Professionaliteit in de zorg vraagt om herwaardering Dr. W.H.E. Buntinx VGN 'Met vertrouwen in de gehandicaptenzorg' 29 september 2009 Bussum
Proloog
Twee onderzoeken IGZ • 2007: ‘Kwaliteit gehandicaptenzorg onder druk’ • 2009: ‘Verbeterkracht gehandicaptenzorg in beeld’ Conclusie IGZ: sterke verbetering • De 251 geconstateerde risicoaspecten uit 2007 zijn in 2008 teruggebracht tot 79: een verbetering van bijna 70 procent. • Van de 51 hoge risicoscores ‘4’ in 2007 bleven er na de followupbezoeken in 2008 nog 4 scores over: een verbetering van ruim 90 procent.
Succesfactoren • Versterking van de rol van inhoudelijk deskundigen in de deskundigheidsbevordering (m.n. gedragskundige maar ook arts of praktijkverpleegkundige). • Verhoogde deskundigheid in dagelijks handelen doordat de bewoners tijdens het inhoudelijk teamoverleg werden besproken met de gedragskundige en de manager. • Meer structureel betrekken van gedragskundige bij ondersteuningsplannen en zorginhoudelijke besprekingen. • Verbeterde multidisciplinaire expertise bij het afspreken, uitvoeren en evalueren van het toepassen van vrijheidsbeperkende maatregelen.
Faalfactoren • Onduidelijke zorgplansystematiek of onvoldoende geïmplementeerde en geborgde zorgplansystematiek. • Gebrekkige multidisciplinaire expertise door ontbreken van inzet/betrokkenheid van gedragskundige of onduidelijke invulling van zijn/haar rol. • Onvoldoende of sterk wisselende kwaliteit van de multidisciplinaire inbedding van plannen: onduidelijke toedeling van verantwoordelijkheden, niet-zichtbare gedragskundige inbreng of inbreng met een sterk ad-hockarakter. • Onvoldoende evaluatie van vrijheidsbeperkende maatregelen BOPZ-arts te veel op afstand en onvoldoende geregelde bevoegdheden en verantwoordelijkheden.
Opzet
1. 2. 3. 4.
Professionele praktijk Professionele modellen Conclusie Stellingen
1. De professionele praktijk Bij elke cliënt zijn er drie basisvragen: 1. Wat is het probleem ? 2. Welke acties kunnen / moeten worden ondernomen? 3. Wat is de uitkomst van de acties? Professionaliteit: Toepassing van valide kennis met betrekking tot het beantwoorden van deze vragen
Support A Bridge
Between ‘What is...’
Beeldvorming functioneringsprobleem Beeld van het functioneren (sterke en zwakke aspecten van het functioneren) Beeld van de ondersteuningsbehoeften
and ‘What can be…’
Ondersteuning
Ondersteuningsplan Ondersteuning
Kwaliteit van Bestaan
Uitkomsten van ondersteuning Kwaliteit van Bestaan
2. Professionele modellen
Samenhang
Diagnostiek & Beeldvorming
AAIDD ICF
Uitkomst van Ondersteuning (in functie van ondersteuningsbehoeften) ondersteuning AAIDD / SIS
Kwaliteit van Bestaan
Zie: Thompson, J.R., Bradley, V., Buntinx, W.H.E., Schalock, R.L., Shogren, K.A., Snell, M., & Wehmeyer M.L. (2009). Conceptualizing Supports and the Support Needs of People with Intellectual Disabilities. Intellectual Disability. 47 (2), 135–146.
A. Modellen voor Diagnostiek & Beeldvorming
ICF model (WHO 2001) ICF-CY (WHO 2007) gezondheidstoestand aandoeningen, ziekten
stoornissen
belemmeringen
beperkingen
handicaps participatiepro blemen
persoonlijke factoren
model verstandelijke beperkingen (AAIDD -2010) I.
Verstandelijke mogelijkheden
II.
Adaptief gedrag Ondersteuning
III. Gezondheid
IV. Participatie, Interactie & Sociale rollen
V.
Context
Functioneren
B. Model Ondersteuning
competenties
‘normaal’ functioneren conform lft.&cult.
ondersteuningsbehoefte
Ondersteuning
Ondersteuningsbehoeften
Quality of Life
Ondersteuning compenseert de tekorten in competenties om met succes activiteiten te kunnen uitvoeren op een niveau zoals dat bij leeftijdgenoten en in de culturele context van de persoon typisch is.
Planningsproces Individuele Ondersteuning (Thompson et al., 2009)
Component 1: Bepaal wensen en persoonlijke doelen
Component 2: Bepaal aard en intensiteit van ondersteuningsbehoeften
P Component 3: Ontwikkel het Individueel Ondersteuningsplan
D C
Gebruik uitkomsten van 1 en 2 om voorkeuren en prioriteiten te bepalen, ondersteuningsactiviteiten en hulpbronnen te identificeren. Stel IOP op als een ‘persoonlijk strategisch plan’. Component 4: Bewaak de voortgang Wordt het IOP ingevoerd en uitgevoerd zoals bedoeld?
Component 5: Evaluatie van het IOP A
Zijn de doelen bereikt? Zijn ze nog relevant?
ondersteuning • •
• •
De behoefte aan ondersteuning verschilt kwantitatief en kwalitatief van persoon tot persoon. De benodigde ondersteuning is afhankelijk van zowel persoonlijke wensen als van door professionals vastgestelde behoefte. Uit het vaststellen van problemen in intelligentie, redzaamheid, gezondheid op zich… volgt niet automatisch de behoefte aan ondersteuning. Ondersteuning dient rekening te houden met informatie uit diagnostiek en assessment. Voorafgaand aan elke dienstverlening dient deze informatie te worden getoetst door de relevante inhoudelijke disciplines.
Voorbeeld van instrument voor professioneel onderzoek van ondersteuningsbehoeften Op welk gebied ondersteuning nodig? Hoe intensief is ondersteuning nodig?
Domeinen: • Huiselijke activiteiten, • Samenleving, • Leren, • Arbeid, • Gezondheid en Veiligheid, • Sociale activiteiten, • Belangenbehartiging, • Speciale Medische en • Gedragsmatige behoeften Schaal Intensiteit van Ondersteuningsbehoeften - AAIDD/VILANS, 2006 (Instrument voor component 2 uit het Planningsproces Individuele Ondersteuning)
C. Uitkomstmodel: Kwaliteit van Bestaan
Quality of Life kader (Schalock, 2008)
Factor
Domein Persoonlijke ontwikkeling Zelfstandigheid Zelfbepaling Inter-persoonlijke relaties Sociale Sociale inclusie Participatie Rechten Emotioneel welzijn Welzijn Fysiek welzijn Materieel welzijn
Indicatoren
… … … … … … … …
• Uitkomsten van zorg en ondersteuning kunnen professioneel worden geëvalueerd met kwantitatieve en met kwalitatieve methoden, bijvoorbeeld: • Aan de hand van de SIS, • De Persoonlijke Ondersteuningsuitkomsten Schaal (POS)* • Audits volgens de methode ‘Zeg het Ons’ of ‘Perspectief’ • Kwaliteit van Bestaan schalen • Het Kwaliteit van Bestaan denken is duidelijk aanwezig in het Visiedocument Kwaliteit van de VGN (2006), IGZ, ZVN, en andere belangrijke stakeholders. *Loon, J. van, Geert Van Hove, Robert Schalock & Claudia Claes (2008). POS Persoonlijke Ondersteuningsuitkomsten Schaal. Antwerpen: Garant Uitgevers
Kwaliteit van Bestaan is een relevant kader voor planning en evaluatie: • op micro (individueel) niveau (ondersteuningsplannen, uitkomstschalen, Kwaliteit van Bestaan vragenlijsten, SIS…) • op meso (organisatie) niveau (klantervaringsonderzoek, Zeg het Ons, Perspectief, inhoudelijk kwaliteitskader…) • op macro (beleids) niveau (zie: Schalock et al., 2007; aansluiting bij de UN Convention of Rights of Persons with Disabilities).
• Er is samenhang tussen deze modellen onderling en tussen hun wetenschappelijke en sociaal-politieke paradigma’s. • Er is samenhang tussen (zowel klinische als organisatorische) methoden en instrumenten die op deze modellen zijn gebaseerd Schalock, R.L., Gardner, J.F. & Bradley, V.J. (2007). Quality of Life for People with Intellectual and Other Developmental Disabilities. Applications across individuals, organizations, communities, and systems. Washington: AAIDD
3. Conclusie • Inhoudelijke kennis is een conditio sine qua non om het ondersteuningsproces te organiseren en te managen. • Valide inhoudelijke kennis, methodieken en instrumenten om goede kwaliteit te leveren zijn beschikbaar. • Professionals èn organisaties dienen de inhoud van zorgprocessen te valideren aan de hand van inhoudelijke evidence based en consensus kennis. Conformeren van processen aan HKZ eisen is onvoldoende. • De positie van inhoudelijke professionals in de organisatie is cruciaal voor het bereiken van de organisatiedoelen.
4. Stellingen • Inhoudelijke kennis over zorg en ondersteuning is een kritische succesfactor voor het leveren van kwaliteit. Zonder inhoudelijke kennis geen zorg. • De vaak gehoorde tegenstelling tussen ‘inhoud’ en ‘management’ is een artefact. ‘Inhoudelijk management’ van ondersteuning moet hand in hand gaan met ‘management van hulpbronnen’. Beide zijn gericht op het behalen van cliëntresultaten. • De positie van de inhoudelijke professionals in de organisatie(structuur) bepaalt hun effectiviteit. Zijn ‘expertisecentra’ en ‘op afroep modellen’ wel effectief? • Professionals dienen hun werkwijzen te valideren aan de hand van bestaande wetenschappelijke en ‘best practice’ modellen. Deze zijn beschikbaar en toegankelijk. Scholing van professionals en toetsing van werkwijzen zijn sleutelwoorden. • Inhoudelijke professionals hebben binnen de organisatie een didactische functie naar uitvoerende ondersteuners, naar managers en naar het beleid van de organisatie.
Bronnen en literatuurverwijzingen Buntinx W.H.E. (2006). Schaal Intensiteit van Ondersteuningsbehoeften. Handleiding. Utrecht: NGBZ. Nederlandse vertaling van: Thompson, J.R., Bryant, B.R., Campbell, E.M., Craig, E.M., Hughes, C.M., Rotholz, D.A., Schalock, R.L., Silverman, W.P., Tassé, M.J. & Wehmeyer, M.L. (2004). Supports Intensity Scale. Users Manual. Washington: American Association on Mental Retardation. Loon, J. van, Geert Van Hove, Robert Schalock & Claudia Claes (2008). POS - Persoonlijke Ondersteuningsuitkomsten Schaal. Antwerpen:Garant Uitgevers nv Schalock R., Buntinx W., Brothwick-Duffy S., Luckasson R., Snell, M., Tassé M.J., & Wehmeyer M. (2007). User's Guide: Mental Retardation Definition, Classification, and Systems of Supports, 10th edition. Washington:American Association on Intellectual and Developmental Disabilities. Schalock, R.L., Borthwick-Duffy, S.A., Bradley, V.J., Buntinx, W.H.E., Coulter, D.L., Craig, E.M., Gomez, S.C., Lachapelle, Y, Luckasson, R., Reeve, A., Shogren, K.A., Snell, M.E., Spreatt, S., Tassé, M.J., Thompson, J.R., Verdugo-Alonso, M.A., Wehmeyer, M.L., & Yeager, M.H. (2010). Intellectual Disability: Definition, Classification, and Systems of Supports. Washington, D.C.: AAIDD. Schalock, R.L., Bonham, G.S. & Verdugo, M.A. (2008). The conceptualization and measurement of quality of life: Implications for program planning and evaluation in the field of intellectual disabilities. Evaluation and Program Planning, 31(2), 181-190. Thompson, J.R., Bradley, V., Buntinx, W.H.E., Schalock, R.L., Shogren, K.A., Snell, M., & Wehmeyer M.L. (2009). Conceptualizing Supports and the Support Needs of People with Intellectual Disabilities. Intellectual Disability. 47 (2), 135–146. Wehmeyer, M.L., Buntinx, W.H.E., Lachapelle, Y., Luckasson, R.A. & Schalock, R.L. (2008). The Intellectual Disability Construct and Its Relation to Human Functioning. Intellectual and Developmental Disabilities, 46:4, 311–318 World Health Organization (2001). International Classification of Functioning, Disability and Health. Geneva: author. World Health Organization (2007). International Classification of Functioning, Disability and Health. Childen & Youth version. Geneva: author.
Meer informatie over inhoudelijke modellen en instrumenten op:
www.buntinx.org
Buntinx Training & Consultancy / Maastricht University (Beleid, Economie en Organisatie van Zorg)
[email protected]
Nederland’s interdisciplinair kennisforum voor wetenschap en professionaliteit
Abonnement: € 48,- per jaar
Meer informatie over professionaliteit in de hulpverlening aan mensen met verstandelijke beperkingen Wat betekent professionaliteit: Voor de Sector Voor Onderwijs Voor Dagelijkse Begeleiders Voor de Orthopedagoog Voor de GZ-psycholoog Voor de AVG arts
Buntinx W.H.E., & Van Gennep, Th.G. (red) (2007). Professionaliteit in de hulpverlening aan mensen met verstandelijke beperkingen. Antwerpen/Apeldoorn: Garant - ISBN 978-90-441-2135-3