1
Preek over het thema: geloof en werk Broeders en zuster, broertjes en zusjes in de Heer Jezus, lieve gasten Ik wil deze preek beginnen met een meerkeuzevraag: [DIA 1] Wat heeft het meest met God en geloof te maken: bidden en bijbel-lezen of je werk doen? A. Bidden en bijbel-lezen B. Je werk doen. C. Allebei evenveel. Vanmorgen gaan we nadenken over het thema: geloof en werk. En de vraag is: hebben die twee iets met elkaar te maken of zijn het verschillende werelden? Zo voelt het voor veel christenen vaak wel. Zou dat misschien te maken hebben met het werk dat je doet? [DIA 2] Dat het werk van de dominee alles met geloof te maken heeft, dat spreekt vanzelf. Maar wat als je nou [DIA 3] wiskundeleraar bent, of [DIA 4] vrachtwagenchauffeur, of [DIA 5] toiletjuffrouw? Eigenlijk is het een teken aan de wand als we een scheiding aanbrengen tussen geloven en je werk doen, want dat maakt duidelijk dat er iets heel erg fout gegaan is, namelijk al bij de zondeval. Want daarvóór was God de Schepper Heer over alle terreinen van het leven. Maar toen wij tegen hem in opstand kwamen, gingen we zelf op de troon zitten en voor zover we God nog niet helemaal afschreven, bepaalden wijzelf wel waar Hij nog iets over te zeggen had. We stopten God in een hokje. Ook als je christen bent, hebben we nog vaak last van dat hokjesdenken. Dan zijn er verschillende gebieden in ons leven waarmee God of alles, of veel, of weinig of helemaal niks mee te maken heeft. En zo komt het dat voor ons gevoel naar de kerk gaan en bijbellezen meer met God en geloof te maken heeft dan huiswerk maken of in de winkel achter de kassa zitten of op kantoor een vergadering leiden of thuis de was doen. En het bizarre is dat we als kerk dat hokjesdenken ook nog gestimuleerd hebben, zij het misschien vooral onbewust. Bijvoorbeeld doordat we het werk in de kerk als ouderling of diaken toch eigenlijk wel als belangrijker zagen dan het werk in de maatschappij dat een gemeenteambtenaar doet of een glazenwasser. Ja, dit hokjesdenken zien we zelfs terug in het idee dat de zondag de belangrijkste dag van de week is. Dat de eredienst die we hier binnen deze vier muren hebben, op een of ander manier belangrijker is dan de eredienst in ons dagelijks werk op maandag of donderdag. Laat ik duidelijk zijn: op sommige punten is het juist een gezond teken als we een scheiding aan brengen. Werken als prostituee of gokhalexploitant of drugskoerier, daarvan weten bijna alle mensen in hun hart: dat is geen normaal werk. Ook al zeggen ze wat anders. We voelen intuïtief aan dat dat ingaat tegen Gods goede bedoelingen. Dat is ook zo als je werk geestdodend is of loodzwaar. Als je acht uur
2
per dag niets anders doet dan een moertje op een boutje draaien, of erger: 12 uur lang in een kopermijn met houwelen stenen loshakken, dan weet je: zo zou het eigenlijk niet moeten zijn. Het is dus heel begrijpelijk als je dat soort werk doet en dan niet goed ziet wat dat werk met God en geloof te maken heeft. Dat geloof en werk alles met elkaar te maken hebben, dat kun je alleen begrijpen als je het ‘bredere plaatje’ weer gaat zien: als je de reden begrijpt waarom we überhaupt werken, hoe God dat bedoeld heeft vanuit de oorsprong en met het oog op het leven hierna en hoe Hij aanwezig is in het hier en nu. En het is belangrijk om het daar in de kerk over te hebben. Per slot van rekening brengen we afgezien van de uren die we slapen de meeste tijd van ons leven door met werk, betaald of onbetaald. Laten we daarom eens kijken naar het allereerste begin. [DIA 6] In Genesis 1 en 2 lezen we dat God ons mensen gemaakt heeft naar zijn beeld, dat we gezegend worden en vervolgens een opdracht krijgen: de aarde onder ons gezag brengen, heersen over alle dieren en het bewerken en bewaken van de tuin van Eden. Dat we naar Gods beeld geschapen zijn, betekent dat wij in zeker zin op God lijken doordat we dit kunnen doen: heersen, bewerken, bewaken. Anders gezegd: we kunnen besturen, leiding geven, ordenen, plannen, vormgeven, structureren, onderzoeken, maken, toepassen. En we krijgen van hem verantwoordelijkheid. God zei: “Zo heb ik je gemaakt, dit kun je, je krijgt mijn zegen, ga dus aan het werk.” Is dat niet mooi? Dat is prachtig! Psalm 8 verwondert zich erover en zingt ervan [DIA 7] U hebt hem bijna een god gemaakt, hem gekroond met glans en glorie, hem toevertrouwd het werk van uw handen en alles aan zijn voeten gelegd. Dat betekent trouwens niet dat het paradijs al meteen een gespreid bedje was. Nee, het was vooral een plek met oneindig veel mogelijkheden en materialen, waar heel veel prachtig werk te doen was, waarin man en vrouw zich mochten uitleven met de talenten die God hun gegeven had. Als je dus naar de oorsprong kijkt van alle werk, dan kun je niet langer zeggen: werken is een noodzakelijk kwaad, of een manier om mijn rekeningen te betalen. Nee, werk is bedoeld is als iets heel positiefs, als een zegen, als een geweldige roeping, als iets wat bedoeld is om van te genieten en de Schepper mee te eren, want zo komt zijn grootse doel met alles tot zijn recht. Zoals Psalm 8 begint en eindigt, zo is ook heel ons werk bedoeld, als eredienst, aanbidding: [DIA 8] HEER, onze Heer, hoe machtig is uw naam op heel de aarde. Maar goed, hoezeer we ook naar het allereerste begin moeten kijken voor het bredere plaatje, er is natuurlijk wel meer te zeggen, want dat allereerste begin: daar kwam al gauw de klad in. Daarover lezen we in Genesis 3. Want doordat wij tegen God in opstand kwamen, haalden wij Gods vloek over ons. En dat betekende voor ons dagelijks werk dat de mens er niet langer alleen maar plezier aan beleefde, maar dat hij voortaan moest zwoegen en zweten. Hij kreeg te maken met doornen en distels en dat is een beeld voor: [DIA 9] grote moeite, één stap vooruit en twee achteruit, frustratie en mislukking. De mens beleefde zijn werk niet meer als geschenk en als eredienst voor God, maar als eigen verdienste en als afgod. [DIA 10] En daarmee zijn we slaaf geworden van ons werk in plaats van vrij mens. De
3
workaholic stamt van na de zondeval! Bovendien werd werk in plaats van een mooie vorm van samen leven met andere mensen een manier om je af te zetten tegen de ander: kijk maar naar alle concurrentiestrijd en hielenlikkerij. [DIA 11] Werk werd zelfs een middel voor haat en geweld: naast werktuigen als ploegijzers en snoeimessen, worden al heel lang wapens gemaakt: zwaarden en speren, geweren en landmijnen. [DIA 12] Ja, nog erger: werk werd zelf een wapen: iets waarmee je de ander kon uitbuiten en onderwerpen. Mensen maakten elkaar tot slaaf om er zelf rijker van te worden. [DIA 13] En het toppunt is wel dat we met de technologische gaven die God ons gegeven heeft in staat zijn hele volken te vernietigen en de planeet aarde onleefbaar te maken. Ook allerlei technologische ontwikkelingen, zoals de mechanisering, digitalisering, robotisering en sociaaleconomische ontwikkelingen zoals winstmaximalisatie en globalisering zorgen ervoor dat ons dagelijks werk geen bron van alleen maar vreugde is, maar ook afstomping, motivatieverlies, depressiviteit. De vloek van de zondeval heeft op duizend en één manieren het mooie werk dat God ons te doen gaf bedorven. Werk is vaak ontmenselijkt. Het is niet alleen maar waar dat arbeid adelt, zoals het oude spreekwoord zegt. Nee, veel werk ontadelt ook. En dat betekent dat niet alleen wij mensen maar ook ons werk bevrijd moet worden van de vloek van de zonde. En gelukkig: dat kan. Jezus Christus is niet alleen gekomen om ons te bevrijden van de schuldenlast van de zonde, maar ook van de macht en de vloek van de zonde. De komst van zijn koninkrijk heeft ook impact op de werkvloer en dat is geweldig hoopvol. Als we door de Heilige Geest geloof, hoop en liefde krijgen, kan er veel veranderen. Zonder de komst van Jezus en de Geest zou, bijvoorbeeld, de slavernij nooit zijn afgeschaft. Het is de liefde van Christus die voor rechtvaardiger verhoudingen kan zorgen tussen werkgevers en werknemers, voor een betere balans tussen winst en welzijn en oog voor onze verantwoordelijkheid voor de schepping. Door Christus en de Geest leren we kijken naar Gods oorspronkelijke bedoeling en kunnen we werk weer leren zien als dat mooie geschenk en als eredienst aan God. Ja, door het geloof gaan we ook anders kijken naar werkgevers en werknemers, naar collega’s. Niet meer ontmenselijkt, als een bedreiging, een concurrent, een productiefactor. Nee, we bekijken ze met andere ogen: als medeschepel, net als wijzelf geschapen naar Gods beeld, voor wie Christus zijn leven gegeven heeft, oneindig kostbaar en met een eeuwige bestemming. En dat maakt dat je anders met elkaar omgaat: met liefde, met geduld, met zachtmoedigheid en zelfbeheersing, kortom met de vrucht van de Geest. En als dat gebeurt, dan wordt het kantoor, de fabriekshal, de werkplaats, het klaslokaal een plek waar God de Heilige Geest aanwezig is, omdat Hij in ons woont en ook in de ander wonen wil. Ja, door het geloof mag je gaan zien dat werk als roeping eigenlijk een ‘kleine roeping’ is, die past binnen de ‘grote roeping’: [DIA 14] Christus volgen, God lief hebben en je naaste als jezelf. Want die grote roeping omvat heel het leven, heel ons bestaan, ons werk maar ook ons leven thuis, ons recreëren, onze hobby´s, alles.
4
Christus, is niet alleen Heer van de kerk, maar van heel de wereld, alle macht en gezag is hem gegeven. Daarom is ook de grote zendingsopdracht van Jezus om alle volken tot zijn leerlingen te maken, van invloed op ons werk. Want hoe waar het ook is dat we niet op ons werk zijn om te evangeliseren, als we geen verlangen hebben om ook onze niet-gelovige christen met Christus bekend te maken, klopt er iets niet. Dan zijn we toch weer bezig met God in een hokje te stoppen en dan doen we de Geest verdriet. Je brengt met collega’s veel tijd door. Je praat met elkaar over van alles en nog wat, hoe zou je Jezus Christus dan kunnen verzwijgen? Natuurlijk moet je niet gaan lopen preken tijden de koffiepauze maar wees alsjeblieft wel jezelf, wees christen en vertel gewoon eerlijk waar jouw levensvreugde en hoop vandaan komt. En wees ook als Christus voor je collega’s, genadig en viendelijk voor allen en bewust attent voor hen die het moeilijk hebben of ziek zijn. Wees een dienaar. Was je collega’s niet de oren maar de voeten. Laat merken dat je meeleeft en voor hen bidt, interesseer je bewust voor de man of de vrouw die zich altijd wat terugtrekt en er een beetje buiten valt. Zoek het verlorene op. Als je zo christen bent op je werk, wordt het spannend en uitdagend, want ben je een zout dat bederf weert, je bent een licht in de wereld. Vertrouw er bewust op dat Christus met jou mee naar je werk gaat. Zijn Geest woont en werkt in jou. Getuig van zijn liefde in woord en daad. Als je dat doet, zul je niet de eerste zijn die een collega voor Christus mag winnen, zodat die collega eer gaat bewijzen aan de Vader in de hemel. Je hoeft dit meestal ook niet alleen te doen. Als er andere gelovige collega’s zijn kun je veel aan elkaar hebben. Elkaar bemoedigen, met elkaar bidden voor kansen om te getuigen. Organiseer bijvoorbeeld een Alphacursus op je werk. Flip van de Kolk kan je vast op weg helpen. Tenslotte, om het bredere plaatje te zien moeten we ook kijken naar de toekomst. Paulus schrijft in 1 Korintiërs 15:58: [DIA 15] Geliefde broeders en zusters, wees standvastig en onwankelbaar en zet u altijd volledig in voor het werk van de Heer, in het besef dat door de Heer uw inspanningen nooit tevergeefs zijn. De bijbel verzekert ons dat het werk wat we hier doen niet voor niks is. Als het om de toekomst gaat, is er trouwens nog een oorzaak voor hokjesdenken. Dat we menen: ach, wat ik op mijn werk doe, speelt zich af in de wereld en daarin is God niet geïnteresseerd want gaat straks toch in de hens. Maar dat is een misvatting. God is niet alleen maar geïnteresseerd in de kerk, nee in heel de schepping, inclusief de hele mensenwereld in al haar verbanden. Heel de schepping die nu nog zucht in barensweeën zal straks definitief bevrijd worden van de vloek en vernieuwd worden. [DIA 16] In Kolossenzen 3 moedigt Paulus ons aan om wat wij in de mensenwereld doen, dus ook op ons werk, te doen voor Christus, onze Heer, en dat zal Hij belonen. Deze wereld gaat wel door het vuur, maar niet op de schroothoop. God blijft trouw aan zijn schepping en dus heeft wat wij namens hem door middel van ons werk investeren in die schepping zin. Uw Meester is Christus, zegt Paulus. Ja Christus is Heer, Hij alleen over alles en iedereen. Daar lijkt het nu nog niet op als je het graaigedrag ziet in de financiële wereld of de machtspelletjes in de politiek. En toch is het zo. Nu is dat nog een kwestie van vertrouwen. Maar
5
straks op de nieuwe hemel en de nieuwe aarde zullen we het zien en zal ook alle werk dat gebeurt weer genieten zijn en slagen, echte pure eredienst. Geloof en werk: zijn het verschillende werelden? Ja, zo kan het soms voelen, maar als we het bredere plaatje zien, Gods grote plan zoals het ooit bedoeld was, zoals het nu al mag uitpakken en zoals het straks zal worden, dan zien we dat het niet waar is. God wil er altijd bij zijn en Hij wil wat wij doen zegenen. Ik sluit af met woorden van Paulus uit 1 Korintiërs 10:31: [DIA 17] Dus of u nu eet of drinkt of iets anders doet, doe alles ter ere van God. Amen