instituut voor maatschappelijk welzijn
Profiel Jaarverslag 2007 In dit jaarverslag zijn de drie kernfuncties van het Instituut voor Maatschappelijk Welzijn centraal gesteld. In de artikelen wordt het profiel van de psychosociale hulpverlening (diverse vormen van maatschappelijk werk), de concrete en informatieve dienstverlening (sociaaljuridische dienstverlening en voorlichting) en de outreachende hulpverlening (bemoeizorg en activering) geschetst. Het verslag biedt inzicht in het bereik van cliënten dat door de verschillende werksoorten in 2007 is gerealiseerd en schetst de belangrijkste ontwikkelingen. Onder andere door uitbreiding van werkzaamheden (bemoeizorg, schoolmaatschappelijk werk) is het totale bereik van het IMW toegenomen. De citaten in dit verslag zijn uitspraken die cliënten van het maatschappelijk werk hebben gedaan in het kader van het Klant Tevredenheids Onderzoek; een permanent onderzoek naar de mening van cliënten over de dienstverlening. Dit onderzoek wordt anoniem schriftelijk afgenomen onder alle cliënten na afsluiting van de hulpverlening. Deze cliënten waardeerden de dienstverlening van het maatschappelijk werk in 2007 met een rapportcijfer van 7,9.
Cliëntgegevens In 2007 is het aantal langdurige begeleidingen in het regulier (algemeen) maatschappelijk werk (AMW), inclusief schuldhulpverlening, met 2% licht gestegen ten opzichte van 2006. Daarmee is de dalende trend die wij in 2005 en 2006 signaleerden tot staan gekomen. In 2007 waren 2194 cliënten in langdurige begeleiding. Er lijkt een verband te bestaan met de ontwikkeling van het aantal korte contacten, dat in 2006 steeg en in 2007 weer is afgenomen, van 1391 naar 1155. De maximale wachttijd tussen aanmeldingsgesprek en intake bedroeg zes weken; acute crisissituaties werden direct geholpen door het crisisteam overdag. De gemiddelde wachttijd tussen aanmelding en intake bedroeg in 2007 3,2 weken en is daarmee licht gedaald ten opzichte van 2006. Het algemeen maatschappelijk werk werd uitgevoerd in Alphen-Chaam, Baarle-Nassau en Breda. In Alphen-Chaam en Baarle-Nassau bestonden nagenoeg geen wachttijden. Het aandeel materieel-sociale problematiek bedroeg ruim 47% van het totaal. Dit betreft vooral cliënten met
problematische schulden. 23% Van de cliënten had relationele problemen en 30% psychosociale problemen. In het groepswerk (rouw, depressie, budgeten assertiviteitscursus) werden 136 cliënten geholpen. De in 2006 gesignaleerde toename van het beroep op het maatschappelijk werk om deel te nemen aan verschillende vormen van netwerk- of casusoverleg heeft zich in 2007 voortgezet. Het is een nieuwe maatschappelijke realiteit, die door het IMW ook in het meerjarenbeleidsplan 2007-2011 is vastgelegd. Maatschappelijk werkers van het IMW nemen onder meer deel aan Mass-overleggen (maatschappelijke steunsystemen), overleg in het kader van het veiligheidshuis en buurtnetwerken jeugdhulpverlening. Het maatschappelijk werk besteedt extra aandacht aan de positie van kinderen. In samenwerking met Thuiszorg Breda werd ook in 2007 een opvoedingsspreekuur verzorgd, dat 34 maal werd bezocht. Het IMW coördineert de vijf Bredase buurtnetwerken jeugdhulpverlening waarin vele organisaties samenwerken. In het schooljaar 2006-2007 werden hierin 97 situaties besproken waarin 242 kinderen betrokken waren. Ook in Alphen-Chaam verzorgt het IMW de coördinatie van buurtnetwerken (12- en 12+). Op 15 basisscholen in Breda zet het IMW schoolgericht maatschappelijk werk (in het kader van het onderwijskansenbeleid) in. Op deze scholen werden ruim 1400 situaties van kinderen en gezinnen De wachttijd voor het eerste besproken. In het verslagjaar is daarnaast het gesprek was wat lang, maar ik kon, bovenschools schoolmaatschappelijk werk indien nodig, wel eerder telefonisch primair onderwijs ten behoeve van twee contact opnemen samenwerkingsverbanden van basisscholen in en om Breda uitgevoerd. Naast het samenwerkingsverband WSNS (Weer Samen Naar School) “Land van Nassau” besloot ook het samenwerkingsverband WSNS “Inos” deze functie bij het IMW onder te brengen. Gezien de beperkt beschikbare formatie, voor een groot aantal scholen, concentreert de inzet van deze vorm van schoolmaatschappelijk werk zich vooral op consultatie aan Intern Begeleiders en zorg-adviesteams (ZAT) en op korte interventies ten behoeve van ouders en
“
”
Het maatschappelijk werk voor gehandicapten verleent hulp aan mensen met een lichamelijke handicap en hun omgeving, om ertoe bij te dragen dat beiden zo goed mogelijk functioneren. Het betreft bezoekers van activiteitencentrum ‘Noutenhof’ en bewoners van het ‘Woon- en Leefcentrum Lichamelijk Gehandicapten’ in Breda en hun familieleden. Genoemde centra zijn onderdeel van de NSWAC, de Nederlandse Stichting Woon- en Activiteitencentra voor Lichamelijk Gehandicapten. In 2007 Ben mij nooit bewust geweest werden 88 cliënten bereikt. Naast het directe van maatschappelijk werk en haar cliëntencontact heeft de maatschappelijk werker functie totdat ik op een dag zelf ook een consultatieve en voorlichtende functie. voor de deur stond. Ik ben erg blij
“
De crisisdienst maatschappelijk werk buiten kantooruren kan rekenen voor hulp en steun. verzorgt de 7x24 uurs bereikbaarheid buiten kantooruren voor alle (5) maatschappelijk werk instellingen in West-Brabant. Tot 1 juli was dit ook het geval voor de ambulante verslavingszorg in het stadsgewest Breda. In 2007 werd de dienst 213 maal ingeschakeld. Dat is een forse daling ten opzichte van 2006 (-23%). In 2007 is een onderzoek gestart naar de redenen voor deze daling en begonnen met een programma om verwijzers (politie, huisartsenposten etc.) beter op de hoogte te brengen van het bestaan en de functie van de dienst. In 73 gevallen volstond in 2007 telefonisch contact met hulpverlener of cliënt, 140 keer werd daadwerkelijk uitgerukt. 72 Maal werd gebruik gemaakt van een zogenoemd “crisisbed” in een opvanginstelling. De hulpverlening is kortdurend van karakter. Zo snel mogelijk – meestal de volgende ochtend - wordt de cliënt overgedragen aan de reguliere hulpverlening (86%), in de meeste gevallen het AMW. De politie is de belangrijkste verwijzer. dat jullie er zijn en dat ik op jullie
”
Overig 12%
Dakloosheid 14%
Mishandeling 19%
Verslaving 11%
Slachtoffer 5%
Relaties 39%
leerlingen. In de ouderschapsreorganisatie (bemiddeling bij problematische omgangsregelingen) werden 16 voormalige echtparen geholpen. In het verslagjaar is de deelname aan het Bredase project “Samen starten” voortgezet en uitgebreid. Het IMW levert daarin, samen met Thuiszorg Breda, jeugd- en gezinscoaches ten behoeve van vroegtijdige interventie; in dit verband werden in 2007 12 gezinnen begeleid. Ook levert het IMW een inbreng in het expertteam van dit project. Vier maatschappelijk werkers voeren op 16 scholen het schoolmaatschappelijk werk voortgezet onderwijs in Breda uit. Zij hadden in 2007 met 1034 leerlingen één of meerdere hulpverleningscontacten. De voornaamste probleemvelden waren: problemen in de thuissituatie (21%), psychische problemen (16%) en gedragsproblemen (12%). De schoolmaatschappelijk werkers participeren in de regel in de zorg-adviesteams van de scholen.
Crisisdienst Buiten Kantooruren
Het IMW is één van de zes instellingen in Nederland met een afdeling maatschappelijk werk voor oorlogsen geweldsgetroffenen (OGG). Het betreft psychosociale hulpverlening aan verzetsdeelnemers en andere oorlogsgetroffenen uit de Tweede Wereldoorlog. In 2007 werden in het kader van deze hulpverlening 424 cliënten langdurig begeleid en waren er 118 korte contacten. Het team OGG participeert in het Netwerk Psychotraumahulpverlening Nederland (NPN). Hiervoor wordt door het ministerie van VWS extra subsidie verleend. In dit verband werden 128 cliënten begeleid. Het aantal bezoekers bij het Bureau Sociaal Raadslieden vertoonde in 2006 een daling. Deze is in 2007 vrijwel geheel tot staan gekomen. Het afgelopen jaar stelden 4190 bezoekers bijna 5000 hulpvragen op het terrein van sociaal-juridische zaken. Om cliënten voldoende en kwalitatief verantwoord te woord te kunnen staan wordt het aantal bezoekers per dagdeel gelimiteerd. De relatief beperkte formatie staat onder grote druk. Sociaal Raadslieden beogen in hun hulpverlening niet alleen in te gaan op de concrete hulpvraag van cliënten, maar ook verbindingen te leggen met andere regelingen en voorzieningen waar de cliënt mogelijk gebruik van kan maken. Het grootste deel van de hulpvragen had betrekking op problemen met uitkeringen (22%) en belastingen (39%). In het project Voorlichting, Informatie en Advies worden chronisch zieken en gehandicapten actief benaderd met een aanbod om te bezien of zij voldoende gebruik maken van regelingen en voorzieningen. In 2007 waren er 832 contacten (een stijging van 13% ten opzichte van 2006) waarin 1035 onderwerpen aan de orde kwamen. Het project is één van de manieren van de gemeente Breda om inhoud te geven aan het armoedebeleid. In 2007 werd bekend dat het project in elk geval in 2008 wordt voortgezet. Met de gemeente Breda is afgesproken dat in 2008 een plan wordt ontwikkeld voor de jaren vanaf 2009, waarin de nadruk van het project nog sterker op een outreachende benadering wordt gelegd.
In het kader van armoedebeleid stelt de gemeente ook extra middelen beschikbaar voor een parttime budgetconsulent en twee aandachtsfunctionarissen schuldhulpverlening. De budgetconsulent was in 149 hulpverleningstrajecten betrokken. In 2007 is het IMW, met de inzet van extra formatie in het kader van de OGGZ, gaan deelnemen aan het stedelijk bemoeizorgteam dat gevormd wordt uit medewerkers van de GGZ, Novadic/Kentron, de GGD en het IMW. De bemoeizorgmedewerkers van het IMW hadden in 2007 met (of over) 100 cliënten contact. In het project sociale activering en budget begeleiding werkzoekende uitkeringsgerechtigden werden in 2007 78 nieuwe trajecten gestart. In totaal werden er 154 trajecten uitgevoerd. 92 Trajecten werden afgesloten. Voor het project is een inkoopovereenkomst gesloten met de dienst Sociale Zaken van de gemeente Breda. In het verslagjaar was het IMW betrokken bij de voorbereidingen voor de totstandkoming van Centra voor Jeugd en Gezin en de invoering in 2008 van het signaleringssysteem “Zorg voor Jeugd”. Ook was het IMW betrokken bij de ontwikkeling van het zogenoemde “Stedelijk Kompas” waarin een intensivering van de hulpverlening aan dak- en thuislozen en zorgwekkende zorgmijders wordt voorzien. Bij al deze ontwikkelingen zullen, naast andere disciplines, hulpverleners van het IMW een belangrijke rol spelen. In het kader van het gemeentelijk beleid “Geschikt Wonen voor Iedereen” (GWI) was het IMW betrokken bij de ontwikkeling van dit concept, dat in de komende jaren verder uitgebouwd zal worden. Psychosociaal 30%
In 2007 zijn de voorbereidingen gestart voor de invoering van Beleidsgestuurde Contractfinanciering Relationeel 23% (BCF) door de gemeente Breda. De subsidieaanvraag 2008 is opgesteld in de vorm van een offerte, waarin de door het IMW Algemeen Maatschappelijk Werk in te zetten producten zijn beschreven op basis van een gemeentelijke opdracht. 2008 Is een proefjaar voor deze systematiek, die in nauwe samenspraak tussen gemeente en het IMW in de komende jaren verder zal worden verfijnd. Materieel/ sociaal 47%
Maatschappelijk werk: deskundig in communicatie Maatschappelijk werkhulpverlening is en blijft door de jaren heen een komen en gaan van mensen, in alle levensstadia, met vragen over wat er in hun leven
moeilijk is of is misgelopen. In het verslagjaar bestond het IMW 40 jaar en elk van de in deze 40 jaar uitgebrachte jaarverslagen had met deze constatering kunnen beginnen. Hoe zeer ons denken en doen door de jaren heen ook veranderd is, het maatschappelijk werk heeft nog steeds haar deur open, biedt een luisterend oor en hulp en ondersteuning aan mensen die het even niet meer redden. Het maatschappelijk werk is vooral gericht op het herstellen, bevorderen en versterken van zelfredzaamheid, om mensen te helpen hun eigen keuzes te maken. Kijkend naar de cijfers zien we dat er in 2007 veel tijd en aandacht is gegaan naar mensen met financiële problemen. Het lijkt erop dat veel mensen in Nederland op de grens leven van een financieel gezond bestaan. Vaak zijn de marges minimaal en hoeft er niet zo erg veel te gebeuren om meer uit te geven dan er binnen komt. Schuldhulpverlening is voor In mijn mening. Het het maatschappelijk werk een intensieve vorm van maatschappelijk werk lijkt een begeleiding. In samenwerking met de Kredietmedicijn in de maatschappij bank Breda worden de problemen uitgebreid in beeld gebracht, wordt de cliënt geïnformeerd over de mogelijkheden en wordt een plan opgesteld. Een niet onaanzienlijk deel van de maatschappelijk werkcliënten komt via een minnelijk traject in budgethulpverlening. De schulden worden geregeld en de cliënt krijgt een budgetbeheerder van de Kredietbank. Een van de voorwaarden voor de cliënt om deze hulp te krijgen is contact met het maatschappelijk werk. Dit contact heeft de vorm van psychosociale begeleiding, dat wil zeggen dat er uitgebreid met de cliënt wordt stilgestaan bij de achtergrond van de ontstane schulden en het bestedingspatroon van betrokkene. Het maatschappelijk werk leert betrokkene om te gaan met problemen en dilemma’s die hiermee samenhangen.
“
”
Daarnaast hadden ook in 2007 veel problemen waarmee mensen bij het maatschappelijk werk aanklopten te maken met relaties. Relatieproblematiek kent vele vormen. Sommige mensen zoeken contact, omdat het huwelijk niet meer brengt wat men ervan verlangt. Soms raakt het maatschappelijk werk betrokken doordat er sprake is van huiselijk geweld. Ook opvoedingsvragen en –problemen en omgaan met kinderen vormen voor onze medewerkers een belangrijk aandachtsterrein. Als de cliënt zich meldt met een relatieprobleem, wordt stilgestaan bij de vraag of en in hoeverre de ander op de hoogte is. Daarnaast wordt ondermeer gekeken naar de eventuele (hulpverlenings)geschiedenis en de vraag of anderen van de problematiek op de hoogte zijn. Op basis van een uitgebreide intake wordt een hulpverleningsplan gemaakt. Waar mogelijk worden beide partijen uitgenodigd voor gesprekken. Hierin wordt ondermeer gewerkt aan het vergroten
Bij een derde categorie vragen die veel voorkomt, staat het omgaan met een ingrijpende gebeurtenis centraal. Hoe gaan mensen verder na het verlies van een dierbare door de dood of een scheiding? Wat gebeurt er met mensen die hun werk verliezen? Wat voor effect heeft een ingrijpende gebeurtenis als aanranding, verkrachting, of een ongeval met blijvend letsel? Ingrijpende gebeurtenissen zorgen ervoor dat mensen tijdelijk uit hun evenwicht zijn. Dat is onvermijdelijk. Het geheel van gedachten, gevoelens en gedragingen dat als doel heeft de balans weer te herstellen wordt ‘verwerken’ genoemd. Het maatschappelijk werk is er op gericht te voorkómen dat het verwerkingsproces vastloopt. Dat gebeurt vooral door betrokkene te stimuleren in beweging te blijven en actief te blijven in zijn/haar eigen omgeving. Zo is het maatschappelijk werk, zeker ook bij verwerkingsvragen, voor een belangrijk deel gericht op communicatie. Daarnaast organiseert het maatschappelijk werk De maatschappelijk werkster lotgenotengroepen voor mensen die hun partner deed veel voor mij, maar liet mij verloren en ouders die een kind verloren. ook veel zelf doen, waardoor ik veel Soms grijpen gebeurtenissen zo diep in dat zij in leerde… hoge mate bepalend blijven voor hoe mensen hun leven leiden. Het maatschappelijk werk voor Oorlogs- en Geweldsgetroffenen heeft met deze categorie mensen contact.
“
”
VIA en Sociaal Raadslieden: deskundig in het verstrekken van informatie en concrete hulp Onze samenleving is buitengewoon complex geworden. Er is sprake van razendsnelle technologische ontwikkelingen, zeer ingewikkelde wet- en regelgeving die in zijn uitvoeringsregels vaak nauwelijks op elkaar is afgestemd, sterke druk op en verleiding van burgers om te consumeren. Voorts zijn, als gevolg van de in de jaren zeventig ingezette tendens van individualisering, traditionele verbanden als buurten en kerken op de schop gegaan, waardoor
Andere problemen 24%
Problemen met thuissituatie 21%
Motivatie 8%
Problemen met instellingen 9%
Echtscheiding 5%
Psychische problemen 16%
Pesten 5%
Gedragsproblemen 12%
van het inzicht in de onderlinge communicatie. Heel veel contacten die mensen met het maatschappelijk werk hebben gaan in de praktijk over relaties, ook al was dat niet de startvraag van betrokkene. Vaak blijkt na een goed gesprek dat zaken in het leven van mensen mis (dreigen te) lopen door de manier waarop betrokkene er mee omgaat, door de manier waarop hij/zij de relatie met anderen vorm geeft. Als dat na een intake aan de hand blijkt, kan deze ‘relationele’ uitwerking van het benoemde probleem een belangrijk onderdeel van het hulpverleningsplan vormen. Voor mensen die structureel onvrede hebben met de manier waarop zij met anderen omgaan, organiseert het maatschappelijk werk assertiviteitscursussen.
School MW Voortgezet Onderwijs
vanzelfsprekende samenhang ontbreekt. Ondertussen is de bureaucratisering sterk toegenomen. Veel voorzieningen zijn niet meer rechtstreeks voor de burger aanspreekbaar: tussen de dienst en de burger zit een callcenter of een uitgebreid telefonisch keuzemenu. De afstand tussen de burger en hulp- en dienstverlenende organisaties is sterk vergroot door protocollering en juridisering. Fusie op fusie in deze sector, evenals in het onderwijs en de gezondheidszorg, maken onze samenleving er niet persoonlijker op. Iedere Nederlander kent inmiddels het verhaal van de Paarse Krokodil. De sociaal raadslieden komen hem in hun werk vaak tegen. De raadslieden zijn goed op de hoogte van de meest recente wijzigingen in onze sociale wet- en regelgeving. Vreemdelingenzaken, vragen rond uitkeringen en belastingen zijn de meest voorkomende terreinen waar zij mee te maken hebben. Een eindeloze stroom van bezoekers trekt aan hen voorbij. Er wordt geïnformeerd, bemiddeld en geadviseerd. Er wordt geholpen met het invullen van formulieren en het maken van bezwaar. Raadslieden proberen meestal de tijd te vinden om verder te kijken dan de strikte vraag van de cliënt. Vaak wordt onderzocht of er voor de betreffende cliënt nog aanvullende financiële mogelijkheden zijn. Een flink deel van de bezoekers van de raadslieden is vaste klant. Niet iedereen is nu eenmaal in de wieg gelegd voor het invullen van ingewikkelde formulieren en het lezen van moeilijk geschreven brieven. Door de bovengenoemde complexiteit van wet- en regelgeving dreigen sommige mensen af te haken. Lang niet iedereen maakt gebruik van de voorzieningen die gecreëerd zijn om het leven te vergemakkelijken. Het doel van VIA (Voorlichting Informatie en Advies) is om deze onderbenutting te voorkómen. De medewerkers geven preventieve voorlichting en werken outreachend, hetgeen wil zeggen dat zij naar mensen toe gaan. De meeste contacten die VIA-medewerkers hebben, vinden dan ook plaats bij mensen thuis.
Overig 8%
Juridische kwesties 8%
Consumentenzaken 13%
Wonen 10%
Belastingen 39%
Uitkeringen 22%
Uiteraard wordt er stilgestaan bij concrete vragen die mensen hebben, maar vooral ook vindt er tijdens de contacten uitgebreid onderzoek plaats naar de financiële situatie van betrokkene. Zijn er voorzieningen waar deze mensen geen gebruik van maken? Zijn er mogelijkheden die mensen over het hoofd zien? Is hier voor deze mensen ‘geld te maken’? Mensen worden desgevraagd ook concreet geholpen bij bijvoorbeeld het doen van aanvragen en het invullen van formulieren. Nadat de voorziening is aangevraagd houdt de medewerker het dossier nog een half jaar open, zodat de cliënt tijdens de looptijd van de aanvraag nog kan terugvallen op de medewerker.
Bemoeizorg en Activering: deskundig in binden en stimuleren De laatste jaren is steeds duidelijker geworden dat een aantal burgers in onze samenleving niet meer mee kan of lijkt te willen. Een aantal mensen lijkt niet meer ‘mee te doen’ en de band met het geheel van onze samenleving te hebben verbroken. Er is inmiddels een tamelijk breed draagvlak ontstaan voor de opvatting dat dit zo niet langer kan en dat er iets aan moet De manier van benadering gebeuren: deze mensen moeten worden opvriendelijk en kundig en de snelheid gespoord, aangesproken en uitgenodigd om weer waarmee dingen geregeld werden te participeren. Er moet gevonden en gebonden (adequaat) worden. Hiervoor hebben we onze opvattingen over privacy en het uitwisselen van gegevens bij moeten stellen en ons idee moeten herzien dat alle burgers in staat en bereid zijn hun eigen verantwoordelijkheid waar te maken.
“
”
Sociale Activering zoekt naar bindingsmogelijkheden. De cliënten van deze werksoort zijn gevonden door Sociale Zaken. Zij zitten langdurig in de bijstand. En nemen vaak weinig meer deel aan de samenleving. Onze medewerkers gaan met hen actief op zoek naar nieuw perspectief. Zij hanteren daarbij een werkwijze die vertrekt van waar de cliënt belangstelling voor heeft. Van daaruit streven zij naar meer structuur en samenhang. Bij Sociale Activering gaat het vooral om participatie. (Weer) meedoen. In feite is dat bij de maatschappelijk werkers van het bemoeizorgteam niet anders. Om mensen te vinden wordt nauw samengewerkt in de keten. In zes Bredase buurten zijn MASS-overleggen (Maatschappelijke Steun Systemen) waarin wordt gezocht naar mensen die buiten de boot dreigen te vallen. Naast hulp- en dienstverlenende organisaties zijn woningbouwverenigingen en politie belangrijke afgevers van signalen. Ook wordt gewerkt op ‘vindplaatsen’. Denk aan ’t IJ en de Omloop. In het Bredase bemoeizorgteam verkeren onze medewerkers in goed gezelschap van hulpverleners van de GGZ, de GGD en Novadic/
Bureau Sociaal Raadslieden
Kentron. Cliënten die in beeld komen worden, al naar gelang hun achtergrond gekoppeld aan een of meer van de vier in het bemoeizorgteam vertegenwoordigde disciplines. De bemoeizorger zoekt naar een manier om contact met de beoogde cliënt te krijgen om te kijken wat er nodig is. Net als bij Sociale Activering gaat het erom dat betrokkene weer aanhaakt bij de samenleving. Vaak houdt bemoeizorg op als betrokkene weer aansluiting vindt bij de ‘gewone’ voorzieningen. Soms is dat niet eens nodig en blijkt dat mensen die afgehaakt zijn met een klein steuntje in de rug weer verder kunnen. Het omgekeerde zien we echter ook: sommige bemoeizorgcliënten zullen altijd op het randje van de samenleving blijven leven. De contacten met deze mensen zijn dan ook langdurig. Het bemoeizorgteam werkt intensief samen met SMO Breda (maatschappelijke opvang). In toenemende mate vat de opvatting post dat bemoeizorg niets bijzonders hoort te zijn. Dat het de taak is van reguliere hulp- en dienstverlenende organisaties achter hun bureaus vandaan te komen om hun diensten aan te bieden aan mensen die ze nodig hebben. Hiervoor zal echter nog veel moeten gebeuren.
Kwaliteit Sinds 2005 is het IMW in het bezit van het HKZ-ISOkwaliteitscertificaat. Het certificaat heeft betrekking op de grootste sector van het instituut, het Algemeen Maatschappelijk Werk. Het certificaat geeft aan, dat het IMW voldoet aan objectieve externe criteria op het gebied van kwaliteit. Toetsing vindt jaarlijks plaats door een certificerende instantie. In 2007 werd door middel van een (periodieke) externe audit opnieuw vastgesteld dat het IMW voldoet aan de algemeen erkende kwaliteitseisen.
Betekenis Voor IMW is certificering geen doel op zich. Het is een instrument voor continue verbetering van de interne organisatiestructuur en de bedrijfsprocessen. Er zijn
afspraken vastgelegd ten aanzien van bijvoorbeeld werkwijzen, evaluatiemethoden en personeelsbeleid. Daarnaast zijn richtlijnen opgenomen voor het onderzoeken van klanttevredenheid en de waardering door ketenpartners. Het doel is om te komen tot een nog betere hulpverlening waarbij de belangen van de klant centraal staan.
Samenwerken Ontwikkelingen in de maatschappij zoals de aanpak van multi-problematieken leidt ertoe, dat samenwerking met andere partijen binnen de (zorg)keten steeds belangrijker wordt. Het IMW wil een betrouwbare partner zijn voor de ketenpartners. Versterking van de maatschappelijke functie was dan ook een centraal thema in 2007. Dit uitte zich onder andere in: •participatie in gemeenschappelijke projecten en versterking van samenwerkingsrelaties met relevante organisaties op het terrein van wonen, zorg en welzijn •actieve deelname aan (wijk- of doelgroepgericht) overleg in netwerken •ketenafspraken maken en deze afspraken zo veel mogelijk vastleggen in een convenant of een samenwerkingsprotocol •daar waar nodig de interne bedrijfsprocessen aanpassen aan de nieuwe samenwerkingsafspraken.
activiteiten daar aanleiding toe gaven, zijn naast incidentele corrigerende maatregelen ook structurele verbeteringen in gang gezet.
Voornemens In het komend jaar wil het IMW nader vorm geven aan cliëntenparticipatie door het instellen van een cliëntenraad. Daarnaast zal er een medewerkerstevredenheidsonderzoek worden uitgevoerd. Voorts zal een uitgebreidere evaluatie van de samenwerking met de ketenpartners plaatsvinden.
Personeel Het IMW had aan het eind van het verslagjaar 98 personeelsleden in dienst (voltijd en deeltijd). 74% Vrouwen en 26% mannen. In de loop van het jaar werden 13 medewerkers aangenomen, 9 verlieten de instelling. Eind 2007 waren er 3 stagiaires, 3 vrijwilligers, 1 persoon vanuit K-Pabel en 2 mensen vanuit de BSW in het IMW werkzaam; ook werd gebruik gemaakt van de diensten van 3 medewerkers via uitzendbureau 65+ en 1 medewerker via het uitzendbureau Tence. De gemiddelde leeftijd van het personeel was in 2007 49 jaar (leeftijdsopbouw: jonger dan 30 jaar: 9%, tussen de 30 en de 40 jaar: 14%; 19% veertigers; 50 jaar of ouder: 58%).
Kwaliteitsregistratie en verbeteren In het verslagjaar werden met het oog op de kwaliteitsbevordering onder andere: •afwijkingen- en verbeterformulieren ingevuld door de medewerkers •agressiesituaties gemeld Maatschappelijk werkster •individuele en collectieve scholingsluistert goed, geeft goed advies, legt programma’s uitgevoerd •een externe periodieke de vinger op de juiste plek! Het was audit en diverse interne audits uitgevoerd de juiste steun die ik in die periode •in klachten van cliënten bemiddeld door nodig had. unithoofden en directie •maandelijks een klanttevredenheidsonderzoek uitgevoerd. Indien de resultaten van de hierboven vermelde
“
”
Mission statement Het IMW is een professionele eerstelijnsorganisatie voor psychosociale en sociaal juridische dienstverlening en sociale activering, die zich in samenwerking met anderen, richt op het helpen van mensen met persoonlijke, psychosociale of maatschappelijke problemen, teneinde hun zelfredzaamheid te herstellen, bevorderen of ondersteunen. Het IMW zet haar kennis van psychosociale problemen in, in ketens van voorzieningen van wonen, zorg en welzijn, ter bevordering van het zelfstandig functioneren van (groepen) mensen. De hulpverlening wordt voortdurend getoetst op effectiviteit, efficiency, maatschappelijke relevantie en algemeen erkende kwaliteitseisen.
instituut voor maatschappelijk welzijn
Willemstraat 20 4811 AL Breda Postbus 7105 4800 GC Breda Telefoon 076 530 58 88 Fax 076 530 58 99 E-mail
[email protected] Internet www.imwbreda.nl
Colofon © 2008 Tekst: Tekstbijdragen: Cijfers, grafieken: Eindredactie: Vormgeving: Drukwerk:
Arend Inklaar IMW Jeroen Berkhout en Peter Dautzenberg IMW Jeroen Berkhout IMW Marijke den Hollander IMW Mommersontwerp, Ulvenhout Drukkerij Salsedo, Breda