Raadsinformatieavond 10 juni 2014
Praat mee over de Voorjaarsnota 2014 Edwin Jacobs, Stichting Centraal Museum Samenvatting:: De Voorjaarsnota van de huidige coalitie betekent extra korting op het Centraal Museum. Cumulatief vanaf de verzelfstandiging in 2013 bijna €600.000. Hiermee wordt de voorspoedige start van een verzelfstandigd museum in de knop gebroken en kan geen ambitie voor de stad als stadspartner worden gerealiseerd. De Voorjaarsnota van de huidige coalitie betekent extra korting op het Centraal Museum. Cumulatief vanaf de verzelfstandiging in 2013 bijna €600.000. Hiermee wordt de voorspoedige start van een verzelfstandigd museum in de knop gebroken en kan geen ambitie voor de stad als stadspartner worden gerealiseerd. Spreektekst: Geachte leden van de Raadscommissie Mens en Samenleving, Zoals u weet is het Centraal Museum per 1 januari 2013 verzelfstandigd om vanaf dat moment vanuit het stichtingsmodel invulling te geven aan de doelstellingen van Utrecht om zich te profileren als stad van Kennis en Cultuur. Met deze brief wil ik u mijn bezorgdheid delen over het voornemen van het College van Burgemeester & Wethouders om het Centraal Museum opnieuw te korten op zijn subsidie. Ambitie Het Centraal Museum wordt door u een belangrijke stadpartner genoemd. Dit partnerschap is gekoppeld aan de ambitie om Utrecht internationaal op de kaart te zetten. Dat doen we vanuit een Utrechtse kracht, namelijk als museum van de stad met internationale iconen als Rietveld, Bruna en Utrechtse 17e eeuwse meesters als Gerard van Honthorst en Joachim Wtwael. De Grand Depart wint aan uitstraling door het icoon Nijntje. Stelt u voor dat de nalatenschap van Bruna niet in Utrecht was? We nemen de opdracht om ambitie te tonen heel serieus en springen in het gat dat na De Vrede van Utrecht en de ambitie van Culturele Hoofdstad is geslagen. We zijn verzelfstandigd en als onderneming werken we hard om de ambitie vorm te geven. We hebben onze visie en missie strakker en concreter er op toegesneden: Het Centraal Museum wil vanuit de actualiteit gezicht geven aan de kunst- en historische collectie van Utrecht en stimuleert creativiteit. Dat laatste is essentieel om de ambitie door te trekken naar de toekomst, denk aan de Nieuw Utrecht Kamers waar talent jong en oud uit de stad nu terecht kan, samenwerking met het KF Hein Kunststipendium, de Boellaert prijs voor talent uit de stad, aankopen en presentaties van talenten van de HKU. Als stichting grijpen we samenwerkingen lokaal, regionaal en internationaal aan en tonen de Utrechtse collecties wereldwijd, in Japan, Zweden, Duitsland, Spanje, Italië, Zwitserland, Frankrijk en de Verenigde Staten. Met het Centraal Museum als belangrijkste stedelijk museum van de provincie heeft Utrecht een toonaangevend visitekaartje op nationaal en internationaal niveau. Het Centraal Museum organiseert de activiteiten niet alleen, maar werkt daarbij veelvuldig samen met andere culturele instellingen uit de stad, uit de regio, in Nederland als internationaal. Ook met het onderwijs wordt intensief en structureel samengewerkt. Dit leidt
1
Raadsinformatieavond 10 juni 2014
tot betrokkenheid van vele partijen en tot interessante producties. Samen doen is ook voor het Centraal Museum een vanzelfsprekend begrip. Zelfstandige ontwikkeling Zowel het stadsbestuur als het Centraal Museum vond het in 2012 belangrijk om de dienst Gemeentelijke Musea om te vormen tot een stichting. Om dit tot een succes te maken en het Centraal Museum daadwerkelijk meer slagkracht te geven zelfstandig taken op te pakken, heeft zowel het museum als de Gemeente financieel bijgedragen aan de totstandkoming van de stichting. Een gezonde start was voor alle betrokkenen een belangrijke voorwaarde. In de praktijk betekende dit echter ook dat het museum invulling moest geven aan de openstaande bezuinigingstaakstellingen van € 550.000 en zelf de incidentele en structurele verzelfstandigingskosten á € 300.000 (per jaar) binnen de begroting moest oplossen. Het museum voerde een reorganisatie door en ontsloeg daarbij medewerkers, bezuinigde op haar uitgaven en voerde een tariefsverhoging door. In totaal ging het om een structureel bedrag van € 850.000. Doordat de gemeentelijke begroting onder druk staat heeft het Centraal Museum echter niet lang van deze gezonde start kunnen profiteren. In de loop van het eerste verzelfstandigde jaar werd aangekondigd dat er geen accres toepassing zal plaatsvinden (jaarlijks effect van € 115.000) in 2014 en dat er vanaf 2017 structureel € 200.000 gekort wordt op de subsidie. Voor deze laatste bezuinigingsopdracht kon het bestuur van het Centraal Museum begrip op brengen. In tijden van crisis dient elke instelling zijn of haar steentje bij te dragen aan een oplossing en omdat de korting nog enkele jaren verwijderd was, had het museum de mogelijkheid zich hier op voor te bereiden. Dat in het huidige coalitie akkoord bovenop de zojuist genoemde taakstelling extra kortingen worden doorgevoerd komt als een onverwachte tegenslag. Dit betekent feitelijk in 2015 geen accres toepassing en vanaf 2016 een structurele korting van 2% op de gemeentelijke subsidie. Hiermee loopt de teller van de cumulatieve structurele bezuinigingen vanaf de verzelfstandiging in 2013 op naar bijna € 600.000 structureel. De grens van wat het museum kan dragen om de genoemde ambitie voor de stad te verwezenlijken wordt hiermee overschreden. Met het opleggen van deze stapeling aan bezuinigingstaakstellingen wordt de voorspoedige ontwikkeling van het Centraal Museum in de knop gebroken. Het museum is nog maar net verzelfstandigd en zit midden in een herinrichtingsproject, waarmee het museum in staat zal zijn om zich maximaal te ontwikkelen tot cultureel ondernemer. Dit laatste is hard nodig omdat bijdragen vanuit fondsen en sponsoren in de toekomst nog meer dan in het verleden aan het museum te binden. Omdat het al lang geen vanzelfsprekendheid meer is financiële bijdragen van derden te ontvangen, dient het museum zelf alternatieve bronnen te ontwikkelen om een programma neer te zetten dat lokaal, maar ook nationaal en internationaal toonaangevend is. Pluk de vruchten! Utrecht is zich meer en meer aan het ontwikkelen tot een stad met een nationale en internationale aantrekkingskracht. Daar hoort een museum met ambitie bij. Het is voor het museum, maar juist ook voor de stad een gemiste kans om het potentieel dat aanwezig is onbenut te laten. Het opleggen van deze stapeling aan bezuinigingen frustreert de mogelijkheden om te ontwikkelen tot een instelling die lokale, nationale en internationale
2
Raadsinformatieavond 10 juni 2014
aantrekkingskracht heeft voor bezoekers, partners en stakeholders in het algemeen en maakt daarbij geen gebruik van de extra effecten die de herinrichting van het museum (volledig gereed eind 2015) kunnen genereren. Gun uw en onze stad een bloeiend cultureel leven en een ambitieus museum. De stenen zijn inmiddels gefinancierd, zorgt u er nu alstublieft voor dat er ook voldoende budget overblijft om invulling te kunnen geven aan de prachtige activiteiten die we binnen en buiten de muren voor u en de bewoners van de stad organiseren! Ik vraag u daarom deze kans niet te laten te liggen en verzoek u daarom dringend om de voorgenomen opgelegde bezuinigingstaakstellingen van 2% korting en de extra taakstelling in 2017 te verwerpen. Prof. dr Micha de Winter, Raad van Toezicht Stichting Centraal Museum. Spreektekst: *Stapeling van kortingen en bezuinigingen op het Centraal Museum frustreert het verzelfstandigingsproces. Natuurlijk gaan deze kortingen zich op een zichtbare en pijnlijke manier wreken, dat kan niet anders. Eén van de meest getroffen aspecten zal Educatie blijken te zijn. *Educatie is een van de belangrijke pijlers van het Centraal Museum, het is een van de zaken waar het CMG groot en uniek in is. Vgl. de uitermate succesvolle werkplaats-aanpak, de doorlopende lijn van Primair Onderwijs t/m Universitair onderwijs. Kunsteducatie draagt bij aan de ontwikkeling van stedelijk en democratisch burgerschap, het verbindt nieuwe generaties met de stad. *Werkplaats-aanpak zal moeten worden ingekrompen, in plaats van –zoals de bedoeling was- uitgebouwd. *Hetzelfde geldt voor doorlopende leerlijnen. Het aantal bezoekende onderwijsdeelnemers zal naar schatting dalen met 25 tot 30% (krimp met ca 2000 deelnemers per jaar). *Oproep aan College en Raad: Het vorige college heeft (o.a.) mij gevraagd als ‘goede huisvader’ in de Raad van Toezicht te waken over het verzelfstandigingsproces van het Centraal Museum, en vooral attent te zijn op de educatieve en kunst-pedagogische functie van het museum voor de stad. De opeenstapeling van kortingen dreigt –na een vliegende start- het verzelfstandigingsproces alsnog ernstig te frustreren. Dat was niet de afspraak. Ik maak mij ernstige zorgen over de dreigende afbrokkeling van de educatieve functie die noodzakelijkerwijs de consequentie zal zijn van de voorgestelde maatregelen. Denk aan de waarschuwende woorden van de Amerikaanse filosofe Martha Nussbaum, die in Not for Profit schreef dat kunsteducatie (die overal in de westerse wereld in het verdomhoekje terecht dreigt te komen), jonge mensen vaardigheden leert die een basisvoorwaarde zijn voor de stabiliteit van de democratische samenleving. Tom Broekman, Centrummanagement, Ondernemers Centrum Utrecht, 177 jaar ondernemer Utrecht Samenvatting: Het museum is 1 jaar op weg om een cultureel ondernemer te zijn. Hij genereert aantrekkingskracht voor de stad. Ik heb het zelf meegemaakt. Geef het museum tijd en ruimte om deze aantrekkingskracht door te ontwikkelen. Spreektekst:
3
Raadsinformatieavond 10 juni 2014
Als bewoner van de stad Utrecht, ondernemer, eigenaar van Thom Broekman en De Rode Winkel, Hofleverancier met een 177 jarige geschiedenis die nog één jaar verder teruggaat dan die van Het Centraal Museum, voorzitter Ondernemersvereniging Centrum Utrecht en bestuurslid van Centrummanagement Utrecht spreek ik mede namens de genoemde organisaties mijn zorg uit over de voorgenomen extra bezuinigingen voor Het Centraal Museum (hierna: Het Museum). Het Museum, opgericht in 1838, is het oudste stedelijk museum van Nederland. Aan ouderdom alleen kun je geen bestaansrecht ontlenen, wel aan de manier waarop in de huidige tijd door de directie leiding wordt gegeven aan het museum en de manier waarop zij de collecties beheert en onder de aandacht van een breed publiek weet te brengen. Utrecht profileert zich als Stad van kennis en cultuur (dat shoppen daarbij hoort, maar in de slogan helaas ontbreekt, zullen we nu niet aan de orde stellen). Utrecht investeert veel om de stad aantrekkelijk te maken voor bezoekers. De activiteiten van Toerisme Utrecht, de bouw van Tivoli Vredenburg, de ontwikkeling van het stationsgebied en Nieuw Hoog Catharijne en de start van de Tour de France, zijn stuk voor stuk projecten van lange adem. Deze hebben van bewoners, ondernemers en culturele instellingen een bijdrage geëist. Nu we eindelijk vruchten kunnen gaan plukken van deze honderden miljoenen kostende investeringen, komt de gemeente met extra bezuinigingen op cultuur. Utrecht is bezig aan een opmars om zichzelf beter te profileren en deze mag niet gestopt worden louter en alleen om de gemeentebegroting op orde te krijgen. Als stad van kennis en cultuur is dat niet te verkopen. Het Museum timmert voortvarend aan de weg en beseft heel goed dat de tijd dat de subsidiekraan wijd open stond voorbij is. Zij heeft daarin haar verantwoordelijkheid duidelijk genomen. Ik kan uit eigen ervaring spreken als ik zeg dat Het Museum ook de samenwerking met het bedrijfsleven actief opzoekt en goed benut. De Jeanstentoonstelling die van november 2012 tot maart 2013 plaats heeft gevonden is een voorbeeld van samenwerking van Het Museum met het bedrijfsleven die verder gaat dan een financiële bijdrage aan activiteiten van Het Museum. Bij de totstandkoming van deze tentoonstelling is vergaand samengewerkt met De Rode Winkel. De kennisuitwisseling die daarbij heeft plaatsgevonden was een eye-opener voor beide partijen. Deze tentoonstelling is tevens een voorbeeld van hetgeen Het Centraal Museum voorstaat: 'Het museum naar de mensen brengen', en met 40000 bezoekers tevens succesvol te noemen. Bij de opening van de tentoonstelling zei Edwin Jacobs: 'Ik heb niet eerder een opening gehad waarbij zoveel jonge mensen aanwezig waren'. Op deze tentoonstelling zag je grootouders met kleinkinderen die elkaar over en weer uitleg gaven over het historische deel en de nieuwste jeansontwikkelingen. Het museum naar de mensen brengen begint natuurlijk bij Nijntje. Het Museum haalt daarmee de allerjongste museumbezoekertjes naar Utrecht. Het Museum en de gemeente Utrecht hebben aangaande de verzelfstandiging van Het Museum een overeenkomst opgesteld waarin beide partijen verplichtingen met elkaar zijn aangegaan. Daarin is de financiering geen onbelangrijke paragraaf.
4
Raadsinformatieavond 10 juni 2014
Het Museum hanteert deze taakstellende overeenkomst als leidraad voor haar businessplan en begrotingen. Zij mag van de gemeente verwachten dat zij dat ook doet. De gemeente verandert tijdens het spel echter de regels. Het Museum heeft de afgelopen jaren niet stilgezeten. De directie richt het beleid niet louter op de notoire museumbezoeker maar richt haar blik duidelijk op nieuwe doelgroepen. De vorige week geopende Tuinzaal is een voorbeeld van ondernemerschap en het generen van inkomsten anders dan uit entreegelden. De nu aangekondigde bezuinigingen zijn een verkeerd signaal. Ze brengen niet alleen schade toe aan de ontwikkeling van Het Museum, maar ook aan de stad Utrecht. U noemt Het Museum een belangrijke stadspartner om Utrecht nationaal en internationaal op de kaart te zetten. U dwarsboomt haar echter in haar streven meer aantrekkingskracht te genereren voor de stad en om een bijdrage te leveren aan het verwezenlijken van de doelstellingen van Utrecht om zich te profileren als stad van Kennis en Cultuur. Daarom pleit ik ervoor dat u Het Centraal Museum in de gelegenheid stelt haar ambities waar te maken en dat u de voorgenomen bezuinigingen intrekt. Lucia Claus, Stadsschouwburg Utrecht Geachte gemeenteraadsleden, Het voornemen van het nieuwe college om, teneinde voldoende middelen te genereren voor het nieuwe collegeprogramma, alle instellingen die meer dan € 500.000 subsidie ontvangen van de gemeente vanaf 2016 2% te korten en (opnieuw) in 2015 geen accres toe te kennen, betekent voor Stadsschouwburg Utrecht bovenop de reeds opgelegde bezuinigingsmaatregelen een korting van bijna € 650.000 per jaar. Vorig jaar besloot u de drie grote culturele instellingen ieder een taak-stelling van € 200.000 op te leggen vanaf 2017 en ook in 2013 én 2014 besloot u geen prijscompensatie toe te kennen. Deze stapeling van maatregelen leidt tot een korting van meer dan 10% van uw bijdrage. Optimistisch als ik ben, ga ik ervan uit dat dit een weeffout betreft. Graag schets ik de mogelijke consequenties als deze weeffout niet wordt hersteld. Welke knoppen heeft de schouwburg om aan te draaien? 1.
De bezoeker betaalt.
Als we de ruim 200.000 bezoekers van de schouwburg € 3,= per toegangskaartje meer laten betalen, dan is het probleem opgelost. Dat zou je denken. De realiteit is dat de artiest met gemiddeld 82% van de opbrengst naar huis gaat. Van elke euro aan de kassa, komt er uiteindelijk gemiddeld 18 eurocent bij de schouwburg terecht. Met een gemiddelde prijsverhoging van meer dan € 20,00 per kaartje, zou je de korting van de gemeente kunnen compenseren. Een verhoging van meer dan 100%. Zeker is dat we dan geen enkel kaartje meer verkopen. 2.
Minimaal kostprijsdekkende huurtarieven.
Op dit moment betaalt een commerciële partij een commercieel huurtarief. Amateurverenigingen, scholen en de Utrechtse festivals zoals het Nederlands Filmfestival, Tweetakt en Spring betalen een sterk gereduceerd tarief, dat onvoldoende is om de kosten te dekken. Een kostprijsdekkende huur in rekening brengen betekent dat we het probleem verschuiven van de grote naar de kleine instellingen. Verwacht mag worden dat festivals,
5
Raadsinformatieavond 10 juni 2014
scholen en amateurverenigingen geen gebruik meer zullen maken van de schouwburg als zij niet meer tegen een gereduceerd tarief zullen kunnen huren. Behalve inkomsten verhogen kunnen we natuurlijk ook de kosten reduceren. Een van de grootste kostenposten is voor ons onbeïnvloedbaar: de huur van schouwburg die meer dan € 1,2 mln bedraagt. De gemeente Utrecht, eigenaar van de schouwburg, verhoogt ieder jaar de huur met gemiddeld 2,5 %, ondanks dat we de afgelopen jaren geen prijs-compensatie ontvingen. Wat rest ons? 3. Reductie personeelskosten/reductie theaterprogramma. De overhead van de schouwburg is heel gering, het is een platte organisatie. De meeste medewerkers zijn operationeel werkzaam. Reductie van het personeelsbestand betekent automatisch reductie van de omvang van het theaterprogramma. 4. Verschraling theateraanbod. De voorstellingskosten hangen doorgaans samen met de opbrengst: de recette. Het betreft een percentage dat sectorbreed is vastgesteld. Het is niet mogelijk toneel- en cabaretvoorstellingen goedkoper in te kopen. Voorstellingen die omwille van de aard van het product extra kostbaar zijn hebben wel een vaste prijs. Een prijs die vrijwel altijd hoger is dan de recette. Omdat de schouwburg een opdracht heeft alle theater-disciplines te tonen, presenteren we ook musicals, opera’s, klassiek ballet en hedendaagse dans. Genres waar we steevast op toeleggen. Genres die we uit het aanbod kunnen/zullen moeten schrappen. De stapeling van de door het college voorgestelde maatregelen zal leiden tot forse ingrepen in de werking van Stadsschouwburg Utrecht. We zullen aan alle knoppen moeten draaien om het hoofd boven water te houden. Misschien vindt u het aanmatigend van mij om u op een knop te wijzen waar ú aan draaien kan. In de meerjarenbegroting staat vanaf 2016 jaarlijks € 8 mln gereserveerd voor een culturele trekker van formaat in Leidsche Rijn Centrum, door het vorige college als Schouwburg XL bestempeld. Investeer niet het volledige bedrag dat voor een culturele voorziening is gereserveerd, in nog meer stenen maar ook in inhoud. In Leidsche Rijn en in de rest van de stad. Stel de ambities voor een nieuwe culturele voorziening bij. Dit is in lijn van het nieuwe collegeprogramma dat de focus wil verleggen van hardware naar software en biedt een passende oplossing opdat de schouwburg het programma kan blijven tonen waarmee we al jarenlang een van de beste schouwburgen van het land zijn. Met die financiële ruimte kunt u ook TivoliVredenburg, het Centraal Museum en Theater Kikker op het huidige niveau blijven ondersteunen. En belangrijk voor deze stad: het biedt ook de mogelijkheid om het volgende cultuurconvenant te financieren. Het huidige cultuurconvenant kost u op jaarbasis € 3,9 mln en daarmee haalt u € 6,0 mln rijksgeld en € 0,7 mln provinciegeld naar de stad voor De Utrechtse Spelen, Het Filiaal, het Nederlands Filmfestival, Festival Oude Muziek, Dries Verhoeven, Boukje Schweigman, Dox en nog vele andere culturele instellingen die deze stad rijk is. Utrecht stad van kennis en cultuur. Maak het waar. Samen. Hanneke Bouwsema, Directeur Cultuurpromotie Utrecht Utrecht, 5 juni 2014 Achtergrond en ontwikkelingen Culturele Zondagen en Utrechts Uitburo, blik op de toekomst. Geacht College, geachte leden van de raad,
6
Raadsinformatieavond 10 juni 2014
Zoals velen hebben wij met interesse kennis genomen van het Collegeakkoord Utrecht maken we samen. We waren als bestuur en directie van Cultuurpromotie Utrecht verheugd te lezen dat in de paragraaf over cultuur, Culturele Zondagen aangehaald werd als een goed voorbeeld van hoe ‘beginnende en gevestigde kunstenaars zich op een laagdrempelige manier kunnen presenteren aan een breed publiek’. Een kernachtige verwoording én waardering van één van onze belangrijkste taken. Omdat een deel van u nieuw is, presenteren we graag enkele ontwikkelingen en cijfers rond Culturele Zondagen en ook het Utrechts Uitburo. Daarna komen we tot de kern van ons schrijven. Het is een lange brief geworden, maar blijft u lezen! Culturele Zondagen Culturele Zondagen is gestart in 2002 en wordt - inclusief het Uitfeest - de laatste jaren zes tot zeven keer per jaar georganiseerd. In 2014 hebben we CZ Labs geïntroduceerd. Tijdens CZ Labs, vier keer in 2014, presenteren jonge - vaak niet gesubsidieerde - makers en initiatieven zich. Onderzoek van GfK Intomart in 2013 onder 1000 Utrechters 72% kent Culturele Zondagen 44% waardeert CZ met acht of hoger. 19% bezocht nav Culturele CZ een voorstelling (1 tot 5 keer) 30% bezocht nav CZ opnieuw locatie (1 tot 5 keer) 75% CZ stimuleert cultuurbezoek 73% CZ van belang voor positief imago Utrechtse cultuur 62% CZ goed voor de economie Meer cijfers en gegevens vindt u in de bijlage. Sinds de start van Cultuurpromotie Utrecht in 2010 is het gemiddelde bezoek van een Culturele Zondag met 77% gestegen, en steeg het bezoek in 2013 tot 194.947/zeven zondagen (2012: 154.824/zeven zondagen). Wij zijn blij dat Cultuurpromotie Utrecht een verdere slinger aan het succes van Culturele Zondagen heeft kunnen geven. Eén van de verklaringen voor de nog steeds groeiende cijfers en waardering is ons inziens, dat Culturele Zondagen de afgelopen jaren, naast de onmisbare en intensieve samenwerking met culturele organisaties, nadrukkelijk samenwerking heeft gezocht met andere partijen in de stad. Middels samenwerking met bijvoorbeeld ondernemers (winkeliers/ horeca), maar ook met organisaties als daklozen- en buitenschoolse opvang, heeft Culturele Zondagen niet alleen nieuw publiek bereikt, maar tevens een breder draagvlak kunnen verwerven. Utrechts Uitburo Het Utrechts Uitburo is op initiatief van de gemeente in 2008 gestart, en verzorgt de centrale cultuuragenda voor de stad, waarvan het belang nog eens werd onderstreept door het eerder aangehaalde GfK Intomart-onderzoek. Met vele middelen (digitaal, print, audiovisueel) brengt het Uitburo het cultuuraanbod onder de aandacht van de Utrechtse bevolking (en daarbuiten). Het Utrechts Uitburo heeft op dit moment circa 65 contribuanten. Ondanks de bezuinigingen is het aantal contribuanten licht gestegen, daarbij lijkt het Utrechts Uitburo voor kleinere cultuuraanbieders belangrijker te worden. In 2013 heeft het Uitburo daartoe het aspirant-
7
Raadsinformatieavond 10 juni 2014
contribuantschap geïntroduceerd, zodat men tegen geringe kosten de middelen kan uitproberen. Het Utrechts Uitburo staat in 2014 aan de vooravond van grote veranderingen, die - gezien ervaring en onderzoek in andere steden - het bereik van het cultuuraanbod verder zullen vergroten. Mede op basis van het GfK Intomart-onderzoek, en ook gezien landelijke ontwikkelingen, ontwikkelt het Utrechts Uitburo in navolging van succesvolle edities in Amsterdam (Uitkrant, 48 jaar) en Rotterdam (Uitagenda, 17 jaar) een Utrechts Uitmagazine, met daaraan gekoppeld een nieuwe website . De gewenste startdatum voor beide producten is 1 januari 2015. Zowel cultuuraanbieders als bijvoorbeeld Jaarbeurs en Corio zijn enthousiast, en bereid te investeren. Op termijn moet minimaal de helft van de exploitatiekosten uit de markt komen, zoals in Amsterdam en Rotterdam nu reeds het geval is. Cultuurpromotie zal, om dit initiatief mogelijk te maken, allereerst middelen vrijmaken uit de lopende begroting, en daarnaast de komende drie jaar middelen uit eigen reserve inzetten. Aanstaande bezuinigingen Vanzelfsprekend hebben wij vernomen dat de gemeente moet bezuinigingen en daartoe organisaties die meer dan 500K subsidie ontvangen, een generieke korting van 2% en geen prijscompensatie in het vooruitzicht stelt. Wij kunnen onze ogen niet sluiten voor de realiteit, en begrijpen dat de gemeente manieren moet vinden om haar inwoners door een moeilijke tijd heen te loodsen. Iedereen moet offers brengen, ook onze organisatie. In de wandelgangen hebben wij echter gehoord dat ook het bedrag van 75K dat Cultuurpromotie sinds 2012 ontvangt om de doelstellingen van het voormalige Wereldfeest te realiseren, dreigt geschrapt te worden. Daar bovenop komt - ten gevolge van een inschattingsfout van de gemeente bij aanvang van Cultuurpromotie Utrecht aangaande de btw-positie van SCU - een teruggang in inkomsten van ongeveer 45K voor 2015. Financieel plaatje SCU vanaf 2015 (alleen subsidiegelden worden weergegeven) Structurele subsidie gemeente
- 2%
Verval btw compensatie Nieuw btw-verrekeningspercentage Bijdrage Wereldfeest onzekertotaal 1.249.076
1.294.076 -20.000
-25.000 -143.410 tov 2014
In feite is het bedrag dat wegvalt hoger dan 143K, aangezien er per 2015 geen prijscompensatie is. Gezien de noodzakelijke ontwikkelingen bij het Utrechts Uitburo, moet SCU snijden in Culturele Zondagen. Mochten alle bezuinigingen worden doorgevoerd, dan gaat dit ten koste van het aantal zondagen in 2015, aangezien de kaasschaafmethode niet meer voldoet. Het organiseren van minder dan zes Culturele Zondagen per jaar zal zonder meer ten koste gaan van de continuïteit en het succes van dit unieke Utrechtse fenomeen. Tegelijkertijd gaat ook de inspanning verloren die de afgelopen twee jaar geleverd is om diversiteit een meer vanzelfsprekend onderdeel te laten zijn van Culturele Zondagen. Dat gaat helaas nog steeds niet vanzelf. Opgeteld hebben de verschillende bezuinigingen voor Culturele Zondagen dus grote gevolgen, gevolgen die u mogelijk niet vermoedde. Ondernemend De afgelopen jaren hebben wij de mindere inkomsten ten gevolge van bezuinigingen en algehele economische realiteit, weten op te vangen door zaken slimmer te organiseren en activiteiten door te lichten op effectiviteit. Het vet dat ooit in de organisatie zat, is
8
Raadsinformatieavond 10 juni 2014
ondertussen verdwenen. Aangezien SCU een organisatie is voor collectieve promotie van het cultuuraanbod, geen eigen voorstellingen noch eigen locaties heeft, zijn er weinig mogelijkheden voor sponsoring. Wel komen er bescheiden bedragen uit inhoudelijke samenwerkingsprojecten en nog steeds van fondsen. Op basis van data uit het GfK Intomart onderzoek ontwikkelt SCU op dit moment een donateurschap. Verder wordt – zoals hiervoor gemeld - voor bekostiging van het Uitmagazine ingezet op advertentieacquisitie (dekt deel begroting, maar levert geen extra geld op). Ondanks onze inspanningen geld uit de markt te halen, zal dat nooit een substantieel deel van de begroting kunnen dekken. Collectieve promotie van gesubsidieerd cultuuraanbod middels Culturele Zondagen en het Utrechts Uitburo blijft daarmee een keuze. Van het College, van de raad. 2015 is morgen Zoals meer grote organisaties zitten wij volop in de programmering van 2015. Er liggen prachtige zondagen in het verschiet. Maar kunnen we doorgaan? Duidelijkheid in het najaar is (veel) te laat. Wij vragen ons daarnaast af wat de waarde is van een Meerjarenplan, een cultuurconvenant, op moment dat er zo ingrijpend en zo op korte termijn wordt gesneden in budgetten. Verzoek Wij doen een dringend beroep op u de bijdrage voor diversiteit 75K (Wereldfeest) de komende jaren veilig te stellen. Daarnaast denken wij dat de cultuursector zeer gebaat is met het handhaven van de prijscompensatie. Wat u nu voornemens bent treft de sector te hard, en maakt het verder versterken van het culturele profiel van Utrecht tot een moeilijke en kwetsbare opdracht. Wij wensen u alle sterkte met het nemen van zonder meer moeilijke beslissingen. Vriendelijke groet, Namens bestuur en directie, Hanneke Bouwsema Bijlage Factsheet Cultuurpromotie Utrecht (Culturele Zondagen/Utrechts Uitburo) Bijlage 20140605 brief SCU inzake voorgenomen bezuinigingen College Factsheet Cultuurpromotie Utrecht (Culturele Zondagen/Utrechts Uitburo) Collegeakkoord ‘Utrecht maken we samen’, 25 april 2014, p.11 ‘Kunst en cultuur dragen bij aan het welbevinden van onze inwoners en de economische groei van de stad. Culturele evenementen prikkelen de samenwerking van gemeente met ondernemers en het bedrijfsleven. Cultuur in de wijken is belangrijk om amateurkunst te stimuleren. Het biedt beginnende en gevestigde kunstenaars de laagdrempelige mogelijkheid zich te tonen aan een breed publiek. De culturele zondagen zijn daar een goed voorbeeld van. (…) Het behouden en uitbouwen van de veelheid van (inter)nationale festivals en het verbinden van de culturele en economische agenda is de opdracht van dit college.’ Bezoek Culturele Zondagen (gestart in 2002) 2013: 194.947 2012: 154.824
9
Raadsinformatieavond 10 juni 2014
Stijging van 26% Gemiddeld bezoek per Culturele Zondag vanaf 2010 (start Cultuurpromotie Utrecht) 2010: 15.691 2011: 19.569 2012: 22.118 2013: 27.850 Vanaf 2010 is het gemiddelde bezoek per CZ met 77% gestegen Kosten Culturele Zondagen Culturele Zondagen ontvangt jaarlijks een subsidiebedrag van rond 850.000 euro. Omgerekend betekent dit een investering van de gemeente van nog geen 4,50 euro per bezoeker over 2013 (bezoeker hoeft niets bij te betalen, CZ=gratis). Enkele uitkomsten GfK Intomart wat betreft Culturele Zondagen 72% van de Utrechters kent Culturele Zondagen 43% van de Utrechters bezocht in de onderzochte periode juni 2012-juli 2013 één of meer Zondagen 44% van de Utrechters beoordeelt de Zondagen met een 8 of hoger 19% van de CZ-bezoekers bezoekt nav een CZ daadwerkelijk een voorstelling (1 tot 5 keer) 30% van de CZ-bezoekers bezoekt nav een CZ opnieuw de locatie (1 tot 5 keer) Imago Culturele Zondagen aan de hand van stellingen (GfK Intomart, 2013) 75%: CZ stimuleren cultuurbezoek in Utrecht 62%: CZ zijn goed voor de economie van Utrecht 61%: CZ zijn eigentijds 49%: CZ zijn onmisbaar voor de stad Utrecht 46%: CZ brengen mij op ideeën waar ik zelf niet opgekomen zou zijn. 4%: CZ zijn geldverspilling 3%: CZ zijn overbodig Belang van Culturele Zondagen voor imago van cultuur in Utrecht (GfK Intomart, 2013) 73% van de Utrechters acht CZ van positief van belang voor imago cultuur in Utrecht De open antwoorden bij deze vraag - ruim een derde van de respondenten gaf een reactie liet samengevat het volgende beeld zien: •
Culturele Zondagen zetten Utrecht op de kaart. Meer dan alleen in culturele zin: men
spreekt over groepsgevoel, ontmoeten, goede/gezellige sfeer in de stad, gevoel van trots. •
Het trekt mensen aan van buiten Utrecht.
•
Het toont divers cultureel aanbod dat Utrecht heeft.
•
Het biedt (mentaal en financieel) laagdrempelige toegang tot kunst en cultuur.
•
Het zorgt voor dynamiek in de stad.
•
Het stimuleren van cultuur in algemene zin is een goede zaak.
•
Men waardeert het dat de gemeente dit aanbiedt.
Feiten Utrechts Uitburo (gestart in 2008) Vanaf de start van Cultuurpromotie Utrecht in 2010, heeft het Utrechts Uitburo erop ingezet om op zoveel mogelijk plekken, off- en online, het Utrechtse publiek te informeren over het volledige cultuuraanbod van Utrecht, daarnaast verzorgt het Uitburo collectieve marketing voor haar contribuanten (o.a. culturele instellingen, 2014: 65 contribuanten). Vanaf 2010 zijn er dagelijkse, wekelijkse, tweewekelijkse Uittips bij/in o.a.
10
Raadsinformatieavond 10 juni 2014
•
RTV Utrecht (radio en televisie), FunX
•
Wolffbioscopen
•
Utrecht Dichtbij, Telegraaf, Trajectum (studentenblad HU),
•
Narrowcastingschermen bij o.a. locaties HKU, Toerisme Utrecht, bussen Qbuzz, Hoog
Catharijne •
Social Media en UITapp
•
UITmail
•
Uitloper
Daarnaast ontwikkelde Utrechts Uitburo vanaf 2010: •
Uitburo informatiestand (ingezet tijdens Culturele Zondagen)
•
Kindermarketing (sinds 2013)
•
Festival-, Museum en Kidsmail (frequentie: ongeveer 4 x per jaar)
•
Evenementen- en Festivalflyer ism Toerisme Utrecht
•
Advertentiemogelijkheden op website en in nieuwsbrief
•
CZ Tipt folder in filialen Albert Heijn, met voorstellingen van contribuanten UUB
Recente/toekomstige activiteiten •
Het ontwikkelen van een nieuwe toegankelijke snelle Uitwebsite
•
Het in samenhang met website ontwikkelen van een Utrechts Uitmagazine op basis
van uitkomsten onderzoek GfK Intomart en in navolging van succesvolle edities in Amsterdam (48 jaar) en Rotterdam (17 jaar). Geplande startdatum: jan 2015, geplande oplage: 35.000, distributie: oa via filialen Albert Heijn in en rond Utrecht, culturele instellingen, café’s, hotels. Uitmagazine biedt naast een zo volledig mogelijke Uitagenda en redactionele artikelen, ook informatie over nieuwste plekken, trends, leuke café’s, bijzondere winkels, prettige restaurants, etc… De basis voor het uitsturen van alle online en offline informatie wordt gevormd door een grote database die achter de website van utrechtsuitburo.nl hangt en dagelijks up-to-date gehouden wordt door medewerkers van SCU. Enkele uitkomsten GfK Intomart wat betreft Utrechts UItburo •
64% is bekend met de activiteiten van het Utrechts Uitburo
•
De producten en diensten van het Utrechts Uitburo (zie hiervoor) ontvangen een
ruime zeven •
Bijna de helft van de Utrechters is geïnteresseerd in culturele activiteiten
•
Interesse vertaalt zich niet altijd in participatie
•
Oorzaken: tijd, geld en gebrek aan (tijdige)informatie
Financieel plaatje vanaf 2015 voor SCU (Culturele Zondagen/Utrechts Uitburo) Hieronder worden alleen subsidiegelden weergegeven, rest van inkomsten (ongeveer 280k + incidentele bijdragen uit markt t.b.v. CZ) zijn buiten beschouwing gelaten, ook deze extra inkomsten zijn voor 2015 niet zeker. SCU realiseert in 2014 zes Culturele Zondagen, vier CZ Labs en alle activiteiten van het Utrechts Uitburo. SCU werkt met een vast team van 8fte en een grote groep van freelancers en vrijwilligers. 2014 Structurele subsidie gemeente Utrecht
1.320.486
(ongeveer 470.000 UUB,
850.000 CZ)
11
Raadsinformatieavond 10 juni 2014
Bijdrage Wereldfeest (sinds 2013)
75.000 Totaal
1.395.486
2015 Structurele subsidie gemeente Utrecht
- 2%
Verval btw-compensatie
1.294.076 -20.000
Nieuw btw-verrekeningspercentage 18%
-25.000
Bijdrage Wereldfeest onzeker Totaal
1.249.076
-143.410 tov 2014
In feite is het bedrag dat wegvalt hoger dan -143.410,- aangezien er per 2015 geen prijscompensatie zal zijn. Zelf Organiserende Buurten Utrecht/ Budgetmonitoring Telefoonnummer 06 22094059, e-mail:
[email protected] Wij spreken als verschillende buurtorganisaties in sociale woningbouwbuurten in Utrecht We willen dat er goed in kaart gebracht wordt wat er nodig is in buurten, om duurzame structuren te bouwen om steeds meer zelforganiserend te kunnen zijn. Zowel als buurtbewoners en buurtondernemers. En daarin vanuit buurtbewoners zelf, de buurten te ontwikkelen op het gebied van :Wonen en openbare ruimte, Werkgelegenheid en ondernemen en Welzijn en Zorg. We willen samen met de raad het noodzakelijke budget bepalen dat nodig is om de zelforganisatie werkend te krijgen en pro-actief te kunnen worden op deze gebieden. We willen een samenwerking tussen de buurten op gang brengen, en middels maatwerk samen met de Raad de behoeften voor iedere buurt afzonderlijk bepalen om zelforganisatie te optimaliseren. Bianca Rams-Elsing, Wsw-raad Utrecht Telefoonnummer: 0302331176, e-mailadres:
[email protected] Samenvatting: reactie op voornemen om subsidies voor cliënten- en adviesraden te korten Spreektekst: In het coalitieakkoord staat vermeld dat de subsidie voor adviescommissie en cliëntenraden wordt verlaagd. Er is in 2105 nog ruim een ton beschikbaar. De Wsw-raad begrijpt dat er bezuinigd moet worden, maar dit is wel heel fors. Wij willen de Utrechtse burgers met een Wsw-indicatie goed blijven informeren en vertegenwoordigen. Deze groep is niet altijd mondig genoeg om voor zichzelf op te komen. Dit betekent dat wij het beleid van de gemeente vaak moeten hertalen in heldere klare taal. Zodat ook mensen met een verstandelijke beperking snappen waar het over gaat. Of mensen die niet of niet goed kunnen lezen. Wij zijn van mening dat goede cliëntenparticipatie Utrecht geld kost, maar zeker ook geld oplevert!
12
Raadsinformatieavond 10 juni 2014
Martijn van Andel, Wmo cliëntenraad Individuele voorzieningen Samenvatting: Het zal o.a. gaan over de huishoudelijke zorg en heo de Wmo overschotten gebruikt kunnen worden voor een acceptabele overgang naar een nieuw systeem. Spreektekst: Geachte raadsleden en toehoorders in deze zaal, Graag nodigt de Wmo-cliëntenraad Individuele voorzieningen de raadsleden uit om te praten over de besparingen op de Wmo en hoe een leverancier van hulpmiddelen duidelijk slechte publiciteit kreeg in het UN afgelopen zaterdag. Weten de raadsleden dat er volgens het Wmo-loket ook in Utrecht sprake is geweest van een stroom van klachten over Welzorg? Er zijn nu wel signalen van verbetering, maar als Wmo Cliëntenraad eisen wij grotere openheid en forse verbeteringen. Er zijn aanwijzingen dat de hulpmiddelen zelf, zoals rolstoelen, technisch van onvoldoende kwaliteit zijn. Hierdoor ontstaan er veel klachten en is extra onderhoud nodig. Besparen op de aanschaf van hulpmiddelen klinkt goed, maar goedkoop kan ook duurkoop zijn. Eind 2013 schreef wethouder Spigt de Wmo-cliëntenraad dat besparingen binnen de Wmovoorzieningen in een reservefonds waren gestort om tegenvallers in 2014 en 2015 op te vangen. Als CR willen wij wel dat dit geld daarvoor gebruikt wordt en niet ergens weglekt Gebruik de eenmalige bezuiniging op hulpmiddelen om de kwaliteit en het onderhoud van deze hulpmiddelen te verbeteren. Als laatste pleit de Wmo-cliëntenraad voor een integraal gemeentelijk gehandicaptenbeleid. Hierdoor neemt de versnippering van dit beleid over de verschillende domeinen af. Ik dank u voor uw aandacht. H. van Zanten, Klientenraad Werk en Inkomen Beste Gemeenteraadsleden, De Kliëntenraad is een groep van 20 mensen. We zijn in gesprek met de Gemeente over uitvoering van de Wet Werk en Bijstand om draag-vlak te creëren voor de uitvoering van de wet. Dus praten we met de Gemeente over de manier waarop de gemeente plichten oplegt en rechten gunt. Zo probeert de Klientenraad: 1.
Beleid en uitvoering van de wet te beïnvloeden;
2.
Dienstverlening te verbeteren;
3.
En te toetsen of uitvoering overeenkomt met bedoelingen van het beleid.
De Kliëntenraad voert haar wettelijke taak al meer dan 25 jaar uit. Om goed werk te leveren is van belang dat wij: 1.
Onafhankelijk zijn;
2.
Altijd bereikbaar zijn voor de achterban;
3.
De wet en de beleidsregels van de Gemeente begrijpen;
4.
Permanent betrokken zijn bij beleidvorming;
5.
Over kennis beschikken om met uitvoerders van de wet in ge-sprek te zijn.
Om deze taken goed uit te voeren hebben we faciliteiten nodig. We hebben een kantoor; tevens ontmoetingsruimte en een ambtelijk secretaris die adviseert, coördineert en organiseert. We weten wat onze achterban overkomt, want:
13
Raadsinformatieavond 10 juni 2014
1.
Mensen die parken schoonhouden komen bij ons op de koffie.
2.
We houden groepsbijeenkomsten waarop we de rechtspositie van
bijstandsgerechtigden uitleggen; 3.
We lopen mee met screenings van cliënten en bij intake schuld-hulpverlening.
4.
Dagelijks is er een spreekuur waarop we mensen met raad en daad terzijde staan.
Zo werkt de Kliëntenraad voor haar achterban. Het afgelopen half jaar heeft de Kliëntenraad zich opnieuw uitgevonden: 1.
Door milieuvriendelijk te werken met hoogwaardige ICT
2.
In een werkgroep structuur waarbij anderen zich aan kunnen slui-ten.
We zijn regionaal en landelijk actief: 1.
In een overleg van de Cliëntenraden van de G4.
2.
We zitten in de Landelijke Cliëntenraad;
3.
En zijn actief in de Arbeidsmarktregio;
Wij kunnen de ruggengraat van cliëntenparticipatie onder de Participatiewet zijn. Maar we zijn geschrokken van de in de Voorjaarsnota aangekondigde bezuinigingen. We vragen de Gemeenteraad met klem om daar nog eens goed naar te kijken en ons te versterken in ons voortbestaan. Geachte dames en heren, In de Voorjaarsnota valt ons op dat het College: 1. Op apparaatskosten armoedebestrijding 1 miljoen wil bezuinigen. 2. Op adviescommissies en cliëntenraden op de nu beschikbare €350.000 in twee jaar tijd €250.000 wil bezuinigen. 1. Apparaatskosten armoedebestrijding. De Kliëntenraad adviseert de gemeenteraad om goed te kijken naar de hoogte van de apparaatskosten bij armoedebestrijding alvorens te bezuinigen. Een bezuiniging die ten koste gaat van dienstverlening en toegankelijkheid van voorzieningen staat haaks op het Collegeakkoord en schiet zijn doel voorbij. Onderdeel van de Wet Maatregelen WWB is een beperking van de mogelijkheden tot categorale inkomensondersteuning van mensen op een langdurig minimuminkomen. Wanneer het College straks individueel wil blijven doen wat voorheen categoraal mogelijk was zullen de apparaatskosten toenemen omdat de wet individuelere vor-men van toetsing vereist. Enerzijds breidt het college de formatie uit wanneer het aantal bijstandsgerechtigden toeneemt anderzijds wil het College de formatie die het armoedebeleid uitvoert terug brengen terwijl de armoede toeneemt en de van rijkswege beschikbaar zijnde bud-getten voor armoedebestrijding stijgen. Het is nooit verkeerd om een heersende praktijk aan een kritische analyse te onderwerpen maar het is prematuur om op voorhand te bezuinigen op een praktijk waarvan de omvang toeneemt en de inefficiency nog niet is aangetoond. 2. Bezuinigen op cliëntenparticipatie en gemeentelijke adviescommissies. De Kliëntenraad (Werk en Inkomen) is bezorgd over het voornemen van het College om circa 75% te bezuinigen op het beschikbare budget voor cliëntenraden en adviescommissies. We adviseren de Gemeenteraad om, alvorens de bezuinigen, eerst goed te kijken naar de effectiviteit van participerende organisaties; de representativiteit van organisaties; de inhoudelijke overlap van thema’s waarover wordt geadviseerd; de impact van de
14
Raadsinformatieavond 10 juni 2014
adviesstructuur op het ambtelijk apparaat en de wettelijke verplichtingen om burgers bij ontwikkeling en uitvoering van beleid te betrekken. De uitkomst van een analyse langs voornoemde vijf lijnen zal zeker zijn dat inspraakprocessen mogen veranderen. De Kliëntenraad ontleent haar bestaansrecht met name aan de kwetsbaarheid van haar achterban en ook aan de huidige Verordening Clientenparticipatie Wet Werk en Bijstand. We adviseren het College al ruim 25 jaar over de uitvoering van bijstandswetten. Gemeente en Rijk zouden miljoenen bespaard hebben wanneer onze adviezen op bv. het vlak van besteding van reintegratiebudgetten waren opgevolgd in het eerste decennium van deze eeuw nadat ons advies “om niemand achter de geraniums te laten zitten” eind vorige eeuw wel was opgevolgd. We adviseren de Gemeenteraad nu om onafhankelijke vormen van cliëntenparticipatie zodanig te stimuleren en te ondersteunen dat cliënten en hun adviseurs zich onafhankelijk van het ambtelijk apparaat kunnen organiseren om hun achterban, de Gemeenteraad, het College, beleidsmakers en het ambtelijk apparaat van advies te dienen inzake aangelegenheden die (straks) de uitvoering van de Participatiewet betreffen. In voornoemde verordening cliëntenparticipatie WWB is de betrokkenheid van burgers bij de uitvoering van de wet adequaat geregeld voor zover het de Wet Werk en Bijstand betreft. Ook op het vlak van de WMO heeft de burger recht op een onafhankelijke vorm van cliëntenparticipatie die adviseert over zowel uitvoering als over beleid. We vragen de Gemeenteraad om voornoemde inspraakprocessen in het belang van de samenleving behoedzaam te regelen. Waar de Participatiewet voorziet in intensivering van cliëntenparticipatie op o.a. regionaal niveau en de WMO de positie van de cliënt (i.c. b.v. de voorheen Wajonger die straks bij de Gemeente vraagt om bemiddeling naar werk of een inkomen) versterkt met een recht op cliëntondersteuning mag het niet zo zijn dat het College de beschikbare middelen voor onafhankelijke cliëntenparticipatie onder de Participatiewet met 75% kort waar de wet in intensivering van cliëntenparticipatie voorziet. We vragen de Gemeenteraad om materiële en immateriële waarborgen voor hoogwaardige onafhankelijke cliëntenparticipatie die zowel burgers, politici, bestuurders, beleidsmakers en ambtenaren weet te dienen. Fred Dekkers (samen met Frans Soeterbroek, Emilie Vleiger en Astrid Petersen) namens de Utrechtse Ruimtemakers Samenvatting: Vernieuwing financieel instrumentarium om samen de stad te maken. Over geld, zeggenschap en opdrachten 1 Van wankele potjes naar stevige fondsen 2 Van strooigeld naar opdrachten 3 Van geld voor de buurt naar geld van de buurt ‘Samen maken we de stad’ betekent vernieuwen van het financieel instrumentarium om dit mogelijk te maken. Geef de ruimte aan de ruimtemakers om samen met andere stadsmakers, bestuurders en ambtenaren voorstellen uit te werken voor dat nieuwe financieel instrumentarium faciliteer hen met financiële midden en ambtelijke ondersteuning. Voeg hier de tekst in die u uit wilt uitspreken op de raadsinformatieavond (maximaal één à twee A4-tjes). Vernieuwing financieel instrumentarium om samen de stad te maken.
15
Raadsinformatieavond 10 juni 2014
Over geld, zeggenschap en opdrachten Dit voorjaar hebben de Utrechtse ruimtemakers een stadsmakersparagraaf aangeboden aan de lokale politiek. Er valt voor de stad zoveel te winnen wanneer de lokale politiek en vele betrokken, talentvolle en bevlogen mensen in de stad meer gaan samenwerken aan de toekomst van de stad. Wij, Utrechtse Ruimtemakers zijn een zwerm van mensen/initiatieven/collectieven die actief betrokken willen worden bij het vraagstuk omtrent de verschuiving van macht tussen markt, overheid en bewoners gericht op het samen maken van de stad Utrecht. We zoeken de komende periode aan de hand van concrete thema’s uit de stadsmakersparagraaf de dialoog met college, gemeenteraad en gemeentelijke organisatie. Een eerste bijeenkomst beleggen we op 20 juni over vernieuwing van het financieel instrumentarium om samen de stad te maken. Dit gaat over hoe budgetten worden verdeeld, de zeggenschap er de positie van lokale initiatiefnemers bij gemeentelijke aanbesteding. 1 Van wankele potjes naar stevige fondsen In de stadsmakersparagraaf: pleiten we voor het “mogelijk maken dat aanvragen voor steun door maatschappelijke initiatieven uit een combinatie van gemeentelijke fondsen kan worden gehonoreerd, waaronder de leefbaarheidsbudgetten, ondernemersfondsen, creatieve en culturele fondsen, gebiedsontwikkelingsgeld en gelden voor beheer en onderhoud in de wijk.” De gemeente doet er al veel aan om lokale initiatieven financieel te ondersteunen. Daarvoor wordt steeds weer nieuwe fondsen met weer nieuwe spelregels gevormd. Recent zijn daar bijvoorbeeld het ondernemersfonds en het fonds creatieve broedplaatsen en in het collegeakkoord de samenvoeging van het leefbaarheidsbudget en het flexibel welzijnsbudget tot een initiatievenfonds. Vanuit het perspectief van lokale initiatiefnemers is het toch vaak een kwestie van tijdrovend shoppen langs de verschillende potjes met steeds weer nieuwe labels en spelregels. We kunnen elkaar helpen om de dans rond de potjes om te zetten naar effectieve dienstverlening en samen te zoeken naar een bredere financiële basis. Het moet mogelijk zijn daar een betere en steviger systeem voor te bouwen zonder alles op een hoop te willen gooien. Vaak horen we het pleidooi om schotten tussen geldstromen weg te nemen. Maar programma’s zijn niet voor niets op specifieke doelen/doelgroepen gericht. Je moet een goede balans vinden tussen flexibel financieren en doelgericht programmeren. Het gaat hierbij om vragen als: • Hoe verhouden de regelingen die de gemeente Utrecht in het leven heeft geroepen zich qua omvang en voorwaarden tot vergelijkbare steden? • Hoe vinden we een goede balans tussen laagdrempelige toegang en gelijkberechtiging, zorgvuldigheid en integriteit? • Hoe voorkomen we een kloof tussen mensen die de weg naar de fondsen goed kennen en zij die daarvoor de kennis, vaardigheden en contacten missen? • Is het mogelijk een loket en bijbehorende procedure te creëren waar initiatiefnemers goed en snel worden geholpen zonder al die afzonderlijke regelingen samen te hoeven voegen? • Hoe zorgen voor nieuwe financiële middelen bij krimpende budgetten van de gemeente? 2 Van strooigeld naar opdrachten In de stadsmakersparagraaf: schrijven we: “ontwikkelen van een systeem van maatschappelijk aanbesteden, waarbij lokale initiatiefnemers betere toegang krijgen tot
16
Raadsinformatieavond 10 juni 2014
gemeentelijke opdrachten en voorzieningen. Voor inspiratie zie het pakket van buurtrechten dat is opgesteld door het Landelijk Samenwerkingsverband voor Actieve bewoners (LSA)” Veel initiatiefnemers in de stad maken gebruik van gemeentelijke project- en experimentenfondsen. Die gelden zijn bescheiden en onzeker vergeleken met de geldstromen die vastzitten aan gemeentelijke uit- en aanbesteding voor fysieke investeringen in de openbare ruimte, investeringen in zakelijke diensten, onderzoek, beleids- en planvorming en procesbegeleiding en subasidies. Lokale initiatiefnemers zouden mee kunnen dingen naar deze gelden. De procedures zijn nu vaak ondoorzichtig en ontmoedigen hen om zich in die strijd te mengen. Verschillende gemeentelijke regelingen ontmoedigen maatschappelijk ondernemerschap. Professionele initiatiefnemers mogen bijvoorbeeld bij het leefbaarheidsbudget geen geld verdienen aan hun bijdragen. Een systeem van maatschappelijk aanbesteden zou hier uitkomst kunnen brengen. Zo’n systeem is er op gericht dat lokale initiatiefnemers een meer dan redelijke kans krijgen om gemeentelijke opdrachten te verwerven. Daarmee wordt maatschappelijk ondernemerschap beloond, de lokale economie versterkt en het sociaal kapitaal van de stad vergroot. Het gaat hierbij om vragen als: • Hoe zorg je dat Utrechtse ondernemers en collectieve initiatiefnemers de kans krijgen om mee te dingen naar gemeentelijke opdrachten die nu doorgaans gaan naar grotere bedrijven en instellingen? • Kun je voor lokale initiatiefnemers die zich inzetten voor hun eigen omgeving en voorkeurspositie regelen ten opzichte van aanbieders zonder enige binding met de stad en de buurten? • In de WMO is sinds kort het ‘right to challenge’ opgenomen, Hoe gaan we dit in Utrecht uitwerken ook voor andere domeinen? • Kun je aan grote partijen die meedingen naar opdrachten van de gemeente Utrecht de voorwaarde stellen dan ze alleen voor opdrachten in aanmerking komen als ze zich verbinden met lokale initiatiefnemers? 3 Van geld voor de buurt naar geld van de buurt Weer een citaat uit de stadsmakersparagraaf “op waarde schatten van kennis en expertise die inwoners inbrengen vanuit hun achtergrond en kennis van hun omgeving. Dat kan zich vertalen in directe zeggenschap van inwoners van de stad over de eigen omgeving en over de daarvoor beschikbare middelen (zoals het systeem van buurtbegrotingen dat toegepast wordt in Amsterdam –Oost) Voor platforms van burgers in buurten en wijken zou het anno 2014 mogelijk moeten zijn om zelf meer greep te hebben op de gelden die door de overheid en haar partners de buurt worden besteed. Greep hebben betekent meer inzicht krijgen in de geldstromen en de vrije bestedingsruimte daarbinnen en zelf dat geld kunnen inzetten. Dat vergroot ook de kans samen maken we de stad dat geld direct wordt ingezet ten behoeve van de buurt en er weinig weglekt naar projecten en processen die daar weinig aan toevoegen. • Veel budgetten en programma’s zijn nu al gebiedsgericht en sommige budgetten zijn deels flexibel inzetbaar. Hoe maken we met elkaar inzichtelijker welke publieke geldstromen er door een wijk gaan en bevorderen we dat die inzichtelijk en beïnvloedbaar zijn voor actieve wijkbewoners? • Welke instrumenten van zeggenschap over buurt- en wijkgelden zijn in Utrechts bruikbaar en werkbaar? Denk aan buurtbegrotingen, buurtbudgetten en budgetmonitoring.
17
Raadsinformatieavond 10 juni 2014
• Kunnen door vormen van horizontale planning en controle de invloed van de buurt versterkt worden en verticale planning en control vereenvoudigd worden? • In hoeverre kunnen budgetten voor investeren, beheer en onderhoud van de openbare ruimte onder regie van bewoners worden gebracht? Wij vragen het gemeentebestuur om bij deze voorjaarsnota vast te stellen dat ‘samen maken we de stad’ betekent vernieuwen van het financieel instrumentarium om dit mogelijk te maken. We vragen de ruimte voor de ruimtemakers om samen met andere stadsmakers, bestuurders en ambtenaren voorstellen uit te werken voor dat nieuwe financieel instrumentarium en we vragen om ons hierbij te faciliteren met financiële midden en ambtelijke ondersteuning. We ontmoeten u graan bij de UTRECHTSE STADSMAKERSDIALOOG # 1: Over geld, zeggenschap en opdrachten op 20 juni 20:00 uur in Vechtclub XL. Harm Lambers, Theater Kikker Samenvatting: Als kandidaat-exploitant van de theaterfunctie in het nieuw te realiseren Castellum Hoge Woerd heeft Theater Kikker grote zorg over de financiële mogelijkheden van de andere partners daar (NMC en met name Erfgoed) om structureel bij te dragen aan gezamenlijke kosten voor programma en beheer; deze zorg kan ertoe leiden dat Kikker zijn kandidatuur binnen een maand moet intrekken. Verder uitstel van die beslissing is onwenselijk gezien de noodzaak om de programmering in te gaan vullen. Spreektekst: In het licht van de behandeling van de Voorjaarsnota vraag ik graag uw aandacht voor de perikelen rondom Castellum Hoge Woerd dat momenteel in Leidsche Rijn wordt gerealiseerd en de positie van Theater Kikker als beoogd exploitant van de theaterfunctie aldaar (die wij Podium Hoge Woerd doopten). In januari j.l. presenteerden we op uitnodiging van het College een Ondernemingsplan voor Podium Hoge Woerd, een van de drie belangrijke componenten van Castellum Hoge Woerd. In dat plan stelden wij als voorwaarde dat ook de andere gebruikers van het Castellum financieel voldoende geëquipeerd zijn om hun deel van de gezamenlijk te dragen kosten voor beheer en programma te dragen. Bovendien hebben wij bij brief van 9 april aan het College laten weten dat we medio mei uitsluitsel willen hebben, zodat we een verantwoorde beslissing kunnen nemen voor al dan niet instappen in het Castellum, vóórdat we genoodzaakt zijn onomkeerbare stappen te nemen. Die stappen moeten nu worden genomen, wil er per september 2015 een theaterprogramma zijn. Onze zorg over voldoende draagkracht bij andere Castellum-partners betrof dan vooral de afdeling Erfgoed, die met een omvangrijke expositie de kern van het Castellum vertegenwoordigt. Uit een rapportage van adviesbureau BMC eerder dit jaar bleek dat Erfgoed een exploitatietekort heeft van € 210.000 per jaar om zijn deel van het programma op een minimumniveau te verwezenlijken. Dit tekort zou ook meteen effect hebben op de door alle Castellum-partners gezamenlijk te dragen kosten. Het door ons bestuur gestelde moment van half mei is inmiddels verstreken. In de bestuursvergadering van Kikker van 20 mei moesten we constateren dat de afdeling Erfgoed financieel slechts zeer ten dele wordt toegerust op zijn rol in het Castellum; voor de jaren 2016 en 2017 is in de Voorjaarsnota een extra bedrag gereserveerd van € 125.000, voor de
18
Raadsinformatieavond 10 juni 2014
jaren daarna is er geen enkele zekerheid. Het genoemde bedrag is dus niet alleen aanmerkelijk lager dan het eerder gesignaleerde tekort, het is ook nog eens tijdelijk. U zult begrijpen dat deze uitkomst ons niet gerust stelt voor de toekomstige samenwerking in het Castellum. Mijn bestuur heeft zijn ‘go or no go’-beslissing nog uitgesteld in het besef dat de Raad wellicht nog ruimte ziet om in te grijpen. Echter, de tijdsdruk is enorm. Als wij in het Castellum stappen, zullen we toch echt onmiddellijk na de zomer moeten gaan programmeren, willen we vanaf september 2015 een programma kunnen bieden. Zonder te willen dreigen: zoals de zaken er nu voor staan, staat onze deelname aan het Castellum serieus op het spel. Voor de goede orde: wij staan te popelen om in Leidsche Rijn te mogen beginnen. Financieel kan dat naar onze inschatting verantwoord gebeuren. Via de cultuurbegroting zijn voor het nieuwe theater voldoende middelen beschikbaar. Inhoudelijk hebben we in januari een mooi plan neergelegd. Maar wij kunnen niet in avontuur stappen, waarin de prijs voor de samenwerking bij het theater terecht zou kunnen komen. Dat zou een avontuur worden, waarin onze accommodatie aan de Ganzenmarkt grote risico’s zou lopen. Risico’s die we niet bereid zijn te nemen. Ik dring er bij de Raad dan ook op aan om met de grootste spoed het College ertoe aan te zetten ook de andere partners voldoende toe te rusten voor hun aandeel in het Castellum. Eind deze maand maakt mijn bestuur de balans op. Ik hoop van ganser harte op een gunstige uitkomst. Ton van Vlimmeren, de Bibliotheek Utrecht Samenvatting: Het collegeprogramma (en de toelichtende brieven van het college ) getuigen van gezonde ambitie voor de rol van de bibliotheek in een stad van kennis en cultuur. Tegelijkertijd wordt in de voorstellen van het college in de komende 4 jaar circa 25% van het voor de bibliotheek gereserveerde budget weggehaald. Dat vraagt om verduidelijking. Vera Carasso, Museum Speelklok Samenvatting: Ik wil me uitspreken tegen de voorgenomen plannen om wederom geen accres te geven ion 2015 én een bezuiniging van 2% door te voeren op culturele instellingen die meer van €500.000 krijgen van de gemeente Utrecht. Spreektekst: De afgelopen jaren hebben wij hard gewerkt het museum te professionaliseren en te optimaliseren om zoveel mogelijk eigen inkomsten te kunnen genereren. Het noodzakelijk traject van verandering heeft een grote wissel gehad op de organisatie en heeft nog niet voldoende geresulteerd in extra bezoekers. Gelukkig biedt de ingezette verandering nu eindelijk de mogelijkheid om wisseltentoonstellingen te organiseren en meer omzet te creëren in de commerciële activiteiten. Maar of het voldoende gaat zijn om de dalende inkomsten en stijgende vaste lasten op de lange termijn te compenseren, blijft spannend. Wat we wel kunnen constateren, is dat het niet op tijd is gekomen om nóg een verlieslijdend jaar te voorkomen.
19
Raadsinformatieavond 10 juni 2014
Cultureel ondernemerschap en het verhogen van eigen inkomsten staan al jaren hoog op de agenda van de culturele sector. Museum Speelklok was hier altijd een voorloper in en is dat nog steeds! Ons eigen café met terras, een duurzaamheids keurmerk, zaalverhuur met eigen catering, een paviljoen op de Parade in 2015, een samenwerking met Hans Klok en zo zijn er nog meer voorbeelden te noemen. Dat ondernemerschap brengt helaas soms ook financiële risico’s met zich mee, maar kan ook veel opleveren, soms pas op langere termijn. De plannen van de gemeente om 2% te kunnen korten in 2015 bij de instellingen die meer dan € 500.000 ontvangen, creëren een nog groter financieel risico voor de toekomst van het museum. De “efficiencyslag” waar over gesproken wordt in het coalitieakkoord is bij ons al jaren aan de gang. Helaas hebben alle bezuinigingen, waaronder een personele reorganisatie, de dalende inkomsten en stijgende vaste lasten niet kunnen compenseren. Museum Speelklok heeft geen enkel ‘spek op de botten’! Wij vragen de gemeente Utrecht om af te zien van de voorgenomen bezuiniging aangekondigd in het coalitieakkoord. Deze zou een nekslag zijn voor ons museum. Zinzi Rozema namens de Maatschap+ Samenvatting: Ik wil het belang van het behoud van de maatschappelijke stage voor de gemeente Utrecht benadrukken. Spreektekst: De Gemeente Utrecht wil meer burgerparticipatie. De maatschappelijke stage is dè manier om jongeren (pubers) hier op een natuurlijke manier kennis mee te laten maken. De gemeente wil initiatief vanuit de burgers stimuleren en hen daarin faciliteren. We kunnen van onze jeugd echter niet verwachten dat zij gaan roepen om een maatschappelijke stage. Het blijven pubers die liever lui dan moe zijn. Wij volwassenen hebben echter inmiddels ervaren dat de MaS werkt. Dat het hun horizon verbreedt. En de maatschappelijke organisaties die onze leerlingen een stageplek bieden hebben profijt van onze leerlingen. Het is een win-winsituatie. Je kan toch niet van ouderen, gehandicapten, kinderen, demente bejaarden verwachten dat zij als burgers de gemeente duidelijk gaan maken dat zij de MaS-leerlingen nodig hebben?! Het is toch hartverscheurend om te horen dat, als de MaS stopt de ouderen van Axxion Continu niet meer buiten zullen komen?! Hoe luid moet het signaal dat er veel vrijwilligers nodig zijn klinken? Dat we met elkaar voor de mensen om ons heen zouden moeten zorgen, naar hen zouden moeten omzien, bewust met onze omgeving om zouden moeten gaan, dat leer je niet uit een boekje. Dat moet je ervaren in de praktijk, dat blijkt ook steeds maar weer uit onderzoek dat daarnaar gedaan wordt. Dat is toch een onmisbare les, die niet aan onze schoolprogrammering zou mogen ontbreken? De MaS is de manier om de eisen die aan scholen worden gesteld met betrekking tot burgerschap vorm te geven. Pubers zijn nou eenmaal bevooroordeeld. Ze hebben een zetje nodig. De MaS brengt hen in contact met een wereld die verder reikt dan whatsapp, facebook en twitter. Het geeft hen zelfvertrouwen, eigenwaarde en respect voor mensen die anders zijn dan zij. In Utrecht zijn we met volle energie meegegaan met de maatschappelijke stage, vanaf de pilotfase. Daardoor hebben we uiteindelijk een manier gevonden die voor zowel de maatschappelijke organisaties, als de scholen het beste werkt. De vrijwilligerscentrale vervult
20
Raadsinformatieavond 10 juni 2014
daarin een belangrijke spilfunctie. Zonder de bemiddelende (makelaars)functie die zij vervullen is de maatschappelijke stage voor de scholen en de organisaties niet meer werkbaar en financieel niet haalbaar. Als de VWC ertussenuit valt wordt het takenpakket van alle mas-coördinatoren en de stagebegeleiders van de organisaties groter en daar is helaas geen geld voor. Bovendien gaan dan alle organisaties en scholen weer langs elkaar heen werken en wordt het geheel organisatorisch en logistiek veel chaotischer. De manier waarop de maatschappelijke stage in Utrecht georganiseerd is, is de ideale manier. Daarom loopt het ook zo goed en zou het eeuwig zonde zijn om hiermee te staken. Jeroen Kreijkamp schrijft op de website van de Gemeente Utrecht: “Zaken die goed gaan, proberen we door te
ontwikkelen en verder uit te breiden.” De maatschappelijke stage gaat goed. De mas heeft haar waarde getoond voor de leerlingen, maar ook voor de maatschappij, dus ook voor u en voor mij. Dat Den Haag zo wispelturig is hoeft toch nog niet te betekenen dat wij daar als makke schapen direct achteraan lopen? De Gemeente Utrecht kan een statement maken. Net als andere Nederlandse gemeentes, bijvoorbeeld Enschede, hebben gedaan. Een statement waarmee zij laat zien dat ze kiest voor de lange termijn en ‘ wat goed gaat’ en met moeite is opgebouwd niet van de ene op de andere dag in de prullenbak gooit als er vanuit Den Haag geen financiële bijdrage meer wordt geleverd! We willen niet dat de MaS een langzame dood sterft. Om dat te voorkomen hebben we de steun vanuit de Gemeente nodig. Dat is een investering die zijn vruchten af zal werpen. Want de jeugd vormt de toekomst van onze maatschappij. S. J. Kieft- van Wingerde, Adviescommissie voor het Ouderenbeleid in Utrecht Samenvatting: Prioriteit geven aan huisvesting voor ouderen Toezeggingen gedaan over dit onderwerp tijdens verkiezingsdebat op 6 maart jl. Vraag over armoedebestrijding Vraag over sociaal domein Xavier Vandamme, Organisatie Oude Muziek Geachte Gemeenteraadsleden, Met genoegen hebben we kennis genomen van de culturele paragraaf in het coalitieakkoord. Met o.a. de opening van TivoliVredenburg en de verbouwing van de Stadsschouwburg in het vooruitzicht maakt u onzes inziens terecht de keuze om te investeren in de inhoud en de programmering van de stad. Helaas moeten we constateren dat uit de toelichting op het financiële kader blijkt dat deze keuze niet financieel wordt ondersteund. De voorgestelde besparing op subsidies wordt voor ruim de helft gerealiseerd door geen accres van 1,5 % toe te kennen in 2015. U noemt dit een eenmalige maatregel, maar aangezien u ook in 2013 en 2014 geen accres heeft toegekend dreigt dit een structurele maatregel te worden met grote financiële consequenties voor de betreffende organisaties. Daarnaast wordt aan grote instellingen (waaronder de podia) een efficiencykorting van 2% opgelegd. Het is vooral de stapeling van maatregelen die ons zorgen baart. De Rijksbezuinigingen voor de periode 2013 -2016 hebben ook in Utrecht de nodige negatieve effecten gehad op omvang en kwaliteit van de culturele infrastructuur in de stad. De overgebleven instellingen
21
Raadsinformatieavond 10 juni 2014
hebben sindsdien, daarbij gesteund door de inzet van het cultuurconvenant van de gemeente Utrecht, met veel creativiteit en energie een maximale prestatie voor de Utrechtse bewoners en bezoekers neergezet. Dat wil echter geenszins zeggen dat hun positie rooskleurig is. Veel organisaties teren nu in op hun reserves of staan er ronduit zorgelijk voor. Er zijn voor de periode 2013-2016 afspraken gemaakt in het cultuurconvenant. Afspraken die in veel gevallen zijn gekoppeld aan de subsidies en prestatieafspraken met de Rijks- en provinciale overheid. Wanneer de stijging van de loon– en huurkosten niet gecompenseerd wordt komen niet alleen de prestatieafspraken in gevaar maar ook de bedrijfsvoering van onze organisaties. Wij willen hierbij een beroep op u doen om dit besluit in heroverweging te nemen zodat de wederzijds gemaakte convenantafspraken niet in gevaar hoeven te komen. Mede namens: Alice Erens, ClickF1 * Arjan van Meeuwen, BAK * Arjon Dunnewind, Impakt * Caecilia van Stigt, Insomnio * Charlotte Riem Vis, Stut * Cobie de Vos, Het Huis * Jan van den Bossche, Nederlandse Bachvereniging * Jacques van Veen, De Utrechtse Spelen * Lucia Claus, Stadsschouwburg Utrecht * Edwin Jacobs, Centraal Museum * Erik Snel, Aluin * Femke Lutgerink, FOTODOK * Friederike Weisner, Filmtheater ‘t Hoogt * Guy Corneille, De Dansers * Hanneke Bouwsema, Stichting Cultuurpromotie Utrecht * Harm Lambers, Theater Kikker * Marlies Timmermans, Ekko * Marjolein van Bommel, Het Filiaal * Michael Stoker, Het Literatuurhuis * Petra Blok, Tweetakt en Kaap * Quinten Peelen, Het Internationaal Franz Liszt Pianoconcours * René Vlemmix, SPRING * Tamar Bruggeman, Holland Baroque Society * Tamara de Bruijn, Rasa * Vera Carasso, Museum Speelklok * Willemien van Aalst, Nederlands FilmFestival * Wout de Boer, RoodNoot Tamara de Bruijn, directeur RASA Geachte Gemeenteraadsleden, RASA heeft kennis genomen van de voorjaarsnota 2014 en het voornemen om in 2015 een extra bezuiniging van 2% in het huidige subsidieconvenant door te voeren. Wij wijzen u erop dat wij nog altijd bezig zijn met inrichten van de organisatie na de enorme bezuinigingsoperatie per 2013 die neerkwam op 42% van de structurele subsidie van RASA. Concreet houdt de korting van 2% (€14.600) tesamen met het niet toekennen van loon- en prijscompensatie (RASA verwacht voor 2015: €7.000 loonstijging en €7.800 verhoging huurprijs pand) een vermindering op het totale subsidiebudget van RASA van bijna €30.000 euro. Hierbij zijn de overige prijsstijgingen buiten beschouwing gelaten. Deze nieuwe taakstellingen zullen extra druk op de organisatie leggen, die nog altijd bezig is zich opnieuw in te richten naar de eerdere bezuinigingsopdracht.
22