Plangebied West End, Veendijk 20a-21 te Loosdrecht (gemeente Wijdemeren) Archeologisch bureauonderzoek
Hazenberg AMZ Publicaties 2009-03
H.J. van Oort
Colofon Hazenberg AMZ Publicaties 2009-03 Titel: Plangebied West End, Veendijk 20a-21 te Loosdrecht (gemeente Wijdemeren). Archeologisch bureauonderzoek. Projectnummer: 4010 Projectcode: plas-loos Auteur: drs. H.J. van Oort Opdrachtgever: De Plassen bv Status rapport: conceptversie 1.3 Autorisatie: drs. T. Hazenberg Datum: 19 maart 2009 ISSN 1872-4736 Hazenberg Archeologie Leiden bv Middelstegracht 89r 2312 TT LEIDEN ℡ 071 - 5126 216 071 - 5212 437 http://www.hazenbergarcheologie.nl/ ©2009 Hazenberg Archeologie Leiden bv Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt worden d.m.v. druk, fotokopie of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Hazenberg Archeologie Leiden bv.
contactgegevens Hazenberg Archeologie Leiden bv contactpersoon dhr. H.J. van Oort tel. 071 – 5126 216 06 – 5316 4133 adres Middelstegracht 89r 2312 TT Leiden e-mail
[email protected] contactgegevens De Plassen bv contactpersoon dhr. R. Wittermans tel. 0346-286584 adres Postbus 1265 3600 BG Maarssen e-mail
[email protected]
(handtekening)
autorisatie senior-archeoloog
Afbeelding voorkant: Locatie West End aan de Veendijk in Loosdrecht (luchtfoto De Plassen bv).
Plangebied West End, Veendijk 20a-21 te Loosdrecht (gemeente Wijdemeren). Archeologisch bureauonderzoek.
Inhoudsopgave Administratieve gegevens...................................................................................................................4 1. Inleiding en onderzoeksopzet .............................................................................................................5 1.1 Aanleiding bureauonderzoek ........................................................................................................5 1.2 Ligging plangebied en huidige situatie .........................................................................................5 1.3 Geplande werkzaamheden...........................................................................................................5 1.4 Onderzoeksdoel en -vragen .........................................................................................................5 1.4.1 Onderzoeksdoel.........................................................................................................................5 1.4.2 Onderzoeksvragen ....................................................................................................................7 1.5 Werkwijze......................................................................................................................................7 2. Bureauonderzoek................................................................................................................................9 2.1 Bekende aardwetenschappelijke waarden en landschappelijke ontwikkeling .............................9 2.2 Historische achtergrond................................................................................................................9 2.3 Bekende archeologische waarden..............................................................................................12 2.4 Gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel.....................................................................13 3. Conclusie en aanbevelingen .............................................................................................................14 3.1 Conclusie ....................................................................................................................................14 3.2 Onderzoeksvragen .....................................................................................................................14 3.3 Aanbevelingen ............................................................................................................................14 Geraadpleegde bronnen .......................................................................................................................16 Literatuur ...........................................................................................................................................16 Digitale bronnen en kaarten..............................................................................................................16 Afbeeldingen .........................................................................................................................................16
Hazenberg AMZ Publicaties 2009-03 Conceptversie 1.3, 19 maart 2009
3
Plangebied West End, Veendijk 20a-21 te Loosdrecht (gemeente Wijdemeren). Archeologisch bureauonderzoek.
Administratieve gegevens Provincie Gemeente Plaats Toponiem Kaartblad Archis-onderzoeksmeldingnrs. Datum onderzoeksmelding Centrumcoördinaten (x/y) Hoekcoördinaten (x/y) Kadastrale gegevens Oppervlakte plangebied Oppervlakte bebouwd areaal Historisch grondgebruik Huidig grondgebruik Toekomstig grondgebruik Hoogte maaiveld Grondwatertrap Associatie met archeologisch monument Archeologische verwachting Periode Procedure Bevoegd gezag Contactpersoon namens gemeente
Noord-Holland Wijdemeren Loosdrecht West End, Veendijk 20a-21 31F (zuid) 33828 2 maart 2009 132837/468109 132830/468155 (NW), 132870/468135 (NO), 132856/468066 (ZO), 132798/468089 (ZW) Loosdrecht, Sectie G, Percelen 3025, 868 Ca 1,9 ha Ca 0,44 ha Economie: turfwinning, turfschuur Bebouwing, erf, grasveld Wonen, horeca, woonboten, ligplaatsen 0,10-0,40 m -NAP Onbekend (niet gekarteerd) nee Lage verwachting Late Middeleeuwen - Nieuwe Tijd (vanaf 1450 tot heden) Partiële herziening bestemmingsplan WRO Gemeente Wijdemeren Dhr. F.E. Lieste (ruimtelijke ordening)
Afbeelding 1: Locatie West End langs de Veendijk in Loosdrecht (bron: Google Earth).
Hazenberg AMZ Publicaties 2009-03 Conceptversie 1.3, 19 maart 2009
4
Plangebied West End, Veendijk 20a-21 te Loosdrecht (gemeente Wijdemeren). Archeologisch bureauonderzoek.
1. Inleiding en onderzoeksopzet 1.1 Aanleiding bureauonderzoek De heer ir. R. Wittermans van De Plassen bv uit Maarssen heeft Hazenberg Archeologie Leiden bv gevraagd een archeologisch bureauonderzoek uit te voeren voor de locatie West End aan de Veendijk 20a-21 te OudLoosdrecht, gemeente Wijdemeren (afb. 1 en 2). Aanleiding tot dit onderzoek vormt een partiële herziening van het bestemmingsplan locatie West End in verband met voorgenomen nieuwbouwactiviteiten binnen het plangebied. De ontwikkeling is in strijd met het vigerende bestemmingsplan. Binnen deze procedure treedt de gemeente Wijdemeren als bevoegd gezag op. In de ruimtelijke onderbouwing zal op basis van dit bureauonderzoek een paragraaf worden opgenomen met betrekking tot de archeologie binnen het plangebied. Bij de geplande bouwwerkzaamheden zullen op delen van het plangebied bodemverstorende werkzaamheden plaatsvinden die een bedreiging vormen voor het eventueel aanwezige archeologische bodemarchief. Conform de op 1 september 2007 in werking getreden Wet op de Archeologische Monumentenzorg (WAMz) dient de locatie eerst te worden onderzocht op de aanwezigheid van archeologische waarden. Het archeologische bureauonderzoek is uitgevoerd conform de eisen en normen die gesteld worden in de Kwaliteitsnorm voor de Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.1. 1.2 Ligging plangebied en huidige situatie Het plangebied bevindt zich aan de oostzijde van de Veendijk (afb. 2). De dijk vormt de enige weg tussen Loenen en Oud-Loosdrecht. De locatie is omgeven door het water van de Loosdrechtse Plassen. Aan de oostzijde ligt de Eerste Plas, aan de westzijde de Loenderveensche Plas. Het plangebied maakt deel uit van een bebouwingslint langs de Veendijk dat bestaat uit horeca, woningen, watersportbedrijven, havens, etc. Op het moment van schrijven is het centrale deel van het plangebied bebouwd (complex West End, adressen Veendijk 20a en 21) en bestaat uit 15 appartementen en een restaurant. Het omliggende erf is verhard met asfalt. Twee opritten geven toegang tot de jachthaven en de aanlegsteigers. Hier liggen tevens een achttal woonboten. Daarbij gelegen is een brandstofverkooppunt voor schepen. Het plangebied is volgens de gegevens van de 2 opdrachtgever ca 1,2 ha (11.912 m ) groot. Hierbij moet worden aangetekend dat daarbij een aanzienlijk deel bestaat uit waterpartijen en de jachthaven met aanlegsteigers. Het bebouwde gedeelte is het feitelijke te verstoren 2 gebied. Dat is een stuk kleiner en heeft een oppervlakte van bijna 4.000 m (eenderde van de totale oppervlakte). In december 1957 werd door de toenmalige gemeente Loosdrecht vergunning verleend voor de bouw van het huidige complex. Een groot deel van het huidige bebouwde oppervlak is reeds diepgaand verstoord. Onder het deel van complex West End dat parallel loopt met de Veendijk is indertijd een kelder aangelegd (16x24m, 2 oppervlakte 384m ) op een diepte van ongeveer 3m diep. De kelder heeft dit deel van het plangebied verstoord. Verder is het pand vermoedelijk onderheid. Veel is hierover niet bekend (doorsnede palen, diepte heiwerk en stramien niet gezien). 1.3 Geplande werkzaamheden De bouwplannen voorzien in een nieuwbouwcomplex dat onderkelderd zal worden tot een diepte van 3,24 m onder maaiveld. In de nieuwe situatie (afb. 3) worden op de plaats van het bestaande woonblok twee afzonderlijke bouwblokken geplaatst gescheiden door een vijver. Beide blokken hebben een woonfunctie, het meest zuidelijke (blok B) heeft ook een ‘bijeenkomstfunctie’ (restaurant). Onder de bouwblokken en de vijver komt één parkeerkelder geschikt voor 50 voertuigen. Er zijn twee in-/uitritten die toegang geven tot de locatie West End. De jachthaven wordt opnieuw ingedeeld. Er is plaats gereserveerd voor tien woonboten. 1.4 Onderzoeksdoel en -vragen 1.4.1 Onderzoeksdoel 1 Doel van een archeologisch bureauonderzoek is het verwerven van informatie aan de hand van bestaande bronnen over bekende en/of verwachte archeologische waarden binnen een omschreven gebied om te komen tot een gespecificeerde archeologische verwachting. Om dit verwachtingsmodel op te stellen wordt gekeken naar de huidige en historische situatie van het plangebied en gebruik gemaakt van bekende archeologische, cultuurhistorische en aardwetenschappelijke informatie. Tevens wordt gekeken naar eventuele bodemingrepen die in het (recente) verleden de bodem met eventueel aanwezige archeologische waarden kunnen hebben verstoord. Het resultaat van het onderzoek is een standaardrapport waarin het verwachtingsmodel is opgenomen, evenals een advies ten aanzien van de eventueel aanwezige archeologische waarden. Op basis hiervan zal door de bevoegde overheid, i.e. de gemeente Wijdemeren, een beslissing genomen worden ten aanzien van (eventueel) vervolgonderzoek. Archeologisch onderzoek wordt in de regel gefaseerd uitgevoerd. Na afronding van een fase bepaalt de bevoegde overheid of een volgende fase noodzakelijk is. Het archeologische bureauonderzoek is de eerste fase van onderzoek en kan - afhankelijk van de uitkomsten - eventueel gevolgd worden door inventariserend veldonderzoek. 1
KNA, versie 3.1, Centraal College van Deskundigen (CCvD) Archeologie 2006.
Hazenberg AMZ Publicaties 2009-03 Conceptversie 1.3, 19 maart 2009
5
Plangebied West End, Veendijk 20a-21 te Loosdrecht (gemeente Wijdemeren). Archeologisch bureauonderzoek.
Afbeelding 2: Plangebied locatie West End aan de Veendijk in Loosdrecht. Het plangebied omvat ook het gedeelte van de jachthaven. Het bebouwde gedeelte beslaat ongeveer eenderde van het totale plangebied.
Hazenberg AMZ Publicaties 2009-03 Conceptversie 1.3, 19 maart 2009
6
Plangebied West End, Veendijk 20a-21 te Loosdrecht (gemeente Wijdemeren). Archeologisch bureauonderzoek.
Afbeelding 3: Toekomstige situatie plangebied. Langs de Veendijk zullen twee bouwblokken neergezet worden, de jachthaven zal worden heringedeeld (bron: De Plassen bv).
1.4.2 Onderzoeksvragen In dit bureauonderzoek wordt getracht een antwoord te geven op de volgende onderzoeksvragen die betrekking hebben op het plangebied: • Bevinden zich binnen de grenzen van het plangebied archeologische en/of cultuurhistorische waarden? Zo ja, wat is de aard, omvang, ligging en datering van deze waarden? • In hoeverre hebben (sub)recente ingrepen binnen het plangebied eventueel aanwezige archeologische waarden aangetast? • Hebben toekomstige bodemingrepen nadelige gevolgen voor de archeologische waarden? • Is vervolgonderzoek noodzakelijk om bovenstaande vragen te kunnen beantwoorden en zo ja, welke vorm(en) van onderzoek is (zijn) hiervoor nodig? 1.5 Werkwijze Voor dit bureauonderzoek is informatie verworven aan de hand van bestaande bronnen over bekende en verwachte archeologische en/of cultuurhistorische waarden. Het onderzoek is opgezet volgens het protocol bureauonderzoek, zoals vastgelegd in de KNA. De specificaties LS01 tot en met LS06 zijn daarbij van toepassing. De werkzaamheden bestaan uit: • Het verzamelen en interpreteren van aardwetenschappelijke informatie uit geologische, geomorfologische en bodemkundige bronnen. • Het verzamelen en interpreteren van archeologische informatie uit het centraal archeologisch informatiesysteem (ARCHIS), de Archeologische Monumentenkaart (AMK, Rijksoverheid), de Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW, provincie Noord-Holland). • Het raadplegen van (amateur-)archeologen. • Het beschrijven van het historische en het huidige (grond)gebruik van het plangebied aan de hand van historische (topografische) kaarten, luchtfoto’s en het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN). • Het beschrijven van de (te verwachten) bodemverstoringen in het plangebied. • Het beschrijven van bekende en te verwachten archeologische waarden (CHS en Indicatieve Kaart 2 Archeologische Waarde).
2
Deeben (red.) 2005-2008; Hallewas & Peeters (red.) 2005-2007.
Hazenberg AMZ Publicaties 2009-03 Conceptversie 1.3, 19 maart 2009
7
Plangebied West End, Veendijk 20a-21 te Loosdrecht (gemeente Wijdemeren). Archeologisch bureauonderzoek.
De gegevens die uit dit bureauonderzoek naar voren komen, worden geanalyseerd en verwerkt tot een gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied (advies), waarin aangegeven wordt op welke wijze met eventueel aanwezige archeologische en/of cultuurhistorische waarden moet worden omgesprongen. De resultaten en het bijbehorend advies zijn vastgelegd in dit rapport dat ter toetsing wordt voorgelegd aan de bevoegde overheid. In het kader van een partiële herziening bestemmingsplan Wro zal dit rapport worden voorgelegd aan de gemeente Wijdemeren.
Afbeelding 4: Geomorfologische kaart van Oud-Loosdrecht en omgeving. De restantanten van de vervening zijn lichtgroen gekleurd (bron: Archis 2).
Hazenberg AMZ Publicaties 2009-03 Conceptversie 1.3, 19 maart 2009
8
Plangebied West End, Veendijk 20a-21 te Loosdrecht (gemeente Wijdemeren). Archeologisch bureauonderzoek.
2. Bureauonderzoek 3
2.1 Bekende aardwetenschappelijke waarden en landschappelijke ontwikkeling
Loosdrecht behoort tot het Utrechts-Hollands veengebied, tegenwoordig ook wel aangeduid door fysisch-geograaf Berendsen als westelijk veengebied. Het is de streek die grofweg wordt begrensd door Amsterdam, Rotterdam en Utrecht. Loosdrecht en daarmee het plangebied ligt landschappelijk gezien ingeklemd tussen een noordwestelijke 4 uitloper van het rivierengebied (de Vecht) en de Midden-Nederlandse pleistocene zandgronden in het oosten. Het westelijke veengebied is ontstaan in het Holoceen (vanaf ca 11.000 voor heden) en maakte oorspronkelijk, tot in de Vroege Middeleeuwen (rond 800 na Chr.), deel uit van een veel groter veengebied dat zich uitstrekte van Vlaanderen tot in Noordwest-Duitsland. Door afgraving is het hoogveen in West-Nederland grotendeels verloren gegaan. Aan de oppervlakte komt tegenwoordig laagveen voor (Nieuwkoop formatie, Hollandveen laagpakket), ook in de omgeving van Loosdrecht. Plaatselijk is het (rest)veenpakket nog vier meter dik. Wellicht geldt dit ook voor het plangebied. Eronder ligt een circa 50 meter dik pleistoceen zandpakket. Op de geomorfologische kaart (1:50.000) is het plangebied gemarkeerd als bebouwd gebied (Veendijk) omgeven door water. Ten zuiden en zuidwesten van het plangebied liggen de restanten van de turfwinning: legakkers en petgaten. Het gebied is aangemerkt als ontgonnen veenvlakte met petgaten (code 2M47, afb. 4). Op de bodemkaart ontbreekt elke nadere specificatie; het hele gebied is aangemerkt als water. 2.2 Historische achtergrond de
De veenontginningen ten oosten van de Vecht zijn begonnen in de 12 eeuw. In de omgeving van Loosdrecht begon deze vermoedelijk wat later, omstreeks het jaar 1300. Het verkavelingspatroon dat in deze streek voorkomt is een combinatie van stroken- en blokverkaveling. Dit laatste type is weinig voorkomend ten oosten van de Vecht. 5 Een kenmerk van de blokverkaveling is dat vooraf lengte en diepte van de blokken werden vastgesteld. Als basis van de Loosdrechtse ontginningen werden de oeverwallen van de Vecht en de Drecht aangehouden. De Drecht is een zijriviertje van de Vecht, dat voor de ontwatering van het veen zorgde. De blokken werden haaks op 6 de oevers geplaatst om zo maximaal van de ontwatering te kunnen profiteren. Rondom Loosdrecht werd turf op twee manieren gewonnen: door het af te graven of op te baggeren. Deze laatste de methode kon uitsluitend onderwater uitgevoerd worden met behulp van een baggerbeugel, die in de 15 eeuw werd uitgevonden. Het baggeren van het veen veroorzaakte zgn. trekgaten of petgaten tussen de legakkers. Petgaten zijn kuilen in het oppervlak, legakkers zijn smalle stroken land, waarop het veen te drogen werd gelegd. Dit fenomeen is langs de oevers van de Loosdrechtse Plassen nog goed te zien (afb. 5 ). De situatie is in de vergelijking tot het einde van de 19 eeuw weinig veranderd, mede omdat tegenwoordig dit landschap als typisch Nederlands wordt beschouwd en daarom is beschermd.
Afbeelding 5: Luchtfoto van Oud-Loosdrecht met de kenmerkende legakkers en de door vervening ontstane petgaten.
Het veen ten oosten van de Vecht, het mosveen, was van hoge kwaliteit. Dit zorgde voor grootschalige turfwinning. de Met de vraag uit grote steden, met name Amsterdam, beleefde de productie haar hoogtepunt in de 17 eeuw. Het gevolg van de vervening was het ontstaan van grote veenplassen, waaronder de Loosdrechtse Plassen, die in het de midden van de 18 eeuw ontstonden.
3
In deze paragraaf is veelvuldig gebruik gemaakt van Berendsen 2005. Berendsen 2005: 123-145. StiBoKa 1970: 40. 6 Berendsen 2005: 140. 4 5
Hazenberg AMZ Publicaties 2009-03 Conceptversie 1.3, 19 maart 2009
9
Plangebied West End, Veendijk 20a-21 te Loosdrecht (gemeente Wijdemeren). Archeologisch bureauonderzoek.
De grond werd nog opgehoogd met Amsterdams stadsafval, maar dat kon niet voorkomen dat de Drecht een eeuw later voor het overgrote deel in de Loosdrechtse Plassen verdween. Een restant is nog te zien ten zuiden van de 7 Veendijk (afb. 6 ).
Afbeelding 6: Detail van de topografische kaart ca 1900 (Bonnekaart). Als gevolg van de turfwinning verdwijnt de Drecht langzaam in de Loosdrechtse Plassen. Langs de Bloklaan, de huidige Veendijk, staan nog de laatste turfschuren. (bron: Archis 2).
De Veendijk van Oud-Loosdrecht, richting Loenen overgaand in de Bloklaan, was na het ontstaan van de Loosdrechtse Plassen nog de enige verbinding tussen beide plaatsen. De dijk is dan ook het laatste tastbare restant van de veenontginning. De Veendijk ligt haaks op de Drecht in het verlengde van de Loosdrechtse ontginningspercelen (noordzuid oriëntatie gericht op de Nieuwen Dijk, de huidige Oud-Loosdrechtsedijk), de blokken ten westen van de Veendijk, in het Loenderveen, hadden een oostwest oriëntatie (afb.7).
Afbeelding 7: Het veengebied ten oosten van de Vecht (Jan Spruytenburgh, 1734) met de verschillende verkavelingspatronen. De legakkers zijn de donkere banen. Door de toenemende vervening zijn de eerste waterpartijen reeds ontstaan. Plangebied aangeduid met rode stip (naar Hoogendijk/ARC bv 2008).
7
Blijdenstijn 2005: 254-255.
Hazenberg AMZ Publicaties 2009-03 Conceptversie 1.3, 19 maart 2009
10
Plangebied West End, Veendijk 20a-21 te Loosdrecht (gemeente Wijdemeren). Archeologisch bureauonderzoek.
Typerend voor de Utrecht-Hollandse veengebieden is de lineaire bebouwing langs dijken of kaden. De woningen in de de dit gebied werden aangelegd aan de achterkade van een eerdere ontginning. Die gaat terug tot de 13 -14 eeuw. de Het is overigens niet bekend of de Veendijk al uit deze tijd stamt; vermoedelijk werd hij pas in de 15 eeuw aangelegd, tegelijkertijd met de typische waaiervormige ontginning ter hoogte van Nieuw-Loosdrecht (hier lopen de de ontginningsblokken allen in een punt toe richting de Drecht). Op jongere kaarten (topografische kaarten uit de 19 ste eeuw, Bonnekaarten) zien we de Veendijk/Bloklaan omringd door water. Tot het begin van de 20 eeuw is het restant van de Drecht nog te zien, maar die verdwijnt, zoals reeds hierboven vermeld, in de loop van de eeuw in de Plassen. de
Langs de Veendijk stonden in de 19 eeuw turfschuren voor de opslag van deze brandstof. De schuren stonden in hoofdzaak aan de randen van de veenontginningen, buiten de bebouwing. Ze zijn een indicatie hoe lang de 8 turfwinning doorging, want de schuren stonden er doorgaans maar tijdelijk. Op basis van kaartvergelijking is te de zien de winning in Loosdrecht in de loop van de 19 eeuw ophoudt. De schuren langs de Veendijk zijn dan verdwenen. Tegenwoordig zijn turfschuren een zeldzaamheid. In het Noord-Hollandse Kolhorn is een museum geheel geweid aan de turfschuur.
Afbeelding 8: Een van de weinige foto’s van een Loosdrechtse turfschuur. Deze stond aan de Drecht. Foto ca begin 20ste eeuw genomen vanaf de Tweede Plas (foto gekregen via mevr. J.P. van der Meulen-Kuhn).
Op de kaart Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) ligt de Veendijk op ca 0,10-0,40m -NAP. Dat is bijna een meter hoger dan het peil van het omliggende water dat op ca 1-1,20m -NAP ligt (afb. 9).
Afbeelding 9: Uitsnede AHN. Het plangebied ligt ca 1m hoger dan het omringende water. Dit geldt ook voor de oude oever van de Drecht ten zuiden van de Bloklaan (bron: www.ahn.nl). 8
Pers.med. mevr. J.P. van der Meulen-Kuhn (Historische Kring Loosdrecht), 6 maart 2009; Van ’t Riet 2005: 28-29.
Hazenberg AMZ Publicaties 2009-03 Conceptversie 1.3, 19 maart 2009
11
Plangebied West End, Veendijk 20a-21 te Loosdrecht (gemeente Wijdemeren). Archeologisch bureauonderzoek.
2.3 Bekende archeologische waarden In het plangebied en de directe omgeving zijn geen archeologische waarden bekend. Het gehele gebied (waaronder Veendijk/Bloklaan) is op de IKAW niet gekarteerd, omdat het overwegend behoort tot de Loosdrechtse en Loenderveense Plassen. De trefkans in de omgeving (Loenen en Oud-Loosdrecht) is laag. Er zijn geen aanwijzingen dat deze classificatie niet zou gelden voor de Veendijk. Eventuele vondsten en sporen die hier de de gedaan zouden worden, gaan absoluut niet verder terug dan eind 12 /begin 13 eeuw, maar vermoedelijk niet de verder dan de 14 eeuw (Late Middeleeuwen). De cultuurhistorische waardenkaart (CHW) van de provincie Noord-Holland en de archeologische verwachtingskaart van het Vechtplassengebied in 2006 samengesteld door RAAP Archeologisch Adviesbureau geeft geen ander beeld te zien: het gebied heeft geen of slechts een lage 9 verwachting gekregen.
Afbeelding 10: Plangebied (onderzoeksmelding 30.093) met relevante archeologische gegevens in de omgeving (bron: Archis2/RACM).
In een straal van 3 km rondom de onderzoekslocatie vinden we de historische kernen van Kortenhoef, Loenen en Oud-Loosdrecht, die allen zijn ontstaan in de Late Middeleeuwen. Hier kunnen archeologische resten en bewoningssporen aangetroffen worden uit deze of een jongere periode. De dorpskernen hebben alle drie een archeologisch beschermde status. Archeologische vondsten rondom de onderzoekslocatie zijn zeer zeldzaam en concentreren zich in de historische kernen en langs de voormalige noordoever van de Drecht. Hier zijn enkele restanten teruggevonden die een de verhoogde activiteit in de Late Middeleeuwen, met name de 14 eeuw, in dit gebied laten zien. Ter hoogte van de de Mijndersluis, tussen Vecht en Drecht, stond tot in de 16 eeuw het ‘huys Mynden’ (Archis waarneming 26344), dat de volgens de overlevering in de eerste helft van de 14 eeuw werd gesticht door Melis van Mijnden. Kastelenspecialist prof. Renaud heeft de locatie in de winter van 1963 en het voorjaar van 1964 opgegraven en vond resten van een gracht, een brugconstructie, een broodoven en aardewerk. Het materiaal laat zich allemaal de dateren in de eerste helft van de 14 eeuw. Rond 1525 is het huis grotendeels afgebroken, maar op de Nieuwe Kaert van Loenen van C.C. van Bloemswaerdt (1726) zijn de contouren van de gracht en de kasteelruïne nog goed 10 zichtbaar. Pas in 1860 zijn de laatste puinresten opgeruimd.
9
Molenaar en De Boer 2006. Renaud 1995: 328-329.
10
Hazenberg AMZ Publicaties 2009-03 Conceptversie 1.3, 19 maart 2009
12
Plangebied West End, Veendijk 20a-21 te Loosdrecht (gemeente Wijdemeren). Archeologisch bureauonderzoek.
Ongeveer 4 km oostwaarts, in de Tweede Plas, maar ook op de noordelijke oever van de Drecht, werd in 1984 een de 14 eeuws zwaard opgevist (waarneming 43148). Tot slot mag de vondst van een scherf Romeins import aardewerk niet onvermeld blijven. Niet omdat deze vondst gekoppeld kan worden aan bewoning uit deze periode in de de dit gebied, maar omdat de herkomst alles te maken heeft met het stadsvuil dat in de 18 en 19 eeuw is gebruikt om de weidegronden langs de Drecht op te hogen. De exacte herkomst van het ophogingsmateriaal is niet bekend, maar zou uit (de buurt van) Amsterdam moeten komen (waarnemingen 26342 en 59752 - spreken over dezelfde scherf). Recent archeologisch onderzoek heeft uitsluitend plaatsgevonden in het historische centrum van Oud-Loosdrecht en concentreert zich rond de porseleinfabriek en de laatmiddeleeuwse en Nieuwe-tijdse bewoning aan de OudLoosdrechtsedijk. Van de sinds 2003 in Archis geregistreerde archeologische onderzoeken, geeft het meest recente proefsleuvenonderzoek van Hollandia de situatie het best weer. De bewoningssporen en – lagen die ze aantroffen aan de Oud-Loosdrechtsedijk zijn exemplarisch voor de bewoning in dit gebied. Ze vonden onderin de de de sleuf een natuurlijke veenlaag op ca 1,5m –mv met daarop in veen 14 /15 eeuws bewoningsafval/ de de ophogingslaag (met name aardewerscherven), afgedekt door een jongere ophogingslaag (15 -18 eeuw), die, in het geval van deze onderzoekslocatie, op haar beurt werd afgedekt met een meter recenter materiaal inclusief bouwvoor (Archis onderzoeksmelding 31294, Hoogendijk 2008). Dit onderzoek toont aan dat onder de bewoningsniveaus restveen bewaard is gebleven en dat de eerste bewoners direct op het veen hun huizen hebben gebouwd. Door regelmatig, als de wateroverlast toenam, de ondergrond op te hogen, hield men droge voeten. Deze situatie zou ook goed op kunnen gaan voor de situatie aan de Veendijk. de Langs de dijk stonden begin 18 eeuw al gebouwen. Of dit woningen betrof of alleen de reeds vermeldde turfschuren kan op basis van de verzamelde gegevens niet gezegd worden. Door het gebrek aan kaarten ouder de dan de 17 eeuw en het ontbreken van archeologisch referentiemateriaal, is het niet bekend hoever de bewoningsgeschiedenis langs de Veendijk teruggaat. Aangenomen mag worden dat deze direct verband houdt de de met de ontginning van het Loenderveen (datering 14 -15 eeuw). 2.4 Gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel Het plangebied West End aan de Veendijk 20a-21 in Loosdrecht is archeologisch niet bekend en heeft op de verschillende verwachtingskaarten (IKAW, cultuurhistorische waardenkaart Noord-Holland, archeologische verwachtingskaart Veenplassen) geen of hooguit een lage trefkans. Het huidige bureauonderzoek heeft op basis de van kaartmateriaal aangetoond dat langs de dijk zeker in de eerste helft van de 18 eeuw en vermoedelijk al (veel) de de eerder (16 -17 eeuw) turfschuren hebben gestaan die te maken hebben met de veenontginningen van het Loenderveen en Loosdrecht. Het onderzoek heeft ook opgeleverd dat woonhuizen elders moeten hebben gestaan en niet in de buurt van de turfschuren. Er was een duidelijke scheiding tussen wonen en werken. De bekende de archeologische waarden concentreren zich in het 14 eeuwse centrum van Oud-Loosdrecht aan de dijk waarlangs de vroegste veenkolonisten hun eerste huizen bouwden. ste
Of het plangebied van oudsher bebouwd is geweest (vanaf de Late Middeleeuwen) of tot het begin 20 eeuw een of meerdere turfschuren op de locatie van West End hebben gestaan, is niet met zekerheid te zeggen. Daarvoor is het kaartmateriaal te onnauwkeurig. Als het plangebied bebouwd is geweest zullen vermoedelijk resten de de de tevoorschijn komen van 18 eeuwse (of wellicht 16 -17 eeuwse) turfschuren: houtbouw, planken, palen, e.d. ste Steenbouw ouder dan de jaren vijftig van de 20 eeuw zal vermoedelijke niet gevonden worden, evenmin als gebruiksaardewerk en andere vondsten die geassocieerd worden met permanente bewoning. ste
Het plangebied is vanaf het midden van de 20 eeuw bebouwd geraakt. Dit heeft aanzienlijke verstoringen met zich meegebracht. Het deel van het pand West End dat parallel loopt met de Veendijk is tot zeker 3m –mv 2 onderkelderd en bestrijkt een oppervlakte van 384m (16x24m). Hier worden geen archeologische sporen meer verwacht te worden. Verder kunnen we met grote zekerheid stellen dat onder het bestaande pand West End heipalen staan. Dat betekent dat de ondergrond lokaal nog eens verstoord is als gevolg hiervan. Dit heeft consequenties voor de mogelijk aanwezige archeologische resten. Mochten deze aanwezig zijn dan betekent dat ze in ieder geval plaatselijk zijn aangetast door de bouw van het huidige pand. Aan de andere kant moet gezegd worden dat de mogelijkheid bestaat dat constructies op veen (houtbouw, steenbouw, huizen of schuren) door de druk langzaam wegzakken in de slappe ondergrond. Als dat opgaat voor de veenschuren zouden in de diepere ondergrond van de minst verstoorde delen (bestrating, omgeving hoofdpand, niet-onderkelderde bebouwing) nog resten (m.n. palen en planken) bewaard kunnen zijn gebleven. Dat geldt pas vanaf het niveau dieper dan 1m –mv.
Hazenberg AMZ Publicaties 2009-03 Conceptversie 1.3, 19 maart 2009
13
Plangebied West End, Veendijk 20a-21 te Loosdrecht (gemeente Wijdemeren). Archeologisch bureauonderzoek.
3. Conclusie en aanbevelingen 3.1 Conclusie In verband met een partiële herziening van het bestemmingsplan locatie West End ten behoeve van voorgenomen nieuwbouwactiviteiten heeft Hazenberg Archeologie in opdracht De Plassen bv een archeologisch bureauonderzoek uitgevoerd voor genoemde locatie aan de Veendijk 20a-21 te Oud-Loosdrecht, gemeente Wijdemeren. Het plangebied van in totaal ca 1,2 ha, zal opnieuw worden ingericht. Hiervoor worden de bestaande opstallen gesloopt en vervangen door nieuwbouw. De geplande nieuwbouw bestaat uit twee huizenblokken gescheiden door een vijver. Hieronder zal een parkeergarage gerealiseerd worden. De verstoring zal tot 3,24m –mv reiken. Het totale te verstoren oppervlak bedraagt ca 0,44 ha. Hiervan is het deel waar de kelder onder het pand ligt en de toplaag reeds verstoord door de bestaande panden en verharding. Uit het bureauonderzoek kan in het algemeen worden geconcludeerd dat de landelijke en provinciale verwachtingskaarten te kort schieten voor grote delen van het Utrechts-Hollands veengebied en de Vechtplassen en in het bijzonder voor de onderzoekslocatie. Deze is niet gekarteerd/gewaardeerd, ondanks eeuwenoude activiteiten langs de Veendijk die nauw samenhangen met de veenwinning. In de onderstaande paragraaf zullen de eerder geformuleerde onderzoeksvragen beantwoord worden. Aan de hand van de uitkomsten wordt een aanbeveling voor vervolgonderzoek geformuleerd. 3.2 Onderzoeksvragen • Bevinden zich binnen de grenzen van het plangebied archeologische en/of cultuurhistorische waarden? Zo ja, wat is de aard, omvang, ligging en datering van deze waarden? Archeologisch (veld)onderzoek is nooit uitgevoerd langs de Veendijk. Daarom is niet bekend of binnen het plangebied archeologische waarden liggen. Op basis van historisch kaartmateriaal kan geconcludeerd worden dat de ste in ieder geval in de buurt van West End in de eerste helft van de 18 eeuw tot het begin van de 20 eeuw turfschuren stonden. De kaartschaal is dermate groot dat niet met zekerheid te zeggen is waar exact de schuren stonden. Turfschuren hadden overigens een tijdelijk karakter: zodra de turfwinning in een gebied stopte werden ze ontmanteld. Normaal gesproken geven de IKAW, CHW en lokale archeologische verwachtingskaart meer duidelijkheid over de trefkans/verwachting, maar voor de Veendijk wordt deze niet gegeven of is in het beste geval als laag geclassificeerd. Dit bureauonderzoek bevestigt dit beeld. Over de volle lengte van de Veendijk geldt in het algemeen een lage verwachting. In het specifieke geval van de locatie West End geldt dit ook. Het bureauonderzoek geeft geen aanleiding de verwachting naar boven te moeten bijgesteld. • In hoeverre hebben (sub)recente bodemingrepen binnen het plangebied eventueel aanwezige archeologische waarden aangetast? De aanleg van de kelder bij de bouw in de jaren vijftig heeft ongeveer 10% van de 0,44 ha vaste grond diepgaand (3m) verstoord. Daarnaast geldt voor het hele plangebied dat de bovengrond zeker tot 40-50cm, maar wellicht zelfs tot 100cm -mv verstoord is door het huidige complex. We concluderen dit aan de hand van een recent uitgevoerd proefsleuvenonderzoek in het bebouwde centrum van Oud-Loosdrecht waar nog wel archeologische resten dieper dan 1m –mv nog aanwezig waren. Daar werden niet zozeer afzonderlijke sporen gedocumenteerd als wel verschillende ophogingslagen op het natuurlijk veen. Belangrijk is te constateren dat deze situatie geldt voor bewoond gebied en daarom vermoedelijk niet opgaat voor de locatie West End, omdat hier eeuwenlang geen woonhuizen stonden. Vanaf een diepte van 1m –m zouden plaatselijk wel (funderings)resten van turfschuren, die ste tot het begin van de 20 in dit gebied stonden, aangetroffen kunnen worden. • Hebben toekomstige bodemingrepen nadelige gevolgen voor de archeologische waarden? De toekomstige bodemingrepen op de locatie West End hebben weinig tot geen bijkomende gevolgen voor het bodemarchief. De grond is reeds aanzienlijk verstoord door de bestaande bouw: over het gehele gebied vermoedelijk tot ca 1m –mv en plaatselijk zeer sterk door de heipalen. 3.3 Aanbevelingen • Is vervolgonderzoek noodzakelijk om bovenstaande vragen te kunnen beantwoorden en zo ja, welke vorm(en) van onderzoek is (zijn) hiervoor nodig? Op basis van hetgeen in de vorige paragraaf is gesteld, adviseert Hazenberg Archeologie dat er geen professioneel archeologisch vervolgonderzoek op de locatie West End hoeft te worden uitgevoerd. Hiermee hebben wij formeel voldaan aan de opdracht.
Hazenberg AMZ Publicaties 2009-03 Conceptversie 1.3, 19 maart 2009
14
Plangebied West End, Veendijk 20a-21 te Loosdrecht (gemeente Wijdemeren). Archeologisch bureauonderzoek.
Los van de formele procedure adviseren wij geheel vrijblijvend, maar niet zonder reden, om in ieder geval een deel van de grondwerkzaamheden (bij voorkeur het uitgraven van de parkeerkelder in dat deel van het plangebied dat nog niet tot 3m –mv is verstoord) door de lokale amateur-archeologen van de Historische Kring Loosdrecht te laten begeleiden. Zij kunnen, nadat de locatie formeel is vrijgegeven voor de herbestemming, zelfstandig archeologisch onderzoek verrichten. Dit zal uiteraard niet gebeuren zonder medeweten en toestemming van de ontwikkelaar, waarmee voorafgaand aan het onderzoek duidelijke afspraken gemaakt dienen te worden over de uitvoering ervan. De reden dat wij adviseren amateur-archeologen in te zetten is gelegen in het feit dat de mogelijkheid bestaat dat bij het uitgraven restanten van turfschuren tevoorschijn kunnen komen. In de (archeologische) literatuur is weinig tot niets bekend over dit type schuren en hoe zij zich hebben ontwikkeld in de loop der eeuwen. Het onderzoek van de Historische Kring kan een welkome bijdrage leveren aan de kennisvermeerdering over dit fenomeen. Daarnaast is het onderzoek in zijn algemeenheid van belang voor de geschiedenis van de turfwinning en voor die van Loosdrecht in het bijzonder.
Hazenberg AMZ Publicaties 2009-03 Conceptversie 1.3, 19 maart 2009
15
Plangebied West End, Veendijk 20a-21 te Loosdrecht (gemeente Wijdemeren). Archeologisch bureauonderzoek.
Geraadpleegde bronnen Literatuur • • • • • • • • • • •
Berendsen, H.J.A., 2005 [1997]: Landschappelijk Nederland. De fysisch-geografische regio's. Assen. Blijdenstijn, R., 2005: Tastbare tijd. Cultuurhistorisch atlas van de provincie Utrecht. Utrecht. buRO/bureau voor ruimtelijke ordening en advies, 2009: West End Loosdrecht. Gemeente Wijdemeren. Ruimtelijke onderbouwing d.d. 8 januari 2009. Amersfoort. Centraal College van Deskundigen (CCvD) Archeologie, 2006: Deel II Protocol Bureauonderzoek. In: Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.1. Gouda. e Deeben, J.H.C. (red.), 2005-2008: Handleiding voor de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden 3 generatie. Amersfoort. Hallewas, D.P. en J.H.M. Peeters (red.), 2005-2007: Handleiding voor de Indicatieve Kaart Archeologische e Waarden 2 generatie, versie 2.1. Amersfoort. Hoogendijk, T., 2008: Inventariserend veldonderzoek d.m.v. proefsleuven (IVO-P) aan de OudLoosdrechtsedijk te Oud-Loosdrecht (gemeente Wijdemeren). Hollandia reeks 235. Zaandijk. Molenaar, S en G.H. de Boer, 2006: Het Vechtplassengebied, Provincie Noord-Holland; een archeologische verwachtingskaart. RAAP rapport 1282. Amsterdam. Renaud, J.G.N., 1995: Mijnden. In: B. Olde Meierink et. al (red.), Kastelen en ridderhofsteden in Utrecht, pp. 328-329. Utrecht. Riet, A.J.J. van ‘t, 2005: ‘Meeten, boren en besien’. Turfwinning in de buitenrijnse ambachten van eht Hoogheemraadschap van Rijnland 1680-1800. Hilversum. Ven, G.P. van de (red.), 2003: Leefbaar laagland. Geschiedenis van de waterbeheersing en landaanwinning in Nederland. Utrecht.
Digitale bronnen en kaarten • • • • • • • • • • • • •
Actueel Hoogtebestand Nederland (www.ahn.nl). Archeologisch Informatie Systeem (Archis 2). Archeologische Monumentenkaart (AMK). Bodemkaart van Nederland 1:50.000 (Alterra via Archis 2). Centraal Archeologisch Archief (CAA). Centraal Monumenten Archief (CMA). Geomorfologische kaart van Nederland 1:50.000 (Alterra via Archis 2). Grondwatertrap (Alterra via Archis 2). Grote Historische Provincie Atlas Noord-Holland 1849-1859 1: 25.000. Groningen. Historische Kring Loosdrecht. Luchtfoto’s onderzoeksgebied (Google Earth). Provincie Noord-Holland: Cultuurhistorische Waardenkaart. Haarlem. Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten, 2005: Indicatieve Kaart van Archeologische de Waarden (IKAW), 3 generatie. Amersfoort.
Afbeeldingen Afbeelding 1: Luchtfoto locatie West End (Google Earth) Afbeelding 2: Plangebied aan de Veendijk te Loosdrecht Afbeelding 3: Toekomstige situatie (Bon Groep) Afbeelding 4: Geomorfologische kaart (Archis 2) Afbeelding 5: Luchtfoto Oud-Loosdrecht Afbeelding 6: Topografische kaart ca 1900/Bonnekaart (Archis 2) Afbeelding 7: Kaart Jan Spruytenbrugh 1734 (Hoogendijk/ARC bv) Afbeelding 8: Foto turfschuur Afbeelding 9: Plangebied op Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) Afbeelding 10: Archeologische monumenten, waarnemingen en onderzoeksmeldingen
Hazenberg AMZ Publicaties 2009-03 Conceptversie 1.3, 19 maart 2009
16