o Ro ting U
Jaargang 2, nummer 1 Januari 2011
Proef Preforma - Steenwol Er is tegenwoordig een ruime keuze aan substraten en media, maar een nieuwe speler op de markt maakt een beloftevolle entree. Het gebruik van inerte media is de norm geworden in de hydrocultuur. De populairste media bleken blokken van steenwol of steekschuim te zijn, die algauw de norm werden in de hydrocultuur. Deze veenvrije substraten verenigen veel van de kwaliteiten die potgrond en dergelijke niet bieden, bijvoorbeeld dat ze inert en steriel zijn en niet uit elkaar vallen wanneer ze met water verzadigd raken. De behoefte aan dit soort materiaal zal alleen maar toenemen naarmate landbouwmethoden veranderen en hydrocultuur gangbaarder wordt. Nu de maatschappij steeds 'groener' en milieubewuster wordt, zoeken we producten die van duurzaam materiaal worden gemaakt. We willen vernieuwbare bronnen die niet tot in lengte van dagen op een vuilstort blijven liggen. En als dat u niet aanspreekt, willen de tuinders gewoon met nieuwere en betere materialen werken. Hier komt Preforma om de hoek kijken! Een nieuw product van Jiffy, Preforma, heeft dezelfde kenmerken die tuinders in traditionele veenvrije substraten zoeken, zoals sterielheid en een beschermd plekje om je zaailingen te laten groeien. Het medium bestaat uit verschillende materialen zoals turf en/of kokosvezel, voorzien van voedingsstoffen en gemengd met een polymeer om het geheel goed samen te houden. Wat betekent dit voor u? Om te beginnen zult u beter kunnen slapen wanneer u weet dat de Preforma plug die u gebruikt, in korte tijd biologisch wordt afgebroken als u hem tenminste niet in de tuin of in de compostton gooit. Steenwol daarentegen wordt niet afgebroken en blijft onaangeroerd. Die is dan ook van steen gemaakt. De Preforma plug kunt u steeds weer nat maken en zelfs een maand in water laten liggen, hij blijft intact. Vaak vallen gecomprimeerde media uit elkaar en laten ze vuil achter of doen ze machines vastlopen. Hierdoor worden ze meestal uit de hydrocultuur geweerd. De plug is gemaakt van kokosvezels, die een bijproduct van de kokosteelt zijn en redelijk houdbaar blijven. Verder hebben kokosvezels schimmelwerende eigenschappen, waardoor ze uw planten tegen wortelziekten beschermen, zoals Pythium. Bent u al overtuigd? Wacht, er komt nog meer! Niet alleen dat, het product is ook redelijk geprijsd vergeleken met andere opties zoals steenwol. Nu wordt het echt interessant.
In een recente vergelijkende proef testte een sla-teler de Jiffy Preforma en het medium dat hij standaard gebruikt, steenwol. Deze tuinder had de afgelopen 5 jaar steenwol in diverse experimenten en tests met verschillende gewassen geprobeerd, en was een overtuigd gebruiker. "Het is een steriel medium. Ik weet wat erin gaat en wat eruit komt. Het is goedkoop en weegt niet veel. Ik vind het uitstekend spul," zei de teler uit Tucson, Arizona. Hij was op zoek naar meer natuurlijke producten voor zijn sla-productie en had het Jiffy product gezien op de jaarlijkse vakbeurs Greenhouse Crop Production and Engineering. Bij voorafgaande proeven was de Preforma goedbevonden en nu wilde hij het medium op grotere schaal testen in een zoektocht naar de perfecte media voor slateelt met hydrocultuur. In het najaar van 2010 werden in een diep hydrocultuursysteem in Tucson Jiffy Preforma en Grodan Rockwool plugs naast elkaar geplaatst. Dit hydrocultuursysteem was niet-recirculerend en niet-belucht en maakte gebruik van een normale voedingsoplossing. De EC en de pH van het systeem lagen respectievelijk rond de 1,0 dS/m en 6,0. De 500 pluggen met drie soorten sla, twee summercrisp en één botersla, werden 14 dagen na het zaaien verplant. Na 5 weken werden de planten geoogst en gewogen.
Steenwol
ge gevallen met versterkte bladpigmentatie die soms randen met een lichtrode schijn opleverde. Sommige van de planten in steenwol raakten in hun groei belemmerd door de planten in Preforma, doordat ze minder licht ontvingen. Daardoor hadden ze te weinig gewicht om verkocht te worden. Na het oogsten waren er duidelijke esthetische verschillen in formaat, volume en weelderigheid. Vers wogen de meeste Jiffy-planten zo'n 30 à 40% meer dan de steenwolplanten. Na nog wat proeven was de tuinder over de streep. Hij paste zijn productiemethoden aan en gebruikt sindsdien Jiffy Preforma als standaardmedium voor zijn hydrocultuur met sla en kruiden. Fred van Dop/Michael Brenner
Jiffy
In dit nummer:
Er was onmiddellijk een verschil merkbaar binnen de eerst 10 dagen na de ontkieming. De planten in Preforma kregen al hun eerste blad terwijl de planten in steenwol zich nog in de cotyledonfase bevonden. Doordat er werd gewacht tot de planten in steenwol hun eerste echte blad kregen, raakte de competitie enigszins geëtioleerd (lang en bleek). Maar dat hield Jiffy niet tegen. De meeste planten in Preforma vertoonden een versnelde groei. In deze proef liepen de planten in Preforma ongeveer een week voor op het oogstschema. Tijdens de groei zagen de planten in de Preforma er meer weelderig uit, in sommi-
Proef Preforma - Steenwol
1
Substraat voor bakken, hangbakken en jardinières
2
Beurzen
3
Ontwikkelingen in Hydroponics in Oost-Canada
4
Levermos bestrijden tijdens productie in de kas
5
Ro(o)uting 2
Jaargang 2, nummer 1
Substraat voor bakken, hangbakken en jardinières In een stedelijke omgeving en in voor de planten stress veroorzakende omstandigheden heeft bovengrondse beplanting alle steun nodig die ze kan krijgen van de voedingsbodem. De keuze van een goed aangepast substraat is essentieel voor de zomerbloei.
Jiffy biedt een substraat aan dat aan alle eisen voldoet. Het moet in de eerste plaats geschikt zijn voor de inhoud: de grootte, met of zonder waterreserve, handmatige of automatische begieting. Daarna moet het aan de klimaatvereisten voldoen: het zonneschijnpercentage, de windkracht en het schaduwpercentage overdag. Ten slotte moet het voldoen aan de behoeften van de planten: begietingsfrequentie, stabiliteit van het substraat op basis van de kweekduur. Kortom, goede potgrond moet polyvalent, drainerend en luchtig zijn, met een goed waterretentievermogen en een goede vochtopname en -verdeling.
draineren veroorzaken niet alleen waterverlies, maar ook uitloging, het verlies van voedingselementen. Jiffy gebruikt witveen, perliet, TBF en Micromax.
af. Zo kunt u dankzij de klei en de waterretentiemiddelen heel flexibel besproeien en bovendien veel werk besparen. Jiffy gebruikt witveen, Florisol klei en Fertisorb.
Het vocht opnemend vermogen verbetert: Als een substraat lange tijd niet meer gegoten wordt, zal het veen ondanks zijn waterretentiekwaliteiten hydrofoob worden en zal het heel moeilijk terug water opnemen. Men moet dit verschijnsel dus beperken door aan het substraat stoffen toe te voegen die het terug vocht opnemen versterken. Dit zijn natuurlijke stoffen, zoals witveen uit blokken geproduceerd (fractie), kokoschips en kokosvezel. Vulkaanzand en klei hebben eveneens een gunstig effect op de verspreiding. (Zie kader over Florisol klei). Er zijn ook industriële stoffen, zoals bevochtigingsmiddelen. Deze polymeren beperken de hydrofobie en vergemakkelijken de penetratie en de spreiding van het water in het hele substraat. Jiffy gebruikt witveen, perliet, Florisol klei en Fiba Zorb.
Fertisorb Fertisorb is een waterretentiemiddel waarmee de besproeiingsfrequenties kunnen worden gereduceerd en het bewortelen en de groei van planten verbetert. Het middel is werkzaam gedurende een minimum van twee jaar en kan tot 200 maal het eigen drooggewicht aan water opnemen en terug afgeven.
Wat mag u verwachten van een substraat van Jiffy?
Fiba Zorb Bevochtigingsmiddel dat de waterkenmerken van potgrond 4 tot 6 maanden in stand houdt. Potgrond dat veen bevat, wordt hydrofoob wanneer de vochtigheid onder de drempel van 50% daalt. Fiba Zorb voorkomt en corrigeert dit verschijnsel door het water gemakkelijker te laten doordringen in het hele volume potgrond.
De beworteling verbetert: In tegenstelling tot een beplanting in volle grond, kan de grond niet worden bewerkt om het doorwortelen te verbeteren. Een van de weinige manieren om het bewortelen te verbeteren is dan de technische en fysieke eigenschappen van een substraat goed te kiezen. Naast een aangepaste pH moet het substraat ook voldoende structuur hebben om een goede beluchting te bieden. De verhouding lucht/water is cruciaal. Let op: substraten die te veel
Het retentievermogen stijgt: Met het oog op waterzuinigheid en besproeiingsplannen is het belangrijk om een zeker gehalte aan water in het substraat vast te houden. Dus moet er klei worden gebruikt. Maar een plant profiteert pas maximaal van irrigatie wanneer wij een beroep doen op waterretentiemiddelen. Ze worden toegevoegd aan het mengsel voor het planten. Ze absorberen het irrigatiewater door in volume te verhonderdvoudigen en geven het water daarna geleidelijk terug
Men moet een onderscheid maken tussen de begrippen "vocht opnemend vermogen" en "retentievermogen". Het vocht opnemend vermogen is het vermogen van een substraat om zich te rehydrateren na een periode van droogte, wanneer het hydrofoob wordt. Retentievermogen wijst op de beschikbaarheid van water die een substraat kan hebben en zijn capaciteit tot geleidelijke teruggave ervan. Florisol klei - Snelle absorptie en verspreiding van water in het mengsel. - Zeer homogeen wortelen in het totale substraatvolume. - Een kleine dosis voorkomt een te snelle uitdroging van de potgrond. - Geen uitloging in vochtige cultuuromstandigheden. - Aangepast aan een cultuur "op het droge". - Klei bestaande uit 3 lagen. - Gewonnen in een unieke exploitatie in de Taunusheuvels in Duitsland.
Diagram van een type klei in 3 lagen
Homologatie en normering: In Frankrijk schrijft de wetgeving voor dat substraten aan een
Ro(o)uting 3
Jaargang 2, nummer 1
Substraat voor bakken, hangbakken en jardinières voorafgaande homologatie worden onderworpen alvorens een vergunning voor het in de handel brengen te verkrijgen, behalve wanneer ze beantwoorden aan een Franse of Europese norm met verplicht karakter. De meeste in de handel gebrachte substraten vallen onder die uitzondering. Het betreft de norm NFU44551 van 2002 die de toevoeging van verschillende additieven zoals meststoffen, waterretentiemiddelen en bevochtigingsmiddelen aan substraten toelaat. De additieven zelf moeten wel gehomologeerd zijn vooraleer het hele product in de handel mag worden gebracht. Bepaalde stadsbesturen eisen een afschrift van de winningsvergunning die de lokale autoriteiten afleveren aan de producenten van het veen en een afschrift van de reconstructie van het veengebied
na de oogst. Jiffy is heel milieubewust. De reconstructie van de veenderijen verloopt dan ook volgens heel strenge regels. Jiffy heeft als doelstelling teelten zonder uitzondering tot een succes te brengen en voortdurend te verbeteren, en u bij elke levering een constante kwaliteit te bezorgen. Een strikte aanpak is essentieel, want dit is de beste manier om onze gemeenschappelijke
kwaliteitseisen te vervullen. Dit uit zich in interne en externe controles. Intern: Wij blijven in elke productiefase van onze substraten, van de zorgvuldige keuze van de veengronden tot de levering van het mengsel, aandachtig: - Regelmatige controle van het winningsproces van onze grondstoffen. - Ononderbroken fysische en chemische analyses in onze laboratoria. - Bewaren van monsters van de verzonden mengsels. - Teeltanalyses door onze technici. - ISO-certificering. Extern: Wij hebben ervoor gekozen om lid te zijn van RHP. Dit vormt voor onze klanten de beste garantie. Deze onafhankelijke organisatie controleert: - De oorsprong van onze veen soorten. - De oorsprong van al onze andere grondstoffen. - De transportketen van de grondstoffenleveringen. - Controles van de substraten die bij de professionele kwekers worden geleverd. - RHP-certificering. Wat zit er in dit substraat van Jiffy? - Witveen, in blokken geëxtraheerd en tot fracties verwerkt, dit verzekert een goede verhouding lucht/water voor een uitstekende beluchting. - Perliet met een minimumgehalte van 10% zorgt voor een optimale drainage, zelfs bij
-
-
-
-
hevige regenval, geen wortelverstikking. Minimaal 3% klei zorgt voor een betere verdeling van de vochtigheid in het substraat en beperkt de uitloging, meer wortels. Waterretentiemiddel (min. 2 kg/m3) zorgt ook voor een toe name van het retentievermogen van water en nutritieve elementen, er wordt minder gesproeid. Een bevochtigingsmiddel (250 g/m3) zorgt ervoor dat het substraat snel en homogeen terug vocht opgeneemt, er wordt korter gegoten. Micromax Premium (150g minimum) voegt sporenelementen toe die gedurende 16 maanden vrijkomen, meer flexibiliteit.
Ontwikkeling: Stadsbesturen kampen met een krimpend budget. Een goedkopere potgrond dient zich dus aan. Moet Jiffy een standaard substraat voorstellen dat minder technisch is om aan de verlangens van de klant te voldoen? Bijvoorbeeld door de hoeveelheid bevochtigings- en waterretentiemiddel te reduceren? Maar stadsbesturen kampen ook nog met een ander probleem, het personeelsprobleem. Veel werknemers die met pensioen gaan, worden niet langer vervangen. Het zou dus niet wijs zijn om een substraat voor te stellen dat meer tijd vergt voor het irrigatiebeheer. Daarom stelt Jiffy voor een substraat te gebruiken dat de beste verhouding kwaliteit/prijs/resultaat biedt! Arnaud Ponsin
Beurzen Datum
Beurs
9 februari
GAN
15-17 februari
Salon du Vegetal
15-17 februari
Tuinbouw Relatiedagen
26 maart - 1 april
California Spring Trials
Stand nr. 179 G189 477
Plaats
Land
Bournemouth
UK
Angers
Frankrijk
Gorinchem
Nederland
California
USA
Ro(o)uting 4
Jaargang 2, nummer 1
Ontwikkelingen in Hydroponics in Oost-Canada Jiffy Growbags in OostCanada De tuinbouwregio Leamington in het zuidwesten van Ontario beslaat zo'n 1000 hectare met groenteteelt in hydrocultuur en vormt een groot potentieel voor het Growbag en Growblock systeem van Jiffy. Het tuinbouwareaal neemt nog steeds met zo'n 550 hectare per jaar toe. In Ontario en Québec zijn nog eens 200 hectare met in hydrocultuur geteelde groente te vinden. In een sector als de groenteteelt in hydrocultuur in Oost-Canada (provincies Ontario en Québec) blijkt dat in ruim 60% van de gevallen kokosvezel en in de resterende 40% steenwolblokken worden gebruikt. Jiffy Products Sri Lanka is een ultramoderne fabriek waarin uit de beste kokosvezels de Jiffy Growbag en Growblock worden gemaakt, dit alles volgens de strenge RHP-certificatie. Deze fabriek maakt Growblocks en Growbags die de producten van de concurrentie overtreffen. Bovendien biedt Jiffy een geheel nieuw product, de Jiffy Growblock. Het werkt als het ware in symbiose met de Jiffy Growbag, wat een extra reden is om voor het Jiffy hydrocultuursysteem te kiezen. Er zijn bij grote hydrocultuurtuinders diverse uitvoerige test gedaan, met één of twee volledige rijen van Jiffy Growbags, zodat ze het Jiffy materiaal met hun bestaande kokosvezelzakken of steenwolblokken konden vergelijken. Meestal wordt er gewerkt van november tot januari voor de jaarlijkse aanplant en van juni tot augustus voor een tussentijdse aanplant. De tests boden de kans om meer te leren over de concurrentie, de gebruikte maten van growbags en het aantal benodigde planten- en drainagegaten. Na de succesvolle tests verkocht Jiffy deze tevreden klanten een groter aantal Growbags voor een hele irrigatiezone (meestal ½ tot 1 hectare), dit om de opbrengst beter te vergelijken en vooral om nauwkeurig waterbeheer voor de Jiffy Growbags op te zetten in relatie tot de andere gebruikte zakken.
In 2009 deden zes bedrijven mee aan een proef met 1-2 rijen. Dit leidde ertoe dat drie belangrijke bedrijven in 2010 een eerste order plaatsen voor Jiffy Growbags voor meer dan de helft van hun capaciteit (20 hectare). Doorslaggevend voor deze vroege gegadigden was het feit de Jiffy Growbags een RHP-certificaat dragen, hetgeen inhoudt dat het wassen en bufferen volgens de strikte RHP-regels gebeurt, zonder uitzondering.
Jiffy Growbag met peper test bij Nature Fresh
Jiffy Growbag met groenebonen test bij Lettuce Alive
Jiffy Growbag met tomaten test bij Masco Farms
Voor tuinders betekent RHP-certificatie minder werk, omdat zout en looistoffen al door Jiffy zijn weggespoeld, en een oogst die
bijna een week vroeger kan beginnen. Bovendien hebben tuinders geen stress omdat er geen loog in de goten terechtkomt. Ze kunnen immers meteen water gaan hergebruiken en hoeven zich geen zorgen te maken dat ze bij milieucontroles een boete oplopen. De gemiddelde prijs van kokosvezelzakken bedraagt 0,06 tot 0,12 Canadese dollar per liter. Jiffy Growbags zitten aan de bovenkant van dit prijssegment vanwege de hoge kwaliteit en de RHPcertificatie. Ons doel in Oost-Canada is 50 hectare tegen het eind van 2011, als alle proeven positief uitvallen. Tuinders wensen een gelijkmatige kokosvezelkwaliteit, jaar na jaar, en dit zal in de toekomst de belangrijkste succesfactor voor de Growbags van Jiffy zijn. Jiffy kan ook een betere partner zijn voor de tuinders door Growbags op maat en voorgeknipte planten- en drainagegaten te leveren en ondersteuning te bieden om gebruikte zakken te recyclen of te composteren. De ontwikkeling van de Growblocks wordt voortgezet, want bepaalde technische aspecten moeten worden aangepakt, in het bijzonder wanneer automatisering aan de orde is. Er zijn drie belangrijke vermeerderaars in Ontario met een productie van meer dan 20 miljoen planten per jaar. Ontario Plant Propagators is een van hen. Jiffy werkt met Ontario Plant samen om het volume van de Growblocks te verminderen tot 5 mm hoogte, breedte en lengte en ook om de dikte van de mazen aan te passen zodat deze beter in hun halfautomatische systeem passen. Na enkele productiemaanden zien we bemoedigende resultaten bij de Growblocks die geschikt zijn voor automatische systemen. Vanuit het standpunt van de tuinder werkt het product perfect. De wortelvertakking in de blokken is zeer goed, vergeleken met steenwol. Hierdoor blijft de opname van water en meststof beter tot het gewas volgroeid is. Bovendien heeft het product een milieuvriendelijker imago dan steenwol, dankzij de composteerbaarheid en de lage 'CO² footprint'.
Ro(o)uting 5 Ontwikkelingen in Hydroponics in Oost-Canada
Proef met peper op Growblocks/ Growbags bij Veri Hydro
Perfecte wortelvertakking bij peper
Jaargang 2, nummer 1 Levermos bestrijden tijdens de productie in de kas De levermossen zijn een groep van ongeveer 6000 mossoorten. Slechts één daarvan, parapluutjesmos of Marchantia polymorpha, vormt een probleem in plantenkassen. In grote delen van de Verenigde Staten is het een van de moeilijkst te bestrijden onkruiden. Oorspronkelijk kwam het alleen in het noordelijke, natte klimaat voor, maar het heeft zich over de hele glastuinbouwsector helemaal tot in het zuidoosten verspreid. Fysiologisch is parapluutjesmos is een primitieve plant. Het heeft geen vatensysteem. Water en voedingsstoffen worden door vegetatieve organen geabsorbeerd. Het kan worden herkend aan de prostaatvormige bladstructuren, thalli genoemd, die een dikke, vlezige mat op het mediumoppervlak vormen. Marchantia heeft geen wortels maar rizoïden. Dit zijn wortelachtige structuren zonder xyleem en floëem. Het mos heeft geen bloemen (en produceert geen zaad). In plaats daarvan produceert het archegonioforen en antheridioforen (vrouwelijke en mannelijke geslachtsorganen). Parapluutjes-mos is eenslachtig, met mannelijke en vrouwelijke geslachtsorganen op verschillende planten. Meestal groeit er minstens één van elk geslacht in een pot. Het mos plant zich seksueel voort met sporen en aseksueel met gemmae (aseksuele knopvormige diasporen).
Ontario Plant logo op Growblock met de nieuwe mazen
Samengevat is de groenteteelt met hydrocultuur de belangrijkste factor voor expansie in mijn gebied. Ik zie zelfs bij huidige kwekers van sierplanten een trend om hun productie naar groente te verschuiven. De markante wereldwijde prijsstijgingen voor graan en groente tot maar liefst 40% in de afgelopen jaren is een indicator dat deze markt in de nabije toekomst sterker zal worden.
Vrouwelijke sporocarpen hebben vingervormige uitsteeksels aan het uiteinde van 2 cm lange steeltjes.
Sylvain Hélie Territory manager East Canada Mannelijke sporocarpen zijn plat (ze lijken meer op een parapluutje).
Ro(o)uting 6
Jaargang 2, nummer 1
Levermos bestrijden tijdens productie in de kas Parapluutjesmos is een probleem in tuinbouwkassen omdat het snel het mediumoppervlak van een pot bedekt en met de plant om water en voedingsstoffen concurreert. Dikke moslagen hinderen bovendien de opname van water en voedingsstoffen in de wortelzone en verminderen de marktwaarde van een plant. Verder biedt parapluutjesmos een 'huis' aan rouwmuggen (die wortels aantasten en plantenziekten verspreiden). Eind maart begin april worden de belangrijke sporocarpen gevormd. Parapluutjesmos is veel moeilijker chemisch te bestrijden na de vorming ervan. De optimale bestrijdingsperiode is vóór de vorming van sporocarpen in februari of begin maart. Parapluutjesmos gedijt in een zeer vruchtbare, vochtige en natte omgeving. Tuinbouwkassen en andere overdekte installaties verschaffen een ideaal milieu voor parapluutjesmos. Condities die vermeerdering bevorderen, zijn bijzonder gunstig voor parapluutjesmos. Levermossen zijn nitrofiel (stikstofminnend) en groeien het best bij stikstofgehaltes van 75 tot 250 ppm. En zonder wortels beschikken deze planten niet over een efficiënte methode om water op te nemen, waadoor ze ook het best gedijen in een omgeving waar steeds water beschikbaar is. Dit zijn de twee belangrijkste factoren voor het voorkomen van parapluutjesmos in kassen. Er zijn sporen in de lucht en in gezuiverd irrigatiewater gevonden en ze zullen ook in potgrond voorkomen als deze onbedekt wordt bewaard nabij
een besmettingshaard. De gewone ontsmettingssystemen voor het zuiveren van irrigatiewater van tuinbouwkassen helpen meestal niet om de sporen te doden. Biologische controle is essentieel om besmetting te voorkomen. Dek media en/of componenten af en saneer alle kasoppervlakken met ontsmettingsmiddel.
Besmette potten moeten worden gesteriliseerd of zelfs weggegooid. Biologische controle: Als planten eenmaal in de productiefase zijn, geef ze dan niet te veel water. Laat tussen de irrigatiebeurten door het oppervlak van het groeimedium drogen indien mogelijk. Met subirrigatie kunnen de planten water opnemen, maar het oppervlak van het potmedium blijft droger. Controleer voortdurend de bemesting en dien niet meer dan de hoeveelheid toe die de plant nodig heeft. Aan het oppervlak toegediende meststof bevordert de groei van levermossen meer dan geïntegreerde meststof.
Door toediening van langzaam vrijkomend ijzer- of kopersulfaat aan het oppervlak, gecombineerd met een lager irrigatiepeil, kan parapluutjesmos worden teruggedrongen. Chemische controle: Er zijn weinig herbiciden geregistreerd voor bestrijding van parapluutjesmos in tuinbouwkassen en er zijn momenteel geen herbiciden vóór opkomst beschikbaar voor gebruik in tuinbouwkassen in het westen van de VS. Veel van deze herbiciden zijn redelijk vluchtig bij temperaturen in de kas en kunnen zich in kassen verplaatsen en/of ophopen tot niveaus die giftig zijn voor de planten. Op de verpakking van herbiciden staat soms dat ze geschikt zijn voor een bepaald gewas, maar er moet ook specifiek worden vermeld of het gebruik ervan in tuinbouwkassen wettelijk en veilig is. Bovendien zal in een vermeerderingsproces de wortelvorming door herbiciden vóór opkomst worden verstoord, zelfs bij snelwortelende planten. Volgens Cheryl Wilen, Agricultural and Natural Resources Area IPM Advisor van de University of California, blijkt uit recent onderzoek dat sommige nieuwe, minder giftige producten werkzaam zijn bij bestrijding na opkomst. Uit haar onderzoek bleken
Bryophyter, Ecotec en WeedPham effectief te zijn. Het gewas kan echter schade ondervinden. Daarom kunt u het best de aanbevolen dosis in een klein gebied op mogelijke fytotoxiciteit testen voordat u het middel op grote schaal gaat gebruiken. U kunt, als de gebruiksinstructies het toestaan, het risico op schade aan de meeste gewassen reduceren met 1,3 cm bovenirrigatie binnen 1 uur na de toediening. De beste manier van toedienen is rechtstreeks sproeien. Een van de belangrijkste aandachtspunten bij succesvolle bestrijding na opkomst is dat al het mos moet worden bereikt. Aangezien er geen bestrijdingsmogelijkheden vóór opkomst zijn, zijn gewone steriliseermiddelen en ontsmetters een goed alternatief, op voorwaarde dat ze vroeg in de groeicyclus worden toegediend en vervolgens vaak worden herhaald om te voorkomen dat het levermos steeds terugkomt. Als er geregeld met ontsmetters wordt schoongemaakt, kan er zich geen levermos vestigen. De meeste ontsmettingsmiddelen kunnen niet rechtstreeks op planten worden gebruikt, maar waterstofdioxide (ZeroTol), een ontsmettingsmiddel, kan twee keer per week aan het potmedium worden toegediend om te voorkomen dat sporen rechtstreeks via het irrigatiesysteem gaan ontkiemen. Samenvatting: Levermos is een serieuze plaag in tuinbouwkassen die kan worden voorkomen door goede biologische controle, hygiëne, water- en meststofbeheer. Er bestaat nog geen effectieve bestrijding als het mos eenmaal in een kas is binnengedrongen, maar door aangepaste routines en het gebruik van sommige nieuwe producten kan bestrijding na opkomst doeltreffend zijn. Er wordt ook voordurend nieuw onderzoek gedaan. Het IR-4 Project, een samenwerkingsprogramma van de USDA en de SAES van Rutgers University, heeft in het kader van Entomology & Pathology Research Priorities de hoogste prioriteiten voor 2011 bepaald, en levermos is in de lijst opgenomen. Mark O’Brien References: Svenson, Sven E. 1998. Suppression of liverwort growth in containers using irrigation, mulches, fertilizers and herbicides. Wilen, Cheryl A 2005. Controlling and management of mosses and liverworts.