Proefhoofdstuk Medisch secretariaat

Proefhoofdstuk Medisch secretariaat www.centrumvoorafstandsonderwijs.be

www.centrumvoorafstandsonderwijs.be [email protected] +32 3 292 33 30

Kom je cursus inkijken: Antwerpen, Frankrijklei 127, 2000 Gent, Oude Brusselseweg 125, 9050 Hasselt, Simpernelstraat 27, 3511 Brussel, Timmerhoutkaai 4, 1000 +32 3 292 33 30 [email protected] Maak van je opleiding medisch secretariaat een succes! Beste toekomstige student, Hartelijk dank voor je interesse in de opleiding medisch secretariaat aan het Centrum Voor Afstandsonderwijs. Op de volgende pagina’s vind je een hoofdstuk en de volledige inhoudstafel van deze thuisstudie terug. Ook krijg je alle nodige informatie over de werking van onze school. Neem deze info rustig door, zo krijg je een goed beeld van de inhoud van de cursus en weet je zeker dat je voor de opleiding kiest die het beste bij jou past. Noteer alvast dat alle diploma’s die je via het CVA behaalt erkend zijn en uitermate praktijk- en dus jobgericht! Heb je na het inkijken van dit proefhoofdstuk nog vragen? Geef ons gerust een seintje op het nummer +32 3 292 33 30 of mail ons op [email protected]. Onze opleidingsconsulenten beantwoorden al jouw vragen en geven je persoonlijk advies omtrent je studiekeuze. Blader je graag door de volledige cursus? Ook dat kan. Het Centrum Voor Afstandsonderwijs geeft je op vier plaatsen in België de mogelijkheid om de cursussen geheel vrijblijvend in te kijken. Je kan de cursussen inkijken in de campussen van Het Centrum Voor Avondonderwijs VZW in Antwerpen, Gent en Hasselt of in Brussel. Je hoeft hiervoor geen afspraak te maken, kom gewoon vrijblijvend langs.

Ik wens je veel leesplezier en alvast veel succes met je studie!

Jo Vandevelde Opleidingsconsulent Centrum Voor Afstandsonderwijs


Medisch secretariaat: erkende opleiding en praktijkgerichte cursus

Deze moderne en praktijkgerichte opleiding kwam tot stand in samenwerking tussen het Centrum Voor Afstandsonderwijs en zelfstandige beroepsdeskundigen met jarenlange ervaring. Een duidelijke structuur maakt deze cursus zeer overzichtelijk. Op deze manier garanderen wij je een vlot studietraject. Op de volgende pagina’s vind je de volledige inhoudstafel van de opleiding en een gratis onderdeel uit de cursus terug.


Deel 1: Medische terminologie: de basis 1.

Medische termen

2.

Oefeningen

Deel 2: Anatomie en pathologie 1.

Het ademhalingsstelsel 1.1.

Anatomie

1.1.1.

De Neus

1.1.2.

De Keelholte

1.1.3.

Het Strottenhoofd

1.1.4.

De Luchtpijp

1.1.5.

De Longen

1.2.

Ziektes van het ademhalingsstelsel

1.2.1.

Longontsteking

1.2.2.

Bronchiëctasieën

1.2.3.

Primair Bronchuscarcinoom

1.2.4.

Longembolie

1.2.5.

Pneumothorax

1.2.6.

Stoflongen

1.2.7.

Mucoviscidose

1.2.8.

Tuberculose

1.2.9.

Astma

1.2.10.

COPD (Chronic Obstructive Pulmonary Disease)


1.3. 2.

Oefeningen

Het spijsverteringsstelsel 2.1.

Anatomie

2.1.1.

Het spijsverteringskanaal

2.1.2.

De alvleesklier

2.1.3.

De lever

2.1.4.

De galblaas

2.2.

Ziektes van het spijsverteringskanaal

2.2.1.

Ziektes van de mond

2.2.2.

Slokdarmziektes

2.2.3.

Ziekten van de maag

2.2.4.

Ziekten van de dunne darm

2.2.5.

Ziektes van de dikke darm

2.2.6.

Rectum en anus

2.3.

Pancreasziektes

2.3.1.

Acute pancreatitis

2.3.2.

Chronisch recidiverende pancreatitis

2.3.3.

Pancreascarcinoom

2.4.

Leverziektes

2.4.1.

Virale hepatitis

2.4.2.

Niet virale infectieuze leveraandoeningen

2.5.

Ziektes van de galblaas en galwegen

2.5.1.

2.6.

Galstenen

Breuken van de abdominale wand

2.6.1.

Liesbreuk


2.6.2.

Dijbreuk

2.6.3.

Navelbreuk

2.7. 3.

Het Bewegingsapparaat 3.1.

Anatomie

3.1.1.

Het Passieve Bewegingsapparaat

3.1.2.

Het Actieve Bewegingsapparaat

3.2.

Aandoeningen van het bewegingsapparaat

3.2.1.

Ziekten van de botten

3.2.2.

Rugproblemen

3.2.3.

Gewrichtsaandoeningen

3.3. 4.

Oefeningen

Oefeningen

Het hart en aanverwanten 4.1.

Anatomie

4.2.

Hartziektes en aanverwanten

4.2.1.

Atherosclerose

4.2.2.

Angina pectoris

4.2.3.

Acuut myocardinfarct

4.2.4.

Hartfalen

4.2.5.

Hartritmestoornissen

4.2.6.

Stoornis in het prikkelgeleidingssysteem

4.2.7.

Ziektes van de hartkleppen

4.2.8.

Arteriële hypertensie

4.2.9.

Het arteriële systeem

4.2.10.

Het veneuze systeem


4.3. 5.

6.

Oefeningen

Nierziektes 5.1.

Acute nierinsufficiëntie

5.2.

Chronische nierinsufficiëntie

5.3.

Het nefrotisch syndroom

5.4.

Hydronefrose

5.5.

Oefeningen

Endocrinologie 6.1.

De bijnieren

6.1.1.

Ziekte van Cushing

6.1.2.

Adrenogenitaal syndroom

6.1.3.

Ziekte van Addison

6.2.

De schildklier

6.2.1.

Ziekte van Graves

6.2.2.

Hypothyreoïdie

6.2.3.

De bijschildklieren

6.3.

De hypofyse

6.4.

De pancreas

6.4.1.

Hyperfunctie van de endocriene pancreas

6.4.2.

Hypofunctie van de endocriene pancreas

6.5.

Oefeningen


7.

Het vrouwelijk lichaam 7.1.

Anatomie en werking van de geslachtsorganen

7.2.

Gynaecologische problemen

7.2.1.

Endometriose

7.2.2.

Vaginitis

7.2.3.

Vaginisme

7.2.4.

Ontsteking van het kleine bekken

7.2.5.

Dysmenorree

7.2.6.

Amenorree

7.2.7.

Toxisch shock syndroom

7.2.8.

Premenstrueel syndroom

7.2.9.

Menopauze

7.2.10.

Cervicale dysplasie

7.2.11.

Cervixcarcinoom

7.2.12.

Goedaardige eierstokcysten

7.2.13.

Ovariumkanker

7.2.14.

Polycysteuze eierstokken

7.2.15.

Myomen in het endometrium

7.2.16.

Baarmoederkanker

7.3.

De borsten

7.3.1.

Borstkanker

7.3.2.

Borstvoeding

7.4.

Oefeningen


8.

Zwangerschap en geboorte 8.1.

Prenatale raadpleging

8.2.

Zwangerschapsproblemen

8.2.1.

Bloedingen

8.2.2.

Zwangerschapstoxicose

8.3.

De geboorte

8.4.

Complicaties bij de bevalling

8.4.1.

Schouderdystocie

8.4.2.

Uterusruptuur

8.4.3.

Cervixruptuur

8.4.4.

Perineumruptuur

8.4.5.

Vruchtwaterembolie

8.4.6.

Uitgezakte navelstreng

8.5.

Mogelijkheden

8.5.1.

Inleiden

8.5.2.

Effleurage

8.5.3.

Epidurale anesthesie

8.6.

Onderzoek van de pasgeborene

8.6.1.

Apgarscore

8.6.2.

Reflexen

8.7.

Complicaties bij de pasgeborene

8.7.1.

Prematuriteit

8.7.2.

Open rug

8.8.

Oefeningen


9.

Urologie 9.1.

Anatomie en werking

9.2.

Ziektes van de mannelijke organen

9.2.1.

Acute prostatitis

9.2.2.

Benigne prostaathypertrofie

9.2.3.

Prostaatkanker

9.2.4.

Torsio testis

9.2.5.

Niet ingedaalde testikels

9.3.

Oefeningen

10. Neurologie 10.1.

Werking en anatomie van het zenuwstelsel

10.2.

Aandoeningen van het zenuwstelsel

10.2.1.

Cerebrovasculair accident (CVA)

10.2.2.

Epilepsie

10.2.3.

Hersenschudding

10.2.4.

Hersenkneuzing

10.2.5.

Hersenvliesontsteking

10.2.6.

Spanningshoofdpijn

10.2.7.

Migraine

10.2.8.

Alzheimer

10.2.9.

Ziekte van Parkinson

10.2.10. Multiple sclerose 10.2.11. Chorea van Huntington 10.2.12. Spastische verlamming 10.2.13. Myastehnia gravis 10.2.14. Beschadiging van het ruggenmerg www.centrumvoorafstandsonderwijs.be [email protected] +32 3 292 33 30

10.3.

Oefeningen

11. Hematologie 11.1.

Anemie

11.2.

Leukemie

12. Dermatologie 12.1.

Acne

12.2.

Eczeem

12.3.

Wratten

12.4.

Moedervlek

12.5.

Melanoom

12.6.

Psoriasis

12.7.

Oefeningen

13. De zintuigen 13.1.

Het zicht

13.1.1.

Ablatio Retinae

13.1.2.

Bijziendheid

13.1.3.

Verziendheid

13.1.4.

Conjunctivitis

13.1.5.

Kleurblindheid

13.1.6.

Scheelzien

13.1.7.

Cataract

13.2.

Het gehoor

13.2.1.

Otitis media

13.2.2.

Otorroe

13.2.3.

Ziekte van Menière www.centrumvoorafstandsonderwijs.be [email protected] +32 3 292 33 30

13.3.

De reuk

13.4.

Het voelen

13.5.

Het proeven

13.5.1.

13.6.

Aften

Oefeningen

14. Infectieziektes 14.1.

Pathogene organismes

14.1.1.

Bacteriën

14.1.2.

Virussen

14.1.3.

Schimmels

14.1.4.

Parasieten

14.2.

Verschijnselen

14.2.1.

Lokale ontstekingsprocessen

14.2.2.

Koorts

14.3.

Rode Hond

14.4.

Kinkhoest

14.5.

Waterpokken

14.6.

Zona

14.7.

Bof

14.8.

Roodvonk

14.9.

Klierkoorts

14.10.

Gonorroe

14.11.

Chlamydia

14.12.

Syfilis


14.13.

Genitale herpes

14.14.

Genitale wratten

14.15.

AIDS

14.16.

Oefeningen

15. Medische beeldvorming 15.1.

RX

15.2.

Echografie

15.3.

CT-scan

15.4.

MRI-scan

15.5.

Oefeningen

16. Ziekenhuishygiëne 16.1.

Handen wassen

16.2.

Kledij

16.3.

Prikaccidenten

16.4.

Ziekenhuisinfecties

16.5.

Besmettingsbronnen

16.6.

Ziekenhuislinnen

16.7.

Reiniging en desinfectie

16.8.

Oefeningen

Deel 3: De Sociale zekerheid 1.

Geneeskundige verzorging en uitkeringen 1.1.

De dienst voor geneeskundige verzorging

1.1.1.

Tegemoetkomingen

1.1.2.

Honoraria www.centrumvoorafstandsonderwijs.be [email protected] +32 3 292 33 30

1.1.3.

Het RIZIV-nummer

1.1.4.

De nomenclatuur

1.1.5.

De SIS-kaart

1.1.6.

Code gerechtigde geneeskundige verzorging

1.1.7.

Ziekenhuisfacturatie

1.2.

2.

De dienst voor de uitkeringen

1.2.1.

Arbeidsongeschiktheid

1.2.2.

Moederschap

1.2.3.

Vaderschap

1.2.4.

Adoptie

1.3.

De dienst voor geneeskundige evaluatie en controle

1.4.

De dienst voor administratieve controle

1.5.

Algemene ondersteunende diensten

Gezinsbijslag 2.1.

De rechthebbende

2.2.

De bijslagtrekkende

2.3.

Het rechtgevend kind

2.4.

Het kraamgeld

2.5.

De adoptiepremie

2.6.

De kinderbijslag

2.7.

Wezenbijslag

2.8.

Bijkomende bijslagen

2.8.1.

Leeftijdsbijslagen

2.8.2.

Jaarlijkse bijslag

2.8.3.

Sociale bijslagen www.centrumvoorafstandsonderwijs.be [email protected] +32 3 292 33 30

2.8.4.

Bijkomende bijslag voor kinderen getroffen door een aandoening en voor gehandicapte kinderen

2.8.5.

De forfaitaire bijslag voor kinderen geplaatst bij een particulier

3.

Werkloosheid

4.

Pensioenen 4.1.

Het Rustpensioen

4.2.

Het Overlevingspensioen

5.

Arbeidsongevallen

6.

Beroepsziektes

7.

Jaarlijkse vakantie

8.

7.1.

Arbeiders

7.2.

Bedienden

Oefeningen

Deel 4: Communicatie 1.

Het communiceren 1.1.

Het communicatieproces

1.2.

Omgaan met elkaar

1.2.1.

De axen

1.2.2.

De inzet

1.2.3.

Het communicatiekanaal

1.2.4.

Interactietypes

1.3.

Feedback geven

1.3.1.

Wijzen om feedback te geven

1.3.2.

Regels voor het geven van feedback

1.3.3.

Regels voor het ontvangen van feedback

1.3.4.

Verkeerd gebruik van feedback www.centrumvoorafstandsonderwijs.be [email protected] +32 3 292 33 30

2.

1.4.

Assertiviteit

1.5.

Oefeningen

Telefoneren 2.1.

3.

Inkomende gesprekken

2.1.1.

Verwelkomen

2.1.2.

Het gesprek

2.1.3.

Doorverbinden

2.1.4.

Afsluiten

2.1.5.

Enkele tips

2.2.

Uitgaande gesprekken

2.3.

Het antwoordapparaat

2.3.1.

Je eigen antwoordapparaat inspreken

2.3.2.

Een bericht inspreken op iemand anders zijn antwoordapparaat:

2.4.

Voor- en nadelen van telefonische communicatie

2.5.

Oefeningen

Onthaal 3.1.

Algemeen

3.2.

Moeilijke situaties

3.3.

Conflictsituaties

3.4.

De praktijk

3.5.

Oefeningen


4.

Briefwisseling 4.1.

NBN-normen

4.1.1.

Datum

4.1.2.

Tijd

4.1.3.

Getallen

4.1.4.

Telefoonnummers

4.1.5.

Bankrekeningnummers

4.1.6.

Munteenheid

4.1.7.

Adressen

4.1.8.

Brieven

4.2.

De inhoud

4.2.1.

Zie de brief als een goed gesprek

4.2.2.

Zorg voor vitamine-R

4.2.3.

Neem de klant als vertrekpunt

4.2.4.

Gebruik alinea’s

4.3.

Medische verslagen

4.4.

Postbehandeling

4.4.1.

Inkomende post

4.4.2.

Uitgaande post

4.5.

Oefeningen

Deel 5: Secretariaat 1.

Beheer 1.1.

De agenda

1.2.

Het economaat

1.3.

De wachtruimte


2.

1.4.

De werkruimte

1.5.

Oefeningen

Het Medisch Archief 2.1.

Het medisch dossier

2.2.

Archiveren van medische dossiers

2.2.1.

Alfabetisch (op naam)

2.2.2.

Geboortedatum

2.2.3.

Inschrijvingsnummer

2.3.

Oefeningen


HOOFDSTUK 2: TELEFONEREN 2.1

Inkomende gesprekken

2.1.1

Verwelkomen

Je neemt de telefoon het best op na de eerste beltoon en voor de vierde beltoon. Neem niet te snel op, want dan kan de persoon aan de andere kant van de lijn even schrikken. Laat ze echter ook niet te lang wachten. Je gesprekspartner kan door het lange wachten immers geïrriteerd raken nog voor je een woord gezegd hebt! Het is belangrijk dat je de mensen op de juiste manier verwelkomt. Respecteer daarom de volgende volgorde als je een telefoon opneemt: a. “Goedemorgen” (of –middag / –avond) b. De naam van de firma, het ziekenhuis,…. c. De naam van je afdeling d. Je eigen voornaam 

Bijvoorbeeld: “Goedemiddag, firma Janssens, de boekhouding. Met Julie.” “Goedemiddag, Algemeen Ziekenhuis Sint-Jozef, Cardiologie. Met Anita.”

De twee laatste (afdeling en voornaam) zijn minder belangrijk. Vaak worden ze dan ook weggelaten. Je neemt best de manier over van de firma of het ziekenhuis waar je werkt. Veel mensen zeggen liever als laatste “goedemorgen” en vermelden eerst de firmanaam. Als je de telefoon opneemt, is het voor degene aan de andere kant van de lijn dikwijls moeilijk om je eerste woord te verstaan. Zijn gehoor moet als het ware nog wennen aan jouw stem. Het is minder erg als hij je welgemeende “goedemorgen” niet goed begrepen heeft, dan de firmanaam. Als je het niet gewoon bent om eerst “goedemorgen” te zeggen, dan zal het even duren vooraleer je je deze gewoonte eigen kan maken. 2.1.2

Het gesprek

Probeer goed te luisteren naar je gesprekspartner. Het is belangrijk dat je hem goed begrijpt. Je kan verschillende soorten vragen stellen tijdens je gesprek:


Gesloten vragen 

Voorbeeld: “Wil u graag een afspraak maken?”

Deze gesloten vragen gebruik je het best bij mensen die onduidelijk praten, teveel praten of net verlegen zijn. Je kan dan gemakkelijk zelf het gesprek leiden. Je krijgt in dit geval steeds ‘ja’ of ‘nee’ als antwoord. Open vragen 

Voorbeeld: “Waarmee kan ik u helpen?”

Stel je open vragen, dan kan je veel informatie bekomen, maar leidt de ander het gesprek. Als je dan te maken krijgt met iemand die veel praat, zal je gesprek veel te lang worden. Bij eerder verlegen personen zal je het daarentegen soms misschien wat moeilijk hebben om de juiste informatie los te krijgen. Probeer dus een goed evenwicht te creëren tussen open en gesloten vragen! Keuzevragen 

Voorbeeld: “Past het u om 14u of liever om 15u?”

Een derde mogelijkheid is om keuzevragen te stellen: mensen kiezen graag. Ze hebben in dat geval het gevoel dat ze ‘de baas’ zijn, maar eigenlijk heb je zelf de mogelijkheden afgebakend en het gesprek geleid. Als iemand verward spreekt, mag je ook gerust zeggen dat je het niet goed begrijpt. Zeg wel steeds dat het jouw schuld is – omdat er bijvoorbeeld teveel lawaai in je omgeving is - zodat je gesprekspartner zich niet schuldig zal voelen. Hoe doe je dit het best ? Spreek in de ik-vorm. Voorbeelden: 

“Meneer, u slaat alles door elkaar.” o



Beter is: “Meneer, ik begrijp het niet goed.”

“Meneer, u praat onduidelijk.” o

Beter is : “Meneer, ik versta u niet goed.” of: “Excuseer, er is hier nogal veel lawaai, kan u het even herhalen?”

Om zeker te zijn dat je alles goed begrepen hebt, kan je de boodschap nog eens kort herhalen. Dit is zeker nodig bij cijfers, zoals bijvoorbeeld telefoonnummers. Om je gesprekspartner een nog beter gevoel te geven, kan je tijdens het gesprek zijn naam een paar keer zeggen. Zorg wel voor een evenwicht, want als je dit te vaak doet, kan je betuttelend overkomen. Een of twee keer tijdens een gesprek is voldoende. Zo heeft je gesprekspartner het gevoel dat je hem kent en hem persoonlijk verder zal helpen.


Gebruik positieve taal: 

“Sorry voor het wachten.” o



“Ik ga u eventjes laten wachten.” o



Beter is: “Ik kom zo bij u terug.”

“Mag ik u even storen?” o



Beter is: “Bedankt voor het wachten.”

Beter is: “Kan ik u even spreken?”

“Als er nog problemen zijn, neem dan gerust contact met ons op.” o

Beter: “Als u nog vragen heeft, neem dan gerust contact met ons op.”

Zorg dat je altijd iets om te schrijven bij de hand hebt. Toon begrip voor de situatie van je gesprekspartner. Zeker als je in een ziekenhuis of dokterspraktijk werkt, is dit belangrijk. Vaak krijg je mensen aan de lijn die (medische) problemen hebben. Laat hen, indien nodig, even hun verhaal vertellen en toon begrip voor hun situatie. Dit kan voor veel patiënten heel opluchtend zijn. Dit hoeft natuurlijk ook niet te lang duren, je hebt immers nog ander werk te doen en de lijn mag niet te lang bezet zijn. Voor lange(re) gesprekken kan je deze personen beter aanraden een afspraak te maken met een opgeleide hulpverlener. Het is zeker niet de bedoeling dat jij ‘goede raad’ geeft. Even een luisterend oor bieden is al voldoende. 2.1.3

Doorverbinden

Als je een persoon wil doorverbinden, is het belangrijk dat je al wat informatie hebt om je collega die het telefoontje aan zal nemen in te lichten. Zorg dat je de naam van de opbeller kent en ook weet waarom hij een bepaald persoon wil spreken. Zo kan je iemand professioneel doorverbinden. Geef al deze informatie door aan je collega. Zo vermijd je dat de opbeller twee keer hetzelfde verhaal moet vertellen en kan je collega zich snel nog even voorbereiden op het gesprek. Het is ook belangrijk dat je iemand meteen naar de juiste persoon doorverbindt. Het is zeer vervelend om verschillende keren na elkaar doorverbonden te worden. Je kan dit vermijden door meteen de juiste vragen te stellen aan de opbeller. Voorbeeld: 

Patiënt: “Ik wil de dokter spreken.” o

Secretaresse: “Is het om een afspraak te maken of om de uitslag van een onderzoek te vragen?”




Patiënt: “Het is om de uitslag te vragen.” o

Secretaresse: “Dan zal ik de assistent van de dokter doorgeven. Hij heeft de uitslagen op zijn bureau liggen. Een klein ogenblikje alstublieft.”

Als de secretaresse in dit geval niets gevraagd zou hebben en de dokter gewoon had doorgegeven, dan had de dokter de patiënt opnieuw moeten doorverbinden naar de secretaresse. Zowel de dokter als de patiënt verliezen hierbij kostbare tijd. Maar wat als je wil doorverbinden, maar de persoon die je nodig hebt niet kan bereiken? Er zijn vier mogelijkheden: -

Vraag of de desbetreffende persoon mag terugbellen naar de patiënt/klant

-

Vraag of de patiënt/klant wil wachten

-

Vraag of de patiënt/klant een boodschap wil achterlaten

-

Vraag of een collega hem misschien mag helpen

2.1.4

Afsluiten

Om af te sluiten kan je samenvatten wat er gezegd is of wat er zal gebeuren. Je kan nog eens extra bevestigen dat alles in orde komt, zodat de ander gerustgesteld is. Je kan vragen of je misschien nog iets kan doen. Als allerlaatste zeg je bijvoorbeeld: “Bedankt en een prettige dag nog.” 2.1.5

Enkele tips

Denk ook eens na over wat jou irriteert als je naar een firma belt (bijvoorbeeld lange wachttijden, onduidelijk praten,…). Probeer dit dan ook te vermijden bij jouw klanten of patiënten. Heel veel inkomende gesprekken op een medisch secretariaat zullen patiënten zijn die bellen om een afspraak te maken. Doe ’s morgens als je aankomt op je werk allereerst je agenda open, zodat je dit niet meer moet doen als je met iemand aan het telefoneren bent. Je kan ook ’s morgens al even nakijken welke dokter op welke dag als eerste tijd heeft voor afspraken. Zo zal je goed voorbereid zijn op je eerste telefoontjes! Als de afspraak gemaakt is, herhaal dan voor het afsluiten nog eens kort de datum en het uur. Op die manier zullen er geen misverstanden ontstaan!


HOOFDSTUK 3: DE SOCIALE ZEKERHEID De sociale zekerheid is gebaseerd op solidariteit tussen: 

werkenden en werklozen



actieven en gepensioneerden



gezonde mensen en zieken



mensen met een inkomen en mensen zonder inkomen



gezinnen met kinderen en gezinnen zonder kinderen



…

De sociale zekerheid heeft twee taken: 

Een vervangingsinkomen geven bij loonverlies (pensioen, werkloosheid,…)



Een aanvullend inkomen geven bij sociale lasten (kinderen, ziektekosten,…)

De sociale zekerheid bestaat uit zeven takken: 

Geneeskundige verzorging en uitkeringen



Gezinsbijslag



Werkloosheid



Pensioenen



Arbeidsongevallen



Beroepsziektes



Jaarlijkse vakantie

Onderstaande grafiek geeft weer hoe de sociale zekerheid zijn budget verdeelde in 2006.


3.1

Geneeskundige verzorging en uitkeringen

Het RIZIV is een federale instelling van sociale zekerheid die de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen (GVU) beheert en controleert. RIZIV staat voor Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering. De GVU-verzekering zorgt voor de (gedeeltelijke) vergoeding van de medische kosten en voor de betaling van de uitkeringen in geval van arbeidsongeschiktheid, moederschap, vaderschap of adoptie. Het RIZIV beheert en controleert de GVU-verzekering. De ziekenfondsen zorgen voor de betaling van de uitkeringen en de medische kosten, de ziekenfondsen zorgen met andere woorden dus voor de uitvoering van de GVU-verzekering. Alle ziekenfondsen (bvb. CM Antwerpen) zijn aangesloten bij één van de vijf landsbonden (bvb. Landsbond der Christelijke Mutualiteiten). Bovendien heeft de overheid nog een afzonderlijk ziekenfonds opgericht voor diegenen die niet bij een vrij ziekenfonds wensen aan te sluiten: De Hulpkas voor Ziekte- en invaliditeitsverzekering. Het personeel van de NMBS heeft zijn eigen ziekenfonds.

Er zijn verschillende regelingen uitgewerkt voor verschillende mensen: 

De regeling voor werknemers



De regeling voor zelfstandigen



De regeling voor ambtenaren



De regeling voor zeevaarders



De regeling voor mijnwerkers



De regeling voor overzeese sociale zekerheid


De belangrijkste zijn natuurlijk de eerste drie. Het RIZIV bestaat uit vijf diensten:

3.1.1






De dienst voor uitkeringen



De dienst voor geneeskundige evaluatie en controle



De dienst voor administratieve controle



Algemene ondersteunende diensten


Taken: -

Voorwaarden bepalen voor de vergoedingen van de geneeskundige verstrekkingen.

-

Informeren van de zorgverleners over de honoraria/prijzen en regels die moeten worden toegepast.

-

Organiseren van het overleg tussen de verschillende partners (zorgverleners, ziekenfondsen,…)

In de praktijk kan men stellen dat de hele Belgische bevolking (op een paar uitzonderingen na) recht heeft op

(gedeeltelijke) terugbetaling van geneeskundige verstrekkingen die opgenomen zijn

in de

nomenclatuurlijst van de geneeskundige verstrekkingen. Men moet enkel zorgen dat men is aangesloten bij een ziekenfonds of bij de Hulpkas voor Ziekte- en invaliditeitsverzekering. 3.1.1.1 Tegemoetkomingen Als je naar een dokter gaat, moet je normaliter het volledige bedrag betalen. Je krijgt dan een getuigschrift mee dat je moet bezorgen aan het ziekenfonds. Het ziekenfonds betaalt dan in de meeste gevallen een deel terug. Het persoonlijk aandeel, dus het deel dat het ziekenfonds niet terugbetaalt, noemen we het remgeld. Een aantal personen krijgt een verhoogde tegemoetkoming: 

Weduwen en weduwnaars



Invaliden



Gepensioneerden



Wezen



Personen die recht hebben op een leefloon



Personen aan wie steun van het OCMW wordt toegekend



Gerechtigden op een inkomensgarantie voor bejaarden



Gerechtigden op een uitkering aan gehandicapten www.centrumvoorafstandsonderwijs.be [email protected] +32 3 292 33 30



Personen die recht geven op een verhoogde kinderbijslag



Werklozen die minstens 50 jaar oud zijn en minstens 1 jaar volledig werkloos zijn



De personen ten laste van al deze mensen



Natuurlijk is er ook een maximum vastgesteld aan hun inkomen! Als hun inkomen boven dit maximum uitstijgt, zullen zij geen recht meer hebben op een verhoogde tegemoetkoming.

Bepaalde mensen moeten bij de dokter enkel het remgeld betalen. Het deel van het ziekenfonds wordt dan rechtstreeks aan de dokter betaald door het ziekenfonds. Deze regeling noemen we de derdebetalersregeling en wordt ook voor iedereen (!) bij de apotheker en in ziekenhuizen toegepast. Het omniostatuut is een statuut dat de verhoogde tegemoetkoming uitbreidt tot alle gezinnen waarvan het inkomen niet hoger is dan een bepaald grensbedrag. De maximumfactuur (MaF) is een systeem dat ervoor zorgt dat elk gezin voor de gezondheidskosten niet meer moet betalen dan een bepaald grensbedrag per jaar. Dat grensbedrag hangt af van het gezinsinkomen en wordt per jaar berekend. Zodra het bedrag van het persoonlijk aandeel een vooropgesteld plafond bereikt, worden de kosten voor verdere verzorging integraal terugbetaald door het ziekenfonds. Een patiënt kan kiezen om een Globaal Medisch Dossier (GMD) te openen bij een huisarts. De patiënt krijgt dan een verhoogde tegemoetkoming terugbetaald van het ziekenfonds. Dit heeft men ingevoerd om de mensen te stimuleren altijd naar een vaste huisarts te gaan die over alle nodige gegevens beschikt. Zo vermijdt men dat onderzoeken onnodig twee keer worden uitgevoerd. 3.1.1.2 Honoraria Een arts kan zich conventioneren. Dit betekent dat hij het akkoord aanvaardt tussen de Nationale Commissie Geneesheren en de ziekenfondsen. In de praktijk betekent dit dat zij de vastgestelde tarieven voor geneeskundige verzorging toepassen. Ongeveer

95%

van

de

huisartsen

en

85%

van

de

specialisten

zijn

geconventioneerd.

Niet-geconventioneerde artsen mogen vrij hun tarieven bepalen. Het bedrag dat men aan een arts betaalt, is als volgt samengesteld:

Tegemoetkoming Wettelijk ereloon Remgeld Betaalde ereloon Ten laste van patiënt Ereloonsupplement


Een geaccrediteerde geneesheer is een arts die een aanvullende opleiding genoten heeft of gespecialiseerd is. Hij moet aan bepaalde voorwaarden voldoen: minimum 1250 patiënten per jaar zien, medische dossiers uitwisselen met collega’s en zich onderwerpen aan een kwaliteitsbeoordeling. Indien een arts geaccrediteerd is, mag hij een hoger tarief hanteren. De patiënt trekt deze verhoging volledig terug van het ziekenfonds. 3.1.1.3 Het RIZIV-nummer Medici en paramedici die erkend worden door het RIZIV, krijgen een RIZIV-nummer. Aan het RIZIV-nummer kan je zien wat voor arts of paramedicus het is, in welke provincie hij werkzaam is en welke bijscholingen hij gevolgd heeft. Een RIZIV-nummer bestaat uit elf cijfers. Ook ziekenhuizen, rust- en verzorgingstehuizen (RVT’s), revalidatiecentra, laboratoria,… krijgen een RIZIV-nummer toegewezen. 3.1.1.4 De nomenclatuur Bij het bezoek aan een zorgverstrekker krijgt men een getuigschrift voor verstrekte hulp mee. Hierop staat de datum, de verleende verstrekkingen (nomenclatuurnummers), de bedragen, de identificatie van de rechthebbende en de identificatie van de zorgverstrekker. De nomenclatuur is een gedetailleerde opsomming van de terugbetaalbare geneeskundige verstrekkingen, de tegemoetkomingen en de voorwaarden van terugbetaalbaarheid. Een nomenclatuurnummer bestaat uit zes cijfers. Men herkent hierin de aard van de verstrekking en ook of het over een ambulante zorg of een hospitalisatie gaat. 3.1.1.5 De SIS-kaart De

SIS-kaart

kunnen

we

eigenlijk

omschrijven

als

de

sociale

identiteitskaart.

De zichtbare gegevens zijn: naam en voornaam, geboortedatum, geslacht, datum van uitgifte, SISkaartnummer en rijksregisternummer. De beveiligde informatie staat op een elektronische chip: nummer van het ziekenfonds, aansluitingsnummer bij het ziekenfonds, recht op gezondheidszorg (of men in orde is met de ziekteverzekering) en recht op terugbetaling betalende derde. 3.1.1.6 Code gerechtigde geneeskundige verzorging Aan deze code kan men zien op welke terugbetalingen men recht heeft. Aan de codes kan je zien of het gaat om een zelfstandige of een werknemer en of de persoon een verhoogde tegemoetkoming krijgt of niet. 3.1.1.7 Ziekenhuisfacturatie Zo’n twee maanden na het ontslag uit het ziekenhuis zal de patiënt een factuur ontvangen. Dit moet volgens een eenvormig stramien worden opgemaakt en bestaat uit vijf delen: 3.1.1.7.1

Verblijfskosten

Dit

de

zijn

maaltijden

in

het

ziekenhuis,

de

huisvesting,

het

klein

medisch

materaal,…

De patiënt betaalt een persoonlijk aandeel dat wettelijk vastgelegd is en afhangt van het statuut en van www.centrumvoorafstandsonderwijs.be [email protected] +32 3 292 33 30

de duur van de hospitalisatie. Bovenop dit persoonlijk aandeel kan het zijn dat de patiënt nog een kamersupplement moet betalen als hij in een éénpersoonskamer of tweepersoonskamer verblijft. Per dag betaalt men ook nog een forfait voor terugbetaalbare geneesmiddelen. Sinds 2009 bedraagt dit 0,62 euro per dag. 3.1.1.7.2

Geneesmiddelen en implantaten

Komt aan bod in deel vier. 3.1.1.7.3

Forfaits en honoraria

Een ziekenhuis mag drie forfaits aanrekenen: -

Een forfait voor klinische biologie

-

Een forfait voor medische beeldvorming en consultance

-

Een forfait voor de medische wachtdienst (deze forfait wordt enkel aan het ziekenfonds aangerekend, de patiënt betaalt hier dus niets voor)

Bovenop de drie forfaits komen nog de honoraria die in vier groepen ingedeeld kunnen worden: -

Honoraria volledig ten laste van het ziekenfonds

-

Honoraria met remgeld en/of ereloonsupplement

-

Honoraria voor alle niet-terugbetaalbare prestaties

-

Persoonlijke tussenkomst voor technische verstrekkingen: een forfait van €16,40 (€ 0,00 voor personen met een verhoogde tegemoetkoming)

3.1.1.7.4

Andere leveringen

Bijvoorbeeld: bloed, gipsmateriaal, radio-isotopen, ontsmettende baden,… 3.1.1.7.5

Diverse kosten

Dit gaat over producten die niets met de medische zorg te maken hebben. Bijvoorbeeld: telefoongebruik, huur van televisie,… Er gelden andere tarieven voor daghospitalisatie en in psychiatrische ziekenhuizen.

3.2

De dienst voor de uitkeringen

Taken: -

Toekenningsvoorwaarden en berekeningsregels bepalen van de uitkeringsbedragen bij arbeidsongeschiktheid, moederschap, vaderschap en adoptie.

-

Regels bepalen voor de uitkering voor begrafeniskosten.

-

Beheren van de invaliditeitsdossiers.


3.2.1

Arbeidsongeschiktheid

In geval van ziekte worden niet enkel je ziektekosten terugbetaald, maar heb je als gerechtigde ook recht op uitkeringen die het loonverlies moeten dekken. Deze regelingen zijn enkel van toepassing op ziektes en ongevallen in de privésfeer. Alles wat als arbeidsongeval of beroepsziekte kan worden beschouwd, komt later aan bod. Arbeidsongeschiktheid bestaat uit twee tijdvakken: primaire arbeidsongeschiktheid en invaliditeit. 3.2.1.1 Primaire arbeidsongeschiktheid Deze periode duurt maximum 1 jaar en start bij het begin van de arbeidsongeschiktheid. Je ontvangt van je ziekenfonds 60% van je brutoloon. Natuurlijk is dit begrensd met een maximumbedrag. Vanaf de 7e maand is er ook een begrenzing met een minimumbedrag. De uitkeringen worden echter niet toegekend in de periodes waar men een gewaarborgd loon van de werkgever ontvangt. Arbeiders ontvangen gedurende de eerste 14 dagen een gewaarborgd loon, bedienden gedurende 30 dagen. Daarna ontvangt men een uitkering van het ziekenfonds. Deze uitkeringen worden berekend op een 6dagenweek. Men ontvangt dus 6 dagen per week een uitkering. Zodra je terug gaat werken, eindigt de periode van primaire arbeidsongeschiktheid. Als je echter binnen de twee weken terug ziek wordt, gaat men ervan uit dat men eigenlijk nooit genezen is geweest en loopt de periode van arbeidsongeschiktheid gewoon verder.

3.2.1.2 Invaliditeit De invaliditeitsperiode begint na 1 jaar primaire arbeidsongeschiktheid. Voor de bepaling van de invaliditeitsuitkeringen houdt men rekening met de gezinstoestand (personen ten laste hebben of niet) en met het al dan niet wegvallen van het enige inkomen. Ook hier gelden er maximum- en minimumbedragen. 65 % van het brutoloon, als men gerechtigde is met personen ten laste. 55 % van het brutoloon,

als

men

alleenstaande

is.

40 % van het brutoloon, als men samenwonende is. Voor zelfstandigen en ambtenaren gelden andere regelingen.


3.2.2

Moederschap

Zwangere vrouwen hebben recht op moederschapsverlof en een vergoeding tijdens dat verlof. Moederschapsrust is onderverdeeld in twee tijdvakken: -

voorbevallingsrust: minimum 1 week en maximum 6 weken voor de vermoedelijke bevallingsdatum.

-

nabevallingsrust: 9 weken vanaf de dag van de geboorte, eventueel verlengd tot maximum 14 weken met de voorbevallingsrust indien die niet werd opgenomen. In het geval van een meerling mag de moeder 2 weken extra voor- of nabevallingsrust nemen.

Bij overlijden of ziekenhuisopname van de moeder, kan de vader de rest van de nabevallingsrust van de moeder opnemen. De uitkering van een werkneemster bedraagt 82% van het loon tijdens de eerste 30 dagen en 75% van het loon vanaf de 31e dag. Ambtenaren krijgen gedurende de hele periode 100% van hun loon uitbetaald. Zelfstandige vrouwen hebben recht op slechts 6 weken moederschapsverlof. In het geval van een meerling krijgen ze 7 weken. Zij krijgen een forfaitaire vergoeding uitbetaald. 3.2.3

Vaderschap

Bij de geboorte van zijn kind, mag elke vader 10 dagen vaderschapsverlof nemen. Deze moeten binnen de 4 maanden vanaf de dag van de geboorte opgenomen worden. Tijdens de eerste 3 dagen ontvangt hij gewoon zijn loon. De volgende 7 dagen krijgt hij een vaderschapsuitkering van 82% van zijn brutoloon, begrensd met een maximumbedrag. Bij ambtenaren wordt de uitkering volledig door de werkgever betaald.


Vragenreeks Vul aan: 1. Wat zijn de 2 taken van de Sociale Zekerheid? ............................................................................................................................................................................................. 2. Geef de 7 takken waaruit de Sociale Zekerheid bestaat. ............................................................................................................................................................................................. ............................................................................................................................................................................................. 3. Geef de volledige benaming van RIZIV. ............................................................................................................................................................................................. 4. Aan welke voorwaarde moet men voldoen om recht te hebben op terugbetalingen van geneeskundige verzorging? ............................................................................................................................................................................................. ............................................................................................................................................................................................. 5. Wat is de benaming van het bedrag dat het ziekenfonds niet terugbetaalt inzake geneeskundige verzorging? ............................................................................................................................................................................................. 6. Geef 5 groepen van mensen die recht hebben op een verhoogde terugbetaling van het ziekenfonds. ............................................................................................................................................................................................. .............................................................................................................................................................................................


7. Geneeskundige Verzorging: Als het deel dat door het ziekenfonds wordt terugbetaald rechtstreeks aan de geneesheer wordt betaald en de zieke enkel het remgeld moet betalen aan de dokter, dan spreken we over: ............................................................................................................................................................................................. 8. Elk gezin moet voor de gezondheidskosten niet meer betalen per jaar dan een bepaald grensbedrag dankzij: ............................................................................................................................................................................................. 9. Wat is het grootste voordeel voor de patiënt van een GMD? .............................................................................................................................................................................................

10. Een arts die de vastgestelde tarieven voor geneeskundige verzorging hanteert, noemen we een: .............................................................................................................................................................................................


Afstandsonderwijs = studeren op je eigen tempo

Een thuisstudie volgen aan het Centrum Voor Afstandsonderwijs is de meest flexibele manier om je erkend diploma te behalen. Met een thuiscursus start je namelijk wanneer het jou het beste uitkomt. Je studeert waar en wanneer je wil, en legt examen af wanneer jij er klaar voor bent. Erg handig als jouw leven meer is dan studeren alleen! Tijdens je studie kan je rekenen op de professionele begeleiding van een persoonlijke docent. Met de taken die je docent aan elk hoofdstuk heeft toegevoegd, oefen je jezelf in de praktijk, en bereid je je optimaal op het examen voor. Heb je vragen, of wil je je gemaakte oefeningen uit de cursus laten verbeteren? Dan stuur je je docent een mailtje via het online leerplatform (je krijgt een toegangscode bij inschrijving). In het inschrijvingsgeld is twaalf maanden begeleiding van je docent inbegrepen. Klaar met studeren? Dan leg je examen af op één van onze examenlocaties in Antwerpen, Gent of Hasselt. Je hebt vijf jaar de tijd om je examen af te leggen en je beslist zelf wanneer je dit wil doen. Dit kan bijvoorbeeld al na drie maanden, maar ook na een jaar; de keuze is aan jou! Geslaagd? Dan krijg je je diploma binnen de 14 dagen. Je kan hiermee meteen solliciteren als werknemer of als zelfstandige starten (mits je ook een attest bedrijfsbeheer hebt). Al onze diploma’s zijn erkend en zijn een fikse meerwaarde op de arbeidsmarkt. Niet van de eerste keer geslaagd? Geen nood. Je kijkt je examen in, en leert van je fouten. Vervolgens mag je gratis herexamen afleggen. Examen afleggen is trouwens nooit verplicht.


Zes ijzersterke redenen om te studeren aan het CVA 1. Je behaalt een erkend diploma  Het Centrum Voor Afstandsonderwijs bezit het ISO 9001-2008 certificaat. Dit is een onafhankelijk kwaliteitslabel dat elk jaar opnieuw, na een grondige audit, moet worden toegekend. Zowel ons cursusmateriaal als de docenten en de secretariaatswerking kregen en krijgen een positieve beoordeling. Dit is jouw beste garantie voor een kwaliteitsvolle en degelijke opleiding.  Het Centrum Voor Afstandsonderwijs is door een groot aantal beroepsfederaties erkend. Je kan je met je diploma bij deze federaties aansluiten en genieten van allerlei voordelen. Bij werkgevers in verschillende sectoren heeft het diploma een grote troef bij je sollicitatie en biedt het je vaak werkzekerheid.  Bovendien zijn onze diploma’s internationaal erkend door de International Association of Professional Education (IAPE), die alle beroepsopleidingen wereldwijd registreert en accrediteert. De IAPE controleert en beoordeelt de kwaliteit van professioneel onderwijs van instellingen zoals universiteiten, hogescholen, publieke en private opleidingsverstrekkers, docenten en onderwijsinstellingen voor volwassenen. 2. Je kiest voor een praktijk- en jobgerichte opleiding  Al onze opleidingen en cursussen worden ontwikkeld en geschreven door zelfstandige specialisten met jarenlange beroepservaring. Je gaat er meteen mee aan de slag. Dankzij onze jarenlange ervaring weten we precies welke onderwerpen, extra uitleg of praktijkvoorbeelden het verschil maken. Hierdoor bereik je snel je doel: je carrière een boost geven of een nieuwe job vinden.  Het contact tussen jou en je docent is maximaal door gebruik van ons online studentenplatform. Al je vragen zullen binnen de 48 uren worden beantwoord.  Momenteel is er in het bedrijfsleven veel vraag naar goed opgeleide werknemers. Het diploma dat je behaalt is een internationaal erkend diploma. Deze cursus biedt daarom zeer goede perspectieven op de arbeidsmarkt en een groot voordeel tijdens je sollicitatie. Veel afgestudeerde studenten startten reeds hun eigen succesvolle zaak na het volgen van een opleiding bij het CVA. Wij zijn dan ook een echte ondernemersschool die startende


ondernemers met veel plezier begeleidt in hun eerste stappen naar een carrière als zelfstandig ondernemer. 3. Je kiest voor maximale flexibiliteit  Thuisstudie is uiterst flexibel. Jij bepaalt zelf wanneer je studeert, hoe lang, en wanneer je examen aflegt. Je hebt je toekomst dus zélf in de hand! Ideaal als je je studie wil combineren met een job, kinderen of andere activiteiten. 4. Je weet zeker dat je de opleiding kiest die bij je past  Nog vragen? Extra informatie nodig? Kom dan gewoon langs op één van onze inkijklocaties (Antwerpen, Brussel, Gent, Hasselt) voor een adviserend gesprek met één van onze professionele opleidingsconsulenten. Zij helpen jou met veel plezier bij het ontwikkelen van een studietraject dat volledig aan jouw eisen en wensen voldoet. Je kan er ook je volledige cursus inkijken! 5. Je kan boeiende stages lopen  Het CVA helpt je carrière op weg! Heel wat studenten kiezen ervoor om tijdens hun opleiding stage te lopen, ook al is dat in de meeste gevallen geen verplichting. Je docent begeleidt je in jouw keuze van een stageplaats en jouw opleidingsconsulenten brengen de nodige papieren in orde. Een handige manier om praktijkervaring op te doen, waardevolle referenties te krijgen en connecties te leggen! 6. … Dit aan een uiterst scherpe prijs!  Wist je dat het CVA elk jaar meer dan 12.000 studenten telt? Door die schaalgrootte kunnen we jouw cursus tegen een bijzonder scherpe prijs laten drukken en verzenden. Zonder in te boeten op de kwaliteit van het lesmateriaal.  Het examen dat je aflegt op onze school is in je inschrijvingsgeld inbegrepen (inclusief herkansingen!). Geen verborgen kosten bij het CVA!  Je kan mogelijk genieten van extra financiële voordelen bij je inschrijving, zoals de Ondernemerskorting voor startende ondernemers, korting indien meerdere familieleden dezelfde opleiding volgen, korting bij het volgen van een studietraject dat bestaat uit meerdere cursussen enz. Bel onze opleidingsconsulenten (03 292 33 30) tijdens je inschrijving om te weten voor welke korting jij in aanmerking komt.


Overtuigd? Start vandaag nog! Schrijf je snel en eenvoudig in: Wie studeert aan het Centrum Voor Afstandsonderwijs heeft een streepje voor. Moderne werkgevers hechten veel belang aan permanente bijscholing en een praktijkgerichte kennis. Onze school bouwde in de loop der jaren op dit vlak een ijzersterke reputatie op. Alle diploma’s die je behaalt via het Centrum Voor Afstandsonderwijs zijn erkend, en verhogen je kansen op de arbeidsmarkt. Jouw keuze gemaakt? Dan hoef je je alleen nog in te schrijven. Je hebt hiervoor 3 opties: 1. Je vult het inschrijvingsformulier in op www.centrumvoorafstandsonderwijs.be 2. OF je mailt naar [email protected] 3. OF je maakt gebruik van het inschrijvingsformulier op de volgende pagina (als je je rechtstreeks op één van onze locaties komt inschrijven). Je inschrijving is pas definitief nadat we ook je cursusgeld ontvangen. Het inschrijvingsgeld voor de cursus medisch secretariaat bedraagt €249 en bevat de kostprijs van het cursusboek, de begeleiding van jouw docent en het (her)examen bij ons op school. Na ontvangst van je inschrijvingsgeld krijg je van ons een bevestigingsmail. Je krijgt je cursus dan binnen de week toegestuurd, zodat je meteen aan de slag kan! Veel succes!


INSCHRIJVINGSFORMULIER THUISSTUDIE MEDISCH SECRETARIAAT Naam: Voornaam: Straat + Huisnummer: Postcode + Gemeente: Telefoon: GSM: E-mailadres: Geboortedatum: Heb je bij ons al een cursus gevolgd?

JA - NEE

Wens je een factuur na je betaling?

JA - NEE

Bij ja, vul hier je bedrijfsnaam en BTW-nummer in: O Ik ga akkoord met de algemene voorwaarden zoals ze vermeld staan op onze website.

(handtekening)

Je inschrijving is pas definitief nadat we ook je inschrijfgeld ontvangen. Het inschrijvingsgeld voor de cursus medisch secretariaat bedraagt €249 en bevat de kostprijs van de cursus, de begeleiding van je docent en je examen bij ons op school (en eventuele herexamens).

Veel succes met je opleiding en je verdere carrière!


Proefhoofdstuk Medisch secretariaat

Recommend Documents