PMG groep 24
The Holland Road – de reizende huiskamer
Naam: Jonathan v/d Bosch Willemijn van Gent Rabia Göksal Melissa de Kluiver Eline Leeneman Sanne de Ruiter Esmee Warren
– – – – – – –
0860972 0868145 0865185 0868539 0861645 0847735 0858687
– – – – – – –
Verpleegkunde Logopedie Verpleegkunde Ergotherapie Fysiotherapie Verpleegkunde Verpleegkunde
Begeleidend docent: Gert-Jan Wiersma Naam opdrachtgever: Jorien Minderhout & Christine van der Sande
– – – – – – –
OVK-2A LOG-2C OVK-2D ERG-2C FYS-2E OVK-2F OVK-2C
Voorwoord Voor dit projectverslag willen we verschillende mensen bedanken. Allereerst gaat onze dank uit naar de opdrachtgevers, Jorien Minderhout en Christine van de Sande, dat wij de theoretische vertaalslag van ‘The Holland Road’ op ons mochten nemen. Vervolgens gaat onze dank uit naar de docenten van de Hogeschool Rotterdam, dat zij dit onderzoek aan ons hebben toegewezen en we er veel van hebben geleerd. Ook willen we ons begeleidend docent Gert-Jan Wiersma bedanken voor de begeleiding en inspiratie. Ten slotte gaat onze dank uit naar alle mensen die voor ons tijd hebben vrijgemaakt, zodat wij een interview met hen konden houden.
2
Samenvatting Doel De doelstelling van dit PMG project is om door middel van onderzoek in kaart te brengen of er behoefte is aan het concept ‘Reizende Huiskamer’ om de sociaal economische verbindingen tussen verschillende (bevolkings)groepen, individuen en bedrijven binnen Rotterdam Centrum te verbeteren. Methode Om dit te onderzoeken is er een literatuur- en kwalitatief onderzoek uitgevoerd naar de behoefte aan en maatschappelijke ontwikkelingen op het gebied van verbinding, de huidige uitwerking van de participatie samenleving binnen het maatschappelijke sociale middenveld van Rotterdam Centrum. Resultaat De onderzoeken hebben geleid tot een overzicht van de verschillende bestaande initiatieven in en rond Rotterdam op het gebied van participatie en verbinding. Naast het kijken naar de verschillende initiatieven is er gekeken naar maatschappelijke relevantie. Doormiddel van interviews is er een kleine staalkaart aan meningen en behoeftes van een dwarsdoorsnede van de gebruikers van Rotterdam centrum verzameld. Conclusie De conclusie is dat er al veel initiatieven op het gebied van participatie in Rotterdam zijn. De behoefte aan een ruimte voor ontmoeting is zeer divers. Hoe en door wie die gebruikt moet worden is aanwezig en zeer divers. Aanbeveling Een ruimte voor de jeugd, te combineren met een link naar juist de ouderen zou draagkracht kunnen hebben. Om de hoger opgeleiden te bereiken zouden lunchinitiatieven ontwikkeld kunnen worden. Samenwerking met bestaande initiatieven zou de kans van slagen vergroten. Een duidelijke doelstelling is de belangrijkste aanbeveling om het initiatief van The Holland Road tot een succes te maken.
3
Inhoudsopgave Voorwoord ............................................................................................................................................................. 2 Samenvatting ........................................................................................................................................................ 3 Inleiding .................................................................................................................................................................. 5 The Holland Road ................................................................................................................................................. 6 Doel van het project ............................................................................................................................................. 7 Programma van eisen ..................................................................................................................................... 7 Het methode van de onderzoek ......................................................................................................................... 8 De onderzoeksresultaten ..................................................................................................................................... 9 Literatuuronderzoek 1 ...................................................................................................................................... 9 Literatuuronderzoek 2 .................................................................................................................................... 10 Praktijkonderzoek ........................................................................................................................................... 12 Conclusie ............................................................................................................................................................. 14 Aanbevelingen aan The Holland Road ....................................................................................................... 14 Discussie .............................................................................................................................................................. 15 Literatuurlijst ........................................................................................................................................................ 17 Bijlage 1: Overzicht codering ............................................................................................................................ 18 Bijlage 2: Literatuuronderzoek 1 Theorie ........................................................................................................ 22 Bijlage 3: Literatuuronderzoek 2 Initiatieven in de wijk ................................................................................. 27 Bijlage 4: Interview schema .............................................................................................................................. 44 Bijlage 5: Basisformulier voor interview ........................................................................................................... 46
4
Inleiding In het kader van de paramedische opleidingen (IVG) aan de Hogeschool Rotterdam hebben de studenten in het tweede jaar een onderzoek gedaan. Dit gebeurt onder de noemer: Projectmatig en Multidisciplinair samenwerken aan Grootstedelijke vraagstukken (PMG). In het kader van de opdracht voor het PMG project hebben we onderzoek gedaan naar de theoretische onderbouwing voor het initiatief ‘The Holland Road’ en het project ‘De Reizende Huiskamer’. Het initiatief, opgezet door Jorien Minderhout, is ingegeven door de zorg over de ontwikkeling binnen het sociaalmiddenveld in Rotterdam Centrum. Het groot stedelijke aspect dat daarbij werd genoemd was het gebrek aan verbinding in dit gebied. Ze ziet versplintering en individualisering terwijl vanuit de overheid opgeroepen wordt tot participatie. ‘The Holland Road’ wil een netwerk bieden waarin individuen en bedrijven zich met elkaar kunnen verbinden. Daarbij wil ze een verbinding leggen tussen verschillende doelgroepen maar ook tussen (preventieve) hulpverleners. Een wijkvoorziening onafhankelijk van de overheid zou daar een oplossing voor moeten worden. Onze groep, PMG groep 24, bestaat uit zeven studenten van vier verschillende disciplines binnen de gezondheidszorg aan de Hogeschool Rotterdam. De groep staat onder begeleiding van Gert-Jan Wiersma. We wensen u veel plezier met het lezen van dit verslag.
5
The Holland Road Jorien is werkzaam als regisseur binnen het CJG en heeft daarvoor 4 jaar als jeugdverpleegkundige, interventieverpleegkundige en gezinsadviseur gewerkt. Zij maakte zich zorgen over de ontwikkeling op het sociaal maatschappelijk middenveld. In 2007 heeft zij haar ideeën op papier gezet en is samen met Christien vanaf 2013 aan de slag gegaan met het idee hier wat aan te willen doen. Christien houdt zich vooral bezig met het economische en marketingtechnische deel van het project. Het doel van The Holland Road is commerciële ruimtes te ontwikkelen waar mensen met elkaar in contact kunnen komen en met elkaar in gesprek. Op deze manier hopen zij om o.a. de problematiek op het maatschappelijk middenveld op te pakken. Ze willen simpelweg mensen met elkaar verbinden. Ze willen dé plek creëren waar Rotterdammers elkaar ontmoeten, van elkaar leren en genieten van wereldse gezonde gerechten. Dat willen ze doen door een huiskamerconcept (Franchise principe) op te zetten. Een warm nest waar mensen met elkaar kunnen eten en waar ook workshops (info/preventie/commercieel) georganiseerd kunnen worden. De Huiskamer is faciliterend: mensen met een initiatief kunnen er gebruik van maken. Zo wordt de mogelijkheid geschapen om talenten en kansen met elkaar in contact te brengen. Mensen kunnen van elkaar leren en elkaar helpen: hulp en oplossing kunnen zo op een laagdrempelig niveau bij elkaar worden gebracht, zoals: opvoedproblemen, (gezondheid, zorg)preventie en werk. Daarnaast wordt er ruimte gecreëerd voor het opzetten van (professionele) netwerken. Zo wil ‘The Holland Road’ een bijdrage leveren aan de participatiemaatschappij. De jonge initiatiefnemers zijn in augustus 2013 begonnen met de daadwerkelijke uitvoering. Tot nu toe hebben Jorien en Christien contacten gelegd met verschillende professionals, bedrijven en instellingen. In maart 2014 is de pilot fase van start gegaan. Dit is door hen ‘De reizende huiskamer’ genoemd. Hierbij willen zij door middel van o.a. ‘keukentafelgesprekken’ met verschillende mensen de behoeften van de wijk in kaart brengen. Daarnaast willen zij door middel van deze avonden al verbindingen leggen tussen de verschillende mensen/ bedrijven/ instellingen in de wijk. De afgelopen maanden waren er meerdere van deze keukentafelgesprekken op verschillende locaties in Rotterdam Centrum. Nu is The Holland Road over gegaan naar een tijdelijke vaste plek voor drie maanden genaamd Jacobustuin. De keukentafelgesprekken worden nu veranderd in huiskamerdiners.
6
Doel van het project De doelstelling van het project is om door middel van onderzoek in kaart te brengen of er behoefte is aan het concept ‘Reizende Huiskamer’ om de sociaal economische verbindingen tussen verschillende (bevolkings)groepen, individuen en bedrijven binnen Rotterdam Centrum te verbeteren. Programma van eisen Het programma van eisen is geformuleerd aan de hand van MoSCoW, zoals aangegeven in het boek Projectaanpak in zes stappen (Grit, 2012). v Must: kwalitatief onderzoek (interviews) van spelers op het sociale/economisch middenveld met als doel het peilen van de behoefte naar het concept (Reizende) Huiskamer. De geïnterviewde behoren niet tot de reeds benaderde groep van Jorien, maar zijn een afspiegeling van de wijk op sociaal en economische klassen. Literatuuronderzoek naar vraag en aanbod binnen het sociaal/economisch middenveld van Rotterdam centrum: Centraal Stations tot Eendrachtplein, Kruiskade en Binnenweg. v Should: Onderzoek naar specifieke behoefte van de verschillende multidisciplinaire groepen die wij als onderzoeksgroep vertegenwoordigen. Bijvoorbeeld: ergotherapie, logopedie, fysiotherapie, wijkverpleging, consultatiebureau, verzorgingstehuis, huisartsenpost en ambulancepersoneel. v Could: Interview met de tea lounge. v Won’t: geen kwantitatief onderzoek en niet transcriberen. Niet boven de afgesproken tijdbelasting uitkomen.
Het projectresultaat is een verslaglegging van de in kaart gebrachte onderzoeksgegevens over de doelstellingen van The Holland Road.
7
Het methode van de onderzoek We hebben een onderzoek gedaan naar de behoefte aan en maatschappelijke ontwikkelingen op het gebied van verbinding, participatie samenleving binnen het maatschappelijke sociale middenveld van Rotterdam Centrum. Daartoe hebben we een literatuur- en kwalitatieve onderzoek uitgevoerd. Dit is tot stand gekomen met behulp van de literatuur van Grit (2012). We hebben hieruit een plan van aanpak geformuleerd. Hiervoor hebben we stap drie geheel doorlopen. De vervolgstappen zijn in acht gehouden bij het vervolg van het proces. Literatuuronderzoek Voor ons literatuuronderzoek hebben we de maatschappelijke ontwikkelingen op het gebied van verbinding in een breed kader inzichtelijk gemaakt. Hiervoor zijn twee studies onderzocht en deze zijn aangeleverd door Jorien Minderhout. Deze studies hebben we eerst samengevat. Deze studies worden op de volgende hoofdstukken beschreven. Vervolgens zijn hier conclusies uit getrokken. Voor dit literatuuronderzoek hebben we twaalf initiatieven geselecteerd op gebied van verbinding in Rotterdam. Deze initiatieven hebben we onderzocht op kenmerkende punten en met elkaar vergeleken in hun doelstellingen en methodes. Daarna hebben we deze punten vergeleken met The Holland Road en de kansen en bedreigingen ten opzichte van The Holland Road in kaart gebracht. Kwalitatief onderzoek We hebben twaalf interviews gehouden met mensen uit diverse welstandniveaus uit de wijk het Oude Westen van Rotterdam Centrum. De interviews werden in tweetallen gevoerd, waarbij één de interviewer was en de ander de observator. De interviewvragen werden gesteld aan de hand van een basisformulier met vragen waarin de onderzoeksvraag werd opgedeeld in subvragen om de behoeftes van de respondenten in kaart te brengen. Dit formulier is te vinden in bijlage 5. De interviews werden opgenomen en uitgewerkt tot een verslag of verbatim. Ten behoeve van de privacy zijn de geïnterviewden geanonimiseerd. Vervolgens werden de uitgewerkte interviews gecodeerd en van trefwoorden (memo’s) voorzien, met behulp van geschreven protocol (zie bijlage 6). Aan de hand van deze coderingen zijn verbanden gelegd tussen trefwoorden, waaruit resultaten en conclusies zijn voortgekomen.
8
De onderzoeksresultaten Literatuuronderzoek 1 Tijdens de voorbereiding van ons onderzoek vroegen wij ons af wat de huidige maatschappelijke vraag is. Om deze vraag te beantwoorden hebben wij gebruik gemaakt van twee onderzoeken, namelijk: 1. De nieuwe Jutter: buurthuis nieuwe stijl door Huygen, A. (2011). 2. De vierde weg: een onderzoek naar de herordening van het maatschappelijk organiseren en een ontwerp van een alternatief door van Putten, R. (2013). De maatschappij is in transitie. De welbekende leus ‘van verzorgingsstaat naar participatie maatschappij’ wordt steeds meer gebruikt. De overheid wil zich steeds meer terug trekken en actief burgerschap stimuleren. De aandacht voor het ondersteunen en benutten van de eigenkracht en capaciteiten van de burger wordt steeds groter. De intrinsieke waarde en de wil om vooruit te komen die in alle mensen aanwezig is willen ze stimuleren, hierdoor zou de maatschappelijke ondersteuning (betaalbaar) georganiseerd worden. Transities zijn volgens de literatuur complex en onzeker. Bij transitiesturing draait het om zoeken, leren en experimenteren. Transities ontstaan door interacties tussen mensen en systemen. Het is een omkering van ons denken, handelen en organiseren. Om verandering in het maatschappelijk organiseren te begrijpen, zijn werkwijzen, structuur en cultuur belangrijke aspecten. Uit het literatuur onderzoek blijkt dat de samenleving door een aantal factoren een verandering doormaakt. Waaronder: - Vergrijzing en ontgroening - Van gebruik maken van de maatschappij naar een bijdrage leveren aan de maatschappij - Toegenomen individualisering - Burgers willen meer en worden kritischer - Diversiteit van de samenlevingsopbouw wordt steeds groter Naast de veranderingen in de samenleving zijn er ook veel transities binnen de overheid. De komst van de WMO, verandering in de AWBZ en bezuinigingen op de overheidsfinanciën hebben invloed op de relatie en wederzijdse verwachtingen tussen burgers en de overheid. De overheid strijd voor kleinschaligheid en geeft de gemeente meer sturing. Dit is te zien in de nieuwe beleidsvorming van WMO Rotterdam. Zij werken met een vierpuntenschaal; eerst wordt er gekeken naar de eigen kracht van een persoon, vervolgens naar het sociale netwerk daarna worden er pas vanuit de gemeente algemene voorzieningen getroffen en als laatst de individuele voorzieningen. Er wordt steeds meer vertrouwd op het zelf organiserend vermogen van burgers, de overheid speelt alleen maar een ondersteunde rol. Hierbij zijn twee kenmerken te onderscheiden: wederkerigheid en nietvrijblijvendheid. Het idee van burgers als consument maakt plaats voor burgers als betrokkene bij bestuur en samenleving. Burgerschap brengt ook plichten en verantwoordelijkheid met zich mee; de burger komt als probleemoplosser in beeld voor verschillende maatschappelijke problemen. Door deze veranderingen wordt de betrokkenheid bij maatschappelijke activiteiten steeds kortstondiger, op korte termijn en op kleine en overzichtelijke projecten gericht. De buurt wordt namelijk gezien als dé plek waar burgers zich thuis voelen, waar sociale cohesie ontstaat, waar beleidsmakers een aangrijpingspunt hebben voor burgerparticipatie. Uit dit literatuur onderzoek blijkt dat mensen toch vooral trendvolgers zijn en dat ze kiezen voor de kudde. Individualiteit gaat wel voorop de identiteit, maar verbondenheid met allerlei gemeenschappen volgt hier direct op. Het gaat voornamelijk om een vorm van identiteit die niet meer afhankelijk versus onafhankelijk is, maar interdependent of verbonden. De basis van de betrokkenheid van burgers bij sociale verbanden is berust op een keuze of de mogelijkheid van een keuze.
Literatuuronderzoek 2 Hieronder leest u de twaalf geselecteerde initiatieven in Rotterdam. Deze hebben wij stuk voor stuk onderzocht en vergeleken met elkaar. Hieronder vindt u de samenvatting en in bijlage 3 vindt u de volledig uitgewerkte versie. Actiecentrum Oude Westen Het Actiecentrum Oude Westen is een initiatief voor en door bewoners van de wijk wat probeert de sociale cohesie te verbeteren in de wijk. Ook zetten ze zich in om de wijk aantrekkelijk te maken voor bewoners en bedrijven in de wijk. Dock Dock is een organisatie die eigen initiatieven stimuleert door professionele begeleiding te bieden. Tevens hopen ze minder redzame burgers te helpen hun eigen kracht te vergroten. Humanitas de Leeuwenhoek De Leeuwenhoek is een zorgcentrum met huisvesting voor ouderen en dagbehandeling. Voor externen is er dag verzorging (diverse activiteiten), kunstatelier, een winkel tot 1 uur waar je bonnen kunt kopen voor een maaltijd. De maaltijden staan open voor iedereen. Ook zijn er inloopochtenden voor alle culturen en is er een ontmoetingscentrum voor dementerenden en hun mantelzorgers. Hutspot hotspot Hutspot hotspot is een initiatief wat kinderen tussen de 10 en 15 van de straat houdt door ze te leren over groenten en het koken met groenten. Ook wordt er gekookt voor bezoekers. Laurens Antonius Binnenweg Laurens Antonius Binnenweg is een zorgvoorziening voor jong dementerenden en kort verblijf. Er worden informatieavonden georganiseerd en tevens is het restaurant een ontmoetingsplek voor bewoners en buurtbewoners. Leeszaal West Leeszaal West is een bewonersinitiatief naar aanleiding van het sluiten van de bibliotheek. Er worden cursussen verzorgd en tevens kunnen er boeken worden geleend. Ook functioneert Leeszaal West als ontmoetingsplek in de wijk. Opzoomeren Opzoomeren is een organisatie die bewonersinitiatieven ondersteund. Dit wordt gedaan door diensten te verlenen en financiële ondersteuning te bieden. Als iemand een burgerinitiatief op wilt geven kan het via de website. Pauluskerk De Pauluskerk verzorgd ondersteuning aan de kwetsbaren in de samenleving. Dit wordt gedaan door voor onderdak te zorgen en kansarmen en kansrijken met elkaar in contact te brengen. De openbare ruimte voor de wijk is ‘het Kerkplein’ waar diverse activiteiten voor de bewoners/gebruikers van de buurt worden georganiseerd. Radar Deze organisatie probeert een samenleving te stimuleren die minder afhankelijk is van professionele zorg. Waarbij er meer voor elkaar gezorgd wordt. Dit doen ze onder andere door een verbindend element te vormen tussen verschillende zorginstanties en maatschappelijke dienstverleners. Resto van Harte Resto van Harte verzorgt twee maal in de week maaltijden. Dit met als doel om mensen samen te brengen en eenzaamheid tegen te gaan. Er ontstaan tijdens de maaltijden regelmatig blijvende contacten. Als gevolg van deze contacten ontstaan er ook nieuwe initiatieven.
10
Stichting Present Stichting Present is een vrijwilligersorganisatie die zich inzet voor het contact tussen vraag en aanbod voor hulp op allerlei gebied. Een landelijke organisatie (met financiering) steunt plaatselijke initiatieven van particulieren en bedrijven. De hulp wordt ter plekke gegeven, er is geen centrale ontmoetingsplaats. Het kenmerk is de hulp geven (tijd en materieel), in de ontmoeting tussen hulpontvanger en hulpgever ontstaat de verbinding. Wilskracht Werkt Wilskracht Werkt heeft als doel om mensen die buiten de boot vallen te helpen met participeren. Zowel participeren in de arbeidsmarkt als in het vrijwilligerswerk. Dit gaat volgens het stappenplan: meegaan, meedoen, meewerken. Zowel wijkwerkers Zowel voert in opdracht van de deelgemeente Delfshaven zorg en welzijn uit. Meedoen in de wijk staat centraal en kan op vele manieren. Zowel is er voor de bewoner die advies of ondersteuning nodig heeft. De wijkwerkers werken vraaggericht en stimuleren de initiatieven vanuit de bewoner. Ze sturen, zodat mensen zelf op een eigen manier een passende oplossing kunnen vinden, met elkaar. Kansen en bedreigingen met betrekking tot de andere initiatieven: Zoals hierboven beschreven zijn er al veel initiatieven actief in de wijk. Vele van deze initiatieven hebben als kernpunt ‘verbinden’. Dit gebeurt door middel van gezamenlijk eten (Resto van harte, Hutspot hotspot, Humanitas de Leeuwenhoek) of het bieden van een ontmoetingsruimte (Laurens Antonius Binnenweg, Leeszaal West, Pauluskerk en Humanitas de Leeuwenhoek). Tevens zijn er veel initiatieven die bewonersinitiatieven ondersteunen. Dit gebeurd door professionals te bieden voor begeleiding (Zowel wijkwerkers, Stichting Present, Radar, Dock) op niveau of door financiering te bieden (Opzoomeren). Ook wordt er gestimuleerd om initiatieven te beginnen (Wilskracht Werkt, Dock, Radar, Actiecentrum Oude Westen). Enkele van deze initiatieven faciliteren een openbare ruimte (Leeszaal West, Pauluskerk) of bieden gezamenlijk maaltijden (Leeuwenhoek, Lauerns Antonius Binnenweg). Andere initiatieven zijn te bereiken via telefoon of internet. Dit is een punt waar The Holland Road zich kan onderscheiden. Door het reizende aspect te behouden kan er steeds een nieuwe entourage worden geboden en een andere groep bereikt. Een nadelig bijeffect is dat de deelnemers aan het initiatief in deze situatie moeilijker een doorsnede van de wijk zal worden, onder andere doordat de locatie voor de minder validen niet altijd goed bereikbaar zal zijn. De doelgroepen van de bovengenoemde initiatieven zijn afwisselend zeer selectief of heel breed. Zo zijn er initiatieven gefocust op jongeren, ouderen, de eenzamen, dak- en thuislozen ofwel iedereen die geïnteresseerd is mee te werken aan initiatieven.
11
Praktijkonderzoek Bij het uitwerken van de interviews zijn enkele opvallende thema’s naar voren gekomen. Het beeld van de wijk Codes: Multicultureel, diversiteit, taal, veiligheid, laag-middeninkomen, goedkope woningen. De meest opvallende term die viel in deze context is wel de multiculturele samenstelling van Rotterdam Centrum. Bijna alle respondenten zien dat als een positief aspect. Daarbij wordt ook vaak de verbeterde veiligheid genoemd en de economische samenstelling: Rotterdam Centrum wordt vooral bewoond door mensen met lage- en middeninkomens, aangetrokken door de lage huren. Hoger opgeleiden werken wel in de wijk, maar wonen er niet. Bij het beeld van de wijk komt ook het taalaspect enkele keren naar voren: taalachterstand wordt als een probleem gezien. Verbinding Codes: Helpen, contact, bij elkaar komen, open staan. Bij verbinding denken de meeste mensen aan contact leggen en elkaar leren kennen. Dat kan tussen individuen maar ook tussen groepen zijn. Helpen is ook een thema binnen deze context. Verbinding met de wijk Codes: Ouderen, eenzaam, groepen, beeldvorming Opvallend is dat hier vooral in groepen wordt gesproken: de ‘ouderen’ en ‘etnische groepen’. Er is verbindingen in groepsverband, maar niet tussen de groepen onderling. Hier wordt ook uitgesproken dat er een betere verbinding tussen de wijk en de rest van Rotterdam wenselijk zou zijn. Een aspect wat daarmee te maken heeft is het oude beeld dat Rotterdam centrum onveilig zou zijn, aan die beeldvorming en dat vooroordeel zou wat gedaan moeten worden volgens enkele respondenten. Initiatieven Codes: Wijkcentra turken en Marokkanen, samen eten, Opzoomeren, sportgroepjes, Vraagwijzer, Actiegroep, Buurtkrant, Jongerenkrant, Leeszaal West, Gezondheidcentrum, Speeltuin Weena, Odeon, Radar, Meidenclub, ondernemers initiatieven. De meeste bewoners/gebruikers van de wijk kennen diverse initiatieven op het gebied van verbinden in de wijk. Omdat ze er op professionele manier mee kennis hebben gemaakt of als gebruiker. Enkele van deze initiatieven vindt u terug in het literatuuronderzoek (Zie literatuuronderzoek 2). Ook respondenten die geen naam van een initiatief kunnen noemen geven aan dat ze denken dat er veel initiatieven zijn. Behoefte Codes: Ouderen, jongeren, buurthuis, cultureel, verbinding geloven. De behoefte aan verbinding is zo divers als er mensen zijn: voor ouderen en voor jongeren, tussen geloven of cultureel. Het buurthuis wordt hier enkele malen genoemd als missing link. Mobiliteit is een belangrijk aspect voor ouderen. Interesse in de Holland Road, Reizende Huiskamer Codes: Zichtbaarheid, duidelijk doel, eten, andere plek, jongeren, lunch, klinkt leuk. De meeste respondenten sprak het idee van de Holland Road wel aan. Een paar keer werd gezegd dat een duidelijk doel belangrijk is voor een nieuw initiatief. Slechts een respondent gaf aan het eetaspect belangrijk te vinden, het idee van een lunch werd geopperd. Beroepsmatige interesse Codes: Ouderen, eenzaamheid, kinderen, helpen. Het nut van de Holland Road op het gebied van preventie voor zorgaanbieders wordt niet erg gezien. Alleen de maatschappelijk werkster en de leerkracht zagen er wel wat in, de ondernemer wil er graag bij helpen.
12
Resultaten interviews Het centrum van Rotterdam wordt gekenmerkt door een grote diversiteit aan culturen, doelgroepen en sociaaleconomische klassen, waardoor er veelal sprake is van individualisering van zowel personen als groeperingen. Het concept ‘De reizende huiskamer’ richt zich op deze individualisering en tracht de personen, groepen en culturen van het centrum te verbinden. Uit de interviews is gebleken dat er in het centrum inderdaad behoefte is aan verbinding, zowel op het gebied van personen als culturen. Opvallend is echter dat iedere respondent de behoefte aan verbinding uitspreekt vanuit zijn/haar eigen perspectief. Zo heeft de winkelier meer behoefte aan de verbinding tussen winkeliers en bewoners, en heeft de ergotherapeut meer behoefte aan de verbinding tussen kwetsbare ouderen. Het verbinden van personen en culturen door middel van eten, als onderdeel van ‘De reizende huiskamer’, wordt daarentegen nauwelijks naar voren gebracht. Wellicht is dit het gevolg van de individualisering en geeft dit aan dat er op het gebied van verbinding nog vele mogelijkheden zijn. Het concept ‘De reizende huiskamer’ kan een grote rol spelen in het verbinden van het centrum op een breder niveau; dat wil zeggen niet vanuit het eigen perspectief. Ondanks de verscheidene initiatieven die reeds genomen zijn, is dit namelijk nog niet bereikt. Met betrekking tot ‘De reizende huiskamer’ is tijdens de interviews gebleken dat hier wel degelijk behoefte aan is. Het concept kent voor de respondenten echter nog belangrijke kanttekeningen. Zo is het concept nog erg onduidelijk is en heerst er een grote behoefte aan transparantie. Daarnaast twijfelen enkele respondenten aan de kans van slagen en wordt het concept enkele malen in relatie gebracht met idealisme. Het verbinden van groepen wordt namelijk als een (te) grote uitdaging gezien, vanwege de aanwezige cultuur- en taalbarrières. Laagdrempeligheid wordt dan ook van grote waarde geacht. Op basis van de interviews kan dus geconcludeerd worden dat het concept ‘De reizende huiskamer’ wel degelijk kan bijdragen aan het verbinden van personen en culturen in het centrum van Rotterdam, zolang de transparantie en de laagdrempeligheid van het concept gewaarborgd worden.
13
Conclusie Uit ons onderzoek hebben wij de volgende conclusies kunnen trekken. De overheid trek zich terug en wil actief burgerschap stimuleren. Het doel van deze transities is dat de maatschappelijk ondersteuning (betaalbaar) georganiseerd moet worden. ‘The Holland Road’ als een zelfredzame organisatie, niet afhankelijk van subsidies en fondsen, past goed bij de wensen van de overheid. De visie van de twee dames, het verbinden van de wijk en het uitgaan van de burger als probleemoplosser, wordt ondersteund door de literatuur. Hierbinnen wordt het benoemd als stimuleren van beleidsmakers en sociale cohesie. Uit ons literatuuronderzoek blijkt dat bij de transities belangrijk is te zoeken, leren en experimenteren. Dit is waar ‘The Holland Road’ op dit moment actief mee bezig is. Ze zoeken en spelen met verschillende benaderingswijze en leren telkens van de verkregen feedback. Waar wel een tegenstrijdigheid te vinden is tussen de literatuur en de organisatie is dat mensen trendvolgers zijn en behoefte hebben aan kiezen. Mensen zijn kudde dieren en burger wil zelf kiezen waar hij bij mee gaat. Als je als organisatie richt op het verzamelen van individuen moet de interne motivatie van deze keuze groot zijn. Door je meer te richten op een “kudde”, dan zullen mensen eerder geneigd zijn om te volgen. Ons inzien richt ‘The Holland Road’ zich meer op het individu en mist volgens de literatuur dan een kans. Een positief aspect uit de literatuur is dat kleinschaligheid wordt gestimuleerd. ‘The Holland Road’ richt zich op één specifiek gebied in Rotterdam, begint klein en wil later mogelijk groeien. Wat houdt dat in voor Rotterdam centrum. Door de bezuinigingen zijn de buurthuizen verdwenen. Het aanbod in Rotterdam Centrum op het gebied van participatie is echter veel en breed (zie: literatuuronderzoek 2). Vooral voor de (economisch) zwakkeren en ouderen wordt er veel georganiseerd, ook zijn er enkele initiatieven voor de kinderen. Sommige van deze initiatieven koppelen activiteiten aan een locatie, anderen gaan naar de mensen toe. Ook zijn er instellingen die de verschillende initiatieven aan elkaar verbinden, of burger initiatieven ondersteunen. Aan initiatieven is dus geen gebrek. De burgers die wij ondervraagd hebben als doorsnede van de bevolking van Rotterdamcentrum zijn heel divers in hun wensen op het gebied van participatie en verbinding (zie: schema interviews). Iedere respondent spreekt over de behoefte aan verbinding vanuit zijn/haar eigen perspectief. Zo heeft de winkelier meer behoefte aan de verbinding tussen winkeliers en bewoners, en heeft de ergotherapeut meer behoefte aan de verbinding tussen kwetsbare ouderen. Het valt op dat de behoefte aan verbinding vooral onder kwetsbaren gezien wordt. De hoger opgeleiden met een drukke baan zien voor zichzelf daar geen rol in weggelegd, vooral omdat ze niet in de wijk wonen. Wat betekent dit voor de rol van de Holland Road en de Reizende Huiskamer? Door de respondenten wordt een transparante en laagdrempelige locatie als een interessante aanvulling gezien als speler van het sociaalmiddenveld in Rotterdam centrum. Enkelen vonden juist het reizende aspect interessant om verschillende doelgroepen met elkaar in verbinding te brengen. Om de hoger opgeleiden bij de participatie te betrekken zouden lunchinitiatieven in overweging genomen kunnen worden. De Holland Road moet zich sterk profileren om een plaats te vinden en behouden binnen dit landschap. Een duidelijk doel is daarvoor van groot belang.
Aanbevelingen aan The Holland Road Na aanleiding van de onderzochte behoeften in de wijk en de gevonden conclusies zijn wij tot de volgende aanbevelingen gekomen. v De doelstelling van The Holland Road moet duidelijk geformuleerd worden. Verbinding leggen op zich is een te vage doelstelling. v Om hoger opgeleiden meer bij het project te betrekken zouden er lunch initiatieven genomen kunnen worden. v Aan verbinding tussen verschillende leeftijden is behoefte. v Verbinding met verschillende bestaande (succesvolle) initiatieven kan de kans op slagen vergroten. v Er zijn momenteel weinig initiatieven met een duidelijke focus op jongeren (13-23). Dit mag gezien worden als een kans. v Er moet bij het uitnodigen van buurtbewoners geen gebruik meer gemaakt worden van het langs de deuren gaan. Dit wordt als dwingend ervaren met een slechte opkomst als gevolg. v Veel mensen vinden het reizende aspect vernieuwend en interessant, mogelijk deze naast de vaste locatie behouden om mensen te werven.
Discussie De discussie hebben wij vormgegeven aan de hand van de doelen PMG. Deze hebben we één voor één door gelopen en besproken wat binnen ons proces op voor dat doel hebben gedaan. Hierbij hebben wij ons gericht op de invloed van de voor- en nadelen voor ons onderzoek. Op deze manier willen wij inzichtelijk te maken waar onze sterke en zwakte punten binnen ons verslag ligt. Tijdens ons onderzoek hebben wij niet gewerkt met vaste partners, maar bewust gekozen om wisselend samen te werken. Dit zorgt voor meerdere visies vanuit verschillende disciplines, wat een groot voordeel is. Hierdoor is tijdens het maken van ons product een multidisciplinair beeld gecreëerd. Een nadeel hiervan is dat het proces, door de vele discussies, vertraagd wordt. Naast de samenwerking binnen de groep hebben we ook samengewerkt met de begeleidend docent en de opdrachtgever. Met de begeleidend docent hebben we wekelijks afgesproken, om het proces in kaart te brengen. Een groot voordeel was dat onze begeleidend docent bekend was in het onderzoeksgebied, waardoor we meer informatie van de wijk verkregen. Hij had hierdoor wel een vooroordeel over het onderzoeksgebied, wat ons product mogelijk heeft beïnvloed. Echt heeft hij ons wel geholpen met het vormen van onze eigen visies door middel van discussies binnen de begeleide bijeenkomsten. We hebben met de opdrachtgever 5 keer afgesproken. Deze afspraken waren gericht op voortgang van ons product, de voortgang van ‘The Holland Road’ en om de visie van de opdrachtgever in kaart te brengen. Naast de afspraken hebben we voornamelijk gecommuniceerd via de mail en/of telefoon. Een nadeel binnen de communicatie met de opdrachtgever was dat zij niet consistent was in haar visie, wat voor ons onduidelijkheden schepte. Het meedoen aan de “keukentafelgesprekken” gaf ons een duidelijk beeld van de organisatie, waardoor we ook binnen het verslag onze eigen ervaringen kunnen meenemen in de aanbevelingen. Door deze open communicatie en onze ervaringen kunnen we de aanbevelingen ook zo toepasbaar mogelijk schrijven, hierdoor stijgt de waarde van onze aanbevelingen voor de opdrachtgever. De verplichte literatuur van Grit (2012) hebben we meerdere malen geraadpleegd, voornamelijk voor het vormgeven van het plan van aanpak. Weldegelijk ook voor ons projectverslag. Omdat het voor ons de eerste keer was, was het voor ons onduidelijk wat zo een project allemaal te weeg bracht. Dit boek ondersteunde ons in het vormgeven en bracht structuur aan. Het nadeel was dat ons enthousiasme getemperd werd door het werken binnen de kaders van dit boek. We wilden ons eerst richten op kwantitatief onderzoek. Echter na het formuleren van onze onderzoeksvraag bleek dat kwalitatief onderzoek toch effectiever was. De reden hiervoor was dat interviews ons de mogelijkheid gaven om door te vragen op de daadwerkelijke behoefte van de wijk. Achteraf was de indeling van de workshops correct. Door het volgen van deze workshops hebben we het protocol coderen gemaakt (zie bijlage 6). Voor het verzamelen van gegevens hebben we verschillende mensen uit het maatschappelijk middenveld geselecteerd. Hierdoor hebben we een breed beeld verkregen door het houden van de interviews. Het nadeel hiervan was dat we een selectief beeld kregen van de wijk, omdat niet alle mensen binnen het maatschappelijk middenveld te bereiken waren. Tijdens het project zijn wij actief bezig geweest met onderzoek doen naar vraag en aanbod en de behoefte van de wijk. De vraag hebben we vorm gegeven aan de hand van de maatschappelijke relevantie, het aanbod richtte zich voornamelijk op de al aanwezige initiatieven en de behoefte van de wijk is gehaald uit de interviews. We hebben ons regelmatig bezig gehouden met het feit dat het onderzoeksgebied geen duidelijke grenzen bevatten, ondanks we deze wel hebben opgesteld in ons plan van aanpak. Initiatieven en mensen zijn grensoverschrijdend, zij zullen zich niet alleen bezig houden met de regio die wij willen onderzoeken. Dit is ook de redenen om buiten het onderzoeksgebied initiatieven te zoeken en te interviewen. Om dit te doen zijn we iets van ons plan van aanpak geweken, echter is ons beeld van de wijk en zijn onze conclusies en aanbevelingen wel rijker en realistischer geworden. Bij het afnemen van de interviews hadden we duidelijke afspraken gemaakt. Echter moesten we bij een aantal interviews van ons plan afwijken. We hebben 2 interviews telefonisch moeten afnemen en 3 (waaronder ook de 2 telefonische) interviews zonder partner zijn afgenomen. Deze 3 interviews zijn opgenomen en deze opname is beluisterd door de persoon die dat interview codeert. Op deze manier hebben we zo veel mogelijk ondervangen dat de persoon mogelijk met een andere visie kijkt naar het verslag.
15
We hebben een goede sfeer in de groep en hebben ons volledige inzet, dit heeft ook zijn invloed gehad op het onderzoek. Iedereen heeft zich aan de aanwezigheidsafspraken gehouden. We bleven elkaar motiveren (en wakker houden) als we de draad even kwijt waren. De wijze waarop we met beïnvloedende factoren van onze onderzoeksproces zijn omgegaan door af en toe plezier te maken. Ons begeleidend docent remde ons op enthousiasme, omdat we met teveel ideeën kwamen. Wat wij als nadeel van dit project zagen was dat we het nut van dit onderzoek en multidisciplinair samenwerken ver te zoeken vonden. Door de goede sfeer in de groep vonden we het geen probleem, maar we hadden meer van onze eigen opleiding erin willen plaatsen. Echter binnen het literatuuronderzoek was het voor de student ergotherapie mogelijk om haar kennis over de wet en regelgeving (WMO van Rotterdam) in te zetten, maar verder was het moeilijk in te zetten. Om de vakinhoudelijke kennis te bevorderen hebben wij ervoor gekozen om binnen ons praktijkonderzoek interviews te houden met verschillende paramedici in ons eigen beroepsveld, hierdoor hadden we toch het paramedische aspect binnen dit onderzoek mee kunnen nemen.
16
Literatuurlijst v Auteur onbekend. (2012). Op dinsdag 16 november vindt er op de eerste verdieping van Laurens Antonius Binnenweg een Alzheimer café plaats. Geraadpleegd op 18 april 2014, van http://archive-nl.com/page/365587/2012-1004/http://www.laurens.nl/nieuws/2010/11/alzheimer-cafe-in-antonius-binnenweg v Auteur onbekend. (2013). Krachtpatsers, bewoners van Rotterdam Centrum. Geraadpleegd op 1 mei 2014, van file:///C:/Users/Samsung/Downloads/RadarUitvoering%20Zorg&Welzijn.pdf v Auteur onbekend. (2014). Specialistische zorg – Antonius Binnenweg. Geraadpleegd op 18 april 2014, van http://www.laurens.nl/voor-klanten/locaties/antonius-binnenweg v Auteur onbekend. (2014). Stichting Present Rotterdam, Sociaal Jaarverslag 2013: Present Rotterdam slaat een brug tussen mensen die iets te bieden hebben en mensen die daarmee geholpen worden. Geraadpleegd op 17 mei 2014. v Auteur onbekend. (2014). Hotspot Hutspot plan stadinitiatief, goed eten voor alle rotterdammers. Geraadpleegd op 31 mei 2014, van http://issuu.com/gewoonbob/docs/140602_hotspothutspot_projectplan_c/1?e=10450962/8180 389 v Auteur onbekend. (jaartal onbekend). Zowel!. Geraadpleegd op 6 mei 2014, van http://www.zowel.nu/images/13-0713_ZW_PvA%20Delfshaven_10.pdf v Claessens, P. (2007). Aktiegroep Oude Westen. Geraadpleegd op 2 mei 2014, van http://www.aktiegroepoudewesten.nl/Downloads/2007/2007_00_00-Aktiegroep.pdf v Couvée, D. (2013). Jaarverslag 2012 stichting Diaconaal Centrum Pauluskerk Rotterdam. Geraadpleegd op 30 april 2014, van http://www.pauluskerkrotterdam.nl/assets/jaarverslagen/jaarverslag-DCPK-kl.pdf v Deelgemeenteraad. (2013). Centrum, deelgemeente van Rotterdam. Geraadpleegd op 5 mei 2014, van http://www.rotterdam.nl/DG%20Centrum/raad%202013/24062013/Agendapunten%208,%209 %20en%2010..pdf v Dijk, van H.M., Cramm, J.M., Lotters, F.J.B., & Nieboer, A.P. (2013). Even Buurten: een wijkgerichte aanpak voor thuiswerkende ouderen in Rotterdam. Geraadpleegd op 3 mei 2014, van http://www.bmg.eur.nl/fileadmin/ASSETS/bmg/Onderzoek/Onderzoeksrapporten___Working_ Papers/2013/iBMG_Onderzoeksrapport_2013.10.pdf v Grit, R. (2012). Projectaanpak in zes stappen. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers B.V. v Han Khouw, J. (2012). De informele bibliotheek (6): Leeszaal in Rotterdam West. Geraadpleegd op 21 april 2014, van http://jodoc.wordpress.com/2012/12/17/de-informelebibliotheek-6-leeszaal-in-rotterdam-west/ v Huygen, A. (2011). Met vereende krachten de Nieuwe jutter: buurthuis nieuwe stijl (tussenrapportage). Verwey-Jonker Instituut. Geraadpleegd op 3 juni 2014. v Kolenbrander, C. (jaartal onbekend). Dock in bedrijf. Geraadpleegd op 29 april 2014, van http://www.dock.nl/rotterdam/dock-in-bedrijf v Maaskant, M., Weldensei, I., van der Burg. L., & van den Noort, J. (2002). Over het Oude Westen. Geraadpleegd op 28 april 2014, van http://www.aktiegroepoudewesten.nl/Pages/OverHOW.html v Minderhout, J., Sande, C. van de. The Holland Road. (2013). Geraadpleegd op: 13 maart 2014, van http://www.thehollandroad.nl/ v Panta advies & Organisatie vormgeving: Pressure line. (2014). “Ik doe weer mee!” Geraadpleegd op 29 april 2014, van http://www.dock.nl/sites/dock.nl/files/user/dock_factsheet_charlois.pdf v Putten, R. van (2013). De vierde weg: een onderzoek naar de herordening van het maatschappelijk organiseren en een ontwerp van een alternatief. Vrije universiteit Amsterdam. Geraadpleegd op 6 juni 2014. v Zorgkaart Nederland. (z.d.). Geraadpleegd op 14 mei 2014, van http://www.zorgkaartnederland.nl
17
Bijlage 1: Overzicht codering Aan de hand van de uitgewerkte interviews hebben we codes gemaakt. Deze codes hebben we per onderwerp onderverdeeld. Deze onderwerpen met bijbehorende codes kunt u in deze bijlage lezen. Buurt v Actieve buurt (Imam) v Actieve buurt (Humanitas) v Actief in de buurt (Kleine ondernemer) Buurthuis v Ontbreken van ruimte om samen te zijn (Imam) v Ontbreken van ruimte om samen te zijn (Humanitas) Eenzaamheid v Eenzaam (Verpleegkundige in de wijk) v Isolement (Lerares) v Isolement (Ergotherapeut) Eten v Eten (Moeder) v Lunch (Yup) Holland Road v v v v v v v v v v v v v v
Idealisme/realisme (Yup) (Logopedist) Mooi idee (Yup) (Logopedist) Transparantie/duidelijkheid (Ergotherapeut) Meedoen (Humanitas) Duidelijk concept (Kleine ondernemer) Drempel moet niet te hoog zijn (Ergotherapeut) Reizend, later vast (Vrijwilliger) Voor beroep wel, niet voor privé (Verpleegkundige in de wijk) Reizend (Bejaarde) Meerwaarde voor de wijk (Imam) Behoefte aan (Lerares SBO) Meerwaarde (Ergotherapeut) Geen behoefte (Moeder) Twijfelt over kans van slagen (Fysiotherapeut)
Individualisering v v v v
Individualisering (Bejaarde) Individualisering door bezuinigingen (Vrijwilliger) Individualisering (Fysiotherapeut) Individualisme (Verpleegkundige in de wijk. Zegt dit 3x)
18
Initiatieven v v v v v v v v v v v
Initiatieven van Laurens (Fysiotherapeut) Andere instanties (Lerares SBO) Contactavonden Laurens (Fysiotherapeut) Protest, actiegroep (Vrijwilliger) Diversiteit binnen de initiatieven is laag (Humanitas) Overzicht organisaties kwijt (Humanitas) Actiegroep (Bejaarde) Organiseren (Vrijwilliger) Andere initiatieven (Lerares SBO) Bestaande initiatieven (Logopedist, Yup) Initiatieven (Vrijwilliger)
Jongeren v v v v v v v v
Slechte professionele begeleiding (Lerares SBO) Band opgebouwd (Kleine ondernemer) Indirecte afstand (Vrijwilliger) Schaamte / respect vanuit jongeren (Vrijwilliger) Jongeren (Vrijwilliger) Ondersteunen van de jeugd (Kleine ondernemer) Weinig voor kinderen (Moeder) Meedoen jeugd (Kleine ondernemer)
Multicultureel v v v v v v v v v
Multicultureel (Bejaarde) Multicultureel (Ergotherapeut) Multicultureel (Imam) Multicultureel (Fysiotherapeut) Multicultureel (Kleine ondernemer) Diversiteit (Ergotherapeut) Veel culturen (Lerares SBO) Diversiteit (Vrijwilliger) Multicultureel (Humanitas)
Normen en waarden v Normen en waarden van elkaar (Vrijwilliger) v Normen en waarden respect (Kleine ondernemer) Participatie v Tijd (Logopedist, Yup) v Participatie (Ergotherapeut) à mensen hebben te weinig tijd voor een participatiesamenleving. Persoonlijkheid v Persoonsgebonden (Ergotherapeut) v Zelfmanagement (Ergotherapeut) v Persoonlijker (Kleine ondernemer)
19
Samen v v v v v v
Elkaar leren kennen, helpen en ondersteunen (Imam) Leren kennen (Verpleegkundige in de wijk) Samen zijn, samen doen (Kleine ondernemer) Van elkaar leren (Bejaarde) Helpen (Ergotherapeut) Delen van interesses (Ergotherapeut)
Sociaal v v v v
Sociale controle (Vrijwilliger) Thuis voelen (Bejaarde) Sociaal (Moeder) Mengen van verschillende groepen (Fysiotherapeut)
Sociaaleconomische klasse v v v v v v
Laag/midden sociale klasse (Humanitas) Sociaaleconomische verdeeldheid, middenklassers en daaronder (Vrijwilliger) Kleine groep (Lerares SBO) Armoede (Fysiotherapeut) Groepsverdeling (Humanitas) Hokjes (Moeder)
Taal v Slechte taalvaardigheid (Lerares SBO) v Taalbegrip (Moeder) Veiligheid v v v v v
Veilig genoeg (Imam) Onveilig (Verpleegkundige in de wijk) Stijgende lijn (Kleine ondernemer) Wordt veiliger (Kleine ondernemer) Thuis voelen in de wijk (Vrijwilliger)
Verbinding v v v v v v v v v v v v v v v
Verbinding (Bejaarde) Behoefte aan verbinding (Lerares SBO) Onderlinge communicatie (Bejaarde) Kennismaking / bekendheid (Humanitas) Meer verbinding gewenst kwetsbare ouderen (Ergotherapeut) Geen verbinding (Verpleegkundige in de wijk) Geloofsgericht meedoen, verbinding tussen geloven (Imam) Contact, verbinding (Logopedist) (Verpleegkundige in de wijk) Connectie (Ergotherapeut) Elkaar kunnen vinden indien nodig (Ergotherapeut) Actiegroep is dé verbinding (Vrijwilliger) Inspiratie, verbinding (Yup) Verbinding tussen winkelier en bewoners (Kleine ondernemer) Verbinding (Vrijwilliger) Verbinding na langere tijd (Ergotherapeut)
20
v Afstand bedrijf-bewoners (Logopedist) (Stedin) v Verbinding aan de hand van geloof is lastig (Imam) Vooroordelen v v v v v
Groepen mengen moeilijk (Humanitas) Vooroordeel (Bejaarde) Vooroordelen (geloof) (Imam) Prototype, je ziet wie uit het Oude Westen komt (Vrijwilliger) Vooroordelen (Kleine ondernemer)
Wijk v v v v
Belangrijk voor de wijk (Actiegroep) (Vrijwilliger) Centraal punt in de wijk (Kleine ondernemer) Voorzieningen voor mobiliteit (Ergotherapeut) Mooie stadswijk (Fysiotherapeut)
21
Bijlage 2: Literatuuronderzoek 1 Theorie De vierde weg: Binnen de samenleving zijn er een aantal factoren waardoor de maatschappij een grote verandering doormaakt. Dit zijn: - Vergrijzing en ontgroening - Gebruiken van de maatschappij naar bijdrage aan de maatschappij - Toegenomen individualisering - Mondigere burgers (op eisen en verwachtingspatronen richting overheid) - Burgers willen meer en worden kritischer In de wereld van politiek en bestuur raakt men ervan overtuigd dat het roer om moet. In dat kader begonnen ze eind 2011 te spreken over vermaatschappelijking, herziening van de verzorgingsstaat en actief burgerschap. Veel organisaties in het maatschappelijk middenveld hebben grote moeite om burgers aan zich te binden. Door grote sociaal-culturele en maatschappelijke veranderingen zoals individualisering, secularisering en globalisering is het maatschappelijk middenveld onder druk te komen staan. Er is sprake van een sterke verschuiving in verantwoordelijkheden tussen overheid en burgers op te vangen. Er is niet voor niets destijds de beweging ingezet om lot te komen van liefdadigheid als basis voor het maatschappelijk systeem. Daarbij komt dat professionalisering en modernisering verdere eisen stellen aan het maatschappelijk organiseren die haaks staan op de manier van organiseren in het maatschappelijk middenveld. De veranderingen in het maatschappelijk organiseren hangen op een of andere manier samen met sociaal-culturele, economische en maatschappelijke ontwikkelingen. Dergelijke ontwikkelingen zijn bepalend voor de ontwikkelingsrichting van de samenleving en daarmee voor de passende manier van maatschappelijk organiseren. Transities zijn complex en onzekere beginnen daarom (het beste) op kleine schaal, om bij gebleken succes uitgebreid te worden. Bij transitiesturing draait het om zoeken, leren en experimenteren. Transities ontstaan door interacties tussen mensen en systemen. Een transitie is dus een omkering van ons denken, handelen en organiseren. Om veranderingen in het maatschappelijk organiseren te begrijpen kijk ik naar de drie genoemde aspecten van een transitie: werkwijzen, structuur en cultuur. De huidige maatschappelijke ordening van verzorgingsstaat, marktgericht denken en een beperkte rol voor particulier initiatief wordt in toenemende mate bekritiseerd door politici, beleidsmakers en in de publieke opinie. Het idee van burgers als consument maakt plaats voor de burgers als betrokkene bij bestuur en samenleving. Politici vinden het onwenselijk als burgers te weinig verantwoordelijkheid dragen voor de samenleving. Burgerschap brengt ook plichten en verantwoordelijkheden met zich mee; de burger komt als probleemoplosser in beeld voor verschillende maatschappelijke problemen. Daarnaast is het sturende vermogen van de overheid door globalisering en horizontalisering veel beperkter is geworden. De kritiek op de verzorgingsstaat is dat het weinig ruimte laat voor flexibele arrangementen, op maat gemaakte toepassingen en door burgers nauwelijks meer wordt geassocieerd met solidariteit. Burgerschap en eigen verantwoordelijkheid worden leidend. Waarden als individualiteit, kleinschaligheid en zelforganisatie staan nu voorop en dat zijn andere waarden dan die bij de collectieve verzorgingsstaat horen.
22
Op alle terreinen wordt gestuurd op meer eigen verantwoordelijkheid. Door burgers meer zelf te laten betalen en te laten organiseren, en door maatschappelijke organisaties meer taken te geven worden verantwoordelijkheden van overheden overgedragen aan de samenleving. Uitgangspunt van de participatiesamenleving is een samenleving waarin iedereen meedoet naar eigen vermogen en waarbij de overheid niet meer primair aanwezig is. In de participatiesamenleving staat samen redzaamheid voorop en komt de overheid pas veel later en in een andere rol in beeld. De opkomst van actief burgerschap maakt de transformatie duidelijk in (het denken over) verantwoordelijkheden tussen overheid en samenleving en in het bijzonder de rol die burgers spelen in het maatschappelijk organiseren. Burgerschap is sterk in context van integratie komen te staan en daarmee zijn burgerschap en participatie in de samenleving nauw met elkaar verbonden geraakt. Van de burger wordt verwacht dat hij verantwoordelijk is voor zichzelf en zijn sociale omgeving, dat hij zorgzaam is, zich inzet voor welzijnswerk (zoals mantelzorg) en bijdraagt aan sociale cohesie, dat hij fatsoenlijk is en bijdraagt aan een positieve publieke moraal, en dat hij deelneemt aan de besluitvorming en het maatschappelijke debat. In dit nieuwe of affectieve burgerschap zijn twee belangrijke kenmerken te onderscheiden: wederkerigheid en niet-vrijblijvendheid. De maatschappij wordt in vier domeinen ingedeeld. Namelijk: 1. Staat 2. Markt 3. Gemeenschap 4. Maatschappelijk middenveld De rationaliteit van het maatschappelijk middenveld (zorg voor elkaar), besef van verbinding met burgers (leefwereld), principes van betrokkenheid, participatie gaan centraal staan in het maatschappelijk organiseren. Kleinschaligheid, de menselijke maat en vakmanschap moeten voorop. De buurt wordt gezien als dé plek waar burgers zich thuis voelen, waar sociale samenhang ontstaat, waar beleidsmakers een aangrijpingspunt hebben voor burgerparticipatie. De betrokkenheid van mensen bij sociale verbanden heeft als basis dat die betrokkenheid berust op een keuze of de mogelijkheid van een keuze. In hun dagelijkse keuzes blijken mensen toch vooral trendvolgers, en kiezen ze voor de kudde. Individualiteit gaat voorop in identiteit, maar verbondenheid met allerlei gemeenschappen volgt daar direct op. Bovendien gaat het om een vorm van identiteit die niet meer afhankelijk versus onafhankelijk is, maar interdependent of verbonden. Fascinerend genoeg komen deze nieuwe inzichten over sociale identiteit en sociabiliteit uit de hoek waar we die niet zouden verwachten: het internet en het bedrijfsleven. Beiden worden vaak aangemerkt als bronnen van individualisme en zelfgerichtheid. Twee ontwikkelingen zijn van cruciale betekenis: de beweging van religieus naar seculier en van overleven naar zelfexpressie. De beweging van religieus naar seculier betekent het afscheid nemen van traditionele institutioneel-gerichte geloofsbeelden. Als overleven centraal staat is de motivatie sterk extrinsiek en als zelfexpressie centraal staat gaat het veel meer over intrinsieke motivatie. Burgers lijken zelfredzamer en hebben minder een maatschappelijk middenveld nodig. Hiermee verdampt de eigen positie van het maatschappelijk middenveld. De reden dat terugkeer naar het maatschappelijk middenveld toch problematisch is, heeft te maken met twee zaken: bezieling en binding.
23
Bezieling is de grote drijfkracht achter maatschappelijk initiatief. Dan gaat het om engagement, om diepe motivaties om inzet te tonen voor iets. Bezieling is zogezegd de motor van het organiseren in het maatschappelijk middenveld. Bij de opbouw van de moderne samenleving hebben de particuliere initiatieven van verschillende levensbeschouwelijke groeperingen een belangrijke rol gespeeld, gedreven door een sterke inhoudelijke motivatie. Is het reëel om een dergelijk commitment te vragen van een samenleving die drijft op wederkerigheid en welbegrepen eigenbelang. Een sterke inspiratiebron is wel nodig in een samenleving die zichzelf hoge standaarden oplegt. De betrokkenheid bij maatschappelijke activiteiten is steeds meer kortstondiger, op korte termijn en op kleine en overzichtelijke projecten gericht. Individualisering heeft grote invloed op de manier waarop mensen zich geven als vrijwilliger. Mensen denken vanuit hun individuele identiteit en niet meer vanuit een gemeenschapsidentiteit. Jutter: De aandacht voor het aanboren, ondersteunen en benutten van eigen kracht en capaciteiten van burgers wordt steeds groter. Het blijkt dat dit de manier is waarop recht wordt gedaan aan de intrinsieke waarde en de wil om vooruit te komen die in alle mensen aanwezig is. Hierdoor zou de maatschappelijke ondersteuning (betaalbaar) georganiseerd worden. Maar hoe gaat dat nu precies in zijn werk, die eigen kracht tot ontwikkeling laten komen? Er wordt gezien dat de diversiteit van de samenlevingsopbouw steeds groter wordt. Met de wet maatschappelijke ondersteuning (WMO) is de nadruk komen liggen op (het stimuleren van) de eigenverantwoordelijkheid van burgers. Dit onderzoek gaat over de werking van sociaal initiatief waar eigen kracht tot ontwikkeling komt en wat mensen daarvoor nodig hebben, onder meer aan (professionele) ondersteuning. Vragen die centraal staan in dit onderzoek: -‐ Wat hebben (kwetsbare) mensen nodig om zichzelf (weer) de moeite waard (blijven) vinden? -‐ Wat hebben mensen nodig dat zij zich inzetten voor elkaar en om anderen te helpen? -‐ Wat hebben mensen nodig om kracht te ontlenen aan het verbonden zijn met zichzelf en anderen? -‐ Hoe kunnen mensen (opnieuw) hun plek in de maatschappij vinden? -‐ Wat zijn hiervoor (waarvoor?) professionele randvoorwaarden? -‐ Wat hebben mensen nodig voor zelfmanagement? -‐ Onder welke omstandigheden kan dit lukken? -‐ Welke resultaten levert dit in individueel en op buurt- en samenlevingsniveau op? De tussenrapportage geeft de tussentijdse stand van zaken in het onderzoek. De laatste jaren zijn steeds meer aanpakken (initiatieven?) ontwikkeld die het benutten van kwaliteiten en talenten van mensen voorop stellen (Davelaar & Veldboer, 2008). Dit sluit aan bij een van de belangrijkste uitgangspunten van de WMO. Door de komst van de WMO ligt de nadruk op (het stimuleren van) de eigen verantwoordelijkheid van burgers. Het opsporen en benutten van kwaliteiten en talenten van mensen is al jarenlang het doel van verschillende initiatieven en sociale interventies. Dit onderzoek betreft geen traditionele projectevaluatie met vooraf vastgestelde te behalen (meetbare) doelstellingen. Het sterven is steeds geweest dat bewoners de mogelijkheid hebben zich te richten op activiteiten die hen bezig houden en die ze graag doen. Het gaat hierbij voornamelijk om wat de waarde is van het bestaan van de bewoners. Een uitgebreide groep mensen heeft dit geprobeerd. Hierdoor ontdekten mensen onvermoede krachten. Er wordt gestreefd om op een vanzelfsprekende manier aan te sluiten bij wat er in de broedplaats gebeurt. Door aanwezig te zijn, te kijken, praatpaal te zijn en gesprekken te voeren
24
met betrokken, ontsluiten we aanwezige kennis. Deze kennis gaat over wat mensen nodig hebben om een volwaardig leven te leiden, maar ook over de manieren waarop zij hulp kunnen krijgen. Dit onderzoek gaat onder meer over professionele vernieuwing. Dat deze noodzaak aanwezig is, blijkt uit een aantal ontwikkelingen. Deze ontwikkelingen hebben betrekking op grote maatschappelijke trends, zoals globalisering, informatisering en individualisering die de condities vormen voor de hedendaagse netwerkmaatschappij. Ook zijn er veranderingen gaande in de betaalbaarheid, opvattingen over de rol, taak en verantwoordelijkheid van de overheid. De WMO vormt een wettelijk kader waarin de gevolgen van deze ontwikkelingen voor de maatschappelijke ondersteuning door maatschappelijke organisaties en door burgers zichtbaar kunnen worden gemaakt. Centraal staat het zelfmanagement van de burgers. Een actuele opgave voor de sociale professionals is daarbij het verbinden van informele en formele ondersteuning. De vraag die hiermee gepaard gaat is: -‐ Wat en welk ‘type’ professional burgers nodig hebben om het heft in eigen handen te nemen en zelf problemen te kunnen oplossen? -‐ Welke kennis, vaardigheden en grondhouding moeten professionals hebben? -‐ Hoe moet de inzet van professionals om te organiseren en hoe ze moeten regisseren/aansturen? De komst van de WMO, veranderingen in de AWBZ en bezuinigen op de overheidsfinanciën hebben invloed op de relatie en wederzijdse verwachtingen tussen burgers en de overheid. Er wordt steeds meer vertrouwd op de zelf organiserend vermogen van burgers, de overheid speelt alleen maar een ondersteunende rol. Dit is het verslag van het eerste jaar van een beoogde vierjarige zoektocht naar de werking van sociaal initiatief, duurzame betrokkenheid bij de samenleving en daarvoor de benodigde professionele randvoorwaarden. Dit komt uit opgetekende verhalen en geschiedenis van binnenuit. Karakter broedplaats De nieuwe Jutter Binding met de buurt: -‐ Mensen hebben behoefte aan contact in de directe omgeving. Mengsel voelen zich verbonden, betrokken en belanghebbend bij activiteiten en de plek. Vrijwilligers die al langer betrokken zijn, laten hun plek niet zomaar afnemen door bezuinigingen. -‐ Nabijheid en (de wens tot) binding met de buurt zijn aspecten die hun motivatie bevorderen. Open sfeer: laagdrempeligheid, toegankelijk en gastvrij. -‐ Laagdrempeligheid, aanspreekbaarheid, geen huur vragen voor bewonersinitiatieven, open staan en de ruimte bieden voor ieders ideeën hebben er toe bijgedragen dat mensen uit de buurt met een idee of initiatief, zelf een plek wisten te vinden naar de nieuwe Jutter. De open sfeer wil niet zeggen dat er een eenheid ontstaat. Verschillende gebruikersgroepen ervaren nog steeds een duidelijke eigen identiteit. Andere groepen en bezoekers bezoeken de activiteit en voor hen heeft het buurthuis wellicht minder betekenis voor het ontmoeten van anderen. Wat we hebben gezien is dat groepen hun eigen identiteit behouden, gebruik maken van dezelfde ruimten soms erg op zichzelf zijn. Als verschillende groepen contact met elkaar maken, kunnen er soms onverwachte ontmoetingen komen maar er kunnen ook wrijvingen ontstaan. Bij een open sfeer moeten ook de wrijvingen bespreekbaar zijn. Organisatie: Openheid in het proces: Er wordt gewerkt vanuit een principiële openheid in het proces. De ideeën en obstakels die al gebruikt worden zijn op tafel gelegd.
25
Organisatiestructuur is al werkende ontstaan: De structuur is gebaseerd op de behoefte van de bewonersgroepen en niet van bovenaf opgelegd of bedacht. Dit draagt bij aan het gevoel van eigenheid dat betrokkenen ervaren. Rol en positie bestuur: faciliterend en op afstand: De positie van het bestuur en de rol die zij zelf aannemen, is primair ondersteunend aan de ontwikkelingen. Het bestuur staat ten dienst van de beheergroep en niet andersom. De samenstelling van het bestuur is ook van belang. Het moeten betrokken personen zijn met het hart op de juiste plaats en met de benodigde kennis over formele aangelegenheden en ingangen bij organisaties. Formalisering van werkwijzen: Een zekere organisatiegraad is noodzakelijk om het zelfbeheer in goede banen te leiden. Gaandeweg ontstaan er manieren om hieraan verder invulling te geven, naar aanleiding van de behoefte van vrijwilligers. De meeste vrijwilligers lijken er meer waarde aan te hechten om concreet aan de slag te gaan. Afspraken maken gebeurt vooral mondeling. Professionele randvoorwaarden: Organisch werken: Het betreft een manier van werken zonder vooropgezet plan, maar vanuit een visie op buurtwerk, een visie op samenlevingsopbouw en een visie op mensen (iedereen is van waarde en telt mee). Aansluiten bij de eigenheid: Wat is er gezien bij het ontstaan van de Nieuwe Jutter is dat er op allerlei momenten zoveel mogelijk is aangesloten bij de eigenheid van de zich aandienende ontwikkelingen. De kern van deze ontwikkelingen vormen de bewoners initiatieven. De wens en behoefte van bewoners om een eigen ruimte te hebben, activiteiten te kunnen organiseren op hun eigen manier. Echter wordt er ook aangesloten bij de wrijvingen die samenwerken en cultuurverschillen met zich mee brengen. De buurtpastor en het bestuur zijn hier ondersteunend aan geweest. Zij hebben de letterlijke en figuurlijke ruimte gecreëerd, zonder vooraf vastgesteld plan met bijhorende doelstellingen en te behalen resultaten. Grondhouding en reflectief vermogen buurtwerker: presentie oefening: Uit de reflectie van de buurtpastor blijkt duidelijk dat hij werkt vanuit een doorleefde grondhouding. Hij heeft duidelijk voor ogen wat zijn beweegredenen zijn om zijn werk te doen en heeft hij daarbij een visie op hoe hij dit in de praktijk kan brengen. De bezigheden van de pastor betreffen zowel de contacten met de bezoekers, vrijwilligers en buurtbewoners als met professionals van maatschappelijke organisaties, particuliere initiatieven of gemeente. Deze werkwijze is eerder uitgebreid gevolgd en geanalyseerd en heeft geleid tot de presentietheorie (Baart, 2001). Vertrouwen geven en uitstralen, stabiel en langdurig betrokken zijn, dit zijn belangrijke aspecten gebleken. De grondhouding kenmerkt zich meer door zijn dan door doen. De buurtpastor werkt met de realiteit: wat zich aandient, daar heb je het mee te doen. De werkwijze van de buurtpastor geboden professionele ondersteuning kenmerkt, waarin dat mogelijk afwijkt van andere werkwijzen of methoden. Er zijn meerdere professionele benaderingen die tegemoet willen komen aan de eigen die de huidige (buurt)samenleving aan ondersteuning stelt. Behulpzaam in dat verband is het onlangs verschenen competentieprofiel voor opbouwwerkers (MOVISIE, 2010). Hierin wordt beschreven dat opbouwwerk opnieuw in de belangstelling komt te staan. Onder andere door de komst van de WMO. Het beroep vormt de verbindende schakel tussen bewoners en bewonersgroepen, tussen bewoners en professionele organisaties en overheden, en vaak ook tussen professionals onderling die vanuit verschillende organisaties in de wijken en dorpen werken aan samenlevingsopbouw. De functie van de opbouwwerker is de burger optimaal te beschermen en te ondersteunen, burgers te activeren tot participatie en samenwerking, en om verbindingen te versterken tussen groepen burgers onderling en tussen burgers en instanties en professionele organisaties (Boutellier & Boonstra, 2009).
26
Bijlage 3: Literatuuronderzoek 2 Initiatieven in de wijk Bestaande initiatieven.
Actiegroep Oude Westen Locatie: Gaffelstraat 1-3, Rotterdam a. Opgericht Actiegroep Oude Westen is in februari 1970 opgericht. b. Visie In de wijkvisie Oude Westen zijn de volgende doelstellingen voor Het Oude Westen geformuleerd: • Versterk de mix van wonen, werken en (culturele) voorzieningen; • Verbeter het openbaar gebied; onder meer door meer ruimte te maken voor langzaam verkeer, de parkeerdruk in de woonstraten te verminderen en meer nadruk te leggen op schoon, heel en veilig; • Creëer meer differentiatie in het woningaanbod door het aanbieden van huur- en koopwoningen, • Woningtypen met minder portieken die beter aansluiten bij individuele en bijzondere (allochtone) woonvormen; • Bescherm goedkope woon- en werkruimte om ook starters in de wijk een plek te geven (de ‘broedkamerfunctie’); • Bescherm en stimuleer het behoud van historische architectuur die het aangezicht van de wijk verfraait. • Klein kosmopolitisch: stads, compact, kleinschalig, toegankelijk, een komen en gaan, dynamiek, energie, passie, kiemkracht, internationaal met laagbouw, smalle straatjes en gespecialiseerde winkels • Eigen: echt, authentiek, origineel, oorspronkelijk, eerlijk, afwijkend met een mengelmoes aan bouwstijlen • Jonge Cultuur: jonge kunst en muziek, intercultureel, vernieuwend, ademt ambitie, passie, kiemkracht, experiment en underground • Intiem: intercultureel, sociale netwerken en binding, positief, respect en tolerantie, iedereen is er welkom, een woonbuurt met dicht op elkaar gelegen woonstraten en pleintjes, buurtwinkels, echte middenstand, alleenstaanden, stellen en gezinnen, familie en buren zijn belangrijk c. Doel/doelgroep Het doel is Het Oude Westen aantrekkelijk te maken voor zowel de huidige bewoners en ondernemers als voor nieuwe bewoners en ondernemers. We richten ons op doelgroepen die een klein kosmopolitisch woonmilieu aantrekkelijk vinden en zich aangesproken voelen door een jonge ambitieuze cultuur, door de eigenheid en intimiteit van Het Oude Westen. d. Werkwijze? De Aktiegroep is ontstaan door en voor bewoners van het Oude Westen en dat is nog steeds zo. Niet als individu de problemen aanpakken maar er samen tegen aan. In het begin in de jaren zeventig werd er vooral strijd gevoerd voor goede en betaalbare woningen. Doordat Rotterdam in die tijd inzette op de stadsvernieuwing kwamen er beroepskrachten die bewoners konden ondersteunen. In latere jaren waren er veel andere
27
problemen die aandacht vroegen. Er is vooral veel strijd gevoerd tegen de opkomende drugsoverlast in de jaren zeventig. Tot op de dag van vandaag is dat een onderwerp dat bovenaan de agenda staat. Een leefbare wijk is een aantrekkelijke wijk. Dat gaat niet vanzelf. Alles is aan verandering onderhevig dus moet er constant gereageerd worden. De bewoners zelf zijn hierbij een steeds grotere rol gaan spelen. In de loop der jaren is de Aktiegroep veranderd van een organisatie die door strijd van alles voor elkaar kreeg, in een organisatie waar bewoners vooral zelf dingen doen. De actieve bewoner is nu iemand die misschien minder op de barricaden staat, maar die zelf een actieve bijdrage levert aan een leefbare wijk. e. Wat zijn de ervaringen en waarin onderscheiden die zich? Bewoners en bezoekers vinden volgens onderzoek het Oude Westen gezellig, multicultureel, divers, levendig, met vele bijzondere winkels en horecaondernemingen. De gebiedscampagne WOW promoot de vele sterke punten en de eigen identiteit van de wijk. In het Oude Westen wonen veel actieve bewoners met bijzondere initiatieven. Mooie voorbeelden zie je in de Leeszaal en de Tussentuin. In de Gaffelstraat is het mogelijk een kopje koffie met buurgenoten te drinken en mensen te ontmoeten.
DOCK Locatie: geen openbare/centrale locatie. a. Wanneer opgericht DOCK is in 1996 opgericht in de deelgemeente Kralingen- Crooswijk en met de jaren uitgeroeid tot een grote organisatie over het hele land. In Amsterdam, Zaanstad, Haarlem en Rotterdam is DOCK op meerdere terreinen actief. Jongerenwerk, maatschappelijk werk, maatschappelijke participatie, maar steeds minder als organisator en meer als coach. Een DOCK-er werkt zelden alleen, maar zoekt altijd zijn team, niet alleen binnen, maar juist ook buiten de deur. Alles om iemand weer op weg en misschien zelfs verder te helpen. DOCK werkt samen met gemeenten, scholen, GGZ, politie, zorginstellingen, woningcorporaties, maar ook met ondernemers uit de buurt en de bewoners. Samen met hen niet voor hen. Dat is een belangrijk verschil met hoe het in het verleden ging. Alleen als mensen er zelf voor willen gaan, dan werkt het en medewerkers van DOCK geven graag een duwtje in de goede richting. De 30 medewerkers waar dock mee startte, zijn er nu 252. Alle mensen die bij DOCK gewerkt hebben, zich vrijwillig hebben ingezet of bestuurlijk actief geweest zijn, hebben bijgedragen aan de doorgemaakte ontwikkeling. b. Visie Het versterken van het zelforganiserend vermogen van mensen. DOCK spreekt mensen aan op hun eigen kracht en faciliteert sociale steunnetwerken. Het doel is dat mensen kunnen stijgen op de sociale ladder en dat mensen hun zelfredzaamheid kunnen vergroten, behouden of terugwinnen. De kernwaarden van DOCK zijn: • Betrokken bij de mensen waarmee wij werken en bij de buurt waarin wij werken • Enthousiast omdat wij mensen enthousiast willen maken om voor anderen actief te zijn • Creatief in het vinden van mogelijkheden en kansen bij het oplossen van vragen van mensen, buurten en opdrachtgevers • Verbindend/samenwerkend met alle partijen samen, die het doel van de mensen en de buurt dichterbij brengen • Betrouwbaar in de zin van dat we doen wat we beloven
28
c. Doel/doelgroepen Minder redzame burgers helpen om hun eigen kracht te vergroten, met de inzet van vrijwilligers, stagiairs en professionals. d. Werkwijze Sociaal ondernemerschap is inmiddels een ingeburgerde term. De sociale sector onderneemt, doet ze dat niet dan is het einde nabij. DOCK is er al een jaar of 14 mee bezig: zoeken naar nieuwe methodes en wijzen van werken, aansluiten bij nieuwe ontwikkelingen, het verwerven van nieuwe opdrachtgevers en het behouden van de bestaande. Extern wordt op dit ogenblik het volgende van DOCK gevraagd: • Vergaand samenwerken en verbinden op professioneel vlak en richting vrijwilligersorganisaties • Focus voor uitvoering dienstverlening: zelf doen, inzetten eigen netwerk, gebruik maken van informele zorg, bieden professionele zorg in laatste instantie • Anticiperen op transities AWBZ, transitie dagbesteding, Jeugdzorg, werken naar vermogen en dus vergaand samenwerken met zorg • Focus op arbeidsparticipatie • Kwaliteit, snelheid, lage prijs Op bovenstaande anticiperend, heeft DOCK de Blended Aanpak ontwikkeld. De Blended Dienstverlening bestaat uit: • Presentie (in nauwe samenwerking met de partners in de wijk) • Focus op eigen kracht en netwerk van burgers • Vrijwillige zorg en actief burgerschap • Een op preventie en herstel gericht cursus- en trainingsprogramma. • Mix van vrijwillige ondersteuning, collectief aanbod en methodische, professionele hulpverlening. Kenmerkend aan de Blended diensverlening van DOCK is: • Hulp van vrijwilligers; familie, vrienden, buren, (anonieme) vrijwilligers, maatjes • Een collectief aanbod van cursussen, trainingen en voorlichtingen • Inzet door professionals. In het kort de verbinding en versterking van present of outreachend werken, vrijwilligerswerk, participatie met het traditionele krachtige maatschappelijk werk. En...met als basis wederkerigheid. Binnen het jongerenwerk van DOCK in Rotterdam is bovenstaande focus eveneens van toepassing. Dit doet DOCK door ambulant werk, een planmatige aanpak van overlast met jongeren, buurtbewoners en alle relevante partijen in de buurt. De jongerencoaching van DOCK begeleidt jongeren met behulp van persoonlijke krachtbronnen en netwerken, hulp en informatie naar een kansrijke positie in de samenleving. e. Ervaringen Werken aan participatie, leefbaarheid en zelfbeheer van de wijkgebouwen. Dit is de opdracht van DOCK Charlois. Duizenden mensen werden bereikt en voor klanttevredenheid kreeg DOCK Charlois een 8.2. De cliënten vertellen het in hun eigen woorden: er weer bij horen en meedoen. Persoonlijke ervaringen kleuren de cijfers en de methodiek. DOCK Charlois presenteert Blended dienstverlening in de praktijk. Voorbeelden: Mijnheer K. had een moeilijke tijd doorgemaakt, zijn baan verloren, was erg alleen en gebruikte te veel alcohol. De buren trokken bij DOCK Charlois aan de bel. Een medewerker zocht mijnheer K. thuis op, die eerste stug volhield dat alles prima ging. DOCK Charlois liet het er niet bij zitten en uiteindelijk had mijnheer toch interesse om mee te doen aan een computercursus. Van het één kwam het ander. Op
29
de cursus leerde mijnheer K. nieuwe mensen kennen. Hij werd enthousiast vrijwilliger bij de klussendienst en de boodschappenservice. Maar hij ambieerde een vrijwilligersfunctie met een zwaardere verantwoordelijkheid. Nu is hij 3 á 4 dagdelen per week beheerder van wijkgebouw Oud Charlois. “Ik doe weer mee, het is net alsof ik weer een baan heb. Het is best verantwoordelijk werk en ik heb veel contact met mensen uit de buurt. Ik doe er weer toe. Die fles heb ik echt niet meer nodig.” Mijnheer G. krijgt via Humanitas huishoudelijke ondersteuning. Zijn vaste huishoudelijk medewerker merkt dat het doen van de boodschappen steeds moeilijker wordt en dat mijnheer G. vereenzaamt. Daarop biedt een vrijwilliger van de Sop & Shop service van DOCK Charlois aan om te helpen met de boodschappen. Soms gaan ze samen, soms gaat de vrijwilliger alleen. Mijnheer G. heeft daardoor weer alles in huis wat hij nodig heeft en is tevreden: “Als Samira komt voor de boodschappen doen we eerst een bakkie, zij thee en ik koffie. Even gezellig bijpraten. Laatst liet ze me zien wat er verder te doen is in de wijk. Binnenkort gaan we samen met de wijkbus een keer naar het ontmoetingscentrum van Humanitas in de Nancy Zeelenberglat. Je schijnt er lekker en goedkoop warm te kunnen eten. Dat lijkt me best makkelijk en ook gezellig.”
Even buurten Locatie: geen openbare locatie. a. Opgericht 2010 b. Visie In Rotterdam is sinds mei 2011 het project ‘Even Buurten’ actief waarin professionals uit zorg en welzijn via een integrale wijkaanpak proberen de sociale netwerken rondom thuiswonende ouderen te versterken. c. Doel/doelgroep Ouderen die zo lang mogelijk zelfstandig willen blijven leven in hun eigen buurt. Een sterk ondersteunend netwerk is een belangrijke voorwaarde om dat doel te bereiken. d. Werkwijze Even Buurten Rotterdam richt zich op ouderen boven de 70 jaar die in hun dagelijkse leven tegen kleine of grote problemen aanlopen, die zij zelf niet meer kunnen oplossen. Hun gezondheid verslechtert en ze zijn minder goed ter been. Of zij hebben psychische problemen zoals geheugenklachten, somberheid of angst. Ook hun sociale kring wordt vaak kleiner. Met een beetje hulp uit de buurt kunnen zij echter prima zelfstandig blijven wonen. Even Buurten Rotterdam richt zich op ouderen boven de 70 jaar die in hun dagelijkse leven tegen kleine of grote problemen aanlopen, die zij zelf niet meer kunnen oplossen. Hun gezondheid verslechtert en ze zijn minder goed ter been. Of zij hebben psychische problemen zoals geheugenklachten, somberheid of angst. Ook hun sociale kring wordt vaak kleiner. Met een beetje hulp uit de buurt kunnen zij echter prima zelfstandig blijven wonen. e. Ervaringen De hiervoor beschreven bevindingen onderstrepen dat kenmerken van de buurt, zoals sociale cohesie, een belangrijke rol spelen bij het welzijn en kwetsbaarheid van ouderen. Het is dan ook van
30
belang te achterhalen wat bijdraagt aan sociale cohesie in de buurt om hier met beleid op te kunnen anticiperen.
Humanitas, De Leeuwenhoek Locatie: West-Kruiskade 54 a. Opgericht 31 mei 1945 b. Visie en doel c. Doelgroep Ouderen die zorg nodig hebben. d. Werkwijze Humanitas bied huisvesting, zorg en (maatschappelijke) diensten op en vanuit bijna 40 locaties in de regio Rotterdam en op Voorne-Putten aan vele duizenden cliënten, waarvan alleen al ca. 6.000 ouderen. e. Ervaringen Bron: www.zorgkaartnederland.nl Waarderingscijfers: Afspraken: 6,9 Accommodatie: 7,7 Medewerkers: 7,3 Luisteren: 6,9 Informatie: 6,8 Behandeling: 7,2
Hutspot/hotspot Locaties: Schiebroek en Lombardijen a. Opgericht Sinds 2012 b. Visie Het streven van hotspot hutspot is om hierbij een hoge mate van zelfredzaamheid te ontwikkelen, zodat de wijken hier niet alleen nu, maar ook de komende jaren nog van kunnen profiteren c. Doel/groep Hotspot Hutspot zet zich in om tieners (10-15 jaar) en buurtbewoners in Lombardijen en Schiebroek actief te betrekken bij stadslandbouw en bovendien om gezonde voeding binnen hun bereik te brengen. Door vervolgens met de tieners het eten te bereiden leren de kinderen (en buurtbewoners) dat koken met zelf geteelde producten leuk en niet moeilijk is. d. Werkwijze
31
Kinderen (10-15 jaar) die niets te doen hebben (de Ciske de rat’s uit de buurt) kunnen bij hotspot hutspot leren koken voor mensen uit de buurt. Hotspot Hutspot is met dit concept op dit moment actief in twee wijken in Rotterdam: Lombardijen en Schiebroek. In deze wijken biedt Hotspot Hutspot plek aan voor meer dan 80 tieners, 8 vrijwilligers 8 plaatsen voor re-integratiejongeren (±20 jaar en ouder) en 4 betaalde krachten. De ambitie is om verder uit te breiden naar andere wijken die laag scoren op de sociale index van de gemeente Rotterdam met betrekking tot de criteria sociale binding en capaciteit. e. Ervaringen In 2013 genoten al meer dan 700 rotterdammers van dit concept. Hotspot-Hutspot is met dit concept op dit moment actief in twee wijken in Rotterdam: Lombardijen en Schiebroek. In deze wijken biedt Hotspot-Hutspot plek aan meer dan 80 tieners, 8 vrijwilligers 8 plaatsen voor re-integratiejongeren (±20 jaar en ouder) en 4 betaalde krachten. Gemiddeld op een avond komen er 15 gasten bij Hotspot-Hutspot eten. De ambitie is om verder uit te breiden naar andere wijken die laag scoren op de sociale index van de gemeente Rotterdam met betrekking tot de criteria sociale binding en capaciteit. Het unieke aan hotspot-hutspot is de mix van al deze doelgroepen in de setting van stadslandbouw en het restaurant. Hierdoor ontstaat er een natuurlijke situatie waarin de re-integratiejongeren de kinderen begeleiden en tegelijkertijd zelf getraind worden door professionals. Hutspot-hotspot heeft een samenwerking met de Leeszaal West.
Laurens Antonius Binnenweg Locatie: Nieuwe Binnenweg 33, 3014 GC Rotterdam. a. Opgericht Laurens is in 2006 ontstaan uit een fusie van verschillende zorgaanbieders waaronder de stichting Katholieke Verplegings- en Verzorgingsinstellingen Rotterdam (KVV), de stichting Netwerk Zorgaanbieders Rijnmond (NZR), dienstenorganisatie Uw Compagnon en woningcorporatie MaasAnker. b. Visie ´Laurens stelt mensen in staat om zo zelfstandig en betekenisvol mogelijk te leven als zij ouder worden, herstellen van een ziekte of leven met een blijvende beperking´. Laurens handelt vanuit een Christelijk- sociale achtergrond. En hanteert 4 kernwaarden: • Betrokken: Laurens heeft persoonlijke aandacht en respect voor de mensen waarmee wij werken, met oog voor ieders leefstijl, cultuur en religie. • Betrouwbaar: Laurens maakt heldere afspraken, doen wat we beloven en zijn open en eerlijk in onze communicatie. • Ondernemend: Laurens speelt actief en creatief in op de behoeften van onze klanten en maatschappelijke uitdagingen, gericht op resultaat. • Vakbekwaam: Laurens is een organisatie van vakkundige en gepassioneerde medewerkers. Wanneer nodig werken verschillende professionals binnen én buiten Laurens samen in het belang van de klant. c. Doel/doelgroep
32
Laurens Antonius binnenweg is een woonvoorziening voor jong dementerende en revaliderenden. Tevens zijn er veel zorgvragers met een kort verblijf. d. Werkwijze De voorzieningen zoals het restaurant worden gebruikt door zowel bewoners van de woonvoorziening als bewoners van de buurt. Hierdoor heeft Laurens Antonius binnenweg ook een verbindende functie in de wijk. e. Ervaringen Maandelijks wordt er een alzheimer café gehouden. Dit is een bijeenkomst voor bewoners, familie en vrienden van bewoners en andere belangstellenden waarbij in een informele sfeer gesproken wordt over verschillende onderwerpen omtrent alzheimer.
Leeszaal West Locatie: Rijnhoutplein 3, 3014 TZ Rotterdam a. Opgericht Leeszaal Rotterdam West is opgericht in november 2012. De directe aanleiding voor het Leeszaalfestival was de voorgenomen sluiting van de wijkbibliotheek aan het Gerrit Sterkmanplein. Op 30 november 2012 was het inderdaad de laatste open dag. Na een handtekeningenactie werd een jaar geleden het idee geopperd van een alternatieve voorziening. Ook het idee van een leeszaal kwam toen voorbij. Toch duurde het nog even voordat serieuze plannen werden gesmeed. Initiatiefnemers Maurice Specht en Joke van der Zwaard hadden in september vorig jaar in een renovatieflat al eens een huiskamerbibliotheek opgezet. b. Visie Met het sluiten van de wijkbibliotheken, verdwijnt een belangrijke publieke voorziening. Een plek waar je boeken leent, informatie opzoekt, studeert of even de krant leest. En een plek waar je mensen uit de buurt ontmoet. In Rotterdam-West starten bewoners en ondernemers deze voorziening op een nieuwe manier een plek in de wijk geven. c. Doel/doelgroep Door de Leeszaal delen we iets met elkaar: de wil om een plek te maken waarvan we allemaal vinden dat die in onze wijk, onze stad nodig is. De Leeszaal is dus een plek voor en door de mensen die er bij betrokken zijn. d. Wat is de werkwijze? De werkwijze van de leeszaal is een huiskamerbibliotheek oprichten door de verdwijningen van bibliotheken door bezuinigingen. Het Leeszaalproject kun je ook zien als een vorm van maatschappelijk opbouwwerk (community work). Stimuleren van sociale betrokkenheid, participatie van bewoners, kwaliteit van de leefomgeving, versterken van de eigen kracht, dat zijn relevante trefwoorden. e. Wat zijn de ervaringen en waarin onderscheiden die zich?
33
De Leeszaal draait volledig op vrijwilligers, maar dat wisten jullie natuurlijk al. In ruil voor hun tijd hebben we aan iedereen gevraagd wat zij dan graag willen leren. Dat blijkt nogal uit een te lopen, maar inmiddels hebben zich de eerste clubjes gevormd. Zo krijgen Willem, Shirley en Jin Ying op zaterdagochtend computerles. Tegelijkertijd heeft zich ook een enthousiast clubje Linux-gebruikers gevormd, die aan elkaar allerlei dingen leren. Ahmad en enkele andere Somalische mannen wilden graag beter Nederlands leren spreken. Niet via een cursus, maar gewoon door regelmatig met andere mensen over zaken te praten. Iedere woensdagmiddag zitten ze nu met 4 Somalische mannen, 2 Hollandse heren, een Turkse man en een Marokkaanse dame bij elkaar om over van alles en nog wat te praten. Binnenkort start ook een groep met naailessen bij Aktiegroep het Oude Westen en wordt een clubje gevormd van mensen die Spaans willen leren.
Opzoomeren Locatie: a. Opgericht Het Opzoomeren is eind jaren 80 ontstaan in de Opzoomerstraat in Delfshaven. De bewoners staken toen zelf hun handen uit de mouwen om hun straat op te knappen en hierdoor mooiere en veiliger te maken. b. Visie Zelf de handen uit de mouwen steken om een mooiere en veiligere buurt te ontwikkelen. c. Doel/doelgroep Alle buurtbewoners van Rotterdam kunnen meedoen. Door hun idee voor een initiatief op te geven bij stichting opzoomeren. d. Werkwijze Door financiële middelen te bieden voor ingezonden buurtinitiatieven stimuleren ze het uitvoeren van buurtinitiatieven. Vanaf 1994 organiseert Opzoomer Mee & Bewonersidee elk jaar de Opzoomercampagne. In deze campagne wordt aandacht gevraagd voor het initiatief en de mogelijkheden die het initiatief bied. Sinds 2014 biedt Opzoomer Mee & Bewonersidee ook service aan gebiedscommissies en Rotterdammers als het gaat om bewonersinitiatieven. e. Ervaringen Rotterdam telt op het moment circa 1.800 Opzoomerstraten.
Pauluskerk Locatie: Mauritsweg 20 a. Opgericht De Pauluskerk is in 1960 gebouwd. Hij kreeg grote bekendheid in de jaren '80 en '90 door het werk van ds. Hans Visser.
34
1980 begin Open huis: Het Open Huis wilde de kerk toegankelijker maken voor mensen van buiten de kerk. In deze benadering moest de kerk een soort herberg worden. Met andere woorden een ontmoetingsplaats waar mogelijkheid was voor een kop koffie, voor het lezen van een krant of voor het voeren van een gesprek. Het Open Huis kwam in deze periode goed van de grond en trok veel mensen aan, onder wie ook Molukse drugsgebruikers. Deze verzochten Ds. Visser om contact te leggen met de toenmalige Junkiebond onder leiding van Nico Adriaans. Het klikte tussen beide. het resultaat was een conferentie in de Pauluskerk over de wenselijkheid van medisch-sociale verstrekking van heroïne aan verslaafden. Deze trok zeer veel aandacht. Het werk breidde zich uit. Er kwam een Eethuis voor drugsgebruikers. Seksuele minderheidsgroepen deden een beroep op de Pauluskerk om hun belangen te behartigen. Een nachtopvang opende haar deuren in de Pauluskerk. Vluchtelingen vonden een onderdak. In mei 2013 verhuisde de Pauluskerk naar het nieuwe gebouw aan de Mauritsweg 20. Inmiddels is ds. Dick Couvée het ‘gezicht’ van de Pauluskerk. b. Visie Omdat wij een diaconaal missionair centrum willen zijn, streven wij naar barmhartigheid en gerechtigheid, vrede en heelheid van de schepping. Het gaat om individuele hulpverlening, bezinning, geloofsverkondiging en actie. Alles versterkt elkaar. Je geeft de mensen niet alleen vis, maar je leert hun tegelijkertijd zelf vissen. Daarbij is het van belang dat de mensen toegang hebben tot de visvijver. c. Doel De Stichting Diaconaal Centrum Pauluskerk (DCP) heeft ten doel, om vanuit het Evangelie van Jezus Christus een grootstedelijke kerkelijke voorziening te onderhouden waar kwetsbare groepen uit de stedelijke samenleving (en ook daarbuiten) hun huis vinden. De stichting is verantwoordelijk voor de financiële exploitatie en de organisatie van het werk. De Centrale Diaconie van de Hervormde Gemeente Rotterdam-Centrum heeft het kerkgebouw beschikbaar gesteld en financiert een belangrijk deel van de activiteiten. Het jaarverslag Pauluskerk 2012 geeft een overzicht van de activiteiten. Doelgroep: Het diaconaal Centrum Pauluskerk zet zich in voor: • dak- en thuislozen • (ex-) verslaafden • (ex-)psychiatrische patiënten • mensen/ouders met grotere of kleinere geestelijke beperking • vluchtelingen/mensen zonder verblijfspapieren • mensen zonder betaald werk, onder andere MOE-landers • (allochtone) jongeren zonder gevoel voor richting in hun bestaan • eenzame ouderen. Hoofddoelstellingen: 1. Opvang, zorg en hulpverlening aan de mensen in de marge van de Rotterdamse samenleving en daarbuiten 2. Het organiseren van ontmoeting tussen “kansarm” en “kansrijk” in de Rotterdamse samenleving 3. Het organiseren van daadwerkelijk engagement van “kansrijk” voor “kansarm”, maar vooral ook van “kansarm voor “kansrijk” 4. Het voeren van het gesprek over “die dingen die er werkelijk toe doen in een mensenleven” allereerst, maar niet uitsluitend, vanuit de christelijke traditie. Een mensenleven behelst immers veel meer dan zoveel mogelijk zo snel mogelijk geld verdienen. Daarmee komt in de nieuwe situatie, naast de essentieel blijvende opvang, zorg en hulpverlening, het accent veel meer te liggen op ontmoeting en op verbinding maken dan voorheen. Je zou dus kunnen
35
spreken van “Ontmoetingscentrum Pauluskerk”. De kerk wordt een plaats, een “sociaal laboratorium” in de stad, waar mensen leren zichzelf te verplaatsen in een ander, om te beginnen in de “kansarme” ander en zo leren “kijken met ogen van onderop”. De hele kerk (met multifunctionele kerkzaal en stiltecentrum, ook functionerend voor het nieuwe CS), het kerkplein met onder meer keuken, restaurant en winkel/atelier (met inzet van zoveel mogelijk bezoekers voor zin volle dagbesteding en het terugwinnen van waardigheid), het nieuwe podium DOCK (Dialoog, Ontmoeting, Cultuur en Kunst), ze vormen allemaal elementen waarop die “ontmoeting” moet plaatsvinden, en dan zo natuurlijk mogelijk, dus zonder dwang of drang. Als dat lukt, vormt de plaats Pauluskerk (opnieuw) iets unieks in Rotterdam. d. Werkwijze Wat doet de Pauluskerk? Zorgt voor dagopvang en dagbesteding Zorg voor nachtopvang Zorgt voor eten, drinken en warme maaltijden Maatschappelijke en diaconale hulpverlening Hulpverlening aan vluchtelingen Zorgt voor tijdelijke huisvesting Geeft bijdragen in het levensonderhoud Medische en tandheelkundige zorg Pastorale zorg Openatelier en schrijverscafé Voedselbankuitgifte Podium voor kunst, cultuur en debat. Podium voor bezinning, geloof en spiritualiteit Geloofsgemeenschap met diensten door de week, op vrijdagavond en zondag. e. Wat zijn de ervaringen? Cijfers uit het jaarverslag 2012: De Pauluskerk is open 7 dagen per week van 9 tot 9 De Pauluskerk ontvangt 200-250 mensen per dag, tussen de 1200 en 1500 bezoekers per week. (vooral in de koude periode) Open atelier: ongeveer 10 bezoekers per keer per week. Eethuis voedt 60-90 mensen per keer Voedselbank geeft 60-70 pakketten per week Vluchtelingenspreekuur helpt 80-120 mensen per week. Diaconaal/maatschappelijk spreekuur helt 40-60mensen per week. Medische dienst helpt ruim 1000 mensen, ongeveer 3000 consulten per jaar Tijdelijke huisvesting voor gemiddeld 30-40 mensen (vluchtelingen, Nederlanders of mensen met een verblijfsvergunning) Nachtopvang voor gemiddeld 24-30 personen Diensten (op zondag en vrijdag) bezocht door 20-60 personen Kerkcafé door de week 5-10 personen 200 vrijwilligers (25 nieuw in 2012) 14 beroepskrachten Podium voor kunst cultuur en debat: 7 bijeenkomsten, 610 personen. Mogelijk door giften en bijdragen, geen subsidie van de overheid. 2012 Baten uit fondsenwerving €374.553 Lasten €338.883 Batig saldo 2012 € 41.044
36
Radar Locatie: een centrale- openbare ruimte. a. Opgericht In april 2013 is het artikel geschreven, maar wanneer het precies opgericht is staat er niet in. b. Doel/Doelgroep Bewoners van Rotterdam Centrum c. Visie De wijkcoöperatie Rotterdam Centrum is een plek om samen te werken én samen te leren. Studenten, docenten en onderzoekers werken samen met bewoners, ondernemers en de overheid. De wijkcoöperatie ondersteunt projecten en initiatieven van bewoners, maatschappelijke instellingen en ondernemers die de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van bewoners vergroten. d. Werkwijze Verbindend element tussen diverse zorg- en welzijnsinstanties en maatschappelijke diensten. Wij gaan uit van het optimaal benutten van de eigen kracht en talenten van uzelf, uw omgeving en van vrijwilligers. Het uitgangspunt van onze aanpak is de zogenaamde WIEfocus. Wie gaat wat doen: bewoner, Radar, Uitvoering of samen? WIE staat voor • Wederkerigheid, voor wat hoort wat • Informeel netwerk • Eigen kracht. De opdracht aan Radar Uitvoering is: talentontwikkeling, maatschappelijke participatie en zorg bieden voor jong en oud. De medewerkers gaan eropaf, we komen thuis bij bewoners met hulpvragen. We gaan actief op zoek naar ideeën, vragen en talenten in de wijk. Bewoners organiseren het zelf. Onze medewerkers hebben de rol van coach, zij initiëren, faciliteren, en ondernemen. e. Ervaring De ervaring staat niet beschreven.
Resto van Harte Locatie Rotterdam: Buurtcentrum Mozaïek Schommelstraat 69 3035 CG Rotterdam a. Opgericht Resto Van Harte is in 2004 opgericht, door de grondleggers van Artsen zonder Grenzen b. Visie
37
Onze samenleving kent steeds meer mensen die sociaal geïsoleerd zijn. Verbindende factoren als de kerk, familieverbanden en sociale controle zijn steeds minder vanzelfsprekend. Verschillen in cultuur, religie en generatie zorgen voor een drempel om contact te maken. Eenzame mensen onderhouden in hun persoonlijke leven geen betekenisvolle contacten en hebben niemand die hen kan steunen bij problemen of tegenslagen. Bovendien nemen ze nauwelijks deel aan het sociale en maatschappelijke leven, waardoor ze steeds verder van onze samenleving verwijderd raken. Missie Resto VanHarte vindt dat iedereen erbij hoort in de samenleving en biedt een plek in de wijk waar mensen elkaar kunnen ontmoeten. Dat is hard nodig, want 1 op de 3 Nederlanders voelt zich eenzaam. Op 34 locaties in het land organiseert Resto VanHarte lekkere en betaalbare driegangendiners voor wijkbewoners met diverse achtergronden. Iedereen is welkom! De gemeenschappelijke eettafel is bij uitstek de plek om met elkaar in contact te komen en iets te ondernemen. Regelmatig schuift de wijkagent, huisarts of beweegcoach aan om te vertellen over activiteiten in de wijk. Zo brengt Resto VanHarte mensen met elkaar in contact en dynamiek in de wijken. De drijvende kracht achter Resto VanHarte zijn de vrijwilligers in de keuken. Aan hen biedt Resto VanHarte inspiratie tot zelfontplooiing en kansen op weg naar een actieve rol in de samenleving. Dankzij hun inzet en de bijdrage van donateurs, de overheid en bedrijven zet Resto VanHarte jaarlijks bijna 120.000 maaltijden op tafel. Regelmatig schuiven de wijkagent, de dominee, de imam of mensen uit het onderwijs, de sport en de cultuur aan. Zij inspireren de gasten zèlf in actie te komen, binnen de Resto’s maar ook daarbuiten. c. Doel/doelgroep Iedereen, vooral eenzame mensen. Resto VanHarte doorbreekt de trend van isolement door gasten en vrijwilligers een sociaal netwerk te bieden. Resto VanHarte gelooft dat iedereen gebaat is bij een samenleving waarbij niemand buiten de boot valt. En biedt scholieren, langdurig werklozen en mensen uit de reclassering of re-integratie kansen om weer aan de slag te gaan. Maatschappelijke integratie, participatie en samenhang begint bij de mens zelf, zijn straat en zijn wijk. d. Werkwijze Twee avonden per week wordt er door Resto VanHarte een driegangendiner georganiseerd in een school of buurthuis met een professionele keuken. Vrijwilligers uit de buurt doen boodschappen en dekken de tafels. Onder leiding van een professionele kok worden de voorbereidingen gedaan door een kookploeg. De prijs voor het driegangendiner is €7,- en voor mensen die het aantoonbaar niet kunnen betalen is het €4,-. e. Ervaring • Er ontstaan blijvende contacten tussen de gasten, met als gevolg dat zij ook buiten de Resto’s samen activiteiten ondernemen. • Mensen van verschillende culturen en leeftijden integreren met elkaar. • Door contacten met werkgelegenheids- en culturele instanties, worden mensen in een isolement geprikkeld om weer actief deel te nemen aan de maatschappij.
Stichting Present
38
Locatie: geen centrale-openbare locatie. a. Opgericht Stichting Present is gestart in Zwolle. Mensen uit een plaatselijke kerk vroegen zich eind jaren negentig af: “Wat kunnen we bieden aan mensen in de eigen stad?” In 2000 bezocht een aantal van hen in Londen een seminar van 'The Besom’. Deze organisatie roept mensen op om te delen vanuit wat ze ontvangen hebben. Besom organiseert voor individuen en groepen projecten samen met social work. Ze biedt ook de mogelijkheid om geld en spullen beschikbaar te stellen voor een ander. Present start officieel in 2003 in Zwolle. Enkele groepen stellen tijd beschikbaar. De formule slaat aan. In 2004 zetten zich 20 groepen in en in 2005 groeit dit naar 70 groepen. Er komt belangstelling uit het land. Mensen die in hun eigen stad of dorp een stichting Present op willen zetten. Het besluit wordt genomen om Present te verbreden in Nederland. Stichting Present Nederland wordt opgericht om lokale initiatiefnemers te ondersteunen bij het starten van een eigen stichting. In 2005 start Present Amsterdam en in 2006 volgen nog eens 11 stichtingen. Eind 2010 zijn er 46 en een jaar later 51 stichtingen Present. In 2011 hebben zich bijna 20.000 mensen ingezet via Present. http://www.stichtingpresent.nl/rotterdam/cm/60/onze-historie b. Visie Onze visie is dat er een beweging op gang komt in de samenleving waarbij meer mensen het vanzelfsprekend vinden om naar elkaar om te zien. Vanuit een functie als makelaar in vrijwillige inzet wil Present Rotterdam een brug gaan slaan tussen mensen die bereid zijn om te geven en mensen die met dat aanbod geholpen kunnen worden. Groepen mensen – bijvoorbeeld uit kerken, vriendengroepen, collega’s – geven aan wat ze willen doen en op welke dag en Present gaat in samenwerking met maatschappelijke organisaties op zoek naar een passend project. Present heeft een Christelijke identiteit. c. Doel/doelgroepen Stichting Present Rotterdam slaat een brug tussen mensen die iets te bieden hebben en mensen die daarmee geholpen kunnen worden. Mensen zijn bereid iets voor anderen te betekenen. Mensen willen bijdragen aan de samenleving. De vraag is: hoe doe je dat? De samenleving is complex en veranderd. De moderne verzorgingsstaat heeft gezorgd voor meer vrijheid en waardigheid voor mensen in een afhankelijke en kwetsbare positie. Een minder positief gevolg is dat het gevoel van verantwoordelijkheid voor elkaar is verschoven. Zorg voor kwetsbare mensen en buurten is toch iets voor overheid en professionals? En als je als burger wat zou willen doen, waar moet je beginnen? Maatschappelijke organisaties kampen met een zelfde soort probleem. Graag zouden ze hun formele zorg met informele zorg verbinden. Professionals met burgers laten samenwerken en gebruik maken van elkaars specifieke kwaliteiten. Maar hoe dat je dat op een goede manier? Ondertussen neemt de hulpvraag toe. Er is een grote groep mensen die aan de rand van de samenleving staat en het erg moeilijk heeft. Het tempo van onze kennissamenleving is voor hen niet meer te volgen. Een combinatie van ingrijpende levensgebeurtenissen en gebrek aan sociale netwerken zorgt soms voor een vicieuze cirkel van sociale uitsluiting, armoede en isolement. Risicogroepen zijn bijvoorbeeld ouderen, langdurig werklozen, etnische minderheden, chronisch zieken, mensen met een verstandelijke beperking of psychische problemen, alleenstaande moeders,
39
mensen met een jarenlange zorgtaak en ex-gedetineerden en dak- en thuislozen. Er is een kloof tussen mensen. Voor veel Nederlanders hebben de gemarginaliseerden geen gezicht. Hechte structuren, sociale verbanden en gemeenschappen zijn in meer of mindere mate verbrokkeld. Om die samenleving als sociale gemeenschap sterker te maken is er een brug nodig, een verbindende schakel. Present wil zo’n schakel zijn. Present is een ‘sociale makelaar’ die met mensen bespreekt wat ze in huis hebben en wat de waarde van hun aanbod is. Om dat vervolgens onder de aandacht te brengen van maatschappelijke organisaties en te bespreken hoe dat te integreren is. Drukke, hoogopgeleide en ‘geslaagde’ mensen stellen tijd beschikbaar om te helpen en die ander te ontmoeten. Juist die ontmoeting brengt verandering. De deelnemer die zich inzet geeft niet alleen, hij ontvangt ook en krijgt een ander beeld van bijzondere mensen die in de marge leven. Deelnemers die geholpen worden verliezen een stuk cynisme. Ze ervaren toch in tel te zijn, waardevol genoeg om te bestaan. Ze vatten weer moed om naar de toekomst te kijken en om, vaak ondersteund door professionals in de zorg een klein stapje vooruit te zetten. Present heeft als visie: een beweging op gang te brengen in de samenleving waarbij mensen het meer vanzelfsprekend vinden om naar elkaar om te zien. Als mensen en organisaties verbonden raken en het vermogen hebben om zorg te dragen voor elkaar en voor de wereld dan ontstaat er vertrouwen in de samenleving. Sociaal kapitaal wordt dan benut en moreel kapitaal ontwikkeld. De bouwstenen van de samenleving zijn haar sociale verbanden en netwerken. Denk aan gezinnen, scholen, kerken, verenigingen, bedrijven, netwerken van vrienden, enzovoort. Vanuit deze verbanden kunnen groepen mensen zich via Present inzetten voor de samenleving. Als deze sociale netwerken over de muren van hun eigen leefwereld dienstbaar zijn, dan vormen ze de krachtbronnen van de samenleving. d. Werkwijze Voorbeelden van projecten zijn: een verwaarloosd huis uitruimen en schoonmaken, iemand helpen bij een verhuizing, een verwilderde tuin aanpakken, een dagje uit met bewoners van een instelling, leefbaarheidprojecten in de straat zoals het verwijderen van zwerfafval, schilderen en behangen, et cetera. Belangrijk hierbij zijn onze criteria voor hulp: mensen die onvoldoende geld, sociaal netwerk of gezondheid hebben om de klus zelf te klaren. Deze indicatie wordt niet door Present gesteld, maar door de maatschappelijke organisatie waarmee wordt samengewerkt. Plaatselijk werken stichtingen Present samen met o.a. kerken, bedrijven, maatschappelijke organisaties, woningcorporaties, gemeenten en fondsen. e. Ervaringen De effecten van de projecten zijn zichtbaar aan ‘beide kanten van de brug’. De vrijwilligers worden zich bewust van wat er zich – vaak achter de voordeur – kan afspelen. Ze ervaren dat omzien naar een medemens, het echt iets voor een ander betekenen, je leven verrijkt. De hulpvanger ervaart een doorbraak van een vicieuze cirkel. Een opgeruimd huis kan ook een opgeruimd hoofd zijn. Het contact en de ontmoeting met de vrijwilligers is net zo belangrijk. Je bent weer even in tel, je ervaart dat je niet ‘sociaal overbodig’ bent. Onder begeleiding van de hulpverlener kun je weer werken aan een nieuw begin. Quotes: Hulpontvanger Houten: "Ik heb afgelopen zaterdag mogen genieten van hulp via St.Present..ben er zo blij mee, wat een rust en hoop geeft hett!! Dank jullie wel!" Hulpverlener na een project: "Haar huis is weer een thuis geworden." Phil Bosmans: "Deel je brood en het smaakt beter, deel je geluk en het wordt groter." Deelnemer in een verzorgingshuis: "De ouderen hebben altijd voor ons gezorgd, nu kunnen we wat terugdoen"
40
Wilskracht Werkt Locatie: geen openbare locatie a. Wanneer opgericht Wil Roode begon als verpleegkundige. Zij is getrouwd en moeder van 3 kinderen, die volwassen zijn. Zij zocht na haar baan in de verpleging een nieuwe uitdaging en studeerde aan de Hogeschool Rotterdam. Daar liep zij stage bij opbouwwerkers; hun manier van werken zoals belangenbehartiging in samenspraak met de wijkbewoners, trok haar enorm aan. Haar eerste betaalde baan was als Sociaal cultureel werker bij een grote welzijnsinstelling, waar zij meer ervaring en contacten heeft opgedaan met bewoners. Toch merkte zij dat verschillende mensen buiten spel stonden. Zij deden niet mee aan activeringstrajecten, bijvoorbeeld omdat zij geen uitkering hadden. Wil Roode richtte Stichting Wilskracht Werkt in 2007 op. Voor haar blijft het altijd belangrijk dat iedereen welkom is en mee kan doen. Door haar grote netwerk kon Wil gemakkelijk contact krijgen met organisaties die heel graag hulp wilden hebben bij hun activiteiten. Het begon met een incidentele activiteit en nu nog helpt Wilskracht jaarlijks bij veel verschillende evenementen en activiteiten. Wilskracht Werkt ontwikkelde zich vlot verder en in de afgelopen vijf jaar werden naast het Centrum ook de vestigingen in Charlois, Rotterdam Noord en Overschie een feit. Intussen hebben diverse vrijwilligers een betaalde baan via Wilskracht Werkt gevonden. Jaarlijks stromen veel vrijwilligers door van inactief thuis zitten naar actief zijn in activiteiten en evenementen via de stichting. Mensen bereiken aanzien en hebben een organisatie die achter hun staat. Zij horen bij Wilskracht Werkt, zijn niet langer alleen, zonder doel en gaan weer voelen dat ook zij er toe doen en verschil maken door hun inzet. b. Visie Wilskracht Werkt is niet zomaar een stichting. Vanuit ervaring, andere inzichten en de behoefte mensen actief te maken is Wilskracht Werkt ontstaan.Het eerste doel van Stichting Wilskracht Werkt is dat iedereen mee kan doen. Het tweede doel is activering en participatie van mensen in de samenleving. Daarnaast ondersteunt Stichting Wilskracht Werkt allerlei (vrijwilligers)initiatieven, door het inzetten van vrijwilligers bij verschillende activiteiten in Rotterdam. c. Doel/doelgroepen Stichting Wilskracht Werkt heeft zich in de afgelopen 5 jaar ontwikkeld tot een organisatie met toenemende bekendheid in het Rotterdamse. Portefeuillehouder en deelraadsleden, medewerkers welzijn, participatie en arbeidsmarkt, scholingsinstellingen en samenwerkingspartners in de wijken hebben in de praktijk kunnen ervaren hoe de Stichting resultaten boekt met haar inspanning om meer mensen mee te laten doen in de samenleving en ze stappen te laten zetten richting vrijwilligerswerk en zo mogelijk de arbeidsmarkt. Het primaire doel van Stichting Wilskracht Werkt is meedoen. Activering en participatie van mensen in de samenleving. Daarbij ondersteunt Stichting Wilskracht Werkt allerlei (vrijwilligers)initiatieven, door het “leveren” van extra vrijwilligers bij hun activiteiten. De Stichting heeft ook activiteiten waar zowel incidenteel vrijwilligerswerk en/of projectmatige inzet mogelijk is. Op deze manier wordt de deelnemer een kans tot doorgroei geboden en wordt doorstroom van deelnemers naar vast vrijwilligerswerk bevorderd. Betaald werk is dan een kleinere stap. De inzet van de deelnemers vindt plaats onder begeleiding van een coach en vaak in groepsverband. Voor wie?
41
De Stichting realiseert haar doel enerzijds door instroom van nieuwe deelnemers te bevorderen en anderzijds zoekt Wilskracht Werkt de samenwerking met andere (vrijwilligers)organisaties en instellingen om activiteiten en/ of projecten te genereren. De wilskracht van de deelnemers om (weer) actief te worden,‘te werken’ in de maatschappij en de beloning dat hun wilskracht werkt, die ze daarvoor krijgen. De deelnemersdoelgroep bestaat uit: schoolverlaters, studenten, mensen in het arbeidsproces, uitkeringsgerechtigden, nuggers, vroeg uittreders (VUT -ers), pensioengerechtigden, allochtonen en autochtonen. Kortom de Stichting Wilskracht Werkt is bedoeld voor alle Rotterdammers. d. Werkwijze Stichting Wilskracht Werkt kiest nadrukkelijk voor een procesmatige insteek waarmee het activeringsproces wordt gestimuleerd. Een proces van meegaan – meedoen- meewerken. Om deelnemers met een sociaal economische beperking te activeren en te laten ervaren hoe zinvol vrijwilligerswerk kan zijn, kiest de stichting nadrukkelijk voor drie etappes; incidenteel vrijwilligerswerk, projectmatig vrijwilligerswerk, vast vrijwilligerswerk. Scholing blijft worden aangeboden in de vorm van thema bijeenkomsten en workshops. Doel hiervan is om laagdrempelig interesse te genereren voor het in jezelf investeren. Huidige projecten: • Thuisadministratie • Fietslessen • Buurtbuddies • Buurtscoot e. Ervaringen Vanuit een organisatie kwam de hulpvraag om onkruid te wieden bij een oudere vrouw. Zij had de hele zomer nog niet kunnen buiten zitten door de onkruid die in haar tuin aanwezig was. Voor meneer was dit de eerste keer dat hij door Wilskracht werkt werd ingezet en hij kwam op de afspraak in zijn nette pak. Hij wilde een goede indruk geven aan degene die de hulpvraag had uit gezet. Omdat meneer in pakkie deftig kwam hebben we een nieuwe afspraak met hem gemaakt voor het onkruid wieden. Nadat hij de klus had geklaard, was meneer zo trots op zijn werk, dat hij dit graag wilde laten zien aan de Wilskracht werkt deelnemer. Dit soort verhalen zorgt ervoor dat het werken bij Wilskracht werkt een leuke uitdaging is. Organisaties die met ons hebben samengewerkt zeggen: “Wij hebben tijdens 2 festivals perfect samengewerkt met Wilskracht Werkt. De communicatie met deze organisatie was gewoonweg zeer goed te noemen. Een organisatie die haar afspraken volledig is nagekomen. In onze sector zijn communicatie en afspraak is afspraak van eminent belang. Van de diensten van Wilskracht werkt gaan we in de toekomst zeker meer gebruik maken.” “Een goed georganiseerde groep van enthousiaste vrijwilligers, daar zijn wij heel dankbaar voor bij dergelijke grote presentaties, zoals “De Oude Westendag” waarop we niet alleen een discussie, maar ook ’30 jaar Taaldrukken in het Oude Westen’ vierden. Een dergelijke presentatie is voor ons zelf en de partners, zonder deze vrijwilligers lastig te organiseren.” “Het is lastig om vrijwilligers te krijgen voor culturele activiteiten, zoals de UITmarkt Prins Alexander. Gelukkig kon Wilskracht Werkt ons helpen. En naar onze grote tevredenheid. Als je tevoren duidelijk op papier hebt gezet, wat de bedoeling is, dan kunnen de taken makkelijk worden verdeeld. Het doet mij goed om te zien hoe mensen, die nauwelijks affiniteit hebben met onze specifieke activiteit, met plezier en nauwgezet hun taken vervullen. Petje af voor die mensen. Daarvan zouden er veel meer moeten zijn. Bij een volgende activiteit doe ik graag weer een beroep op Wilskracht.” “Wilskracht Werkt is een prima initiatief. Wij hebben Wilskracht Werkt ingezet bij onze teamleidersdag. De verzorging was vervolgens uitstekend geregeld! Bij het Sinterklaasfeest dat door de
42
personeelsvereniging van onze organisatie is georganiseerd hebben medewerkers van Wilskracht Werkt gezorgd voor het schminken van Sint en Pieten én van de deelnemende kinderen! Ook een aanrader! CVD Nelleke Gentenaar”
Zowel wijkwerker/wijkteams Locatie: geen openbare locatie Zowel! is een organisatie van Laurens en de SWK Groep. a. Opgericht 1 juli … b. Visie Een klimaat waar burgers mogelijkheden hebben en krijgen. Een maatschappij waarin iedereen iets voor elkaar wil en kan betekenen Samenwerken tussen bewoners en talenten verbinden c. Doel/doelgroep Bewoners Delftshaven d. Werkwijze Wijkwerkers stimuleren de wijkbewoners om elkaar te helpen of te luisteren naar anderen. Iedereen heeft verschillende kwaliteiten. Dit gebeurt in verschillende gebieden en op verschillende manieren: dagbesteding, verbinden door bewegen, taalcursussen, het opzetten van kleine contactgroepen en vriendschapscursussen. Voor de jeugd is er een samenwerking met het onderwijs op het gebied van loopbaan- en beroepskeuze. De wijkwerkers spelen hierin een belangrijke rol. Lidmaatschap van verenigingen wordt gestimuleerd. Zowel is voor iedereen en overal. e. Ervaringen
43