THE HOLLAND ROAD ~ HUISKAMER 3.0 Welke interventie, passend binnen ‘’huiskamer 3.0’’, geeft antwoord op gezondheidsvraagstukken van de sociale middenklasse gebaseerd op een participerende samenleving in het Oude Westen van Rotterdam?
NAMEN: VAK:
TOETSCODE: SCHOOL: BEGELEIDEND DOCENT: OPDRACHTGEVER: DATUM:
VANESSA CARTY (0818380) CHINOUK VAN GENDEREN (0877653) HAYRIYE CAVUSOGLU (0874624) FRANÇOISE BREGMAN (0857114) CINDY VAN DEN HAM (0852664) STEFANI FURTADO VARELA (0874563) NATHALIE FRANCKE (0836758) PROJECTMATIG (EN MULTIDISCIPLINAIR) WERKEN AAN (GROOTSTEDELIJKE) VRAAGSTUKKEN IVGPMG01P2 HOGESCHOOL ROTTERDAM HANS KURPERSHOEK JORIEN MINDERHOUD 14 JANUARI 2015
Voorwoord Wij hebben dit verslag met veel plezier geschreven en hopen dat iedereen dit met veel plezier zal lezen. Via deze weg willen wij Jorien Minderhoud, onze opdrachtgever, bedanken voor deze leerzame opdracht. Ook hebben wij veel steun gehad aan ons begeleidend docent Hans Kurpershoek. Hij heeft ons ondersteund bij al onze vragen en was altijd beschikbaar voor ons. Daarnaast willen wij ook alle mensen bedanken uit het Oude Westen te Rotterdam, die hebben meegewerkt aan ons onderzoek. Tot slot willen wij elkaar bedanken, voor de leerzame en leuke samenwerking. Nathalie Francke Hayriye Cavusoglu Vanessa Carty Cindy van den Ham Chinouk Genderen Stefani Furtado Varela Françoise Bregman 14 januari 2015, Rotterdam
2
Samenvatting Hieronder volgt een korte samenvatting van het onderzoek. Het onderzoek is als volgt opgesteld: er is een enquête gemaakt die op twee verschillende tijdstippen is afgenomen. De enquête is anoniem en onwillekeurig afgenomen. Het was moeilijk om mensen te vinden die de enquête wilden invullen. Daar waren verschillende redenen voor. Na het verzamelen van de ingevulde enquêtes zijn de enquêtes uitgewerkt en zijn er verschillende verbanden gelegd. Wat uit de enquêtes bleek, is dat de inkomens over het algemeen laag zijn. De meeste mensen leven van een uitkering, of hebben een inkomen lager dan 1000 euro per maand. Van de deelnemers heeft ongeveer 35% overgewicht. Toch voelt de meerderheid van de deelnemers zich over het algemeen gezond. De deelnemers willen graag informatie, groepsbijeenkomsten en begeleiding wat betreft overgewicht. De helft van de ondervraagden hebben behoefte aan een plek in de wijk waar ze naar toe kunnen met gezondheidsvragen met betrekking tot overgewicht. Wat opviel vanuit de enquêtes is dat 53% van de vrouwen en 27% van de mannen behoeften hebben aan een plaats in de wijk waar informatie wordt verstrekt rondom gezondheidsvraagstukken. Hier is het eindproduct op gebaseerd. De aanbeveling is dat er een wekelijkse bijeenkomst wordt georganiseerd die voorlichting en workshops bevat. De bijeenkomsten zijn toegankelijk voor iedereen. Er is ieder blok (4 weken) een wisselend thema. Eerst wordt er voorlichting gegeven. Vervolgens worden de aanwezigen ingedeeld in groepjes, zodat er een mix ontstaat van verschillende culturen. Vervolgens gaat iedere groep koken. Er wordt gestreefd naar een lerende, participerende workshop met verschillende culturen. Op deze manier kunnen bewoners van elkaar leren en dit ook thuis toepassen en voortzetten. Daarnaast is het ook een gezellig uitje voor jong en oud.
3
Inhoudsopgave Inleiding ..................................................................................................................................... 5 The Holland Road ...................................................................................................................... 6 Doel van het project .................................................................................................................. 7 Methode van het onderzoek ..................................................................................................... 8 Deskresearch ......................................................................................................................... 8 Kwantitatief onderzoek ......................................................................................................... 8 Literatuuronderzoek .................................................................................................................. 9 1. Wat is het meest voorkomende medische probleem onder de sociale middenklasse in het Oude Westen? ................................................................................................................. 9 Cultuur en gewicht ............................................................................................................ 9 Inkomen en gewicht ........................................................................................................ 11 2. Is er behoefte aan hulp omtrent het medische probleem in het Oude Westen? .......... 13 3. Welke activiteiten worden er aangeboden in de wijk met betrekking tot de participatiesamenleving? .................................................................................................... 16 4. Welke interventie is toepasselijk omtrent het medische probleem in het Oude Westen? ...................................................................................................................................... 17 Discussie .................................................................................................................................. 19 Conclusie ................................................................................................................................. 20 Literatuurlijst ........................................................................................................................... 21 Bijlagen .................................................................................................................................... 23 Bijlage 1 Enquête ................................................................................................................. 23 Bijlage 2 Agenda Oude Westen ........................................................................................... 27
4
Inleiding Dit verslag is opgesteld naar aanleiding van de opdracht die de opdrachtgever Jorien Minderhoud heeft gegeven. Er wordt antwoord gegeven op de volgende hoofdvraag: ”Welke interventie, passend binnen de ‘huiskamer 3.0’, geeft antwoord op gezondheidsvraagstukken van de sociale middenklasse, gebaseerd op een participerende samenleving in het Oude Westen van Rotterdam?” Voordat hier een antwoord op gegeven kan worden, is het belangrijk om te weten wat de ‘huiskamer 3.0’ precies inhoudt. Dit wordt beschreven in hoofdstuk één. Vervolgens wordt er in hoofdstuk twee beschreven wat het doel van het project is. Daarna worden de methodes van het onderzoek behandeld in hoofdstuk drie. In hoofdstuk vier wordt er antwoord gegeven op de volgende deelvragen: 1. Wat is het meest voorkomende medische probleem onder de sociale middenklasse in het Oude Westen? Allereerst is er literatuuronderzoek gedaan waaruit een conclusie is getrokken wat het meest voorkomende medische probleem is in het Oude Westen. Aan de hand van verschillende vragen in de enquête, wordt er gekeken of dit ook daadwerkelijk het meest voorkomende probleem is, en of mensen dit ook zo beleven. 2. Is er behoefte aan hulp omtrent het medische probleem in het Oude Westen? Willen de mensen geholpen worden om het probleem aan te pakken? Om mensen te willen helpen, is het belangrijk dat men openstaat. Als men niet openstaat om het probleem op te lossen of aan te pakken, houdt het snel op. 3. Welke activiteiten worden er aangeboden in de wijk met betrekking tot de participatiesamenleving? Om deze deelvraag te beantwoorden is er gekeken of er in de wijk al activiteiten en/of andere mogelijkheden worden aangeboden waar men met elkaar over verschillende onderwerpen kan praten met het oog op gezondheid. 4. Welke hulp is toepasselijk omtrent het medische probleem in het Oude Westen? Nu het probleem duidelijk is, kan er nagedacht worden over welke hulp gegeven kan worden aan de mensen in de wijk die te maken hebben met dit probleem. Hierbij wordt in gedachte gehouden hoe dit kan op een manier die gericht is op een participerende samenleving. 5. Hoe kan deze hulp om worden gezet in de vorm van een interventie? Deze deelvraag is een vervolg van deelvraag vier. De hulp die daar bedacht is, worden omgezet in een interventie. Oftewel; een actieve handeling om dit probleem op te lossen. Na dat deze deelvragen zijn beantwoord, wordt de discussie aangegaan in hoofdstuk vijf, waarna er uiteindelijk een conclusie kan worden getrokken in hoofdstuk zes.
5
The Holland Road De Holland Road is een jonge, startende organisatie die snel groeit. De missie van The Holland Road is om de maatschappij te versterken (missie, 2014). Om de maatschappij te versterken moet de maatschappij zelfredzaam worden, waar ieder individu een kans krijgt zich te ontwikkelen. Dit wordt gerealiseerd door de hogere-‐ en de lagere klassen met elkaar te verbinden zodat er een sociale middenklasse ontstaat. The Holland Road is opgezet door Jorien Minderhoud. Zij wist van jongs af aan dat ze mensen wilde helpen. In haar ogen hadden mensen in Afrika echt hulp nodig. Toen ze eenmaal in Afrika was, kwam ze erachter dat de verbondenheid zo groot was binnen de gemeenschappen, dat zij helemaal geen hulp nodig hadden. Terug in Nederland kwam ze er vrij snel achter dat we in Nederland die verbinding juist missen, hier is het ieder voor zich. Hierdoor besloot Jorien de 'Afrikaanse vibe' over te brengen naar Nederland (missie, 2014). Om de participatiesamenleving binnen de Rotterdamse gemeenschap te activeren, wil The Holland Road dé huiskamer 3.0 van Rotterdam realiseren. De huiskamer moet dé plek worden van Rotterdam om elkaar te ontmoeten, van elkaar te leren en te genieten van wereldse gezonde gerechten. Ook zal er, binnen deze huiskamer, ingespeeld worden op de gezondheidsproblemen die binnen de gemeenschap spelen. Dit kan vorm krijgen door mensen met elkaar over deze problemen te laten praten, maar ook door groepsbijeenkomsten te organiseren met professionele begeleiding.
6
Doel van het project In het kader van dit project van The Holland Road, wordt een product ontworpen dat past binnen de visie en missie van de organisatie en dus in de ‘huiskamer 3.0’. Deze moet op een positieve en preventieve manier antwoord geven op de maatschappelijke vraagstukken, gericht op gezondheid. Onder de maatschappelijke vraagstukken verstaan wij, als tweedejaars verpleegkunde studenten, alles wat betrekking heeft tot gezondheid. Er wordt gekeken naar hoe de lage-‐ en hogere klasse samen een middenveld kunnen vormen in het Oude Westen. Er wordt gebruik gemaakt van de eigen kracht van de burgers, waarbij de hulpverleners op de achtergrond blijven of alleen faciliterend ingezet worden. Daarnaast wordt er uitgezocht wat de behoefte is van de wijk met betrekking tot de participatiesamenleving; is er behoefte om te gaan verbinden en om samen te gaan werken? Wat is daarbij de juiste verhouding tussen het inzetten van hulpverlening en de verantwoordelijkheid bij de burger zelf leggen, wanneer het gaat om invulling van de participatiesamenleving? Om dit doel te verduidelijken en uit te werken is er een hoofdvraag opgesteld. Deze luidt als volgt: ·∙‘’Welke interventie, passend binnen “huiskamer 3.0’’, geeft antwoord op gezondheidsvraagstukken van de sociale middenklasse gebaseerd op een participerende samenleving in het Oude Westen van Rotterdam?’’ Deze vraag gaat het antwoord geven op het doel van dit project.
7
Methode van het onderzoek Voor het onderzoek zijn verschillende onderzoeksmethodes toegepast. Zo is er gebruik gemaakt van deskresearch en kwantitatief onderzoek.
Deskresearch Voor het maken van een plan van aanpak is het boek “Projectaanpak in 6 stappen” van Grit, R. Aan de hand van de zes stappen is er een plan van aanpak in elkaar gezet en uitgewerkt. De hiervoor benodigde informatie kwam vooral van de site van The Holland Road en van Territoriale Indeling Rotterdam (Report, 2011). Nadat er een beter beeld is geschept van de opdracht, konden er hoofd-‐ en deelvragen geformuleerd worden. Vervolgens zijn deze uitgewerkt. De hiervoor benodigde informatie komt vooral van betrouwbare websites en uit boeken (zie literatuurlijst).
Kwantitatief onderzoek Kwantitatief onderzoek is bedoeld om gegevens te krijgen over percentages en verhoudingen binnen de totale doelgroep. Kwantitatief onderzoek is in de eerste plaats meten (Kwantitatief onderzoek, 2014). Naar aanleiding van onze hoofdvraag is er besloten om een enquête af te nemen. Een enquête is een systematische ondervraging van een groot aantal personen op een aantal van tevoren bepaalde punten. Meestal vormen deze personen een zorgvuldig getrokken steekproef uit een bepaalde omschreven populatie (Kwantitatief onderzoek, 2014). Deze methode van onderzoek brengt veel voordelen met zich mee: -‐ Het resultaat zegt iets over de mate (percentage) waarin iets voorkomt in de doelgroep. -‐ Significante verschillen kunnen worden aangegeven -‐ Eigen ideeën kunnen worden getoetst en uitgedrukt in percentages -‐ Er kunnen ook diepgaande statische analyses uitgevoerd worden (bijv. naar subgroepen of om verbanden te leggen) -‐ De manier van vragen is gestandaardiseerd waardoor meer eenduidige antwoorden worden verkregen (Kwantitatief onderzoek, 2014) Dit alles ter ondersteuning van onze doelstelling. De enquête dient als hulpmiddel om te peilen hoe de burgers uit het Oude Westen hun gezondheid ervaren. Aan de hand van deze bevindingen is de enquête opgesteld met een kwantitatieve opbouw.
8
Literatuuronderzoek 1. Wat is het meest voorkomende medische probleem onder de sociale middenklasse in het Oude Westen? Volgens de opdrachtgever Jorien Minderhoud, is overgewicht één van de meest voorkomende medische problemen in het Oude Westen. Vanuit de enquête is gebleken dat 83% van de ondervraagden overgewicht bij zichzelf óf in zijn nabije omgeving ervaart. Aan de hand van deze gegevens is een literatuuronderzoek gestart naar overgewicht in Nederland, met betrekking tot cultuur en inkomen. Overgewicht in Nederland Overgewicht is een sterk groeiend probleem in Nederland. Uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek is gebleken, dat 40% van de bevolking kampt met overgewicht. Dit is sinds 1981 met 14,1% gestegen (Publication, 2014). Verschillende factoren spelen een belangrijke rol bij overgewicht zoals cultuur en inkomen.
Cultuur en gewicht In 2009 is een onderzoek gedaan of de mate van integratie invloed heeft op het gewicht van allochtonen. Uit onderzoek is gebleken dat allochtonen die meer in de Nederlandse samenleving zijn geïntegreerd, qua (over)gewicht, meer lijken op de autochtone bevolking (Dagevos., 2009). Overgewicht is onder allochtonen een groter probleem dan onder autochtonen. Voornamelijk de Marokkaanse, Turkse, Surinaamse en Antilliaanse gemeenschappen kampen met dit probleem (de Graaf, Kalmijn, & Kraaykamp, 2011). Uit onderzoek onder 18-‐70-‐jarigen met ernstig overgewicht (BMI >30), zijn de volgende resultaten naar voren gekomen: Autochtonen : 11% van de totale autochtone bevolking Antillianen : 20% van de Antilliaanse bevolking Surinamers : 13% van de Surinaamse bevolking Marokkanen : 14% van de Marokkaanse bevolking Turken : 18% van de Turkse bevolking (Dagevos., 2009) In de enquête is gevraagd naar de lengte en het gewicht van de bewoners. Aan de hand van deze gegevens is het BMI uitgerekend. Hierbij kwamen de volgende percentages naar voren: -‐ Verdeling BMI 3% 13% BMI <18,5 7% BMI 18,5-‐25 48% BMI 26-‐30 29% BMI >30 BMI onbekend
9
De verschillende schalen van het BMI houden het volgende in: -‐ Onder 18,5 is ondergewicht -‐ Tussen 18,5 en 25 is een gezond gewicht -‐ Tussen 25 en 30 is overgewicht -‐ Boven de 30 is obesitas (Heb ik een gezond gewicht?, 2014) BMI gerelateerd aan cultuur Deze gegevens zijn ook geclassificeerd in cultuurgroepen. Daarbij zijn de volgende groepen gemaakt: -‐ Nederlanders -‐ Marokkaans, Turks, Surinaams, Antilliaans Er is gekozen om de Marokkaanse, Turkse, Surinaamse en Antilliaanse ondervraagden onder te verdelen in één groep. Uit literatuuronderzoek is gebleken dat deze cultuurgroepen een verhoogd risico hebben (de Graaf, Kalmijn, & Kraaykamp, 2011).
-‐ Verdeling BMI (Nederlandse bewoners)
14%
15%
BMI <18,5 BMI 18,5-‐25
14%
BMI 25-‐30 57%
BMI >30
De meerderheid van de ondervraagde Nederlandse bewoners heeft dus een normaal BMI. Verder liggen de gegevens dicht bij elkaar.
10
-‐ Verdeling BMI (risicogroep) 0% 0%
13%
BMI <18,5 BMI 18,5-‐25 50%
37%
BMI 25-‐30 BMI >30 BMI onbekend
Deze risicogroep (Marokkaanse, Turkse, Surinaamse en Antilliaanse gemeenschappen) blijkt een hoger percentage overgewicht te hebben in vergelijking met de Nederlandse bewoners. Voedsel is bij deze etniciteiten een middel om gastvrijheid aan te tonen. Voedsel dient daarom altijd in ruime mate aanwezig te zijn. Bij mensen met een Turkse en Marokkaanse afkomst is gastvrijheid ook verbonden met hun geloof (Wageningenur , 2010). Gasten zijn op elk tijdstip van de dag welkom en krijgen altijd maaltijden of hapjes voorgeschoteld. Deze maaltijden zijn meestal groot van formaat, vetrijk en bevatten veel verzadigde vetzuren. Bij bezoeken als deze, is het afslaan van voedsel een belediging naar de gastvrouw/heer. Het volgen van een dieet is voor de gast dan ook geen reden om voedsel van de gastvrouw of -‐heer te weigeren (van den Berg., 2010).
Inkomen en gewicht Overgewicht komt opmerkelijk veel voor bij huisvrouwen-‐ en mannen, bij arbeidsongeschikten, bij AOW’ers en laagopgeleide burgers (Dagevos., 2009). In juni 2012 heeft het Nationaal Kompas Volksgezondheid onderzoek gedaan of er enig verschil is in inkomsten en overgewicht. Op basis van de, door burgers gerapporteerde lichaamslengte en gewicht, is geconcludeerd dat meer laag-‐ dan hoogopgeleide burgers overgewicht hebben. Onder de laagopgeleide burgers heeft 64,6% overgewicht, bij de hoogopgeleide burgers (HBO of universitair) is dat 40,1% (Savelkoul., M, & Uiters,.E., 2014). Een verklaring voor het feit dat overgewicht minder vaak voor komt bij hoogopgeleide burgers, kan te maken hebben met de wetenschap dat scholing leidt tot meer kennis over gezondheid en gezondheidsbevordering. Daarnaast levert gezondheidskennis een bijdrage aan een betere gezondheidstoestand (Cornelisse-‐Vermaat, 2003). Uit de enquête zijn de volgende gegevens naar voren gekomen: -‐ BMI >25 (inkomen gerelateerd) 9% Uitkering 37% <1000 27% 1000-‐2000 2000-‐3000 27%
11
Hieruit blijkt dat 37% van de ondervraagde mensen die overgewicht (of obesitas) hebben, een uitkering heeft. Wanneer de onderste klassen (uitkering en inkomen <1000 euro per maand) samen worden gevoegd, vormt dit de meerderheid met 64%. Hieruit kan geconcludeerd worden dat dit een risicogroep vormt voor overgewicht.
12
2. Is er behoefte aan hulp omtrent het medische probleem in het Oude Westen? In de enquête is de vraag aan de bewoners gesteld of men behoefte heeft aan een plek in de wijk, waar men terecht kan met zijn/haar vragen wat betreft overgewicht. Hierbij kan ook gedacht worden aan participerende activiteiten met als doel elkaar te ondersteunen en van elkaar te leren. Dit is wat er met de ‘huiskamer 3.0’ gerealiseerd wordt. Daar kwamen de volgende resultaten uit: -‐ Behoe@e aan een plaats in de wijk waar informaDe wordt verstrekt rondom gezondheidsvraagstukken 48% Ja, ik heb wel behoeve Nee, ik heb geen behoeve 52% Deze percentages liggen dus erg bij elkaar. Om een breder en completer beeld te krijgen, zijn er ook andere verbanden gelegd. Hieronder een overzicht. Behoe@e aan een plaats in de wijk waar informaDe wordt verstrekt rondom gezondheidsvraagstukken (m.b.t. geslacht) 27% 20% Mannen Vrouwen 53% Geslacht onbekend Uit deze cirkeldiagram kan worden opgemaakt dat de vrouwen in de meerderheid zijn. Mocht de 27%, waarvan het geslacht onbekend is, mannen zijn, dan nog zijn de vrouwen met 53% in de meerderheid. Aan de hand van deze gegevens zou er geconcludeerd kunnen worden dat vrouwen meer behoefte hebben aan een plaats in de wijk waar informatie wordt verstrekt rondom gezondheidsvraagstukken. Dit kan te maken hebben met het feit dat vrouwen meer waarde hechten aan communicatie, onderlinge relaties en samenwerking (A., 2014).
-‐
13
-‐ Behoe@e aan een plaats in de wijk waar informaDe wordt verstrekt rondom gezondheidsvraagstukken (m.b.t. lee@ijd)
0% <20 20-‐30 20% 13% 30-‐40 13% 27% 40-‐50 50+ 27% Leevijd onbekend In deze cirkelgrafiek is te zien dat bewoners onder de 20 jaar geen behoefte hebben aan een plaats in de wijk waar informatie wordt vertrekt rondom gezondheidsvraagstukken. De opvallendste groep is die van 30-‐40 jaar en de groep van 40-‐50 jaar. Deze 2 groepen hebben de meeste behoefte. Om deze conclusie te trekken is de categorie ‘leeftijd onbekend’ buiten beschouwing gelaten. Soort hulp Nu duidelijk is welke mensen behoefte hebben aan een informatiepunt, is de volgende vraag: aan wat voor soort hulp heeft men behoefte? Aan persoonlijke begeleiding of juist in een groep. Individuele voorlichting of groepsvoorlichting? Zowel individuele voorlichting en groepsvoorlichting hebben voor-‐ en nadelen. De voordelen van individuele voorlichting op een rijtje: -‐ Persoonlijk contact maken (oogcontact) -‐ Luisteren naar persoonlijk verhaal en daarop reageren -‐ Verhaal aanpassen op specifieke situatie Voordelen van groepsvoorlichting -‐ Vele personen tegelijk benaderen -‐ Personen met elkaar in gesprek laten gaan, praten over ervaringen enz. -‐ Leren van elkaar Nadelen individuele voorlichting -‐ Geen andere mensen die zich in een soort gelijke situatie begeven -‐ Kost veel tijd (en geld) Nadelen groepsvoorlichting -‐ Geen persoonlijk contact -‐ Allemaal andere achtergrond, verhaal niet kunnen aanpassen op elk specifiek geval -‐ Angst voor veroordeling van anderen (Graaf de, 2014)
14
In de enquête is de vraag gesteld aan wat voor soort hulp er behoefte is met betrekking tot overgewicht. Hier waren meerdere antwoorden mogelijk, namelijk: -‐ Ja, meer informatie over hoe je hier mee om kan gaan -‐ Ja, meer (persoonlijke) begeleiding -‐ Ja, meer groepsbijeenkomsten om hierover te praten -‐ Ja, namelijk… -‐ Nee, namelijk… Binnen de huiskamer 3.0 is nader gebleken dat er slechts twee van de vijf gegeven opties te realiseren zijn, namelijk: persoonlijke begeleiding en groepsbijeenkomsten. Als er naar deze uitkomsten van de enquêtes gekeken wordt, blijkt dat 56% van de ondervraagden behoefte heeft aan persoonlijke begeleiding. Dit in tegenstelling tot de overige 44% die de voorkeur geeft aan de groepsbijeenkomsten. Opvallend is dat de bewoners die deze vraag hebben beantwoord, 60% vrouw is, 24% man, en van 16% is het geslacht onbekend. Vrouwen blijken dus meer behoefte te hebben aan hulp omtrent het medische probleem overgewicht. Hieronder nog een kort overzicht van de soort behoefte onder de geslachten.
-‐ Behoe@e aan persoonlijke begeleiding (m.b.t. geslacht)
14%
29% Man Vrouw
57%
Geslacht onbekend
-‐ Behoe@e aan groepsbijeenkomsten (m.b.t. geslacht) 18% 18% Man Vrouw Geslacht onbekend 64% De mannen geven duidelijk de voorkeur aan persoonlijke begeleiding. Vrouwen willen juist liever groepsbijeenkomsten, zodat ze met anderen hierover kunnen praten (het onbekende geslacht is hier buiten beschouwing gelaten).
15
3. Welke activiteiten worden er aangeboden in de wijk met betrekking tot de participatiesamenleving? In het Oude Westen worden al verschillende activiteiten georganiseerd voor mensen die behoefte hebben aan sociale activiteiten. Er is onder andere een ‘aktiegroepcafé’ in het buurthuis waar bewoners geïnformeerd worden over dagelijkse en actuele zaken. Ook zijn er activiteiten zoals Turkse volksdansles, workshops sieraden maken, kookles, Somatisch spreekuur, een Surinaamse huiskamergroep, een Hindoestaanse vrouwengroep, theeterras en zelfs een huiswerkklas (Agenda, 2014). In bijlage 2 is een agenda weergegeven van de activiteiten in de wijk. Tevens zijn er verschillende plaatsen in de wijk waar bewoners naartoe kunnen om sociale contacten te leggen en informatie te verkrijgen. Zo is er de stichting ‘Humanitas’, locatie Leeuwenhoek. Dit is een verpleeghuis waar ook bewoners uit de buurt en omgeving, zowel jong als oud, kunnen deelnemen aan verschillende activiteiten, zoals kaartspelen, huisbioscoop, biljart en bingo (De Leeuwenhoek en omgeving, 2014).
16
4. Welke interventie is toepasselijk omtrent het medische probleem in het Oude Westen? Aan de hand van de zojuist gevonden informatie en gegevens is het volgende concept ontwikkeld:
Uit de enquêtes is gebleken dat een groot gedeelte van de bewoners te kampen heeft met overgewicht. Hierop wordt ingespeeld met het concept ‘’(W)eten met elkaar’’. De bedoeling is om mensen bewust te maken van wat ze eten en op welke manier ze dit klaarmaken. Tevens is uit de enquêtes gebleken dat de meerderheid van de bewoners behoefte heeft aan groepsbijeenkomsten, met name de 30 tot 50 jarigen. Daaruit is een concept ontwikkeld dat zowel theorie en praktijk bevat, wat mensen met elkaar laat discussiëren en samenwerken. Door deze manier van praktijk en theorie te combineren zullen geleerde dingen beter worden opgepikt en onthouden. Zoals filosoof Confucius 2500 jaar geleden zei: "I hear and I forget. I see and I remember. I do and I understand". Wat ‘’(W)eten met elkaar’’ inhoudt: Deze bijeenkomsten zullen worden gestart met een voorlichting. Deze voorlichting kan gegeven worden door bijvoorbeeld studenten van de Hogeschool Rotterdam. Op Hogeschool Rotterdam worden de keuzevakken ‘’Weet wat je eet’’ en ‘’Sport en voeding’’ gegeven. De voorlichting zou een onderdeel kunnen zijn van deze keuzevakken. Ook verpleegkundestudenten en voeding-‐ en diëtiek studenten kunnen deze taak op zich nemen met een studiepunt als vergoeding. Naast studenten kan er een samenwerking worden aangegaan met het Gezondheidscentrum Mariastraat in het Oude Westen. Dit gezondheidscentrum wordt vanuit de overheid gefinancierd. (Gezonde voeding, 2015) Vanuit dit gezondheidscentrum zou de diëtiste een voorlichting kunnen geven over gezonde voeding en beweging. Deze voorlichtingen zullen worden ondersteund door middel van beeldmateriaal, zodat het ook voor niet-‐goed-‐Nederlands-‐sprekende bewoners begrijpelijk is. De inhoud van de voorlichting is wekelijks wisselend. Er zal een variatie zijn tussen verschillende voedingsmiddelen en culturen. Hierbij kan gedacht worden aan de manier waarop bijvoorbeeld een paprika kan worden bereid. Er zullen verschillende manieren worden verteld en door middel van vraagstellingen kan er gediscussieerd worden over welke manier het gezondst is en tevens lekker. Tijdens de voorlichting wordt er gestreefd naar een actieve deelname en interactie. Na de voorlichting zal er worden gestart met de kookworkshop over de desbetreffende producten/culturen. Hierbij zal de groep verdeeld worden zodat verschillende culturen in één groep samenwerken. Elke groep krijgt een gerecht toegewezen dat ze op een gezonde manier gaan bereiden. De gemaakte gerechten zullen na de workshop gezamenlijk worden gegeten. De theorie
17
van de voorlichting wordt op deze manier toegepast in de praktijk. Er zullen blokken zijn van 4 weken met een thema (bijvoorbeeld: groente, vlees, vis, enzovoorts). Elke week wordt er een onderdeel van het thema besproken en hiermee zullen gerechten worden gekookt(bijvoorbeeld: groente, kolen). De laatste week van elk blok wordt er als afsluiting een wedstrijd gehouden. Hierin kunnen de bewoners laten zien wat ze hebben geleerd. Elke groep zal vertellen wat ze hebben gemaakt en op welke manier. Aan de hand hiervan zal er beoordeeld worden welke groep het gezondst en tevens het lekkerst heeft gekookt. Wellicht zal er voor deze kookworkshop een kleine vergoeding worden gevraagd. Er wordt gestreefd naar een lerende, participerende workshop met verschillende culturen. Op deze manier kunnen bewoners van elkaar leren en dit ook thuis toepassen en voortzetten. Daarnaast is het ook een gezellig uitje voor jong en oud.
18
Discussie De volgende onderwerpen zijn punt van discussie geweest tijdens het bedenken en maken van het eindproduct. Het eerste en grootste discussiepunt was de vraag of het realistisch is om mensen van verschillende culturen uit het Oude Westen met elkaar te verbinden. Hebben de bewoners wel behoefte om te participeren? Uit de enquête kwam in eerste instantie geen duidelijk beeld naar voren of men hier behoefte aan had. Het was een percentage van 50/50. Na het leggen van verschillende verbanden is gebleken dat voornamelijk de 30 tot 50 jarigen wel degelijk behoefte hebben. Ten tweede kwam de vraag naar boven waar de bewoners precies behoefte aan hebben, aangezien er al veel aangeboden wordt in de wijk. En áls er behoefte is, is er dan behoefte aan persoonlijke begeleiding of zijn dat groepsbijeenkomsten? Uit de enquête is gebleken dat de vrouwen meer behoefte hebben aan groepsbijeenkomsten. Dit in tegenstelling tot de mannen, die de voorkeur geven aan persoonlijke begeleiding. Uit de enquête is gebleken dat het inkomen van de ondervraagden laag is, dus hebben zij de financiële mogelijkheden wel om deel te nemen aan de activiteiten die aangeboden worden in ‘’huiskamer 3.0’’? Een belangrijk discussiepunt is of de enquêtes naar waarheid zijn ingevuld en of er genoeg enquêtes zijn afgenomen om een betrouwbare conclusie te kunnen trekken. Daarnaast zijn een aantal enquêtes niet volledig ingevuld. Tijdens het afnemen van de enquêtes hebben een aantal projectleden moeilijkheden ervaren, dit waren voornamelijk de autochtonen leden. Buurtbewoners stonden hen vaak niet te woord, de verklaring hiervoor is onbekend. Dit werd door de allochtone leden anders ervaren. Zij maakten sneller contact en namen meer enquêtes af. In de tweede ronde is er besloten om groepen te maken. Drie groepen van twee, waaronder één allochtone-‐ en één autochtone groepslid. In de eerste ronde is er in 2,5 uur negen enquêtes afgenomen. In de tweede ronde is er in één uur tijd 22 enquêtes afgenomen. Het is onduidelijk of dit ligt aan de samenstelling van de groepen. De opdracht was het participeren binnen de sociale middenklasse. In dit verslag is de sociale hoge klasse buiten beschouwing gelaten omdat deze niet te bereiken was. Verder is er een grote tevredenheid over het eindproduct binnen deze projectgroep.
19
Conclusie Om tot een conclusie te komen zijn de volgende deelvragen opgesteld en beantwoord: 1. Wat is het meest voorkomende medische probleem onder de sociale middenklasse in het Oude Westen? 2. Is er behoefte aan hulp omtrent het medische probleem in het Oude Westen? 3. Welke activiteiten worden er aangeboden in de wijk met betrekking tot de participatiesamenleving? 4. Welke interventie is toepasselijk omtrent het medische probleem in het Oude Westen? Deze onderzoeksvragen geven antwoord op de hoofdvraag: ”Welke interventie, passend binnen de ‘huiskamer 3.0’, geeft antwoord op gezondheidsvraagstukken van de sociale middenklasse, gebaseerd op een participerende samenleving in het Oude Westen van Rotterdam?” Uit literatuuronderzoek is gebleken dat overgewicht een groot probleem is in het Oude Westen. Uit de enquêtes is gebleken dat, ondanks het al bestaande aanbod aan hulp en instanties, er toch nog vraag is naar hulp omtrent medische problemen. Over het algemeen hebben bewoners tussen 30 en 50 jaar behoefte aan hulp. Vanuit de enquête kan geconcludeerd worden dat voornamelijk vrouwen behoefte hebben aan groepsbijeenkomsten. Als aanbeveling voor het bewerkstelligen van het project ‘’The Holland Road’’, is er gekozen voor het concept (W)eten met elkaar. Hierbij wordt theorie en praktijk gecombineerd. Bewoners van verschillende culturen kunnen hier samenkomen, samenwerken, informatie uitwisselen en op een leuke manier aan hun gezondheid werken. Het doel hiervan is verbinding onder de bewoners te stimuleren.
20
Literatuurlijst A. (2014). Verschillen tussen man en vrouw. Opgeroepen op december 17, 2014, van Mens en samenleving: http://mens-‐en-‐samenleving.infonu.nl/man-‐en-‐vrouw/10515-‐verschillen-‐ tussen-‐man-‐en-‐vrouw.html Agenda. (2014). Opgeroepen op 12 17, 2014, van Aktiegroepoudewesten: http://www.aktiegroepoudewesten.nl/Pages/Agenda.html Cornelisse-‐Vermaat, J. M. (2003). De prijs van overgewicht. Dagevos., J. &. (2009). Minderheden meer gewicht. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau. de Graaf, P., Kalmijn, M., & Kraaykamp, G. (2011). Sociaal-‐culturele verschillen tussen Turken, Marokkanen en autochtonen. Opgeroepen op December 12, 2014, van CBS: http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/13BBFEC1-‐C294-‐4BBD-‐9D32-‐ 4B195D093AA5/0/2011k4p61b15art.pdf De Leeuwenhoek en omgeving. (2014). Opgeroepen op 12 17, 2014, van Huren in de Leeuwenhoek: http://leeuwenhoek.hurenbijhumanitas.nl/index.php/de-‐leeuwenhoek/ Gezonde voeding. (2015). Opgehaald van Rijksoverheid: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/voeding/gezonde-‐voeding?utm-‐campaign=sea-‐t-‐ landbouw-‐a-‐ gezonde_voeding&utm_term=voorlichting%20%2Bgezonde%20%2Bvoeding&gclid=Cj0KEQiA z7OlBRDErsTx47LKz-‐ 8BEiQAY0OlYq0XRk0AIIp4ucVbfevC7xJGFmp_Lyk_ulC5HYsBJAwaAkt28P8HAQ Graaf de, N. (2014). Het geven van voorlichting. Opgeroepen op december 16, 2014, van Mens en samenleving: http://mens-‐en-‐samenleving.infonu.nl/communicatie/116178-‐het-‐geven-‐van-‐ voorlichting.html Heb ik een gezond gewicht? (2014). Opgehaald van Voedingscentrum: http://www.voedingscentrum.nl/nl/mijn-‐gewicht/heb-‐ik-‐een-‐gezond-‐gewicht.aspx kwantitatief onderzoek. (2014). Opgehaald van Rijksoverheid: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/overheidscommunicatie/informatie-‐voor-‐ professionals/communicatieonderzoek/kwantitatief-‐onderzoek Kwantitatief onderzoek. (2014). Opgehaald van Rijksoverheid: http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/overheidscommunicatie/informatie-‐voor-‐ professionals/communicatieonderzoek/kwantitatief-‐onderzoek Markus, K., & Oudermans, A. (2007). Enquete Research. Groningen/ Houten: Wolters-‐Noordhoff bv. missie. (2014). Opgeroepen op 12 1, 2014, van thehollandroad: http://www.thehollandroad.nl/missie/ Publication. (2014, Juni 2014). Opgeroepen op December 11, 2014, van Centraal Bureau voor de Statistiek: http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/?DM=SLNL&PA=81565NED Report. (2011). Opgeroepen op 10 3, 2014, van Rotterdamincijfers: http://www.rotterdamincijfers.nl/report/p01stadscentrum.pdf Savelkoul., M, & Uiters,.E. (2014, Juni 23). overgewicht-‐zijn-‐er-‐verschillen-‐naar-‐sociaal-‐economische-‐ status. Opgeroepen op December 11, 2014, van Nationaalkompas: http://www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/persoonsgebonden/overgewic ht/overgewicht-‐zijn-‐er-‐verschillen-‐naar-‐sociaal-‐economische-‐status/ van den Berg., I. (2010). Allochtonen en voeding. Den Haag: LEI Wageningen. Wageningenur . (2010, April 20). Opgeroepen op December 11, 2014, van Waarde-‐die-‐allochtoon-‐ hecht-‐aan-‐voedsel-‐biedt-‐kansen-‐voor-‐de-‐biologische-‐sector.htm: http://www.wageningenur.nl/nl/show/Waarde-‐die-‐allochtoon-‐hecht-‐aan-‐voedsel-‐biedt-‐ kansen-‐voor-‐de-‐biologische-‐sector.htm
21
22
Bijlagen Bijlage 1 Enquête
Inleiding Als tweedejaars studenten verpleegkunde aan de Hogeschool Rotterdam doen wij onderzoek naar aanleiding van het project The Holland Road. Dit project is een initiatief van Jorien Minderhoud, met als doel om de samenwerking van de burgers onderling te stimuleren. Als verpleegkunde studenten willen wij ons richten op een specifiek gedeelte van dit project, het medische gedeelte. Met het invullen van deze enquête kunt u ons helpen met het in kaart brengen van eventuele gezondheidsproblemen en waar behoefte naar is in de wijk. Het invullen van de vragenlijst duurt ongeveer 5 – 10 minuten, en is geheel anoniem. Gegevens Geslacht Leeftijd Afkomst
: : :
Lengte Gewicht
:… :…
Man/vrouw <20 m m m m m m m m
20-30
30-40
40-50
50+
Nederlands Marokkaans Turks Kaapverdisch Antilliaans Surinaams Zuid-Europeaans Anders namelijk………………………………………………………
Wat is uw postcode? …………………… Achtergrondinformatie Geloofsovertuiging :
Inkomen per maand
m m m m m m
(bruto) : m m m m m
Islamitisch Joods Hindoestaans Christendom Niet gelovig Ander namelijk………………….. m Uitkering <1000 1000 – 2000 2000 – 3000 3000 – 4000 4000 >
23
Vragen 1.Wat verstaat u onder ‘gezond’? Kruis aan wat van toepassing is. Onder gezond versta ik: m Ik voel mij goed en zit lekker in mijn vel m gezond eten en voldoende bewegen m niet ziek zijn m niet roken, geen alcohol drinken of drugs gebruiken m anders, namelijk…………………………… 2. Op een schaal van 1 tot 10, hoe gezond voelt u zich? m m m m m m m m m m 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 3. Ervaart u gezondheidsklachten? m Ja, namelijk:……………………… m Nee 4. Weet u de oorzaak van de eventuele gezondheidsklacht(en)? m Ja, namelijk:……………………… m Nee 5. Gebruikt u medicijnen? m Ja, namelijk:……………………… m Nee 6. Hoe houdt u zich gezond (denk aan voeding, beweging)? Kruis aan wat van toepassing is. m Ik sport minimaal 1 á 2 keer in de week m Ik eet veel groente en fruit m Ik gebruik weinig vetten tijdens het koken m Ik volg een speciaal dieet m Ik snoep weinig tot niet m Ik rook niet m Ik drink niet meer dan 2 glazen alcohol per dag
24
7. Wat vindt u van overgewicht in het algemeen? Kruis aan wat van toepassing is. Meerdere antwoorden mogelijk. m Ik weet niet wat overgewicht inhoud m Vet op het lichaam is mooi en goed, het toont dat een persoon een goed leven heeft m Overgewicht is slecht en brengt allerlei ziektes met zich mee m Ik ben mij bewust van wat overgewicht is maar heb hier in mijn omgeving niet mee te maken m Ik ben mij bewust van wat overgewicht is omdat ik dit zelf heb m Ik weet wat overgewicht is en probeer er op te letten dat ik dit niet krijg m Anders, namelijk:…………………………………………………………………… 8. Zou er eventueel iets aan overgewicht gedaan moeten worden? Kruis aan wat van toepassing is. m Ja, meer informatie over hoe je hier mee om kan gaan m Ja, meer (persoonlijke) begeleiding m Ja, meer groepsbijeenkomsten om hierover te praten m Ja, namelijk:……………………………………………………………………… m Nee, omdat:……………………………………………………………………… 9. Ervaart u overgewicht bij u in de omgeving? Kruis aan wat van toepassing is. Meerdere antwoorden mogelijk. m Ja, bij mijzelf m Ja, bij mijn gezin m Ja, binnen mijn familie m Ja, ik zie veel mensen met overgewicht in de wijk m Nee, ga door naar vraag 11 10. Hoe ervaart u dat? Kruis aan wat van toepassing is. Meerdere antwoorden mogelijk. m Het is ongemakkelijk m Er worden negatieve reacties gegeven m Het geeft lichamelijke ongemakken m Ik zie het als positief en vind het mooi m Ik voel mij er fijn bij m Ik voel mij onzeker, dit heeft invloed op het dagelijks leven m Ik weet niet beter m Ik voel mij er niet prettig bij dat mensen in mijn omgeving overgewicht hebben m Ik doe mijn best om overgewicht in mijn directe omgeving te verminderen m Anders, namelijk:………………………………………………………………………
25
11. Zijn er al plaatsen in de wijk waar u terecht kunt met uw gezondheidsvragen? m Ja, namelijk:……………………… m Nee 12. Stel dat u een vraag heeft over gezondheidsproblemen, waar zou u informatie opvragen? Kruis aan wat van toepassing is. Meerdere antwoorden mogelijk. m Internet m Arts m Sociale contacten (vrienden/familie) m Buurthuis m Anders, namelijk…. 12. Heeft u behoefte aan een plaats in de wijk waar u terecht kunt met uw gezondheidsvragen? m Ja m Nee
26
Bijlage 2 Agenda Oude Westen Doorlopende activiteiten zondag 10:00-11:30 uur: Turkse volksdansles, Buurtwinkel, Gaffelstraat 1 11:00-13:00 uur: Workshop sieraden maken, Turkse Werkgroep, Gaffelstraat 1 14.00-16.00 uur: Theeterras in Wijktuin, achterin de Wijkpark maandag 13:00-16:00 uur: Naaien, breien, koken, Krachtvrouwen, Leeuwenhoek, WestKruiskade 54 13:30-14:30 uur: Vitaal 50+, Laurens Antonius, Nieuwe Binnenweg 33 16.00-18.00 uur: Huiswerkklas Oude Westen, Buurtwinkel, Gaffelstraat 3 dinsdag 09.00-12.00 uur: Kookles, Krachtvrouwen, Leeuwenhoek, West-Kruiskade 54 10:00-12:00 uur: Somalisch Spreekuur, Buurtwinkel, Gaffelstraat 1 14.00-15.00 uur: Samen door een deur, Buurtwinkel, Gaffelstraat 1 16.00-18.00 uur: Huiswerkklas Oude Westen, Buurtwinkel, Gaffelstraat 3 17.00-18.30 uur: Workshop Urban Drama en Dance Arts, 7-12 jaar, Odeon, Gouvernestraat 56 19.00-21.30 uur: Workshop Urban Drama en Dance Arts, vanaf 13 jaar, Odeon, Gouvernestraat 56 woensdag 09:30-11:00 uur: Wereldvrouwen Oude Westen, Leeszaal West, Rijnhoutplein 3 vanaf 10:00 uur: Surinaamse Huiskamergroep, Leeuwenhoek, West-Kruiskade 54 10:00-14:00 uur: Surinaamse vereniging Adyuma, Odeon, Gouvernestraat 56 10:00-14:00 uur: Taalles bij Aktiegroep, Buurtwinkel, Gaffelstraat 1 14.00-16.00 uur: Theeterras, Wijktuin in Wijkpark 16.00-18.00 uur: Huiswerkklas Oude Westen, Buurtwinkel, Gaffelstraat 3 17:30-19:00 uur: Kookcafé Smeltkroes, Laurens Antonius, Nieuwe Binnenweg 33, reserveren noodzakelijk: uiterlijk dinsdagochtend 06-8541 9727 19:30-21:30 uur: Blinde liefde voor salsa, Laurens Antonius, Nieuwe Binnenweg 33, opgeven via Annemarie Nodeldijk, 06-22063651 donderdag 10.00-12.00 uur: Somalisch spreekuur, Buurtwinkel, Gaffelstraat 1 10:00-15:00 uur: Stichting Perspectief Chinezen, Buurtwinkel, Gaffelstraat 1 14:00-18:00 uur: Hindoestaanse vrouwengroep, Buurthuis Adraina, Adrianaplein 27
24-26 16.00-18.00 uur: Huiswerkklas Oude Westen, Buurtwinkel, Gaffelstraat 318.3018.30-19.30 uur: Samen door een deur, Buurtwinkel, Gaffelstraat 1 vrijdag 16.00-17.30 uur: vrijdagmiddagborrel Benen op tafel, Buurtwinkel, Gaffelstraat 1 19.00-20.00 uur: Zanggroep Singphony, Buurtwinkel, Gaffelstraat 1
28