R15.00047
III G E M E E N T E B E Z O E K A D R E S
P O S T A D R E S
t
Ť
Raadhuisstraat 1
Postbus 109
9301 AA Roden
9300 A C Roden
N O O R D E N V E L D
î
W E B S I T E / E - M A I L
T E L E F O O N
t
Ť
www.gemeentenoordenveld.nl
T 14 050
postbusŵgemëeñfeňoořdëľnveldľnl-
—
—
uèťheenïe NO O RDENVELD
ļ Cfass.nr Raad van de gemeente Noordenveld Postbus 109 9300 AC RO DEN Paraaf voor archief
UW
B R I E F
O N D E R W E R P
V A N
UW
O N S
K E N M E R K
K E N M E R K
U15.02061
Advies burgerparticipatie
28 mei 2015
Geacht Raad slid , Vanaf 1 januari 2015 zijn gemeenten - op basis van d e Wet Maatschappelijke ond ersteuning 2015, d e Jeugdwet en d e Participatiewet - verantwoord elijk geword en voor een groot d eel van het sociaal d omein. In d eze wetten word en gemeenten verplicht gesteld om inwoners te betrekken bij het gemeentelijk beleid . Maar huid ige vormen van burgerparticipatie sluiten niet meer aan, omd at er veel is verand erd . De gemeente, het lokale sociale d omein en het gemeentelijk beleid
zijn verand erd , kortom er zijn and ere
vormen van burgerparticipatie nod ig. Kenmerkend voor d e burgerparticipatie in d e gemeente Noord enveld
is d iversiteit. Er zijn verschillend e
platforms en belangenorganisaties, d ie zelfstand ig en via georganiseerd e verban d en werken. Dit is onoverzichtelijk en sluit niet meer aan bij d e huid ige ontwikkelingen. De gemeente wil het sociale d omein integraal benad eren en d at vraagt om integraal georganiseerd e burgerparticipatie. De wenselijke situatie is één aanspreekpunt wat betreft burgerparticipatie. In samenwerking met het Wmo-platform is gekomen tot d e structuur van een bred e participatieraad . Het d agelijks bestuur - d e participatieraad -
bestaat uit 5 tot 7 led en. Dit bestuur is klein, slagvaard ig, beleid sd eskund ig
en
gesprekspartner van d e gemeente. De ervaringsd eskund igheid zit in het platform, d ie nauwe contacten onderhouden met d e achterban. Deze combinatie van vaard ighed en in een bred e participatieraad zorgen voor een sterkere vertegenwoord iging van d e inwoners van d e gemeente Noord enveld . Wanneer u nog vragen heeft, neem d an gerust contact op met mevrouw T.R. van d er Wal van d e vakgroep Welzijn, Ond erwijs en Sport via telefoonnummer 14 050. Met vriend elijke groet,
J.H
Bijlagen: 1
an, burgemeester
J.H. Bakker, secretaris
Advies over burgerparticipatie in de gemeente Noordenveld Vanaf 1 januari 2015 zijn gemeenten verantwoordelijk geworden voor nieuwe taken op het gebied van zorg, jeugd en werk. Veel van deze taken waren verdeeld over het rijk, de provincie en de gemeente. Gemeenten staan dichter bij de inwoners, waardoor ze betere en goedkopere zorg en ondersteuning kunnen regelen. Gemeenten zijn daarmee verantwoordelijk geworden voor een groot deel van het sociaal domein. Dit biedt de mogelijkheid om deze verantwoordelijkheden zo integraal mogelijk op te pakken en één duidelijk beleid te voeren ten aanzien van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Jeugdwet en de Participatiewet. Om tot een integraal en duidelijk beleid te komen is het van belang de kennis en ervaring van de inwoners te gebruiken. Het meedoen, meedenken en meebeslissen bevordert namelijk de kwaliteit en draagvlak van het gemeentelijk beleid. Maar huidige vormen van burgerparticipatie sluiten niet meer aan, omdat er veel is veranderd. De gemeente, het lokale sociale domein en het gemeentelijke beleid zijn veranderd, kortom er zijn andere vormen van burgerparticipatie nodig. Burgerparticipatie is het proces waarbij de gemeente en betrokken burgers samen vorm en inhoud geven aan beleid. Cliënten en gebruikers zijn in deze context specifieke burgers die bepaalde basisvoorzieningen nodig hebben om op het gebied van wonen, welzijn en zorg zelfstandig te kunnen functioneren (Movisie). Wetgeving Gemeenten zijn op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Jeugdwet en de Participatiewet verplicht om burgerparticipatie te organiseren: Wet maatschappelijke ondersteuning 2015- Artikel 2.3.1 3. In de verordening wordt bepaald op welke wijze ingezetenen, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop zij: a.
in de gelegenheid worden gesteld voorstellen voor het beleid te doen;
b.
vroegtijdig in staat worden gesteld gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen;
c.
worden voorzien van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen;
d.
deel kunnen nemen aan periodiek overleg;
e.
onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;
f.
worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.
Jeugdwet - Artikel 2.10 De artikelen 2.1.3, derde lid, en 2.5.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 zijn van overeenkomstige toepassing.
1
Participatiewet - Artikel 47 De gemeenteraad stelt bij verordening regels over de wijze waarop de personen bedoeld in artikel 7, eerste lid, of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van
In de Jeugdwet - artikel 2.10 - wordt verwezen naar artikel 2.3.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. Wanneer in artikel 2.3.1 van de Wmo 2015 wordt gesproken van 'cliënten of hun vertegenwoordigers' kan voor de Jeugdwet gelezen worden 'jeugdigen en/of hun ouders/vertegenwoordigers'. 1
1
deze wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop deze personen of hun vertegenwoordigers: a.
vroegtijdig in staat worden gesteld gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij
b.
worden voorzien van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen;
c.
deel kunnen nemen aan periodiek overleg;
d.
onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;
e.
worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde
de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen;
informatie. Ook het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap en het Internationaal verdrag voor de rechten van het kind stellen gemeenten verplicht de betreffende inwoners te betrekken bij de uitvoering van het gemeentelijk beleid. Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 Gemeenten zijn per 1 januari 2015 verantwoordelijk geworden voor de ondersteuning van inwoners die bepaalde basisvoorzieningen nodig hebben om zelfstandig te kunnen functioneren. Deze ondersteuning - individuele begeleiding, dagbesteding, kortdurend verblijf, beschermd wonen en maatschappelijke opvang - viel eerder onder de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Nu valt het onder de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, waardoor gemeenten te maken krijgen met nieuwe doelgroepen: Ouderen met somatische en/of psychogeriatrische problematiek. Mensen met een verstandelijk en/of lichamelijk en/of zintuiglijke beperking. Mensen met een psychiatrische stoornis/cliënten uit de Geestelijke Gezondheidszorg. Jeugdwet Met de invoering van de Jeugdwet op 1 januari 2015 zijn gemeenten ook verantwoordelijk geworden voor alle jeugdhulp. Van hulp aan kinderen en jongeren met psychische problemen, gedwongen opname in de jeugdpsychiatrie, uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen tot meldingen huiselijk geweld en kindermishandeling. Inwoners die een beroep doen op jeugdhulp zijn: Jeugdigen: kinderen (0-12 jaar) en jongeren (12-23 jaar). Ouders en/of vertegenwoordigers. Jeugdhulpcliënten: doen een beroep op jeugdhulp. Participatiewet De Participatiewet verenigt de Wet werk en bijstand, de Wet sociale werkvoorziening en de Wajong. Door deze wet is er nu één regeling van waaruit gemeenten inwoners met en zonder arbeidsbeperking helpen aan werk. De volgende inwoners hebben per 1 januari 2015 te maken gekregen met de Participatiewet: Mensen met een bijstandsuitkering. Mensen met een lichamelijke, verstandelijke en/of psychische beperking die onder aangepaste omstandigheden kunnen deelnemen aan de reguliere arbeidsmarkt of anders gebruik kunnen maken van beschutte werkplekken. Jonggehandicapten die enig arbeidsvermogen hebben (voorheen Wajong). Doelgroepen Per 1 januari 2015 zijn er dus veel meer inwoners die een beroep doen op zorg en ondersteuning vanuit de gemeente. Belangrijk is dat ook deze nieuwe doelgroepen kunnen meedoen, meedenken en meebeslissen over het gemeentelijk beleid. In tabel 1 is schematisch weergegeven wie nu een beroep 2
doen op de gemeente. Een deel van deze inwoners is al vertegenwoordigd in huidige vormen van burgerparticipatie, maar het overgrote deel nog niet. Wet maatschappelijke
Jeugdwet
Participatiewet
GGZ-cliënten
Jeugdigen
Werknemers met beperking
Verslaafden
Ouders/vertegenwoordigers
Jonggehandicapten
Chronisch zieken
Jeugdhulpcliënten
ondersteuning 2015
Mensen die ondersteuning krijgen bij arbeidsinschakeling
Chronische psychische
Mensen die voorzieningen gebruiken voor
aandoening
arbeidsinschakeling
Dak- en thuislozen
'~ l
Mensen met algemene bijstand Personen met nabestaanden- of
Migranten
wezenuitkering
Slachtoffers huiselijk
Personen met een uitkering Wet
geweld
inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers
/'Mensen met e e n \ !
lichamelijke, verstandelijke en/of
i'
Personen met een uitkering Wet
\
inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk
,
i
arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen
i
ļ zintuiglijke beperking ; \
O uderen \
/'
Mantelzorgers
Niet-uitkeringsgerechtigden
,'
"•-Vrijwilligers,'' Tabel 1. Doelgroepen
die een beroep doen op de gemeente
(omcirkelde
doelgroepen
zijn al
vertegenwoordigd in het Wmo-platform en het Minima-platform) Huidige
burgerparticipatie
In de gemeente Noordenveld is burgerparticipatie veelzijdig. Er zijn verschillende platforms en belangenorganisaties, die zelfstandig en via georganiseerde verbanden werken. Centraal staat Stichting WMO -Platform Noordenveld (Wmo-platform). Dit is het formele en wettelijke adviesorgaan van de gemeente
Noordenveld
op het gebied van
de Wet
maatschappelijke
ondersteuning. Sinds november 2006 geven ze de gemeente gevraagd en ongevraagd advies. Het platform bestaat
uit een onafhankelijk
vertegenwoordigers van verschillende
voorzitter
en
secretaris,
belangenorganisaties.
een
Afspraken
penningmeester
en
met de gemeente
12 zijn
vastgelegd in een convenant. Een aantal belangenorganisaties die zijn vertegenwoordigd
in het Wmo-platform, vormen ook
zelfstandige organisaties die - buiten het Wmo-platform om - contact hebben met de gemeente. Dit zijn de
Samenwerkende
O uderenorganisaties
Noordenveld
(SWO N),
het
Gehandicaptenplatform,
Contactpunt Mantelzorg, Steunpunt Vrijwilligers en de Stichting Vervoer voor O uderen (VO R). Stichting Platform Minima Noordenveld is niet vertegenwoordigd in het Wmo-platform. Zij zijn een zelfstandig platform die zich inzetten voor inwoners met een minimum inkomen. Ze adviseren gevraagd en ongevraagd de gemeente bij nieuw in te voeren regelingen, signaleren knelpunten en proberen de maatschappelijke en financiële positie van de doelgroep te verbeteren.
3
Eén participatieraad De burgerparticipatie in de gemeente Noordenveld is divers, maar sluit dit nog wel aan bij de huidige ontwikkelingen? De gemeente wil het sociaal domein integraal benaderen en dat vraagt ook om integraal georganiseerde burgerparticipatie. Het Wmo-platform is zich hier bewust van en neemt het initiatief om in samenwerking met de gemeente zich te verbreden tot een brede participatieraad over het gehele sociale domein. Dit sluit aan bij de visie van de gemeente, namelijk één duidelijk aanspreekpunt ten aanzien van burgerparticipatie. Maar is één brede participatieraad dé manier om burgerparticipatie in de gemeente Noordenveld te organiseren? 1.
"Een te grote raad is onwerkbaar, maar de raad moet ook niet te klein zijn, want ze moet wel een brede achterban vertegenwoordigen."
2.
"Ben je te veel met beleid bezig, dan verlies je misschien de achterban uit het oog. Maar heb je weinig kennis van hoe beleid werkt, kun je je achterban niet goed vertegenwoordigen."
3.
"Formele burgerparticipatie heeft een vaste plek in de ontwikkeling van beleid, maar het grote zorgpunt is het contact met de achterban. Informele burgerparticipatie bereikt een meer diverse groep met ervaringskennis, maar het grote zorgpunt is in hoeverre dit het beleid beïnvloed."
In de bovenstaande drie punten gaat het om 'of-of, maar in de structuur van een brede participatieraad kan het ook 'en-en' zijn: (1) De participatieraad is het dagelijks bestuur Gemeente
bestaande uit 5 tot 7 leden. Deze raad is klein en slagvaardig en haalt de informatie bij het platform waar de achterban in brede zin is vertegenwoordigd.
GEMEENTE (2) De participatieraad is de gesprekspartner van de Participatieraad
gemeente en is beleidsdeskundig. In het platform is vooral ervaringsdeskundigheid aanwezig.
ÉL
SAMENLEVING
(3) De participatieraad heeft een vaste formele plek in de ontwikkeling van beleid. Het platform zet informele vormen van burgerparticipatie in om zo ook
Platform bestaande uit werkgroepen Figuur 1. Structuur
kwetsbare inwoners te bereiken.
participatieraad
De participatieraad heeft vooral de functie om signalen uit de samenleving te vertalen naar beleid en daarmee het beleid van de gemeente te beïnvloeden. Het platform daarentegen heeft de functie om gesprekken aan te gaan met inwoners en op zoek te gaan naar signalen vanuit de samenleving. Door
het
samenvoegen
van
adviesraden,
belangenorganisaties
en
cliëntenraden
komen
er
verschillende rollen en culturen samen. In een brede participatieraad kan dit een kracht zijn en leiden tot een nog sterkere vertegenwoordiging van de inwoner richting de gemeente, want: Wmo-raden
hebben
goed
contact
met
de
gemeente,
terwijl
belangenbehartigers
en
Beleidsdeskundigheid is vaak aanwezig bij Wmo-raden, terwijl belangenbehartigers
en
cliëntenraden goed contact hebben met de achterban. cliëntenraden vooral ervaringsdeskundig zijn.
4
Wmo-raden worden vaak in een vroegtijdig stadium betrokken bij het beleidsproces, terwijl belangenbehartigers en cliëntenraden betrokken zijn bij de uitvoering van beleid. De Wmo-raad heeft een vast plek in het besluitvormingsproces, belangenbehartigers en cliëntenraden niet, zij sluiten daarom met hun ervaring aan bij de structuur van de Wmo-raad. Advies In dit advies is de basis gelegd voor een brede participatieraad (zie figuur 2). Na het vaststellen van deze structuur door de betrokken partijen, kan worden overgegaan tot de uitvoering. Het Wmo-platform neemt het initiatief tot de uitvoering en de gemeente ondersteunt, stimuleert en faciliteert. Verder heeft de gemeente een kader stellende rol vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Jeugdwet en de Participatiewet. Samen met de participatieraad worden er afspraken op papier gezet over onder andere de taken, samenstelling en werkwijze ten aanzien van de participatieraad en de gemeente.
Gemeente
Participatieraad
Stichting Platform Minima Noordenveld
Gehandicapten platform Noordenveld
Samenwerkende Ouderenorganisaties Noordenveld
Etc.
Figuur 2. Structuur participatieraad gemeente Noordenveld Advies is om als gemeente aan te sluiten bij het initiatief van het Wmo-platform om zich te verbreden tot één brede participatieraad, genaamd de Sociaal Maatschappelijke Adviesraad Noordenveld.
5