Problematiek Inschrijving vrije beroepen in KBO Beleidsnota 7 juli 2005
Beleidssamenvatting 1. Situering De wet van 16 januari 2003 tot oprichting van de Kruispuntbank van Ondernemingen (hieronder naar verwezen als KBO) voorziet dat naast de huidige gegevens in de KBO eveneens gegevens opgenomen worden betreffende de personen die als zelfstandige een intellectueel, vrij of dienstverlenend beroep uitoefenen. De registratie van deze laatste groep in de KBO werd tot op heden nog niet gerealiseerd waardoor vrije beroepen die hetzij geen handelsonderneming zijn, hetzij niet als werkgever bij RSZ ingeschreven zijn of niet BTW-plichtig zijn, niet in de KBO geregistreerd zijn.
2. Reikwijdte In opdracht van Mevr. S. LARUELLE, Minister van Middenstand en Landbouw, Dhr. M. VERWILGHEN, Minister Economie en van Dhr. V. VAN QUICKENBORNE, Staatssecretaris Administratieve Vereenvoudiging, toegevoegd aan de Eerste Minister, werd aan de Federale Overheidsdienst Economie (FOD) en de Dienst voor Administratieve Vereenvoudiging (DAV) gevraagd om de noodzakelijke voorwaarden voor registratie van de hierboven gespecifieerde, doelgroep in de KBO te analyseren door middel van de uitgebreide KAFKA-test. De opdracht werd opgestart eind januari 2005 en afgerond eind juni 2005. In de opdracht werd in het bijzonder volgende punten onderzocht: a) de correcte aflijning van de doelgroep, b) de mogelijke én realiseerbare doelstellingen van opname, c) de in functie van de doelstellingen noodzakelijk te registeren gegevens, d) de registratieverantwoordelijkheid per type te registreren gegeven. De toegevoegde nota geeft een samenvatting van de bevindingen. Voor meer detail en een exhaustief overzicht kan men terecht in de bijlagen.
3. Te initiëren groep De omschrijving van het toepassingsgebied zoals het in de huidige KBO-wet is opgenomen, voldoet niet om de nog te registreren doelgroep duidelijk en éénduidig te bepalen. Enerzijds worden personen gevat die geen onderneming voeren in de economische betekenis van het woord. Anderzijds dreigen personen uit de boot te vallen die wél een onderneming voeren in de economische betekenis van het woord.. Naast een juridische afbakening van begrippen zoals zelfstandige, vrij beroep, intellectueel beroep en dienstverlenend beroep werd in het kader van de analyse een classificatie van vrije beroepen op basis van enkele duidelijke criteria opgesteld. Voorstel 1: de stuurgroep stelt voor om het toepassingsgebeid van de KBO-wet te beperken tot enerzijds de rechtspersonen (privaat- en publiekrechtelijk) en anderzijds alle natuurlijke personen die in België als onafhankelijke entiteit, hoofdzakelijk of aanvullend, leveringen van goederen of diensten verrichten en op een duurzame wijze een economisch doel nastreven.
2
4. Beoogde doelstellingen en fasering Eén van de belangrijkste doelstellingen van de KBO is te streven naar het realiseren van de unieke gegevensinzameling voor ondernemingen zodat de gegevens die in de KBO zijn opgenomen, door administraties niet meer opnieuw aan de onderneming moeten (en mogen) opgevraagd worden, maar via KBO ter beschikking zullen worden gesteld. Unieke gegevensinzameling leidt zo tot een reële lastenverlaging voor de ondernemingen. De unieke gegevensinzameling draagt ook bij tot het vereenvoudigen en vervolledigen van de statistiek omgeving. Een laatste doelstelling is de ontwikkeling van een door het grote publiek raadpleegbare ondernemingsdatabank, waarin de administratieve gegevens (naam, adres, type activiteit) van in België geregistreerde “ondernemingen” beschikbaar zijn. Voorstel 2: Teneinde een snelle en volledige registratie van basisinformatie van de te registreren groep te kunnen garanderen, adviseert de stuurgroep om in eerste instantie de basisgegevens voor de vrije beroepen te registreren, met name identificatie en activiteiten op niveau van de onderneming. Dit voorstel betekent dat voor de initiatie van de vrije beroepen de informatie over de beroepsbekwaamheid voorlopig niet wordt nagestreefd , gezien dit extra lasten met zich mee zal brengen voor zowel de uitoefenaar van het vrije beroep zelf, de vertegenwoordigende beroepsorganisaties (waar van toepassing) en de KBO. Voorstel 3: Zonder afbreuk te doen aan de bestaande inschrijvingsverplichtingen, stelt de stuurgroep voor om de basisgegevens inzake vrije beroepen te laten initiëren door het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (hieronder naar verwezen als het RSVZ). Via de sociale verzekeringsfondsen zijn de vrije beroepen immers verplicht zich aan te melden. De KBO zal in een volgende fase zelf instaan voor de initiatie van de gegevens op niveau van de vestigingen via een elektronisch formulier voor de ondernemingen die noch handelsonderneming, noch werkgever, noch BTW-plichtig zijn.
5. Vereiste acties Vooreerst zijn er de juridische aanpassingen. Ten eerste dient het toepassingsgebied, zoals hierboven vermeld, aangepast te worden. Ten tweede zijn er aanpassingen nodig in het KB tot vaststelling van de initiatoren en in het KB van 19 juni 2003 betreffende de modaliteiten tot toelating en consultatierechten voor die KBO-gegevens. Vervolgens zijn er de technische vereisten zoals het aanpassen van de aanmeldingsprocedure van het RSVZ en initiatieprocedures bij de KBO om de gegevens over de vrije beroepen te registreren, te verifiëren en te actualiseren. Tenslotte zijn er nog organisatorische aanpassingen. De registratie van activiteiten bij het RSVZ dient aangepast te worden aan de NACEBEL-nomenclatuur.
3
Inleidend Artikel 4 van de wet van 16 januari 2003 tot oprichting van de Kruispuntbank van Ondernemingen bepaalt het toepassingsgebied. Krachtens artikel 4, ten derde, vierde streepje voorziet dat de gegevens betreffende “iedere natuurlijke persoon of vereniging die in België als (…) zelfstandige een intellectueel, vrij of dienstverlenend beroep uitoefent” moeten geregistreerd worden. De registratie van deze laatste groep in de KBO werd tot op heden nog niet gerealiseerd waardoor vrije beroepen die hetzij geen handelsonderneming zijn, hetzij niet als werkgever ingeschreven zijn of niet BTW-plichtig zijn, niet in de KBO geregistreerd zijn. Door de Ministers van Middenstand en Economie en van de Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging werd gevraagd om na te gaan wat de kosten en baten zijn voor registratie van deze doelgroep in de KBO. De opdracht werd gegeven aan de FOD Economie en de Dienst voor Administratieve Vereenvoudiging (DAV) om een wettelijk en organisatorisch kader uit te werken dat toelaat vrije beroepen met een minimum aan administratieve lasten in de KBO in te schrijven en hun gegevens te onderhouden. Voor deze opdracht werd de methodiek van de uitgebreide KAFKA-test gehanteerd. Deze methodiek brengt in kaart welke de kosten en baten zijn voor diverse scenario’s voor integratie van de vrije beroepen in de KBO. Voor de kosten en baten wordt niet enkel naar de administratieve lasten voor de administraties gekeken maar ook naar die voor de burger of onderneming alsook naar andere aanpassingen zoals juridisch (duidelijkheid en aanpassing van wetgeving), organisatorisch (procedures en competenties), technisch (IT en databanken). Deze werkzaamheden werden opgevolgd door een stuurgroep en voorbereid in diverse werkgroepen en bilaterale consultatierondes. In onderstaande bijdrage worden de resultaten van de uitgebreide KAFKA-test toegelicht: a) Over welke vrije beroepen gaat het? b) Wat zijn de doelstellingen voor deze registratie? c) Welke gegevens zouden moeten geregistreerd worden? d) Hoe gaat deze registratie verlopen? e) Wie gaat de registratie uitvoeren? f) Wat is de impact?
1. Over welke vrije beroepen gaat het? De definitie (zie ook bijlage 2) voorzien in artikel 4, ten derde, vierde streepje is voor discussie vatbaar. Enerzijds worden personen gevat die geen onderneming voeren in de economische betekenis van het woord. Anderzijds dreigen personen uit de boot te vallen die wél een onderneming voeren in de economische betekenis van het woord. Naast een juridische afbakening van begrippen zoals zelfstandige, vrij beroep, intellectueel beroep en dienstverlenend beroep werd een classificatie van vrije beroepen op basis van enkele duidelijke criteria opgesteld. Deze classificatie werd gevalideerd door diverse administraties (BTW, FOD Economie – Directie KMO en de FOD Justitie) et door UCM/UNIZO. Deze indeling groepeert de vrije beroepen enerzijds volgens intellectueel karakter of niet (voorbeeld advocaten en bedrijfsrevisoren versus directe verkoop en onthaalmoeders) en anderzijds of al dan niet een inschrijving bij een orde, instituut en/of administratie vereist. De restcategorie die nog niet in KBO zijn ingeschreven, kan omschreven worden als “nietcommerciële ondernemingen”.
4
Advies de stuurgroep stelt voor om het toepassingsgebeid van de KBO-wet te beperken tot enerzijds de rechtspersonen (privaat- en publiekrechtelijk) en anderzijds alle natuurlijke personen die in België als onafhankelijke entiteit, hoofdzakelijk of aanvullend, leveringen van goederen of diensten verrichten en op een duurzame wijze een economisch doel nastreven. Dit betekent dat de volgende groepen niet in KBO zullen opgenomen worden: 1. de sociaal rechtelijke zelfstandigen zoals helper, vennoot, bestuurder, medewerkende echtgenoot 2. de natuurlijk personen die als loontrekkenden een vrij of dienstverlenend beroep uitoefenen. Zie bijlage 2.
2. Wat zijn de doelstellingen voor deze registratie? De doelstelling van de KBO is te streven naar unieke gegevensinzameling. Een gevolg daarvan is dat voor de gegevens die in KBO zijn opgenomen, andere administraties deze gegevens niet meer opnieuw aan de onderneming mogen opvragen. Aan de hand van een unieke identificatie van de onderneming kunnen alle geregistreerde gegevens voor deze onderneming verzameld worden. Deze unieke gegevensinzameling heeft positieve effecten voor de onderneming zelf, voor de administraties en voor de burger (zie ook analyse in bijlage 3).
1. Lastenverlaging voor de onderneming Door de integratie van alle vrije beroepen in de KBO wordt een lastenverlaging voor deze doelgroep mogelijk. De unieke gegevensinzameling vermijdt dubbel bevragen van de onderneming. Het aantal administratieve handelingen kan daardoor gereduceerd worden.
2. Consultatie en gebruik van reeds beschikbare gegevens in de KBO door andere administraties Door de koppeling van de beschikbare informatie van vrije beroepen aan een uniek identificatienummer kunnen gegevens over deze doelgroep via dat identificatienummer ook door andere administraties gemakkelijker hergebruikt worden.
3. Vervolledigen van statistieken Door de integratie van alle vrije beroepen in de KBO worden de statistieken over de Belgische ondernemingen verder vervolledigd. De instanties verantwoordelijk voor de productie van statistieken kunnen dan bij de KBO terecht om deze gegevens te consulteren. Deze instanties zullen bijgevolg voor de beschikbare gegevens geen bijkomende bevraging naar de ondernemingen moeten organiseren.
5
4. Consultatiemogelijkheden voor het grote publiek Tenslotte is een onderliggende doelstelling van de KBO de ontwikkeling van een raadpleegbare ondernemingsdatabank zodat het grote publiek de beschikbare gegevens over ondernemingen kan consulteren. Bijvoorbeeld via de registratie van NACEBELactiviteitencodes kan de burger informatie bekomen over ondernemingen die bepaalde activiteiten uitvoeren. Door deze publicatie-effecten kunnen de ondernemingen zich extra gemotiveerd voelen om de gegevens te registreren én te actualiseren.
3. Welke gegevens moeten geregistreerd worden? Er moet een onderscheid gemaakt worden tussen diverse types van gegevens (zie ook bijlage 3).
1. Persoon versus onderneming In eerste instantie is het van belang om een onderscheid te maken tussen het opstarten van de onderneming als rechtspersoon (RP) en het opstarten van de onderneming als natuurlijke persoon (NP). Zowel de rechtspersoon als de private persoon die een onderneming opstarten, worden in de KBO geïdentificeerd aan de hand van een uniek nummer, het ondernemingsnummer. Er moet opgemerkt worden dat de KBO enkel beoogt gegevens te registreren. Vele gegevens over de vrije beroepen zijn verbonden aan de persoon van het vrije beroep (burger), en niet aan het het vrije beroep als onderneming. De gegevens over de persoon moeten via rijksregisternummer van de natuurlijke personen worden geregistreerd. Dit betekent dat voor natuurlijke personen die niet als afzonderlijke onderneming optreden, de unieke gegevensinzameling via het Rijksregisternummer moet beoogd worden, en niet via via ondernemingsnummer.
2. Onderneming versus vestigingseenheid Er dient een onderscheid gemaakt te worden tussen gegevens op niveau van de onderneming enerzijds, en gegevens op niveau van de vestigingseenheid, anderzijds. De onderneming is de juridische entiteit waaraan het ondernemingsnummer, wordt toegekend. Elke plaats waar een activiteit van de onderneming uitgeoefend wordt of van waaruit de onderneming haar activiteit uitoefent en die door een adres geïdentificeerd is, wordt als een vestigingseenheid omschreven. Er moet opgemerkt worden dat de registratie van de gegevens op niveau van de vestigingseenheden echter enkel verplicht zijn indien een Belgische wet die vermelding verplicht maakt.
6
3. Basisgegevens versus gedetailleerde informatie Er dient onderscheid gemaakt te worden tussen de aard van de gegevens: enerzijds, identificatiegegevens zoals naam en adres en activiteitengegevens, en, anderzijds, gegevens over de functie en de hoedanigheid. Basisgegevens op niveau van de onderneming zijn de naam, het adres, datum van opstart en stopzetting van de onderneming en de juridische informatie (vorm, toestand). Voor een privaat persoon gaat het om de naam, de voornaam en het domicilieadres. Voor een rechtspersoon gaat het om de informatie die in de statuten is terug te vinden: maatschappelijke benaming, eventueel handelsnaam en afkorting, maatschappelijke zetel, rechtsvorm. Basisgegevens voor de vestigingen zijn eveneens handelsnaam en adres. Deze basisgegevens zijn noodzakelijk voor identificatie van de onderneming en de diverse vestigingseenheden. Voor de registratie van de vrije beroepen in de KBO is de identificatie van de naam en adres prioritair en noodzakelijk. Door de registratie van deze gegevens zal het mogelijk zijn om alle vrije beroepen te identificeren met hun ondernemingsnummer. Hierdoor kunnen niet alleen de statistieken over de economische actoren aangevuld worden. Door het toekennen van het unieke identificatienummer, met name het ondernemingsnummer, kan vermeden worden dat deze basisgegevens nog eens opgevraagd worden. Administraties kunnen deze gegevens consulteren bij de KBO en aanwenden. Voor de registratie van de vrije beroepen in de KBO is het essentieel om de activiteiten van deze doelgroep via de NACEBEL nomenclatuur te identificeren. Immers hierdoor wordt de informatie over de economische actoren verder vervolledigd en wordt ook dubbel bevraging vermeden omdat deze gegevens consulteerbaar en bruikbaar zijn bij de KBO. Dit betekent dat de onderneming slechts éénmaal de activiteiten zal moeten laten registreren. Advies Uit de analyses van de werkgroepen (zie bijlagen 3 en 4) blijkt dat het initiëren en vooral actueel houden van de gegevens over de beroepsbekwaamheid een te zware interne administratieve lastenverhoging met zich mee zal brengen. De mogelijke initiators zijn de contactpunten waarbij de vrije beroepen zich vandaag moeten inschrijven: orde, instituut, administraties. Door de verscheidenheid van al deze organisaties zou het opzetten van werkafspraken zeer complex en niet-beheersbaar zijn. Het feit dat de overgrote meerderheid van deze organisaties in hoofdzaak gegevens bijhouden over de persoon kan leiden tot bijkomende bevragingen bij het vrije beroep wat in tegenspraak is met de beoogde lastenverlaging. De stuurgroep stelt dan ook voor om de gegevens over de beroepsbekwaamheid in eerste instantie niet op te nemen in de KBO. Voor het bekomen van gegevens over de beroepsbekwaamheid wordt voorgesteld om vanuit de federale portaal site een link te leggen naar de databanken van de desbetreffende instituten, ordes en bevoegde administraties waaruit de lijsten met gecertificeerde beroepen of vrije beroepen met bepaalde beroepsbekwaamheid zijn opgenomen. De stuurgroep concludeert om in eerste instantie de basisgegevens voor de vrije beroepen te registreren: toekennen van een ondernemingsnummer met identificatie (naam en adres) en activiteiten op niveau van de onderneming.
7
4. Hoe zullen deze registraties worden uitgevoerd? De effecten van registraties van de diverse gegevens werden in de uitgebreide KAFKAanalyse onderzocht (zie bijlage 3). Advies De stuurgroep stelt een gefaseerde aanpak voor. Fase 1: In eerste instantie zullen voor alle vrije beroepen op niveau van de onderneming enkele basisgegevens (rijksregisternummer, naam, adres, activiteit) worden geregistreerd. Op deze wijze kan aan elk vrij beroep een ondernemingsnummer worden toegekend. Fase 2: Een volgende stap vestigingseenheden.
vormt
de
registratie
van
bijkomende
gegevens,
zoals
de
De stuurgroep stelt voor om momenteel enkel de initiatie van de eerste fase op te starten.
5. Wie voert de registraties uit? Initiatie van de gegevens voor vrije beroepen zou door verscheidene instanties kunnen worden uigevoerd: de orde of instituten of bevoegde administraties waar de uitoefenaar van het vrije beroep zich moet registreren of de bestaande initiatoren voor de andere ondernemingen zijnde de ondernemingsloketten, de BTW-dienst of de RSZ-dienst of het RSVZ dat via de sociale verzekeringsfondsen (SVF) alle zelfstandigen registreert. Voor elk van deze scenario’s zijn voor- en nadelen zowel in termen van effectiviteit (vermijden van lastenverhoging voor desbetreffende doelgroep) als in termen van efficiëntie (complexiteit van de initiatie) onderzocht. Deze analyse werd in het KAFKA-analyserapport uitgebreid gedocumenteerd (zie bijlage 4). Initiatie van gegevens over de vrije beroepen door de orde of instituut kan voor de uitoefenaar van het vrije beroep die aangesloten is bij dergelijke orde weinig extra lasten betekenen indien deze initiator over de informatie betreffende de onderneming beschikt. Gegevens over (hoedanigheid en) beroepsbekwaamheid zijn meestal bij deze contacten beschikbaar. De meeste ordes en instituten kennen meestal echter niet de entiteit « onderneming ». De diversiteit aan ordes en instituten kan wegen op de beheerskost voor de KBO en op extra bevragingen bij betrokkenen. Initiatie door de toezichthoudende FOD houdt in dat desbetreffende administratie de gegevens voor uitoefenaar van het vrije beroep waarvoor die toezichthouder is, zou initiëren. Behalve over de basisgegevens beschikken de meeste FOD’s niet over de gewenste gegevens en doen ze daarvoor vandaag beroep op andere instanties zoals de ordes en instituten. De gecontacteerde FOD’s zijn in het algemeen geen vragende partij om de noodzakelijke gegevens voor deze groep van ondernemingen bijkomend te initiëren. Ze zien hun voordeel eerder in het consulteren en gebruiken van de beschikbare gegevens in de KBO voor verificatiedoeleinden. Deze administraties kennen meestal ook niet de entiteit « onderneming ».
8
Het ondernemingsloket heeft ruime ervaring in het initiëren van gegevens, voor de commerciële ondernemingen, zowel op ondernemingsniveau (voor de NP) als op niveau van de vestigingseenheid (NP en RP). Deze initiatorrol zou kunnen uitgebreid worden naar andere beroepen, zoals de uitoefenaar van het vrije beroep. Het ondernemingsloket kan dan verder ontwikkeld worden als hét contactpunt voor dé betrokkenen. Tegenover deze dienstverlening staat echter een prijs die te betalen is door de betrokkene en betekent voor de nieuwe doelgroep een bijkomend contactpunt. Alle zelfstandigen dienen zich via een applicatie van het RSVZ in te schrijven bij een sociaal verzekeringsfonds (SVF). Het RSVZ beschikt over de nodige basis identificatiegegevens van deze doelgroep, maar daarbij moet een onderscheid gemaakt worden tussen de zelfstandigen die een onderneming als privaat persoon hebben opgericht en de uitbaters of vennoten die niet als onderneming in de KBO geregistreerd worden. Vandaag gebeurt de initiatie van basisgegevens en activiteitencodes op ondernemingniveau voor niet-commerciële ondernemingen die zich aanmelden als werkgever door de RSZ. De RSZ registreert ook voor deze doelgroep gegevens op vestigingsniveau en is vragende partij om die initiatorrol voor die doelgroep te bevestigen. Voor de ondernemingen die BTW-plichtig zijn, initieert de BTW-administratie de basisgegevens en activiteitencodes op niveau van de onderneming (NP). Deze dienst is vragende partij om voor deze doelgroep de gegevens te initiëren op niveau van de vestigingseenheid (formeel te bevestigen door de BTW-administratie.) Een aanvullend voorstel bestaat erin om de ontbrekende gegevens via een elektronisch formulier op te vragen. Indien de beschikbare informatie voorgedrukt wordt, dan blijft de administratieve last voor de onderneming beperkt tot het aanvullen van de ontbrekende gegevens. Deze aanpak vergt echter een niet onaanzienlijke investering in de ontwikkeling van het formulier, in afspraken over aanleveren en gebruiken van de informatie en vooral in het opzetten van controlemechanismen voor verificatie van de door de betrokkene aangeleverde informatie. Dit heeft een impact op de beheerskost.
9
Advies Voor de uitoefenaars van vrije beroepen die voldoen aan art 4, 3° van de KBO wet van 16 januari 2003 en nog geen ondernemingnummer hebben, stelt de stuurgroep voor om de basisgegevens te laten initiëren door het RSVZ. Via de sociale verzekeringsfondsen (SVF) zijn de uitoefenaars van vrije beroepen immers verplicht zich aan te melden. Bij deze aanmelding zijn basisgegevens over de uitoefenaars van vrije beroepen beschikbaar. Op deze wijze worden alle bijkomende lasten voor de betrokkene vermeden (zie bijlage 5 voor impactanalyse).
10
6. Vereiste acties Om de integratie van de vrije beroepen in de KBO te realiseren zijn volgende aanpassingen noodzakelijk.
Juridische aanpassingen Het nieuwe voorstel van definitie voor afbakening van de doelgroep van vrije beroepen op te nemen in de KBO vergt een aanpassing van de KBO-wet van 16 januari 2003. De integratie van de informatie over de vrije beroepsbeoefenaar in de KBO vergt het toekennen van een initiatierol aan de (nieuwe) initiërende organisatie. Dit vergt een aanpassing van het KB betreffende de beheerders en initiatoren.
Technische aanpassingen Met de initiators voor de nieuwe aanvullende gegevens zullen afspraken moeten gemaakt worden over die initiatorrol en rol bij het actualiseren van deze gegevens. Afhankelijk van de detailgraad van de informatie zullen verder gaande procedures en aanvragen bij de initiators en KBO moeten ontwikkeld worden. De groep van vrije beroepen zullen in de KBO gecodeerd worden onder een aparte nieuwe hoedanigheidsbenaming. Deze hoedanigheidscode «zelfstandig ondernemer» zal moeten bijgecreëerd worden in de KBO-databank. Momenteel zitten hier enkel codes in die de bestaande geregistreerden benoemen zoals handelsonderneming of BTW-plichtig of RSZplichtig. Op termijn zullen de functionaliteiten van het zoekinstrument Public Search moeten uitgebreid worden zodat een opzoeking op diverse criteria zoals activiteiten mogelijk wordt. Momenteel is dit beperkt tot opzoeking per onderneming. Vervolgens moet overwogen worden op welk niveau de consultatie zal gebeuren: op niveau van de onderneming of op niveau van de vestigingseenheid. Indien op termijn ook geopteerd wordt om het grote publiek te informeren of een bepaalde beroepsbekwaamheid of certifiëring is toegekend aan de onderneming zullen aanvullen gegevens moeten geregistreerd worden. Momenteel worden enkel de basisgegevens en activiteiten op niveau van de onderneming en op niveau van de vestigingseenheid geregistreerd. De graad van detailgegevens benodigd door het grote publiek kan groter zijn dan de gegevens die actueel verzameld worden. Momenteel worden bijvoorbeeld NACEBEL-codes geregistreerd voor groepen van activiteiten (voorbeeld de paramedische beroepen) terwijl de opzoeking door burgers eerder moet toelaten om logopedisten, verpleegsters te identificeren. Dit zou betekenen dat het niveau van registratiedetail voor de NACEBELactiviteiten zal moeten verhoogd worden.
Organisatorische aanpassingen De nodige afspraken en eruit voortvloeiende aanpassingen zullen moeten worden gemaakt tussen RSVZ, KBO en andere betrokken initiatoren. Uitoefenaars van een vrij beroep die zich voor de eerste keer inschrijven bij RSVZ worden volledig in de bestaande aanmeldingsprocedure van het RSVZ opgenomen. Op deze wijze kunnen alle bijkomende administratieve handelingen of informatieverplichtigen voor de betrokkene vermeden worden. Bijlage 5 bevat een volledige impactanalyse van de voorgestelde piste.
11
7. Bijlagen 1. Bijlage 1 - Aanleiding, probleemstelling, randbemerkingen en voorwaarden 2. Bijlage 2 - Beschouwingen bij het ondernemingsbegrip in de KBO, afbakening reikwijdte en voorstel aanpassing van wet 3. Bijlage 3 – Afbakening gegevens in functie van de doelstellingen 4. Bijlage 4 – Effectbeoordeling opties 5. Bijlage 5 – Resultaten impactanalyse RSVZ
12