Procesevaluatie Effectief Actief 2013
Drs. L. Ooms Dr. C.Veenhof
VOORWOORD Effectief Actief (EA) is een programma geïnitieerd door het Nederlands Instituut voor Sport en Bewegen (NISB). Het heeft als doel sport- en beweeginterventies in Nederland te valideren (erkennen), kwalitatief te verbeteren en erkende sport- en beweeginterventies te verspreiden. EA is halverwege 2011 gestart en loopt tot en met december 2014. Het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg (NIVEL) is gevraagd om EA jaarlijks te evalueren op proces. In deze samenvatting worden de aanbevelingen gegeven van de evaluatie in het jaar 2013.
, NIVEL
2
Aanbevelingen
Op basis van de resultaten van de procesevaluatie op het niveau van NISB en ondersteuners, deelcommissie 5 en de interventie-eigenaren wordt een aantal aanbevelingen voor 2014 gedaan. Deze aanbevelingen staan weergegeven in tabel 6.1. Verder kunnen de verbeterpunten genoemd door de betrokkenen binnen NISB en ondersteuners (zie tabel 3.12, paragraaf 3.4) mee worden genomen, evenals de verbeterpunten benoemd door de interventie-eigenaren (zie aanbevelingen uit hoofdstuk 5).
Tabel 6.1: Aanbevelingen voor 2014 Aanbevelingen EA algemeen: • Focussen op de toekomst: Waar wil men met EA heen en wat moet daarvoor (nog) gedaan worden in 2014? En hierbij: • Een duidelijke prioritering van activiteiten aanbrengen, zodat geen versnippering van activiteiten optreedt. • (Meer) inhoudelijke discussies voeren, zowel intern als met externe organisaties (ondersteunende partijen, werkveld). Zij kunnen hierin namelijk van toegevoegde waarde zijn. • EA inbedden binnen NISB, waarbij het belangrijk is de samenwerking met de andere ambitieteams te intensiveren. • De meerwaarde van (het gebruik van) erkende interventies en (opname van erkende interventies in) de EA database aantonen. • (Vaker) terugkijken en evalueren, zodat geleerd kan worden van wat is gedaan. Deze kennis en ervaringen kunnen in de toekomst mee worden genomen binnen EA. • Interventie-eigenaren die reeds het valideringstraject en/of verrijkingstraject hebben doorlopen blijven betrekken bij EA. Hier is ook duidelijk behoefte aan vanuit de interventie-eigenaren. • Meer inzicht verkrijgen in de praktijkkant: Hoe wordt gezocht op interventies? Hoe worden interventies gekozen? Hoe werkt het lokaal inzetten van een interventie? Wat heeft men lokaal nodig, waar is behoefte aan? • Alhoewel de communicatie intern en naar extern duidelijk verbeterd is ten opzichte van 2013, verdient het aanbeveling te kijken hoe deze nog verder geoptimaliseerd kan worden (intern, richting ondersteuners en interventie-eigenaren). Verzamelen: • Interventies verzamelen op basis van “witte vlekken” en de vraag en behoefte lokaal.
, NIVEL
3
Vervolg Tabel 6.1 Aanbevelingen Valideren: Algemeen: • Tijdsinvestering duidelijker communiceren richting interventie-eigenaren. • Een (minimale) vorm van (persoonlijke) begeleiding is wenselijk. • Nadenken over een systeem voor duurzame erkenningen/hererkenningen (op welke voorwaarden mag een interventie de erkenning behouden/in de database blijven staan?). Traject GB: • Meerwaarde erkenningsniveau GB aantonen en uitdragen naar interventie-eigenaren. Traject GO: • Meerwaarde erkenningsniveau GO aantonen en uitdragen naar interventie-eigenaren. • Meer instroom van interventies voor het erkenningsniveau GO. • In het beoordelingsformulier/de criteria een overkoepelende vraag/overkoepelend criterium opnemen over de haalbaarheid van de implementatie/uitvoer (is de implementatie/uitvoer realistisch?). • Doelen vooraf door de interventie-eigenaren laten uitwerken en als controle voorleggen aan NISB of deelcommissie 5 om te voorkomen dat er beschrijvingen worden gemaakt, waarbij doelen irrelevant zijn. Als de doelen relevant en goed beschreven zijn, kan de interventie-eigenaar de onderbouwing verder gaan uitwerken. • Een controle uitvoeren op de belangrijkste referenties en gerefereerde onderzoeken uitgebreider laten beschrijven in de onderbouwing. Traject Effectief: • Instroom van interventies voor het erkenningsniveau Effectief. Verrijken: • Tijdsinvestering en verwachtingen (wat levert het verrijkingstraject op?) duidelijker communiceren richting interventie-eigenaren. • Een (minimale) vorm van (persoonlijke) begeleiding is wenselijk. • De ondersteuning meer generiek inrichten, bijvoorbeeld middels e-learning, en/of kijken naar mogelijke verdienmodellen, zodat interventie-eigenaren in de toekomst ondersteuning kunnen “inkopen”. • Meer mensen binnen NISB opleiden, zodat deze ondersteuning kunnen bieden bij verrijkingstrajecten. • Kennis over afgeronde verrijkingstrajecten verzamelen en bundelen, zodat van deze ervaringen geleerd kan worden en de meerwaarde voor het werkveld aangetoond kan worden. • Samenwerking tussen (oud-)interventie-eigenaren bevorderen/faciliteren, zodat ervaringen gedeeld kunnen worden en van elkaar geleerd kan worden. Verspreiden: • Up-to-date houden van de EA database en bekijken hoe dit in de toekomst gedaan kan worden. • Meer inzicht verkrijgen in het gebruik van de database: In hoeverre maakt men gebruik van de database en de daarin erkende interventies? • Meer focussen op het verspreiden van de database, erkende interventies en de meerwaarde van EA/erkende interventies. • Professionals en interventie-eigenaren die betrokken zijn bij EA (of de inzet van erkende interventies) inzetten als ambassadeur van EA. • EA (het erkenningstraject en de database) communiceren via andere betrokken partijen (bijvoorbeeld CGL, ondersteunende organisaties).
, NIVEL
4
Verbeterpunten voor het komende jaar, benoemd door de betrokkenen binnen NISB en ondersteuners, worden weergegeven in tabel 3.12. Tabel 3.12: Verbeterpunten voor 2014 Verbeterpunten EA algemeen: • Meer samenwerken met andere ambitieteams: EA moet als rode draad door NISB lopen. • Vaker terugkijken en evalueren, zodat geleerd kan worden van wat is gedaan. • Duidelijke focus van activiteiten aanbrengen (niet alles willen doen met als gevolg dat activiteiten/taken half worden uitgevoerd). • Goede communicatiestructuur ontwikkelen om iedereen te informeren (betrokkenen binnen NISB en ondersteuners). • Meer aandacht voor werkzame elementen, competenties en instrumenten en kijken of/hoe deze gevalideerd moeten/kunnen worden. • Meer inhoudelijke discussies voeren met interne en externe partijen om eenduidigheid in taal te krijgen (bijvoorbeeld over wat zijn werkzame elementen) en te kijken waar men naartoe wil gaan met EA. • Meerwaarde van erkende interventies en EA database aantonen. • Interventie-eigenaren die reeds het valideringstraject en/of verrijkingstraject hebben doorlopen blijven betrekken bij EA. • Meer inzicht verkrijgen in de praktijkkant: Hoe wordt gezocht op interventies? Hoe worden interventies gekozen? Hoe werkt het lokaal inzetten van een interventie? Wat heeft men lokaal nodig, waar is behoefte aan? Verzamelen: • Interventies verzamelen op basis van “witte vlekken” en de vraag en behoefte lokaal. Valideren: • Taken tussen accountmanager en ondersteuner beter afstemmen om dubbele werkzaamheden te voorkomen. • Meer intervisiemomenten organiseren voor lezers van werkbladen (GB), zodat nog meer eenduidiger feedback wordt gegeven/wordt beoordeeld. • Nadenken over een systeem voor duurzame erkenningen/hererkenningen (op welke voorwaarden mag een interventie de erkenning behouden/in de database blijven staan?). Verrijken: • Het meer transparant maken van keuzes, beslissingen en regels (bijvoorbeeld het aantal uren ondersteuning) naar interventie-eigenaren. • De ondersteuning meer generiek inrichten, bijvoorbeeld middels e-learning. • Kennis over afgeronde verrijkingstrajecten verzamelen en bundelen, zodat van deze ervaringen geleerd kan worden en de meerwaarde voor het werkveld aangetoond kan worden.
Vervolg Tabel 3.12 Verrijken: • Samenwerking tussen (oud-)interventie-eigenaren bevorderen/faciliteren, zodat ervaringen gedeeld kunnen worden en van elkaar geleerd kan worden. • Meer mensen binnen NISB opleiden, zodat deze ondersteuning kunnen bieden bij verrijkingstrajecten. • De vraag van interventie-eigenaren blijven meenemen (waarop willen zij verrijken?). • Rol en verwachtingen (van/naar NISB, ondersteuner, interventie-eigenaar) duidelijk (blijven) communiceren naar interventie-eigenaren. • De ondersteunende organisatie al in het begin betrekken bij het verrijkingstraject (zoals bij de urenverdeling). • Meer aandacht voor het plan van aanpak, zodat deze sneller gereed is en de motivatie om deel te nemen blijft. Verspreiden: • Meer inzicht verkrijgen in het gebruik van de database: In hoeverre maakt men gebruik van de database en de daarin erkende interventies? • Meer focussen op het verspreiden van de database, erkende interventies en de meerwaarde van EA/erkende interventies.
, NIVEL
5
Aanbevelingen vanuit interventie eigenaren Tot slot gaven de interventie-eigenaren de volgende verbeterpunten: • Beter inzicht en meer eenduidigheid in de wijze van beoordelen. • Duidelijkere en tijdigere communicatie, bijvoorbeeld over de planning en de introductiebijeenkomst. • Samen optrekken met de CGL database en voorkomen dat er teveel tijd wordt gestoken in papierwerk en beschrijvingen. • Het maken van een kwaliteits-/erkenningslogo dat interventie-eigenaren kunnen gebruiken om te laten zien dat hun interventie erkend is. • Van tevoren duidelijk maken aan de interventie-eigenaar wat de tijdsinvestering is. • Een duidelijker beeld geven van wat een GB erkenning nu oplevert voor de interventieeigenaar. • Meer aandacht voor de verspreiding van een interventie (verspreidingskanalen en mogelijkheden) in plaats van alleen kwaliteitsverbetering.
, NIVEL
6