Page n° 1
Plenaire vergadering van de Hoge Raad voor de Statistiek Woensdag 12 december 2012 (14u00 – 16u45) Notulen P.V. 2012/nr.3
Leden van de Hoge Raad voor de Statistiek: Mevr. M. Van Wouwe – Voorzitster Mevrouw R. Bourdeaud’hui, de heer K. Brijs (voor de heer F. Robben), de heer M. Callens, Mevrouw A. Carton, de heer A. Collart (vour mevrouw V. Burnel), de heer D. De Baets, de heer P. Dmitrevsky, mevrouw A. Franklin (voor mevr. A. Romain), de heer K. Grosse-Erdmann, de heer B. Hertveldt, mevrouw G. Masuy-Stroobant, de heer B. Pfeiffer, de heer G. Poullet (voor de heer R. Acx), de heer M. Reymen (voor mevr. C. Rouma), de heer S. Rocher, mevrouw R. Thys, mevrouw F. Vanderkelen, mevrouw S. Van Rechem, de heer R. Van Rossem, de heer N. Veraverbeke, mevrouw A. Versonnen Uitgenodigd: De heer G. Dankaerts – Test Aankoop → Voor punt 3 op de agenda De heer R. Dhondt – Assuralia→ Voor punt 3 op de agenda De heer P. Lusyne – FOD Economie (ADSEI) → Voor punt 5 op de agenda De heer E. Meersseman – FOD Economie (ADSEI) → Voor punt 3 op de agenda De heer P. Nicolai – FOD Economie (AD Regulering van de Markt) → Voor punt 3 op de agenda Mevrouw F. Parys – FOD Economie (ADSEI) → Voor punt 4 op de agenda De heer G. Serré – FOD Economie (ADSEI) → Voor punt 3 op de agenda De heer P. Vranken – FOD Economie (ADSEI) → Voor punt 3 op de agenda Verontschuldigd: De heer S. Brunet, de heer M. Despontin, de heer B. Lejeune, de heer J. Leroy, de heer J.-P. Liebaert, de heer G. Loosveldt, de heer R. Rollier Afwezig: De heer P. Haegeman, de heer F. Huyghe, mevrouw C. Jonckheere, de heer I. Magdalenic, de heer R. Petit, de heer O. Plasman, de heer M. Remon (Vice-Voorzitter), mevrouw J. Screurs, de heer V. Vandenberghe, de heer K. Van den Bosch, de heer P. Van der Hallen, de heer B. Van Doninck, de heer C. Van Laere, mevrouw V. Vercammen, mevrouw M. Verhue, mevrouw C. Vermandele Secretariaat: De heer Ph. Mauroy – secretaris (verontschuldigd) De heer C. Cornelis – adjunct-secretaris
Nr.
I
Inhoud van de agenda Goedkeuring van de agenda voor de plenaire vergadering van 12 december 2012 Beslissing De agenda voor de vergadering wordt unaniem goedgekeurd.
Page n° 2
Opmerking: Het Secretariaat stuurde op 11 januari 2013 via e-mail de op de plenaire vergadering gegeven Powerpoint-presentatie naar alle leden van de Hoge Raad voor de Statistiek.
II
Goedkeuring van de notulen P.V. 2012/nr.2 van de plenaire vergadering van 17 oktober 2012 Beslissingen De notulen P.V. 2012/nr. 2 van de plenaire vergadering van 17 oktober 2012 worden unaniem goedgekeurd, mits de twee hiernavolgende geringe wijzigingen worden aangebracht (die door het secretariaat per e-mail werden meegedeeld): Op punt VI van de notulen in het Nederlands, in de rubriek “Voorstelling”, moeten de afkortingen “SEC” door “ESR” vervangen worden; Op punt VI van de notulen in het Frans, in de rubriek “Besprekingen”, moet “Sur ce point, les représentants de la Banque nationale de Belgique précisent, d’une part, qu’il faudra d’abord attendre de voir quels prix savent être collectés et, d’autre part, ... ” vervangen worden door “Sur ce point, les représentants de la Banque nationale de Belgique précisent, d’une part, qu’il faudra d’abord attendre de voir quels seront les prix collectés et, d’autre part, ... ”.
III
Voor advies: Car insurance survey (autoverzekering bij jongeren) – Vragenlijst van de enquête Voorstelling De heer Vranken schetst de aanleiding van dit dossier en de achtergrond waartegen deze vragenlijst werd opgesteld. De Minister van Economie krijgt regelmatig vragen omtrent de toegankelijkheid van jongeren (van 18 tot 29 jaar) tot de verzekeringsmarkt. Reeds in het verleden in 2006 en 2010 had de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie (= de ADSEI) een methodologie uitgewerkt en een studie gemaakt over de autoverzekering bij deze categorie van personen. Door de veranderingen in de verzekeringssector (afschaffing bonus-malus enz.) kan die methodologie, die werd toegepast op enquêtes bij de verzekeringsmaatschappijen, niet meer gebruikt worden. Bovendien gaven deze studies geen zicht op mogelijke weigeringen door de verzekeringsmaatschappijen en de toegankelijkheid tot de verzekeringsmarkt op zich. Ook Test-aankoop had op dit terrein via een “mystery shopper” onderzoek gedaan, onder meer naar de weigering van het verlenen van een autoverzekering aan jongeren. Op vraag van de Minister van Economie en Consumentenzaken heeft de ADSEI voorgesteld om zelf een enquête onder jongeren uit te voeren met als doel de toegankelijkheid tot de verzekeringsmarkt voor jongeren in kaart te brengen. Bij de voorbereiding van de opstelling van de vragenlijst werden de Algemene Directie Reglementering en Organisatie van de markt van de FOD Economie, Assuralia en Test-aankoop betrokken. De Minister zou de conclusies van dit onderzoek medio 2013 willen kennen. Het beoogde doel is minstens 1.500 ingevulde vragenlijsten op relatief korte tijd via de beschreven methodiek terug te krijgen. De ICT-afdeling van de FOD Economie werd al ingeschakeld, gelet op de zeer korte periode waarover men beschikt, aangezien de inzameling van de antwoorden in de maanden maart en april dient te gebeuren. Het eindrapport is gepland tegen eind juni 2013. In de vragenlijst wordt enkel naar feiten gepeild en niet naar subjectieve bevindingen of opinies. De vragenlijst wordt beperkt tot een achttal bladzijden en mag slechts een vijftiental minuten in beslag nemen om ingevuld te worden, anders wordt gevreesd dat de geënquêteerde jongeren zullen afhaken. Voorstellen om vragen toe te voegen moeten indien zo nodig gecompenseerd te worden door een bestaande vraag(onderdeel) te schrappen. De heer Meersseman schetst de gevolgde methodiek en de modaliteiten van de contactprocedure om 5.000 personen te enquêteren. Er wordt ten minste gerekend op een respons van 1.500 personen. Besprekingen Meerdere leden van de Hoge Raad voor de Statistiek formuleren opmerkingen die zowel betrekking hebben op vragen, de gebruikte methodologie, de respons, de conclusies die uit de antwoorden kunnen getrokken worden, het trekken van een steekproef met een tweede golf indien de verwachte respons na de eerste golf niet zou gehaald worden. Onder meer worden volgende punten opgeworpen: • Verschillende leden leggen de nadruk op de moeilijkheid van sommige vragen uit de vragenlijst gezien de mate van nauwkeurigheid die wordt vereist bij de te verstrekken informatie. • Er wordt betreurd dat er geen tijd is om een proefenquête te organiseren om onder meer de begrijpbaarheid van de vragen af te toetsen. Is het tariferingsbureau gekend, kent men de karakteristieken
Page n° 3
inzake vermogen van de auto die verzekerd werd of wordt, is de verzekeringsnemer gekend, zijn het niet de ouders die het meest betrokken waren bij het afsluiten van de verzekeringspolis, kent men de verschillende componenten van een meer uitgebreide verzekeringspolis (nog)? • Het register van de rijbewijzen werd niet behouden om de enquête te versturen naar de jongeren. Naast het probleem van de toegang het up to date zijn, laat deze databank niet toe om herinneringsbrieven te sturen. De FOD Mobiliteit laat wel toe dat personen uit die databank zouden worden aangeschreven, maar ADSEI zal nooit kunnen nagaan wie de vragenlijst heeft teruggestuurd en wie niet. Dit maakt het onmogelijk voor ADSEI om de respons via herinneringsbrieven op te drijven tot 30%. • Er wordt getwijfeld of iemand die geen rijbewijs heeft de vragenlijst zal willen invullen. Daarentegen zouden jongeren die problemen hebben ondervonden op de verzekeringsmarkt, meer geneigd kunnen zijn om de enquête in te vullen. Dit in tegenstelling tot jongeren die geen problemen ondervonden hebben. • Er heerst onduidelijkheid omtrent de verhouding antwoorden-populatie van deze verzekeringsnemers. Moet dit gerelateerd worden aan het aantal bestuurders uit die categorie of aan het aantal bezitters van een rijbewijs? • De heer Dankaerts, die namens Test-aankoop aanwezig is, had graag meer vragen gezien overbestuurders aan wie een verzekering werd geweigerd en over voorgestelde premiebedragen. De heer D’Hondt, die namens Assuralia uitgenodigd was, stelt daartegenover dat de verzekeringspremies niet al te grote moeilijkheden opleveren. Test-aankoop heeft echter andere bevindingen. Er wordt verduidelijkt dat de enquête niet gericht is op de hoogte van de verzekeringspremie maar peilt naar de toegankelijkheid van de verzekeringsmarkt voor jongeren. • Er wordt betreurd dat de vragenlijst niet verder ingaat op het onderscheid tussen een drietal soorten bestuurders, namelijk: jongeren die zich met het voertuig van de ouders verplaatsen, jongeren die een eigen verzekering hebben moeten nemen en jongeren die niet over een rijbewijs beschikken. Het zou interessant kunnen zijn om te weten hoeveel jongeren uit de totale populatie niet over een rijbewijs beschikken. • Handelt luik 2 van de vragenlijst over wagens die in België verzekerd worden? In het buitenland liggen de verzekeringskosten lager. • Men wil vraag 15 herformuleren omdat er bij vraag 12 meerdere antwoordmogelijkheden zijn. • Sommige begrippen zouden kunnen leiden tot dubbelzinnigheden (wie is de gebruikelijke bestuurder? Is die in alle gevallen ondubbelzinnig aanduidbaar?). • Er wordt o.m. bij vraag 17 om een betere routing gevraagd. • Bij vraag 21 was het misschien beter te peilen naar het aantal verkeersongevallen waarbij men betrokken was dan naar het aantal ongevallen in fout om het verzekeringsrisico te kunnen beoordelen. • Bij vraag 20 zou men kunnen verduidelijken dat sommige verplichtingen contractueel overeengekomen voorwaarden zijn die aanleiding kunnen geven tot kortingen op de premie. Indien men die verplichting niet nakomt valt de korting weg wat niet wil zeggen dat men een polis weigert. • Bij een aantal vragen (23-24-26-27-32) wordt geopteerd om de antwoordmogelijkheid “weet het niet meer” toe te voegen. Er wordt in die vragen verwezen naar situaties uit een verder verleden. • Bij vraag 30 kan er verwarring bestaan omtrent de verzekeringscomponenten die zijn opgenomen in een offerte (Enkel burgerlijke aansprakelijkheid? BA plus? BA en rechtsbijstand? Dekking alle risico’s?). Dit beïnvloedt het antwoord op de daaropvolgende vraag 31. • Dient bij vraag 34 (maatschappijen die een verzekering weigerden) niet naar vraag 36 overgegaan te worden in plaats van rechtstreeks over te gaan naar vraag 38 over het Tariferingsbureau. • Er dient geëxpliciteerd te worden dat de bedragen btw inclusief zijn. • Er dient geëxpliciteerd te worden dat bedrijfswagens uitgesloten zijn. Beslissingen De voorzitter neemt akte van de opmerkingen die tijdens de bespreking geformuleerd werden en verwijst naar de tijdsdruk die er bestaat. Daarom stelt zij voor nog niet over te gaan tot een stemming onder de aanwezige leden. Er wordt aan de Algemene Directie Statistiek en Economische Informatie gevraagd een aantal verbeteringen en verduidelijkingen op te nemen in het vragenformulier en de overeenkomst tussen de Nederlandse en Franse versies te herbekijken en dit in de loop van de volgende dagen. Gelet op de uitzonderlijke omstandigheden stelt zij voor om via een schriftelijke procedure onder alle leden van de Hoge Raad voor de Statistiek een stemming te organiseren.
Page n° 4
Er wordt aan de leden gevraagd om aan het secretariaat van de Hoge Raad voor de Statistiek op een aangepaste versie van de vragenlijst, die gezien het strakke opgelegde tijdschema niet geheel kan herzien worden, ja of neen te antwoorden. In geval van neen dient het negatieve antwoord geargumenteerd te worden. Bij wijze van uitzondering keuren de aanwezige leden van de Hoge Raad voor de Statistiek deze wijze van stemming goed. De antwoordtermijn wordt vastgesteld op 21 december 2012. Op 17 december 2012 werd de aangepaste versie van het vragenformulier in het Nederlands en in het Frans per e-mail verstuurd aan de 45 leden ven de Hoge Raad voor de Statistiek met het verzoek via bijgevoegd formulier te reageren. Hierbij waren 2 reactiemogelijkheden: gunstig advies of met reden omkleed ongunstig advies. Uiterste inzenddatum was 21 december 2012.Negentien leden brachten hun stem uit waarvan 14 positief en 5 negatief met redenen omkleed.
IV
Voor advies: Proof of concept “Statistisch Programma 2013” Voorstelling Het woord wordt verleend aan mevrouw Parys. In voorliggend Belgisch openbaar statistisch programma is alle informatie opgenomen die in de loop van 2012 op initiatief van het Coördinatiecomité verzameld werd omtrent de statistieken die in 2013 zullen opgesteld en verspreid worden evenals de ontwikkelingen die voor die statistieken gepland zijn. Momenteel gaat het nog om een proof of concept (POC) bedoeld om in 2014 te kunnen komen tot een aanvaardbaar statistisch programma. Het secretariaat van het Coördinatiecomité verzamelde al bij 98 openbare statistiekproducerende instellingen (er werden er 158 gecontacteerd) basisinformatie in over 705 statistieken die in 2013 zullen opgemaakt worden door die respectievelijke instellingen. Volgens een vastgelegde methode werden die in het statistische POC-programma 2013 (documenten overgemaakt aan alle leden van de Hoge Raad) weergegeven in de vorm van een inventaris. Het document Belgisch Statistisch programma 2013 wordt in 5 delen opgesplitst: 1. Deel 1 omvat een algemene presentatie van het Statistisch Coördinatiecomité, de opdracht en de finaliteit, het statistisch programma (doel) en de opdrachten van de Hoge Raad voor de Statistiek binnen het statistisch programma. De Hoge Raad voor de Statistiek vertegenwoordigt de statistische vraag; in die hoedanigheid verstrekt de HRS adviezen over alle voorstellen m.b.t. het statistisch beleid en de statistische werkzaamheden in België, formuleert hij voorstellen m.b.t. het opstellen van alle relevante statistieken; maakt hij suggesties om te komen tot meer eenheid of tot verbeteringen in de statistische activiteiten van de federale ministeriële departementen conform het advies van het Coördinatiecomité, doet hij aanbevelingen over belangrijke thema’s op statistisch gebied en treedt hij op als spreekbuis van de vraag naar statistieken in België. 2. Deel 2 omvat een verspreidingstabel, de scope en de methodiek die voor de inventaris gebruikt werd. 3. Deel 3 omvat de proof of concept 2013 zelf. 4. Deel 4 bestaat uit een overzichtstabel van de openbare statistiekproducerende instellingen. 5. Deel 5 omvat een aantal bijlagen waaronder een aanhangsel bij de Classificering van Statistische activiteiten (CSA rev.1) omdat meerdere deelnemers aan de vergaderingen in het Coördinatiecomité wensten te beschikken over een werkinstrument waarmee statistieken per thema kunnen worden onderverdeeld i.p.v. statistieken opgesplitst per gewest of gemeenschap. De Hoge Raad voor de Statistiek is op twee manieren betrokken bij het Belgisch Statistisch programma: Op heden door op verzoek van het Coördinatiecomité gunstig advies te willen verlenen aan het voorgelegde Jaarlijks Statistisch Werkprogramma. Het Coördinatiecomité valideerde die versie op 12 november 2012; Door tegen eind april 2013 een synthese uit de standpunten van drie op te richten werkgroepen uit te werken en een advies te verlenen over de vraag met welke nieuwe elementen statistiekproducenten moeten rekening houden bij het opstellen van het Werkprogramma 2014. Het Belgisch openbaar statistisch programma 2013 – proof of concept – zal voor informatie meegedeeld worden aan Minister van Economie Vande Lanotte en aan de Ministers-Presidenten van de Vlaamse regering, het Waalse Gewest, de Federatie Wallonië-Brussel, de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de Duitstalige Gemeenschap. Er wordt aan hen geen validatie gevraagd. In de Hoge Raad worden drie thematische werkgroepen opgericht parallel met de werkgroepen van het Coördinatiecomité. Zij bestrijken dezelfde statistische domeinen als die laatste. De werkzaamheden (vergaderingen tussen januari 2013 tot april 2013) zijn gestoeld op methoden die gebruikt werden om het POC-Statistisch Programma 2013 op te stellen (het POC-programma 2013 wordt als basis gebruikt).
Page n° 5
Die drie thematische werkgroepen zijn: de werkgroep “Ondernemings- en macro-economische statistieken”, de werkgroep “Bevolkingsstatistieken en sociale statistieken”, de werkgroep “Multisectorale statistieken”. Het is de bedoeling dat de effectieve leden van de Hoge Raad deelnemen aan de vergaderingen van deze werkgroepen. Besprekingen Volgende opmerkingen, vragen en suggesties werden geuit: Mevrouw Masuy reageert als demograaf (haar vakdomein) en zou enkele thema’s uit dat domein anders willen klasseren (gezondheid, burgerlijke staat, geboorten, adoptie) of statistieken rationaliseren. Zij verwijst opnieuw naar de statistieken burgerlijke staat. Mevrouw Parys – secretaris van het Coördinatiecomité – zal met die opmerkingen en suggesties rekening houden in de werkzaamheden voor het Programma 2014. Indien nodig kan een ad hoc werkgroep samenkomen in verband met deze thematiek. Er wordt affirmatief geantwoord op het feit of er een mailbox van het secretariaat van het Coördinatiecomité bestaat. De leden van de Hoge Raad voor de Statistiek gebruiken ook dit kanaal om hun eventuele opmerking per email op te sturen. Beslissingen De Hoge Raad voor de Statistiek gaat unaniem akkoord met de methode waarmee het Statistisch POCprogramma 2013 werd opgesteld en verleent gunstig advies aan het proof of concept Belgisch openbaar Statistisch programma 2013. Bij de opstelling van het Statistisch programma 2014 (in de loop van het jaar 2013) wordt rekening gehouden met de opmerkingen en suggesties die op deze zitting werden uitgebracht.
V
Ter informatie: Stand van zaken m.b.t. de productie van de demografische statistieken Voorstelling Mevrouw Van Wouwe verleent het woord aan de heer Patrick Lusyne. De heer Lusyne was voorheen mede verantwoordelijk voor de SILC-enquête en heeft een achtergrond van demograaf. De heer Lusyne is sinds korte tijd verantwoordelijk voor de productie van bevolkingsstatistieken. Op hetzelfde ogenblik verlieten twee bekwame demografen de ADSEI. Sinds zijn aanstelling is de heer Lusyne erin geslaagd de bevolkingscijfers per 31.12.2011 en de loop van de bevolking vast te leggen. Met de nu voorhanden dataflows zijn meer mogelijkheden beschikbaar. Er kunnen met deze nieuwe dataflows vlugger reeksen en alternatieve berekeningen gemaakt worden. Voor kerstmis zijn de bevolkingscijfers voor 1.1.2012 beschikbaar, in januari 2013 zullen gegevens over de huishoudens beschikbaar zijn. Op een vraag van mevrouw Carton antwoordt de heer Lusyne dat er tegen april 2013 cijfers op sectorniveau (voor 2011) zullen beschikbaar zijn. Daarbij zal aandacht besteed worden aan trendbreuken. De heer Brys wenst ingelicht te worden over mogelijke trendbreuken en is bereid aan dit initiatief mee te werken. De heer Collart vraagt of er nationaliteitsopdelingen mogelijk zijn. De heer Lusyne antwoordt dat dit verzoek niet technisch onmogelijk is om uit te voeren. Er zal een technisch begeleidingscomité worden opgericht. In een kick-off vergadering kunnen prioriteiten worden vastgelegd en het verzoek van de heer Collart kan ook op dat forum besproken worden. Mededelingen van het secretariaat van de Hoge Raad voor de Statistiek •
VI
Een advies formuleren en goedkeuren via “schriftelijke procedure” – voorstel van het secretariaat
De oorspronkelijke aanleiding om de discussie over de invoering van een schriftelijke procedure komt uit de werkzaamheden van de werkgroep “Herziening van de Landbouwstatistieken”. Gezien de laatste veranderingen in de Europese regelgeving betreffende de statistieken over de plantaardige en dierlijke producten en vooral de huidige mogelijkheden om administratieve databanken te gebruiken kan de ADSEI haar systeem voor landbouwenquêtes aanzienlijk reduceren. Die voorstellen worden onder meer eind januari 2013 besproken met de gebruikers. Dit zou als resultaat kunnen hebben dat de mei-enquête voor de landbouwstatistieken geheel of gedeeltelijk wordt afgeschaft. Gelet op de al te korte tijdspanne tussen de uiteindelijke besluiten van deze werkgroep en de organisatie van de mei-enquête, zou men via een schriftelijke procedure een advies aan alle leden van de Hoge Raad voor de Statistiek willen vragen. Anderzijds kant zijn de modaliteiten van een schriftelijke enquête tot op heden nooit vastgelegd. De Hoge Raad voor de Statistiek gaat ermee akkoord om bij wijze van uitzondering in dit geval deze procedure te laten doorgaan als tweede uitzonderlijk geval (het eerste werd hierboven beschreven bij het
Page n° 6
hoofdstuk: advies Car insurance survey (autoverzekering bij jongeren) – Vragenlijst van de enquête). Op een volgende vergadering van de Hoge Raad zal dit principe van de invoering van een schriftelijke procedure opnieuw geagendeerd worden. •
Data van de volgende vergaderingen
De data van de volgende vergaderingen van de organen van de Hoge Raad voor de Statistiek liggen nog niet vast (waarschijnlijk in de loop van april 2013). Het secretariaat deelt ze zo spoedig mogelijk mee via e-mail.
Eerstvolgende plenaire vergadering: Woensdag ... april 2013 om 14 u.00 in zaal 1B03 op de FOD Economie (“City Atrium”, Vooruitgangstraat, 50 te 1210 Brussel)
[Ondertekend] De Voorzitster, Martine VAN WOUWE
[Ondertekend] De Secretaris, Philippe MAUROY