Raad voor Maatschappelijk Welzijn

Notulen open zitting

Raad voor Maatschappelijk Welzijn Zitting van 12 februari 2013 - 19:00 uur Locatie Oude Raadzaal (Onderbergen 86 - 9000 Gent) Aanwezig De heer Rudy Coddens, voorzitter Mevrouw Evita Willaert, raadslid; de heer Yoeri Note, raadslid; mevrouw Ingrid Vandaele, raadslid; de heer Pascal Verbeke, raadslid; de heer Carl De Decker, raadslid; de heer Cengiz Cetinkaya, raadslid; mevrouw Emilie Peeters, raadslid; mevrouw Els Roegiers, raadslid; mevrouw Yeliz Güner, raadslid; de heer Eric Wauters, raadslid; de heer Ronny Rysermans, raadslid Mevrouw Liesbet Vertriest, plaatsvervangend secretaris Verontschuldigd Mevrouw Chantal Sysmans, raadslid; de heer Jurgen Bockstaele, raadslid; mevrouw Liliane De Cock, raadslid De heer Daniël Termont, burgemeester stad Gent De heer Luc Kupers, secretaris

De voorzitter opent de open zitting om 19:01 uur

Openbare zitting Goedkeuring notulen

2013_RMW_00029

Notulen openbare raadszitting van 7 januari 2013 Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd

De Raad voor Maatschappelijk Welzijn

Openbaarheid van bestuur Dit besluit is ter inzage.

Visum van de ontvanger Visum:

niet vereist

besluit het volgende goed te keuren: bij publieke stemming met eenparigheid van stemmen

Artikel 1 De notulen van de openbare raadszitting van 7 januari 2013.

2013_RMW_00030

Notulen openbare raadszitting van 15 januari 2013 Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd

1/255 RMW - 12 februari 2013





niet vereist


Artikel 1 De notulen van de openbare raadszitting van 15 januari 2013.

Agendapunten Diensten van de Secretaris AG Stadsontwikkelingsbedrijf Gent

2013_RMW_00045

Kosteloze overdracht van het plantrecht en bomen aan de gemeente Evergem Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Het OCMW Gent is eigenaar van het plantrecht en bomen welke zich bevinden langs verschillende buurtwegen op het grondgebied van de gemeente Evergem. De bomen zijn aangeplant door het OCMW Gent in functie van het plantrecht, verkregen door de voormalige eigenaars van de onteigende wegen door de gemeentes volgens de wet van 10 april 1841 op de buurtwegen. De buurtwegen behoren tot de verantwoordelijkheden van de gemeenten. Het plantrecht is het recht dat eigenaars van percelen hebben om bomen te planten op een strook van het openbaar domein gelegen tussen het perceel en de openbare weg. De eigenaar van het aanpalend perceel is ook eigenaar van de bomen. De kosteloze overdracht van het plantrecht naar verschillende gemeenten is een uitvoering van de raadsbeslissing van het OCMW Gent van 12 oktober 2004. Voor de gemeente Evergem betreft het 2.048 lopende meter plantrecht en 219 bomen gelegen in de volgende straten: 6 populieren en 77 m plantrecht langs de Vierlinden, buurtweg 24 in Evergem; 8 populieren en 87 m plantrecht in de Droogte, buurtweg 3 in Evergem; 32 populieren en 314 m plantrecht in de Diksmere, buurtweg 14 in Evergem; 15 populieren en 130 m plantrecht in de Steenovenstraat, buurtweg 46 in Evergem; 95 eiken, 26 beuken en 5 populieren en 1.036 m plantrecht in de Rijschootstraat, buurtweg 12 in Ertvelde (Evergem); 21 populieren en 261 m plantrecht in de Meistraat, buurtweg 8 in Sleidinge (Evergem); 11 populieren en 143 m plantrecht in de Grote Moerstraat / Haantjen, buurtweg 4 in Sleidinge (Evergem). De ontwerpakte werd opgemaakt door Joris Teirlinck, Commissaris van het aankoopcomité Gent I in opdracht van de gemeente Evergem.

Motivering

2/255 RMW - 12 februari 2013


Overwegende dat het OCMW Gent het plantrecht en 219 bomen bezit op het grondgebied van de gemeente Evergem; overwegende dat het onderhoud van de bomen moet uitbesteed worden, wat kosten meebrengt en dat de opbrengst van de verkoop van bomen niet opweegt tegen de kosten die moeten gemaakt worden om de bomen in stand te houden; overwegende dat door het afstaan van plantrecht en bomen, het OCMW Gent gevrijwaard wordt van verdere opvolging en kosten aangezien de gemeente vanaf het verlijden van de akte zal instaan voor het verdere beheer en onderhoud met betrekking tot het plantrecht en de bomen; gelet op de raadsbeslissing van het OCMW Gent van 12 oktober 2004 waarin de kosteloze overdracht van het plantrecht aan verschillende gemeenten, waaronder ook Evergem, werd goedgekeurd; gelet op het Decreet betreffende de organisatie van het Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn van 19 december 2008; gelet op de gemeenteraadsbeslissing van de gemeente Evergem van 24 februari 2011; gelet op het gunstig advies van het overlegcomité van 19 mei 2011.

Strategisch kader Dit besluit kadert in volgende doelstelling(en): De financiële middelen en het patrimonium efficiënt beheren



niet vereist

Adviezen SOB Juridisch advies Datum:

21 januari 2013

Advies:

Gunstig


Artikel 1 De kosteloze overdracht van 2.048 meter plantrecht en 219 bomen aan de gemeente Evergem.

Artikel 2 De ontwerpakte zoals opgesteld door Joris Teirlinck, Commissaris bij het Aankoopcomité Gent I.

Artikel 3 Het verlijden van de akte door Joris Teirlinck, Commissaris bij het Aankoopcomité Gent I.

Artikel 4 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit:

3/255 RMW - 12 februari 2013


Bijlage 1: ontwerpakte - joris teirlinck - 17-01-13 - CSBXKR3.pdf

Bijlage(n) ontwerpakte - joris teirlinck - 17-01-13 - CSBXKR3.pdf

4/255 RMW - 12 februari 2013


Bijlage: ontwerpakte - joris teirlinck - 17-01-13 - CSBXKR3.pdf

5/255 RMW - 12 februari 2013

ontwerpakte - joris teirlinck - 17-01-13 - CSBXKR3.pdf

6/255 RMW - 12 februari 2013

7/255 RMW - 12 februari 2013

8/255 RMW - 12 februari 2013

9/255 RMW - 12 februari 2013

10/255 RMW - 12 februari 2013

11/255 RMW - 12 februari 2013

12/255 RMW - 12 februari 2013

13/255 RMW - 12 februari 2013


2013_RMW_00047

Lochristi: onderhandse verkoop van grond / principiële beslissing Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Het OCMW Gent is eigenaar van gronden gelegen aan de Nieuwstraat te Lochristi. Deze onroerende goederen zijn kadastraal gekend als Lochristi, 1ste afdeling, sectie C, nummers 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.

606Z met kadastrale oppervlakte van 1.010 m² - puin; 606A2 met kadastrale oppervlakte van 3.740 m² - bouwland; 606W met kadastrale oppervlakte van 3.508 m² - bouwland; 606X met kadastrale oppervlakte van 151 m² - weg; 608A4 met kadastrale oppervlakte van 3.651 m² - bouwland; 603A3 met kadastrale oppervlakte van 2.080 m² - grond; 601G4 met kadastrale oppervlakte van 793 m² - bouwland; 603P met kadastrale oppervlakte van 50 m² - Nieuwstraat 30; 603V2 met kadastrale oppervlakte van 50 m² - Nieuwstraat 32.

Volgens het gewestplan zijn alle percelen gelegen in woongebied met landelijk karakter en volgens het Algemeen Plan van Aanleg alle gelegen in landelijke woonzone type 1. Schets van de gebruikssituatie De percelen 1 tot en met 4 zijn vrij ingevolge vonnis van 1 juli 1988 bij verstek waarbij de cijnsovereenkomsten werden ontbonden in het voordeel van het OCMW Gent. Op terrein werd wel geconstateerd dat deze gronden gebruikt worden. André De Stercke (eigenaar aanpalende grond) gebruikt deze percelen als sinds 1989 zonder recht noch titel. Perceel 5 is belast met een erfpacht ten voordele van Hervé Stevens ingevolge akte verleden voor notaris Schinkel op 27 september 1954. De oorspronkelijke erfpacht werd gesloten voor een termijn van 35 jaar ingaande vanaf 2 januari 1909 krachtens een proces-verbaal van 27 mei 1908 verleden voor notaris Schinkel. Het verderzetten van de erfpacht kan enkel gezien worden als een gedogen en niet als een stilzwijgende verlenging. De onderhandelingen zijn lopend om de erfpacht te beëindigen volgens de voorwaarden van het lastenkohier, waarbij de woning zou overgedragen worden aan de helft van de geschatte waarde en het OCMW dus de grond terugkrijgt en de woning in volle eigendom verkrijgt. Perceel 6 is vrij ingevolge akte beëindiging cijnspacht verleden voor notaris Wylleman op 27 juni 2003. De opstaande woningen Nieuwstraat 30 en 32, benoemd onder de nummers 8 en 9, zijn vrij van enig gebruik en staan leeg. Perceel 7 is belast met een erfpacht ten voordele van de consoorten De Vos ingevolge akte erfpacht verleden voor notaris Schinkel op 10 oktober 1907, verlengd door een akte verleden voor notaris Rutsaert op 31 maart 1951. De erfpacht werd gesloten voor een termijn van 35 jaar ingaande vanaf 2 januari 1908. Het verderzetten van de erfpacht kan enkel gezien worden als een gedogen en niet als een stilzwijgende verlenging. De onderhandelingen zijn lopend om de erfpacht te beëindigen volgens de voorwaarden van het lastenkohier. De ontwikkelingsmogelijkheden van de gronden werden grondig bestudeerd. De gronden kunnen naar ligging, configuratie en ontwikkelingsmogelijkheden in vier delen worden opgedeeld (zie schets, bijlage 1). DEEL 1: de kadastrale percelen met nummers 606Z, 606A2, 606W en 606X, met een totale oppervlakte van 8.409 m². De percelen liggen ingesloten door andere percelen die geen eigendom zijn van het OCMW Gent en de enige toegang naar de openbare weg, via perceel 606X, is veel te smal om een verkaveling te kunnen realiseren. Deze percelen zijn op zich niet verkavelbaar, dus participatie in een groter geheel is de enige ontwikkelingsmogelijkheid. DEEL 2: deel van de kadastrale percelen met nummers 608A4, 603A3 en 601G4 en de kadastrale percelen met nummers 608Z3, 608Y3 en 603V2, met een diepte van 31 m vanaf de rooilijn van de Nieuwstraat. Totale, benaderende oppervlakte: 2.480 m². De gronden liggen langs een voldoende uitgeruste weg en kunnen heel eenvoudig en met beperkte kosten verkaveld worden. Om de gronden bouwrijp te maken, moeten de opstaande woningen wel gesloopt worden. Het OCMW Gent opteert ervoor om op die gronden zelf een verkaveling te realiseren. Daarvoor zal, na beëindiging van de erfpachten, een ontwerper aangesteld worden. DEEL 3: deel van de kadastrale percelen met nummers 608A4, 603A3 en 601G4, vanaf 31 m achter de rooilijn van de Nieuwstraat, met een totale, benaderende oppervlakte van 4.410 m². Die gronden kunnen alleen maar ontwikkeld worden door het aanleggen van een nieuwe weg. De kostprijs voor de aanleg van wegenis en de bijbehorende nutsleidingen is echter veel te hoog voor het beperkt aantal kavels dat op de grond kan gerealiseerd worden. Anderzijds is de vorm van het terrein niet echt gunstig om een verkaveling met wegenaanleg te realiseren. Een gezamenlijke verkaveling waarbij de achterliggende, onbebouwde percelen worden opgenomen, is de enige mogelijkheid om rendabel te ontwikkelen. DEEL 4: deel van het kadastraal perceel met nummer 608A4, met een diepte van 31 m vanaf de rooilijn van de Nieuwstraat en met een breedte van 12 m, met een oppervlakte van 372 m². Om de gronden van deel 3 en de daarachter gelegen,

14/255 RMW - 12 februari 2013


onbebouwde gronden te kunnen ontwikkelen, is een ontsluiting naar de openbare weg noodzakelijk. Die ontsluiting kan genomen worden over het deel 4. Indien geen ontsluitingsmogelijkheid voor de achterliggende terreinen nodig zou zijn, zou deel 4 kunnen toegevoegd worden aan deel 2. Het OCMW Gent kan de gronden van de delen 1 en 3 niet zelf ontwikkelen om voornoemde redenen en de eigenaar van de aanpalende, onbebouwde gronden, de BVBA Vastgoed De Clerck uit Lochristi (Vastgoed DC), wil geen gezamenlijke verkaveling met het OCMW Gent, maar is wel geïnteresseerd om de delen 1, 3 en 4 onderhands aan te kopen. Die gronden hebben samen een benaderende oppervlakte van 13.191 m². Vastgoed DC heeft op 13 juli 2011 een schriftelijk bod gedaan van 85,00 euro/m² voor de gronden van de delen 1 en 3 en 235,00 euro/m² voor de grond van deel 4. Dus, volgens de benaderende oppervlakte, een totaal van 1.177.035,00 euro. Algemeen kan er gesteld worden dat, als Vastgoed DC geen interesse zou hebben om te kopen, de gronden moeten beschouwd worden als tuingrond en alleen kunnen verkocht worden aan eigenaars van aanpalende percelen. De waarde ervan zou ergens tussen 20,00 euro/m² en 40,00 euro/m² liggen. In opdracht van het OCMW Gent werd de waarde van die gronden op 18 september 2012 geschat door Daeninck-Audenaert, landmeetkundig bureau met zetel te Lochristi en Evergem. De schatter heeft de gelegenheidswaarde voor de kandidaat-koper bepaald: de waarde na ontwikkeling, verminderd met de kosten voor het bouwrijp maken. DEEL 1: voor de percelen 606Z, 606A2, 606W 137,00 euro/m² en voor perceel 606X 100,00 euro/m². DEEL 3: 138,00 euro/m². DEEL 4: 275,00 euro/m² De geschatte totaalwaarde van de gronden waarin Vastgoed DC interesse heeft, is 1.857.326,00 euro. Vastgoed DC is ondertussen eigenaar van alle onbebouwde gronden die palen aan de eigendommen van het OCMW Gent en is dan ook de enige mogelijke kandidaat om de OCMW-gronden te ontwikkelen voor wie de gronden een gelegenheidswaarde hebben. Na onderhandelingen heeft Vastgoed DC op 13 november 2012 een formeel bod gedaan van 1.900.000,00 euro en is bereid onderhands te kopen onder de volgende voorwaarden: De koper aanvaardt dat verschillende percelen belast zijn met een erfpachtovereenkomst; De koper staat in voor de materiële afbraak van de woningen Nieuwstraat 30, 32 en 34; Alle kosten verbonden aan de verkoop (incl. opmetingskosten, afpalingskosten, erelonen, aktekosten, …) zijn ten laste van de koper; De onroerende goederen worden verkocht in de staat waarin ze zich bevinden. Zowel met alle lijdende als heersende, zichtbare en niet-zichtbare, voortdurende en niet-voortdurende erfdienstbaarheden die de goederen zouden kunnen bezwaren; Goedkeuring door de bevoegde bestuursorganen van het OCMW Gent van zowel de beslissing tot verkoop als de inhoud van de akte, en afwezigheid van schorsing en/of vernietiging van deze beslissing door de toezichthoudende overheid in het kader van het administratief toezicht. De afbraak van de woningen Nieuwstraat 30, 32 en 34 wordt als last opgelegd aan de koper. Als het OCMW Gent de gronden van deel 2 wil ontwikkelen, moeten de 3 woningen op die gronden gesloopt worden. Normaliter moet daarvoor een overheidsopdracht uitgeschreven worden waar veel tijd moet ingestoken worden. Voor Vastgoed DC, dat aannemersmateriaal in de buurt beschikbaar heeft, is de sloop van die woningen maar een heel kleine last. In afwijking van het algemene principe van openbare verkoop bij onroerende vervreemding, kunnen onroerende goederen van het OCMW Gent onderhands verkocht worden wanneer er een belangrijke aangelegenheidswaarde is in hoofde van de kandidaat-koper. Niettemin moet er voor gezorgd worden dat de opbrengst van de verkoop voldoende hoog is in verhouding tot de waarde van het goed. Alsook blijft de verplichting er om de bevolking in te lichten en dit wordt opgevangen door het organiseren van een informatieronde. Na goedkeuring door de OCMW-Raad van deze principiële beslissing tot onderhandse verkoop zal een informatieronde gehouden worden door de eigenaars van alle aanpalende percelen schriftelijk in te lichten over de geplande, onderhandse verkoop en door publicatie in enkele lokale kranten en een termijn van 30 dagen wordt voorzien voor eventuele reacties. Notaris Van Damme zou door het OCMW aangeduid worden met het opstellen en verlijden van de akte onderhandse verkoop.

Motivering Overwegende dat deel 1, 3 en 4 door het OCMW zelf niet te ontwikkelen is; overwegende dat de gemeente Lochristi een voorkeur geeft aan een globale verkaveling van de gronden; overwegende dat het procentueel aandeel van de eigendom van het OCMW minimaal is in een globale verkaveling; overwegende dat Vastgoed DC de enig kandidaat-ontwikkelaar is die in aanmerking komt, gezien Vastgoed DC zekerheden heeft verworven op een groot deel van de gronden die palen aan de eigendom van het OCMW;

15/255 RMW - 12 februari 2013


overwegende dat Vastgoed DC de gronden wil verwerven tegen een zeer gunstige prijs gekoppeld aan voordelige voorwaarden voor het OCMW; gelet op de waardebepalingen opgemaakt door Daeninck-Audenaert op 18 september 2012; gelet op het Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn; gelet op het gunstig advies van het Overlegcomité 8 november 2012 met betrekking tot het gedane voorstel en de voorwaarden aan Vastgoed DC; gelet op de briefwisseling van Vastgoed DC van 13 november 2012 waarbij Vastgoed DC zich akkoord verklaart met de overeengekomen voorwaarden.


Openbaarheid van bestuur Dit besluit is niet ter inzage. Motivering: Artikel 14 - 1 : een aanvraag tot openbaarmaking dient afgewezen te worden, voor zover die geen betrekking heeft op milieu-informatie, indien ze van oordeel zijn dat het belang van de openbaarheid niet opweegt tegen de bescherming van een economisch, financieel of commercieel belang van een in artikel 4, 1, genoemde instantie.

Financiële informatie Investering Gebudgetteerd:

Ja

Verbintenis:

Ja

Totaal geschatte inkomsten:

1900000

Totaal geschatte uitgaven:

0

10100 Bouwgronden patrimonium 20130082 Initiëel budget:

1682780

Reeds aangewend:

0

Engagementen:

0

Geschatte inkomsten: Commentaar

1900000 Overeengekomen vergoeding voor de grond opgenomen in dit voorstel.

Geschatte uitgaven:

0


niet vereist

Adviezen Dienst Budgettering Datum:

29 januari 2013

Advies:

Gunstig

Motivering:

gunstig

SOB Juridisch advies

16/255 RMW - 12 februari 2013


Datum:

29 januari 2013

Advies:

Gunstig


Artikel 1 De principiële beslissing met betrekking tot de onderhandse verkoop aan Vastgoed DC van grond gelegen aan de Nieuwstraat te Lochristi, kadastraal gekend als Lochristi, 1ste afdeling, sectie C, nummers 606Z, 606A2, 606W en 606X en deel van nummers 608A4, 603A3 en 601G4.

Artikel 2 Het uitvoeren van een informatieronde om de bevolking in te lichten.

Artikel 3 Het aanstellen van notaris Van Damme met standplaats te Lochristi, voor het opmaken en het verlijden van de akte onderhandse verkoop.

Sociale Dienstverlening - Wonen & Activering Staf Activering Subsidiecel

2013_RMW_00050

Afrekening tussenkomst in loonkost door gebruiker binnen artikel 60§7 privé tewerkstelling Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Bij een ter beschikkingstelling in het kader van art. 60§7 privé, moet de gebruiker een tussenkomst in de loonkost betalen. Dit wordt gefactureerd via maandelijkse voorschotten. Op het einde van de tewerkstelling volgt een afrekening, waarbij de totale loonkost voor de gebruiker berekend wordt en verminderd wordt met de reeds betaalde voorschotten. Momenteel voorziet de samenwerkingsovereenkomst dat deze afrekening gebeurt op het einde van het kalenderjaar waarin de terbeschikkingstelling beëindigd werd. Dit is het gevolg van het feit dat sommige posten voor de berekening van de werkelijke loonkost pas op dat moment gekend zijn. Meer bepaald kan de eindejaarspremie maar berekend worden indien de berekeningsbasis daarvoor gekend is, en deze is pas gekend op het einde van het kalenderjaar. In de praktijk zorgt dit voor problemen omdat afrekeningen hierdoor soms tot een jaar na het einde van de tewerkstelling opgemaakt worden, waardoor gebruikers doorgaans verrast worden, en vaak weigeren te betalen. Niettegenstaande dit principe is opgenomen in de samenwerkingsovereenkomst begrijpen we dat deze werkwijze weerstand oproept bij de privé-ondernemingen waarmee we samenwerken. We stellen voor, om in de toekomst deze problemen te vermijden, de samenwerkingsovereenkomst aan te passen volgens voorstel in bijlage (aanpassing art. 15), met name door de eindejaarspremie te berekenen op basis van de berekeningsregels die het kalenderjaar voordien golden. De eindafrekening zal dan opgemaakt worden binnen de drie maanden na het einde van de terbeschikkingstelling. Hiermee willen we korter op de bal kunnen spelen en sneller duidelijkheid brengen omtrent de afrekening. Financieel betekent dit geen grote meerkost voor het OCMW, zie hiervoor de simulatie in bijlage. In geval van langdurige ziekte, mutatie, vroegtijdige stopzetting van de tewerkstelling, loopt de loonkost verder op, terwijl er geen prestaties meer verricht worden bij de gebruiker. In deze situaties wensen we de loonkost niet verder te factureren. We vragen hiervoor principiële goedkeuring.

17/255 RMW - 12 februari 2013


Motivering Gelet op het feit dat de gebruiker in het kader van een terbeschikkingstelling art. 60 privé een tussenkomst in de loonkost dient te betalen, die in de loop van de terbeschikkingstelling gefactureerd wordt via maandelijkse voorschotfacturen; gelet op het feit dat op het einde van de terbeschikkingstelling een eindafrekening wordt gemaakt waarbij de totale loonkost tijdens de terbeschikkingstelling art. 60 wordt vergeleken met de reeds gefactureerde voorschotten; gelet op het belang zo snel mogelijk bij het einde van een terbeschikkingstelling in het kader van art. 60 privé een eindafrekening te maken en te factureren en op dat moment de index voor de berekening van de eindejaarspremie nog niet gekend is; gelet op het feit dat, door rekening te houden met de index voor berekening eindejaarspremie van het vorige jaar, een lagere loonkost wordt doorgerekend aan de gebruiker, maar dit toelaat de afrekening van de loonkost binnen de drie maanden na het einde van de tewerkstelling te laten plaatsvinden; gelet op het feit dat in bepaalde gevallen de loonkost tijdens een art. 60§7 privé tewerkstelling verder oploopt terwijl er geen prestaties meer verricht worden bij de gebruiker.



niet vereist

Adviezen Financieel Advies Datum:

21 december 2012

Advies:

Gunstig


Artikel 1 In geval van langdurige ziekte, mutatie, vroegtijdige stopzetting van de terbeschikkingstelling in het kader van art. 60§7 privé, wordt de loonkost niet verder aangerekend aan de gebruiker.

Artikel 2 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 1: samenwerkingsovereenkomst art. 607priv.doc

Bijlage(n) samenwerkingsovereenkomst art. 607priv.doc

18/255 RMW - 12 februari 2013


Bijlage: samenwerkingsovereenkomst art. 607priv.doc

19/255 RMW - 12 februari 2013

samenwerkingsovereenkomst art. 60ï¿½7privï¿½.doc

Samenwerkingsovereenkomst OCMW – (gebruiker) In het kader van de terbeschikkingstelling van werknemers met art. 60§7 contract bij privé-ondernemingen Tussen Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent (Onderbergen 86, 9000 GENT) vertegenwoordigd door de voorzitter, Geert Versnick, en de secretaris, Luc Kupers, hierna OCMW Gent genoemd, EN Onderneming: (juridische vorm + benaming) Ondernemingsnummer: … Zetel is gevestigd te: (adres) Vertegenwoordigd door: (naam + functie) hierna gebruiker genoemd. Wordt in het kader van tewerkstelling in toepassing artikel 60 § 7 van de Organieke Wet van 8 juli 1976 het volgende overeengekomen: Algemeen Met het doel bij te dragen tot de sociale en professionele (her)inschakeling van (naam en voornaam), geboren op dd. maand jjjj, woonachtig te (adres + postnummer + PLAATS) en hierna werknemer genoemd, stelt het OCMW Gent deze persoon, aangeworven in toepassing van art. 60 § 7 van de Organieke Wet van 8 juli 1976, tot het einde van zijn contract ter beschikking van de gebruiker, als gevolg van de beslissing in het BCSD van (datum + punt). Administratief statuut van de werknemer 1. Het OCMW Gent blijft de juridische werkgever van de werknemer, maar het feitelijke gezag over de werknemer oefent de gebruiker uit, die de leiding en het toezicht over de werknemer uitsluitend voor eigen rekening uitoefent. Zo draagt de gebruiker de exclusieve en volledige aansprakelijkheid op grond van artikel 1384 van het Burgerlijk Wetboek, en dient hij zich voor dit risico te verzekeren. 2. De gebruiker zorgt er als een goede huisvader voor dat de uitgeoefende arbeid door de werknemer wordt verricht in behoorlijke omstandigheden met betrekking tot zijn veiligheid en gezondheid en dat de eerste hulp aan hem kan worden verstrekt bij een ongeval. Met dit doel stelt de gebruiker alle vereiste medische benodigdheden ter beschikking van de werknemer. Hij neemt alle maatregelen noodzakelijk om elke mogelijke verwonding op een adequate manier te verzorgen. Indien het OCMW Gent enige kosten dient te maken tengevolge van de niet-naleving van deze verplichtingen door de gebruiker, kunnen deze integraal verhaald worden op de gebruiker.

20/255 RMW - 12 februari 2013

3. Ingeval de werknemer gedurende de terbeschikkingstelling schade berokkent aan de gebruiker, is hij enkel aansprakelijk voor zijn bedrog en zijn zware schuld. Voor lichte schuld is hij enkel aansprakelijk als die bij hem eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomt. 4. Het algemeen personeelsreglement en arbeidsreglement dat van kracht is binnen het OCMW van Gent is van toepassing op de arbeidsovereenkomst die de werknemer art. 60 §7 Organieke Wet met het OCMW verbindt. 5. Een voltijds uurrooster komt overeen met 38 uur per week. Er gelden bijzondere regels in geval van nachtarbeid, arbeid op zaterdag / zondag / feestdag en bij het presteren van overuren. Meer informatie hierover is opgenomen in bijlage I aan deze overeenkomst. Verplichtingen met betrekking tot de samenwerking 6. De gebruiker verbindt zich ertoe het OCMW Gent op de hoogte te brengen van iedere wijziging van identificatiegegevens zoals benaming, vennootschapsvorm, vertegenwoordiging, contactgegevens. 7. De gebruiker bezorgt maandelijks aan het OCMW Gent een aanwezigheidslijst met hierop de aan - en afwezigheden van de werknemer gedurende de afgelopen maand. Deze aanwezigheidslijst dient toe te komen bij Personeelsbeheer van het OCMW Gent de eerste werkdag van de maand die volgt op de maand waarin de prestaties werden geleverd. Personeelsbeheer OCMW Gent Jubileumlaan 217 E 9000 Gent Email: [email protected] Fax 09 266 95 95 8. De toekenning van het verlof gebeurt door de gebruiker maar in functie van de verlofregeling die van kracht is binnen het OCMW Gent. Wanneer de gebruiker een collectieve verlofperiode kent, of om andere redenen geen continue tewerkstelling kan bieden in de loop van het contract, dienen zij dit te melden voor de terbeschikkingstelling van het betrokken personeel zodat men hieromtrent afspraken kan maken. 9. Aanwerving, mutatie, administratieve - of tuchtmaatregelen en ontslag van de werknemer blijven de exclusieve bevoegdheid van het OCMW Gent. De gebruiker verbindt zich ertoe elk conflict met de werknemer en elk feit dat kan leiden tot de beëindiging van de terbeschikkingstelling of enige andere door het OCMW te ondernemen actie, onmiddellijk ter kennis van Personeelsbeheer van het OCMW Gent en van de trajectbegeleider van het opleidings- en tewerkstellingscentrum (OTC) van het OCMW Gent te brengen. Zodat het OCMW Gent in staat zou zijn hieromtrent de nodige maatregelen te nemen. In voorkomend geval zullen de gebruiker en het OCMW Gent alle stappen ondernemen om de continuïteit van de terbeschikkingstelling te garanderen. De gebruiker zal de terbeschikkingstelling slechts beëindigen indien deze stappen vruchteloos bleken. Indien de beëindiging van de ter beschikkingstelling niet onmiddellijk mogelijk blijkt blijft de gebruiker gebonden door de verplichting omschreven in het hoofdstuk ‘financiële afspraken’, artikel 14. 10. De gebruiker verbindt zich ertoe alle administratieve gegevens die van invloed kunnen zijn op de verplichtingen en het statuut van de werknemer onmiddellijk ter kennis van Personeelsbeheer van het OCMW Gent te brengen. Zo dienen onder meer ziekte, ongeval, verlof, al dan niet gewettigde afwezigheid van de werknemer, en hervatting van de arbeid na afwezigheid, onmiddellijk (mogelijks vooraf) doorgegeven te worden aan Personeelsbeheer van het OCMW Gent en aan de trajectbegeleider van het OTC.

21/255 RMW - 12 februari 2013

De werknemer bezorgt medische attesten rechtstreeks aan het Personeelsbeheer van OCMW Gent. Indien medische attesten aan de gebruiker werden overhandigd, bezorgt de gebruiker deze uiterlijk de derde werkdag volgend op de dag van de ziekte of het ongeval van de werknemer aan het Personeelsbeheer van OCMW Gent. Indien OCMW Gent ten onrechte loon uitbetaalt ten gevolge van het niet-nakomen of laattijdig nakomen van deze verplichting (bijv. laattijdig of niet ter kennis brengen van onwettige afwezigheden, waardoor betrokkene toch loon ontvangt voor die dagen), zal een schadevergoeding worden aangerekend aan de gebruiker (zie verder onder artikel 16, hoofdstuk ‘financiële afspraken’). In voorkomend geval, meldt de gebruiker de tijdelijke werkloosheid wegens slecht weer binnen 48 uur aan de RVA. Nadien maakt de gebruiker ook melding van deze tijdelijke werkloosheid aan het Personeelsbeheer van OCMW Gent. Indien de gebruiker in gebreke blijft deze administratieve verplichtingen na te komen (en dit als gevolg heeft dat de werknemer geen aanspraak kan maken op een vervangingsinkomen) zal hij gehouden zijn de loonkost te betalen die OCMW Gent heeft betaald als gevolg daarvan. Dit is conform art. 14, hoofdstuk ‘financiële afspraken’(zie verder onder artikel 15, hoofdstuk ‘financiële afspraken’). Bij een arbeidsongeval of een ongeval van of naar het werk, is de gebruiker verplicht een formulier “aangifte van ongeval” aan het Personeelsbeheer van OCMW Gent te bezorgen, zelfs ingeval er twijfel bestaat over de kwalificering als arbeidsongeval. 11. Preventie van arbeidsongevallen en Welzijn op het Werk : De gebruiker zal instaan voor de toepassing van de plichten van de werkgever met betrekking tot de Arbeidsveiligheid en het Welzijn op het werk (codex). De gebruiker heeft een leidinggevend personeelslid dat voldoende kennis heeft van de bepalingen van het Welzijn op het Werk en van de preventietaken. Hij geeft deze op in deze overeenkomst. - Naam : - Functie : - Opleiding : Deze persoon zal fungeren als preventieadviseur voor de gebruiker. Hij/zij staat in voor het preventiebeleid binnen de onderneming en rapporteert naar de Voorzitter van deze onderneming. Hij/zij geeft ook de nodige informatie door naar de Dienst IDPBW van het OCMW omtrent de analyse van elk arbeidsongeval alsook de preventiemaatregelen die daar bijhoren. Voor ondersteuning bij deze taken kan hij/zij steeds hulp vragen bij de Dienst IDPBW van het OCMW Gent: preventieadviseur Philippe Jacobs, Jubileumlaan 217 E, 9000 GENT - Tel. : +32 9 266 9976 - Gsm : +32 475 28 16 21

12. Het is de gebruiker niet toegelaten de werknemer te werk te stellen onder leiding en toezicht van personen vreemd aan de onderneming, noch de werknemer (al dan niet tijdelijk) te werk te stellen in een andere onderneming, zonder de uitdrukkelijke en vooraf gegeven toestemming van het OCMW Gent. Financiële Afspraken 13. De loonkosten die voortvloeien uit het arbeidscontract gesloten tussen het OCMW Gent en de werknemer worden betaald door OCMW Gent.

22/255 RMW - 12 februari 2013

Verplaatsingskosten van en naar de werkplaats vallen ten laste van het OCMW Gent conform de vigerende reglementering. 14. Andere kosten die de werknemer maakt tengevolge van de terbeschikkingstelling, zoals kosten voor werkkledij, materieelkosten, verplaatsingskosten (tijdens de diensturen) e.a., vallen ten laste van de gebruiker. De gebruiker is aansprakelijk voor het gebrekkig werk, te wijten aan de slechte hoedanigheid van de door hem geleverde grondstoffen, gegevens, gereedschappen of apparatuur. 15. De door het OCMW Gent betaalde brutoloonkosten zijn ten laste van de gebruiker, na aftrek van de staatssubsidie zoals hierna is bepaald. De brutoloonkost omvat de som van het nettoloon, de bedrijfsvoorheffing, de werknemersbijdragen voor de sociale zekerheid, de bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid, de eindejaarspremie, het vakantiegeld, het vakantiegeld uitdiensttreding, de verbrekingsvergoeding ten gevolge van de beëindiging van de arbeidsovereenkomst, kosten arbeidsgeneeskundige dienst, syndicale premie, bijdrage SODICO (sociale dienst voor het personeel) en de premie voor de hospitalisatieverzekering. Het bedrag van de federale staatstoelage op jaarbasis is gelijk aan het bedrag van het leefloon bepaald in artikel 14, §1, eerste lid, 3°, van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie. Voor een gerechtigde op maatschappelijke integratie die de leeftijd van 25 jaar nog niet heeft bereikt op het ogenblik van de aanvang van de art.60 tewerkstelling bedraagt de staatssubsidie 125% van dit bedrag. De betaling van de brutoloonkost door de gebruiker aan het OCMW Gent gebeurt in de vorm van een maandelijks gefactureerd voorschot. Voor de berekening van het maandelijks voorschot wordt een gemiddelde waarde genomen voor de tot op heden niet gekende kosten zoals eindejaarspremie en vakantiegeld. Gedurende de terbeschikkingstelling maakt het OCMW Gent op het einde van de terbeschikkingstelling een afrekening voor het verschil tussen het door OCMW Gent werkelijk betaalde brutoloon, de effectief ontvangen staatstoelage en de al betaalde voorschotten. De afrekening wordt gefactureerd binnen de drie maanden na het einde van de terbeschikkingstelling. Voor de berekening van de eindejaarspremie wordt rekening gehouden met de index die op dat ogenblik gekend is, hetzij de index geldend in het vorige kalenderjaar, hetzij de index geldig voor het lopende kalenderjaar. Het voorschot wordt op het moment van de ondertekening van deze overeenkomst bepaald op € … per maand. Het bedrag van het voorschot kan in de loop van de overeenkomst door het OCMW Gent worden aangepast als dit verantwoord is door gewijzigde omstandigheden. 16. In sommige gevallen is de werkgever wettelijk verplicht loon te betalen aan de werknemer wanneer deze geen prestaties verricht. Het gaat onder meer over de periode van gewaarborgd loon bij ziekte en klein verlet. In deze gevallen blijft ook de vergoeding door de gebruiker verschuldigd aan OCMW Gent. Ook gedurende de opzegtermijn is de gebruiker gehouden de vergoeding te betalen voor alle dagen waarop OCMW Gent een loon uitbetaalt aan de werknemer. Indien OCMW Gent gehouden is loon te betalen aan de werknemer ten gevolge van een tekortkoming door de gebruiker aan zijn verplichtingen, zoals onder meer alle verplichtingen die voortvloeien uit deze samenwerkingsovereenkomst, zal de gebruiker gehouden zijn voor deze dagen de vergoeding te betalen zoals in artikel 14 uiteengezet. Zo zal bijv. de werknemer geen recht hebben op een vervangingsinkomen maar wel gerechtigd zijn op loon wanneer de gebruiker laattijdig of niet zijn verplichtingen nakomt t.a.v. de RVA bij tijdelijke werkloosheid wegens slecht weer. Deze loonkost wordt gedragen door de gebruiker, die aan het OCMW Gent de vergoeding verschuldigd is zoals is vermeld in artikel 14. Het OCMW Gent stuurt de factuur op de 15de van de maand volgend op de maand van de terbeschikkingstelling. De betaling dient te gebeuren binnen de 30 dagen te rekenen vanaf de

23/255 RMW - 12 februari 2013

factuurdatum. Laattijdige betaling is onderworpen aan verwijlinteresten, die zonder ingebrekestelling van rechtswege beginnen te lopen. 17. Om een correcte loonsberekening mogelijk te maken, is de gebruiker ertoe gehouden het Personeelsbeheer van OCMW Gent onmiddellijk op de hoogte te brengen van alle gebeurtenissen die een invloed kunnen hebben op de loonsberekening. Concreet verwijzen we hiervoor naar de bepalingen opgenomen in het hoofdstuk ‘verplichtingen met betrekking tot de samenwerking’. Indien het OCMW Gent ten onrechte loon betaalt (ten gevolge van het niet of laattijdig nakomen door de gebruiker van de verplichtingen die uit deze overeenkomst voortvloeien) zal aan de gebruiker een schadevergoeding worden aangerekend. Deze schadevergoeding bestaat uit de aangerekende loonkost voor alle dagen waarvoor het OCMW Gent ten onrechte een loon aan de werknemer uitbetaalde ten gevolge van de tekortkomingen van de gebruiker. Bijv. OCMW Gent betaalt ten onrechte loon uit doordat het niet op de hoogte werd gebracht van een onwettige afwezigheid. 18. Het OCMW Gent verbindt zich ertoe een premie te betalen aan de gebruiker als vergoeding voor de begeleiding - en opleidingskosten (zie verder hoofdstuk ‘Afspraken betreffende de begeleiding en vorming van de werknemer’). De werkgever heeft slechts recht op de premie binnen de hierna opgesomde voorwaarden, binnen de voorwaarden van het K.B. van 14 november 2002 tot vaststelling van de toelage, verstrekt aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, voor de omkadering en opleiding van rechthebbenden op financiële maatschappelijke hulp die bij overeenkomst worden tewerkgesteld bij een privé-onderneming en het K.B. van 11 juli 2002 tot vaststelling van de toelage, verstrekt aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, voor de omkadering en opleiding van gerechtigden op maatschappelijke integratie die bij overeenkomst worden tewerkgesteld bij een privé-onderneming. Deze premie zal toegekend worden op basis van de door de gebruiker gemaakte kosten voor externe opleiding en het aantal uren dat het personeelslid van de gebruiker besteedt aan de omkadering, opleiding en opvolging van de werknemer. De effectief gemaakte kosten voor externe opleiding moeten worden bewezen aan de hand van een factuur. De uren van het personeelslid van de gebruiker besteedt aan omkadering, opleiding, opvolging van de werknemer worden vergoed aan € 12,5 per uur. Daarnaast zullen de arbeidsuren die de werknemer onderbreekt voor trajectbegeleiding worden vergoed aan € 6,25 per uur. Het opleidings - en begeleidingsplan (zie artikel 21 in hoofdstuk ‘Afspraken betreffende de begeleiding en vorming van de werknemer’) zal als basis dienen voor de toekenning van deze premie. Dit document zal een stappenplan bevatten en maandelijks wordt een verklaring op eer opgemaakt in uitvoering van dit plan. De toekenning van deze premie zal gebeuren op basis van deze verklaring op eer, ondertekend door de vertegenwoordiger van de gebruiker en de werknemer. Deze verklaring wordt ingevuld en overgemaakt aan de trajectbegeleider van het OCMW Gent binnen de volgende maand waarnaar de verklaring verwijst. Indien de verklaring niet tijdig of onvolledig aan het OCMW Gent wordt bezorgd, zal het recht op de premie voor die periode komen te vervallen. De verklaring op eer geeft slechts recht op de premie indien zij aansluit op het opleidings- en begeleidingsplan en met de werkelijkheid overeenstemt. OCMW Gent houdt zich het recht voor de betaling van deze opleidings- en omkaderingspremie te schorsen of stop te zetten wanneer de uitgewerkte stappen binnen het individueel begeleidingsplan niet worden gerespecteerd. Het OCMW Gent zal de betaling uitvoeren bij overschrijving op het rekeningnummer … / ……. / .. na ontvangst en goedkeuring van de “verklaring op eer”. Het BTW-nummer van de gebruiker is …………. . De premie wordt betaald per kwartaal op voorwaarde dat de facturen van de maandelijkse vergoeding (zie hoofdstuk ‘financiële afspraken’, artikel 14) voor de overeenstemmende maanden door de gebruiker

24/255 RMW - 12 februari 2013

werden betaald. Indien de gebruiker nalaat te betalen zal de uitbetaling van de premie worden opgeschort tot betaling van alle open staande facturen. De premie bedraagt maximaal € 250 per maand voor een voltijdse terbeschikkingstelling en wordt toegekend voor een maximumperiode van 12 maanden. De gemaakte kosten worden gespreid over maximaal 24 maanden gedurende de volledige periode van tewerkstelling van de betrokkene (bij één of meerdere werkgevers cf. het K.B. van 14 november 2002 en K.B. van 11 juli 2002). De premie wordt voor een gedeeltelijke terbeschikkingstelling proportioneel herleid. Afspraken betreffende de begeleiding en vorming van de werknemer 19. Het Opleidings- en tewerkstellingscentrum (OTC) van het OCMW Gent staat in voor de toeleiding, voorselectie en de begeleiding van het personeel dat ter beschikking wordt gesteld. 20. Voor de aanvang van de terbeschikkingstelling wordt een overeenkomst “terbeschikkingstelling art. 60personeelslid” opgesteld en ondertekend door de werknemer, de voorzitter van het OCMW Gent, de secretaris van het OCMW Gent en de vertegenwoordiger van de gebruiker. 21. De gebruiker begeleidt en volgt de werknemer intensief op. De gebruiker staat in voor de individuele begeleiding en algemene vorming van de werknemer. De arbeidsbegeleider van de gebruiker volgt de werknemer op in nauwe samenwerking met de betrokken trajectbegeleider van het OTC. Daartoe wordt tijdens de eerste maand van de tewerkstelling door het OCMW Gent en de gebruiker samen een individueel opleidings - en begeleidingsplan uitgewerkt voor de terbeschikkinggestelde werknemer. Dit plan beschrijft het functieprofiel, de taakomschrijving van de werknemer, de modaliteiten voor de begeleiding en de evaluatie. Dit plan vermeldt ook de naam van het personeelslid van de gebruiker (die de begeleiding van de werknemer op zich neemt), het gedeelte van zijn vrijgemaakte werktijd en de naam van de trajectbegeleider van het OCMW Gent. De werknemer, de begeleider van het OTC en de begeleider van de gebruiker ondertekenen het opleidings- en begeleidingsplan. 22. De gebruiker verbindt zich ertoe het OCMW Gent op de hoogte te houden van elk probleem dat de normale uitvoering van het begeleidingsplan zou kunnen belemmeren. Wanneer de werknemer zo’n probleem signaleert aan het OCMW Gent zal de gebruiker steeds bereid zijn tot overleg met het OCMW Gent en het begeleidingsplan bijsturen indien dit noodzakelijk zou blijken. 23. De gebruiker evalueert de werknemer met betrekking tot zijn of haar integratie ten laatste één maand na het begin van de terbeschikkingstelling en vervolgens om de drie maand. De evaluatie gebeurt in aanwezigheid van de werknemer, trajectbegeleider OTC en de werkplaatsbegeleider van de betrokken werknemer. Duur en beëindiging van de samenwerkingsovereenkomst 24. Deze samenwerkingsovereenkomst is afgesloten voor een geldigheidsduur gelijk aan de duur van de arbeidsovereenkomst gesloten tussen het OCMW Gent en de werknemer (met eventuele verlengingen) maar zonder dat ze de duur overstijgt die de werknemer nodig heeft om het recht op de sociale zekerheid te openen, hetzij vanaf (datum) tot (datum), (datum onder voorbehoud). 25. De terbeschikkingstelling eindigt: - Bij de beëindiging van de arbeidsovereenkomst in toepassing van art 60 § 7 van de OCMW-wet, door de beëindigingmodaliteiten zoals geregeld in de wet van 3 juli 1978.

25/255 RMW - 12 februari 2013

-

Door middel van een geschreven akkoord in deze zin, gesloten tussen de gebruiker en het OCMW Gent. Indien wordt vastgesteld dat de gebruiker zich niet houdt aan de in deze overeenkomst opgenomen afspraken, kan het OCMW Gent deze overeenkomst zonder ingebrekestelling beëindigen wegens wanprestatie. Indien wordt vastgesteld dat de gebruiker het opleidings- en begeleidingsplan niet naleeft, onvoldoende - of geen kwalitatieve begeleiding verstrekt aan de werknemer, kan het OCMW Gent deze overeenkomst zonder ingebrekestelling beëindigen wegens wanprestatie. Indien de gebruiker in gebreke blijft de maandelijkse vergoeding (hoofdstuk ‘financiële afspraken’, artikel 14) te betalen of systematisch te laat betaalt (dit is vanaf drie laattijdige betalingen binnen een periode van maximum 12 maanden, na aanmaning door OCMW Gent), kan het OCMW Gent onderhavige overeenkomst zonder ingebrekestelling beëindigen wegens wanprestatie.

Slotbepalingen In geval van betwisting is alleen de rechtbank van Gent bevoegd. De gebruiker verklaart uitdrukkelijk de visie van het OCMW Gent op de doelstelling van art. 60 §7 Organieke Wet te onderschrijven en bereid te zijn mee te werken aan de realisatie hiervan. Het OCMW Gent ziet art. 60 §7 Organieke Wet van 8 juli 1976 ruimer dan louter als middel om steungerechtigden tewerkstelling aan te bieden met als doel hun sociale rechten te verwerven. Waar mogelijk kadert een tewerkstelling in het kader van art. 60 §7 Organieke Wet van 8 juli 1976 in de bredere context van een traject – naar – werk. Dit houdt in dat de tewerkstelling wordt gezien als een werkervaring die de werknemer voorbereidt op reguliere arbeid in het normale arbeidscircuit. De deelnemer wordt hiervoor gedurende zijn tewerkstelling procesmatig begeleid door het verwerven van de nodige kennis, vaardigheden en attitudes met betrekking tot de uitgeoefende functie. Opgemaakt in twee exemplaren. Hierbij erkent elke partij één exemplaar te hebben ontvangen. Opgemaakt te Gent, op (datum). Namens het OCMW

Luc Kupers secretaris

Namens de GEBRUIKER

26/255 RMW - 12 februari 2013

Geert Versnick voorzitter

(naam en voornaam gebruiker)

27/255 RMW - 12 februari 2013

Bijlage I van de samenwerkingsovereenkomst: Regeling voor overuren, zaterdag- en zondagwerk en werk op feestdagen Bezoldiging en werken volgens uurrooster Bezoldiging

Extra vergoeding

Betaalde compensatie

Maandag tot en met zaterdag Zon- en feestdagen

100%

/

/

100%

/

Extra dagen vrijaf

100%

/

100% +25% Voor de zondag wordt dit vastgelegd in uurrooster om te komen aan gemiddeld 38 uur/week. 100% +25%

Overwerk (bovenop de werkuren volgens uurrooster)

Maandag tot en met zaterdag Zon- en feestdagen Extra dagen vrijaf

Extra vergoeding


/

100%

Nachtwerk bezoldiging (werken van 22.00 tot 07.00 uur) + 25%

/

200%

+25%

/

100%

+25%

28/255 RMW - 12 februari 2013



2013_RMW_00051

Gesubsidieerde werkvloer - GOCA CVBA-SO - evaluatie samenwerking in 2012 en voorstel overeenkomst 2013 Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Op het einde van het werkjaar maken we een balans op van de samenwerking met de gesubsidieerde werkvloeren. De werkvloeren worden gesubsidieerd met middelen uit de herinvestering van patronale bijdragen van art.60 personeel - de middelen ‘Peeters’, middelen vanuit het Lenteprogramma Vande Lanotte en met reguliere middelen. Het principe is dat werkvloeren gesubsidieerd worden voor de begeleiding van cliënten van OCMW Gent met een laag profiel, tewerkgesteld in het kader van art.60 van de organieke wet, in het kader van een werkstage of in het kader van arbeidszorg (ocmw-cliënten die mits een aanmoediging van 5 € per halve dag vrijwillig werken omdat zij contractuele arbeid niet aankunnen). De subsidie bedraagt € 39.662,96 per voltijdse technisch instructeur. Dit dekt namelijk de loon- en werkingskosten van 1 technisch instructeur op voorwaarde dat de werkvloer op jaarbasis minimaal gemiddeld 6 voltijds tewerkgestelden per maand begeleid heeft. Indien dit niet het geval is, wordt de subsidie proportioneel verminderd of wordt de samenwerking stopgezet. GOCA cvba - so moet gemiddeld 6 voltijds tewerkgestelden bewijzen. De gesubsidieerde werkvloeren worden in twee schijven uitbetaald: 90% bij de aanvang en 10% na ontvangst van een inhoudelijk en financieel verslag. Het inhoudelijk en financieel verslag van de samenwerking in 2012, ingestuurd door de betreffende werkvloer, is als bijlage bij deze nota gevoegd. De samenwerkingsovereenkomst voor Goca ter goedkeuring voor 2013 is eveneens in bijlage aan deze nota gevoegd.

Motivering Gelet op het feit dat de huidige overeenkomst loopt van 1/01/2012 tot 31/12/2012; gelet op het feit dat voor werkjaar 2012 middelen Peeters voorzien waren t.b.v. € 39.662,96; gelet op het feit dat in het Vast Bureau van 22/10/07 werd beslist om voor deze evaluatie rekening te houden met de periode oktober 2011 tot en met september 2012; gelet op het feit dat voor de periode van oktober tot en met december 2011 een bezetting van minimaal 5 voltijdse tewerkgestelden per maand vereist was, en voor de periode van januari tot en met september 2012 een bezetting van 6 voltijdsen (wat voor huidige evaluatieperiode een gemiddelde van 5,75 voltijdse tewerkgestelden per instructeur betekent); gelet op het feit dat bij de verlenging van de overeenkomst de evaluatie zal gaan over de periode van oktober 2012 tot en met september 2013, zodat steeds over een periode van een geheel jaar kan geëvalueerd worden; gelet op het feit dat de gemiddelde vereiste bezettingsgraad voor werkjaar 2012 behaald werd; gelet op het inhoudelijk evaluatieverslag in bijlage.

Strategisch kader Dit besluit kadert in volgende doelstelling(en): De activering van onze cliënten bevorderen


Financiële informatie

29/255 RMW - 12 februari 2013


Exploitatie Gebudgetteerd:

Ja

Verbintenis:

Ja

Inkomsten Bedrag:

39662,96

Kostenplaats:

802 38 - Wonen en Activering - OTC

Categorie:

6083 - Overdrachten aan derden

Commentaar

Zowel voor werkjaar 2012 als 2013 zijn er subsidies voorzien nl.€ 39.662,96 van middelen Peeters.

Uitgaven Bedrag: Commentaar

39662,96 Zowel voor werkjaar 2012 als 2013 zijn er subsidies voorzien nl.€ 39.662,96 van middelen Peeters die worden overgedragen aan de vzw.


Gunstig


Artikel 1 Uitbetaling van de resterende 10% van de subsidie voor werkjaar 2012 en van 90% van de subsidie voor werkjaar 2013.

Artikel 2 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 2: OK2013PeetersGoca[1].doc

Bijlage(n) OK2013PeetersGoca[1].doc

30/255 RMW - 12 februari 2013


Bijlage: OK2013PeetersGoca[1].doc

31/255 RMW - 12 februari 2013

OK2013PeetersGoca[1].doc

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST OCMW Gent - vzw GOCA (Gents Opleidingscentrum voor Ambachten) Werkingsjaar 2013 Subsidie ‘KB 02/04/1998’ Deze samenwerkingsovereenkomst kadert binnen het Koninklijk Besluit van 2 april 1998 tot uitvoering van art. 33 van de wet van 22.12.1995, dat in art. 1 stelt dat de nieuwe financiële middelen, voortvloeiend uit de vrijstelling van werkgeversbijdragen bij tewerkstelling van personeel in het kader van art.60, volledig besteed dienen te worden aan het tewerkstellingsbeleid van het OCMW. Deze samenwerkingsovereenkomst neemt automatisch een einde wanneer het betreffend KB of de betreffende reglementering zou afgeschaft of gewijzigd worden. Tussen het O.C.M.W. Gent enerzijds, gevestigd te Gent, Onderbergen 86, vertegenwoordigd door de heer …, Voorzitter, en de heer Luc KUPERS, Secretaris, hierna genoemd opdrachtgever en vzw Goca (Gents Opleidingscentrum voor Ambachten) anderzijds, gevestigd te Gent, Farmanstraat 33, vertegenwoordigd door de heer Erwin Lampaert, Voorzitter, en de heer Lucien De Vetter, Secretaris, hierna genoemd opdrachthouder wordt het volgende overeengekomen :

Afdeling I : Algemene bepalingen m.b.t. de subsidiëring van het project Artikel 1 Het OCMW-Gent stelt middelen ter beschikking voor de bezoldiging van 1 voltijdse technisch instructeur en werkingsmiddelen in het kader van het opleidings- en werkervaringsproject van het OTC zoals verder omschreven. Het betreft een bedrag van 39.662,96 euro voor de periode van 01/01/2013 tot 31/12/2013. Dit bedrag zal worden overgemaakt op de rekening van de opdrachthouder met als nummer 001-2552736-63. Het bedrag van deze subsidie geldt onder voorbehoud en tot zolang de opdrachthouder recht opent op of de beschikking krijgt over bijkomende financiële middelen voor de begeleiding of omkadering van steungerechtigden, die in uitvoering van deze overeenkomst bij de opdrachthouder worden tewerkgesteld. Indien deze situatie zich voordoet, meldt de opdrachthouder dit onmiddellijk aan de

32/255 RMW - 12 februari 2013

1

opdrachtgever. Bij vaststelling van dubbelfinanciering wordt de subsidie stopgezet en in voorkomend geval voor periodes van dubbelfinanciering in het verleden teruggevorderd. Artikel 2 De opdrachthouder is zowel de juridische als de feitelijke werkgever van deze technisch instructeurs en draagt derhalve de volledige verantwoordelijkheid voor alle werkgeversverplichtingen die hun tewerkstelling met zich meebrengt. De opdrachthouder verbindt er zich toe aan de opdrachtgever alle inlichtingen te verstrekken i.v.m. de tewerkstelling en de uitvoering van de taken door de betrokken personeelsleden. Artikel 3 De opdrachtgever betaalt het in artikel 1 overeengekomen bedrag aan de opdrachthouder d.m.v. voorschotten als volgt uitbetaald : - 90 % van het aandeel na ondertekening overeenkomst; - 10 % na afloop van het projectjaar, indien de opdrachthouder alle verplichtingen is nagekomen en mits positieve evaluatie. - Het saldo van 10 % kan pas uitbetaald worden na een positieve evaluatie door de opdrachtgever van de afrekening. Hiertoe zendt de opdrachthouder zo spoedig mogelijk na afloop van de overeengekomen periode de verantwoordingsstukken naar het OCMW: een inhoudelijk en financieel verslag waarin de vzw onder meer verantwoordt wat er met de subsidie gefinancierd wordt en wat de meerwaarde is van het aanbod van de vzw aan het OCMW-cliënteel, rapportage over de maandelijkse bezetting van het vooropgestelde aantal tewerkgestelde doelgroepwerknemers, afrekening loon- en RSZ-staten, arbeidsovereenkomsten personeel, kopie facturen. - De opdrachtgever heeft het recht alle middelen terug te vorderen waarvoor geen verantwoordingsstukken worden voorgelegd. De opdrachthouder verbindt er zich toe alle bedragen waarvoor geen verantwoordingsstukken conform deze overeenkomst zijn voorgelegd, terug te storten. Artikel 4 De opdrachthouder verbindt er zich toe om, op vraag van de opdrachtgever, aan het OCMW de nodige administratieve en financiële stukken te bezorgen teneinde een financiële en inhoudelijke controle mogelijk te maken. De opdrachthouder rapporteert hiernaast om de drie maanden aan de opdrachtgever over de vooruitgang van het project. De opdrachthouder bezorgt bovendien uiterlijk 15 april 2013 aan de opdrachtgever een formele tussentijdse rapportage over de maandelijkse bezetting van het vooropgestelde aantal tewerkgestelde doelgroepwerknemers voor de periode oktober 2012 tot en met maart 2013. Artikel 5 Ingeval zou blijken dat de overeenkomst niet uitgevoerd wordt zoals bepaald in deze overeenkomst en haar bijlagen, zal de opdrachtgever beslissen welke gevolgen hieraan gegeven worden. De opdrachtgever kan hierbij de betaling van de nog verschuldigde bedragen tijdelijk of definitief opschorten en de reeds uitgekeerde bedragen terugvorderen. De opdrachthouder zal ingelicht worden over de beslissing van de opdrachtgever. Artikel 6 De opdrachtgever kan in geen geval aansprakelijk gesteld worden voor schade aan personen of goederen die rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van de activiteiten met betrekking tot de uitvoering van deze overeenkomst. Artikel 7

33/255 RMW - 12 februari 2013

2

In geval van betwisting is alleen de rechtbank van Gent bevoegd.

Afdeling II : Algemene bepalingen betreffende de projectinhoud Artikel 8 - Omschrijving van de doelgroep In ruil voor de terbeschikkingstelling van middelen door het OCMW-Gent verbindt de opdrachthouder zich ertoe tewerkstelling te bieden aan deelnemers uit de volgende doelgroep : -

ALLE deelnemers zijn steungerechtigden van het OCMW van Gent, tewerkgesteld binnen art.60§7 van de organieke wet, in het kader van een werkstage of in het kader van de arbeidszorg. Uitkeringsgerechtigde werklozen vallen buiten de doelgroep.

-

Steungerechtigden met een hoog profiel komen niet in aanmerking voor het bezettingsaantal en worden niet gesubsidieerd. Het gaat bijgevolg uitsluitend om tewerkgestelden met een behoefte aan intense sociale en technische begeleiding.

Er wordt een minimale bezetting op jaarbasis vooropgesteld van gemiddeld zes voltijds tewerkgestelden per maand. Voor tewerkgestelden in het kader van de arbeidszorg geldt dat indien zij minstens één volledige dag per week aanwezig zijn dit telt als een halftijdse tewerkstelling. Van zodra een tewerkgestelde in het kader van de arbeidszorg drie dagen per week aanwezig is, telt dit als een voltijdse tewerkstelling. Indien de opdrachthouder zich niet aan deze minimumbezetting kan houden, dient zij de opdrachtgever hiervan tijdig op de hoogte te brengen, en te motiveren wat de redenen hiervoor zijn. Bij gebreke hieraan, of indien de opgegeven motieven ongegrond of onvoldoende zijn, zal dit als een wanprestatie beschouwd worden die aan de opdrachtgever het recht geeft het in artikel 1 vermelde bedrag proportioneel te herleiden in verhouding tot het niet bereiken van de bezettingsgraad. In voorkomend geval kunnen teveel betaalde sommen teruggevorderd worden. Artikel 9 - Toeleiding en selectie De algemene regel is dat de toeleiding van deelnemers aan het project gebeurt door het OTC. Een tweede selectie gebeurt door de VZW, die uitsluitend op basis van gegronde motieven een deelnemer kan weigeren. Indien de opdrachtgever oordeelt dat motieven voor de weigering van een deelnemer ongegrond of onvoldoende zijn, kan dit leiden tot het niet uitbetalen van het saldo van 10% van het in artikel 1 vermelde bedrag. Ook de VZW zelf kan kandidaten aanbrengen, die in dit geval voor de aanvang van hun tewerkstelling door het OTC dienen goedgekeurd te worden. Artikel 10 - Tewerkstelling art.60 en arbeidszorg Voor wat betreft de deelnemers aan het project die door het OCMW Gent zijn tewerkgesteld in het kader van art. 60§7 van de organieke wet, wordt een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen de opdrachtgever en de opdrachthouder. Alle bepalingen uit deze samenwerkingsovereenkomst zijn onverminderd van toepassing. Indien de vzw aanvullend een arbeidszorg-overeenkomst heeft (Vlaamse middelen), meer bepaald betreffende het decreet inzake sociale werkplaatsen, vragen wij een overzichtslijst van personen die ingediend zijn bij de Vlaamse Gemeenschap. Dit om dubbele subsidiëring te vermijden.

34/255 RMW - 12 februari 2013

3

Artikel 11 – Vooropleiding binnen de VZW (enkel van toepassing voor VZW’s met tewerkstellingsproject) 1. De deelnemers in vooropleiding tekenen een vrijwilligerscontract voor de aanvang van hun deelname in het project. Dit contract wordt tevens getekend door de VZW en door de verantwoordelijke van het OTC. Het omschrijft de taakinhoud, de uurregeling en de wederzijdse verplichtingen van betrokken partijen. 2. Het OCMW betaalt de forfaitaire onkostenvergoeding van € 5 per gepresteerde halve dag. Dit gebeurt maandelijks, na afloop van de voorbije maand. 3. De VZW dient een huishoudelijk reglement te hebben dat van toepassing is op de deelnemers in vooropleiding. 4. De VZW dient de noodzakelijke verzekeringen af te sluiten.

Artikel 12 - Begeleiding Voor wat betreft de art.60§7 deelnemers wordt in de samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen de opdrachtgever en de opdrachthouder een regeling omtrent hun begeleiding uitgewerkt. De begeleiding van de andere deelnemers sluit hier zoveel mogelijk bij aan. De dagdagelijkse technische en sociale begeleiding van alle deelnemers gebeurt in elk geval door de VZW.

Opgemaakt in twee exemplaren waarvan elke partij erkent er één ontvangen te hebben, Opgemaakt te Gent, dd. Voor de opdrachtgever,

Voor de opdrachthouder,

… Voorzitter

Erwin LAMPAERT Voorzitter

Luc KUPERS Secretaris

Lucien De VETTER Secretaris

35/255 RMW - 12 februari 2013

4


2013_RMW_00052

Gesubsidieerde vzw's- Labeur - evaluatie samenwerking met vzw Labeur in 2012 en voorstel overeenkomst 2013 Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Op het einde van het werkjaar maken we een balans op van de samenwerking met de gesubsidieerde vzw’s. De vzw’s worden gesubsidieerd met middelen uit de herinvestering van patronale bijdragen van art.60 personeel - de middelen ‘Peeters’, middelen vanuit het Lenteprogramma Vande Lanotte en met reguliere middelen. Het principe is dat vzw’s gesubsidieerd worden voor de begeleiding van cliënten van OCMW Gent met een laag profiel, tewerkgesteld in het kader van art.60 van de organieke wet, in het kader van een werkstage of in het kader van arbeidszorg (OCMW-cliënten die mits een aanmoediging van 5 € per halve dag vrijwillig werken omdat zij contractuele arbeid niet aankunnen). De subsidie bedraagt € 39.662,96 per voltijdse technisch instructeur. Dit dekt namelijk de loon- en werkingskosten van 1 technisch instructeur op voorwaarde dat de vzw op jaarbasis minimaal gemiddeld 6 voltijds tewerkgestelden per maand begeleid heeft. Indien dit niet het geval is, wordt de subsidie proportioneel verminderd of wordt de samenwerking stopgezet. Vzw Labeur krijgt subsidies voor 2 instructeurs. Vzw’s worden in twee schijven uitbetaald: 90% bij de aanvang en 10% na ontvangst van een inhoudelijk en financieel verslag. Het inhoudelijk en financieel verslag van de samenwerking in 2012, ingestuurd door de betreffende vzw, is als bijlage bij deze nota gevoegd. Vanaf februari 2012 werden de werkzaamheden van vzw Condenz overgenomen door vzw Labeur. Een deel van de evaluatieperiode ligt dus buiten de verantwoordelijkheid van de huidige aanstuurders. Eén twaalfde van de steun die OCMW Gent middels deze overeenkomst voorziet zijnde: 79.325,92€ : 12 = 6610,50€, werd door vzw Labeur overgemaakt aan de curator van vzw Condenz, ter financiering van de werking van het vroegere Condenz tijdens de maand januari 2012. Van bij de overname heeft vzw Labeur de oude werking grondig geëvalueerd en hervormd. Momenteel wordt nog verder hard gewerkt aan een reorganisatie om het vroegere Condenz terug op spoor te krijgen. Het evaluatieverslag dat de vzw indiende toont dit ook duidelijk aan. Dit wordt tevens bevestigd door de OTC-tewerkstellingsbegeleiders die de art 60-medewerkers op deze werkvloer opvolgen. Labeur tekende in op het aanbod van taalcoaching van het OTC, ze werken op onze vraag veiligheidsfiches van de art 60-functies uit en engageren zich om vanaf 2013 in te stappen in ons aanbod van competentiecoaching. Voor vzw Labeur was het afgelopen jaar een leerjaar, wat weliswaar meebracht dat ze onder het vereiste quotum van bezetting zitten. Dit is op 23/11/2012 door het otc-diensthoofd, een hoofdmaatschappelijk werker en stafmedewerker besproken samen met de coördinator en de personeelsverantwoordelijke van de vzw. Uit dit overleg kwam sterk naar voren dat de vzw heel goede inspanningen doet naar onze doelgroep, zoals bijvoorbeeld het in vast dienstverband aanwerven van twee art 60-personeelsleden (een derde medewerker kreeg ook dit aanbod maar nam dit niet aan). De vzw is ook bereid om hun werkwijze van opvolging bezetting te verbeteren, in nauw overleg met de tewerkstellingsbegeleider. Hier zijn reeds concrete afspraken rond gemaakt: Labeur stuurt dagelijks een aanwezigheidslijst naar de tewerkstellingsbegeleider en maandelijks wordt de bezettingsgraad nagekeken door de tewerkstellingsbegeleider in overleg met Labeur. 1 maand voor afloop van een contract art.60 wordt met de tewerkstellingsbegeleider afgestemd in functie van tijdige vervanging. De overeenkomst 2013 met vzw Labeur is als bijlage aan deze nota toegevoegd.

Motivering Gelet op het feit dat de huidige overeenkomst met vzw Labeur loopt van 1/01/2012 tot 31/12/2012; gelet op het feit dat voor werkjaar 2012 middelen Peeters voorzien waren t.b.v. € 79.325,92-; gelet op het feit dat in het Vast Bureau van 22/10/07 werd beslist om voor deze evaluatie rekening te houden met de periode oktober 2011 tot en met september 2012; gelet op het feit dat voor de periode van oktober tot en met december 2011 een bezetting van minimaal 5 voltijdse tewerkgestelden per maand vereist was, en voor de periode van januari tot en met september 2012 een bezetting van 6 voltijdsen (wat voor huidige evaluatieperiode een gemiddelde van 5,75 voltijdse tewerkgestelden per instructeur betekent);

36/255 RMW - 12 februari 2013


gelet op het feit dat bij de verlenging van de overeenkomst de evaluatie zal gaan over de periode van oktober 2012 tot en met september 2013, zodat steeds over een periode van een geheel jaar kan geëvalueerd worden; gelet op het feit dat de vereiste gemiddelde bezettingsgraad van 11,5 deelnemers voor de periode van oktober 2011 tot en met september 2012 niet werd behaald (effectieve gemiddelde bezetting was 9,87) (de gemiddelde bezettingsgraad voor de periode vanaf de overname van Condenz door Labeur (februari 2012 tot en met september 2012) is 9,18 op 12 deelnemers); gelet op het feit dat vzw Labeur pas sedert februari 2012 de werking overnam van vzw Condenz terwijl de evaluatieperiode loopt vanaf september 2011, waardoor ze zelf niet de volledige aansprakelijkheid dragen voor het resultaat; gelet op het feit dat het voor de vzw een leerjaar was, waarbij de voorbije maanden een grondige reorganisatie werd doorgevoerd; gelet op het feit dat vzw Labeur één twaalfde van de ocmw gent-subsidie, zijnde 6610,50 € overmaakte aan de curator van vzw Condenz, en dit dus niet in eigen werking kon investeren gelet op het feit dat de vzw Labeur het methodisch aanbod van het OTC met beide handen grijpt, samen met het OTC afspraken maakt om de samenwerking nog beter te maken en doorstroomperspectieven biedt aan onze doelgroep; gelet op het feit dat de vzw een duidelijke evaluatienota opstelde dat toekomstgericht een visie weergeeft rond produktaanpak en personeelsbeleid, wat het geloof in de verdere samenwerking op zelfde basis versterkt; gelet op het inhoudelijk evaluatieverslag als bijlage voor het werkjaar 2012.



Financiële informatie Exploitatie Gebudgetteerd:

Ja

Verbintenis:

Ja

Inkomsten Bedrag:

79325,92

Kostenplaats:


Categorie:


Commentaar

Zowel voor werkjaar 2012 als 2013 zijn € 79325,92 subsidies voorzien met middelen Peeters.


79325,92 Zowel voor werkjaar 2012 als 2013 zijn € 79325,92 subsidies voorzien met middelen Peeters die worden overgedragen aan de vzw.


Gunstig


37/255 RMW - 12 februari 2013


Artikel 1 Uitbetaling van de resterende 10 % van de subsidies voor werkjaar 2012 aan vzw Labeur.

Artikel 2 Uitbetaling van 90% van de subsidies voor werkjaar 2013 aan vzw Labeur.

Artikel 3 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 8: OK2013PeetersLABEUR.doc

Bijlage(n) OK2013PeetersLABEUR.doc

38/255 RMW - 12 februari 2013


Bijlage: OK2013PeetersLABEUR.doc

39/255 RMW - 12 februari 2013

OK2013PeetersLABEUR.doc

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST OCMW Gent - VZW Labeur Werkingsjaar 2013 Subsidie ‘KB 02/04/1998’

Deze samenwerkingsovereenkomst kadert binnen het Koninklijk Besluit van 2 april 1998 tot uitvoering van art. 33 van de wet van 22.12.1995, dat in art. 1 stelt dat de nieuwe financiële middelen, voortvloeiend uit de vrijstelling van werkgeversbijdragen bij tewerkstelling van personeel in het kader van art.60, volledig besteed dienen te worden aan het tewerkstellingsbeleid van het OCMW. Deze samenwerkingsovereenkomst neemt automatisch een einde wanneer het betreffend KB of de betreffende reglementering zou afgeschaft of gewijzigd worden. Tussen het O.C.M.W. Gent enerzijds, gevestigd te Gent, Onderbergen 86, vertegenwoordigd door de heer Rudy CODDENS, Voorzitter, en de heer Luc KUPERS, Secretaris, hierna genoemd opdrachtgever en VZW Labeur anderzijds, gevestigd te Kattenberg 2, 9000 Gent, vertegenwoordigd door, Marijke Mahieu, Voorzitter, en Ron Hermans, Secretaris, hierna genoemd opdrachthouder wordt het volgende overeengekomen :

Afdeling I : Algemene bepalingen m.b.t. de subsidiëring van het project Artikel 1 Het OCMW-Gent stelt middelen ter beschikking voor de bezoldiging van 2 technisch instructeurs en werkingsmiddelen in het kader van het opleidings- en werkervaringsproject van het OTC zoals verder omschreven. Het betreft een bedrag van 79.325,93 euro voor de periode van 01/01/2013 tot 31/12/2013. Dit bedrag zal worden overgemaakt op de rekening van de opdrachthouder met als nummer 091-0122861-88 Het bedrag van deze subsidie geldt onder voorbehoud en tot zolang de opdrachthouder recht opent op of de beschikking krijgt over bijkomende financiële middelen voor de begeleiding of omkadering van steungerechtigden, die in uitvoering van deze overeenkomst bij de opdrachthouder worden tewerkgesteld. Indien deze situatie zich voordoet, meldt de opdrachthouder dit onmiddellijk aan de opdrachtgever. Bij vaststelling van dubbelfinanciering wordt de subsidie stopgezet en in voorkomend geval voor periodes van dubbelfinanciering in het verleden teruggevorderd.

40/255 RMW - 12 februari 2013

1

Artikel 2 De opdrachthouder is zowel de juridische als de feitelijke werkgever van deze technisch instructeurs en draagt derhalve de volledige verantwoordelijkheid voor alle werkgeversverplichtingen die hun tewerkstelling met zich meebrengt. De opdrachthouder verbindt er zich toe aan de opdrachtgever alle inlichtingen te verstrekken i.v.m. de tewerkstelling en de uitvoering van de taken door de betrokken personeelsleden. Artikel 3 De opdrachtgever betaalt het in artikel 1 overeengekomen bedrag aan de opdrachthouder d.m.v. voorschotten als volgt uitbetaald : - 90 % van het aandeel na ondertekening overeenkomst; - 10 % na afloop van het projectjaar, indien de opdrachthouder alle verplichtingen is nagekomen en mits positieve evaluatie. - Het saldo van 10 % kan pas uitbetaald worden na een positieve evaluatie door de opdrachtgever van de afrekening. Hiertoe zendt de opdrachthouder zo spoedig mogelijk na afloop van de overeengekomen periode de verantwoordingsstukken naar het OCMW: een inhoudelijk en financieel verslag waarin de vzw onder meer verantwoordt wat er met de subsidie gefinancierd wordt en wat de meerwaarde is van het aanbod van de vzw aan het OCMW-cliënteel, rapportage over de maandelijkse bezetting van het vooropgestelde aantal tewerkgestelde doelgroepwerknemers, afrekening loon- en RSZ-staten, arbeidsovereenkomsten personeel, kopie facturen. - De opdrachtgever heeft het recht alle middelen terug te vorderen waarvoor geen verantwoordingsstukken worden voorgelegd. De opdrachthouder verbindt er zich toe alle bedragen waarvoor geen verantwoordingsstukken conform deze overeenkomst zijn voorgelegd, terug te storten. Artikel 4 De opdrachthouder verbindt er zich toe om, op vraag van de opdrachtgever, aan het OCMW de nodige administratieve en financiële stukken te bezorgen teneinde een financiële en inhoudelijke controle mogelijk te maken. De opdrachthouder rapporteert hiernaast om de drie maanden aan de opdrachtgever over de vooruitgang van het project. De opdrachthouder bezorgt bovendien uiterlijk 15 april 2013 aan de opdrachtgever een formele tussentijdse rapportage over de maandelijkse bezetting van het vooropgestelde aantal tewerkgestelde doelgroepwerknemers voor de periode oktober 2012 tot en met maart 2013. Artikel 5 Ingeval zou blijken dat de overeenkomst niet uitgevoerd wordt zoals bepaald in deze overeenkomst en haar bijlagen, zal de opdrachtgever beslissen welke gevolgen hieraan gegeven worden. De opdrachtgever kan hierbij de betaling van de nog verschuldigde bedragen tijdelijk of definitief opschorten en de reeds uitgekeerde bedragen terugvorderen. De opdrachthouder zal ingelicht worden over de beslissing van de opdrachtgever. Artikel 6 De opdrachtgever kan in geen geval aansprakelijk gesteld worden voor schade aan personen of goederen die rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van de activiteiten met betrekking tot de uitvoering van deze overeenkomst. Artikel 7 In geval van betwisting is alleen de rechtbank van Gent bevoegd.

41/255 RMW - 12 februari 2013

2


-

ALLE deelnemers zijn steungerechtigden van het OCMW van Gent, tewerkgesteld binnen art.60§7 van de organieke wet, in het kader van een werkstage of in het kader van de arbeidszorg. Uitkeringsgerechtigde werklozen vallen buiten de doelgroep. Steungerechtigden met een hoog profiel komen niet in aanmerking voor het bezettingsaantal en worden niet gesubsidieerd. Het gaat bijgevolg uitsluitend om tewerkgestelden met een behoefte aan intense sociale en technische begeleiding.

Er wordt een minimale bezetting op jaarbasis vooropgesteld van gemiddeld 12 voltijdse tewerkgestelden per maand. Voor tewerkgestelden in het kader van de arbeidszorg geldt dat indien zij minstens één volledige dag per week aanwezig zijn dit telt als een halftijdse tewerkstelling. Van zodra een tewerkgestelde in het kader van de arbeidszorg drie dagen per week aanwezig is, telt dit als een voltijdse tewerkstelling. Indien de opdrachthouder zich niet aan deze minimumbezetting kan houden, dient zij de opdrachtgever hiervan tijdig op de hoogte te brengen, en te motiveren wat de redenen hiervoor zijn. Bij gebreke hieraan, of indien de opgegeven motieven ongegrond of onvoldoende zijn, zal dit als een wanprestatie beschouwd worden die aan de opdrachtgever het recht geeft het in artikel 1 vermelde bedrag proportioneel te herleiden in verhouding tot het niet bereiken van de bezettingsgraad. In voorkomend geval kunnen teveel betaalde sommen teruggevorderd worden. Artikel 9 - Toeleiding en selectie De algemene regel is dat de toeleiding van deelnemers aan het project gebeurt door het OTC. Een tweede selectie gebeurt door de VZW, die uitsluitend op basis van gegronde motieven een deelnemer kan weigeren. Indien de opdrachtgever oordeelt dat motieven voor de weigering van een deelnemer ongegrond of onvoldoende zijn, kan dit leiden tot het niet uitbetalen van het saldo van 10% van het in artikel 1 vermelde bedrag. Ook de VZW zelf kan kandidaten aanbrengen, die in dit geval voor de aanvang van hun tewerkstelling door het OTC dienen goedgekeurd te worden. Artikel 10 - Tewerkstelling art.60 en arbeidszorg Voor wat betreft de deelnemers aan het project die door het OCMW Gent zijn tewerkgesteld in het kader van art. 60§7 van de organieke wet, wordt een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen de opdrachtgever en de opdrachthouder. Alle bepalingen uit deze samenwerkingsovereenkomst zijn onverminderd van toepassing. Indien de vzw aanvullend een arbeidszorg-overeenkomst heeft (Vlaamse middelen), meer bepaald betreffende het decreet inzake sociale werkplaatsen, vragen wij een overzichtslijst van personen die ingediend zijn bij de Vlaamse Gemeenschap. Dit om dubbele subsidiëring te vermijden. Artikel 11 – Vooropleiding binnen de VZW (enkel van toepassing voor VZW’s met tewerkstellingsproject)

42/255 RMW - 12 februari 2013

3

1. De deelnemers in vooropleiding tekenen een vrijwilligerscontract voor de aanvang van hun deelname in het project. Dit contract wordt tevens getekend door de VZW en door de verantwoordelijke van het OTC. Het omschrijft de taakinhoud, de uurregeling en de wederzijdse verplichtingen van betrokken partijen. 2. Het OCMW betaalt de forfaitaire onkostenvergoeding van € 5 per gepresteerde halve dag. Dit gebeurt maandelijks, na afloop van de voorbije maand. 3. De VZW dient een huishoudelijk reglement te hebben dat van toepassing is op de deelnemers in vooropleiding. 4. De VZW dient de noodzakelijke verzekeringen af te sluiten. Artikel 12 - Begeleiding Voor wat betreft de art.60§7 deelnemers wordt in de samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen de opdrachtgever en de opdrachthouder een regeling omtrent hun begeleiding uitgewerkt. De begeleiding van de andere deelnemers sluit hier zoveel mogelijk bij aan. De dagdagelijkse technische en sociale begeleiding van alle deelnemers gebeurt in elk geval door de VZW.



R. CODDENS Voorzitter

M. MAHIEU Voorzitter

L. KUPERS Secretaris

R. HERMANS Secretaris

43/255 RMW - 12 februari 2013

4


2013_RMW_00053

Gesubsidieerde vzw's- Weerwerk (De Sleutel) - Evaluatie samenwerking met vzw Sociale Werkplaats Weerwerk (De Sleutel) in 2012 en voorstel overeenkomst 2013 Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Op het einde van het werkingsjaar maken we een balans op van de samenwerking met de gesubsidieerde vzw’s. De vzw’s worden gesubsidieerd met middelen uit de herinvestering van patronale bijdragen van art.60 personeel - de middelen ‘Peeters’ - , middelen vanuit het Lenteprogramma Vande Lanotte en met reguliere middelen. Het principe is dat vzw’s gesubsidieerd worden voor de begeleiding van cliënten van OCMW Gent met een laag profiel, tewerkgesteld in het kader van art.60 van de organieke wet, in het kader van een werkstage of in het kader van arbeidszorg (ocmw-cliënten die mits een aanmoediging van € 5,00 per halve dag vrijwillig werken omdat zij contractuele arbeid niet aankunnen). De subsidie bedraagt € 39.662,96 per voltijdse technisch instructeur. Dit dekt namelijk de loon- en werkingskost van 1 technisch instructeur op voorwaarde dat de vzw op jaarbasis minimaal gemiddeld 6 voltijds tewerkgestelden per maand begeleid heeft. Indien dit niet het geval is, wordt de subsidie proportioneel verminderd of wordt de samenwerking stopgezet. VZW Sociale Werkplaats Weerwerk krijgt subsidies voor 3 instructeurs in 2012. Vzw’s worden in twee schijven uitbetaald: 90% bij de aanvang en 10% na ontvangst van een inhoudelijk en financieel verslag. Het inhoudelijk en financieel verslag van de samenwerking in 2012, ingestuurd door de betreffende vzw, is als bijlage bij deze nota gevoegd. De samenwerkingsovereenkomst voor deze vzw ter goedkeuring voor 2013 is eveneens in bijlage aan deze nota gevoegd.

Motivering Gelet op het feit dat de huidige overeenkomst loopt van 1 januari 2012 tot 31 december 2012; gelet op het feit dat voor werkjaar 2012 middelen Peeters voorzien waren t.b.v. € 19.831,48- en middelen Vande Lanotte t.b.v . € 59.494,44- ; gelet op het feit dat voor het werkjaar 2012 reguliere middelen voorzien waren t.b.v. € 39.662,96; gelet op het feit dat in het Vast Bureau van 22 oktober 2007 werd beslist om voor deze evaluatie rekening te houden met de periode oktober 2011 tot en met september 2012; gelet op het feit dat voor de periode van oktober 2011 tot en met december 2011 een gemiddelde bezetting van minimaal 5 voltijdse tewerkgestelden per maand per instructeur vereist was, en voor de periode van januari 2012 tot en met september 2012 een gemiddelde maandelijkse bezetting van 6 voltijdse tewerkgestelden per instructeur vereist was (wat voor huidige evaluatieperiode een gemiddelde van 5,75 voltijds tewerkgestelden per instructeur betekent); gelet op het feit dat bij de verlenging van de overeenkomst de evaluatie zal gaan over de periode van oktober 2012 tot en met september 2013, zodat steeds over een periode van een geheel jaar kan geëvalueerd worden; gelet op het feit dat de vereiste gemiddelde bezettingsgraad is bereikt; gelet op het inhoudelijk en financieel evaluatieverslag als bijlage.



44/255 RMW - 12 februari 2013



Ja

Verbintenis:

Ja

Inkomsten Bedrag:

79325,92

Kostenplaats:


Categorie:


Commentaar

zowel voor werkjaar 2012 als 2013 zijn subsidies voorzien: Middelen Peeters: € 19.831,48 middelen Lenteprogramma Vande Lanotte: € 59.494,44


118988,88 zowel voor werkjaar 2012 als 2013 zijn subsidies voorzien die worden overgedragen naar de vzw: Middelen Peeters: € 19.831,48 middelen Lenteprogramma Vande Lanotte: € 59.494,44 reguliere middelen : € 39.662,96


Gunstig


Artikel 1 Uitbetaling van de resterende 10% van de subsidies voor werkjaar 2012 en van de 90% voor werkjaar 2013.

Artikel 2 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 5: OKNWeerwerkPeeters2013.doc Bijlage 6: OKNWeerwerkregulierextra2013.doc Bijlage 7: OKNWeerwerkVDL2013.doc

Bijlage(n) OKNWeerwerkPeeters2013.doc OKNWeerwerkregulierextra2013.doc OKNWeerwerkVDL2013.doc

45/255 RMW - 12 februari 2013


Bijlage: OKNWeerwerkPeeters2013.doc

46/255 RMW - 12 februari 2013

OKNWeerwerkPeeters2013.doc

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST OCMW Gent - VZW Weerwerk Werkingsjaar 2013 Subsidie ‘KB 02/04/1998’ Deze samenwerkingsovereenkomst kadert binnen het Koninklijk Besluit van 2 april 1998 tot uitvoering van art. 33 van de wet van 22.12.1995, dat in art. 1 stelt dat de nieuwe financiële middelen, voortvloeiend uit de vrijstelling van werkgeversbijdragen bij tewerkstelling van personeel in het kader van art.60, volledig besteed dienen te worden aan het tewerkstellingsbeleid van het OCMW. Deze samenwerkingsovereenkomst neemt automatisch een einde wanneer het betreffend KB of de betreffende reglementering zou afgeschaft of gewijzigd worden. Tussen het O.C.M.W. Gent enerzijds, gevestigd te Gent, Onderbergen 86, vertegenwoordigd door de Heer Rudy CODDENS, Voorzitter, en de Heer Luc KUPERS, Secretaris, hierna genoemd opdrachtgever en vzw Weerwerk anderzijds, gevestigd te Mahatma Gandistraat 2A, 9000 Gent, vertegenwoordigd door, Dhr. Damien VERSELE, Gedelegeerd Bestuurder, en Dhr. Guido MAERTENS, coördinator, hierna genoemd opdrachthouder wordt het volgende overeengekomen :

Afdeling I : Algemene bepalingen m.b.t. de subsidiëring van het project Artikel 1 Het OCMW-Gent stelt middelen ter beschikking voor de bezoldiging van 0,5 FTE technisch instructeur en werkingsmiddelen in het kader van het opleidings- en werkervaringsproject van het OTC zoals verder omschreven. Het betreft een bedrag van 19.831,48 euro voor de periode van 01/01/2013 tot 31/12/2013. Dit bedrag zal worden overgemaakt op de rekening van de opdrachthouder met als nummer 445-1654921-68. Het bedrag van deze subsidie geldt onder voorbehoud en tot zolang de opdrachthouder recht opent op of de beschikking krijgt over bijkomende financiële middelen voor de begeleiding of omkadering van steungerechtigden, die in uitvoering van deze overeenkomst bij de opdrachthouder worden tewerkgesteld. Indien deze situatie zich voordoet, meldt de opdrachthouder dit onmiddellijk aan de opdrachtgever. Bij vaststelling van dubbelfinanciering wordt de subsidie stopgezet en in voorkomend geval voor periodes van dubbelfinanciering in het verleden teruggevorderd.

47/255 RMW - 12 februari 2013

1


48/255 RMW - 12 februari 2013

2



-


Er wordt een minimale bezetting op jaarbasis vooropgesteld van gemiddeld 3 voltijdse tewerkgestelden per maand. Voor tewerkgestelden in het kader van de arbeidszorg geldt dat indien zij minstens één volledige dag per week aanwezig zijn dit telt als een halftijdse tewerkstelling. Van zodra een tewerkgestelde in het kader van de arbeidszorg drie dagen per week aanwezig is, telt dit als een voltijdse tewerkstelling.

Indien de opdrachthouder zich niet aan deze minimumbezetting kan houden, dient zij de opdrachtgever hiervan tijdig op de hoogte te brengen, en te motiveren wat de redenen hiervoor zijn. Bij gebreke hieraan, of indien de opgegeven motieven ongegrond of onvoldoende zijn, zal dit als een wanprestatie beschouwd worden die aan de opdrachtgever het recht geeft het in artikel 1 vermelde bedrag proportioneel te herleiden in verhouding tot het niet bereiken van de bezettingsgraad. In voorkomend geval kunnen teveel betaalde sommen teruggevorderd worden. Artikel 9 - Toeleiding en selectie De algemene regel is dat de toeleiding van deelnemers aan het project gebeurt door het OTC. Een tweede selectie gebeurt door de VZW, die uitsluitend op basis van gegronde motieven een deelnemer kan weigeren. Indien de opdrachtgever oordeelt dat motieven voor de weigering van een deelnemer ongegrond of onvoldoende zijn, kan dit leiden tot het niet uitbetalen van het saldo van 10% van het in artikel 1 vermelde bedrag. Ook de VZW zelf kan kandidaten aanbrengen, die in dit geval voor de aanvang van hun tewerkstelling door het OTC dienen goedgekeurd te worden. Artikel 10 - Tewerkstelling art.60 en arbeidszorg Voor wat betreft de deelnemers aan het project die door het OCMW Gent zijn tewerkgesteld in het kader van art. 60§7 van de organieke wet, wordt een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen de opdrachtgever en de opdrachthouder. Alle bepalingen uit deze samenwerkingsovereenkomst zijn onverminderd van toepassing. Indien de vzw aanvullend een arbeidszorg-overeenkomst heeft (Vlaamse middelen), meer bepaald betreffende het decreet inzake sociale werkplaatsen, vragen wij een overzichtslijst van personen die ingediend zijn bij de Vlaamse Gemeenschap. Dit om dubbele subsidiëring te vermijden.

49/255 RMW - 12 februari 2013

3

Artikel 11 – Vooropleiding binnen de VZW (enkel van toepassing voor VZW’s met tewerkstellingsproject) 1. De deelnemers in vooropleiding tekenen een vrijwilligerscontract voor de aanvang van hun deelname in het project. Dit contract wordt tevens getekend door de VZW en door de verantwoordelijke van het OTC. Het omschrijft de taakinhoud, de uurregeling en de wederzijdse verplichtingen van betrokken partijen. 2. Het OCMW betaalt de forfaitaire onkostenvergoeding van € 5 per gepresteerde halve dag. Dit gebeurt maandelijks, na afloop van de voorbije maand. 3. De VZW dient een huishoudelijk reglement te hebben dat van toepassing is op de deelnemers in vooropleiding. 4. De VZW dient de noodzakelijke verzekeringen af te sluiten. Artikel 12 - Begeleiding Voor wat betreft de art.60§7 deelnemers wordt in de samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen de opdrachtgever en de opdrachthouder een regeling omtrent hun begeleiding uitgewerkt. De begeleiding van de andere deelnemers sluit hier zoveel mogelijk bij aan. De dagdagelijkse technische en sociale begeleiding van alle deelnemers gebeurt in elk geval door de VZW.



Rudy CODDENS Voorzitter

Damien VERSELE Gedelegeerd Bestuurder


Guido MAERTENS Coördinator

50/255 RMW - 12 februari 2013

4


Bijlage: OKNWeerwerkregulierextra2013.doc

51/255 RMW - 12 februari 2013

OKNWeerwerkregulierextra2013.doc

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST OCMW Gent - VZW Weerwerk Werkingsjaar 2013

Tussen het O.C.M.W. Gent enerzijds, gevestigd te Gent, Onderbergen 86, vertegenwoordigd door de Heer Rudy CODDENS, Voorzitter, en de Heer Luc KUPERS, Secretaris, hierna genoemd opdrachtgever en vzw Weerwerk anderzijds, gevestigd te Mahatma Gandistraat 2A, 9000 Gent, vertegenwoordigd door, Dhr. Damien VERSELE, Gedelegeerd Bestuurder, en Dhr. Guido MAERTENS, coördinator, hierna genoemd opdrachthouder wordt het volgende overeengekomen :

Afdeling I : Algemene bepalingen m.b.t. de subsidiëring van het project Artikel 1 Het OCMW-Gent stelt middelen ter beschikking voor de bezoldiging van 1 voltijdse technisch instructeur en werkingsmiddelen in het kader van het opleidings- en werkervaringsproject van het OTC zoals verder omschreven. Het betreft een bedrag van 39.662,96 euro voor de periode van 01/01/2013 tot 31/12/2013. Het bedrag van deze subsidie geldt onder voorbehoud en tot zolang de opdrachthouder recht opent op of de beschikking krijgt over bijkomende financiële middelen voor de begeleiding of omkadering van steungerechtigden, die in uitvoering van deze overeenkomst bij de opdrachthouder worden tewerkgesteld. In voorkomend geval zal een nieuwe samenwerkingsovereenkomst gesloten worden die de huidige samenwerkingsovereenkomst vervangt. Het bedrag van 39.662,96 euro kan verlaagd worden wanneer blijkt dat vzw De Sleutel subsidies zou ontvangen van ESF voor de betrokken technisch instructeur voor werkjaar 2013. Dit bedrag zal worden overgemaakt op de rekening van de opdrachthouder met als nummer 445-1654921-68. Artikel 2 De opdrachthouder is zowel de juridische als de feitelijke werkgever van deze technisch instructeurs en draagt derhalve de volledige verantwoordelijkheid voor alle werkgeversverplichtingen die hun tewerkstelling met zich meebrengt.

52/255 RMW - 12 februari 2013

1

De opdrachthouder verbindt er zich toe aan de opdrachtgever alle inlichtingen te verstrekken i.v.m. de tewerkstelling en de uitvoering van de taken door de betrokken personeelsleden. Artikel 3 De opdrachtgever betaalt het in artikel 1 overeengekomen bedrag aan de opdrachthouder d.m.v. voorschotten als volgt uitbetaald : - 90 % van het aandeel na ondertekening protocol - 10 % na afloop van het projectjaar, indien de opdrachthouder alle verplichtingen is nagekomen en mits positieve evaluatie - Het saldo van 10 % kan pas uitbetaald worden na ontvangst en controle van de afrekening. Hiertoe zendt de opdrachthouder zo spoedig mogelijk na afloop van de overeengekomen periode de verantwoordingsstukken naar het OCMW (onder meer afrekening loon- en RSZ-staten, arbeidsovereenkomsten personeel, kopie facturen). - De opdrachtgever heeft het recht alle middelen terug te vorderen waarvoor geen verantwoordingsstukken worden voorgelegd. De opdrachthouder verbindt er zich toe alle bedragen waarvoor geen verantwoordingsstukken conform deze overeenkomst zijn voorgelegd, terug te storten. Artikel 4 De opdrachthouder verbindt er zich toe om, op vraag van de opdrachtgever, aan het OCMW de nodige administratieve en financiële stukken te bezorgen teneinde een financiële en inhoudelijke controle mogelijk te maken. De opdrachthouder rapporteert hiernaast om de drie maanden aan de opdrachtgever over de vooruitgang van het project. De opdrachthouder bezorgt bovendien uiterlijk 15 april 2013 aan de opdrachtgever een formele tussentijdse rapportage over de maandelijkse bezetting van het vooropgestelde aantal tewerkgestelde doelgroepwerknemers voor de periode oktober 2012 tot en met maart 2013. Artikel 5 Ingeval zou blijken dat de overeenkomst niet uitgevoerd wordt zoals bepaald in deze overeenkomst en haar bijlagen, zal de opdrachtgever beslissen welke gevolgen hieraan gegeven worden. De opdrachtgever kan hierbij de betaling van de nog verschuldigde bedragen tijdelijk of definitief opschorten en de reeds uitgekeerde bedragen terugvorderen. De opdrachthouder zal ingelicht worden over de beslissing van de opdrachtgever. Artikel 6 De opdrachtgever kan in geen geval aansprakelijk gesteld worden voor schade aan personen of goederen die rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van de activiteiten met betrekking tot de uitvoering van deze overeenkomst. Artikel 7 In geval van betwisting is alleen de rechtbank van Gent bevoegd.

Afdeling II : Algemene bepalingen betreffende de projectinhoud Artikel 8 - Omschrijving van de doelgroep In ruil voor de terbeschikkingstelling van middelen door het OCMW-Gent verbindt de opdrachthouder zich ertoe tewerkstelling te bieden aan deelnemers uit de volgende doelgroep :

53/255 RMW - 12 februari 2013

2

-


-


Er wordt een minimale bezetting op jaarbasis vooropgesteld van gemiddeld 6 voltijdse tewerkgestelden per maand per technisch instructeur. Voor tewerkgestelden in het kader van de arbeidszorg geldt dat indien zij minstens één volledige dag per week aanwezig zijn dit telt als een halftijdse tewerkstelling. Van zodra een tewerkgestelde in het kader van de arbeidszorg drie dagen per week aanwezig is, telt dit als een voltijdse tewerkstelling. Indien de opdrachthouder zich niet aan deze minimumbezetting kan houden, dient zij de opdrachtgever hiervan tijdig op de hoogte te brengen, en te motiveren wat de redenen hiervoor zijn. Bij gebreke hieraan, of indien de opgegeven motieven ongegrond of onvoldoende zijn, zal dit als een wanprestatie beschouwd worden die aan de opdrachtgever het recht geeft het in artikel 1 vermelde bedrag proportioneel te herleiden in verhouding tot het niet bereiken van de bezettingsgraad. In voorkomend geval kunnen teveel betaalde sommen teruggevorderd worden. Artikel 9 - Toeleiding en selectie De algemene regel is dat de toeleiding van deelnemers aan het project gebeurt door het OTC. Een tweede selectie gebeurt door de VZW, die uitsluitend op basis van gegronde motieven een deelnemer kan weigeren. Ook de VZW zelf kan kandidaten aanbrengen, die in dit geval voor de aanvang van hun tewerkstelling door het OTC dienen goedgekeurd te worden. Beide partijen hebben dus a.h.w. een ‘vetorecht’ tegen voorgestelde kandidaten. Artikel 10 - Tewerkstelling art.60 en arbeidszorg Voor wat betreft de deelnemers aan het project die door het OCMW Gent zijn tewerkgesteld in het kader van art. 60§7 van de organieke wet, wordt een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen de opdrachtgever en de opdrachthouder. Alle bepalingen uit deze samenwerkingsovereenkomst zijn onverminderd van toepassing. Indien de vzw aanvullend een arbeidszorg-overeenkomst heeft (Vlaamse middelen), meer bepaald betreffende het decreet inzake sociale werkplaatsen, vragen wij een overzichtslijst van personen die ingediend zijn bij de Vlaamse Gemeenschap. Dit om dubbele subsidiëring te vermijden. Artikel 11 – Vooropleiding binnen de VZW (enkel van toepassing voor VZW’s met tewerkstellingsproject) 1. De deelnemers in vooropleiding tekenen een vrijwilligerscontract voor de aanvang van hun deelname in het project. Dit contract wordt tevens getekend door de VZW en door de verantwoordelijke van het OTC. Het omschrijft de taakinhoud, de uurregeling en de wederzijdse verplichtingen van betrokken partijen.

54/255 RMW - 12 februari 2013

3

2. Het OCMW betaalt de forfaitaire onkostenvergoeding van € 5 per gepresteerde halve dag. Dit gebeurt maandelijks, na afloop van de voorbije maand. 3. De VZW dient een huishoudelijk reglement te hebben dat van toepassing is op de deelnemers in vooropleiding. 4. De VZW dient de noodzakelijke verzekeringen af te sluiten. Artikel 12 - Begeleiding Voor wat betreft de art.60§7 deelnemers wordt in de samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen de opdrachtgever en de opdrachthouder een regeling omtrent hun begeleiding uitgewerkt. De begeleiding van de andere deelnemers sluit hier zoveel mogelijk bij aan. De dagdagelijkse technische en sociale begeleiding van alle deelnemers gebeurt in elk geval door de VZW.

Afdeling III : Bijzondere bepalingen Op het einde van het werkingsjaar wordt er een financieel verslag en een inhoudelijk verslag overgemaakt door de opdrachthouder aan de opdrachtgever. Hierin verantwoordt de VZW onder meer wat er met de subsidie gefinancierd wordt en wat de meerwaarde is van het aanbod van de VZW aan het OCMW-cliënteel. Op basis van dit verslag maakt het OCMW Gent een inhoudelijke en financiële evaluatie van het project, en bepaalt zij of het saldo van 10 % zal worden uitgekeerd. Hierbij wordt zowel rekening gehouden met de bezettingsgraad als met de kwaliteit van de begeleiding.







55/255 RMW - 12 februari 2013

4


Bijlage: OKNWeerwerkVDL2013.doc

56/255 RMW - 12 februari 2013

OKNWeerwerkVDL2013.doc

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST OCMW Gent - VZW Weerwerk Werkingsjaar 2013 Subsidie ‘lenteprogramma – conventie 25% grote steden’

Deze samenwerkingsovereenkomst kadert binnen het Koninklijk Besluit van 17/10/2000, verschenen in het Belgisch Staatsblad op 22/11/2000, in uitvoering van het lenteprogramma van minister Johan Vande Lanotte, Minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie. Hierdoor komen extra middelen ter beschikking voor OCMW’s, die besteed kunnen worden aan het tewerkstellingsbeleid van het OCMW. Deze samenwerkingsovereenkomst neemt automatisch een einde wanneer het betreffend KB of de betreffende reglementering zou afgeschaft of gewijzigd worden. Tussen het O.C.M.W. Gent enerzijds, gevestigd te Gent, Onderbergen 86, vertegenwoordigd door de Heer Rudy CODDENS, Voorzitter, en de Heer Luc KUPERS, Secretaris, hierna genoemd opdrachtgever en VZW Weerwerk anderzijds, gevestigd te Mahatma Gandistraat 2A 9000 Gent, vertegenwoordigd door, Dhr. Damien VERSELE, Gedelegeerd Bestuurder, en Dhr. Guido MAERTENS coördinator, hierna genoemd opdrachthouder wordt het volgende overeengekomen :

Afdeling I : Algemene bepalingen m.b.t. de subsidiëring van het project Artikel 1 Het OCMW-Gent stelt middelen ter beschikking voor de bezoldiging van 1,5 FTE technisch instructeurs en werkingsmiddelen in het kader van het opleidings- en werkervaringsproject van het OTC zoals verder omschreven. Het betreft een bedrag van 59.494,44 euro voor de periode van 01/01/2013 tot 31/12/2013. Het bedrag van deze subsidie geldt onder voorbehoud en tot zolang de opdrachthouder recht opent op of de beschikking krijgt over bijkomende financiële middelen voor de begeleiding of omkadering van steungerechtigden, die in uitvoering van deze overeenkomst bij de opdrachthouder worden tewerkgesteld. In voorkomend geval zal een nieuwe samenwerkingsovereenkomst gesloten worden die de huidige samenwerkingsovereenkomst vervangt. Dit bedrag zal worden overgemaakt op de rekening van de opdrachthouder met als nummer 445-1654921-68

57/255 RMW - 12 februari 2013

1

Het bedrag van deze subsidie geldt onder voorbehoud en tot zolang de opdrachthouder recht opent op of de beschikking krijgt over bijkomende financiële middelen voor de begeleiding of omkadering van steungerechtigden, die in uitvoering van deze overeenkomst bij de opdrachthouder worden tewerkgesteld. Indien deze situatie zich voordoet, meldt de opdrachthouder dit onmiddellijk aan de opdrachtgever. Bij vaststelling van dubbelfinanciering wordt de subsidie stopgezet en in voorkomend geval voor periodes van dubbelfinanciering in het verleden teruggevorderd. Artikel 2 De opdrachthouder is zowel de juridische als de feitelijke werkgever van deze technisch instructeurs en draagt derhalve de volledige verantwoordelijkheid voor alle werkgeversverplichtingen die hun tewerkstelling met zich meebrengt. De opdrachthouder verbindt er zich toe aan de opdrachtgever alle inlichtingen te verstrekken i.v.m. de tewerkstelling en de uitvoering van de taken door de betrokken personeelsleden. Artikel 3 De opdrachtgever betaalt het in artikel 1 overeengekomen bedrag aan de opdrachthouder d.m.v. voorschotten als volgt uitbetaald : - 90 % van het aandeel na ondertekening overeenkomst; - 10 % na afloop van het projectjaar, indien de opdrachthouder alle verplichtingen is nagekomen en mits positieve evaluatie. - Het saldo van 10 % kan pas uitbetaald worden na een positieve evaluatie door de opdrachtgever van de afrekening. Hiertoe zendt de opdrachthouder zo spoedig mogelijk na afloop van de overeengekomen periode de verantwoordingsstukken naar het OCMW: een inhoudelijk en financieel verslag waarin de vzw onder meer verantwoordt wat er met de subsidie gefinancierd wordt en wat de meerwaarde is van het aanbod van de vzw aan het OCMW-cliënteel, rapportage over de maandelijkse bezetting van het vooropgestelde aantal tewerkgestelde doelgroepwerknemers, afrekening loon- en RSZ-staten, arbeidsovereenkomsten personeel, kopie facturen. - De opdrachtgever heeft het recht alle middelen terug te vorderen waarvoor geen verantwoordingsstukken worden voorgelegd. De opdrachthouder verbindt er zich toe alle bedragen waarvoor geen verantwoordingsstukken conform deze overeenkomst zijn voorgelegd, terug te storten. Artikel 4 De opdrachthouder verbindt er zich toe om, op vraag van de opdrachtgever, aan het OCMW de nodige administratieve en financiële stukken te bezorgen teneinde een financiële en inhoudelijke controle mogelijk te maken. De opdrachthouder rapporteert hiernaast om de drie maanden aan de opdrachtgever over de vooruitgang van het project. De opdrachthouder bezorgt bovendien uiterlijk 15 april 2013 aan de opdrachtgever een formele tussentijdse rapportage over de maandelijkse bezetting van het vooropgestelde aantal tewerkgestelde doelgroepwerknemers voor de periode oktober 2012 tot en met maart 2013.

Artikel 5 Ingeval zou blijken dat de overeenkomst niet uitgevoerd wordt zoals bepaald in deze overeenkomst en haar bijlagen, zal de opdrachtgever beslissen welke gevolgen hieraan gegeven worden. De opdrachtgever kan hierbij de betaling van de nog verschuldigde bedragen tijdelijk of definitief opschorten en de reeds uitgekeerde bedragen terugvorderen. De opdrachthouder zal ingelicht worden over de beslissing van de opdrachtgever.

58/255 RMW - 12 februari 2013

2

Artikel 6 De opdrachtgever kan in geen geval aansprakelijk gesteld worden voor schade aan personen of goederen die rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van de activiteiten met betrekking tot de uitvoering van deze overeenkomst. Artikel 7 In geval van betwisting is alleen de rechtbank van Gent bevoegd.

Afdeling II : Algemene bepalingen betreffende de projectinhoud Artikel 8 - Omschrijving van de doelgroep In ruil voor de terbeschikkingstelling van middelen door het OCMW-Gent verbindt de opdrachthouder zich ertoe tewerkstelling te bieden aan deelnemers uit de volgende doelgroep : - ALLE deelnemers zijn steungerechtigden van het OCMW van Gent, tewerkgesteld binnen art.60§7 van de organieke wet, in het kader van een werkstage of in het kader van de arbeidszorg. Uitkeringsgerechtigde werklozen vallen buiten de doelgroep.

-


Er wordt een minimale bezetting op jaarbasis vooropgesteld van gemiddeld 9 FTE tewerkgestelden per maand. Voor tewerkgestelden in het kader van de arbeidszorg geldt dat indien zij minstens één volledige dag per week aanwezig zijn dit telt als een halftijdse tewerkstelling. Van zodra een tewerkgestelde in het kader van de arbeidszorg drie dagen per week aanwezig is, telt dit als een voltijdse tewerkstelling. Indien de opdrachthouder zich niet aan deze minimumbezetting kan houden, dient zij de opdrachtgever hiervan tijdig op de hoogte te brengen, en te motiveren wat de redenen hiervoor zijn. Bij gebreke hieraan, of indien de opgegeven motieven ongegrond of onvoldoende zijn, zal dit als een wanprestatie beschouwd worden die aan de opdrachtgever het recht geeft het in artikel 1 vermelde bedrag proportioneel te herleiden in verhouding tot het niet bereiken van de bezettingsgraad. In voorkomend geval kunnen teveel betaalde sommen teruggevorderd worden. Artikel 9 - Toeleiding en selectie De algemene regel is dat de toeleiding van deelnemers aan het project gebeurt door het OTC. Een tweede selectie gebeurt door de VZW, die uitsluitend op basis van gegronde motieven een deelnemer kan weigeren. Indien de opdrachtgever oordeelt dat motieven voor de weigering van een deelnemer ongegrond of onvoldoende zijn, kan dit leiden tot het niet uitbetalen van het saldo van 10% van het in artikel 1 vermelde bedrag. Ook de VZW zelf kan kandidaten aanbrengen, die in dit geval voor de aanvang van hun tewerkstelling door het OTC dienen goedgekeurd te worden. Artikel 10 - Tewerkstelling art.60 en arbeidszorg Voor wat betreft de deelnemers aan het project die door het OCMW Gent zijn tewerkgesteld in het kader van art. 60§7 van de organieke wet, wordt een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen de

59/255 RMW - 12 februari 2013

3

opdrachtgever en de opdrachthouder. Alle bepalingen uit deze samenwerkingsovereenkomst zijn onverminderd van toepassing. Indien de vzw aanvullend een arbeidszorg-overeenkomst heeft (Vlaamse middelen), meer bepaald betreffende het decreet inzake sociale werkplaatsen, vragen wij een overzichtslijst van personen die ingediend zijn bij de Vlaamse Gemeenschap. Dit om dubbele subsidiëring te vermijden. Artikel 11 – Vooropleiding binnen de VZW (enkel van toepassing voor VZW’s met tewerkstellingsproject) 1. De deelnemers in vooropleiding tekenen een vrijwilligerscontract voor de aanvang van hun deelname in het project. Dit contract wordt tevens getekend door de VZW en door de verantwoordelijke van het OTC. Het omschrijft de taakinhoud, de uurregeling en de wederzijdse verplichtingen van betrokken partijen. 2. Het OCMW betaalt de forfaitaire onkostenvergoeding van € 5 per gepresteerde halve dag. Dit gebeurt maandelijks, na afloop van de voorbije maand. 3. De VZW dient een huishoudelijk reglement te hebben dat van toepassing is op de deelnemers in vooropleiding. 4. De VZW dient de noodzakelijke verzekeringen af te sluiten. Artikel 12 - Begeleiding Voor wat betreft de art.60§7 deelnemers wordt in de samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen de opdrachtgever en de opdrachthouder een regeling omtrent hun begeleiding uitgewerkt. De begeleiding van de andere deelnemers sluit hier zoveel mogelijk bij aan. De dagdagelijkse technische en sociale begeleiding van alle deelnemers gebeurt in elk geval door de VZW. Opgemaakt in twee exemplaren waarvan elke partij erkent er één ontvangen te hebben, Opgemaakt te Gent, dd. Voor de opdrachtgever,






60/255 RMW - 12 februari 2013

4


2013_RMW_00054

Gesubsidieerde vzw's- Ateljee - Evaluatie samenwerking met vzw Ateljee in 2012 en voorstel overeenkomst 2013 Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Op het einde van het werkingsjaar maken we een balans op van de samenwerking met de gesubsidieerde vzw’s. De vzw’s worden gesubsidieerd met middelen uit de herinvestering van patronale bijdragen van art.60 personeel - de middelen ‘Peeters’ - , middelen vanuit het Lenteprogramma Vande Lanotte en met reguliere middelen. Het principe is dat vzw’s gesubsidieerd worden voor de begeleiding van cliënten van OCMW Gent met een laag profiel, tewerkgesteld in het kader van art.60 van de organieke wet, in het kader van een werkstage of in het kader van arbeidszorg (ocmw-cliënten die mits een aanmoediging van 5 € per halve dag vrijwillig werken omdat zij contractuele arbeid niet aankunnen). De subsidie bedraagt € 39.662,96 per voltijdse technisch instructeur. Dit dekt namelijk de loon- en werkingskost van 1 technisch instructeur op voorwaarde dat de vzw op jaarbasis minimaal gemiddeld 6 voltijds tewerkgestelden per maand begeleid heeft. Indien dit niet het geval is, geeft dit het Gentse OCMW het recht de subsidie proportioneel te verminderen of de samenwerking te stoppen. VZW Ateljee krijgt subsidies voor 6 instructeurs. Vzw’s worden in twee schijven uitbetaald: 90% bij de aanvang en 10% na ontvangst van een inhoudelijk en financieel verslag. Het inhoudelijk en financieel verslag van de samenwerking in 2012, ingestuurd door de betreffende vzw, is als bijlage bij deze nota gevoegd. De samenwerkingsovereenkomst voor deze vzw ter goedkeuring voor 2013 is eveneens in bijlage aan deze nota gevoegd.

Motivering Gelet op het feit dat de huidige overeenkomsten lopen van 1 januari 2012 tot 31 december 2012; gelet op het feit dat voor werkjaar 2012 middelen Peeters voorzien waren t.b.v. € 198.314,80- en middelen VandeLanotte t.b.v . € 39.662,96- ; gelet op het feit dat in het Vast Bureau van 22 oktober 2007 werd beslist om voor deze evaluatie rekening te houden met de periode oktober 2011 tot en met september 2012; gelet op het feit dat voor de periode van oktober 2011 tot en met december 2011 een gemiddelde bezetting van minimaal 5 voltijdse tewerkgestelden per maand per instructeur vereist was, en voor de periode van januari 2012 tot en met september 2012 een bezetting van 6 voltijdsen per maand (wat voor de huidige evaluatieperiode een gemiddelde van 5,75 voltijdse tewerkgestelden per instructeur betekent); gelet op het feit dat bij de verlenging van de overeenkomst de evaluatie zal gaan over de periode van oktober 2012 tot en met september 2013, zodat steeds over een periode van een geheel jaar kan geëvalueerd worden; gelet op het feit dat de vereiste gemiddelde bezettingsgraad voor werkjaar 2012 werd behaald; gelet op het inhoudelijk evaluatieverslag in bijlage.



61/255 RMW - 12 februari 2013



Ja

Verbintenis:

Ja

Inkomsten Bedrag:

237977,76

Kostenplaats:


Categorie:


Commentaar

Zowel voor werkjaar 2012 als 2013 zijn subsidies voorzien: middelen Peeters: € 198.314,80 middelen Vande Lanotte: € 39.662,96


237977,76 Zowel voor werkjaar 2012 als 2013 zijn subsidies voorzien die worden overgedragen naar de vzw: - middelen Peeters: € 198.314,80 - middelen Vande Lanotte: € 39.662,96


Gunstig


Artikel 1 uitbetaling van de resterende 10% van de subsidies voor werkjaar 2012 en van de 90% voor werkjaar 2013.

Artikel 2 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 2: OVN_2013_Ateljee_VDL[1].doc Bijlage 3: OVN2013Ateljee_Peeters[1][1].doc

Bijlage(n) OVN_2013_Ateljee_VDL[1].doc OVN2013Ateljee_Peeters[1][1].doc

62/255 RMW - 12 februari 2013


Bijlage: OVN_2013_Ateljee_VDL[1].doc

63/255 RMW - 12 februari 2013

OVN_2013_Ateljee_VDL[1].doc

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST OCMW Gent - VZW Ateljee Sociaal Restaurant Welzijnsbureau Brugse Poort Werkingsjaar 2013 Subsidie ‘lenteprogramma – conventie 25% grote steden’ Deze samenwerkingsovereenkomst kadert binnen het Koninklijk Besluit van 17/10/2000, verschenen in het Belgisch Staatsblad op 22/11/2000, in uitvoering van het lenteprogramma van minister Johan Vande Lanotte, Minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie. Hierdoor komen extra middelen ter beschikking voor OCMW’s, die besteed kunnen worden aan het tewerkstellingsbeleid van het OCMW. Deze samenwerkingsovereenkomst neemt automatisch een einde wanneer het betreffend KB of de betreffende reglementering zou afgeschaft of gewijzigd worden. Tussen het O.C.M.W. Gent enerzijds, gevestigd te Gent, Onderbergen 86, vertegenwoordigd door de Heer …, Voorzitter, en de Heer Luc KUPERS, Secretaris, hierna genoemd opdrachtgever en vzw Ateljee, anderzijds, gevestigd te Vlaamse Kaai 10, 9000 Gent vertegenwoordigd door, Kris COENEGRACHTS, Voorzitter, en Josee VANDOORNE, Secretaris, hierna genoemd opdrachthouder wordt het volgende overeengekomen :

Afdeling I : Algemene bepalingen m.b.t. de subsidiëring van het project Artikel 1 Het OCMW-Gent stelt middelen ter beschikking voor de bezoldiging van 1 technisch instructeur en werkingsmiddelen in het kader van het project sociaal restaurant Welzijnsbureau Brugse Poort. Het betreft een bedrag van 39.662,96 euro voor de periode van 01/01/2013 tot 31/12/2013. Dit bedrag zal worden overgemaakt op de rekening van de opdrachthouder met als nummer 290-0268703-34 Het bedrag van deze subsidie geldt onder voorbehoud en tot zolang de opdrachthouder recht opent op of de beschikking krijgt over bijkomende financiële middelen voor de begeleiding of omkadering van steungerechtigden, die in uitvoering van deze overeenkomst bij de opdrachthouder worden tewerkgesteld. Indien deze situatie zich voordoet, meldt de opdrachthouder dit onmiddellijk aan de opdrachtgever. Bij vaststelling van dubbelfinanciering wordt de subsidie stopgezet en in voorkomend geval voor periodes van dubbelfinanciering in het verleden teruggevorderd.

64/255 RMW - 12 februari 2013

1


65/255 RMW - 12 februari 2013

2



-



66/255 RMW - 12 februari 2013

3




… Voorzitter

Kris COENEGRACHTS Voorzitter


Josee VANDOORNE Secretaris

67/255 RMW - 12 februari 2013

4


Bijlage: OVN2013Ateljee_Peeters[1][1].doc

68/255 RMW - 12 februari 2013

OVN2013Ateljee_Peeters[1][1].doc

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST OCMW Gent - VZW Ateljee Werkingsjaar 2013 Subsidie ‘KB 02/04/1998’ Deze samenwerkingsovereenkomst kadert binnen het Koninklijk Besluit van 2 april 1998 tot uitvoering van art. 33 van de wet van 22.12.1995, dat in art. 1 stelt dat de nieuwe financiële middelen, voortvloeiend uit de vrijstelling van werkgeversbijdragen bij tewerkstelling van personeel in het kader van art.60, volledig besteed dienen te worden aan het tewerkstellingsbeleid van het OCMW. Deze samenwerkingsovereenkomst neemt automatisch een einde wanneer het betreffend KB of de betreffende reglementering zou afgeschaft of gewijzigd worden. Tussen het O.C.M.W. Gent enerzijds, gevestigd te Gent, Onderbergen 86, vertegenwoordigd door de Heer …, Voorzitter, en de Heer Luc KUPERS, Secretaris, hierna genoemd opdrachtgever en vzw Ateljee, anderzijds, gevestigd te Vlaamse Kaai 10, 9000 Gent vertegenwoordigd door, Kris COENEGRACHTS, Voorzitter, en Josee VANDOORNE, Secretaris, hierna genoemd opdrachthouder wordt het volgende overeengekomen :

Afdeling I : Algemene bepalingen m.b.t. de subsidiëring van het project Artikel 1 Het OCMW-Gent stelt middelen ter beschikking voor de bezoldiging van 5 technisch instructeurs en werkingsmiddelen in het kader van het opleidings- en werkervaringsproject van het OTC zoals verder omschreven. Deze instructeurs zijn tewerkgesteld in volgende projecten: overname Smulteam, overname Landhuis, Kaaihuis, Amandla en Factorij. Het betreft een bedrag van 198.314,81 euro voor de periode van 01/01/2013 tot 31/12/2013 Dit bedrag zal worden overgemaakt op de rekening van de opdrachthouder met als nummer 290-0268703-34 Het bedrag van deze subsidie geldt onder voorbehoud en tot zolang de opdrachthouder recht opent op of de beschikking krijgt over bijkomende financiële middelen voor de begeleiding of omkadering van steungerechtigden, die in uitvoering van deze overeenkomst bij de opdrachthouder worden tewerkgesteld. Indien deze situatie zich voordoet, meldt de opdrachthouder dit onmiddellijk aan de opdrachtgever. Bij vaststelling van dubbelfinanciering wordt de subsidie stopgezet en in voorkomend geval voor periodes van dubbelfinanciering in het verleden teruggevorderd.

69/255 RMW - 12 februari 2013

1


70/255 RMW - 12 februari 2013

2



-



Indien de opdrachthouder zich niet aan deze minimumbezetting kan houden, dient zij de opdrachtgever hiervan tijdig op de hoogte te brengen, en te motiveren wat de redenen hiervoor zijn. Bij gebreke hieraan, of indien de opgegeven motieven ongegrond of onvoldoende zijn, zal dit als een wanprestatie beschouwd worden die aan de opdrachtgever het recht geeft het in artikel 1 vermelde bedrag proportioneel te herleiden in verhouding tot het niet bereiken van de bezettingsgraad. In voorkomend geval kunnen teveel betaalde sommen teruggevorderd worden. Artikel 9 - Toeleiding en selectie De algemene regel is dat de toeleiding van deelnemers aan het project gebeurt door het OTC. Een tweede selectie gebeurt door de VZW, die uitsluitend op basis van gegronde motieven een deelnemer kan weigeren. Indien de opdrachtgever oordeelt dat motieven voor de weigering van een deelnemer ongegrond of onvoldoende zijn, kan dit leiden tot het niet uitbetalen van het saldo van 10% van het in artikel 1 vermelde bedrag. Ook de VZW zelf kan kandidaten aanbrengen, die in dit geval voor de aanvang van hun tewerkstelling door het OTC dienen goedgekeurd te worden. Artikel 10 - Tewerkstelling art.60 en arbeidszorg Voor wat betreft de deelnemers aan het project die door het OCMW Gent zijn tewerkgesteld in het kader van art. 60§7 van de organieke wet, wordt een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen de opdrachtgever en de opdrachthouder. Alle bepalingen uit deze samenwerkingsovereenkomst zijn onverminderd van toepassing. Indien de vzw aanvullend een arbeidszorg-overeenkomst heeft (Vlaamse middelen), meer bepaald betreffende het decreet inzake sociale werkplaatsen, vragen wij een overzichtslijst van personen die ingediend zijn bij de Vlaamse Gemeenschap. Dit om dubbele subsidiëring te vermijden.

71/255 RMW - 12 februari 2013

3

Artikel 11 – Vooropleiding binnen de VZW (enkel van toepassing voor VZW’s met tewerkstellingsproject) 1. De deelnemers in vooropleiding tekenen een vrijwilligerscontract voor de aanvang van hun deelname in het project. Dit contract wordt tevens getekend door de VZW en door de verantwoordelijke van het OTC. Het omschrijft de taakinhoud, de uurregeling en de wederzijdse verplichtingen van betrokken partijen. 2. Het OCMW betaalt de forfaitaire onkostenvergoeding van € 5 per gepresteerde halve dag. Dit gebeurt maandelijks, na afloop van de voorbije maand. 3. De VZW dient een huishoudelijk reglement te hebben dat van toepassing is op de deelnemers in vooropleiding. 4. De VZW dient de noodzakelijke verzekeringen af te sluiten. Artikel 12 - Begeleiding Voor wat betreft de art.60§7 deelnemers wordt in de samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen de opdrachtgever en de opdrachthouder een regeling omtrent hun begeleiding uitgewerkt. De begeleiding van de andere deelnemers sluit hier zo veel mogelijk bij aan. De dagdagelijkse technische en sociale begeleiding van alle deelnemers gebeurt in elk geval door de VZW.



… Voorzitter

Kris COENEGRACHTS Voorzitter


Josee VANDOORNE Secretaris

72/255 RMW - 12 februari 2013

4


2013_RMW_00055

Vzw Compagnie De Sporen : evaluatie samenwerking in 2012 en voorstel overeenkomst 2013 Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Op het einde van het werkjaar maken we een balans op van de samenwerking met de gesubsidieerde vzw’s. De vzw’s worden gesubsidieerd met middelen uit de herinvestering van patronale bijdragen van art.60 personeel - de middelen ‘Peeters’, middelen vanuit het Lenteprogramma Vande Lanotte en met reguliere middelen. Het principe is dat vzw’s gesubsidieerd worden voor de begeleiding van cliënten van OCMW Gent met een laag profiel, tewerkgesteld in het kader van art.60 van de organieke wet, in het kader van een werkstage of in het kader van arbeidszorg (ocmw-cliënten die mits een aanmoediging van 5 € per halve dag vrijwillig werken omdat zij contractuele arbeid niet aankunnen). De subsidie bedraagt € 39.662,96 per voltijdse technisch instructeur. Dit dekt namelijk de loon- en werkingskosten van 1 technisch instructeur op voorwaarde dat de vzw op jaarbasis minimaal gemiddeld 6 voltijds tewerkgestelden per maand begeleid heeft. Indien dit niet het geval is, wordt de subsidie proportioneel verminderd of wordt de samenwerking stopgezet. Vzw’s worden in twee schijven uitbetaald: 90% bij de aanvang en 10% na ontvangst van een inhoudelijk en financieel verslag. Het inhoudelijk en financieel verslag van de samenwerking in 2012, ingestuurd door de betreffende vzw, is als bijlage bij deze nota gevoegd. De samenwerkingsovereenkomst voor deze vzw ter goedkeuring voor 2013 is eveneens in bijlage aan deze nota gevoegd.

Motivering Gelet op het feit dat de huidige overeenkomst loopt van 1/01/2012 tot 31/12/2012; gelet op het feit dat voor werkjaar 2012 middelen Peeters voorzien waren t.b.v. € 39.662,96; gelet op het feit dat in het Vast Bureau van 22 oktober 2007 werd beslist om voor deze evaluatie rekening te houden met de periode oktober 2011 tot en met september 2012; gelet op het feit dat voor de periode van oktober tot en met december 2011 een bezetting van minimaal 5 voltijdse tewerkgestelden per maand vereist was, en voor de periode van januari tot en met september 2012 een bezetting van 6 voltijds tewerkgestelden (wat voor huidige evaluatieperiode een gemiddelde vereiste bezetting van 5,75 voltijds tewerkgestelden per instructeur betekent); gelet op het feit dat bij de verlenging van de overeenkomst de evaluatie zal gaan over de periode van oktober 2012 tot en met september 2013, zodat steeds over een periode van een geheel jaar kan geëvalueerd worden; gelet op het feit dat de gemiddelde vereiste bezettingsgraad voor het jaar 2012 werd behaald; gelet op het inhoudelijk evaluatieverslag in bijlage.



Financiële informatie Exploitatie

73/255 RMW - 12 februari 2013


Gebudgetteerd:

Ja

Verbintenis:

Ja

Inkomsten Bedrag:

39662,96

Kostenplaats:


Categorie:


Commentaar

Zowel voor werkingsjaar 2012 als 2013 zijn er € 39.662,96 subsidies voorzien met middelen Peeters.


39662,96 Zowel voor werkjaar 2011 als 2012 zijn er € 39.662,96 subsidies voorzien met middelen Peeters die worden overgedragen aan de vzw.


Gunstig


Artikel 1 Uitbetaling van de resterende 10 % van de subsidies voor werkjaar 2012 en van de 90% voor werkjaar 2013.

Artikel 2 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 2: OKnov2013PeetersCompagnieDS.doc

Bijlage(n) OKnov2013PeetersCompagnieDS.doc

74/255 RMW - 12 februari 2013


Bijlage: OKnov2013PeetersCompagnieDS.doc

75/255 RMW - 12 februari 2013

OKnov2013PeetersCompagnieDS.doc

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST OCMW Gent - vzw Zagan - Compagnie de Sporen Werkingsjaar 2013 Subsidie ‘KB 02/04/1998’ Deze samenwerkingsovereenkomst kadert binnen het Koninklijk Besluit van 2 april 1998 tot uitvoering van art. 33 van de wet van 22.12.1995, dat in art. 1 stelt dat de nieuwe financiële middelen, voortvloeiend uit de vrijstelling van werkgeversbijdragen bij tewerkstelling van personeel in het kader van art.60, volledig besteed dienen te worden aan het tewerkstellingsbeleid van het OCMW. Deze samenwerkingsovereenkomst neemt automatisch een einde wanneer het betreffend KB of de betreffende reglementering zou afgeschaft of gewijzigd worden. Tussen het O.C.M.W. Gent enerzijds, gevestigd te Gent, Onderbergen 86, vertegenwoordigd door de heer …, Voorzitter, en de heer Luc KUPERS, Secretaris, hierna genoemd opdrachtgever en vzw Zagan - Compagnie de Sporen anderzijds, gevestigd te Gent, Maïsstraat 10, vertegenwoordigd door de heer Luc DE SCHEPPER, Voorzitter, en mevrouw Sylvie Enzlin , Coördinator, hierna genoemd opdrachthouder wordt het volgende overeengekomen :

Afdeling I : Algemene bepalingen m.b.t. de subsidiëring van het project Artikel 1 Het OCMW-Gent stelt middelen ter beschikking voor de bezoldiging van 1 technisch instructeur en werkingsmiddelen in het kader van het opleidings- en werkervaringsproject van het OTC zoals verder omschreven. Het betreft een bedrag van 39.662,96 euro voor de periode van 01/01/2013 tot 31/12/2013. Dit bedrag zal worden overgemaakt op de rekening van de opdrachthouder met als nummer 445-3544551-41 Het bedrag van deze subsidie geldt onder voorbehoud en tot zolang de opdrachthouder recht opent op of de beschikking krijgt over bijkomende financiële middelen voor de begeleiding of omkadering van steungerechtigden, die in uitvoering van deze overeenkomst bij de opdrachthouder worden tewerkgesteld. Indien deze situatie zich voordoet, meldt de opdrachthouder dit onmiddellijk aan de opdrachtgever. Bij vaststelling van dubbelfinanciering wordt de subsidie stopgezet en in voorkomend geval voor periodes van dubbelfinanciering in het verleden teruggevorderd.

76/255 RMW - 12 februari 2013

1


77/255 RMW - 12 februari 2013

2



-



78/255 RMW - 12 februari 2013

3




…, Voorzitter

Luc DE SCHEPPER Voorzitter

Luc KUPERS,

Sylvie Enzlin Coördinator

Secretaris

79/255 RMW - 12 februari 2013

4


2013_RMW_00056

Evaluatie samenwerking met vzw Open Plaats in 2012 en voorstel overeenkomst 2013

Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Op het einde van het werkjaar maken we een balans op van de samenwerking met de gesubsidieerde vzw’s. De vzw’s worden gesubsidieerd met middelen uit de herinvestering van patronale bijdragen van art.60 personeel - de middelen ‘Peeters’ - , middelen vanuit het Lenteprogramma Vande Lanotte en met reguliere middelen. Het principe is dat vzw’s gesubsidieerd worden voor de begeleiding van cliënten van OCMW Gent met een laag profiel, tewerkgesteld in het kader van art.60 van de organieke wet, in het kader van een werkstage of in het kader van arbeidszorg (ocmw-cliënten die mits een aanmoediging van 5 € per halve dag vrijwillig werken omdat zij contractuele arbeid niet aankunnen). De subsidie bedraagt € 39.662,96 per voltijdse technisch instructeur. Dit dekt namelijk de loon- en werkingskost van 1 technisch instructeur op voorwaarde dat de vzw op jaarbasis minimaal gemiddeld 6 voltijds tewerkgestelden per maand begeleid heeft. Indien dit niet het geval is, wordt de subsidie proportioneel verminderd of wordt de samenwerking stopgezet. Vzw Open Plaats krijgt subsidies voor 4 instructeurs. Vzw’s worden in twee schijven uitbetaald: 90% bij de aanvang en 10% na ontvangst van een inhoudelijk en financieel verslag. Het inhoudelijk en financieel verslag van de samenwerking in 2012, ingestuurd door de betreffende vzw, is als bijlage bij deze nota gevoegd. De samenwerkingsovereenkomsten voor deze vzw ter goedkeuring voor 2013 zijn eveneens in bijlage aan deze nota gevoegd.

Motivering Gelet op het feit dat de huidige overeenkomst loopt van 1/01/2012 tot 31/12/2012; gelet op het feit dat voor werkjaar 2012 middelen Peeters voorzien waren t.b.v. € 39.662,96- , middelen VandeLanotte t.b.v. € 79.325,92- en reguliere middelen t.b.v. € 39.662,96; gelet op het feit dat in het Vast Bureau van 22/10/07 werd beslist om voor deze evaluatie rekening te houden met de periode oktober 2011 tot en met september 2012; gelet op het feit dat voor de periode van oktober 2011 tot en met december 2011 een bezetting van minimaal 5 voltijdse tewerkgestelden per maand vereist was, en voor de periode van januari 2012 tot en met september 2012 een bezetting van 6 voltijdsen (wat voor huidige evaluatieperiode een gemiddelde van 5,75 voltijdse tewerkgestelden per instructeur betekent); gelet op het feit dat bij de verlenging van de overeenkomst de evaluatie zal gaan over de periode van oktober 2012 tot en met september 2013, zodat steeds over een periode van een geheel jaar kan geëvalueerd worden; gelet op het feit dat de vereiste bezettingsgraad werd behaald; gelet op het inhoudelijk en financieel evaluatieverslag in bijlage.



Financiële informatie

80/255 RMW - 12 februari 2013


Exploitatie Gebudgetteerd:

Ja

Verbintenis:

Ja

Inkomsten Bedrag:

118988,88

Kostenplaats:


Categorie:


Commentaar

zowel voor werkjaar 2012 als 2013 zijn subsidies voorzien: Middelen Peeters: € 39.662,96 middelen VandeLanotte:€ 79.325,92


158651,84 zowel voor werkjaar 2012 als 2013 zijn subsidies voorzien die worden overgedragen aan de vzw en aangevuld met reguliere middelen: Middelen Peeters: € 39.662,96 middelen VandeLanotte:€ 79.325,92 reguliere middelen: € 39.662,96


Gunstig



Artikel 2 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 2: OKN2013PeetersKWBrugsePoort[1].doc Bijlage 3: OKN2013regulierKWBrugsePoort[1].doc Bijlage 4: OKN2013VDLKWBrugsePoort[1].doc

Bijlage(n) OKN2013PeetersKWBrugsePoort[1].doc OKN2013regulierKWBrugsePoort[1].doc OKN2013VDLKWBrugsePoort[1].doc

81/255 RMW - 12 februari 2013


Bijlage: OKN2013PeetersKWBrugsePoort[1].doc

82/255 RMW - 12 februari 2013

OKN2013PeetersKWBrugsePoort[1].doc

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST OCMW Gent - VZW Een Open Plaats Departement Kringloopwinkel Brugse Poort Werkingsjaar 2013-Subsidie ‘KB 02/04/1998’ Deze samenwerkingsovereenkomst kadert binnen het Koninklijk Besluit van 2 april 1998 tot uitvoering van art. 33 van de wet van 22.12.1995, dat in art. 1 stelt dat de nieuwe financiële middelen, voortvloeiend uit de vrijstelling van werkgeversbijdragen bij tewerkstelling van personeel in het kader van art.60, volledig besteed dienen te worden aan het tewerkstellingsbeleid van het OCMW. Deze samenwerkingsovereenkomst neemt automatisch een einde wanneer het betreffend KB of de betreffende reglementering zou afgeschaft of gewijzigd worden. Tussen het O.C.M.W. Gent enerzijds, gevestigd te Gent, Onderbergen 86, vertegenwoordigd door de heer …, Voorzitter, en de heer Luc KUPERS, Secretaris, hierna genoemd opdrachtgever en vzw Kringloopwinkel Brugse Poort anderzijds, gevestigd te St. Jan Baptiststraat 11, 9000 Gent vertegenwoordigd door, Luc CRIEL, Voorzitter, en, Herman PIQUEUR, Secretaris, hierna genoemd opdrachthouder wordt het volgende overeengekomen :

Afdeling I : Algemene bepalingen m.b.t. de subsidiëring van het project Artikel 1 Het OCMW-Gent stelt middelen ter beschikking voor de bezoldiging van 1 technisch instructeur en werkingsmiddelen in het kader van het opleidings- en werkervaringsproject van het OTC zoals verder omschreven. Het betreft een bedrag van 39.662,96 euro (1.600.000 Bef) voor de periode van 01/01/2013 tot 31/12/2013. Dit bedrag zal worden overgemaakt op de rekening van de opdrachthouder met als nummer 290-0200988-25. Het bedrag van deze subsidie geldt onder voorbehoud en tot zolang de opdrachthouder recht opent op of de beschikking krijgt over bijkomende financiële middelen voor de begeleiding of omkadering van steungerechtigden, die in uitvoering van deze overeenkomst bij de opdrachthouder worden tewerkgesteld. Indien deze situatie zich voordoet, meldt de opdrachthouder dit onmiddellijk aan de

83/255 RMW - 12 februari 2013

1

opdrachtgever. Bij vaststelling van dubbelfinanciering wordt de subsidie stopgezet en in voorkomend geval voor periodes van dubbelfinanciering in het verleden teruggevorderd. Artikel 2 De opdrachthouder is zowel de juridische als de feitelijke werkgever van deze technisch instructeurs en draagt derhalve de volledige verantwoordelijkheid voor alle werkgeversverplichtingen die hun tewerkstelling met zich meebrengt. De opdrachthouder verbindt er zich toe aan de opdrachtgever alle inlichtingen te verstrekken i.v.m. de tewerkstelling en de uitvoering van de taken door de betrokken personeelsleden. Artikel 3 De opdrachtgever betaalt het in artikel 1 overeengekomen bedrag aan de opdrachthouder d.m.v. voorschotten als volgt uitbetaald : - 90 % van het aandeel na ondertekening overeenkomst; - 10 % na afloop van het projectjaar, indien de opdrachthouder alle verplichtingen is nagekomen en mits positieve evaluatie. - Het saldo van 10 % kan pas uitbetaald worden na een positieve evaluatie door de opdrachtgever van de afrekening. Hiertoe zendt de opdrachthouder zo spoedig mogelijk na afloop van de overeengekomen periode de verantwoordingsstukken naar het OCMW: een inhoudelijk en financieel verslag waarin de vzw onder meer verantwoordt wat er met de subsidie gefinancierd wordt en wat de meerwaarde is van het aanbod van de vzw aan het OCMW-cliënteel, rapportage over de maandelijkse bezetting van het vooropgestelde aantal tewerkgestelde doelgroepwerknemers, afrekening loon- en RSZ-staten, arbeidsovereenkomsten personeel, kopie facturen. - De opdrachtgever heeft het recht alle middelen terug te vorderen waarvoor geen verantwoordingsstukken worden voorgelegd. De opdrachthouder verbindt er zich toe alle bedragen waarvoor geen verantwoordingsstukken conform deze overeenkomst zijn voorgelegd, terug te storten. Artikel 4 De opdrachthouder verbindt er zich toe om, op vraag van de opdrachtgever, aan het OCMW de nodige administratieve en financiële stukken te bezorgen teneinde een financiële en inhoudelijke controle mogelijk te maken. De opdrachthouder rapporteert hiernaast om de drie maanden aan de opdrachtgever over de vooruitgang van het project. De opdrachthouder bezorgt bovendien uiterlijk 15 april 2013 aan de opdrachtgever een formele tussentijdse rapportage over de maandelijkse bezetting van het vooropgestelde aantal tewerkgestelde doelgroepwerknemers voor de periode oktober 2012 tot en met maart 2013. Artikel 5 Ingeval zou blijken dat de overeenkomst niet uitgevoerd wordt zoals bepaald in deze overeenkomst en haar bijlagen, zal de opdrachtgever beslissen welke gevolgen hieraan gegeven worden. De opdrachtgever kan hierbij de betaling van de nog verschuldigde bedragen tijdelijk of definitief opschorten en de reeds uitgekeerde bedragen terugvorderen. De opdrachthouder zal ingelicht worden over de beslissing van de opdrachtgever. Artikel 6 De opdrachtgever kan in geen geval aansprakelijk gesteld worden voor schade aan personen of goederen die rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van de activiteiten met betrekking tot de uitvoering van deze overeenkomst. Artikel 7

84/255 RMW - 12 februari 2013

2

In geval van betwisting is alleen de rechtbank van Gent bevoegd.



-



Indien de opdrachthouder zich niet aan deze minimumbezetting kan houden, dient zij de opdrachtgever hiervan tijdig op de hoogte te brengen, en te motiveren wat de redenen hiervoor zijn. Bij gebreke hieraan, of indien de opgegeven motieven ongegrond of onvoldoende zijn, zal dit als een wanprestatie beschouwd worden die aan de opdrachtgever het recht geeft het in artikel 1 vermelde bedrag proportioneel te herleiden in verhouding tot het niet bereiken van de bezettingsgraad. In voorkomend geval kunnen teveel betaalde sommen teruggevorderd worden. Artikel 9 - Toeleiding en selectie De algemene regel is dat de toeleiding van deelnemers aan het project gebeurt door het OTC. Een tweede selectie gebeurt door de VZW, die uitsluitend op basis van gegronde motieven een deelnemer kan weigeren. Indien de opdrachtgever oordeelt dat motieven voor de weigering van een deelnemer ongegrond of onvoldoende zijn, kan dit leiden tot het niet uitbetalen van het saldo van 10% van het in artikel 1 vermelde bedrag. Ook de VZW zelf kan kandidaten aanbrengen, die in dit geval voor de aanvang van hun tewerkstelling door het OTC dienen goedgekeurd te worden. Artikel 10 - Tewerkstelling art.60 en arbeidszorg Voor wat betreft de deelnemers aan het project die door het OCMW Gent zijn tewerkgesteld in het kader van art. 60§7 van de organieke wet, wordt een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen de opdrachtgever en de opdrachthouder. Alle bepalingen uit deze samenwerkingsovereenkomst zijn onverminderd van toepassing.

85/255 RMW - 12 februari 2013

3

Indien de vzw aanvullend een arbeidszorg-overeenkomst heeft (Vlaamse middelen), meer bepaald betreffende het decreet inzake sociale werkplaatsen, vragen wij een overzichtslijst van personen die ingediend zijn bij de Vlaamse Gemeenschap. Dit om dubbele subsidiëring te vermijden. Artikel 11 – Vooropleiding binnen de VZW (enkel van toepassing voor VZW’s met tewerkstellingsproject) 1. De deelnemers in vooropleiding tekenen een vrijwilligerscontract voor de aanvang van hun deelname in het project. Dit contract wordt tevens getekend door de VZW en door de verantwoordelijke van het OTC. Het omschrijft de taakinhoud, de uurregeling en de wederzijdse verplichtingen van betrokken partijen. 2. Het OCMW betaalt de forfaitaire onkostenvergoeding van € 5 per gepresteerde halve dag. Dit gebeurt maandelijks, na afloop van de voorbije maand. 3. De VZW dient een huishoudelijk reglement te hebben dat van toepassing is op de deelnemers in vooropleiding. 4. De VZW dient de noodzakelijke verzekeringen af te sluiten.




… Voorzitter

Luc CRIEL Voorzitter


Herman PIQUEUR Secretaris

86/255 RMW - 12 februari 2013

4


Bijlage: OKN2013regulierKWBrugsePoort[1].doc

87/255 RMW - 12 februari 2013

OKN2013regulierKWBrugsePoort[1].doc

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST OCMW Gent - VZW Een Open plaats Departement Kringloopwinkel Brugse Poort Werkingsjaar 2013

Tussen het O.C.M.W. Gent enerzijds, gevestigd te Gent, Onderbergen 86, vertegenwoordigd door de heer …, Voorzitter, en de heer Luc KUPERS, Secretaris, hierna genoemd opdrachtgever en vzw Kringloopwinkel Brugse Poort anderzijds, gevestigd te St. Jan Baptiststraat 11, 9000 Gent vertegenwoordigd door, Luc CRIEL, Voorzitter, en, Herman PIQUEUR, Secretaris, hierna genoemd opdrachthouder wordt het volgende overeengekomen :

Afdeling I : Algemene bepalingen m.b.t. de subsidiëring van het project Artikel 1 Het OCMW-Gent stelt middelen ter beschikking voor de bezoldiging van 1 technisch instructeur en werkingsmiddelen in het kader van het opleidings- en werkervaringsproject van het OTC zoals verder omschreven. Het betreft een bedrag van 39.662,96 euro voor de periode van 01/01/2013 tot 31/12/2013. Dit bedrag zal worden overgemaakt op de rekening van de opdrachthouder met als nummer 290-0200988-25. Het bedrag van deze subsidie geldt onder voorbehoud en tot zolang de opdrachthouder recht opent op of de beschikking krijgt over bijkomende financiële middelen voor de begeleiding of omkadering van steungerechtigden, die in uitvoering van deze overeenkomst bij de opdrachthouder worden tewerkgesteld. Indien deze situatie zich voordoet, meldt de opdrachthouder dit onmiddellijk aan de opdrachtgever. Bij vaststelling van dubbelfinanciering wordt de subsidie stopgezet en in voorkomend geval voor periodes van dubbelfinanciering in het verleden teruggevorderd. Artikel 2 De opdrachthouder is zowel de juridische als de feitelijke werkgever van deze technisch instructeurs en draagt derhalve de volledige verantwoordelijkheid voor alle werkgeversverplichtingen die hun tewerkstelling met zich meebrengt.

88/255 RMW - 12 februari 2013

1

De opdrachthouder verbindt er zich toe aan de opdrachtgever alle inlichtingen te verstrekken i.v.m. de tewerkstelling en de uitvoering van de taken door de betrokken personeelsleden. Artikel 3 De opdrachtgever betaalt het in artikel 1 overeengekomen bedrag aan de opdrachthouder d.m.v. voorschotten als volgt uitbetaald : - 90 % van het aandeel na ondertekening overeenkomst; - 10 % na afloop van het projectjaar, indien de opdrachthouder alle verplichtingen is nagekomen en mits positieve evaluatie. - Het saldo van 10 % kan pas uitbetaald worden na een positieve evaluatie door de opdrachtgever van de afrekening. Hiertoe zendt de opdrachthouder zo spoedig mogelijk na afloop van de overeengekomen periode de verantwoordingsstukken naar het OCMW: een inhoudelijk en financieel verslag waarin de vzw onder meer verantwoordt wat er met de subsidie gefinancierd wordt en wat de meerwaarde is van het aanbod van de vzw aan het OCMW-cliënteel, rapportage over de maandelijkse bezetting van het vooropgestelde aantal tewerkgestelde doelgroepwerknemers, afrekening loon- en RSZ-staten, arbeidsovereenkomsten personeel, kopie facturen. - De opdrachtgever heeft het recht alle middelen terug te vorderen waarvoor geen verantwoordingsstukken worden voorgelegd. De opdrachthouder verbindt er zich toe alle bedragen waarvoor geen verantwoordingsstukken conform deze overeenkomst zijn voorgelegd, terug te storten. Artikel 4 De opdrachthouder verbindt er zich toe om, op vraag van de opdrachtgever, aan het OCMW de nodige administratieve en financiële stukken te bezorgen teneinde een financiële en inhoudelijke controle mogelijk te maken. De opdrachthouder rapporteert hiernaast om de drie maanden aan de opdrachtgever over de vooruitgang van het project. De opdrachthouder bezorgt bovendien uiterlijk 15 april 2013 aan de opdrachtgever een formele tussentijdse rapportage over de maandelijkse bezetting van het vooropgestelde aantal tewerkgestelde doelgroepwerknemers voor de periode oktober 2012 tot en met maart 2013. Artikel 5 Ingeval zou blijken dat de overeenkomst niet uitgevoerd wordt zoals bepaald in deze overeenkomst en haar bijlagen, zal de opdrachtgever beslissen welke gevolgen hieraan gegeven worden. De opdrachtgever kan hierbij de betaling van de nog verschuldigde bedragen tijdelijk of definitief opschorten en de reeds uitgekeerde bedragen terugvorderen. De opdrachthouder zal ingelicht worden over de beslissing van de opdrachtgever. Artikel 6 De opdrachtgever kan in geen geval aansprakelijk gesteld worden voor schade aan personen of goederen die rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van de activiteiten met betrekking tot de uitvoering van deze overeenkomst. Artikel 7 In geval van betwisting is alleen de rechtbank van Gent bevoegd.

89/255 RMW - 12 februari 2013

2



-


Er wordt een minimale bezetting op jaarbasis vooropgesteld van gemiddeld 6 voltijdse tewerkgestelden per maand. Voor tewerkgestelden in het kader van de arbeidszorg geldt dat indien zij minstens één volledige dag per week aanwezig zijn dit telt als een halftijdse tewerkstelling. Van zodra een tewerkgestelde in het kader van de arbeidszorg drie dagen per week aanwezig is, telt dit als een voltijdse tewerkstelling. Indien de opdrachthouder zich niet aan deze minimumbezetting kan houden, dient zij de opdrachtgever hiervan tijdig op de hoogte te brengen, en te motiveren wat de redenen hiervoor zijn. Bij gebreke hieraan, of indien de opgegeven motieven ongegrond of onvoldoende zijn, zal dit als een wanprestatie beschouwd worden die aan de opdrachtgever het recht geeft het in artikel 1 vermelde bedrag proportioneel te herleiden in verhouding tot het niet bereiken van de bezettingsgraad. In voorkomend geval kunnen teveel betaalde sommen teruggevorderd worden. Artikel 9 - Toeleiding en selectie De algemene regel is dat de toeleiding van deelnemers aan het project gebeurt door het OTC. Een tweede selectie gebeurt door de VZW, die uitsluitend op basis van gegronde motieven een deelnemer kan weigeren. Indien de opdrachtgever oordeelt dat motieven voor de weigering van een deelnemer ongegrond of onvoldoende zijn, kan dit leiden tot het niet uitbetalen van het saldo van 10% van het in artikel 1 vermelde bedrag. Ook de VZW zelf kan kandidaten aanbrengen, die in dit geval voor de aanvang van hun tewerkstelling door het OTC dienen goedgekeurd te worden Artikel 10 - Tewerkstelling art.60 en arbeidszorg Voor wat betreft de deelnemers aan het project die door het OCMW Gent zijn tewerkgesteld in het kader van art. 60§7 van de organieke wet, wordt een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen de opdrachtgever en de opdrachthouder. Alle bepalingen uit deze samenwerkingsovereenkomst zijn onverminderd van toepassing. Indien de vzw aanvullend een arbeidszorg-overeenkomst heeft (Vlaamse middelen), meer bepaald betreffende het decreet inzake sociale werkplaatsen, vragen wij een overzichtslijst van personen die ingediend zijn bij de Vlaamse Gemeenschap. Dit om dubbele subsidiëring te vermijden. Artikel 11 – Vooropleiding binnen de VZW (enkel van toepassing voor VZW’s met tewerkstellingsproject)

90/255 RMW - 12 februari 2013

3




… Voorzitter




91/255 RMW - 12 februari 2013

4


Bijlage: OKN2013VDLKWBrugsePoort[1].doc

92/255 RMW - 12 februari 2013

OKN2013VDLKWBrugsePoort[1].doc

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST OCMW Gent - VZW Een Open Plaats Departement Kringloopwinkel Brugse Poort Werkingsjaar 2013 Subsidie ‘lenteprogramma – conventie 25% grote steden’

Deze samenwerkingsovereenkomst kadert binnen het Koninklijk Besluit van 17/10/2000, verschenen in het Belgisch Staatsblad op 22/11/2000, in uitvoering van het lenteprogramma van minister Johan Vande Lanotte, Minister van Begroting, Maatschappelijke Integratie en Sociale Economie. Hierdoor komen extra middelen ter beschikking voor OCMW’s, die besteed kunnen worden aan het tewerkstellingsbeleid van het OCMW. Deze samenwerkingsovereenkomst neemt automatisch een einde wanneer het betreffend KB of de betreffende reglementering zou afgeschaft of gewijzigd worden. Tussen het O.C.M.W. Gent enerzijds, gevestigd te Gent, Onderbergen 86, vertegenwoordigd door de heer …, Voorzitter, en de heer Luc KUPERS, Secretaris, hierna genoemd opdrachtgever en vzw Kringloopwinkel Brugse Poort anderzijds, gevestigd te St. Jan Baptiststraat 11, 9000 Gent vertegenwoordigd door, Kris COENEGRACHTS, Voorzitter, en, Josee VANDOORNE Secretaris, hierna genoemd opdrachthouder wordt het volgende overeengekomen :

Afdeling I : Algemene bepalingen m.b.t. de subsidiëring van het project Artikel 1 Het OCMW-Gent stelt middelen ter beschikking voor de bezoldiging van 2 technisch instructeurs en werkingsmiddelen in het kader van het opleidings- en werkervaringsproject van het OTC zoals verder omschreven. Het betreft een bedrag van 79.325,92 euro voor de periode van 01/01/2013 tot 31/12/2013. Dit bedrag zal worden overgemaakt op de rekening van de opdrachthouder met als nummer 290-0200988-25. Het bedrag van deze subsidie geldt onder voorbehoud en tot zolang de opdrachthouder recht opent op of de beschikking krijgt over bijkomende financiële middelen voor de begeleiding of omkadering van steungerechtigden, die in uitvoering van deze overeenkomst bij de opdrachthouder worden

93/255 RMW - 12 februari 2013

1

tewerkgesteld. Indien deze situatie zich voordoet, meldt de opdrachthouder dit onmiddellijk aan de opdrachtgever. Bij vaststelling van dubbelfinanciering wordt de subsidie stopgezet en in voorkomend geval voor periodes van dubbelfinanciering in het verleden teruggevorderd.

Artikel 2 De opdrachthouder is zowel de juridische als de feitelijke werkgever van deze technisch instructeurs en draagt derhalve de volledige verantwoordelijkheid voor alle werkgeversverplichtingen die hun tewerkstelling met zich meebrengt. De opdrachthouder verbindt er zich toe aan de opdrachtgever alle inlichtingen te verstrekken i.v.m. de tewerkstelling en de uitvoering van de taken door de betrokken personeelsleden. Artikel 3 De opdrachtgever betaalt het in artikel 1 overeengekomen bedrag aan de opdrachthouder d.m.v. voorschotten als volgt uitbetaald : - 90 % van het aandeel na ondertekening overeenkomst; - 10 % na afloop van het projectjaar, indien de opdrachthouder alle verplichtingen is nagekomen en mits positieve evaluatie. - Het saldo van 10 % kan pas uitbetaald worden na een positieve evaluatie door de opdrachtgever van de afrekening. Hiertoe zendt de opdrachthouder zo spoedig mogelijk na afloop van de overeengekomen periode de verantwoordingsstukken naar het OCMW: een inhoudelijk en financieel verslag waarin de vzw onder meer verantwoordt wat er met de subsidie gefinancierd wordt en wat de meerwaarde is van het aanbod van de vzw aan het OCMW-cliënteel, rapportage over de maandelijkse bezetting van het vooropgestelde aantal tewerkgestelde doelgroepwerknemers, afrekening loon- en RSZ-staten, arbeidsovereenkomsten personeel, kopie facturen. - De opdrachtgever heeft het recht alle middelen terug te vorderen waarvoor geen verantwoordingsstukken worden voorgelegd. De opdrachthouder verbindt er zich toe alle bedragen waarvoor geen verantwoordingsstukken conform deze overeenkomst zijn voorgelegd, terug te storten. Artikel 4 De opdrachthouder verbindt er zich toe om, op vraag van de opdrachtgever, aan het OCMW de nodige administratieve en financiële stukken te bezorgen teneinde een financiële en inhoudelijke controle mogelijk te maken. De opdrachthouder rapporteert hiernaast om de drie maanden aan de opdrachtgever over de vooruitgang van het project. De opdrachthouder bezorgt bovendien uiterlijk 15 april 2013 aan de opdrachtgever een formele tussentijdse rapportage over de maandelijkse bezetting van het vooropgestelde aantal tewerkgestelde doelgroepwerknemers voor de periode oktober 2012 tot en met maart 2013. Artikel 5 Ingeval zou blijken dat de overeenkomst niet uitgevoerd wordt zoals bepaald in deze overeenkomst en haar bijlagen, zal de opdrachtgever beslissen welke gevolgen hieraan gegeven worden. De opdrachtgever kan hierbij de betaling van de nog verschuldigde bedragen tijdelijk of definitief opschorten en de reeds uitgekeerde bedragen terugvorderen. De opdrachthouder zal ingelicht worden over de beslissing van de opdrachtgever.

94/255 RMW - 12 februari 2013

2

Artikel 6 De opdrachtgever kan in geen geval aansprakelijk gesteld worden voor schade aan personen of goederen die rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van de activiteiten met betrekking tot de uitvoering van deze overeenkomst. Artikel 7 In geval van betwisting is alleen de rechtbank van Gent bevoegd.


-

ALLE deelnemers zijn steungerechtigden van het OCMW van Gent, tewerkgesteld binnen art.60§7 van de organieke wet, in het kader van een werkstage of in het kader van de arbeidszorg. Uitkeringsgerechtigde werklozen vallen buiten de doelgroep. Steungerechtigden met een hoog profiel komen niet in aanmerking voor het bezettingsaantal en worden niet gesubsidieerd. Het gaat bijgevolg uitsluitend om tewerkgestelden met een behoefte aan intense sociale en technische begeleiding.

Er wordt een minimale bezetting op jaarbasis vooropgesteld van gemiddeld 12 voltijdse tewerkgestelden per maand. Voor tewerkgestelden in het kader van de arbeidszorg geldt dat indien zij minstens één volledige dag per week aanwezig zijn dit telt als een halftijdse tewerkstelling. Van zodra een tewerkgestelde in het kader van de arbeidszorg drie dagen per week aanwezig is, telt dit als een voltijdse tewerkstelling. Indien de opdrachthouder zich niet aan deze minimumbezetting kan houden, dient zij de opdrachtgever hiervan tijdig op de hoogte te brengen, en te motiveren wat de redenen hiervoor zijn. Bij gebreke hieraan, of indien de opgegeven motieven ongegrond of onvoldoende zijn, zal dit als een wanprestatie beschouwd worden die aan de opdrachtgever het recht geeft het in artikel 1 vermelde bedrag proportioneel te herleiden in verhouding tot het niet bereiken van de bezettingsgraad. In voorkomend geval kunnen teveel betaalde sommen teruggevorderd worden. Artikel 9 - Toeleiding en selectie De algemene regel is dat de toeleiding van deelnemers aan het project gebeurt door het OTC. Een tweede selectie gebeurt door de VZW, die uitsluitend op basis van gegronde motieven een deelnemer kan weigeren. Indien de opdrachtgever oordeelt dat motieven voor de weigering van een deelnemer ongegrond of onvoldoende zijn, kan dit leiden tot het niet uitbetalen van het saldo van 10% van het in artikel 1 vermelde bedrag. Ook de VZW zelf kan kandidaten aanbrengen, die in dit geval voor de aanvang van hun tewerkstelling door het OTC dienen goedgekeurd te worden. Artikel 10 - Tewerkstelling art.60 en arbeidszorg Voor wat betreft de deelnemers aan het project die door het OCMW Gent zijn tewerkgesteld in het kader van art. 60§7 van de organieke wet, wordt een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen de opdrachtgever en de opdrachthouder. Alle bepalingen uit deze samenwerkingsovereenkomst zijn onverminderd van toepassing.

95/255 RMW - 12 februari 2013

3

Indien de vzw aanvullend een arbeidszorg-overeenkomst heeft (Vlaamse middelen), meer bepaald betreffende het decreet inzake sociale werkplaatsen, vragen wij een overzichtslijst van personen die ingediend zijn bij de Vlaamse Gemeenschap. Dit om dubbele subsidiëring te vermijden. Artikel 11 – Vooropleiding binnen de VZW (enkel van toepassing voor VZW’s met tewerkstellingsproject) 1. De deelnemers in vooropleiding tekenen een vrijwilligerscontract voor de aanvang van hun deelname in het project. Dit contract wordt tevens getekend door de VZW en door de verantwoordelijke van het OTC. Het omschrijft de taakinhoud, de uurregeling en de wederzijdse verplichtingen van betrokken partijen. 2. Het OCMW betaalt de forfaitaire onkostenvergoeding van € 5 per gepresteerde halve dag. Dit gebeurt maandelijks, na afloop van de voorbije maand. 3. De VZW dient een huishoudelijk reglement te hebben dat van toepassing is op de deelnemers in vooropleiding. 4. De VZW dient de noodzakelijke verzekeringen af te sluiten.




… Voorzitter




96/255 RMW - 12 februari 2013

4


2013_RMW_00057

Evaluatie samenwerking met vzw Sogo Bia O Yon'd in 2012 en voorstel overeenkomst 2013 Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Op het einde van het werkjaar maken we een balans op van de samenwerking met de gesubsidieerde vzw’s. De vzw’s worden gesubsidieerd met middelen uit de herinvestering van patronale bijdragen van art.60 personeel - de middelen ‘Peeters’, middelen vanuit het Lenteprogramma Vande Lanotte en met reguliere middelen. Het principe is dat vzw’s gesubsidieerd worden voor de begeleiding van cliënten van OCMW Gent met een laag profiel, tewerkgesteld in het kader van art.60 van de organieke wet, in het kader van een werkstage of in het kader van arbeidszorg (ocmw-cliënten die mits een aanmoediging van 5 € per halve dag vrijwillig werken omdat zij contractuele arbeid niet aankunnen). De subsidie bedraagt € 39.662,96 per voltijdse technisch instructeur. Dit dekt namelijk de loon- en werkingskosten van 1 technisch instructeur op voorwaarde dat de vzw op jaarbasis minimaal gemiddeld 6 voltijds tewerkgestelden per maand begeleid heeft. Indien dit niet het geval is, wordt de subsidie proportioneel verminderd of wordt de samenwerking stopgezet. Vzw Sogo Bia O Yon'd krijgt subsidies voor 1 instructeur. Vzw’s worden in twee schijven uitbetaald: 90% bij de aanvang en 10% na ontvangst van een inhoudelijk en financieel verslag. Het inhoudelijk en financieel verslag van de samenwerking in 2012, ingestuurd door de betreffende vzw, is als bijlage bij deze nota gevoegd. De samenwerkingsovereenkomst voor deze vzw ter goedkeuring voor 2013 is eveneens in bijlage aan deze nota gevoegd.

Motivering Gelet op de feit dat de huidige overeenkomst loopt van 01/01/2012 tot 31/12/2012; gelet op het feit dat voor werkjaar 2012 € 39.662,96 subsidie voorzien was met reguliere middelen voor één voltijdse technisch instructeur en werkingskosten voor het jaar 2012; gelet op het feit dat in het Vast Bureau van 22/10/07 pt.38 werd beslist om voor deze evaluatie rekening te houden met de periode van oktober 2011 tot en met september 2012; gelet op het feit dat voor de periode van oktober tot en met december 2011 een bezetting van minimaal 5 voltijdse tewerkgestelden per maand vereist was, en voor de periode van januari tot en met september 2012 een bezetting van 6 voltijds tewerkgestelden (wat voor huidige evaluatieperiode een gemiddelde van 5,75 voltijds tewerkgestelden per instructeur betekent) gelet op het feit dat bij verlenging van de overeenkomst de evaluatie zal gaan over de periode van oktober 2012 tot september 2013 zodat telkens over een periode van een geheel werkjaar kan geëvalueerd worden; gelet op het feit dat de vereiste gemiddelde bezetting van 5,75 medewerkers per maand werd behaald in werkjaar 2012; gelet op het evaluatieverslag in bijlage.



97/255 RMW - 12 februari 2013



Ja

Verbintenis:

Ja

Inkomsten Bedrag:

0

Kostenplaats:


Categorie:



39662,96 Subsidies voor de vzw uit reguliere middelen voor 1 technisch instructeur cfr. werkingsjaar 2012.


Gunstig



Artikel 2 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 2: OKnov2013sogoBiaregulier[1].doc

Bijlage(n) OKnov2013sogoBiaregulier[1].doc

98/255 RMW - 12 februari 2013


Bijlage: OKnov2013sogoBiaregulier[1].doc

99/255 RMW - 12 februari 2013

OKnov2013sogoBiaregulier[1].doc

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST OCMW Gent - vzw Sogo Bia O Yon’d (Lekker Gec) Werkingsjaar 2013

Tussen het O.C.M.W. Gent enerzijds, gevestigd te Gent, Onderbergen 86, vertegenwoordigd door de heer …, voorzitter, en de heer Luc KUPERS, secretaris, hierna genoemd opdrachtgever en vzw Sogo Bia O Yon’d (Lekker Gec) anderzijds, gevestigd te Gent, Koningin Maria Hendrikaplein 5-6, vertegenwoordigd door de heer Geert NECKEBROECK, voorzitter, en de heer Lieven FARKAS, penningmeester, hierna genoemd opdrachthouder wordt het volgende overeengekomen :

Afdeling I : Algemene bepalingen m.b.t. de subsidiëring van het project Artikel 1 Het OCMW-Gent stelt middelen ter beschikking voor de bezoldiging van 1 voltijdse technisch instructeur en werkingsmiddelen in het kader van het opleidings- en werkervaringsproject van het OTC zoals verder omschreven. Het betreft een bedrag van 39.662,96 euro voor de periode van 01/01/2013 tot 31/12/2013. Dit bedrag zal worden overgemaakt op de rekening van de opdrachthouder met als nummer

001-3388979-69. Het bedrag van deze subsidie geldt onder voorbehoud en tot zolang de opdrachthouder recht opent op of de beschikking krijgt over bijkomende financiële middelen voor de begeleiding of omkadering van steungerechtigden, die in uitvoering van deze overeenkomst bij de opdrachthouder worden tewerkgesteld. Indien deze situatie zich voordoet, meldt de opdrachthouder dit onmiddellijk aan de opdrachtgever. Bij vaststelling van dubbelfinanciering wordt de subsidie stopgezet en in voorkomend geval voor periodes van dubbelfinanciering in het verleden teruggevorderd. Artikel 2 De opdrachthouder is zowel de juridische als de feitelijke werkgever van deze technisch instructeurs en draagt derhalve de volledige verantwoordelijkheid voor alle werkgeversverplichtingen die hun tewerkstelling met zich meebrengt. De opdrachthouder verbindt er zich toe aan de opdrachtgever alle inlichtingen te verstrekken i.v.m. de tewerkstelling en de uitvoering van de taken door de betrokken personeelsleden.

100/255 RMW - 12 februari 2013

1

Artikel 3 De opdrachtgever betaalt het in artikel 1 overeengekomen bedrag aan de opdrachthouder d.m.v. voorschotten als volgt uitbetaald : - 90 % van het aandeel na ondertekening overeenkomst; - 10 % na afloop van het projectjaar, indien de opdrachthouder alle verplichtingen is nagekomen en mits positieve evaluatie. - Het saldo van 10 % kan pas uitbetaald worden na een positieve evaluatie door de opdrachtgever van de afrekening. Hiertoe zendt de opdrachthouder zo spoedig mogelijk na afloop van de overeengekomen periode de verantwoordingsstukken naar het OCMW: een inhoudelijk en financieel verslag waarin de vzw onder meer verantwoordt wat er met de subsidie gefinancierd wordt en wat de meerwaarde is van het aanbod van de vzw aan het OCMW-cliënteel, rapportage over de maandelijkse bezetting van het vooropgestelde aantal tewerkgestelde doelgroepwerknemers, afrekening loon- en RSZ-staten, arbeidsovereenkomsten personeel, kopie facturen. - De opdrachtgever heeft het recht alle middelen terug te vorderen waarvoor geen verantwoordingsstukken worden voorgelegd. De opdrachthouder verbindt er zich toe alle bedragen waarvoor geen verantwoordingsstukken conform deze overeenkomst zijn voorgelegd, terug te storten. Artikel 4 De opdrachthouder verbindt er zich toe om, op vraag van de opdrachtgever, aan het OCMW de nodige administratieve en financiële stukken te bezorgen teneinde een financiële en inhoudelijke controle mogelijk te maken. De opdrachthouder rapporteert hiernaast om de drie maanden aan de opdrachtgever over de vooruitgang van het project. De opdrachthouder bezorgt bovendien uiterlijk 15 april 2013 aan de opdrachtgever een formele tussentijdse rapportage over de maandelijkse bezetting van het vooropgestelde aantal tewerkgestelde doelgroepwerknemers voor de periode oktober 2012 tot en met maart 2013. Artikel 5 Ingeval zou blijken dat de overeenkomst niet uitgevoerd wordt zoals bepaald in deze overeenkomst en haar bijlagen, zal de opdrachtgever beslissen welke gevolgen hieraan gegeven worden. De opdrachtgever kan hierbij de betaling van de nog verschuldigde bedragen tijdelijk of definitief opschorten en de reeds uitgekeerde bedragen terugvorderen. De opdrachthouder zal ingelicht worden over de beslissing van de opdrachtgever. Artikel 6 De opdrachtgever kan in geen geval aansprakelijk gesteld worden voor schade aan personen of goederen die rechtstreeks of onrechtstreeks het gevolg is van de activiteiten met betrekking tot de uitvoering van deze overeenkomst. Artikel 7 In geval van betwisting is alleen de rechtbank van Gent bevoegd.

Afdeling II : Algemene bepalingen betreffende de projectinhoud Artikel 8 - Omschrijving van de doelgroep In ruil voor de terbeschikkingstelling van middelen door het OCMW-Gent verbindt de opdrachthouder zich ertoe tewerkstelling te bieden aan deelnemers uit de volgende doelgroep :

101/255 RMW - 12 februari 2013

2

-


-


Er wordt een minimale bezetting op jaarbasis vooropgesteld van gemiddeld 6 voltijdse tewerkgestelden per maand. Voor tewerkgestelden in het kader van de arbeidszorg geldt dat indien zij minstens één volledige dag per week aanwezig zijn dit telt als een halftijdse tewerkstelling. Van zodra een tewerkgestelde in het kader van de arbeidszorg drie dagen per week aanwezig is, telt dit als een voltijdse tewerkstelling Indien de opdrachthouder zich niet aan deze minimumbezetting kan houden, dient zij de opdrachtgever hiervan tijdig op de hoogte te brengen, en te motiveren wat de redenen hiervoor zijn. Bij gebreke hieraan, of indien de opgegeven motieven ongegrond of onvoldoende zijn, zal dit als een wanprestatie beschouwd worden die aan de opdrachtgever het recht geeft het in artikel 1 vermelde bedrag proportioneel te herleiden in verhouding tot het niet bereiken van de bezettingsgraad. In voorkomend geval kunnen teveel betaalde sommen teruggevorderd worden. Artikel 9 - Toeleiding en selectie De algemene regel is dat de toeleiding van deelnemers aan het project gebeurt door het OTC. Een tweede selectie gebeurt door de VZW, die uitsluitend op basis van gegronde motieven een deelnemer kan weigeren. Indien de opdrachtgever oordeelt dat motieven voor de weigering van een deelnemer ongegrond of onvoldoende zijn, kan dit leiden tot het niet uitbetalen van het saldo van 10% van het in artikel 1 vermelde bedrag. Ook de VZW zelf kan kandidaten aanbrengen, die in dit geval voor de aanvang van hun tewerkstelling door het OTC dienen goedgekeurd te worden Artikel 10 - Tewerkstelling art.60 en arbeidszorg Voor wat betreft de deelnemers aan het project die door het OCMW Gent zijn tewerkgesteld in het kader van art. 60§7 van de organieke wet, wordt een samenwerkingsovereenkomst gesloten tussen de opdrachtgever en de opdrachthouder. Alle bepalingen uit deze samenwerkingsovereenkomst zijn onverminderd van toepassing. Indien de vzw aanvullend een arbeidszorg-overeenkomst heeft (Vlaamse middelen), meer bepaald betreffende het decreet inzake sociale werkplaatsen, vragen wij een overzichtslijst van personen die ingediend zijn bij de Vlaamse Gemeenschap. Dit om dubbele subsidiëring te vermijden. Artikel 11 – Vooropleiding binnen de VZW (enkel van toepassing voor VZW’s met tewerkstellingsproject) 1. De deelnemers in vooropleiding tekenen een vrijwilligerscontract voor de aanvang van hun deelname in het project. Dit contract wordt tevens getekend door de VZW en door de verantwoordelijke van het OTC. Het omschrijft de taakinhoud, de uurregeling en de wederzijdse verplichtingen van betrokken partijen. 2. Het OCMW betaalt de forfaitaire onkostenvergoeding van € 5 per gepresteerde halve dag. Dit gebeurt maandelijks, na afloop van de voorbije maand.

102/255 RMW - 12 februari 2013

3

3. De VZW dient een huishoudelijk reglement te hebben dat van toepassing is op de deelnemers in vooropleiding. 4. De VZW dient de noodzakelijke verzekeringen af te sluiten.




… Voorzitter

Coördinator


Bestuurslid

103/255 RMW - 12 februari 2013

4


Opleidings- en Tewerkstellingscentrum

2013_RMW_00058

Overeenkomst - Samenwerkingsovereenkomst met Middelbare Rudolf Steiner school Vlaanderen Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context De organisatie Middelbare Rudolf Steiner school Vlaanderen vraagt om 1 persoon te werk te stellen met een contract art.60. Deze onderwijsinstelling op secundair niveau werkte reeds samen met onze dienst in het kader van art 60, maar zette de samenwerking stop door het invoeren van de maandelijkse financiële bijdrage. De organisatie heeft ons nu opnieuw gecontacteerd, en wenst opnieuw met ons samen te werken. De taken van de art 60-medewerker situeren zich op het vlak van onderhoud en eenvoudige technische klussen.

Motivering Gelet op het feit dat de vzw Middelbare Rudolf Steiner school Vlaanderen open staat voor onze doelgroepmedewerkers; gelet op het feit dat de vzw een specifieke functie aanbiedt; gelet op het feit dat de vzw begeleiding voorziet.




niet vereist

Adviezen Dienst Veiligheid Datum:

19 november 2012

Advies:

Gunstig


Artikel 1 Er wordt een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met Middelbare Rudolf Steiner school Vlaanderen, Kasteellaan 54, 9000 Gent voor de terbeschikkingstelling van 1 medewerker met een contract art.60§7.

104/255 RMW - 12 februari 2013


Artikel 2 Voor de terbeschikkingstelling wordt een maandelijkse bijdrage van 150 € gevraagd.

Artikel 3 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 4: OK_Middelbare Steiner school Vlaanderen.doc

Bijlage(n) OK_Middelbare Steiner school Vlaanderen.doc

105/255 RMW - 12 februari 2013


Bijlage: OK_Middelbare Steiner school Vlaanderen.doc

106/255 RMW - 12 februari 2013

OK_Middelbare Steiner school Vlaanderen.doc

Samenwerkingsovereenkomst OCMW Gent – Middelbare Rudolf Steiner school Vlaanderen vzw in het kader van de terbeschikkingstelling van werknemers met art. 60§7 contract . Tussen Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent (Onderbergen 86, 9000 GENT) vertegenwoordigd door de voorzitter, ………, en de secretaris, Luc Kupers, Hierna aangeduid als “OCMW Gent” EN Onderneming: Middelbare Rudolf Steiner school Vlaanderen vzw Ondernemingsnummer:11859 87 Zetel is gevestigd te Kasteellaan 54 , 9000 Gent Vertegenwoordigd door: Arnout De Meyere , vestigingsdirecteur Hierna aangeduid als “de gebruiker” wordt het volgende overeengekomen: Gelet op de beslissing van de Raad van …… wordt één personeelslid (bij OCMW Gent tewerkgesteld binnen de voorwaarden van art. 60 § 7 van de Organieke wet) ter beschikking gesteld van de gebruiker. Bij gemotiveerd schriftelijk verzoek aan OCMW Gent vanwege de gebruiker kan dit aantal uitgebreid worden. Deze overeenkomst verbindt OCMW Gent er niet toe alle plaatsen ook effectief in te vullen noch de gebruiker om alle open plaatsen te laten invullen. Effectieve toewijzing van kandidaten gebeurt op basis van consensus. Administratief statuut van het personeelslid en verplichtingen met betrekking tot de samenwerking 1. OCMW Gent blijft de juridische werkgever van de werknemer, maar het feitelijke gezag over de werknemer oefent de gebruiker uit, die de leiding en het toezicht over de werknemer uitsluitend voor eigen rekening uitoefent. Zo draagt de gebruiker de exclusieve en volledige aansprakelijkheid op grond van artikel 1384 van het Burgerlijk Wetboek, en dient hij zich voor dit risico te verzekeren. 2. De gebruiker zorgt er als een goede huisvader voor dat de uitgeoefende arbeid door de werknemer wordt verricht in behoorlijke omstandigheden met betrekking tot zijn veiligheid en gezondheid en dat de eerste hulp aan hem kan worden verstrekt bij een ongeval. Met dit doel stelt de gebruiker alle vereiste medische benodigdheden ter beschikking van de werknemer. Hij neemt alle maatregelen noodzakelijk om elke mogelijke verwonding op een adequate manier te verzorgen. Indien OCMW Gent enige kosten dient te maken tengevolge van de niet-naleving van deze verplichtingen door de gebruiker, kunnen deze integraal verhaald worden op de gebruiker.

107/255 RMW - 12 februari 2013

3. Ingeval de werknemer gedurende de terbeschikkingstelling schade berokkent aan de gebruiker, is hij enkel aansprakelijk voor zijn bedrog en zijn zware schuld. Voor lichte schuld is hij enkel aansprakelijk als die bij hem eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomt. 4. Het algemeen personeelsreglement en arbeidsreglement dat van kracht is binnen OCMW Gent is van toepassing op de arbeidsovereenkomst die de werknemer art. 60 §7 Organieke Wet met het OCMW verbindt. 5. Een voltijds uurrooster komt overeen met 38 uur per week. Er gelden bijzondere regels in geval van nachtarbeid, arbeid op zaterdag / zondag / feestdag en bij het presteren van overuren. Meer informatie hierover is opgenomen in bijlage I aan deze overeenkomst. Het presteren van nachtarbeid, arbeid op zaterdag / zondag / feestdag en het presteren van overuren is slechts toegelaten in samenspraak met OCMW Gent. Verplichtingen met betrekking tot de samenwerking 6. De gebruiker verbindt zich ertoe OCMW Gent op de hoogte te brengen van iedere wijziging van identificatiegegevens zoals benaming, vennootschapsvorm, vertegenwoordiging, contactgegevens. 7. De gebruiker bezorgt maandelijks aan OCMW Gent een aanwezigheidslijst met hierop de aan - en afwezigheden van de werknemer gedurende de afgelopen maand. Deze aanwezigheidslijst dient toe te komen bij OCMW Gent - HR Personeel de eerste werkdag van de maand die volgt op de maand waarin de prestaties werden geleverd. Dit gebeurt elektronisch ([email protected]), indien niet mogelijk via de post of per fax: OCMW Gent HR Personeel Jubileumlaan 217 E 9000 Gent Fax 09 266 95 95 8. De toekenning van het verlof gebeurt door de gebruiker maar in functie van de verlofregeling die van kracht is binnen OCMW Gent. Wanneer de gebruiker een collectieve verlofperiode kent, of om andere redenen geen continue tewerkstelling kan bieden in de loop van het contract, dienen zij dit te melden vóór de terbeschikkingstelling van het betrokken personeel zodat men hieromtrent afspraken kan maken. 9. Aanwerving, mutatie, administratieve - of tuchtmaatregelen en ontslag van de werknemer blijven de exclusieve bevoegdheid van OCMW Gent. De gebruiker verbindt zich ertoe elk conflict met de werknemer en elk feit dat kan leiden tot de beëindiging van de terbeschikkingstelling of enige andere door het OCMW te ondernemen actie, onmiddellijk ter kennis van OCMW Gent – HR Personeel en van de trajectbegeleider van het opleidings- en tewerkstellingscentrum (OTC) van OCMW Gent te brengen, zodat OCMW Gent in staat zou zijn hieromtrent de nodige maatregelen te nemen. De wettelijk voorziene proefperiode bedraagt voor arbeiders 14 dagen, voor bedienden 6 maand. Alle feiten die een einde stellen aan het contract tijdens de proefperiode brengt men onmiddellijk ter kennis van OCMW Gent – HR Personeel en de trajectbegeleider van het OTC. Het is de gebruiker niet toegelaten het personeel de toegang tot de werkplaats te verbieden, zonder voorafgaande raadpleging van OCMW Gent. In voorkomend geval zullen de gebruiker en OCMW Gent alle stappen ondernemen om de continuïteit van de terbeschikkingstelling te garanderen.

108/255 RMW - 12 februari 2013

De gebruiker zal de terbeschikkingstelling slechts beëindigen indien deze stappen vruchteloos bleken. Indien de beëindiging van de ter beschikkingstelling niet onmiddellijk mogelijk blijkt blijft de gebruiker gebonden door de verplichting omschreven in het hoofdstuk ‘financiële afspraken’. 10. De gebruiker verbindt zich ertoe alle administratieve gegevens die van invloed kunnen zijn op de verplichtingen, de rechten en het statuut van de werknemer onmiddellijk ter kennis van OCMW Gent te brengen. Zo dienen onder meer ziekte, ongeval, verlof, al dan niet gewettigde afwezigheid van de werknemer, en hervatting van de arbeid na afwezigheid, onmiddellijk (indien mogelijk vooraf) doorgegeven te worden aan OCMW Gent – HR Personeel en aan de trajectbegeleider van het OTC. De werknemer bezorgt medische attesten rechtstreeks aan OCMW Gent – HR Personeel. Indien medische attesten aan de gebruiker werden overhandigd, bezorgt de gebruiker deze uiterlijk de derde werkdag volgend op de dag van de ziekte of het ongeval van de werknemer aan OCMW Gent – HR Personeel. In voorkomend geval, meldt de gebruiker de tijdelijke werkloosheid wegens slecht weer binnen 48 uur aan de RVA. Nadien maakt de gebruiker ook melding van deze tijdelijke werkloosheid aan OCMW Gent – HR Personeel. Bij een arbeidsongeval of een ongeval van of naar het werk, is de gebruiker verplicht een formulier “aangifte van ongeval” aan het Personeelsbeheer van OCMW Gent te bezorgen, zelfs ingeval er twijfel bestaat over de kwalificering als arbeidsongeval. 11. Preventie van arbeidsongevallen en Welzijn op het Werk : De gebruiker zal instaan voor de toepassing van de plichten van de werkgever met betrekking tot de Arbeidsveiligheid en het Welzijn op het werk (codex). De gebruiker heeft een leidinggevend personeelslid dat voldoende kennis heeft van de bepalingen van het Welzijn op het Werk en van de preventietaken. Hij geeft deze op in deze overeenkomst. - Naam : Wouter Beeckman - Functie : Onderwijzer - Opleiding : opleiding preventie IDEWE Deze persoon zal fungeren als preventieadviseur voor de gebruiker. Hij/zij staat in voor het preventiebeleid binnen de onderneming en rapporteert naar de Voorzitter van deze onderneming. Hij/zij geeft ook de nodige informatie door naar de Dienst IDPBW van het OCMW omtrent de analyse van elk arbeidsongeval alsook de preventiemaatregelen die daar bijhoren. Voor ondersteuning bij deze taken kan hij/zij steeds hulp vragen bij de Dienst IDPBW van het OCMW Gent :preventieadviseur Philippe Jacobs, Onderbergen 82, 9000 GENT 12. Het is de gebruiker niet toegelaten de werknemer te werk te stellen onder leiding en toezicht van personen vreemd aan de onderneming, noch de werknemer (al dan niet tijdelijk) te werk te stellen in een andere onderneming, zonder de uitdrukkelijke en vooraf gegeven toestemming van OCMW Gent. Financiële Afspraken 13. OCMW Gent draagt alle loonkosten met uitsluiting van alle andere kosten zoals werkkledij, materieel, verplaatsingskosten (tijdens de diensturen). Verplaatsingskosten van en naar het werk zijn ten laste van OCMW Gent conform de binnen OCMW Gent geldende reglementering.

109/255 RMW - 12 februari 2013

14. De gebruiker betaalt maandelijks een bijdrage in deze loonkost. De bijdrage van de gebruiker is een forfaitair bedrag, dat wordt vastgesteld door OCMW Gent. Indien een personeelslid voor het eerst ter beschikking gesteld wordt in de loop van een maand, hetzij de terbeschikkingstelling afloopt in de loop van een maand, zal het forfaitaire bedrag verhoudingsgewijs worden verminderd voor die maand. 15. De bijdrage van de gebruiker is afhankelijk van het functieprofiel dat de gebruiker vraagt. Het scoren van het profiel gebeurt aan de hand van een eenduidig en objectief meetinstrument goedgekeurd door OCMW Gent en gebeurt per functie. OCMW Gent kan de bijdragen en modaliteiten te allen tijde herzien. Een nieuwe regeling gaat slechts in bij terbeschikkingstelling van nieuwe personeelsleden. 16. Bij langdurige afwezigheid van het personeelslid kan de gebruiker om de zes maand een verrekening vragen ten opzichte van de verschuldigde bijdrage, op voorwaarde dat het personeelslid meer dan 1/5 van de voorbije periode afwezig was. Er wordt hierbij enkel rekening gehouden met langdurige afwezigheid die het gevolg is van ziekte, verlof zonder wedde of onwettige afwezigheid en op voorwaarde dat OCMW Gent van deze afwezigheid tijdig op de hoogte werd gebracht conform de bepalingen opgenomen in artikel 6 tot en met 11 van deze overeenkomst. 17. De gebruiker krijgt een terugbetaling van de bijdragen betaald tijdens de laatste vier maanden van de terbeschikkingstelling indien hij het art.60-personeelslid na einddatum contract art.60§7 binnen een periode van zes maand in dienst neemt (dit gedurende minstens drie maand voltijds of minstens zes maand halftijds). Deze tussenkomst betaalt OCMW Gent terug op verzoek van de gebruiker en na voorleggen van het door beide partijen ondertekende contract. 18. Artikel 13 tot en met artikel 16 zijn niet van toepassing op de ondernemingen en verenigingen die een erkenning genieten als sociale economie-initiatief in de zin van het K.B. van 11.07.2002 tot toekenning van een verhoogde staatstoelage aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor specifieke initiatieven, gericht op sociale inschakeling, binnen de sociale economie. Het sociale economie-initiatief brengt OCMW Gent zelf op de hoogte van deze erkenning en stelt OCMW Gent onmiddellijk op de hoogte bij verlies van de erkenning. 19. OCMW Gent kan bij niet of laattijdig nakomen door de gebruiker van de verplichtingen die uit deze overeenkomst voortvloeien beslissen aan de gebruiker een schadevergoeding aan te rekenen. Deze schadevergoeding wordt per wanprestatie forfaitair vastgesteld op 300 euro. 20. Bij het presteren van overuren (arbeidsprestaties boven 38 uren per week), zaterdag- en zondagwerk en werk op feestdagen zet men de voorziene financiële toelage om in compensatieverlof conform de binnen OCMW Gent geldende reglementering (bijlage I). Afspraken betreffende de begeleiding en vorming van de werknemer 21. OCMW Gent voorziet de selectie en begeleiding van het personeel dat men ter beschikking stelt. Bij de selectie van de deelnemers kan de gebruiker betrokken worden in overleg met het OTC. Het is niet de bedoeling dat de gebruiker zelf actief publiciteit maakt en kandidaten werft. 22. Voor de aanvang van de terbeschikkingstelling wordt een overeenkomst “terbeschikkingstelling art. 60-personeelslid” opgesteld en ondertekend door de werknemer, OCMW Gent en de gebruiker. Dit document maakt melding van het functieprofiel, de duur van de overeenkomst, de taakomschrijving

110/255 RMW - 12 februari 2013

van de cursist, het aanbod van technische en/of algemene vorming en individuele sociale begeleiding vanuit de gebruiker. 23. De werknemer heeft het recht om tijdens de werkuren vorming te volgen, die werd goedgekeurd door OCMW Gent. OCMW Gent kan bepaalde vormingen verplicht aan de werknemer opleggen. Duur en beëindiging van de samenwerkingsovereenkomst 24. De samenwerkingsovereenkomst wordt afgesloten voor onbepaalde duur. 25. De samenwerkingsovereenkomst kan beëindigd worden: o door middel van een geschreven akkoord in deze zin, gesloten tussen de gebruiker en OCMW Gent. o Indien wordt vastgesteld dat de gebruiker zich niet houdt aan de in deze overeenkomst opgenomen afspraken, kan OCMW Gent deze overeenkomst zonder ingebrekestelling beëindigen wegens wanprestatie. o Indien wordt vastgesteld dat de gebruiker de afspraken betreffende de begeleiding en vorming van de werknemer niet naleeft, onvoldoende - of geen kwalitatieve begeleiding verstrekt aan de werknemer, kan OCMW Gent deze overeenkomst zonder ingebrekestelling beëindigen wegens wanprestatie. o Indien de gebruiker in gebreke blijft de bijdrage in de loonkost (hoofdstuk ‘financiële afspraken’) te betalen of systematisch te laat betaalt (dit is vanaf drie laattijdige betalingen binnen een periode van maximum 12 maanden, na aanmaning door OCMW Gent), kan OCMW Gent onderhavige overeenkomst beëindigen wegens wanprestatie. o Bij beslissing van één van de partijen na het einde van alle terbeschikkingstellingen. Slotbepalingen 26. In geval van betwisting is alleen de rechtbank van Gent bevoegd. 27. De gebruiker verklaart uitdrukkelijk de visie van OCMW Gent op de doelstelling van art. 60 §7 Organieke Wet te onderschrijven en is bereid mee te werken aan de realisatie hiervan. 28. OCMW Gent ziet art. 60 §7 Organieke Wet van 8 juli 1976 ruimer dan louter als middel om steungerechtigden tewerkstelling aan te bieden met als doel hun sociale rechten te verwerven. Waar mogelijk kadert een tewerkstelling in het kader van art. 60 §7 Organieke Wet van 8 juli 1976 in de bredere context van een traject – naar – werk. Dit houdt in dat de tewerkstelling wordt gezien als een werkervaring die de werknemer voorbereidt op reguliere arbeid in het normale arbeidscircuit. De deelnemer wordt hiervoor gedurende zijn tewerkstelling procesmatig begeleid door het verwerven van de nodige kennis, vaardigheden en attitudes met betrekking tot de uitgeoefende functie. De gebruiker engageert zich hiertoe door een individueel leerplan op te stellen (opstellen van leerprogramma, leersituaties ontwerpen en evaluatiecriteria opstellen).

111/255 RMW - 12 februari 2013

Opgemaakt te Gent, op …………… Namens OCMW Gent


voorzitter

Namens de gebruiker

Arnout De Meyere vestigingsdirecteur


Extra vergoeding



100%

/

/

100%

/

Extra dagen

100%

/


112/255 RMW - 12 februari 2013


vrijaf



Extra vergoeding


/

100%


/

200%

+25%

/

100%

+25%

113/255 RMW - 12 februari 2013


2013_RMW_00059

Overeenkomst - Samenwerkingsovereenkomst met Kinderdagverblijf Beregoed vzw Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context De organisatie Beregoed vzw vraagt om 1 persoon te werk te stellen met een contract art.60. De vereniging is een kinderdagverblijf, en bevindt zich op de site van het Gente Sint-Lucas ziekenhuis. De taken van de art 60-medewerker situeren zich op het vlak van onderhoud en hulp bij de maaltijdbereiding.

Motivering Gelet op het feit dat de vzw Beregoed open staat voor onze doelgroepmedewerkers; gelet op het feit dat de vzw een specifieke functie aanbiedt met mogelijke interne doorstromingskansen; gelet op het feit dat de vzw begeleiding voorziet.




niet vereist

Adviezen Dienst Veiligheid Datum:

11 januari 2013

Advies:

Gunstig

Motivering:

In verband met het gedeelte maaltijdbereiding dient de medewerker geïnformeerd te worden over de geldende normen met betrekking tot keukenhygiene


Artikel 1 Er wordt een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met Kinderdagverblijf Beregoed vzw, Vogelenzang 24 9000 Gent voor de terbeschikkingstelling van 1 medewerker met een contract art.60§7

114/255 RMW - 12 februari 2013


Artikel 2 Voor de terbeschikkingstelling wordt een maandelijkse bijdrage van 150 € gevraagd;

Artikel 3 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 3: OK_kinderdagverblijf Beregoed vzw.doc

Bijlage(n) OK_kinderdagverblijf Beregoed vzw.doc

115/255 RMW - 12 februari 2013


Bijlage: OK_kinderdagverblijf Beregoed vzw.doc

116/255 RMW - 12 februari 2013

OK_kinderdagverblijf Beregoed vzw.doc

Samenwerkingsovereenkomst OCMW Gent – Kinderdagverblijf Beregoed vzw in het kader van de terbeschikkingstelling van werknemers met art. 60§7 contract . Tussen Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent (Onderbergen 86, 9000 GENT) vertegenwoordigd door de voorzitter Rudy Coddens en de secretaris, Luc Kupers, Hierna aangeduid als “OCMW Gent” EN Onderneming: Kinderdagverblijf Beregoed vzw Ondernemingsnummer: 0447515042 Zetel is gevestigd te Vogelenzang 24 , 9000 Gent Vertegenwoordigd door: Mireille Verwilst, vestigingsdirecteur Hierna aangeduid als “de gebruiker” wordt het volgende overeengekomen: Gelet op de beslissing van de Raad van 12/02/2013 wordt één personeelslid (bij OCMW Gent tewerkgesteld binnen de voorwaarden van art. 60 § 7 van de Organieke wet) ter beschikking gesteld van de gebruiker. Bij gemotiveerd schriftelijk verzoek aan OCMW Gent vanwege de gebruiker kan dit aantal uitgebreid worden. Deze overeenkomst verbindt OCMW Gent er niet toe alle plaatsen ook effectief in te vullen noch de gebruiker om alle open plaatsen te laten invullen. Effectieve toewijzing van kandidaten gebeurt op basis van consensus. Administratief statuut van het personeelslid en verplichtingen met betrekking tot de samenwerking 1. OCMW Gent blijft de juridische werkgever van de werknemer, maar het feitelijke gezag over de werknemer oefent de gebruiker uit, die de leiding en het toezicht over de werknemer uitsluitend voor eigen rekening uitoefent. Zo draagt de gebruiker de exclusieve en volledige aansprakelijkheid op grond van artikel 1384 van het Burgerlijk Wetboek, en dient hij zich voor dit risico te verzekeren. 2. De gebruiker zorgt er als een goede huisvader voor dat de uitgeoefende arbeid door de werknemer wordt verricht in behoorlijke omstandigheden met betrekking tot zijn veiligheid en gezondheid en dat de eerste hulp aan hem kan worden verstrekt bij een ongeval. Met dit doel stelt de gebruiker alle vereiste medische benodigdheden ter beschikking van de werknemer. Hij neemt alle maatregelen noodzakelijk om elke mogelijke verwonding op een adequate manier te verzorgen. Indien OCMW Gent enige kosten dient te maken tengevolge van de niet-naleving van deze verplichtingen door de gebruiker, kunnen deze integraal verhaald worden op de gebruiker.

117/255 RMW - 12 februari 2013

3. Ingeval de werknemer gedurende de terbeschikkingstelling schade berokkent aan de gebruiker, is hij enkel aansprakelijk voor zijn bedrog en zijn zware schuld. Voor lichte schuld is hij enkel aansprakelijk als die bij hem eerder gewoonlijk dan toevallig voorkomt. 4. Het algemeen personeelsreglement en arbeidsreglement dat van kracht is binnen OCMW Gent is van toepassing op de arbeidsovereenkomst die de werknemer art. 60 §7 Organieke Wet met het OCMW verbindt. 5. Een voltijds uurrooster komt overeen met 38 uur per week. Er gelden bijzondere regels in geval van nachtarbeid, arbeid op zaterdag / zondag / feestdag en bij het presteren van overuren. Meer informatie hierover is opgenomen in bijlage I aan deze overeenkomst. Het presteren van nachtarbeid, arbeid op zaterdag / zondag / feestdag en het presteren van overuren is slechts toegelaten in samenspraak met OCMW Gent. Verplichtingen met betrekking tot de samenwerking 6. De gebruiker verbindt zich ertoe OCMW Gent op de hoogte te brengen van iedere wijziging van identificatiegegevens zoals benaming, vennootschapsvorm, vertegenwoordiging, contactgegevens. 7. De gebruiker bezorgt maandelijks aan OCMW Gent een aanwezigheidslijst met hierop de aan - en afwezigheden van de werknemer gedurende de afgelopen maand. Deze aanwezigheidslijst dient toe te komen bij OCMW Gent - HR Personeel de eerste werkdag van de maand die volgt op de maand waarin de prestaties werden geleverd. Dit gebeurt elektronisch ([email protected]), indien niet mogelijk via de post of per fax: OCMW Gent HR Personeel Jubileumlaan 217 E 9000 Gent Fax 09 266 95 95 8. De toekenning van het verlof gebeurt door de gebruiker maar in functie van de verlofregeling die van kracht is binnen OCMW Gent. Wanneer de gebruiker een collectieve verlofperiode kent, of om andere redenen geen continue tewerkstelling kan bieden in de loop van het contract, dienen zij dit te melden vóór de terbeschikkingstelling van het betrokken personeel zodat men hieromtrent afspraken kan maken. 9. Aanwerving, mutatie, administratieve - of tuchtmaatregelen en ontslag van de werknemer blijven de exclusieve bevoegdheid van OCMW Gent. De gebruiker verbindt zich ertoe elk conflict met de werknemer en elk feit dat kan leiden tot de beëindiging van de terbeschikkingstelling of enige andere door het OCMW te ondernemen actie, onmiddellijk ter kennis van OCMW Gent – HR Personeel en van de trajectbegeleider van het opleidings- en tewerkstellingscentrum (OTC) van OCMW Gent te brengen, zodat OCMW Gent in staat zou zijn hieromtrent de nodige maatregelen te nemen. De wettelijk voorziene proefperiode bedraagt voor arbeiders 14 dagen, voor bedienden 6 maand. Alle feiten die een einde stellen aan het contract tijdens de proefperiode brengt men onmiddellijk ter kennis van OCMW Gent – HR Personeel en de trajectbegeleider van het OTC. Het is de gebruiker niet toegelaten het personeel de toegang tot de werkplaats te verbieden, zonder voorafgaande raadpleging van OCMW Gent. In voorkomend geval zullen de gebruiker en OCMW Gent alle stappen ondernemen om de continuïteit van de terbeschikkingstelling te garanderen.

118/255 RMW - 12 februari 2013

De gebruiker zal de terbeschikkingstelling slechts beëindigen indien deze stappen vruchteloos bleken. Indien de beëindiging van de ter beschikkingstelling niet onmiddellijk mogelijk blijkt blijft de gebruiker gebonden door de verplichting omschreven in het hoofdstuk ‘financiële afspraken’. 10. De gebruiker verbindt zich ertoe alle administratieve gegevens die van invloed kunnen zijn op de verplichtingen, de rechten en het statuut van de werknemer onmiddellijk ter kennis van OCMW Gent te brengen. Zo dienen onder meer ziekte, ongeval, verlof, al dan niet gewettigde afwezigheid van de werknemer, en hervatting van de arbeid na afwezigheid, onmiddellijk (indien mogelijk vooraf) doorgegeven te worden aan OCMW Gent – HR Personeel en aan de trajectbegeleider van het OTC. De werknemer bezorgt medische attesten rechtstreeks aan OCMW Gent – HR Personeel. Indien medische attesten aan de gebruiker werden overhandigd, bezorgt de gebruiker deze uiterlijk de derde werkdag volgend op de dag van de ziekte of het ongeval van de werknemer aan OCMW Gent – HR Personeel. In voorkomend geval, meldt de gebruiker de tijdelijke werkloosheid wegens slecht weer binnen 48 uur aan de RVA. Nadien maakt de gebruiker ook melding van deze tijdelijke werkloosheid aan OCMW Gent – HR Personeel. Bij een arbeidsongeval of een ongeval van of naar het werk, is de gebruiker verplicht een formulier “aangifte van ongeval” aan het Personeelsbeheer van OCMW Gent te bezorgen, zelfs ingeval er twijfel bestaat over de kwalificering als arbeidsongeval. 11. Preventie van arbeidsongevallen en Welzijn op het Werk : De gebruiker zal instaan voor de toepassing van de plichten van de werkgever met betrekking tot de Arbeidsveiligheid en het Welzijn op het werk (codex). De gebruiker heeft een leidinggevend personeelslid dat voldoende kennis heeft van de bepalingen van het Welzijn op het Werk en van de preventietaken. Hij geeft deze op in deze overeenkomst. - Naam : Barbara Ducastel - Functie : interne preventie-adviseur - Opleiding :preventie-adviseur Deze persoon zal fungeren als preventieadviseur voor de gebruiker. Hij/zij staat in voor het preventiebeleid binnen de onderneming en rapporteert naar de Voorzitter van deze onderneming. Hij/zij geeft ook de nodige informatie door naar de Dienst IDPBW van het OCMW omtrent de analyse van elk arbeidsongeval alsook de preventiemaatregelen die daar bijhoren. Voor ondersteuning bij deze taken kan hij/zij steeds hulp vragen bij de Dienst IDPBW van het OCMW Gent :preventieadviseur Philippe Jacobs, Onderbergen 82, 9000 GENT 12. Het is de gebruiker niet toegelaten de werknemer te werk te stellen onder leiding en toezicht van personen vreemd aan de onderneming, noch de werknemer (al dan niet tijdelijk) te werk te stellen in een andere onderneming, zonder de uitdrukkelijke en vooraf gegeven toestemming van OCMW Gent. Financiële Afspraken 13. OCMW Gent draagt alle loonkosten met uitsluiting van alle andere kosten zoals werkkledij, materieel, verplaatsingskosten (tijdens de diensturen). Verplaatsingskosten van en naar het werk zijn ten laste van OCMW Gent conform de binnen OCMW Gent geldende reglementering.

119/255 RMW - 12 februari 2013

14. De gebruiker betaalt maandelijks een bijdrage in deze loonkost. De bijdrage van de gebruiker is een forfaitair bedrag, dat wordt vastgesteld door OCMW Gent. Indien een personeelslid voor het eerst ter beschikking gesteld wordt in de loop van een maand, hetzij de terbeschikkingstelling afloopt in de loop van een maand, zal het forfaitaire bedrag verhoudingsgewijs worden verminderd voor die maand. 15. De bijdrage van de gebruiker is afhankelijk van het functieprofiel dat de gebruiker vraagt. Het scoren van het profiel gebeurt aan de hand van een eenduidig en objectief meetinstrument goedgekeurd door OCMW Gent en gebeurt per functie. OCMW Gent kan de bijdragen en modaliteiten te allen tijde herzien. Een nieuwe regeling gaat slechts in bij terbeschikkingstelling van nieuwe personeelsleden. 16. Bij langdurige afwezigheid van het personeelslid kan de gebruiker om de zes maand een verrekening vragen ten opzichte van de verschuldigde bijdrage, op voorwaarde dat het personeelslid meer dan 1/5 van de voorbije periode afwezig was. Er wordt hierbij enkel rekening gehouden met langdurige afwezigheid die het gevolg is van ziekte, verlof zonder wedde of onwettige afwezigheid en op voorwaarde dat OCMW Gent van deze afwezigheid tijdig op de hoogte werd gebracht conform de bepalingen opgenomen in artikel 6 tot en met 11 van deze overeenkomst. 17. De gebruiker krijgt een terugbetaling van de bijdragen betaald tijdens de laatste vier maanden van de terbeschikkingstelling indien hij het art.60-personeelslid na einddatum contract art.60§7 binnen een periode van zes maand in dienst neemt (dit gedurende minstens drie maand voltijds of minstens zes maand halftijds). Deze tussenkomst betaalt OCMW Gent terug op verzoek van de gebruiker en na voorleggen van het door beide partijen ondertekende contract. 18. Artikel 13 tot en met artikel 16 zijn niet van toepassing op de ondernemingen en verenigingen die een erkenning genieten als sociale economie-initiatief in de zin van het K.B. van 11.07.2002 tot toekenning van een verhoogde staatstoelage aan de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor specifieke initiatieven, gericht op sociale inschakeling, binnen de sociale economie. Het sociale economie-initiatief brengt OCMW Gent zelf op de hoogte van deze erkenning en stelt OCMW Gent onmiddellijk op de hoogte bij verlies van de erkenning. 19. OCMW Gent kan bij niet of laattijdig nakomen door de gebruiker van de verplichtingen die uit deze overeenkomst voortvloeien beslissen aan de gebruiker een schadevergoeding aan te rekenen. Deze schadevergoeding wordt per wanprestatie forfaitair vastgesteld op 300 euro. 20. Bij het presteren van overuren (arbeidsprestaties boven 38 uren per week), zaterdag- en zondagwerk en werk op feestdagen zet men de voorziene financiële toelage om in compensatieverlof conform de binnen OCMW Gent geldende reglementering (bijlage I). Afspraken betreffende de begeleiding en vorming van de werknemer 21. OCMW Gent voorziet de selectie en begeleiding van het personeel dat men ter beschikking stelt. Bij de selectie van de deelnemers kan de gebruiker betrokken worden in overleg met het OTC. Het is niet de bedoeling dat de gebruiker zelf actief publiciteit maakt en kandidaten werft. 22. Voor de aanvang van de terbeschikkingstelling wordt een overeenkomst “terbeschikkingstelling art. 60-personeelslid” opgesteld en ondertekend door de werknemer, OCMW Gent en de gebruiker. Dit document maakt melding van het functieprofiel, de duur van de overeenkomst, de taakomschrijving

120/255 RMW - 12 februari 2013

van de cursist, het aanbod van technische en/of algemene vorming en individuele sociale begeleiding vanuit de gebruiker. 23. De werknemer heeft het recht om tijdens de werkuren vorming te volgen, die werd goedgekeurd door OCMW Gent. OCMW Gent kan bepaalde vormingen verplicht aan de werknemer opleggen. Duur en beëindiging van de samenwerkingsovereenkomst 24. De samenwerkingsovereenkomst wordt afgesloten voor onbepaalde duur. 25. De samenwerkingsovereenkomst kan beëindigd worden: o door middel van een geschreven akkoord in deze zin, gesloten tussen de gebruiker en OCMW Gent. o Indien wordt vastgesteld dat de gebruiker zich niet houdt aan de in deze overeenkomst opgenomen afspraken, kan OCMW Gent deze overeenkomst zonder ingebrekestelling beëindigen wegens wanprestatie. o Indien wordt vastgesteld dat de gebruiker de afspraken betreffende de begeleiding en vorming van de werknemer niet naleeft, onvoldoende - of geen kwalitatieve begeleiding verstrekt aan de werknemer, kan OCMW Gent deze overeenkomst zonder ingebrekestelling beëindigen wegens wanprestatie. o Indien de gebruiker in gebreke blijft de bijdrage in de loonkost (hoofdstuk ‘financiële afspraken’) te betalen of systematisch te laat betaalt (dit is vanaf drie laattijdige betalingen binnen een periode van maximum 12 maanden, na aanmaning door OCMW Gent), kan OCMW Gent onderhavige overeenkomst beëindigen wegens wanprestatie. o Bij beslissing van één van de partijen na het einde van alle terbeschikkingstellingen. Slotbepalingen 26. In geval van betwisting is alleen de rechtbank van Gent bevoegd. 27. De gebruiker verklaart uitdrukkelijk de visie van OCMW Gent op de doelstelling van art. 60 §7 Organieke Wet te onderschrijven en is bereid mee te werken aan de realisatie hiervan. 28. OCMW Gent ziet art. 60 §7 Organieke Wet van 8 juli 1976 ruimer dan louter als middel om steungerechtigden tewerkstelling aan te bieden met als doel hun sociale rechten te verwerven. Waar mogelijk kadert een tewerkstelling in het kader van art. 60 §7 Organieke Wet van 8 juli 1976 in de bredere context van een traject – naar – werk. Dit houdt in dat de tewerkstelling wordt gezien als een werkervaring die de werknemer voorbereidt op reguliere arbeid in het normale arbeidscircuit. De deelnemer wordt hiervoor gedurende zijn tewerkstelling procesmatig begeleid door het verwerven van de nodige kennis, vaardigheden en attitudes met betrekking tot de uitgeoefende functie. De gebruiker engageert zich hiertoe door een individueel leerplan op te stellen (opstellen van leerprogramma, leersituaties ontwerpen en evaluatiecriteria opstellen).

121/255 RMW - 12 februari 2013

Opgemaakt te Gent, op …………… Namens OCMW Gent


Rudy Coddens voorzitter

Namens de gebruiker

Mireille Verwilst Vestigingsdirecteur


Extra vergoeding



100%

/

/

100%

/

Extra dagen

100%

/


122/255 RMW - 12 februari 2013


vrijaf



Extra vergoeding


/

100%


/

200%

+25%

/

100%

+25%

123/255 RMW - 12 februari 2013


Ouderenzorg Directie

2013_RMW_00060

Dagprijzen voorzieningen OCMW Gent - Aanpassing Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Sedert 2006 is het een beleidslijn om jaarlijks de dagprijzen van onze woonzorgcentra, serviceflats en woningen met dienstverlening aan te passen aan het indexcijfer.

Motivering In februari 2012 verkregen we van de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie - Afdeling Prijzen en Mededinging goedkeuring om volgende dagprijzen toe te passen: wzc Het Heiveld, De Liberteyt, De Vijvers en Zonnebloem éénpersoonskamer

52,74 euro/dag

echtpaar(kamer)

84,88 euro/dag

nachtopvang

13,99 euro/dag

serviceflats Antoniushof flat kleiner dan 47m²

23,02 euro/dag

flats groter dan 47 m²

26,26 euro/dag

woningcomplex met dienstverlening Wibier per woning

27,95 euro/dag

dagverzorgingscentrum Het Heiveld Volledige dag Halve dag

18,65 euro/dag 7,13 euro/dag

Gelet op het Ministerieel Besluit van 12 augustus 2005 houdende bijzondere bepalingen inzake de prijzen voor de sector van de instellingen voor bejaardenopvang. Overwegende dat art.5 van voorgemeld Ministerieel Besluit de mogelijkheid biedt om op bedoelde prijzen een indexaanpassing door te voeren, mits kennisgeving aan de Dienst Prijzen;

Gelet op de evolutie van de consumptieprijsindex: consumptieprijsindex januari 2012 =

119,88

consumptieprijsindex januari 2013 =

121,63

124/255 RMW - 12 februari 2013


Prijsherzieningsformule: nieuwe dagprijs = huidige dagprijs x consumptieprijsindex januari 2013/consumptieprijsindex januari 2012

Overwegende dat de indexaanpassing volgend resultaat geeft: huidige dagprijs

nieuwe dagprijs

€ 52,74

€ 53,51

woonzorgcentra éénpersoonskamer echtpaar(kamer)

€ 84,88

€ 86,12

nachtopvang

€ 13,99

€ 14,19

flat kleiner dan 47m²

€ 23,02

€ 23,36

flat groter dan 47m²

€ 26,26

€ 26,64

serviceflats Antoniushof


€ 27,95

€ 28,36

Dagverzorgingscentrum "Het Heiveld" Volledige dag

€ 18,65

€ 18,92

Halve dag

€ 7,13

€ 7,23

Motivering van de in rekening gebrachte periode nl. van januari 2012 tot en met januari 2013: * De bedoeling van de wetgever bij het invoeren van de "eenvoudige aanvraag tot prijsindexatie" was om op een snelle en eenvoudige manier een aanpassing te kunnen bekomen van de dagprijs aan de evolutie van het indexcijfer van de consumptiegoederen. Er werd aldus geopteerd voor regelmatige dagprijsindexaties, teneinde grote dagprijsverhogingen te voorkomen. * De woonzorgcentra/serviceflats/woningen met dienstverlening en dagverzorgingcentra die een prijsindexatie aanvragen kunnen dit doen voor de periode lopende van de maand voorafgaand aan de ontvangst van de laatste kennisgeving of goedkeuring van de dagprijsstijging door de minister van Economische Zaken tot en met de maand voorafgaand aan de nieuwe kennisgeving.

Gekoppelde besluiten Vast Bureau, 4 februari 2013, 2013_VB_00165



Ja

125/255 RMW - 12 februari 2013


Verbintenis:

Ja

Inkomsten Bedrag:

131285,00

Kostenplaats:

Meerdere kostenplaatsen

Categorie:

700 - Prestaties

Commentaar

hiermee werd rekening gehouden bij de opmaak van het budget 2012

Uitgaven Bedrag:

0,00


niet vereist


Artikel 1 De dagprijzen van de residentiële ouderenvoorzieningen van het OCMW Gent worden met ingang van 1 april 2013 als volgt aangepast aan de evolutie het indexcijfer der consumptieprijzen: woonzorgcentra éénpersoonskamer

53,51 euro/dag

echtpaar(kamer)

86,12 euro/dag

nachtopvang

14,19 euro/dag

serviceflat Antoniushof flat kleiner dan 47m²

23,36 euro/dag

flat groter dan 47m²

26,64 euro/dag


28,36 euro/dag

dagverzorgingcentrum Het Heiveld volledige dag

18,92 euro/dag

halve dag

7,23 euro/dag

Artikel 2 Bovenvermelde beslissing zal, voor verder gevolg, ter kennis gebracht worden aan de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie - Afdeling Prijzen en Mededinging.

Staf

2013_RMW_00061

Kwaliteitshandboeken woonzorgcentra en centra voor kortverblijf - Aanpassing schriftelijke opnameovereenkomsten en interne afsprakennota's Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd

126/255 RMW - 12 februari 2013



Aanleiding / feiten en context Telkens een document gewijzigd wordt, wordt dit ter goedkeuring voorgelegd aan het BCOZ en vervolgens aan de Raad. Aanpassingen in deze documenten (zie rood) zijn gebeurd naar aanleiding van het aanstellen van een nieuwe voorzitter.

Motivering De voorgelegde documenten zijn wettelijk bindende documenten, waarin de naam van de voorzitter correct moet zijn. Gelet op zijn beslissing d.d. 7 december 2004 pt. 55, houdende de bekrachtiging van de Kwaliteitshandboeken van de Woonzorgcentra en de Centra voor Kortverblijf van het OCMW-Gent ; gelet op zijn beslissing d.d. 18 januari 2005 pt. 60 m.b.t. het gebruik en de procedure i.v.m. vrijheidsbeperkende maatregelen; gelet op zijn beslissing d.d. 13 december 2005 pt. 60, houdende een update van de Kwaliteitshandboeken van de Woonzorgcentra en de Centra voor Kortverblijf van het OCMW-Gent; gelet op de noodzaak om een aantal nieuwe documenten (procedures met eventuele visieteksten, werkvoorschriften en formulieren) te voorzien; gelet op het Decreet van 17 oktober 2003 betreffende de kwaliteit van de gezondheids- en welzijnsvoorzieningen; gelet op de organieke wet van 8 juli 1976 (B.S. van 5 augustus 1976) betreffende de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn en latere wijzigingen; gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn.

Gekoppelde besluiten Bijzonder Comité Ouderenzorg, 14 januari 2013, 2013_BCOZ_00020

Strategisch kader Dit besluit kadert in volgende doelstelling(en): Kwaliteitsvolle klantgerichte dienstverlening verzekeren



niet vereist


Artikel 1 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 1: 3.2.1.1. Interne afsprakennota van de centra voor kortverblijf van het OCMW van Gent finaal.pdf Bijlage 2: 3.2.1.1. Interne afsprakennota van de woonzorgcentra van het OCMW van Gent finaal.pdf Bijlage 3: 3.2.1.1.b. Schriftelijke opnameovereenkomst kortverblijf fin.pdf Bijlage 4: 3.2.1.1.b. Schriftelijke opnameovereenkomst woonzorgcentra OCMW Gent finaal versie 1.3.pdf

127/255 RMW - 12 februari 2013


Bijlage(n) 3.2.1.1. Interne afsprakennota van de centra voor kortverblijf van het OCMW van Gent finaal.pdf 3.2.1.1. Interne afsprakennota van de woonzorgcentra van het OCMW van Gent finaal.pdf 3.2.1.1.b. Schriftelijke opnameovereenkomst kortverblijf fin.pdf 3.2.1.1.b. Schriftelijke opnameovereenkomst woonzorgcentra OCMW Gent finaal versie 1.3.pdf

128/255 RMW - 12 februari 2013


Bijlage: 3.2.1.1. Interne afsprakennota van de centra voor kortverblijf van het OCMW van Gent finaal.pdf

129/255 RMW - 12 februari 2013

3.2.1.1. Interne afsprakennota van de centra voor kortverblijf van het OCMW van Gent finaal.

Interne afsprakennota van de centra voor kortverblijf van het OCMW van Gent De interne afsprakennota bevat praktische inlichting en basisafspraken, geldig voor iedere gebruiker en waarborgt en respecteert hierbij de volledige filosofische, godsdienstige en politieke overtuiging van elke gebruiker. Sommige bepalingen omtrent "nachtopvang" zijn enkel toepasselijk voor de locaties die deze vorm van dienstverlening aanbieden, namelijk de centra De Vijvers en Zonnebloem. Art.1: de verantwoordelijke beheersinstantie van de centra voor kortverblijf De centra voor kortverblijf worden beheerd door het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent - Onderbergen 86 – 9000 Gent. Tel: 09/266.99.11 Fax: 09/266.99.99 mail: [email protected] KBO- nr 0212.214.125 Art.2: de centra voor kortverblijf van het OCMW Gent

Centrum voor kortverblijf Zonnebloem

Centrum voor kortverblijf De Liberteyt

Centrum voor kortverblijf De Vijvers

Centrum voor kortverblijf Het Heiveld

Contactgegevens Hutsepotstraat 29 9052 Zwijnaarde Tel: 09/241.78.11 Fax: 09/241.78.05 Vroonstalledries 22 9032 Wondelgem Tel: 09/216.10.00 Fax: 09/216.19.59 Walstraat 1 9050 Gentbrugge Tel: 09/210.30.11 Fax: 09/210.30.29 Antwerpsesteenweg 776 9040 St Amandsberg Tel: 09/266.31.11 Fax: 09/266.31.01

Erkenningsnummers KCE 699

KCE 1553

KCE 2094

KCE 2054

De centra voor kortverblijf (met inbegrip van het centrum voor nachtopvang) van het OCMW van Gent zijn erkend door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. De erkenningsnormen die de centra voor kortverblijf moeten naleven om hun erkenning te behouden, zijn beschreven in: - het woonzorgdecreet van 13 maart 2009; - het besluit van de Vlaamse regering van 4 september 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers; Het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid organiseert het toezicht op de naleving van deze erkenningsnormen door de centra voor kortverblijf.

Interne afsprakennota centra voor kortverblijf OCMW Gent Raadsbeslissing x/x/2013 Pagina 1 van 12 130/255 RMW - 12 februari 2013

Art.3: de opnameprocedure en de opnamevoorwaarden 1. Opnamevoorwaarden Het centrum voor kortverblijf staat open voor alle personen ouder dan 65 jaar die omwille van hun gezondheids- en/of sociale situatie minder zelfredzaam zijn en zich tijdelijk niet langer zelfstandig kunnen handhaven binnen hun huidige woonsituatie. Indien de gebruiker jonger is dan 65 jaar, is er in het centrum een verslag ter beschikking waaruit blijkt dat er in de woonomgeving van de gebruiker geen andere voorzieningen beschikbaar zijn die de zorgvraag gepast kunnen beantwoorden. Er wordt geen onderscheid gemaakt naargelang de financiële en/of maatschappelijke status. 2. Aanvraag tot opname De aanvraag wordt telefonisch, schriftelijk of via bureelbezoek ingediend bij de maatschappelijk werkers van het centrum voor kortverblijf. De opnameaanvragen kunnen ook binnenkomen vanuit de ziekenhuizen, de lokale dienstencentra of via de website provincie kortverblijven (www.kortverblijven.be). 3. Beheer reservaties door de maatschappelijk werker van het centrum De maatschappelijk werker van het centrum kijkt in zijn schema of er plaats is en reserveert de periode. De aanvragen worden chronologisch bekeken en afgewerkt. Indien er geen plaats is, worden ook deze aanvragen bijgehouden via een reservelijst om bij eventueel latere annulaties de vrije plaatsen toch te kunnen invullen. Gentenaren krijgen voorrang, maar indien we voor een periode geen Gentenaars hebben, kan er met bijzonder verzoek wel een niet-Gentenaar in kortverblijf komen. 4. Sociaal-financieel onderzoek Na reservatie krijgt de aanvrager een gesprek met de maatschappelijk werker, die een sociaal-financieel onderzoek voert. In dit gesprek komen minstens volgende 2 aspecten aan bod: - de maatschappelijk werker bespreekt samen met de aanvrager en/of zijn vertegenwoordiger alle mogelijkheden van hulp. Indien blijkt dat er nog andere hulp kan uitgeput worden, waarmee de aanvrager langer thuis kan blijven wonen, wordt de aanvrager daar naar doorverwezen. - tijdens het gesprek gaat de maatschappelijk werker na of de aanvrager en/of zijn vertegenwoordiger in staat zijn om de kosten verbonden aan de opname zelf te betalen. De maatschappelijk werker vraagt inzage in bewijsstukken van de inkomsten, zicht- en spaarrekening, effecten, eigendom, … . Indien de aanvrager of zijn vertegenwoordiger in staat is om de kosten zelf te betalen, wordt een verzoek voorgelegd aan het Bijzonder Comité van de Sociale Dienst om de aanvrager als zelfbetalend in te schrijven. Indien blijkt dat de aanvrager niet in staat is om de kosten zelf te betalen, wordt een verzoek voorgelegd om financieel tussen te komen in de opnamekosten. Het verslag wordt voorgelegd en het akkoord blijft geldig voor nieuwe periodes.


5. Voorbereiding opname In het centrum voor kortverblijf wordt de hulp- en dienstverlening voor de nieuwe gebruiker voorbereid (voorbereiding woning, verwittigen keuken, …). Vlak voor de opname wordt de interne afsprakennota van het centrum voor kortverblijf voorgelegd, toegelicht en voor ontvangst ondertekend door de kandidaat of zijn vertegenwoordiger. 6. Administratieve voorbereiding opname Voor iedere gebruiker wordt een administratief dossier opgesteld. Dit omvat onder meer: - de volledige identiteit van de gebruiker en zijn vertegenwoordiger; - naam, adres en telefoonnummer van de huisarts en van de personen die, in geval van nood, worden verwittigd; - de data van verblijf in het centrum voor kortverblijf - ook de godsdienstige of filosofische overtuiging kan worden vermeld. Voor iedere gebruiker wordt er ook een elektronisch zorgdossier aangelegd. Dit dossier bevat de sociale, paramedische en verpleegkundige gegevens. Dit dossiers is strikt persoonlijk en enkel toegankelijk voor de daartoe bevoegde personen in het kader van de te verstrekken zorgverlening. Voor iedere gebruiker wordt een medisch dossier aangelegd. Het medisch dossier wordt niet ter inzage gegeven aan onbevoegden. Alleen de gebruiker, zijn vertegenwoordiger of vertrouwenspersoon, de huisarts en de huisarts met wachtdienst hebben inzagerecht in dit medische dossier. Het aanleggen van de dossiers gebeurt conform de wet tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer en met inachtneming van het beroepsgeheim. Indien de gebruiker of zijn vertegenwoordiger van het direct inzagerecht willen gebruik maken dan dient hij zich te wenden tot de directie. 7. Onthaal in het centrum voor kortverblijf Op de dag van opname wordt steeds een schriftelijke opnameovereenkomst afgesloten tussen het OCMW Gent en de toekomstige gebruiker of de vertegenwoordiger. De maatschappelijk werker van het centrum voor kortverblijf vangt de nieuwe gebruiker op op de dag van opname en begeleidt en helpt hem bij de ondertekening van de verschillende documenten. Bij opname brengt de gebruiker onderstaande documenten mee: -identiteitskaart -medicatie -siskaart -recente katzschaal Deze lijst is niet limitatief.


De gebruiker of vertegenwoordiger bezorgt de nodige documenten onmiddellijk aan het secretariaat van het centrum voor kortverblijf. Indien dit niet gebeurt, kan de directie niet aansprakelijk gesteld worden voor het niet tijdig in orde brengen van de administratieve formaliteiten. De directie van het centrum voor kortverblijf organiseert een gepast onthaal van de nieuwe gebruiker. Zowel de kinderen, familieleden, mantelzorgers, vrijwilligers, personeelsleden en ook de reeds aanwezige gebruikers kunnen hierbij worden betrokken. 8. Toewijzing en inrichting van de woongelegenheid De gebruiker krijgt de beschikking over een gemeubelde individuele woongelegenheid met sanitaire voorzieningen, ijskast en televisietoestel. Er wordt geen persoonlijk meubilair meegebracht. Op het moment van de opname wordt per woongelegenheid een inventaris opgemaakt van de meubelen en bezittingen die eigendom zijn van het OCMW Gent. Een exemplaar ervan wordt aan de gebruiker en zijn familie of mantelzorger bezorgd. Art.4: organisatie dagelijkse leven in het centrum voor kortverblijf 1. Veilige en rustige omgeving Het centrum voor kortverblijf is een open huis. Iedere gebruiker kan vrij in en uit gaan. Om de rust en de veiligheid in de gebouwen te verzekeren worden de deuren na een bepaald uur (zie onthaalbrochure van het centrum voor kortverblijf) gesloten. Gebruikers die na dit uur het gebouw willen betreden, brengen de directie en/of de verantwoordelijke verpleegkundige hiervan op de hoogte. Zij bellen aan bij aankomst. Om de veiligheid van de gebruikers te waarborgen en te verhogen is het centrum voor kortverblijf ook uitgerust met camera’s. De beelden hiervan worden bewaard en gearchiveerd door de preventieadviseur en kunnen bij inbraak en/of andere onveilige situatie herbekeken worden. De directeur kan alle lokalen en woongelegenheden bezoeken. Het nazien van de woongelegenheden gebeurt enkel in aanwezigheid van de gebruiker of - bij afwezigheid - in het bijzijn van getuigen. Aan de gebruikers, bezoekers en het personeel wordt gevraagd om de algemene rust niet te verstoren. Zo is het belangrijk om het gerucht en lawaai (ook van muziekinstrumenten, radio en tv’s) te vermijden tijdens de uren waarop stilte wordt gevraagd. Dit is vooral na het middagmaal tot 14 u. en vanaf 21 u. 30. 2. Bezoek De gebruiker kan vrij bezoek ontvangen in zijn/haar woongelegenheid en in de daartoe ter beschikking gestelde lokalen van het centrum voor kortverblijf.


De naaste familieleden en/of verwanten kunnen aanwezig blijven wanneer de gezondheidstoestand van de gebruiker dit vereist. In deze situaties wordt gevraagd om vooraf een afspraak te maken met de directie. In sommige situaties wordt het advies van de (huis)arts gevraagd en wordt de situatie besproken met de coördinerend en raadgevend arts, verbonden aan het centrum voor kortverblijf. 3. Maaltijden De directie zorgt ervoor dat elke gebruiker gezonde, afwisselende en voldoende voeding ontvangt die aangepast is aan de gezondheidstoestand en/of levensbeschouwing. Het menu wordt wekelijks medegedeeld. Dieetvoeding wordt enkel voorzien op voorschrift van de behandelende arts. De maaltijden worden gebruikt in het restaurant, de woongelegenheid of volgens de gebruiken binnen het centrum voor kortverblijf én volgens de gezondheidstoestand van de gebruiker. Elke gebruiker moet steeds en gratis over voldoende drinkbaar water kunnen beschikken. Bij opname in nachtopvang wordt aan de gebruiker - tegen vergoeding - een avondmaal aangeboden. 4. Hygiëne Een goede dagelijkse hygiëne en een persoonlijke verzorging zijn bevorderlijk voor een aangename leefsfeer. De richtlijnen op gebied van hygiëne moeten dan ook strikt gevolgd worden. Het personeel zal de gebruiker - met respect voor zijn/haar persoon - hierbij helpen waar nodig. De kledij wordt door de gebruiker zelf gekozen maar moet netjes, verzorgd en aangepast zijn aan het ogenblik van de dag. De gebruiker in kortverblijf (nachtopvang) zorgt zelf voor het regelmatig onderhoud van de persoonlijke kledij, en neemt hiervoor zelf de gepaste regelingen. Het centrum kan niet aansprakelijk gesteld worden voor het verloren gaan van kledij van de gebruiker. Het centrum staat in voor het onderhoud van het ter beschikking gestelde linnen. Dit linnen wordt ten minste om de 14 dagen ververst en iedere keer bij een nieuwe opname of indien dit noodzakelijk is. De gebruiker neemt minstens éénmaal per week een bad/douche. Indien nodig gebeurt dit met de hulp van het bevoegd personeel. Om de netheid en de hygiëne te bevorderen: - is het aan te raden de woongelegenheid dagelijks te verluchten - is het noodzakelijk om de gemeenschappelijke lokalen, wc en badkamer netjes te houden.


Dieren die hinderlijk en gevaarlijk zijn of die gevaar opleveren voor de hygiëne en veiligheid zijn niet toegelaten. Andere huisdieren kunnen mits overleg met de directie en volgens de mogelijkheden die het centrum heeft, toegelaten worden mits de inachtneming van de nodige voorzorgsmaatregelen en afspraken omtrent de verzorging. 5. Privacy Iedere gebruiker is zelf verantwoordelijk voor zijn persoonlijke bezittingen. De directie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het verdwijnen van de persoonlijke goederen die de gebruiker zelf in zijn woongelegenheid bewaart. De naam van de gebruiker wordt aangebracht aan de woongelegenheid. De gebruiker bepaalt zelf hoe hij/zij wil aangesproken worden: met naam of voornaam. De gebruiker bepaalt ook zelf wie in de woongelegenheid komt. Het personeel zal deze privacy respecteren voor zover dit niet de dagelijkse dienstverlening en de noodzakelijke verzorging in het gedrang brengt. Gegevens van medische, familiale of financiële aard worden steeds met de nodige discretie behandeld. De wet op de privacy is van toepassing. Het personeel is gebonden door het beroepsgeheim en moet de private levenssfeer van de gebruiker eerbiedigen. Persoonlijke briefwisseling wordt bezorgd aan de gebruiker of zijn vertegenwoordiger. De gebruiker of de vertegenwoordiger, vertrouwenspersoon of familie gaat de verbintenis aan om de directie te informeren over relevante briefwisseling die weerslag kan hebben op het verblijf, de teruggave van kosten, de facturatie, enz… Zo is het belangrijk briefwisseling omtrent het ziekenfonds, RIZIV, zorgverzekering, tegemoetkomingen allerhande,… onmiddellijk bezorgd worden aan het secretariaat van het centrum. 6. Brandveiligheid Om zichzelf en anderen niet in gevaar te brengen is het nodig dat de gebruikers een bijzondere voorzichtigheid aan de dag leggen en alles vermijden wat brandgevaar kan opleveren. Volgende veiligheidsvoorschriften zijn van toepassing: - er worden geen elektrische toestellen (zoals tv, radio, verlichting en verwarmingstoestellen), noch hulpstukken (verlengsnoeren,…) binnengebracht zonder toestemming van de directie; - defecten aan toestellen, snoeren, stekkers, stopcontacten worden onmiddellijk gesignaleerd aan de verantwoordelijke verpleegkundige en/of directie; - richtlijn voor tv’s: de toestellen mogen niet afgedekt worden door tapijten, doekjes, enz. en de ventilatieopening aan de achterzijde moet steeds voldoende vrij blijven. Er mogen ook geen vazen of bloempotten, met water erin, geplaatst worden op het toestel. In het centrum voor kortverblijf wordt er niet gerookt, behalve in de daartoe voorziene rookruimtes. Hierop kan enkel via een schriftelijke toestemming van de directie een uitzondering voor de niet gemeenschappelijke ruimtes gemaakt worden. De gebruikers dienen zich vertrouwd te maken met de wegen waarlangs zij - in geval van nood - hun woongelegenheid, afdeling of het centrum voor kortverblijf kunnen verlaten. De richtlijnen die men dient te volgen in geval van brand, zijn duidelijk aangebracht op verschillende plaatsen in het centrum voor kortverblijf.


Bij brandoefeningen worden de gebruikers geholpen en begeleid door het personeel zodat zij vertrouwd raken met het geheel van de reddingsoperaties en evacuatiemogelijkheden. 7. Contacten tussen gebruikers en het personeel Om een aangename leefsfeer, een goede geest en verstandhouding binnen het centrum voor kortverblijf te bevorderen: - wordt de vrije meningsuiting gewaarborgd en wordt eenieders godsdienstige, filosofische en politieke overtuiging geëerbiedigd; - bejegenen de gebruikers elkaar met het nodige respect en helpen ze elkaar waar nodig; - benaderen de gebruikers, hun familieleden, vrienden en het personeel elkaar op een respectvolle en positieve manier. Aan de gebruikers, de familie en bezoekers wordt gevraagd om geen opdrachten te geven aan het personeel. De personeelsleden en de vrijwilligers mogen ook geen giften of goederen aanvaarden van de gebruikers en/of hun bezoekers. Art.5: medische & paramedische verzorging en bijkomende dienstverlening 1. Algemeen Aan de gebruiker wordt alle zorg verstrekt die noodzakelijk is voor zijn of haar gezondheid. De psychosociale en lichamelijke gezondheidstoestand en ook de sociale situatie van de gebruiker worden van nabij gevolgd. Stimulerende hulp om de zelfredzaamheid te behouden en/of te verbeteren wordt waar nodig aangeboden. Indien nodig pleegt de directie overleg met de huisarts en/of de coördinerend en raadgevend arts en treft de nodige maatregelen. 2. Keuze arts De keuze van huisarts is vrij en dit recht op vrije keuze wordt gewaarborgd. De huisarts moet wel de nodige informatie en richtlijnen doorgeven aan het centrum voor kortverblijf. Deze informatie is nodig voor het aanleggen van het verplicht medisch dossier. Indien de huisarts in gebreke blijft, kan de directie niet verantwoordelijk gesteld worden voor de zorgenverstrekking. Het in gebreke blijven van de huisarts wordt gemeld aan de coördinerend en raadgevend arts die zal optreden conform het reglement van orde van de artsen. Elk centrum voor kortverblijf beschikt over een coördinerende en raadgevend arts. Eén der taken is het bemiddelen bij conflicten met (huis)artsen. Wanneer de gebruiker verandert van huisarts, brengt hij /zij de dienstchef nursing en/of de (hoofd)verpleegkundige van de afdeling hiervan onmiddellijk op de hoogte zodat de wijzigingen genoteerd worden in het elektronisch zorgdossier. 3. De regeling met betrekking tot opname in een ziekenhuis Indien bijzondere zorgen een behandeling of opname in het ziekenhuis noodzakelijk maken, wordt de gebruiker overgebracht naar het Jan Palfijnziekenhuis – Henri Dunantlaan 5 - 9000 Gent, tenzij de gebruiker of de vertegenwoordiger de voorkeur geeft aan een ander ziekenhuis. Gebruikers die, bij opname in een ziekenhuis, ten laste zijn van het OCMW, worden – behoudens medisch advies – opgenomen in een gemeenschappelijke kamer.


4. Medicatie Alle medicatie wordt door de gebruiker zelf meegebracht. De medicatie wordt beheerd en verstrekt door het verplegend personeel van het centrum. De gebruiker of de vertegenwoordiger geeft, bij opname, volmacht aan de directie om, in dringende noodsituaties voorgeschreven medicatie aan te kopen, en dit op kosten van de gebruiker. Indien de gebruiker op eigen initiatief geneesmiddelen of verslavende genotsmiddelen gebruikt of bijhoudt, zonder of tegen het advies in van de huisarts, is dit op eigen verantwoordelijkheid. In deze situaties wijst het OCMW alle verantwoordelijkheid af. Ditzelfde is van toepassing indien de gebruiker weigert de door de (huis)arts voorgeschreven behandeling te volgen. 5. De mogelijkheden en beperkingen in verband met palliatie en euthanasie Sterven is binnen onze centra voor kortverblijf bespreekbaar. Dat zorgt ervoor dat er tijdig beslissingen genomen kunnen worden over het levenseinde. Wij bekijken sterven als een natuurlijk onderdeel van het leven. Palliatieve zorgverlening vertrekt vanuit de noden en verlangens van de gebruiker en zijn omgeving. De gebruiker staat hierin centraal. Daarom willen wij open omgaan met de gebruiker en zijn omgeving. Palliatieve zorg is vaak complex en natuurlijk nooit gemakkelijk. Om die reden streven wij ernaar om zoveel mogelijk samen te werken met anderen. Hierdoor kunnen we de gebruiker verschillende keuzes op maat aanbieden. Zo krijgt de gebruiker de kans op toegankelijke palliatieve zorg binnen de vertrouwde omgeving en kan de gebruiker zich bij zijn levenseinde veilig en geborgen voelen. Aandacht gaat ook naar de ondersteuning van de nabestaanden en zorgverleners, zowel voor als na het overlijden. Euthanasie is bespreekbaar zoals wettelijk is omschreven. Deze aanpak vergt van de zorgverleners een degelijke deskundigheid en permanente vorming. 6. Het restrictiebeleid ten aanzien van gebruikers met een bijzonder zorgprofiel We streven naar een fixatiearme zorg. Veiligheid moet worden afgewogen tegenover de volgende ethische waarden: - respecteren van de gebruiker in zijn waardigheid - respecteren van de autonomie van de gebruiker - respecteren van het integrale welzijn van de gebruiker - bevorderen van zelfredzaamheid van de gebruiker. Fixatie wordt overwogen wanneer: - het gedrag van de gebruiker een acuut gevaar inhoudt voor de gebruiker of voor anderen - er geen alternatieven zijn bijvoorbeeld leefgroepwerking, … - er een therapeutisch doel kan bereikt worden - de gezondheid, de integriteit of het leef– en zorgklimaat in het gedrang komt indien er geen gebruik gemaakt wordt van vrijheidsbeperking.


Fixatie moet in verhouding zijn tot het beoogde effect. De gebruiker en zijn familie moeten zoveel als mogelijk betrokken worden bij de besluitvorming. Het multidisciplinair team neemt de uiteindelijke beslissing. De meest menswaardige en haalbare keuze wordt vooropgesteld. De fixatie moet op regelmatige basis multidisciplinair geëvalueerd worden en zo snel als mogelijk opgeheven worden. 7. Paramedische verzorging Het centrum voor kortverblijf biedt kinesitherapie, ergotherapie en logopedie aan - in overeenstemming met de reglementering van de Rijksdienst voor Ziekte - en invaliditeitsverzekering (RIZIV) - zodat alle paramedische verzorging kan verstrekt worden. 8. Animatie en reactivatie - vrijetijdsbesteding De directie verbindt zich ertoe – samen met de gebruikers – alle inspanningen te leveren om de zelfredzaamheid van de gebruikers te handhaven, te bevorderen of te herstellen. Dit gebeurt door het organiseren en het stimuleren van activiteiten die behoren tot het dagelijks leven. Indien noodzakelijk wordt er ook gezorgd voor reactivering en oriënteringstrainingsactiviteiten. De directie biedt ook een degelijke en zinvolle tijdsbesteding en ontspanning aan. Via de verantwoordelijke(n) voor de animatie en reactivatie worden diverse activiteiten georganiseerd waaraan de gebruiker kan deelnemen. Ook vrijwilligers en familieleden kunnen bij deze werking betrokken worden. Bij deze activiteiten wordt ook rekening gehouden met de specifieke situatie van de gebruikers van het centrum voor kortverblijf, die er voor een beperkte periode verblijven. 9. Zingeving Bedienaars van erkende erediensten en lekenconsulenten kunnen, op eenvoudig verzoek van de gebruiker, contact opnemen en/of een bezoek brengen. De gebruiker kan reeds bij opname zijn voorkeur kenbaar maken door het ondertekenen van een hiertoe geijkt formulier. 10. Bijkomende dienstverlening Het staat de gebruiker vrij al dan niet gebruik te maken van de dienstverlening inzake haartooi en voetverzorging die verbonden is aan het centrum voor kortverblijf. Voor deze dienstverlening wordt er een extra vergoeding aangerekend die afzonderlijk wordt gefactureerd. De gebruiker kan zich voor deze bijkomende dienstverlening ook buiten het centrum voor kortverblijf begeven of van de bijkomende dienstverlening ook genieten in zijn eigen woongelegenheid en los van de dienstverlener met wie het centrum voor kortverblijf een samenwerkingsovereenkomst heeft. In dit geval zijn de eventuele vervoerkosten en de kosten voor de dienstverlening ten laste van de gebruiker.


Art.6: inspraak van de gebruiker 1. Gebruikersraad De gebruikers van het centrum voor kortverblijf kunnen deelnemen aan de gebruikersraad van het woonzorgcentrum waartoe het centrum behoort. Deze vergadert minstens éénmaal per trimester. Elke gebruiker kan zich kandidaat stellen en deelnemen aan deze raad. De gebruikersraad verkiest onder zijn leden een voorzitter en een secretaris, die tevens fungeert als verslaggever. De naamlijst van de leden, net als elke wijziging hiervan, wordt op een goed zichtbare en daartoe voorzien plaats uitgehangen in het woonzorgcentrum. De directeur en/of andere personeelsleden vergadering van deze raad bij te wonen.

kunnen

uitgenodigd worden

om

de

De gebruikersraad brengt advies uit over de algemene werking van het woonzorgcentrum en het centrum voor kortverblijf met als doel de kwaliteit te waarborgen en/of te verbeteren. Het advies kan gebeuren op eigen initiatief en/of op verzoek van de directie. Van de vergadering wordt er een verslag opgemaakt. Dit ligt ter inzage voor alle bewoners en gebruikers. Een exemplaar van dit verslag wordt ook bezorgd aan de directie. 2. Procedure voor de behandeling van suggesties, opmerkingen en klachten Klachten, opmerkingen of suggesties kunnen, zowel mondeling als schriftelijk, meegedeeld worden aan het personeel of de directeur van het centrum voor kortverblijf of via een meldingskaart, die gedeponeerd kan worden in een speciaal daartoe aangebrachte brievenbus, die dagelijks geledigd wordt of via de website. De directie verbindt zich ertoe om iedere klacht te behandelen binnen de door de klachtenprocedure vooropgestelde termijn. De klachtenverantwoordelijke stuurt binnen de 9 kalenderdagen een ontvangstmelding naar de afzender van de klacht. De indiener van de klacht wordt binnen de 28 kalenderdagen schriftelijk ingelicht over het gevolg dat aan de klacht wordt gegeven. Met vragen en/of klachten kan de gebruiker of de vertegenwoordiger eveneens terecht bij de directie ouderenzorg, Onderbergen 82 – 9000 Gent (tel: 09/266.93.94) of bij de woonzorglijn (tel: 078/15 25 25). Art. 7: De mededeling van strategische beslissingen Het centrum voor kortverblijf voert een actieve communicatie met de gebruiker en zijn familie en mantelzorgers met betrekking tot de strategische beleidsbeslissingen die een impact hebben op de dagelijkse werking van het centrum voor kortverblijf, op de kosten van het verblijf en/of de aard van de aangeboden hulp- en dienstverlening.


Art. 8: specifieke regeling bij tijdelijke afwezigheid van de gebruiker Wanneer de gebruiker afwezig is (om reden van vakantie, familiebezoek, ziekenhuisopname,…), brengt de gebruiker voor de eigen veiligheid en voor de praktische gang van zaken, de directie hiervan op de hoogte. Dit gebeurt het best vanaf het moment dat de afwezigheid gekend is en bij voorkeur minstens één dag vooraf bij langere afwezigheden. Zo kunnen er praktische maatregelen worden getroffen (bv. voor de maaltijden, afsluiten van de woongelegenheid, dagprijsvermindering, enz…). De gebruiker verwittigt ook de verantwoordelijke verpleegkundige van de afdeling en laat eventueel een adres, telefoonnummer, fax of e-mailadres na. Art. 9: specifieke regeling bij overlijden van de gebruiker Bij het overlijden van de gebruiker in het centrum voor kortverblijf wordt het stoffelijk overschot binnen de 24 uur naar het stedelijk mortuarium, gelegen in het ziekenhuis Jan Palfijn, overgebracht, tenzij de familie een andere keuze heeft ter kennis gebracht aan de directie. Kosten voor overbrenging naar een mortuarium buiten Gent vallen ten laste van de aanvrager zelf. Art. 10: omstandigheden, die aanleiding geven tot ontslag uit het centrum Het centrum voor kortverblijf kan, na beslissing van het Vast Bureau, de overeenkomst beëindigen indien blijkt dat : - de gebruiker of zijn vertegenwoordiger vóór het aangaan van de schriftelijke overeenkomst onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt die zo essentieel zijn dat het centrum voor kortverblijf niet tot opname zou overgegaan zijn als deze gegevens vooraf bekend waren; - als de gebruiker zware inbreuken pleegt op de interne afsprakennota en/of opnameovereenkomst met het centrum voor kortverblijf. - de gebruiker zich schuldig maakt aan feiten die de verstandhouding met andere gebruikers, personeel of directie onherstelbaar schaadt. Art. 11: Einde van de opname Bij ontslag van de gebruiker uit het centrum voor kortverblijf neemt het centrum de nodige maatregelen opdat de gebruiker met voldoende begeleiding en met de nodige afspraken over de zorgafstemming naar zijn thuismilieu kan terugkeren. Art. 12: Bepalingen in verband met deze interne afsprakennota Deze interne afsprakennota wordt ten laatste bij opname overhandigd en toegelicht aan de gebruiker of zijn vertegenwoordiger. Wanneer deze interne afsprakennota wordt gewijzigd en/of er wordt een addendum toegevoegd dan tekent de gebruiker of zijn vertegenwoordiger voor ontvangst. Deze interne afsprakennota, die alle voorafgaande vervangt, is goedgekeurd door de Raad van het OCMW Gent


Namens het OCMW Gent

Luc Kupers Secretaris

Rudy Coddens Voorzitter



Bijlage: 3.2.1.1. Interne afsprakennota van de woonzorgcentra van het OCMW van Gent finaal.pdf

142/255 RMW - 12 februari 2013

3.2.1.1. Interne afsprakennota van de woonzorgcentra van het OCMW van Gent finaal.pdf

Interne afsprakennota van de woonzorgcentra van het OCMW van Gent De interne afsprakennota bevat praktische inlichting en basisafspraken, geldig voor iedere bewoner en waarborgt en respecteert hierbij de volledige filosofische, godsdienstige en politieke overtuiging van elke bewoner. Art.1: de verantwoordelijke beheersinstantie van de woonzorgcentra De woonzorgcentra worden beheerd door het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent - Onderbergen 86 – 9000 Gent. Tel.: 09 266 99 11 Fax: 09 266 99 99 mailto: [email protected] KBO- nr 0212.214.125 Art.2: de woonzorgcentra van het OCMW Gent

Woonzorgcentrum Zonnebloem

Woonzorgcentrum De Liberteyt

Woonzorgcentrum De Vijvers

Woonzorgcentrum Het Heiveld

Contactgegevens Hutsepotstraat 29 9052 Zwijnaarde Tel : 09/241.78.11 Fax :09/241.78.05 Vroonstalledries 22 9032 Wondelgem Tel: 09/216.10.00 Fax :09/216.19.59 Walstraat 1 9050 Gentbrugge Tel: 09/210.30.11 Fax : 09/210.30.29 Antwerpsesteenweg 776 9040 St Amandsberg Tel: 09/266.31.11 Fax :09/266.31.01

Erkenningsnummers ROB CE 2396 RVT VZB 473

ROB CE 1553 RVT VZB 456



De woonzorgcentra van het OCMW van Gent zijn erkend door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap. De erkenningsnormen die de woonzorgcentra moeten naleven om hun erkenning te behouden, zijn beschreven in: • • •

het woonzorgdecreet van 13 maart 2009; het besluit van de Vlaamse regering van 4 september 2009 betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers; het koninklijk besluit van 21 september 2004 tot vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning als rust- en verzorgingstehuis, als centrum voor dagverzorging of als centrum voor niet aangeboren hersenletsels.

Het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid organiseert het toezicht op de naleving van deze erkenningsnormen door de woonzorgcentra.

Interne afsprakennota woonzorgcentra OCMW Gent Raadsbeslissing x/x/2013 Pagina 1 van 12 143/255 RMW - 12 februari 2013

Art.3: de opnameprocedure en de opnamevoorwaarden 1. Opnamevoorwaarden Het woonzorgcentrum staat open voor alle personen ouder dan 65 jaar die omwille van hun gezondheids- en/of sociale situatie minder zelfredzaam zijn en zich niet langer zelfstandig kunnen handhaven binnen hun huidige woonsituatie. Indien de persoon jonger is dan 65 jaar vraagt het OCMW voorafgaandelijk aan de opname een goedkeuring aan het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid. Er wordt geen onderscheid gemaakt naargelang de financiële en/of maatschappelijke status. 2. Aanvraag tot opname De aanvraag wordt telefonisch, schriftelijk of via bureelbezoek ingediend bij het woonzorgcentrum naar keuze of bij het lokaal dienstencentrum in de buurt van de aanvrager. De aanvrager kan voor telefonische of schriftelijke contact gebruik maken van het centraal nummer (09/266.99.11) of het algemeen adres (Onderbergen 86, 9000 Gent) van het OCMW. Van hieruit zal de vraag verder doorverwezen worden naar de juiste dienst. Opnameaanvragen vanuit de ziekenhuizen worden rechtstreeks naar de dienst Advies, Oriëntatie en Opname (AOO) gestuurd. Iedere aanvraag wordt op datum geregistreerd. Indien de aanvrager een laag zorgprofiel (A of O op de Katzschaal) heeft, wordt deze doorverwezen naar het lokaal dienstencentrum in zijn buurt. De zoekfunctie op de website van het OCMW geeft aan welk lokaal dienstencentrum instaat voor welke adressen in Gent. De maatschappelijk werker van het lokaal dienstencentrum bekijkt samen met de aanvrager de totale zorgsituatie en gaat na welke de meest passende oplossing is. Vervolgens wordt er gezocht naar de gepaste zorgaanbieder. 3. Beheer registratielijst en wachtlijst door de dienst AOO Op de registratielijst komen de aanvragers met een laag zorgprofiel, die na een eerste gesprek met een maatschappelijk werker van het lokaal dienstencentrum of woonzorgcentrum nog steeds wensen opgenomen te worden in een woonzorgcentrum. Indien men een zwaarder zorgprofiel (B, C of D op de Katzschaal) krijgt na inschrijving op de registratielijst, dan moet men dit melden en de opnameaanvraag zal behandeld worden. Op de wachtlijst worden de aanvragers met een hoog zorgprofiel (B, C of D) opgenomen. Indien men een lichter zorgprofiel (A of O) krijgt na inschrijving op de wachtlijst, dan verschuift men naar de registratielijst. Op het moment dat men terug een hoger zorgprofiel (B,C of D) scoort, verschuift men naar de wachtlijst met als datum de datum vermeld op de Katzschaal. De richtlijnen en regels met betrekking tot de rangorde op de registratielijst en de wachtlijst worden strikt gevolgd. Bij een vrije plaats in het woonzorgcentrum wordt de volgende volgorde gerespecteerd: 1. alle personen, effectief gedomicilieerd te Gent; 2. het gevraagde zorgprofiel vanuit het woonzorgcentrum; 3. de datum van aanvraag;


4. indien er op de wachtlijst geen Gentenaars meer voorhanden zijn komen in volgende volgorde in aanmerking: • zij die op het moment van de aanvraag in een andere gemeente buiten Gent gedomicilieerd zijn, maar voorafgaand aan de verhuizing minstens 5 jaar in Gent hebben gewoond. • zij waarvan één of meerdere kinderen, respectievelijk andere familieleden, in Gent zijn gedomicilieerd. • zij die een affiniteit hebben met Gent (bv. steeds in Gent tewerkgesteld waren, …) • zij die geen enkele affiniteit hebben met Gent. Ook bij deze personen gelden dezelfde rangorderegels als voor de Gentenaars. Aan de rangorde wordt niet geraakt, tenzij er uitdrukkelijk en bij wijze van uitzondering voorafgaandelijk voorrang wordt gevraagd. Deze uitzondering kan enkel geformuleerd worden via een bijzonder verzoek, opgemaakt door de maatschappelijk werker. Het bijzonder verzoek is met redenen omkleed en te kaderen in de medische en/of sociale situatie. De voorrang wordt pas definitief na bekrachtiging door het Bijzonder Comité van de Sociale Dienst of bij dringende beslissing van de voorzitter. Het reeds opgenomen zijn en/of verblijven in een beschermde woonvorm opent niet automatisch het recht op voorrang. In overeenstemming met de Raadsbeslissing d.d. 18/1/2005 pt 3° worden patiënten die verblijven in het Algemeen Ziekenhuis Jan Palfijn én ingeschreven zijn op de wachtlijst met voorkeur voor één van de woonzorgcentra van het OCMW Gent, binnen het gevraagde zorgprofiel, volgens het “ritsprincipe” opgenomen. Het ritsprincipe houdt in dat 1 op de 2 vrijgekomen plaatsen bij voorrang aangeboden wordt aan een potentiële bewoner die op dat moment in het Algemeen Ziekenhuis Jan Palfijn verblijft. 4. Sociaal-financieel onderzoek Na inschrijving op de wachtlijst krijgen de kandidaat-bewoners met de zwaarste zorgprofielen (C en Cd) onmiddellijk een gesprek met de maatschappelijk werker, die een sociaalfinancieel onderzoek voert. In dit gesprek komen minstens volgende 2 aspecten aan bod: - de maatschappelijk werker bespreekt samen met de aanvrager en/of zijn vertegenwoordiger alle mogelijkheden van hulp. Indien blijkt dat er nog andere hulp kan uitgeput worden, waarmee de aanvrager langer thuis kan blijven wonen, wordt de aanvrager daar naar doorverwezen. - tijdens het gesprek gaat de maatschappelijk werker na of de aanvrager en/of zijn vertegenwoordiger in staat zijn om de kosten verbonden aan de opname zelf te betalen. De maatschappelijk werker vraagt inzage in bewijsstukken van de inkomsten, zicht- en spaarrekening, effecten, eigendom, … . Indien de aanvrager of zijn vertegenwoordiger in staat is om de kosten zelf te betalen, wordt een verzoek voorgelegd aan het Bijzonder Comité van de Sociale Dienst om de aanvrager als zelfbetalend op de wachtlijst in te schrijven. Indien blijkt dat de aanvrager niet in staat is om de kosten zelf te betalen, wordt een verzoek voorgelegd om financieel tussen te komen in de opnamekosten.


Voor de kandidaat-bewoners met B-of D-profielen wordt er een buffer aangelegd van 30 personen per profiel op de wachtlijst. Pas wanneer deze kandidaat-bewoners de buffer naderen wordt er een sociaal-financieel onderzoek uitgevoerd. In afwachting van opname worden kandidaat-bewoners met B-of D-profielen die thuis zijn en extra ondersteuning nodig hebben doorverwezen naar de maatschappelijk werker van het lokaal dienstencentrum in zijn buurt. 5. Voorbereiding opname Indien er een plaats in een woonzorgcentrum beschikbaar is, wordt de aanvrager, die aan de beurt is voor een opname, gecontacteerd door de dienst Advies, Oriëntatie en Opname. De aanvrager dient binnen de 24 uur een beslissing te nemen: • indien de aanvrager weigert, behoudt hij zijn plaats op de wachtlijst, ongeacht de reden van weigering; • indien de aanvrager voor de tweede keer weigert, wordt hij geschrapt van de wachtlijst, tenzij er grondige redenen zijn om hem niet te schrappen. De aanvrager wordt van deze beslissing schriftelijk op de hoogte gebracht. Als de kandidaat weerhouden wordt door het woonzorgcentrum, geeft de dienst AOO de nodige informatie door aan het woonzorgcentrum. In het woonzorgcentrum wordt de hulp- en dienstverlening van de nieuwe bewoner voorbereid (voorbereiding woning, verwittigen keuken, …). Vlak voor de opname wordt de interne afsprakennota van het woonzorgcentrum voorgelegd, toegelicht en voor ontvangst ondertekend door de kandidaat of zijn vertegenwoordiger. 6. Administratieve voorbereiding opname Voor iedere bewoner wordt een administratief dossier opgesteld. Dit omvat onder meer: - de volledige identiteit van de bewoner en zijn vertegenwoordiger; - naam, adres en telefoonnummer van de huisarts en van de personen die, in geval van nood, worden verwittigd; - ook de godsdienstige of filosofische overtuiging, de specifieke wensen in verband met het levenseinde en de eventuele uitvaart kan worden vermeld. Voor iedere bewoner wordt er ook een elektronisch zorgdossier aangelegd. Dit dossier bevat de sociale, paramedische en verpleegkundige gegevens. Dit dossiers is strikt persoonlijk en enkel toegankelijk voor de daartoe bevoegde personen in het kader van de te verstrekken zorgverlening. Voor iedere bewoner wordt een medisch dossier aangelegd. Het medisch dossier wordt niet ter inzage gegeven aan onbevoegden. Alleen de bewoner, zijn vertegenwoordiger of vertrouwenspersoon, de huisarts en de huisarts met wachtdienst hebben inzagerecht in dit medische dossier. Het aanleggen van de dossiers gebeurt conform de wet tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer en met inachtneming van het beroepsgeheim. Indien de bewoner of zijn vertegenwoordiger van het direct inzagerecht willen gebruik maken dan dient hij zich te wenden tot de directie.


7. Onthaal in het woonzorgcentrum Op de dag van opname wordt steeds een schriftelijke opnameovereenkomst afgesloten tussen het OCMW Gent en de toekomstige bewoner of de vertegenwoordiger. De maatschappelijk werker van het woonzorgcentrum vangt de nieuwe bewoner op op de dag van opname en begeleidt en helpt hem bij de ondertekening van de verschillende documenten. Bij opname brengt de bewoner onderstaande documenten mee: -identiteitskaart -medicatie, medicatievoorschriften of een lijst van de in te nemen medicatie -siskaart -recente Katzschaal. Deze lijst is niet limitatief. De bewoner of vertegenwoordiger bezorgt de nodige documenten onmiddellijk aan het secretariaat van het woonzorgcentrum. Indien dit niet gebeurt, kan de directie niet aansprakelijk gesteld worden voor het niet tijdig in orde brengen van de administratieve formaliteiten. De directie van het woonzorgcentrum organiseert een gepast onthaal van de nieuwe bewoner. Zowel de kinderen, familieleden, mantelzorgers, vrijwilligers, personeelsleden en ook de reeds aanwezige bewoners kunnen hierbij worden betrokken. 8. Toewijzing en inrichting van de woongelegenheid Iedere bewoner krijgt de beschikking over een gemeubelde woongelegenheid. De bewoner kan in samenspraak met de directie, enig klein meubilair meebrengen. Dit meubilair moet beantwoorden aan de eisen van de veiligheid en hygiëne en rekening houden met de esthetische normen van het woonzorgcentrum. De woongelegenheid kan naar eigen smaak ingericht worden mits dit in overleg gebeurt met de directie. Op het moment van de opname wordt per woongelegenheid een inventaris opgemaakt van de meubelen en bezittingen die eigendom zijn van het OCMW Gent. Een exemplaar ervan wordt aan de bewoner en zijn familie of mantelzorgers bezorgd. Art.4: organisatie dagelijkse leven in het woonzorgcentrum 1. Veilige en rustige omgeving Het woonzorgcentrum is een open huis. Iedere bewoner kan vrij in en uit gaan. Om de rust en de veiligheid in de gebouwen te verzekeren worden de deuren na een bepaald uur (zie onthaalbrochure van het woonzorgcentrum) gesloten. Bewoners die na dit uur het gebouw willen betreden, brengen de directie en/of de verantwoordelijke verpleegkundige hiervan op de hoogte. Zij bellen aan bij aankomst. Om de veiligheid van de bewoners te waarborgen en te verhogen is het woonzorgcentrum ook uitgerust met camera’s. De beelden hiervan worden bewaard en gearchiveerd door de preventieadviseur en kunnen bij inbraak en/of andere onveilige situatie herbekeken worden. De directeur kan alle lokalen en woongelegenheden bezoeken. Het nazien van de woongelegenheden gebeurt enkel in aanwezigheid van de bewoner of - bij afwezigheid - in het bijzijn van getuigen.


Aan de bewoners, bezoekers en het personeel wordt gevraagd om de algemene rust niet te verstoren. Zo is het belangrijk om het gerucht en lawaai (ook van muziekinstrumenten, radio en tv’s) te vermijden tijdens de uren waarop stilte wordt gevraagd. Dit is vooral na het middagmaal tot 14 u. en vanaf 21 u. 30. 2. Bezoek De bewoner kan vrij bezoek ontvangen in zijn/haar woongelegenheid en in de daartoe ter beschikking gestelde lokalen van het woonzorgcentrum. De naaste familieleden en/of verwanten kunnen aanwezig blijven wanneer de gezondheidstoestand van de bewoner dit vereist. In deze situaties wordt gevraagd om vooraf een afspraak te maken met de directie. In sommige situaties wordt het advies van de (huis)arts gevraagd en wordt de situatie besproken met de coördinerend en raadgevend arts, verbonden aan het woonzorgcentrum. 3. Maaltijden De directie zorgt ervoor dat elke bewoner gezonde, afwisselende en voldoende voeding ontvangt die aangepast is aan de gezondheidstoestand en/of levensbeschouwing. Het menu wordt wekelijks medegedeeld. Dieetvoeding wordt enkel voorzien op voorschrift van de behandelende arts. De maaltijden worden gebruikt in het restaurant, de woongelegenheid of volgens de gebruiken binnen het woonzorgcentrum én volgens de gezondheidstoestand van de bewoner. Elke bewoner moet steeds en gratis over voldoende drinkbaar water kunnen beschikken. 4. Hygiëne Een goede dagelijkse hygiëne en een persoonlijke verzorging zijn bevorderlijk voor een aangename leefsfeer. De richtlijnen op gebied van hygiëne moeten dan ook strikt gevolgd worden. Het personeel zal de bewoner - met respect voor zijn/haar persoon - hierbij helpen waar nodig. De kledij wordt door de bewoner zelf gekozen maar moet netjes, verzorgd en aangepast zijn aan het ogenblik van de dag. Het woonzorgcentrum zorgt voor het regelmatig onderhoud van de persoonlijke kledij. Het staat de bewoner vrij hiervoor ook zelf de gepaste regelingen te treffen. Het woonzorgcentrum kan echter niet aansprakelijk gesteld worden voor het verlies van niet genaamtekende kledij van de bewoner. Het woonzorgcentrum staat ook in voor het onderhoud van het ter beschikking gestelde linnen. Dit linnen wordt tenminste om de 14 dagen ververst en iedere keer indien dit noodzakelijk is. De bewoner neemt minstens éénmaal per week een bad/douche. Indien nodig gebeurt dit met de hulp van het bevoegd personeel.


Om de netheid en de hygiëne te bevorderen: • is het aan te raden de woongelegenheid dagelijks te verluchten • is het noodzakelijk om de gemeenschappelijke lokalen, wc en badkamer netjes te houden. Dieren die hinderlijk en gevaarlijk zijn of die gevaar opleveren voor de hygiëne en veiligheid zijn niet toegelaten. Andere huisdieren kunnen mits overleg met de directie en volgens de mogelijkheden die het woonzorgcentrum heeft, toegelaten worden mits de inachtneming van de nodige voorzorgsmaatregelen en afspraken omtrent de verzorging. 5. Privacy Iedere bewoner is zelf verantwoordelijk voor zijn persoonlijke bezittingen. De directie kan niet aansprakelijk worden gesteld voor het verdwijnen van de persoonlijke goederen die de bewoner zelf in zijn woongelegenheid bewaart. De naam van de bewoner wordt aangebracht aan de woongelegenheid. De bewoner bepaalt zelf hoe hij/zij wil aangesproken worden: met naam of voornaam. De bewoner bepaalt ook zelf wie in de woongelegenheid komt. Het personeel zal deze privacy respecteren voor zover dit niet de dagelijkse dienstverlening en de noodzakelijke verzorging in het gedrang brengt. Gegevens van medische, familiale of financiële aard worden steeds met de nodige discretie behandeld. De wet op de privacy is van toepassing. Het personeel is gebonden door het beroepsgeheim en moet de private levenssfeer van de bewoner eerbiedigen. Persoonlijke briefwisseling wordt bezorgd aan de bewoner en/of zijn vertegenwoordiger. De bewoner en/of de vertegenwoordiger, vertrouwenspersoon of familie gaat de verbintenis aan om de directie te informeren over relevante briefwisseling die weerslag kan hebben op het verblijf, de teruggave van kosten, de facturatie, enz… Zo is het belangrijk briefwisseling omtrent het ziekenfonds, RIZIV, zorgverzekering, tegemoetkomingen allerhande,… onmiddellijk bezorgd worden aan het secretariaat van het woonzorgcentrum. 6. Brandveiligheid Om zichzelf en anderen niet in gevaar te brengen is het nodig dat de bewoners een bijzondere voorzichtigheid aan de dag leggen en alles vermijden wat brandgevaar kan opleveren. Volgende veiligheidsvoorschriften zijn van toepassing: • er worden geen elektrische toestellen (zoals tv, radio, verlichting en verwarmingstoestellen), noch hulpstukken (verlengsnoeren,…) binnengebracht zonder toestemming van de directie; • defecten aan toestellen, snoeren, stekkers, stopcontacten worden onmiddellijk gesignaleerd aan de verantwoordelijke verpleegkundige en/of directie; • richtlijn voor tv’s: de toestellen mogen ook niet afgedekt worden door tapijten, doekjes, enz. en de ventilatieopening aan de achterzijde moet steeds voldoende vrij blijven. Er mogen ook geen vazen of bloempotten, met water erin, geplaatst worden op het toestel. In het woonzorgcentrum wordt er niet gerookt, behalve in de daartoe voorziene rookruimtes. Hierop kan enkel via een schriftelijke toestemming van de directie een uitzondering voor de niet gemeenschappelijke ruimtes gemaakt worden.


De bewoners dienen zich vertrouwd te maken met de wegen waarlangs zij - in geval van nood - hun woongelegenheid, afdeling of het woonzorgcentrum kunnen verlaten. De richtlijnen die men dient te volgen in geval van brand, zijn duidelijk aangebracht op verschillende plaatsen in het woonzorgcentrum. Bij brandoefeningen worden de bewoners geholpen en begeleid door het personeel zodat zij vertrouwd raken met het geheel van de reddingsoperaties en evacuatiemogelijkheden. 7. Contacten tussen bewoners en het personeel Om een aangename leefsfeer, een goede geest en verstandhouding binnen het woonzorgcentrum te bevorderen: • wordt de vrije meningsuiting gewaarborgd en wordt eenieders godsdienstige, filosofische en politieke overtuiging geëerbiedigd; • bejegenen de bewoners elkaar met het nodige respect en helpen ze elkaar waar nodig; • benaderen de bewoners, hun familieleden, vrienden en het personeel elkaar op een respectvolle en positieve manier. Aan de bewoners, de familie en bezoekers wordt gevraagd om geen opdrachten te geven aan het personeel. De personeelsleden en de vrijwilligers mogen ook geen giften of goederen aanvaarden van de bewoners en/of hun bezoekers. Art.5: medische & paramedische verzorging en bijkomende dienstverlening 1. Algemeen Aan de bewoner wordt alle zorg verstrekt die noodzakelijk is voor zijn of haar gezondheid. De psychosociale en lichamelijke gezondheidstoestand en ook de sociale situatie van de bewoner wordt van nabij gevolgd. Stimulerende hulp om de zelfredzaamheid te behouden en/of te verbeteren wordt waar nodig aangeboden. Indien nodig pleegt de directie overleg met de huisarts en/of de coördinerend en raadgevend arts en treft de nodige maatregelen. De verzorging gebeurt zoveel mogelijk in de vertrouwde omgeving met aandacht voor palliatieve ondersteuning. 2. Keuze arts De keuze van huisarts is vrij en dit recht op vrije keuze wordt gewaarborgd. De huisarts moet wel de nodige informatie en richtlijnen doorgeven aan het woonzorgcentrum. Deze informatie is nodig voor het aanleggen van het verplicht medisch dossier. Indien de huisarts in gebreke blijft, kan de directie niet verantwoordelijk gesteld worden voor de zorgenverstrekking. Het in gebreke blijven van de huisarts wordt gemeld aan de coördinerend en raadgevend arts die zal optreden conform het reglement van orde van de artsen. Elk woonzorgcentrum beschikt over een coördinerende en raadgevend arts. Eén der taken is het bemiddelen bij conflicten met (huis)artsen. Wanneer de bewoner verandert van huisarts, brengt hij /zij de dienstchef nursing en/of de (hoofd)verpleegkundige van de afdeling hiervan onmiddellijk op de hoogte zodat de wijzigingen genoteerd worden in het elektronisch zorgdossier.


3. De regeling met betrekking tot opname in een ziekenhuis Indien bijzondere zorgen een behandeling of opname in het ziekenhuis noodzakelijk maken, wordt de bewoner overgebracht naar het Jan Palfijnziekenhuis – Henri Dunantlaan 5 - 9000 Gent, tenzij de bewoner of de vertegenwoordiger de voorkeur geeft aan een ander ziekenhuis. Bewoners die, bij opname in een ziekenhuis, ten laste zijn van het OCMW, worden – behoudens medisch advies – opgenomen in een gemeenschappelijke kamer. 4. Medicatie Alle medicatie wordt beheerd en verstrekt door het verplegend personeel van het woonzorgcentrum. De bewoner geeft, bij opname, volmacht aan de directie om de voorgeschreven medicatie aan te kopen. Indien de bewoner op eigen initiatief geneesmiddelen of verslavende genotsmiddelen gebruikt of bijhoudt, zonder of tegen het advies in van de huisarts, is dit op eigen verantwoordelijkheid. In deze situaties wijst het OCMW alle verantwoordelijkheid af. Ditzelfde is van toepassing indien de bewoner weigert de door de (huis)arts voorgeschreven behandeling te volgen. 5. De mogelijkheden en beperkingen in verband met palliatie en euthanasie Sterven is binnen onze woonzorgcentra bespreekbaar. Dat zorgt ervoor dat er tijdig beslissingen genomen kunnen worden over het levenseinde. Wij bekijken sterven als een natuurlijk onderdeel van het leven. Palliatieve zorgverlening vertrekt vanuit de noden en verlangens van de bewoner en zijn omgeving. De bewoner staat hierin centraal. Daarom willen wij open omgaan met de bewoner en zijn omgeving. Palliatieve zorg is vaak complex en natuurlijk nooit gemakkelijk. Om die reden streven wij ernaar om zoveel mogelijk samen te werken met anderen. Hierdoor kunnen we de bewoner verschillende keuzes op maat aanbieden. Zo krijgt de bewoner de kans op toegankelijke palliatieve zorg binnen de vertrouwde omgeving en kan de bewoner zich bij zijn levenseinde veilig en geborgen voelen. Aandacht gaat ook naar de ondersteuning van de nabestaanden en zorgverleners, zowel voor als na het overlijden. Euthanasie is bespreekbaar zoals wettelijk is omschreven. Deze aanpak vergt van de zorgverleners een degelijke deskundigheid en permanente vorming. 6. Het restrictiebeleid ten aanzien van bewoners met een bijzonder zorgprofiel We streven naar een fixatiearme zorg. Veiligheid moet worden afgewogen tegenover de volgende ethische waarden: • respecteren van de bewoner in zijn waardigheid • respecteren van de autonomie van de bewoner • respecteren van het integrale welzijn van de bewoner • bevorderen van zelfredzaamheid van de bewoner. Fixatie wordt overwogen wanneer : • het gedrag van de bewoner een acuut gevaar inhoudt voor de bewoner of voor anderen • er geen alternatieven zijn bijvoorbeeld leefgroepwerking, … • er een therapeutisch doel kan bereikt worden


•

de gezondheid, de integriteit of het leef– en zorgklimaat in het gedrang komt indien er geen gebruik gemaakt wordt van vrijheidsbeperking. Fixatie moet in verhouding zijn tot het beoogde effect. De bewoner en zijn familie moeten zoveel als mogelijk betrokken worden bij de besluitvorming. Het multidisciplinair team neemt de uiteindelijke beslissing. De meest menswaardige en haalbare keuze wordt vooropgesteld. De fixatie moet op regelmatige basis multidisciplinair geëvalueerd worden en zo snel als mogelijk opgeheven worden. 7. Paramedische verzorging Het woonzorgcentrum biedt kinesitherapie, ergotherapie en logopedie aan - in overeenstemming met de reglementering van de Rijksdienst voor Ziekte - en invaliditeitsverzekering (RIZIV) - zodat alle paramedische verzorging kan verstrekt worden. 8. Animatie en reactivatie - vrijetijdsbesteding De directie verbindt zich ertoe – samen met de bewoners – alle inspanningen te leveren om de zelfredzaamheid van de bewoners te handhaven, te bevorderen of te herstellen. Dit gebeurt door het organiseren en het stimuleren van activiteiten die behoren tot het dagelijks leven. Indien noodzakelijk wordt er ook gezorgd voor reactivering en oriënteringstrainingsactiviteiten. De directie biedt ook een degelijke en zinvolle tijdsbesteding en ontspanning aan. Via de verantwoordelijke(n) voor de animatie en reactivatie worden diverse activiteiten georganiseerd waaraan de bewoner kan deelnemen. Ook vrijwilligers en familieleden kunnen bij deze werking betrokken worden. 9. Zingeving Bedienaars van erkende erediensten en lekenconsulenten kunnen, op eenvoudig verzoek van de bewoner, contact opnemen en/of een bezoek brengen. De bewoner kan reeds bij opname zijn voorkeur kenbaar maken door het ondertekenen van een hiertoe geijkt formulier. 10. Bijkomende dienstverlening Het staat de bewoner vrij al dan niet gebruik te maken van de dienstverlening inzake haartooi en voetverzorging die verbonden is aan het woonzorgcentrum. Voor deze dienstverlening wordt er een extra vergoeding aangerekend die afzonderlijk wordt gefactureerd. De bewoner kan zich voor deze bijkomende dienstverlening ook buiten het woonzorgcentrum begeven of de bijkomende dienstverlening ook genieten in zijn eigen woongelegenheid en los van de dienstverlener met wie het woonzorgcentrum een samenwerkingsovereenkomst heeft. In dit geval zijn de eventuele vervoerkosten en de kosten voor de dienstverlening ten laste van de bewoner.


Art.6: inspraak van de bewoner 1. Gebruikersraad In het woonzorgcentrum is een gebruikersraad opgericht. Deze vergadert minstens éénmaal per trimester. Elke bewoner en/of familielid kan zich kandidaat stellen en deelnemen aan deze raad. De gebruikersraad verkiest onder zijn leden een voorzitter en een secretaris, die tevens fungeert als verslaggever. De naamlijst van de leden, net als elke wijziging hiervan, wordt op een goed zichtbare en daartoe voorziene plaats uitgehangen in het woonzorgcentrum. De samenstelling van de raad kan veranderen, maar het woonzorgcentrum waarborgt dat de bewoners steeds minstens de helft van de aanwezigen uitmaken. De directeur en/of andere personeelsleden kunnen uitgenodigd worden om de vergadering van deze raad bij te wonen. De gebruikersraad brengt advies uit over de algemene werking van het woonzorgcentrum met als doel de kwaliteit van dit woonzorgcentrum te waarborgen en/of te verbeteren. Het advies kan gebeuren op eigen initiatief en/of op verzoek van de directie. Van de vergadering wordt er een verslag opgemaakt. Dit ligt ter inzage voor alle bewoners. Een exemplaar van dit verslag wordt ook bezorgd aan de directie. 2. Procedure voor de behandeling van suggesties, opmerkingen en klachten Klachten, opmerkingen of suggesties kunnen, zowel mondeling als schriftelijk, meegedeeld worden aan het personeel of de directeur van het woonzorgcentrum of via een meldingskaart, die gedeponeerd kan worden in een speciaal daartoe aangebrachte brievenbus, die dagelijks geledigd wordt of via de website. De directie verbindt zich ertoe om iedere klacht te behandelen binnen de door de klachtenprocedure vooropgestelde termijn. De klachtenverantwoordelijke stuurt binnen de 9 kalenderdagen een ontvangstmelding naar de afzender van de klacht. De indiener van de klacht wordt binnen de 28 kalenderdagen schriftelijk ingelicht over het gevolg dat aan de klacht wordt gegeven. Met vragen en/of klachten kan de bewoner eveneens terecht bij de directie ouderenzorg, Onderbergen 82 – 9000 Gent (tel: 09/266.93.94) of bij de woonzorglijn (tel: 078/15 25 25) Art. 7: De mededeling van strategische beslissingen Het woonzorgcentrum voert een actieve communicatie met de bewoner en zijn familie en mantelzorgers met betrekking tot de strategische beleidsbeslissingen die een impact hebben op de dagelijkse werking van het woonzorgcentrum, op de kosten van het verblijf en/of de aard van de aangeboden hulp- en dienstverlening. Art. 8: specifieke regeling bij tijdelijke afwezigheid van de bewoner Wanneer de bewoner afwezig is (om reden van vakantie, familiebezoek, ziekenhuisopname,…), brengt de bewoner voor de eigen veiligheid en voor de praktische gang van zaken, de directie hiervan op de hoogte. Dit gebeurt het best vanaf het moment dat de afwezigheid gekend is en bij voorkeur minstens één dag vooraf bij langere afwezigheden. Zo kunnen er praktische maatregelen worden getroffen (bv. voor de maaltijden, afsluiten van de woongelegenheid, dagprijsvermindering, enz…).


De bewoner verwittigt ook de verantwoordelijke verpleegkundige van de afdeling en laat eventueel een adres, telefoonnummer, fax of e-mailadres na. Art. 9: specifieke regeling bij overlijden van de bewoner Bij het overlijden van de bewoner in het woonzorgcentrum wordt het stoffelijk overschot binnen de 24 uur naar het stedelijk mortuarium, gelegen in het ziekenhuis Jan Palfijn, overgebracht, tenzij de familie een andere keuze heeft ter kennis gebracht aan de directie. Kosten voor overbrenging naar een mortuarium buiten Gent vallen ten laste van de aanvrager zelf. Art. 10: omstandigheden, die aanleiding geven tot ontslag uit het woonzorgcentrum Het woonzorgcentrum kan, na beslissing van het Vast Bureau, de overeenkomst beëindigen indien blijkt dat : • de bewoner en/of zijn vertegenwoordiger vóór het aangaan van de schriftelijke overeenkomst onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt die zo essentieel zijn dat het woonzorgcentrum niet tot opname zou overgegaan zijn als deze gegevens vooraf bekend waren; • als de bewoner zware inbreuken pleegt op de interne afsprakennota en/of opnameovereenkomst met het woonzorgcentrum. • de bewoner gedurende twee opéénvolgende maanden zijn verbintenis tot betaling van de kosten die met het verblijf gepaard gaan niet nakomt; • de bewoner zich schuldig maakt aan feiten die de verstandhouding met andere bewoners, personeel of directie onherstelbaar schaadt. Art. 11: Bepalingen in verband met deze interne afsprakennota Deze interne afsprakennota wordt, behalve bij een dringende opname, vóór de opname van de bewoner en vóór de ondertekening van de schriftelijke overeenkomst overhandigd en toegelicht aan de bewoner en/of zijn vertegenwoordiger. Wanneer deze interne afsprakennota wordt gewijzigd en/of er wordt een addendum toegevoegd dan tekent de bewoner of zijn vertegenwoordiger voor ontvangst. Wijzigingen aan de afsprakennota worden vooraf meegedeeld en kunnen op zijn vroegst toegepast worden 30 dagen na de kennisgeving ervan aan de bewoner of zijn vertegenwoordiger. Deze interne afsprakennota, die alle voorafgaande vervangt, is goedgekeurd door de Raad van het OCMW Gent

Namens het OCMW Gent

Luc Kupers Secretaris

Rudy Coddens Voorzitter



Bijlage: 3.2.1.1.b. Schriftelijke opnameovereenkomst kortverblijf fin.pdf

155/255 RMW - 12 februari 2013

3.2.1.1.b. Schriftelijke opnameovereenkomst kortverblijf fin.pdf

SCHRIFTELIJKE OPNAMEOVEREENKOMST CENTRUM VOOR KORTVERBLIJF OCMW GENT (met inbegrip van nachtopvang) Tussen enerzijds het OCMW van Gent, beheersinstantie van het centrum voor kortverblijf, gelegen te Onderbergen 86, 9000 Gent en vertegenwoordigd door de voorzitter, Rudy Coddens en de secretaris, Luc Kupers, en anderzijds de toekomstige gebruiker, de heer/mevrouw*……………………………………

……………………………………………………………………………………………… wonende …………………………………………………………………………………………. hierna “de gebruiker” genoemd of, in voorkomend geval, de aangeduide vertegenwoordiger van de gebruiker, zoals bepaald in bijlage XII, art.1, 4° van het besluit van 24 juli 2009 van de Vlaamse Regering betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers, de heer/mevrouw* (naam en adres) ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………….. hierna “de vertegenwoordiger” genoemd WORDT OVEREENGEKOMEN WAT VOLGT: Art.1: de woongelegenheid De gebruiker wordt van ………………, om……..uur tot en met ……………, om……..uur opgenomen in het centrum voor kortverblijf De Liberteyt – Vroonstalledries 22 – 9032 Wondelgem De Vijvers – Walstraat 1 – 9050 Gentbrugge Het Heiveld – Antwerpsesteenweg 776 – 9040 Sint-Amandsberg Zonnebloem – Hutsepotstraat 29 – 9052 Zwijnaarde in de gemeubelde woongelegenheid nr. …………………………… De gebruiker kan maximaal 60 opeenvolgende dagen, en beschouwd over de periode van één jaar, in totaal maximum 90 dagen in een centrum voor kortverblijf (met inbegrip van nachtopvang) opgenomen worden. Voor het berekenen van het maximale aantal verblijfsdagen wordt geen rekening gehouden met de dagen van onvoorziene afwezigheid.

---------------------------------* schrappen wat niet past

Schriftelijke opnameovereenkomst centra voor kortverblijf Raadsbeslissing x/x/2013 Pagina 1 van 11 156/255 RMW - 12 februari 2013

Een afwijking op de maximale verblijfsduur is enkel mogelijk na een verslag van de maatschappelijk werker, verbonden aan het centrum voor kortverblijf én na goedkeuring van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst (BCSD). De opname nachtopvang is voorzien op volgende dagen: ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… De opname in nachtopvang is voorzien tussen 18 u en 20 u ’s avonds. Het vertrek wordt voorzien tussen 8 u en 10 u ’s morgens. Art.2: het bedrag en de samenstelling van de dagprijs, extra vergoedingen en voorschotten ten gunste van derden De vertegenwoordiger of de gebruiker zelf * staat in voor de betaling van de verblijfskosten binnen de 30 kalenderdagen na ontvangst van de factuur via overschrijving of domiciliëring. Indien de gebruiker of zijn vertegenwoordiger de verblijfskosten niet betaalt, wordt het verschuldigde bedrag verhoogd met de wettelijke intrest die toegevoegd wordt aan de hoofdsom. De gebruiker betaalt een basisdagprijs gelijk aan: € 52,74 /dag voor een gebruiker in een éénpersoonswoning de helft van € 84,88 /dag (koppeltarief) In volgende gevallen wordt het koppeltarief toegepast: - echtparen, ook als de partners op individuele kamers wonen of in verschillende instellingen verblijven; - niet gehuwde koppels gelijkgesteld met gehuwden. De gebruiker vormt een koppel met (naam, instelling en adres van persoon): …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… De gebruiker in nachtopvang betaalt : € 13,99 /nacht (ontbijt inbegrepen) Bij opname in nachtopvang kan de gebruiker, op werkdagen – en indien gewenst – voor de verplaatsing tussen de thuissituatie en het centrum beroep doen op (zittend) vervoer georganiseerd door de diensten van het OCMW Gent. De kostprijs enkele rit bedraagt €………. Het vervoer is aangepast aan rolstoelgebruikers.

---------------------------------* schrappen wat niet past


De samenstelling van de dagprijs kan u vinden in bijlage 1. Prijsverhoging en jaarlijkse indexatie zijn mogelijk respectievelijk na goedkeuring van een prijsverhogingsaanvraag of de kennisgeving van de prijs aan de bevoegde overheid. De prijzen worden verhoogd met naleving van de prijzenreglementering. Ook extra vergoedingen en voorschotten ten gunste van derden staan afzonderlijk vermeld in bijlage 1. De kosten worden steeds gerechtvaardigd door een bewijsstuk en tegen marktconforme prijzen aangerekend via de maandelijkse factuur. Art.3: tussenkomsten De gebruiker bevraagt zich best bij zijn ziekenfonds. Verschillende ziekenfondsen komen tussen in de verblijfskosten. De gebruiker kan mogelijks ook een beroep doen op de "thuiszorgpremie" van de zorgverzekering. Art.4: reservatie en annulatie Zodra de gewenste periode is gekend wordt deze gereserveerd. Er worden geen reservatiekosten gevraagd. Bij reservatie wordt geen voorschot aangerekend. Vóór de effectieve opname kan de overeenkomst schriftelijk geannuleerd worden door de gebruiker of de vertegenwoordiger. Er worden geen annulatiekosten gevraagd. Art.5: de waarborg en vordering op nalatenschap Er wordt geen waarborg gevraagd. Indien de gebruiker bewust en opzettelijk schade aanricht kunnen de kosten die daaruit voortvloeien ten laste gelegd worden van de gebruiker. Deze kosten worden verrekend met de eerstvolgende factuur. Het OCMW behoudt zich het recht voor om niet-terugbetaalde kosten van verblijf en verzorging te verhalen op de nalatenschap van de gebruiker, maar slechts ten belope van het actief van de nalatenschap. Art.6: de wijze waarop de schriftelijke opnameovereenkomst kan worden beëindigd en de opzeggingstermijnen De schriftelijke opnameovereenkomst wordt aangegaan voor bepaalde duur. Tijdens de opnameperiode kunnen zowel de gebruiker of vertegenwoordiger als het OCMW Gent een einde stellen aan de overeenkomst. De redenen tot opzeg worden omschreven in art. 10 van de interne afsprakennota. De opzegging door het centrum voor kortverblijf gebeurt door een gemotiveerd aangetekend schrijven aan de gebruiker of de vertegenwoordiger en gaat in op de eerste dag die volgt op de ontvangst van de aangetekende zending, doch is beperkt tot het einde van de overeengekomen periode.


De opzegging door de gebruiker of de vertegenwoordiger gebeurt schriftelijk, tegen ontvangstbewijs, gericht aan de directie van het centrum voor kortverblijf en gaat in de eerste dag die volgt op de afgifte van het ontvangstbewijs, doch is beperkt tot het einde van de overeengekomen periode. De opzeggingstermijn wordt als volgt bepaald: - 7 dagen (ontslag door de gebruiker) - 14 dagen (ontslag door het centrum voor kortverblijf) De woongelegenheid wordt binnen de opzegtermijn ontruimd. De schriftelijke opnameovereenkomst neemt van rechtswege een einde op de dag van het overlijden van de gebruiker. De nabestaanden hebben na het overlijden 5 dagen de tijd om de woongelegenheid vrij te maken. Art.7: overplaatsing Indien naar het oordeel van een geneesheer, de lichamelijke of geestelijke gezondheidstoestand van de gebruiker zodanig is dat de opname in het centrum voor kortverblijf niet langer meer mogelijk is, verbindt het centrum er zich toe, in overleg met de gebruiker of de vertegenwoordiger te zorgen voor een passende oplossing. In dit geval worden opzeggingstermijnen en termijn voor ontruiming in overleg met de directie aangepast aan de situatie en zo nodig verlengd tot een geschikte oplossing gevonden is. Art.8: regeling en tarieven voor niet-gebruikte leveringen en diensten Tijdens de opzeggingsperiode wordt de dagprijs verder aangerekend. Bij afwezigheid tijdens de opzeggingsperiode wordt de dagprijs verminderd met 20% (dit is het bedrag van de niet-gebruikte leveringen en diensten). Indien de woongelegenheid ontruimd is én opnieuw bewoond is binnen de opzeggingsperiode dan wordt de dagprijs slechts aangerekend tot en met de dag die voorafgaat aan de nieuwe bewoning. Bij tijdelijke afwezigheid wegens hospitalisatie, vakantie of verblijf bij familie, vrienden of kennissen wordt de dagprijs verminderd met 20 %. De verminderde dagprijs bij afwezigheid zoals vakantie of verblijf bij familie, vrienden of kennissen gaat in vanaf de eerste volle dag afwezigheid indien de gebruiker minstens 24 uur afwezig blijft. De verminderde dagprijs bij afwezigheid door ziekenhuisopname gaat in vanaf de eerste kalenderdag die volgt op de ziekenhuisopname van de gebruiker. In art. 8 van de interne afsprakennota wordt de specifieke regeling bij tijdelijke afwezigheid van de gebruiker beschreven. Gedurende de ontruimingstijd na een overlijden wordt verder de dagprijs aangerekend, verminderd met 20% per dag. Als binnen deze termijn de kamer opnieuw bewoond wordt, wordt de dagprijs alleen aangerekend tot en met de dag die voorafgaat aan de nieuwe bewoning. Na het einde van elke maand wordt voor iedere gebruiker een factuur opgemaakt, waarop de niet-aangerekende diensten en leveringen vermeld zijn.


Art.9: overschrijden ontruimingstijd van de woongelegenheid Indien de gestelde ontruimingstijd bij ontslag door de gebruiker, bij ontslag door het centrum voor kortverblijf of na overlijden wordt overschreden, gebeurt de ontruiming van de woongelegenheid door het personeel van het centrum voor kortverblijf. De persoonlijke goederen worden – conform de OCMW wetgeving - gedurende max. 3 jaar ter beschikking gehouden van de gebruiker of zijn vertegenwoordiger in een bewaarplaats van het centrum voor kortverblijf. Na deze periode kan het centrum voor kortverblijf hierover vrij beschikken. Voor de bewaring van de persoonlijke goederen buiten de gestelde ontruimingstijd wordt een forfaitaire vergoeding gevraagd van € 200. Als de goederen langer dan één jaar opgeslagen blijven, wordt dit bedrag vanaf het tweede jaar verhoogd met € 10 per maand. Art.10: aansprakelijkheid en verzekeringen De burgerlijke aansprakelijkheid van de gebruiker is verzekerd. Hiervoor heeft het OCMW een verzekering afgesloten. Iedere andere individuele, aanvullende verzekering is ten laste van de gebruiker. Het beheer van gelden of goederen van de gebruiker of het bewaren ervan kan in geen enkel geval aan het centrum voor kortverblijf worden toevertrouwd. Art.11: wijzigen van deze schriftelijke opnameovereenkomst De overeenkomst kan gewijzigd worden mits akkoord van de gebruiker of zijn vertegenwoordiger. Iedere wijziging aan deze overeenkomst dient opgenomen te worden in een addendum aan deze overeenkomst. Het addendum wordt aan de gebruiker of zijn vertegenwoordiger gegeven tegen ontvangstbewijs. Bij overlijden van één van de partners (of gelijkgestelde situaties) wordt vanaf de dag na overlijden de dagprijs voor een éénpersoonswoning toegepast. Indien de overblijvende partner verblijft in een echtparenwoning wordt de eerst vrijkomende aangepaste woongelegenheid toegewezen. Op dat moment wordt een addendum gevoegd bij de schriftelijke opnameovereenkomst met vermelding van het nummer van de nieuwe woongelegenheid. Een aanpassing van het bedrag van de dagprijs wordt niet beschouwd als een wijziging van de opnameovereenkomst zodoende is er geen voorafgaand akkoord nodig. Deze aanpassing wordt vooraf aan alle belanghebbende bekendgemaakt en gaat ten vroegste in 30 dagen na de kennisgeving ervan aan de gebruiker. Art.12: ontvangst van de interne afsprakennota De interne afsprakennota van het centrum voor kortverblijf bevat praktische inlichtingen en basisafspraken voor het verblijf en bindt beide partijen als wet. De gebruiker verklaart hierbij een exemplaar van deze interne afsprakennota ontvangen te hebben en toelichting hierover gekregen te hebben door ………………………..


Opgemaakt te ................................................................................. , op……………………….. in twee originelen, waarvan elk exemplaar apart gehandtekend wordt en waarvan elke partij erkent één exemplaar ontvangen te hebben.

De gebruiker of zijn vertegenwoordiger.

Namens het OCMW,




Bijlage 1. Samenstelling dagprijs OCMW Gent (Ministerieel besluit dd. 14-2-2007 – BS dd. 23-03-2007) Kostprijselement

WOONFUNCTIE Het gebruik van de kamer ♦ het meubilair aangepast aan de toestand van de gebruiker, de basisaccomodatie en het meubilair overeenkomstig de erkenningnormen ♦ het ter beschikking stellen van een nachtstoel wanneer de toestand van de gebruiker dit vereist ♦ het aangepaste meubilair van de gemeenschappelijke plaatsen ♦ het gebruik en onderhoud van de sanitaire installaties, zowel de individuele als de gemeenschappelijke installaties ♦ het gebruik van de gemeenschappelijke plaatsen, met inbegrip van de liften ♦ het onderhoud van het patrimonium van de voorziening, het algemeen onderhoud en het reinigen van de gemeenschappelijke plaatsen, materiaal en producten inbegrepen ♦ de herstellingen van de kamers en overige huisvestingslokalen die uit een gewoon woongebruik voortvloeien ♦ het onderhoud van de individuele kamer en van het meubilair en het materiaal in deze kamer, inclusief het specifieke onderhoud uitgevoerd na het overlijden of het vertrek van de gebruiker ♦ onderhoud -, schoonmaak - en herstellingskosten t.g.v. normale slijtage ( bijv. behang, schilderwerk,…) ♦ de afvalverwijdering

162/255 RMW - 12 februari 2013

Basishulp en dienstverleningspakket Inbegrepen in extra dagprijs vergoeding

voorschotten ten gunste van derden

x x

x x x

x x

x

x

x x

Pagina 7 van 11

♦ ♦ ♦ ♦

♦ ♦

de verwarming van de kamer en gemeenschappelijke plaatsen, het onderhoud van deze installatie en elke wijziging van de verwarmingsapparatuur. het stromende koude en warme water en het gebruik van elke sanitaire installatie de elektrische installaties, hun onderhoud en elke wijziging ervan en het gemeenschappelijk elektriciteitsverbruik het elektriciteitsverbruik (inclusief het gebruik van individuele toestellen die behoren tot het basiscomfort, zijnde tv, radio en koelkast, het verbruik van de verlichting-en verwarmingstoestellen ingevolge het individuele gebruiker ervan door de gebruiker de installaties voor bescherming tegen brandgevaar en voor interne communicatie in functie van gemeenschappelijk gebruik de individuele en collectieve toegang tot de door de voorziening ter beschikking gestelde interne en externe communicatie voor radio, televisie, telefoon en internet : a) aansluitingen, aansluitings -, herstellings - en onderhoudskosten

x

x x

x

x

x

x

b) abonnementskosten en kosten individueel gebruik ♦ ♦

♦

het ter beschikking stellen in de gemeenschappelijke ruimten van televisie, radio of andere audiovisuele media de keukeninstallaties, het onderhoud ervan, de wijzigingen ervan ingevolgde de toepasselijke wetgeving, en de toevoer van de grondstoffen en de opslag ervan de beschikbaarstelling, het onderhoud en de vervanging van het beddengoed: matras aangepast aan zorgnood van gebruikers, dekens, spreien, lakens, hoofdkussens, steeklakens

163/255 RMW - 12 februari 2013

x

x

x

Pagina 8 van 11

♦

de bescherming van het beddengoed in geval van o.a. incontinentie, decubitus, besmettelijke ziekten,…. ♦ de standaarduitrusting voor gordijnen en/of overgordijnen , behang en meubelstoffen ♦ was en stomerij van het niet-persoonlijk linnen ♦ was van het persoonlijk linnen ♦ droogkuis van het persoonlijk linnen , georganiseerd door een externe dienstverlener of op zelfstandige basis ZORGFUNCTIE ♦ Medische, verpleegkundige, verzorgende, paramedische en kinesitherapeutische activiteiten die voorzien zijn in de tussenkomst door de verplichte ziekteen invaliditeitsverzekering, voor het bedrag dat niet gedekt wordt door deze tussenkomst ♦ honoraria van externe verstrekkers van zorg die zijn opgenomen in de nomenclatuur van het RIZIV voor zover ze niet inbegrepen zijn in de zorgforfaits die de voorziening voor de individuele gebruiker ontvangt ♦ de individuele bijdragen voor het ziekenfonds ♦ kosten van medicatie (min de bekomen korting) ♦ de bevoorrading, het beheer, het stockeren en de verdeling van geneesmiddelen, verzorgings - en incontinentiemateriaal ♦ hospitalisatiekosten ♦ incontinentiemateriaal ♦ verzorgingsmateriaal dat niet gedekt is door de RIZIVforfaits ♦ kosten voor hulpmiddelen zoals hoorapparaat, bril, tandprothese, rolstoel, krukken , looprek, enz.. voor het gedeelte dat niet gedekt wordt door de ziekteverzekering of dat niet onder toepassing valt van de overeenkomst tussen de voorziening en de verzekeringsinstelling

164/255 RMW - 12 februari 2013

x x x x x

x

x

x x x

x x x x

Pagina 9 van 11

LEEFFUNCTIE ♦ de bereiding en verdeling van de maaltijden (inclusief de diëten) met inbegrip van de dranken, tussendoortjes en de dranken waarvan de verdeling tussen de maaltijden systematisch gebeurt. ♦ de maaltijdbedeling op de kamer omwille van de gezondheidstoestand van de gebruiker ♦ maaltijdbedeling op de kamer voor de valide bejaarde ♦ onbeperkte beschikbaarheid van drinkbaar water ♦ de dranken buiten de maaltijden, die op individuele vraag van de gebruiker verstrekt worden (uitgezonderd drinkbaar water) ♦ supplementaire voedingsproducten die buiten de maaltijden verstrekt worden op individuele vraag van de gebruiker ♦ lichte en dadelijk opneembare voedingsstoffen (enterale voeding,voedingssupplementen, een speciale maaltijd ter vervanging van de normale maaltijd,..) ten belope van de meerkosten ten opzichte van de gewone maaltijd ♦ lichaamshygiëne van kop tot teen ♦ pedicure, manicure, esthetische verzorging en kapper: dienst georganiseerd door een externe dienstverlener of op zelfstandige basis ♦ basispakket van persoonlijke toiletartikelen (toiletpapier, zeep, shampoo en tandpasta) standaard aangeboden door de voorziening ♦ persoonlijke toiletartikelen die op uitdrukkelijke vraag van de gebruiker door de voorziening worden aangekocht ♦ de dagdagelijkse animatie-, recreatie- en therapeutische activiteiten die door de voorziening worden georganiseerd

165/255 RMW - 12 februari 2013

x

x x x x

x

x

x x

x

x

x

Pagina 10 van 11

♦

vervoerkosten die verband houden met de gezondheid van de gebruiker

♦

alle persoonlijke aankopen op uitdrukkelijke vraag van de bejaarde, andere dan toiletartikelen alle mogelijke kosten die verband houden met het houden van een individueel huisdier

♦

BELEIDSFUNCTIE ♦ de administratieve kosten, ongeacht de aard ervan, die gebonden zijn aan de huisvesting of de opvang van de gebruiker of die de werking van de voorziening betreffen ♦ verzekeringspolissen van allerlei aard: de verzekeringen burgerlijke aansprakelijkheid, de brandverzekering alsmede alle verzekeringen die de beheerder overeenkomstig de wetgeving heeft aangegaan, met uitzondering van elke persoonlijke verzekering van de gebruiker ♦ individuele en aanvullende verzekering burgerlijke aansprakelijkheid voor de gebruiker ♦ belastingen eigen aan de uitbating van de voorziening ♦ de kosten van het gebruik van een mortuarium georganiseerd door een externe dienstverlener ♦ de begrafeniskosten

166/255 RMW - 12 februari 2013

enkel de verplaatsingen binnen GrootGent met de voordeligste vervoerdienst x x

x

x

x

x x x x

Pagina 11 van 11


Bijlage: 3.2.1.1.b. Schriftelijke opnameovereenkomst woonzorgcentra OCMW Gent finaal versie 1.3.pdf

167/255 RMW - 12 februari 2013

3.2.1.1.b. Schriftelijke opnameovereenkomst woonzorgcentra OCMW Gent finaal versie 1.3.pd

SCHRIFTELIJKE OPNAMEOVEREENKOMST WOONZORGCENTRA OCMW GENT

Tussen enerzijds het OCMW van Gent, beheersinstantie van het woonzorgcentrum, gelegen te Onderbergen 86, 9000 Gent en vertegenwoordigd door de voorzitter, Rudy Coddens en de secretaris, Luc Kupers, en anderzijds de toekomstige bewoner, de heer/mevrouw*…………………………………… ………………………………………………………………………………………………………… hierna “de bewoner” genoemd of, in voorkomend geval, de aangeduide vertegenwoordiger van de bewoner, zoals bepaald in bijlage XII, art.1, 4° van het besluit van 24 juli 2009 van de Vlaamse Regering betreffende de programmatie, de erkenningsvoorwaarden en de subsidieregeling voor woonzorgvoorzieningen en verenigingen van gebruikers en mantelzorgers, de heer/mevrouw* (naam en adres) ………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………….. hierna “de vertegenwoordiger” genoemd

WORDT OVEREENGEKOMEN WAT VOLGT: Art.1: de woongelegenheid De bewoner wordt vanaf ……………………..opgenomen in het woonzorgcentrum De Liberteyt – Vroonstalledries 22 – 9032 Wondelgem De Vijvers – Walstraat 1 – 9050 Gentbrugge Het Heiveld – Antwerpsesteenweg 776 – 9040 Sint-Amandsberg Zonnebloem – Hutsepotstraat 29 – 9052 Zwijnaarde op de afdeling ………………………… woongelegenheid nr. …………………………… Art.2: het bedrag en de samenstelling van de dagprijs, extra vergoedingen en voorschotten ten gunste van derden De vertegenwoordiger of de bewoner zelf * staat in voor de betaling van de verblijfskosten binnen de 30 kalenderdagen na ontvangst van de factuur via overschrijving of domiciliëring. Indien de bewoner of zijn vertegenwoordiger de verblijfskosten niet betaalt, wordt het verschuldigde bedrag verhoogd met de wettelijke intrest die toegevoegd wordt aan de hoofdsom. ---------------------------------* schrappen wat niet past

Schriftelijke opnameovereenkomst woonzorgcentra Raadsbeslissing x/x/2013 Pagina 1 van 10 168/255 RMW - 12 februari 2013

De bewoner of de vertegenwoordiger zal een basisdagprijs betalen gelijk aan: 52,74 €/dag voor een bewoner in een éénpersoonswoning de helft van 84,88 €/dag (koppeltarief) In volgende gevallen wordt het koppeltarief toegepast: - echtparen, ook als de partners op individuele kamers wonen of in verschillende instellingen verblijven; - niet gehuwde koppels gelijkgesteld met gehuwden. De bewoner vormt een koppel met (naam, instelling en adres van persoon): …………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………… De samenstelling van de dagprijs kan u vinden in bijlage 1. Prijsverhoging en jaarlijkse indexatie zijn mogelijk respectievelijk na goedkeuring van een prijsverhogingsaanvraag of de kennisgeving van de prijs aan de bevoegde overheid. De prijzen worden verhoogd met naleving van de prijzenreglementering. Ook extra vergoedingen en voorschotten ten gunste van derden staan afzonderlijk vermeld in bijlage 1. De kosten worden steeds gerechtvaardigd door een bewijsstuk en tegen marktconforme prijzen aangerekend via de maandelijkse factuur. Art.3: de waarborg en vordering op nalatenschap De waarborg bedraagt 30 maal de dagprijs. Deze waarborg wordt binnen de vijftien dagen na opname van de nieuwe bewoner voldaan door overschrijving op financiële rekening nr.: BE72 0910 1932 1116 voor de bewoners van wzc De Liberteyt, BE39 0910 1932 1419 voor de bewoners van wzc Zonnebloem, BE83 0910 1932 1015 voor de bewoners van wzc Het Heiveld, BE61 0910 1932 1217 voor de bewoners van wzc De Vijvers, met vermelding van de naam van de bewoner en de datum van opname. Het bedrag van de waarborg wordt op een geblokkeerde en gepersonaliseerde rekening geplaatst en de opbrengst maakt deel uit van de borg. Het gereserveerde bedrag dient alleen ter uitvoering van de bepalingen van de opnameovereenkomst of om een eventuele schadevergoeding voor bewust en opzettelijk veroorzaakte schade door de bewoner te betalen. Bij het einde van de opname en na verrekening van alle kosten en openstaande facturen én na verrekening van eventuele schadeloosstellingen wordt de gestorte waarborg terugbetaald. Het OCMW behoudt zich het recht voor om niet-terugbetaalde kosten van verblijf en verzorging, na uitputting van de eventuele waarborg, te verhalen op de nalatenschap van de bewoner, maar slechts ten belope van het actief van de nalatenschap.


Art.4: de wijze waarop de schriftelijke opnameovereenkomst kan worden beëindigd en de opzeggingstermijnen De schriftelijke opnameovereenkomst wordt aangegaan voor onbepaalde duur. De eerste 30 dagen van het verblijf worden beschouwd als proefperiode. Opzeg kan tijdens en na de proefperiode zowel door bewoner of vertegenwoordiger als het OCMW Gent. De redenen tot opzeg worden omschreven in art. 10 van de interne afsprakennota. De opzegging door het woonzorgcentrum gebeurt door een gemotiveerd aangetekend schrijven aan de bewoner of de vertegenwoordiger en gaat in op de eerste dag die volgt op de ontvangst van de aangetekende zending. De opzegging door de bewoner of de vertegenwoordiger gebeurt schriftelijk, tegen ontvangstbewijs, gericht aan de directie van het woonzorgcentrum en gaat in de eerste dag die volgt op de afgifte van het ontvangstbewijs. De opzeggingstermijn wordt als volgt bepaald: ♦ ♦

tijdens de proefperiode: 7 dagen (door beide partijen) na de proefperiode: 30 dagen (ontslag door de bewoner of de vertegenwoordiger) 60 dagen (ontslag door het woonzorgcentrum)

De woongelegenheid wordt binnen deze opzeggingstermijn ontruimd. De schriftelijke opnameovereenkomst neemt van rechtswege een einde op de dag van het overlijden van de bewoner. De nabestaanden hebben na het overlijden 5 dagen de tijd om de woongelegenheid vrij te maken. Art.5: overplaatsing Indien de lichamelijke of geestelijke gezondheidstoestand van de bewoner zodanig evolueert dat een verblijf op de afdeling of in het woonzorgcentrum niet langer mogelijk is, dan kan de directie een overplaatsing regelen naar een meer passende voorziening of een meer passende afdeling binnen het woonzorgcentrum. De overplaatsing gebeurt in overleg met de bewoner, de vertegenwoordiger en/of de personen of instanties die namens de bewoner gemachtigd optreden. Bij betwisting omtrent de overplaatsing wordt door de behandelende arts en de coördinerend en raadgevend arts van het woonzorgcentrum bemiddeld. In dit geval worden opzeggingstermijnen en termijn voor ontruiming in overleg met de directie aangepast aan de situatie en zo nodig verlengd tot een geschikte oplossing gevonden is. Art.6: regeling en tarieven voor niet-gebruikte leveringen en diensten Tijdens de opzeggingsperiode wordt de dagprijs verder aangerekend. Bij afwezigheid tijdens de opzeggingsperiode wordt de dagprijs verminderd met 20% (dit is het bedrag van de niet-gebruikte leveringen en diensten). Indien de woongelegenheid ontruimd is én opnieuw bewoond is binnen de opzeggingsperiode dan wordt de dagprijs slechts aangerekend tot en met de dag die voorafgaat aan de nieuwe bewoning.


Bij tijdelijke afwezigheid wegens hospitalisatie, vakantie of verblijf bij familie, vrienden of kennissen wordt de dagprijs verminderd met 20 %. De verminderde dagprijs bij afwezigheid zoals vakantie of verblijf bij familie, vrienden of kennissen gaat in vanaf de eerste volle dag afwezigheid indien: • de bewoner zijn afwezigheid minstens 24 uur voorafgaandelijk heeft gemeld aan de voorziening én • de bewoner minstens 24 uur afwezig blijft. De verminderde dagprijs bij afwezigheid door ziekenhuisopname gaat in vanaf de eerste kalenderdag die volgt op de ziekenhuisopname van de bewoner. In art. 8 van de interne afsprakennota wordt de specifieke regeling bij tijdelijke afwezigheid van de bewoner beschreven. Gedurende de ontruimingstijd na een overlijden wordt verder de dagprijs aangerekend, verminderd met 20% per dag. Als binnen deze termijn de kamer opnieuw bewoond wordt, wordt de dagprijs alleen aangerekend tot en met de dag die voorafgaat aan de nieuwe bewoning. Na het einde van elke maand wordt voor iedere bewoner een factuur opgemaakt, waarop de niet-aangerekende diensten en leveringen vermeld zijn. Art.7: overschrijden ontruimingstijd van de woongelegenheid Indien de gestelde ontruimingstijd bij ontslag door de bewoner, bij ontslag door het woonzorgcentrum of na overlijden wordt overschreden, gebeurt de ontruiming van de woongelegenheid door het personeel van het woonzorgcentrum. De persoonlijke goederen worden – conform de OCMW wetgeving - gedurende max. 3 jaar ter beschikking gehouden in een bewaarplaats van de voorziening. Na deze periode kan het woonzorgcentrum hierover vrij beschikken. Voor de bewaring van de persoonlijke goederen buiten de gestelde ontruimingstijd wordt een forfaitaire vergoeding gevraagd van € 200. Als de goederen langer dan één jaar opgeslagen blijven, wordt dit bedrag vanaf het tweede jaar verhoogd met € 10 per maand. Art.8: aansprakelijkheid en verzekeringen De burgerlijke aansprakelijkheid van de bewoner is verzekerd. Hiervoor heeft het OCMW een verzekering afgesloten. Iedere andere individuele, aanvullende verzekering is ten laste van de bewoner. Het beheer van gelden of goederen van de bewoner of het bewaren ervan kan in geen enkel geval aan het woonzorgcentrum worden toevertrouwd. Art.9: wijzigen van deze schriftelijke opnameovereenkomst De overeenkomst kan gewijzigd worden mits akkoord van de bewoner of zijn vertegenwoordiger. Iedere wijziging aan deze overeenkomst dient opgenomen te worden in een addendum aan deze overeenkomst. Het addendum gaat van kracht 30 dagen na afgifte tegen ontvangstbewijs aan de bewoner of zijn vertegenwoordiger.


Bij overlijden van één van de partners (of gelijkgestelde situaties) wordt vanaf de dag na overlijden de dagprijs voor een éénpersoonswoning toegepast. Indien de overblijvende partner verblijft in een echtparenwoning wordt de eerst vrijkomende aangepaste woongelegenheid toegewezen. Op dat moment wordt een addendum gevoegd bij de schriftelijke opnameovereenkomst met vermelding van het nummer van de nieuwe woongelegenheid. Ook na een interne verhuis wordt de schriftelijke overeenkomst via een addendum aangepast met vermelding van het nieuwe nummer van de woongelegenheid. Een interne verhuis is enkel mogelijk om ernstige redenen of met uitdrukkelijk akkoord van de bewoner of zijn vertegenwoordiger. Een aanpassing van het bedrag van de dagprijs wordt niet beschouwd als een wijziging van de opnameovereenkomst zodoende is er geen voorafgaand akkoord nodig. Deze aanpassing wordt vooraf aan alle belanghebbende bekendgemaakt en gaat ten vroegste in 30 dagen na de kennisgeving ervan aan de bewoner of vertegenwoordiger. Art.10: ontvangst van de interne afsprakennota De interne afsprakennota van het woonzorgcentrum bevat praktische inlichtingen en basisafspraken voor het verblijf en bindt beide partijen als wet. De bewoner of zijn vertegenwoordiger verklaart hierbij een exemplaar van deze interne afsprakennota ontvangen te hebben en toelichting hierover gekregen te hebben door ………………………..

Opgemaakt te ................................................................................. , op……………………….. in twee originelen, waarvan elk exemplaar apart gehandtekend wordt en waarvan elke partij erkent één exemplaar ontvangen te hebben.

De bewoner of zijn vertegenwoordiger.

Namens het OCMW,




Bijlage 1. Samenstelling dagprijs OCMW Gent (Ministerieel besluit dd. 14-2-2007 – BS dd. 23-03-2007) Basishulp en dienstverleningspakket Inbegrepen in Extra dagprijs vergoeding (excl. dagprijs)

Kostprijselement

WOONFUNCTIE Het gebruik van de kamer ♦ het meubilair aangepast aan de toestand van de bewoner, de basisaccomodatie en het meubilair overeenkomstig de erkenningnormen ♦ het ter beschikking stellen van een nachtstoel wanneer de toestand van de bewoner dit vereist ♦ het aangepaste meubilair van de gemeenschappelijke plaatsen ♦ het gebruik en onderhoud van de sanitaire installaties, zowel de individuele- als de gemeenschappelijke installaties ♦ het gebruik van de gemeenschappelijke plaatsen, met inbegrip van de liften ♦ het onderhoud van het patrimonium van de voorziening, het algemeen onderhoud en het reinigen van de gemeenschappelijke plaatsen, materiaal en producten inbegrepen ♦ de herstellingen van de kamers en overige huisvestingslokalen die uit een gewoon woongebruik voortvloeien ♦ het onderhoud van de individuele kamer, en van het meubilair en het materiaal in deze kamer, inclusief het specifieke onderhoud uitgevoerd na het overlijden of het vertrek van de bewoner ♦ onderhoud-, schoonmaak- en herstellingskosten t.g.v. normale slijtage (bijv. behang,schilderwerk,…) ♦ de afvalverwijdering

x x

x x x x x

x

x

x

x


Voorschotten ten gunste van derden

♦ ♦ ♦ ♦

♦ ♦

de verwarming van de kamer en gemeenschappelijke plaatsen, het onderhoud van deze installatie en elke wijziging van de verwarmingsapparatuur het stromende koude- en warme water en het gebruik van elke sanitaire installatie de elektrische installaties, hun onderhoud en elke wijziging ervan en het gemeenschappelijk elektriciteitsverbruik het elektriciteitsverbruik (inclusief het gebruik van individuele toestellen die behoren tot het basiscomfort, zijnde TV, radio en koelkast), het verbruik van de verlichting -en verwarmingstoestellen ingevolge het individuele gebruiker ervan door de bewoner

x

de installaties voor bescherming tegen brandgevaar en voor interne communicatie in functie van gemeenschappelijk gebruik de individuele en collectieve toegang tot de door de voorziening ter beschikking gestelde interne en externe communicatie voor radio, televisie, telefoon en internet :

x

a) aansluitingen, onderhoudskosten

aansluitings-,

herstellings-

x x x

en x

b) abonnementskosten en kosten individueel gebruik x ♦ ♦ ♦

het ter beschikking stellen in de gemeenschappelijke ruimten van televisie, radio of andere audiovisuele media de keukeninstallaties, het onderhoud ervan, de wijzigingen ervan ingevolgde de toepasselijke wetgeving, en de toevoer van de grondstoffen en de opslag ervan de beschikbaarstelling, het onderhoud en de vervanging van het beddengoed: matras aangepast aan zorgnood van

x x

x


bewoners, dekens, spreien, lakens, hoofdkussens, steeklakens ♦ de bescherming van het beddengoed in geval van o.a. incontinentie, decutibus, besmettelijke ziekten,…. ♦ de standaarduitrusting voor gordijnen en/of overgordijnen , behang en meubelstoffen ♦ was en stomerij van het niet-persoonlijk linnen ♦ was van het persoonlijk linnen ♦ droogkuis van het persoonlijk linnen , georganiseerd door een externe dienstverlener of op zelfstandige basis ZORGFUNCTIE ♦ Medische, verpleegkundige, verzorgende, paramedische en kinesitherapeutische activiteiten die voorzien zijn in de tussenkomst door de verplichte ziekteen invaliditeitsverzekering, voor het bedrag dat niet gedekt wordt door deze tussenkomst ♦ honoraria van externe verstrekkers van zorg die zijn opgenomen in de nomenclatuur van het RIZIV voor zover ze niet inbegrepen zijn in de zorgforfaits die de voorziening voor de individuele bewoner ontvangt(specialisten,dokters, pedicure, …) ♦ de individuele bijdragen voor het ziekenfonds ♦ kosten van medicatie (min met de bekomen korting) ♦ ♦ ♦ ♦ ♦

de bevoorrading, het beheer, het stockeren en de verdeling van geneesmiddelen, verzorgings- en incontinentiemateriaal hospitalisatiekosten incontinentiemateriaal verzorgingsmateriaal dat niet gedekt is door de RIZIV-forfaits kosten voor hulpmiddelen zoals hoorapparaat, bril, tandprothese, rolstoel, krukken , looprek, enz.. voor het gedeelte dat niet gedekt wordt door de ziekteverzekering of dat niet onder toepassing valt van de overeenkomst tussen de voorziening en de verzekeringsinstelling

x x x x x

x

x

x x x x x x x


LEEFFUNCTIE ♦ de bereiding en verdeling van de maaltijden (inclusief de diëten) met inbegrip van de dranken, tussendoortjes en de dranken waarvan de verdeling tussen de maaltijden systematisch gebeurt ♦ de maaltijdbedeling op de kamer omwille van de gezondheidstoestand van de bewoner ♦ maaltijdbedeling op de kamer voor de valide bejaarde ♦ onbeperkte beschikbaarheid van drinkbaar water ♦ de dranken buiten de maaltijden, die op individuele vraag van de bewoner verstrekt worden (uitgezonderd drinkbaar water) ♦ supplementaire voedingsproducten die buiten de maaltijden verstrekt worden op individuele vraag van de bewoner ♦ lichte en dadelijk opneembare voedingsstoffen (enterale voeding,voedingssupplementen, een speciale maaltijd ter vervanging van de normale maaltijd,..) ten belope van de meerkosten ten opzichte van de gewone maaltijd ♦ lichaamshygiëne van kop tot teen ♦ pedicure, manicure, esthetische verzorging en kapper: dienst georganiseerd door een externe dienstverlener of op zelfstandige basis ♦ basispakket van persoonlijke toiletartikelen(wcpapier,zeep,shampoo en tandpasta) standaard aangeboden door de voorziening ♦ persoonlijke toiletartikelen die op uitdrukkelijke vraag van de bewoner door de voorziening worden aangekocht ♦ de dagdagelijkse animatie-, recreatie- en therapeutische activiteiten die door de voorziening worden georganiseerd ♦ ♦ ♦

vervoerkosten die verband houden met de gezondheid van de bewoner alle persoonlijke aankopen op uitdrukkelijke vraag van de bejaarde, andere dan toiletartikelen (snoep, fruitkar,….) alle mogelijke kosten die verband houden met het houden

x

x x x x x x

x x

x

x x

x x x


van een individueel huisdier BELEIDSFUNCTIE ♦ de administratieve kosten, ongeacht de aard ervan, die gebonden zijn aan de huisvesting of de opvang van de bewoner of die de werking van de voorziening betreffen ♦ verzekeringspolissen van allerlei aard: de verzekeringen burgerlijke aansprakelijkheid, de brandverzekering alsmede alle verzekeringen die de beheerder overeenkomstig de wetgeving heeft aangegaan, met uitzondering van elke persoonlijke verzekering van de bewoner ♦ individuele en aanvullende verzekering burgerlijke aansprakelijkheid voor de bewoner ♦ belastingen eigen aan de uitbating van de voorziening ♦ de kosten van het gebruik van een mortuarium georganiseerd door een externe dienstverlener ♦ de begrafeniskosten

x

x

x x x x



P&O Human Resources - Talent Selectie

2013_RMW_00062

Selectieprocedure Technisch Begeleider bij Wonen & Activering - Oproep tot de bevorderings- en aanwervingsprocedure voor: 1 voltijds Technisch Begeleider bij Wonen & Activering Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Gelet op de beslissing van het Vast Bureau van 10 december 2012 (2012_VB_02009) om de openstaande plaats van Technisch Begeleider bij OTC Leerwerkplekken (Ikook) in te vullen. Gelet op de beslissing van de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 13 december 2012 (2012_RMW_00508) om de nieuwe personeelsformatie goed te keuren. Gelet op de uitbreiding van De Baai met een technisch begeleider, dewelke is opgenomen in de nieuwe personeelsformatie.

Motivering Gelet op artikel 8 van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent dat elke vacante betrekking op één van de volgende manieren ingevuld kan worden: door door door door

een een een een

aanwervingsprocedure; bevorderingsprocedure; procedure van interne personeelsmobiliteit; combinatie van vorige procedures.

Gekoppelde besluiten Vast Bureau, 10 december 2012, 2012_VB_02009 Raad voor Maatschappelijk Welzijn, 13 december 2012, 2012_RMW_00508



niet vereist


Artikel 1 De oproep tot de bevorderings- en aanwervingsprocedure voor: 1 voltijds Technisch Begeleider bij Wonen en Activering

Artikel 2 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 1: PV Technisch Begeleider Wonen&Activering.pdf

178/255 RMW - 12 februari 2013


Bijlage(n) PV Technisch Begeleider Wonen&Activering.pdf

179/255 RMW - 12 februari 2013


Bijlage: PV Technisch Begeleider Wonen&Activering.pdf

180/255 RMW - 12 februari 2013

PV Technisch Begeleider Wonen&Activering.pdf

Proces-verbaal: Selectie - opstarten selectieprocedure voor de graad van technisch begeleider - Wonen & ActiveringSociale Dienstverlening

Personeelsaanvraag

Wijze van invulling

Vast Bureau personeelsaanvraag: Graad:

Technisch begeleider

Functie:

Technisch begeleider

Functionele loopbaan:

D4 - D5

Dienst en Departement:

Wonen & Activering- SD

Er wordt gekozen voor een contractuele invulling van bovenvermelde vacature op de statutaire formatie. Op basis van art. 8 & 9 van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent wordt voorgesteld om bovenvermelde vacature(s) in te vullen door een selectieprocedure van: c Interne mobiliteit d e f g b Bevordering c d e f g b Aanwerving c d e f g

Op basis van art. 19 ter van de rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent beslist de aanstellende overheid om over te gaan tot een beperking van het aantal deelnemers door de doorstroom naar een volgend selectieonderdeel te beperken tot een maximaal aantal kandidaten van 10. Soort wervingsreserve

Conform art. 21 van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent zal op basis van de hierboven vermelde selectieprocedure een wervingsreserve met rangschikking aangelegd worden.

Deelnemingsvoorwaarden

Deelnemingsvoorwaarden voor kandidaten via de bevorderingsprocedure (conform art. 100 tot en met 107 van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent) Voor de deelname aan de bevorderingsprocedure komen de volgende personeelsleden in aanmerking: de vast aangestelde statutaire personeelsleden die aan de voorwaarden voldoen ongeacht hun administratieve toestand de contractuele personeelsleden die onder de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent vallen en aan één van de volgende criteria beantwoorden: ze zijn na 1 januari 2009 aangesteld na een

181/255 RMW - 12 februari 2013

aanwervingsprocedure ze zijn voor 1 januari 2009 aangesteld na een externe bekendmaking van de vacature en een gelijkwaardige selectieprocedure als van toepassing op vacatures in statutaire betrekkingen

Op de uiterste inschrijvingsdatum voor de selectieprocedure (zie verder) moet aan deze voorwaarden voldaan zijn:

Belg zijn (als de uit te oefenen functie een rechtstreekse of onrechtstreekse deelname aan de uitoefening van het openbaar gezag inhoudt of werkzaamheden omvat die strekken tot de bescherming van de belangen van het bestuur)

een minimale niveauanciënniteit hebben naar gelang de betrekking waarvoor men zich kandidaat stelt (cfr. art. 104 §1 van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent), met name:

2 3 3

jaar niveauanciënniteit in niveau jaar niveauanciënniteit in niveau jaar niveauanciënniteit in niveau E samen

D E D

of of en niveau

gelet op de specificiteit van de functie is het noodzakelijk dat de kandidaten beschikken over bijkomend diploma, namelijk: een diploma beroepssecundair onderwijs in het studiegebied voeding; gemeenschapsrestauratie, grootkeuken, restaurant en keuken of een diploma modulaire opleidingen beroepssecundair onderwijs in het studiegebied voeding; grootkeukenhulp, grootkeukenmedewerker, grootkeukenverantwoordelijke, keukenhulp, keukenmedewerker, keukenverantwoordelijke.

De kandidaten die buitenlandse diploma’s voorleggen, moeten voor de uiterste inschrijvingsdatum (zie verder) het bewijs leveren dat ze de gelijkwaardigheid van het diploma hebben aangevraagd. Uiterlijk op het ogenblik van de aanstelling op proef moeten ze het bewijs van gelijkwaardigheid voorleggen. Op het moment van bevordering moet aan deze voorwaarden voldaan zijn:

een gedrag vertonen dat in overeenstemming is met de eisen van de functie waarvoor ze solliciteren de burgerlijke en politieke rechten genieten een gunstig evaluatieresultaat hebben voor de laatste evaluatie slagen voor de selectieprocedure (zie verder) in voorkomend geval, medisch geschikt zijn voor de uit te oefenen betrekking, in overeenstemming met de wetgeving betreffende het welzijn van de werknemers

Toelatings- en aanwervingsvoorwaarden voor kandidaten via de aanwervingsprocedure (conform art. 10 tot en met 19 van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent)

182/255 RMW - 12 februari 2013

Op de uiterste inschrijvingsdatum voor de selectieprocedure (zie verder) moet aan deze voorwaarden voldaan zijn:

Belg zijn (als de uit te oefenen functie een rechtstreekse of onrechtstreekse deelname aan de uitoefening van het openbaar gezag inhoudt of werkzaamheden omvat die strekken tot de bescherming van de belangen van het bestuur)

gelet op de specificiteit van de functie is het noodzakelijk dat de kandidaten beschikken over bijkomend diploma, namelijk: een diploma hotelschool of een diploma kok avondonderwijs

gelet op de specificiteit van de functie is het noodzakelijk dat de kandidaten voldoen aan bijkomende voorwaarden, namelijk: 3 jaar ervaring in het aansturen van een keuken Alleen de diploma’s die per niveau vermeld worden in bijlage I van het Besluit van 7 december 2007 van de Vlaamse Regering houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, komen bij aanwerving in aanmerking. De kandidaten die buitenlandse diploma’s voorleggen, moeten voor de uiterste inschrijvingsdatum (zie verder) het bewijs leveren dat ze de gelijkwaardigheid van het diploma hebben aangevraagd. Uiterlijk op het ogenblik van de aanstelling op proef moeten ze het bewijs van gelijkwaardigheid voorleggen.

Op het moment van aanwerving moet aan deze voorwaarden voldaan zijn:

een gedrag vertonen dat in overeenstemming is met de eisen van de functie waarvoor ze solliciteren de burgerlijke en politieke rechten genieten medisch geschikt zijn voor de uit te oefenen betrekking of functie, in overeenstemming met de wetgeving betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. De medische geschiktheid van de kandidaat moet vaststaan op het ogenblik bepaald in de wetgeving betreffende het welzijn van de werknemers op het werk. voldaan hebben aan de wetgeving met betrekking tot de leerplicht voldoen aan de vereiste over de taalkennis, opgelegd door de wetten op het gebruik der talen in bestuurszaken, gecoördineerd op 18 juli 1966 slagen voor de selectieprocedure (zie verder) De kandidaten dienen het bewijs te leveren dat zij voldoen aan deze algemene aanwervingsvoorwaarden.

Programma selectieprocedure

Om de te meten competenties (zie verder) efficiënt en doelgericht te kunnen beoordelen bestaat de selectieprocedure uit:

183/255 RMW - 12 februari 2013

een eliminerend mondeling deel De kennis omtrent de functie-inhoud en de motivatie van de kandidaat worden bevraagd. Er wordt gepeild naar de competenties (zie verder) Dit gedeelte staat op 60 punten. De kandidaten moeten 50% behalen om te slagen in dit selectieonderdeel. De doorstroom naar het volgende selectieonderdeel wordt beperkt tot het maximum aantal kandidaten van 10. Dit gebeurt in volgorde van de behaalde score.

een niet eliminerend psychotechnisch deel Dit gedeelte bestaat uit een capacitair onderzoek op het niveau van de functie, aangevuld met een persoonlijkheidsonderzoek. een eliminerend praktisch deel De kandidaten krijgen een of meerdere case(s) waarin ze moeten bewijzen voldoende onderlegd te zijn in hun vakgebied. Dit gedeelte staat op 40 punten. De kandidaten moeten 50% behalen om te slagen in dit onderdeel en tot de volgende proeven toegelaten te worden.

Op het totaal van alle eliminerende selectieonderdelen samen moeten kandidaten minstens 60% behalen om geslaagd te zijn in de selectieprocedure.

Competentieprofiel

In overleg met de betrokken dienst(en) en vanuit de inhoud van de functiebeschrijving wordt voorgesteld de volgende competenties – cruciaal voor de uitoefening van de functie – te meten:

Functiebeschrijving

klantgericht handelen efficiënt werken resultaatgericht werken coachen samenwerken organiseren zich flexibel opstellen technische vaardigheden beheersen rapporteren probleemoplossend werken stressbestendig optreden net en ordelijk werken veilig werken team leiden PC kennis

De generieke functiebeschrijving bevindt zich in bijlage en is goedgekeurd door de OCMW secretaris dd. 19/03/2012

Inhoud en 184/255 RMW - 12 februari 2013

termijn van bekendmaking

De inhoud van de bekendmaking van de vacature wordt opgesteld conform art. 17 van de Rechstpositieregeling Personeel OCMW Gent en art. 16 van de rechtspositieregeling Ouderenzorg. Selectieprocedures voor interne mobiliteit en bevordering worden bekend gemaakt via intranet, e-mail of brief. Selectieprocedures waaraan ook externe kandidaten kunnen deelnemen kunnen bekendgemaakt worden via: intranet, website OCMW Gent, circulaire, netwerk contactpersonen, verspreiding binnen OCMW Gent, VDAB, het Belgisch Staatsblad, Jobpunt Vlaanderen, enz. De uiterste inschrijvingsdatum voor de procedure wordt later nog vastgelegd.

Samenstelling selectiecommissie

Conform art. 23 van de Rechtspositieregeling Personeel OCMW-Gent en rekening houdend met de te meten competenties bestaat de selectiecommissie voor de selectieprocedure voor bovenvermelde graad minstens uit: een arbeidspsycholoog van Selectie een afgevaardigde van Wonen & Activering- SD

Ondertekening

een extern jurylid

9/01/2013 Guy Dobbeleir Adjunct van de directie Selectie

185/255 RMW - 12 februari 2013

Edwin Beaumon Diensthoofd OTC Leerwerkplekken

Bram Timperman Diensthoofd Talent


P&O Human Resources - Personeel Dossierbeheer

2013_RMW_00063

Terbeschikkingstelling van personeel van de Stad Gent aan het OCMW Gent - WVE CM Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Willy Van Eeckhout is statutair adjunct van de directie bij de Dienst Ombudsvrouw van de Stad Gent. Het College van Burgemeester en Schepenen van de Stad Gent heeft de ter beschikkingstelling van Willy Van Eeckhout vanaf 3 januari 2013 als kabinetssecretaris aan het OCMW Gent voor de duur van het mandaat van Rudy Coddens als OCMW-voorzitter goedgekeurd in vergadering van 8 januari 2013. Het College van Burgemeester en Schepenen van de Stad Gent heeft de terugbetaling van de integrale loonkost door het OCMW Gent aan de Stad Gent goedgekeurd in vergadering van 8 januari 2013.

Motivering Gelet op artikel 119 sexies van de rechtspositieregeling.

Openbaarheid van bestuur Dit besluit is niet ter inzage. Motivering: Artikel 13 - 2 : een aanvraag tot openbaarmaking dient afgewezen te worden, voor zover die geen betrekking heeft op milieu-informatie, als de openbaarmaking afbreuk doet aan de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, tenzij de betrokken persoon met de openbaarmaking instemt.


niet vereist


Artikel 1 Terbeschikkingstelling van Willy Van Eeckhout, statutair adjunct van de directie bij de Dienst Ombudsvrouw van de Stad Gent, als kabinetssecretaris bij het OCMW Gent voor de duur van het mandaat van Rudy Coddens als OCMW-voorzitter.

Artikel 2 Terugbetaling van de integrale loonkost door het OCMW Gent aan de Stad Gent.

186/255 RMW - 12 februari 2013


2013_RMW_00064

Terbeschikkingstelling van personeel van de Stad Gent aan het OCMW Gent - SW - CM Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Sandra Wattenberghe is statutair consulente bij de Dienst Kinderopvang van de Stad Gent. Het College van Burgemeester en Schepenen van de Stad Gent heeft de ter beschikkingstelling van Sandra Wattenberghe vanaf 3 januari 2013 als kabinetsattaché aan het OCMW Gent voor de duur van het mandaat van Rudy Coddens als OCMW-voorzitter goedgekeurd in vergadering van 8 januari 2013. Het College van Burgemeester en Schepenen van de Stad Gent heeft de terugbetaling van de integrale loonkost door het OCMW Gent aan de Stad Gent goedgekeurd in vergadering van 8 januari 2013.




niet vereist


Artikel 1 Terbeschikkingstelling van Sandra Wattenberghe, statutair consulente bij de Dienst Kinderopvang van de Stad Gent, als kabinetsattaché bij het OCMW Gent voor de duur van het mandaat van Rudy Coddens als OCMW-voorzitter.


2013_RMW_00065

Terbeschikkingstelling van personeel van de Stad Gent aan het OCMW Gent - PDW CM Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd

187/255 RMW - 12 februari 2013



Aanleiding / feiten en context Patrick De Winter is statutair adjunct van de directie bij de Dienst Administratie Rumodo van de Stad Gent. Het College van Burgemeester en Schepenen van de Stad Gent heeft de ter beschikkingstelling van Patrick De Winter vanaf 3 januari 2013 als adjunct van de directie aan het OCMW Gent binnen de diensten van de secretaris goedgekeurd in vergadering van 8 januari 2013. Het College van Burgemeester en Schepenen van de Stad Gent heeft de terugbetaling van de integrale loonkost door het OCMW Gent aan de Stad Gent goedgekeurd in vergadering van 8 januari 2013.




niet vereist


Artikel 1 Terbeschikkingstelling van Patrick De Winter, statutair adjunct van de directie bij de Dienst Administratie Rumodo van de Stad Gent, als adjunct van de directie bij het OCMW Gent binnen de diensten van de secretaris vanaf 3 januari 2013.


2013_RMW_00066

Terbeschikkingstelling van personeel van de Stad Gent aan het OCMW Gent -NV - CM Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Neelke Vernaillen is contractueel adjunct van de directie bij de Gezondheidsdienst van de Stad Gent.

188/255 RMW - 12 februari 2013


Het College van Burgemeester en Schepenen van de Stad Gent heeft de ter beschikkingstelling van Neelke Vernaillen vanaf 3 januari 2013 als kabinetsmedewerkster aan het OCMW Gent voor de duur van het mandaat van Rudy Coddens als OCMW-voorzitter goedgekeurd in vergadering van 8 januari 2013. Het College van Burgemeester en Schepenen van de Stad Gent heeft de terugbetaling van de integrale loonkost door het OCMW Gent aan de Stad Gent goedgekeurd in vergadering van 8 januari 2013.

Motivering Gelet op artikel 119 sexies van de rechtspositieregeling; Gelet op de beheersovereenkomst Stad-OCMW (zie bijlage).



niet vereist


Artikel 1 Terbeschikkingstelling van Neelke Vernaillen, contractueel adjunct van de directie bij de Gezondheidsdienst van de Stad Gent, als kabinetsmedewerkster bij het OCMW Gent vanaf 3 januari 2013 en voor de duur van het mandaat van Rudy Coddens als OCMW-voorzitter.


2013_RMW_00067

Terbeschikkingstelling van personeel van de Stad Gent aan het OCMW Gent - LDP - CM

Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Linda De Pestel is statutair administratief medewerkster bij de Dienst Ombudsvrouw van de Stad Gent. Het College van Burgemeester en Schepenen van de Stad Gent heeft de ter beschikkingstelling van Linda De Pestel vanaf 3 januari 2013 als fractiemedewerkster aan het OCMW Gent voor de duur van het mandaat van de spa.-fractievoorzitter in de raad van het OCMW goedgekeurd in vergadering van 8 januari 2013.

189/255 RMW - 12 februari 2013


Het College van Burgemeester en Schepenen van de Stad Gent heeft de terugbetaling van de integrale loonkost door het OCMW Gent aan de Stad Gent goedgekeurd in vergadering van 8 januari 2013.




niet vereist


Artikel 1 Terbeschikkingstelling van Linda De Pestel, statutair administratief medewerkster bij de Dienst Ombudsvrouw van de Stad Gent, als fractiemedewerkster bij het OCMW Gent vanaf 3 januari 2013 en voor de duur van het mandaat van de spa.-fractievoorzitter in de raad van het OCMW.


2013_RMW_00068

Terbeschikkingstelling van personeel van de Stad Gent aan het OCMW Gent - EVDW CM Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Eddy Van de Walle is halftijds contractueel adjunct van de directie bij het Departement Onderwijs en Opvoeding - Staf van de Stad Gent. Het College van Burgemeester en Schepenen van de Stad Gent heeft de ter beschikkingstelling van Eddy Van de Walle vanaf 3 januari 2013 als halftijds kabinetsmedewerker aan het OCMW Gent voor de duur van het mandaat van Rudy Coddens als OCMW-voorzitter goedgekeurd in vergadering van 8 januari 2013. Het College van Burgemeester en Schepenen van de Stad Gent heeft de terugbetaling van de integrale loonkost door het OCMW Gent aan de Stad Gent goedgekeurd in vergadering van 8 januari 2013.

190/255 RMW - 12 februari 2013


Motivering Gelet op artikel 119 sexies van de rechtspositieregeling; Gelet op de beheersovereenkomst Stad OCMW (zie bijlage).



niet vereist


Artikel 1 Terbeschikkingstelling van Eddy Van de Walle, halftijds contractueel adjunct van de directie bij het Departement Onderwijs en Opvoeding - Staf van de Stad Gent, als halftijds kabinetsmedewerker bij het OCMW Gent vanaf 3 januari 2013 en voor de duur van het mandaat van Rudy Coddens als OCMW-voorzitter.


P&O Human Resources - Organisatie Juridische Ondersteuning

2013_RMW_00070

Wijziging rechtspositieregeling personeel artikel 104, § 6 OCMW-decreet n.a.v. wijzigingen RPR Stadspersoneel Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Op 23 november 2012 keurde de Vlaamse regering het besluit tot wijziging van het besluit rechtspositieregeling gemeente- en provinciepersoneel van 7 december 2007 en van het besluit rechtspositieregeling OCMW-personeel van 12 november 2010 goed. Om aan die nieuwe regelgeving en/of praktische toepassing te voldoen worden in de gemeenteraad van januari 2013 wijzigingen aan de rechtspositieregeling goedgekeurd. De wijzigingen hebben grosso modo betrekking op de volgende onderwerpen: - vaststelling van de lijst van erkende diploma's en getuigschriften; - vaststelling van de aanvullende aanwervingsvoorwaarde door de aanstellende overheid; - uitbreiding van de mogelijkheden van afwijking van de diplomavereisten; - opheffing van de verplichting om niveau- en capaciteitstesten te laten uitvoeren door een extern bureau; - verruiming van de vrijstelling niveau- en capaciteitstests bij gunstig resultaat; - aanwerving van personen met een arbeidshandicap;

191/255 RMW - 12 februari 2013


- vastlegging datum indiensttreding; - expliciete opname van de hoorplicht bij het ontslag na ongunstige evaluatie van de proeftijd; - ondertekening evaluatieformulier door leidinggevende ook bij opmerkingen van het personeelslid; - behoud na heraanstelling in een andere betrekking van de verworven salarisschaal en de schaalanciënniteit van de vorige betrekking; - definitieve ambtsneerlegging van het statutaire personeelslid op proef; - toekenning van periodieke salarisverhogingen door de opbouw van geldelijke anciënniteit; - recht op verhogingen ingevolge bevordering; - actualisering forfaitair gedeelte van de eindejaarstoelage. Deze wijzigingen zijn ambtshalve van toepassing op het OCMW-personeel met een gelijklopende graad maar moeten via een beslissing van het OCMW-bestuur ook van toepassing verklaard worden op het OCMW-personeel met een specifieke graad waarop de rechtspositieregeling ouderenzorg van toepassing is. De aanpassingen treden al in werking op 1 februari 2013, de termijn die bepaald werd in het wijzigingsbesluit van de Vlaamse regering, nl. de eerste dag van de tweede maand die volgt op de dag van bekendmaking in het Belgisch staatsblad (gepubliceerd 24 december 2012).

Motivering Gelet op het raadsbesluit van 9 juni 2011 houdende vaststelling van de rechtspositieregeling voor personeel artikel 104, § 6 OCMW-decreet en latere wijzigingen; gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 november tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; gelet op het gemeenteraadsbesluit van januari 2013 tot wijziging van de stedelijke rechtspositieregeling; overwegende dat de in het voornoemde gemeenteraadsbesluit aangehaalde overwegingen en motiveringen om de stedelijke rechtspositieregeling te wijzigen evenzeer gelden voor de OCMW-specifieke graden die onder de rechtspositieregeling ouderenzorg vallen; dat het derhalve opportuun is om de door de gemeenteraad goedgekeurde wijzigingen evenzeer over te nemen voor het personeel van artikel 104, § 6 OCMW-decreet; overwegende dat de wijzigingen die betrekking hebben op de evaluatie van de ombudsvrouw voor het OCMW niet overgenomen worden omdat het OCMW niet beschikt over een ombudsvrouw; gelet op het voorontwerp van raadsbesluit tot wijziging van de rechtspositieregeling personeel artikel 104, § 6 OCMW-decreet opgemaakt door de secretaris in overleg met het managementteam; gelet op de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel en het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel; gelet op het protocol met de conclusies van de onderhandelingen gevoerd in het Bijzonder Onderhandelingscomité van 21 januari 2013; gelet op het Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn.

Gekoppelde besluiten Raad voor Maatschappelijk Welzijn, 9 juni 2011, 2011_RMW_00538

Strategisch kader Dit besluit kadert in volgende doelstelling(en): Een modern human resources management ontwikkelen


192/255 RMW - 12 februari 2013



niet vereist

Adviezen Motivering:

Het Bijzonder Onderhandelingscomité waarop de protocols met de vakbonden zullen ondertekend worden, is gepland op 21 januari 2013.


Artikel 1 De wijzigingen in bijlage A van het raadsbesluit van 9 juni 2011 houdende vaststelling van de Rechtspositieregeling voor personeel artikel 104, § 6 OCMW-decreet zoals hieronder: * in artikel 10 wordt in § 3 het tweede lid geredigeerd als volgt: “Alleen de lijst van erkende diploma’s of getuigschriften die per niveau door de Vlaamse minister, bevoegd voor binnenlandse aangelegenheden worden vastgesteld, komen bij aanwerving in aanmerking.” * in artikel 10 § 4 wordt in de eerste zin van het eerste lid het woord “raad” vervangen door “aanstellende overheid” * in artikel 11 worden het tweede en derde lid geredigeerd als volgt: “In afwijking van artikel 10 kan de raad bepalen dat kandidaten die niet voldoen aan de diplomavereiste die als aanwervingsvoorwaarde geldt voor de functies van niveau A, B en C, in aanmerking komen voor aanwerving. Die afwijking van de diplomavereiste is uitzonderlijk en op grond van vooraf vastgestelde, objectieve criteria, mogelijk als de functie noch op basis van de functiebeschrijving, noch krachtens een reglementering van de hogere overheid een diploma vergt. Voor de toepassing van het eerste lid komt een kandidaat die niet over het vereiste diploma beschikt, in aanmerking als hij ofwel: 1° voldoet aan een vereiste inzake relevante beroepservaring en slaagt voor een niveau- of capaciteitstest; 2° beschikt over een op de functie afgestemd ervaringsbewijs, uitgereikt overeenkomstig de Vlaamse regelgeving over de titels van beroepsbekwaamheid; 3° beschikt over een op de functie afgestemd attest van een beroepsopleiding die hij gevolgd heeft bij een door de Vlaamse Regering erkende instelling voor beroepsopleiding. In voorkomend geval beslist de aanstellende overheid voor de vacantverklaring van de functie of kandidaten die niet aan de diplomavereiste beantwoorden, in aanmerking komen voor aanwerving.” * in artikel 24 § 2 wordt het tweede lid geschrapt; * Artikel 24 § 3 wordt geredigeerd als volgt: “De geldigheidsduur van het gunstige resultaat van de niveau- en capaciteitstest bedraagt twee jaar. De kandidaat kan vrijgesteld worden van deelname aan de algemene capacitaire- en niveaubepaling indien hij/zij binnen de afgelopen vierentwintig maanden een algemene capacitaire- en niveaubepaling voor dezelfde of voor een vergelijkbare functie bij dezelfde of bij een andere overheid al eerder heeft afgelegd met een positief resultaat tot gevolg, behalve wanneer de kandidaat uitdrukkelijk vraagt opnieuw deel te nemen.” *in artikel 32 wordt de eerste zin geredigeerd als volgt: “Ten minste 2 % van het totale aantal personeelsleden binnen het bestuur uitgedrukt in voltijdse equivalenten, bestaat uit personen met een arbeidshandicap die aan één van de volgende voorwaarden voldoen:” * artikel 37 wordt geredigeerd als volgt: “De uiterste datum van indiensttreding wordt vastgelegd in het aanstellingsbesluit. De indiensttredingen gaan, behoudens gemotiveerde uitzonderingen, in op de 1ste of de 16de dag van de maand. Indien de kandidaat niet in dienst treedt uiterlijk binnen 6 maanden volgend op de dag van het aanstellingsbesluit, wordt hij/zij geacht te verzaken. Wanneer de kandidaat een gegronde reden voor de niet tijdige indiensttreding kan inroepen, kan de aanstellende overheid, bij gemotiveerd besluit, een nieuwe uiterste datum van indiensttreding bepalen.” *in artikel 41 wordt het zevende lid herschreven als volgt: “De ongunstige evaluatie voor het einde van de proeftijd heeft het ontslag tot gevolg indien het personeelslid na een aanwervingsprocedure werd aangesteld. De aanstellende overheid hoort het statutaire personeelslid op proef vooraf. In geval het personeelslid bij verandering van graad na een procedure van interne mobiliteit of een bevorderingsprocedure een ongunstige evaluatie op het einde van de proeftijd behaalt, wordt het herplaatst in de graad die het had vóór de aanstelling op proef.” * in artikel 64 wordt een tweede lid toegevoegd als volgt:

193/255 RMW - 12 februari 2013


“De leidinggevende tekent in voorkomend geval voor kennisneming de opmerkingen van het personeelslid.” * in artikel 87 wordt het tweede lid geredigeerd als volgt: “Enkel de diensten die recht geven op een salaris geven recht op de toekenning van schaalanciënniteit. Met uitzondering van het zwangerschapsverlof en de bevallingsrust voor de contractuele personeelsleden en de thematische verloven, in totaal tot beloop van maximum één jaar, komen de periodes van onbezoldigde volledige afwezigheid of disponibiliteit niet in aanmerking voor de toekenning van schaalanciënniteit” * Aan artikel 109, derde lid wordt volgende zin toegevoegd: "Het personeelslid dat als gevolg van de inschaling een lager jaarsalaris zou krijgen, behoudt zijn vorige jaarsalaris op persoonlijke titel zolang dat gunstiger is." * Artikel 142 wordt herschreven als volgt: “§ 1. De volgende zaken geven aanleiding tot de definitieve ambtsneerlegging van het statutaire personeelslid op proef: 1. het vrijwillige ontslag; 2. de definitief vastgestelde beroepsongeschiktheid na de ongunstige eindevaluatie van de proeftijd, vermeld in artikel 46; 3. het niet voldoen aan de aanstellingsvoorwaarden waarbij wordt bepaald dat de kandidaat op het einde van de proeftijd een rijbewijs C (met vakbekwaamheid) moet behalen. § 2. Na aanwerving kan een totale afwezigheid van 3 maanden wegens ziekte of invaliditeit aanleiding geven tot de definitieve ambtsneerlegging van het statutaire personeelslid op proef. § 3. Naast de ambtsneerlegging als gevolg van de pensioenwetgeving die ambtshalve ingaat op de eerste van de maand volgend op de 65ste verjaardag, geven de volgende zaken aanleiding tot de definitieve ambtsneerlegging van het vast aangestelde statutaire personeelslid: 1° het vrijwillige ontslag; 2° de definitief vastgestelde beroepsongeschiktheid na een ongunstige evaluatie, vermeld in artikel 67." * in artikel 144 wordt na § 3 een bijkomende § 4 toegevoegd: “Het ontslag wegens ziekte of invaliditeit van het statutaire personeelslid op proef zoals omschreven in artikel 142 § 2 wordt met een aangetekende brief die de datum van inwerkingtreding vermeldt, betekend. De statutaire aanstelling op proef wordt beëindigd met betaling van een vergoeding gelijk aan 1 maandsalaris.” * artikel 150 wordt geredigeerd als volgt: “Voor de toekenning van periodieke salarisverhogingen komen alleen de werkelijke diensten in statutair of contractueel verband in aanmerking die het personeelslid als titularis van een bezoldigde betrekking heeft geleverd of heeft geleverd in dienst van: 1. de provincies, de gemeenten en de OCMW’s van België , de publiekrechtelijke verenigingen waarvan ze deel uitmaken en de instellingen die eronder ressorteren; 2. de diensten en de instellingen van de federale overheid, van de gemeenschappen en gewesten en de internationale instellingen waarvan ze lid zijn; 3. de diensten en instellingen en de lokale overheden van een lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Economische Ruimte; 4. de gesubsidieerde vrije onderwijsinstellingen of de gesubsidieerde vrije centra voor leerlingenbegeleiding; 5. de publiekrechtelijke en vrije universiteiten als titularis van een bezoldigde betrekking; 6. elke andere instelling naar Belgisch recht of naar het recht van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte die beantwoordt aan collectieve behoeften van algemeen of lokaal belang, en waarbij in de oprichting of bijzondere leiding ervan het overwicht van de overheid tot uiting komt.” * artikel 151 wordt geredigeerd als volgt: “Voor de toepassing van artikel 150 moet worden verstaan onder: werkelijke diensten: alle diensten die recht geven op een salaris of die bij ontstentenis van een salaris krachtens de rechtspositieregeling toch in aanmerking worden genomen voor de vaststelling van het salaris.” * in artikel 172 wordt het eerste lid geredigeerd als volgt: “Het bedrag van de eindejaarstoelage is de som van het forfaitaire gedeelte en het veranderlijke gedeelte, met dien verstande dat de eindejaarstoelage nooit meer mag bedragen dan een twaalfde van het jaarsalaris, aangepast volgens de indexverhogingscoëfficiënt die van toepassing is op het salaris van de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar. Het forfaitaire gedeelte en het veranderlijke gedeelte worden als volgt berekend: 1° het forfaitaire gedeelte: a) het forfaitaire gedeelte bedraagt voor het jaar 2011 349,73 euro; b) vanaf 2012 wordt het forfaitaire gedeelte dat toegekend is tijdens het vorige jaar, telkens vermeerderd met een breuk waarvan de noemer gelijk is aan het gezondheidsindexcijfer van de maand oktober van teller gelijk is aan het gezondheidsindexcijfer van de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar. Het resultaat daarvan wordt berekend tot op twee decimalen nauwkeurig; c) het bedrag dat het resultaat is van de berekening, vermeld in punt b) wordt verhoogd met 698,74 euro; d) voor het jaar 2012 wordt het bedrag dat het resultaat is van de berekening vermeld in punt c), voor alle personeelsleden verhoogd met 100 euro; e) vanaf het jaar 2013 wordt het bedrag dat het resultaat is van de berekening vermeld in punt c), voor alle personeelsleden verhoogd met 200 euro. 2° het veranderlijke gedeelte: 2,5 procent van het jaarsalaris, aangepast volgens de indexverhogingscoëfficiënt die van toepassing is op het salaris van de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar. Als het personeelslid in de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar geen of slechts een gedeeltelijk salaris ontvangen heeft, dan wordt het percentage berekend op basis van het salaris dat voor diezelfde maand betaald zou zijn als het personeelslid zijn functie wel volledig had uitgeoefend.” * in artikel 176 § 1 wordt het tweede lid geredigeerd als volgt:

194/255 RMW - 12 februari 2013


“Als berekeningsbasis voor de toeslag geldt het bruto-uursalaris, eventueel verhoogd met de haard- of standplaatstoelage, de toelage voor het waarnemen van een hogere functie, de gegarandeerde salarisverhoging na bevordering en de toelage voor opdrachthouderschap.” * in artikel 180 wordt het tweede lid geredigeerd als volgt: “Als berekeningsbasis voor het uursalaris geldt het bruto uursalaris, eventueel verhoogd met de haard-of standplaatstoelage en de toelage voor het waarnemen van een hogere functie, de gegarandeerde salarisverhoging na bevordering en de toelage voor opdrachthouderschap.” *Artikel 211 wordt herschreven als volgt: “Het personeelslid dat aan de voorwaarden voldoet voor de toekenning van een parkeerkaart, ontvangt een vergoeding voor de woon-werkverplaatsing met de wagen. Die vergoeding is gelijk aan de kostprijs van een treinkaart.” *artikel 279 wordt het laatste lid geredigeerd als volgt: “Personeelsleden die 55 jaar oud worden in april, mei of juni kunnen de loopbaanonderbreking ofvermindering aanvragen vanaf 1 juli; personeelsleden die 55 jaar worden in oktober, november of december kunnen de loopbaanonderbreking of –vermindering aanvragen vanaf 1 januari.” *artikel 295 § 1 wordt geredigeerd als volgt: “§ 1. Het verlof voor deeltijdse prestaties wordt voor bepaalde of voor onbepaalde duur toegekend.” *In bijlage 1 wordt definitie 39° overheid aangepast als volgt: 39° overheid: 1. de provincies, de gemeenten en de OCMW’s van België, de publiekrechtelijke verenigingen waarvan ze deel uitmaken en de instellingen die eronder ressorteren; 2. de diensten en instellingen van de federale overheid, van de gemeenschappen en van de gewesten en de internationale instellingen waarvan ze lid zijn; 3. de diensten en instellingen en de lokale overheden van een lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Economische Ruimte; 4. de gesubsidieerde vrije onderwijsinstellingen of gesubsidieerde vrije centra voor leerlingenbegeleiding; 5. de publiekrechtelijke en vrije universiteiten; 6. elke andere instelling naar Belgisch recht of naar het recht van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte die beantwoordt aan collectieve behoeften van algemeen of lokaal belang en waarbij in de oprichting of bijzondere leiding ervan het overwicht van de overheid tot uiting komt.

Artikel 2 * aan artikel 159 wordt een 6de lid toegevoegd luidend als volgt: "De minimale salarisverhoging vemeld in het eerste en tweede lid, is een integraal onderdeel van het jaarsalaris."

Artikel 3 Artikel 1 treedt in werking op 1 februari 2013. Artikel 2 treedt in werking vanaf 1 januari 2008.

P&O Facility Management Ondersteuning - Aankoop

2013_RMW_00072

Aankoop bestelwagens voor diverse diensten van het OCMW Gent - toewijzen opdracht Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context De stad Gent heeft een algemene offerteaanvraag uitgeschreven voor de levering van voertuigen voor diverse stadsdiensten en andere aanbestedende entiteiten gedurende een periode van vier jaar. De toewijzing van deze overheidsopdracht werd door het college van burgemeester en schepenen van de stad Gent van 6

195/255 RMW - 12 februari 2013


december 2012 goedgekeurd. De OCMW Raad van 15 januari 2013 punt 20 heeft de goedkeuring gegeven voor het optreden van de stad Gent als opdrachtencentrale voor het OCMW Gent en voor de toewijzing van de opdracht zodat het OCMW bestellingen kan plaatsen op deze opdracht. OCMW Gent wenst een eerste bestelling te plaatsen op deze opdracht. Het gaat meer bepaald over de aankoop van bestelwagens voor de dienst Facility Management en de aankoop van één bestelwagen voor het OTC. Het wagenpark van de dienst Facility Management is enorm verouderd, wat ervoor zorgt dat er aan bepaalde wagens hoge onderhouds- en verbruikskosten zijn. De wagens zijn totaal niet meer aangepast aan de huidige milieu- en veiligheidsnormen. Bij bepaalde wagens is de bedrijfszekerheid niet meer gegarandeerd wat ervoor zorgt dat sommige disciplines niet op een degelijke manier op de werklocaties geraken en dit de efficiëntie naar beneden haalt. Gelieve als bijlage een overzicht van de aan te schaffen bestelwagens te willen vinden (zie excel bestand overzicht aan te kopen voertuigen januari 2013; document bestelinfo en bestek traditionele voertuigen). OCMW Gent zou gebruik maken van de volgende percelen in het bestek en toewijzen als volgt: 1) Perceel 10: 7 compacte bestelwagens Peugeot Expert 227 L1H1 128 HDI FAP aan NV Peugeot België-Luxemburg voor een bedrag van €136.263,82 incl. BTW. 2) Perceel 12: 5 grote bestelwagens Peugeot Boxer 335 L2H2 130 HDI FAP aan NV Peugeot België-Luxemburg voor een bedrag van €113.905,22 incl. BTW. Voor elke bestelwagen zal een onderhoudscontract aangegaan worden. Dit betekent een totale exploitatiekost van €3.160 per jaar.

Motivering Gelet op het Decreet van 19 december 2008 (BS 24/12/2008) betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 3 april 2009 (BS 29/04/2009) houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende diverse bepalingen betreffende het personeel, de financiën en de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; gelet op de Wet van 24 december 1993 (BS 22/01/1994) betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en latere wijzigingen; gelet op het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996 (BS 26/01/1996) betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies van openbare werken en latere wijzigingen; gelet op het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 (BS 18/10/1996) tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en de bijlage Algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten van aanneming van werken, leveringen en diensten en voor concessies voor openbare werken en latere wijzigingen; gelet op de Wet van 15 juni 2006 (BS 15/02/2007) betreffende de overheidsopdrachten en bepaalde opdrachten voor werken, leveringen en diensten (artikel 2, 4°; 15 en 80 van de wet).


Derden Instelling:

NV Peugeot België-Luxemburg

Straat:

Rue de l'Industrie

Huisnummer:

22

Postcode:

1400

Gemeente:

Nijvel


196/255 RMW - 12 februari 2013


Financiële informatie Investering Gebudgetteerd:

Ja

Verbintenis:

Ja

Totaal geschatte inkomsten:

0,00

Totaal geschatte uitgaven:

250169,04

10400 Rollend materieel 20120083 Initiëel budget:

465000,00

Reeds aangewend:

0,00

Engagementen:

0,00

Geschatte inkomsten:

0,00

Geschatte uitgaven: Commentaar

250169,04 Aankoop van voertuigen: 250.169,04 inclusief BTW Onderhoudscontracten: 3.160 €/jaar exploitatiekosten op Kp 104 00


Gunstig


Artikel 1 Aankoop bestelwagens voor verschillende diensten van het OCMW Gent gebruik makend van de procedure gevoerd door de stad Gent.

Artikel 2 Toewijzen van de opdracht voor de levering van verschillende bestelwagens aan: 1) Perceel 10: 7 compacte bestelwagens Peugeot Expert 227 L1H1 128 HDI FAP aan NV Peugeot België-Luxemburg voor een bedrag van €136.263,82 incl. BTW. 2) Perceel 12: 5 grote bestelwagens Peugeot Boxer 335 L2H2 130 HDI FAP aan NV Peugeot België-Luxemburg voor een bedrag van €113.905,22 incl. BTW. Voor elke bestelwagen zal een onderhoudscontract aangegaan worden. Dit betekent een totale exploitatiekost van €3.160 per jaar.

Artikel 3 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 1: finale versie Overzicht aan te kopen voertuigen januari 2013.pdf

Bijlage(n) finale versie Overzicht aan te kopen voertuigen januari 2013.pdf

197/255 RMW - 12 februari 2013


198/255 RMW - 12 februari 2013


Bijlage: finale versie Overzicht aan te kopen voertuigen januari 2013.pdf

199/255 RMW - 12 februari 2013

finale versie Overzicht aan te kopen voertuigen januari 2013.pdf

Overzicht aan te kopen voertuigen Facility Management

Afschrijving Prijs diesel (1l)

wie? 1 * electriciens (5+ 1 dienstdoend controleur)

vernieuwing *1 compacte bestelwagen

motivatie * 1 extra ter vervanging van een VW Caddy die buiten dienst is genomen (schrapping op 29/06/2012) - noodzaak door nieuwe technieker in dienst - gebruik compacte bestelwagen: 1) vervoer basismateriaal en wisselstukken 2) aangekocht materiaal vervoeren 3) vervoer kleine machines 4) vervoer ladders

* 1 grote bestelwagen

* peugeot boxer (grote bestelwagen) CUD718: 13 jaar oud - veel kosten (2500€/2 jaar) - kilometerstand: 49.005 - keuring niet zeker - milieubelastend - hoog verbruik - gebruik: 1) gebruikt voor evenementen en feestelijkheden zoals recepties, opendeurdagen: vervoer podium (met grondplaat van 2,44 m X 1,22 m), muziekinstallatie, ... 2) vervoer basismateriaal en wisselstukken 3) aangekocht materiaal vervoeren 4) vervoer kleine machines 5) vervoer ladders

huidige situatie CUD718: peugeot boxer (2000) 1DDO516: Ford Focus (2012) 1DEM478: citroën berlingo (2012)

* nood aan 4 wagens: - techniekers zijn voor 95% op de baan en niet op FM - 3 voor de techniekers (1 persoon alleen en 2x2 personen samen) - 1 voor de controleur (zie specifieke motivatie onderaan) * techniekers: 2 soorten werken: 1) dépannages en kleine defecten: kan gemakkelijk gebeuren door 1 persoon 2) werken: 2 personen vereist

2

loodgieters (4)

SEC562: Renault Espace (1999) ALR525: Ford Focus (1999)

* nood aan 2 wagens: - loodgieters zijn voor 95% op de baan en niet op FM - 4 loodgieters (2x2 personen samen)

2 compacte bestelwagens

geen bestelwagens meer (geschrapt) ondertussen gebruik van Renault Espace en Ford Focus * Renault Espace: SEC562: 15 jaar oud - veel kosten (6500€/2 jaar) - kilometerstand: 405.052 - milieubelastend - hoog verbruik - gebruik compacte bestelwagen: 1) vervoer basismateriaal en wisselstukken 2) aangekocht materiaal vervoeren 3) vervoer kleine machines 4) vervoer ladders * Ford Focus: ALR525: 15 jaar oud - kilometerstand: 95.237 - milieubelastend - hoog verbruik - auto niet functioneel voor loodgieters: personenvervoer - gebruik compacte bestelwagen: 1) vervoer basismateriaal en wisselstukken 2) aangekocht materiaal vervoeren 3) vervoer kleine machines 4) vervoer ladders

200/255 RMW - 12 februari 2013

10 1,5

bestek stad Gent Peugeot Expert 227 L1H1 HDI FAP (laadlengte 2,254 m-5 m³) DIESEL basisprijs: € 16.487,23 opties: centrale deurvergrendeling: €0 car-kit: €150,04 bagagedrager met ladderrol: €706,64 roetfilter dieselmotor: €0 Laadvloerbekleding: €343,64 uitbekleding wielkasten: €222,04 bekleding van de zijwanden: €376,92 LED-verlichting laadruimte: €150,04 trekhaak met vaste bol: €532,4 parkeerhulp achteraan met geluidssignaal: €497,31 TOTAAL: €19.466,26 INCL BTW * peugeot Boxer 335 L2H2 130 HDI FAP (laadlengte 3,12m) basisprijs: €19.069,48 opties: centrale deurvergrendeling: €0 car-kit: €94,38 bagagedrager met ladderrol: € 889,35 trekhaak met vaste bol: € 713,9 roetfilter dieselmotor: €0 ladder op achterdeur: €213,57 LED-verlichting laadruimte: €182,11 parkeerhulp achteraan met geluidssignaal: € 388,41 TOTAAL: €21.551,2 INCL. BTW

2 x Peugeot Expert 227 L1H1 HDI FAP (laadlengte 2,254 m-5 m³) DIESEL basisprijs: € 16.487,23 opties: centrale deurvergrendeling: €0 car-kit: €150,04 bagagedrager met ladderrol: €706,64 trekhaak met vaste bol: €532,4 roetfilter dieselmotor: €0 laadvloerbekleding: €343,64 uitbekleding wielkasten:€222,04 bekleding zijwanden: €376,92 LED-verlichting laadruimte:€ 150,04 parkeerhulp achteraan met geluidssignaal: € 497,31 TOTAAL: €19.466,26 x 2= €38.932,52 INCL BTW

3

schrijnwerkers (5) * nood aan 3 wagens: - schrijnwerkers zijn voor 95% op de baan en niet op FM - 5 schrijnwerkers: 2x2 personen samen en 1 persoon alleen

1DEM511: Citroën Berlingo (2012) BJR549: VW Passat (1996) RWY814: Peugeot Boxer (2000)

* schrijnwerkers: 2 soorten werken: 1) dépannages en kleine defecten: kan gemakkelijk gebeuren door 1 persoon 2) werken: 2 personen vereist

4 metser (1)


* 1 compacte bestelwagen

* VW Passat BJR549: 17 jaar oud - kosten: € 683, 01/1 jaar - kilometerstand: 209.080 - geraakt niet meer door de keuring tenzij heel hoge kosten (bodemplaat is deels weg) - auto niet functioneel voor schrijnwerkers: personenvervoer - milieubelastend - hoog verbruik - gebruik compacte bestelwagen: 1) vervoer basismateriaal en wisselstukken 2) aangekocht materiaal vervoeren 3) vervoer kleine machines 4) vervoer ladders

BKP157: Peugeot 306 Break (2000) *1 compacte bestelwagen

schilders (4 + 1 BKP162: ford focus clipper (1999) dienstdoend controleur) CSL166: Ford focus clipper (2000) SGU142: Renault Clio (1999) * nood aan 3 wagens: * Renault Clio SGU142: 14 jaar oud - schilders zijn voor 95% - kosten: € 390,77 op de baan en niet op - kilometerstand: 69.474 FM - kleine personenauto - 2 voor de schilders: 2x2 - wordt niet vervangen personen samen - 1 voor de controleur (zie specifieke motivatie onderaan)

* Peugeot 306 break BKP157: 13 jaar oud - kosten: 4200€/2 j

* nood aan 1 wagen: metser is voor 95% op de baan en niet op FM

5

* peugeot boxer (grote bestelwagen) RWY814: 14 j oud - veel kosten: 2100€/2 j - kilometerstand: 69.417 - milieubelastend - hoog verbruik - gebruik grote bestelwagen: 1) vervoer basismateriaal en wisselstukken 2) aangekocht materiaal (standaard platen: 2,44m x 1,22 m) vervoeren 3) vervoer kleine machines 4) vervoer ladders

- kilometerstand: 102.725 - auto niet functioneel voor metser: personenvervoer - milieubelastend - hoog verbruik - gebruik compacte bestelwagen: 1) vervoer basismateriaal en wisselstukken 2) aangekocht materiaal vervoeren 3) vervoer kleine machines 4) vervoer ladders * 2 compacte bestelwagens

* Ford focus clipper BKP162: 14 jaar oud - kosten: € 1.035,00/1 jaar - kilometerstand: 105.208 - auto niet functioneel voor schilders: personenvervoer - milieubelastend - hoog verbruik - gebruik compacte bestelwagen: 1) vervoer basismateriaal en wisselstukken 2) aangekocht materiaal vervoeren 3) vervoer kleine machines 4) vervoer ladders * Ford focus clipper CSL166: 13 jaar oud - kilometerstand: 59.253 - auto niet functioneel voor schilders: personenvervoer - milieubelastend - hoog verbruik - gebruik compacte bestelwagen: 1) vervoer basismateriaal en wisselstukken 2) aangekocht materiaal vervoeren 3) vervoer kleine machines 4) vervoer ladders

201/255 RMW - 12 februari 2013

* peugeot Boxer 335 L2H2 130 HDI FAP (laadlengte 3,12m) basisprijs: €19.069,48 opties: centrale deurvergrendeling: €0 car-kit: €94,38 bagagedrager met ladderrol: € 889,35 trekhaak met vaste bol: € 713,9 roetfilter dieselmotor: €0 ladder op achterdeur: €213,57 LED-verlichting laadruimte: €182,11 parkeerhulp achteraan met geluidssignaal: € 388,41 TOTAAL: €21.551,2 INCL. BTW * Peugeot Expert 227 L1H1 HDI FAP (laadlengte 2,254 m-5 m³)n DIESEL basisprijs: € 16.487,23 opties: centrale deurvergrendeling: €0 car-kit: €150,04 bagagedrager met ladderrol: €706,64 trekhaak met vaste bol: €532,4 roetfilter dieselmotor: €0 laadvloerbekleding: €343,64 uitbekleding wielkasten:€222,04 bekleding zijwanden: €376,92 LED-verlichting laadruimte:€ 150,04 parkeerhulp achteraan met geluidssignaal: €497,31 TOTAAL: €19.466,26 INCL. BTW Peugeot Expert 227 L1H1 HDI FAP (laadlengte 2,254 m-5 m³) DIESEL basisprijs: € 16.487,23 opties: centrale deurvergrendeling: €0 car-kit: €150,04 bagagedrager met ladderrol: €706,64 trekhaak met vaste bol: € 532,4 roetfilter dieselmotor: €0 laadvloerbekleding: €343,64 uitbekleding wielkasten:€222,04 bekleding zijwanden: €376,92 LED-verlichting laadruimte:€ 150,04 parkeerhulp achteraan met geluidssignaal: €497,31 TOTAAL: €19.466,26 INCL BTW * 2 x Peugeot Expert 227 L1H1 HDI FAP (laadlengte 2,254 m-5 m³) DIESEL basisprijs: € 16.487,23 opties: centrale deurvergrendeling: €0 car-kit: €150,04 bagagedrager met ladderrol: €706,64 trekhaak met vaste bol: € 532,4 roetfilter dieselmotor: €0 bekleding zijwanden: €376,92 laadvloerbekleding: €343,64 uitbekleding wielkasten: €222,04 LED-verlichting laadruimte:€ 150,04 parkeerhulp achteraan met geluidssignaal: €497,31 TOTAAL: €19.466,26 x 2 = €38.932,52 INCL. BTW

6

groendienst (5 + 1 controleur)

FFR599: Opel astra break (1996) * Opel Astra break FFR599: 17 jaar oud nood aan 3 wagens: - kosten: € 833,06/1 jaar - 1 voor de opstart van - kilometerstand: 150.763 de groep met artikel 60 - keuring niet zeker medewerkers (reeds 1 - milieubelastend medewerker bij de 5) - hoog verbruik - 1 grote bestelwagen - wordt niet vervangen voor 4 personen SNB556: Peugeot Boxer (2000) - 1 voor de controleur (zie specifieke motivatie onderaan)


* extra voor de opstart van de groep met artikel 60 medewerkers - aantal te vervoeren personen: 2 begeleiders en 4 personen - vervoer grote machines zoals bosmaaiers, grasmaaiers, verticuteermachines,...

* peugeot Boxer 335 L2H2 130 HDI FAP (laadlengte 3,12m) basisprijs: €19.069,48 opties: centrale deurvergrendeling: €0 car-kit: €94,38 bagagedrager met ladderrol: € 889,35 trekhaak met vaste bol: € 713,9 roetfilter dieselmotor: €0 dubbele cabine (6 zitplaatsen): €3.074,61 ladder op achterdeur: €213,57 LED-Verlichting laadruimte: € 182,11 parkeerhulp achteraan met geluidssignaal: € 388,41 TOTAAL: max. €24.625,81 INCL. BTW


* Peugeot Boxer SNB556: 13 jaar oud: - kosten: 7200€/2 jaar - kilometerstand: 88.521 - milieubelastend - hoog verbruik - gebruik grote bestelwagen: 1) vervoer grote machines zoals bosmaaiers, grasmaaiers, verticuteermachines,... 2) vervoer ladders

* peugeot Boxer 335 L2H2 130 HDI FAP (laadlengte 3,12m) basisprijs: €19.069,48 opties: centrale deurvergrendeling: €0 car-kit: €94,38 bagagedrager met ladderrol: € 889,35 trekhaak met vaste bol: € 713,9 roetfilter dieselmotor: €0 dubbele cabine (6 zitplaatsen): €3.074,61 ladder op achterdeur: €213,57 LED-Verlichting laadruimte: € 182,11 parkeerhulp achteraan met geluidssignaal: € 388,41 TOTAAL: €24.625,81 INCL. BTW

motivatie auto controleurs: - opvolgen van de verschillende werken - geplande werken bekijken en prijs bepalen - materiaal voor kleine dépannages vervoeren

RAMING TOTAAL FM INCL BTW: 228.617,84 euro

202/255 RMW - 12 februari 2013

Nieuw financieel

aantal ritten/jaar

Auto 1

Oud niet-financieel

Nieuwe kosten/jaar Aankoop (excl verbruik) 639 19.466,26

toelichting kosten

1.120,00 onderhoudscontract: 8000 km/jaar: 0,04€/km = 320€/jaar

Excl afschrijving en Km/jaar

Verbruik (l/100 km) TCO/jaar

426 21.551,20


639 19.466,26


639 19.466,26

1.120,00 onderhoudscontract: 8000 km/jaar: 0,04€/km = 320€/jaar verzekering: omnium eerste 4 jaar: 800€/jaar

203/255 RMW - 12 februari 2013

Huidige km Leeftijd stand (jaar)

TCO/jaar excl afschrijvin gen Km/jaar

Kost/km

Uitstoot

Passieve veiligheid

1.936,00

8.000,00

0,49 179 g/km * airbag: 1 bestuurdersairbag niet van toepassing: auto werd buiten dienst genomen en passagiersairbag * Scheidingswand met ruit * Ladderframe achter de bestuurderszetel * versterkte structuur * Verklikker niet-vastgeklikte bestuurdersgordel

7,5

3.867,62

1.712,50

5.000,00

0,77 199 g/km * Airbags: 1 bestuurdersairbag en passagiersairbag * Veiligheid van de brandstoftoevoer (wordt automatisch afgesloten bij een botsing) * Verklikker niet-vastgeklikte bestuurdersgordel * Veiligheid van de elektrische ruit aan bestuurderszijde (antiklemsysteem dat in werking treedt zodra de ruit op een obstakel stuit) * versterkte structuur

49.005,00

14,00

1.620,00

13,50

2.328,82

3.500,36

0,67 234g/km

* geen airbag

6,80

3.882,63

1.936,00

8.000,00

0,49 179 g/km * airbag: 1 bestuurdersairbag 405.052,00 * Scheidingswand met ruit * Ladderframe achter de bestuurderszetel * versterkte structuur * Verklikker niet-vastgeklikte bestuurdersgordel

15,00

3.630,00

10,00

7.680,52 27.003,47

0,28 257g/km

* airbag: bestuurder en passagier

6,80

3.882,63

1.936,00

8.000,00

0,49 179g/km

95.237,00

15,00

760,00

10,00

1.712,37

0,27 200g/km


verzekering: omnium eerste 4 jaar: 800€/jaar

4

Passieve veiligheid

niet-financieel

3.882,63

Verzekering: omnium eerste 4 jaar:1000€/jaar

3

Uitstoot

Huidige kosten/jaar (verzekering, keuring, onderhoudsko Verbruik sten) (l/100 km)

6,80

Verzekering: omnium eerste 4 jaar: 800€/jaar

2

Kost/km

financieel

* airbag: 1 bestuurdersairbag en passagiersairbag * Scheidingswand met ruit * Ladderframe achter de bestuurderszetel * versterkte structuur * Verklikker niet-vastgeklikte bestuurdersgordel

6.349,13

5

426 21.551,20

1.150,00 onderhoudscontract 5000km/jaar: 0,03€/km = 150€/jaar

7,50

3.867,62

1.712,50

5.000,00

0,77 199g/km

* Airbags: 1 69.417,00 bestuurdersairbag en passagiersairbag * Veiligheid van de brandstoftoevoer (wordt automatisch afgesloten bij een botsing) * Verklikker niet-vastgeklikte bestuurdersgordel * Veiligheid van de elektrische ruit aan bestuurderszijde (antiklemsysteem dat in werking treedt zodra de ruit * airbag: 1 bestuurdersairbag 209.080,00 en passagiersairbag * Scheidingswand met ruit * Ladderframe achter de bestuurderszetel * versterkte structuur * Verklikker niet-vastgeklikte bestuurdersgordel

14,00

1.320,00

14,00

2.361,26

4.958,36

0,48 327g/km

* geen airbag

6,80

3.406,63

1.460,00

5.000,00

0,68 179g/km

17,00

1.000,00

12,00

3.213,79 12.298,82

0,26 240g/km

* geen airbag

6,80

3.882,63

1.936,00

8.000,00

0,49 179g/km

* airbag: 1 bestuurdersairbag 102.725,00 en passagiersairbag * Scheidingswand met ruit * Ladderframe achter de bestuurderszetel * versterkte structuur * Verklikker niet-vastgeklikte bestuurdersgordel

13,00

2.380,00

9,40

3.494,17

7.901,92

0,44 188g/km


6,80

3.882,63

1.936,00

8.000,00

0,49 179g/km

* airbag: 1 bestuurdersairbag 105.208,00 en passagiersairbag * Scheidingswand met ruit * Ladderframe achter de bestuurderszetel * versterkte structuur * Verklikker niet-vastgeklikte bestuurdersgordel

14,00

1.315,00

11,00

2.554,95

7.514,86

0,34 220g/km


6,80

3.406,63

1.460,00

5.000,00

0,68 179g/km

* airbag: 1 bestuurdersairbag en passagiersairbag * Scheidingswand met ruit * Ladderframe achter de bestuurderszetel * versterkte structuur * Verklikker niet-vastgeklikte bestuurdersgordel

13,00

800,00

11,00

1.552,06

4.557,92

0,34 220g/km


verzekering: omnium eerste 4 jaar: 1000€/jaar

6

426 19.466,26

950,00 onderhoudscontract: 5000 km/jaar: 0,03€/km = 150€/jaar verzekering: omnium eerste 4 jaar: 800€/jaar

7

426 19.466,26


8

639 19.466,26


9

426 19.466,26

950,00 onderhoudscontract: 5000 km/jaar: 0,03€/km = 150€/jaar verzekering: omnium eerste 4 jaar: 800€/jaar

204/255 RMW - 12 februari 2013

59.253,00

10

639 24.625,81


8,70

4.826,58

2.364,00

8.000,00

0,60 229g/km

* Airbags: 1 * extra voor de opstart van de groep met artikel 60 medewerkers bestuurdersairbag en passagiersairbag * Veiligheid van de brandstoftoevoer (wordt automatisch afgesloten bij een botsing) * Verklikker niet-vastgeklikte bestuurdersgordel * Veiligheid van de elektrische ruit aan bestuurderszijde (antiklemsysteem dat in werking treedt zodra de ruit op een obstakel stuit) * versterkte structuur

8,70

4.826,58

2.364,00

8.000,00

0,60 229g/km

* Airbags: 1 bestuurdersairbag en passagiersairbag * Veiligheid van de brandstoftoevoer (wordt automatisch afgesloten bij een botsing) * Verklikker niet-vastgeklikte bestuurdersgordel * Veiligheid van de elektrische ruit aan bestuurderszijde (antiklemsysteem dat in werking treedt zodra de ruit op een obstakel stuit) * versterkte structuur

Verzekering: omnium eerste 4 jaar:1000€/jaar

11

639 24.625,81

1.320,00 onderhoudscontract: 8000 km/jaar: 0,04€/km = 320€/jaar Verzekering: omnium eerste 4 jaar:1000€/jaar

205/255 RMW - 12 februari 2013

88.521,00

13,00

3.870,00

13,00

5.197,82

6.809,31

0,76 304g/km

* geen airbag

Aan te kopen voertuig OTC

Wie huidige situatie OTC RWY815: Peugeot Boxer (2000)

Afschrijving Prijs diesel (1l)

vernieuwing reden 1 grote bestelwagen Peugeot Boxer RWY815: 13 jaar oud - buiten dienst door perte totale (13/06/2012) - gebruiken voorlopig de compacte bestelwagen van de vakantiewerking, maar is niet functioneel voor de karweidienst - gebruik grote bestelwagen: 1) vervoer basismateriaal en wisselstukken 2) aangekocht materiaal vervoeren 3) vervoer kleine machines 4) vervoer ladders

RAMING TOTAAL OTC INCL BTW: 21.551,2 euro

206/255 RMW - 12 februari 2013

10 1,5

Nieuw financieel

Nieuwe kosten/jaa aantal r (excl ritten/jaar Aankoop verbruik) toelichting kosten

Auto bestek stad Gent * peugeot Boxer 335 L2H2 130 HDI FAP (laadlengte 3,12m) basisprijs: €19.069,48 opties: centrale deurvergrendeling: €0 car-kit: €94,38 bagagedrager met ladderrol: € 889,35 trekhaak met vaste bol: €713,9 roetfilter dieselmotor: €0 ladder op achterdeur: €213,57 parkeerhulp achteraan met geluidssignaal: € 388,41 LED-verlichting laadruimte: €182,11 TOTAAL: €21.551,2 INCL. BTW

207/255 RMW - 12 februari 2013

1

639 21.551,20

1.320,00 onderhoudscontract: 8000 km/jaar: 0,04€/km = 320€/jaar Verzekering: omnium eerste 4 jaar: 1000€/jaar

Verbruik (l/100 km) TCO/jaar 7,50

4.375,12

niet-financieel

Excl afschrijvin gen Km/jaar 2.220,00

8.000,00

Kost/km

Uitstoot

Passieve veiligheid

Huidige km stand

Leeftijd (jaar)

Oud financieel Huidige kosten/jaar (verzekering, keuring, onderhoudskoste Verbruik n) (l/100 km)

0,55 199 g/km * Airbags: 1 niet van toepassing: auto werd buiten dienst genomen door perte totale bestuurdersairbag * Veiligheid van de brandstoftoevoer (wordt automatisch afgesloten bij een botsing) * Verklikker niet-vastgeklikte bestuurdersgordel * Veiligheid van de elektrische ruit aan bestuurderszijde (antiklemsysteem dat in werking treedt zodra de ruit op een obstakel stuit) * versterkte structuur

208/255 RMW - 12 februari 2013

niet-financieel

TCO/jaar Km/jaar

Kost/km

Uitstoot

209/255 RMW - 12 februari 2013

Passieve veiligheid


Agendapunten Diensten van de Secretaris Kabinet

2013_RMW_00031

Audio Interne audit voor lokale besturen - Aanduiding vertegenwoordigers in de Algemene Vergadering en in de Raad van Beheer Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Het OCMW Gent is een deelgenoot van de vereniging Audio Interne audit voor lokale besturen. Volgens artikel 11 van de statuten van Audio worden, bij een volledige vernieuwing van de Raad voor Maatchappelijk Welzijn, de afgevaardigden van elke deelgenoot van de vereniging in de Algemene Vergadering aangeduid uiterlijk de laatste dag van de eerste maand volgend op de datum van de installatievergadering. Artikel 22 van de statuten bepaalt dat de vereniging wordt beheerd door een Raad van Beheer die ondermeer bestaat uit de voorzitter van de Algemene Vergadering en drie afgevaardigden die worden aangeduid door de drie deelgenoten met het meeste aantal gewogen stemmen. Het OCMW Brugge, het OCMW Hasselt en het OCMW Gent mogen een vertegenwoordiger in de Raad van Beheer aanduiden. Om praktische redenen is het aangewezen om een effectieve en een plaatsvervangende vertegenwoordiger af te vaardigen naar de Algemene vergadering en de Raad van Beheer .

Motivering Gelet op het Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; gelet op het Huishoudelijk Reglement van de Beraadslagende Organen van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn; gelet op de statuten van Audio, in het bijzonder de artikels 11 en 22; gelet op de ingediende kandidaturen;



niet vereist

besluit het volgende goed te keuren:

Artikel 1 bij geheime stemming, met eenparigheid van stemmen: de heer Rudy Coddens, OCMW-voorzitter, aan te wijzen als effectieve vertegenwoordiger van het OCMW Gent in de Algemene Vergadering en in de Raad van Beheer van de vereniging Audio Interne audit voor lokale besturen.

210/255 RMW - 12 februari 2013


Artikel 2 bij geheime stemming, met eenparigheid van stemmen: mevrouw Evita Willaert, OCMW-raadslid, aan te wijzen als plaatsvervangend vertegenwoordiger van het OCMW Gent in de Algemene Vergadering en in de Raad van Beheer van de vereniging Audio Interne audit voor lokale besturen.

De voorzitter schorst de zitting om 19:11 uur De voorzitter opent de open zitting om 19:17 uur

2013_RMW_00032

CVBA-SO WoninGent - Aanduiding van en voordracht van vertegenwoordigers van het OCMW Gent in de bestuursorganen Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Het OCMW Gent is vennoot in de CVBA-SO WoninGent. Volgens de statuten heeft het OCMW Gent recht op 2 vertegenwoordigers in de Raad van Bestuur van de CVBA-SO WoninGent. Die worden benoemd door de Algemene Vergadering uit een lijst van kandidaten die wordt voorgedragen door het OCMW Gent waarbij het aantal voorgedragen kandidaten het aantal te benoemen bestuurders moet overschrijden. De statuten bepalen niet hoeveel vertegenwoordigers een vennoot mag hebben in de Algemene Vergadering. Ingevolge de algehele vernieuwing van de OCMW-raad op de installatievergadering van 7 januari 2013 is het noodzakelijk over te gaan tot de aanduiding van de vertegenwoordigers van het OCMW Gent in de Algemene Vergadering en tot de voordracht van de afgevaardigden van het OCMW Gent in de Raad van Bestuur.

Motivering Gelet op het Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; gelet op het Huishoudelijk Reglement van de Beraadslagende Organen van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn; gelet op de statuten van de CVBA-SO WoninGent; gelet op de ingediende kandidaturen;



niet vereist


Artikel 1 De volgende persoon aan te wijzen als vertegenwoordiger van het OCMW Gent in de Algemene Vergadering van de CVBA-SO WoninGent:

211/255 RMW - 12 februari 2013


1. bij geheime stemming Carl De Decker bekomt 9 stemmen en Eric Wauters 3 stemmen. Bijgevolg is Carl De Decker verkozen.

Artikel 2 De volgende personen voor te dragen als kandidaat-vertegenwoordiger van het OCMW Gent in de Raad van Bestuur van de CVBA-SO WoninGent: 1. bij geheime stemming Piet Lampaert bekomt 9 stemmen en Eric Wauters 3 stemmen. Bijgevolg is Piet Lampaert verkozen. 2. bij geheime stemming Cengiz Cetinkaya bekomt 9 stemmen en Eric Wauters 3 stemmen. Bijgevolg is Cengiz Cetinkaya verkozen. Notities notulen Raadslid Wauters merkt op dat het handig en nuttig zou zijn om de statuten van de verschillende organisaties te ontvangen.

2013_RMW_00033

Intern Auditcomité - Samenstelling Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Het Interne Auditcomité bestaat volgens artikel 3.1 van het auditcharter tenminste uit de OCMW-voorzitter, de OCMW-secretaris en de financieel beheerder van het OCMW. Bij de oprichting van het Interne Auditcomité OCMW Gent werd beslist dat alle leden van het Vast Bureau er deel zouden van uitmaken. Het is heel zinvol om de ambtenaren die instaan voor de kwaliteitsopvolging en de implementetie van de audit-voorstellen op te nemen in het Interne Auditcomité als niet-stemgerechtigd lid. Ingevolge de volledige vernieuwing van de OCMW-raad en van het Vast Bureau op 7 januari 2013 is het noodzakelijk dat een beslissing genomen wordt over de nieuwe samenstelling van het Interne Auditcomité.

Motivering Gelet op het Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op het Huishoudelijk Reglement van de Beraadslagende Organen van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent; Gelet op de volledige vernieuwing van de OCMW-raad en van het Vast Bureau op 7 januari 2013;


Visum van de ontvanger

212/255 RMW - 12 februari 2013


Visum:

niet vereist


Artikel 1 besluit bij geheime stemming, met eenparigheid van stemmen : Het Interne Auditcomité als volgt samen te stellen: stemgerechtigde leden: 1. Rudy Coddens, voorzitter 2. Evita Willaert, lid Vast Bureau 3. Yoeri Note, lid Vast Bureau 4. Jurgen Bockstaele, lid Vast Bureau 5. Ronny Rysermans, lid Vast Bureau 6. Luc Kupers, secretaris 7. Geert Vergaerde, financieel beheerder niet-stemgerechigde leden: Didier Keppens, kwaliteitscoördinator Dienst Kwaliteit en Interne Controle Ellen Wyns, adjunct van de directie Directiesecretariaat Diensten van de secretaris

2013_RMW_00034

vzw REGent - Aanduiding van en voordracht van de vertegenwoordigers van het OCMW Gent in de bestuursorganen Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Het OCMW Gent is mede-oprichter van de vzw REGent. Volgens de statuten wordt het OCMW Gent vertegenwoordigd in de Algemene Vergadering van de vzw door 6 afgevaardigden die worden aangeduid door de raad voor maatschappelijk welzijn uit haar leden, in de Raad van Bestuur door 3 afgevaardigden die worden voorgedragen door de raad voor maatchappelijk welzijn uit haar leden en waarbij minstens 1/3 van de afgevaardigden moet behoren tot het andere geslacht en in het Dagelijks Bestuur door drie personen waarvan 2 afgevaardigden zijn in de Raad van Bestuur en 1 ambtenaar. Het mandaat van de door het OCMW Gent aangeduide afgevaardigden in de Algemene Vergadering eindigt van rechtswege op de eerste Algemene Vergadering die plaatsvindt nadat de raad voor maatschappelijk welzijn werd geïnstalleerd. Ingevolge de algehele vernieuwing van de OCMW-raad op de installatievergadering van 7 januari 2013 is het noodzakelijk over te gaan tot de aanduiding van de vertegenwoordigers van het OCMW Gent in de Algemene Vergadering en tot de voordracht van de afgevaardigden van het OCMW Gent in de Raad van Bestuur en in het Dagelijks Bestuur. Gelet op de voordracht van volgende raadsleden voor de Algemene Vergadering van vzw REGent: 1. 2. 3. 4. 5. 6.

Emilie Peeters Ingrid Vandaele Cengiz Detinkaya Yeliz Güner Chantal Sysmans Eric Wauters

213/255 RMW - 12 februari 2013


Gelet op de voordracht van kandidaten voor de Raad van Bestuur van vzw REGent, gekozen uit de verkozen leden van de Algemene Vergadering van vzw REGent; Overwegende dat ieder mandaat in de Raad van Bestuur van vzw REGent wordt toegewezen bij geheime stemming, in een afzonderlijke stemronde waarbij ieder raadslid over één stem beschikt ; Gelet op de voordracht van kandidaten voor het Dagelijks Bestuur van vzw REGent, gekozen uit de verkozen leden van de Raad van Bestuur van vzw REGent Gelet op de voordracht van Christel Herman, hoofdmaatschappelijk werker bij de Energiecel, in het Dagelijks Bestuur van de vzw REGent;

Motivering Gelet op het Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op het Huishoudelijk Reglement van de Beraadslagende Organen van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent; Gelet op de statuten van de vzw REGent;



niet vereist


Artikel 1 bij geheime stemming, met eenparigheid van stemmen: Volgende raadsleden worden aangeduid om het OCMW Gent te vertegenwoordigen in de Algemene Vergadering van de vzw REGent: 1. 2. 3. 4. 5. 6.

Emilie Peeters Ingrid Vandaele Cengiz Cetinkaya Yeliz Güner Chantal Sysmans Eric Wauters

Artikel 2 Volgende raadsleden worden voorgedragen om het OCMW Gent te vertegenwoordigen in de Raad van Bestuur van de vzw REGent: 1. bij geheime stemming Ingrid Vandaele bekomt 9 stemmen en Eric Wauters bekomt 3 stemmen. Bijgevolg is Ingrid Vandaele gekozen. 2. bij geheime stemming Cengiz Cetinkaya bekomt 9 stemmen en Eric Wauters bekomt 3 stemmen. Bijgevolg is Cengiz Cetinkaya gekozen 3. bij geheime stemming Yeliz Güner bekomt 9 stemmen en Eric Wauters bekomt 3 stemmen. Bijgevolg is Yeliz Güner gekozen.

Artikel 3 bij geheime stemming met eenparigheid van stemmen:

214/255 RMW - 12 februari 2013


worden volgende raadsleden voorgedragen om het OCMW Gent te vertegenwoordigen in het Dagelijks Bestuur van de vzw REGent: 1. Ingrid Vandaele 2. Cengiz Cetinkaya

Artikel 4 bij geheime stemming met eenparigheid van stemmen: mevrouw Christel Herman, hoofdmaatschappelijk werker bij de Energiecel, wordt voorgedragen om het OCMW Gent te vertegenwoordigen in het Dagelijks Bestuur van de vzw REGent.

2013_RMW_00035

vzw Voetbal in de stad - Aanduiding van OCMW-vertegenwoordigers in de Algemene Vergadering en voordracht van de OCMW-vertegenwoordiger voor de Raad van Bestuur Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Het OCMW Gent is mede-oprichter van de vzw Voetbal in de stad. Volgens de statuten van de vereniging wordt het OCMW Gent in de Algemene Vergadering vertegenwoordigd door 2 afgevaardigden en in de Raad van Bestuur door 1 afgevaardigde. De afgevaardigden worden aangeduid door de OCMW-raad uit haar leden. Enkel de leden van de Algemene Vergadering kunnen als bestuurder worden voorgedragen. Nog volgens de statuten loopt het mandaat van die afgevaardigde af ten laatste 6 maanden na iedere installatie van een nieuwe gemeeenteraad. Ingevolge de volledige vernieuwing van de gemeenteraad op de installatievergaderring van 2 januari 2013, moet er worden overgegaan tot de aanduiding van OCMW-vertegenwoordigers voor de Algemene Vergadering en tot voordracht van een afgevaardigde voor de Raad van Bestuur van de vzw Voetbal in de stad. Gelet op de voordracht van volgende raadsleden voor de Algemene Vergadering van vzw Voetbal in de stad: 1. Carl De Decker 2. Jurgen Bockstaele 3. Ronny Rysermans Overwegende dat ieder mandaat in de Algemene Vergadering van vzw Voetbal in de stad wordt toegewezen bij geheime stemming, in een afzonderlijke stemronde waarbij ieder raadslid over één stem beschikt ; Gelet op de voordracht van de heer Jurgen Bockstaele, raadslid, in de Raad van Bestuur van vzw Voetbal in de stad:

Motivering Gelet op het Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; gelet op het Huishoudelijk Reglement van de Beraadslagende Organen van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent; gelet op de statuten van de vzw Voetbal in de stad; gelet op de ingediende kandidaturen;


215/255 RMW - 12 februari 2013



niet vereist


Artikel 1 Volgende raadsleden worden voorgedragen om het OCMW Gent te vertegenwoordigen in de Algemene Vergadering van de vzw Voetbal in de stad: 1. bij geheime stemming Carl De Decker bekomt 9 stemmen en Ronny Rysermans bekomt 3 stemmen. Bijgevolg is Carl De Decker gekozen. 2. bij geheime stemming Jurgen Bockstaele bekomt 9 stemmen en Ronny Rysermans bekomt 3 stemmen. Bijgevolg is Jurgen Bockstaele gekozen

Artikel 2 bij geheime stemming met eenparigheid van stemmen: wordt de heer Jurgen Bockstaele, OCMW-raadslid, aangeduid om het OCMW Gent te vertegenwoordigen in de Raad van Bestuur van de vzw Voetbal in de stad.

2013_RMW_00036

vzw Sociale Dienst voor het Personeel van het OCMW Gent (SODICO) - Aanduiding van en voordracht van OCMW-vertegenwoordigers voor de Algemene Vergadering Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Het OCMW Gent is oprichter van de vzw Sociale Dienst voor het Personeel van het OCMW Gent (SODICO). Volgens de statuten wordt de Algemene Vergadering samengesteld uit ondermeer 9 leden die voorgedragen worden door het OCMW Gent. Die voorgedragen leden moeten raadslid zijn van het OCMW Gent. Uit die 9 leden en op hun voordracht kiest de Algemene Vergadering van de vereniging 6 bestuurders voor de Raad van Bestuur. Daarnaast zetelt in de Algemene Vergadering ook 1 lid aangeduid door het OCMW Gent. Dit moet niet noodzakelijk een raadslid zijn. Volgens de statuten is dit lid automatisch bestuurder in de Raad van Bestuur. Het lidmaatschap van de Algemene Vergadering eindigt met de mandaatperiode van de OCMW-raad. Ingevolge de algehele vernieuwing van de OCMW-raad op de installatievergadering van 7 januari 2013 is het noodzakelijk over te gaan tot de voordracht en de aanduiding van OCMW-vertegenwoordigers in de Algemene Vergadering van de vzw Sociale Dienst voor het Personeel van het OCMW Gent. Gelet op de voordracht van volgende raadsleden voor de Algemene Vergadering van de vzw Sociale Dienst voor het Personeel: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.

Rudy Coddens Jurgen Bockstaele Ingrid Vandaele Evita Willaert Cengiz Cetinkaya Yeliz Güner Yoeri Note Chantal Sysmans Eric Wauters

216/255 RMW - 12 februari 2013


Gelet op de voordracht van volgende raadsleden voor de Raad van Bestuur van de vzw Sociale Dienst voor het Personeel: 1. 2. 3. 4. 5. 6.

Rudy Coddens Ingrid Vandaele Evita Willaert Cengiz Cetinkaya Yeliz Güner Eric Wauters

Motivering Gelet op het Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; gelet op het Huishoudelijk Reglement van de Beraaadslagende Organen van ht Openbaar Centrum voor Maaatschappelijk Welzijn van Gent; gelet op de statuten van de vzw Sociale Dienst voor het Personeel van het OCMW Gent; Gelet op de ingediende kandidaturen;



niet vereist


Artikel 1 besluit bij geheime stemming, met eenparigheid van stemmen: volgende OCMW-raadsleden voor te dragen om het OCMW-Gent te vertegenwoordigen in de Algemene Vergadering van de vzw Sociale Dienst voor het Personeel van het OCMW Gent: 1. de heer Rudy Coddens, voorzitter 2. de heer Jurgen Bockstaele, raadslid 3. mevrouw Ingrid Vandaele, raadslid 4. mevrouw Evita Willaert, raadslid 5. de heer Cengiz Cetinkaya, raadslid 6. mevrouw Yeliz Güner, raadslid 7. de heer Yoeri Note, raadslid 8. mevrouw Chantal Sysmans, raadslid 9. de heer Eric Wauters, raadslid

Artikel 2 besluit bij geheime stemming, met eenparigheid van stemmen: volgende OCMW-raadsleden voor te dragen om het OCMW-Gent te vertegenwoordigen in de Raad van Bestuur van de vzw Sociale Dienst voor het Personeel van het OCMW Gent:

217/255 RMW - 12 februari 2013


1. de heer Rudy Coddens, voorzitter 2. mevrouw Ingrid Vandaele, raadslid 3. mevrouw Evita Willaert, raadslid 4. de heer Cengiz Cetinkaya, raadslid 5. mevrouw Yeliz Güner, raadslid 6. de heer Eric Wauters, raadslid

2013_RMW_00037

Lokale Adviescommissie omtrent de minimale levering van elektriciteit en gas Aanduiding van de OCMW-vertegenwoordigers Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Volgens het Besluit van 16 september 1997 betreffende de samenstelling en de werking van de Lokale Adviescommissie omtrent de minimale levering van elektriciteit, gas en water, wordt in elke gemeente een Lokale Adviescommissie omtrent de minimale levering van elektriciteit, gas en water opgericht. Het voorzitterschap van die Commissie wordt waargenomen door de hoofdmaatschappelijk assistent(e) van de Sociale Dienst van het OCMW of diens plaatsvervanger. In Gent is een Lokale Adviescommissie ingericht voor de minimale levering van elektriciteit en gas en een aparte Commissie voor de minimale levering van water. Een lid van de OCMW-raad dat zitting heeft in het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst is lid van de Commissie. Het secretariaat van de Commissie wordt waargenomen door een OCMW-personeelslid. Ingevolge de algehele vernieuwing van de OCMW-raad, het Vast Bureau en de Bijzondere Comités op de installatievergadering van 7 januari 2013 is het noodzakelijk over te gaan tot de aanduiding van de OCMW-vertegenwoordigers in het Lokale Adviescommissie omtrent de minimale levering van elektriciteit en gas. Gelet op de voordracht van volgende raadsleden voor de Lokale Adviescommissie omtrent de minimale levering van elektriciteit en gas: 1. Ingrid Vandaele 2. Chantal Sysmans Gelet op de voordracht van de heer Pascal Verbeke, raadslid en lid van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst, als plaatsvervangend lid voor de Lokale Adviescommissie omtrent de minimale levering voor elektriciteit en gas;

Motivering

Gelet op het Decreet van 20 december 1996 tot regeling van het recht op minimumlevering van elektriciteit, gas en water; gelet op het Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; gelet op het Besluit van de Vlaamse regering van 16 september 1997 tot vaststelling van de minimale levering van elektriciteit, gas en water en tot regeling van de procedure bij wanbetaling; gelet op het Besluit van de Vlaamse regering van 16 september 1997 betreffende de samenstelling en de werking van de lokale adviescommissie omtrent de minimale levering van elektriciteit, gas en water; gelet op het Huishoudelijk Reglement van de Beraadslagende Organen van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent; gelet op de ingediende kandidatuur/kandidaturen;

218/255 RMW - 12 februari 2013




niet vereist


Artikel 1 Volgende raadsleden worden voorgedragen om het OCMW Gent te vertegenwoordigen in de Lokale Adviescommissie omtrent de minimale levering van elektriciteit en gas: 1. bij geheime stemming Ingrid Vandaele bekomt 9 stemmen en Chantal Sysmans bekomt 3 stemmen. Bijgevolg is Ingrid Vandaele gekozen

Artikel 2 bij geheime stemming met eenparigheid van stemmen: wordt de heer Pascal Verbeke, raadslid en lid van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst, aangeduid als plaatsvervangend lid in de Lokale Adviescommissie omtrent de minimale levering van elektriciteit en gas.

Artikel 3 Mevrouw Christine Grillaert, diensthoofd Maatschappelijk Werk,, wordt aangeduid als lid van de Lokale Adviescommissie omtrent de minimale levering van elektriciteit en gas en neemt het voorzitterschap waar.

Artikel 4 Mevrouw Lieve Vandenhende, administratief medewerkster Energiecel, wordt belast met het secretariaat van de Lokale Adviescommissie omtrent de minimale levering van elektriciteit en gas. Mevrouw Marianne Francois, administratief medewerkster Energiecel, wordt aangeduid als vervanger.

2013_RMW_00038

Stedelijke Consultatieve Preventieraad - Voordracht van een vertegenwoordiger van het OCMW Gent Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Het OCMW Gent kan een vertegenwoordiger voordragen als kandidaat-lid van de Stedelijke Consultatieve Preventieraad. De leden van de Stedelijke Consultatieve Preventieraad worden aangewezen door de gemeenteraad voor een hernieuwbare termijn van 6 jaar. De aanstelling gebeurt ten laatste 6 maanden na de nieuwe samenstelling van de gemeenteraad. Om te kunnen voorgedragen worden als kandidaat-lid moet men niet noodzakelijk OCMW-raadslid te zijn.

219/255 RMW - 12 februari 2013


Ingevolge de volledige vernieuwing van de gemeenteraad op de installatievergadering van 2 januari 2013, moet er worden overgegaan tot de voordracht van eeen OCMW-vertegenwoordiger als kandidaat-lid voorr de Stedelijke Consultatieve Preventieraad. Gelet op de voordracht van volgende raadsleden voor de Stedelijke Consultatieve Preventieraad: 1. Yoeri Note 2. Ronny Rysermans

Motivering Gelet op het Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; gelet op het Huishoudelijk Reglement van de Beraadslagende Organen van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent; gelet op het gemeenteraadsbesluit van 26 april 1993 houdende de oprichting van een Stedelijke Consultatieve Preventieraad; gelet op het Regleement voor de Preventieraad, goedgekeurd bij gemeenteraadsbesluit van 2 september 1998; gelet op het Huishoudelijk Reglement van de Preventieraad; gelet op de ingediende kandidatuur/kandidaturen;



niet vereist


Artikel 1 Volgende raadsleden worden voorgedragen om het OCMW Gent te vertegenwoordigen in de Stedelijke Consultatieve Preventieraad: bij geheime stemming Yoeri Note bekomt 9 stemmen en Ronny Rysermans bekomt 3 stemmen. Bijgevolg is Yoeri Note gekozen.

2013_RMW_00039

Lokale Adviescommissie omtrent de minimale levering van water - Aanduiding van de OCMW-vertegenwoordigers Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Volgens het Besluit van 16 september 1997 betreffende de samenstelling en de werking van de lokale adviescommissie omtrent de minimale levering van elektriciteit, gas en water, wordt in elke gemeente een Lokale Adviescommissie omtrent de minimale levering van elektriciteit, gas en water opgericht. Het voorzitterschap van die Commissie wordt waargenomen door de hoofdmaatschappelijk werk(st)er van de Sociale Dienst van

220/255 RMW - 12 februari 2013


het OCMW of diens plaatsvervanger. In Gent is een Lokale Adviescommissie ingericht voor de minimale levering van elektriciteit en gas en een aparte Commissie voor de minimale levering van water. Een lid van de OCMW-raad dat zitting heeft in het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst is lid van de Commissie. Het secretariaat van de Commissie wordt waargenomen door een OCMW-personeelslid. Ingevolge de algehele vernieuwing van de OCMW-raad, het Vast Bureau en de Bijzondere Comités op de installatievergadering van 7 januari 2013, is het noodzakelijk over te gaan tot de aanduiding van de OCMW-vertegenwoordigers in het Lokale Adviescomité omtrent de minimale levering van water. Gelet op de voordracht van volgende raadsleden voor de Lokale Adviescommissie omtrent de minimale levering van water: 1. Liliane De Cock 2. Chantal Sysmans Gelet op de voordracht van de heer Cengiz Cetinkaya, raadslid en lid van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst, als plaatsvervangend lid voor de Lokale Adviescommissie omtrent de minimale levering voor water;

Motivering Gelet op het Decreet van 20 december 1996 tot regeling van het recht op minimumlevering van elektriciteit, gas en water; gelet op het Besluit van de Vlaamse regering van 16 september 1997 tot vaststelling van de minimale levering van elektriciteit en tot regeling van de procedure bij wanbetaling; gelet op het Besluit van de Vlaamse regering van 16 september 1997 betreffende de samenstelling en de werking van de lokale adviescommissie omtrent de minimale levering van elektriciteit, gas en water; gelet op het Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; gelet op het Huishoudelijk Reglement van de Beraadslagende Organen van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent; gelet op de ingediende kandidatuur/kandidaturen;



niet vereist


Artikel 1 Volgende raadsleden worden voorgedragen om het OCMW Gent te vertegenwoordigen in de Lokale Adviescommissie omtrent de minimale levering van water: 1. bij geheime stemming Liliane De Cock bekomt 9 stemmen en Chantal Sysmans bekomt 3 stemmen. Bijgevolg is Liliane De Cock gekozen

Artikel 2 bij geheime stemming met eenparigheid van stemmen: wordt de heer Cengiz Cetinkaya, raadslid en lid van het Bijzonder Comité voor de Sociale Dienst, aangeduid als plaatsvervangend lid in de Lokale Adviescommissie omtrent de minimale levering van water.

221/255 RMW - 12 februari 2013


Artikel 3 Mevrouw Christel Herman, hoofdmaatschappelijk werkster Energiecel, wordt aangeduid als lid van de Lokale Adviescommissie omtrent de minimale levering van water en neemt het voorzitterschap waar.

Artikel 4 Mevrouw Marianne Francois, administratief medewerkster Energiecel, wordt belast met het secretariaat van de Lokale Adviescommissie omtrent de minimale levering van water. Mevrouw Lieve Vandenhende, administratief medewerkster Energiecel, wordt aangeduid als vervanger.

2013_RMW_00040

vzw Platform Forensisch Psychiatrisch Centrum Gent (PFPCG) - Aanduiding van een OCMW-vertegenwoordiger in de Algemene Vergadering en van een vertegenwoordiger in de Begeleidingsgroep Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Het OCMW Gent is medeoprichter van de vzw Platform Forensisch Psychiatrisch Centrum Gent en heeft dus een vertegenwoordiger in de Algemene Vergadering. Die vertegenwoordiger moet niet noodzakelijk een OCMW-raadslid zijn. Het OCMW Gent heeft ook een vertegenwoodiger in de Begeleidingsgroep van de vzw. Ingevolgde de algehele vernieuwing van de OCMW-raad op de installatievergadering van 7 januari 2013, is het noodzakelijk over te gaan tot de aanduiding van een vertegenwoordiger van het OCMW Gent in de Algemene Vergadering en in de Begeleidingsgroep van de vzw Platform Forensisch Psychiatrisch Centrum Gent. Gelet op de voordracht van volgende raadsleden voor de Algemene Vergadering van vzw Platform Forensisch Psychiatrisch Centrum Gent: 1. Rudy Coddens 2. Els Roegiers

Motivering Gelet op het Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; gelet op het Huishoudelijk Reglement van de Beraadslagende Organen van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent; gelet op de statuten van de vzw Platform Forensisch Psychiatrisch Centrum Gent; gelet op de ingediende kandidatuur/kandidaturen;



niet vereist

222/255 RMW - 12 februari 2013



Artikel 1 Volgende raadsleden worden voorgedragen om het OCMW Gent te vertegenwoordigen in de Algemene Vergadering van de vzw Platform Forensisch Psychiatrisch Centrum Gent: 1. bij geheime stemming Rudy Coddens bekomt 9 stemmen en Els Roegiers bekomt 3 stemmen. Bijgevolg is Rudy Coddens gekozen

Artikel 2 Mevrouw Anne-Marie Baetslé, departementshoofd Sociale Dienst, wordt aangeduid als OCMW-vertegenwoordiger in de Begeleidingsgroep van de vzw Platform Forensisch Psychiatrisch Centrum Gent.

2013_RMW_00041

vzw Woonfonds - Aanduiding van een OCMW-vertegenwoordiger in de Algemene Vergadering Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Het OCMW Gent is lid van de vzw Woonfonds en heeft 1 vertegenwoordiger in de Algemene Vergadering. Volgens de statuten van de vereniging moet de afgevaardigde van een rechtspersoon jaarlijks door zijn vereniging gemandateerd worden.

Motivering Gelet op het Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; gelet op het Huishoudelijk Reglement van de Beraadslagende Organen van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent; gelet op de statuten van de vzw Woonfonds; gelet op de ingediende kandidaturen;



niet vereist


Artikel 1 besluit bij geheime stemming, met eenparigheid van stemmen:

223/255 RMW - 12 februari 2013


Mevrouw Els Vandenbussche, hoofdmaatschappelijk werkster Dienst Woningen, aan te duiden als OCMW-vertegenwoordiger in de Algemene Vergadering van de vzw Woonfonds.

2013_RMW_00042

vzw Lokaal Gezondheidsoverleg Gezond+ ( Logo Gezond+) - Aanduiding van 2 OCMW-vertegenwoordigers in de Algemene Vergadering Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Het OCMW Gent is lid van de vzw Lokaal Gezondheidsoverleg Gezond+ (Logo Gezond+) en heeft recht op 2 vertegenwoordigers in de Algemene Vergadering. Volgens de statuten van de vereniging moet in de vervanging van de afgevaardigden van lokale besturen worden voorzien uiterlijk binnen de 4 maanden na de vernieuwing van de raden van die besturen na verkiezing. Ingevolge de algehele vernieuwing van de OCMW-raad op de installatievergadering van 7 januari 2013 is het noodzakelijk over te gaan tot de aanduiding van van de vertegenwoordigers van het OCMW Gent in de Algemene Vergadering van de vzw Lokaal Gezondheidsoverleg Gezond+.

Motivering Gelet op het Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; gelet op het Huishoudelijk Reglement van de Beraadslagende Organen van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent; gelet op de statuten van de vzw Lokaal Gezondheidsoverleg Gezond+; gelet op de ingediende kandidatuur;



niet vereist


Artikel 1 bij geheime stemming met eenparigheid van stemmen: wordt mevrouw Emilie Peeters, raadslid, aangeduid als OCMW-vertegenwoordiger in de Algemene Vergadering van de vzw Lokaal Gezondheidsoverleg Gezond + (Logo Gezond +).

Artikel 2 De heer Joris Beaumon, diensthoofd Staf Beleidsondersteuning, wordt aangeduid als OCMW-vertegenwoordiger in de Algemene

224/255 RMW - 12 februari 2013


Vergadering van de vzw Lokaal Gezondheidsoverleg Gezond+ (Logo Gezond+).

2013_RMW_00043

vzw KOM-PAS Gent - Aanduiding van een OCMW-vertegenwoordiger in de Algemene Vergadering Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Het OCMW Gent is medestichtend lid van de vzw KOM-PAS Gent. Volgens de statuten van de vzw KOM-PAS worden de leden die de belangen van het OCMW behartigen aangeduid voor een termijn die ten laatste zes maanden na iedere installatie van een nieuwe gemeenteraad afloopt. Ingevolge de volledige vernieuwing van de gemeenteraad op de installatievergadering van 2 januari 2013, moet er worden overgegaan tot de aanduiding van een OCMW-vertegenwoordiger voor de Algemene Vergadering van de vzw KOM-PAS Gent.

Motivering Gelet op het Decreet van 14 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; gelet op het Huishoudelijk Reglement van de Beraadslagende Organen van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn; gelet op de statuten van de vzw KOM-PAS Gent;



niet vereist


Artikel 1 besluit bij geheime stemming, met eenparigheid van stemmen: De heer Guido De Baere, directeur Wonen en Activering, aan te duiden als OCMW-vertegenwoordiger in de Algemene Vergadering van de vzw KOM-PAS Gent.

225/255 RMW - 12 februari 2013


2013_RMW_00044

Deontologische Commissie Stad Gent en OCMW Gent - Aanduiding van de OCMW-vertegenwoordigers Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context De Deontologische Commissie Stad Gent en OCMW Gent werd opgericht bij beslissing van de OCMW-raad van 3 december 2002, punt 2. Het OCMW Gent mag 4 vertegenwoordigers afvaardigen naar de Deontologische Commissie, de Stad Gent 11, maar alle fracties moeten deel uitmaken van de Commissie. Het mandaat van lid van de Deontologische Commissie eindigt bij de vernieuwing van de gemeenteraad. Ingevolge de algehele vernieuwing van de gemeenteraad tijdens de installatievergadering van 2 januari 2013, is het noodzakelijk om de vertegenwoordigers van het OCMW Gent in de Deontologische Commissie Stad Gent en OCMW Gent aan te duiden. Zowel gemeenteraadsleden, OCMW-raadsleden als niet-mandatarisssen (deskundigen) kunnen als lid van de Deontologische commissie aangeduid worden. Elke in de Deontologische Commissie vertegenwoordigde fractie draagt één plaatsvervanger(st)er voor. Gelet op de voordracht van volgende raadsleden als effectief lid in de Deontologische Commissie: 1. 2. 3. 4.

Jurgen Bockstaele Evita Willaert Anne Bottequin Eric Wauters

Gelet op de voordracht van volgende raadsleden als plaatsvervangend lid in de Deontologische Commissie: 1. 2. 3. 4.

Ingrid Vandaele Liliane De Cock Erwin Devriendt Ronny Rysermans

Motivering Gelet op het Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; Gelet op het Huishoudelijk Reglement van de Beraadslagende Organen van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent; gelet op de ingediende kandidaturen;



niet vereist


Artikel 1

226/255 RMW - 12 februari 2013


bij geheime stemming met eenparigheid van stemmen: worden hiernavermelde personen aangeduid als effectieve OCMW-vertegenwoordigers van de Deontologische Commissie Stad Gent en OCMW Gent: 1. Jurgen Bockstaele 2. Evita Willaert 3. Anne Bottequin 4. Els Roegiers

Artikel 2 bij geheime stemming met eenparigheid van stemmen: worden hiernavermelde personen aangeduid als plaatsvervangende OCMW-vertegenwoordigers van de Deontologische Commissie Stad Gent en OCMW Gent: 1. Ingrid Vandaele 2. Liliane De Cock 3. Erwin Devriendt 4. Ronny Rysermans

AG Stadsontwikkelingsbedrijf Gent

2013_RMW_00046

Nazareth, Oudenaardseheerweg 87: beëindiging pacht en overname van de woning Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context

Het OCMW Gent is eigenaar van een perceel grond gelegen Oudenaardseheerweg 87 te Nazareth en kadastraal gekend als Nazareth, eerste afdeling, sectie F, nummer 696/52A. Het perceel heeft een kadastrale oppervlakte van 160 m². De stedenbouwkundige bestemming is volgens het gewestplan woonuitbreidingsgebied. Het perceel is bezwaard met een pachtovereenkomst ten voordele van mevrouw Nathalie De Brabander ingevolge een akte verleden voor notaris Van Heuverswyn op 27 juli 1900. Op het perceel staat een compleet verwaarloosde woning, die in eigendom toebehoort aan de huidige pachter. De pachter heeft op 14 december 2007 via een schriftelijke verklaring afstand gedaan van de pachtrechten en de woning, ten voordele van het OCMW. De overdracht van de woning gebeurt kosteloos. Dit akkoord dient nog bevestigd te worden per notariële akte. Notaris Agneessens uit Nazareth werd belast met deze opdracht. Na ondertekening van de akte zal de woning door het OCMW worden gesloopt. De kosten van deze akte zullen ten laste zijn van het OCMW.

Motivering

Overwegende dat de pachter en het OCMW reeds op 14 december 2007 tot een akkoord zijn gekomen om de pacht te

227/255 RMW - 12 februari 2013


beëindigen en de woning over te dragen aan het OCMW Gent; overwegende dat dit akkoord nog via notariële akte moet worden bevestigd om tegenstelbaar te zijn aan derden; overwegende dat de woning geen enkele waarde meer heeft en dient te worden gesloopt; gelet op het Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn.




niet vereist

Adviezen SOB Juridisch advies Datum:

18 januari 2013

Advies:

Gunstig


Artikel 1 De beëindiging van de pachtovereenkomst voor het perceel grond gelegen aan de Oudenaardseheerweg 87, gekadastreerd Nazareth, eerste afdeling, sectie F, nummer 696/52A en kosteloze overname van de woning.

Artikel 2 De aanstelling van notaris Agneessens uit Nazareth, voor het opmaken en verlijden van de akte.

Artikel 3 De ontwerpakte zoals die werd opgesteld door notaris Agneessens.

Artikel 4 Het ontslag van de Hypotheekbewaarder met betrekking tot het nemen van een ambtshalve inschrijving bij overschrijving van de akte.

Artikel 5

228/255 RMW - 12 februari 2013


De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 1: Akte beindiging pacht Nathalie De Brabander.pdf Notities notulen Raadslid Peeters vraagt wat er zal gebeuren met de grond na de sloop van de woning op het terrein. De voorzitter antwoordt dat, nà het verwerven van de woning 'Oudenaardseheerweg 87' en de sloop ervan, de grond zal worden opgenomen in de grotere verkaveling 'Groendreef' te Nazareth. Ook de gronden die eigendom zijn van het OCMW. Op 25 januari 2013 is er een overleg geweest met de burgemeester van Nazareth en landmeter Marcel Van Mele, om de verkaveling 'Groendreef' te bespreken. Landmeter Van Mele zal nu een verkavelingsvoorstel uitwerken dat zal worden voorgelegd op het Overlegcomité.

Bijlage(n) Akte beindiging pacht Nathalie De Brabander.pdf

229/255 RMW - 12 februari 2013


Bijlage: Akte beindiging pacht Nathalie De Brabander.pdf

230/255 RMW - 12 februari 2013

Akte beï¿½indiging pacht Nathalie De Brabander.pdf

Repertorium

/2012

BEËINDIGING PACHT

Ref.dossier 196789

HET JAAR TWEEDUIZEND DERTIEN Op Voor Mij, Meester Jean-François AGNEESSENS, Notaris met standplaats te Nazareth. ZIJN VERSCHENEN : A. Het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent te 9000 Gent, Onderbergen 86. Vertegenwoordigd door : -De Heer CODDENS Rudy Georges Irène, voorzitter OCMW GENT, (nationaal nummer 60.02.14 181.91), wonende te 9031 Gent, Keuzemeers 7. -De Heer KUPERS Luc, secretaris OCMW GENT, (nationaal nummer 57.02.14-217 89), wonende te 1800 Vilvoorde, MariaTheresialaan 41 bus 4.2. Beide comparanten voor het OCMW handelend in uitvoering van de raadsbeslissing van het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn van Gent van …………………2013 ter kennisgeving overgemaakt aan de Heer Gouverneur van de Provincie Oost-Vlaanderen en waarvan een eensluidend afschrift aan deze akte wordt gehecht. Hierna onveranderlijk genoemd “eigenaar van de grond” , en/of “pachtgever” en/of “OCMW Gent”. EN B. Mevrouw DE BRABANDER Nathalie Paula C …. , geboren te Gent op 7 januari 1976, (Nationaal nummer 76.01.07.346.77), ongehuwd, wonende te 9700 Volkegem, Vogelkersstraat 26. Hierna onveranderlijk genoemd “de pachter” De comparant sub I., het Openbaar Centrum voor Maatschappelijk Welzijn te Gent, verklaart, voor wat de grond betreft, voor de geheelheid volle eigendom eigenaar te zijn van volgend onroerend goed, de gebouwen en aanhorigheden toebehorende aan de verschijner sub 2: BESCHRIJVING VAN HET GOED Gemeente Nazareth – 1ste afdeling Een perceel grond gelegen te Nazareth, Oudenaardseheerweg 87, bekend ten kadaster onder sectie F, nummer 696/52A met een oppervlakte van 160 vierkante meter. (Bekend volgens titel onder nummer 696/a/2/bis) OORSPRONG VAN EIGENDOM Voorschreven grond behoort het OCMW Gent toe sedert meer dan dertig (30) jaar te rekenen vanaf heden ingevolge ongestoord, ononderbroken en vreedzaam bezit.

1 231/255 RMW - 12 februari 2013

Voor zoveel als nodig wordt hier gemeld dat de Burgerlijke Godshuizen der stad Gent voormeld goed verkregen ingevolge aankoop in grotere oppervlakte jegens de gemeente Nazareth, krachtens akte verleden voor Notaris Joseph Van Assche, destijds te Asper, op 25 september 1863, overgeschreven. PACHT Voormeld woonhuis (gebouwen) met aanhorigheden, behoort toe aan Mevrouw De Brabander Nathalie, voornoemd. Voorheen behoorde voormeld goed toe aan haar ouders, de echtgenoten De Brabander Marcel Leopold Polydoor – Bovyn Jacqueline Lea Maria, te Nazareth zijn testamentloos overleden te Gent respectievelijk op 9 oktober 2004 en 1 februari 2007, nalatende hun enige wettelijke erfgename, hun dochter Mevrouw De Brabander Nathalie. De echtgenoten Marcel De Brabander – Bovijn Jacqueline, voornoemd verkregen voormeld goed op hun beurt tevens uit de nalatenschap van wijlen de ouders van Mevrouw Bovijn Jacqueline, te weten de echtgenoten Bovijn Remi – Van Daele Paula Lea Marie, te Nazareth. De echtgenoten Remi Bovijn – Van Daele Paula, voornoemd, hebben voormeld gebouw gekocht jegens de Heer André-Jules De Croock, en zijn echtgenote Mevrouw Irena Clementina Robbens, destijds te Nazareth, krachtens akte aankoop verleden voor Notaris Roger De Geest, op 13 januari 1954, overgeschreven. De echtgenoten André-Jules De Croock – Robbens Irena, voornoemd, verkregen voormeld goed jegens de echtgenoten Mauritius Jan Baptist De Muynck – Nachtergaele Martha, krachtens akte verleden voor Notaris Prosper De Geest, voormeld, op 9 maart 1950, overgeschreven op het tweede hypotheekkantoor te Gent op op 20 april nadien, boek 1133, nummer 10. Voor zoveel als nodig wordt hier gemeld dat de oorspronkelijke pacht werd toegestaan door de Burgerlijke Godshuizen van Gent krachtens akte verleden voor Notaris Jozef Van Heuverswyn, destijds te Zwijnaarde, op 27 juli 1900, overgeschreven. BEËINDIGING PACHT Partijen verklaren thans te bevestigen dat zij de pacht wensen te beëindigen, hetgeen respectievelijk toegestaan en aanvaard wordt.

2 232/255 RMW - 12 februari 2013

Door de beëindiging van de pacht wordt het OCMW Gent, rechtsopvolger van de Burgerlijke Godshuizen Gent, eigenares van de gebouwen die zich bevinden op de grond. Voor zoveel als nodig wordt hier vermeld dat de voormelde pachtakte de dato 27 juli 1900 letterlijk vermeldt bij de beschrijving van het goed dat “ de gebouwen zich erop bevindende behoren aan den pachter welke het Bestuur ten afscheiden mag aanvaarden in liggende waarde”. Wat de bouwvallige woning betreft komen partijen overeenkomstig het voorgaande overeen dat dit kosteloos aan het OCMW Gent zal overgaan om zo tot eigendomsvereniging te komen. BODEMSANERING 1. De pachter verklaart dat er op de grond, voorwerp van onderhavige akte, bij haar weten, geen inrichting gevestigd is of was, noch een activiteit wordt of werd uitgevoerd, die opgenomen is op de lijst van de inrichtingen en activiteiten die bodemverontreiniging kunnen veroorzaken, zoals bedoeld in het bodemdecreet. Met betrekking tot voorschreven goed wordt door de OVAM hiernavermeld bodemattest afgeleverd op 11 december 2012. De inhoud van deze attesten luidt: "… 2. Inhoud van het bodemattest De OVAM Beschikt voor deze grond niet over relevante gegevens met betrekking tot de bodemkwaliteit. Dit bodemattest vervangt alle vorige bodemattesten. … Te Mechelen, 11.12.2012 (getekend) Eddy Van Dyck Afdelingshoofd …” 3. De pachter verklaart met betrekking tot voorschreven goed geen weet te hebben van bodemverontreiniging die schade kan berokkenen, of die aanleiding kan geven tot een saneringsverplichting, tot gebruiksbeperkingen of tot andere maatregelen die de overheid in dit verband kan opleggen. De pachter verklaart dat voorschreven goed niet het voorwerp heeft uitgemaakt van een oriënterend bodemonderzoek, uitgevoerd op eigen initiatief of ambtshalve door OVAM, noch van een beschrijvend bodemonderzoek noch van een bodemsaneringsproject. VERZEKERINGEN Ondergetekende Notaris Agneessens wijst de comparant sub I. erop dat de brandverzekeringspolis van rechtswege vervalt drie maanden na datum waarop de notariële akte verleden is, tenzij de verzekeringsovereenkomst eerder werd beëindigd.

3 233/255 RMW - 12 februari 2013

De comparant sub I. zal onmiddellijk het nodige doen voor het aangaan van een nieuwe polis, indien hij tegen brand en andere risico’s wenst verzekerd te zijn. KOSTEN Alle kosten, registratierechten en erelonen met betrekking tot deze akte zijn ten laste van het OCMW Gent, voornoemd. BEPALINGEN AANGAANDE RUIMTELIJKE ORDENING EN STEDENBOUW Algemeen De ondergetekende notaris vermeldt en informeert de verschijners over de toepassing van het decreet ruimtelijke ordening en de aanpassingen en aanvullingen ervan genomen bij decreet van 27 maart 2009, gepubliceerd in de bijlagen tot het Belgisch Staatsblad van 15 mei nadien, hierna genoemd, Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. De respectievelijke verschijners verklaren: - voor alle constructies door hen opgericht, een stedenbouwkundige vergunning te hebben bekomen zoals hierna vermeld en dat al deze constructies conform die vergunning werden opgericht. Zij verklaren zodoende geen weet te hebben van enige bouwovertreding met betrekking tot het verkochte goed. De partijen erkennen te zijn verwittigd door de notaris dat het behoud van dergelijke werken strijdig is met de Vlaamse codex ruimtelijke ordening indien voorschreven goed gelegen is in ruimtelijk kwetsbare gebieden en aanleiding kan geven tot herstelmaatregelen, voor zoveel deze vordering niet verjaard is overeenkomstig artikel 6.1.41 § 5 Vlaamse codex ruimtelijke ordening. - geen kennis te hebben van enige planbatenheffing. - dat voorschreven goed niet het voorwerp uitmaakt van enig voornemen tot onteigening. Informatieplicht van de instrumenterende ambtenaar Overeenkomstig artikel 5.2.1 Vlaamse codex ruimtelijke ordening, vermeld en informeert de werkende notaris: 1° dat voor het onroerend goed geen stedenbouwkundige vergunning werd afgeleverd “Nieuw” of “oud” stelsel, zoals blijkt uit het uittreksel uit het vergunningenregister de dato 10 december 2010, waarvan de partijen erkennen voorafgaandelijk aan deze een kopie te hebben ontvangen. Constructies opgericht vóór 29 maart 1962 of vóór de definitieve vaststelling van het gewestplan, worden vermoed vergund te zijn. 2° dat de meest recente stedenbouwkundige bestemming van het goed volgens het Gewestplan OUDENAARDE “WOONUITBREIDINGSGEBIED” is.

4 234/255 RMW - 12 februari 2013

3° dat uit het hypothecair getuigschrift blijkt dat voor het goed geen dagvaarding werd uitgebracht overeenkomstig de artikelen 6.1.1 of 6.1.41 tot en met 6.1.43 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening. 4° dat het goed niet is gelegen in een zone die in een definitief vastgesteld uitvoeringsplan zou zijn aangeduid als een zone met voorkooprecht. 5° dat het goed geen deel uitmaakt van een goedgekeurde en niet vervallen verkaveling. De verschijners verklaren dat de werkende notaris hen in kennis heeft gesteld overeenkomstig artikel 5.2.3 § 4 van de codex, van de bedoelde verdelingsakte en haar bijlagen, waaronder de verkavelingvoorschriften. De verschijners verklaren er voorafgaandelijk aan dezer een kopie van te hebben ontvangen. 6° De verschijners verklaren in kennis te zijn van het stedenbouwkundig uittreksel afgeleverd door de gemeente Nazareth op 27 december 2012. Artikel 4.2.1 Vlaamse codex ruimtelijke ordening Bovendien worden de verschijners gewezen op artikel 4.2.1 van de Vlaamse codex ruimtelijke ordening, waarvan zij verklaren een kopie ontvangen te hebben. VOORKOOPRECHTEN De pachters verklaren dat het voormeld goed niet voorkomt op een lijst van verwaarloosde gebouwen en woningen, van leegstaande gebouwen en woningen, en dat het geen woning is die valt onder toepassing van artikel 19 van de Vlaamse Wooncode. De pachters verklaren verder dat zij niet door een administratieve akte gewaarschuwd werden dat zelfde goed, behoudens gegronde betwisting, op deze inventaris zullen geplaatst worden. De pachters verklaren dat het goed met geen enkel voorkooprecht op grond van de Vlaamse Wooncode bezwaard is. Zij verklaren dat evenmin andere voorkooprechten in verband met het verkochte goed gelden. BOSDECREET Na voorlezing te hebben gekregen van artikel 3 van het Bosdecreet, hebben partijen bevestigd dat voorschreven goed niet valt onder de bepalingen van dit decreet. MONUMENTEN, STADS- EN DORPSGEZICHTEN De partijen verklaren dat er hen geen voorontwerp of ontwerp van lijst van de voor bescherming vatbare monumenten en stads- of dorpsgezichten werd betekend, noch een Koninklijk Besluit houdende de definitieve bescherming zoals voorzien door het decreet van drie maart negentienhonderd zesenzeventig, tot bescherming van monument, stads- of dorpsgezichten. ONTEIGENING

5 235/255 RMW - 12 februari 2013

De partijen verklaart geen enkele officiële kennisgeving ontvangen te hebben betreffende eender welke lopende onteigeningsprocedure. VLAAMSE WOONCODE Partijen in deze verklaren dat het hiervoor beschreven goed niet valt onder toepassingsgebied van het recht van voorkoop zoals bepaald in artikel 85 § 1 van de Vlaamse Wooncode. OVERSTROMINGSZONE De partijen verklaren dat de bij deze verkochte onroerende goederen niet gelegen zijn in een effectief overstromingsgevoelig gebied (koninklijk besluit van achtentwintig februari tweeduizend en zeven tot afbakening van de risicozone bedoeld in artikel 68-7 van de wet van vijfentwintig juni negentienhonderd tweeënnegentig op de landverzekeringsovereenkomst.) BIJZONDERE VOORWAARDEN De partijen verklaren dat er geen bijzondere voorwaarden meer van toepassing zijn op de beschreven goederen en dat zij er geen hebben toegestaan. BEKWAAMHEID - COLLECTIEVE SCHULDENREGELING De pachters verklaren volledig rechtsbekwaam te zijn en niet in staat van faillissement, kennelijk onvermogen of onbekwaamheid te verkeren, noch een gerechtelijk akkoord aangevraagd te hebben en niet te vallen onder toepassing van de wet van vijf juli negentienhonderd achtennegentig op de collectieve schuldenregeling. ONTSLAG VAN AMBTSHALVE INSCHRIJVING De Hypotheekbewaarder wordt door de partijen in deze uitdrukkelijk ontslagen enige ambtshalve inschrijving te nemen bij de overschrijving dezer, om welke reden ook. KEUZE VAN WOONST Ter uitvoering dezer wordt er door de partijen keuze van woonst gedaan in hun hierboven respectievelijk vermelde woonplaats en zetel. BURGERLIJKE STAND a) Ondergetekende notaris bevestigt de juistheid van de identiteit van de partijen aan de hand van hun identiteitskaarten. Partijen stemmen uitdrukkelijk in met de vermelding van hun nationaal nummer in deze akte. b) De ondergetekende notaris bevestigt de juistheid van de burgerlijke stand van de partijen op het zicht van officiële stukken door de Hypotheekwet vereist. FISCALE VERKLARING BTW-Statuut van de pachters Na kennisgeving van de artikels 62 § 2 en 73 van het wetboek van de belastingen over de toegevoegde waarde, hebben de pachters allen verklaard niet belastingplichtig te zijn bij de belasting over de toegevoegde waarde.

6 236/255 RMW - 12 februari 2013

SLOTBEPALINGEN De partijen erkennen dat de notaris hen gewezen heeft op de bijzondere verplichtingen aan de notaris opgelegd door artikel 9 paragraaf 1 alinea’s twee en drie van de Organieke wet Notariaat en heeft uitgelegd dat, wanneer een notaris tegenstrijdige belangen of de aanwezigheid van duidelijk onevenwichtige bedingen vaststelt, hij hierop de aandacht moet vestigen van de partijen en hen moet meedelen dat elke partij de vrije keuze heeft om een andere notaris aan te wijzen of zich te laten bijstaan door een raadsman. De notaris moet tevens elke partij volledig inlichten over de rechten, verplichtingen en lasten die voortvloeien uit de rechtshandelingen waarbij zij betrokken is en hij moet aan alle partijen op onpartijdige wijze raad verstrekken. De partijen hebben hierop verklaard dat zich hier volgens hen geen tegenstrijdigheid van belangen voordoet en dat zij alle bedingen opgenomen in onderhavige akte voor evenwichtig houden en deze aanvaarden. De partijen bevestigen tevens dat de notaris hen naar behoren hebben ingelicht over de rechten, verplichtingen en lasten die voortvloeien uit onderhavige akte en hen op een onpartijdige wijze raad heeft verstrekt. ONTWERP – LEZING – TOELICHTING. a. De comparanten erkennen vóór de ondertekening van deze akte een ontwerp van deze akte ontvangen te hebben van de ondergetekende Notaris, te weten op …………2013. Zij verklaren kennis genomen te hebben van het bovenstaande door de persoonlijke lezing van het ontwerp van akte en door de lezing die hen er heden van is gegeven door de ondergetekende instrumenterende Notaris. b. Onderhavige akte werd integraal voorgelezen voor wat betreft de vermeldingen bevat in artikel 12, alinea’s 1 en 2 van de Organieke Wet Notariaat, evenals de wijzigingen die werden aangebracht aan het vooraf meegedeelde ontwerp van akte. c. De gehele akte werd door mij Notaris ten behoeve van de comparanten toegelicht. RECHT OP GESCHRIFTEN Het recht op geschriften bedraagt vijftig euro (€ 50,00). WAARVAN AKTE Opgemaakt en verleden te 9000 Gent, Onderbergen 86. En na integrale voorlezing en toelichting van de akte hebben de partijen getekend met ons, Notaris.

7 237/255 RMW - 12 februari 2013


Juridisch Advies en Kennisbeheer

2013_RMW_00048

Dagprijsverhoging serviceflats Antoniushof - Vonnis rechtbank van eerste aanleg advies advocaat Hof van Cassatie Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context De OCMW-raad van 13 oktober 2009 pt. 55° heeft beslist om goedkeuring te verlenen voor het indienen van aanvragen voor de prijsverhoging van de instellingen voor bejaardenopvang en voor de prijswijziging in de dagprijsstructuur. Per brief van 14 december 2009 liet de bewonersraad van de serviceflats Antoniushof aan het OCMW Gent weten niet akkoord te gaan met de dagprijsverhoging, gezien de opnameovereenkomst enkel vermeldt dat de dagprijs jaarlijks wordt aangepast in functie van de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen tijdens het vorig kalenderjaar zodat bijgevolg de overeenkomst niet wordt nageleefd. De dagprijs werd in de Serviceflats Antoniushof op 1 februari 2010 met € 3,00 verhoogd en op 1 augustus 2010 nog eens met € 2,00. Op 14 april 2010 ontving het OCMW Gent een oproeping van het Vredegerecht van het vierde kanton Gent om te verschijnen voor de Vrederechter op 29 april 2010 met het oog op een minnelijke regeling van het geschil. Het initiatief kwam van de familie De Caluwé en Suwier. Aangezien meester Dambre bij beslissing van de OCMW-raad van 11 maart 2008 pt. 101° werd aangesteld als raadsman voor het perceel 3 – privaat patrimonium, zakenrecht en verbintenissenrecht werd hij door de OCMW-raad van 11 mei 2010 pt. 102° aangesteld om de belangen van het OCMW te behartigen. Er kon echter geen minnelijke regeling worden bereikt. Na enkele maanden werd onze advocaat door de tegenpartij op de hoogte gebracht dat een nieuwe procedure gestart zou worden voor de vrederechter. De vrederechter heeft in een vonnis van 25 oktober 2011 de eisers gelijk geven omdat de partijen bij het afsluiten van de overeenkomst in 1997 de mogelijkheid tot verhoging van de dagprijzen buiten de index contractueel zouden hebben uitgesloten. Dit betekent dat het OCMW Gent ten aanzien van de eisers de dagprijzen van januari 2010 moet hanteren en het teveel betaalde moet teruggeven. Het OCMW Gent is tegen het vonnis van de vrederechter in beroep gegaan bij de rechtbank van eerste aanleg te Gent. De zaak werd gepleit op de zitting van 7 december 2012.

Motivering Gelet op het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Gent van 4 januari 2013. De rechter heeft het vonnis van de vrederechter van 25 oktober 2011 in beroep bevestigd. De rechter in beroep is van oordeel dat de opnameovereenkomsten van de geïntimeerden niet voorzien in een mogelijkheid om de dagprijzen aan te passen, los van de index en dat dit ook niet de gemeenschappelijke bedoeling van de partijen was op het ogenblik van het aangaan van de overeenkomsten. Daarnaast is de beroepsrechter van oordeel dat er geen federale noch decretale wetgeving is die voorziet in een éénzijdige wijziging van de opnameovereenkomsten. Deze interpretatie betekent dat OCMW Gent voor deze opnameovereenkomsten nooit een prijsaanpassing kan doorvoeren die verder gaat dan een indexaanpassing; overwegende dat dit vonnis er toe zal leiden dat OCMW Gent de teveel betaalde bedragen dient terug te storten aan de geïntimeerden en dat de dagprijzen zullen terugvallen op het niveau van vóór de eerste dagprijsverhoging van februari 2010 (los van de indexverhogingen); overwegende dat het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg enkel geldt tussen de partijen. Er zijn echter 40 opnameovereenkomsten met een gelijkaardige clausulebepaling. Deze bewoners kunnen bijgevolg ook een gelijkaardige rechtszaak beginnen tegen OCMW Gent hetgeen proces- en advocaatkosten met zich zal teweeg brengen. In het kader van behoorlijk bestuur kan OCMW Gent echter de beslissing nemen om de dagprijzen van januari 2010 voor alle bewoners met een dergelijk oud contract te hanteren (los van de indexverhogingen). De terugbetaling wordt tot en met 31 december 2012 geraamd op € 198.520,00. Iedere dag komt er € 200,00 bij (40 contracten vermenigvuldigd met de dagprijsverhoging van € 5,00); overwegende dat tegen het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg nog cassatieberoep mogelijk is. In het algemeen is de termijn drie maanden in burgerlijke zaken te rekenen vanaf de betekening van de beslissing of de dag van kennisgeving. In burgerlijke zaken moet het cassatieberoep worden ingesteld bij een verzoekschrift, ondertekend door een advocaat bij het Hof,

238/255 RMW - 12 februari 2013


waarin de middelen van de eiser, dat wil zeggen de grieven die hij doet gelden tegen de aangevochten beslissing, zijn aangegeven. Eerst zal dus een advies aan een advocaat bij het Hof van Cassatie moeten worden gevraagd; overwegende dat het hier gaat om de interpretatie van een clausule van de opnameovereenkomst, meer bepaald i.v.m. de aanpassing van de dagprijs, zodat de mogelijkheid er is dat de rechter hieraan een verkeerde interpretatie heeft gegeven. Daarnaast kan er advies gevraagd worden over de automatische toepassing van overheidsreglementering van openbare orde. Het Hof van Cassatie spreekt zich enkel uit over de wettelijkheid van rechterlijke beslissingen en niet over de feiten; overwegende dat de kosten voor het advies van een advocaat bij het Hof van Cassatie geraamd worden op € 3.000,00. Het voeren van een cassatieberoep wordt nog eens geraamd op € 3.000,00; gelet op het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn; gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 3 april 2009 (B.S. 29.04.2009) houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende diverse bepalingen betreffende het personeel, de financiën en de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.

Gekoppelde besluiten Raad voor Maatschappelijk Welzijn, 8 december 2011, 2011_RMW_00906 Vast Bureau, 4 februari 2013, 2013_VB_00154



Ja Betreft advocaatkosten

Verbintenis:

Ja

Inkomsten Bedrag:

0,00

Kostenplaats:

100 15 - Bestuursorganisatie - Juridisch advies en overheidsopdrachten

Categorie:

616 - Vergoedingen en rechten

Uitgaven Bedrag:

6000,00


Gunstig

besluit het volgende goed te keuren: bij publieke stemming met 9 stem(men) voor: Rudy Coddens , Evita Willaert , Yoeri Note , Ingrid Vandaele , Pascal Verbeke , Carl De Decker , Cengiz Cetinkaya , Emilie Peeters , Yeliz Güner 3 stem(men) tegen: Els Roegiers , Eric Wauters , Ronny Rysermans

Artikel 1 Kennisname van het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Gent van 4 januari 2013 m.b.t. de dagprijsverhogingen in de

239/255 RMW - 12 februari 2013


serviceflats Antoniushof.

Artikel 2 De vraag tot advies aan Mr. Willy Van Eeckhoutte, Driekoningenstraat 3, 9051 Gent, advocaat bij het Hof van Cassatie. Notities notulen Raadslid Roegiers verwijst naar hun standpunt in de vorige legislatuur. De N-VA fractie heeft de dagprijsverhoging enkel gesteund als de dienstverlening hetzelfde zou blijven. Dit blijkt niet het geval te zijn. Het advies tot voorziening in Cassatie wordt dan ook niet gesteund en zij zullen tegenstemmen. De voorzitter benadrukt dat het hier gaat over een 'vraag tot advies'. Er is nog geen beslissing over het al dan niet instellen van een Cassatieberoep.

Financiën Juridisch Advies

2013_RMW_00049

Overheidsopdracht van dienstverlening houdende de voorwaarden voor het aanstellen van gerechtsdeurwaarders met betrekking tot diverse invorderingen middels dwangbevel - Bestek en wijze van gunnen Voorstel: Goedkeuring Beslissing: afgevoerd


Aanleiding / feiten en context Het OCMW-decreet van 18 december 2008 heeft aan de Fiancieel Beheerder in artikel 92 een nieuwe bevoegdheid toegekend: het invorderen van schuldvorderingen via het systeem dwangbevel Het betreft onbetwiste en opeisbare schuldvorderingen, de schuld moet opeisbaar, vaststaand en zeker zijn, de schuldenaar moet vooraf via aangetekende brief aangemaand zijn. De Financieel Beheerder kan het dwangbevel toepassen nadat het uitvoerbaar verklaard is door de Raad van maatschappelijk welzijn. Het dwangbevel wordt betekend via gerechtsdeurwaarderexploot. Samen met stad Gent wordt een gunningsprocedure gestart ter aanduiding van een gerechtsdeurwaarder: De voordelen voor het OCMW om in dergelijke procedure te stappen zijn volgende: - schaalgrootte van de opdracht - rapportering door de inschrijver - het uitgebreide netwerk van de inschrijver, het landelijk netwerk en mogelijks netwerk in het buitenland - de poging van de gerechtsdeurwaarder om voor de betekening van het bevel minnelijk tot betaling aan te zetten De gunningscriteria zijn de volgende: - prijs; - software ( incl rapporteringsmogelijkheden) - dienstverlening ( incl de minnelijke inningsinspanning)

240/255 RMW - 12 februari 2013


Motivering Gelet op het Decreet van 19 december 2008 (BS 24/12/2008) betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; gelet op het Besluit van de Vlaamse Regering van 3 april 2009 (BS 29/04/2009) houdende de uitvoering en inwerkingtreding van het decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende diverse bepalingen betreffende het personeel, de financiën en de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; gelet op de Wet van 24 december 1993 (BS 22/01/1994) betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en latere wijzigingen; gelet op het Koninklijk Besluit van 8 januari 1996 (BS 26/01/1996) betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies van openbare werken en latere wijzigingen; gelet op het Koninklijk Besluit van 26 september 1996 (BS 18/10/1996) tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en de bijlage Algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten van aanneming van werken, leveringen en diensten en voor concessies voor openbare werken en latere wijzigingen De Stad Gent wordt in toepassing van art. 19 van de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten aangeduid om in gezamenlijke naam bij de gunning en de uitvoering van deze opdracht op te treden.





Ja

Verbintenis:

Nee

Inkomsten Bedrag:

0,00

Kostenplaats:

106 01 - Financiën - Staf en kas

Categorie:

616 - Vergoedingen en rechten

Commentaar

het terug te vorderen bedrag via dwangbevel is heden niet te ramen, ter info beloopt het gemiddeld bedrag van de meest recent ingediende vorderingen € 1.500 à 2.000. de te realiseren in komsten betreffen opbrengsten die reeds geboekt zijn en dus niet additioneel zullen geboekt worden de kostprijs is niet afhankelijk van de grootte van de vordering dan van het aantal in te dienen dwangbevelen het huidig aantal dossiers bedraagt 600 per jaar


90000,00 een gemiddelde kostprijs vooor de gerechtsdeurwaarders tussenkomst voor een vordering via dwangbevel bedraagt heden € 150 geschat aantal dwangbevel per jaar bedraagt momenteel 600. We wijzen er op dat dit een maximalistische inschatting is, gezien de inhaaloperatie die we recent ondernomen hebben.

241/255 RMW - 12 februari 2013



niet vereist

voert het ontwerpbesluit af over:

Artikel 1

Stemt toe de aanbestedingsprocedure voor aanduiding aanstellen van gerechtsdeurwaarders met betrekking tot diverse invorderingen middels dwangbevel onmiddellijk op te starten met opening van de offertes na goedkeuring van het bestek

P&O Human Resources - Organisatie Juridische Ondersteuning

2013_RMW_00069

Wijziging rechtspositieregeling OCMW-personeel, m.u.v. de personeelsleden van artikel 104, § 6 OCMW-decreet en artikel 60-personeel n.a.v. wijzigingen RPR Stadspersoneel Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context Op 23 november 2012 keurde de Vlaamse regering het besluit tot wijziging van het besluit rechtspositieregeling gemeente- en provinciepersoneel van 7 december 2007 en van het besluit rechtspositieregeling OCMW-personeel van 12 november 2010 goed. Om aan die nieuwe regelgeving en/of praktische toepassing te voldoen worden in de gemeenteraad van januari 2013 wijzigingen aan de rechtspositieregeling goedgekeurd. De wijzigingen hebben grosso modo betrekking op de volgende onderwerpen: - vaststelling van de lijst van erkende diploma's en getuigschriften; - vaststelling van de aanvullende aanwervingsvoorwaarde door de aanstellende overheid; - uitbreiding van de mogelijkheden van afwijking van de diplomavereisten; - opheffing van de verplichting om niveau- en capaciteitstesten te laten uitvoeren door een extern bureau; - verruiming van de vrijstelling niveau- en capaciteitstests bij gunstig resultaat; - aanwerving van personen met een arbeidshandicap; - vastlegging datum indiensttreding; - expliciete opname van de hoorplicht bij het ontslag na ongunstige evaluatie van de proeftijd; - ondertekening evaluatieformulier door leidinggevende ook bij opmerkingen van het personeelslid; - behoud na heraanstelling in een andere betrekking van de verworven salarisschaal en de schaalanciënniteit van de vorige betrekking; - definitieve ambtsneerlegging van het statutaire personeelslid op proef; - toekenning van periodieke salarisverhogingen door de opbouw van geldelijke anciënniteit; - recht op verhogingen ingevolge bevordering; - actualisering forfaitair gedeelte van de eindejaarstoelage; - dienstvrijstelling voor afgifte van bloed, plasma of bloedplaatjes. Deze wijzigingen zijn ambtshalve van toepassing op het OCMW-personeel met een gelijklopende graad maar moeten via een beslissing van het OCMW-bestuur ook van toepassing verklaard worden op het OCMW-personeel met een specifieke graad waarop de rechtspositieregeling eveneens van toepassing is. De aanpassingen treden al in werking op 1 februari 2013, de termijn die bepaald werd in het wijzigingsbesluit van de Vlaamse regering, nl. de eerste dag van de tweede maand die volgt op de dag van bekendmaking in het Belgisch staatsblad (gepubliceerd 24 december 2012).

Motivering Gelet op het raadsbesluit van 9 juni 2011 houdende vaststelling van de rechtspositieregeling voor OCMW-personeel, m.u.v. de

242/255 RMW - 12 februari 2013


personeelsleden van artikel 104, § 6 OCMW-decreet en artikel 60-personeelsleden en latere wijzigingen; gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 23 november tot wijziging van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 7 december 2007 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie, de rechtspositieregeling en het mandaatstelsel van het gemeentepersoneel en het provinciepersoneel en houdende enkele bepalingen betreffende de rechtspositie van de secretaris en de ontvanger van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en van diverse bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 12 november 2010 houdende de minimale voorwaarden voor de personeelsformatie en het mandaatstelsel van het personeel van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en houdende de minimale voorwaarden voor sommige aspecten van de rechtspositieregeling van bepaalde personeelsgroepen van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn; gelet op het gemeenteraadsbesluit van januari 2013 tot wijziging van de stedelijke rechtspositieregeling; overwegende dat de in het voornoemde gemeenteraadsbesluit aangehaalde overwegingen en motiveringen om de stedelijke rechtspositieregeling te wijzigen evenzeer gelden voor de OCMW-specifieke graden; dat het derhalve opportuun is om de door de gemeenteraad goedgekeurde wijzigingen evenzeer over te nemen voor het OCMW-personeel; overwegende dat de wijzigingen die betrekking hebben op de evaluatie van de ombudsvrouw voor het OCMW niet overgenomen worden omdat het OCMW niet beschikt over een ombudsvrouw; gelet op het voorontwerp van raadsbesluit tot wijziging van de rechtspositieregeling OCMW-personeel opgemaakt door de secretaris in overleg met het managementteam; gelet op de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel en het koninklijk besluit van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel; gelet op het protocol met de conclusies van de onderhandelingen gevoerd in het Bijzonder Onderhandelingscomité van 21 januari 2013; gelet op het Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de Openbare Centra voor Maatschappelijk Welzijn.

Gekoppelde besluiten Raad voor Maatschappelijk Welzijn, 9 juni 2011, 2011_RMW_00539

Strategisch kader Dit besluit kadert in volgende doelstelling(en): Een modern human resources management ontwikkelen



niet vereist

Adviezen Motivering:

Het Bijzonder Onderhandelingscomité waarop de protocols met de vakbonden zullen ondertekend worden, is gepland op 21 januari 2013.


Artikel 1 De wijzigingen in bijlage A van het raadsbesluit van 9 juni 2011 houdende vaststelling van de Rechtspositieregeling voor

243/255 RMW - 12 februari 2013


OCMW-personeel, m.u.v. de personeelsleden van artikel 104, § 6 OCMW-decreet en artikel 60-personeelsleden zoals hieronder: * in artikel 11 wordt in § 3 het tweede lid geredigeerd als volgt: “Alleen de lijst van erkende diploma’s of getuigschriften die per niveau door de Vlaamse minister, bevoegd voor binnenlandse aangelegenheden worden vastgesteld, komen bij aanwerving in aanmerking.” * in artikel 11 § 4 wordt in de eerste zin van het eerste lid het woord “raad” vervangen door “aanstellende overheid” * in artikel 12 worden het tweede en derde lid geredigeerd als volgt: “In afwijking van artikel 11 kan de raad bepalen dat kandidaten die niet voldoen aan de diplomavereiste die als aanwervingsvoorwaarde geldt voor de functies van niveau A, B en C, in aanmerking komen voor aanwerving. Die afwijking van de diplomavereiste is uitzonderlijk en op grond van vooraf vastgestelde, objectieve criteria, mogelijk als de functie noch op basis van de functiebeschrijving, noch krachtens een reglementering van de hogere overheid een diploma vergt. Voor de toepassing van het eerste lid komt een kandidaat die niet over het vereiste diploma beschikt, in aanmerking als hij ofwel: 1° voldoet aan een vereiste inzake relevante beroepservaring en slaagt voor een niveau- of capaciteitstest; 2° beschikt over een op de functie afgestemd ervaringsbewijs, uitgereikt overeenkomstig de Vlaamse regelgeving over de titels van beroepsbekwaamheid; 3° beschikt over een op de functie afgestemd attest van een beroepsopleiding die hij gevolgd heeft bij een door de Vlaamse Regering erkende instelling voor beroepsopleiding. In voorkomend geval beslist de aanstellende overheid voor de vacantverklaring van de functie of kandidaten die niet aan de diplomavereiste beantwoorden, in aanmerking komen voor aanwerving.” * in artikel 22 § 2 wordt het tweede lid geschrapt; * Artikel 22 § 3 wordt geredigeerd als volgt: “De geldigheidsduur van het gunstige resultaat van de niveau- en capaciteitstest bedraagt twee jaar. De kandidaat kan vrijgesteld worden van deelname aan de algemene capacitaire- en niveaubepaling indien hij/zij binnen de afgelopen vierentwintig maanden een algemene capacitaire- en niveaubepaling voor dezelfde of voor een vergelijkbare functie bij dezelfde of bij een andere overheid al eerder heeft afgelegd met een positief resultaat tot gevolg, behalve wanneer de kandidaat uitdrukkelijk vraagt opnieuw deel te nemen.” *in artikel 32 wordt de eerste zin geredigeerd als volgt: “Ten minste 2 % van het totale aantal personeelsleden binnen het bestuur uitgedrukt in voltijdse equivalenten, bestaat uit personen met een arbeidshandicap die aan één van de volgende voorwaarden voldoen:” * artikel 37 wordt geredigeerd als volgt: “De uiterste datum van indiensttreding wordt vastgelegd in het aanstellingsbesluit. De indiensttredingen gaan, behoudens gemotiveerde uitzonderingen, in op de 1ste of de 16de dag van de maand. Indien de kandidaat niet in dienst treedt uiterlijk binnen 6 maanden volgend op de dag van het aanstellingsbesluit, wordt hij/zij geacht te verzaken. Wanneer de kandidaat een gegronde reden voor de niet tijdige indiensttreding kan inroepen, kan de aanstellende overheid, bij gemotiveerd besluit, een nieuwe uiterste datum van indiensttreding bepalen.” *in artikel 41 wordt het zevende lid herschreven als volgt: “De ongunstige evaluatie voor het einde van de proeftijd heeft het ontslag tot gevolg indien het personeelslid na een aanwervingsprocedure werd aangesteld. De aanstellende overheid hoort het statutaire personeelslid op proef vooraf. In geval het personeelslid bij verandering van graad na een procedure van interne mobiliteit of een bevorderingsprocedure een ongunstige evaluatie op het einde van de proeftijd behaalt, wordt het herplaatst in de graad die het had vóór de aanstelling op proef.” * in artikel 66 wordt een tweede lid toegevoegd als volgt: “De leidinggevende tekent in voorkomend geval voor kennisneming de opmerkingen van het personeelslid.” * in artikel 91 wordt het tweede lid geredigeerd als volgt: “Enkel de diensten die recht geven op een salaris geven recht op de toekenning van schaalanciënniteit. Met uitzondering van het zwangerschapsverlof en de bevallingsrust voor de contractuele personeelsleden en de thematische verloven, in totaal tot beloop van maximum één jaar, komen de periodes van onbezoldigde volledige afwezigheid of disponibiliteit niet in aanmerking voor de toekenning van schaalanciënniteit” * Artikel 118 wordt als volgt herschreven: “§ 1. De aanstellende overheid beslist over de heraanstelling. § 2. Het personeelslid behoudt na een heraanstelling in een andere betrekking, zelfs bij een heraanstelling in een andere graad, de salarisschaal en de schaalanciënniteit die het verworven had in de functionele loopbaan van zijn vorige betrekking. § 3. Het personeelslid dat heraangesteld wordt in een functie waarmee een andere functionele loopbaan met andere salarisschalen verbonden is, behoudt zijn schaalanciënniteit en wordt met die schaalanciënniteit ingeschaald in de overeenstemmende salarisschaal van de nieuwe functionele loopbaan. Het personeelslid dat als gevolg van de inschaling een lager jaarsalaris zou krijgen, behoudt zijn vorige jaarsalaris op persoonlijke titel zolang dat gunstiger is. § 4. Artikel 92 §1 is van toepassing op de vaststelling van de graadanciënniteit bij de heraanstelling in een betrekking van een andere graad.” * Artikel 146 wordt herschreven als volgt: “§ 1. De volgende zaken geven aanleiding tot de definitieve ambtsneerlegging van het statutaire personeelslid op proef: 1. het vrijwillige ontslag;

244/255 RMW - 12 februari 2013


2. de definitief vastgestelde beroepsongeschiktheid na de ongunstige eindevaluatie van de proeftijd, vermeld in artikel 46; 3. voor de personeelsleden die aangesteld zijn in de graad van erfgoedbewaker: het niet slagen in het pyschotechnisch onderzoek in het kader van de opleiding tot erfgoedbewaker; 4. het niet voldoen aan de aanstellingsvoorwaarden waarbij wordt bepaald dat de kandidaat op het einde van de proeftijd een rijbewijs C (met vakbekwaamheid) moet behalen. § 2. Na aanwerving kan een totale afwezigheid van 3 maanden wegens ziekte of invaliditeit aanleiding geven tot de definitieve ambtsneerlegging van het statutaire personeelslid op proef. § 3. Naast de ambtsneerlegging als gevolg van de pensioenwetgeving die ambtshalve ingaat op de eerste van de maand volgend op de 65ste verjaardag, geven de volgende zaken aanleiding tot de definitieve ambtsneerlegging van het vast aangestelde statutaire personeelslid: 1° het vrijwillige ontslag; 2° de definitief vastgestelde beroepsongeschiktheid na een ongunstige evaluatie, vermeld in artikel 70. * in artikel 148 wordt na § 3 een bijkomende § 4 toegevoegd: “Het ontslag wegens ziekte of invaliditeit van het statutaire personeelslid op proef zoals omschreven in artikel 146 § 2 wordt met een aangetekende brief die de datum van inwerkingtreding vermeldt, betekend. De statutaire aanstelling op proef wordt beëindigd met betaling van een vergoeding gelijk aan 1 maandsalaris.” * artikel 154 wordt geredigeerd als volgt: “Voor de toekenning van periodieke salarisverhogingen komen alleen de werkelijke diensten in statutair of contractueel verband in aanmerking die het personeelslid als titularis van een bezoldigde betrekking heeft geleverd of heeft geleverd in dienst van: 1. de provincies, de gemeenten en de OCMW’s van België , de publiekrechtelijke verenigingen waarvan ze deel uitmaken en de instellingen die eronder ressorteren; 2. de diensten en de instellingen van de federale overheid, van de gemeenschappen en gewesten en de internationale instellingen waarvan ze lid zijn; 3. de diensten en instellingen en de lokale overheden van een lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Economische Ruimte; 4. de gesubsidieerde vrije onderwijsinstellingen of de gesubsidieerde vrije centra voor leerlingenbegeleiding; 5. de publiekrechtelijke en vrije universiteiten als titularis van een bezoldigde betrekking; 6. elke andere instelling naar Belgisch recht of naar het recht van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte die beantwoordt aan collectieve behoeften van algemeen of lokaal belang, en waarbij in de oprichting of bijzondere leiding ervan het overwicht van de overheid tot uiting komt.” * artikel 155 wordt geredigeerd als volgt: “Voor de toepassing van artikel 154 moet worden verstaan onder: werkelijke diensten: alle diensten die recht geven op een salaris of die bij ontstentenis van een salaris krachtens de rechtspositieregeling toch in aanmerking worden genomen voor de vaststelling van het salaris.” * in artikel 176 wordt het eerste lid geredigeerd als volgt: “Het bedrag van de eindejaarstoelage is de som van het forfaitaire gedeelte en het veranderlijke gedeelte, met dien verstande dat de eindejaarstoelage nooit meer mag bedragen dan een twaalfde van het jaarsalaris, aangepast volgens de indexverhogingscoëfficiënt die van toepassing is op het salaris van de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar. Het forfaitaire gedeelte en het veranderlijke gedeelte worden als volgt berekend: 1° het forfaitaire gedeelte: a) het forfaitaire gedeelte bedraagt voor het jaar 2011 349,73 euro; b) vanaf 2012 wordt het forfaitaire gedeelte dat toegekend is tijdens het vorige jaar, telkens vermeerderd met een breuk waarvan de noemer gelijk is aan het gezondheidsindexcijfer van de maand oktober van teller gelijk is aan het gezondheidsindexcijfer van de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar. Het resultaat daarvan wordt berekend tot op twee decimalen nauwkeurig; c) het bedrag dat het resultaat is van de berekening, vermeld in punt b) wordt verhoogd met 698,74 euro; d) voor het jaar 2012 wordt het bedrag dat het resultaat is van de berekening vermeld in punt c), voor alle personeelsleden verhoogd met 100 euro; e) vanaf het jaar 2013 wordt het bedrag dat het resultaat is van de berekening vermeld in punt c), voor alle personeelsleden verhoogd met 200 euro. 2° het veranderlijke gedeelte: 2,5 procent van het jaarsalaris, aangepast volgens de indexverhogingscoëfficiënt die van toepassing is op het salaris van de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar. Als het personeelslid in de maand oktober van het in aanmerking te nemen jaar geen of slechts een gedeeltelijk salaris ontvangen heeft, dan wordt het percentage berekend op basis van het salaris dat voor diezelfde maand betaald zou zijn als het personeelslid zijn functie wel volledig had uitgeoefend.” * in artikel 180 § 1 wordt het tweede lid geredigeerd als volgt: “Als berekeningsbasis voor de toeslag geldt het bruto-uursalaris, eventueel verhoogd met de haard- of standplaatstoelage, de toelage voor het waarnemen van een hogere functie, de gegarandeerde salarisverhoging na bevordering en de toelage voor opdrachthouderschap.” * in artikel 183 wordt het tweede lid geredigeerd als volgt: “Als berekeningsbasis voor het uursalaris geldt het bruto uursalaris, eventueel verhoogd met de haard-of standplaatstoelage en de toelage voor het waarnemen van een hogere functie, de gegarandeerde salarisverhoging na bevordering en de toelage voor opdrachthouderschap.” *Artikel 216 wordt herschreven als volgt: “Het personeelslid dat aan de voorwaarden voldoet voor de toekenning van een parkeerkaart, ontvangt een vergoeding voor de woon-werkverplaatsing met de wagen. Die vergoeding is gelijk aan de kostprijs van een treinkaart.”

245/255 RMW - 12 februari 2013


*artikel 271 wordt geredigeerd als volgt: “Het personeelslid krijgt maximaal tien keer per jaar dienstvrijstelling op de dag waarop bloed, plasma of bloedplaatjes geeft. De dienstvrijstelling geldt voor de tijd die nodig is voor de gift, waarin inbegrepen de tijd die naargelang het geval nodig is voor de verplaatsing naar en van het afnamecentrum. Voor personeelsleden die tewerkgesteld zijn in een stelsel van deeltijdse arbeid, wordt het totale aantal keren per jaar in evenredige mate verminderd volgens de tewerkstellingsbreuk” *artikel 285 wordt het laatste lid geredigeerd als volgt: “Personeelsleden die 55 jaar oud worden in april, mei of juni kunnen de loopbaanonderbreking ofvermindering aanvragen vanaf 1 juli; personeelsleden die 55 jaar worden in oktober, november of december kunnen de loopbaanonderbreking of –vermindering aanvragen vanaf 1 januari.” *artikel 304 § 1 wordt geredigeerd als volgt: “§ 1. Het verlof voor deeltijdse prestaties wordt voor bepaalde of voor onbepaalde duur toegekend.” *In bijlage 1 wordt definitie 39° overheid aangepast als volgt: 39° overheid: 1. de provincies, de gemeenten en de OCMW’s van België, de publiekrechtelijke verenigingen waarvan ze deel uitmaken en de instellingen die eronder ressorteren; 2. de diensten en instellingen van de federale overheid, van de gemeenschappen en van de gewesten en de internationale instellingen waarvan ze lid zijn; 3. de diensten en instellingen en de lokale overheden van een lidstaat van de Europese Unie of van de Europese Economische Ruimte; 4. de gesubsidieerde vrije onderwijsinstellingen of gesubsidieerde vrije centra voor leerlingenbegeleiding; 5. de publiekrechtelijke en vrije universiteiten; 6. elke andere instelling naar Belgisch recht of naar het recht van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte die beantwoordt aan collectieve behoeften van algemeen of lokaal belang en waarbij in de oprichting of bijzondere leiding ervan het overwicht van de overheid tot uiting komt.

Artikel 2 * aan artikel 163 wordt een 6de lid toegevoegd luidend als volgt: "De minimale salarisverhoging vemeld in het eerste en tweede lid, is een integraal onderdeel van het jaarsalaris."

Artikel 3 Artikel 1 treedt in werking op 1 februari 2013. Artikel 2 treedt in werking vanaf 1 januari 2008. Notities notulen Raadslid Willaert verwijst naar haar tussenkomst in het Vast Bureau in verband met de niet-gehaalde norm diversiteit 'personen met een arbeidshandicap'. De Groen! fractie is wel verheugd te horen dat er hiervoor een plan wordt uitgewerkt, dat zal worden voorgelegd aan het BCPO.

P&O Coördinatie Informatica Coördinatie Informatica

2013_RMW_00071

Investeringsbudgetten ICT - Budgetwijziging investeringsbudget 2013 informatica deel 1 Voorstel: Goedkeuring Beslissing: Goedgekeurd


Aanleiding / feiten en context In zitting van 29 oktober 2002 verleende de raad van het OCMW Gent haar goedkeuring aan de oprichting van de opdrachthoudende vereniging Digipolis en aan de bevoegdheidsoverdracht inzake telematica naar Digipolis. Op 31 januari 2003 werd Digipolis opgericht, als opdrachthoudende vereniging die, overeenkomstig het Decreet houdende de

246/255 RMW - 12 februari 2013


Intergemeentelijke Samenwerking, tussen de steden en OCMW’s van Gent en Antwerpen de telematica-behoeften van haar vennoten behartigt. Op 1 oktober 2003 ging Digipolis operationeel van start. Digipolis heeft als maatschappelijke doelstelling het beheer, de exploitatie, de ontwikkeling en de promotie van telematica en zijn toepassingen. De vereniging verbindt zich blijvend als strategisch instrument van elk van haar deelnemers. Zij zal daartoe haar beleid, strategie en werking afstemmen op deze van de deelnemers.

Motivering Gelet op het besluit van de Raad van 29/10/2002, pt. 2 tot oprichting van Digipolis en de overdracht van de bevoegdheid inzake telematica naar Digipolis; overwegende dat het derhalve aangewezen is dat het OCMW het budget voor de informatica-investeringen, die Digipolis in 2013 voor het OCMW voorziet, bij afzonderlijk Raadsbesluit kan goedkeuren; gelet op het Decreet en Besluit van 17 december 1997 (BS 08/04/1998) betreffende de boekhouding en de administratieve organisatie van de OCMW’s en latere wijzigingen; gelet op artikel 52 van het Decreet van 19 december 2008; gelet op artikel 149 en volgende van het Decreet van 19 december 2008



niet vereist


Artikel 1

De budgetwijziging voor investeringsbudget 2013 informatica, deel 1, door Digipolis voorzien voor OCMW Gent. Rubriek

Bedrag

Projecten

€ 2.563.142

Totaal:

€ 2.563.142

Omschrijving Nieuw Financiëel Instrumentarium, BI - BBC, eHRM

Artikel 2 De bijlage/bijlagen die integraal deel uitmaakt/uitmaken van het besluit: Bijlage 1: 20130121_BW2013_deel1_met_totalen.xlsx Bijlage 2: BW2013_deel1_TOELICHTING_OG.docx Notities notulen Raadslid Rysermans verwijst naar het jaarlijks stijgend budget van ICT en merkt op dat waakzaamheid geboden is.

Bijlage(n) 20130121_BW2013_deel1_met_totalen.xlsx BW2013_deel1_TOELICHTING_OG.docx

247/255 RMW - 12 februari 2013


248/255 RMW - 12 februari 2013


Bijlage: 20130121_BW2013_deel1_met_totalen.xlsx

249/255 RMW - 12 februari 2013

20130121_BW2013_deel1_met_totalen.xlsx

Dep

Dienst

KP

Materiaal

Projecten Projecten Projecten

OG-PR OG-PR OG-PR

Nieuw Financiëel Instrumentarium BI - beleids- en beheerscyclus eHRM

E.Prijs/EUR

Aantal

Totaal

H/SW

Categorie1Categorie2

I/MVA

Projecten Projecten Projecten Projecten Projecten Projecten

IMVA IMVA IMVA

Projecten OCMW OCMW OCMW

1.877.642 463.000 222.500

Totaal Projecten: Groot totaal:

250/255 RMW - 12 februari 2013

1 1 1

1.877.642 PR 463.000 PR 222.500 PR 2.563.142 €

2.563.142


Bijlage: BW2013_deel1_TOELICHTING_OG.docx

251/255 RMW - 12 februari 2013

BW2013_deel1_TOELICHTING_OG.docx

Nota Toelichting voorstellen B2012 OG Toelichting projecten ontwikkelingsaanvragen BW2013 deel 1 1. Beleids- en beheerscyclus – NFI – Nieuw Financieel Instrumentarium Om te voldoen aan de nieuwe wettelijke vereisten omtrent de beheer- en beleidscyclus van de gemeenten, de ocmw’s en de provincies is de invoering van een nieuw financieel instrumentarium vereist. Op basis van een evaluatie van het financiële systeem van Antwerpen op basis van een SAP platform, een marktraadpleging voor alternatieve platformen en een onderzoek van de benodigde aanpassingen aan het huidige systeem van Stad Gent op basis van een SAP platform, is gebleken dat een aanpassing van het huidige systeem de aan te bevelen oplossing is voor het OCMW. De ingeschatte kostprijs bedraagt 5.416.275 EUR (incl. BTW, incl. 2% jaarlijkse inflatie voor deel 2013, en excl. risicomarge). NFI Kosten

2012

2013

2014

2015

0 0

0 1 FTE

83.004 0

84.722 0

469.410,50

1.877.642

0

0

0

0

160.000

160.000

Dotatie : algemeen personeel(**) Investeringen :

Baten

Minkosten op bestaande (vaste) kosten : onderhoudskosten

De realisatie van deze oplossing zal in nauwe samenwerking met het OCMW Gent verlopen waardoor de investering zal worden gedragen door de beide besturen (gedeelte dat wordt gedragen door de OCMW bedraagt 2.347.052 EUR (incl. BTW, incl. 2% voor deel 2013, incl. risicomarge). (Opmerking : elke eventuele aanwending van de risicomarge zal worden voorgelegd aan een scope wijzigingscomité). Door de omvang zal dit verschillende jaren vergen zodat de investering deels in 2012 en deels in 2013 zal plaatsvinden: 1/5de in 2012 : 469.410,50 EUR (incl. BTW, incl. 2% voor deel 2012, incl. risicomarge) 4/5de in 2013 : 1.877.642 EUR (incl. BTW, incl. 2% voor deel 2013, incl. risicomarge) De in gebruik name van het nieuwe systeem zal leiden tot een toename van verder kunnen benutten van het bestaande systeem zal dit leiden tot een beperkte stijging van de jaarlijkse onderhoudskosten met 83.004 EUR (incl. BTW) in 2014 tot 84.722 EUR (incl. BTW) vanaf 2015. Vanaf 2013 dient voor de realisatie en verdere functionele ondersteuning van het nieuwe systeem te worden voorzien in 1 VTE bij Digipolis (98.000 EUR). (Tot slot dient voor de realisatie ook bij het OCMW 4 VTE extra te worden voorzien voor de duur van het project).

2. Beleids- en beheerscyclus - BI Graag verwijzen we hiervoor naar het gemeenschappelijk management team en college op 20 mei 2011, waar de stad en OCMW zich akkoord verklaarden met de BI-aanpak en het kostenplaatje. In

Eigenaar: Klantenrelaties

252/255 RMW - 12 februari 2013

Pagina 1 van 3

Laatste wijziging: 23/01/2013

Nota afwachting van een definitieve kostenverdeling werd 1/3 van de verwachte kosten aan OCMW toegerekend. De uitgebreide presentatie is hiervoor beschikbaar. In totaal bedraagt het aandeel van het OCMW in de investeringskost 800.000 EUR, deze wordt gespreid over 3 jaar zoals in de tabel hieronder opgegeven. De aanpassingen en/of koppelingen met GENT2020 en PRINS zijn hierin inbegrepen. Daarnaast voorzien we de aanwerving van 3 FTE in 2012 en nog eens 3 in 2013. Ook hier bedraagt het aandeel van het OCMW 1/3 in de totale personeelskost.

BI Kosten

2012

2013

2014

0 98.000

0 196.000

0 196.000

231.000

463.000

77.267

Dotatie : algemeen personeel(**) Investeringen :

3. eHRM OG - Vervanging CEVIPS, eHR (// Beleids- en beheerscyclus) Anticiperend op een groeiend spanningsveld tussen vragen op het vlak HRM en evoluties op het vlak van het aanbod enerzijds en als opstap naar een shared service center anderzijds, is de vernieuwing van volgende onderdelen van het personeelsinformatiesysteem noodzakelijk : personeelsadministratie, personeelbehoefteplan (formatie en bezetting) en het organisatiebeheer; evaluatie, competentiebeheer en opleidingsbeheer; loonadministratie en sociaal secretariaat. De ingeschatte kostprijs bedraagt 3.122.736 EUR(incl. BTW en incl. risicomarge). De realisatie van deze oplossing zal in nauwe samenwerking met het OCMW Gent verlopen waardoor de investering zal worden gedragen door de beide besturen (gedeelte dat wordt gedragen door het OCMW bedraagt 761.126 EUR (incl. BTW en incl. risicomarge). (Opmerking : elke eventuele aanwending van de risicomarge zal worden voorgelegd aan een scope wijzigingscomité). eHRM Kosten

2012

2013

2014

2015

2016

2017

0 0

0 0

38.250 0,3 FTE

106.286 0,3 FTE

201.524 0,3 FTE

201.524 0

0

222.500

498.626

40.000

0

0

onderhoudskosten

0

0

0

23.400

31.200

37.050

socsec diensten

0

0

0

0

69.000

92.000

Dotatie : Algemeen personeel(*) Investeringen :

Baten

Minkosten op bestaande (vaste) kosten:


253/255 RMW - 12 februari 2013

Pagina 2 van 3


Nota

Door de omvang zal dit verschillende jaren vergen. Reeds in 2012 wordt gestart met de voorbereiding maar dit zal nog geen bijkomende investeringen vereisen. In 2013 wordt de benodigde investering geraamd op 222.500 EUR, in 2014 op 498.626 en in 2015 op 40.000 (incl. BTW en incl. risicomarge). De jaarlijkse onderhoudskost zal vanaf 2014 38.250 EUR (incl. BTW) bedragen. Dit zal stijgen tot 108.286 EUR (incl. BTW) in 2015 en zal vanaf 2016 201.524 EUR (incl. BTW) bedragen. Door een geleidelijke afbouw van het huidige systeem zal dit tevens aanleiding geven tot een daling in de jaarlijkse onderhoudskosten van 23.400 EUR (incl. BTW) in 2015, 31.200EUR (incl. BTW) in 2016 en 37.050 (incl. BTW) vanaf 2017. En van de sociaal secretariaatsdiensten ten bedrage van 69.000 EUR (incl. BTW) in 2016 tot 92.000 EUR (incl. BTW) vanaf 2017. Gezien de gefaseerde implementatie dient voor de realisatie en verdere functionele ondersteuning van het nieuwe systeem te worden voorzien te worden in 0,3 VTE bij Digipolis in 2014. En een verder stijging met achtereenvolgens 0,3 VTE bij Digipolis in 2015 en 0,3 VTE bij Digipolis in 2016.


254/255 RMW - 12 februari 2013

Pagina 3 van 3



De zitting wordt beëindigd om 20:07 uur.

secretaris van de zitting secretaris van de zitting secretaris van de zitting

255/255 RMW - 12 februari 2013

voorzitter van de zitting

Raad voor Maatschappelijk Welzijn

Recommend Documents