1 —
Prijsvraag Werk aan de winkel! Jury rapport
2 —
Inhoud Inleiding Opgave Jury De inzendingen Terugblik Prijswinnaars Overige inzendingen
3 4 4 4 5 7 11
3 —
Inleiding Winkelstrips als centrale spil Iedereen kent ze wel, de kleine winkelstrips in de naoorlogse woonwijken. Veelal kwamen ze voor in de ‘plint’ van flats of als aparte blokjes middenin de wijk met woningen erboven. In deze winkelstrips waren de vooral winkels voor de eerste levensbehoeften ondergebracht. De winkelstrips kwamen voort uit het concept van de Wijkgedachte dat ervanuit ging dat de belangrijkste voorzieningen op loopafstand aanwezig moesten zijn. Er werd in de naoorlogse wederopbouwperiode goed nagedacht over de inrichting van buurt en wijk. Niet alleen over de variatie in woningen, maar ook over de samenhang in de wijk.
Levensvatbaarheid in het gedrang De maatschappij is na 50-70 jaar behoorlijk veranderd; zo doet men de boodschappen het liefst één maal per week met de auto, gebeurt winkelen nu ook online en worden er andere eisen gesteld aan bebouwing, openbare ruimte en bereikbaarheid. Waar deze winkelstrips vroeger het bruisende centrum waren van de buurten en wijken, worden ze nu vaak ervaren als troosteloze plekken waar leegstand en achterstallig onderhoud hardnekkig aanwezig zijn.
Omvangrijk probleem Als onderdeel van de wijkgedachte zijn er in de periode 1940-1965 honderden winkelstrips gerealiseerd. Naar schatting zijn er tussen de 400 en 500 winkelstrips uit de wederopbouwperiode die niet of niet goed functioneren en daarmee een serieus vraagstuk zijn voor de naoorlogse wijken. De neerwaartse spiraal heeft niet alleen gevolgen voor de winkelstrips zelf, maar door de positie die deze winkelstrips in de sociaal-culturele en ruimtelijke structuur van de wijk en buurt innemen heeft dit ook een direct gevolg voor de kwaliteit en beleving en daarmee op de woonomgeving van een veel groter gebied.
Oplossingen ontbreken Opvallend is dat buurtwinkelcentra gezien hun beperkte omvang slechts beperkt in beeld zijn in onderzoeken naar winkelleegstand. De meest voor de hand liggende oplossing is de slecht functioneren winkelmeters en winkelleegstand op te ruimen, te saneren, en het levensvatbare aanbod zoveel mogelijk te concentreren.
De wederopbouwperiode In de periode 1940-1965 is een groot deel van Nederland gebouwd én ingericht op een manier die echt anders was dan vóór de oorlog. Deze wederopbouwperiode maakt deel uit van recente geschiedenis en zou daarom ook voor toekomstige generaties zichtbaar aanwezig moeten blijven. Deze visie staat beschreven in de kabinetsnota “Visie erfgoed en ruimte”, waarin beschreven staat hoe het Rijk een rol ziet voor het cultureel erfgoed in de ruimtelijke ordening. De Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE), een uitvoerende dienst van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, werkt de komende jaren aan de uitvoering van dit beleid. Het doel is dat de bijzondere eigenschappen, de kwaliteiten van de wederopbouwperiode in de toekomstige inrichting van Nederland op gebiedsniveau herkenbaar aanwezig blijven. Het opnieuw laten functioneren van de wijk is daarbij belangrijk. De bijzondere eigenschappen van deze gebieden verdienen meer publieke aandacht en de meest bijzondere gebieden een publieke bescherming. De RCE heeft de dertig wederopbouwgebieden geselecteerd die het toonbeeld zijn van dit tijdperk. Ze geven met elkaar een goed beeld van hoe er gedacht, gebouwd en ingericht werd. Ze onderscheiden zich nationaal of zelfs internationaal, bijvoorbeeld vanwege de kwaliteit van de architectuur of als bijzonder voorbeeld van stedenbouw of landschapsinrichting. Vijftien van deze gebieden zijn wederopbouwwijken.
Dit inzicht wordt op zichzelf niet ontkend. Zeker in de huidige tijden waarin we tot de conclusie zijn gekomen dat er afgelopen decennia meer winkelmeters bij zijn gebouwd dan er vraag is onder de consument van deze tijd en zijn bestedingsgedrag. Dit roept dan wel de vraag op wat er dan wél met deze winkelstrips zou moeten gebeuren.
4 —
Opgave
De inzendingen
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) heeft via een openbare prijsvraag specialisten en betrokkenen opgeroepen om na te denken over welke innovatieve, kansrijke concepten er ontwikkeld kunnen worden voor naoorlogse winkelstrips (1940 -1965) in de wederopbouwgebieden. Daarbij is zij op zoek gegaan naar ideeën voor de fysieke herbestemming van een gebouw, maar ook de (nieuwe) rol die deze winkelstrip in de totale opzet van de wijk kan spelen en daarmee de wijk toekomstbestendig kan maken. Met daarbij het uitgangspunt om de gedachten waarmee het oorspronkelijke plan is opgezet te vertalen naar de eisen van deze tijd. Er werd nadrukkelijk gevraagd om hierbij aandacht te besteden aan zowel sociaal-culturele, ruimtelijke en economische aspecten van de opgave als ook aan de procesmatige kant, waarbij betrokkenen bij de wijk zoals gemeenten, projectontwikkelaars, woningbouwcorporaties, eigenaren, gebruikers en bewoners een (gezamenlijke) rol spelen. Al deze verschillende aspecten waren verwerkt in de wijkgedachte die in de jaren 50 het uitgangspunt vormde voor de inrichting van de wijk.
Er is massaal gereageerd op de oproep ideeën in te sturen, wat heeft geleid tot de inzending van bijna 100 dossiers. Alle inzendingen zijn door de juryleden onafhankelijk van elkaar en anoniem beoordeeld, waarbij is uitgegaan van een integrale totaalbeoordeling. Hierbij is nadrukkelijk gekeken naar sociaal-culturele aspecten, ruimtelijke aspecten, de procesmatige en de economische kant van de opgave. Elk van de juryleden heeft zijn/haar eigen accent gelegd, vanuit de persoonlijke expertise.
Jury De RCE is voor de beoordeling van de inzendingen op zoek gegaan naar een team van experts die vanuit verschillende hoeken grote affiniteit kennen met het onderwerp. Samen met deze experts heeft dat de RCE in staat gesteld de dossiers op verschillende aspecten tegen het licht te houden. De jury bestond uit: • Dhr. Ronald Rijnen, Sectorhoofd Openbare Ruimte, Verkeer, Milieu en Stedenbouw van de gemeente Eindhoven; • Dhr. Rob Soeterboek, Adviseur locatiebeleid bij brancheorganisatie INretail in Zeist en aan de TU/e afgestudeerd op de scriptie ‘Een tweede toekomst voor winkelstrips’; • Mw. Anita Blom, Senior specialist wederopbouw en naoorlogse stedenbouw, Afd. Landschap bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. • Dhr. Mark Schrijvers, Artezs projectontwikkeling te Zwolle.
Dit heeft geresulteerd tot een selectie van 15 inzendingen die door de jury als zeer waardevol werden aangemerkt en door zijn gegaan naar de tweede ronde. Deze inzenders zijn gevraagd om hun idee nader uit te werken. De 15 inzenders zijn in de ogen van de jury allemaal winnaars, ze zijn immers de beste van een kleine 100 inzendingen. De nuances die aan zijn gebracht in de beoordeling moeten in dat licht worden bezien; bedoeld om een volgorde aan te brengen binnen deze 15 goede en waardevolle inzendingen. De inzendingen kennen een enorme variëteit, niet alleen wat de aangedragen concepten betreft, maar ook wat de uitgangssituatie betreft. Een aantal inzenders besteedden aandacht aan nu nog goed functionerende winkelstrips, dus vóór dat ze afzakken naar een laag niveau. Deze behoren niet direct tot de 400 a 500 probleemgevallen zoals centraal staan in de opgave, maar bieden wel concepten te voorkomen om in die categorie te belanden. Deze ideeën zijn van een bijkomende meerwaarde binnen de opzet van deze prijsvraag.
5 —
Terugblik De jury heeft enorm genoten van de ideeën, de verbeelding, de creativiteit en de professionaliteit. De variëteit was enorm, niet in de laatste plaats door de personen en organisaties die mee hebben gewerkt aan de inzendingen. Uiteenlopend van architecten, stedenbouwkundigen, ruimtelijke en economische adviseurs, historici tot beeldend kunstenaars, vormgevers, bewoners, studenten en welzijnsorganisaties. De prijsvraag heeft blijkbaar geleid tot inspiratie bij verschillende mensen en organisaties. Er is een grote mate van samenwerking tussen verschillende disciplines en tussen diverse partijen geconstateerd. Dat alleen is al een heel mooi resultaat van deze prijsvraag. Een heel waardevolle manier van werken die wat ons betreft de toekomst heeft bij herontwikkelingsopgaven. De winkelstrips uit de wederopbouwperiode vervulden oorspronkelijk een centrale functie in de wijk. Zijn ze in deze tijd van toenemende keuzemogelijkheden, schaalvergroting, en veranderend consumentengedrag ten dode opgeschreven? Uit de veelheid van inzendingen blijkt dat er nog een heel aantal mensen, betrokkenen, organisaties en bewoners denken dat dat geenszins het geval is én niet het geval mag zijn. Voor hen ligt er een nieuwe toekomst in het verschiet. Duidelijk is wel dat er niet één concept bestaat dat overal toepasbaar is. De levensvatbaarheid zal in sterke mate afhankelijk zijn van de lokale situatie. Van een flexruimte die dienst kan doen als smeltkroes van kansen voor passie en talent in de wijk tot een eetschool waar jongeren leren en ouderen laten leren. De wijkgedachte wordt elders door vertaald naar mogelijkheden voor wijkverpleging die kantoor houdt in de wijk, kinderen die bewust dicht bij hun hulpbehoevende ouders willen blijven wonen, een groepje buren die gezamenlijk een woonkamer delen waar ze elkaar en anderen ontmoeten. Dit alles binnen een nieuwe configuratie van de strip en de directe omgeving. Samenwerking tussen verschillende stakeholders is het sleutelwoord. Dit vraagt uiteraard om financiële middelen. Voor deze sleutel worden door de inzenders verschillende creatieve oplossingen bedacht en voorstellen gedaan. Van een franchisemodel tot een leasemodel en een stichting gedragen door bewoners uit de wijk. Sommige inzenders zijn al heel ver in de plannen, hebben al overlegmomenten met een brede groep van
belanghebbenden en belangstellenden georganiseerd of hebben een ideeënmarkt op de planning staan als kickoff van de nieuwe toekomst van hun winkelstrip. Ideeën en inspiratie in overvloed. Maar we mogen de realiteit niet uit het oog verliezen. Het is de harde werkelijkheid dat niet voor alle noodlijdende winkelstrips een tweede toekomst in het verschiet ligt. Er moeten keuzes worden gemaakt. Keuzes maken en op sommige plekken de strips door een ander gebouw met een nieuwe functie vervangen kan ook een oplossing zijn. Dit kan er tegelijkertijd toe leiden dat een andere strip, een stuk verderop meer kans krijgt. Deze keuze is ook een opgave voor de gemeenten die hiermee aan de slag gaan. Wij zijn alle deelnemers aan deze prijsvraag zeer dankbaar voor hun inzet en inbreng van vernieuwende ideeën en inzichten. Als jury hopen wij van harte dat deze prijsvraag en de inzendingen tot de nodige inspiratie en de inspirerende noodzaak leiden om het erfgoed uit de wederopbouwperiode een tweede toekomst te bieden.
7 —
Prijswinnaars
8 —
woonpad
achtertuin
woning
trottoir
straat
9 —
1e prijs: De Buurtwinkel als Banenmotor Arjen de Nooijer / Ernst Haagsman / Sander Gelinck
Het thema van de prijsvraag krijgt met dit plan een prachtige invulling. De banenmotor geeft een nieuwe betekenis aan deze plek in de wijk. Het is een minder voor de hand liggend idee én het is goed verder uitgewerkt in de tweede ronde. Goede dingen op de goede plek. Bedrijfseconomisch een simpele oplossing die klopt: de school huurt de ruimte in de wijk. Dit is vooral een plan voor een grote stad waar veel jeugdwerkloosheid is, dat speelt met name in dit soort wijken. De voormalige winkelstrip kan zodoende een nieuwe krachtige betekenis krijgen voor de buurt. Er worden geen grote aanpassingen vereist aan de ruimte. De achterkant is minder sterk uitgewerkt; risico op hangplekken. De inzenders hebben bij de prijsuitreiking laten zien dat ze hun ideeën op een goede manier over het voetlicht weten te brengen.
2e prijs: Wijkstrip
Joosje van Geest / Mattijs in ’t Hof / Stipo / Gert Jan te Velde Van Schagen Architecten
Het Confusiusplein is al jaren een noodlijdende plek in Amsterdam-Slotermeer. Het gekozen concept, een combinatie van wonen, winkelen, werken en sporten, past goed op deze plek. uitstekend dat er aandacht is voor de voor- én de achterkant van het gebouw. De voorkant houdt zijn openbare functie, maar het aantal winkelmeters wordt verkleind. De achterkant krijgt een woonfunctie en daarmee ook een gezicht. De samenwerking tussen architect, architectuurhistoricus en stedenbouwkundige is een mooie combinatie. De visualisatie is goed. Tijdens de presentatie is gebleken dat het plan ook echt uitgevoerd gaat worden. Complimenten!
3e prijs: Winkelstrip & WIJ(k)gedachte diederendirrix ism. Studio Ossidiana
Dit is een sympathiek en ogenschijnlijk haalbaar idee voor het Burghplan in Eindhoven. Uitgangspunt is een woon-zorg-concept in de buurt ter vervanging van de noodlijdende winkels. Voor- en ook achterzijde worden aangepakt. De achterzijde is bij veel winkelstrips vaak een akelige no-go-area geworden. Het plan is goed doordacht in aanpak en methodiek. Met diverse cruciale partijen is een duurzame coalitie gesmeed. Het omzetten naar wonen op een plek waar winkels niet meer functioneren zal inkomsten opleveren. Dit is een realistische oplossing voor een echt probleem: er zijn teveel winkelmeters. Keuzes maken moet. Deze oplossing is op veel plekken toepasbaar. Door op de combinatie woon/ zorg over te stappen krijgt een andere strip die nabij ligt meer kans.
11 —
Overige inzendingen
12 —
,CEQD/CTKURNGKPKPGGPDTWKUGPFOKFFGNRWPVXCPFGYKLM
bestaand
ƚLJƉĞϭ
- grote winkels - geen eenheid in de winkelstrip - veel opslagruimte - blinde achtergevel - verwaarloosde achter straat
familie L
+ kleiner winkeloppervlak + eenheid in de winkelstrip + woningen verbeterd + open achtergevel + levendige woonstraat + behoud kenmerkende bergingen - ingrijpende verbouwing
familie XL
+ kleiner winkeloppervlak + eenheid in de winkelstrip + woning verbeterd + open achtergevel + levendige woonstraat + behoud kenmerkende bergingen - medewerking huidige bewoners
woon/werk
+ kleiner winkeloppervlak + eenheid in de winkelstrip нĂƩĞůŝĞƌǁŽŶŝŶŐƚŽĞŐĞǀŽĞŐĚĂĂŶǀŽŽƌƌĂĂĚ + open achtergevel + levendige woon-werkstraat + behoud kenmerkende bergingen + eenvoudige verbouwing
13 —
Eetschool, Joost Koek / BFAS / STOCK 5 Een sympathiek idee. Het idee dat eten/de keuken vele bevolkingsgroepen kan verenigen klopt intuïtief. Eten als erfgoed. Als je kookt hoef je niks uit te leggen; je kunt het immers laten proeven. Maar het plan is niet helemaal consistent. Het lijkt vooral goed als tijdelijke invulling, mooi als overbrugging voor een bepaalde periode. Stedelijkheid is een voorwaarde voor dit idee, want je hebt veel klanten nodig om deze opzet draaiende te houden. Wekt enthousiasme op. Het slaat een brug tussen leeftijdsgroepen en tussen culturen. Jongeren kunnen op een positieve manier aan de slag, terwijl ouderen daar juist voor ingezet worden. Niemand wordt vergeten.
Twee kanten, Design studio Tatjana Djordjevic / Reijer Pielkenrood Het plan voegt wonen toe en vormt een combinatie met bestaande functies met name winkels. Daarmee is er een gewenste en noodzakelijke flexibiliteit ingebouwd in het concept. De achterkant van de strips is goed uitgewerkt. Dit achterkantprobleem speelt op veel plekken en maakt het concept veelvuldig toepasbaar. Goede diversiteit. De wijk verandert/groeit ook door op deze manier andere bewoners binnen te halen. Vraag is wel of je daarmee meteen voldoende extra draagvlak voor de bestaande winkels kunt genereren. Het plan is goed uitgewerkt in de tweede ronde. Juiste analyse. Realistisch want corporaties zijn op dit moment op die plek al bezig met het verkopen van winkels en woningen. Het geeft een catalogus van verschillende uitgangssituaties en verschillende oplossingen. Daarmee is het voor veel locaties een bruikbare formule.
De smeltkroes Kansen voor passie & talent, The melting poT Een sympathiek plan met een laagdrempelige opzet voor en door wijkbewoners. Maar opbrengst en bezettingsgraad zijn rooskleurig ingeschat. Een hoog aantal wisselingen zal leiden tot veel schoonmaak- en onderhoudskosten, die zijn nu laag ingeschat. Het idee om niet af te schrijven zal een punt van onderhandeling met de eigenaar moeten zijn en is niet vanzelfsprekend. Dat alles leidt tot conclusie dat het een mooi idee is, maar dat er serieuze twijfels zijn bij de haalbaarheid en de continuïteit.
14 —
o `d
a jes n teek o rs
ne winkeltjes in de buur ar klei t`
uim `R
`Ontmoeten voor buurthuis Larenkamp`
te om
te verblijven voor de winke ls `
WAARDERING Hoe bewoners hun wijk j waarderen. Welke kwaliteiten omschrijven hedendaagse bewoners? Hoe ervaren zij
WAARDERING
een plein, route of de uitstraling van een gebouw?
Hoe vakdeskundigen g de wijk j waarderen: cultuurhistorische waardestelling. Welke ontwerpideeën, elementen, structuren of objecten zijn waardevol?
+
GEBRUIK Hoe bewoners en bezoekers de wijk j g gebruiken. Welke routes nemen zij, waar komen zij vaak, waar vindt ontmoeting plaats?
GEBRUIK
1+2 = 3
1+2 = 3
Het ffeitelijke j p programma g in de wijk. j Welke functies en voorzieningen zijn aanwezig?
1+2 = 3
1+2 = 3
1+2 = 3
=
1+2 = 3
BETEKENIS BETEKENIS
Waar gebruik en waardering samenkomen.
2020
1960
BIJ
15 —
De betekenis der plekken – de plekker der betekenis, De Open Kaart Deze inzending kent een sterke analyse van ontstaan en betekenis van de winkelstrip binnen de wijkgedachte. Een goed begrip van de situatie, maar de vertaling in acties en de praktijk blijft vaag. De jury heeft het gevoel dat het plan na de eerste ronde niet veel verder is ontwikkeld.
Made in Pottenberg, Artesk van Royen Architecten/Ziegler Branderhorst Sloop/nieuwbouw was zeker geen uitgangspunt voor deze prijsvraag. De bouwkundig slechte staat van deze zeer karakteristieke woon-/winkelflat kan hier een toch goede reden zijn om te kiezen voor sloop en nieuwbouw, zeker als de karakteristiek zo mooi gehandhaafd blijft. De keuze voor een praktijkschool lijkt een verantwoorde keuze voor deze plek en biedt nieuwe levenskansen aan het plein. Daarmee is het echter geen voorbeeld voor andere plekken. Het kan de goede oplossing voor deze plek zijn.
Bij Toon, WAT Corperatie “Bij Toon” is vooral een formule. Het kan een sterk merk zijn en daarmee succesvol worden. Maar de jury heeft vraagtekens bij het franchiseconcept. De financiële last daarvan kan een nadeel zijn/ worden. En daarmee sta je meteen op achterstand, want dan is er geïnvesteerd en dan heb je nog geen functionerend en verdienend bedrijf. Het idee gaat ook wat teveel over “Toon” en te weinig over de resultaten voor de wijk. Het concept is ingewikkeld; je moet die ondernemers die hier in durven stappen nog wel vinden. De inzending is niet zo sprankelend meer als in de eerste ronde.
16 —
ZE,Z/E'
>'E Sociale super
Zorg en maatschappelijk
Food en dienstverlening
,ƵŝƐĚĞƌŽŶƚŵŽĞƟŶŐ
17 —
Werk IN de winkel, Kim de Greef Architectuur / Stefan de Beer / Hyperform Een fraai vormgegeven plan voor Breda-zuidwest. Een coöperatieve vereniging geeft zekere stevigheid aan de organisatie. Het plan past bij de architectuur en de kleinschaligheid van het Mgr. Nolensplein. Tegelijkertijd is dat ook de kwetsbaarheid van het plan. De opbrengsten zijn te hoog ingeschat; een dergelijke huurprijs is voor deze doelgroep veel te hoog. Er zitten ook nog hoge kosten in de verbouw. Het zou fantastisch zijn als dit lukt, maar hoe regisseer je dat deze doelgroep hier gaat zitten. Het brengt een andere dynamiek in de wijk en het zou daarmee ook een blijvend, dragend concept kunnen zijn. Wel is nog onduidelijk hoe partijen betrokken zijn bij dit plan.
Huiskamers van de wijk 2.0, KIR, Kordaat in ruimte / Wijkadvies & ONB Een sterk kader, maar daar is het bij gebleven. Het concept voorziet in winkels, woningen en “buurthuiskamers”. Het plan is niet wezenlijk verder uitgewerkt dan in de eerste ronde en heeft daarmee helaas de hoge verwachtingen die de jury op voorhand had niet waargemaakt. Als manier van denken en procesmatige uitwerking is het zeker van belang.
Van wijkgedachte naar Shop & Care, Team NieuweWijn Het gaat hier om een nog goed functionerend winkelcentrum in Apeldoorn. Het is goed om daar tijdig mee aan de slag te gaan voordat het fout gaat. Daarmee staat deze inzending model voor een specifiek (groter) soort strip waar er velen van zijn in Nederland. Het is een sterk idee om uit te gaan van een bestaande ondernemer die al aanwezig is in de wijk en die dan gefaciliteerd wordt door de gemeente. Dit biedt een stevige basis om van daaruit te werken en vervolgens uit te breiden. Het commentaar uit de eerste ronde is goed verwerkt. De omgeving is er goed in meegenomen, maar er is weinig met de bestaande en cultuurhistorische kwaliteiten gedaan. Concreet: als je een aansluiting met groen wil realiseren, zou het veel logischer zijn om aansluiting te zoeken met het park in het midden van de wijk in plaats van groen aan de doorgaande weg. Desondanks een concept dat met de nodige aanpassingen zeker bruikbaar lijkt.
18 —
infocentrum historisch Pottenberg gaat open
eerste groep huurders ondertekend tijdelijke overeenkomst
investering organisatie tijdelijke wijkonderneming
laatste ruimte verhuurd
tegenvallende onderhouskosten
organisatie sloopfeest laatste huurinkomsten
organisatie nieuwfeest
SLOOP EN NIEUWBOUW € 100.000
89% bezetting huidige exploitatie €40/m2 25% bezetting door vaste huurder: wijkonderneming
€ 75.000
huurpotentie € 30-40/m2 100% bezetting
50% bezetting €100/m2 draagkrachtige ondernemer opp. 33%
€80/m2 kleine ondernemer opp. 7,5%
positief scenario wijkonderneming
€ 50.000
25% bezetting
marge voor succesvol experiment met sociaal rendement: - activering ruimte - dienstverlening - peer to peer - wervend - zelfvoorzienend
€ 25.000
€30/m2 maatschappelijke ondernemer opp. 45%
kostendekkend voor eigenaar
€0
€15/m2 kosten leegstand opp. 11%
kosten leegstand €15/m2 50% bezetting € -25.000 2014
2015
2016
kosten leegstand €15/m2 25% bezetting 2017
2018
2020
19 —
De Dingenman, Studio Stad Een mooi gepresenteerd plan voor de Pottenberg in Maastricht. Het is sterk qua allianties. Er is goed ingegaan op de suggesties van de jury naar aanleiding van de eerste ronde. De exploitatie heeft veel aandacht gekregen. Maar hoe realistisch is het om dit in drie jaar te realiseren? Het lijkt in economisch opzicht te optimistisch.
Transformatie en herontwikkeling van de organische stedenbouw, Studio Timo Een mooi uitgewerkt goed architectonisch concept en fraai gepresenteerd. Vooral ook sympathiek vanuit het idee van de wijkgedachte. De eerste ronde gaf de suggestie dat andere partijen geïnteresseerd waren. Dat blijkt nu niet meer. Het plan sluit daardoor niet aan bij de kern van de vraag. Het blijft daardoor bij een losstaand architectonisch concept. Dit is wel van hoge kwaliteit en kan in combinatie met een goed inhoudelijk concept wel degelijk uitvoerbaar blijken te zijn in de toekomst.
Aan de buurt, Studio Strak Plan De inzending voor de revitalisering van de Zuiderpassage in ’s-Hertogenbosch bood in de eerste ronde meer perspectief dan nu wordt waar gemaakt. Maar toch: het lijkt alsof het morgen kan gebeuren. Je zou hier zo mee aan de slag willen. Sympathieke creatieve aanpak. Breed gedragen. De jury was niet unaniem over de kwaliteit van de vormgeving, wat de beoordeling kan hebben beïnvloed.
20 —
ER TOONKAM
Toren van Babel,156 0 Pieter Brue gel de Oud e
PENDRE CHT
21 —
En een eervolle vermelding voor: Boijmans in de buurt, Studio LS Dit betreft een unieke inzending met een unieke oplossing: een dependance van het museum in de buurt: brengt kunst naar de mensen toe. Zo leuk, dat dit plan niet onvermeld mag blijven. Anderzijds qua haalbaarheid in de ogen van de jury kansloos en daarmee niet een van de winnaars.
24 —