> Retouradres Postbus 554 7400 AN Deventer Directie Regionale Zaken Vestiging Oost
Rijkswaterstaat Oost Nederland Directeur Wegen en Verkeer t.a.v. de heer J.M.H. Wille Postbus 9070 6800 ED ARNHEM
Verzetslaan 30 7411 HX Deventer Postbus 554 7400 AN Deventer www.minlnv.nl
T 070-888 3160 F 070-888 3170 Onze referentie DRZO/2010-2825
Datum 15 juli 2010 Betreft Vergunning Natuurbeschermingswet 1998; art 19d; Verbreding A50 Ewijk-Valburg en aanleg extra Waalbrug
Uw referentie Aanvraagfor. Verg. NBwet Bijlagen 2
Geachte heer Wille, Op 21 december 2009 heeft de directeur Wegen en Verkeer van Rijkswaterstaat Oost Nederland te Arnhem namens de MINISTER VAN VERKEER EN WATERSTAAT (hierna te noemen: Rijkswaterstaat) bij provincie Gelderland een aanvraag ingediend voor een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nb-wet 1998). De aanvraag werd door de provincie Gelderland op 23 december 2009 ontvangen en ontvankelijk geacht.
Procedureel Conform artikel 41 van de Nb-wet 1998 heeft u binnen uw aanvraag uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd. De aanvraag bestaat uit de volgende gegevens: Aanvraagformulier: Bijlage 1 Natuurplan Bijlage 2 Passende beoordeling Bijlage 3 Tracé besluit kaarten Bijlage 4 Topografische kaart met ligging compensatiegebied Bijlage 5 Koopovereenkomst perceel Ewijk G 515 Bijlage 6 Pachtovereenkomst perceel Ewijk G 515 In de aanvraag wordt tevens verwezen naar de Milieueffectrapportage met bijbehorende onderzoeksrapportages die op de website van Rijkswaterstaat digitaal kunnen worden opgevraagd. Op de vergunningprocedure voor dit project is de Tracéwet van toepassing. Op 23 maart 2010 werd door gedeputeerde staten van de provincie Gelderland een ontwerpbeschikking d.d. 18 maart 2010 afgegeven onder zaaknummer 2009-024250, inhoudende dat de
Pagina 1 van 7
aangevraagde vergunning werd verleend conform de in de aanvraag en daarbij behorende stukken opgenomen beschrijving. Een afschrift van de hiervoor genoemde ontwerp-beschikking voeg ik als bijlage bij deze vergunning bij.
Directie Regionale Zaken Vestiging Oost
Publicatie en ingediende zienswijzen De voornoemde ontwerpbeschikking heeft op grond van artikel 20 Tracéwet juncto afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht ter inzage gelegen gedurende de periode 25 maart 2010 tot en met 6 mei 2010. Op 13 april werd namens drie belanghebbenden een zienswijze ontvangen door de provincie Gelderland. Deze zienswijze brengt geen verandering in de beslissing om de aangevraagde activiteit te vergunnen.
Onze referentie DRZO/2010-2825
Datum 15 juli 2010
Project Het project voorziet in de verbreding van de A50 op het tracé Ewijk-Valburg de aanleg en het gebruik van een extra Waalbrug ten westen van de bestaande Waalbrug renovatie van de huidige Waalbrug. Het project wordt uitgevoerd binnen het Natura 2000-gebied Uiterwaarden Waal. Het tracébesluit heeft van 16 maart 2010 tot en met 26 april 2010 ter inzage gelegen. Bevoegdheid tot vergunningverlening Op grond van artikel 16, lid 1 respectievelijk 19d, lid 1 van de Nb-wet 1998 geldt gedeputeerde staten als bevoegd gezag met betrekking tot het afgeven van een vergunning in het kader van de Nb-wet 1998. Op 30 november 2005 is het Besluit Vergunningen Nb-wet 1998 (hierna: het Besluit) (Staatsblad 2005, nr.594) in werking getreden. De in dit Besluit specifiek opgesomde activiteiten worden aangemerkt als handelingen als bedoeld in artikel 16, lid 6, van de Nb-wet 1998 en projecten of andere handelingen of categorieën van gebieden als bedoeld in artikel 19d, lid 4, van de Nb-wet 1998. Voor deze specifieke activiteiten geldt de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (hierna:LNV) als bevoegd gezag. Op 21 december 2009, de datum van indiening van de aanvraag voor een vergunning in het kader van de NB-wet 1998 voor het onderhavige project, was gedeputeerde staten aan te merken als bevoegd gezag. Inwerkingtreding Crisis- en herstelwet (hierna: CHW) Op 31 maart 2010 trad de CHW in werking waardoor onder meer een aantal bepalingen van zowel de Nb-wet 1998 als het bovengenoemde Besluit werden gewijzigd. Art 2 onder p van het Besluit luidt vanaf 31 maart 2010:
Pagina 2 van 7
Als handelingen als bedoeld in artikel 16, zesde lid, van de Nb-wet 1998 en als projecten of andere handelingen als bedoeld in art 19d van de Nbwet 1998 worden aangewezen: p. activiteiten ten aanzien van hoofdwegen, landelijke spoorwegen en hoofdvaarwegen als bedoeld in artikel 1 van de Tracéwet, primaire waterkeringen als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid van de Waterwet die in beheer zijn bij het Rijk...... enz.
Directie Regionale Zaken Vestiging Oost
Datum 15 juli 2010 Onze referentie DRZO/2010-2825
Het voorgenomen project is een activiteit ten aanzien van een hoofdweg (A50) als bedoeld in de Tracéwet. In de CHW is geen overgangsbepaling opgenomen met betrekking tot de bevoegdheidsverdeling en daarmee is met het inwerking treden van de CHW per 31 maart 2010 de minister van LNV aan te merken als bevoegd gezag voor deze aanvraag in het kader van de NB-wet 1998. Gelet op artikel 9 van het Mandaatbesluit LNV beleidskern, van 15 juli 2009, nr 24043 Stcrt. 2009, 11309, zijn de regiodirecteur en de MT-leden van directie Regionale Zaken vestiging Oost van het ministerie van LNV, onder meer gemachtigd om namens de minister van LNV te beslissen en stukken te ondertekenen betreffende een besluit als bedoeld in artikel 19d, lid 1 van de Nb-wet 1998.
Besluit Ik ben van mening dat met de betreffende passende beoordeling als bedoeld in artikel 19f van de Nb-wet 1998, de zekerheid is verkregen dat, gelet op de relevante instandhoudingsdoelstellingen, de aangevraagde activiteiten, de natuurlijke kenmerken van het betrokken Natura 2000gebied Uiterwaarden Waal niet zullen aantasten waarbij ik aangeef dat deze conclusie nadrukkelijk geldt vanuit de door mij specifiek geformuleerde voorschriften en beperkingen die aan deze vergunning zijn verbonden. Derhalve verleen ik u de gevraagde vergunning waarvan de voorschriften en beperkingen deel uit maken. Tevens maken van deze vergunning deel uit: - de door u ingediende aanvraag, kaartbijlagen en passende beoordeling (bijlage 1) - het Overwegingendocument (bijlage 2) - de ontwerpbeschikking van de provincie Gelderland d.d. 18 maart 2010 Bij strijdigheid van de inhoud van deze bijlagen met de in de vergunning opgenomen voorschriften en beperkingen prevaleren deze laatsten. De vergunning is voor wat betreft de aanleg geldig vanaf de datum van afgifte tot en met 31 december 2015. Voor wat betreft de gebruiksfase geldt de onderhavige vergunning tot het moment van wijziging van dat
Pagina 3 van 7
gebruik.
Directie Regionale Zaken Vestiging Oost
Voorschriften en beperkingen Ter bescherming van het Natura 2000-gebied Uiterwaarden Waal verbind ik aan deze vergunning de volgende voorschriften en beperkingen:
Datum 15 juli 2010 Onze referentie DRZO/2010-2825
1 Als houder van deze vergunning wordt aangemerkt: Rijkswaterstaat. De vergunning kan gebruikt worden door medewerkers van Rijkswaterstaat of in opdracht van Rijkswaterstaat meewerkende personen. Rijkswaterstaat blijft verantwoordelijk voor een juiste naleving van deze vergunning. 2 De uitvoerder/projectleider dient op verzoek de vergunning te tonen aan de daartoe bevoegde ambtenaren. 3 Het tijdstip waarop de werkzaamheden ten behoeve van dit project daadwerkelijk worden gestart, dient uiterlijk 2 weken vóór de aanvang te worden gemeld aan de regiodirecteur van de Directie regionale zaken vestiging Oost van het ministerie van LNV of diens rechtsopvolger ter attentie van het Nb-wet team, vestiging Oost, Postbus 554, 7400 AN Deventer (hierna: regiodirecteur). Bij deze melding zal een uitgewerkt werkplan worden overlegd waarmee door de regiodirecteur dient te worden ingestemd. 4 De uitvoering van een activiteit kan in afwijking van de aanvraag worden uitgevoerd indien en voor zover deze afwijking naar het oordeel van de regiodirecteur niet leidt tot een andere of grotere nadelige aantasting van de beschermde natuurwaarden in het betrokken Natura 2000-gebied ten opzichte van de uitvoering conform de aanvraag. 5 Een voorgenomen afwijking, zoals onder voorschrift 4 genoemd, dient zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk twee werkweken voorafgaand aan de uitvoering van de voorgenomen afwijking, schriftelijk te worden gemeld bij de regiodirecteur. 6 De vergunninghouder dient vóór, tijdens en na de uitvoering van de werkzaamheden beschadiging van de betrokken beschermde gebieden zoveel mogelijk te voorkomen dan wel te beperken en zo nodig te herstellen. 7 De vergunninghouder is redelijkerwijs verplicht alle door of namens de regiodirecteur te geven aanwijzingen onverwijld op te volgen. 8 Tijdelijke bouwwerken (t.b.v. directievoering, opslag en personeel) worden zo mogelijk binnendijks of in de uiterwaard direct tegen de buitenzijde van het dijktalud geplaatst. In de directe omgeving van de werkplek kunnen mobiele schaftketen en toiletvoorzieningen geplaatst worden. 9 Negatieve effecten door licht dienen te worden voorkomen door zowel op de huidige als op de extra brug dimbare verlichting aan te brengen. 10 De benodigde werkverlichting op zowel de huidige als de extra brug en op de werkplaatsen in de uiterwaarden,wordt zodanig geplaatst en afgeschermd dat alleen het werk wordt verlicht en er geen uitstraling naar andere delen van het plangebied plaats vindt.
Pagina 4 van 7
11 Er dient gewerkt te worden met in achtneming van zowel de in de vergunning opgenomen mitigerende bepalingen als die welke zijn vermeld in de bij deze vergunning behorende passende beoordeling. 12 De ter compensatie van verlies van ganzenleefgebied aangekochte 3,6 ha akkerbouwgrond in de Winssensche Waarden, dient conform de koopovereenkomst en passende beoordeling, gedurende de komende winterperiode (2010-2011) zodanig geschikt gemaakt te worden dat het als ganzenleefgebied kan gelden. Het betreffende gebied staat vermeld op afbeelding 7.2 op pagina 28 van de hiervoor genoemde passende boordeling 13 Er dient gedurende 5 jaar objectieve, professionele monitoring plaats te vinden van het ter compensatie ingerichte leefgebied zoals onder voorschrift nummer 12 bedoeld. Een monitoringsplan dient, uiterlijk twee werkweken voorafgaand aan de uitvoering van het werk, ter schriftelijke instemming aan de regiodirecteur voorgelegd te worden. 14 Onverlet artikel 43, lid 2 van de Nb-wet 1998 kunnen de voorschriften verbonden aan dit besluit worden gewijzigd indien naar het oordeel van het bevoegd gezag uit eigen waarneming of anderszins blijkt dat de effecten van de uitvoering van deze activiteit meetbare nadelige gevolgen voor het betrokken beschermde gebied heeft, andere dan die welke bij het nemen van dit besluit op basis van de op dat moment beschikbare informatie werd verwacht. 15 Onverlet artikel 43, lid 2 van de Nb-wet 1998 geldt dat, indien op enig moment mocht blijken dat de uitvoering van voornoemde activiteit zodanige schade aan de kenmerken en waarden van het betrokken beschermde gebied dreigt toe te brengen en hieraan door het geven van aanwijzingen of het stellen van aanvullende voorschriften redelijkerwijs niet kan worden tegemoet gekomen, de vergunning door of namens mij kan worden ingetrokken. Alvorens tot wijziging dan wel intrekking van de vergunning over te gaan, wordt de vergunninghouder in de gelegenheid gesteld haar zienswijze naar voren te brengen. 16 Het niet naleven van de vergunningvoorschriften kan, naast intrekking van de vergunning, eventueel strafvervolging tot gevolg hebben.
Directie Regionale Zaken Vestiging Oost
Datum 15 juli 2010 Onze referentie DRZO/2010-2825
Kennisgeving, publicatie en beroep Kennisgeving Conform artikel 42, lid 3, van de Nb-wet 1998, zijn afschriften van deze vergunning verzonden aan: de provincie Gelderland, de gemeente Overbetuwe en de gemeente Beuningen, dhr. ir. M.J.C.J. Jacobs te Ewijk, mevr. drs. J.C.H.M. Bosch te Ewijk, dhr. ir. E.C. Smith te Ewijk. Tevens is een afschrift verzonden aan Algemene Inspectiedienst Team Natuurbescherming. Op grond van artikel 42, lid 3, van de Nb-wet 1998 en artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur zal het ministerie van LNV onderhavig besluit openbaar maken. De besluiten op grond van de Nb-wet 1998,
Pagina 5 van 7
waaronder onderhavige, zullen, onder anonimisering van de persoonsgegevens, geplaatst worden op www.minlnv.nl.
Directie Regionale Zaken Vestiging Oost
Publicatie Op grond van artikel 20, lid 10 Tracéwet publiceert de Minister van Verkeer en Waterstaat de vergunning in de Staatscourant en in dagnieuws- of plaatselijke huis-aan-huisbladen
Datum 15 juli 2010 Onze referentie DRZO/2010-2825
Beroep Tegen deze vergunning kan een belanghebbende beroep instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De termijn om een beroepschrift in te dienen bedraagt zes weken en vangt aan met ingang van de dag na de dag waarop de vergunning ter inzage is gelegd. Een beroepschrift moet worden ingediend bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag. Het beroepschrift dient in tweevoud te worden toegezonden, te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten: a. naam en adres van de indiener; b. de dagtekening; c. vermelding van de datum en het nummer of het kenmerk van het besluit waartegen het beroepschrift zich richt; d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen. Zo mogelijk dient bij het beroepschrift tevens een fotokopie te worden gevoegd van het besluit waarop het geschil betrekking heeft. Indien een beroepschrift is ingediend, is het mogelijk om daarnaast een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening in te dienen. Een dergelijk verzoek dient te worden gericht aan de Voorzitter van de afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het verzoek dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten: a. de naam en het adres van de verzoeker; b. de dagtekening; c. vermelding van het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen en datum en nummer of kenmerk van het besluit; d. de gronden van het verzoek (motivering). Bij het verzoek dient voorts een fotokopie van het beroepschrift te worden overgelegd. Zo mogelijk wordt tevens een kopie van het besluit waarop het geschil betrekking heeft overgelegd.
Pagina 6 van 7
Naar aanleiding van het verzoek kan de Voorzitter een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
Directie Regionale Zaken Vestiging Oost
Datum 15 juli 2010
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT, voor deze: HET MT-LID REGIONALE ZAKEN OOST,
Onze referentie DRZO/2010-2825
ing. A.M. Perik
Bijlage 1: Aanvraag en Passende Beoordeling (reeds in uw bezit) Bijlage 2: Inhoudelijke overwegingen Bijlage 3: Ontwerpbeschikking NB-wet 1998 d.d. 18 maart 2010
Pagina 7 van 7