Planaanpak Doelgroepenvervoer in Limburg - CONCEPT – v10 20-10-2014 1.
Inleiding
Voor de organisatie van het doelgroepenvervoer vanaf 11 december 2016 hebben de portefeuillehouders WMO van alle gemeenten in Limburg in april 2013 (Noord en Midden) en voorjaar 2014 (Zuid), afgesproken de richting voor de mogelijkheden van het toekomstige doelgroepenvervoer regionaal te ontwikkelen. Het proces is daarbij gericht op aanhaking van het doelgroepenvervoer op het al in gang gezette proces Aanbesteding Openbaar vervoer (OV concessie). Aanleiding De aanleiding hiervoor is meerledig: 1) Aanbesteding van de Openbaar Vervoer-concessie 2016-2031 door de provincie Limburg; 2) Het contract voor het WMO-vervoer in Limburg (Regiotaxi) eindigt op 10 december 2016. 3) Decentralisaties van rijkstaken naar gemeenten (o.m. AWBZ). 4) Noodzaak om samenhang aan te brengen in het versnipperde aanbod van doelgroepenvervoer; Gemeenten zijn/worden verantwoordelijk voor het brede doelgroepenvervoer: • Leerlingenvervoer op basis van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet op het voortgezet onderwijs; • Wmo-vervoer: op basis van de Wmo 2015 (Regiotaxi); • Delen AWBZ-vervoer per 1 januari 2015 (dagbesteding, dagopvang); • Vervoer in kader van de Jeugdwet per 1 januari 2015 (instelling, justitieel). • WSW-vervoer naar de locaties van de sociale werkvoorziening De provincie Limburg is verantwoordelijk voor het Openbaar Vervoer en is in 2013 gestart met de aanbesteding van de nieuwe OV-concessie 2016-2031. Op 11 december 2016 moet de nieuwe vervoerder starten. In bijlage 1 de planning van dat provinciale proces. Het Rijk blijft vooralsnog verantwoordelijk voor Valys, het vervoer over grotere afstand (> 5 OV-zones) voor mensen met een loopbeperking. Uitgangspunten toekomstig doelgroepenvervoer De regionale uitgangspunten voor het doelgroepenvervoer sluiten op elkaar aan. Centraal staat de ambitie om de maatschappelijke participatie te verbeteren en te borgen door het realiseren van een naadloze koppeling tussen OV en goed georganiseerd doelgroepenvervoer. Plan van aanpak Het plan van aanpak bestaat uit 4 fases, gebaseerd op de uitgangspunten die vastgelegd zijn in de ontwikkelperspectieven doelgroepenvervoer (paragraaf 2): 1) Regiecentrale en regiemodel: onderzoeken wel of geen regiecentrale, indien ja, de (rand)voorwaarden, kaders, rol, keuze gebiedsgrootte en organisatie. 2) Bij keuze voor een regiecentrale: Inrichten (regionale) regiecentrale (publiek of privaat) op basis van keuzes/uitkomsten onder 1; deze fase kan op provinciaal niveau, maar eventueel ook op afzonderlijke regionale niveaus. 3) Uitwerken (regionale) uitvoering doelgroepenvervoer en aanbesteden; dit kan op provinciaal niveau maar eventueel ook op afzonderlijke regionale niveaus. 4) Implementatie Uitvoering per regio. 2.
Ontwikkelperspectieven doelgroepenvervoer in Limburg
De regio’s Noord- en Midden-Limburg en Zuid-Limburg hebben de richting voor het toekomstig doelgroepenvervoer vastgelegd middels respectievelijk een “Ontwikkelperspectief Doelgroepenvervoer” en een “Integraal toekomstperspectief” op passend lokaal vervoer. Openbaar vervoer is een (sociale) basisvoorziening die goed georganiseerd moet zijn. Er moet een goede (naadloze) koppeling met het doelgroepenvervoer zijn zodat mensen zoveel als mogelijk in de gelegenheid zijn om het OV te gebruiken. De koppeling tussen OV en doelgroepenvervoer (DGV) levert ook synergievoordelen op, waarbij gemeenten lokaal maatwerk kunnen organiseren dicht bij de inwoners. De eindrapportages “Ontwikkelperspectief doelgroepenvervoer Noord- en Midden-Limburg”
1
(bijlage 2) en ‘Integraal toekomstperspectief op passend lokaal vervoer voor iedereen in Zuid Limburg’ (bijlage 3) zijn inmiddels gereed en vastgesteld door de meeste gemeentebesturen1. In de beide eindrapportages staan de volgende conclusies en aanbevelingen: • Het loont om het doelgroepenvervoer anders te organiseren door (1) kanteling van zorg en vervoer, (2) een efficiëntere en innovatievere organisatie en (3) samenwerking; • Kanteling door een vraaggerichte organisatie, waarbij zorg dichtbij georganiseerd wordt, innovatie en eigen initiatief lonen, omdat daardoor de vervoersvraag afneemt; • Scheiding van regie en uitvoering; via het Regiemodel is efficiency is te bereiken, door vervoersvraag en planning op één organisatorisch punt te combineren: de Regiecentrale; • Ontwikkeling van een ‘tussennet’, tussen regulier OV en doelgroepenvervoer. Dit tussennet zal als eerste in samenwerking met de provincie moeten worden ontwikkeld in de zoekgebieden, de gebieden die vanaf december 2016 geen OV-voorzieningen meer hebben; • Regionale samenwerking op basis van samenwerkingsovereenkomsten is noodzakelijk. • De gezamenlijke organisatie en inkoop van doelgroepenvervoer moet tijdig starten om op 11 december 2016 operationeel te zijn. Fasering voor vervoersstromen zoals leerlingenvervoer is mogelijk. Dit wordt bij de uitwerking definitief bepaald; • Voor het doelgroepenvervoer dat vanuit de AWBZ overkomt (extramuraal) is er een overgangsregeling nodig voor de periode tussen 1 januari 2015 en 1 januari 2017. Aandachtspunten, die in de beide ontwikkelperspectieven zijn benoemd: • Het inrichten van een projectorganisatie voor de uitwerking van Regiecentrale en doelgroepenvervoer. • Een belangrijke ambitie is de Regiecentrale. De Regiecentrale is een van de belangrijkste onderdelen van de regionale organisatie van het Doelgroepenvervoer. Belangrijke onderzoeksvragen en beslispunten in de planaanpak zijn: o Wat zijn de functionele taken van een regiecentrale? o Wat is de optimale schaalgrootte, noodzakelijk voor een goede uitvoering? o Wat kan samen met regionale centrales elders (administratie, financiën, …)? o Wat zijn de pro’s en contra’s van een publieke dan wel een private regiecentrale? o Wat zijn de aanbestedingsvoorwaarden (privaat) of welke samenwerkingsovereenkomst is noodzakelijk (publiek)? o Wat zijn de investeringskosten en exploitatiekosten? • Het opstellen van een ‘Plan B’: wat zijn de consequenties als er voor wordt gekozen om geen regiecentrale in te richten en wat als er niet tijdig een nieuwe gemeenschappelijke regeling komt? Wat zijn de consequenties als de huidige contracten met Veolia (tijdelijk) zouden moeten worden gecontinueerd? • Er ligt een nauwe koppeling met de drie decentralisaties (Wmo 2015, Jeugdwet en Participatiewet) waarvan de (financiële) consequenties nog niet volledig bekend zijn. • Hoe omgaan met zorginstellingen die nu hun vervoer zelf hebben geregeld? • Hoe omgaan met bestaande en nieuwe vrijwilligersinitiatieven (dorpsbus, plusbus,enz.)? • Gemeenten dragen het financiële risico voor al het doelgroepenvervoer met uitzondering van Valys en ziekenvervoer. Een goede doorstroming vanuit het doelgroepenvervoer naar het OV is essentieel. • Afstemming voor de periode tussen 1 januari 2015 en 1 januari 2017 moet in nauwe samenspraak gebeuren met de regiegroep(en) decentralisaties en, voor zover nog actueel, de regionale werkgroep(en) “inkoop zorg”. • De positie van de gemeente Echt-Susteren (Westelijke Mijnstreek of Midden Limburg?), de gemeente Beesel (Midden Limburg of regio Noord Limburg). Mook en Middelaar kiest voor de stadsregio Nijmegen. (vanaf december 2016 valt de gemeente onder de OV-concessie Limburg). • Wat is de optimale contractduur van de uitvoering van het doelgroepenvervoer? 3.
De realisatieopgaven en de planning.
De realisatieopgaven zijn: • Inrichten van een projectorganisatie voor de uitwerking van Regiecentrale en doelgroepenvervoer, zowel ambtelijk als bestuurlijk. Ook de provincie is hierbij een actieve partner. In de projectorganisatie moet juridische en financiële expertise zijn opgenomen.
1
Het Ontwikkelperspectief Doelgroepenvervoer Noord- en Midden-Limburg is vastgesteld door alle gemeenten m.u.v. Mook & Middelaar welke aansluit bij de regio Nijmegen. 2
•
• • • • •
• • • 4.
Opstellen van een startnotitie met projectopzet, onderzoeksopdracht, planning met doorlooptijden en beslismomenten en (regionale) samenwerkingsovereenkomst(en) DGV. Daarbij zijn er drie keuzeopties: o geen scheiding van uitvoering en regievoering (= voortzetting huidige regelingen); o scheiding van uitvoering en regie, waarbij de regiecentrale privaat wordt aanbesteed; o scheiding van uitvoering en regie, waarbij de regiecentrale een publieke status krijgt. Verwerven van werkbudget. Voor fase 1 geschat op € 170.000,- exclusief ambtelijke personele inzet. Mogelijk (deels) dekking vanuit decentralisatiegelden? Verwerven van (externe) expertise voor de verdere uitwerking van het Regiemodel, de taken en de optimale omvang van de regiecentrale(s) DGV en de te maken keuzes. Goede en tijdige terugkoppeling vanuit de projectgroep naar de gemeentelijke achterban. Hoe kan het noodzakelijke draagvlak worden verworven: instellen van een brede klankbordgroep, waarin ook vervoerders participeren. Structurele deelname aan provinciale OV ontwikkelteams vanuit de projectorganisaties, waarbij in eerste instantie de optimale toeleiding van doelgroepen naar het OV van belang is. Essentieel is de goede aanhaking van het doelgroepenvervoer op het openbaarvervoer, en omgekeerd, via de nog in te richten transferia. Organiseren (al dan niet in samenwerkingsverband) van een overgangsregeling AWBZ vervoer i.a.m. regionale werk/regiegroepen “decentralisaties” en “inkoop zorg”. Veel aandacht voor de goede en tijdige bestuurlijke terugkoppeling en het het bestuurlijke besluitvormingsproces. Goede verslaglegging en documentatie en Voorlichting en Communicatie. De projectstructuur
Stuurgroep DGV (opdrachtgever) – samenstelling identiek aan Stuurgroep OV (max. 13 leden) - Leden: gedeputeerde P. v.d. Broeck, 6 wethouders (3 uit Noord-Limburg, 3 uit Midden Limburg en 3 of 4 uit Zuid-Limburg; p.m. benoemen van een technisch voorzitter - Ambtelijke projectcoördinatoren Aanbesteding DGV Noord- en Midden-Limburg en DGV ZuidLimburg (2) - RMO-coördinatoren en provinciale projectmanager Aanbesteding OV (6) - Secretariële/administratieve ondersteuning (vanuit de gemeenten). Projectgroep (circa 8 personen), inclusief externe ondersteuning door adviesbureau - Ambtelijke vertegenwoordiging gemeenten – 3 uit Noord-Limburg en 3 of 4 uit Zuid-Limburg en de twee projectcoördinatoren. Mogelijk vertegenwoordiging Regionaal Mobiliteits Overleg. Hieruit een ambtelijke voorzitter kiezen. - Ambtelijke vertegenwoordiging provincie – 1 - Externe inhoudsdeskundige, tevens secretariaat– bij uitwerking fase 1 Onderzoeken en fase 2 Regiecentrale; bij fase 3 Aanbesteding Uitvoering en fase 4 Implementatie Uitvoering kan de externe deskundigheid worden geleverd door de organisaties van de regiecentrale(s). - Ad hoc (externe/ambtelijke) expertise, waaronder juridisch en financieel. Deskundigenpool, adviesgroep van externe deskundigen (circa 5 personen, kan wisselen) - Vertegenwoordiging Trafficon en Omnibuzz - Juridische expertise - Vervoerder OV-concessie Limburg 2016-2031 - Vertegenwoordiging Regionaal Mobiliteits Overleg optioneel De adviesgroep kan (on-)gevraagd advies geven aan Stuurgroep, Projectgroep en Klankbordgroep. Bestuurlijke overleggroep (Noord+Midden en Zuid) van DGV portefeuillehouders gemeenten Doel van deze overleggroep is informatieoverdracht en verwerven van draagvlak door Stuurgroep Ambtelijke overleggroep(en) gemeentelijke achterban Doel van deze overleggroep is informatieoverdracht en verwerven van draagvlak. Werkgroepen Deze werkgroepen zijn ad hoc inzetbaar t.b.v. uitwerking deelaspecten - Relevante ambtelijke leden - Relevante experts/deskundigen 3
Klankbordgroep - Wmo/Cliëntenraden - ROL - Federatie Gehandicapten Limburg - Andere relevantie vertegenwoordigingen - Vertegenwoordiging van de vervoerbedrijven/taxibedrijven - Valys - VKKL
Organigram Planaanpak Aanbesteding Doelgroepenvervoer Limburg 5.
Randvoorwaarden -
6.
Gemeenten zitten op hoofdlijnen op één lijn op basis van de vastgestelde visies/ontwikkelperspectieven. Een goede terugkoppeling naar bestuurlijke en ambtelijke achterban waarborgen. Er is een werkbudget om o.m. de projectgroep te faciliteren, kennis te verwerven (voorbeelden elders) en expertise in te huren (regiecentrale, inventarisatie tussennet). Afspraken over financiering en beheer werkbudget. Er is administratieve ondersteuning (verslaglegging, verantwoording). Actieve communicatie (planning) richting colleges en gemeenteraden. Nauwe samenwerking tussen provincie Limburg en gemeenten d.m.v. intentie/samenwerkingsovereenkomst doelgroepenvervoer (publiek belang). Een (adviserende) rol van Trafficon/Omnibuzz tot aan start opstellen PvE Regietaken.
De tijdplanning
Met de vaststelling van de beide Ontwikkelperspectieven Doelgroepenvervoer (Noord- en MiddenLimburg en Zuid-Limburg) is de richting op hoofdlijnen bekend. De nadere uitwerking en de organisatie van de uitvoering is bovenstaand beschreven. In bijlage 1 een tijdplanning. Bijlage 1: Planning Aanbesteding OV-concessie en Doelgroepenvervoer in Limburg – versie 20-08-2014 Bijlage 2: “Ontwikkelperspectief doelgroepenvervoer Noord- en Midden-Limburg”. Bijlage 3: ‘Integraal toekomstperspectief op passend lokaal vervoer voor iedereen in Zuid-Limburg’ (bijlage 2 en 3 zijn niet bijgevoegd). 4
BIJLAGE 1: Planning Aanbesteding Doelgroepenvervoer en OV-concessie in Limburg – v. 20-10-2014 Planning uitwerking Regiecentrale en Doelgroepenvervoer gemeenten in Limburg “Integraal toekomstperspectief op passend lokaal vervoer voor iedereen” (Zuid-Limburg) “Ontwikkelperspectief Doelgroepenvervoer in Noord- en Midden-Limburg” Vaststelling toekomstperspectieven DGV door Colleges en informatie aan de tot 1 oktober 2014 gemeenteraden. Met richtinggevende principekeuze Regiecentrale(s) FASE 1: Onderzoeken kaders, strategie en voorwaarden Regiecentrale en -model Opstellen PvA Uitwerken Regiemodel en -centrale en uitvraag externe expertise Sept. 2014 Besluitvorming PvA, planning en financiering onderzoek door gemeenten okt. - nov. 2014 Onderzoek & uitwerken inhoudelijke en financiële uitgangspunten Regiecentrale(s) nov. 2014 - mei 2015 Marktconsultaties met huidige uitvoerders van doelgroepenvervoer Nov.2014 – mei 2015 Overleg met Wmo-raden, stakeholders en organisaties – informatiebijeenkomsten nov. 2014 - mei 2015 College- en raadsbehandeling keuze regiecentrale(s) (niet/wel/+vorm) en financiering april - juni 2015 FASE 2: Inrichten (regionale) Regiecentrale(s) publiek of privaat a.g.v. uitkomst fase 1 Uitwerking Regiecentrale en taken – bij keuze voor publiek model Uitwerken samenwerkingsovereenkomst(en) publieke Regiecentrale mei - dec. 2015 Besluitvorming door gemeenteraden over gemeenschappelijke regeling regiecentrale jan.- maart 2016 Implementatie en ontwikkeling publieke Regiecentrale maart - dec. 2016 Uitwerking Regiecentrale en taken – bij keuze voor privaat model Marktconsultatie voor private Regiecentrale mei - juni. 2015 PvE private Regiecentrale uitwerken mei - juli 2015 Selectie en gunningsystematiek private Regiecentrale uitwerken juli - aug 2015 Aanbestedingsprocedure private Regiecentrale sept - nov 2015 Besluitvorming en Gunning private Regiecentrale door regio/gemeenteraden dec 2015–febr. 2016 Eventuele Bezwaarprocedures p.m. Implementatie en ontwikkeling private Regiecentrale door marktpartij maart - dec. 2016 FASE 3: Uitwerken/aanbesteden (regionale) uitvoering Doelgroepenvervoer Opstellen PvE Uitvoering DGV, samen met uitvoerder Regiecentrale(s) Jan. - febr. 2016 Selectie en gunningsystematiek Uitvoering Maart-april 2016 Aanbestedingsprocedure Uitvoering april - juli 2016 Gunning Uitvoering augustus 2016 Bezwaar en beroep Mogelijkheid tot het aantekenen van bezwaar (6 weken) aug-sept 2016 Procedure bij College van Beroep voor het bedrijfsleven sept. - nov. 2016 Besluit over uitkomst bezwarenprocedure dec. 2016 FASE 4: Implementatie Uitvoering Implementatie Uitvoering vervoer sept.- dec. 2016 Planning Aanbesteding OV-Concessie 2016-2031 Programma van Eisen – Provincie Limburg Offerte uitvraag op basis van Programma van Eisen en beoordeling aanbiedingen Inschrijfperiode: opstellen Nota’s van inlichtingen en indienen aanbieding 26 juni -3 nov. 2014 Beoordeling aanbiedingen 4 nov - 16 dec.2014 Behandeling in GS voor vaststelling gunningbesluit Januari 2015 Formele instemming van de door GS geselecteerde vervoerder door AVV/NVR. Bezwaar en beroep Mogelijkheid tot het aantekenen van bezwaar (6 weken) februari 2015 Procedure bij College van Beroep voor het bedrijfsleven maart - mei 2015 Besluit GS over uitkomst bezwarenprocedure juni 2015 5