PROFIELSCHETS BOVENSCHOOLSE DIRECTEUR
CHRISTELIJK COLLEGE ZEIST DIJNSELBURGSCHOOL
_____________________________________________________________________________________________________ Profielschets bovenschoolse directeur CCZ en Dijnselburgschool/november 2012
1
Inhoud Profielschets Taken en verantwoordelijkheden Functie-eisen Persoonlijkheidsprofiel
3 3 4 4
Arbeidsvoorwaarden Procedure Planning Contactgegevens
5 5 5 5
De organisatie Het Christelijk College Zeist De Dijnselburgschool
6 6 9
_____________________________________________________________________________________________________ Profielschets bovenschoolse directeur CCZ en Dijnselburgschool/november 2012
2
Het College van Bestuur van de CVO Groep is – in verband met het vertrek van de huidige directeur voor het Christelijk College in Zeist (VMBO) en de Dijnselburgschool (Praktijkonderwijs) op zoek naar een
Bovenschoolse directeur m/v
De bovenschoolse directeur is, onder verantwoordelijkheid van het College van Bestuur, integraal verantwoordelijk voor de beide scholen. Van de bovenschoolse directeur wordt verwacht dat hij/zij voortbouwt op het huidige stabiele fundament van de beide scholen. De directeur zal tevens in staat moeten zijn om de samenhang tussen het VMBO en het Praktijkonderwijs verder te ontwikkelen. Daarnaast levert de directeur, als lid van het Gemeenschappelijk Management Team, een substantiële inhoudelijke bijdrage aan de strategische beleidsontwikkeling van de CVO Groep als geheel. De directeur is integraal eindverantwoordelijke voor de beide scholen. De directeur geeft leiding en sturing aan de onderwijs- en ondersteunende processen binnen de school. De directeur geeft direct leiding aan de teamleiders van de beide scholen. Dit alles binnen de doelstellingen van de scholen, teneinde een optimaal personeelsbeleid, onderwijsbeleid en optimale bedrijfsvoering voor de scholen te realiseren. De verantwoordelijkheden van de directeur zijn vastgelegd in een managementovereenkomst met de bestuurder. Binnen de functie van directeur zijn de volgende resultaatgebieden relevant: - (Meerjaren)activiteitenplan; - financiën en beheer; - onderwijsbeleid; - leerlingenbeleid; - personeelsbeleid; - PR en communicatiebeleid; - kwaliteitszorg. De directeur vormt samen met de teamleider(s) het managementteam (MT) van de school.
Taken en verantwoordelijkheden • • •
• • • •
Verantwoordelijk voor de ontwikkeling en de realisatie van de doelen in de zin van onderwijskundig beleid, financiën en beheer, teamontwikkeling en formatieplanning; het voorzitten van het managementteam, het functioneel en hiërarchisch leidinggeven aan de teamleiders en het onderwijsondersteunend personeel; leveren van een actieve bijdrage aan de inhoudelijke en organisatorische advisering van het College van Bestuur aangaande strategische doelen, kwaliteit van het onderwijs en ontwikkelingen in het regionale onderwijsveld; het op strategisch en tactisch niveau aangaan en onderhouden van relaties met het regionale onderwijsveld en aansluitend zorgdragen voor instroom van leerlingen; het op korte en lange termijn profileren van de beide scholen; het vervullen van de functie van samenwerkingspartner en belangenbehartiger namens de CVO Groep; invulling geven aan professioneel personeelsbeleid, in de zin van gesprekkencyclus, personeelsontwikkeling, werving- en selectiebeleid en verzuimbeleid;
_____________________________________________________________________________________________________ Profielschets bovenschoolse directeur CCZ en Dijnselburgschool/november 2012
3
•
•
zorgdragen voor een professionele cultuur waar onderwijs, de beleving van de leerling, externe oriëntatie en pedagogisch-didactische kwaliteit in samenhang worden gezien en gebracht; het in het Gemeenschappelijk Managementteam leveren van een inhoudelijke bijdrage aan beleid ten behoeve van de CVO Groep.
Functie-eisen • • • • • • • • • •
Beschikken over een academisch werk- en denkniveau; relevante ervaring in een eindverantwoordelijke leidinggevende functie binnen het (voortgezet) onderwijs; kennis van strategische ontwikkelingen betreffende het onderwijs resulterend in een heldere visie op toekomstige ontwikkelingen; beschikken over uitstekende communicatieve en sociale vaardigheden; kennis van financiële bedrijfsvoering; beschikken over goede kennis van personeelsmanagement; bewezen netwerkkwaliteiten; inzicht in en ervaring met politieke besluitvormings- en onderhandelingsprocessen; in staat om de christelijke identiteit van de scholen vorm te geven en voor te leven; aantoonbare affiniteit met leerlingen en de jeugdcultuur.
Persoonlijkheidsprofiel In uw rol als directeur van de beide scholen in Zeist is de verdere ontwikkeling van de samenhang van beide schooltypen voor u een uitdaging waar u zich door laat inspireren. U voelt zich thuis in twee kwalitatief hoogwaardige scholen waarin de (belevings-)wereld van de leerling centraal staat. Beide scholen kenmerken zich door een enthousiast en bevlogen team van medewerkers. De kunst zal zijn om dit enthousiasme en de bevlogenheid, voortkomend uit een gestabiliseerd onderwijskundig fundament, vast te houden en nog verder te ontwikkelen. Leidend is voor u de communicatie met het managementteam en de medewerkers binnen de scholen enerzijds en binnen de CVO Groep anderzijds. U bent omgevingsgericht, een netwerker die specifiek voor dit type onderwijs kansen en mogelijkheden van verdere integratie en samenwerking in de Zeister samenleving zoekt, een representatief en aansprekend boegbeeld en ambassadeur van de beide scholen. U bent een boeiend spreker met een eigen verhaal om mensen te inspireren en mee te nemen. U bent enthousiast om invulling te geven aan de ambities van de CVO Groep en om zichtbaar verbeteringen door te voeren. Hierbij betrekt u het College van Bestuur, het managementteam, medewerkers, leerlingen en ouders op een wijze waardoor betrokkenen zich herkennen in uw visie en beleid. In uw denken en doen staat het garanderen van kwaliteitsonderwijs centraal. Daarbij streeft u – in samenspraak met de teamleiders – naar een optimalisatie die ouders en leerlingen er toe brengen om te kiezen voor het CCZ of de Dijnselburgschool. U kunt goed luisteren en bent creatief. U bent een inspirerend communicator met oog voor de mens in de organisatie. U bent een teamplayer die graag de grote lijnen bewaakt en stuurt op proces én inhoud. U bent een voortrekker in de vormgeving van het eigene (identiteit) van de scholen, zowel op levensbeschouwelijk terrein als op het gebied van leefsfeer, leerlingbegeleiding en inhoud van het onderwijs en u bent zichtbaar op de werkvloer. U bent – indien nodig - in staat om veranderingen te sturen en beleidsmatige vernieuwingen te implementeren. U bent een toegankelijk en dynamisch persoon, die zaken in gang zet en af weet te _____________________________________________________________________________________________________ Profielschets bovenschoolse directeur CCZ en Dijnselburgschool/november 2012
4
maken, richting durft te geven, keuzes durft te maken, prioriteiten kan stellen en waar nodig durft te confronteren. U bent een gewaardeerd sparringpartner op inhoudelijk gebied, zowel voor de leden van het MT als voor de medewerkers binnen de school. In de komende jaren zal specifiek voor het CCZ gelden dat veelvuldig overleg met diverse partijen noodzakelijk is in verband met mogelijke nieuwbouw. Ook in die zin dient u over verbindende kwaliteiten te beschikken.
Arbeidsvoorwaarden De directeur krijgt een salaris in overeenstemming met de zwaarte van de functie, conform de CAO-VO in salarisschaal 14, minimaal € 4.419,- en maximaal € 5.913,- bij een volledige benoeming. De CVO Groep kent goede en marktconforme secundaire arbeidsvoorwaarden. De omvang van de functie bedraagt 0,8 tot 1,0 fte. Van de directeur wordt verwacht dat hij/zij in de omgeving van de school woont of binnen korte tijd komt wonen.
Procedure De bestuurder van de CVO Groep, drs. S. Poels, zal samen met één van de rectoren/directeuren oriënterende gesprekken voeren met in potentie voor de functie geschikte kandidaten. Vervolgens zullen de curricula vitae van geschikte kandidaten aan de benoemingsadviescommissie worden gepresenteerd. Indien noodzakelijk kan ook nog sprake zijn van een tweede ronde gesprekken. De procedure wordt ondersteund door het hoofd van de afdeling Personeel & Organisatie van de CVO Groep. Reageren door middel van een sollicitatiebrief en CV, vóór 24 november 2012 te sturen aan de afdeling P&O van de CVO Groep, Postbus 185, 3970 AD Driebergen-Rijsenburg, of per e-mail:
[email protected].
Planning Oriënterende gesprekken: 1e ronde gesprekken met benoemingsadviescommissie: 2e ronde gesprekken (indien aan de orde):
week van 26 november en 3 december 2012. week van 10 december 2012. uiterlijk begin van de week van 17 december 2012.
Een assessmentonderzoek kan deel uitmaken van de procedure. Het assessment zal eind december 2012 plaatsvinden.. Streefdatum benoeming:
1 april 2013, of zoveel eerder als mogelijk
Contactgegevens Voor inhoudelijke informatie over de functie kan contact worden opgenomen met de bestuurder, drs. S. Poels, telefoon (0343) 489910, e-mail:
[email protected]. Voor procedurele informatie kan contact worden opgenomen met het hoofd van de afdeling P&O, J.A. van der Mijl, telefoon (0343) 489917, e-mail:
[email protected] Nadere informatie is eveneens te vinden via de website van de CVO Groep: www.cvogroep.nl Specifieke informatie over de beide scholen is te vinden via www.ccz.nu en www.dijnselburgschool.nl. _____________________________________________________________________________________________________ Profielschets bovenschoolse directeur CCZ en Dijnselburgschool/november 2012
5
De organisatie Het Christelijk College Zeist en de Dijnselburgschool voor Praktijkonderwijs maken deel uit van de CVO Groep Zuidoost-Utrecht. De CVO Groep is een open christelijke scholengroep voor praktijkonderwijs, lwoo, vmbo, havo, atheneum, gymnasium en tweetalig vwo. De groep bestaat uit vijf functioneel autonome scholen: 1. 2. 3. 4. 5.
Revius Lyceum Revius Lyceum Christelijk Lyceum Christelijk College Dijnselburgschool voor Praktijkonderwijs
Doorn Wijk bij Duurstede Zeist Zeist Zeist
Het Christelijk College Zeist In het schooljaar 2012 – 2013 staan 227 leerlingen ingeschreven. De formatie bedraagt in totaal ongeveer 27 fte. Deze is uitgesplitst in 2,2 fte management/directie, 18 fte docenten en 6,8 fte onderwijs ondersteunend personeel. De school kent een structuur van een parttime directeur (in combinatie met het directeurschap van de Dijnselburgschool) en twee teamleiders. De school kenmerkt zich door een goede zorg- en begeleidingsstructuur. Leren door doen loopt als een rode draad door het gehele onderwijsconcept. Daarnaast is er veel aandacht voor taal en rekenen, omdat dit een voorwaarde is om succesvol de opleiding te kunnen volgen. Tijdens de (maatschappelijke) stages staan de leerlingen direct in contact met professionals die op de werkvloer van de stageplek aanwezig zijn. Op CCZ krijgen de leerlingen les van docenten, die in veel gevallen vanuit een baan in het bedrijfsleven zich nu toeleggen op het doorgeven van hun praktische kennis aan de volgende generatie. Al de leerlingen werken op school en op stage met professionals uit de praktijk. Voor de AVO vakken zijn er didactisch geschoolde docenten op CCZ. De stageplekken van de leerlingen van CCZ zijn te vinden in vele uiteenlopende werkvelden. Hierbij is maatwerk het sleutelwoord. Om dit mogelijk te maken is een zeer succesvolle samenwerking met het lokale bedrijfsleven gerealiseerd. Dit is een uniek concept voor deze regio. Persoonlijk en vernieuwend onderwijs, geheel ontwikkeld voor en gericht op de doelgroep. Ook zorgleerlingen worden daarbij niet vergeten. Op CCZ is iedereen welkom, ongeacht zijn of haar levensbeschouwelijke achtergrond. De school heeft een christelijke signatuur, maar bovenal is het belangrijk om elkaar met respect te behandelen en open te staan voor andere cultuur- en geloofsovertuigingen. Samen wordt er voor gezorgd dat het prettig leren en werken is op CCZ. Hier zijn ook de ouder(s) en verzorger(s) bij nodig. De driehoek "leerling, ouder en school" is belangrijk en de basis voor de werkwijze. Naast de contacten met de ouder(s)verzorger(s) over de resultaten en het welbevinden van hun kind, wordt de ouders de mogelijkheid geboden mee te denken en te praten over de school, als lid van de deelraad of via een ouderparticipatiegroep. _____________________________________________________________________________________________________ Profielschets bovenschoolse directeur CCZ en Dijnselburgschool/november 2012
6
Onderbouw De leerlingen van de onderbouw op CCZ volgen hun onderwijs in de Doe-vakschool. Twee dagen in de week is dit vormgegeven in projectonderwijs op de zogenaamde ‘Doedagen’, waarin leren door doen centraal staat. In de Doe-vakschool wordt ongeveer zeventig procent van de onderwijstijd besteed aan AVO vakken met extra aandacht voor taal en rekenen. Naast een vast AVO programma volgen leerlingen de zogenaamde ‘Sprintlessen’. In deze lessen wordt onderwijs op maat geboden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben op het gebied van Nederlands, rekenen of Engels. Leerlingen die in aanmerking willen komen voor een doorstroom naar de theoretische leerweg volgen het vak Frans. De overige dertig procent van het onderwijs wordt gegeven in de vorm van ‘Doe-onderwijs’. Dat betekent dat de leerlingen op ‘Doedagen’ aan de slag gaan met praktische opdrachten in de sectoren techniek, zorg, groen en economie. In het programma tijdens de ‘Doedagen’ wordt er zoveel mogelijk betekenisvol gewerkt door vakintegratie en competentiegerichte opdrachten. De leerlingen kunnen proeven aan een beroep en uitvinden wat het beste bij hen past. Ze krijgen de kans zich te oriënteren op één van onze uitstroomprofielen en leggen daarmee de basis voor beroepsgericht onderwijs in het derde en vierde leerjaar. Leerlingen van de Doe-vakschool: • werken in de schooltuin, • bereiden kleine gerechten en verkopen deze in de eigen kantine, • participeren in de kerstmarkt van een verzorgingstehuis voor ouderen • organiseren een zwerfvuildag in de wijk. Met deze activiteiten voldoen de leerlingen van CCZ tegelijkertijd aan hun wettelijk verplichte maatschappelijke stage. De Doe-vakschool is een unieke onderbouw opleiding die op CCZ zelf is ontwikkeld, toegesneden op de aan de medewerkers van CCZ toevertrouwde doelgroep. Bovenbouw In de bovenbouw kiezen de leerlingen voor profielen: • Care & Congress en • Techniek & Talent Care & Congress C&C bestaat uit twee vakgebieden: zorg en welzijn aan de ene kant en horeca en congreswereld aan de andere kant. Bij Care & Congress leren leerlingen over het verzorgen van de mens, van baby tot oudere. Ze leren bijvoorbeeld koken, maar ook over wat er bij gastvrijheid komt kijken. CCZ wil leerlingen stagebekwaam maken en competent voor een toekomst in het regionale bedrijfsleven en werkt daarom nauw samen met horeca, congrescentra, kinderdagverblijven en instellingen voor gehandicapten- en ouderenzorg in de omgeving. In het derde en vierde leerjaar vormt praktijkleren zestig procent van het onderwijs. De overige veertig procent wordt besteed aan de algemeen vormende vakken (AVO). In periode 1 en 2 van het derde leerjaar staat de stagevoorbereiding centraal. Naast de stage wordt één dag per week besteed aan Beroepsgerichte Zorg (BGZ). De onderwerpen die tijdens de prestatie- en projectonderdelen behandeld worden komen zoveel mogelijk overeen met de werkplek waar een leerling stage loopt. De kennis en vaardigheden die de leerlingen in hun stage nodig hebben, komen daardoor in deze periode ook op school aan bod. In het vierde leerjaar staat het examen centraal. De stage loopt door in periode 1 en 2. In periode 3 en 4 staat alles in het teken van het examen en wordt er geen stage meer gelopen. _____________________________________________________________________________________________________ Profielschets bovenschoolse directeur CCZ en Dijnselburgschool/november 2012
7
Care & Congress is ontstaan uit een initiatief van CCZ en het ROC ASA. Het is een vierjarige opleiding waarbij leerlingen in het derde leerjaar VMBO instromen en met een startkwalificatie op MBO niveau 2 kunnen uitstromen. De opleiding kent een doorlopende leerlijn van het VMBO naar het MBO niveau 2. Leerlingen die de basisberoepsgerichte leerweg kiezen, kunnen hun MBO-opleiding Helpende Zorg niveau 2 versneld afronden binnen C&C. Leerlingen met de kaderberoepsgerichte leerweg kiezen voor een externe MBO-opleiding niveau 3 of 4. Techniek & Talent Bij Techniek & Talent draait het om techniek en commercie in de breedste zin van het woord: van ruwbouw, meubel maken en schilderen tot mobiliteit in de context van het bedrijfsleven. De leerlingen leren door de handen uit de mouwen te steken en zich te oriënteren op bijvoorbeeld metselen of houtbewerking. CCZ wil leerlingen competent maken voor een toekomst in het regionale bedrijfsleven en werkt daarom nauw samen met bouw- en schildersbedrijven, meubelmakers, autobedrijven en fietsenmakers in de omgeving. Economie maakt een wezenlijk deel uit van het beroepsgerichte programma. Leerlingen doen examen in het intersectorale programma: Technologie en Commercie. In het derde en vierde leerjaar vormt praktijkleren zestig procent van het onderwijs. De overige veertig procent wordt besteed aan de algemeen vormende vakken (AVO). In periode 1 en 2 van het derde leerjaar staat de stagevoorbereiding centraal. Daarnaast gaan de leerlingen met het project ‘Zeepkist’ aan de slag. Ze ontwerpen en bouwen een eigen voertuig, die tijdens de Open Dagen wordt ingezet in een heuse race. Hierna worden de zeepkisten weggegeven aan regionale basisscholen en/of centra voor kinderopvang als speelmateriaal. Dit om te benadrukken dat CCZ deel uitmaakt van en haar steentje wil bijdragen aan haar omgeving. Tijdens het project ‘Zeepkist’ leren de leerlingen vaardigheden die nodig zijn voor hun stage. Naast de stage wordt één dag per week besteed aan Beroepsgerichte Techniek (BGT). Ook voor T&T geldt het prestatie- en projectonderdeel Zoals genoemd bij C&C. In het vierde leerjaar staat het examen centraal. De stage loopt door in periode 1 en 2. In periode 3 en 4 staat alles in het teken van het examen en wordt er geen stage meer gelopen. Training & Reflectie Training & Reflectie is een opleiding voor leerlingen met TL/Havo advies die dreigen af te stromen naar een kader beroepsgerichte opleiding. Het doel van Training & Reflectie is om deze leerlingen toch op niveau te laten doorstromen naar niveau 4 van ROC ASA zonder tussentijdse uitval en verdere afstroom. Training & Reflectie is ontstaan op initiatief van Christelijk College Zeist in nauwe samenwerking met ROC ASA.
_____________________________________________________________________________________________________ Profielschets bovenschoolse directeur CCZ en Dijnselburgschool/november 2012
8
De Dijnselburgschool In het schooljaar 2012 – 2013 staan 118 leerlingen ingeschreven. De formatie bedraagt in totaal ongeveer 18 fte. Deze is uitgesplitst in 1,1 fte management/directie, 11,5 fte docenten en 5,5 fte onderwijs ondersteunend personeel. De school kent momenteel een structuur van een parttime directeur (in combinatie met het directeurschap van CCZ) en één parttime teamleider. Persoonlijke begeleiding van de leerlingen staat centraal binnen de Dijnselburgschool. De leerling kan meer van de stof onthouden wanneer les wordt gegeven aan kleine klassen, en kleine groepen leerlingen. De school biedt ruimte aan bijna honderdtwintig leerlingen, die onderverdeeld zijn in negen klassen. De medewerkers vinden het allemaal belangrijk om de leerlingen centraal te stellen. Het leerproces wordt afgestemd op de leerling, met zoveel mogelijk les op maat. Leerlingen op het Praktijkonderwijs leren door doen. Enkele doelstellingen van de stage in het Praktijkonderwijs zijn: 1. De leerling leert zo actief en zelfstandig mogelijk 2. De leerling oriënteert zich op zijn of haar interesses en capaciteiten 3. De leerling leert deel te nemen aan arbeidsprocessen in het bedrijf 4. De leerling leert zijn of haar kansen op de arbeidsmarkt te vergroten Het Praktijkonderwijs heeft tot doel de leerling op weg te helpen naar een plek in de maatschappij. Dit betekent dat de leerlingen van de bovenbouw (derde-, vierde- en vijfdejaars leerlingen en AKAleerlingen) de kans krijgen werkervaring op te doen in het bedrijfsleven. De leeftijd waarop stagelopen voor de leerlingen begint, is gemiddeld vijftien jaar. Dit moet met de jongere leerlingen rustig en voorzichtig opgebouwd worden. In het zoeken naar stageplekken houdt de school rekening met wensen, mogelijkheden en beperkingen van de leerling. In veel bedrijven werken leerlingen van een school voor Praktijkonderwijs. Over het algemeen komen ze het best tot hun recht bij zeer goed gestructureerde werkzaamheden, waarbij ook sprake is van: • Overzichtelijk werk • Routinematige handelingen • Assisteren van een ander personeelslid De Dijnselburgschool heeft een overzicht gemaakt van arbeids- en sociale vaardigheden waaraan de leerling op het stagebedrijf werkt. Deze vaardigheden worden per stageperiode door de werkbegeleider van de stageplek beoordeeld. Stage Na het afronden van hun opleiding willen veel van de leerlingen gaan werken. Om leerlingen alvast te laten wennen aan het werkproces, gaan ze op stage. Bij elke stage wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de wensen en mogelijkheden van de leerling. Stages kunnen intern, dus binnen de school, gelopen worden. Dit gebeurt in het tweede schooljaar. De externe stages bij bedrijven en instanties buiten de school volgen in de 3e, 4e en 5e klas. Tijdens de stages leren de leerlingen hoe ze moeten functioneren in het bedrijfsleven buiten de school. _____________________________________________________________________________________________________ Profielschets bovenschoolse directeur CCZ en Dijnselburgschool/november 2012
9
Een paar voorbeelden van stageplaatsen buiten de school zijn; • keukens in zorgcentra • de detailhandel • supermarkten • ziekenhuizen • boerderijen • hout en metaalverwerkende bedrijven • peuterspeelzalen en kinderdagverblijven • drukkerijen • tuincentra • hoveniersbedrijven • de horeca Vanuit het Gilde-project zijn verschillende vrijwilligers binnen de school actief. Mensen die niet meer werken, geven de kennis die ze tijdens hun werk hebben opgedaan door aan jongeren. De vrijwilligers werken onder begeleiding van een leraar samen met een groep van 2 tot 4 leerlingen. Bovenbouwleerlingen die geen stage lopen volgen arbeidstraining. De Dijnselburgschool heeft een villa op de Bergweg omgebouwd tot arbeidstrainingscentrum. Leerlingen leren binnen het arbeidstrainingscentrum vaardigheden die ze nodig hebben. Voorbeelden hiervan zijn: • Op tijd komen • Een lunch meenemen • Gepaste werkkleding dragen • Zelfstandig reizen naar en van je werkplek • Een werkdag volhouden • Omgaan met collega’s • Omgaan met feedback • Werken aan een leerpunt Woonsimulatie De leerlingen worden zoveel mogelijk geholpen om zich voor te bereiden op de toekomst. Vandaar dat geleerd wordt wat zelfstandig wonen betekent. Dit gebeurt onder andere door de woonsimulatie, waarin de leerling op een praktische manier leert hoe het is om op kamers te gaan. Verder worden er verschillende vakken gegeven die de leerling ook op dit gebied voorbereiden op de toekomst. Dit zijn bijvoorbeeld de vakken verzorging w.o. koken en catering, huishoudkunde en schoonmaak en groothuishouding. Portfolio Wanneer een leerling de school verlaat, willen we hem of haar een helder zelfbeeld meegeven. Dit betekent dat de leerling goed moet weten wat zijn of haar kwaliteiten en mogelijkheden zijn. Om dit te kunnen realiseren heeft het lerarenteam een paar jaar geleden een teamcursus Portfolio en Coaching gevolgd. Wat ze tijdens deze cursus geleerd hebben wordt nu toegepast in de lessen. Elke leerling maakt een eigen portfolio, waarin staat wie hij is, en over welke vaardigheden hij beschikt. De leraren hebben ook regelmatig een coachingsgesprek met de leerlingen, om hun vorderingen te begeleiden. Beeld van de leerling Als school is belangrijk om een duidelijk beeld van de leerling te hebben. Hierdoor is duidelijk welke zorg voor een leerling getoond moet worden. Daarom is het niet alleen belangrijk om goed contact te hebben met de leerling zelf, maar als docenten onderling ook van elkaar te weten hoe de vorderingen van een leerling verlopen. Hiervoor wordt twee keer per jaar een leerlingengesprek gevoerd. De mentor van de leerling verzamelt dan alle gegevens en bespreekt de ontwikkelingen met de andere leraren, de logopedist, de orthopedagoog, de maatschappelijk deskundige en de _____________________________________________________________________________________________________ Profielschets bovenschoolse directeur CCZ en Dijnselburgschool/november 2012
10
teamleider. Wanneer een leerling stage loopt, wordt ook de stagebegeleider aan het woord gelaten. De inhoud van dit gesprek wordt in een handelingsplan samengevat, dat gebruikt wordt voor de verdere begeleiding van de leerling. In elke leerlingenbespreking worden de resultaten van het vorige gesprek doorgenomen, en zo ontstaat een duidelijk beeld van de vorderingen van elke leerling. Mochten er problemen zijn, dan kunnen deze vroeg ontdekt worden en kan hierop worden ingespeeld. Elke scholier krijgt zo begeleiding op maat vanuit een helder beeld dat de leraren van hem hebben. Wanneer het nodig is wordt er natuurlijk ook met de ouders of verzorgers contact opgenomen, om met hen samen te werken.
_____________________________________________________________________________________________________ Profielschets bovenschoolse directeur CCZ en Dijnselburgschool/november 2012
11