3
PLUS UIT
Tetrix legt lat techniek hoger
EMBAAR E N
Altijd de deur uit met een diploma
5
E G A P ST
O
'Op stage word je volwassen'
Werken
11
B IJ L A G E
Stagiaires krijgen weer wat lucht H
ZATERDAG 10 OKTOBER 2015
Met de economie gaat het voorzichtig beter en de concurrentiepositie van Nederland verbetert. Dat is goed nieuws voor scholieren en studenten die op stage moeten, want die hebben een slechte tijd achter de rug. Tekst: Ed Brouwer Foto: Techniekbeeldbank alleluja is het nog niet, maar een stageplek vinden wordt al iets gemakkelijker. Dat was lang een crime. Door inkrimping en faillissementen hadden jongeren de voorbije crisisjaren vaak de grootste moeite een stageplaats te vinden - een voorwaarde om hun opleiding af te ronden. Het was (en is dat soms nog steeds) zoeken naar een speld in een hooiberg. Werkgevers zijn meer op safe gaan spelen en kozen/kiezen er steeds minder voor om geld en tijd te steken in het opleiden van jongeren die toch niet willen blijven. De zorgen over deze ontwikkeling bij de opleidingen, bij technische organisaties en bijvoorbeeld FNV zijn groot, want stagiaires van nu zijn de vaklui van de toekomst. Zonder goede opleiding én stages,
dreigt het bedrijfsleven straks grote problemen te krijgen om voldoende vaklui te vinden. Om stages tot een succes te maken, werken onderwijs en bedrijfsleven nauwer dan ooit samen. Opleidingen zijn aan de poort strenger gaan selecteren op motivatie en werkhouding om te voorkomen dat stages op niks uitlopen en leerlingen het opgeven. Dat zegt Marja van Assema van Tetrix Techniekopleidingen. Zij is een van de kopstukken in deze stage-special, waarin ook Silvia Kaas (FNV), André Kuilboer (stagecoördinator Horizon College), Fred van Kesteren (Otib), Aart Kramers (stagebegeleider Harsveld Apparatenbouw) en Chris van Bokkum (Techniek Talent) aan het woord komen en we vier stagiaires portretteren. ■
ZATERDAG 10 OKTOBER 2015
Een technisch vak. Dat is toch werken in een smerige omgeving met een overall vol met vieze vetvlekken? Bij Tetrix Techniekopleidingen moeten vastgeroeste vooroordelen nog af en toe worden weggenomen. ,,Het imago van techniek verandert”, zegt Marja van Assema heel stellig.
PLUS
3
Op stage
Tekst: Leo Blank Foto: Tetrix/Sander van der Torren
Lat voor techniek omhoog V an Assema is bij Tetrix manager voor de regio Zuid in Noord-Holland. ,,Wij worden ingehuurd en betaald door het bedrijfsleven’’, vertelt zij. ,,De jongeren doen de meeste praktijkervaring op in een leerbedrijf. Wij zijn aanvullend. Bij sommige bedrijven ontbreekt het aan tijd en/of apparatuur om de leerling goed te begeleiden en met alle aspecten van het vak kennis te laten maken. Daarvoor komen ze één dag in de week naar ons.” In de werkplaats van Tetrix in Zaandam bruist het deze ochtend van de activiteiten. Ervaren techniekopleiders staan leerlingen bij met raad en daad. Er wordt driftig geboord, gedraaid en gefreesd. Lassers hebben de bril voor de ogen geplaatst. Er zijn aparte ruimten voor elektro- en precisietechniek. Aspirantmonteurs mechatronica leren de fijne kneepjes van het vak. Zij vormen straks de techneuten die ervoor zorgen dat volautomatische melkmachines, lasrobots, liften en de Goalkeeper van de Koninklijke Marine niet haperen. Leerlingen in stoere, professionele werkkleding. Techniek mag dan nog altijd grotendeels een mannenbolwerk zijn, de laatste paar jaar is er volgens haar wel veel veranderd: ,,We selecteren veel strenger bij toelating. Dat geldt ook voor het ROC, waar de leerling zich meldt. En het leerbedrijf let veel meer op werkhouding en motivatie. En laat een leerling soms een weekje meelopen. Zodat ze weten wat ze aan elkaar hebben. Jongere én werkgever zijn vrij om na die week wel of niet met elkaar door te gaan.” Door de drempel bij binnenkomst te verhogen, komt uitval veel minder vaak voor. De jongere moet gemotiveerd zijn en kwali-
W
aar wil je later werken? Als je deze vraag aan jongeren stelt, krijg je in de meeste gevallen geen antwoord. Logisch, het is ook een lastige vraag. Gelukkig hebben jongeren een beter beeld van hun toekomstige beroep. Toch is het goed om stil te staan bij die eerste werkgever. Vaak komen jongeren dan uit bij bedrijven die ze kennen uit de media. En daarmee hebben ze een ver-van-mijn-bedbeeld van werken in de techniek. Jammer, want achter de muren van bedrijfspanden kunnen de fraaiste technieken en banen schuilen. Verklein die afstand en maak die techniek en de mensen die ermee werken zichtbaar, tastbaar en herkenbaar. Nodig jongeren uit. Dat kan met bedrijfsbezoeken en
Tekeningen leren lezen. Ervaren techniekopleiders staan leerlingen bij met raad en daad.
teiten tonen. Er volgen intake- en sollicitatiegespreken. Niet alleen bij het ROC en Tetrix, maar ook bij het beoogde leerbedrijf.
Voorzichtiger Van Assema: ,,Ondernemers zijn voorzichtiger geworden na de economische crisis. Het kost meer moeite om alle jongeren geplaatst te krijgen op een leerwerkplek. Bedrijven willen waar voor hun geld. Ze betalen opleidingskosten en beloning. Dat kost ze duizenden euro’s. Het gros van de leerlingen valt onder de metaal-cao, inclusief vakantiedagen.”
De lijnen met bedrijfsleven en school zijn superkort, verzekert ze: ,,Twee keer per jaar zijn er verplichte voortgangsmomenten. Daarbij zitten ROC, leerbedrijf, Tetrix en leerling samen om tafel. Onze opleiders bezoeken regelmatig de bedrijven. Horen daar hoe de leerling het doet. Waar aan geschaafd moet worden. Wij kunnen zo maatwerk leveren.” Met een slagingspercentage van 84 scoort Tetrix beduidend beter dan landelijke cijfers laten zien. Van Assema: ,,Dat bewijst ons bestaansrecht. Bedrijven kunnen leerlingen ook zelf opleiden. Daar
Techniek Talent Chris van Bokkum
Springplank open dagen. Of laat een trotse medewerker eens een gastles geven op school. Organiseer samen met andere bedrijven regelmatig regionale banenbeurzen met leuke, aansprekende activiteiten voor jongeren. Een heel gericht en persoonlijk in-
strument is de stage. Dat kan een snuffelstage zijn, maar ook observatiestage, afstudeerstage of werkend leren bij een van de 25.000 erkende leerbedrijven. Zo leggen bedrijven die o zo belangrijke verbinding met nieuwe aanwas.
is niets mis mee. Bij ons krijgen ze net iets meer mee in hun ontwikkeling en bagage. Dat betaalt zich uit aan het eind van de rit.”■
’Verhoging van de drempel vermindert uitval’
Natuurlijk kost een stage tijd en energie. Voor bedrijven. Voor scholen. Maar de winst voor beide partijen is vele malen groter. Het onderwijs leert van bedrijven over de actuele bedrijfspraktijk. Bedrijven krijgen zo toegang tot techniektalent met een frisse blik. Een oudere monteur bromde eens tegen me dat die jonge gasten alleen maar naar hun mobiel keken. Dit beeld stelde hij direct bij toen de stagiair via een internetforum met een oplossing kwam voor een ingewikkelde technische storing bij een auto. Soms lijkt het of onderwijs en bedrijfsleven op twee verschillende eilanden zitten en alleen naar hun eigen belang kijken. Gelukkig zijn er initiatieven als
de stichting Samenwerking Beroepsonderwijs Bedrijfsleven, de SBB. Hun www.stagemarkt.nl is een goede start. Ik mijn opinie moeten we deze website doorontwikkelen en nog beter laten aansluiten op het zoek-surfmediagedrag van jongeren. Maak er een soort booking.com van waarmee jongeren snel en makkelijk zelf hun stageplek regelen. Voor mij kan een stage de brug vormen tussen onderwijs en bedrijfsleven. En voor stagiaires is de stage de springplank naar een goede baan in de techniek. ’Big things often have small beginnings’: de stagiair van nu, kan wel eens de innovatie van de toekomst brengen. Haal ’m in huis en laat hem of haar snuffelen!
ZATERDAG 10 OKTOBER 2015
De stagiair PLUS
Op stage
Foto: Marcel Rob Naam Leeftijd Plaats Opleiding
Terry Visser 17 jaar Hoorn 4 LWT handel en economie School Tabor vmbo Stagebedrijf Alqua in Hoorn Is het leuk op stage? Leuk om te doen. Administratief werk en soms in het magazijn. Wat wil je worden? Iets in een winkel, met kleding. Dat vind ik leuk.
’Atijd met diploma deur uit’ Z
elf noemt Aart Kramers het zijn eer te na. Bij Harsveld Apparatenbouw in VelsenNoord gaat geen stagiair de deur uit zonder praktijkdiploma op zak. Kramers (52) is vergroeid met het familiebedrijf, dat zeventig jaar geleden werd opgericht door Piet Harsveld. Heemskerker Kramers stapte 34 jaar geleden na de Lagere Technische School binnen als lasserbankwerker. Via avondstudie werkte hij zich op tot voorman, chef-werkplaats, bedrijfsleider om uiteindelijk als mede-eigenaar nauw betrokken te zijn bij de koers van de onderneming. Harsveld heeft een reputatie opgebouwd met de fabricage en montage van technische installaties, leidingwerk, plaatsconstructies, tanks, drukvaten en warmtewisselaars. Met grote opdrachtgevers als Tata, Shell en Exxonmobiel vinden producten, hun weg tot ver over de landsgrenzen.
Eigenbelang Kramers fungeert tevens als een van de twee stagebegeleiders. Het bedrijf investeert graag in jong talent, ook uit eigenbelang. Kramers: ,,Wie de Beroeps Begeleidende Leerweg bij ons volgt,
’Jong talent dat bij ons stage loopt, is onze kweekvijver’
krijgt vrijwel altijd een baan aangeboden bij ons. Oudere werknemers gaan met pensioen. De orderportefeuille groeit. We leggen zo zelf een kweekvijver aan.” Harsveld heeft jongeren veel te bieden, verzekert hij: ,,Een uitstekende organisatie, uitdagend en afwisselend werk, informele sfeer. Hier heerst nog het gevoel van een familiebedrijf.” De onderneming verwacht ook iets terug van jong talent: ,,Geen 9 tot 5 mentaliteit. Bij het monteren van een groot apparaat bij een klant moet je niet zeuren over een uurtje
extra. We eisen dat je op het werk verschijnt. Roken en mobieltjes zijn verboden tijdens werkzaamheden. Door duidelijke regels corrigeren jongeren elkaar.” Een stagiair via de Beroeps Begeleidende Leerweg (BBL) draait twee jaar lang volwaardig mee in het abeidsproces. Vier dagen per week op de werkvloer, een dag naar school. Hij (of zij) heeft een leerwerkovereenkomst met Harsveld en valt onder de metaal-cao. ,,Met een beloning voor vijf dagen in de week en recht op vakantie- en adv-dagen ”, aldus Kramers. Ook de opleidingskosten komen geheel voor rekening van de werkgever. Het bedrijf heeft ook enkele leerlingen vmbo één of twee dagen over de vloer voor wie afwijkende regels gelden. Harsveld is een Erkend Leerbedrijf. Er is toezicht is op de kwaliteit van praktijkbegeleiders en op voldoende diversiteit van werkzaamheden. Kramers: ,,Bij ons staat een jongere niet een jaar lang achter een zaagtafel.” Problemen, die houding en prestaties van de stagiair negatief kunnen beïnvloeden, worden met school direct opgepikt. Het eerste jaar is het vooral freewheelen. Een stagiair maakt kennis
5
met de technieken als boren en zagen. In het tweede jaar wordt hij gekoppeld aan een ervaren medewerker. Kramers: ,,Dan gaat hij de diepte in. Lassen en plaatwerken. En kan hij zich specialiseren.” Ook zijn er stageplekken op het bedrijfsbureau dat werk voorbereidt.
Afronden Een talent rondt de stage af met een examenwerkstuk op het bedrijf en een theorietoets op school. Hierbij neemt de praktijkbegeleider van het leerbedrijf een voorname beoordelingspositie in. Harsveld slaagt er vrijwel altijd in om de stagiair te laten slagen voor het praktijkgedeelte. ,,Op de theorie hebben we geen invloed, dat is een zaak van school en leerling”, aldus Kramers. In al die jaren herinnert hij zich slechts één afvaller: ,,Die jongen had het niet in de vingers. In overleg, ook met school, hebben we afscheid genomen.” Harsveld Apparatenbouw werkt onder meer samen met Technisch College Velsen in IJmuiden, Kennemer College, Nova College in Beverwijk, Inn Holland in Alkmaar en Haarlem-Driehuis, Tender College in IJmuiden en ROC Amsterdam. Leo Blank
■
ZATERDAG 10 OKTOBER 2015
De stagiaire PLUS
Op stage
Foto: Erik Rietman Naam Leeftijd Woonplaats Opleiding
Iris Gambirasio 17 jaar Nederhorst Den Berg MBO College Hilversum, Horeca Ondernemer Manager niveau 4, tweede leerjaar Duur stage 21 weken Wat doe je? Receptie werk in Hotel Arena in Amsterdam. Een leuke stage en super leuke collega’s. Wat wil je worden? Weet ik nog niet 100% zeker. Ik haal veel uit mijn stage’s wat ik wel en niet leuk vind. Voor de rest wil ik op het moment graag blijven studeren.
Stagiaires zijn hard nodig D
e beschikbaarheid van stageplaatsen heeft alles te maken met het economisch klimaat. In goede tijden is er genoeg plek, maar in slechte tijden hebben scholieren een probleem. Als geen ander weet dat regiomanager Fred van Kesteren van Otib, het opleidings- en ontwikkelingsfonds voor het technisch installatiebedrijf. Vroeg of laat krijgt iedereen die voor een loopbaan in de technische installatiebranche kiest met Otib te maken. En dat zijn er nogal wat, want met meer dan 120.000 werknemers en zo’n 8.000 bedrijven is het een van de grootse sectoren. Om de gedachten te bepalen: bij bijna alles wat wordt gemaakt en onderhouden komt installatietechniek kijken. Van de cv-installatie tot het mengpaneel van de geluidstechnicus van dj Armin van Buuren.
Na-ijl effect De branche kent z’n eigen dynamiek: met een zeker na-ijl effect hebben economische ontwikkelingen effect op technische installatiebedrijven. Toen zo’n jaar of zeven de economische crisis inzette, kreeg de installatiebranche daar niet direct de klappen van. En nu, nu het in veel branches weer ’booming business’ wordt,
’Geluiden uit de installatiebranche worden langzaam aan al positiever’
moet in de installatiebranche de opleving voorzichtig gaan komen, vertelt Van Kesteren. ,,Maar de geluiden worden positiever.’’ Van Kesteren is regiomanager voor Zuid-Holland van het opleidingsfonds dat door werknemers en werkgeversorganisaties is opgezet om de instroom en ontwikkeling van werknemers te faciliteren. Dat betekent in zijn geval heel veel contact met onderwijsinstellingen, werkgevers en binnen allerlei overleggroepen. Hij heeft daardoor een goed beeld van de stagemarkt. Die is toe aan een omslagpunt, na een reeks van
magere jaren. De economische crisis heeft er toe geleid dat nogal wat bedrijven zijn omgevallen of hebben moeten inkrimpen. Met name voor scholieren van het vmbo, maar toch ook voor het mbo heeft dat tot gevolg gehad dat het soms heel moeilijk was om een stageplek te vinden. Stageplekken worden niet gesubsidieerd dus werkgevers draaien volledig zelf voor de salariskosten op. In een tijd waarin elke euro twee keer moet worden omgedraaid voor hij wordt uitgegeven, werd het stage-aanbod dunner en dreigden scholieren soms hun opleiding niet te kunnen afmaken. Voor mbo-leerlingen is de situatie iets gunstiger dan voor vmbo-scholieren, omdat leerbedrijven denken dat geschikte kandidaten eerder blijven hangen. Zo is een stage ook voor hen meteen een investering in goed personeel.
Terughoudendheid Voor scholen en de toekomst van de branche is terughoudendheid bij het aanbieden van stages een onwenselijke situatie. Nu het economisch beter gaat, personeel weer durft over te stappen en er een generatie tegen pensionering aanzit, zijn de komende jaren jonge mensen nodig om de plek-
7
ken weer op te vullen. Otib is niet in staat zelf meer stageplekken te creëren maar voelt zich wel geroepen om actief mee te helpen stageplekken en aankomende vacatures breed uit te meten. Met dat doel wordt inmiddels twee keer per jaar bij alle gelieerde installatiebedrijven gescand of er ruimte is voor een stagiair en er een of meer vacatures zijn. Fred van Kesteren merkt dat de arbeidsmarktscans effect hebben: ,,Dit is een absolute verbeterslag’’. Ze doordingen de branche ook van de noodzaak dat er voldoende mogelijkheden zijn om stage te lopen en ook dat die stages effect moeten hebben: jongeren goed ondersteunen en ze zo enthousiast maken voor een carrière in de technische installatietechniek. De website www.otib.nl is wat dat betreft ook een interessante bron voor jongeren. Je vindt er heel veel informatie over carrièrekansen per opleidingsniveau en wat je zoal kunt gaan verdienen. Wat er uit naar voren komt, is dat je kansen op een goede baan, promotie en een leuk inkomen vooral liggen bij de hogere niveaus - bij het mbo niveau 3 en vooral 4. Ed Brouwer
Kijk voor stagekansen en vooruitzichten op werk op kansopwerk.nl.
■
ZATERDAG 10 OKTOBER 2015
De stagiair PLUS
Op stage
Foto: Liselotte Schoo Naam Leeftijd Plaats Opleiding
Eduard Garritsen 17 jaar Texel MBO ICT Beheerder niveau 4, jaar 2 School ROC Kop van Noord-Holland Stage NIOZ Texel Is het leuk? Ja, ik zit achter de helpdesk en beantwoord mailtjes en telefoontjes. Soms moet ik malware van computers verwijderen. En ik leer programmeren. Wat wil je worden? Na deze opleiding wil ik een HBO-opleiding doen, zoiets als technische informatica.
FNV op bres voor leerlingen V
akbond FNV is vooral bekend van stakingen en andere acties waarbij werknemers een steuntje in de rug nodig hebben. Op de achtergrond doet de vakbond echter meer. Een vinger aan de pols houden in stageland bijvoorbeeld. Zonder goede stages zijn er immers onvoldoende goede vakmensen. Dat stelt FNV-bondbestuurder Silvia Kaas. ,,Hoe belangrijk stageplaatsen zijn?”, herhaalt Kaas de vraag. ,,Heel erg belangrijk. Op school leer je de basisprincipes, maar tijdens een stage leren leerlingen echt het vak. Helaas constateren we dat het vaak lastig is om stageplekken te vinden. Of werkgevers zeggen wel dat ze een stageplek hebben, maar hebben eigenlijk geen tijd om leerlingen te begeleiden.”
Hooiberg Sommige leerlingen weten er alles van. Een geschikte stageplaats vinden is soms zoeken naar een speld in de hooiberg. Zeker in crisistijd was het een crime. Ook nu het beter gaat, kan de vlag niet uit. Kaas verwacht
’Een stageplaats vinden, zoeken naar speld in een hooiberg’
voorbeeld brieven waarin gevraagd wordt of ze een leerbedrijf willen worden. ,,Dan gaat er soms ineens een lichtje branden bij werkgevers. We hebben allemaal belang bij goede vakmensen. Als er niet genoeg plekken zijn, dan wordt de instroom naar de vakopleidingen minder. Is er geen perspectief om het vak te leren, dan sterft het uiteindelijk uit”, schetst Kaas een somber beeld.
Begeleiding
dat het altijd wel een issue zal blijven. Werkgevers besteden hun geld en tijd soms liever aan andere zaken dan aan een jong persoon die het vak nog niet volledig beheerst. Leerlingen zijn voor de FNV de werknemers – haar doelgroep – van de toekomst. Ze zit er dan ook bovenop. De vakbond voert overleggen met scholen, opleidingsfondsen en werkgeversorganisaties. Bedrijven krijgen bij-
Komen er klachten binnen bij de vakbond over slechte begeleiding – bijvoorbeeld tijdens de voorlichting op scholen – dan springt de organisatie in de bres. ,,We gaan dan bijvoorbeeld in gesprek met de werkgevers. Goede begeleiding is heel erg belangrijk. Worden leerlingen niet goed begeleid, dan is er een kans dat ze afhaken. Ze hebben zoiets van: ’Is dit echt wel een vak wat ik leuk vind? Ik had me er een andere voorstelling van gemaakt’. Ze moeten echt goed kunnen zien wat het vak inhoudt.” Gezien het belang van goede begeleiding, is de FNV groot
voorstander van het feit dat leerbedrijven erkend moeten zijn. Mboleerlingen kunnen daarom niet zomaar stagelopen bij een buurman, al zouden ze daardoor misschien wel sneller een plek vinden.
Goedkope kracht ,,Zonder erkenning kan Jan en alleman middels een stagiaire een goedkope kracht aannemen en die een bepaalde klus laten uitvoeren. Dan kan er ook misbruik van gemaakt worden. De leerling moet alle facetten van het vak voorgeschoteld krijgen.” Juist nu de instroom van leerlingen niet voldoende is om de vergrijzing op te vangen, doet de FNV er alles aan om leerlingen enthousiast te houden. Aan bedrijven wordt ook uitgelegd dat het niet meer dan realistisch is om stagiaires een redelijke vergoeding te geven. ,,Een vergoeding is een extra motivatie voor leerlingen. Er staan afspraken over in de cao en wij houden er toezicht op dat die worden nageleefd. Het moet voor leerlingen allemaal goed geregeld zijn.” Monique Bankras
9
■
ZATERDAG 10 OKTOBER 2015
De stagiaire PLUS
11
Op stage
Foto: Taco van der Eb Naam Leeftijd Woonplaats Opleiding
Michelle Lieverse 15 Lisse 4e jaars Technomavo (richting bouw, wonen en interieur) aan het Teylingen College in Voorhout Stageplek Woning-decoratie in Roelofarendsveen. Het is een snuffelstage van twee weken waarin ze het naar haar zin heeft. Droombaan binnenhuisarchitect
’Op stage volwassen worden’ E
en stage is voor leerlingen vaak de eerste kennismaking met de sector waarin ze uiteindelijk hun brood willen verdienen. André Kuilboer is al vijftien jaar stagecoördinator van technische opleidingen bij het Horizon College in Hoorn en Heerhugowaard. Hij is de spil tussen de vakmensen van nu en die van de toekomst. Zijn er genoeg stagebedrijven? ,,Sinds dit jaar is het wat makkelijker geworden om stageplaatsen te regelen. De crisis was ook voor ons een heel zware tijd. Veel bedrijven in onze regio gingen failliet of schaften kleinere bedrijfsbusjes aan, waardoor ze minder mensen mee konden nemen. Een bedrijf moet qua locatie behapbaar zijn voor een leerling. Iemand uit Enkhuizen kun je niet naar Uitgeest sturen. We hebben noodgrepen moeten doen. Sommige leerlingen liepen hun stage bij opleidingsbedrijf InstallatieWerk Noord-Holland, waar we mee samen werken, totdat ze wat anders vonden. Anderen richtten zich niet op bouwtechnische, maar servicetechnische werkzaamheden. Zij hielden zich bezig met het onder-
’Crisis was ook voor ons een heel zware tijd’
houd van machines bij grote bedrijven in bijvoorbeeld de groentesector. Nu de economie aantrekt, zien wij meteen dat we meer leerlingen kunnen plaatsen. Het is nog geen halleluja, maar het gaat beter.” Hoe belangrijk zijn stagebedrijven voor de school? ,,We zijn belangrijk voor elkaar. Leerlingen worden volwassen bij stagebedrijven. Ze leren initiatief te nemen. Andersom zijn leerlingen de vaklui van de toekomst.
We krijgen te maken met vergrijzing. Misschien zijn er over een jaar of vijftien minder, goede vaklui. Een leerling opleiden doe je niet alleen voor je eigen bedrijf, maar voor de hele technieksector. Wat verwachten jullie van stagebedrijven? ,,Een stagebedrijf moet van de overheid altijd geaccrediteerd zijn door de stichting Samenwerking Beroepsonderwerp Bedrijfsleven (SBB). Dat is wel eens jammer. Veel vakmensen die tijdens de crisis ontslagen zijn, werden zzp’er. Sommigen hebben het zo druk dat ze er wel een mannetje bij willen hebben in de vorm van een leerling. Het bedrijf moet dan eerst erkend worden. Daar zit een cursus aan verbonden die ruim duizend euro kost. Dat is een drempel, terwijl leerlingen hier misschien heel veel kunnen leren. Voor de rest hangt het van de leerling zelf af. Wil je echt wat leren of ga je liever liggen slapen in de bedrijfsbus? Wij stellen ook geen eisen aan stagevergoedingen. ’Loon naar prestatie’, zeg ik altijd.” Hoe beoordelen leerlingen doorgaans hun stagebedrijf? ,,Dat vragen we na afloop in een
enquête. Er zijn altijd verbeterpunten, maar het hangt ook af van wat de persoon er zelf van heeft gemaakt. We zien wel een tendens dat bedrijven meer aandacht besteden aan stagiaires. Ze worden meer dan vroeger gezien als potentiële werknemers. We investeren daar vanuit school ook in. Zo hebben we een bedrijfsadviesgroep, waarbij we de leerbedrijven bij elkaar roepen.” Zijn er speciale stageprojecten? ,,Wij promoten buitenlandse stages bij onze leerlingen. Ze leren hierbij verder dan de horizon te kijken. Wij zijn sinds eind vorig jaar partner van Engineering Mobility in Europa-project (EMEU). Leerlingen van technische en ICT-opleidingen mogen zich hiervoor inschrijven. Ze kunnen dan naar het buitenland om daar lessen te volgen en op stage te gaan. Zo ging een groep jongens onlangs naar Spanje. Daar leerden ze onder meer een boogje te metselen. Dat is een speciale techniek die wij hier niet meer leren. De kansen op de internationale arbeidsmarkt worden hiermee vergroot. EMEU is een uitwisselingsproject. De buitenlandse leerlingen komen ook naar ons.” Monique Bankras
■