Platform Duurzame Glastuinbouw Werkprogramma en begroting 2014-2015
Utrecht, maart 2014
1
INHOUD
1.
INLEIDING ............................................................................................................................................... 3
2.
STRUCTUUR EN WERKWIJZE PDG IN 2014 EN 2015 ...................................................... 4
3.
AMBITIES VAN HET PDG .................................................................................................................. 6
4.
ACTIVITEITEN IN 2014 EN 2015 ................................................................................................ 8
5.
ORGANISATIE EN BEGROTING .................................................................................................. 13
6.
BIJLAGEN ............................................................................................................................................... 16 6.1 6.2
STAPPENPLAN (SEPARAAT) EN TOELICHTING ........................................................................................ 16 OVERZICHT COMMUNICATIEACTIVITEITEN GERICHT OP IMPLEMENTATIE MAATREGELEN DOOR TELER, 2014/2015 ............................................................................................................................................ 17
2
1. Inleiding In het landelijke Platform Duurzame Glastuinbouw (PDG) stemmen overheid, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties het beleid op het gebied van glastuinbouw en duurzaamheid op elkaar af. Het platform is in 2011 gestart, als doorstart van het doelgroepoverleg Glastuinbouw en Milieu dat het convenant Glastuinbouw en Milieu uitvoerde. De in het platform samenwerkende partijen streven naar een samenhangende aanpak van duurzaamheid voor de sector. Het platform signaleert vraagstukken en agendeert deze waar nodig. Het platform zet een gezamenlijke koers uit naar een duurzame glastuinbouw. De verantwoordelijkheid voor het beleid en de uitvoering ligt bij de afzonderlijke partijen. Dit werkprogramma 2014-2015 beschrijft de werkzaamheden en prioriteiten van het platform voor de komende twee jaren. Voor het jaar 2014 is het secretariaat ondergebracht bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl), voorheen AgentschapNL. Vanaf 2015 neemt RVO.nl deze ondersteunende en faciliterende rol niet meer op zich. De partijen betrokken bij het platform hebben het voornemen om de taken van het huidige secretariaat te herverdelen en deels onder te brengen bij een externe partij. De in hoofdstuk 5 opgenomen begroting betreft afzonderlijk het jaar 2014 en het jaar 2015. De begroting voor 2014 is reeds geaccordeerd in de bijeenkomst van de stuurgroep op 30 oktober 2013. Deze begroting heeft betrekking op de kosten van het secretariaat, de onafhankelijk voorzitter en Natuur en Milieu. Ten opzichte van voorgaande jaren zijn deze kosten en de in te zetten capaciteit van RVO.nl opnieuw drastisch verminderd; en deze lijn zet door na 2014. De inrichting van de organisatie van het platform zal daarop moeten worden aangepast. De begroting voor 2015 is een voorlopige begroting, uitgaande van efficiëntere inzet in uren van de betrokken partijen, continuering van de ondersteuning van en kostenvergoeding voor de onafhankelijk voorzitter en kostenvergoeding voor Natuur&Milieu.
3
2. Structuur en werkwijze PDG in 2014 en 2015 Het Platform Duurzame Glastuinbouw werkt vanuit een gemeenschappelijke visie, die is verwoord in de duurzaamheidsagenda 2011-2015. De duurzaamheidsagenda bepaalt de koers en geeft richting aan de activiteiten van het platform in de komende jaren. Het platform heeft een stuurgroep met een onafhankelijk voorzitter, vanaf eind 2010 is dit de heer Van Geel, voormalig staatssecretaris van Milieu. De stuurgroep bewaakt de voortgang van de duurzaamheidagenda, de afspraken en de bereikte resultaten en faciliteert activiteiten van partners op verzoek. De stuurgroep duurzame glastuinbouw bestaat uit bestuurlijke vertegenwoordigers van de primaire sector (glastuinbouw), het ministerie van Economische Zaken (EZ), het ministerie van Infrastructuur en Milieu (I&M), de gemeenten (VNG), de Unie van Waterschappen (UvW) en Natuur en Milieu (N&M). De betrokkenheid van de provincies (IPO) in stuurgroep en managementgroep is met ingang van 2013 beëindigd. De stuurgroep komt in 2014 twee of –indien nodig- drie keer bijeen. De stuurgroep wordt ondersteund door een managementgroep en een secretariaat. De managementgroep bestaat uit vertegenwoordigers van LTO Glaskracht Nederland (sinds begin 2014 twee personen), het Rijk (EZ & I&M bij toerbeurt), de gemeenten, de waterschappen en N&M. De managementgroep bereidt de agenda van de stuurgroep voor, adviseert de stuurgroep, bewaakt de voortgang en uitvoering van afspraken tussen partners en het werkprogramma van het platform. Het secretariaat is tot eind 2014 ondergebracht bij RVO.nl. Het is verantwoordelijk voor het secretariaat van stuurgroep en managementgroep en is voorzitter van de managementgroep. De managementgroep komt in 2014 zes keer bijeen. Voor onderwerpen die nadere uitwerking vragen zijn werkgroepen actief. Sinds 2013 is de werkgroep Emissies Glastuinbouw actief, een fusie van de tot in najaar 2012 opererende werkgroep Emissienormen met de werkgroep Op Wegg (Waterwerkgroep emissie gewasbeschermingsmiddelen glastuinbouw). Daarnaast is er de Regiegroep Ondergrond, in 2011 ingesteld om de energie- en waterfuncties in de ondergrond nader in beeld te brengen. Dit is een nu slapende werkgroep, te activeren als nodig.
De steeds beperktere beschikbaarheid van zowel financiële middelen als personele capaciteit bij de verschillende betrokken organisaties was aanleiding voor het traject “Koers PDG vanaf 2014” onder leiding van de voorzitter. Uitkomst van dit proces is dat de stuurgroepleden kiezen voor:
4
handhaven van de ambitie van (nagenoeg) emissieloze kas in 2027, expliciete focus op water en aanpalende wetgeving of zaken, zoals Activiteitenbesluit;
meer aandacht van de stuurgroep voor het strategische karakter en voor aansturing van de managementgroep;
continueren van een secretariaat dat aanjaagt, afstemt en het overzicht bewaakt en dat de onafhankelijk voorzitter zodanig ondersteunt dat hij zijn rol kan vervullen;
het in 2015 gezamenlijk beschikbaar stellen van maximaal 60k€ voor de organisatie van het platform, waarbij de sector in absolute zin hetzelfde maar in relatieve zin financieel meer bijdraagt dan in 2014 en daarnaast in kind een bijdrage levert.
Vanaf 2015 zal de organisatie van het platform veranderen omdat het budget dan verder omlaag gaat. De taken van het huidige secretariaat zullen dan worden herverdeeld en (deels) worden ondergebracht bij een externe partij. De organisatiestructuur met managementgroep en werkgroep Emissies blijft in 2015 functioneren. Ook de vergaderfrequentie van stuurgroep (2 á 3 keer per jaar) en managementgroep (6 keer per jaar) blijft gelijk.
5
3. Ambities van het PDG Doel van het platform is bevorderen van een samenhangende aanpak van duurzaamheidsvraagstukken door de betrokken partners (sector, EZ, I&M, UvW, VNG en N&M) op basis van een gezamenlijke visie en uitvoeringsstrategie. Het platform signaleert, agendeert en adresseert de vraagstukken, bewaakt de afspraken en monitort de resultaten. De Stuurgroep stelde in november 2010 de herijkte duurzaamheidsagenda 2010-2015 vast. Drie thema’s zijn tot prioriteit voor het PDG benoemd: Water, Energie en Leefomgeving. Onderdeel van de duurzaamheidsagenda zijn de onderwerpen die nog niet elders belegd zijn of expliciete aandacht of actie behoeven, belangrijke raakvlakken met diverse thema’s hebben of al vanuit het PDG zijn ingezet. De prioriteiten waar het platform zich op richt zijn dus slechts een uitsnede van de onderwerpen die voor de sector van belang zijn. Belangrijkste thema voor het PDG is water. De ambitie van het platform op dit thema is het realiseren van (nagenoeg) nullozing in de gehele glastuinbouwsector in het jaar 2027. De kernboodschap van het PDG luidt: De maatschappij vraagt in toenemende mate om producten die zonder negatieve milieueffecten zijn geproduceerd. De glastuinbouwsector in Nederland wil verder verduurzamen en de milieuregelgeving wordt steeds strenger. Vanuit dit gezamenlijke uitgangspunt richt het Platform Duurzame Glastuinbouw zich op de vermindering van de emissie van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen. Water is van primair belang voor de glastuinbouwsector. Goed uitgangswater kan langer worden hergebruikt in de teelt, waardoor minder snel andere gietwaterbronnen nodig zijn. Dit is van belang, omdat door klimaatverandering droge periodes vaker zullen voorkomen en langer kunnen duren. Daarnaast betekent meer hergebruik van water minder lozingen in oppervlaktewater, riool of bodem en dus een impuls voor de kwaliteit van de leefomgeving. De glastuinbouwsector en de overheden (rijksoverheid, gemeenten en waterschappen) hebben afgesproken om tot een (nagenoeg) nulemissie van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen in 2027 te komen. Waterkringloopsluiting op bedrijfsniveau of gebiedsniveau is hierbij essentieel. Om dit te bereiken is samenwerking van groot belang. Tussen ondernemers die elkaar weten te vinden, kennis willen delen, samen willen investeren en risico’s willen en durven nemen. Maar ook samenwerking met de ketenpartners, de wetenschap en overheden. In het Platform Duurzame Glastuinbouw zitten overheden, glastuinbouwsector en milieuorganisaties bij elkaar aan tafel om gezamenlijk te komen tot de nulemissie in 2027. Met elkaar werken zij aan het verbeteren van de leefomgeving en het bestendigen van een sterke tuinbouwsector. In het onder H.2 genoemde traject “Koers PDG vanaf 2014” hebben de stuurgroepleden zich uitgesproken voor:
het handhaven van de ambitie van een nagenoeg emissieloze glastuinbouwsector in 2027
een focus op alleen het thema Water, niet meer volgen van zaken die elders al belegd zijn
wel nog afstemming over andere milieuzaken in het kader van het activiteitenbesluit en over beleid ten aanzien van de ondergrond, om synergie te bereiken of te behouden en spanningsvelden te traceren en zo mogelijk op te lossen
deelname van dezelfde partijen, geen marktpartijen toevoegen.
6
Het PDG zet zich in om de beleidsdoelen in wettelijke kaders te helpen realiseren, die de koers aangeven in het traject richting 2027. Voor het hoofdthema water gaat het hier om:
Het Activiteitenbesluit, met sinds 2013 emissienormen (nutriënten) voor de substraatteelt die elke drie jaren zullen worden aangescherpt tot nul in 2027, afhankelijk van de tussentijdse evaluaties.
Het Activiteitenbesluit, met gebruiksnormen (nutriënten) en een zorgplicht voor grondgebonden telers. Streven is om in de loop der jaren de zorgplicht zodanig in te vullen dat met een set van maatregelen nullozing kan worden gerealiseerd.
De tweede Nota Duurzame Gewasbescherming, met daarin doelstellingen voor de kwaliteit van het oppervlaktewater inclusief een beoogde 50% reductie van normoverschrijdingen van gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater vanaf 2018 en een aanscherping tot 90% in 2023.
Voor gewasbeschermingsmiddelen moet in 2023 een flinke reductie van emissies in het oppervlaktewater bereikt zijn. Daarna zal nog een extra inspanning nodig zijn om te zorgen dat in 2027 de emissie uit de kas (nagenoeg) nul is. Alleen dan wordt het doel van het PDG, de nagenoeg emissieloze kas in 2027, bereikt. Het PDG sluit aan bij de ontwikkelingen rond de topsectoren, met name Tuinbouw&Uitgangsmaterialen en Water. De onderzoeksactiviteiten rond water zijn verzameld in een PPS Glastuinbouw Waterproof. Het programmamanagement voor deze PPS ligt vanaf 2014 bij LTO Glaskracht Nederland. De PPS is in 2013 positief beoordeeld door het topsectorteam Tuinbouw & Uitgangsmaterialen en heeft in 2013 TKI-toeslag ontvangen vanuit de TKI-Tuinbouw. Ook de in de PPS opgenomen projecten voor het jaar 2014 zijn positief beoordeeld.
7
4. Activiteiten in 2014 en 2015 Bij de totstandkoming van dit inhoudelijk werkprogramma voor de periode 2014-2015 heeft de managementgroep op verzoek van de stuurgroep nadrukkelijk gekeken naar de onderlinge samenhang tussen tal van activiteiten, de knelpunten, het beoogde resultaat op verschillende thema’s in de tijd en de link met het bovengelegen doel: (nagenoeg) emissieloze glastuinbouwsector in 2027. Hiertoe is door de verschillende leden van de managementgroep en in samenwerking met DLO te Bleiswijk een inhoudelijk stappenplan ontwikkeld. Vier aandachtsgebieden in dat stappenplan zijn: A. Wet- en regelgeving B. Techniek (onderzoek en uitrol resultaten in de sector) C. Implementatie watermaatregelen door de teler (bewustwording, markt creëren) D. Monitoring In de bijlage staan per aandachtsgebied de activiteiten benoemd. Een kleurencodering (groen, oranje, rood) geeft aan of we op de goede weg zitten richting het beoogde doel of dat extra aandacht en inzet nodig is. Het totaalbeeld dat hieruit naar voren komt is dat we met het oog op het einddoel ‘nagenoeg nulemissie’ de belangrijke aandachtsgebieden in beeld hebben en geen essentiële zaken missen. We zijn met veel onderdelen op de goede weg richting einddoel in 2027, maar op diverse onderdelen is zeker nog extra inspanning nodig. Op de oranje en rode codering wil het platform in de periode 2014-2015 versterkt inzetten, zelf of via anderen. Hieronder staan per aandachtsgebied de activiteiten voor 2014 en 2015 beschreven. Aandachtsgebied A. Wet- en regelgeving: o.a. nader invullen en uitdragen Activiteitenbesluit De PDG partijen hebben zich de afgelopen jaren samen ingezet om nieuw beleid te ontwikkelen voor de emissie van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen. Het Activiteitenbesluit (AB) is in 2013 in werking getreden, de 2e Nota Duurzame Gewasbescherming kwam in 2013 uit. Op de korte termijn is een goede uitvoering van het AB van belang evenals uitwerking van de maatregelen uit de 2e Nota Duurzame Gewasbescherming in voor de sector uitvoerbare maatregelen. Knelpunten en versterkte inzet in 2014 en 2015 (code oranje en rood):
Wat betreft de 2e Nota Duurzame Gewasbescherming is de voorgenomen, in het AB op te nemen, verplichte zuiveringstechniek per teler vanaf 2016 een belangrijk knelpunt omdat Rijk en sector verschillende inzichten hebben over de invulling hiervan en de termijn zeer kort is. De discussie over individuele verplichting versus collectieve oplossingen in een regio speelt al op meerdere plekken en heeft de aandacht van het PDG. Aanpak in 2014 en 2015: structureel overleg tussen I&M en de andere PDG-partijen. Hierin overeenstemming bereiken over de keuze tussen doel/middelvoorschriften en over individuele/collectieve zuivering.
8
Voor het Activiteitenbesluit liggen er knelpunten op het vlak van kennisniveau van de teler en handhaver. Alle betrokken PDG-partijen zetten in op een goede en intensieve communicatie richting ondernemers en hun stakeholders. Begin 2013 is dit goed opgepakt maar gaandeweg het jaar is enige vertraging ontstaan. Aanpak: in 2014 intensivering van het communicatietraject dat in 2013 is gestart, in de jaren er na blijvende aandacht geven.
De in 2018 beoogde evaluatie van emissienormen ligt nog een aantal jaren verder. Wel is het voor een goede evaluatie nodig dat de komende twee jaren een belangrijke verbeterslag plaatsvindt van kwantiteit en kwaliteit van de door gebruikers bij UO-IMT aangeleverde rapportages. Hiervoor is door de betrokken partijen in samenwerking met het management van het UO-IMT het “Actieplan kwaliteitsverbetering registratiegegevens glastuinbouw” ontwikkeld dat in 2014 en 2015 wordt uitgevoerd onder regie van het UOBestuur. Behalve voor de evaluatie van emissienormen zijn goede gegevens voor PDG van belang voor de driejaarlijkse monitoring.
Naast het Activiteitenbesluit spelen andere beleidskaders waarin het PDG versterkt zal inzetten in 2014 en 2015:
PDG ziet de regionale aanpak als een zeer belangrijke en kansrijke route om het einddoel te realiseren. Een knelpunt dat per 1 juli 2014 gaat spelen is de accijnsverhoging op leidingwater, waar bv. ook het te transporteren gietwater vanuit een collectieve zuivering onder valt. Door de prijsverhoging zal het veel lastiger worden om te concurreren met het reguliere gietwater. Het platform zet in 2014 in op het wegnemen van de negatieve gevolgen voor regionale initiatieven en voert hiertoe overleg met het ministerie van Financiën. Daarnaast zal het PDG de kennisoverdracht over regionale projecten versterken, om deze route te stimuleren.
Ondergrondse waterberging is een kansrijke maatregel die verdere ontwikkeling en uitrol behoeft. Het PDG zet zich de komende jaren in om kansen hierin te benutten en om te voorkomen dat ontwikkelingen in het ruimtelijke-ordeningsbeleid een verdere inzet van ondergrondse waterberging tegengaan. Via de werkgroep Emissies starten de PDG-partijen in 2014 met verzameling van informatie over wat er op dit terrein speelt, om vervolgens te bepalen hoe hier op in te spelen.
Daarnaast besteedt PDG in 2014 en 2015 aandacht aan de volgende onderwerpen die code groen hebben gekregen (‘op de goede weg’):
4e tranche wijziging Activiteitenbesluit en voorbereiding op overstap naar Omgevingswet: overleg met I&M over gewenste invulling
Zorgplicht voor grondgebonden teelten: bevoegd gezag stimuleren om de checklist bij de teler toe te passen
Maatwerk in AB: handreikingen opstellen en communiceren.
Aandachtsgebied B. Techniek (onderzoek en uitrol resultaten in de sector) Veel onderzoek rond het thema Water is opgenomen in de PPS Glastuinbouw Waterproof. Deze PPS heeft draagvlak bij overheid, kennisinstituten en sector en kent zowel publieke als private geldstromen. De governance van de PPS ligt bij het PDG. Taken van het PDG zijn het bewaken van
9
de voortgang, signaleren van knelpunten en aansturen op grote lijnen. Daarnaast zorgt het PDG voor betere betrokkenheid en vergroting van draagvlak bij de partijen via deelname aan begeleidingscommissies. De MG prioriteert en formuleert waar mogelijk of nodig flankerende activiteiten vanuit de betrokken partijen. Het programmamanagement ligt vanaf 2014 bij LTO Glaskracht Nederland, die zorgdraagt voor een directe betrokkenheid van telers bij het onderzoek en de prioritering. In 2014 inventariseert het PDG de projecten die binnen de PPS maar ook daarbuiten lopen of gepland zijn. Hierdoor ontstaat er voor alle betrokken partijen overzicht van wat er loopt, en is het mogelijk om eventuele hiaten te benoemen. Dit zal dan input zijn voor de onderzoeksprogrammering voor 2015. Voor met name 2015 en de jaren daarna voorziet het PDG dat de financiering van onderzoek opdroogt, nu er met het opheffen van het Productschap Tuinbouw geen collectieve middelen meer beschikbaar zijn. Dit is een zeer groot knelpunt omdat onderzoek dan grotendeels stopt, terwijl dit de basis is voor innovatie in de sector en voor het behalen van het doel ‘nagenoeg nulemissie’. In 2014 bepalen de PDG-partijen wat de benodigde acties zijn om toekomstige financiering overeind te houden. In de periode 2014-2015 kent het onderzoek een indeling naar vier hoofdonderwerpen: 1 Voorkomen ontstaan restwater Onderzoek rond de beschikbaarheid van goed gietwater, waarmee emissievrij is te telen, richt zich op ondergrondse opslag van hemelwater, mogelijkheden voor aanvullend gietwater en alternatieven voor brijnlozing. Indruk van zowel onderzoekers als sector is dat dit onderzoek goed verloopt. Een andere route is het verder onderzoeken en ontwikkelen van managementmaatregelen voor de grondgebonden teelt, zoals de lysimeter, bodemvochtsensoren en nauwkeurige watergeefsystemen. Ook deze route krijgt een code groen. Zorgpunt bij dit onderwerp is de zuiverheid van meststoffen. Hoe meer de waterkringloop gesloten wordt, des te groter is de invloed van de onzuiverheden in meststoffen die kunnen ophopen en aanleiding geven tot lozing. 2 Hergebruik restwater Onderzoek ten behoeve van een betere waterkwaliteit door zuivering en andere maatregelen richt zich op verwijdering van diverse groeiremmende factoren zoals pathogenen, zouten e.a.. Het onderzoek verloopt goed en in de periode 2014-2015 zal meer kennis worden opgedaan. De zorg zit wel bij de ontwikkeling van emissiearme teeltsystemen als alternatief voor grondteelten (code oranje). Dit is volgens de PDGpartijen een mogelijke oplossingsroute waarop nog te weinig resultaat is geboekt. Via de PPS wordt hierop in 2014/2015 ingezet.
10
3 Zuivering restwater Onderzoek op dit vlak kent twee verschillende insteken: ontwikkeling van praktijkrijpe technieken voor de zuivering van gewasbeschermingsmiddelen en voor meststoffen. De urgentie is groot omdat conform de Tweede Nota Duurzame Gewasbescherming vanaf 2016 zuiveringstechnieken dienen te worden toegepast door telers, op bedrijfs- of clusterniveau. Het onderzoek krijgt van de PDG partijen inclusief onderzoekers een codering oranje: er zijn nog veel kennishiaten terwijl voor gewasbeschermingsmiddelen de implementatie door telers dient te worden voorbereid op basis van wetgeving die nog niet voldoende is uitgewerkt. 4 Emissiebeperking Onderzoek richt zich op minimale en precieze toediening van gewasbeschermingsmiddelen op maat per gewas, opdat via deze teeltspecifieke maatregelen de emissie van gewasbeschermingsmiddelen beperkt blijft. Het onderzoek is nog onvoldoende en krijgt een codering oranje van de betrokken partijen. Aandachtsgebied C. Implementatie van watermaatregelen door de teler Een ander onderwerp rond water dat in 2014-2015 prioriteit krijgt is de implementatie van maatregelen bij de ondernemers. De stuurgroep PDG heeft in het najaar van 2012 haar zorg uitgesproken over het uitrollen van kennis en het implementeren van maatregelen door ondernemers. In 2013 is door de managementgroep een analyse aan de hand van het innovatiemodel van Hekkert uitgevoerd. De analyse leverde inzicht en overzicht op en bleek een goed hulpmiddel om breed te kijken naar beïnvloedende factoren. Duidelijk werd dat de teler op meerdere terreinen tegelijk gefaciliteerd dient te worden om over te willen en kunnen gaan tot implementatie van maatregelen. De managementgroep heeft daarom extra activiteiten benoemd op de verschillende sleutelfactoren en daarin prioriteit aangebracht voor de komende twee jaren. De beïnvloeding van PDG op dit onderwerp verloopt vooral via communicatie, onderzoekscoördinatie, wetgeving en handhaving. Zie bijlage 2 voor de communicatieactiviteiten. Daarnaast geven het Activiteitenbesluit en de emissienormen een stimulans aan de implementatie van maatregelen. Ook regionale initiatieven en pilots, waarbij de diverse stakeholders (overheden, adviseurs, telers e.a.) samenwerken, kunnen een belangrijke bijdrage leveren. De verwachting is dat huidige succesvolle regionale activiteiten navolging zullen vinden. Het PDG zal deze ontwikkelingen volgen en waar mogelijk stimuleren. De aanpak voor 2014 en 2015 richt zich vooral op de bewustwording van de teler: communicatieacties om de noodzaak en mogelijkheden van een emissieloze kas te laten inzien, het stimuleren van regionale aanpak en samenwerking en het beïnvloeden van adviseurs en toeleveranciers. Aandachtsgebied D. Monitoring De managementgroep constateerde in 2013 dat weliswaar op het vlak van implementatie van maatregelen veel activiteiten worden uitgevoerd, maar dat niet bekend is wat de effectiviteit ervan is. Het is niet bekend of de gezamenlijke acties de doelgroep voldoende bereiken en aan zetten tot gewenst gedrag. In 2010 heeft het PDG afspraken gemaakt over de monitoring. Vanwege gebrek aan budget is destijds gekozen voor een eenvoudige en goedkope methode, aan de hand van
11
bestaande en makkelijk te achterhalen informatie. Hiermee kunnen we slechts een globaal beeld krijgen en trends volgen. Het PDG heeft afgesproken om op deze wijze elke drie jaar de implementatie van maatregelen te monitoren. In 2012 zijn de resultaten van een door de managementgroep uitgevoerde nulmeting voorgelegd aan de stuurgroep. In 2014-2015 voeren de PDG-partijen samen een tweede meting uit. In 2014 wordt de informatie rond GroenLabelKas en de gebruikmaking van MIA/VAMIL en EIA verzameld en geanalyseerd. Aanvullend zal in 2015 een uitvraag worden gedaan onder handhavers, die meer kwalitatieve informatie oplevert over telers, de kwaliteit van de rapportages, de toegepaste maatregelen, etc. Een goede uitvoering van het UO-IMT actieplan gericht op een betere kwaliteit van de registratie in de UO-database kan in 2015 mogelijk ook nog bruikbare informatie opleveren. De monitoring van de kwaliteit van het oppervlaktewater krijgt in 2014 eveneens aandacht. In 2013 door de waterschappen verzamelde informatie over het vóórkomen van gewasbeschermingsmiddelen in de beheergebieden wordt nader geanalyseerd. Eind 2015 moet de monitoring bruikbare input leveren richting stuurgroep, bestuur UO-IMT én I&M, mede ten behoeve van de beoogde evaluatie van de emissienormen. Communicatie Binnen de bovengenoemde activiteiten vallen ook communicatieactiviteiten Over de communicatie is de volgende werkwijze in het platform PDG afgesproken:
In principe zijn partijen zelf verantwoordelijk voor communicatie over het beleid naar de eigen achterban en doelgroepen. Communicatie vindt plaats door afzonderlijke partijen via de eigen kanalen.
Voor onderwerpen waarvoor het Platform vorm wil geven aan publiciteit, vindt over deze communicatie afstemming plaats met de PDG partijen.
Het is van belang dat partijen elkaar aan kunnen spreken op het uitvoeren van deze communicatie-acties en op de boodschap.
Naast de communicatie door partijen zelf kan het wenselijk zijn om als platform de publiciteit te zoeken, bijvoorbeeld om het platform te profileren of om een sterke boodschap over te kunnen dragen (gedragen door alle partijen, gelijke boodschap vanuit diverse partijen).
Voor de activiteiten rond het thema water zal de website Glastuinbouw Waterproof de centrale plek zijn voor informatie over projecten binnen de PPS, de voortgang, de tips richting telers etc. In 2014 draagt het PDG, net als in 2013, bij aan de kosten van het beheer van de website, dat in handen is van LTO Glaskracht Nederland.
12
5. Organisatie en begroting 2014 In 2014 wordt de structuur en organisatie van het platform van de voorgaande jaren nog gecontinueerd. Taken van het secretariaat zijn het faciliteren van stuurgroep, managementgroep en voorzitter in het uitvoeren van het werkprogramma, het aanjagen van werkzaamheden, informatie bij elkaar brengen en afstemmen en het overzicht bewaken. Daarnaast faciliteert het secretariaat in 2014 enkele specifieke thema’s zoals het schrijven van een tweejarig inhoudelijk werkprogramma en de uitvoering van de monitoring. Het beschikbare aantal secretariaatsuren is voor 2014 gehalveerd. In het najaar van 2014 zullen taken worden afgebouwd en worden overdragen aan de bestaande betrokken partijen, een en ander afhankelijk van de gekozen organisatievorm vanaf 2015.
De begroting voor PDG 2014 is besproken en akkoord bevonden in de bijeenkomst van de stuurgroep op 30 oktober 2013. Het budget is ook in 2014 opnieuw gereduceerd, met fors minder beschikbare uren voor het secretariaat. Het in 2014 benodigde bedrag komt daardoor uit op € 125.000 totaal, inclusief de bijdrage voor de onkostenvergoeding van voorzitter en Natuur&Milieu.
Tabel 1 Begroting PDG 2014
Begroting Platform Duurzame Glastuinbouw 2014 (€) Bijdrage secretariaat voor maximaal 1080 uur inzet in 2014 Bijdrage voorzitter in € (incl. 21% btw & onkosten)
100.000 10.000
Bijdrage Natuur&Milieu in €
9.500
Bijdrage website Glastuinbouw Waterproof in €
3.500
Budget voor kleine uitgaven: accountant, print jaarrapportage, etc in €
2.000
Totale benodigde middelen in €
125.000
De verdeling van de bijdragen over de PDG-partijen volgt uit de tabel 2 hieronder. De absolute bijdrage in euro’s vermindert in 2014 opnieuw voor elke PDG-partner.
13
Tabel 2 Verdeling bijdragen PDG-partijen in 2014
Budget PDG
Budget PDG
Begroting
Verdeelsleutel Verdeelsleutel
2012 (€)
2013 (€)
PDG 2014 (€)
in 2013
in 2014
Bijdragen partners in € I&M
47.634
46.000
40.000
23%
32%
EZ
79.391
76.000
40.000
38%
32%
IPO
21.171
20.800
0
10%
0%
VNG
21.171
20.800
18.000
10%
14%
UvW*
21.171
19.750
17.000
10%
14%
Sector
127.025
15.937
10.000
8%
8%
Overheveling 2012 Totaal in €
18.000 317.563
217.287
125.000
* Bijdrage UvW is lager dan( IPO en) VNG omdat UvW niet bijdraagt aan de kosten van Natuur&Milieu.
2015 Het secretariaat van het Platform Duurzame Glastuinbouw wordt tot eind 2014 uitgevoerd door Rijkdienst voor Ondernemend Nederland. RVO.nl heeft aangegeven deze taak vanaf 2015 niet meer uit te voeren. Stuurgroepleden hebben aangegeven in 2015 door te willen met het Platform Duurzame Glastuinbouw bij een verder gereduceerd budget van 60.000 €. De taken van het huidige secretariaat zullen dan worden herverdeeld en (deels) worden ondergebracht bij een externe partij. Van het budget van € 60.000 incl. btw worden behalve de inhuur van een externe partij ook de vergoeding voor onkosten van de voorzitter en Natuur&Milieu, de bijdrage aan de website en overige kleine kosten betaald. Tabel 3 Concept begroting PDG 2015
Begroting Platform Duurzame Glastuinbouw 2015 (€) Bijdrage secretariaat
37.000
Bijdrage voorzitter in € (incl. 21% btw & onkosten)
10.000
Bijdrage Natuur&Milieu in €
9.500
Bijdrage website Glastuinbouw Waterproof in €
3.500
Totale benodigde middelen in €
60.000
14
Tabel 4 Verdeling bijdragen PDG-partijen in 2015 (concept)
I&M
Begroting Begroting Verdeelsleutel Verdeelsleutel 2014 (€) 2015 (€) * 2014 2015* 40.000 15.000 32% 25%
EZ
40.000
15.000
32%
25%
VNG
18.000
10.000
14%
17%
UvW
17.000
10.000
14%
17%
Sector
10.000
10.000
8%
17%
125.000
60.000
* Exacte verdeelsleutel moet door de partijen onderling nog worden bepaald, UvW betaalt niet mee aan eventuele bijdrage Natuur&Milieu.
15
6. Bijlagen 6.1
Stappenplan (separaat) en toelichting
Gekozen aanpak en duiding schema Met het oog op de doelstelling ‘nagenoeg nullozing in 2027’ heeft het PDG een overzicht gemaakt van benodigde stappen in de komende jaren om het einddoel te realiseren. De platformpartijen hebben in samenspraak met DLO een overzicht opgesteld van de benodigde aanpak, met onderscheid in beleidsdoelen en maatregelen, en de bijbehorende planning in de tijd. Zie de (separate) exceltabel ‘schematisch stappenplan PDG’. Beleidsinstrumenten die relevant zijn voor water in de glastuinbouw en de nullozing zijn het Activiteitenbesluit en de 2e Nota duurzame gewasbescherming. De beleidsdoelen van deze instrumenten geven richting aan de benodigde maatregelen. De maatregelen zijn onderverdeeld in vier aandachtsgebieden: A. Wet- en regelgeving B. Techniek (onderzoek en uitrol resultaten in de sector) C. Implementatie watermaatregelen door de teler (bewustwording, markt creëren) D. Monitoring Elk aandachtsgebied is verder uitgewerkt in onderwerpen met bijbehorende doelen of gewenste resultaten. Daaronder staan de activiteiten die nodig zijn om de doelen/resultaten te realiseren. Een kleurencodering geeft aan of we op de goede weg zitten richting het beoogde doel: Groen = voldoende aandacht, op schema; Oranje = werken aan aandachtspunten, extra inzet nodig; Rood = loopt niet goed, nog veel aandacht/onderzoek nodig. Overwegingen en constateringen bij invulling stappenplan Bij het invullen van het schema kwamen de volgende punten naar voren: 1. Onderdeel B.Techniek: in plaats van acties en projecten hebben we hier een aantal routes benoemd waarlangs bovenliggende doelen bereikt moeten worden. Wel is er behoefte aan een overzicht van lopende en voorgenomen projecten, zodat alle betrokkenen weten wat er speelt en er geen onderzoeken dubbel worden gedaan. Hiertoe is een projectenoverzicht in voorbereiding. 2. Onderdeel B.Techniek: het bleek te complex om beoogde resultaten van de onderzoeksprojecten te kwantificeren en te toetsen aan de beleidsdoelen en het einddoel nullozing. De relaties zijn niet eenduidig en bijdragen per activiteit bij elkaar optellen is niet mogelijk vanwege verschillen in teelt, regio, geologie ondergrond, fysiologische verschillen, etc. Onderzoek is vaak gewasspecifiek en niet direct te vertalen naar impact voor de gehele sector. Gekozen is daarom voor een kwalitatieve invulling: kleurencodering en een prognose van looptijd van het onderzoek op themaniveau. Als het onderzoek de gewenste resultaten oplevert zal daarna de implementatiefase starten. 3. Onderwerpen waarbij PDG nu geen directe betrokkenheid heeft maar die wel invloed kunnen hebben op behalen van de doelstelling zijn in een aparte lijst gezet. Zo houdt het platform de onderwerpen in beeld en kan het op moment dat het nodig is actie ondernemen. Een voorbeeld is bovengrondse regenwateropslag, dat op esthetische bezwaren stuit en in het kader van de WRO beperkt zou kunnen worden. Uit oogpunt van emissiereductie is het belangrijk draagvlak voor regenwateropslag te behouden. 4. De activiteiten concentreren zich op de eerste jaren. Het is lastig om invulling te geven voor een wat langere termijn omdat deze afhankelijk is van eerdere resultaten. Dit betekent dat er regelmatig een update nodig is van het stappenplan. Monitoringresultaten uit de periode 2014-2015 kunnen hierin worden meegenomen.
16
6.2
Overzicht communicatieactiviteiten gericht op implementatie maatregelen door teler, 2014/2015
Het stappenplan bevat het onderdeel ‘C. Implementatie watermaatregelen door teler’, dat op hoofdlijnen is weergegeven. In de tabel hieronder staan de achterliggende activiteiten, uitvoerende instellingen en planning benoemd op het gebied van communicatie.
Nr 1
Actie Kernboodschap nullozing 2027 uitdragen
Uitvoerders Sector en overheden
2
Blauwdruk Waterstromen actualiseren
3
Regionale projecten uitdragen via interviews en nieuwsitems op www.glastuinbouwwaterproof.nl Webtool voor ondernemers voor toelichting Activiteitenbesluit Communicatiecampagne (toelichtende testen/art. opstellen en verspreiden) Bijeenkomst voor adviseurs van bouw- en installatiebedrijven Bijeenkomst voor teeltadviseurs: probleemstoffen oppervlaktewater, Activiteitenbesluit: emissienormen e.d.
Sector en waterschappen Sector en waterschappen
4 5 6 7
8 9
10
Aanpak en stappenplan brijnbeleid communiceren Kostenbesparingen (minder nutriënten, water) zichtbaar maken m.b.v. berekeningstool waterschappen Relatie terugdringen emissies gewasbeschermingsmiddelen en het kunnen meten van de effecten in de waterkwaliteit
planning 19 juni (Kennisdag Water) e.a. bijeenkomsten November 2014 Maart, juni, oktober 2014
I&M en sector
Maart 2014
Waterschappen, gemeenten, sector Sector, waterschappen, gemeenten Sector, waterschappen, gemeenten
Jan 2014 – okt 2015
Sector, waterschappen, gemeenten, Rijk Sector en waterschappen
Februari 2014
Sector en waterschappen
Derde kwartaal 2014
Begin 2015 Juni 2014 (evt.koppelen aan kennisdag Water)
Maart 2014
17