De schaapskudde Een educatief programma voor groep 5 en 6
Handleiding Deel 2 Planning en organisatie
Inhoudsopgave Deel 2: programma Schaapskudde 1. 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5.
Planning en organisatie Voordat u begint Voorbereiding op het bezoek Bezoek aan het natuurgebied Voorbereiding verwerkende les De afsluiting van het programma Woordvoerders van de Natuur
2. 2.1. 2.2. 2.3.
Voorbereiding op school Inleiding Uitvoering Afsluiting
3. 3.1. 3.2. 3.3.
Op bezoek in het natuurgebied Inleiding Uitvoering Afsluiting
4. 4.1. 4.2. 4.3.
De verwerkende les Inleiding Uitvoering Afsluiting
Bijlages Naamkaartjes Opdrachtvel wolonderzoek Kleurplaat
2
1. Planning en organisatie In dit deel vindt u de informatie voor de uitvoering van het programma met het thema: schaapskudde. 1.1. Voordat u begint 1. Lees de handleidingen goed door. In deel 1 vindt u algemene informatie over Woordvoerders van de Natuur. In deel 2 (deze handleiding) vindt u alle praktische informatie om het programma met de leerlingen uit te voeren. In deel 3 vindt u inhoudelijke achtergrondinformatie over het natuurgebied en de schaapskudde. 2. Als u nog geen datum gepland heeft: stel de datum vast waarop u een bezoek wilt brengen aan de schaapherder • Maak hiervoor een afspraak met de contactpersoon • Regel een extra volwassene die meegaat. Meer dan 1 persoon is NIET nodig. • Regel vervoer naar het gebied. 3. Informeer de ouders van uw leerlingen over de datum en wat ze mee moeten nemen: eten en drinken voor de kleine en lunchpauze, goede kleding (warm, tegen regen) die vuil mag worden. Informeer de ouders over teken: controleer op de dag zelf, maar ook de volgende dag. Bij een rode kring of griepachtige verschijnselen naar de huisarts. 4. Plan een moment voor de voorbereiding en verwerking in de klas 5. Inventariseer welke materialen u nodig heeft voor de voorbereiding en verwerking in de klas (zie Hoofdstuk 2) . 1.2. Voorbereiding op het bezoek 1. Geef de voorbereidende les met behulp van de powerpoint-presentatie 'Schaapskudde', die u kunt downloaden op http://www.woordvoerdersvandenatuur.nl/downloads/ 2. Deel kinderen in 4 groepjes: herders, honden, schapen en lammetjes. Tijdens de voorbereiding in de klas maken de leerlingen hun eigen naambordje, waaraan ook hun groepje te herkennen is. In het programma zijn er ’s ochtends en ’s middags steeds 2 groepjes samen bij de schaapherder. Houd daar rekening mee bij het samenstellen van de groepjes 3. Informeer de kinderen en ouders d.m.v. een brief over passende kleding en meebrengen van een lunch en iets te eten en drinken in de ochtendpauze. Liever geen snoep meenemen. Geef in de brief ook aan om na de buitendag op teken te controleren. 4. Vraag eventueel iemand om foto’s te maken voor bijvoorbeeld de website van de school. 1.3. Bezoek aan het natuurgebied 1. Eventueel routebeschrijving voor chauffeurs (incl. belangrijke tel.nrs.) 1.4. Voorbereiding verwerkende les Bekijk of er een moment en plek is waarop de tijdens de verwerking gemaakte voorwerpen ergens in school tentoongesteld kunnen worden, zodat medeleerlingen, leerkrachten en eventueel ouders zien wat de kinderen gedaan hebben. Zo worden de kinderen echte Woordvoerders van de natuur. In de algemene handleiding (deel 1) vindt u nog meer ideeën voor de verwerking in de klas. 1.5. De afsluiting van het programma Woordvoerders van de Natuur 1. Eventueel foto’s op website van de school plaatsen. 2. Plaats uw ervaringen met enkele foto’s op www.woordvoerdersvandenatuur.nl. Ook leuk als PR voor uw school en leuk om te zien wat andere scholen doen.
3
2. Voorbereiding op school 2.1. Vooraf • • • • • •
Print en/of kopieer voldoende vellen met de naamkaartjes en knip ze uit (of laat dat de kinderen zelf doen) Print de hand-out met noties van de powerpoint presentatie of zorg dat u de notities vanaf uw computerscherm kunt zien Controleer of de presentatie werkt Zet het filmpje klaar bij het juiste tijdstip (link in de presentatie) en controleer of het filmpje werkt Controleer of de locatie van uw school te zien is op het kaartje in de powerpointpresentatie Verzamel de benodigde materialen en zet/leg klaar: o De powerpointpresentatie, inclusief de notities o Een wollen trui of ander kledingstuk o De naamkaartjesvellen
2.2. Uitvoering Laat de powerpoint presentatie ‘Voorbereiding in de klas – Schaapskudde’ zien. U kunt de PowerPoint presentatie via uw digitaal schoolbord presenteren. Bij elke dia zijn er notities met tekst die u de kinderen vertelt en met instructies. Uiteraard kunt u het ook printen en het op papier meegeven. De volgende punten komen aan bod: • U legt de leerlingen uit dat het doel is dat zij kennis maken met de schaapherder en zijn kudde en daarna zelf ook een beetje schaapherder zijn • U vertelt iets over het natuurgebied dat u gaat bezoeken en betrekt de kinderen daarbij. • Ook vertelt u iets over heide in het algemeen. • U licht het gehele programma Woordvoerders van de Natuur toe: een voorbereiding in de klas, het veldbezoek, de verwerking in de klas en het laten zien van gemaakte voorwerpen aan medeleerlingen en leerkrachten (en eventueel ouders). • De leerlingen maken een naambordje, waarop ook de indeling in groepjes zichtbaar wordt.
2.3. Afsluiting Vat kort samen en spreek af wat de kinderen meenemen. Denk hierbij aan: • Tassen/ doosjes om vondsten mee te nemen naar school • Kleren die vies mogen worden, eventueel regenkleding (houdt de weersvoorspelling in de gaten). • Een lunch en iets te eten en drinken voor de ochtendpauze • Een plastic zak om op te zitten Geef de brief voor de ouders mee aan de leerlingen.
4
3. Op bezoek in het Natuurgebied 3.1. Vooraf • Controleer in de klas of de leerlingen voldoende eten en drinken bij zich hebben. En of ze goede kleding aan of bij zich hebben (bijvoorbeeld regenkleding). • Zorg dat de extra volwassene aanwezig is. • Leg de leerlingen nogmaals uit wat ze vandaag gaan doen. • Geef instructies over de reis naar het gebied. 3.2. Uitvoering De leerlingen worden in 4 groepjes begeleid door vrijwilligers en de schaapherder. Zie het tijdschema hieronder. ’s Ochtends en ’s middags zijn er steeds 2 groepjes met vrijwilligers bij de schaapskooi en 2 groepjes met vrijwilligers bij de schaapherder op de heide. Zorg dat bij de schaapskooi en op de heide u of de andere volwassene aanwezig is. Uw rol als leerkracht of extra volwassene is om te zorgen dat de kinderen meedoen en zich passend gedragen en om bij calamiteiten leerlingen op te vangen/ naar school te brengen. In de lunchpauze, hebben de vrijwilligers en de schaapherder vrij en let u met de extra volwassene op de kinderen. tijd
wat
klas
begeleiding
9:00- 9:30
aankomst
hele klas
leerkracht + extra volwassene
9:30- 9:45
welkom
hele klas
schaapherder
9:45-11:45
opdrachten
2 groepjes bij schaapskooi 2 groepjes met schaapherder
begeleiders
11:45-12:30
lunch vrij spelen
hele klas
leerkracht + extra volwassene
12:30-14:15
opdrachten
2 groepjes bij schaapskooi 2 groepjes met schaapherder
begeleiders
14:15-14:30
afsluiting vertrek
hele klas
schaapherder
3.3. Afsluiting Het bezoek wordt afgesloten door een gezamenlijke afsluiting, waarbij kort wordt besproken wat de leerlingen meegemaakt hebben. De schaapherder geeft een zak wol mee om dat in de klas te onderzoeken. De leerlingen krijgen ook een certificaat van de schaapherder. Tot slot worden de leerlingen uitgezwaaid door de schaapherder.
5
4. Afsluiting in de klas De leerlingen hebben tijdens de dag met de schaapskudde veel beleefd en geleerd in en over de natuur en de schaapskudde. Zij zijn nu dan ook in staat om op hun eigen manier hun opgedane ervaringen in het natuurgebied te verwerken en te presenteren aan anderen. Dit laatste onderdeel is een heel belangrijk onderdeel van het programma Woordvoerders van de natuur! In de afsluiting bespreekt u de ervaringen, onderzoeken de leerlingen wol en verwerken de leerlingen hun ervaringen creatief in een tekening, knutselwerk of presentatie. U kiest een werkvorm of u laat de leerlingen zelf kiezen. De bedoeling is dat deze creatieve verwerking aan andere getoond wordt, bijvoorbeeld medeleerlingen op school, collega-leerkrachten en ouders. Zo’n presentatie vraagt enige voorbereiding, maar kan vaak in combinatie met andere (creatieve) vakken plaatsvinden. Zorg er voor dat u van te voren een keuze heeft gemaakt voor wie de leerlingen hun presentatie gaan houden en op welk moment. Ook of u het alleen met uw eigen klas doet of samen met andere scholen. Denk ook na over locatie en vergeet niet de gasten (medeleerlingen, collega-leerkrachten, ouders) uit te nodigen. Tips voor goede presentatie momenten. • Koppel de afsluiting aan andere vakken, zoals taal of creatieve vakken • U kunt de presentatie combineren met de ouderavond/10-minutengesprekken. Ouders kunnen dan rondkijken bij de voorstelling, expositie of kraampjes van de kinderen. • U kunt de presentatie eventueel tijdens de Natuurwerkdag houden. Dit is de eerste zaterdag in november. Overleg hiervoor met de boswachter van Staatsbosbeheer. • U kunt de presentatie eventueel combineren met de Boomfeestdag. Eventueel samen met andere scholen. In de algemene handleiding van Woordvoerders van de Natuur vindt u nog meer ideeen voor de verwerking in de klas. NB! Combineren van de presentatie met kerstmusical of andere niet natuurgerelateerde voorstellingen, raden we nadrukkelijk af. De Woordvoerders moeten als woordvoerders alle aandacht kunnen krijgen voor het werk dat zij hebben verricht en de boodschap die zij graag willen overbrengen. Tot slot U kunt deze afsluitende presentatie ook inzetten als een PR voor uw school. Op deze manier kunnen ouders namelijk kennis maken met de activiteiten van hun kinderen op deze school. Als de presentatie bijzonder is of over een actueel onderwerp gaat, kunt u zelfs de pers uitnodigen. Of een persberichtje maken met foto. Vooral de lokale huis-aan-huis krantjes nemen dit graag op. 4.1. Vooraf Kopieer de opdrachtvel voor het wolonderzoekje. Het opdrachtenvel vindt u in de bijlage. Verzamel de benodigde materialen voor de afsluiting • De zak wol van de schaapherder, iedereen krijgt 2 plukken (1 voor onderzoekje, 1 voor creatieve verwerking) • Opdrachtvellen wol • Bol wol • Materiaal om te knutselen en/of tekenen
6
4.2. Uitvoering
1. Ervaringen bespreken (10 minuten) Bespreek de ervaringen van de buitendag met de schaapherder. Bijvoorbeeld: • Wat heb je gedaan? • Wat vond je het meest bijzonder wat je hebt meegemaakt? • Waarom doen we dat ook alweer? Schapen laten lopen op de heide? (om de heide te bewaren, als we niks doen, groeien er vanzelf gras, bomen en struiken en wordt de heide bos) • Waarom willen we de heide zo houden (omdat er bijzondere dieren leven die niet in het bos of in een weiland kunnen leven) • Wat is er fijn aan om schaapherder te zijn? Wat is er minder fijn denk jij? • We hebben schapenwol meegekregen. De schaapherder verkoopt de wol. Wat wordt er van schapenwol gemaakt? (kleding, dekens/dekbedden en kussens, vloerkleden, hoeden, maar het wordt ook gebruikt in huizen tussen de muren) • Waarom maken we dit allemaal van schapenwol (is lekker warm, het isoleert) We gaan nu wol eens beter bekijken. 2. Wolonderzoek (15 minuten) Deel opdrachtvellen 'wolonderzoek' uit. Laat de kinderen individueel of in tweetallen het wolonderzoekje uitvoeren. Bespreek eventueel enkele vragen. 3. Creatieve verwerking De kinderen maken een tekening of werkstuk over hun meest bijzondere ervaring van de buitendag. Ze kunnen daarbij eventueel gebruik maken van de schapenwol en/of de wol uit de winkel. Of een verslagje laten schrijven voor de schoolkrant of de lokale krant. Of een powerpointpresentatie maken over de schaapskudde. Hang de werkstukken/tekenen op ergens in de school of organiseer op een andere manier een tentoonstelling of presentatie. Zo worden uw leerlingen echt Woordvoerders van de natuur en kunnen ook medeleerlingen, leerkrachten en ouders zien dat de leerlingen bij de schaapskudde geweest zijn en wat ze hebben ervaren en geleerd. In de Bijlage is ook nog een kleurplaat opgenomen.
4.3. Afsluiting Vertel de leerlingen nog eens, dat ze zelf ook altijd op bezoek mogen op de heide of in het bos. Vertel ze dat ze echt woordvoerder van de natuur/de schaapskudde zijn en hun ouders of anderen maar eens mee moeten nemen naar de schaapskooi en de heide. 4.4 Extra tips voor aansluiting bij andere vakken in de klas U kunt de ervaringen van de kinderen tijdens de buitendag ook gebruiken voor andere vakken. Hieronder ziet u een aantal voorbeelden.
7
1. Taal: in welke gezegdes en spreekwoorden komt 'schaap' en 'wol' voor? • • • • • • • • • • • • •
Veel geblaat en weinig wol', of 'Veel geschreeuw maar weinig wol', of 'Veel gescheer en weinig wol'. Dit betekent allemaal dat er meer rumoer is dan inhoud. Onder de wol kruipen - gaan slapen. Door de wol geverfd zijn- veel ervaring hebben, in ongunstige zin: doortrapt zijn. Veel wol weinig truien - Meer rumoer dan inhoud. Wollige taal Zo koud als een kaalgeschoren schaap. – Heel erg koud. Als er één schaap over de dam is, volgen er meer. - Als één persoon iets nieuws geprobeerd heeft, durven anderen ook wel. Er gaan vele makke schapen in een hok. - Als men zich rustig houdt, kunnen veel mensen in een kleine ruimte verblijven. Zijn schaapjes op het droge hebben. - Financieel alles goed op orde hebben. Nu heb je het schaap aan het schijten Het zwarte schaap van de familie. - Het verstoten familielid. je moet een schaap scheren als het wol heeft - kies het juiste moment Schaapjes tellen – dat helpt om in slaap te komen
2. Extra creatieve mogelijkheden Ga verder aan de slag met wol. Bijvoorbeeld: wol verven, wol vilten, breien of vingerhaken. Zie ook voor breien bijvoorbeeld: http://www.youtube.com/watch?v=A5iUfC68pQo&feature=related en www.breien.nl. Voor wolvilten in de klas kunt u contact opnemen met de schaapherder. Hij kent iemand die in de klas met de kinderen kan wolvilten. 3. Natuur en techniek •
Dieper ingaan op verschil heide en bos. Bijvoorbeeld aan de hand van voedselweb. Welke dieren leven in het bos? → maak een voedselweb. Welke dieren leven op de hei? → maak een voedselweb.
•
Zaadverspreiding. Schapen helpen mee aan zaadverspreiding. Ze lopen langs een plant, de zaden blijven in de vacht kleven. Hoe worden zaden nog meer verspreid? (wind, water, opgegeten en uitgepoept). Laat de leerlingen informatie opzoeken op internet of in de bibliotheek.
•
Meer over adders of hagedissen. Wat eten ze? Waarom houden deze dieren van de zon? Hoe planten ze zich voort? Zouden ze overleven in het bos?
•
Dieper ingaan op isolatie. Wat is isolatie. Wanneer is iets goed isolatiemateriaal? Waar wordt isolatie gebruikt?
•
Dieper ingaan op het proces van wolproductie en eindproduct. Van schaap tot de trui in de winkel. Een poster of een presentatie maken.
8
Wolonderzoek Hoe ruikt je wol?__________________________________________________ Welke kleur is je wol?______________________________________________ Knijp in je wol en laat dan weer los. Wat gebeurt er? ________________________________________________________________ Trek je wol uit elkaar. Wat valt eruit? ________________________________________________________________ Wrijf de wil tussen je vingers. Wat voel je? ________________________________________________________________ Dit is wolvet, mensen gebruiken het graag omdat het goed is voor je huid. Je kunt het in de winkel in een potje kopen. Trek 1 haar uit je wol. Teken de haar na.
Hoe lang is de haar? In een krul...........cm. Uitgerekt:..............cm Trek een haar uit je eigen hoofd. Vergelijk je haar met de haar van het schaap. Mijn haar is Haar van schaap is kleur lengte sterkte krul Maak van je wol een lange dunne pluk. Draai de pluk tussen je vingers. Zo krijg je een draad. Als je dit met heel veel schapenwol doet heb je een bol wol. Daarvan kun je weer een trui breien. Opdrachten afkomstig van Natuurhuis Apeldoorn
9
Naam …………………..
Naam …………………..
Naam …………………..
Naam …………………..
www.staatsbosbeheer.nl
Schaapskudde Hoog Buurlo