PLATFORM SOCIALE FIRMA’S
HET AMSTERDAMS PLATFORM SOCIALE FIRMA’S: OFFICIËLE LANCERING 11 oktober 2013 Corine van de Burgt heet iedereen welkom en licht – na een peiling van het “DNA” in de zaal het programma toe. Nieuwe businessmodellen worden gezien als oplossingen voor (de gevolgen van) de huidige crisis en aanstaande decentralisaties. Als onderdeel van de transitie vraagt dat van sociale ondernemingen om te groeien, individueel maar ook als sector. Om dat te ondersteunen heeft De Omslag het initiatief genomen tot een Amsterdams Platform Sociale Firma’s; vandaag officieel met een toelichting op de plannen voor de komende periode. Corine van de Burgt presenteert missie, plan, rol en aandachtsgebieden van het Platform (zie bijgaande presentatie), gebaseerd op de gesprekken, enquête en afstemming met SocialEnterprise.nl. Een panel met diverse vertegenwoordigers en belanghebbenden is uitgenodigd om te reageren vanuit verschillende perspectieven: • Peter Brouwer (TNO): ondernemerschap en kwaliteit • Monique Cornelisse (Beeldend Gesproken): de startende ondernemer • Jaap Hoek Spaans (Landzijde): ondernemen in de zorg • Roland Heijnen (Pantar): inkoop gemeente • Paul Kok (gemeente Amsterdam): stimulerend bestuur.
Omvormer: van zorg naar ondernemen Kunstuitleen Beeldend Gesproken werkt met professionele kunstenaars met psychiatrische achtergrond, tot juni jl als onderdeel van GGZ zorgaanbieder Arkin. Naar aanleiding van de opdracht tot het schrijven van een liquidatieplan, maar toch met 60% eigen inkomsten, is Beeldend Gesproken omgevormd tot een sociale onderneming. Monique Cornelissen schetst wat het betekent en de gegroeide persoonlijke betrokkenheid bij het wel en wee van de onderneming. Een grote organisaties als Arkin is een steun geweest bij de keuze voor de rechtsvorm (oprichten stichting) en de mogelijkheid om een startkapitaal vrij te maken (het spaarbedrag van de klanten). Coach Paul van der Linden vult aan dat duidelijk was waar kansen lagen, na het eerste succes gaat het gemakkelijker en is er (juist nu) groei mogelijk.
Leren en onderzoeken bijzondere kenmerken Om duurzame leerwerkplekken te creëren is het belangrijk te leren van wat er gebeurt in sociale firma’s. Peter Brouwer heeft bij TNO efficiëntie-‐ en effectiviteitsonderzoek gedaan en presenteert daaruit de belangrijkste ondersteuningsvragen: geld, informatie en zichtbaarheid.
Amsterdams Platform Sociale Firma’s – bijeenkomst 11 oktober 2013 – verslag
1
In regulier onderzoek, zoals door het CBS, zijn sociale firma’s niet herkenbaar. Iedere ondernemer lijkt de vragen nu voor zichzelf op te moeten lossen. Naast het businessplan dat op orde moet zijn, zijn er bijzondere factoren. Zoals de meerkosten die worden gemaakt door verminderde productiviteit en indirect het bieden van meer ondersteuning (10-‐15 procent van de loonkosten extra nodig voor begeleiding). Er zijn allerlei subsidiemogelijkheden om deze extra kosten te compenseren of aanpassingen in het productieproces te doen. Het is mogelijk om bewust een sociaal doel na te streven; financiers vragen tegenwoordig ook om een realisatieplan sociale impact. Vraag is wie return on sociale investment kan meten. Ondernemers in de zaal geven aan dat dit niet te doen is. Bestaande methoden zijn arbeidsintensief en leveren onbegrijpelijke resultaten op. Verantwoording afleggen aan financiers en opdrachtgevers is ingewikkeld, certificering is moeilijk en kostbaar.
Kennisdelen & zichtbaarheid helpt Het helpt enorm om elkaar te kunnen vinden. Jezelf kunnen bedruipen, betekent niet dat dat alleen moet. Ook Brabant kent inmiddels een soort platform om elkaar te helpen en te versterken. Vergroten van de sector is ook mogelijk via de netwerken van reguliere ondernemers. Het gaat dan om kennisoverdracht over hoe je werknemers inzet in je bedrijf, maar ook bijvoorbeeld het matchen en processen inrichten voor reguliere ondernemers. Het gaat om het delen van de bedrijfsprocessen -‐ inmiddels goed in beeld -‐ functies, competenties, werving en selectie met bijzondere kenmerken. De gemeente is zich onvoldoende bewust van de beperkte participatiemogelijkheden van chronisch zieke mensen. Er wordt gepleit voor meer experimenteerruimte ism zorgkantoren, waardoor werken naast zorg en een vangnet mogelijk wordt gemaakt. Experimenten passen echter weer niet in de definitie van bijvoorbeeld KPMG. Bovendien zijn er veel verschillen in financieringsmix (% markt, subsidie, zorg etc). Creativiteit in de stad is broodnodig. Binnen het platform kunnen we werken aan het vergroten, versterken en verbinden van de sector. Sommigen vinden het idee “Platform” te vrijblijvend: deelname is niet alleen in dienst van het eigen bedrijf of klant, maar een keuze voor het geheel. Als de markt afneemt zijn sociale firma’s ineens meer concurrent, en gaat dubbel slecht.... Wellicht is er een businessmodel te ontwikkelen, waarmee tevens de mogelijkheden voor (toekomstige) werknemers zichtbaar gemaakt kan worden (mogelijkheden, waar kan je solliciteren, etc.).
Gemeente Amsterdam en de aansluiting met sociale firma’s Roland Heijnen licht de positie van Pantar als sociale werkvoorziening toe, in het licht van de aanstaande Participatiewet. Ook hier staat men voor een grote transitie en de opdracht om meer geld uit de markt te halen, met behoud van de verworven rechten van de huidige werknemers. Dat schept verplichtingen, maar ook (juridische) mogelijkheden om vanuit de gemeente opdrachten gegund te krijgen. De gemeente benut niet alle mogelijkheden op dit moment en Pantar wil graag samenwerken en hierover in gesprek met ondernemers die willen aansluiten.
Amsterdams Platform Sociale Firma’s – bijeenkomst 11 oktober 2013 – verslag
2
De gemeente Amsterdam is een hele grote (potentiële) opdrachtgever. Paul Kok geeft aan dat het belangrijk is om de sociale firma’s en hun producten te kennen. Het belang van een bredere sociale paragraaf wordt benadrukt opdat de mogelijkheden niet ingeperkt worden. Maar daarnaast is er nog veel mogelijk in het benoemen en gunnen van opdrachten, vanzelfsprekend alleen in geval van marktconforme kwaliteit en prijs.
Social return Social return beleid vraagt nog scherper onderzoek en formulering. Peter Brouwer van TNO vindt dat het niet over aantallen moet gaan, maar vooral ook over kwaliteit; breder kijken dan alleen de opdracht, maar ook vanuit andere perspectieven, bijvoorbeeld re-‐integratietrajecten. Het is als toetreder of klein bedrijf lastig is om gunning te krijgen door de eisen aan solvabiliteit, tracking etc.. Onderaannemen kan een oplossing zijn. Een andere manier om meer inzicht te krijgen is certificering. De Prestatieladder Sociaal Ondernemen (PSO) is een voorbeeld, maar er zijn ook andere vormen denkbaar.
Investeringsfonds en inkoop Corine van de Burgt heeft Paul Kok rondgeleid en vraagt naar zijn indrukken. Paul Kok vond vooral de gedrevenheid van de mensen om de dubbele doelstelling uit te voeren opvallend. Zijn opdracht is om de motie/opdracht tot een investeringsfonds ter ondersteuning van sociale firma’s uit te voeren en het inkoopbeleid sociale firma-‐prooff te maken. Het plan is om dit voorjaar (verkiezingen…) duidelijk te hebben hoe investeringsfonds en inkoopbeleid vormgegeven gaat worden, met een advies aan de twee verantwoordelijke wethouders. De eerste ideeën voor het investeringsfonds ontstaan nu. Doel is te investeren en het rendement weer te investeren. Mogelijk maakt samenwerking met filantropen of andere fondsen (Start Foundation) het fonds sterker. Doelstelling is en blijft wel om mensen met afstand tot de arbeidsmarkt een plek bieden. In reactie hierop wordt gevraagd of er contact is met de gemeente Eindhoven, waar Swink Webservices goede ervaringen heeft. De gemeente heeft actief geholpen om opdrachten te verwerven, mensen kunnen worden aangenomen, fondsen of subsidies zijn dan niet nodig. Een dergelijke inzet zou in Amsterdam ook mogelijk zijn. De afdeling inkoop kan een cruciale rol spelen. Het mes snijdt aan twee kanten: de gemeente krijgt werk gedaan, en mensen met een uitkering gaan aan het werk. Deze investeringskans is enorm: de impact zou meetbaar gemaakt moeten worden. Peter Brouwer van TNO erkent dat een causaal verband lastig hard te maken is, vooral het sociaal effect . Hiertoe zouden inkoop en sociale zaken bij elkaar gebracht worden; opnieuw doelstellingen voor social return formuleren vanuit een andere benadering.
Zichtbaar Het is belangrijk dat sociale firma’s en hun producten zichtbaar worden. Als goed voorbeeld wordt de film van de samenwerking tussen Iambe en Houthof Buruma (advocatenkantoor) vertoond. Dave Thijssens, coördinator licht toe hoe de samenwerking tot stand is gekomen.
Amsterdams Platform Sociale Firma’s – bijeenkomst 11 oktober 2013 – verslag
3
Business to business en productpresentaties kunnen helpen, maar er wordt gepleit om onder regie samen te werken op zichtbaarheid (elkaars succes nastreven) en doorstroom te organiseren. De gemeente zou zeker moeten kiezen voor een product met een verhaal, gunning, evt. via Pantar; eigenlijk zijn er geen belemmeringen hiervoor.
DE INVESTEERDERS CLUB, MARTIJN BLOM Martijn Blom presenteert de Investeerders Club; een groep informele investeerders in Amsterdam (zie bijgaande presentatie). Hij stelt vast dat hij van een andere planeet komt. Informele investeerders zijn ondernemers met geld en tijd over om te investeren in startende ondernemingen. In veel gevallen gaat het om investering middels aandelen (tip: maak dit mogelijk). Het gaat altijd om meer dan geld alleen, een investeerder krijgt ook zeggenschap. Het is belangrijk om van te voren goed na te denken over wat je wil van een investeerder (kennis, netwerk). Het gaat om de klik en is vergelijkbaar met trouwen: advies is om hier niet te licht over te denken of te snel met elkaar in zee te gaan. Een investeerder investeert om er ook weer uit te stappen, meestal na 3-‐5 jaar. Belangrijk is het rendement, groei en schaalbaarheid (1 op de tien bedrijven wordt een succes). Falen is belangrijk om van te leren. Stel jezelf de vraag: mag je firma falen? Vaak heeft dat niet alleen financiële consequenties! Investeerders vinden het belangrijk om een verschil te maken, maar hun keuze zal nooit plaatsvinden op basis van sociale return on investment. Groei is belangrijker, dat betekent automatisch meer impact. Crowdfunding in een niche is niet geschikt, omdat in een niche geen crowd zit. De leden van De Investeerders Club zijn verschillend. Een keer in de zes weken wordt gepitcht. Investeerders letten op: schaalbaarheid, het verhaal en het financiële rendement. Het gaat om een breder doel dan alleen maar geld verdienen, maar opvallend is dat voor sommige aanwezige sociale ondernemers het middel het doel wordt: maak je een eindproduct of houd je een cliëntgroep aan het werk?
THE SOCIAL IMPACT COMPANY, CHARLOTTE WOUT Social entrepreneurship and connecting best of both worlds is het doel van de social Impact Company. Charlotte Wout vertelt over haar carrière van bank naar goed doel en nu het helpen van bedrijven uit ervaring (zie bijgaand presentatie). Zij sluit zich aan bij de belangrijke kenmerken die Martijn Blom van De Investeerders Club presenteerde: het gaat om een goed businessmodel, winst over meerdere jaren, schaalbaarheid of mogelijkheid tot dupliceren. Uit een klein sta-‐op-‐ga-‐zitten experiment blijken maar weinig aanwezigen aan deze kenmerken te voldoen.
Amsterdams Platform Sociale Firma’s – bijeenkomst 11 oktober 2013 – verslag
4
Vanuit de drijfveer ‘elke onderneming zou sociaal moeten zijn’ coacht Charlotte ondernemers naar het midden; niet alleen subsidiegedreven (impact only) of alleen winstgedreven. Door te kijken naar de huidige bedrijven, hun waarden/middelen en hoe die anders aangewend kunnen worden, bijvoorbeeld door een leegstaande verdieping anders te exploiteren kunnen werelden bij elkaar gebracht worden. Op navraag geeft Charlotte aan dat er zeker Interessante en koppelbare ondernemingen, zoals bijvoorbeeld de koekjes van Iambe. Ook hier wordt het afhaken op risico benoemd: de vraag Kan ik falen? is essentieel. Anders blijven ze aan de subsidiekraan blijven hangen.
AFSLUITING Corine van de Burgt sluit af. Graag nodigt zij sociale ondernemers uit om mee te spreken en te denken over de agendasetting voor het Platform Sociale Firma’s. Er zal zeker aandacht zijn voor de belangrijkste punten zoals inkoop, social return, definitie en zichtbaarheid. Ook de vorm van toekomstige bijeenkomst zal zeker gevarieerd zijn. De sprekers en panel leden worden van harte dank gezegd.
Amsterdams Platform Sociale Firma’s – bijeenkomst 11 oktober 2013 – verslag
5