1 PRACTICUM SOLLICITEREN semester /2014 Planning en organisatie Expertteam: de SLC- coördinator, de SLC s van pabo-3 in samenwerking met de vakgroep N...
Tips voor de sollicitant. Voorbeeld indeling curriculum vitae. Wordpress. Handleiding portfolio. Vacatures.
2
1. INLEIDING Solliciteren is een spannende aangelegenheid. Dit practicum wil je daar zo goed mogelijk op voorbereiden. Omdat een goede sollicitatie begint bij een flinke dosis zelfkennis wordt daar in dit practicum ook aandacht aangegeven, zowel op het gebied van meer algemene karaktereigenschappen als op het terrein van jouw professionele bekwaamheden. Het schrijven van een sollicitatiebrief vormt samen met het sollicitatiegesprek een heel belangrijk onderdeel van de sollicitatieprocedure. Daaraan wordt dus ruim aandacht besteed. Je gaat tijdens de lessen aan de slag met het schrijven van een brief en een curriculum vitae. Je brief wordt nagekeken en van commentaar voorzien door een neerlandicus. Bewaar de brief goed; het is een verplicht onderdeel van jouw lio-portfolio.
3
2. OVERZICHT VAN HET PRACTICUM
2.1 PLANNING Lesweken 1 2
Bijeenkomst 1
3
Bijeenkomst 2
4
Bijeenkomst 3 Bijeenkomst 4
Vakgroep Nederlands SLC
Sollicitatiebrief Sollicitatieprocedure
6
Bijeenkomst 5
Vakgroep Nederlands
Sollicitatiebrief
7
Bijeenkomst 6
SLC
Sollicitatieprocedure
Bijeenkomst 7
SLC
Veldcommissie
Vakgroep Nederlands SLC
Sollicitatiebrief Sollicitatieprocedure
5
8 -9- 10
11 12
4
2.2 OVERZICHT VAN DE INHOUDEN We geven nu eerst de globale inhoud van de zeven bijeenkomsten aan die de kern van het practicum vormen.
• • • • •
A. Bijeenkomst 1: Vakgroep Nederlands schrijven van een brief lay-out criteria stijl van schrijven opdracht 1
B. Bijeenkomst 2: SLC (/Riaan Lous) • maken van een zelfanalyse • informatie over sollicitatieprocedure C. Bijeenkomst 3: Vakgroep Nederlands • curriculum vitae • opdracht 2 D. Bijeenkomst 4: SLC (/Riaan Lous) • Ophalen kennis over de sollicitatieprocedure • werken met advertenties • Voorbereiden rollenspel vanuit alle rollen.
E. Bijeenkomst 5: Vakgroep Nederlands • optimaliseren van de sollicitatiebrief en het cv
F. Bijeenkomst 6 : SLC • sollicitatiegesprek • rollenspel: voorbereiden, uitvoeren en evalueren • voorbereiding op de sollicitatiegesprekken met veldcommissies
G. Bijeenkomst 7: Veldcommissie/SLC • sollicitatiegesprekken met veldcommissies
De veldcommissies bestaan uit leraren en/of directeuren uit het basisonderwijs, aangevuld met leden uit ouderraden en medezeggenschapsraden. Ze hebben ervaring met de sollicitatieprocedure zoals die in de praktijk plaatsvinden. De commissies krijgen een exemplaar van jouw sollicitatiebrief en beoordelen die ook. Een aantal studenten zal door de commissies worden uitgenodigd voor een gesprek in het bijzijn van de rest van de groep.
het schrijven van een brief. Waarom is dat lastig? criteria stijl van schrijven opdracht 1
Doel: Je weet een brief in te delen volgens het Amerikaanse briefmodel. Je weet welke eisen er inhoudelijk en formeel worden gesteld aan een sollicitatiebrief.
Opdracht 1 Schrijf een sollicitatiebrief n.a.v. een van de vacatures in de bijlage van deze reader. Het eerste exemplaar wordt beoordeeld door een neerlandicus. Tijdens de les worden er afspraken gemaakt met betrekking tot de inlevering. Aan de hand van de feedback kun je de brief en het cv (opdracht2) aanpassen en opnieuw inleveren. Na de tweede inlevering gaan de brieven naar de veldcommissies en deze worden door de commissies beoordeeld. De brieven worden voorzien van commentaar en de bespreking is tijdens de bijeenkomst met de veldcommissies.
Inleiding Bedenk goed wat het doel is van een sollicitatiebrief: uitgenodigd worden voor een gesprek. Door een brief word je nooit aangenomen; dat kan alleen door een goed gesprek. Het is dus niet meer en minder dan een poortopener. Jij moet de selectiecommissie argumenten verschaffen om juist jou uit te nodigen voor een gesprek. Dat betekent ook dat jouw brief er op de een of andere manier moet uitspringen, moet opvallen (bij voldoende sollicitanten). Andersom geldt dat ook naar het negatieve: jouw brief vertoont mankementen: jij wordt niet uitgenodigd voor een gesprek. Iedereen weet dus hoe belangrijk het is om een goede sollicitatiebrief te kunnen schrijven. Maar hoe doe je dat? Welke opbouw moet de brief hebben? En wat kun je nu eigenlijk wel en niet kwijt in de brief? De ontvanger van de brief wil een beeld krijgen van jou, en dat moet zo goed mogelijk overkomen. Maar hoe zorg je ervoor dat dit beeld in jouw brief naar voren komt? Daarover gaat de eerste les.
Waarom vinden veel mensen brieven schrijven zo lastig? • Schriftelijk communiceren doe je incidenteel; je hebt er veel minder ervaring mee en dus kost het je meestal meer moeite. • In een gesprek kun je wat je zegt constant toelichten, aanvullen of verbeteren, zeker als je merkt dat de gesprekspartner je niet begrijpt. In een brief kan dat helaas niet: het geschrevene moet eenduidig zijn en voor zichzelf spreken. • Geschreven taal heeft een andere status: lezers beoordelen een schriftelijke taaluiting op een andere manier. Ze letten niet alleen op de inhoud maar ook op de vorm: taal- en spelfouten worden negatief beoordeeld. Zeker als een brief spelfouten bevat, wordt dat ervaren als iets dat eigenlijk niet kan: een leerkracht moet de kinderen leren zich schriftelijk 'correct' uit te drukken en ze leren spellen. • Wie schrijft, kiest zijn woorden meestal met meer zorg en probeert zo goed mogelijk te formuleren. Geschreven taal kenmerkt zich door een zorgvuldiger taalhantering waardoor die zich onderscheidt van de veel 'slordiger' spreektaal. Veel brievenschrijvers 6
hebben moeite met het hanteren van een 'natuurlijk taalregister'. Nogal wat mensen gaan woorden en uitdrukkingen gebruiken die wat officieel, bijna plechtstatig aandoen. Het wordt een soort 'stadhuistaal'. Als je dat formele, wat officiële taalregister niet goed beheerst, ga je uitdrukkingen en formuleringen verhaspelen. Dat moet je vermijden. Gebruik eenvoudige woorden. Denk niet dat je een heel andere taal moet gaan gebruiken omdat je een brief schrijft. Lees daarom je brief kritisch en hardop terug.Laat ook anderen jouw brief lezen en voorzien van commentaar. • Anderzijds heeft geschreven taal het voordeel dat je een nauwkeurige afweging kunt maken en de inhoud kunt heroverwegen. Criteria Lay-out Voor de indeling van een brief zijn er verschillende modellen in omloop. Vroeger gebruikte men vooral de Hollandse indeling. Daarbij worden de alinea's onderscheiden door in te springen. Bovendien staan datum en ondertekening aan de rechterkant. We ervaren dit in toenemende mate als ouderwets, al zie je het best nog vaak.Deze indeling wordt steeds meer vervangen door de Amerikaanse indeling. De alinea's worden daarin onderscheiden door middel van een witregel. Alle onderdelen leunen tegen de linkermarge. In de praktijk van scholen, bedrijven en organisaties wordt bij voorkeur gekozen voor de Amerikaanse indeling omdat alle brieven tegenwoordig getypt worden en dan is de Amerikaanse indeling wel zo praktisch. Dit betekent dat je het briefhoofd, de plaatsnaam en datum, de adressering en andere gegevens aan de linkerkantlijn plaatst. Nergens inspringen. Ook niet verderop in de brief. De brief moet op één pagina passen. Spelfouten Brieven mogen geen enkele spelfout bevatten. Gebruik dus de spellingcontrole. Loop na het schrijven ook de spelling van de werkwoordsvormen na. Controleer ook of de zinnen grammaticaal kloppen. Tip: ontleed elke zin. Kijk of het onderwerp overeenkomt met de persoonsvorm. Staat het onderwerp in het enkelvoud dan moet de persoonsvorm ook in het enkelvoud staan. Staat het onderwerp in het meervoud, dan moet de persoonsvorm ook in het meervoud staan. Meer weten? Bronnen: - Weerdt, H. de.(2008) De taaltoets-pabo haal je zo. Bussum: Uitgeverij Coutinho. - Westen, W. van der. (2005). Welgespeld, werkwoordspelling voor hoger onderwijs. Bussum: Uitgeverij Coutinho. Handige sites: - www.onzetaal.nl. - www.taalunieversum.nl - www.werkwoordvervoegen.nl. - www.beterspellen.nl Lettertype en puntgrootte Geen fantasielettertypen gebruiken, maar: Comic Sans MS, Times New Roman of Arial, puntgrootte:11. Vermijd overigens altijd overdadig gebruik van vet, cursief en onderstrepingen. Vermijd zeker het gebruik van uitroeptekens en hoofdletters dat wordt namelijk geïnterpreteerd als schreeuwen.
7
Afzender Noteer eerst de naam van de afzender, dan de straat of het postbusnummer en vervolgens de postcode en de woonplaats. Voorbeeld: J. van Buuren Havikstraat 6 3514 TH Utrecht Plaatsnaam en datum Na het briefhoofd een of twee regels wit (bij een kort briefje mag je wat ruimte winnen voor een evenwichtiger lay-out), dan de plaatsnaam en de datum. Gebruik geen afkortingen en plaats een komma tussen plaatsnaam en datum. Let er op dat je de naam van de maand met een kleine letter schrijft. Voorbeeld: Utrecht, 15 mei 2013 Geadresseerde Vermeld de gegevens van de geadresseerde niet alleen op de envelop, maar ook op de brief. Wanneer de geadresseerde een bedrijf of een bestuur is, dien je de afdeling of persoon tot wie je je richt, te vermelden voor zover deze bekend is. Het telefoonnummer en bankgegevens van de geadresseerde niet vermelden. Alleen die zaken bij de geadresseerde noteren, die de postbode nodig heeft. Maak nooit spel- en schrijffouten, zeker niet in de adresgegevens van de ontvanger. Een fout geschreven naam of een verkeerde titel, bijvoorbeeld ‘ds.’ in plaats van ‘drs.’, is een ernstige blunder. En wat dacht je van een flater als: ‘Geachte mevrouw Dijkhuis,’ als het een meneer betreft? Betreft In zakelijke correspondentie is het gebruikelijk om het onderwerp van de brief te vermelden. Je geeft dit kort en krachtig weer achter de woorden 'Betreft:' of 'Onderwerp:'. Plaats geen punt achter deze kernachtige omschrijving. Voorbeeld: Betreft: sollicitatie naar de lio-stageplaats onderbouw Witregels Je moet zelf kiezen of je er slechts een of twee gebruikt. De wenselijkheid daarvan hangt af van de lay-out van de brief. Het aantal witregels dat je gebruikt moet wel steeds hetzelfde zijn. Tussen alinea’s zet je echter nooit meer dan een witregel. Aanhef Wanneer je je richt tot een persoon of een groep van personen, dan gebruik je de volgende aanspreekvormen: ‘Geachte heer,’ ‘Geachte mevrouw,’ ‘Geachte heer of mevrouw, ‘. Liever niet werken met de bekende schuine streep (heer/mevrouw). Alleen het woord ‘Geachte’ met een hoofdletter. Let op de komma achter de aanhef. Ken je de achternaam van de aangeschrevene, dan voeg je in de aanhef die naam toe, dan wordt je brief persoonlijker. Je laat dan titels en voorletters weg. Dus: ‘Geachte heer Dijkhuis,’. Kern De kern van de brief bevat drie duidelijk van elkaar te onderscheiden delen en minstens
8
drie alinea’s. Gebruik een regel wit tussen de alinea’s. Start de zinnen steeds aan de linkerkantlijn zonder in te springen. De drie delen waaruit de brief minimaal bestaat zijn: 1. In de eerste alinea maak je direct duidelijk waarover de brief gaat. Je vermeldt dus het onderwerp en eventueel de aanleiding van het schrijven. Als je m.b.t. het onderwerp van jouw brief reeds telefonisch of op een andere wijze contact hebt gehad met de ontvanger van de brief, dan vermeld je dat eveneens in deze eerste alinea. 2. In de tweede alinea werk je een en ander uit. Bij een meer gecompliceerd onderwerp kan de uitwerking twee of meer alinea’s bevatten. 3. In de slotalinea rond je af met een goede slotformulering. Ondertekening Je kunt je brief afronden met 'Hoogachtend,' of 'Met vriendelijke groet,'. Schrijf de ondertekening met een hoofdletter en let op de komma erachter. Bijlage Wanneer de brief een bijlage bevat, bijvoorbeeld een kopie van een diploma, dan moet er in de brief zelf naar die bijlage worden verwezen. Daarnaast plaats je aan de voet van de brief de opmerking: ‘Bijlage: …. ‘ en je specificeert de inhoud van de bijlage. Een voorbeeld hiervan is: Bijlage: curriculum vitae Opbouw van de brief Elke sollicitatiebrief heeft een vaste opbouw; variatie breng je aan door jouw taalgebruik en de inhoud. De lezer moet over jou voldoende informatie krijgen om: • een goed beeld te krijgen van jouw hoedanigheden en kwaliteiten; • zodanig worden geprikkeld dat hij direct denkt dat hij je graag wil zien werken op zijn school.
1. De afzender. Hier vermeld je jouw naam, achternaam, adres en woonplaats. 2. Plaats en datum. 3. De geadresseerde. Hier vermeld je de naam van de organisatie of de geadresseerde, adres en woonplaats. 4. Betreftregel. Voorbeeld: Betreft: sollicitatie lio-stagiaire onderbouw september 2013 – februari 2014 5. Aanhef. 6. Inleidende alinea - Wat is de aanleiding voor de brief? Wat is het doel van de brief? Hoe ben je te weten gekomen dat er een vacature is? Krant(welke en datum), prikbord, pabo, roddelcircuit. Vergeet hier niet te vermelden naar welke school en naar welke baan en bouw je solliciteert. Voorbeelden van inleidende zinnen: a. Uw advertentie in het Onderwijsblad van juli, waarin u een lio-stagiaire voor de middenbouw vraagt, trok mijn aandacht. Graag kom ik voor deze functie in aanmerking. b. Met enthousiasme solliciteer ik naar de functie van leerkracht onderbouw binnen uw bestuur. Ik las uw advertentie in het dagblad Trouw van 1 juli.
9
c. Van een leerkracht van Op de Welle hoorde ik dat er binnenkort een vacature ontstaat voor de functie van leerkracht bovenbouw. Ik wil graag naar deze functie solliciteren. d. Op de site van uw bestuur trof ik uw advertentie aan, waarin u een lio-stagiaire vraagt voor de onderbouw. Voor deze functie heb ik veel belangstelling. e. Naar aanleiding van de eerder gelopen stage in pabo-2, op de Holtkampschool in 2011-2012, wil ik graag solliciteren naar de functie van lio-stagiaire in groep 8. Momenteel ben ik derdejaars student aan de University of Applied Science, te Vlissingen en ben op zoek naar een lio-stageplaats voor het jaar 2013 - 2014. 7. Kern - Waarom wordt er naar deze functie gesolliciteerd? Waarom wordt er juist bij deze school/organisatie gesolliciteerd? Wat is voor jou de reden om juist naar deze baan te solliciteren? Wat trekt jou in die functie zo aan? Waarom ben je zo geïnteresseerd geraakt? Houd dat wel positief. Geen fijne reden: “Ik heb een ontzettende ruzie met mijn huidige directeur.” Ook hoort hier te staan waarom je speciaal bij deze denominatie solliciteert of bij dit schooltype. Verdiep je ook in de achtergronden van de school en de onderwijsvisie. - Wat maakt jou tot de geschikte kandidaat? In hoeverre beantwoord jij aan de functie-eisen? Hier verkoop je jezelf. Zij vragen iets en jij hebt iets te bieden. Hoe dichter dat bij elkaar ligt, des te groter jouw kans. Ook als je tijdens stage of een buitenschoolse activiteit iets hebt gedaan dat past bij de functie-eisen dan neem je dat op in de brief. Tevens kun je altijd aangeven dat je je best in een bepaalde richting wilt ontwikkelen. 8. Afsluitende alinea Hoe stel je het vervolg voor? Je wilt graag met ze komen praten. Daar schrijf je de hele brief eigenlijk voor. Dus vermeld je dat ook expliciet. En dan niet zo’n zinnetje als: “Als u nog meer van mij wilt weten, dan ben ik bereid tot een nader gesprek: of zoiets. Nee, je hoopt dat deze brief voor hen aanleiding is met jou een gesprek aan te gaan. Vermijd in de slotzin clichés zoals: ‘Hopend op een gunstig antwoord, verblijven wij….’ Of ‘Vertrouwend spoedig een antwoord te mogen vernemen…’, of ‘Hopende u voldoende te hebben geïnformeerd, teken ik…’ Formuleringen in moderner taalgebruik: ‘Ik hoop dat u wilt ingaan op mijn verzoek.’; of: ‘Ik vertrouw erop spoedig een antwoord van u te krijgen.’ Vermijd zinnen die beginnen met ‘ik’ en vermijd ook het werkwoord ‘hopen’ in deze zin. Beëindig deze laatste zin van de brief met een punt. Voorbeelden van slotzinnen: a. Mocht u in mij een geschikte kandidaat voor de functie zien, dan ben ik bereid deze brief met bijlage nader toe te lichten in een persoonlijk gesprek. b. Uiteraard ben ik bereid om mijn sollicitatie in een gesprek toe te lichten. c. Graag zou ik voor nadere kennismaking worden uitgenodigd om mijn brief nader toe te lichten. d. Graag zou ik mijn brief en curriculum vitae nader willen toelichten in een persoonlijk gesprek.
10
Voorbeeld van de indeling
J. van Buuren Havikstraat 6 3514 TH Utrecht Utrecht, 1 juli 2013 HZ University of Applied Sciences Academie voor Educatie en Pedagogiek t.a.v. mevrouw H. Maanen Edisonweg 4 4382 NW Vlissingen Betreft: sollicitatie naar de functie van docent Nederlands/Taalbeheersing Geachte mevrouw Maanen, (regel wit) Alinea 1: inleiding (regel wit)
Alinea 2: kern (regel wit)
Alinea 3: slot en handtekening.
Graag zou ik voor nadere kennismaking worden uitgenodigd om mijn brief nader toe te lichten. Met vriendelijke groeten, …(Handtekening)
J. van Buuren
Bijlagen
11
Overige tips Schrijf je brieven in zorgvuldig en helder Nederlands. • De brief en de alinea’s behoor je niet te beginnen met een getal in cijfernotatie, en ook niet met ‘Ik’ of ‘Wij’. Het woord ‘u’ schrijf je niet met een hoofdletter • Gebruik geen moeilijke, deftige of te plechtstatige woorden. • Schrijf volledige, niet te lange, en bij voorkeur bedrijvende zinnen. • Vermijd afkortingen. • Kies consequent de ik- of wij-vorm en richt je tot de geadresseerde in de u-vorm. • Vermijd clichés, stereotiepe uitdrukkingen. Voorbeelden daarvan: ‘Ik richt mij tot u met het verzoek….’, ‘Hierbij delen wij u mede…’, ‘In antwoord op uw brief van…jongstleden..’, • De brief en het cv verzenden via de mail? Zorg voor een zakelijk mailadres. • Cijfers van 1 t/m 20 schrijf je altijd voluit, behalve als het een naam betreft; dus: er zitten vijf leerlingen in groep 5. • Namen beginnen altijd met een hoofdletter. Dus je school heet De Tweemaster. Ook de ‘D’ is een hoofdletter, omdat die de eerste letter is van de naam. • De spelling van veelgebruikte woorden: lio-stagiaire, lio-stage, pabo-student, pabodiploma, mavo, mbo, roc, havo, vwo, hbo-er. Gaat het om een specifieke pabo? Dan gebruiken we wel een hoofdletter: HZ-Pabo. • Veelgemaakt zijn fouten met samenstellingen. Dat komt doordat die in het Engels als twee aparte woorden geschreven worden. Neem een woord als word artist; dat blijven in het Engels twee apart geschreven woorden, terwijl wij woordkunstenaar schrijven en niet met twee losse woorden woord kunstenaar. • Vergeet nooit dat ook de envelop deel uitmaakt van je brief. Formele fouten daarin of slordigheden werken ook in jouw nadeel. Logisch dat je voldoende postzegels plakt. Welke maat envelop kies je? • Maak altijd een kopie van jouw brief en neem die ook mee naar het gesprek; het is handig even naar de brief te kijken als er directe vragen over gesteld worden. •
12
B. BIJEENKOMST 2: DE ZELFANALYSE(SLC) Voor je gaat solliciteren: zelfanalyse Solliciteren is jezelf presenteren. Voor je begint met solliciteren is het dus goed een zelfanalyse te doen: • Wie ben ik? (eigenschappen) • Wat kan ik? (vaardigheden) • Wat wil ik? (wensen) Je leert jezelf door middel van zelfanalyse beter kennen en kunt daardoor beter bepalen wat je precies wilt met jouw werk en jouw eigen ontwikkeling. Het resultaat is dat je jezelf kent: • je kunt gericht solliciteren naar de baan die bij je past • je weet jouw sterke eigenschappen te verwoorden • je kunt omschrijven aan welke vaardigheden je nog wilt werken • je kunt jouw vragen en wensen naar voren brengen in een gesprek a) Wie ben ik? Wat zijn jouw eigenschappen? • Ben je geduldig? • Ben je stressbestendig? • Ben je zelfstandig? • Ga je conflicten en ruzies uit de weg? • Leg je makkelijk contacten? • Ben je muzikaal, creatief of sportief? Om een duidelijk beeld van je eigenschappen te krijgen maken we gebruik van de website ’De wereld van ikki’. Er wordt nagegaan wat jouw drijfveren en ambities zijn. Op grond hiervan kun je een beeld krijgen wat jouw wensen zijn.
Daarnaast is het belangrijk om je fysieke kenmerken te inventariseren zoals: Heb je een goed uithoudingsvermogen? Heb je lichamelijke zwaktes? (rug, ogen, gehoor,…) Wanneer je jouw eigenschappen en fysieke kenmerken op een rijtje hebt dan kun je goed een keuze maken voor een bepaalde school, functie of groep. Bovendien kun je in een sollicitatiebrief duidelijk maken waarom jij geschikt bent voor deze functie. b) Wat kan ik? Over wat voor vaardigheden beschik ik? Dit kunnen vaardigheden zijn die je tijdens studie, stage of vrije tijd hebt opgedaan. Ga eens na wat je tot nu toe hebt gedaan tijdens studie, stage of werk (ook: vakantiewerk, bijbanen en vrijwilligerswerk). c) Wat wil ik? Het is goed om voor jezelf op een rijtje te zetten wat jij wilt in een baan, werkomgeving, loopbaan. Je kunt hierbij denken aan: • een kleine school / een grote school • grote stadsschool/ dorpsschooltje • PC school / R.K. school/ openbare school • Ontwikkelingsgericht/programmagericht • basisonderwijs /speciaal onderwijs/ voortgezet onderwijs 13
• • • • • • • • • • •
onderbouw/middenbouw/bovenbouw samenstelling van het team (mannen/vrouwen, jong/oud) klassikaal onderwijs/ zelfstandig werken dag- en weekplanning/ klassenmanagement wel of geen naschoolse activiteiten begeleiding tijdens het eerste jaar gesprekken/contact met ouders computeronderwijs werktijden ambities (adjunct-directeur) welke dingen wil ik over vijf jaar gedaan hebben?
De sollicitatieprocedure is in te delen in de volgende fasen: 1. Een baan zoeken Arbeidsbureau Advertenties Solliciteren op eigen initiatief Onderwijsbonden 2. De personeelsadvertentie Analyseren van de advertentie Telefonisch informatie vragen 3 . Het sollicitatiegesprek De oproep De voorbereiding op het sollicitatiegesprek Het sollicitatiegesprek De tweede ronde De proefles De aanstelling De afwijzing Het terugtrekken uit de procedure Voor je gaat solliciteren: zelfanalyse. Al in een eerder timeslot aan de orde geweest. Een baan zoeken Je weet wat je wilt en wat je in huis hebt. Nu je een plan hebt opgesteld, kun je aan de slag met het zoeken van een baan. Er zijn voor jou verschillende manieren om een baan te vinden. De meest voorkomende worden nu toegelicht. Het arbeidsbureau/CWI Arbeidsbureaus zijn instellingen die vallen onder het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. De arbeidsbureaus staan ten dienste van een ieder die werk zoekt of van baan wil veranderen. Het arbeidsbureau bemiddelt bij vraag en aanbod van werk. Het bureau heeft dus ook contacten met scholen/ gemeentes en besturen. Het arbeidsbureau geeft ook voorlichting als je nog niet precies weet wat voor werk je wilt gaan doen. Je
14
krijgt dan inlichtingen over de inhoud van de verschillende beroepen en de eisen die er aan worden gesteld. Ook kan je daar een beroepskeuzetest doen.
Advertenties Een andere manier om werk te vinden, is het zoeken naar advertenties. Deze advertenties staan in landelijke en regionale dagbladen, vakbladen (Schooljournaal) en op internet. Met name in de zaterdagkranten zijn veel personeelsadvertenties opgenomen. De bibliotheek heeft de meeste dagbladen in huis; daar kun je dus regelmatig gaan zoeken naar een geschikte advertentie. Op internet vind je een site van het vervangingsfonds/participatiefonds (www.onderwijsvacaturebank.nl) Op deze site kunnen scholen gratis een advertentie plaatsen. Je kunt in deze vacaturebank zoeken door een zoekprofiel in te voeren. In dit profiel geef je o.a. functie en regio aan waarin je wilt werken. Deze site is het meest compleet. Nog enkele andere websites zijn: www.vacaturewijzer-bao.nl www.de-vocare.nl www.docentenbank.nl www.fairflex.nl www.meesterbaan.nl www.jufels.nl Daarnaast hebben scholen eigen websites waarop vacatures worden vermeld. Solliciteren via Linkedin Ook het professionele netwerk Linkedin biedt veel mogelijkheden voor het vinden van vacatures en het online solliciteren. Zie voor een handleiding voor het gebruik van Linkedin: http://www.edmodo.com/public/sollicitatiepracticum/group_id/1637128 Wil je je oriënteren op het gebruik van Linkedin bij een sollicitatie, neem dan contact op met Riaan Lous ([email protected]) of Paulien Honkoop ([email protected]). Wanneer meer dan vijf studenten interesse hebben, zal er een korte workshop verzorgd worden. Solliciteren op eigen initiatief Behalve reageren op advertenties kun je ook op eigen initiatief scholen/schoolbesturen benaderen. Goed is het om vooraf telefonisch te informeren of ze interesse hebben in jouw sollicitatie en wat er met jouw brief gebeurt. Stelt de school open sollicitaties op prijs, dan is het gebruikelijk dat de school je brief bewaart en deze erbij pakt als er een vacature ontstaat. Het is daarom erg belangrijk dat je zo concreet mogelijk vertelt naar welke functie en/of groep jouw belangstelling uitgaat. Richt een open sollicitatie aan: Het bestuur/ gemeentebestuur van de school. De directeur van de school waar je graag wilt werken. De Onderwijsbonden Onderwijsbonden kunnen je ook helpen wanneer je op zoek bent naar een baan via: • een ledenblad waarin ook personeelsadvertenties staan zoals Schooljournaal (het onderwijsblad van het CNV). • Een vervangerslijst op internet (bijvoorbeeld www.ocnv.nl) waarop je aan kunt geven wanneer jij beschikbaar bent, hoeveel dagen per week, jouw voorkeur voor groepen, 15
jouw bevoegdheden en de regio waarin je wilt werken. Er is zowel een lijst voor het primair onderwijs als het voortgezet onderwijs. De personeelsadvertentie In deze reader (bijlage 4) zijn allerlei advertenties opgenomen. Soms zijn het advertenties die je direct aanspreken en andere die je niets lijken. Toch bevat niet elke advertentie de baan die jij zoekt. Het is dus belangrijk dat je de advertentie goed doorleest en inventariseert wat er gevraagd en geboden wordt.
16
C. BIJEENKOMST 3: HET CURRICULUM VITAE(Vakgroep Nederlands) • curriculum vitae • opdracht 2 Opdracht 2 Stel jouw curriculum vitae(inclusief referenties) samen. De brief en het cv meenemen naar de volgende les. Jouw curriculum vitae(cv) nader bezien Het curriculum vitae voeg je als bijlage bij de brief. De informatie in een curriculum vitae is globaal in te delen in vijf categorieën: 1. Persoonlijke gegevens: naam, voornamen, roepnaam(als deze afwijkt van de eerste voornaam), geboortedatum en – plaats, adres, telefoonnummer, mailadres, geslacht, nationaliteit, burgerlijke staat, rijbewijs(indien noodzakelijk), religie; 2. Opleiding: opleidingen vanaf de basisschool, eindexamenvakken, diploma’s, cursussen, pabo, minor; 3. Vaardigheden: computerkennis, EHBO-diploma, … ; 4. Werkervaring: stages(ook de school en de groep vermelden), vakantiewerk; 5. Extra-curriculaire activiteiten: lidmaatschappen, bestuurservaring, hobby’s; 6. Wat waren jouw activiteiten als student op de hogeschool, bestuurs-, regel- of ondersteuningsfuncties? Bijvoorbeeld: lid van de Hogeschoolraad, voorzitter van studentenvereniging, meegedaan aan Goes 600. Sport, politiek. Hobby’s vermelden lijkt gek, maar ook daardoor maak je het beeld van jezelf completer en vaak kan het ook in jouw voordeel werken bij de selectie en het gesprek. 7. Referenties. Je noemt twee of drie mensen die iets over jou en over jouw functioneren kunnen vertellen. Je bent dit niet verplicht, maar veel commissies vinden het handig die erbij te krijgen. Wel eerst vragen of iemand referent voor jou wil zijn. Wees er ook zeker van dat die personen een positief beeld van jou kunnen geven. Het is niet raar om te vragen wat ze over je gaan vertellen, maar het voelt wel raar om dat te vragen. Vraag in ieder geval iemand van de pabo, van jouw stageschool en eventueel iemand van de nevenactiviteiten- of uit de hobbysfeer. Als je referenten vermeldt in jouw brief, dan altijd het zakelijke en het (mits toegestaan) privé - telefoonnummer vermelden. We spreken af dat je voor de opdracht van dit practicum in ieder geval met referenten aankomt. Je hoeft ze in dit geval uiteraard niets te vragen, want er gebeurt niets met deze brief. 8. In bijlage 2, vind je een voorbeeld m.b.t. de indeling van het curriculum vitae.
Nog een paar opmerkingen Als je weet dat het doel van je brief is dat jij wordt uitgenodigd voor een gesprek, dan zal het duidelijk zijn dat je brief op de een of andere manier de aandacht moet trekken van de lezer. Een van de manieren is door een paar fouten te maken, maar dit wil je niet. Een betere manier is op de een of andere manier blijk geven van originaliteit. Dat kan zitten in de vorm, maar ook in de inhoud van de brief. Veel schrijvers hebben de neiging alles heel netjes te willen doen door zich zo goed mogelijk aan de richtlijnen te houden. Dan krijg je 17
allemaal keurige brieven die allemaal erg op elkaar lijken en de commissie kan daar weinig mee. Het is ook daarom dat er geen voorbeeldbrief is opgenomen: veel te vaak zie je dan kloontjes terug van dat voorbeeld. Probeer daarom origineel en fris te zijn in wat je zegt en hoe je het zegt en bedenk variaties op van die alledaagse standaardzinnen die best wel goed zijn, maar door iedereen gebruikt worden. Sollicitatiebrieven per e-mail: wat moet je weten? Vroeger werden sollicitatiebrieven altijd per gewone post verstuurd, maar tegenwoordig is het hoe langer hoe gebruikelijker om je brief per e-mail te versturen. Grofweg gelden voor sollicitatiebrieven per e-mail dezelfde regels als voor sollicitatiebrieven die met de gewone post worden verstuurd. Toch zijn er wel een paar specifieke zaken waar je op moet letten als je gebruikmaakt van e-mail. Hier volgen de belangrijkste. • Stuur jouw sollicitatiebrief en cv altijd als bijlage bij de e-mail, zodat alle opmaakkenmerken bewaard blijven. Als je de tekst van jouw sollicitatiebrief en cv in het berichtvenster van jouw e-mailprogramma plakt, is dat vaak niet het geval. • Informeer in welk bestandsformaat jouw potentiële werkgever sollicitatiebrieven en cv’s het liefst ontvangt. Waarschijnlijk is dat in .doc- of in .pdf-formaat. Stuur eventueel jouw sollicitatiebrief en cv in beide bestandsformaten op. • Verstuur sollicitatiebrieven en cv’s altijd vanaf een e-mailadres dat een professionele uitstraling heeft. Dus gebruik geen account als ‘[email protected]’ of iets dergelijks. Maak desnoods speciaal voor deze gelegenheid een nieuw e-mailadres (of een nieuwe e-mailalias) aan. • Zorg voor een duidelijke onderwerpsregel, zoals: ‘Sollicitatie naar de functie van grafisch ontwerper – vacaturenummer 84G11’. Je kunt voor de zekerheid ook het nummer van jouw (mobiele) telefoon in de onderwerpsregel opnemen, zodat de ontvanger je kan bereiken als hij problemen heeft met het openen van jouw e-mailbericht. • Geef in de body-tekst van de e-mail kort aan welke bijlagen je meestuurt. Mochten de bijlagen om de een of andere reden verwijderd zijn, dan weet de ontvanger in ieder geval wat er ontbreekt. • Geef de bijlagen een logische naam – althans, een naam die logisch is voor de ontvanger. Je cv-bestand noem je bijvoorbeeld ‘Jan-Roelofs-cv.doc’ en niet ‘mijncv-2006.doc’. • Vraag altijd om een ontvangstbevestiging, zodat je zeker weet dat jouw e-mail met sollicitatiebrief en cv is aangekomen. • Onderteken de e-mail met jouw volledige naam, postadres, telefoonnummer(s) en e-mailadres. Direct na jouw naam kun je eventueel nog iets persoonlijks toevoegen, waarmee je je onderscheidt van anderen. Denk bijvoorbeeld aan: ‘pas afgestudeerd leerkracht basisonderwijs’ of ‘tweetalig secretaresse’. • En ten slotte: bewaar altijd een kopie van alle sollicitatiebrieven die je per e-mail verzendt. Portfolio In pabo-4 wordt van je verwacht dat je een portfolio aanmaakt. Dit gebeurt in Wordpress (www.wordpress.com). Om je hierop voor te bereiden vragen we je of je jouw brief en cv in een eigen Wordpress-portfolio wilt hangen. Je kunt in de handleiding in bijlage 2 informatie vinden over de manier waarop je een Wordpress-portfolio kunt aanmaken. Wie hier wat hulp bij kan gebruiken, kan contact opnemen met Riaan Lous ([email protected]) of met Paulien Honkoop ([email protected]). Bij meer dan vijf studenten verzorgen zij een workshop Wordpress.
18
D. BIJEENKOMST 4: DE SOLLICITATIEPROCEDURE(SLC)
Analyseren van een advertentie Om te onderzoeken of de advertentie, waar je belangstelling voor hebt, past bij jouw eigenschappen, vaardigheden en wensen kun je de volgende punten nalopen: • Wie heeft de advertentie geplaatst? o Welke bestuur/ gemeentebestuur o Vallen er meerdere scholen onder het bestuur • Om welke school gaat? o Naam en identiteit o Aantal leerlingen, groepen en teamleden • Voor welke groep, functie of specialisatie o Hoeveel dagen werk o Ingangsdatum o Kans op vaste aanstelling of tijdelijk werk o Wordt er een specialisatie gevraagd • Wat is de reden van de vacature? • Wat zijn de gevraagde eigenschappen en vaardigheden? • Waar kan je inlichtingen vragen en voor wanneer moet je reageren? • Wat is de sfeer van de advertentie; welk gevoel roept de advertentie bij je op? Telefonisch informatie vragen Het heeft altijd zin telefonisch informatie te vragen voordat je een brief gaat schrijven. Er zijn waarschijnlijk bij het analyseren van de advertentie nog vragen niet beantwoord. Ook wil je nagaan of de baan aansluit bij jouw wensen. Daarnaast kan je door te bellen een goede indruk achterlaten: "Oh ja, die .... belde toen op". Tips: • Schrijf je introductiezin op voordat je belt. Bijvoorbeeld: goedemorgen met ……… In de advertentie van ….. heb ik gelezen dat ik informatie kan vragen over de vacature voor …… Heeft u een paar minuten tijd voor mij? • Een goede eerste indruk kun je maar één keer maken. • Stel alleen voor jou belangrijke vragen. • Stel geen vragen, waarvan je het antwoord uit de advertentie kunt halen. • Noteer vooraf de vragen die je wilt stellen en laat daarbij ruimte open voor de antwoorden. • Spreek duidelijk, articuleer goed en houd het tempo iets lager dan normaal. • Spreek Algemeen (Beschaafd) Nederlands. • Geef zelf korte en kernachtige antwoorden. • Vergeet niet om tijdens het gesprek aantekeningen te maken. Doen: Voorbereiden verschillende rollen voor het rollenspel
19
E. BIJEENKOMST 5: OPTIMALISEREN VAN DE SOLLICITATIEBRIEF(Vakgroep Nederlands) Tijdens deze bijeenkomst werken we aan het bijschaven van de sollicitatiebrief en het cv. Neem dus je eventuele advertentie (of andere informatie over de functie), brief en cv mee. De brief wordt door anderen kritisch gelezen en van commentaar voorzien. Het is de laatste les voordat je jouw brief moet inleveren.
20
F. BIJEENKOMST 6: SOLLICITATIEGESPREK(SLC)
Doelen: a. Je hebt een simulatiesollicitatiegesprek (waarin de werkelijkheid zo dicht mogelijk wordt benaderd) gespeeld dan wel bijgewoond. b. Je hebt geoefend in het voorbereiden op het sollicitatiegesprek. Instructie rollenspel en rolverdeling • Voorbereiding • Uitvoering rollenspel Het spel wordt gespeeld in groepen van 5 - 7 studenten; een of twee studenten observeren een spelende groep. Daarvoor is een observatieformulier beschikbaar en worden aanwijzingen gegeven. • Nabespreking • Voorbereiding op de gesprekken met de veldcommissies Vragen die aan de orde komen... hoe is de procedure bij een sollicitatiegesprek? wie zijn er bij het gesprek aanwezig? welke soorten vragen kun je verwachten? waar moet je op letten als het gaat om uiterlijk/non-verbale presentatie? Als de tijd het toelaat wordt gekeken naar een sollicitatiegesprek op video • Afronding: conclusies en slotaanwijzingen Inleiding Eigenlijk zouden we niet moeten spreken van "het", maar van "een" sollicitatiegesprek. Er zijn namelijk net zoveel vormen als er sollicitatiecommissies, sollicitanten en functies zijn. Iedere deelnemer aan het gesprek brengt in wat hij of zij belangrijk vindt in deze situatie en voor deze functie. De sollicitatiecommissie kan meer of minder deskundig en ervaren zijn, het gesprek al dan niet goed hebben voorbereid, … Ook maakt het uit of het gaat om een eerste gespreksronde, een tweede of zelfs een derde. Toch zijn er aspecten die in veel gesprekken van de eerste gespreksronde voor zullen komen. Je kunt hier dus je voordeel mee doen en je goed op deze aspecten voorbereiden. Zo zijn er in vrijwel ieder sollicitatiegesprek een aantal "fasen" te onderscheiden.
FASEN IN HET SOLLICITATIEGESPREK Voorstellen Dit wordt door de sollicitant vaak gezien als een formeel onderdeel, waaraan nauwelijks aandacht besteed hoeft te worden. Belangrijk is echter, dat je wel de functies weet van de leden van de sollicitatiecommissie; het helpt je ook bij het inschatten "uit welke hoek" een vraag komt. Wanneer dit je niet helemaal duidelijk is geworden, kun je er aan het eind van de voorstelronde altijd nog naar vragen. Op je gemak stellen Het gesprek wordt vaak begonnen met wat nietszeggende opmerkingen of vragen zoals: "Heeft u het makkelijk kunnen vinden?", "U komt uit G. 'is dat een prettige plaats om te wonen?", die tot doel hebben je op jouw gemak te stellen. Benut deze tijd, door je ook echt te ontspannen: - ga gemakkelijk op de stoel zitten, zet de voeten stevig op de grond en haal een paar maal goed adem.
21
Vragen beantwoorden Een gedeelte van het gesprek wordt ongetwijfeld gevuld met zaken die de sollicitatiecommissie van jou wil weten om te kijken of je geschikt bent voor de betreffende functie. De commissieleden hebben hierbij meestal afgesproken wie waarop zal letten. Een aantal van die vragen kun je voorzien. Je kunt ze dus terdege voorbereiden als je de functieomschrijving en de profielschets goed leest. Welke kennis en ervaring heb jij op de door hen genoemde gebieden? Welke kennis en ervaring die wel gewenst zijn, heb je niet en wat ga je hiermee doen als er iets over gevraagd wordt? En wat zou je daarmee doen in het geval dat je de baan zou krijgen? Een aantal vragen zal een verdieping inhouden van de gegevens die de commissie al van je heeft. Zorg er dus voor dat je relevante informatie kunt geven over de kennis en ervaring waarover je hebt gezegd te beschikken in de brief en het cv. Een aantal vragen zal erop gericht zijn een beeld te krijgen van jou als persoon. Hoe is jouw privé-situatie? Wordt een mogelijke uitoefening van de betreffende functie hierdoor belemmerd? Hoe is een eventuele opvang van kinderen geregeld? Verder zijn er in de persoonlijke sfeer nog vragen mogelijk als: wat zijn jouw interesse gebieden, hoe is jouw karakter, op welke manier ga je om met conflicten, ... Dan zijn er nog vragen mogelijk over eventuele "verdachte" perioden uit je leven: "U heeft in 1996 eindexamen havo gedaan; heeft u niet erg lang over die opleiding gedaan?” "Ik krijg de indruk, dat u een hele tijd uit het onderwijs bent weggeweest. Klopt dat?" Tenslotte kunnen er nog vragen gesteld worden, die je veel ruimte laten bij het beantwoorden, zoals: • "Kunt u iets over uzelf vertellen?", • "Wat denkt u, dat voor u het moeilijkste zal zijn in deze functie?” • “Wat vindt u zelf het belangrijkste onderdeel van de functie?” • “Wat vindt u zelf uw zwakke kanten?” Het zijn gouden kansen wanneer je het gesprek goed hebt voorbereid. Je kunt dan zaken vermelden die jij relevant vindt en waar je je deskundig in voelt. Het kunnen valkuilen zijn wanneer je je slecht hebt voorbereid. Vragen stellen Er wordt vrijwel altijd ruimte gegeven aan de sollicitant voor het stellen van vragen. Zorg van tevoren dat je duidelijk weet wat je wilt. Dit kan betrekking hebben op de arbeidsomstandigheden zoals rechtspositieregeling, de werktijden, e.d., op het exacte takenpakket van de betreffende functie, het sociale klimaat waarin je komt te werken of inhoudelijke onderwerpen. Schrijf jouw vragen op en neem dit papier mee. Wanneer de commissie je zelf de gelegenheid niet geeft, kun je rustig aangeven, dat jij van jouw kant ook nog enkele dingen weten wilt. Afronden/afspraken maken Aan het eind van het gesprek krijg je te horen hoe de procedure verder verloopt: wanneer krijg je bericht, volgt er eventueel nog een gesprek hoeveel kandidaten dingen er nog mee, is er sprake van een psychologische test, enz. Ook hier kun je zelf naar vragen wanneer de commissieleden er niet aan denken. Bovendien kun je hier zelf nog laatste opmerkingen plaatsen. Wanneer je het gesprek prettig vond verlopen, of wanneer je er nog enthousiaster door geworden bent voor de betreffende baan, kun je dat zeggen. Met negatieve opmerkingen ligt het hier iets 22
gevoeliger, tenzij je op grond van dit gesprek besloten hebt, dat je de baan in ieder geval niet wilt. Het vervolggesprek In ongeveer de helft van de procedures wordt een aantal kandidaten geselecteerd voor een tweede gesprek. De onderwerpen zijn vaak dezelfde als in de eerste ronde, maar er wordt over het algemeen dieper op zaken, zoals de functie-eisen, ingegaan; het tweede gesprek duurt dan ook meestal langer. Een enkele maal is er sprake van nog een volgend gesprek. Eventueel wordt nadere informatie gevraagd bij referenten. Wat sollicitatievragen Er zijn verschillende soorten vragen te onderscheiden. De hoofdindeling is die in open en gesloten vragen. Het sollicitatiegesprek zal grotendeels bestaan uit het stellen en beantwoorden van open vragen. Voorbeelden: Wat zijn uw sterke en zwakke kanten? Bent u stressbestendig? Hoe blijft u op de hoogte van onderwijskundige veranderingen? Wat zijn naar uw mening uw fouten/slechte eigenschappen? Wat denkt u dat in het begin het moeilijkste zal zijn? Hoe ziet u de plaats van de ouders in de school? Wat zijn uw onderwijskundige ideeën? Wat lijkt u het moeilijkste in deze functie (en hoe denkt u dat op te lossen)? Waarom denkt u dat u geschikt bent voor deze baan? Verder onderscheiden we de volgende vragen: 1. Openingsvragen; deze laten de sollicitant veel ruimte om naar eigen inzicht te antwoorden. De achterliggende bedoeling is om de sollicitant eerst op zijn gemak te stellen. Voorbeelden: • Vertelt u eens iets over uzelf. • Waarom wilt u veranderen van baan? • Waarom wilt u directeur worden? • Wat vindt u het aantrekkelijke aan onze school? 2. Kennisvragen; deze zijn bedoeld om de know-how van de sollicitant in kaart te brengen. Ze kunnen ook gesteld worden als vraag naar ervaring met bepaalde onderdelen, omdat er van wordt uitgegaan dat dit kennis over het onderwerp garandeert. 3. Verdiepingsvragen; deze zijn bedoeld om jouw antwoord nader te specificeren. Voorbeelden: • Wat bedoelt u daarmee? • Wat verstaat u daaronder? • Waar blijkt dat uit? • Kunt u daar meer over vertellen? 4. • • •
Toepassingsvragen; deze betreffen altijd het handelingsaspect. Voorbeelden: Wat doet u met andersdenkenden in het team? Hoe gaat u om met conflicten? Hoe zou u de identiteit van de school gestalte geven?
23
Een andere mogelijkheid is, dat de commissie je onterechte vragen stelt. Dat wil zeggen: vragen waarop je eigenlijk geen antwoord hoeft te geven. Je moet van tevoren overwegen hoe je hiermee om wilt gaan. Voorbeelden: • Hoe denkt u uw privé-situatie te kunnen organiseren met deze drukke baan? • Hoe staat uw partner/gezin tegenover uw mogelijke benoeming? • Heeft uw partner ook een baan? • Bent u getrouwd, heeft u kinderen, hoe heeft u de zaken geregeld wanneer de kinderen ziek zijn, wilt u (meer) kinderen? • Wat gebeurt er als uw partner een baan aanvaardt in een andere plaats? Bovendien is het ook mogelijk dat de commissie je een (aantal) casussen voorlegt.
UITERLIJKE PRESENTATIE Je presenteren is je profileren; bekend maken wie je bent en wat je kunt. Naast kennis, opleiding, ervaring is ook jouw uiterlijk belangrijk. Men is benieuwd hoe de toekomstige kandidaat eruit ziet. Belangrijk is stil te staan bij het moment dat je je gaat presenteren. Een bekende vraag is dan: wat trek ik aan? Koop ik iets nieuws, of heb ik nog wat in de kast hangen? Doe ik een stropdas aan?
G. BIJEENKOMST 7: GESPREKKEN MET DE VELDCOMMISSIE(SLC en de hele groep) Sollicitatiegesprekken Een tweetal veldcommissies (C-afdeling en O-afdeling) voeren een paar gesprekken met studenten jk en ok. De commissies wijzen ter plekke hun kandidaten aan; elk gesprek, in aanwezigheid van medestudenten, duurt 20 - 30 minuten. Nabespreking In de nabespreking geeft de commissie uiteraard feedback op het gevoerde gesprek. Verder geeft zij ook aan hoe zij op basis van de geschreven brieven tot haar kandidaten is gekomen; ook geeft de commissie kort commentaar op de overige brieven.
24
BIJLAGEN
Inhoudsopgave bijlagen 1. 2. 3. 4.
Bijlage 1. Bijlage 2. Bijlage 3. Bijlage 4.
Tips voor de sollicitant. Voorbeeld indeling curriculum vitae. Wordpress. Handleiding portfolio. Vacatures.
25
Bijlage 1 TIPS VOOR DE SOLLICITANT 1. Wees geen meeprater. laat merken dat je een eigen mening hebt, zonder nu gelijk een robbertje te gaan vechten op hoofdlijnen met de commissie 2. Betrek de hele commissie bij de antwoorden die je geeft, door iedereen aan te kijken: vergeet vooral de personen niet die de beslissende stem hebben. 3. Vraag door wanneer een vraag te algemeen is of wanneer je de vraag niet begrijpt: doe dit op een manier die geen terechtwijzing voor de vragensteller inhoudt. Werk met "ik"-boodschappen, vermijd "jij"-boodschappen. 4. Zorg dat je gemotiveerd, enthousiast en overtuigend overkomt in houding en uitstraling. 5. Zoek naar gelegenheden om je sterke kanten naar voren te kunnen brengen c q. te accentueren bijvoorbeeld via samenvatting. "Met andere woorden, in mijn huidige rol spelen a, b en c een rol; en wat c betreft......" 6. Zorg dat je goed geïnformeerd raakt over de functie, zodat je zelf ook een weloverwogen besluit kunt nemen. 7. Bereid je voor op indiscrete vragen. Vraag erop door en stel ze eventueel bij door ze te herformuleren op zo'n manier dat jij ze kunt beantwoorden. 8. Geef niet alleen inhoudelijk, maar ook uiterlijk goede antwoorden (enthousiasme). 9. Neem af en toe tijd om na te denken. Geef dat zo nodig expliciet aan. 10. Zwak je beweringen niet af door het gebruik van verkleinwoorden of een "vraagintonatie". 11. Stel niet alleen vragen, maak ook opmerkingen. 12. Laat je niet afschrikken wanneer er niet enthousiast wordt gereageerd. 13. Kom op jouw onderwerp terug na interrupties. 14. Durf de ik-vorm te gebruiken. 15. Leg de lijst met “te-bespreken-punten" voor je.
26
Bijlage 2 Voorbeeld indeling curriculum vitae Curriculum vitae Personalia Naam Adres Postcode en woonplaats E-mailadres Telefoonnummer Geboortedatum Burgerlijke staat Kerk Rijbewijs
J. van Buuren Havikstraat 6 3514 TH Utrecht [email protected] 06-12121212 5 december 1992 Ongehuwd Protestants-Christelijk Ja