Notitie “Investeren in Sociale firma`s” 1. Inleiding/aanleiding In het kader van de voorbereiding op de decentralisatie van de AWBZ is dit voorjaar het project Herijking dagbesteding gestart. Dit project is onderdeel van het programma ““Amsterdamse Zorg: Noodzaak voorop” , het programma waarmee Amsterdam uitvoering geeft aan de hervorming van het zorgdomein. Eén van de doelen van de herijking is om de begeleidingskosten voor arbeidsmatige dagbesteding en begeleid werk omlaag te brengen. Zowel in de Participatiewet als de hernieuwde WMO is de gedachte om mensen met een zekere afstand tot de arbeidsmarkt veel meer op plekken te laten participeren midden in de samenleving. Sociale Firma’s leveren op dit moment een belangrijke bijdrage aan werk en dagbesteding voor kwetsbare groepen en mensen met een arbeidsbeperking. We verwachten dat dat aandeel in de toekomst zal groeien en meer Amsterdammers bij deze ontwikkeling baat zullen hebben. De gemeente staat positief tegenover deze ontwikkeling, en wil ondersteunen waar dat op dit moment mogelijk en haalbaar is. Daar waar mogelijk wordt gestuurd op de doorstroming van zorg naar arbeidsmatige dagbesteding, werk met begeleiding en zo mogelijk naar werk. Aangenomen wordt dat sociale firma`s door inkomsten uit de markt te genereren kunnen bijdragen aan de verlaging van de kosten die de gemeente moet maken voor begeleiding van burgers die deelnemen aan arbeidsmatige dagbesteding en begeleid werk. Directe aanleiding voor het opstellen van deze notitie is de motie Hoek aangenomen bij de vaststelling van de kadernota 2014 met de opdracht om in samenwerking met betrokken maatschappelijke instellingen sociale firma`s te ondersteunen door: - een investeringsfonds op te zetten voor sociale firma`s; - het inkoop- en aanbestedingsbeleid van de gemeente zodanig aan te passen dat sociale firma`s meer kansen krijgen op de gemeentelijke markt; En daarbij ook te onderzoeken of op termijn ook buurt- of wijkondernemingen baat zouden kunnen hebben bij een dergelijk investeringsfonds dan wel maatregelen. Deze notitie dient ter onderbouwing van de besluitvorming in het college over de acties die door de gemeente de komende tijd worden ondernomen om sociale firma`s binnen Amsterdam beter op de kaart te zetten. De notitie is tot stand gekomen in overleg met externe partijen. Gesproken is met een aantal sociale firma`s, het Kennisplatform Sociale Firma`s. MKB-Amsterdam, particuliere investeringsfondsen (de Startfoundation, het VSB-fonds en het Anton Jurgensfonds) en andere deskundige organisaties op het gebied van sociaal ondernemen (Socialenterprise.nl) en op het gebied van fondsvorming (Het Amsterdams Investeringsfonds, AIF) 2. Definitie, doelstelling en uitgangspunten “Een sociale firma is een onderneming die zich richt op zowel bedrijfseconomische continuïteit en/of winstgevendheid als op het creëren van plekken voor arbeidsmatige dagbesteding en werk onder 1 begeleiding ”. Bij sociale firma`s vindt dit plaats in een “werksetting”.Sociale firma’s in Amsterdam zijnin beeld gebracht: het betreft een beperkte groep van 40 ondernemingenactief in de sectoren 2 horeca/catering, bouw, zakelijke dienstverlening en de modebranche . Belangrijker dan de definitie is de bijdrage die sociale firma`s leveren aan de doelstellingen van de gemeente Amsterdam op het vlak van het bevorderen van arbeidsmatige dagbesteding en begeleid 1
Zie Rapport “Sociaal Ondernemen: passie en poen, labyrinth, in opdracht van Startfoundation/VSB-fonds. In dit rapport wordt aanbevolen om niet te star om te gaan met definities maar vooral te kijken naar doelstellingen en naar hoe een organisatie zich gedraagt en ontwikkelt. 2
Bron: Sociale firma’s in beeld, het huidige werkveld van en het toekomstbeeld voor Sociale firma’s in Amsterdam, KPMG, 29 januari 2013
1
werk: sociale firma`s kunnen bijdragen aan een besparing van de publieke kosten voor begeleiding bij dagbestedingstrajecten door een deel van de kosten te dekken uit marktopbrengsten van het uitgevoerde werk van de deelnemers. Om die doelstelling te kunnen realiseren steunt Amsterdam alleen sociale firma`s die aannemelijk maken binnen drie jaar bij een zeker aantal medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt een voldoende commercieel resultaat te behalen. Omdat het met een groter aandeel mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt lastiger is een hogere commerciële doelstelling te behalen wordt een bepaalde bandbreedte gehanteerd. Deze bandbreedte houdt in dat bij 50% aan commerciële inkomstenbronnen,niet zijnde subsidies of inkoop van dagbestedingsactiviteiten, het personeelsbestand van de onderneming minimaal 40% uit medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt moet bestaan. Bij een hoger percentage aan inkomsten uit commerciële activiteiten mag het percentage medewerkers met een met een afstand tot de arbeidsmarkt lager liggen: bij 100% commerciële inkomstenbronnen moet minimaal 30% van de medewerkers een afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Verder wordt verwacht dat de onderneming eventuele winsten investeert in de verdere ontwikkeling van de sociale firma. Op basis van de ervaringen met de genoemde percentages wordt bekeken of ze nader moeten worden gepreciseerd, bv per branche/sector. In principe komt ieder bedrijf die aan deze eis voldoet in aanmerking voor ondersteuning door Amsterdam. Om sociale firma`s te ondersteunen worden door de gemeente de komende tijd op vier onderdelen actiesondernomen: a) het financieel ondersteunen van het Kennisplatform Sociale Firma`s ter versterking van het ondernemerschap bij sociale firma`s;. b) een praktische invulling om de inkoop van producten en diensten door de gemeente “Sociale firma proof” te maken; c) mogelijkheden van invulling Social Return tbv sociale firma`s d) de invulling van een investeringsfonds voor sociale firma`s Daarnaast is het nodig dat we inzichtelijk maken welke bijdrage de acties leveren aan de bovengenoemde doelstelling. Bekeken wordt nog of bestaande monitoren voor de ontwikkeling van sociale firma`s daarvoor geschikt zijn of dat er een apart monitoring- en evaluatiesysteem moet worden ontwikkeld.De ervaring die we opdoen, kan uiteindelijk leiden tot het verruimen van de doelstelling en uitgangspunten. Hieronder worden de verschillende onderdelen apart besproken 3. Ondersteunen Kennisplatform sociale firma`s Het Kennisplatform Sociale Firma`s is een eigen initiatief en verantwoordelijkheid van (aspirant) sociale firma`s. Doel van het Kennisplatform is dat sociale firma`s zich in de regio Amsterdam als sector organiseren en profileren. Het platform biedt sociale firma’s de gelegenheid ervaringen uit te wisselen over marketing van producten, regelgeving, samenwerking MKB-partners, bedrijven, en particuliere fondsen. Verder is het platform voor de gemeente een aanspreekpunt bij de verdere ontwikkeling en uitvoering van het beleid ten aanzien van sociale firma`s. Het platform is één van de maatschappelijke gesprekspartners van de gemeente om het beleid en de acties gericht op het ondersteunen van sociale firma`s af te stemmen. 4. “Sociale firma proof” maken van inkoop en aanbesteding: een praktische invulling Om de toegankelijkheid van de gemeentelijke markt van producten en diensten te vergroten voor sociale firma’s is een verkenning uitgevoerd. Bij die verkenning zijn de volgende uitgangspunten gehanteerd:
2
• • • •
de algemene uitgangspunten van inkoopbeleid (objectief, transparant, non-discriminatoir, en proportioneel) gelden onverkort; mogelijk is om via een praktische invulling inkoop bij sociale firma`s te bevorderen; voorkomen moet worden dat sociale firma`s afhankelijk worden van de inkoop van producten of diensten door alleen de gemeente Amsterdam; toegankelijk maken van gemeentelijke markt betreft hier producten en diensten van sociale firma`s anders dan dagbestedingsactiviteiten.
Bij de verkenning is een tweesporen aanpak gevolgd gericht op de inkoop door de gemeente van producten en diensten bij sociale firma`s en de invulling van Social Return (SR) door overige leveranciers van de gemeente. 4.1. Inkoop van producten en diensten bij sociale firma`s. Wat koopt de gemeente in bij sociale firma`s? Om een beeld te krijgen hoeveel de gemeente op dit moment inkoopt bij sociale firma’s wordt 3 vooralsnog uitgegaan van de lijst uit het KPMG rapport . Hierin is een lijst van initiatieven gepubliceerd die (in de toekomst) als sociale firma aangemerkt kunnen worden. Op de KPMG-lijst staan zo’n 40 bedrijven. Bij de inkoop bij sociale firma`s moet wel een onderscheid worden gemaakt tussen inkoop van producten en diensten en inkoop van dagbestedingsactiviteiten. Na een eerste globale verkenning bevinden zich op deze lijst slechts enkele bedrijven die producten en diensten (niet-zijnde dagbestedingsactiviteiten) verkopen aan de gemeente Amsterdam. Deze bedrijven bevinden zich in de categorie horeca/catering/vergaderlocaties. Hun gezamenlijk omzet van aan de gemeente verstrekte producten is heel beperkt. Duidelijk is dat de cijfers over inkoop van producten en diensten bij sociale ondernemingen hoger kunnen en moeten. Het College zet daar op in. Op basis van deze notitie en een opgave van het Platform Sociale Firma`s wordt aan het einde van eerste kwartaal 2014 ook een dynamische lijst van sociale firma`s opgesteld. Op basis van deze lijst kan in de toekomst nauwkeuriger worden gerapporteerd over de inkoop bij sociale ondernemingen. Wat zijn de mogelijkheden? Binnen de gemeente Amsterdam wordt het uitgangspunt gehanteerd, dat opdrachten met optimale marktwerking worden aanbesteed/ingekocht. De keuze voor het type procedure en de uiteindelijke opdrachtverstrekking wordt gemotiveerd op basis van de beginselen van transparantie, objectiviteit, non-discriminatie en proportionaliteit. De inkopende organisatie is verantwoordelijk voor deze motivatie en al deze afwegingen worden in het aanbesteding-/inkoopdossier gedocumenteerd. De mogelijkheden voor een ‘voorkeursbeleid’ bij de aankoop van producten en diensten bij sociale firma’s zijn derhalve beperkt. Desondanks zijn binnen de kaders van de aanbestedingswet verschillende verkenningen te maken ten gunste van voorzieningen voor kwetsbare groepen in de samenleving.Hieronder wordt uiteengezet wat, vanuit inkoop- en juridisch perspectief, de haalbaarheid is van de verschillende opties die oaingesprekken met het Kennis Platform Sociale firma`s naar voren zijn gebracht: Inbesteding De aanbestedingswet biedt de gemeente de mogelijkheid om de gunning van een overheidsopdracht in plaats van aan te besteden in de markt binnen het concern van de gemeente in te besteden. In dat kader kan Pantar, als uitvoerder van de werkvoorziening van de gemeente Amsterdam, tot het concern van de gemeente worden gerekend. Het is niet mogelijk sociale firma`s een vergelijkbare positie toe te kennen. 3
Bron: Sociale firma’s in beeld, het huidige werkveld van en het toekomstbeeld voor Sociale firma’s in Amsterdam, KPMG, 29 januari 2013
3
Toepassen van creatief instrumentarium: het selectiecriterium Voor een overheidsopdracht komen alleen organisaties in aanmerking die voldoen aan de eisen die de aanbestedende dienst vooraf heeft geformuleerd(selectiecriteria). Een organisatie die aan één of meer van deze criteria niet voldoet kan de opdracht niet verwerven. In de nieuwe aanbestedingswet die 1 april jl. in werking is getreden is gesteld dat die eisen proportioneel moeten zijn: zijn er voldoende leveranciers die aan de eis kunnen voldoen en is de eis in verhouding tot de opdracht. Op dit moment is het aantal en productaanbod van sociale firma’s beperkt. Een selectiecriterium toepassen voor bijvoorbeeld de inkoop van horeca/catering diensten beperkt de keuzemogelijkheden aanzienlijk en zou daarmee de markt kunnen verstoren. Daarnaast is op dit moment de vraag of het huidige beperkte aantal sociale firma’s een substantiële toename van de vraag aankunnen. Deze optie moet daarom op dit moment ook als niet haalbaar worden aangemerkt. Het gunningscriterium Om uit de aanbiedingen van de partijen degene te kiezen met de beste prijs-kwaliteitverhouding worden in een aanbesteding gunningcriteria gehanteerd. Offertes worden daarop beoordeeld (ze krijgen per criterium een score). Aanbiedingen kunnen zich op die manier dus van elkaar onderscheiden. Het inschakelen van een sociale firma zou bijvoorbeeld een criterium kunnen zijn: hoe groter het percentage van de voor deze opdracht te verrichten werkzaamheden in onderaannemerschap wordt uitbesteed aan sociale firma’s hoe hoger de aanbieding op dit criterium scoort. Niet iedere overheidsopdracht die in de markt wordt gezet zal zich hier echt voor lenen. Gezien het (thans nog) beperkte aantal sociale firma’s en het beperkte aanbod van producten en diensten dat zij kunnen leveren, verdient het nu geen aanbeveling aanbestedende diensten te stimuleren een dergelijk criterium te gebruiken. Dit scenario wordt daarom nu nog niet opportuun geacht. Op langere termijn, wanneer het aanbod en de marktomvang van sociale firma`s is toegenomen, zullen er voor de gemeente meer mogelijkheden ontstaan om via de toepassing van gunningcriteria de inschakeling van sociale firma’s bij de uitvoering van opdrachten te bevorderen. Percelenregeling Bij projecten en opdrachten boven de Europese aanbestedingsgrens is het juridisch mogelijk een gedeelte van een grotere opdracht af te scheiden. Dit heet de zgn., percelenregeling. Ook hier is zorgvuldigheid en een goede afweging van belang. ‘Juridisch mogelijk’ houdt immers niet in dat het ook inkoop technisch de beste keuze is voor een opdracht. Wanneer wordt gekozen voor de percelenregeling is, afhankelijk van de hoogte van het bedrag, een enkelvoudig- of meervoudig onderhandse procedure mogelijk. Sociale firma’s in Amsterdam betreffen vooral de sector horeca/catering en de inkoop betreft voornamelijk relatief kleine bedragen. Gelet op de omvang en aard van het aanbod van sociale firma`s is het op dit moment toepassen van de percelen regeling niet opportuun. Als de sociale firma’s in aantal en in type sectoren gaan toenemen, wordt dit, als een groeimodel, nader uitgewerkt. Opdrachten onder de Europese aanbestedingsdrempels In de Nota Inkoop en Aanbesteden van de gemeente Amsterdam staan de interne drempelbedragen opgenomen voor een enkelvoudig of meervoudig onderhandse procedure. Met het actief stimuleren opdrachten te verstrekken aan sociale firma’s onder de drempelbedragen moet echter voorzichtig worden omgesprongen. Dat geldt zowel voor een enkelvoudig als een meervoudig onderhandse procedure. Ook met de komst van de nieuwe aanbestedingswet is het niet meer mogelijk ‘even een paar partijen uit te nodigen’. In hoeverre sociale firma’s binnen (en ook buiten) de gemeente voor marktverkenning gesprekken en/of het indienen van offertes uitgenodigd kunnen worden is mede afhankelijk van het product of dienst dat zij aanbieden. Zoals we hebben gezien is het aanbod van Amsterdamse sociale firma’s om als gemeente Amsterdam zaken mee te kunnen doen zeer
4
beperkt.Omdat het gemiddeld factuurbedrag ook laag is zullen inkopers in veel gevallen niet eens betrokken zijn bij het inkooptraject. Een budgethouder zaldat vaak zelf regelen. Om de Amsterdamse sociale firma`s binnen de gemeente meer “op de kaart” te zetten wordt een lijst opgesteld met het concrete aanbod van producten en diensten van Amsterdamse sociale firma`s die voldoen aan de doelstelling, definitie en uitgangspunten van de gemeente. Dit is een dynamische lijst die weliswaar op dit moment nog heel beperkt is maar die naar verwachting zal groeien. Hier zit ook een belangrijke opgave voor het Platform Sociale Firma`s die als één van haar taken ziet het “in de etalage zetten” van producten en diensten van sociale firma`s. Opdracht is dan nadrukkelijk ook om sociale firma`s die zich positioneren als buurt of wijkonderneming op deze lijst te plaatsen. Op de korte termijn wordt deze lijst onder de aandacht gebracht bij inkopers en budgethouders van de gemeente waarop wordt vermeld dat het wenselijk en mogelijk is aankopen van producten en diensten onder de Europese aanbestedingsgrens uit te zetten bij sociale firma`s. Als de sociale firma’s in aantal, aanbod en in type sectoren gaan toenemen, zullen andere instrumenten worden uitgewerkt. Hierbij kan gedacht worden aan een ‘handreiking’ met tips en aanbevelingen voor zowel budgethouders als inkopers. Samenvattend: De huidige inkoop van producten en diensten, anders dan dag-bestedingsactiviteiten, door de gemeente Amsterdam bij sociale firma`s is heel beperkt. De ambitie van “Investeren in sociale firma`s” is evenwel de mogelijkheden hiervan te verruimen. Beperking van concurrentie, en toepassing van het selectiecriterium zijn geen haalbare opties voor de gemeente om de positie van sociale firma`s op de markt te versterken. Wel mogelijk is het aanleggen van een lijst met sociale firma`s die voldoen aan definitie, doelstelling en uitgangspunten van de gemeente. Deze lijst wordt dan onder de aandacht gebracht van inkopers en budgethouders van de gemeente om aan te geven dat het wenselijk en mogelijk is aankopen van producten en diensten onder de Europese aanbestedingsgrens uit te zetten bij die sociale firma`s. Dezelijst is dynamische wat betekent dat hij in overleg met het Platform Sociale Firma`s periodiek zal worden aangepast. Als de sociale firma’s in aantal, aanbod en in type sectoren gaan toenemen kan ander instrumentarium worden toegepast zoals het gunningscriterium en de percelenregeling. Ook kan dan een ‘handreiking’ met tips en aanbevelingen voor zowel budgethouders als inkopers worden opgesteld. 4.2 MogelijkhedenSocial Return (SR) Bij aanbestedingen boven de €200.000 wordt een SR-bepaling opgenomen in bestekken. De gemeente wil daarmee dat de investeringen die zij doet naast het ‘gewone’ rendement ook een concrete opbrengst opleveren voor de maatschappij. Social Return is een logische aanvulling op het Amsterdamse beleid van duurzaam inkopen, waarbij de balans tussen people, planet en profit centraal staat.Door een aanbieding te doen verplicht de opdrachtnemer/leverancier zich om een gestelde percentage van de aanneemsom van een opdracht in te zetten ten behoeve van de doelgroep Social Return. Over de concrete en best passende invulling worden na gunning afspraken gemaakt tussen leverancier en het stedelijk Bureau Social Return, binnen de kaders van de aanbesteding. Deze prestatieafspraken maken vervolgens onlosmakelijk deel uit van de overeenkomst.Social Return heeft in Amsterdam als primair doel arbeidstoeleiding. Doelgroep zijn werkzoekenden (minimaal drie maanden) WWB, WW, NUG, voortijdig schoolverlaters en ‘arbeidsbeperkten’ WSW, WGA/WIA/WAO, Wajong. Daar waar directe arbeidstoeleiding van doelgroepen (nog) niet aan de orde is, kan gekozen worden voor een alternatieve invulling die andere vormen van sociaal rendement opleveren die aansluiten bij de sociale doelstellingen die de gemeente Amsterdam nastreeft door middel van haar inkoopbeleid. Het ondersteunen van sociale firma’s kan één van deze doelstellingen zijn.Op korte termijn zijn de meest kansrijk geachte opties:
5
Uitbesteden van werkzaamhedenin onderaannemerschap aan sociale firma’s Onderdeel van de arrangementen, die met opdrachtnemers/leveranciers in het kader van SR worden afgesproken, kan zijn dat voor een bepaalde waarde werkzaamheden in onderaannemerschap worden uitbesteed aan sociale firma’s. Beeld is dat sociale firma`s die zich profileren als buurt of wijkondernemingen hier veel baat bij kunnen hebben. De adviseurs van het Bureau Social Return zullen door middel van de in paragraaf 4.1 genoemde lijst van sociale firma`s, deze optie actief onder de aandacht van opdrachtnemers/leveranciers brengen. Professionele ondersteuning door een opdrachtnemer/leverancier Als met opdrachtnemers/leveranciers afspraken worden gemaakt over de invulling van hun SRverplichtingen, kan ook worden gekeken of zo’n (doorgaans) grote leverancier een (doorgaans) kleine sociale firma kan coachen/ondersteunen om tot een verdere professionalisering van het ondernemerschap bij die sociale firma te komen. Een opdrachtnemer/leverancier kan hiertoe nooit worden verplicht. Hij kiest zelf welke invulling het beste bij hem past. Maar hij kan uiteraard wel op deze mogelijkheid worden geattendeerd (of voor worden geënthousiasmeerd). De adviseurs van het Bureau Social Return zullen ook deze optie actief onder de aandacht van opdrachtnemers/ leveranciers brengen. Begeleiden door sociale firma’s van specifieke doelgroepen Een opdrachtnemer/leverancier met een social returnverplichting kan ook zelf mensen uit de doelgroep bij hem in de organisatie mee laten doen in de vorm van dagbesteding of als tijdelijke werknemer mits de opdrachtnemer/leverancier daarbij voldoende ‘ontzorgd’ wordt. Een sociale firma kan hierbij een rol vervullen omdat binnen die organisaties daar veel ervaring mee is. De adviseurs van het Bureau Social Return zullen deze optie actief onder de aandacht van opdrachtnemers/leveranciers brengen. Samenvattend het Stedelijke Bureau Social Return attendeert opdrachtnemers/leveranciers actief op de mogelijkheid van invulling van hun SR-verplichting door: - het inschakelen van een sociale firma van de gemeentelijke lijst als onderaannemer bij een opdracht; - sociale firma`s van de gemeentelijke lijst te begeleiden en adviseren bij het versterken van hun ondernemers- en verkoopvaardigheden - sociale firma`s in te schakelen bij de begeleiding van medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt; Verder zal het Bureau Social Return van de gemeente onderzoek laten doen naar verdere ontwikkeling van genoemde opties door een onafhankelijke adviesorganisatie met kennis van leveranciersmarkten en maatschappelijk verantwoord ondernemen. 5. Invulling van een investeringsfonds: een programma “Investerenin Sociale Firma`s” Een investeringsfonds biedt de mogelijkheid om sociale firma`s te ondersteunen bij het rond krijgen van hun financiering. Behoefte aan financiering bij sociale firma`s Sociale firma`s hebben behoefte aan financiering van voor investeringen waarvan naast een commercieel ook een maatschappelijk rendement wordt verwacht. In gesprekken met sociale firma`s geven zij aan dat er bij de start (of doorstart) van een onderneming vooral behoefte is aan financiering van investeringen zoals bijvoorbeeld de aanschaf van machines, gebouwen, en voertuigen.Als belangrijkste belemmering wordt gemeld dat financiers vaak terughoudend zijn bij het verstrekken van
6
kapitaal omdat zij het gebrek aan expertise van ondernemerschap van veel sociale firma`s als een te groot risico zien. Ook particuliere fondsen die al jaren sociale firma`s ondersteunen melden dat sociale 4 firma`s vaak onvoldoende zijn uitgerust om zelf “geld uit de markt te halen” . Op dit punt kan de gemeente een rol vervullen zonder te discrimineren of de markt te veel te beïnvloeden. Naast “geduldig groeikapitaal” zijn investeringen nodig in opleidingen, coaching en advisering om het commercieel ondernemerschap van de sociale firma`s te versterken. Drie scenario`s voor een investeringsfonds Om de keuze te maken voor de juiste opzet van een investeringsfonds zijn er drie verschillende scenario`s verkend: a) een apart gemeentelijk fonds, In dit scenario wordt, naast de bestaande fondsen, een gemeentefonds voor sociale firma`s opgezet. De gemeente zet zelf de inrichting en organisatie van het fonds op: besturing, formulering van de voorwaarden, beoordeling voor en achteraf, beheer en prestatiemeting worden in overleg met de belangrijkste maatschappelijke partners ingericht.Een apart gemeentelijk fonds heeft als belangrijkste nadeel dat de beheerskosten van het fonds in relatie tot de totale omvang van het fondsbudget veel te hoog zullen uitvallen. Tevens is vanuit de praktijk van de sociale firma`s naar voren gebracht dat het instellen van weer een apart fonds, met eigen criteria en voorwaarden, de organisatie van de financiering complexer zal maken. b) een scenario van samenwerking met één of meerdere bestaande particuliere fondsen De idee van dit scenario is dat de gemeente aansluit bij één of meerdere van de bestaande fondsen die financiering verschaffen aan Amsterdamse sociale firma`s.Voordeel van samenwerking met particuliere fondsen is dat er geen nieuwe (dure) organisatie hoeft te worden opgezet voor de uitvoering van het fonds. Ook kan direct worden geprofiteerd van de langjarige ervaring die reeds is opgedaan bij particuliere fondsen met het financieren van sociale firma`s. Nadeel van deze samenwerking kan zijn dat over de te ontwikkelen nadere voorwaarden en criteria voor financiering afgestemd moet worden met meerdere partijen. c) een scenario met activiteiten ter versterking van ondernemers expertise In dit scenario worden activiteiten opgenomen ter versterking van de ondernemers expertise bij sociale firma`s. Sociale firma`s worden vanuit het programma ondersteund bij het opstellen van een businesscase en begeleid bij de uitvoering. Sterke kant van dit scenario is dat in samenwerking met de sector heel gericht gewerkt kan worden aan competenties als ondernemers- en verkoopvaardigheden. Resultaat van de verkenning is dat de beste besteding van een investeringsbudget voor sociale firma`s een combinatie is van de twee laatst genoemde scenario`s: een investeringsprogramma sociale firma`s waarbij enerzijds voor financiering wordt aangesloten bij één of meerdere particuliere fondsen en daarnaast activiteiten worden uitgevoerd ter versterking van ondernemersexpertise. Voor deelname aan beide worden nadere criteria en voorwaarden ontwikkeld. Daarbij zal het accent worden gelegd op nieuwe initiatieven om te komen tot sociale firma`s. Van belang is dat er niet alleen plannen worden gemaakt en business cases ontwikkeld maar ook dat sociale firma`s worden bijgestaan door deskundigen op het gebied van financiën of de desbetreffende branches (nonfinancial support).
4
Zie Rapport “Passie en Poen” van Startfoundation/VSBonds, oktober 2013 7
Voorstel is het beschikbare budget deels te bestemmen voor financiering en deels voor activiteiten ter versterking van de ondernemersexpertise te bestemmen. Omdat het aantal sociale firma`s vooralsnog beperkt is stellen wij voor het budget te verdelen over 2014 en 2015. Samenvattend Sociale firma`s hebben behoefte aan financiering van investeringen zoals de aanschaf van machines, gebouwen en voertuigen.Als belangrijkste belemmering wordt gemeld dat financiers vaak terughoudend zijn bij het verstrekken van kapitaal van wege het gebrek van veel sociale firma`s aan ondernemersexpertise. Naast “geduldig groeikapitaal” zijn investeringen nodig in het versterken van de ondernemersexpertise. Een Investeringsprogramma Sociale Firma`s met financiering in samenwerking met één of meerdere particuliere fondsen en activiteiten ter versterking van het ondernemerschap van sociale firma`s is daarvoor de meest geëigende oplossingsrichting. 6. Conclusie en voorstel Een sociale firma is een onderneming die zich richt op zowel bedrijfseconomische continuïteit en/of winstgevendheid als op het creëren van plekken voor arbeidsmatige dagbesteding en begeleid werk. Arbeidsmatige dagbesteding en begeleid werk bij sociale firma`s kan een besparing opleveren op publieke kosten. Sociale firma’s leveren op dit moment een belangrijke bijdrage aan werk en dagbesteding voor kwetsbare groepen en mensen met een arbeidsbeperking. We verwachten dat dat aandeel in de toekomst zal groeien en meer Amsterdammers bij deze ontwikkeling baat zullen hebben. De gemeente staat positief tegenover deze ontwikkeling en wil ondersteunen waar dat op dit moment mogelijk en haalbaar is. Om de doelstelling te kunnen realiseren steunt Amsterdam alleen sociale firma`s die aannemelijk maken binnen drie jaar bij een zeker aantal medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt een voldoende commercieel resultaat behalen. Omdat het met een groter aandeel mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt lastiger is een hogere commerciële doelstelling te behalen wordt daarbij een bepaalde bandbreedte gehanteerd. Deze bandbreedte houdt in dat bij 50% aan commerciële inkomstenbronnen, niet zijnde subsidies of inkoop van dagbestedingsactiviteiten, het personeelsbestand van de onderneming minimaal 40% uit medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt moet bestaan. Bij een hoger percentage aan inkomsten uit commerciële activiteiten mag het percentage medewerkers met een met een afstand tot de arbeidsmarkt lager liggen: bij 100% commerciële inkomstenbronnen moet minimaal 30% van de medewerkers een afstand tot de arbeidsmarkt hebben. Verder wordt verwacht dat een onderneming eventuele winsten investeert in de verdere ontwikkeling van de sociale firma. In principe komt ieder bedrijf die aan deze eis voldoet in aanmerking voor ondersteuning door Amsterdam. De ervaring die we opdoen kan uiteindelijk leiden tot het verruimen van de doelstelling en uitgangspunten. Voorstel is een praktische invulling te geven aan het inkopen van producten en dienstendoor de gemeente Amsterdam bij sociale firma`s, niet zijnde dagbestedingstrajecten, door: op korte termijn onder de aandacht te brengen bij inkopers en budgethouders van de gemeente van een lijst van sociale firma`s die voldoen aan de definitie, doelstelling en uitgangspunten van de gemeente en aan te geven dat het wenselijk en mogelijk is aankopen van producten en diensten onder de Europese aanbestedingsgrens uit te zetten bij die sociale firma`s; op langere termijn andere instrumenten uit te werken. Hierbij wordt gedacht aan: - het bevorderen dat sociale firma`s bij aankopen van producten en diensten boven de Europese aanbestedingsgrens via een percelenregeling kunnen meedingen; - de inzet van creatief instrumentarium zoals het toepassen van het gunningscriteria; - een ‘handreiking’ met tips en aanbevelingen voor zowel budgethouders als inkopers;
Verder zullen flankerend, via het Stedelijke Bureau Social Return, leveranciers van de gemeente actief worden geattendeerd op de mogelijkheid van invulling van hun SR-verplichting door:
8
het inschakelen van een sociale firma van de gemeentelijke lijst als onderaannemer bij een opdracht; sociale firma`s van de gemeentelijke lijst te begeleiden en adviseren bij het versterken van hun ondernemers- en verkoopvaardigheden sociale firma`s in te schakelen bij de begeleiding van medewerkers met een afstand tot de arbeidsmarkt;
Het Bureau Social Return zal onderzoek laten doen naar verdere ontwikkeling van genoemde opties door een onafhankelijke adviesorganisatie met kennis van leveranciersmarkten en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Ook wordt er een “Investeringsprogramma Sociale Firma`s” ontwikkeld waarin: in samenwerking met één of meerdere particuliere investeringsfondsen financiering van investeringen in sociale firma`s in Amsterdam wordt mogelijk gemaakt; in samenwerking met maatschappelijke partners activiteiten worden georganiseerd om de ondernemers expertise van sociale firma`s te versterken; de nadere invulling voor het te besteden bedrag wordt geleverd en nadere criteria en voorwaarden worden ontwikkeld, mede om de rechtmatigheid van de besteding van het budget te borgen; Sociale firma`s, wijkondernemingen en trusts zijn initiatieven, al dan niet voor de buurt die elkaar soms (deels) overlappen en soms aanvullen. Een investeringsprogramma Investeren in Sociale Firma`s sluit naadloos aan bij het programma Vertrouwen in de stad en de bouwstenen zoals beschreven is in de notitie “Werken aan Wijken vanaf 2015”. Het investeringsprogramma kan zo een goede impuls geven aan sociale firma`s die zich positioneren als wijkonderneming. Het programma zal in de eerste vergadering van de Commissie KSZ na de verkiezingen aan de raad worden voorgelegd.
9