Sociale firma’s in Amsterdam Naar een gezamenlijk plan van aanpak Invitational conference, 28 maart 2013, #sf020
Opening door dagvoorzitter Frenk van der Linden De conferentie wordt geopend door Frenk van der Linden. Corine van de Burgt, directeur stichting De Omslag en organisator van de conferentie is verheugd dat de gemeente de kansen voor sociale firma’s ziet. Aansprekend voorbeelden zijn The Colour Kitchen of De Prael, waar 150 mensen met psychiatrische problematiek werk vinden. Dank aan alle aanwezigen omdat zij plaats hebben gemaakt in hun agenda voor deze conferentie. Sociale firma’s geven mensen de kans om te werken. Vandaag is er de kans om kennis bijeen te brengen en met de neuzen dezelfde kant op een extra slag te maken.
Thema’s worden aangereikt Op verzoek geven enkele aanwezigen hun wensen en dromen aan voor sociale firma’s. Zij benoemen de voor hen belangrijke thema’s: verbeteren van instroom, een duidiijke definiëring, versterking ondernemerschap, inzet ervaringsdeskundigheid en meer inkoop door de Gemeente. Nieuwe medewerkers komen wel, maar worden minder 'gebracht' tegenwoordig. Niet alle sociale ondernemingen passen in een definitie of onderzoekskader, maar investeren wel in een aangepast werkproces voor mensen met een beperking. Joske Poumen licht toe dat voor The Colour Kitchen er maar één doelstelling is, namelijk mensen weer een kans geven. Het bedrijf is het middel. Lionel, leerling kok bij The Colour Kitchen, volgt een eenjarig traject via het UWV. Met de extra begeleiding komt zijn droom van betaald werk dichterbij. Er komt veel creativiteit en betrokkenheid bij kijken, en uiteindelijk vooral ondernemerschap. Dat kan niet iedereen, risico nemen is nodig. Reinier Schipper, ex-cliënt geeft aan dat er te weinig gebruik gemaakt wordtn van ervaringsdeskundigheid. Iedereen heeft de beste bedoelingen; zelfredzaamheid moet niet een antwoord zijn op bezuinigingen. Werken en volwaardig burger zijn wil bijna iedereen: graag een betaalde baan. Je kunt mensen niet dwingen, maar iedereen verdient een kans op werk en volwaardig burgerschap. Martin Heuzenveldt (Zone3) geeft aan dat inkoop niet alleen gestuurd moet worden op kosten. Het gaat echter ook om kwaliteit; een goede keten en goede dienstverlening als inkoopcriteria. Sjoerd van der Maaden (Specialisterren) bevestigt de noodzaak om maatregelen aan de inkoopkant te nemen. Wanneer sociale firma’s de kans krijgen om te offreren kan “Van uitkering naar inkomen, en van subsidie naar omzet” in de praktijk gebracht worden.
Sociale firma’s in Amsterdam, conferentie op 28 maart 2013
1
Wethouder Eric van der Burg spreekt zich uit voor een andere mindset om barrières te doorbreken Eric van der Burg start met een aandachtspunt: het onderzoek van KPMG en belangstelling voor sociale firma’s was er kennelijk niet geweest, wanneer er geen sprake zou zijn van bezuinigingen. De wethouder benoemd de “mindset” als heel belangrijk. Deze zou dusdanig moeten veranderen dat er ook een automatische focus is op sociale firma’s, juist binnen de gemeente. Op die manier krijgen sociale firma’s een faire kans. Bij de voorbereidingen van deze toespraak is hem geadviseerd geen toezeggingen te doen op kritische vragen over inbesteding bij Pantar, gezien de belangen die spelen. Hij bevestigt dit: meerdere wethouders beheren meerdere portefeuilles, die allen werk en dagbesteding voor kwetsbare mensen raken. Pantar staat als re-integratiebedrijf goed op het netvlies bij de gemeente. Minder geld is wel degelijk een aanleiding om beleid te veranderen. Daar waar geld inefficiënt besteed wordt, had dat natuurlijk veel eerder gemoeten. Van klassiek gefinancierde organisaties mogen we ook verwachten dat zij zo gaan denken, met minder subsidie. Van de gemeente mag je verwachten dat ze met open vizier naar alle plannen kijken, producten afnemen of het stimuleren daarvan. Sociale firma’s zijn de toekomst, zeker wanneer het gaat om mensen als Lionel perspectief te bieden. De wethouder wenst iedereen een goede dag en verheugt zich op de uitkomst. Op verzoek van de dagvoorzitter verplaatst Van der Burg zich in de rol van criticaster van het gemeentelijk beleid. Hij benoemd een aantal punten waarop het fout gaat: te veel blijven hangen in bestaande subsidierelaties, niet toegankelijk voor sociale firma’s, stroperige regelgeving en excuses verzinnen. Er zijn altijd veel argumenten waarom iets niet kan. Decentralisatie van AWBZ/Wmo, jeugdzorg en de toekomstige Participatiewet leiden tot de vraag hoe we barrières kunnen doorbreken. De gemeente heeft een (financieel) belang om dit goed te regelen en moet de kans bieden om erdoor heen te breken. De wethouder wordt hartelijk bedankt voor zijn visie en bijdrage.
Sociale firma’s in Amsterdam, conferentie op 28 maart 2013
2
Thomas Zwiers (KPMG Plexus) presenteert onderzoek sociale firma’s in Amsterdam Meest opvallend is volgens Thomas Zwiers de passie en trots van mensen in de sociale firma’s die opereren tussen ondernemerschap en zorg. Hij bespreekt het rapport van KPMG Plexus op hoofdlijnen. Achtergrond en aanleiding Financiering, decentralisatie leiden tot uitdagingen in het sociale domein. Er waren signalen bij de gemeente Amsterdam dat zij de potentiële groei van sociale firma’s onderbenut. De vraag die voorlag was hoe inkoop, regelingen en randvoorwaarden (opnieuw) vormgegeven moeten worden. Definitie Sociale firma’s zijn particuliere bedrijven, waarbij de ondernemer voor eigen rekening en risico een bedrijf voert dat met haar producten of diensten concurrerend is op de markt en waarvan een substantieel deel van de medewerkers een afstand tot de arbeidsmarkt heeft. Het bedrijf haalt minstens de helft van haar omzet uit commerciële activiteiten en investeert eventuele winst in de verdere ontwikkeling van de organisatie. Definiëren van sociale firma’s is lastig, vooral vanwege de diversiteit in producten en diensten. KPMG heeft gezocht naar een zo passend mogelijke definitie. Definities uit Italië en het Verenigd Koninkrijk zijn erbij betrokken. Bovendien zijn kosten per cliënt, doelgroepen en ernst van de beperking in beeld gebracht. Conclusie is dat er sociale firma’s zijn op het hele continuüm van dagbesteding tot werk , waarbij de mate van begeleiding verschilt en bepalend is voor de kostenopbouw van een sociale firma. Over de definitie is discussie mogelijk, met name over de begrippen substantieel deel van de medewerkers en afstand tot de arbeidsmarkt. Uit reacties vanuit zowel gemeente als sociale firma’s blijkt dat de definitie soms ondernemingen utisluiten die wel een sociale doelstelling hebben. Doelgroepen Mensen met een lichamelijke (zintuiglijke) of verstandelijke beperking zijn minder vertegenwoordigd in de sociale firma’s in Amsterdam. Voornamelijk (O)GGZ cliënten en jeugd vinden nu een werkplek in de sociale firma’s, vaak vanuit een zorginstelling. Sociale firma’s kunnen echter meer doelgroepen bedienen uitgaande van arbeidsproductiviteit tussen 25 en 65%. Het type werk moet aansluiten, maar aanbeveling is om de toeleiding van mensen (beter) te organiseren. Kosten Begeleiding wordt over het algemeen uit de commerciële baten betaald, vaak aangevuld met publieke middelen (traject gelden). De verhouding tussen de verschillende kosten verschilt erg per sociale firma. Daardoor is het lastig een eenduidig tarief te hanteren. Het tarief dat nu gehanteerd wordt door DWI ligt over het algemeen hoger. Hier liggen kansen.
Sociale firma’s in Amsterdam, conferentie op 28 maart 2013
3
Knelpunten en aanbevelingen Sociale firma’s zijn afhankelijk van UWV en DWI voor de toestroom van medewerkers. Tegelijkertijd leidt trajectgebonden bekostiging tot administratieve druk: men is veel tijd kwijt aan verantwoording en betaaltermijnen worden regelmatig overschreden. Ook sociale firma’s hebben last van de crisis en zien soms omzet dalen. Omdat de commerciële baten direct geïnvesteerd worden, zijn particulieren en banken zijn niet happig om te investeren. In aanbestedingen zou veel gedaan kunnen worden voor sociale firma’s. Belangrijke aanbeveling aan de gemeente is om de voorgenomen decentralisaties te benutten om te komen tot een integrale aanpak in het sociale domein. Dit kan door in te zetten op integrale contractering van sociale firma’s en ze op maat te ondersteunen in hun ondernemerschap.. Voorwaarde hiervoor is de door wethouder Van der Burg genoemde mindset; sociale firma’s moeten direct op het netvlies staan bij de gemeente. Dan krijgen zij een goede kans in aanbestedingen, in percelen of als onderaannemer. Zo worden de domeinen zorg en arbeid verbonden en kunnen mensen komen van uitkering naar salaris, van subsidie naar betaald uit omzet.
Aan het werk De deelnemers aan de conferentie gaan uiteen om in workshops de genoemde thema’s uit te werken. (er is een verslag van de workshops op verzoek beschikbaar).
Naar een gezamenlijk plan van aanpak In de middag wordt verslag gedaan van de resultaten uit de workshops (er is een verslag per workshop op verzoek beschikbaar). Toeleiding en instroom Uitbreiding doelgroepen Inkoop en Social Return Profilering sociale firma’s Versterking ondernemerschap Contractering
Workshop 1 + 2 Workshop 3 Workshop 4 + 6 Workshop 5 Workshop 7 Workshop 8
Uit de workshops volgen de volgende ingrediënten voor een gezamenlijke agenda en plan van aanpak.
Versterking ondernemerschap Opvallend is dat vanuit internationaal perspectief Nederland achterloopt in aantal sociale firma’s; in Frankrijk is er een minister met deze portefeuille. VSB Fonds en Startfoundation hebben eerder
Sociale firma’s in Amsterdam, conferentie op 28 maart 2013
4
uitgezocht wat de succesfactoren zijn bij ondernemerschap: commerciële werkervaring, eigen kapitaal, voldoende kennis van de markt, hogere opleiding, en medewerkers durven loslaten wanneer ze niet voldoende functioneren. Sociale firma’s ontmoeten soms de tegenstrijdigheid in het ondersteunen van een doelgroep, en tegelijkertijd streng zijn in relatie tot het functioneren binnen het bedrijf. Helder werd dat goed ondernemerschap betekent dat een sociale firma’s beschikt over vaardigheden als : competenties, sales, werving en selectie (en niet pamperen van medewerkers). Marketing inspanningen zijn noodzakelijk net als in het reguliere MKB. Daarbij moet de kwaliteit van het product én de sociale dimensie de klanten in het hart raken. Sociale firma’s ontwikkelen zich van pionier naar regulier, maar veelal langzamer. Daarom is het belangrijk de ondernemingen meer te steunen dan een regulier bedrijf. Iedereen vindt dat de sociale firma’s zelf ook een verantwoordelijkheid hebben: het oprichten van een platform voor kennis uitwisseling, en misschien coaching, is hier een goed begin voor. Ingrediënten voor het plan van aanpak: Ondernemerschap sociale firma’s ondersteunen door platform kennis uitwisseling Ont-regelen, bestekken (voor zowel inkoop als begeleiding) eenvoudiger en administratieve lasten verlichten.
Profilering Sociale firma’s Ook in het profileren van sociale firma’s werd de conclusie getrokken dat een platform een belangrijke functie heeft. Hier kunnen sociale firma’s in beeld brengen wat ze doen. Wellicht kan er in de toekomst een (kwaliteits)keurmerk of certificering aan toegevoegd worden. Een platform moet het brede palet aan sociale firma’s in beeld brengen. Er is grote diversiteit in sociale firma’s, doelgroepen en doelstellingen. Het kan gaan over dagbesteding in zorg, doorstromen naar werk, en het creëren van banen. De sociale firma’s moeten die zelf duidelijk maken als ze platform vormen. En vervolgens hierover communiceren en zo de gemeente inzicht te geven in wie de sociale firma’s zijn, welke verschillen er bestaan en welke mogelijkheden zij bieden voor inkoop van producten en het bieden van dagbesteding aan de meest kwetsbare groepen. Een voorbeeld van goede profileringen vinden we in Amsterdam Nieuw-West. Stadsdeelbestuurder Jesse Bos licht toe dat zij een inventarisatie hebben gedaan van alle sociale firma’s en hun agenda. Zij zijn allen uitgenodigd om deel te nemen aan het ondernemersplatform Nieuw-West. Het is belangrijk om ondersteuning te bieden bijvoorbeeld bij het opstellen van een business case. Door te informeren naar de eigen agenda van sociale firma’s is er de mogelijkheid om de sociale firma’s niet alleen als ondernemers te benaderen, maar ook te vragen wat zij nodig hebben. Zij stelt voor om hetzelfde te doen, samen met DWI voor de hele stad. Ingrediënten voor het plan van aanpak: platform kennis uitwisseling voor ontsluiten mogelijkheden binnen sociale firma’s inventarisatie stadsbreed van bestaande sociale firma’s + wat zij nodig hebben.
Sociale firma’s in Amsterdam, conferentie op 28 maart 2013
5
Toeleiding en Instroom Met betrekking tot toeleiding en instroom is gestart met een analyse en definitie van mogelijke oplossingsrichtingen. Deze werden in de tweede bijeenkomst handen en voeten gegeven. Uit analyse blijkt dat iedereen enthousiast is over sociale firma’s en dat zij de aandacht verdienen. De rol van de gemeente is faciliterend, en dat wordt heel goed gevonden. De sociale firma’s kijken niet naar de gemeente voor oplossingen maar onderzoeken wat zij zelf kunnen doen. Max Huber (HvA) gaf in zijn inleiding drie richtingen om toeleiding en instroom te verbeteren. Dit leidde tot een drietal uit te werken oplossingen: 1. Perspectief en groei bieden in sociale firma’s, bijvoorbeeld een opleiding of andere kans. 2. Ervaringsdeskundigen een belangrijke rol geven in toeleiding, werving en selectie en voorbeeldfunctie. 3. Samenwerking en verbinding in profilering, werving en selectie of acquisitie van opdrachten. Omdat de middelen vanuit AWBZ en re-integratie minder worden, krijgen mensen die in werkprojecten of sociale firma’s werken steeds minder begeleiding. Anderen hebben begeleiding niet meer nodig, maar ‘worden nu eenmaal begeleid’. Het zou goed zijn om de mensen zelf als uitgangspunt te nemen. Begeleiding is niet gebonden aan ondersteuning door DWI of andere gemeentelijke instellingen. De rol van DWI klantmanagers zou kleiner ipv groter moeten worden. DWI staat verder van de doelgroep waardoor het maken van de juiste match bijvoorbeeld vanuit het bestaande Servicepunt, moeilijk is. Matching + jobcoaching is wat er nodig is. Flexibiliteit in de mate van begeleiding en het moment van loslaten wordt mogelijk door een sociale firma te starten voor de werving en selectie (en tevens voorbeeldfunctie) die mensen begeleidt van A naar B. Het organiseren met een sociale firma met ervaringsdeskundigen biedt veel kansen. Klanten zijn dan niet terughoudend en kunnen vrij spreken over hun ambities en competenties. De ervaringsdeskundigen hebben daarbij een voorbeeldfunctie. Ingrediënten voor het plan van aanpak: Gezamenlijke acquisitie Een sociale firma voor de werving en selectie (matching) en begeleiding (jobcoaching) Geef ervaringsdeskundigen een plaats in matching en jobcoaching
Uitbreiding Doelgroepen Sociale firma’s voor doelgroepen van mensen met verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking, zijn niet meegenomen in onderzoek van KPMG. Ze bestaan wel en het is belangrijk om ze te profileren. Daarnaast zijn er vanuit grotere zorgorganisaties ervaring en met groepsdetachering van mensen met een verstandelijke beperking. Dit biedt veel kansen. Conclusie is dat sociale firma’s zich niet moeten aanpassen aan andere doelgroepen. Zij bieden al werk op maat toegesneden. Lastig dilemma is en blijft dat zorgondernemingen verantwoordelijk zijn voor mensen én activiteiten. Dat is soms tegenstrijdig wanneer mensen moeten afvloeien. Initiatieven in de zorg zouden eigenlijk losgeweekt moeten worden.
Sociale firma’s in Amsterdam, conferentie op 28 maart 2013
6
Op zoek naar “push en pull” factoren is het gesprek eigenlijk net begonnen. Er zijn landelijk wel ideeën over de mogelijke instroom van diverse(r) doelgroepen, maar voor een stimuleringsprogramma is niet altijd geld beschikbaar. De inzet is om elkaar te vinden en gezamenlijk zich hard te maken voor het vinden van geduldkapitaal. Het gaat om ondernemerschap waarvoor commercieel talent aangetrokken moet worden. Dat betekent dat men open moet staan voor een vorm van winst. In het Verenigd Koninkrijk zijn hier aparte regels voor. Hoe dan ook moet er ruimte komen om een boterham te kunnen verdienen. Daarbij is niet de doelgroep, maar de vraag van de markt leidend voor de richting van een sociale firma. Ingrediënten voor het plan van aanpak: Werk- en dagbestedingsinitiatieven losweken uit de zorg door het inzetten van commercieel talent en focus op markt Bekendheid met de doelgroep helpt instroom en doorstroom creëren Gezamenlijk hard maken voor het vinden van geduldkapitaal
Contractering Met betrekking tot contractering van (de diensten ) van sociale firma’s is besproken hoe het maken van afspraken (beter) begeleid kan worden. Gesteld wordt dat het gaat om een business case benadering, op maat per sociale firma. Daarbij moet het gaan over de begeleidingscomponent in de businesscase (en niet zozeer over looncompensatie, in te zetten voor materiële of personele kosten). Elke sociale firma moet voldoen aan de criteria van een concurrerende prijs en een goede kosten – baten analyse. Er is sprake van terughoudendheid omdat de gemeente geen ondernemingen wil bevoordelen ten opzichte van hun concurrenten. Dit is echter niet aan de orde wanneer het doel is om het economisch nadeel opheffen (extra kosten). Bovendien is de gemeente verplicht om stil te staan bij de doelmatigheid van begeleiding die in andere vormen van dagbesteding wordt geboden. Hierin spelen sociale firma’s ook een belangrijke rol. Dan moet er gelet wordt op het voorkomen van een soort “dubbele verstrekking”; financiering van dezelfde begeleiding uit twee bronnen. De gemeente dient te formuleren wat de beoogde resultaten zijn. Van daaruit kan de functie van een sociale firma’s worden bekeken (lagere kosten, uitstroom). De gemeente heeft KPMG Plexus inmiddels een vervolgopdracht gegeven om hiermee een begin te maken. Corine van de Burgt roept op om hierbij vooral de sociale firma’s zelf te betrekken. Ingrediënten voor het plan van aanpak: Economisch nadeel opheffen voor sociale firma’s Doelmatigheid beoordelen van alle vormen van begeleiding Vanuit beoogde uitkomsten de functie van sociale firma’s (gaan) beoordelen
Sociale firma’s in Amsterdam, conferentie op 28 maart 2013
7
Inkoop en Social Return Zowel vanuit het perspectief van de gemeente als dat van sociale firma’s is gekeken naar inkoop en het Social Return beleid. Daarbij is de gemeente doordrongen van het tempo en de verantwoordelijkheden die decentralisatie (AWBZ/Wmo, Jeugdzorg en Participatiewet) met zich meebrengt. Conclusie is dat dit vraagt om een gemeenschappelijke agenda en een opdracht vanuit het college van B & W. De opdracht kan zijn om te komen tot een stimuleringsprogramma. Er zijn al veel mogelijkheden middels het Social Return beleid, aanbestedingen en inkoop in percelen. Ook een vergelijkbare inzet zoals voor Pantar, waarbij sociale firma’s zich op het netvlies bevinden van alle gemeentelijke diensten, draagt bij. Het is van belang dat de sociale firma’s hierop actie ondernemen en duidelijk zijn (middels het al eerder genoemde platform) over wat zij kunnen bieden en nodig hebben. Vervolgens is het aan de gemeente om ze eerder te betrekken in inkoop- en aanbestedingsprocedures. Het helpt wanneer partijen hier vooraf en gezamenlijk over na hebben gedacht; dan kan ieder op tijd zijn rol pakken. Sociale firma’s bieden aan om mee te denken over sociale doelstellingen, bestek en beoordelingscriteria. Uitgebreid komt steeds de definitiekwestie aan de orde. Het is lastig om hier een eenduidige leidraad te hanteren en de diversiteit in sociale firma’s is enorm. Toch is de gezamenlijke zoektocht inspirerend gebleken. Consensus en commitment van alle diensten is er om de bestaande mogelijkheden voor inkoop via sociale firma’s een stap verder te brengen en gezamenlijk aan te sturen. Ingrediënten voor het plan van aanpak: Opdracht van het college B&W Gemeentelijk platform voor uitwerking Social Return beleid en inkoop Profilering sociale firma’s binnen de gemeente via gezamenlijk platform Sociale firma’s betrekken bij het formuleren van sociale doelstellingen en bestek voor inkoop
Wat is er gebeurd vandaag? Om de bijdrage van sociale firma’s effectiever te benutten in het sociale domein is vandaag een slag geslagen. Helder is dat er op alle thema’s door alle partijen er aan getrokken moet worden. Tot nu toe was dat niet perse noodzakelijk, maar vandaag is iedereen doordrongen van de urgentie om sociale firma’s een duidelijke rol en positie te geven. Tijdens deze conferentie is vanuit verschillende ervaringen en posities gekeken naar de belangrijkste thema’s. We waren het in de praktijk lang niet altijd eens, maar er is wel een gemeenschappelijke overtuiging dat sociale firma’s meer voor de stad kunnen bieden .. Daarmee wordt het een breed gedragen vraag. De honorering van het verzoek om een bestuurlijke opdracht is pure winst.
Sociale firma’s in Amsterdam, conferentie op 28 maart 2013
8
Nienke Boesveldt benadrukt vanuit haar rol als opdrachtgever voor deze bijeenkomst dat de er een gemeenschappelijk commitment en mindset er is. Zij is blij met de actieve bijdragen, maar realiseert zich dat er meer tijd is nodig is. De definitie van wat sociale firma’s zijn is lastig, het continuüm waarop zij opereren is breed. Om te voorkomen dat er straks steeds minder kansen op participatie geboden kunnen worden, is er vandaag veel expertise gehaald en kan het aanjagen van een gezamenlijk plan beginnen. Vanuit haar ervaring benadrukt stadsdeelbestuurder Hetty Welschen (stadsdeel West) het belang van het formuleren van een gemeenschappelijk plan, waarvan de uitvoering nauwlettend gemonitord wordt. In West heeft dit geleid tot bewustzijn bij alle afdelingen over het werken met sociaal ondernemen. Sociale firma’s kunnen hun kansen vergroten als het gemakkelijker is om ze te vinden en aan te spreken op een centrale plaats. Jesse Bos (stadsdeel Nieuw-West) wijst op het Werkgevers Service punt als een bestaande centrale plaats hiervoor. De vraagstukken rond decentralisatie vragen ook om samenwerking en afspraken tussen stad en stadsdelen. Daarbij dienst Economische Zaken ook betrokken te worden. Christien Bronda (DWI) ziet het nadrukkelijk als een opdracht om mee te nemen. Het streven is dat alle ondernemers sociale ondernemers worden, waarbij de overheid kan stimuleren en faciliteren. Eye-opener vindt zij dat voor verschillende doelgroepen het vinden van regulier werk niet altijd het doel is. Sociale firma’s kunnen mensen optillen, en ervoor zorgen dat iedereen mee kan doen. Frenk van der Linden sluit af met dank aan alle aanwezigen voor hun inzet en inbreng.
Sociale firma’s in Amsterdam, conferentie op 28 maart 2013
9