenten kunnen in hun toekomstige functie informatie verzamelen en analyseren en mede- of eindverantwoordelijk zijn voor het ontwikkelen van een aantal beroepsproducten, zoals een: • fokadvies voor een individueel dier; • fokbeleid voor een dierpopulatie; • beheerplan voor de periode van voortplanting en opfok (huisvesting, voeding, gedragsontwikkeling, etc.), waarbij de condities afgestemd zijn op de natuurlijke leefomgeving van het dier. In de proefdiersector is fokbeleid een taak van grote fokbedrijven en is de uitvoering ervan in hoge mate gestandaardiseerd. In de paardensector en in de diergezondheidszorg is het fokbeleid gebaseerd op veel en kwantitatieve informatie. Bij small population management is minder informatie beschikbaar en is de mate van menselijk ingrijpen veel geringer. Het fokken van ex-situ populaties kan zowel een rol spelen bij herintroductie als bij het in stand houden van een genetisch gezonde dierentuinpopulatie. Bij gezelschapsdieren en zeldzame huisdierrassen speelt de problematiek van erfelijke afwijkingen door inteelt een rol.
1) De opleiding adviseert de student zich voor 1 mei aan te melden i.v.m. toelaatbaarheid en de studiekeuzecheck! 2) Regulier verkorte trajecten zijn er niet. Individuele vrijstellingen zijn aan te vragen bij de examencommissie 3) Het huidig studieprogramma kan verschillen met het studieprogramma van 2014 - 2015 Hogeschool van Hall Larenstein
www.hogeschoolvhl.nl
Versie januari 2014
Dier en Markt Een organisatie of bedrijf in het werkveld Diermanagement wil vernieuwen, groeien en/of veranderen, bijvoorbeeld na een ontdekt (beleids)probleem. Voorbeelden van zo’n probleem zijn dalende bezoekersaantallen, geringe naamsbekendheid. Het bedrijf wil daarom een nieuw product of dienst in de markt zetten, bijvoorbeeld een themadag voor bezoekers, een educatieve activiteit voor schoolkinderen, een internetsite voor klanten. In de module is een studentprojectgroep verantwoordelijk voor de ontwikkeling van deze nieuwe dienst of dit product. De projectgroep maakt een marketingplan met een product- en marktbeschrijving dat bijdraagt aan het oplossen van het (beleids)probleem. Op basis van dit marketingplan ontwikkelt de projectgroep eveneens een marketingproduct ter promotie van de nieuwe dienst of het product. De studenten van de projectgroep hebben de rol van marketing- of communicatiemedewerker of ondernemer.
Of Basic Gis In deze module staat verdieping van kennis van geografische informatie systemen centraal. Aan de orde komt de theorie over Vectorgis en Rastergis. Verder wordt er aandacht besteed aan het verzamelen van gegevens, het invoeren van die gegevens en het analyseren ervan. Om vervolgens een mooie kaartuitvoer te verkrijgen is er theoretische en praktische kennis van kartografie nodig. Om te leren begrijpen hoe in GIS-vectorbestanden kunnen zijn opgebouwd, en hoe daar (simpele) analyses mee gedaan kunnen worden, wordt gebruik gemaakt van het pakket ArcGIS. Eerst wordt een basis gelegd om te werken met dit pakket, daarna zal de opgedane kennis in de praktijk worden gebracht door middel van het uitvoeren van weekopdrachten en een case-study. Balancing people, planet and profit (Engelstalig) Professional task: the student carries out a feasibility study of a project in any country outside of the Netherlands on the basis of environmental and socio-economic factors and advises the client about the level of feasibility concerning the project Results and products: o A project plan to describe how the project will be tackled o A project report to describe the feasibility in terms of People, Planet and Profit o A process report to describe + evaluate team and individual learning process o Three meetings with the client to discuss all wishes the client may have concerning the project, the final results and recommendations o Improved reading, writing and speaking skills in English o Insight in the role of cultural influence in international projects o Subject specific outcomes; these depend on the Bachelor programme the student is enrolled in. Context: Student is a junior employee in a consultancy agency. The request for advice can come from NGO’s, service industry, private individuals or (production) companies. The student works in an (international) team consisting of Dutch students and possibly students from abroad .
1) De opleiding adviseert de student zich voor 1 mei aan te melden i.v.m. toelaatbaarheid en de studiekeuzecheck! 2) Regulier verkorte trajecten zijn er niet. Individuele vrijstellingen zijn aan te vragen bij de examencommissie 3) Het huidig studieprogramma kan verschillen met het studieprogramma van 2014 - 2015 Hogeschool van Hall Larenstein
www.hogeschoolvhl.nl
Versie januari 2014
Oriëntatiestage In het 2e studiejaar kiest de student de major en op basis hiervan gaat hij voor vijf maanden op stage tijdens de tweede helft van dit jaar. Tijdens deze stage oriënteert de student zich op het werkveld en ontdekt hij wat hier zoal gebeurt en welke vaardigheden van belang zijn voor de toekomstige beroepsuitoefening. Vijf maanden werkt de student mee in een (project)team van een organisatie die de student op deze manier leert kennen. Vertrouwde stageplekken zijn onder andere: • Dierentuinen en dierenparken (Burgers Zoo, Ecodrome Zwolle, Dolfinarium Harderwijk, Avifauna, verschillende maneges, ) • Dierenbeschermingsorganisaties (o.a. de Dierenbescherming, Milieufederatie, Natuurmonumenten, Sophia Vereniging) • Proefdiercentra (Universiteit van Groningen) • Hippische sector (Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie, Koninklijk Warmbloed Paardenstamboek Nederland, diverse maneges) • Diervoeder sector (verschillende producenten) De mogelijkheid bestaat om deze stage in het buitenland te doen. ** De stages die genoemd worden zijn enkele voorbeelden van een ruim aanbod.
1) De opleiding adviseert de student zich voor 1 mei aan te melden i.v.m. toelaatbaarheid en de studiekeuzecheck! 2) Regulier verkorte trajecten zijn er niet. Individuele vrijstellingen zijn aan te vragen bij de examencommissie 3) Het huidig studieprogramma kan verschillen met het studieprogramma van 2014 - 2015 Hogeschool van Hall Larenstein
www.hogeschoolvhl.nl
Versie januari 2014
Hoofdfase – Studiejaar 3 In het 3e jaar gaat de student aan de slag met zijn major. Elke major bestaat uit vier verplichte modulen. Daarnaast kiest hij vier modulen uit of een minor naar keuze. Met deze modulen kan de student zijn scoop verbreden of zich juist specialiseren (tabel 4). Parallel aan de Hoofdfase (studiejaar 3) wordt de student begeleid en voorbereid op zijn majorstage, afstuderen en verdere toekomst, middels een persoonlijk ontwikkelingsplan (POP), stage/afstudeerplan en CV. Tabel 4: overzicht studie-onderdelen derde studiejaar Studiejaar Periode 1 Periode 2 Periode 3 Jaar 3 Majormodule 1 Majormodule 2 Majormodule 3
Minormodule of keuzemodule 1
Minormodule of keuzemodule 2
Minormodule of keuzemodule 3
Periode 4 Majormodule 4
Minormodule of keuzemodule 4
Studieloopbaanbegeleiding
De majoren zijn: • Dier en samenleving • Companion Animal Management • Dieren in de zorg • Paard en management • Proefdierbeheer • Wildlife Management Minor Een minor is een combinatie van drie of vier verschillende modulen. Bestaat een minor uit 3 modulen dan kiest de student nog één module naar wens op basis van interesse (keuzemodule) zodat het totaal weer 4 wordt. Bestaat een minor uit vier modulen dan kiest de student geen andere module. Op deze manier volgt de student in het 3e studiejaar 8 modulen (4 modulen van de major en 4 modulen van de minor/keuze). Keuzemodulen Het kiezen van een minor is niet verplicht. Wel is het verplicht dat er naast de vier majormodulen nog vier andere modulen worden gevolgd. De student is vrij om te bepalen welke modulen dit zijn. Dit kunnen ook modulen zijn van andere opleidingen binnen de hogeschool op de locaties Leeuwarden, Velp en Wageningen. Keuze minoren • Educatie & Onderwijs • Voeding non-productiedieren • Proefdierbeheer minor • Wildlife Management minor • Animal Assisted Activities • Animal Assisted Therapy • Zorgboerderij • Integrated European Biodiversity Management • Animal Welfare Quality Management • Praktijkmanagement • Dier en samenleving minor • Verantwoord diergebruik in veldonderzoek • Eco-Society Studies 1) De opleiding adviseert de student zich voor 1 mei aan te melden i.v.m. toelaatbaarheid en de studiekeuzecheck! 2) Regulier verkorte trajecten zijn er niet. Individuele vrijstellingen zijn aan te vragen bij de examencommissie 3) Het huidig studieprogramma kan verschillen met het studieprogramma van 2014 - 2015 Hogeschool van Hall Larenstein
www.hogeschoolvhl.nl
Versie januari 2014
Hoofdfase – Studiejaar 4 In het 4e studiejaar doet de student zijn majorstage en zijn afstudeeronderzoek. De majorstage en het afstudeeronderzoek moeten aansluiten bij de gekozen major, zodat de student zich binnen het brede terrein van Diermanagement specialiseert (tabel 5).
Tabel 5: overzicht studie-onderdelen vierde studiejaar Studiejaar Periode 1 Periode 2 Periode 3
Periode 4
Jaar 4
Afstuderen
Majorstage
Majorstage
Afstuderen
Studieloopbaanbegeleiding
Majorstage De majorstage stage staat geheel in het teken van de in het derde jaar gemaakte majorkeuze. Het doel van deze stage is om werkervaring op te doen in het werkveld van de major, onderzoek te doen en een netwerk te bouwen. Gedurende vijf maanden werkt de student in een organisatie aan een project of onderzoek. Vaak biedt de stagebieder zelf projecten aan, maar studenten kunnen ook op basis van leerdoelen in overleg met de vakdocent, zelf voorstellen doen bij de stagebieder voor specifieke opdrachten. Voorbeelden van majorstagebedrijven zijn: • Overheid (o.a. Ministerie van EL&I) • Natuurmusea (o.a. Fries Natuurmuseum) • Dier- en natuurbeschermingsorganisaties (o.a. Koningin Sophia-Vereeniging tot Bescherming van Dieren, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, SOVON, Vlinderstichting)
• Ecologische adviesbureaus • Dierentuinen (zowel in Nederland als in het buitenland) • Gezelschapsdierensector (LICG, Dierenopvangcentra, Diervoeders, Dierenartsenpraktijk) • Proefdierlaboratoria • Zorgsector (Stichting Grip Op Je Leven, Zorginstelling de Zijlen) • Revalidatie- en trainingsstallen, Hengstenhouderijen De mogelijkheid bestaat om deze stage in het buitenland te doen. ** De stages die genoemd worden zijn enkele voorbeelden van een ruim aanbod.
Afstuderen Het afstudeeronderzoek wordt uitgevoegd in de tweede helft van het 4e studiejaar. Bij het afstuderen ligt de nadruk op het toepassen van kennis en vaardigheden die tijdens de studie zijn opgedaan. Het afstudeerproces bestaat uit drie fasen: • Schrijven van een onderzoeksvoorstel • Onderzoek uitvoeren • Schriftelijke en mondeling presenteren van het onderzoek In de vijf maanden voert de student samen met een afstudeerpartner een onderzoek uit op basis van een nationaal of internationaal maatschappelijk vraagstuk. De resultaten van dit onderzoek zijn terug te vinden in een scriptie en worden in het bijzijn van opdrachtgever, geïnteresseerden, medestudenten en begeleiders gepresenteerd.
1) De opleiding adviseert de student zich voor 1 mei aan te melden i.v.m. toelaatbaarheid en de studiekeuzecheck! 2) Regulier verkorte trajecten zijn er niet. Individuele vrijstellingen zijn aan te vragen bij de examencommissie 3) Het huidig studieprogramma kan verschillen met het studieprogramma van 2014 - 2015 Hogeschool van Hall Larenstein
www.hogeschoolvhl.nl
Versie januari 2014