Onderzoek oppervlakte recreatiewoningen Noordenveld Aanleiding De RECRON (Vereniging Recreatieondernemers Nederland) en de Belangenvereniging Zuurse Duinen hebben gereageerd op het voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied. Er bestaat ongelijkheid in maximale oppervlakte maten tussen de voormalige gemeenten Roden en Norg. In de voormalige gemeente Norg is een oppervlakte van 80 m 2 voor recreatiewoningen toegestaan. In de voormalige gemeente Roden is een oppervlakte van 60 m2 voor hoofdgebouwen en 6 m2 voor bijgebouwen toegestaan. Daarnaast is het de vraag of de oppervlakte nog voldoet aan de eisen van de toerist. In dit document zal getracht worden op bovenstaande vragen een antwoord te geven.
Beleid Rijksbeleid, Nota Ruimte Het huidige aanbod van recreatievoorzieningen komt zowel kwalitatief als kwantitatief onvoldoende tegemoet aan de recreatiewensen van de samenleving. De recreatiesector moet de ruimte krijgen om op die veranderende behoefte te anticiperen en zich kunnen ontwikkelen als economische drager van delen van het platteland. Provincies dienen in hun streekplannen voldoende ruimte te scheppen om de veranderende behoefte aan toeristisch-recreatieve voorzieningen in de samenleving te faciliteren. Concreet betekent dit dat rekening moet worden gehouden met nieuwe vormen van toerisme en recreatie en met uitbreiding en aanpassing van bestaande toeristische en verblijfsrecreatieve voorzieningen. Vanwege het karakter van het gebruik is het ruimtelijk beleidskader voor nieuwe recreatiewoningen gelijk getrokken met reguliere woningen. Dit betekent dat een aanvraag tot de bouw van een recreatiewoning alleen kan worden toegelaten indien op die plaats ook een reguliere woning kan worden toegelaten. Als uitzondering op deze hoofdregel geldt dat voor complexen van recreatiewoningen waar het recreatieve gebruik van deze recreatiewoningen door middel van een bedrijfsmatige exploitatie kan worden verzekerd, een positieve planologische beoordeling kan worden gegeven. Onder bedrijfsmatige exploitatie wordt in de Nota verstaan het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer, of exploitatie, dat in de recreatieverblijven daadwerkelijk recreatief gebruik plaatsvindt. De woningen van dergelijke complexen hoeven niet te voldoen aan de wet- en regelgeving voor reguliere woningbouw. De exploitant en gemeente zijn ervoor verantwoordelijk dat permanente bewoning op het complex wordt tegengegaan. Omgevingsvisie Drenthe, vastgesteld 2 juni 2010 Economische ontwikkeling en werkgelegenheid De provincie wil in het landelijk gebied voldoende ontwikkelingsmogelijkheden bieden voor landbouw, recreatie en toerisme en andere niet-agrarische bedrijvigheid. Het regionale economische vestigingsklimaat is voor ons van provinciaal belang. Toerisme is een belangrijke economische pijler voor Drenthe. Drenthe moet aantrekkelijk blijven voor recreanten en toeristen. Van provinciaal belang is daarom het verbeteren en vernieuwen van het bestaande infrastructuur.
aanbod
van
verblijfs- en
dagrecreatie
en
van
de
toeristisch-recreatieve
Drenthe wil een topspeler zijn op de (binnenlandse) toeristische markt. Hiervoor vinden wij het van belang dat Drenthe in haar diversiteit een totaalproduct aanbiedt dat onderscheidend en van
A10.03798
hoogwaardig niveau is. Een totaalproduct met veel variatie, aansluitend op de behoeften van de hedendaagse toerist en leidend tot een bruisend Drenthe. In dat toeristische totaalproduct Drenthe moet geïnvesteerd worden. Het bestaande aanbod van verblijfs- en dagrecreatie en de huidige toeristisch-recreatieve infrastructuur moet kwalitatief verbeterd en vernieuwd worden. De focus moet komen te liggen op de diversiteit en de kwaliteit van het toeristische product. Niet méér van hetzelfde, maar juist het creëren van toegevoegde waarde ten opzichte van het bestaande toeristische product. Wij dagen de markt uit om nieuwe, aansprekende concepten te ontwikkelen die passen bij de kernkwaliteiten van Drenthe. Verblijfsrecreatie Ten aanzien van de verblijfsrecreatie wil de provincie inzetten op versterking, uitbreiding en vernieuwing van de bestaande bedrijven in samenhang met de omgeving, het vrijetijds landschap. Nieuwvestiging is niet mogelijk in de EHS en robuuste landbouwgebieden. Met uitzondering van nieuwvestiging als gevolg van ver-/uitplaatsing van bestaande bedrijven uit kwetsbare gebieden, daarvoor willen we ruimte zoeken aan de randen van natuurgebieden. Ook hiervoor wil de provincie de systematiek van de SER-ladder toepassen. SER-ladder 1. Gebruik de ruimte die al beschikbaar is gesteld voor een bepaalde functie of door herstructurering beschikbaar gemaakt kan worden. 2. Maak optimaal gebruik van de mogelijkheden om door meervoudig ruimtegebruik de ruimteproductiviteit te verhogen. 3. Indien het voorgaande onvoldoende soelaas biedt, is de optie van uitbreiding van het ruimtegebruik aan de orde. Daarbij dienen de verschillende relevante waarden en belangen goed te worden afgewogen in een gebiedsgerichte aanpak. Door een zorgvuldige keuze van de locatie van ‘rode’ functies en door investeringen in kwaliteitsverbetering van de omliggende groene ruimte moet worden verzekerd dat het meerdere ruimtegebruik voor wonen, bedrijventerreinen of infrastructuur de kwaliteit van natuur en landschap respecteert en waar mogelijk versterkt. De provincie wil de aanpak van het project ‘Natuurlijke recreatie Drenthe’ voortzetten. In de komende periode gaan zij onderzoeken of aanvullende initiatieven nodig zijn om de kwaliteit verder te verbeteren. Permanente bewoning recreatieverblijven De provincie is in beginsel tegen permanente bewoning van recreatieverblijven. Dit leidt tot ‘verstening’ van het landelijk gebied. Ook gaat het ten koste van de capaciteit van recreatieverblijven, waardoor elders in het landelijk gebied een nieuwe vraag naar recreatiewoningen ontstaat. De provincie verleent daarom in principe geen medewerking aan het legaliseren van permanente bewoning door gemeenten, waarbij de bestemming verblijfsrecreatie wordt omgezet in de bestemming wonen. Alleen in uitzonderlijke gevallen is de provincie bereid deze medewerking te verlenen. Hierbij moet worden voldaan aan de voorwaarden die de VROM-Inspectie stelt in de brochure ‘Onrechtmatige bewoning van recreatiewoningen; handreiking voor gemeenten’. Verdere voorwaarden zijn: • De legalisatie heeft alleen betrekking op recreatiecomplexen en niet op losse recreatieverblijven. • Het recreatiecomplex sluit aan op een kernbebouwing. • De legalisatie past binnen het integrale woonbeleid van de desbetreffende gemeente. • De noodzakelijke integratieslag met de naastgelegen kern levert een duurzame ruimtelijke kwaliteitsslag op.
A10.03798
Nota Kampeerbeleid, gemeente Noordenveld, 31 mei 2007 In het bestemmingsplan wordt het volgende onderscheid gemaakt tussen de verschillende soorten kampeerterreinen: Kampeerterrein I: toeristische plaatsen voor toercaravans, vouwwagens, campers, tenten -
en huifkarren en trekkershutten en tenthuisjes Kampeerterrein II: stacaravans/chalets, bestemming I ook toegestaan
Kampeerterrein III: bestemming I en II en recreatiewoningen toegestaan Tenzij de vergunde situatie anders is, geldt de algemene lijn: Kampeerterrein I: tot 2 hectare -
Kampeerterrein I en II: vanaf 2 hectare Kampeerterrein III: niet toegestaan, mits kampeerbedrijven hiertoe rechten hebben op basis van het huidige vigerende bestemmingsplan
De oppervlakte heeft betrekking op het gehele aaneengesloten terrein van één bedrijf. Om de diversiteit van de verschillende kampeervormen te behouden zullen bestemmingsplan voorschriften worden opgenomen over de soort kampeermiddelen.
in
het
In het bestemmingplan worden geen voorschriften opgenomen over het aantal kampeermiddelen en de oppervlakte van kampeerplaatsen op reguliere kampeerterreinen. De ondernemer kan hieraan binnen de geldende regelgeving zoals de bouw- en brandveiligheidvoorschriften, naar eigen inzicht invulling geven. Recreatiewoning Recreatiewoningen vallen buiten het bestek van deze kadernota kampeerbeleid en hebben ook geen relatie met het vervallen van de Wet op de Openluchtrecreatie. Wel is bij het aanpassen van bestemmingsplannen sprake van kampeerterreinen waar momenteel recreatiewoningen zijn toegestaan. De bestaande regeling voor deze terreinen kan worden overgenomen. De maximale oppervlakte van een recreatiewoning bedraagt op het grondgebied van de voormalige gemeente Roden maximaal 60 m² + 6 m² voor een bijgebouw. Op het grondgebied van de voormalige gemeente Norg bedraagt de maximale oppervlakte van een recreatiewoning 80 m² inclusief aanen bijgebouwen. Er wordt voorgesteld het huidige beleid te continueren. Het huidige beleid ten aanzien van de maatvoering voor recreatiewoningen wordt gecontinueerd.
Huidige situatie recreatiewoningen In de voormalige gemeente Roden is de maximale oppervlakte voor hoofdgebouwen 60 m2 en voor bijgebouwen 6 m 2 . In de voormalige gemeente Norg is de maximale oppervlakte voor recreatiewoningen en bijgebouwen 80 m 2 . Voor het terrein Natuurvrienden (gelegen in de voormalige gemeente Norg) gelden afwijkende bepalingen. In het bestemmingsplan Natuurvrienden (onherroepelijk d.d. 26 mei 2010) is daarover het volgende opgenomen: “Vanwege het oorspronkelijke karakter van de het terrein, de onderlinge afstand tussen de bestaande huisjes en alle omstandigheden die daaraan bijdragen is ervoor gekozen om het bouwvolume van de huisjes te beperken tot 60 m 2 , zonder dat losstaande aanbouw en bijgebouwen zijn toegestaan.”
Recreatiewoningen met toegestane oppervlakte 80 m 2 Verblijfsrecreatieterreinen
A10.03798
Amerika R (De Drentse Vennen)
64 Nog te realiseren: 72 recreatiewoningen
Amerika H (Duurentijdt en Hof van Eden) Bonhagen K Langeloërduinen G(Molenduinen)
37 27 (permanente bewoning toegestaan) 15
Langeloërduinen L Oosterduinen (totaal) Oosterduinen A
56 420 72
Oosterduinen B Oosterduinen C
64 15
Oosterduinen D Oosterduinen E Oosterduinen F
134 21 45
Oosterduinen Z Totaal
69 619 (+72 nog te realiseren)
Aantal losse recreatiewoningen (zie bijlage)
10
Totaal:
629 (+72 nog te realiseren)
Recreatiewoningen met toegestane oppervlakte 66 m 2 Verblijfsrecreatieterreinen Matsloot 1 (Camping Pool)
35
Matsloot 3 (Camping Meerzicht) Munnikevaart 48 (camping van Esch) Zuursche Duinen
78 13 34
Dorado Pandarosa Dennekamp
6 9 10 (permanente bewoning toegestaan)
Bos en Duin Hullenweg 5+6A (Hullenrode) Totaal
22 31 238
Aantal losse recreatiewoningen (zie bijlage)
12
Totaal:
250
Op het Natuurvriendenterrein (Langeloërduinen vak 1,2,3,4) in Norg staan 84 recreatiewoningen, hiervoor geldt een aparte regeling. Voor deze recreatiewoningen wordt geen vergroting van de oppervlakte aangevraagd. Dit terrein wordt in deze opsomming daarom ook niet meegenomen. Conclusie Voor (72%) van het bestaande aantal recreatiewoningen is dus een oppervlakte van 80 m2 toegestaan.
A10.03798
Overzicht oppervlakte recreatiewoningen provincie Drenthe Per gemeente: Emmen
80 m²
Westerveld
100 m² (voorontwerp), geldt niet voor gedoogbeschikkingen. 125 m² is het voorstel voor gehandicaptenwoningen. In de recente bestemmingsplannen voor de recreatieterreinen wordt uitgegaan van een oppervlakte van 80 m² voor recreatiewoningen. Bij de vaststelling van het POP II is de norm van 80 m² vanuit kwaliteitsoverwegingen verruimd naar 100 m². De gemeente Westerveld kiest ervoor om deze maat voor recreatiewoningen over te nemen. Er zal een duidelijk verschil blijven tussen recreatiewoning en burgerwoningen in het buitengebied. Uitgangspunt Voor bestaande en nieuwe recreatiewoningen wordt in het op te stellen Bestemmingsplan Buitengebied een oppervlakte van 100 m² gehanteerd. En om de 'angst' voor permanente bewoning te tackelen, is het volgende opgenomen: Permanente bewoning van recreatiewoningen In
de
Nota
Ruimte
wordt
het
ruimtelijk
beleidskader
voor
nieuwe
recreatiewoningen gelijk getrokken met reguliere woningen. Het is in bepaalde gevallen mogelijk om de recreatiefunctie van bestaande recreatiewoningen te wijzigen in een woonfunctie, mits aan de gebruikelijke voorwaarden voor woningbouw is voldaan. Deze beleidsruimte is echter niet van toepassing voor woningen die zich bevinden in natuurgebieden en de Ecologische Hoofdstructuur. Omzetting van recreatiewoningen in een woonbestemming betekent in feite dat ter plaatse een woongebied ontstaat en daarmee een uitbreiding van het woningbestand in het buitengebied. Het POP II laat een dergelijke ontwikkeling niet toe. Permanente bewoning leidt onder andere tot een verlies aan capaciteit in de verblijfsrecreatie (met extra behoefte elders), een verminderde economische omzet(groei) en werkgelegenheid en is strijdig met het verstedelijkingsbeleid. Verscheidene locaties zijn ook qua voorzieningenniveau niet geschikt voor permanente bewoning. Permanente bewoning van recreatiewoningen zal daarom door de gemeente Westerveld in het buitengebied niet worden toegestaan. In het bestemmingsplan zal hiervoor een regeling worden opgenomen die aansluit bij het Rijks- en provinciaal beleid. Uitgangspunt Voor alle recreatiewoningen in het plangebied geldt een verblijfsrecreatieve bestemming, permanente bewoning is niet toegestaan. In het bestemmingsplan zal hiervoor een regeling worden opgenomen (hiermee wordt dus gedoeld op o.a. de 2 verschillende bestemmingen, één voor bedrijfsmatig geëxploiteerde terreinen en één voor particuliere. Bij beide
A10.03798
zijn strikte overgangsbepalingen opgenomen.) Ten aanzien van het vergroten van de oppervlakte naar 125m2, heeft het college vandaag ingestemd met onderstaand voorstel. Dit gaat nu naar de raad: Oppervlakte recreatiewoningen Reden: Vanuit de recreatiesector zijn er signalen dat de maximale oppervlakte van 100 m2 voor een recreatiewoning onvoldoende is om te blijven voldoen aan de wensen van verblijfsrecreanten. In de Nota van uitgangspunten en in het bestemmingsplan is deze norm opgenomen, welke overigens ook binnen het provinciaal beleid wordt gehanteerd. Het geschetste probleem doet zich waarschijnlijk vooral voor bij het geschikt maken van een recreatiewoning voor gebruik door gehandicapten en ouderen die slecht ter been zijn. Dit kan tevens een negatieve uitwerking hebben op de verhuurbaarheid en daarmee op het aantal recreatieve overnachtingen. Voor particuliere recreatiewoningen speelt dit effect in mindere mate. Voorstel: Voor recreatiewoningen die gelegen zijn op bedrijfsmatig geëxploiteerde recreatiecomplexen (bestemming R-3), een ontheffingsmogelijkheid in het bestemmingsplan opnemen op basis waarvan de maximale oppervlakte ten behoeve van het geschikt maken van de recreatiewoning voor gebruik door gehandicapten en ouderen die slecht ter been zijn, kan worden verruimd tot ten hoogste 125 m2.
Aa en Hunze
80 m². Voorstel nieuw best. Buitengebied 100m²
Coevorden
100 m²
Borger-Odoorn
standaard 80 m² en voor groepswonen ((12 personen) 100 m²
Hoogeveen
80 m²
De Wolden
80 m² en 100 m² voorstel bestemmingsplan. Voor de bestaande recreatiewoningen geldt dat deze in kwaliteit moeten kunnen toenemen om te voldoen aan de vraag naar meer luxe vakantieverblijven. Hiermee kunnen recreatiewoningen ook beter gefaciliteerd worden voor de doelgroep zorgbehoeftigen. Hiervoor is het raadzaam om de in het huidige bestemmingsplan Buitengebied De Wolden genoemde maatvoering van de recreatiewoningen op te schalen van 80 m2 tot 100 m2 (inclusief berging van max. 15 m2). Het doel is ruimte bieden voor luxere vakantieverblijven. De dakhelling en de goothoogte van de recreatiewoningen wordt niet opgeschaald, dit om de onderscheidende uiterlijke verschijningsvorm van de vakantiewoning te behouden.
Tynaarlo
In natuurgebieden 60 m² + 6 m² en buiten natuurgebieden 80 m² + 6 m² en in het buitengebied op sommige plaatsen 40 m². Er wordt gewerkt aan een nota van uitgangspunten.
Conclusie 2
Vrijwel in alle Drentse gemeente is 80 m een standaard oppervlakte voor recreatiewoningen. 2
Een groot aantal streeft ernaar in nieuwe bestemmingsplannen 100 m te kunnen toestaan.
A10.03798
Trends en ontwikkelingen De recreant is de laatste decennia veel kritischer en veeleisender geworden. Ook de recreatievraag is diverser geworden. De behoefte aan comfort en luxe neemt toe, maar dat geldt ook voor de behoefte aan eenvoud. Om aan deze vraag te kunnen beantwoorden is de kwaliteit van de recreatiewoningen essentieel. De recreant van nu heeft behoefte aan privacy en dus wordt de vraag naar ruimte groter. Tegelijkertijd met de vraag naar privacy is er ook sprake van een beleveniseconomie, waarbij persoonlijke belevingen een rol spelen. Hierbij speelt het groepsgevoel meer een rol, maar is er toch ook behoefte aan ruimte. Bijvoorbeeld aan een eigen badkamer. Vakanties met vader, moeder en grootouders of met vrienden zijn populair. Hierbij is een vraag naar grotere recreatiewoningen. Nu de markt aan het vergrijzen is, neemt de vraag naar een slaapkamer(s) op de begane grond toe en dus de vraag naar meer vloeroppervlakte. Ook woningen voor minder validen zijn doorgaans groter dan 60 m². De toeristen zorgen ervoor dat dorpen leefbaar blijven. Ervoor zorgen dat de kwaliteit op orde is, is essentieel wil je mensen blijven trekken naar deze dorpen. De leefbaarheid, werkgelegenheid en economische effecten zijn direct te verhalen op de komst van toeristen. Gaat de leefbaarheid achteruit, dan gaan de aantallen toeristen achteruit. Andersom geldt exact hetzelfde. Het is essentieel dat op de vraag van de consument wordt ingespeeld. Centerparcs gaat voor een normale 6-persoons bungalow uit van 56-59m², maar voor een luxe villa voor hetzelfde aantal personen hanteert men al een oppervlakte van 93m². Datzelfde (93m²) geldt voor de normale 8persoons bungalow. Uit deze cijfers blijkt al dat een oppervlakte van 60m² niet meer voldoet aan de wensen uit de markt. Algemene ontwikkelingen De algemene ontwikkeling van de sector verblijfsrecreatie in Nederland is door ING Economisch Bureau onderzocht. De uitkomsten van dit onderzoek zijn in februari 2007 gepubliceerd. Voor de recreatieparken zijn de volgende conclusies van belang. Bij de bungalowparken is de markt sterk versnipperd. Driekwart van de Nederlandse vakantieparken bestaat uit familiebedrijven, maar deze bedrijven concurreren ondermeer met grote internationale ketens. Het totale aantal slaapplaatsen op bungalowparken is in de periode 1998-2006 met 20% gestegen. De omzet in de verblijfsrecreatie bedroeg in 2005 € 1,2 miljard. In de eerste negen maanden van 2006 was sprake van een omzetgroei van 4,8%. Dankzij het herstel van de consumptieve bestedingen wordt voor 2007 een groei van 1,75% voorzien en voor de periode 2008- 2011 een jaarlijkse groei van 3%. Na inflatiecorrectie resteert dus een minimale groei. De conclusie is dan ook dat de omzetvolumes stabiel zijn en dat de verblijfsrecreatiemarkt verzadigd lijkt. De netto slaapplaatsbezettingsgraad is de laatste jaren gedaald op bungalowparken. Voor de bungalowparken was dit 36,5% voor de verhuurde eenheden in 2005. Op grond van deze bezettingsgraad kan worden geconstateerd dat de capaciteit in de verblijfsrecreatie, behalve mogelijk tijdens enkele piekmomenten rond schoolvakanties, toereikend is. Op grond hiervan is er dus geen reden tot grotere ruimteclaims van bungalowparken. Echter, er is wel de tendens dat de gasten per accommodatie behoefte hebben aan meer vierkante meters.
A10.03798
De toekomst van toerisme, recreatie en vrije tijd De schaarse beschikbare vrije tijd moet zo optimaal mogelijk ingevuld worden. De vraag naar kwaliteit zal daardoor toenemen. De Recreant is veel kritischer en veeleisender geworden. Ook de behoefte aan comfort en luxe neemt toe, vooral onder de oudere doelgroep (RECRON, 2008; NRIT, 2007), maar ook aan rust en eenvoud. Binnen
deze
beleveniseconomie
schuift
men
van
grootschalige,
massale
en
eenmalige
belevenissen, zoals Snow World en Kids Planet, naar intieme persoonlijke ervaringen (NRIT, 2007; Staatsbosbeheer, 2008). Een kleinschalige persoonlijke belevenis wordt graag met familie en vrienden gedeeld. Was er eerst vooral aandacht voor een groots meeslepende beleving gericht op het individu, nu is de toekomst aan het groepsgevoel. Er bestaat een behoefte aan kleinschaligheid en authenticiteit. Doordat de wereld steeds toegankelijker wordt en grenzen vervagen, neemt de interesse in regionale identiteit toe (Staatsbosbeheer, 2008; NRIT, 2007). Mensen zijn ook steeds meer op zoek naar natuurlijke belevingen, rust en ruimte. De vraag naar natuurbeleving wordt groter naarmate de verstedelijking toeneemt. Natuur en platteland worden steeds schaarser door de opkomende verstedelijking (NRIT, 2008). Kampeer- en bungalowbedrijven en jachthavens hebben behoefte aan extra ruimte. Deels om te voldoen aan wettelijke eisen, deels omdat de klant om extra ruimte vraagt (grotere bungalows, ruimere standplaatsen, grotere bootlengte) en deels omdat een grotere capaciteit nodig is om als bedrijf rendabel te kunnen zijn. Bron: De toekomst van toerisme, recreatie en vrije tijd, Stichting Recreatie, 2008 Potentiële markt voor tweede woningen Er is een grote potentiële markt voor tweede woningen. Vergeleken met andere landen heeft slechts een klein percentage (2%) van alle huishoudens in Nederland een tweede woning. Ook lijkt er meer vraag te komen naar deeltijdwoningen door nieuwe leefstijlen. Daarnaast is het door de lage huizenprijzen in krimpregio’s aantrekkelijk om daar een extra (vakantie)woning te kopen. De ligging, grootte en kwaliteit van de woningen in krimpregio’s komt vaak niet overeen met de (hoge) eisen van de potentiële tweede woningkoper. Tweede woningzoekenden met een recreatiemotief willen geen woning in een traditionele straat met huurwoningen of in stedelijke omgeving. Zij zoeken eerder een woning in een natuurlijke omgeving. Tweede woningzoekenden met een werkmotief zoeken niet in krimpregio’s want daar is geen werk. Bron: Tweede woningen, kans voor krimpgebieden? Stichting Recreatie 2010 Centerparcs de Huttenheugte, www.centerparcs.nl 8-persoonscottage, 93m² 4 slaapkamers: 1 met lits-jumeaux, 3 met 2x 1-persoonsbed 1 badkamer met (bruis)bad, dubbele wastafel en toilet -
1 badkamer met douche en wastafel apart tweede toilet compleet ingerichte keuken
-
privé-terras met tuinmeubilair
A10.03798
6-persoonscottage, 59 m² -
3 slaapkamers: 2 met lits-jumeaux, 1 met stapelbed badkamer met bad en dubbele wastafel apart toilet
-
compleet ingerichte keuken met afwasmachine privé-terras met tuinmeubilair
6-persoonscottage VIP, 93 m² 3 slaapkamers: 2 met lits-jumeaux, 1 met 2x 1-persoonsbed -
1 badkamer met (bruis)bad, dubbele wastafel en toilet 1 badkamer met douche en wastafel aparte sauna met douchecabine
-
apart tweede toilet compleet ingerichte keuken met afwasmachine privé-terras met tuinmeubilair
Permanente bewoning Op 22 september 2003 is een B&W besluit (BW03.0789) genomen over het beleid inzake permanente bewoning van recreatieverblijven. Met dit besluit wordt het beleid inzake permanente bewoning dat op dat moment al geldend is voor de voormalige gemeente Norg, van toepassing verklaard voor de gehele gemeente Noordenveld. In alle bestemmingsplannen waarin verblijfsrecreatie als bestemming is opgenomen, wordt de volgende specifieke gebruiksregel opgenomen: Onder strijdig gebruik met dit bestemmingsplan wordt begrepen het gebruik dat afwijkt van de bestemmingsomschrijving. Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan: -
A10.03798
het gebruik van een bouwwerk ten behoeve van recreatief nachtverblijf, voor permanente bewoning.
Advies beleidsvoorstel Het aandeel recreatiewoningen in de voormalige gemeente Roden (250) ten opzichte van Norg (629) is relatief klein. En om de concurrentie met omliggende Drentse gemeenten aan te kunnen gaan, zullen we wel mee moeten gaan met de oppervlaktevergroting. Een goede regeling om permanente bewoning tegen te gaan is sowieso van belang. Verder is het misschien een goed idee om particuliere woningen/terreinen meer restricties op te leggen dan bedrijfsmatig geëxploiteerde terreinen. Bij particuliere woningen is de kans op permanente bewoning groter. Voorgesteld wordt in heel gemeente Noordenveld een oppervlak van 80 m2 toe te staan. Voor de bedrijfsmatige terreinen kan een afwijking of wijziging worden opgenomen naar 100 m 2 . Wel moet de noodzaak hiervoor uit een bedrijfsplan blijken. Met deze regeling wordt een eind gemaakt aan de rechtsongelijkheid binnen de gemeente. Het is juridisch onverdedigbaar, waarom in het ene deel van de gemeente een grotere oppervlakte is toegestaan dan in het andere deel van de gemeente.
A10.03798
Bijlage 1. Losse recreatiewoningen gemeente Noordenveld Losse recreatiewoningen voormalige gemeente Norg Donderseweg 5 Molenduinen G23
9331 BZ Norg 9331 VG Norg
Norgerweg 2B Norgerweg 2C
9331 WB Norg 9331 WB Norg
Schapendrift 6 Oude gracht 1A Oude gracht 1B
9331 CJ Norg 9341 AA Veenhuizen 9341 AA Veenhuizen
Gevangenismuseum Gevangenismuseum
Oude gracht 1C Oude gracht 1D Oude gracht 1E Aantal: 10
9341 AA Veenhuizen 9341 AA Veenhuizen 9341 AA Veenhuizen
Gevangenismuseum Gevangenismuseum Gevangenismuseum
Losse recreatiewoningen voormalige gemeente Roden Melkweg 9 De Ring 29A Achter de Hor 3
9306 TC Alteveer 9313 TE Leutingewolde 9304 TN Lieveren
Oostervoortseweg 3B 9304 TT Lieveren Oostervoortseweg 3C 9304 TT Lieveren Oostervoortseweg 3E 9304 TT Lieveren Zwarteweg 2 Meerweg 11A Meerweg 19
9304 TK Lieveren 9312 TC Nietap 9312 TC Nietap
Hoofdweg 51 Hoofdweg 51A Meeuwenweg 10 Aantal: 12
9305 TE Roderesch 9305 TE Roderesch 9307 TA Steenbergen
A10.03798