Plantoelichting bestemmingsplan Bedrijventerrein Schinkel - Aalsmeerplein e.o.
Inhoudsopgave 1
Inleiding
p. 4
2
Beschrijving plangebied
p. 7
3
Beleidskader
p. 16
4
Planbeschrijving
p. 46
5
Verkeer en parkeren
p. 63
6
Cultuurhistorie en archeologie
p. 72
7
Milieu
p. 81
8
Water
p. 108
9
Natuur
p. 116
10
Luchthavenindelingbesluit
p. 120
11
Toelichting juridische regeling
p. 122
12
Economische uitvoerbaarheid
p. 132
13
Handhaving
p. 133
14
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
p. 134
Bijlagen
p. 149
1.
Inleiding
1.1
Aanleiding
Nota van uitgangspunten
1.2
Vigerend juridisch-planologisch kader
Bestemmingsplannen
Bestemmingsplan
Vaststelling
Goedkeuring
Onherroepelijk
-
Tabel 1 - Vigerende bestemmingsplannen
Afbeelding 1 - Vigerende bestemmingsplannen
Zonebesluit industrieterrein Schinkel
1.3
Ligging plangebied
Afbeelding 2 - Ligging plangebied binnen Amsterdam
Afbeelding 3 - Strategische ligging plangebied
1.4
Plangrenzen
1.5
Leeswijzer
Afbeelding 4 - Begrenzing plangebied
2.
Beschrijving plangebied
2.1
Ontstaansgeschiedenis
Afbeelding 5 Ontginningspatroon plangebied
Afbeelding 6 - Sloterweg met Huis Te Vraag
Afbeelding 7 - Uitzicht vanaf de Schinkel
Afbeelding 8 - Plangebied jaren twintig (links) Afbeelding 9 - Sloterweg jaren vijftig (boven)
Afbeelding 10 Aanleg Ringweg A10 langs plangebied
2.2
Ruimtelijke structuur
Afbeelding 11 - Deelgebieden
Deelgebied 1: Aalsmeerplein / Henk Sneevlietweg e.o.
Afbeelding 12 - Ruimtelijke structuur
Afbeelding 13 - Rotonde Aalsmeerplein
Deelgebied 2: Woonbuurt Generaal Vetterstraat / Spijtellaantje
Afbeelding 14 - Ruimtelijke structuur
Deelgebied 3: Begraafplaats Huis Te Vraag
Afbeelding 15 - Begraafplaats Huis Te Vraag
Afbeelding 16 - Voormalig ontvanggebouw
Deelgebied 4: Bedrijventerrein Schinkel
Deelgebied 5: Sportpark Jaagpad
Afbeelding 17 - Luchtfoto bedrijventerrein Schinkel
2.3
Functionele structuur
Afbeelding 18 Functiemenging
Wonen
Bedrijven, creatieve functies en kantoren
Afbeelding 19 - Valschermkade / Riekerhaven
Afbeelding 20 - Vliegtuigstraat / Pilotenstraat
Detailhandel
Horeca
Sport
Verkeer
Groen
Afbeelding 21 - Groenstructuur
Water
Afbeelding 22 - Waterstructuur
3.
Beleidskader
3.1
Inleiding
3.2
Algemeen ruimtelijk beleid
3.2.1
Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte en Besluit algemene regels ruimtelijke ordening
Conclusie: Het bestemmingsplan is in overeenstemming met dit rijksbeleid. 3.2.2
I.
Provinciale Structuurvisie Noord-Holland 2040
Ruimtelijke kwaliteit
II. Duurzaam ruimtegebruik
III. Klimaatbestendigheid
Milieukwaliteiten
Voldoende en op de behoefte aansluitende huisvesting
Voldoende en gedifferentieerde ruimte voor economische activiteiten
Afbeelding 23 Vastgesteld of bestaand bedrijventerrein
Voldoende en gedifferentieerde ruimte voor recreatieve en toeristische voorzieningen.
Voldoende bescherming tegen overstroming en wateroverlast
Voldoende ruimte voor het opwekken van duurzame energie
Conclusie: Het bestemmingsplan is in overeenstemming met het provinciaal beleid, maar ten aanzien van de maximale toegestane milieucategorie wordt maatwerk geleverd. In het bestemmingsplan wordt een maximum van 3.2 opgenomen, aangezien met het toestaan van een hogere milieucategorie de leefen woonkwaliteit in de omgeving niet kan worden gewaarborgd. Bedrijven uit categorie 4 of 5 passen bovendien niet op een binnenstedelijk gemengd bedrijventerrein voor stadsverzorgende bedrijvigheid, maar horen thuis op speciaal voor grootschalige bedrijven bestemde bedrijventerreinen zoals Westpoort (zie verder 7.2 van deze toelichting). 3.2.3
Provinciale ruimtelijke verordening structuurvisie
Afbeelding 24 Bestaand Bebouwd Gebied (links) en Landelijk gebied (rechts)
Conclusie: Het bestemmingsplan is in overeenstemming met dit provinciaal beleid. 3.2.4
Ruimtelijk Economische Visie Schipholregio 2009-2030
Conclusie: Het bestemmingsplan is in overeenstemming met dit regionaal beleid, waarbij in het bijzonder de doelstelling om de OV bereikbaarheid in de Airport Corridor te verbeteren wordt ondersteund. 3.2.5
Structuurvisie Amsterdam 2040 - algemeen
Afbeelding 25 - Uitrol centrumgebied
Afbeelding 26 - Internationalisering zuidflank
Conclusie: De essentiële beleidsonderdelen uit de Structuurvisie Amsterdam worden bij het desbetreffende thema besproken. 3.3
Wonen
3.3.1
Nota mensen, wensen, wonen
Conclusie: Het woonbeleid staat zelfstandig naast dit bestemmingsplan. 3.3.2
Regionale woonvisie
Conclusie: Het bestemmingsplan is in overeenstemming met dit regionaal beleid. 3.3.3
Woonvisie Amsterdam
Wonen in de metropool, woonvisie Amsterdam tot 2020’
Conclusie: Het bestemmingsplan is in overeenstemming met dit gemeentelijk beleid. 3.3.4
Short stay
Definitie en begrenzing
Vergunning
Wettelijke basis: Huisvestingverordening
Conclusie: Het bestemmingsplan is in overeenstemming met dit gemeentelijk beleid. 3.3.5
Woonvisie stadsdeel Zuid
Conclusie: Het bestemmingsplan is in overeenstemming met dit stadsdeelbeleid. 3.4
Bedrijven
3.4.1
Nota Locatiebeleid provincie Noord-Holland
Conclusie: Het bestemmingsplan is in overeenstemming met dit provinciaal beleid. 3.4.2
Structuurvisie Amsterdam 2040 - bedrijven
Afbeelding 27 - Typering bedrijventerreinen
Conclusie: Het bestemmingsplan is in overeenstemming met dit gemeentelijk beleid. In het bestemmingsplan krijgt bedrijventerrein Schinkel een bedrijfsbestemming, waarbinnen ruimte wordt gereserveerd voor stadsverzorgende bedrijven. Ook wordt een milieuzonering toegepast in verband met bestaande woningen in de omgeving van het bedrijventerrein (zie verder 7.2 van deze plantoelichting). 3.4.3
Amsterdams Ondernemers Programma 2011-2014
Tabel 2 - Doelstellingen AOP 2011-2014
Conclusie: Het bestemmingsplan is in overeenstemming met dit gemeentelijk beleid. 3.4.4
Nota Ondernemen in Zuid
‘Vernieuwen, verbinden, vereenvoudigen’
Conclusie: In het bestemmingsplan is de doelstelling uit dit stadsdeelbeleid nader uitgewerkt. 3.5
Creatieve functies en kantoren
3.5.1
Platform Bedrijventerreinen en Kantoorlocaties (Plabeka)
Conclusie: Het bestemmingsplan is in overeenstemming met deze regionale afspraken, waarbij ten aanzien van de aanwijzing van Schinkel tot balansgebied in het kader van de Kantorenstrategie Amsterdam nadere afspraken met de centrale stad zijn gemaakt. Op basis van deze afspraak wordt in het bestemmingsplan wel ruimte geboden voor de vestiging van creatieve functies, maar is wel sprake van een limitering ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan (zie verder 4.4.3 van deze plantoelichting). 3.5.2
Kantorenstrategie Amsterdam
1. Maatregelen voor transformatie, slopen en herontwikkeling bestaande kantorenvoorraad
2. Maatregelen voor toevoegen nieuwe kantoren
3. Koppeling tussen oud en nieuw
4. Maatregelen voor hybride ondernemingen (30-70 procent kantoorvloer)
Conclusie: Het bestemmingsplan is in overeenstemming met dit gemeentelijk beleid, in die zin dat nieuwe kantoren niet mogelijk worden gemaakt. Ten aanzien van de aanwijzing van Schinkel tot balansgebied zijn in het kader van de Kantorenstrategie Amsterdam nadere afspraken met de centrale stad gemaakt. Op basis van deze afspraak wordt in het bestemmingsplan wel ruimte geboden voor de vestiging van creatieve functies, maar is wel sprake van een limitering ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan (zie verder 4.4.3 van deze plantoelichting). 3.5.3
Nota Ondernemen in Zuid
Conclusie: Het bestemmingsplan is in overeenstemming met dit stadsdeelbeleid. 3.6
Detailhandel
3.6.1
Structuurvisie Amsterdam 2040 - detailhandel
Conclusie: Het bestemmingsplan is in overeenstemming met dit gemeentelijk beleid, maar vanwege de beoogde
ontwikkelingsrichting voor bedrijventerrein Schinkel wordt geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid die de Structuurvisie biedt om PDV naar GDV te transformeren (zie verder 4.4.4 van deze plantoelichting). 3.6.2
Ruimtelijk Detailhandelsbeleid Amsterdam 2011-2015
Amsterdam voert al vele jaren een beleid met betrekking tot fijnmazige detailhandel en daarom is nog steeds een redelijke fijnmazige structuur van winkels voor dagelijkse aankopen. Het is een waardevolle verworvenheid dat dagelijkse inkopen op relatief korte afstand van de woning kunnen worden gedaan. De winkels blijven dan toegankelijk, ook voor de minder mobiele Amsterdammer. Boodschappen kunnen dichtbij huis worden gedaan. Winkels in dagelijkse artikelen horen daarom niet op bedrijventerreinen thuis; Voor een aantal PDV-locaties, waaronder bedrijventerrein Schinkel is de branchebeperking in 2006 beleidsmatig reeds opgeheven. Daar zijn alle detailhandelsbranches (behalve food) toegestaan. Uit analyse van de ontwikkelingen tussen 2006 en 2010 blijkt dat de markt tot nu toe vrijwel geen gebruik heeft gemaakt van deze verruiming. De stadsdelen hebben in deze een zelfstandige bevoegdheid.
Conclusie: Het bestemmingsplan is in overeenstemming met dit gemeentelijk beleid, maar vanwege de beoogde ontwikkelingsrichting voor bedrijventerrein Schinkel wordt geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid die deze nota biedt om PDV naar GDV te transformeren (zie verder 4.4.4 van deze plantoelichting). 3.6.3
Nota Grootschalige detailhandel in balans 2006-2010
Conclusie: Het bestemmingsplan is in overeenstemming met dit gemeentelijk beleid, maar vanwege de beoogde ontwikkelingsrichting voor bedrijventerrein Schinkel wordt geen gebruik gemaakt van de mogelijkheid die deze nota biedt om PDV naar GDV te transformeren (zie verder 4.4.4 van deze plantoelichting). 3.7
Horeca
3.7.1
Nota Hotelbeleid 2007-2010
Conclusie: Het bestemmingsplan is in overeenstemming met dit gemeentelijk beleid. 3.7.2
Horecabeleid stadsdeel Zuid 2011
Tabel 3 - Horeca categorieën
Trends en ontwikkelingen in zelfstandige horeca
Tabel 4 - Vormen zaalverhuur
Trends en ontwikkelingen in onzelfstandige horeca 1.
Mengformules en additionele horeca
Mengformules:
Additionele horeca:
-
2.
Bedrijfsverzamelgebouwen
3.
Tijdelijke horeca
Uitbreiding horeca
Bedrijventerrein Schinkel
Afbeelding 28 - Zoeklocatie uitbreiding horeca
Conclusie: Het bestemmingsplan is in overeenstemming met dit stadsdeelbeleid. 3.7.3
Nota Ondernemen in Zuid
Conclusie: Het bestemmingsplan is in overeenstemming met dit stadsdeelbeleid. 3.8
Sport
3.8.1
Structuurvisie Amsterdam 2040 - sport
Afbeelding 29 - Hoofdgroenstructuur, sportpark
Conclusie: Het bestemmingsplan is in overeenstemming met dit gemeentelijk beleid. 3.8.2
Sportas
Conclusie: Het bestemmingsplan is in overeenstemming met dit gemeentelijk beleid. Het plangebied maakt formeel geen onderdeel van de Sportas, maar de aanwezigheid van Sportpark Jaagpad biedt wel kansen voor aansluiting op de Sportas. 3.8.3
Sportplan 2013 - 2016
Conclusie: Het bestemmingsplan is in overeenstemming met dit gemeentelijk beleid. 3.8.4
Sportnota
Conclusie: Het bestemmingsplan is in overeenstemming met dit stadsdeelbeleid. 3.9
Groen
3.9.1
Structuurvisie Amsterdam 2040 - hoofdgroenstructuur
Afbeelding 30 - Hoofdgroenstructuur
Nieuwbouw en verharding
:
Parkeren
Afbeelding 31 - Hoofdgroenstructuur, groentypen
Bestaande bebouwing
Corridor, type groene route
Begraafplaats
Conclusie: Het bestemmingsplan is in overeenstemming met dit gemeentelijk beleid. 3.9.2
Bomenbeleid stadsdeel Zuid 2012
Conclusie: Het bestemmingsplan is in overeenstemming met dit stadsdeelbeleid.
3.9.3
Hoofdbomenstructuurplan Oud-Zuid
Afbeelding 32 - Hoofdbomenstructuur
Conclusie: Het bestemmingsplan is in overeenstemming met dit stadsdeelbeleid. 3.9.4
Visie groen en bauw 2020 stadsdeel Zuid
Conclusie: Het bestemmingsplan is in overeenstemming met dit stadsdeelbeleid. 3.10
Overige aspecten
3.10.1 Structuurvisie Amsterdam 2040 - hoogbouw
In de Structuurvisie Amsterdam 2040 wordt
Afbeelding 33 - Hoogbouwzone Ringweg A10
Conclusie: Het bestemmingsplan is in overeenstemming met dit gemeentelijke beleid. In het bestemmingsplan wordt een lagere maximum bouwhoogte mogelijk gemaakt dan is opgenomen in de Structuurvisie.
3.10.2 Structuurvisie Amsterdam 2040 - grootschalige reclamemasten
Conclusie: Het bestemmingsplan is in overeenstemming met dit gemeentelijk beleid. Naast de bestaande reclamemast in het plangebied, zijn nieuwe grootschalige reclamemasten in het plangebied in principe niet toegestaan. 3.10.3 Welstandsnota stadsdeel Oud-Zuid
Conclusie: Het welstandsbeleid staat zelfstandig naast het bestemmingsplan. 3.10.4 Nota beleidsregels afwijkingsbesluiten omgevingsvergunning A2 Wabo (stadsdeel Zuid)
Conclusie: Het afwijkingsbeleid staat zelfstandig naast het bestemmingsplan.
4.
Planbeschrijving
4.1
Inleiding
4.2
Planvorm
4.3
Ontwikkelingen rondom het plangebied
4.4
Ruimtelijk-functionele uitgangspunten
4.4.1
Wonen
Afbeelding 34 Reservering Zuidelijke Schinkelverbinding
Afbeelding 35 - Locatie uit te werken bestemming
Afbeelding 36 - Spijtellaantje
4.4.2
Bedrijven
Afbeelding 37 Schinkel als stadsverzorgend bedrijventerrein
4.4.3
Creatieve functies en kantoren
2
Afbeelding 38 Generaal Vetterstraat 75-77
Afbeelding 39 Valschermkade 19-21
Afbeelding 40 Valschermkade 38/Vliegtuigstraat 8
4.4.4
Detailhandel
4.4.5
Horeca
Afbeelding 41 - Kantoorpand Anthony Fokkerweg 1
4.4.6
Sport
2
4.4.7
Groen
4.4.8
Water
4.4.9
Verkeer
Afbeelding 42 Laad- en loskade Riekerhaven
4.5
Stedenbouwkundige uitgangspunten
4.5.1
Bebouwing
4.5.2
Plint stadsverzorgende bedrijven
4.5.3
Bouwhoogte
Afbeelding 43 - Schaduw juni 17.00u
4.5.4
Openbare ruimte
Afbeelding 44 - Schaduw maart/september 18.00u
5.
Verkeer en parkeren
5.1
Inleiding
5.2
Beleid, wet- en regelgeving
5.2.1
Regionaal Verkeer- en Vervoerplan
5.2.2
Regionale OV-Visie 2010-2030
5.2.3
Structuurvisie Amsterdam 2040 - verkeer
Afbeelding 45 Hoofdnet Auto (links) Afbeelding 46 Hoofdnet Fiets (rechts)
Hoofdnet Auto en Fiets
Hoofdnet Openbaar Vervoer
Ruimtelijke reserveringen
Afbeelding 47 - Reservering weg
5.2.4
Afbeelding 48 - Reservering OV
Afbeelding 49 - Reservering spoor
Locatiebeleid Amsterdam
Om de doelstelling te bereiken worden de volgende instrumenten ingevoerd: 1. Juiste functie op juiste plek 2. Opstellen van een mobiliteitsplan 3. Vaste parkeernormen voor kantoren en bedrijven op A (1:250 m² bvo), B (1:125 m² bvo) en C locaties (geen normering voor bedrijven, maatwerk voor kantoren) 4. Parkeerbalans 5. Flexibiliteit inbouwen in bestemmingsplannen
5.2.5
Structuurvisie ZuidasDok
Afbeelding 50 Uitsnede plangebied Structuurvisie ZuidasDok
5.2.6
Nota Parkeren in Zuid 2011
Tabel 5 - Parkeernormen
Afbeelding 51 Vergunninggebieden stadsdeel Zuid
5.2.7
Verkenning ruimte voor bevoorrading (concept)
Afbeelding 52 Logistieke kansenkaart
5.3
Autoverkeer
5.4
Openbaar vervoer
5.5
Langzaam verkeer
5.6
Parkeren
5.7
Verkeersveiligheid
Functionaliteit van het wegennet
Homogeniteit van het verkeer
Voorspelbaarheid van het verkeersgedrag
5.8
Conclusie
6.
Cultuurhistorie en archeologie
6.1
Inleiding
6.2
Beleid, wet- en regelgeving
Monumentenwet
Modernisering Monumentenzorg (MoMo)
Wet op de archeologische monumentenzorg
Leidraad Landschap en Cultuurhistorie
Archeologiebeleid Amsterdam
6.3
Cultuurhistorie
Algemeen
Afbeelding 53 Waarderingskaart Gordel 20- 40
Directe omgeving begraafplaats Huis Te Vraag
Bedrijventerrein Schinkel
Afbeelding 54 - Pilotenstraat 35-45
Afbeelding 55 - Vliegtuigstraat 26-28
Monumenten
Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium (Anthony Fokkerweg 2)
Afbeelding 56 - Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium
Begraafplaats Huis Te Vraag met bijbehorende weilanden (Rijnsburgstraat 51)
Afbeelding 57 - Begraafplaats Huis Te Vraag
Villa van Spijtel (Rijnsburgstraat 75)
Afbeelding 58 - Villa van Spijtel
Kantoorgebouw betonpalenfabriek De Waal (Generaal Vetterstraat 75-77)
Afbeelding 59 - Kantoor betonpalenfabriek De Waal
6.4
Archeologie
Algemeen
Afbeelding 60 Archeologische Monumentenkaart
Archeologische verwachtingenkaart
Afbeelding 61 Archeologische verwachtingenkaart
Zone A: Bewoningszone Sloterweg, hoge archeologische verwachting
Zone B: Sloterweg, hoge archeologische verwachting
Zone C: Jaagpad langs de Schinkel, lage archeologische verwachting
Zone D: Sloter Bovenwegspolder, lage archeologische verwachting
Archeologische beleidskaart
Afbeelding 62 Archeologische beleidskaart
6.5
Conclusie
7.
Milieu
7.1
Milieueffectrapportage
7.1.1
Inleiding
7.1.2
Wet- en regelgeving
7.1.3
Conclusie
7.2
Regeling milieuhinderlijke functies
7.2.1
Inleiding
7.2.2
Systematiek milieuzonering
Categorie 1: Categorie 2: Categorie 3.1: Categorie 3.2: Categorie 4.1: Categorie 4.2: Categorie 5.1: Categorie 5.2: Categorie 5.3: Categorie 6:
10 meter 30 meter 50 meter 100 meter 200 meter 300 meter 500 meter 700 meter 1.000 meter 1.500 meter
7.2.3
Milieuzonering in plangebied
7.2.4
Conclusie
7.3
Geluid
7.3.1
Inleiding
7.3.2
Beleid, wet- en regelgeving
Wet geluidhinder (Wgh)
Wet milieubeheer
Amsterdams geluidbeleid
7.3.3
Industrielawaai
Geluidszone Bedrijventerrein Schinkel is een gezoneerd industrieterrein. In de Wgh is vastgelegd dat rondom industrieterreinen waarop zich bedrijven kunnen vestigen of gevestigd zijn die veel geluid mogen produceren (grote lawaaimakers, voorheen zogenaamde A-inrichtingen genoemd) een geluidszone moet zijn vastgesteld. Alle bedrijven op een gezoneerd industrieterrein mogen buiten de zone gezamenlijk niet meer dan 50 dB(A) etmaalwaarde produceren. Rond bedrijventerrein Schinkel bevindt zich een geluidszone krachtens de Wgh, die op 20 augustus 1986 door de gemeenteraad van Amsterdam is vastgesteld en bij Koninklijk Besluit is goedgekeurd (zie afbeelding 63). Destijds bevonden zich twee A-inrichtingen op het terrein, namelijk de reeds vertrokken betonmortelcentrale langs de Riekerhaven en het nog aanwezige NLR langs de Anthony Fokkerweg.
Afbeelding 63 - Geluidszonekaart industrieterrein Schinkel (1986)
Afbeelding 64 - Geluidszone bestemmingsplan Bedrijventerrein Schinkel 1999
Gezoneerd industrieterrein
Piekgeluiden Voor wat betreft het industriegeluid van het gezoneerde industrieterreinen, geldt dat de Wgh een toetsingkader biedt voor woningbouw in de geluidszone. Daarbij wordt aandacht besteed aan de zogenaamde langtijdgemiddelde geluidsbelasting. De bedrijven veroorzaken echter ook kortstondige geluiden, zogenaamde piekgeluiden, die hinder veroorzaken en welke de Wgh niet beoogt te weren.
Voor alle bedrijven (dus ook die buiten het gezoneerde industrieterreinen) geldt dat deze piekgeluiden in de vergunningen krachtens de Wet milieubeheer alsmede via het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer aan maxima worden verbonden: deze maxima mogen bij omliggende woningen niet overschreden worden. Met name de piekgeluiden van het NLR zijn in dit kader relevant. De maximaal toegestane piekbelasting van de installaties op het NLR terrein (windtunnels) zijn opgenomen in de milieuvergunning. Bedrijfswoningen
Woonboten
7.3.4
Wegverkeers- en spoorweglawaai
Afbeelding 65 - Indicatie wegverkeerslawaai
7.3.5
Uitwerkingsplan
Afbeelding 66 - Indicatie spoorweglawaai
7.3.7
Conclusie
7.4
Externe veiligheid
7.4.1
Inleiding
7.4.2
Beleid, wet- en regelgeving
Uitvoeringsbeleid externe veiligheid Amsterdam
Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi)
Circulaire risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen
Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb)
7.4.3
Risicovolle inrichtingen
Afbeelding 67 Risicocontouren LPG garage Hansa
Plaatsgebonden risico
Groepsrisico (GR)
maximale
Afbeelding 68 - Fn-curve groepsrisico bij dichtheid van 170 personen/ha
Verantwoording groepsrisico ingevolge artikel 13 Bevi
7.4.4
Vervoer gevaarlijke stoffen
Transport over weg
Afbeelding 69 Risicocontour Ringweg A10
Verantwoording groepsrisico ingevolge artikel 13 Bevi
Transport over spoor
Transport over water
Afbeelding 70 Risicocontour vaarroute Westpoort-Schiphol
Transport door buisleidingen
Afbeelding 71 Risicocontour aardgasleiding
Verantwoording ingevolge artikel 13 Bevi
7.4.5
Conclusie
7.5
Geur
7.5.1
Inleiding
7.5.2
Beleid, wet- en regelgeving
Nota Stankbeleid en brief Minister van VROM
Nederlandse emissierichtlijn lucht (NeR)
7.5.3
Onderzoeksresultaten
7.5.4
Conclusie
7.6
Luchtkwaliteit
7.6.1
Inleiding
7.6.2
Beleid, wet- en regelgeving
Wet luchtkwaliteit
Besluit en Regeling Niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen)
Actieplan Luchtkwaliteit Amsterdam
Amsterdamse richtlijn gevoelige bestemmingen luchtkwaliteit
Afbeelding 72 Zonering rondom wegen
Milieuzone vrachtauto s binnen de Ringweg A10
Afbeelding 73 - Milieuzone vrachtauto s
7.6.3
Onderzoeksresultaten
Niet in betekenende mate
Grof stof
7.6.4
Conclusie
7.7
Bodem
7.7.1
Inleiding
projectmatige ontgraving, funderingsherstel, nieuwbouw of functiewijziging)
7.7.2
Beleid, wet- en regelgeving
Wet bodembescherming
Nota Bodembeheer Amsterdam
normen voor bodemkwaliteit gewaarborgd volgens het stand-still principe binnen Amsterdam, het uitgangspunt waarbij de kwaliteit van de bodem binnen de gemeentegrenzen niet verslechtert. Bij de keuze van de lokale normen is rekening gehouden met het daadwerkelijke gebruik van de bodem, de gemiddelde gehalten in een gebied en mogelijke blootstelling aan verontreiniging. Onderdeel van de nota is de bodemkwaliteitskaart, waarop Amsterdam is ingedeeld in zeven zones, gedefinieerd op basis van bodemkwaliteit en ophooggeschiedenis. Elke bodemkwaliteitszone heeft een bepaalde kwaliteit, die consequenties heeft voor het toegestane grondverzet en de kwaliteit van de grond die er op mag worden aangebracht, afhankelijk van de bodemfunctie. Bij gebruik van de bodemkwaliteitskaart als wettelijk bewijsmiddel bij grondverzet is het in veel gevallen niet nodig een bodemonderzoek uit te voeren. 7.7.3
Onderzoeksresultaten
Bodemopbouw De oorspronkelijke Amsterdamse bodem bestaat uit een circa twee tot drie meter dik pakket Hollandveen, gelegen op wadzand. Het wadzand is een circa zes tot acht meter dikke zeeafzetting, die kleiig is ontwikkeld met zandige inschakelingen. Hieronder, op circa -13 meter NAP, bevindt zich het basisveen, een circa 0,5 meter dik compact veenpakket dat de grens vormt tussen het Holoceen en het Pleistoceen. Onder het basisveen worden tot circa -32 meter NAP goed doorlatende zandige afzettingen aangetroffen. Daaronder bevindt zich de eerste scheidende laag (Eemklei), welke enkele tientallen meters dik is. De bodemopbouw is echter niet overal gelijk, op sommige plekken wijkt deze af van deze globale omschrijving. Het natuurlijke landschap werd vanwege de grootschalige veenontginningen vanaf de elfde eeuw omgevormd tot een veenweidegebied. Aangezien de waterhuishouding een cruciale rol speelde bij de veenontginningen, begon tegelijkertijd de aanleg van het stelsel van (zee)dijken ter bescherming van het nieuwe bouw- en akkerland. Ophogingsgeschiedenis en historisch gebruik
Afbeelding 74 Kaart bodemloket
Gesaneerde locaties
Afbeelding 75 Bodemkwaliteitskaart
Bodemkwaliteit
voor een aantal stoffen (waaronder lood) de interventiewaarde wordt overschreden.
7.7.4
Conclusie
7.8
Duurzaamheid
7.8.1
Inleiding
7.8.2
Beleid en wetgeving
Duurzaamheidsvisie Amsterdam Als een uitwerking van de Structuurvisie Amsterdam is het Duurzaamheidsprogramma 2011-2014 ‘Amsterdam Beslist Duurzaam’ vastgesteld.
Energieprestatie coëfficiënt (EPC)
7.8.3
Intensief ruimtegebruik
7.8.4
Duurzame energie
7.8.5
Stadswarmtenet en warmte-koude opslag
Afbeelding 76 - Stadswarmtenet
7.8.6
Conclusie
8.
Water
8.1
Inleiding
8.2
Beleid, wet- en regelgeving
Kaderrichtlijn Water (KRW)
Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW)
Waterwet
Nationaal Waterplan (NWP)
Provinciaal Waterplan 2010-2015
Waterbeheerplan waterschap AGV
Keur AGV (2011)
2
Structuurvisie Amsterdam - water
Plan gemeentelijke watertaken 2010-2015
2
Tabel 6 Invulling zorgplicht
Visie groen en bauw 2020 stadsdeel Zuid
Afmeerbeleid voor pleziervaart
Afbeelding 77 Afmeerbeleid plangebied
8.3
Peilvakken en waterkering
Peilvakken
Afbeelding 78 Stadsboezem en polders
Waterkering
Afbeelding 79 Waterkeringen op Keurkaart AGV
8.4
Oppervlaktewater
Watersysteem
Watercompensatie
Riolering
Waterkwaliteit
Nautische veiligheid
8.5
Grondwater
8.6
Conclusie
9.
Natuur
9.1
Inleiding
9.2
Beleid, wet- en regelgeving
Natuurbeschermingswet
Flora- en faunawet
Ecologische structuur Amsterdam
Afbeelding 80 Ecologische structuur Amsterdam
Gedragscode Flora- en faunawet
9.3
Onderzoeksresultaten
Biotooptypen en natuurwaardenkaart
Afbeelding 81 Biotopenkaart Amsterdam
Afbeelding 82 Natuurwaardenkaart Amsterdam
Gebiedsbescherming
Soortenbescherming
Afbeelding 83 - Potentiële locaties vleermuizen
9.4
Conclusie
10.
Luchthavenindelingbesluit
10.1
Inleiding
10.2
Wet- en regelgeving
10.3
Beperkingen plangebied
Beperkingen ten aanzien van bebouwing
Afbeelding 84 Beperkingen bebouwing
Beperkingen ten aanzien van bouwhoogte
Beperkingen ten aanzien van aantrekken vogels
Afbeelding 85 - Beperkingen bouwhoogte (rechts) Afbeelding 86 - Beperking aantrekken vogels (boven)
10.4
Conclusie
11.
Toelichting juridische regeling
11.1
Inleiding
11.2
Verbeelding
11.3
Planregels
11.4
Artikelgewijze toelichting
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze van meten
Artikel 3 Bedrijf
2
2
2
2
2
2
2
Artikel 4 Bedrijf - Kunst
2
Artikel 5 Bedrijf - Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium
Artikel 6 Groen
Artikel 7 Sport
Artikel 8 Verkeer
Artikel 9 Water
Artikel 10 Wonen
Artikel 11 Wonen - Uit te werken
Artikel 12 Leiding - Riool
Artikel 13 Waarde - Archeologie
Artikel 14 Waarde - Cultuurhistorie
Artikel 15 Waarde - Hoofdgroenstructuur
Artikel 16 Waarde - Landschap
Artikel 17 Waterstaat - Waterkering
Artikel 18 Anti-dubbeltelregel
Artikel 19 Algemene bouwregels
Artikel 20 Algemene gebruiksregels
Artikel 21 Algemene aanduidingsregels
Artikel 22 Algemene afwijkingsregels
Artikel 23 Algemene wijzigingsregels
Artikel 24 Algemene procedureregels
Artikel 25 Overgangsrecht
Artikel 26 Slotregel
12.
Economische uitvoerbaarheid
12.1
Inleiding
12.2
Wet- en regelgeving
Exploitatieplan
Bouwplannen
12.3
Kosten verplaatsing woonboten
12.4
Kostenverhaal
12.5
Conclusie
Afbeelding 87 - Eigendom plangebied
13.
Handhaving
13.1
Inleiding
13.2
Uitgangspunten
14.
Maatschappelijke uitvoerbaarheid
14.1
Maatschappelijk overleg
Nota van uitgangspunten
Marktverkenning bedrijventerrein Schinkel
Overleg stadsdeel Nieuw-West
Overleg bedrijfsleven
Overleg ontwikkelaars
Overleg woonbootbewoners
Inspraak
14.2
Wettelijk vooroverleg (artikel 3.1.1 Bro)
1.
Ministerie van Infrastructuur en Milieu / Rijkswaterstaat, directie Noord-Holland
Antwoord: De bedoelde onderzoeken zijn in het kader van het ontwerpbestemmingsplan afgerond en zijn alsnog toegestuurd. Conclusie: Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.
Antwoord: Het stadsdeel onderschrijft de opmerking dat voor externe veiligheid als gevolg van het vervoer van gevaarlijke stoffen per weg geen maatregelen nodig zijn. De risico´s veranderen immers niet als gevolg van onderhavig bestemmingsplan. Ten aanzien van de besluitvorming inzake het Basisnet Weg voor het vervoer van gevaarlijke stoffen wordt niet vooruit gelopen op gemaakte afspraken. In de besluitvorming wordt aangesloten bij de reeds gemaakte afspraken tussen het Rijk en de gemeente Amsterdam. In
de brief van het Ministerie van I&M aan het college van B&W van Amsterdam van 15 november 2010 inzake het Basisnet weg staat de volgende passage: De aanleg van de Westrandweg zal er naar verwachting voor zorgen dat vervoerders zullen kiezen om de (filegevoelige) A10 te mijden. Hierdoor zal er een verlaging van het GR langs de A10 op alle 3 de wegvakken (respectievelijk A10 zuid, A10 west en A10 tussen knooppunten Watergraafsmeer en Amstel) ontstaan. Na opening van de Westrandweg zal in verband hiermee het vervoer van LPG over de A10 worden gemonitord door het rijk om vast te stellen op welke wijze het vervoer zich verdeeld over de rijkswegen. Verder is er in het overleg met uw gemeente gesproken over de mogelijkheden voor een routering en een gebruiksbeperking van LPG op de A10. Deze zorgt voor een sterke afname van de groepsrisico's langs de A10. De eventuele aanleg van een tunnel Zuidas vergroot de haalbaarheid van het beperken van het GR omdat het vervoer van LPG dan via de A9 wordt afgewikkeld. Ambtelijk is afgesproken dat uw gemeente in overleg zal gaan met vervoerders met als doel om afspraken te maken over het gebruik van de nieuwe Westrandweg in plaats van de A10. Het college van B&W heeft in antwoord op deze brief gemeld er vanuit te gaan dat de risico's langs de A10 binnen twee jaar na ingebruikname van de Westrandweg zijn gereduceerd tot een aanvaardbaar niveau en dit mee te nemen in de afwegingen ten aanzien van ruimtelijke besluiten in de omgeving van de A10. Op dit moment wordt onder leiding van de Stadsregio Amsterdam nog nader besproken of (beperkt) vervoer van LPG door de toekomstige tunnel ter hoogte van de Zuidas mogelijk kan blijven. De Dienst Milieu en Bouwtoezicht van de gemeente Amsterdam heeft in dit kader contact met de vervoerders over afhandeling van LPG stromen van en naar het havengebied. Conclusie: Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.
Antwoord: Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. In het ontwerpbestemmingsplan is de meest recente begrenzing voor de verbreding van de Ringweg A10-Zuid als vrijwaringszone opgenomen. Conclusie: Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan. 2
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
3.
Ministerie van Economie, Landbouw & Innovatie
4.
Inspectie Verkeer en Waterstaat, divisie Luchtvaart
5.
Provincie Noord-Holland
6.
Stadsregio Amsterdam
Antwoord: Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. Conclusie: Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.
Antwoord: In de plantoelichting is in paragraaf 5.5 toegevoegd dat de fietsroute Jaagpad en Valschermkade onderdeel is van het Regionale Netwerk Fiets. Conclusie: Deze reactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan, in die zin dat paragraaf 5.5 van de plantoelichting dienovereenkomstig is aangevuld. 7.
Kamer van Koophandel Amsterdam
8.
Gemeente Amsterdam, Dienst Ruimtelijke Ordening (DRO)
Antwoord: Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. Conclusie: Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.
Antwoord: De opmerkingen van de TAC zijn zoveel als mogelijk verwerkt in het bestemmingsplan.
Conclusie:
Antwoord: In de planregels is toegevoegd dat uitsluitend sportgerelateerde kantoor- en vergaderruimten zijn toegestaan. Conclusie: Deze reactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan, in die zin dat artikel 7.1 onder a van de planregels dienovereenkomstig is aangepast.
Antwoord: Het is niet op voorhand duidelijk waar nutsvoorzieningen wenselijk of noodzakelijk zijn. Daarnaast is het niet wenselijk om onnodige beperkingen op te leggen voor de realisatie van nutsvoorzieningen. Om deze redenen worden geen locatiebepalingen en geen bovengrens voor het totale aantal opgenomen. In de planregels (artikel 15) is een dubbelbestemming Waarde Hoofdgroenstructuur opgenomen. Hierin is opgenomen dat het afgeven van een omgevingsvergunning ten behoeve van de realisatie van gebouwen niet mag plaatsvinden, zonder dat de TAC hierover heeft geadviseerd. Conclusie: Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.
Antwoord: In de planregels (artikel 15) is een dubbelbestemming Waarde - Hoofdgroenstructuur opgenomen. Hierin is opgenomen dat bouwwerken geen gebouwen zijnde uitsluitend gerealiseerd mogen worden, nadat hiervoor een advies van de Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur is verkregen. Dat geldt ook voor nutsvoorzieningen. Conclusie: Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.
Antwoord: Het voornemen in de Nota van uitgangspunten om de wenselijkheid en mogelijkheid van de plaatsing van een reclamemast in dit plangebied te onderzoeken heeft uiteindelijk geen vervolg gekregen. Het bestemmingsplan maakt de plaatsing van een reclamemast derhalve niet mogelijk.
Conclusie: Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.
Antwoord: In de planregels (artikel 15) is een dubbelbestemming Waarde - Hoofdgroenstructuur opgenomen. Hierin is opgenomen dat bouwwerken geen gebouwen zijnde uitsluitend gerealiseerd mogen worden, nadat hiervoor een advies van de Technische Adviescommissie Hoofdgroenstructuur is verkregen . Dat geldt ook voor nutsvoorzieningen. Binnen de bestemming Groen worden openbare toiletvoorzieningen uitgesloten. Conclusie: Deze reactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan, in die zin dat de planregels dienovereenkomstig zijn aangepast.
Antwoord: Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. Conclusie: Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan. 9.
Gemeente Amsterdam, Ontwikkelingsbedrijf (OGA)
10.
Gemeente Amsterdam, Dienst Milieu en Bouwtoezicht (DMB)
11.
Gemeente Amsterdam, Bureau Monumenten en Archeologie (BMA)
Antwoord: Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. Conclusie: Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan. 12.
Gemeente Amsterdam, Dienst Zuidas
13.
Gemeente Amsterdam, Dienst Infrastructuur, Verkeer en Vervoer (DIVV)
14.
Dagelijks bestuur stadsdeel Nieuw-West
Antwoord: Het belang van een goede afstemming tussen beide bestemmingsplannen wordt onderkend. In dat kader is het voorontwerpbestemmingsplan om reactie toegestuurd. In het kader van de visievorming voor het plangebied Nieuwe Meer e.o. heeft zowel op ambtelijk als op bestuurlijk overleg plaatsgevonden. Stadsdeel Zuid heeft in het kader van het vooroverleg ex artikel 3.1.1 gereageerd op het voorontwerpbestemmingsplan Nieuwe Meer e.o. Conclusie: Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.
Antwoord: Het bestemmingsplan voorziet voor bedrijventerrein Schinkel in het continueren en waar mogelijk versterken van de ontstane menging tussen klassieke (stadsverzorgende) bedrijven en creatieve functies. Zoals benoemd in de Structuurvisie Amsterdam wordt verdere uitrol van het centrumgebied, zelfs over de Ringweg A10 heen, bevorderd. De ligging van bedrijventerrein Schinkel, direct grenzend aan het hoogstedelijke vestigingsmilieu van Amsterdam-Zuid, geeft het plangebied een grote potentie. In die zin biedt de beoogde verkleuring van traditionele industrie naar kleinschalige vormen van creatieve bedrijvigheid zeker kansen voor plangebied Nieuwe Meer e.o. Wel is het aan te bevelen om de vraag naar ruimten voor creatieve functies in beeld te brengen, zodat wordt voorkomen dat een overaanbod wordt gecreëerd. Conclusie: Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.
Antwoord: Het aanbod zal in overweging worden genomen op het moment dat zich bedrijven aandienen die, bijvoorbeeld ten aanzien van de milieucategorie, niet inpasbaar zijn op bedrijventerrein Schinkel. Conclusie: Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.
Antwoord: Bedrijventerrein Schinkel is een gezoneerd industrieterrein als bedoeld in de Wet geluidhinder. De geluidszone, die het oostelijk deel van het plangebied Nieuwe Meer e.o. overlapt, legt
beperkingen op aan het eventueel realiseren van geluidsgevoelige objecten zoals woningen in het deelgebied Riekerhaven. De bedrijven op Schinkel mogen gezamenlijk niet meer dan 50 dB produceren op de zonegrens. In het kader van het bestemmingsplan Bedrijventerrein Schinkel - Aalsmeerplein e.o. wordt de bestaande geluidszonering gehandhaafd. Dit bestemmingsplan voorziet namelijk niet in de vestiging van geluidsgevoelige objecten, maar is gericht op het handhaven van de bestaande bedrijven en het beschermen van hun geluidruimte. Uitgangspunt daarbij is dat ontwikkelingen in Riekerhaven geen onevenredige beperkingen mag opleggen aan de bedrijven op bedrijventerrein Schinkel. Stadsdeel Nieuw West kan onderzoeken of er mogelijkheden zijn om de geluidszone ter plaatse van Riekerhaven op te heffen. Dit is afhankelijk van feitelijke en vergunde geluidruimte van de bedrijven op Schinkel en de daarmee samenhangende ligging van de actuele 50 dB-contour. De bevoegdheid tot het opheffen van de geluidszone ter plaatse van Riekerhaven ligt bij Nieuw West en is gekoppeld aan de vaststelling van een bestemmingsplan voor dit gebied. In onderhavig bestemmingsplan wordt niet voorgesorteerd op het eventueel gedeeltelijk opheffen van de geluidszone. Het gedeeltelijk opheffen van de geluidszone is naar verwachting niet noodzakelijk om in Riekerhaven geluidsgevoelige objecten te realiseren. Als uit akoestisch onderzoek blijkt dat de voorkeursgrenswaarde ter plaatse van Riekerhaven wordt overschreden heeft Nieuw West namelijk de mogelijkheid om hogere grenswaarden vast te stellen. De geluidruimte van bedrijven op Schinkel zou in dat geval niet meer worden bepaald door de zonegrens maar door de vastgestelde hogere grenswaarden voor de dichtstbijzijnde geluidsgevoelige objecten. Conclusie: Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.
Antwoord: In dit bestemmingsplan worden op bedrijventerrein Schinkel uitsluitend bedrijven uit milieucategorie 1, 2, 3.1 en 3.2 toegestaan. In het plangebied is één bedrijf uit milieucategorie 5 aanwezig. Dit bedrijf, vallend onder artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit, heeft in het bestemmingsplan een maatbestemming (artikel 5 van de planregels) gekregen. Dit bedrijf is toegestaan, maar de toegestane overschrijding van de maximaal toegestane milieucategorie geldt niet voor eventuele opvolgende functies. Mocht het bedrijf vertrekken dan worden slechts bedrijven uit de ter plaatse geldende maximale milieucategorie toegestaan. De vestiging van nieuwe bedrijven uit deze categorie, grote lawaaimakers genaamd, worden in het bestemmingsplan uitgesloten (artikel 20.2 van de planregels). Wel is in het bestemmingsplan (artikel 20.4 sub b onder 2) een afwijkingsbevoegdheid opgenomen op basis waarvan het dagelijks bestuur bedrijven kan toestaan die vallen in een hogere milieucategorie dan 3.2. Voorwaarde voor het toepassen van deze bevoegdheid is dat het desbetreffende bedrijf in vergelijking met bedrijven uit de maximaal toegestane milieucategorie niet meer milieuhinder veroorzaakt. Conclusie: Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.
Antwoord: De bedoelde passage is uit paragraaf 4.3 van de plantoelichting geschrapt. Conclusie: Deze reactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan, in die zin dat paragraaf 4.3 van de plantoelichting dienovereenkomstig is aangepast. 15.
Waternet / Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht
Antwoord: De tekst in paragraaf 8.2 van de plantoelichting is aangepast. Conclusie: Deze reactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan, in die zin dat paragraaf 8.2 van de plantoelichting dienovereenkomstig is aangepast.
Antwoord: De bedoelde tekst in paragraaf 8.3 van de plantoelichting is verwijderd. Conclusie: Deze reactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan, in die zin dat paragraaf 8.3 van de plantoelichting dienovereenkomstig is aangepast.
Antwoord: De tekst in paragraaf 8.3 van de plantoelichting is aangepast. Conclusie: Deze reactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan, in die zin dat paragraaf 8/3 van de plantoelichting dienovereenkomstig is aangepast.
Antwoord: De bedoelde tekst in paragraaf 8.4 van de plantoelichting is verwijderd. Conclusie: Deze reactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan, in die zin dat paragraaf 8.4 van de plantoelichting dienovereenkomstig is aangepast.
Antwoord: De tekst in paragraaf 8.4 van de plantoelichting is aangepast. Conclusie: Deze reactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan, in die zin dat paragraaf 8.4 van de plantoelichting dienovereenkomstig is aangepast.
Antwoord: Aan de planregels is een nieuw artikel Leiding - Riool (artikel 12) toegevoegd. Met de bepalingen in deze dubbelbestemming wordt de bescherming en instandhouding van de aanwezige rioolpersleiding verzekerd. De dubbelbestemming met een zone van vijf meter aan weerszijden van de persleiding is op de verbeelding opgenomen. In paragraaf 8.4 van de plantoelichting is een passage toegevoegd over de rioolpersleiding en de bijbehorende beperkingen. Conclusie: Deze reactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan, in die zin dat de verbeelding, de planregels (artikel 12 nieuw) en de plantoelichting (paragraaf 8.4 en 11.4) zijn aangepast.
Antwoord: De bedoelde tekst in paragraaf 8.4 van de plantoelichting over het afkoppelen van schoon hemelwater en het verminderen van overstorten is verwijderd.
Conclusie: Deze reactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan, in die zin dat paragraaf 8.4 van de plantoelichting dienovereenkomstig is aangepast.
Antwoord: De regeling ten aanzien van ondergrondse parkeergarages is in het ontwerpbestemmingsplan aangepast. Het bouwen van nieuwe ondergrondse kelders wordt toegestaan via een afwijkingsbevoegdheid, waaraan voorwaarden zijn gekoppeld. Aan de planregels (artikel 22) is toegevoegd dat, naast de voorwaarde dat er vanuit waterbeheer geen bezwaren mogen zijn, de dienst belast met grondwaterzorg geen bezwaren mag hebben. Conclusie: Deze reactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan, in die zin dat de artikel 22 van de planregels en paragraaf 8.5 van de plantoelichting dienovereenkomstig zijn aangepast.
Antwoord: De tekst in paragraaf 8.5 van de plantoelichting is aangepast. Conclusie: Deze reactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan, in die zin dat paragraaf 8.5 van de plantoelichting dienovereenkomstig is aangepast.
Antwoord: De tekst over drainage is per abuis opgenomen en wordt verwijderd uit plantoelichting. Conclusie: Deze reactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan, in die zin dat paragraaf 8.5 van de plantoelichting dienovereenkomstig is aangepast.
Antwoord: De tekst in paragraaf 8.4 van de plantoelichting is aangepast. Conclusie: Deze reactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan, in die zin dat paragraaf 8.4 van de plantoelichting dienovereenkomstig is aangepast.
Antwoord: De tekst in paragraaf 8.2 van de plantoelichting is aangepast. Conclusie: Deze reactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan, in die zin dat paragraaf 8.2 van de plantoelichting dienovereenkomstig is aangepast.
Antwoord: Het is niet noodzakelijk dat voor de genoemde begrippen volledig wordt aangesloten op de vigerende VOB. Het begrip vaartuig wordt geschrapt, zodat er geen discrepantie is met het begrip woonboot. Het begrip object te water wordt gehandhaafd. Ten aanzien van het begrip vlot wordt aangesloten op het normale taalgebruik, waardoor het opnemen van een aparte definitie niet nodig is. Conclusie: Deze reactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan, in die zin dat artikel 1.87 (oud) van de planregels dienovereenkomstig is geschrapt.
Antwoord: De definities voor de begrippen opstapplaats en passagiersvaartuig worden gehandhaafd, omdat deze in de verbodsbepalingen in de algemene gebruiksregels (artikel 20) worden genoemd. Het begrip beroepsvaart komt uitsluitend voor in de plantoelichting en hoeft daarom niet als begrip te worden gedefinieerd. In artikel 1 van de planregels worden immers uitsluitend begrippen gedefinieerd, die in de planregels worden gehanteerd. Het begrip laad- en losplaats is een algemeen gebruikte term en behoeft derhalve geen nadere definitie. Conclusie: Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan. 16.
Brandweer Amsterdam-Amstelland
Antwoord: In paragraaf 7.4 van de plantoelichting is het aspect externe veiligheid uitgewerkt. Daarbij is aandacht besteed aan aanwezige risicobronnen, mogelijkheden voor hulpverlening, vluchtroutes en zelfredzaamheid, kwetsbare bestemmingen, bereikbaarheid voor hulpdiensten en bluswatervoorzieningen. Conclusie: Deze reactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan, in die zin dat paragraaf 7.4 van de plantoelichting dienovereenkomstig is aangevuld.
Antwoord: Het advies van de adressant, waarin de rampscenario s zijn beschreven, is verwerkt in de plantoelichting van het bestemmingsplan. Tevens is het advies als bijlage bij de toelichting van het bestemmingsplan gevoegd. Conclusie: Deze reactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan, in die zin dat paragraaf 7.4 van de plantoelichting dienovereenkomstig is aangevuld.
Antwoord: De maatregelen die genomen kunnen worden om de gevaren te beperken bij het bestrijden van de gevolgen van een ongeval zijn opgenomen in paragraaf 7.4 van de toelichting. Ten aanzien van het LPG tankstation zijn de mogelijkheden van het treffen van maatregelen in beeld gebracht. Ten aanzien van effectbeperking en zelfredzaamheid geldt dat de voorgestelde maatregelen niet via het bestemmingsplan opgelegd kunnen worden. Desondanks zullen de verenigingen, instellingen en bedrijven worden geïnformeerd over de mogelijke gevaren en mogelijke maatregelen ter beperking van deze gevaren. Conclusie: Deze reactie geeft aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan, in die zin dat paragraaf 7.4 van de plantoelichting dienovereenkomstig is aangevuld. 17.
Liander
Antwoord: Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. Conclusie: Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan.
18.
N.V. Nederlandse Gasunie
Antwoord: Deze reactie wordt voor kennisgeving aangenomen. Conclusie: Deze reactie geeft geen aanleiding tot het aanpassen van het bestemmingsplan. 19.
KPN Telecom Netwerk Operations
20.
TenneT T.S.O.
14.3
Bestemmingsplanprocedure
Inspraak
Vooroverleg ex artikel 3.1.1
Ontwerpbestemmingsplan
Vaststelling
Reactieve aanwijzing
Inwerkingtreding en onherroepelijk bestemmingsplan
Bijlagen